Bedrijfsruimte met woning in de Piekenhoef - Wonen in Oss · PDF fileTevens bestaat de...
Transcript of Bedrijfsruimte met woning in de Piekenhoef - Wonen in Oss · PDF fileTevens bestaat de...
22
InhoudVoorwoord
1. Inleiding
2. Ondernemen
3. Waar ligt De Piekenhoef?
4. Wat voor woning mag ik hier bouwen?
5. Hoe werkt dat, een bouwvergunning aanvragen?
6. Ik krijg een bouwrijpe kavel, wat mag ik nu verwachten?
7. Stappenplan koop – bouwproces
Bijlagen
I. Algemene verkoopvoorwaarden bedrijventerreinen gemeente Oss 2003
IA. Algemene erfpachtvoorwaarden bedrijventerreinen gemeente Oss 2003
II. Bestemmingsplanvoorschriften Woon-werk-locatie Piekenhoef
III. Beeldkwaliteitsplan woon-werk-kavels
IV. Handboekvoorinfiltratieopeigenterrein
3
Welkom in De Piekenhoef! Het feit dat u deze brochure heeft opgevraagd, betekent dat u belangstelling
heeft voor de combinatie van wonen en werken in De Piekenhoef. Daar sta ik
niet van te kijken, want De Piekenhoef is een mooie nieuwe wijk waar u aan-
genaam, ruim opgezet en duurzaam kunt wonen en werken. Natuurgebied
Herperduin ligt op een steenworp afstand.
Wat zo speciaal is voor deze nieuwbouwwijk – met uiteindelijk zo’n 1400 wo-
ningen, op de grens van Oss en Berghem – zijn de natuurlijke elementen die
je overal in de wijk tegenkomt: het uitgebreide bospark, de vele verschillende
bomen en planten en de wadi’s. Dat alles in een mooie wijk met voornamelijk
laagbouw woningen in allerlei soorten en prijsklassen.
Tevens bestaat de mogelijkheid om wonen en werken in De Piekenhoef te
combineren. De gemeente heeft dit mogelijk gemaakt aan de westkant van
deze wijk. Hier is speciaal voor de doelgroep ondernemers een aantal kavels
beschikbaar waar je je eigen woning met bedrijfsruimte kunt bouwen. Wat is
er nu mooier dan wonen en werken combineren.
Voor u als ondernemer is ook van belang dat de locatie goed ontsloten is.
Binnen een paar minuten bent u via de Weg van de Toekomst (N329) op de
rijkswegen A50 en A59.
De beste ambassadeurs voor De Piekenhoef zijn de mensen die er wonen. Jong
en oud blijkt zich er veilig en thuis te voelen. En ook u kunt dat gevoel ervaren.
U kunt één van de bouwers op een woonwerkkavel zijn!
De gemeente Oss vindt het belangrijk om u de gelegenheid te geven zelf uw
woning en bedrijfsruimte te bouwen en op een mooie plek uw bedrijf uit te
oefenen.
Bij het bouwen van een eigen woning met bedrijfsruimte komt het een en
ander kijken. Om u als (aspirant)koper zo goed mogelijk op de hoogte te stellen
is deze informatiemap samengesteld. Doe er uw voordeel mee. Ik hoop dat u
uw droom uit kunt laten komen. In De Piekenhoef, natuurlijk!
Gé Wagemakers
Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling Kernen
3
44
1. Inleiding De aanschaf van een woonwerkkavel en de ontwikkeling daarvan vraagt om
veel inzet en enthousiasme van de koper. Niet zelden wordt de koper bij het
ontwikkeltraject geconfronteerd met producten en processen waarmee hij of
zij weinig of geen ervaring heeft. De gemeente Oss wil ondernemers daarom
graag helpen bij de realisering van hun plannen op een eigen woonwerkkavel.
Naast een omschrijving van de kavels die te koop zijn, vindt u in deze brochure
daarom ook informatie over het proces van opdrachtgeverschap.
In deze brochure komen aan bod; informatie over de Piekenhoef, de kavelin-
formatie, de vestigingsvoorwaarden, de verkoopprocedure voor bedrijven-
terreinen bij de gemeente Oss en informatie over het bouwproces, te weten
welke vergunningen er nodig zijn en een omschrijving van het verloop van
het ontwikkelingsproces bij opdrachtgeverschap. Tot slot zijn in de bijlagen
de algemene verkoop- en erfpachtvoorwaarden bedrijventerreinen van de
gemeente Oss 2003 en de meest voorname wet- en regelgeving met betrekking
tot de woonwerkkavels in de Piekenhoef opgenomen.
In deze brochure is getracht om alle informatie zo duidelijk en volledig moge-
lijk weer te geven. Ondanks dat leert de praktijk dat het voor veel opdrachtge-
vers moeilijk is om louter op eigen kracht het gehele ontwikkelingstraject te
doorlopen. Bovenal vindt de gemeente het daarom belangrijk dat u zich tijdens
dit proces laat begeleiden door een in het architectenregister geregistreerd
architect.
Kijk voor meer informatie over het bouwen met een architect op de website
van de Stichting Bureau Architectenregister (www.architectenregister.nl).
Uiteraard kunt u met uw vragen ook altijd terecht bij de zelfbouwcoach
van de gemeente.
5
2. Ondernemen Algemeen
De gemeente Oss is van oudsher een industriestad. In de vorige eeuw waren hier
grote bedrijven gevestigd zoals de slachterijen van Unox en Zwanenberg, een
vestigingvanPhilipsendetapijtfabriekenBergoss,DessoenOssfloor.Hetvoor-
malige Organon is - weliswaar in afgeslankte vorm en in Amerikaanse handen
– gelukkig nog steeds als grootste werkgever in Oss gevestigd.
Ook in de huidige tijd kenmerkt Oss zich nog altijd als een stad met veel produc-
tiebedrijven zoals Heesen Yachts, Brabant Alucast, Ball Packaging, Acket, Dalco
Food, Padifood enz. Maar niet alleen die grote bedrijven zijn belangrijk voor de
werkgelegenheid in Oss. Onder de 5500 bedrijfsvestigingen in de gemeente Oss
bevinden zich ook een groot aantal kleine onderningen, waaronder starters en
doorstarters. Tot die groep behoort u waarschijnlijk ook.
De taak van de gemeente is om alle ondernemers (dus zowel groot als klein)
zo goed mogelijk te faciliteren. Dat laatste is heel breed en kan bestaan uit
bijvoorbeeld het bieden van een goede service, het verstrekken van adviezen, het
bevorderen van samenwerking tussen bedrijven onderling en het onderwijs, het
helpen bij het vinden van een geschikte huisvesting e.d. Indien u op zoek bent
naar een bestaande bedrijfslocatie kunt u uiteraard terecht bij de gevestigde
makelaars. Bij nieuwbouw kan de gemeente iets voor u betekenen, aangezien
de gemeente op verschillende plaatsen bedrijfsgrond voor uitgifte beschikbaar
heeft. Daarbij probeert de gemeente maatwerk te leveren.
Enkele voorbeelden. Grotere logistieke bedrijven, die gebaat zijn bij een goede
ontsluiting op de rijkwegen passen het beste op bedrijventerrein Vorstengraf-
donk en voor productiebedrijven die afhankelijk zijn van aan- en/of afvoer van
grondstoffen via water is bedrijventerrein Elzenburg de beste plek. Kleinere
bedrijven passen beter op Danenhoef of Piekenhoef. De locatie Piekenhoef heeft
als meerwaarde, dat ondernemen en wonen kan worden gecombineerd. Kortom
het uitgangspunt is: het juiste bedrijf op de juiste plaats. Dat geldt natuurlijk
ook voor u.
66
Speciek voor Piekenhoef
Zoals aangegeven zijn niet alle bedrijven geschikt voor vestiging op een groot-
schalig bedrijventerrein. Dat heeft te maken met het feit, dat deze bedrijven
daar qua aard en omvang niet passen. Te denken valt dan aan kleinere produc-
tie- of handelsbedrijven met beperkte opslag.
Anderzijds is de maatvoering van dergelijke bedrijven weer net iets te groot
voor vestiging in een woonwijk omdat dit gepaard gaat met overlast voor de
omwonenden. Dat is voor de gemeente aanleiding geweest om een locatie aan
te wijzen, waar dit soort bedrijvigheid met bijbehroende dienstwoning gecom-
bineerd kan worden. Dat is het westelijk deel van de Piekenhoef.
Het bestemmingsplan geeft aan welke soort bedrijven daar gevestigd mogen
worden. Dan gaat het vooral over lichtere bedrijvigheid. Dat zijn bedrijven die
behoren tot milieucategorie 1 en 2. In de bijlage van het bestemmingsplan is
aangegeven welke bedrijven daaronder vallen.
Ook is bepaald welke bedrijven niet toegestaan zijn namelijk: handel in auto’s
enmotorfietsen,reparatie-enservicebedrijven,autoplaatwerkerijen,auto-
spuitinrichtingen, benzinestations, risicovolle bedrijven (opslag gevaarlijke
stoffen zoals vuurwerk) en zelfstandige kantoren. Kantoren als ondergeschikt
onderdeel van het bedrijf zijn ter plaatse uiteraard wel toegestaan.
Voorafgaande aan het opstarten van het bouwproces zal ook aangetoond moe-
ten worden dat sprake is van een volwaardig bedrijf. Indien u al gedurende
langere tijd op een andere locatie een zelfstandige onderneming drijft is vol-
doende duidelijk dat het om een levensvatbaar bedrijf gaat. Als u een starter of
doorstarter bent en dus elders (al dan niet fulltime)nog een functie vervult, is
het nodig om een ondernemersplan te overleggen.
7
3. Waar ligt De Piekenhoef? De Piekenhoef is de nieuwste woonwijk van de gemeente Oss. De Piekenhoef
maakt deel uit van Berghem en ligt tussen het dorpshart van Berghem en het
natuurgebied Herperduin. De wijk is goed bereikbaar vanaf de A50/A59. Op dit
moment is nagenoeg het gehele noordelijke deel van de wijk gerealiseerd. De lig-
ging van de gehele wijk de Piekenhoef is op onderstaande kaart weergegeven.
Woonwerkkavels
De woonwerkkavels zijn gesitueerd aan de westkant van het plangebied Pie-
kenhoef. Globaal begrensd door de Zevenbergseweg (westzijde), Landbouwlaan
(noordzijde) en de Lijnzaadweg (oostzijde). Zie omcirkeling op de hierboven
weergegeven kaart.
De meeste kavels hebben een oppervlakte van circa 1.000 m2
(20 meter front en 50 meter diep).
9
3. Wat voor woning/ bedrijfsruimte mag ik hier bouwen? In de Piekenhoef zijn er regels waaraan iedereen zich moet houden. Denk
hierbij aan de voorschriften uit het bestemmingsplan, regels over de archi-
tectuur en beeldkwaliteit, bouwtechnische regelgeving, maar ook criteria
in verband met veiligheid, milieu en energiezuinigheid. U komt deze regels
tegen wanneer u een bouwaanvraag indient. Wanneer uw bouwplan niet
aan de regels voldoet, verleent de gemeente geen bouwvergunning. De ge-
meente wil met deze voorschriften een wijk van hoge kwaliteit realiseren. De
voorschriften zijn daarom zo veel mogelijk toegesneden op de Piekenhoef.
Voorschriften bestemmingsplan
Op de gronden (op de plankaart bestemmingsplan Berghem Zuid aangege-
ven met ‘Wonen – woonhuizen vrijstaand’) mogen alleen vrijstaande wonin-
gen gerealiseerd worden. Een deel van de gronden mag gebruikt worden voor
aan-huis-verbonden-beroepen, bouwwerken, tuinen, erven en verhardingen,
toegangs- en ontsluitingspaden en parkeervoorzieningen. In totaal mag er
niet meer dan 40% van het perceel bebouwd worden, met dien verstande
dat het gezamenlijke oppervlak van gebouwen buiten het op de plankaart
aangegeven bouwvlak niet meer dan 100m2 mag bedragen.
Voor hoofdgebouwen geldt dat zij op ten minste 3 meter uit de zijdelingse
perceelsgrens moeten worden gebouwd en daarnaast dat zij -met uitzon-
dering van een erker, balkon of luifel- volledig binnen het op de plankaart
aangegeven bouwvlak moeten worden gerealiseerd. Een hoofdgebouw mag
ter plaatse van de nok maximaal 11 meter en bij de goot maximaal 7 meter
hoog zijn. Naast een hoofdgebouw mogen er op de gronden aan-, uit- en
bij(ge)bouwen, carports en ‘bouwwerken, geen gebouwen zijnde’ worden
gerealiseerd. De exacte voorwaarden die voor de inrichting en het gebruik
van de kavel gelden vindt u, evenals alle overige exacte voorwaarden en vrij-
stellingsbevoegdheden voor deze kavels, in het ‘bestemmingsplan Berghem
Zuid’. Voor inzage hierin kunt u contact opnemen met de verkopend make-
laar van uw keuze. Een uitsnede van dit bestemmingsplan is opgenomen in
bijlage II.
1010
Architectuur en beeldkwaliteit
Waar het bestemmingsplan harde en goed te onderscheiden voorwaarden
stelt, zijn er voor architectuur en beeldkwaliteit veelal ‘zachter’ omschreven
randvoorwaarden en aanbevelingen bepaald. U vindt deze randvoorwaarden
en aanbevelingen in het “Beeldkwaliteitplan woonwerk-locatie in de wijk
Piekenhoef”.
Het ‘beeldkwaliteitsplan Berghem Zuid’ is in te zien bij de verkopende makelaars.
Referenties beeldkwaliteit ‘buurterf 4’
Architectonische begeleiding en beoordeling Welstandscommissie
De aangewezen persoon die er voor kan zorgen dat uw woonwensen ver-
taald worden in een bouwplan dat voldoende architectonische kwaliteit en
voldoende beeldkwaliteit omvat is een architect die geregistreerd staat in
het architectenregister. Het bouwen met een geregistreerd architect wordt
daarom verplicht gesteld. Voor een architectenkeuze of meer informatie over
bouwen met een architect kunt u terecht bij:
Stichting Bureau Architectenregister (SBA) Bond van Nederlandse Architecten (BNA)
Nassauplein 24 Keizergracht 321,
Den Haag 1016 EE Amsterdam
Postbus 85506 Postbus 19696
2508 CE Den Haag 1000 GP Amsterdam
Telefoon: 070-3457020 Telefoon: 020 – 555 36 66
Fax: 070-3603028 Fax: 020 – 555 36 99
Email: [email protected] Email: [email protected]
Internet: www.architectenregister.nl Internet: www.bna.nl
De brochure ‘bouwen met een architect’ van de BNA is te downloaden
vanaf de site www.bna.nl/opdrachtgevers/nl/home.
Parkeren
De gemeente Oss streeft er naar om het parkeren zoveel mogelijk op eigen
terrein op te lossen zodat het zo min mogelijk drukt op het openbaar gebied.
U dient rekening te houden met minimaal 1,65 parkeerplaatsen per 100 m2
bedrijfsvloeroppervlakte op eigen terrein.
11
Duurzaam en energiezuinig bouwen
De gemeente Oss hecht aan een duurzaam ontwikkelde woonomgeving. In
samenwerking met andere gemeenten, woningcorporaties en bouwbedrijven
in de regio is daarom het Regionaal Convenant Duurzaam Bouwen opgesteld.
Met het ondertekenen van het convenant willen alle partijen realiseren dat
alle nieuwbouw en renovaties in de woningbouw duurzaam worden uitge-
voerd. Ook voor particulieren en ondernemers die een huis gaan bouwen
is het convenant een belangrijke leidraad. De gemeente Oss verwacht van
u dat u in uw bouwplan de maatregelen treft die onder het kopje ‘woning-
bouw, nieuw’ in het convenant zijn opgenomen. Op de website www.dubo.
odbn.nl vindt u meer informatie over het convenant en ook tips en links voor
zelfbouwers. Als u een architectenbureau of bouwbedrijf inschakelt dat het
convenant heeft getekend dan mag u een goed advies verwachten over de te
treffen maatregelen.
Veiligheid, gebruiksvriendelijkheid en aanpasbaarheid
Veiligheid is belangrijk bij het ontwikkelen van een nieuwe woonwijk. Aan-
dacht voor sociale veiligheid bij het stedenbouwkundig plan, het inrichtings-
plan en het ontwerp van de woningen en woongebouwen kan criminaliteit
en overlast voorkomen. Naar aanleiding van onderzoeken zijn richtlijnen
opgesteld. Eén daarvan is het Politiekeurmerk Veilig Wonen® (PKVW).
De Piekenhoef moet een veilige wijk worden. Daarom moeten zowel de open-
bare ruimte als de woningen en bedrijfsruimten in de wijk voldoen aan het
PKVW. Het is dus belangrijk dat u als (mede)eigenaar van de grond het PKVW
toepast. Kijkt u voor meer informatie over de richtlijnen voor het PKVW op
www.politiekeurmerk.nl.
Woonkeur
Extra kwaliteit aan uw woning/bedrijfsruimte en woonomgeving op het
gebied van gebruiksvriendelijkheid, aanpasbaarheid en veiligheid worden
gesteld door het Woonkeur. De gemeente is verantwoordelijk op wijk- en
buurtniveau, ontwikkelaars op het niveau van woongebouwen en u op wo-
ningniveau. Hiermee biedt uw toekomstige woning en bedrijfsruimte meer
kwaliteit dan wettelijk is voorgeschreven. Meer informatie vindt u op www.
woonkeur.nl
Infiltratie hemelwater
De gemeente Oss voert het beleid dat hemelwater niet wordt aangesloten op
hetrioleringstelselmaaropheteigenterreingeïnfiltreerdmoetwordeninde
bodem. In de hele Piekenhoef geldt dat regenwater zoveel mogelijk moet wor-
den vastgehouden daar waar het valt en schoon en vuil water moeten worden
gescheiden. Meer informatie over de eisen en randvoorwaarden met betrek-
king tot het omgaan met regenwater in de Piekenhoef vindt u in bijlage 3
12
5. Hoe werkt dat, een omgevingsver- gunning aanvragen?Wie wil bouwen of verbouwen moet een omgevingsvergunning aanvragen.
Voorheen was dit de bouwvergunning.
Voor de woonwerklocatie geldt als uitgangspunt, dat de woning en de bedrijfs-
ruimte gelijktijdig worden gerealiseerd. Hiervoor kan één aanvrage omgevings-
vergunning worden ingediend.
Indien gelijktijdige realisering om de een of andere reden niet mogelijk/haal-
baar is, dan moet eerst de bedrijfsruimte worden gebouwd en daarna de dienst-
woning. Eerst de woning en daarna de bedrijfsruimte is dus niet toegestaan. Bij
een gefaseerde uitvoering kunnen 2 aanvragen om een omgevingsvergunning
worden ingediend.
Conceptaanvraag
Voordat u een omgevingsvergunning aanvraagt, is het verstandig eerst een
conceptaanvraag in te dienen. Bij voorkeur gebeurt dit digitaal via www.om-
gevingsloket.nl of via [email protected]. Meer informatie hierover is verkrijgbaar
bij de balie BML. Een conceptaanvraag is een schetsplan van uw voorgenomen
bouwplan. Het plan wordt getoetst aan het bestemmingsplan. Het kan zijn dat
uuwaanvraagmoetaanpassenofdateenontheffingvanhetbestemmingsplan
aan de orde is. Als de beoordeling met betrekking tot het bestemmingsplan ak-
koord is, wordt het voorgelegd aan de welstandscommissie.
De welstandscommissie toetst dit plan aan de uitgangspunten van het beeld-
kwaliteitplan en de welstandsnota. Na de beoordeling van uw plan (door de
gemeente) kunt u uw conceptaanvraag aanpassen of uitwerken tot een aan-
vraag om een omgevingsvergunning. De behandeling van een conceptaanvraag
is gratis. De uitkomst van een conceptaanvraag blijft altijd 3 maanden geldig.
Als u binnen die tijd geen actie meer onderneemt, dan sluiten we het aangelegd
dossier. Als u dan besluit om toch te gaan bouwen, moet u opnieuw het proces
doorlopen.
Voor een goede beoordeling van de conceptaanvraag moet u de volgende gege-
vens aanleveren:
• Uw persoonsgegevens en het bouwadres;
• Een schetsplan (gevelaanzichten op schaal, met afmetingen en belendingen);
• Een opgave van de toe te passen kleuren en materialen;
• Een goede situatietekening, bij voorkeur een kadastrale situatietekening.
12
13
Stappen in het aanvraagproces
Het aanvragen van een omgevingsvergunning gaat in vier stappen.
1. U dient een conceptaanvraag in bij de gemeente. Het advies over uw voorgenomen
bouwplan is 3 maanden geldig.
2. U werkt uw conceptaanvraag uit tot een aanvraag omgevingsvergunning. Deze
aanvraag kunt u indienen via de site van www.oss.nl of rechtstreeks via Omgevings-
loket online: www.omgevingsloket.nl.
3. U ontvangt een bericht van ontvangst. De gemeente controleert of de omgevings-
aanvraag volledig en ontvankelijk is. Als blijkt dat er nog stukken ontbreken of gege-
vens niet toetsbaar zijn, laten wij u dat weten. We geven daarbij aan binnen welke
termijn u de ontbrekende gegevens alsnog kunt aanleveren.
4. De gemeente beoordeelt uw aanvraag inhoudelijk en kijkt of uw aanvraag aan alle
wettelijke eisen voldoet. We toetsen uw aanvraag o.a. aan de technische eisen uit
het Bouwbesluit, zoals de eisen rondom brandveiligheid en ventilatie, maar ook of
de bedrijfsactiviteiten volgens het bestemmingsplan zijn toegestaan.
5. Afhankelijk van de activiteiten in een project is de reguliere behandelprocedure
(maximaal 8 weken) of de uitgebreide behandelprocedure (maximaal 26 weken)
van toepassing. De tijd die u nodig heeft om uw aanvraag compleet te maken
wordt bij de beslistermijn van de gemeente opgeteld. De gemeente publiceert bij
een reguliere procedure de ontvangst van de omgevingsvergunning en het besluit
op de omgevingsvergunning in de gemeentepagina Oss Actueel. Belanghebben-
den, bijvoorbeeld omwonenden, hebben dan nog maximaal zes weken de tijd om
bezwaar in te dienen. Daarna is uw vergunning onherroepelijk. Bij een uitgebreide
behandelprocedure publiceert de gemeente het ontwerpbesluit en vervolgens het
definitievebesluit.Hiertegenkanbinnenzeswekenrespectievelijkzienswijzeen
beroep worden ingesteld.
Leges
Bij het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning moet u leges betalen
vanaf stap 2. Bijvoorbeeld over de bouwkosten of andere omgevingsactiviteiten zo-
als kappen van een boom of aanleggen van een inrit. De bouwkosten zijn de kosten
die een aannemer in rekening brengt als hij het hele bouwwerk zou uitvoeren. Ook
bij het intrekken van een aanvraag of vergunning, bij het weigeren van een aange-
vraagde vergunning of bij het aanpassen van een al verstrekte vergunning brengen
we leges in rekening.
Bouwkosten (excl. BTW) Leges 2015*
€2.250ofminder €54
€2.251totenmet€4.500 €54vermeerderdmet5,33%van
debouwkostenboven€2.250
€4.501totenmet€22.500 €174vermeerderdmet4,58%van
debouwkostenboven€4.500
€22.501totenmet€45.000 €999vermeerderdmet3,08%van
debouwkostenboven€22.500
€45.001totenmet€225.000 €1.692vermeerderdmet3,05%van
debouwkostenboven€45.000
€225.001totenmet€450.000 €7.182vermeerderdmet2,72%van
debouwkostenboven€225.000
€45o.001ofhoger 2,96%vandebouwkosten
*De op het moment van aan-
vraag geldende bouwleges zullen
worden geheven.
14
6. Ik krijg een bouwrijpe kavel, wat mag ik nu verwachten?De kavels zijn bouwrijp. Dit betekent dat in opdracht en op kosten van de
gemeente een openbare ontsluitingsweg en hoofdnutsvoorzieningen (hoofd-
kabels, hoofdleidingen en hoofdriolering) zijn aangelegd.
U bent zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van bouwaansluitingen voor
water, elektra, gas, centrale antenne, telefoon en riolering. Hiervoor bena-
dert u de verschillende nutsbedrijven (www.huisaansluitingen.nl). Voor een
aansluiting op het riool neemt u contact op met de Balie Bouwen, Milieu en
Leefomgeving van de gemeente Oss, telefoon 14 0412.
Bodemgeschiktheidsverklaring
De gemeente verklaart dat de grond geschikt is voor woning-/bedrijfsbouw. In
opdracht van de gemeente Oss is de bedrijfslocatie Piekenhoef onderzocht op
mogelijke verontreiniging van de grond en het grondwater. De resultaten van
dit onderzoek zijn vastgelegd in een rapport waarin de toestand van de bodem
wordt omschreven en waaruit blijkt dat de bodem op grond van uitslag van
het onderzoek geschikt is voor woningbouw. In de koopovereenkomst wordt
verwezen naar deze bodemgeschiktheidsverklaring.
1414
15
7. Stappenplan koop- bouwprocesStap 1: Een kavel kopen
U beslist niet meteen of u een kavel koopt. Allereerst wilt u goed geïnformeerd
zijn over de mogelijkheden en plichten bij aanschaf van een vrije kavel. De
informatie kunt u opvragen bij gemeente. Heeft u daarna nog steeds interesse,
dan kunt u een optie nemen op de kavel.
Optieperiode
Een optieperiode is een periode van 3 maanden. Gedurende deze maanden
reserveert de gemeente de kavel voor u. Na deze 3 maanden vervalt de optie.
Heeft u nog steeds interesse in de kavel? Dan heeft u de keuze om de optie om
tezettenineendefinitievekoopofineenreservering.Inbeidegevallenonder-
tekent u een koopovereenkomst. In deze koopovereenkomst zit automatisch
een reserveringsperiode van 6 maanden.
Reservering
Gedurende 6 maanden kunt u de kavel reserveren. Tijdens deze reservering be-
taalt u rente over de aankoopprijs van de grond. Aan het eind van deze periode
heeft u de keuze om af te zien van de koop, of om de kavel te kopen. Tijdens
deze periode bekijkt u of uw woning met bedrijfsruimte op de betreffende
kaveltebouwenisenfinancieelhaalbaaris.Ubentrenteverschuldigdtothet
moment dat de notariële akte wordt ondertekend bij de notaris en de grond
uw eigendom wordt.
Koop of erfpacht
Een koopovereenkomst is al getekend.. U kiest zelf de notaris. De getekende
koopovereenkomst wordt naar de notaris van uw keuze gestuurd. Deze notaris
maakt de notariële akte van eigendomsoverdracht op. De notaris neemt
daarna contact met u op over de datum en het tijdstip van het passeren (on-
dertekenen) van de akte.
Bij het ondertekenen van de akte moet de koopsom, de kosten voor notaris en
kadaster en eventueel verschuldigde reserveringsrente worden voldaan.
Op de koop van een woonwerkkavel bij de gemeente Oss zijn de Algemene
verkoopvoorwaarden bedrijventerreinen gemeente Oss 2003 van toepassing.
De mogelijkheid bestaat om het gedeelte waarop de bedrijfshal wordt gesi-
tueerd op naam van een andere rechtspersoon af te nemen dan het gedeelte
waarop de woning komt te staan. In de akte zal wel een bepaling worden
opgenomen, dat beide delen wel onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Dat
betekent dat deze niet afzonderlijk mogen worden verkocht of verhuurd.
16
Naast koop kent de gemeente ook de mogelijkheid om de grond af te nemen in
erfpacht. Dit is een interessant alternatief. Ten eerste omdat dan minder geld bij de
bank geleend behoeft te worden en de beschikbare liquide middelen voor de bouw
ingezet kunnen worden. Ten tweede omdat in de erfpachtovereenkomst de optie tot
koop is opgenomen. Gedurende de eerste 5 jaar kan dat zelfs voor de grondprijs die
geldt op het moment van afsluiten van de overeenkomst.
Stap 2: Het ontwerp van uw woning
Maken voorlopig ontwerp
Een geregistreerde architect is de aangewezen persoon voor het maken van een
‘voorlopig ontwerp’. Een architect kan u in het traject ook begeleiden en adviseren.
Hierover maakt u met de architect afspraken.
Concept aanvraag
Het ‘voorlopig ontwerp’ kan worden ingediend als concept aanvraag voor de activi-
teit bouwen. Het concept kan per mail gestuurd worden naar [email protected] . Ook
voor vragen betreffende uw (concept) aanvraag kunt u terecht bij [email protected],
eventueel telefonisch via 14 0412.
Een concept aanvraag is een schetsplan van uw voorgenomen bouwplan.
De gemeente toetst dit plan aan het bestemmingsplan* en legt uw concept
voor aan Welstand**.
Daarna brengt de gemeente haar advies uit. Dit advies blijft 3 maanden geldig. Aan
het indienen van een conceptaanvraag zijn geen kosten verbonden.
* Wat is een bestemmingsplan? In een bestemmingsplan staat welke functies
de grond heeft. Bijvoorbeeld wonen, natuur, recreatie of bedrijf. Ook regelt
een bestemmingsplan of en hoe men op die grond mag bouwen.
** Welstand bekijkt of het plan voldoet aan het beeldkwaliteitsplan.
Sluit uw woning aan bij het karakter van de wijk?
Opstellen definitief ontwerp
Als het voorlopig ontwerp voldoet aan uw wensen en eisen en aan de voorwaarden
vandegemeenteOsskandearchitecthetDefinitieveOntwerpmaken.
16
1717
Stap 3: Omgevingsvergunning aanvragen
HetDefinitieveontwerpwordtingediendalsaanvraagvooreenomge-
vingsvergunning voor de activiteit bouwen en gaat de wettelijke procedure
in (procedure omgevingsvergunning). Zie www.oss.nl > digitaal loket >
bouw en verbouw vergunning of omgevingsvergunning.
Na ontvangst van uw aanvraag, zal de gemeente deze binnen 8 weken
beoordelen. Is uw aanvraag niet volledig, dan wordt u gevraagd de ont-
brekende informatie aan te leveren. Na ontvangst van de aanvullende
informatie wordt uw aanvraag opnieuw beoordeeld.
Nadat de procedure succesvol is doorlopen en aan alle eisen wordt voldaan
kan de omgevingsvergunning worden verleend.
De vergunning zal dan nog 6 weken openstaan voor bezwaar. Wanneer er
na deze 6 weken geen bezwaar tegen de vergunning binnen is gekomen, is
de vergunning onherroepelijk.
Stap 4: start bouw
Als de omgevingsvergunning onherroepelijk is en de grond is getranspor-
teerd*, kunt u met de bouw starten.
*Bij de notaris is de notariële akte van eigendomsoverdracht ondertekend
en de grond is in uw eigendom.
Duurzaam bouwen
Een energiezuinig huis, dat lijkt u wel wat. Maar energiebesparende maatre-
gelen kosten geld. Op www.energiesubsidiewijzer.nl vindt u informatie over
mogelijke subsidies die het duurzaam bouwen goedkoper kunnen maken.
1818
BijlagenI. Algemene verkoopvoor-
waarden bedrijventerrei-nen gemeente Oss 2003
IA Algemene erfpachtvoor-waarden bedrijventerrei-nen gemeente Oss 2003
II. Bestemmingsplanvoor-schriften Woon-werk-loca-tie Piekenhoef
III. Beeldkwaliteitsplan woon-werk-kavels
IV. Handboekvoorinfiltratieop eigen terrein
Bijlage IALGEMENE VERKOOPVOOR-WAARDEN BEDRIJVENTERREI-NEN GEMEENTE OSS 2003
De algemene bedingen, waaronder door de
gemeente Oss bedrijventerreinen worden ver-
kocht, zijn laatstelijk vastgesteld bij besluit van
de Raad der gemeente Oss van
11 september 2003
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Artikel 1.1: Informatieplicht.
De gemeente staat er voor in aan koper met
betrekking tot het verkochte alle informatie te
hebben gegeven die naar geldende verkeers-
opvattingen door haar ter kennis van koper
behoort te worden gebracht. Voor risico van
koper komen de resultaten van het onderzoek
naar die feiten en omstandigheden die naar
geldende verkeersopvattingen tot het onder-
zoeksgebied van de koper behoren.
Artikel 1.2: Staat van aflevering.
a. De onroerende zaak wordt door de gemeente
overgedragen vrij van hypotheken en besla-
gen, vrij van huur, pacht of andere gebruiks-
rechten en voorts vrij van alle bijzondere
lasten en beperkingen, behoudens die als
nader omschreven in de koopovereenkomst,
welke bijzondere lasten en beperkingen door
de koper in de koopovereenkomst uitdrukke-
lijk worden aanvaard en overigens in de staat
waarin de onroerende zaak zich ten tijde van
deafleveringbevindt.
b Indien en voor zover noodzakelijk draagt de
koper zorg voor ophoging van het perceel
tot het van gemeentewege aangegeven peil
in welk geval de gemeente aan koper een
vergoeding zal betalen, zulks op basis van het
jaarlijks door het gemeentebestuur vast te
stellen normbedrag per m3 waarin de kosten
van verwerking zijn begrepen.
1919
c In verband met het in lid b bepaalde
is koper verplicht om binnen 4 weken
na de datum van de met betrekking
tot verkochte verleende bouwvergun-
ning aan de gemeente over te leggen
eengespecificeerdebecijferingvande
voor bedoelde ophoging benodigde
grond, in welke becijfering rekening
moet zijn gehouden met uit de bouw-
put en eventuele andere ontgravin-
gen vrijkomende grond.
d De gemeente staat er voor in dat zij
gerechtigd is de eigendom over te
dragen.
Artikel 1.3: Faillissement en beslag.
Indien de koper vóór de datum van
ondertekening van de notariële akte in
staat van faillissement wordt verklaard
of surséance van betaling heeft gekre-
gen, alsmede wanneer er vóór de datum
van ondertekening van de notariële akte
executoriaal beslag op zijn roerende
en onroerende zaken wordt gelegd, is
de gemeente bevoegd de koopovereen-
komst te ontbinden, zonder dat enige
ingebrekestelling of rechterlijke tussen-
komst zal zijn vereist.
Artikel 1.4: Hoofdelijkheid en
ondeelbaarheid.
a. Indien in de koopovereenkomst om-
trent één en hetzelfde object meer dan
één natuurlijke- of rechtspersoon als
wederpartij van de gemeente staan
genoemd, zijn deze personen ieder
hoofdelijk aansprakelijk voor de nako-
ming van de verplichtingen die uit de
koopovereenkomst voortvloeien.
b. De ten laste van de koper komende
verplichtingen die uit de koopovereen-
komst voortvloeien, zijn ondeelbaar.
Artikel 1.5: Boetebepaling.
a. Bij niet-nakoming van enige ver-
plichting, voortvloeiende uit de
koopovereenkomst en deze algemene
voorwaarden, verbeurt de koper, na
ingebrekestelling en na verloop van
de in die ingebrekestelling bepaalde
termijn, ten behoeve van de gemeente
een onmiddellijk opeisbare boete van
vijfentwintig procent van de koop-
som (geïndexeerd conform CBS-index
‘werknemers laag’. Indien het bedrag
van de door de gemeente terzake
van de wanprestatie te lijden schade
groter is dan vijfentwintig procent van
de koopsom (geïndexeerd conform
CBS-index ‘werknemers laag’), dan is
de koper, naast de boete, eveneens het
meerdere verschuldigd.
b. Naast het in het eerste lid van dit arti-
kel gestelde behoudt de gemeente het
recht om bij niet-nakoming van enige
verplichting nakoming te vorderen.
c. Onverminderd het bepaalde in het
eerste lid van dit artikel en met hand-
having van het in artikel 2.5 bepaalde,
kan de gemeente de koopovereen-
komst, na ingebrekestelling en na
verloop van de in die ingebrekestelling
bepaalde termijn, ontbinden indien:
- de koper nalatig is gebleven
medewerking te verlenen aan het
passeren van de notariële akte van
eigendomsoverdracht binnen de
daarvoor gestelde termijn;
- de krachtens artikel 2.5
verschuldigde rente niet of niet
volledig wordt betaald binnen de
daarvoor gestelde termijn.
20
Hoofdstuk 2: Passeren akte en betaling
Artikel 2.1: Lasten en belastingen.
a. Alle kosten, rechten en belastingen
met betrekking tot de verkoop en met
betrekking tot de overdracht en de
aflevering,waaronderbegrepende
kosten van de kadastrale meting, zijn
voor rekening van de koper.
b. Alle lasten en belastingen, welke van
de onroerende zaak worden geheven,
komen voor rekening van de koper,
met ingang van de dag, waarop de
definitieveeigendomsoverdrachtheeft
plaatsgevonden, doch uiterlijk met
ingang van 1 januari van het jaar vol-
gende op het jaar waarin de koopover-
eenkomst is gesloten.
Artikel 2.2: Overdacht en aanvaarding.
a. De notariële akte van eigendomsover-
dracht wordt ondertekend binnen drie
maanden na de datum van het besluit
tot verkoop door de gemeente of zoveel
eerder of later als partijen in de koop-
overeenkomst nader overeenkomen. De
notariële afwikkeling vindt bij voorkeur
plaats bij één van de in Oss gevestigde
notarissen, ter keuze van de koper.
b. De koper kan de onroerende zaak in
eigen gebruik en genot aanvaarden,
zodra de koopsom alsmede de even-
tuele rente en verschuldigde belasting
volledig is betaald en de notariële akte
is ondertekend.
Artikel 2.3: Over- en ondermaat.
Wanneer bij opmeting door of vanwege
het kadaster mocht blijken van een
meerdere dan wel mindere maat, dan
zal dat geen aanleiding zijn tot verreke-
ning van de koopsom.
Artikel 2.4: Betaling koopsom.
De volledige koopsom en de eventueel
verschuldigde belasting moeten worden
voldaan op de dag van de ondertekening
van de notariële akte aan de gemeente
of aan de notaris die de akte verlijdt.
Artikel 2.5 Betaling rente.
a. De koper is verplicht een rente te
betalen over de koopsom vanaf de dag
waarop de reserveringsovereenkomst
wordt gesloten tot en met de dag
waarop de koopovereenkomst wordt
gesloten, alsook vanaf de datum van
ondertekening van de koopovereen-
komst tot en met de dag waarop de
notariële akte van eigendomsover-
dracht wordt ondertekend c.q. de
koopsom wordt betaald.
b. De in lid a genoemde rente moet
telkens voor een half jaar bij vooruit-
betaling worden voldaan bij de kassier
van de gemeente Oss, vóór een door
burgemeester en wethouders te bepa-
len datum.
c. Teveel betaalde rente zal worden
gerestitueerd bij de ondertekening van
de notariële akte van eigendomsover-
dracht, of, indien de overdracht niet
plaatsvindt, binnen een maand nadat
zulks door burgemeester en wethou-
ders schriftelijk is medegedeeld.
d. Het percentage van de rente, bedoeld
in lid a, is gelijk aan de effectieve rente
van langlopende leningen die door de
N.V. Bank voor Nederlandse Gemeen-
ten worden aangeboden, zulks naar de
toestand per de eerste van de maand
waarin het besluit tot verkoop van
de grond wordt genomen. Deze rente
wordt - zonodig - naar beneden afge-
rond op een veelvoud van één tiende.
Hoofdstuk 3: Bouwplicht
Artikel 3.1: Bebouwing.
a. De koper is verplicht de grond te
bebouwen met de in de koopover-
eenkomst aangegeven bebouwing,
welke al naar gelang de bestem-
ming van de grond (een) woning(en),
bedrijfsgebouw(en) en kanto(o)r(en) of
bijzondere- of andere nader omschre-
ven bebouwing kan betreffen en voor
zover het betreft de eerste ingebruik-20
21
name ten behoeve van de vestiging
van het in de koopovereenkomst aan-
gegeven bedrijf en bedrijfsactiviteiten
te gebruiken.
b. Binnen twee jaar na datum van het
ondertekenen van de notariële akte
moet de op de grond te stichten
bebouwing voltooid en gebruiksklaar
zijn ter beoordeling door de gemeente.
Indien daartoe aanleiding bestaat, kan
deze termijn door burgemeester en
wethouders op verzoek van de koper
worden verlengd.
c. Zolang niet is voldaan aan de in lid b.
vermelde verplichting mag de koper
de grond niet zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van burge-
meester en wethouders in eigendom
of economische eigendom overdragen,
in erfpacht uitgeven, met beperkte
genotsrechten bezwaren, verhuren of
verpachten. Aan deze toestemming
kunnen voorwaarden worden verbon-
den.
d. Het bepaalde in lid c. is niet van toe-
passing in geval van executoriale ver-
koop, van verkoop op grond van artikel
3:174 BW en van verkoop op grond van
enig hypotheekrecht.
e. Koper is aan de gemeente een boete
verschuldigd van 0,05% van de koop-
som (geïndexeerd conform CBS-index
‘werknemers laag’) voor elke dag dat
de bebouwing niet is voltooid na het
verstrijken van de in lid b genoemde
termijn, totdat aan de bouwplicht is
voldaan, onverminderd het recht van
de gemeente om de volledige nako-
ming van de bouwplicht te vorderen.
De boete moet worden voldaan binnen
een door burgemeester en wethouders
te bepalen termijn.
Artikel 3.2: Reserveterreinen.
a. Koper kan door burgemeester en
wethouders in de gelegenheid wor-
den gesteld onder nader te bepalen
voorwaarden een optie-overeenkomst
te sluiten ten aanzien van percelen
ten behoeve van toekomstige uitbrei-
dingen van het bedrijf. Deze optie-
overeenkomst wordt aangegaan voor
bepaalde tijd.
b. Burgemeester en wethouders kunnen
ten aanzien van door de koper ten be-
hoeve van de toekomstige uitbreiding
van het bedrijf geopteerde terreinen
als bedoeld in lid a, tot wederopzeg-
gingontheffingverlenenvanhet
bepaalde in artikel 3.1 lid a en b.
c. De koper dient de in lid a van dit artikel
genoemde terreinen in ordelijke staat
te houden.
Hoofdstuk 4: Bodemonderzoek
Artikel 4.1: Milieukundig onderzoek.
Met betrekking tot de in het betreffende
plan gelegen te verkopen gronden is of
wordt in opdracht en voor rekening van
de gemeente omtrent de aanwezigheid
van voor het milieu of de volksgezond-
heid gevaarlijke of niet aanvaardbare
stoffen in de uit te geven grond, een
indicatief bodemonderzoek verricht.
De resultaten van dit onderzoek worden
vastgelegd in een rapport waarin de
toestand van de grond wordt omschre-
ven en waaruit blijkt dat er geen reden
is om aan te nemen dat er voor het
milieu of de volksgezondheid gevaarlijke
of niet-aanvaardbare stoffen in de grond
aanwezig zijn die het bouwterrein on-
geschikt maken voor de daaraan in het
bestemmingsplan gegeven bestemming
en bebouwing. De aldus vastgelegde bo-
demkwaliteit wordt door beide partijen
geaccepteerd als de zogenaamde nulsi-
tuatie ten tijde van de uitgifte van het
perceel. De koper ontvangt een afschrift
van dit rapport.
22
Artikel 4.2: Ontbinding in geval van
verontreiniging.
a. Mocht uit het in artikel 4.1 bedoelde
rapport of uit het rapport van een
nader vóór de levering door of in op-
dracht van de koper verricht onderzoek
blijken van aanwezigheid van voor het
milieu gevaarlijke of niet aanvaardba-
re stoffen in het verkochte, zodanig dat
het, gemeten naar de op dat moment
geldende maatstaven van de lande-
lijke overheid, niet geschikt is voor het
gebruik als door partijen beoogd, dan
zal zowel de koper als de gemeente
de tussen hen met betrekking tot het
bouwterrein gesloten koopovereen-
komst kunnen ontbinden zonder dat
een der partijen tot enige schadever-
goeding verplicht zal zijn. Een rapport
als bedoeld in dit lid dient binnen 14
dagen na de datum waarop het is
uitgebracht aan de wederpartij ter
hand te worden gesteld. In geval van
overschrijding van deze termijn zal de
niet-nakomende partij de ontbinding
niet meer kunnen vorderen.
b. Een beroep op ontbinding als in het
vorige lid bedoeld moet worden ge-
daan bij aangetekend schrijven gericht
aan de wederpartij, zulks binnen vier
weken nadat het betreffende rapport
aan de wederpartij ter hand is gesteld,
doch vóór het passeren van de notari-
ele akte van eigendomsoverdracht.
c. Een recht op ontbinding bestaat niet
indien de redelijkheid en billijkheid
zich wegens de geringe ernst van de
verontreiniging verzetten tegen ont-
binding en/of indien de gemeente zich
(ook in het geval van ernstiger veront-
reiniging) verplicht om op haar kosten
passende maatregelen te nemen tot
opheffingvandeverontreinigingen/of
de schadelijke gevolgen hiervan.
d. Onder voor milieu gevaarlijke of niet
aanvaardbare stoffen wordt niet
verstaan: funderingsresten, puin of an-
dere restanten van bouwkundige aard,
noch stobben van bomen of struiken,
noch de aanwezigheid van de draag-
kracht van de grond beïnvloedende
omstandigheden. Op deze zaken heeft
dit artikel geen betrekking.
Hoofdstuk 5: Bijzondere bepalingen
Artikel 5.1: Aanleg parkeerplaatsen.
a. De koper is verplicht om gelijktijdig
met het gereedkomen van het bedrijfs-
complex op het verkochte, voor zijn
rekening, voldoende parkeerruimte
aan te leggen, in stand te houden en te
onderhouden voor de motorvoertuigen
en voertuigen van het bedrijf, van het
personeel, de expediteurs en de bezoe-
kers.
In de koopovereenkomst kunnen
aanvullende voorwaarden worden
opgenomen met betrekking tot de
ontwikkeling en het gebruik van
gemeenschappelijke parkeerplaatsen.
Opheffingdanwelopanderewijzete-
niet doen gaan van de parkeerruimte
op eigen terrein is gebonden aan voor-
afgaande schriftelijke toestemming
van burgemeester en wethouders.
b. Aan de toestemming als in het vorige
lid bedoeld kunnen voorwaarden wor-
den verbonden.
Artikel 5.2: Overtollige grond.
De koper is verplicht, voor zijn rekening,
de uit het verkochte terrein vrijkomende
overtollige grond, die niet nodig is voor
ophoging van het betreffende terrein, af
te voeren.
Artikel 5.3: In- en uitritten.
De in- en uitritten naar en van het
verkochte moeten in overleg met en
onder goedkeuring van burgemeester
en wethouders worden aangelegd. Alle
kosten hiervan zijn voor rekening van
de koper.
22
23
Artikel 5.4: Verbod tot verkoop aan
de consument.
a. Het is de koper verboden het verkochte
terrein anders te gebruiken dan als
bedrijventerrein.
b. het is verboden het terrein en/of
de daarop te stichten gebouwen te
gebruiken of te doen gebruiken voor
handelsdoeleinden waarbij levering
van goederen of waren direct aan de
consument plaatsvindt, tenzij bur-
gemeester en wethouders hiervoor
uitdrukkelijk toestemming hebben
verleend.
c. Bij overtreding van het onder a. en/
of b. van dit artikel bedoelde verbod,
zal de koper een direct opeisbare
boete verschuldigd zijn van 0,05% van
de koopsom (geïndexeerd conform
CBS-index ‘werknemers laag’) per
dag, waarin het terrein anders wordt
gebruikt dan als bedrijventerrein en/of
de bedoelde levering aan de consu-
ment plaatsvindt of vorenstaande op
enigerlei wijze geconstateerd wordt,
zulks nadat de koper terzake van de
overtreding door burgemeester en
wethouders bij aangetekend schrijven
in gebreke is gesteld, onverminderd
het recht van de gemeente om nako-
ming te vorderen.
Artikel 5.5: Afrastering.
De koper verplicht zich tegenover de
gemeente het terrein binnen twee jaar
na de datum van het ondertekenen van
de notariële akte van eigendomsover-
dracht voor zijn rekening af te scheiden
met een deugdelijke, niet-ontsierende
afrastering, zoals vastgesteld in het ter
plaatse geldende beeldkwaliteitsplan
dan wel bij het ontbreken van een beeld-
kwaliteitsplan zoals voor het bedrijven-
terrein gebruikelijk is.
Artikel 5.6: Burenrechtelijke bepaling.
De koper doet ten opzichte van de
gemeente afstand van de bevoegdheid
bedoeld in de artikelen 5:46 en 5:49 van
het Burgerlijk Wetboek, zodat de ge-
meente niet verplicht is bij te dragen in
de kosten van erfafscheidingen of deze
op te richten.
Artikel 5.7: Aansluiting riolering.
De koper verkrijgt het recht het bedrijfs-
complex aan te sluiten op de gemeente-
lijke riolering. De aansluiting geschiedt
onder de voorwaarden en bepalingen,
welke door burgemeester en wethou-
ders in de daartoe te verlenen vergun-
ning worden opgenomen.
Artikel 5.8: Reclame.
De op de verkochte grond en de daarop
te stichten opstallen aan te brengen re-
clame behoeft de voorafgaande goedkeu-
ring van burgemeester en wethouders.
Artikel 5.9: Opstalrecht voor kabels en
leidingen.
Ten laste van een daartoe op de bij de
koopovereenkomst behorende tekening
aangeduid gedeelte van de onroerende
zaak en ten behoeve van de in de koop-
overeenkomst aangegeven begunstigde
wordt gevestigd een opstalrecht, inhou-
dende het recht om nutsvoorzieningen
te hebben, te houden, te inspecteren, te
onderhouden en te vernieuwen, onder in
de koop-overeenkomst nader te noemen
voorwaarden en bepalingen.
Artikel 5.10: Overdracht van rechten
Het is de koper vóór de eigendomsover-
dracht verboden om zonder vooraf-
gaande schriftelijke toestemming van
de gemeente rechten en verplichtingen
uit deze overeenkomst en/of eventuele
met deze overeenkomst samenhan-
gende overeenkomsten tussen partijen,
geheel of gedeeltelijk over te dragen aan
derden. De gemeente is bevoegd om aan
het verlenen van toestemming voor-
waarden te verbinden.
24
Artikel 5.11: Eerste recht van koop
gemeente
Koper is verplicht bij vervreemding
van het gekochte in de toekomst,
burgemeester en wethouders tijdig
over de voorgenomen vervreemding
te informeren en burgemeester en
wethouders als eerste in de gele-
genheid te stellen de betreffende
gronden te verwerven.
Artikel 5.12: Kettingbeding.
a. De koper is verplicht en verbindt
zich jegens de gemeente, die dit
voor zich aanvaardt, het bepaalde
in de artikelen 1.5, 3.1, 3.2, 5.4,
5.5, 5.8, 5.11 en de eventueel in de
koop-overeenkomst aangewezen
artikelen bij de overdracht van
het geheel of een gedeelte van de
onroerende zaak, alsmede bij de
verlening daarop van een zakelijk
genotsrecht, aan de nieuwe eige-
naar of zakelijk gerechtigde op te
leggen en in verband daarmee, om
het in die artikelen bepaalde in de
notariële akte van eigendomsover-
dracht of van verlening van een
zakelijk genotsrecht woordelijk op
te nemen, zulks op verbeurte van
een direct opeisbare boete van 5%
van de koopsom (geïndexeerd con-
form CBS-index ‘werknemers laag’)
en behoeve van de gemeente, met
de bevoegdheid van deze laatste
om daarnaast nakoming en/of de
eventueel meer geleden schade te
vorderen.
b. Op gelijke wijze als hierboven
onder lid a bepaald, verbindt de
koper zich jegens de gemeente tot
het bedingen bij wijze van derden-
beding van de nieuwe eigenaar of
zakelijk gerechtigde dat ook deze,
zowel het bepaalde in de in lid a be-
doelde artikelen, als de in lid a en in
het onderhavige lid b opgenomen
verplichting om dit door te geven,
zal opleggen aan diens rechtsop-
volgers/zakelijk gerechtigden.
Elke opvolgende vervreemder neemt
daarbij namens en ten behoeve van
de gemeente het beding aan.
Artikel 5.13: Kwalitatieve
verplichting.
Hetverbodtotopheffingvande
parkeerruimte op eigen terrein zoals
bepaald in artikel 5.1, de artikelen
5.4, 5.14 en 5.15 en de eventueel in
de koopovereenkomst aangewezen
artikelen blijven rusten op het regis-
tergoed en zullen van rechtswege
overgaan op degene(n) die het goed
onder bijzondere titel zal/zullen
verkrijgen, waarbij tevens wordt be-
paald dat mede gebonden zullen zijn
degenen die van de rechthebbende
een recht tot gebruik van het goed
zullen verkrijgen.
Aangezien van de koopovereenkomst
tussen partijen een notariële akte
wordt opgemaakt die daarna zal
worden ingeschreven in de openbare
registers, is voldaan aan de eis van
artikel 6:252 lid 2 van het Burgerlijk
Wetboek.
De artikelen 5.14 en 5.15 zijn alleen
van toepassing indien de verkoop
betrekking heeft op een bedrijven-
terrein dat aan het water is gelegen.
Artikel 5.14: Verbod tot lozing van
afvalstoffen.
a. Het is de koper verboden in welke
vorm en op welke wijze dan ook af-
valstoffen en andere stoffen (daar-
onder begrepen koel- en regenwa-
ter) te lozen of te brengen in of op
het water, behoudens schriftelijke
toestemming van burgemeester en
wethouders.
24
25
b. Aan de toestemming, als in het vorige
lid bedoeld, kunnen voorwaarden
worden verbonden.
Artikel 5.15: Verbod laden en/of lossen.
Zonder de daartoe geëigende kunst-
werken/voorzieningen is het de koper
van een aan het water grenzend terrein
verboden aan zijn terrein vaartuigen te
laden en/of te lossen. Indien koper ten
behoeve van het laden en het lossen van
vaartuigen wenst over te gaan tot het
treffen van voorzieningen in of aan de
in het havencomplex aanwezige taluds,
beschoeiingen, kademuren en oevers,
kunnen burgemeester en wethouders,
zo nodig door middel van het vestigen
van een recht van opstal, hiervoor de
nodige vergunningen verlenen, mits de
koper bereid is zich te gedragen naar de
door burgemeester en wethouders in
de vergunning te stellen voorwaarden,
welke onder andere betrekking zullen
hebben op:
a. de plaats van voorziening;
b. de voorkanten van schoeiingen, stei-
gers, kademuren en dergelijke, die op
een zodanige plaats moeten komen,
dat aldaar voldoende vaardiepte aan-
wezig is en beschadiging van de oevers
zoveel mogelijk zal worden voorkomen;
c. het ordelijk aanzien van het haven-
front en het gebruik van de haven,
waartoe de voorzieningen sub b zoveel
mogelijk in één lijn zullen moeten
worden geplaatst, in de zogenaamde
kadelijn, die bij deze wordt vastgesteld
op 9 meter uit de bovenbegrenzing van
het talud;
d. de constructie en de uitvoering van
deze voorzieningen, teneinde onnodig
onderhoud van de havenoevers te
voorkomen.
Het verzoek om toestemming tot het
treffen van voorzieningen zal door koper
moeten worden gedaan onder overleg-
ging van tekeningen en technische
omschrijvingen.
Indien burgemeester en wethouders
besluiten de nodige vergunning te ver-
lenen, dan verplichten zij zich daarmee
tevens mee te werken aan de vestiging
van een opstalrecht.
Hoofdstuk 6: Bijzondere bepalingen
voor specifieke terreinen
Artikel 6.1: Parkmanagement.
Voor het bedrijventerrein Vorstengraf-
donk wordt gestreefd naar de totstand-
koming van een nog nader uit te werken
vorm van parkmanagement; koper
verbindt zich nu voor alsdan zich daar-
aan te conformeren c.q. daaraan deel te
nemen.
Artikel 6.2: Duurzaam watersysteem.
Voor de bedrijventerreinen De Geer-
Oost, De Geer-Zuid en Vorstengrafdonk
wordt gestreefd naar de toepassing van
een duurzaam watersysteem; koper ver-
bindt zich nu voor alsdan zich daaraan
te conformeren.
26
BIJLAGE IAALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN BEDRIJVENTERREINEN GEMEENTE OSS 2003
De algemene bedingen, waaronder door
de gemeente Oss bedrijventerreinen in
erfpacht worden uitgegeven, zijn laatste-
lijk vastgesteld bij besluit van de Raad der
gemeente Oss van september 2003.
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Artikel 1.1: Informatieplicht
De gemeente staat er voor in aan de
erfpachter met betrekking tot het in erf-
pacht uit te geven terrein alle informa-
tie te hebben gegeven die naar geldende
verkeersopvattingen door haar ter ken-
nis van de erfpachter behoort te worden
gebracht. Voor risico van erfpachter
komen de resultaten van het onderzoek
naar die feiten en omstandigheden die
naar geldende verkeersopvattingen tot
het onderzoeksgebied van de erfpachter
behoren.
Artikel 1.2: Staat van aflevering.
a. De onroerende zaak wordt door de
gemeente geleverd vrij van hypothe-
ken en beslagen, vrij van huur, pacht of
andere gebruiksrechten en voorts vrij
van alle bijzondere lasten en beperkin-
gen, behoudens die als nader omschre-
ven in de erfpachtovereenkomst, welke
bijzondere lasten en beperkingen door
de erfpachter in de erfpachtovereen-
komst uitdrukkelijk worden aanvaard
en overigens in de staat waarin de
onroerende zaak zich ten tijde van de
afleveringbevindt.
b. Indien en voor zover noodzakelijk
draagt de erfpachter zorg voor opho-
ging van het perceel tot het van ge-
meentewege aangegeven peil in welk
geval de gemeente aan erfpachter een
vergoeding zal betalen, zulks op basis
van het jaarlijks door het gemeentebe-
stuur vast te stellen normbedrag per
m3 waarin kosten van verwerking zijn
begrepen.
c. In verband met het in lid b. bepaald eis
erfpachter verplicht om binnen vier
weken na de datum van de met betrek-
king tot het erfpachtterrein verleende
bouwvergunning aan de gemeente
overteleggeneengespecificeerde
becijfering van de voor bedoelde
ophoging benodigde grond, in welke
becijfering rekening moet zijn gehou-
den met uit de bouwput en eventuele
andere ontgravingen vrijkomende
grond.
d. De gemeente staat er voor in dat zij
gerechtigd is de eigendom over te
dragen.
Artikel 1.3: Faillissement en beslag.
Indien de erfpachter vóór de datum van
ondertekening van de notariële akte
van vestiging in staat van faillissement
wordt verklaard of surséance van beta-
ling heeft gekregen, alsmede wanneer er
vóór de datum van ondertekening van
de notariële akte executoriaal beslag
op zijn roerende en onroerende zaken
wordt gelegd, is de gemeente bevoegd
de erfpachtovereenkomst te ontbinden,
zonder dat enige ingebrekestelling of
rechterlijke tussenkomst zal zijn vereist.
2626
27
Artikel 1.4: Hoofdelijkheid en
ondeelbaarheid.
a. Indien in de erfpachtsovereenkomst
omtrent één en hetzelfde object meer
dan één natuurlijke- of rechtspersoon
als wederpartij van de gemeente staat
genoemd, zijn deze personen ieder
hoofdelijk aansprakelijk voor de nako-
ming van de verplichtingen die uit de
overeenkomst voortvloeien.
b. De ten laste van de erfpachter ko-
mende verplichtingen die uit de
erfpachtsovereenkomst voortvloeien,
zijn ondeelbaar.
Artikel 1.5: Boetebepaling.
a. Bij niet-nakoming van enige verplich-
ting, voortvloeiende uit de erfpachts-
overeenkomst en deze algemene
voorwaarden, verbeurt de erfpachter,
na ingebrekestelling en na verloop van
de in die ingebrekestelling bepaalde
termijn, ten behoeve van de gemeente
een onmiddellijk opeisbare boete van
twee maal de jaarlijkse canon. Indien
het bedrag van de door de gemeente
terzake van de wanprestatie te lijden
schade groter is dan twee maal de
jaarlijkse canon, dan is de erfpachter,
naast de boete, eveneens het meerdere
verschuldigd.
b. Naast het in het eerste lid van dit arti-
kel gestelde behoudt de gemeente het
recht om bij niet-nakoming van enige
verplichting nakoming te vorderen.
c. Onverminderd het bepaalde in het
eerste lid van dit artikel en met hand-
having van het in artikel 2.6 bepaalde,
kan de gemeente de erfpachtsover-
eenkomst, na ingebrekestelling en na
verloop van de in die ingebrekestelling
bepaalde termijn, ontbinden indien:
- de erfpachter nalatig is gebleven
medewerking te verlenen aan het
passeren van de notariële akte tot
vestiging van het erfpachtrecht bin-
nen de daarvoor gestelde termijn;
- de krachtens artikel 2.6 verschul-
digde rente niet of niet volledig
wordt betaald binnen de daarvoor
gestelde termijn.
Hoofdstuk 2: Passeren akte en betaling
Artikel 2.1: Betaling canon.
a. De canon moet vooraf in halfjaarlijkse
termijnen op door de gemeente aan
te geven wijze worden betaald, met
dien verstande, dat het bedrag van
de canon door de gemeente moet
zijn ontvangen, uiterlijk op de achtste
werkdag van elk der maanden januari
en juli, telkens over het dan aangege-
ven kalenderhalfjaar.
b. Indien het erfpachtrecht slechts voor
een gedeelte van een kalenderjaar van
kracht is (geweest), wordt de canon
voor dat jaar berekend naar het aantal
kalenderdagen gedurende welke het
erfpachtrecht dat jaar geldt.
c. Korting of verrekening van de door
de erfpachter verschuldigde canon is
uitsluitend toegestaan voor zover het
onbetwiste vorderingen op de ge-
meente betreft, welke direct verband
houden met de in erfpacht uitgegeven
grond.
d. De krachtens artikel 8 van de Wet op
de Omzetbelasting 1968, juncto artikel
5 van het Uitvoeringsbesluit omzetbe-
lasting 1968 verschuldigde BTW, zijnde
19% (c.q. het dan geldende percentage)
van de in lid 2 van artikel 2.7 bedoelde
prijs, moet worden voldaan uiterlijk bij
het passeren van de notariële akte tot
vestiging van het erfpachtrecht.
e. Indien de canon niet tijdig wordt
betaald, is een boete verschuldigd,
bedragende voor elke maand vertra-
ging, 2 procent van het achterstallige
bedrag gerekend vanaf de dag waarop
de canon vervallen is.
28
Artikel 2.2: Herziening canon.
a. De hoogte van de canon ligt vast voor
de duur van elke volledige herzie-
ningsperiode van 5 jaar, tenzij in de
erfpachtsovereenkomst een andere
periode is overeengekomen.
b. Voor het einde van elke herzienings-
periode, wordt de canon opnieuw
door het college van burgemeester en
wethouders vastgesteld aan de hand
van een 50-jarige annuïteit van de op
dat moment geldende rente en de op
dat moment geldende grondprijs.
c. Het percentage van de rente, bedoeld
in lid b, is gelijk aan de effectieve
rente van langlopende leningen die
door de N.V. Bank voor Nederlandse
Gemeenten worden aangeboden, zulks
naar de toestand per de eerste van de
maand waarmee elke herzieningspe-
riode aanvangt. Deze rente wordt - zo
nodig - naar beneden afgerond op een
veelvoud van één tiende.
Artikel 2.3: Lasten en belastingen.
a. Alle kosten, rechten en belastingen
met betrekking tot de vestiging van
het erfpachtrecht en met betrekking
totdeaflevering,waaronderbegrepen
de kosten van de kadastrale meting,
alsmede de kosten en rechten wegens
de uitgifte van grossen, zijn voor reke-
ning van de erfpachter.
b. Alle lasten en belastingen, welke van
de onroerende zaak worden geheven,
komen voor rekening van de erfpach-
ter, met ingang van de dag, waarop de
akte van vestiging passeert, doch uiter-
lijk met ingang van 1 januari van het
jaar volgende op het jaar waarin het
besluit tot vestiging van het erfpacht-
recht is genomen.
Artikel 2.4: Levering en aanvaarding.
a. De notariële akte tot vestiging van
het erfpachtrecht wordt ondertekend
binnen drie maanden na de datum
van het besluit tot vestiging van het
erfpachtrecht door de gemeente of
zoveel eerder of later als partijen in de
erfpachtovereenkomst nader overeen-
komen. De notariële afwikkeling vindt
bij voorkeur plaats bij één van de in
Oss gevestigde notarissen, ter keuze
van de erfpachter.
b. Burgemeester en wethouders kunnen
op grond van een gemotiveerd verzoek
van de erfpachter toestemming verle-
nen om van het bepaalde in het eerste
lid van dit artikel af te wijken.
c. Tenzij in de erfpachtovereenkomst een
ander moment is overeengekomen,
kan de erfpachter de onroerende zaak
in eigen gebruik en genot aanvaarden,
zodra de eventuele rente en verschul-
digde belasting volledig is betaald en
de notariële akte is ondertekend.
Artikel 2.5: Over- en ondermaat.
Wanneer bij opmeting door of vanwege
het kadaster mocht blijken van een
meerdere dan wel mindere maat, dan
zal dat geen aanleiding zijn tot een
herberekening van de canon.
Artikel 2.6: Betaling rente.
a. Zolang de notariële akte tot vestiging
van het erfpachtrecht niet is gepas-
seerd, is de erfpachter verplicht een
rente te betalen over de waarde van de
grond waarop de erfpacht betrekking
heeft, vanaf de dag waarop de reser-
veringsovereenkomst wordt gesloten
tot en met de dag waarop de erfpacht-
overeenkomst wordt gesloten, alsook
vanaf de datum van ondertekening
van de erfpachtovereenkomst tot en
met de dag waarop de notariële akte
tot vestiging van het erfpachtrecht
wordt gepasseerd.
28
29
b. De in lid a genoemde rente moet
telkens voor een half jaar bij vooruit-
betaling worden voldaan bij de kassier
van de gemeente Oss, voor een door
burgemeester en wethouders te bepa-
len datum.
c. Teveel betaalde rente zal worden
gerestitueerd bij het passeren van de
notariële akte tot vestiging van het
erfpachtrecht.
d. Het percentage van de rente, bedoeld
in lid a, is gelijk aan de effectieve rente
van langlopende leningen die door de
N.V. Bank voor Nederlandse Gemeen-
ten worden aangeboden, zulks naar de
toestand per de eerste van de maand
waarin het besluit tot uitgifte in erf-
pacht van de grond wordt genomen.
Deze rente wordt - zo nodig - naar
beneden afgerond op een veelvoud van
één tiende.
Artikel 2.7: Recht van koop.
Aan de erfpachter wordt het recht
verleend om de grond ten aanzien
waarvan het erfpachtrecht geldt, van de
gemeente in eigendom over te nemen,
zulks onder de navolgende voorwaarden
en bepalingen:
1. Van het recht van koop kan door de
erfpachter gedurende 5 jaren na
dagtekening van het passeren van de
notariële akte tot vestiging van het erf-
pachtrecht, gebruik worden gemaakt.
De gemeente is verplicht aan de over-
dracht haar medewerking te verlenen
om deze zo spoedig mogelijk te doen
plaatsvinden, tenzij de erfpachter niet
aan alle erfpachtvoorwaarden heeft
voldaan.
2. De prijs van de grond wordt bij het
besluit tot uitgifte in erfpacht bepaald.
De volledige koopsom moet worden
voldaan op de dag van de onderteke-
ning van de notariële akte van eigen-
domsoverdracht aan de gemeente of
aan de notaris die de akte verlijdt.
3. De verkoop vindt plaats onder de
algemene bedingen, waaronder door
de gemeente Oss bedrijventerreinen
worden verkocht, zoals deze zijn vast-
gesteld bij besluit van de raad van de
gemeente Oss van 11 september 2003.
Hoofdstuk 3: Bouwplicht
Artikel 3.1: Bebouwing.
a. De erfpachter is verplicht de grond te
bebouwen met de in de erfpachtover-
eenkomst aangegeven bebouwing,
welke al naar gelang de bestem-
ming van de grond (een) woning(en),
bedrijfsgebouw(en) en kanto(o)r(en) of
bijzondere of andere nader omschre-
ven bebouwing kan betreffen en voor-
zover het betreft de eerste ingebruik-
name ten behoeve van de vestiging
van het in de erfpachtovereenkomst
aangegeven bedrijf en bedrijfsactivitei-
ten te gebruiken.
b. Binnen twee jaar na datum van het
ondertekenen van de notariële akte tot
vestiging van het erfpachtrecht moet
de op de grond te stichten bebouwing
voltooid en gebruiksklaar zijn ter
beoordeling van de gemeente. Indien
daartoe aanleiding bestaat, kan deze
termijn door burgemeester en wet-
houders op verzoek van de erfpachter
worden verlengd.
c. De erfpachter is een de gemeente een
boete verschuldigd van 0,05% van de
grondprijs (geïndexeerd conform CBS-
index ‘werknemers laag’) zoals bepaald
in artikel 2.7 van deze voorwaarden
voor elke dag dat de bebouwing niet
is voltooid na het verstrijken van de in
lid b genoemde termijn, totdat aan de
bouwplicht is voldaan, onverminderd
het recht van de gemeente om de vol-
ledige nakoming van de bouwplicht
te vorderen. De boete moet worden
voldaan binnen een door burgemees-
ter en wethouders te bepalen termijn.
30
Artikel 3.2: Reserveterreinen
d. Erfpachter kan door burgemeester en
wethouders in de gelegenheid wor-
den gesteld onder nader te bepalen
voorwaarden een optie-overeenkomst
te sluiten ten aanzien van percelen
ten behoeve van toekomstige uitbrei-
dingen van het bedrijf. Deze optie-
overeenkomst wordt aangegaan voor
bepaalde tijd.
e. Burgemeester en wethouders kunnen
ten aanzien van door de erfpachter ten
behoeve van de toekomstige uitbrei-
ding van het bedrijf geopteerde ter-
reinen als bedoeld in lid a, tot weder-
opzeggingontheffingverlenenvanhet
in lid a en b bepaalde van artikel 3.1.
f. De erfpachter dient de in lid a van dit
artikel genoemde terreinen in ordelijke
staat te houden.
Hoofdstuk 4: Bodemonderzoek
Artikel 4.1: Milieukundig onderzoek.
Met betrekking tot de in het betreffende
plan gelegen in erfpacht uit te geven
gronden is of wordt in opdracht en voor
rekening van de gemeente omtrent de
aanwezigheid van voor het milieu of de
volksgezondheid gevaarlijke of niet aan-
vaardbare stoffen in de uit te geven grond,
een indicatief bodemonderzoek verricht.
De resultaten van dit onderzoek worden
vastgelegd in een rapport waarin de
toestand van de grond wordt omschre-
ven en waaruit blijkt dat er geen reden
is om aan te nemen dat er voor het
milieu of de volksgezondheid gevaarlijke
of niet-aanvaardbare stoffen in de grond
aanwezig zijn die het bouwterrein on-
geschikt maken voor de daaraan in het
bestemmingsplan gegeven bestemming
en bebouwing. De aldus vastgestelde
bodemkwaliteit wordt door beide par-
tijen geaccepteerd als de zogenaamde
nulsituatie ten tijde van de uitgifte van
het perceel. De erfpachter ontvangt een
afschrift van dit rapport.
Artikel 4.2: Ontbinding in geval van
verontreiniging.
a. Mocht uit het in artikel 4.1 bedoelde
rapport of uit het rapport van een
nader vóór de levering door of in
opdracht van de erfpachter verricht
onderzoek blijken van aanwezigheid
van voor het milieu gevaarlijke of niet
aanvaardbare stoffen in het in erf-
pacht uit te geven terrein, zodanig dat
het, gemeten naar de op dat moment
geldende maatstaven van de landelijke
overheid, niet geschikt is voor het ge-
bruik als door partijen beoogd, dan zal
zowel de erfpachter als de gemeente
de tussen hen met betrekking tot het
bouwterrein gesloten erfpachtover-
eenkomst kunnen ontbinden zonder
dat een der partijen tot enige schade-
vergoeding verplicht zal zijn.
Een rapport als bedoeld in dit lid dient
binnen 14 dagen na de datum waarop
het is uitgebracht aan de wederpartij
ter hand te worden gesteld. In geval
van overschrijding van deze termijn zal
de niet-nakomende partij de ontbin-
ding niet meer kunnen vorderen.
b. Een beroep op ontbinding als in het
vorige lid bedoeld, moet worden ge-
daan bij aangetekend schrijven gericht
aan de wederpartij, zulks binnen vier
weken nadat het betreffende rapport
aan de wederpartij ter hand is gesteld,
doch vóór het passeren van de notari-
ele akte tot vestiging van het erfpacht-
recht.
c. Een recht op ontbinding bestaat niet
indien de redelijkheid en billijkheid
zich wegens de geringe ernst van de
verontreiniging verzetten tegen ont-
binding en/of indien de gemeente zich
(ook in het geval van ernstiger veront-
reiniging) verplicht om op haar kosten
passende maatregelen te nemen tot
opheffingvandeverontreinigingen/of
de schadelijke gevolgen hiervan.
30
31
d. Onder voor milieu gevaarlijke of niet
aanvaardbare stoffen wordt niet
verstaan: funderingsresten, puin of an-
dere restanten van bouwkundige aard,
noch stobben van bomen of struiken,
noch de aanwezigheid van de draag-
kracht van de grond beïnvloedende
omstandigheden. Op deze zaken heeft
dit artikel geen betrekking.
Hoofdstuk 5: Bijzondere bepalingen
Artikel 5.1: Aanleg parkeerplaatsen.
a. De erfpachter is verplicht om gelijk-
tijdig met het gereedkomen van het
bedrijfscomplex op het in erfpacht
uit te geven terrein, voor zijn reke-
ning, voldoende parkeerruimte aan
te leggen, in stand te houden en te
onderhouden voor de motorvoertui-
gen en voertuigen van het bedrijf, van
het personeel, de expediteurs en de
bezoekers. In de erfpachtovereenkomst
kunnen aanvullende voorwaarden
worden opgenomen met betrekking
tot de ontwikkeling en het gebruik van
gemeenschappelijke parkeerplaatsen. .
Opheffingdanwelopanderewijzete-
niet doen gaan van de parkeerruimte
op eigen terrein is gebonden aan voor-
afgaande schriftelijke toestemming
van burgemeester en wethouders.
b. Aan de toestemming als in het vorige
lid bedoeld kunnen voorwaarden wor-
den verbonden.
Artikel 5.2: Overtollige grond.
De erfpachter is verplicht, voor zijn reke-
ning, de uit het in erfpacht uit te geven
terrein vrijkomende overtollige grond,
die niet nodig is voor ophoging van het
betreffende terrein, af te voeren.
Artikel 5.3: In- en uitritten.
De in- en uitritten naar en van het in
erfpacht uit te geven terrein moeten in
overleg met en onder goedkeuring van
burgemeester en wethouders worden
aangelegd. Eventuele kosten hiervan zijn
voor rekening van de erfpachter.
Artikel 5.4: Verbod tot verkoop aan de
consument.
a. Het is de erfpachter verboden het in
erfpacht uit te geven terrein anders te
gebruiken dan als bedrijventerrein.
b. Het is verboden het terrein en/of
de daarop te stichten gebouwen te
gebruiken of te doen gebruiken voor
handelsdoeleinden waarbij levering
van goederen of waren direct aan de
consument plaatsvindt, tenzij bur-
gemeester en wethouders hiervoor
uitdrukkelijk toestemming hebben
verleend.
c. Bij overtreding van het onder lid a. en/
of b. van dit artikel bedoelde verbod,
zal de erfpachter een direct opeisbare
boete verschuldigd zijn 0,5% van de
grondprijs (geïndexeerd conform CBS-
index ‘werknemers laag’) zoals bepaald
in artikel 2.7 van deze voorwaarden,
waarin het terrein anders wordt
gebruikt dan als bedrijventerrein en/of
de bedoelde levering aan de consu-
ment plaatsvindt of vorenstaande op
enigerlei wijze geconstateerd wordt,
zulks nadat de erfpachter terzake van
de overtreding door burgemeester en
wethouders bij aangetekend schrijven
in gebreke is gesteld, onverminderd
het recht van de gemeente om nako-
ming te vorderen.
Artikel 5.5: Afrastering.
De erfpachter verplicht zich tegenover
de gemeente het terrein binnen twee
jaar na datum van het ondertekenen
van de notariële akte tot vestiging van
het erfpachtrecht voor zijn rekening af
te scheiden met een deugdelijke, niet-
ontsierende afrastering, zoals vastge-
steld in het ter plaatse geldende beeld-
kwaliteitsplan dan wel bij het ontbreken
32
van een beeldkwaliteitsplan zoals voor
een bedrijventerrein gebruikelijk is.
Artikel 5.6: Aansluiting riolering.
De erfpachter verkrijgt het recht het
bedrijfscomplex aan te sluiten op de
gemeentelijke riolering. De aansluiting
geschiedt onder de voorwaarden en
bepalingen, welke door burgemeester
en wethouders in de daartoe te verlenen
vergunning worden opgenomen.
Artikel 5.7: Reclame.
De op de in erfpacht uit te geven grond
en de daarop te stichten opstallen aan
te brengen reclame behoeft de vooraf-
gaande goedkeuring van burgemeester
en wethouders.
Artikel 5.8: Opstalrecht voor kabels
en leidingen.
a. Ten laste van een daartoe op de bij
de erfpachtovereenkomst behorende
tekening aangeduid gedeelte van de
onroerende zaak en ten behoeve van
de in de erfpachtovereenkomst aan-
gegeven begunstigde wordt gevestigd
een opstalrecht, inhoudende het recht
om nutsvoorzieningen te hebben, te
houden, te inspecteren, te onderhou-
den en te vernieuwen, onder de in
de erfpachtovereenkomst nader te
noemen voorwaarden en bepalingen.
b. Indien de erfpachter gebruik maakt
van het in artikel 2.8 bedoelde recht
van koop, zal het in lid a. genoemde
opstalrecht bij het passeren van de no-
tariële akte van eigendomsoverdracht
opnieuw worden gevestigd.
Artikel 5.9: Overdracht van rechten
Het is de erfpachter vóór de vestiging
van het erfpachtrecht verboden om
zonder voorafgaande schriftelijke toe-
stemming van de gemeente rechten en
verplichtingen uit deze overeenkomst
en/of eventuele met deze overeenkomst
samenhangende overeenkomsten tus-
sen partijen, geheel of gedeeltelijk over
te dragen aan derden. De gemeente is
bevoegd om aan het verlenen van toe-
stemming voorwaarden te verbinden.
Artikel 5.10: Kettingbeding.
a. De erfpachter is verplicht en verbindt
zich jegens de gemeente, die dit voor
zich aanvaardt, het bepaalde in de arti-
kelen 1.5, 3.1, 3.2, 5.5, 5.6, 5.7, 6.1 en de
eventueel in de erfpachtovereenkomst
aangewezen artikelen bij het aangaan
van overeenkomsten met derden
terzake van de grond of de opstallen,
aan deze derde op te leggen en in
verband daarmee, om het in die artike-
len bepaalde in de notariële akte van
vestiging van een erfpachtrecht of van
verlening van een zakelijk genotsrecht
woordelijk op te nemen, zulks op ver-
beurte van een direct opeisbare boete
0, 5% van de grondprijs (geïndexeerd
conform CBS-index ‘werknemers laag’)
zoals bepaald in artikel 2.7 van deze
voorwaarden ten behoeve van de ge-
meente, met de bevoegdheid voor deze
laatste om daarnaast nakoming en/of
de eventueel meer geleden schade te
vorderen.
b. Op gelijke wijze als hierboven onder lid
a. bepaald, verbindt de erfpachter zich
jegens de gemeente tot het bedingen
bij wijze van derdenbeding van de
derde dat ook deze, zowel het bepaalde
in de in lid a bedoelde artikelen, als de
in lid a en in het onderhavige lid b op-
genomen verplichting om dit door te
geven, zal opleggen aan diens rechts-
opvolgers/zakelijk gerechtigden.
Elke opvolgende vervreemder neemt
daarbij namens en ten behoeve van de
gemeente het beding aan.
Artikel 5.11: Kwalitatieve verplichting.
Hetverbodtotopheffingvandeparkeer-
ruimte op eigen terrein zoals bepaald
in artikel 5.1, de artikelen 5.4, 5.12 en
5.13 en de eventueel in de erfpachtover-
32
33
eenkomst aangewezen artikelen blijven
rusten op het registergoed en zullen
van rechtswege overgaan op degene(n)
die het goed onder bijzondere titel zal/
zullen verkrijgen, waarbij tevens wordt
bepaald dat mede gebonden zullen zijn
degenen die van de rechthebbende een
recht tot gebruik van het goed zullen
verkrijgen.
Aangezien van de erfpachtovereen-
komst tussen partijen een notariële akte
wordt opgemaakt die daarna zal worden
ingeschreven in de openbare registers, is
voldaan aan de eis van artikel 6:252 lid 2
van het Burgerlijk Wetboek.
De artikelen 5.12 en 5.13 zijn alleen van
toepassing indien de vestiging van het
erfpachtrecht betrekking heeft op een
bedrijventerrein dat aan het water is
gelegen.
Artikel 5.12: Verbod tot lozing van
afvalstoffen.
a. Het is de erfpachter verboden in
welke vorm en op welke wijze dan ook
afvalstoffen en andere stoffen (daaron-
der begrepen koel- en regenwater) te
lozen of te brengen in of op het water,
behoudens schriftelijke toestemming
van burgemeester en wethouders.
b. Aan de toestemming, als in het vorige
lid bedoeld, kunnen voorwaarden
worden verbonden.
Artikel 5.13: Verbod laden en/of lossen.
Zonder de daartoe geëigende kunstwer-
ken/voorzieningen is het de erfpachter
van een aan het water grenzend terrein
verboden aan zijn terrein vaartuigen te
laden en/of te lossen. Indien erfpachter
ten behoeve van het laden en het los-
sen van vaartuigen wenst over te gaan
tot het treffen van voorzieningen in of
aan de in het havencomplex aanwe-
zige taluds, beschoeiingen, kademuren
en oevers, kunnen burgemeester en
wethouders, zo nodig door middel van
het vestigen van een recht van opstal,
hiervoor de nodige vergunning verle-
nen, mits de erfpachter bereid is zich te
gedragen naar de door burgemeester
en wethouders in de vergunning te stel-
len voorwaarden, welke onder andere
betrekking zullen hebben op:
a. de plaats van voorziening;
b. de voorkanten van schoeiingen, stei-
gers, kademuren en dergelijke, die op
een zodanige plaats moeten komen,
dat aldaar voldoende vaardiepte aan-
wezig is en beschadiging van de oevers
zoveel mogelijk zal worden voorkomen;
c. het ordelijk aanzien van het haven-
front en het gebruik van de haven,
waartoe de voorzieningen sub b. zoveel
mogelijk in één lijn zullen moeten
worden geplaatst, in de zogenaamde
kadelijn, die bij deze wordt vastgesteld
op 9 meter uit de bovenbegrenzing van
het talud;
d. de constructie en de uitvoering van
deze voorzieningen, teneinde onnodig
onderhoud van de havenoevers te
voorkomen.
Het verzoek om toestemming tot het
treffen van voorzieningen zal door erf-
pachter moeten worden gedaan onder
overlegging van tekeningen en techni-
sche omschrijvingen.
Indien burgemeester en wethouders
besluiten de nodige vergunning te ver-
lenen, dan verplichten zij zich daarmee
tevens mee te werken aan de vestiging
van een opstalrecht.
Hoofdstuk 6: Bijzondere bepalingen
betreffende het erfpachtrecht
Artikel 6.1: Instandhouding van
de opstallen.
a. De erfpachter is verplicht de onroe-
rende zaak en de daarop aanwezige
opstallen in zodanige technische staat
te brengen en te houden dat deze
de bestemming bedrijventerrein op
behoorlijke wijze kan dienen.
34
b. Het is de erfpachter niet geoorloofd op-
stallen geheel of gedeeltelijk te slopen
of het bouwvolume van de opstallen
te wijzigen, zonder dat burgemeester
en wethouders daar krachtens de
daarvoor geldende publiekrechtelijke
voorschriften een vergunning voor
hebben verleend.
c. De erfpachter is verplicht tot gehele of
gedeeltelijke herbouw van de opstallen
over te gaan indien deze door welke
oorzaak dan ook teniet zijn gegaan.
De erfpachter is verplicht alle opstal-
len tegen brand- en stormschade te
verzekeren.
d. Het is de erfpachter niet geoorloofd
in, op of aan de grond met opstallen
werkzaamheden of handelingen te
verrichten of na te laten dan wel een
bedrijf uit te oefenen, zodanig dat
de grond, gemeten naar de op dat
moment geldende maatstaven van de
landelijke overheid, niet meer geschikt
is/blijft voor het gebruik als bedrijven-
terrein. Alle schade die niettemin door
handelen of nalaten door of vanwege
de erfpachter ontstaat - waaronder de
kosten van eventueel noodzakelijke
bodemsanering - is voor rekening van
de erfpachter.
Artikel 6.2: Overdracht, overgang en
ondererfpacht.
a. De erfpachter is tot overdracht of split-
sing van het erfpachtrecht, de vesti-
ging van ondererfpacht of een beperkt
recht waardoor het gebruik van de
onroerende zaak door anderen wordt
verkregen, slechts bevoegd na voor-
afgaande schriftelijke toestemming
van burgemeester en wethouders, aan
welke toestemming voorwaarden kun-
nen worden verbonden.
b. Voor de toepassing van dit artikel
wordt met de in lid a. bedoelde
handelingen gelijkgesteld het door de
erfpachter verlenen van deelnemings-
en lidmaatschapsrechten die betrek-
king hebben op het gebruik van de
onroerende zaak en de daarop staande
opstallen.
c. Bij splitsing van het erfpachtrecht stel-
len burgemeester en wethouders vast
op welke wijze de canon gesplitst zal
worden.
d. De akte van overdracht of splitsing c.q.
van vestiging van ondererfpacht of een
beperkt recht wordt gepasseerd bij één
van de in Oss gevestigde notarissen, ter
keuze van de erfpachter.
e. De kosten, lasten en rechten terzake
van de in dit artikel bedoelde akten
en van de daarmee samenhangende
kadastrale opmetingen, alsmede de
kosten en rechten wegens de uitgifte
van grossen, komen ten laste van de
erfpachter.
Artikel 6.3: Vormvoorschriften.
a. Van overgang of overdracht van het
erfpachtrecht moet de nieuwe erf-
pachter binnen één maand na de dag
van overgang of overdracht daarvan
aan burgemeester en wethouders
kennis geven door middel van een
verklaring opgemaakt volgens het
daarvoor door de raad van de gemeen-
te Oss vastgestelde formulier-I en aan
burgemeester en wethouders tevens
inzage geven van een of meer stukken,
waaruit de overgang blijkt.
b. De erfpachter en zijn rechtverkrijgen-
den zijn verplicht bij overdracht of
overgang van het erfpachtrecht bij
overdracht of vestiging van een recht
als bedoeld in artikel 6.2, in de daartoe
op te maken akte van overdracht c.q.
van vestiging de bepalingen waaron-
der het recht is verleend, op te nemen.
34
35
c. De nieuwe erfpachter is verplicht
uiterlijk bij de akte van overdracht c.q.
vestiging, bij overdracht of overgang
wegens gerechtelijke tenuitvoerleg-
ging of die krachtens executie, al
hetgeen de vorige erfpachter met
betrekking tot het erfpachtrecht nog
verschuldigd is, aan de gemeente te
betalen.
Artikel 6.4: Hypotheekhouder.
a. De gemeente zal de hypotheekhouder
tijdig in kennis stellen van haar voor-
nemen tot beëindiging of wijziging
van het erfpachtrecht.
b. Ten opzichte van houders van hypo-
theken, waarmee het erfpachtrecht is
bezwaard, worden deze bepalingen
alleen toegepast, indien de hypotheek-
houder een verklaring bij burgemees-
ter en wethouders heeft ingediend, op-
gemaakt volgens het daarvoor door de
raad van de gemeente Oss vastgestelde
formulier-II, waarbij de hypotheek-
houder te kennen geeft van de in deze
voorwaarden ten behoeve van de hypo-
theekhouder opgenomen voorschriften
gebruik te maken en er in toe te stem-
men dat kennisgevingen, ingevolge
die voorschriften aan hem te doen,
geschieden aan de werkelijke woon-
plaats of aan de bij de inschrijving van
de hypotheek gekozen woonplaats, ter
keuze van de gemeente. De inlevering
van de bedoelde verklaring kan alleen
blijken uit een door burgemeester en
wethouders afgegeven bewijsstuk.
c. De hypotheekhouder die aan het onder
b bepaalde gevolg heeft gegeven,
verplicht zich aan burgemeester en
wethouders onverwijld kennis te geven
van het doorhalen van de hypothecaire
inschrijving.
d. De gemeente zal zonder voorafgaande
kennisgeving aan de hypotheekhou-
ders niet medewerken aan uitdruk-
kelijkeopheffingvanheterfpachtrecht
bij minnelijke overeenkomst, noch de
grond aan de erfpachter afstaan of het
erfpachtrecht verkrijgen anders dan bij
wege van onteigening. De kennisge-
ving aan de hypotheekhouders is niet
vereist indien het erfpachtrecht ein-
digt, omdat de grond aan de erfpach-
ter in eigendom wordt overgedragen
ingevolge het hiervoor in artikel 2.8
bepaalde.
e. Het in dit artikel bepaalde is van toe-
passing onverminderd het bepaalde
in artikel 5:87 lid 2 van het Burgerlijk
Wetboek.
Artikel 6.5: Beëindiging erfpachtrecht.
a. Indien het erfpachtrecht eindigt door
het verloop van de termijn waar-
voor het is verleend, en een nieuwe
overeenkomst met de erfpachter niet
wordt aangegaan, wordt het aan de
erfpachter toekomende bedrag als
vergoeding van de waarde van de
nog aanwezige gebouwen, werken en
beplantingen, die door hemzelf of een
rechtsvoorganger zijn aangebracht,
bepaald door drie deskundigen.
b. Niet zal worden vergoed de waarde
van hetgeen in strijd met enige bepa-
ling of voorwaarde in de akte van vesti-
ging of in een akte houdende wijziging
van het erfpachtrecht is gesticht, noch
zal worden vergoed de schade terzake
van het beëindigen van een activiteit
die in strijd met enige bepaling of
voorwaarde in de akte van vestiging
of in een akte houdende wijziging van
het recht van erfpacht op grond en in
de opstallen wordt uitgeoefend, tenzij
burgemeester en wethouders daar-
toe schriftelijk toestemming hebben
verleend.
36
c. De deskundigen worden benoemd
door burgemeester en wethouders en
de erfpachter, of, indien partijen geen
overeenstemming over de benoeming
bereiken, door de president van de
Arrondissementsrechtbank te ‘s-Herto-
genbosch.
d. De deskundigenkosten komen voor
de helft ten laste van de gemeente en
voor de helft ten laste van de erfpach-
ter.
e. Burgemeester en wethouders keren
de aan de erfpachter toekomende ver-
goeding uit, na aftrek van al hetgeen
de erfpachter met betrekking tot het
erfpachtrecht, de grond en de opstal-
len nog aan de gemeente verschuldigd
is.
f. Indien het erfpachtrecht ten tijde
van het beëindigen van het recht
met hypotheek is bezwaard, wordt in
afwijking van lid e de vergoeding, na
aftrek van al hetgeen aan de gemeente
met betrekking tot het erfpachtrecht,
de grond en de opstallen nog verschul-
digd is, aan de hypotheekhouder(s)
uitgekeerd tot een door burgemeester
en wethouders vast te stellen be-
drag, gelijk aan het bedrag dat aan
de hypotheekhouder(s) zal toekomen
indien het een verdeling betreft van
de koopprijs in geval van gerechtelijke
verkoop van het erfpachtrecht. Een
daarna overblijvend bedrag van de
vergoeding wordt uitgekeerd aan de
erfpachter.
g. Generlei uitkering aan de erfpachter
heeft plaats, zolang niet de grond met
de opstallen ter vrije beschikking van
de gemeente is gesteld.
h. Gedurende vier maanden vóór het
eindigen van het erfpachtrecht als
bedoeld in dit artikel, is de erfpachter
gehouden de grond en het daarop
gestichte, zowel van binnen als van
buiten, voor gegadigden ter bezichti-
ging te stellen op de door burgemees-
ter en wethouders in overleg met de
erfpachter vastgestelde dagen en uren.
Wegens die bezichtiging mag geen ver-
goeding worden geëist en mogen geen
kosten in rekening worden gebracht.
Artikel 6.6: Bijzondere wijze van opzeg-
ging van het erfpachtrecht.
a. Uitsluitend indien de erfpachter niet
of niet tijdig heeft voldaan aan zijn
bouwverplichting of wanneer hij
gedurende meer dan twee jaren niet
heeft voldaan aan zijn verplichting tot
betaling van de canon, is de gemeente
gerechtigd, om met inachtname
van het bepaalde in dit artikel, het
erfpachtrecht op te zeggen. Opzegging
vindt plaats bij deurwaardersexploot
en met inachtneming van een termijn
van ten minste twee maanden.
Deze opzegging moet op straffe van
nietigheid binnen acht dagen tevens
betekend worden aan de hypotheek-
houder en aan anderen die als beperkt
gerechtigden of beslagleggers op het
erfpachtrecht in de registers staan
ingeschreven.
b. Aan de erfpachter zal worden vergoed
de waarde van het erfpachtrecht,
waaronder begrepen de eventueel
gebouwde opstal, op het moment van
beëindiging, verminderd met hetgeen
de gemeente uit hoofde van de erf-
pacht te vorderen heeft, kosten, schade
en rente daaronder begrepen.
36
37
c. Het op grond van lid b aan de erf-
pachter danwel aan de gemeente
toekomende bedrag zal worden
vastgesteld door drie deskundigen
overeenkomstig artikel 6.6 tenzij voor
het einde van het recht de gemeente,
de erfpachter, de hypotheekhouder en
eventueel andere belanghebbenden
anders overeenkomen.
d. Indien vóór de in de opzegging vastge-
stelde dag waarop het erfpachtrecht
geëindigd zou zijn, de oorzaak van de
opzegging weggenomen wordt en vóór
die dag bovendien aan de gemeente
worden vergoed de kosten van de
volgens dit artikel gedane kennisgevin-
gen, wordt de opzegging geacht niet te
zijn gedaan. Is de termijn ongebruikt
voorbij gegaan, dan is het erfpacht-
recht geëindigd op de in de opzegging
vastgestelde dag.
e. Het bepaalde in artikel 6.6. is van over-
eenkomstige toepassing.
f. De erfpachter is niet gerechtigd de
erfpacht op te zeggen gedurende de
eerste vijfentwintig jaren na vestiging
van het erfpachtrecht. Bij opzegging
door de erfpachter is de gemeente niet
verplicht een vergoeding voor eventu-
eel op de onroerende zaak achtergeble-
ven, door de erfpachter gebouwde op-
stallen te betalen en kan de gemeente
als voorwaarde voor acceptatie van de
opzegging stellen, dat in slechte staat
verkerende opstallen door en voor
rekening van de erfpachter voor het
einde van de erfpachtovereenkomst
worden gesloopt. Opzegging door de
erfpachter geschiedt op de zelfde wijze
als opzegging door de gemeente.
Hoofdstuk 7: Bijzondere bepalingen
voor specifieke terreinen
Artikel 7.1: Parkmanagement.
Voor het bedrijventerrein Vorstengraf-
donk wordt gestreefd naar de totstand-
koming van een nog nader uit te werken
vorm van parkmanagement; erfpachter
verbindt zich nu voor alsdan zich daar-
aan te conformeren c.q. daaraan deel te
nemen.
Artikel 7.2: Duurzaam watersysteem.
Voor de bedrijventerreinen De Geer-
Oost, De Geer-Zuid en Vorstengrafdonk
wordt gestreefd naar de toepassing van
een duurzaam watersysteem; erfpachter
verbindt zich nu voor alsdan zich daar-
aan te conformeren.
39
Bijlage II Uitsnede voorwaarden bestemmingsplan
Artikel 7: Bedrijfsdoeleinden met wo-
ningen (Bw)
1 Doeleindenomschrijving
De op de plankaart voor “Bedrijfs-
doeleinden met woningen” aange-
wezen gronden zijn bestemd voor de
volgende doeleinden:
a. bedrijvigheid(*) in combinatie met
bedrijfswoningen(**);
b. niet-zelfstandige kantoorruimten;
c. ontsluitingswegen en
parkeervoorzieningen;
d. groenvoorzieningen;
e. water
f. voorzieningen op het gebied
van kabels en leidingen,
afvalinzameling, openbaar vervoer
en informatie en communicatie,
waaronder nutsbouwwerken.
g. praktijk- en kantoorruimten voor
de uitoefening van een aan huis
gebonden beroep, mits de
woonfunctie van de bedrijfs-
woning in overwegende mate blijft
gehandhaafd en niet meer dan de
25 m2 vloeroppervlak van de
bedrijfswoning en/of de
bijgebouwen daarvoor wordt
gebruikt
(*) onder bedrijvigheid wordt verstaan
(zie definitie op pagina II-6/7 van het
bestemmingsplan): ‘ambachtelijke
en/of licht bedrijfsmatige activiteit:
handels- en/of bedrijfsactiviteiten zoals
productie-, opslag-, en ambachtelijke
bedrijven, groot- en tussenhandel, één en
ander met uitsluitsel van detailhandel,
horeca-activiteiten, kantoren en sexin-
richtingen, en voorts met inachtneming
van de beperkingen in de voorschriften in
verband met de ‘lijst toegestane bedrijfs-
typen’.
(**) dienst- of bedrijfswoning: (zie ....) ‘een
woning in of bij een gebouw of op een
terrein, die kennelijk slechts bedoeld is
voor de huisvesting van (het huishouden
van) een persoon, wiens huisvesting daar,
gelet op de bestemming van de desbetref-
fende grond, noodzakelijk moet worden
geacht’
Binnen deze bestemming worden uit-
sluitend bedrijfsactiviteiten toegelaten,
die zijn opgenomen in de Lijst van toe-
gelaten bedrijfstypen, te weten bedrijfs-
activiteiten die vallen onder categorie 1
en 2 (bedoelde lijst is Bijlage 1 van deel
II van het bestemmingsplan, hier niet
opgenomen/bijgevoegd).
De voorschriften, zoals vermeldt in artikel 7 van het bestemmingsplan Piekenhoef
(pagina’s II-18 t/m II-20) staan hieronder integraal vermeldt, waarbij :
• In cursieve belettering bepaalde zaken nader worden toegelicht.
B E S T E M M I N G S P L A N -V O O R S C H R I F T E N
Woon-werk-locatie Piekenhoef
40
Onverminderd het vorenstaande zijn
expliciet uitgesloten handel in auto’s en
motorfietsen,reparatie-enservicebedrij-
ven, autoplaatwerkerijen, autospuitinrich-
tingen en benzineservicestations.
Binnen deze bestemming zijn geen geluids-
zoneringsplichtige inrichtingen toege-
staan.
Binnen deze bestemming zijn geen
zelfstandige kantoren en geen risicovolle
inrichtingen toegestaan.
In parkeergelegenheid dient op het eigen
erf te worden voorzien. Hierbij dienen
minimaal 1,65 parkeerplaatsen per 100
m2 bedrijfsvloeroppervlakte te worden
gerealiseerd.
2 Beschrijving in hoofdlijnen
• er is sprake van een kleinschalig bedrij-
venterrein met een nadruk op de combi-
natie wonen-werken;
• het beeld van het bedrijventerrein wordt
in eerste instantie bepaald door de aan de
openbare weg grenzende woningen;
• de zijgevels van de aan de openbare
ruimte grenzende bijgebouwen dienen
een ingetogen karakter te hebben;
• buitenopslag is niet toegestaan;
• met uitzondering van de Zevenbergseweg
is tussen de ontsluitingsweg en het trot-
toir voorzien in een haag, slechts onder-
broken door een gemeenschappelijke inrit
voor bedrijven en woningen;
• parkeren voor bezoekers en werknemers
van het bedrijf alsook het parkeren voor
de woningen dient op eigen terrein te
geschieden.
3 Bebouwingsvoorschriften
Op de in lid 1 bedoelde gronden mag uitslui-
tend worden gebouwd met inachtneming
van de volgende bepalingen;
Algemene bepalingen:
a. het bouwperceel mag een oppervlakte
hebben van maximaal 1.500 m2;
b. het bebouwingspercentage mag niet meer
dan 70 van het bouwperceel bedragen.
Bepalingen ten aanzien van hoofdgebou-
wen (met de term hoofdgebouwen worden
de bedrijfswoning èn het bedrijfsgebouw
bedoeld):
c. de voorgevel van een bedrijfswoning
dient minimaal 6 meter achter de
perceelgrens aan de wegzijde te worden
gebouwd;
d. de achtergevel van een bedrijfswoning
dient maximaal 18 meter achter de
perceelgrens aan de wegzijde te worden
gebouwd;
e. de inhoud van een bedrijfswoning mag
maximaal 750 m3 bedragen;
f. de goothoogte respectievelijk hoogte van
een bedrijfswoning mag maximaal 6 en
10 meter bedragen;
g. de afstand van gebouwen tot de zijdeling-
se perceelgrens dient tenminste 3 meter
te bedragen;
h. de voorgevel van een bedrijfsgebouw
dient minimaal 20 m achter een per-
ceelsgrens aan de wegzijde te worden
gebouwd;
i. de voorgevel van een bedrijfsgebouw
dient minimaal 20 meter achter een
perceelgrens aan de wegzijde te worden
gebouwd;
j. de hoogte van een bedrijfsgebouw mag
maximaal 6 meter bedragen;
k. voldaan dient te worden aan de onthef-
fingsbeschikkingWetgeluidhindervan
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
d.d. 24 augustus 2000, zoals opgenomen in
bijlage 2 van deel II van het bestemmings-
plan (toelichting : dit betreft alleen de ka-
vels grenzend aan de Zevenbergseweg, de
gevels van de woningen dienen tenminste
15 meter van de as van de weg verwijderd
te liggen).
40
41
Bepalingen ten aanzien van bijgebou-
wen en (ten aanzien van) bouwwerken,
geen gebouwen zijnde:
l bij iedere bedrijfswoning mogen
bijgebouwen worden gebouwd met
een gezamenlijke oppervlakte van
ten hoogste 100 m2, met een maxi-
male goothoogte van 3 meter en een
bouwhoogte van 4,5 meter;
m bijgebouwen dienen achter de voor-
gevelrooilijn van de bedrijfswoning of
het denkbeeldige verlengde daarvan
te worden gebouwd;
n de hoogte van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag maximaal 2,5
meter bedragen met uitzondering
van erf- en terreinafscheidingen waar-
voor de maximale hoogte 2 meter
bedraagt, met dien verstande, dat de
hoogte van erf- en terreinafscheidin-
gen, op te richten vóór de voorgevel-
rooilijn van de bedrijfswoning of het
denkbeeldig verlengde daarvan, niet
meer dan 1 meter mag bedragen;
o de hoogte van bouwwerken, geen ge-
bouwen zijnde, ten behoeve reclame-
doeleinden mag ten hoogste 3 meter
bedragen.
Bepalingen ten aanzien van voorzienin-
gen van openbaar nut:
p uitsluitend mogen worden opgericht
bouwwerken ten behoeve van voor-
zieningen van openbaar nut, zoals
trafo’s, meet- en regelstations e.d.
tot een maximale bouwhoogte van 3
meter met een maximale oppervlakte
van 20 m2.
Indien de hoogten, maten en afstanden
het hierboven toegelaten maximum
overschrijden op het tijdstip van de ter
inzagelegging van het bestemmingsplan,
dan geldt de hoogte, maat of afstand
zoals die op het tijdstip van ter inzageleg-
ging van het ontwerp van dit plan in de
werkelijke situatie aanwezig was.
4 Gebruiksbepalingen
Het is verboden de in het plan begrepen
gronden en de daarop voorkomende
bouwwerken te gebruiken voor een
doel of op een wijze strijdig met de voor
de desbetreffende grond aangewezen
bestemming.
Als met het plan strijdig gebruik als
in lid 1 bedoeld wordt in ieder geval
gerekend:
a. het opslaan, opgeslagen houden, stor-
ten of lozen van puin, vuil of andere
vaste of vloeibare afvalstoffen, anders
dan voor zover noodzakelijk is voor
het normale onderhoud van tuinen en
andere onbebouwde terreinen en het
onderhoud van watergangen;
b. het opslaan of opgeslagen houden
van gerede of ongerede goederen,
materialen, werktuigen, machines of
gebruiksklare of onklare voer- of vaar-
tuigen of onderdelen hiervan, anders
dan voor zover dit in het gevolg is van
of direct samenhangt met het gebruik
van een bedrijfserf, behorende bij een
bedrijf, in overeenstemming met de
desbetreffende bestemming;
c. het plaatsen of geplaatst houden van
onderkomens;
d. het gebruik van gebouwen voor de-
tailhandelsdoeleinden, met uitzonde-
ring van detailhandelsactiviteiten, ten
behoeve van de exploitatie van een
tuincentrum of hoveniersbedrijf;
e. bewoning, voor zover het om vrij-
staande gebouwen gaat.
Burgemeester en wethouders verlenen
vrijstelling van het in dit artikel bepaal-
de, indien strikte toepassing daarvan
zou leiden tot een beperking van het
meest doelmatige gebruik, die niet door
dringende redenen gerechtvaardigd
wordt.
42
5 Vrijstellingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd
vrijstelling te verlenen;
a. van het bepaalde in lid 1 ten behoeve
van het aantal parkeerplaatsen, mits op
eigen terrein voldoende in parkeergele-
genheid wordt voorzien;
b. van het bepaalde in lid 3, sub g, voor een
afstand tot een zijdelingse perceelgrens
tot 0 meter, indien dit stedenbouwkun-
dig aanvaardbaar is, met dien verstande
dat geen vrijstelling mag worden ver-
leend in situaties waarin de zijdelingse
perceelgrens (nagenoeg) samenvalt met
de grens van de bestemming Verkeers-
doeleinden 1 en/of Verkeersdoeleinden
2.; ( toelichting : deze vrijstellingsmoge-
lijkheid geldt dus voor zowel de woning
als de bedrijfsruimte)
c. voor afwijking van de in lid 3 voorge-
schreven inhouds-, oppervlakte- en
hoogtematen met ten hoogste 10%,
indien de gebruiksmogelijkheden van de
aangrenzende gronden en bouwwerken
niet onevenredig worden aangetast;
d. voor bouwwerken ten behoeve van recla-
medoeleinden tot een maximale hoogte
van 5 meter;
e. voor productie gebonden detailhandel
tot ten hoogste 500 m2 b.v.o.;
f. voor het toelaten van een niet in Bijlage
1 van deel II van het bestemmingsplan
genoemde bedrijfsactiviteit, die qua aard
en omvang van milieuhinder vergelijk-
baar is met een wel in dit plan toegela-
ten bedrijfsactiviteit.
g. van het bepaalde in lid 3, sub h, voor
een kortere afstand dan 20 m tussen
de voorgevel en de perceelgrens aan de
wegzijde, indien als gevolg van de afme-
tingen en/of vormgeving van een perceel
eenefficiënteinrichtinginonevenredige
mate wordt belemmerd
Bij het verlenen van vrijstelling als bedoeld
in dit lid wordt de aanvraag tot het nemen
van een besluit of het ontwerp van het op
aanvraag te nemen besluit voor een periode
van twee weken ter inzage gelegd voor
belanghebbenden.
Voor het overige wordt de procedure
gevolgd, die is vervat in Afdeling 3.4 van de
Algemene wet bestuursrecht.
6 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd
nadere eisen te stellen ten aanzien van si-
tuering en omvang van de gebouwen, met
dien verstande, dat:
a. de nadere eisen niet op onevenredige
wijze het gebruik van bouwwerken en
gronden mogen aantasten;
b. de nadere eisen niet mogen worden ge-
steld indien het bouwen betrekking heeft
op het veranderen en/of vernieuwen van
een bouwwerk zonder dat er sprake is
van wijziging daarvan.
14 Algemene vrijstellingsbevoegdheden
1 a t/m e : niet overgenomen in dit docu-
ment, zie bestemmingsplan pag II/27
f. bij het verlenen van de
vrijstellingen genoemd onder sub
a t/m e wordt de aanvraag tot het
nemen van een besluit of het
ontwerp van het op aanvraag te
nemen besluit voor een periode
van 2 weken ter inzage gelegd voor
belanghebbenden. Voor het overige
wordt een procedure gevolgd, die
is vervat in Afdeling 3.4 van de
Algemene wet bestuursrecht.
42
43
2 Burgemeester en wethouders zijn
bevoegd vrijstelling te verlenen van
de bepalingen in dit plan ten behoeve
van de uitoefening van een aan huis
verbonden beroep met een bedrijfs-
vloeroppervlakte van meer dan 25 m2
en voor de uitoefening van een in een
woonomgeving passende ambachtelijke
of licht-bedrijfsmatige activiteit , mits:
a. de woonfunctie als overwegende
functie, dat wil zeggen voor tenmin-
ste 50% gehandhaafd blijft;
b. geen onevenredige aantasting van
de kwaliteit van de woonomgeving
plaatsvindt;
c. een goede verkeersafwikkeling kan
worden gewaarborgd en voorzien kan
worden in de parkeerbehoefte; het
een activiteit betreft uit of vergelijk-
baar met de categorie 1 van de Lijst
van toegelaten bedrijfstypen als op-
genomen in bijlage 1 van het bestem-
mingsplan;
d. geen detailhandel plaatsvindt;
e. de activiteit geen sterk publiek aan-
trekkende werking heeft; met dien
verstande dat het bepaalde in lid 1, sub
f van overeenkomstige toepassing is.
3 Burgemeester en wethouders zijn
bevoegd vrijstelling te verlenen voor
een overschrijding van de in dit plan (is
bestemmingsplan Piekenhoef) aangege-
ven afstands- , oppervlakte- en hoog-
tematen met maximaal 10%, met dien
verstande dat het bepaalde in lid 1, sub f
van overeenkomstige toepassing is.
43
44
BIJLAGE IIIBeeldkwaliteitplan woonwerk-locatie in de wijk PiekenhoefA A N V U L L E N D E I N F O R M A T I E t.b.v. bouwplan
Dit overzicht bevat informatie voor
aspirant-kopers over :
1. welstandsrichtlijnen
2. overige aandachtspunten
1. welstandsrichtlijnen
Om de gewenste beeldkwaliteit voldoen-
de te waarborgen, zal bij de ontwikke-
ling van het bouwplan met de volgende
richtlijnen rekening gehouden moeten
worden. Het is uiteindelijk aan de wel-
standskamer om te beoordelen of in het
bouwplan in voldoende mate rekening
gehouden is met de beeldkwaliteitseisen
en de welstandseisen.
1a. Verschijningsvorm bedrijfswoningen
- De kapvorm voor de woning is vrij.
Ook platte daken zijn dus toegestaan.
1b. Reclame-uitingen.
- Buitenreclame moet terughoudend
van aard en uitvoering zijn.
- Geen reclame/bedrijfsnaam aan de
gevel van het woonhuis. Bescheiden
bord in voortuin of geïntegreerd in
de erfscheiding. Maximale hoogte 1,5
meter.
- Geen lichtbakken.
1c. Inrit en parkeren
- Indien u een toegangshek of poort
wilt plaatsen met een hoogte van
meer dan 1 meter, moet deze poort
tenminste 3 meter achter de voorge-
velrooilijn van de woning komen te
hangen/staan.
- Eén gezamenlijke inrit per kavel is
toegestaan voor bedrijfswoning en
bedrijfsruimte samen. De gezamenlij-
ke inrit voor woning en bedrijfsruimte
mag ter hoogte van het trottoir max.
6m breed zijn.
- Voor kavels in het plangebied op een
hoek van wegen, kán besloten worden
om een tweede inrittoe te staan van
maximaal 5 meter breed (n.b. deze
uitzondering geldt niet voor de per-
celen die grenzen aan de Piekenhoef-
straatwantditisfiets/voetpad).
1d. Erfafscheidingen.
- In aansluiting op de andere woning-
bouw in Piekenhoef is het streven
gericht op een zo groen mogelijk
straatbeeld.
- Tussen het trottoir en de voortuin
van de woning daarom een groene
haag van ca. 60 cm hoogte plaatsen;
geen voetmuurtjes behalve als dit
onderdeel uitmaakt van het reclame/
bedrijfsnaambord
- Op hoeksituaties mag op de erfschei-
ding geen opgaande muur tot ca. 2
meter hoog geplaatst worden.
4444
4545
- Absolute voorkeur heeft een totaal
groene erfscheiding. Eventueel groen in
combinatie met gaas/spijlenhekwerk
óf een muur tot maximaal 1 meter met
daarboven gemetselde kolommen, inge-
vuld met houtwerk of hekwerk.
1e. Bedrijfsbebouwing.
- De bedoeling is dat er functionele
gebouwen met platte daken komen,
die door hun onderlinge nabijheid in
kleur en materiaal op elkaar afgestemd
moeten zijn.
- Strakke dakbeëindiging zonder over-
stekken (n.b. ook vanwege praktische
redenen: bij het later vergroten van
uw hal en/of het bouwen van uw hal
tegen die van de buren aan).
- Plaatmateriaal in een metaalgrijze
kleur vormt de basis waarbij een
combinatie met baksteen goed voor-
stelbaar is mits het plaatmateriaal het
beeld blijft bepalen. Plaatmateriaal
behoeft niet glad te zijn (mag golvend,
geperforeerd, geribbeld zijn), maar
moet qua detaillering wel passen bij de
locatie.Dusgeengrofdamwandprofiel.
- Bij de ondiepe percelen, in het bestem-
mingsplan op de verbeelding aangege-
ven met de aanduiding sba-lbg, geldt
echter een andere beeldkwaliteit. De
bedrijfshal mag hier een beeld krij-
gen dat meer past bij het beeld van
de woningen. Dus geen metaalgrijze
gebouwen van plaatmateriaal op een
bakstenen voet. Bakstenen moeten
dan juist overheersen in het beeld.
Metaalgrijs plaatmateriaal is dan niet
aanwezig of ondergeschikt in het beeld.
- Op hoeksituaties van wegen dienen
blinde zijgevels door middel van groen
aan het oog onttrokken te worden. Een
uitzondering hierop is mogelijk indien
deze gevel min of meer als voorgevel
kan worden aangemerkt.
2. overige aandachtspunten
Bij de planvorming is het verder van be-
lang dat u zich o.a. realiseert dat :
- Regels ten aanzien van onder andere
hoogte en situering van de bebouwing
in het bestemmingsplan Berghem Zuid
- 2012 opgenomen zijn en ook parkeren
- De bedrijfsruimte eerder of tenminste
gelijktijdig met de woning moet wor-
den gebouwd.
- In de koopovereenkomst voor de grond
een zgn. ‘kwalitatieve bepaling’ opgeno-
men is, die borgt dat bedrijfswoning, be-
drijfsruimte en ondergrond op één naam
komen te staan en dat ze nooit apart van
elkaar verkocht kunnen worden.
- U verplicht bent om regenwater op
eigengrondtelateninfiltrereninde
ondergrond; nadere informatie m.b.t.
hiervoor te treffen voorzieningen staan
vermeld op een apart informatieblad
(“infiltratierichtlijnen”).
- Parkeren van auto’s van zowel werk-
nemers/bezoekers van het bedrijf als
bewoners/bezoekers van de bedrijfs-
woning allemaal op eigen terrein moet
plaatsvinden (art 30.3).
- U bij het ruggelings en/of zijdelings
aanbouwen van de bedrijfsbebouwing
tegen die van de buren er o.a. rekening
mee moet houden dat de muren en
soms ook (delen van) het dak van ma-
teriaal moeten zijn met een brandwe-
rendheid van minimaal 60 minuten.
- Buitenopslag uitdrukkelijk verboden is;
dit geldt ook voor de opslag van spullen
onder eventuele overkappingen en
carports.
- U op de nieuwe locatie wellicht voor
het eerst te maken krijgt met de zoge-
naamde meldingsplicht in het kader
van de wet milieubeheer. Deze melding
is onderdeel van de omgevingsvergun-
ning. Onderdeel van de melding kan
zijn dat u een akoestisch onderzoek
moet laten uitvoeren.
Oss, september 2012
4646
Bijlage IV Handleiding voor infiltratieopeigenterrein
46
1. Watersysteem
1.1 Waterkwantiteit
Voor het waterhuishoudkundig ontwerp
voor de woonwijk en woon/werkkavels
‘Piekenhoef’ te Oss is vastgesteld dat
hethemelwatergeïnfiltreerdzalwor-
den. Hierbij is tevens de keuze gemaakt
dat op de percelen van de woningen een
bergendeinfiltratievoorzieningaange-
legd moet worden, deze voorzieningen
op eigen terrein moeten van een over-
stortmogelijkheid zijn voorzien zodat
overtollig hemelwater afgevoerd kan
worden naar de centrale voorzieningen
op openbaar terrein.
Het hemelwater van de daken en
verharding van eigen terrein stroomt
oppervlakkig af naar de particuliere
infiltratie-voorzieningen.Indienmo-
gelijk kan bij overvloedige neerslag het
water oppervlakkig afstromen naar de
centrale voorzieningen op openbaar ter-
rein grenzend aan het perceel.
Bovengrondseinfiltratievoorziening
in leidsche Rijn, Utrecht
Bij het ontwerp van de woningen en de
percelen dient dan ook rekening gehou-
den te worden met het oppervlakkig
afstromen naar de voorzieningen en de
mogelijkheden voor het afvoeren van de
overvloedige neerslag.
1.2 Waterkwaliteit
De afvoer van overtollig hemelwater
van de particuliere voorziening naar de
centrale voorziening moet zichtbaar zijn
zodat een controle op de kwaliteit van
het water mogelijk is. Als eigenaar van
een woning bent u zelf verantwoordelijk
voor de kwaliteit van de grond en het
grondwater op uw perceel. U dient dan
ook zorgvuldig om te gaan met situaties
waardoor de grond en het grondwater
verontreinigd zouden kunnen worden.
Dit is bijvoorbeeld al het geval als u uw
auto wast met een regulier autowas-
middel of uw dakgoot heeft uitgevoerd
met een uitloogbaar materiaal zoals
zink en koper.
Voor het ontwerp van de bergende
infiltratievoorzieningenzijneenaantal
richtlijnen en voorbeelden samenge-
steld. De richtlijnen zijn weergegeven
in deze notitie, de voorbeelden zijn
weergegeven in drie doorsneden en een
driedimensionale tekening (A3).
47
2. Bergende en infiltrerende voorziening
2.1 Berging 14 mm
Alleen het verhard oppervlak zal bij
regen de neerslag afvoeren naar de
voorziening.
De voorziening dient een ‘schijf’ neerslag
van 14 mm op het verhard oppervlak te
kunnen bergen. Dit komt overeen met
1,4 m3 netto waterberging per 100 m2
aangesloten verhard oppervlak. In para-
graaf 2.5 is een rekenvoorbeeld gegeven.
Voor het bepalen van de totale verhard
oppervlakte van het perceel moet eerst
de oppervlakte van het dak van de wo-
ning, de oppervlakte van het dak van de
garage/schuur en van de overige verhar-
dingen worden berekend. Voor de overige
verharding wordt gerekend met 10% van
het perceeloppervlakte indien dit opper-
vlak nog niet bekend is bij aanleg van de
voorziening. De totale oppervlakte is de
som van de drie oppervlaktes.
De brutoberging is afhankelijk van de hol-
le ruimte van het toegepaste materiaal
vandeinfiltratievoorziening.Deaanleg
van extra verharding, nadat het watersys-
teem is aangelegd, levert de verplichting
op om extra berging aan te leggen.
De voorziening kan aangelegd worden
in de vorm van een zichtbare verlaging
van het maaiveld (greppel), grindkoffers,
-sleuvenofinfiltratiekoffers.Tevenskan
de fundering onder de verharding, een
inrit met grind of een plat dak benut wor-
den. Een aandachtspunt bij een onder-
grondse voorziening is de ontluchting.
2.2 Aangepaste eerste opvang (zichtbaar)
Voor de bewoners moet het zichtbaar
zijndathetwatergeïnfiltreerdwordt.
Het hemelwater kan dus niet met een
standaardkolk of schrobputje afvoeren
naardeinfiltratievoorziening.Voor-
beelden van de eerste opvang zijn een
grindkoffer tot bovenzijde maaiveld en
een PVC leiding (kolk) gevuld met grind.
2.3 Diepte
De boven- en onderzijde van de voorzie-
ning zijn gerelateerd aan het vloerpeil.
De maximale diepte is 1,2 m beneden
vloerpeil.
Opvang van hemelwater in grindsleuf direct
naast woning
Om wateroverlast te minimaliseren
dient men rekening te houden met de
mogelijke grondwaterstand-verhoging
ter plaatse van de voorziening. De over-
last is te voorkomen door bijvoorbeeld
de voorziening niet direct bij de woning
aan te leggen of door het waterdicht
afwerken van de fundering.
2.4 Voldoende infiltratiecapaciteit
Daarnaast dient de voorziening vol-
doendeinfiltratiecapaciteittehebben.
De wanden en vloer dienen dus permea-
bel te zijn en de voorziening dient in de
doorlatende grond te liggen.
2.5 Rekenvoorbeeld
Stel een woning heeft een dakoppervlak
van 7 x 6 m2 en een garage van 5 x 2
m2.Debergendeinfiltratievoorziening
wordt uitgevoerd met grind. Het per-
ceeloppervlakte bedraagt 250 m2.
Het totale aangesloten verhard oppervlak
bedraagt dan (7 x 6 m2 =) 42 + (5 x 2 m2
=) 10 + (10% van 250 m2 =) 25 m2 = 77
m2. De benodigde nettoberging komt
hiermee op 77 m2 x 0,014 m = 1,08 m3.
De brutoberging is afhankelijk van de
gradatie van het grind, stel dat de holle
48
ruimte (porositeit) 30% bedraagt. De
aan te leggen brutoberging is dan 1,08
m3 / 30% = 3,6 m3.
De diepte van de voorziening is beperkt
door het minimale en maximale peil ten
opzichte van het vloerpeil. De maximale
toegestane diepte van de voorziening is
dus 1,0 m. Bij deze diepte wordt het op-
pervlak van de voorziening dus 3,6 m2.
3. Afvoer overtollig hemelwater van
eigen terrein
Als gekozen wordt voor de afvoer
van overtollig hemelwater dient een
overstort te worden aangelegd naar de
openbare voorzieningen. De afvoer naar
de openbare voorzieningen (wadi of
openbare weg) dient controleerbaar en
dus altijd oppervlakkig plaats te vinden.
Aan de achterzijde kan dit soms ge-
compliceerd zijn indien aan de achter-
zijde geen centrale voorzieningen op
openbaar terrein zijn gelegen. In dat
geval moet het overtollig water worden
afgevoerd naar de voorzijde van het
perceel. Ook in deze situatie geldt dat
een zichtbare overstort op eigen terrein
aangelegd moet worden.
Oppervlakkige afvoer naar openbare
voorziening
4. Beheer en onderhoud
Het beheer en onderhoud van de
particuliere voorzieningen is de ver-
antwoordelijkheid van de eigenaar van
het perceel. Deze dient er voor zorg te
dragen dat het hemelwater afstroomt
naar de voorziening op eigen terrein en
daar geborgen wordt.
Daarnaastishetverstandigomdeinfil-
tratievoorziening toegankelijk en niet
onderhoudsgevoelig te maken zodat
een goede werking van het systeem in
stand gehouden kan worden. Door het
plaatsen van een zogenaamde zand/
vuilvangput komen zand, bladeren, etc.
nietofnauwelijksindeinfiltratievoor-
ziening terecht en blijft de voorziening
goed werken. U moet dan wel de zand/
vuilvangput met enige regelmaat
schoonmaken.
5. Praktische tips
Bij beperkte ruimte in de voortuinen
zaldoordeinfiltratievoorzieningde
grondwaterstand bij de woning ver-
hoogd kunnen zijn. Om wateroverlast
te voorkomen dient bij de aanleg van
de woning hier rekening mee gehou-
den te worden, bijvoorbeeld door het
waterdicht afwerken van de fundering
om capillaire opstijging in de muren te
voorkomen.
Deruimtevoordeinfiltratievoorzie-
ningenkannaastbergingeninfiltratie
meerdere functies hebben.
Zo kunnen de voorzieningen, bijvoor-
beeld grindkoffers, gebruikt worden
voor parkeerplaatsen en voetpaden.
Indien de voorziening belast wordt met
voertuigen en/of personen is het aan te
raden het ontwerp hierop aan te passen
door voldoende stevigheid in te bouwen.
Aandachtspunt bij dergelijke functie-
combinaties blijft de grondwaterstand
in de voorziening.
48
49
Naast de voorzieningen of zelfs boven de
ondergrondse voorzieningen kan groen
aangelegd worden. Hierbij dient de aan-
voer,bergings-eninfiltratiecapaciteit
van de voorziening en de afvoer intact
te blijven.
Bij de aanleg van de voorziening dient
verder rekening gehouden te worden
met een aantal praktische zaken zoals
inloop van zand en de wortelingroei. De
inloop van zand en wortelingroei in de
voorziening vermindert de berging en
infiltratievandevoorzieningendient
dus voorkomen te worden.
De zandinloop wordt verminderd door
het gebruik van een geotextiel om de
voorziening. Dit geotextiel is verplicht. De
wortelingroei wordt beperkt door bij de
aanleg van de groenvoorziening rekening
te houden met de wortelzones van het
aan te planten groen. Er zijn geotextielen
met een wortelwerende werking.
Door een toegankelijk systeem aan
te leggen kunt u mogelijke storingen
verhelpen en kan het mogelijk zijn de
voorziening te reinigen (een en ander
welafhankelijkvanhettypeinfiltratie-
systeem). Daarnaast kan het wenselijk
zijn een ontluchting voor het systeem te
realiseren.
6. Goedkeuring gemeente
Hetontwerpvandebergendeinfil-
tratievoorziening en de bijbehorende
overstortvoorziening moet goedgekeurd
worden door de gemeente. Hiervoor
dient een situatietekening van de
percelen met de locatie van de bergende
infiltratievoorzieningen,afvoervoor-
zieningen en methode van oppervlak-
kige afstroming met hoogtes worden
aangegeven. Tevens dient de bereke-
ning van het volume van de berging te
worden aangegeven. Het ontwerp, de
tekening en bijbehorende berekeningen
maken deel uit van de aanvraag voor de
bouwvergunning. Voor de aanleg van de
voorziening geldt een meldingsplicht op
het moment dat het systeem aangelegd
en (nog) zichtbaar is.
50
7. Samenvatting systeem
SAMENVATTING
Bergings- en infiltratievoorziening
• Berekening berging (14 mm)
• Aangepaste opvang hemelwater (geen schrobputje)
• Bovenzijde voorziening niet boven 0,2 meter beneden vloerpeil
• Onderzijde voorziening niiet onder 1,2 meter beneden vloerpeil
• Permeabele voorziening in doorlatende grond
• Beheer en onderhoud ligt bij particulier
• Toepassen geotextiel voor voorkomen wortelingroei,
inloop zand en inzakken voorziening
Oppervlakkige afstroming
• Oppervlakkige en controleerbare overstort van het overtollige
hemelwater van eigen terrein naar openbare voorziening.
Goedkeuring gemeente onder meer op
• Controle op berging
• Functionaliteit ontwerp
• Beheers- en controlemogelijkheden
• Detaillering
50
51
Beslisboom voor systeem hemelwater per deelgebied eigen terrein.
Om te bepalen waar de voorzieningen geplaatst dienen te worden en hoe de
afvoervanovertollighemelwatergeregeldkanworden,isfiguur2opgesteld.
Per deelgebied (bv dak achterzijde, bestrating inrit, dak van garage of totale
verharding achterzijde) kan de beslisboom gevolgd worden.
Figuur 2: Beslisboom voor systeem hemelwater per deelgebied eigen terrein.
Aanleg voorzieningachterzijde zonder
afvoer
Aanleggen voorziening voorzijdemet oppervlakkige afvoer naar
openbare voorziening
Creëren afvoer naarvoorziening voorzijde
Aanleggen voorzieningachterzijde
Deelgebied vanDeelgebied vaneigen perceeleigen perceel
Aanleggen bergendeinfiltratievoorziening
Geen maatregel
Verhard ? Onverhard ?
Aanlegvoorziening
achterzijde ?
Geen aanlegvoorziening
achterzijde ?
Overstort gewenst ?
Geen overstort gewenst ?
Creëren oppervlakkige afvoer naaropenbare voorziening(event. via voorzijde)
Verhardingachterzijde ?
Verhardingvoorzijde ?