August Staf Gillé (1892 – 1989)
-
Upload
laurens-windig -
Category
Documents
-
view
230 -
download
0
description
Transcript of August Staf Gillé (1892 – 1989)
August Staf Gillé
ik kan je niet vergeten
Laurens Windig
voor August ‘Staf’ Gillémet dank aan Dominik Lybaerten Rudolf Dierckx
IK ZAL JE NIET VERGETEN
August Gillé
1892 – 1989
“Mijn werk na mijn dood hoort toe aan alle mensen”
Inleiding E-book/PDF bestand
Ik schrijf dit boek in combinatie met proza en poëzie, ookwel ‘proëzie’ genoemd, uit grote bewondering voor dezeVlaamse kunstenaar.
Er is door mij enige fictie ter hand genomen in verant-woorde situaties, bijvoorbeeld in stilzwijgende tweege-sprekken: die van Staf zijn cursief weergegeven.
In dit boek zijn met toestemming van zijn fakkeldragerDominik Lybaert afbeeldingen van August Gillézijn werken opgenomen.Meer informatie is te vinden op websites van Lybaert:http://www.august-gille.be Van daar uit kan wordendoorgelinkt naar opeenvolgende informatie actua enlinks.
Wij hopen u op deze wijze dichterbij August Staf Gillé tebrengen.
Laurens Windig Amsterdam 20 juli 2013
Voorwoord Dominik Lybaert
First they ignore you, then they ridicule you, then theyfight you, and then you win.” M. Gandhi
August 'Staf' GILLÉ, Belgisch kunstenaar, "de ongeken-de, de onbekende..." geboren te Mechelen in 1892 over-leden in 1989, Bonheiden waar hij sinds 1963 in de herfstvan zijn leven resideerde.
Gillé behoort tot de zogenaamde generatie van de verge-ten kunstenaars. Telkens als hij een zeldzame keer meteen expositie naar buiten kwam, stond de artistieke we-reld er verbaasd over dat zijn werken niet meer weer-klank vonden in de nationale en zelfs internationaleartscene. Hij is een asceet met een échte kunstenaars-ziel: de mensgeworden eenvoud, leefde teruggetrokkenin een Franciskaanse soberheid maar was verre vanasociaal. Hij deed weinig moeite om bekendheid te krij-gen, om het 'te maken' als kunstenaar, daarom is hij eenkunstenaar met een authentieke roeping, die ongekun-steld en onbevangen zijn weg is gegaan, die in zijn langeleven een evolutie als denkend en voelend mens heeftdoorlopen en dat aan doek en papier, aan steen en gipsheeft toevertrouwd. Hij heeft de wereld nooit opgezochtmaar de wereld was wel altijd welkom bij hem. Zo heefthij in de laatste twee decennia van zijn leven het lot vanandere kansarme kunstenaars aangetrokken die bij hemgratis mochten tentoonstellen in zijn tentoonstellingsruim-te naast zijn woning "De Witte Vlag", symbool van vrij-heid, vreugde én VREDE !
Zich onbewust van de stijlevoluties die door critici werdenuitgevonden, heeft hij zich als jonge kunstenaar laten
leiden door zijn religieuze geaardheid, zijn afkeer vooroorlog, uitbuiting en leugen en op latere leeftijd door zijnherwonnen levensvreugde en zijn verdiepte beschouwin-gen over het mysterie van de schepping en zijn grootstemuze, de natuur.August Gillé is een unieke figuur, een monument, eenverdoken voorbeeld.Houten fichebakken zijn nu de enige getuigen die deomvang van zijn oeuvre weergeven: duizenden werken,honderden mappen, beelden die dwars door je heenkijken, kilo's 'vergeten' kunst, zeventig jaar noeste arbeidrust, roest..."Alles van waarde is weerloos" schreef de dichter-kunstenaar Lucebert alsof hij het toen al wist ....Daarom én ook vol verwachting, nu het vijf na 12 is, hoopik ten stelligste dat men dit legaat kan redden van detotale ondergang, dat iedereen Gillé leert kennen alskunstenaar maar vooral ook als mens die je bezielt, inspi-reert en nieuwe inzichten schenkt.Immers een volk dat zijn kunstenaars eert, is een grootvolk.
Wij wachten... !
Dominik Lybaert, 1 augustus 2013. www.august-gille.be
August Gillé
Remigius August Staf Gillé (Nekkerspoel (Mechelen),1892 - Rijmenam, 1989) is een Belgisch beeldhouwer enkunstschilder.
August ‘Staf’ Gillé begon te schilderen en wat later tebeeldhouwen na WO1 in 1919 tot en met zijn dood indecember 1989. Hij liep academie te Mechelen (waar hijbegin jaren '40 docent werd) en academie te Brusselwaar hij onderwezen werd door Montald en Rousseau(voordien bezocht hij reeds als jonge tiener de academievan Mechelen, richting “meubelmaken” waar hij steeds debeste van de klas was).
Als jonge meubelmaker van beroep zoekt hij naar nieuweornamentsculpturen en stelt zich op die manier onbewustop tegen de geijkte tradities waar toen niet van afgewe-ken werd: dat zal alleszins tot discussies geleid hebbenmet zijn toenmalige werkgevers. Het is duidelijk dat dejonge kunstenaar op dit gebied veel exploreert wat hemlater tot een volleerd Meester zal maken.
Hij neemt tijdens zijn “Mechelse periode” ook lessen bijbeeldhouwer Theo Blickx, schakelt over op antiekteke-nen, tekenen naar levend model, schilderen en boetse-ren. Hij is steeds zichzelf gebleven en de manier waarophij zijn gedachten en levensvisie deelt zowel met hetwoord als met de borstel, beitel of pen maakt hem des tecompleter en vollediger als kunstenaar.
Ondanks zijn vriendschappen met Alice Nahon, ProsperDe Troyer, Gustave Van de Woestijne en vele anderebekende kunstenaars eind jaren ‘20 trok hij zich terug uitalle bekendheid en 'begroef' zichzelf. August Gillé isimmers geen lokale zondagsschilder maar een kunste-naar die behoort tot wat men kan noemen “de VergetenMechelse School na WO 1”, iemand die zeker ontbreektin nationale en internationale publicaties. Hij schonk in1980 zijn hele oeuvre aan de gemeente Bonheiden metde vraag om zijn werken in de openbaarheid te brengen.
Gillé verhuist in 1962 naar Bonheiden om aldaar in eenoude hoeve zijn tentoonstellingsruimte "De Witte Vlag" opte richten die gratis de kans gaf om beginnend en artis-tiek talent een kans te bieden om zich voor te stellen aanhet grote publiek. In 1983 verhuisde hij opnieuw, dit keernaar Rijmenam waar hij verbleef tot aan zijn dood. Zijnwerken werden aldaar tot zijn overlijden tentoongesteld in"De Mart", het oude schoolgebouw van de jongensschoolvan Brandheide in het Rijmenamse gehucht Mart.Op 11-1-2011 werd een bronzen afgietsel van een beeldvan hem onthuld, naar een idee van Dominik Lybaert,schuin over de kerk in Bonheiden in een heraangelegdetuin.
Aan James Ensor,
Dag James, nu ik in *Berlicum stranddeen door Rudolf Dierckx struinde, tegelijkertijd
zijn tekeningen en gedichten onderging:aards, filosofisch, spiritueel, mystiek, mix vanhandwerk in combinatie met bijzonder mooie
kleurige computertechnieken
bracht hij mij naar August Gillé, ook weer zo’nverborgen Belg destijds als jij, waar ik zijn
kunst aan jou deed denken door middel vaneen masker want hoe ik het ook wend en
keert, verdorie man, daarin zag ik zomaar jouopdagen?
jij Ensor was toen ook geen jonkie meer toenGillé ter aarde kwam - het is dat Rudolf mijattendeert - dan ken jij je eigen landgenoot
toch wel, zo’n grote broeder in schilderkunsten beeldhouwwerk? Dit is iets wat mij in het
bijzonder intrigeert
wat kronkelt er toch tussendoor Belgenkunstof ziet men alleen maar Rubensvrouwen
als kunst op waarde in te schatten of is hetmisschien broodnijd, ik weet het niet?
ben er bijna zeker van dat er straks nog meeropduikt.
(*Wat bijzonder is: Berlicum heeft een stedenband)met het Belgische Bonheiden (althans voor 2002...)
Jongeman Gillé
En toch zat alreeds uw kunsten passie in het draagvlak
van uw geboorte
vanaf het beginin de zitting van de stoelde klas van het meubel
waarin werd geleundwaarin werd overdachtgeen doorzakken aan
u behaalde de eerste prijs
nagelopen van ondertot boven
gedegen vastgenageld
nog omvat uw ziel alle takkendie zijn uitgetest
en staande zijn gehouden
telkens terugkerenvanuit de zitting
van uw geboortestoel
beelden zijn gecreëerddoor eigen ogen vol van liefde
ach, vergetelheid hoe teer
Raadsel
Omgekeerde werelddat Ensor’s zucht naar roem
na zijn dood alle eer toekwam
hij werd op een voetstuk gezet?
en u Gillé na de uwein alle schone eenvoud
hield zich verborgen
een monumentje is altijd leuk
van een markante kopmaar wat hebben wij d’r an
dacht ik voorzichtig
dat Bonheiden-Rijmenammet een enorm museumop de proppen kwam?
Bewondering
Voelbaar zijn de woordendie op mijn lippen branden
vederzacht zou zich vertillenals zij worden uitgesproken
alleen de leden van mijn ogenzijn verstaanbaar
als mijn wimpers samenvoegen
Ons zwijgzaam tweegesprek
In alle eenvoudigheidvoel ik wat u denkt
rond de stilte om ons heenzonder elkaar in de ogen te lezen
zwijgzaam
weer die ogen door u getekenden geschilderd
verbazingwekkend helderdoortastend in observatie
en emotie in alle stilte
zonder maar iets te hoeven zeggenzelfs niet het geluid van onze adem
wij accepteren de stilteen beleven rust zonder te spreken
dit is onze levenskunsthet moeten - durven laten keren
onze kunst van het loslatennu pas kunnen wij
door deze overwinningelkaar als gabbers toespreken
ter overbrugging
mag ik u als Staf nu tutoyeren?jijen en jouen
ik voel uw antwoordin een glimlach van berusting:
Lau, zeg maar Staf
Mag ik jou iets vragen
Als er even tijd voor isover het verfijnde rood
het behoeft niet uitgebreidgewoon even in het kort
wat hebben kunstschilders tochmet roodharige dames?
nu zie ik er bij jouook weer een aantal
schoon blozend staan
Gustav Klimt was ook verzotop rode poezen
Hundertwasser had ze ook
Dante Gabriel RossettiJohn Collier
Sandro BotticelliWaterhouse
Abraham BloemaertLawrence Alma-Tadema
Jan van Scorel
Adriaen van der WerffAnton van Dijck
Rubens
Rembrandt: ja hoorSaskia had ook iets rood
Zelikahde vrouw van Potifar
was ook rood aangezet
August Macke: dat is leukjouw voornaam?
moet zeggen dat ik ook welgecharmeerd ben
kun jij mij met die rode kwastverklaren?
wat zou nou de reden zijnvan al die rode vrouwende tegenstelling soms?
blanke huidmet hier en daar
rood haar
jouw rode rozendoen het ook geweldig
Zo schoon is zij niet
Of heb jij de rivier De Dijleeen zachter uiterlijk gegeven
zoals ik haar niet ken
is dit jouw natuurlijke krachthoe troebel was haar wassend water
voordat Mechelen er omheen geschikt werd?
misschien is het wel je terugziende geestin het vooruitzien zoals jij dat wenst
jij bepaalt je eigen werk
laat aanschouwers maarmee peinzen en de vraag stellen
waarom in zwart wit en geen kleur?
is het in werkelijkheid misschien iets anders?of heb jij dat met opzet zo gefikst?
soms zeg je datalles wat lelijk is ook schone kanten heeft
Herkenbare ogen
Ze houden gevangendoor bedwelmend gebiedniet anders te benoemen
dan goden der macht
droom ogender hemelse ordedie toegang geven
tot hun kern
ze maken mij slaafsik aanbid ze
met mijn hele hebbenen houden van
al mijn liefde stort ikin hun klaarheid
zeg mij Staf, waarplukte jij die edelstenen?
er bestaat geen droomtuinwaar ze zomaar ogenwel een heldere hemeldie van hieruit te zien is
ze voeren mij bevlogenwelwillend ten gronde
tillen ook weer opnaar de iris van hun ziel
Lucide
Zijn dit nu de droomtuinendie zich alleen maar openbaren
in mijn dromen
zou dat groen van jouwweer als paradijs ontstaan
waar wij met z’n allenmogen vertoeven in schoonheid
van de eerste mens vóór de zondeval
of was die val al voorbestemd?zodat mijn droom voor eeuwig
lucide blijft door jouw werk
Heerlijkheid, O Mechelen
Neen, mijn lichaamis niet bestand
en zwicht ikonder maagdelijk en
omgeslagen kantgeklost
door eeuwen heen
laat mij een loflied zingenlangs de Dijle
sleep mijdromend over ijle draden
van je open hartdan pas wil ik meten
met verleden, hedenen vooruitzicht, vrij zijn
in geweten als ik verslingerden gelijk eendrachtig
vastgenageld ben metMargaretha, Rombouts en Gillé
Mechelenkasseien weerspiegelen
slechts een schaduwvan mijn gedaante
sta mij toe, ik kniel
Rond
Gebeiteld hout en steengeslepen en geschuurd
gegoten brons
jouw geest en handenblijven voelen als een blinde
naar het volkomen ronde beeld
in al jouw vormen van gelijkheidzoals God de mensheid
in het leven blies
Hoe zwart de inkt
Zo zwart het bloedook lijden doetkeer op keer
en telkens weer
Jezus genageldaan het kruis is thuis
het spiegelt hemin tranen dood
gewaand
hoe zwart de inktook print
wij zijn van zondenvrij
Hij hing daar tochvoor jou en mij
wij blijvenongebonden
zo zwart het bloedook lijden doetkeer op keer
en telkens weer
sterft De Heer voor ons
Bedwelming
Volmaakt naakt zweeft hetnaar de lagune van de vlinderstreekin de schoot van het meest lokkende
eiland waar het fruit rijpt
zoals zij daar waadtin al haar betovering
streelt hemelse schoonheidzelfs dode erogene weer tot leven
ogen glijden langs haar kustduinen versperren het verlangenwaar helmgras in de wind verstijft
langs de hitte van haar mondnimmer zal men er verkoelen
al is er maar even te strelendoch zelfs de aller teerste kus
zou haar perzik roze huidnog schenden
vloedgolven van lust en ware liefdezullen haar ontwijken
bang om te worden afgewezen
niets mag worden afgedektdat kan wakkeren uit deze bedwelming
van engelengezang
verdomme Staf wat heb je met me gedaan?hier ligt een droom als slapend naakt
Ik ontdek persoonlijk
In de kleurrijke abstractieeen welving van gevoel
waar non figuratief niet geheeltot uiting komt
dat komt door jouw instellingdaar ben jij te reëel voor
personificatie van de eenvoudzelve zegt voldoende
er bruist in jou overvloedlokt alle kunstige perspectieven
realisme stroomt ten overals kolkende waterstromen
neem nou jouw buste‘hemelwaarts’
een versteende verstillingen toonbeeld van rust
na een overweldigende tsunamivan uiteenlopende stijlen
ik voel dat je weer glimlacht
Is het een gemis?
Wanneer ik constateer dat mijn taalbereiktekortschiet als ik lofgezangen op jouw
kunstwerken wil schrijven?
een barrière omdat ik meer op gevoel schrijfdan vanuit taalbeschouwing ondanks dat het
continu nadenken is of men het ontleden kan?
besef het nu pas omdat jij zoveel werk hebtnagelaten dat te bewonderen is en niet te
beschrijven valt, kom ik toch woorden te kort?
wil de juiste parolen en zinnen kunnen vindenzoals: ‘eensamig’ wel bij je past vooral door jouwvoornamen en jij dan ook als kunstwerk tezamen
jij bent Remigius August en in de omgevingbekend als Staf Gillé, was er soms al een
Augustaaf in de buurt? het kan niet op
eensamig is toepasselijk en divers op te vattenjij begroef jezelf door afzondering dat begrijp ik
maar dat men je bijna vergeten is begrijp ik niet?
Jij hebt jezelf en jouw hele oeuvre eensamig aande gemeente Bonheiden – Rijmenam geschonkenmet de vraag het in de openbaarheid te brengen
Ja, ammehoela!
De brief
Zinnebeeldvan het verwachtte
onverhoedse bericht
af te lezenvan het gezicht
ogen spreken boekdelen
de spanning stijgtbinnen een bliksemschicht
de explosie volgt
Vrouw met oorring
Jij liet mij haar beeltenis liet zienbetwijfelde ik de echtheid niet
meteen de oorbel
want dat kan van alles zijnnep of mat natuursteentjein ieder geval geen parel
van nabij zag ik olieverfzo knap gedaan
wat mij wel meteen opviel
dat half vallende ooglidmaar ik zag er maar ééndat niet uitgeslapen oog
of een slaapkamer oogin die zin dat ik wel enigeverborgen goesting zag
mannen vinden datnormaliter niet sexy
maar zij, zij mag er zijn
werd jij er opgewonden door?
Dame met de rode blouse
Je ziet aan haar gelaat iets van ontevredenheiddan had ze maar niet zo doorzichtig door het leven moeten gaan
want niet alleen haar ogen priemenmaar ook die zwarte vliegende schotel op het hoofd?
Waar liep jij haar dan precies tegen het lijf Staf?dacht dat wij elkaar ergens in Mechelen passeerdenliep tegen haar op maar werd meteen teruggekaatst
wel werd ik keihard tegen een blinde muur geslingerd
zij moest ook lachen want het was niet onprettigik vroeg nog van: is hier een auto zaak in de buurt
want de bumpers van mijn auto vangen niks opze trok haar schouders omhoog en liep boos weg?
Een paar dagen later kwam ik er weer tegenhad ze een beige vliegende schotel op het hoofd
ze droeg weer die rooie opzichtige doorzichtige blousemaar wat die clown ineens weer naast haar moest?
Toen pas ging er ineens bij mij een lichtje brandenhet was natuurlijk een reclame: een soort circusstel
ben er toch maar effies naar toe gelopen en gevraagdtreedt u op in Circus Ronaldo en kreeg een knietje?
niet zo’n zachte ook want ik liep gewoon uit mekaaren zij lachen Staf het leek meer op schuddebuikenze stond heel dichtbij me en haar borsten klotsten
zowat in mijn oren en zei ze: dat krijg je d’r nou van?
Bloemeke van Vlaanderen
Alice, laat mij nou maar dromenwaar ik beland
onze jonkheid zo tomeloos
is het alreeds voorbestemddat man en vrouw
geen vrienden kunnen zijn?
als ik val voor jouw poëzieen jij voor de mijne
verlang ik dan slapeloosnaar jouw lichaam?
mijn beeld hangt bij jougroots aan de wand
bewondering is een wonder
bloemeke lief bloemekeik bescherm uw zwakke steeltje
en draag u in de palmenvan mijn handen
naar oogverblindend teer kristal
* Alice Nahon stierf 37 jaar jong
Piëta
Staf, als ik mij in haar verplaatsonwillekeurig ook in jou
wekt eveneens mijn droefenis
drie in één pakket van ongeloof
hoe dit gebeuren konloste totaal niets op in ons
zeg maar wederkerend lijden
gecompliceerd in veel facettenzij blijft de uitverkoren vrouw
geboortemoeder der ontsteltenis
zag haar kind steeds kleiner groeienzoals wij jou met al het schone werk
doch geloof hoop en liefde
ons allergrootste leef pakketlaten wij toch nimmer los
ogen rijzen steeds weer naar het zwerk
al blijkt bijstand ver te zoekenvolgt op het allerlaatst moment nog hulp
wonder ik maar even uit de doeken
Veders
Nu wij toch weer evenaan het parlepauwen zijnparlevinken past hier niet
over veren en vedershet meest over jouw kunst
als hangoudjesop een sober bankje
onderhand mijn ogen dwalendoor adembenemende tuinen
niet eerder ter plekkezo intens waargenomen
deinen er drie studies voorbijwaar uit ik kiezen mag
ik lijm ze wel even aanelkaar
de keuze is niet aan mijplaats er eentje
op jouw eigen pauwentroon
Maria Knops
Ach, ik liet op deze oudere vrouwmijn oog vallen
of zij het gevoeld heeftzou ik niet durven zeggen
kan het ook niet weerleggenwat maakt het uit
behalve dan dat ze gehuwd wasals de vrouw van mijn baas
waar ik werkte als meubelmaker
was meer genegenheidmaar of ik van liefde kon spreken?
ik mocht die vrouw gewoondat speciale hormoon van mij
ging tekeer als een gek
als zij heupwiegend dookvan de ene stoel in de anderedan had zij het misschien ook?
ze kirde een tikkeltje hoogmaar ik was nog een broekie
at nog een koekie van eigen deegwat moet je?
zelf na de dood van mijn baasen vlak voor de hare
kwam ik er nog over de vloerik lag allang niet meer op de loer
1e wereldoorlog 1914 – 1918
Toch wisten wijamper
van oorlogdoch alleen de naam alwas een verschrikking
als de dood was ikvluchtte naar Ierlandeen jaar later terug
ingelijfdin de ladderdes doodsloopgraven
slokte mij opverminkte
mijn rechterarmen hand
laterin een invalidenkampontpopte ik talenten
begonte tekenen
te schilderengeen stoppen meer aan
in mijn achterhoofdgillende kinderenkrijsende ouders
de doodde graven
zoekende ogenzeeën vol tranen
Ongehuwd
Het is nu eenmaal zoben de enige nietnooit zitten tobbenmet het waarom
creërenkwam in de plaats
voelde mijeenvoudige godvan de creatie
wijder en wijderom mij heen
nooit gevraagdwie of wat
mijn liefdes zijn
had ze alin scheppingen
waar ik maar wildekuste en copuleerde
in fantasieën
waar Freudgeen kaas
van heeft gegetenik ben mijn eigen
eenvoudigeanalyse
Met lede ogen aanzien
Een illusionist ben jij die emoties weet los te makenmet welvingen van kleur en goochel je met tonenzacht en week pastel die overgaan in felle tinten
waar mijn oogleden niet van gaan hangen
nu ik het nogmaals over oogleden hebvraag ik mij voor de verandering toch weer eens af
wat er achter die half geopende oogleden schuiltin jouw schilder en beeldhouwwerken
vragen zij om analyse?
daar moet een psycholoog aan te pas komen wanthet intrigeert mij in het bijzonder want je kunt mij niet wijsmaken
dat jij bij het creëren al zo moe was maar er is een redendie als een paal boven water staat!
speelde het toen al door jouw hoofd met lede ogenaanzien en het vooruitzien van verlatenheid?
of is het een familietrekje?van jouw moederskant
Natuurlijke zaak
Hoe ouder je wordtdichterbij het sterven komt
zoveel geschilderd heb als ikdenk je daar eerder over na
filosofie over erfrechtwie zal al mijn werk gaan erven?
ikzelf verkoos isolementaspiratie los ging laten
je kunstkring wordt veel kleinernietiger zomaar te zeggen
dat huist gewoon in mijneem mijn alter ego nou?
amper fluistert na te denkenover ego’s lopen meningen uiteeneigen visie ziet dan om de hoek
zonder vrouw geen nazaten
wie kan mijn oeuvre na de doodvoor iedereen bereikbaar maken?aspiratie sloeg over naar inspiratie
uiteindelijk viel mijn keuze
Bonheiden Rijmenam natuurlijk!dat lijkt mij een goede zaak!
of ik moet de plank misslaan?
Vanuit mijn visie Staf
Maar even tussen ons gezegd en verzwegenjij was toch al behoorlijk op weg en niet alleenom je omgeving te veroveren als strijder voor
eigen schone scheppingsdrift?
sloot jij niet een te nauw verbond met eenvoud?begrijp je wel omdat ik hetzelfde raakvlak heb
mijn ambities zijn nu ook zeer beperkt enherken dat rustverlangen
vat ook dat jij inmiddels de dief van mijn dagen nachtrust bent omdat er niets tastbaar is
alleen virtueel moet ik een beeld te vormen enhak ik te veel in op Bonheiden en Rijmenam
reist mij steeds weer de vraag of het wel juist isdat wij hen als zondebok zien en het wel klopt
wij hen de zwarte Piet toespelen omdat er NIETeerbiedige ruimte is waar men zich kan verbazen
men kreeg het toentertijd zomaar van jouin de schoot geworpen en laten wij eerlijk zijn
om ons bloot te willen geven dat de bestuurderser geen kaas van hadden gegeten wat zij
aannamen en veel te gretig waren
dat is de andere kant van de medaille en was ergenoeg geld om alles te kunnen financieren?
logischerwijs had men het kunnen doorspelen naar hetstadsbestuur van Mechelen, lege kerken genoeg!
Ode aan een bijna dode
Zwart en zwaardagen lang als nachten werden
eindeloos en diepspelonken krochten graven
naar de hel
waar vocht en schimmelsoverwegend langs de muren druipendraagkracht
op hun tocht naar de verrottingopgeslagen beelden deden krijsen
tegen wil en dank sluit ik mij inom te redden wat er te redden valtstruikel over bijna dood vergeten
oude transparante geest der kunst
samen met mij verder wildehij werd veel eerder ingesloten
door belofteszijn werk aan narren toevertrouwdeen kunsthuis als een kathedraal
voor iedereen toegankelijkwaar wij nog steeds naar snakken
met onze grote eerste vriendzijn fakkeldrager Lybaert
die nog steeds voor hem een weg baant…
http://youtu.be/5OlabcDl_Ks
Daar sta je dan met je goeie gedrag
Is dit stank voor dank: jij als monumentjemet amper omheen lopers donker in de nachtdaarom heeft Lybaert jou met heel veel moeite
extra in het licht geplaatst
Ben zo trots op die manom jou te kunnen ten•toon•stel•len
zo maar mag la ten zien?
zonder het hamerenvan een trouwe volgeling
had jij er niet gestaan!
of het een verdienste iswij kennen het hoofd maar al tegoed
al vanaf jouw jonkheid
is er geen andere plekbijvoorbeeld een leegstaande kerk?
want jij bent aanbidding waard
als middelpunt van alle kunstwerkenkomt allen tezamen
hier behoort een beeldenstorm
van bezoekers op de knieënhier moet een koor van engelen zingen
die voor spasmodermie zorgen
http://www.youtube.com/watch?v=BcBQclozy3U
Laten wij gaan zitten
Neem Staf’s poëzie ter handwant hij heeft meer talenten
dan u denkt
het is een giftdie hij aan de gehele wereld
schenkt
ook hier ontdekt menzijn eenvoud
in het duidelijke woord
niets wordt erin een omhaal van woorden
cryptisch vermoord
hij streelt in ’t Vlaamsmijn hartekind
zo puur
dat in geenenkele taal
zo lieflijk klinkt
zijn bloemkensstrelen
oog en hart
Poëzie van August ‘Staf’ Gillé
Dromen
Dromen, altijd maar dromen,Dromen om tot schilderen te komen,Schilderen wat men denkt en voelt,
Schilderen dat naar hoger doelt.Wanneer mijn werk U heeft bekoord,
was’t mijn droom die U heeft doorgloord.Niets meer kan mijn binnenste geven
dat U vraagt om te beleven.Schilderen dat het hoogste doeltSchilderen wat het harte voelt,
was mijn droomMijn enige droom.
Kunstenaarszieltjes
Op een vroegen zomermorgen,De zon was nog verborgen
Achter morgendauw: ’t was Gods werk.Ik wandelde, doch voelde mij niet sterk,
door de wijde beemden het “Spuihuis” voorbij,Ik weende bij het zien der vele bloemkens langs mijn zij.
Ze schenen mij zeer tevreden te wezen,Door de warme zonne nu verrezen.Kleine bloemkens gelukkig en blijDoor de zonne geholpen en vrij.
Wat zoudt gij doen zonder de zonneEn hare warmte, was uw leven niet begonnen
En nu leeft gij voort en weet waar naartoe.Middag, gans de dag tot ’s avonds moe.
En wanneer gij haar niet meer hebt vandoen,Verdwijnt de zonne achter een gordijn van groen.
Gelukkige bloemkens,Gelukkige bloemkens …
A. GILLE (1892-1989)(omstreeks 1927)
Zij die met me leed
Zij die met me leed, mijn brave moe,Ze weet ook van ’t oneerlijk gedoe.Hoe ouder en hoe grijzer ze blijkt,Hoe nader ze Gods moeder gelijkt.
Zij was arm, die met me leed te zeer,Met haar diepe zachte blikken te meer,Zij alleen weet hoezeer ik heb gewerkt.
Oude moeder met een taaie wil gesterkt.
En toch hopen we tezaam te sterven,Met de gave die ons is gegeven,
Voor hen, die het willen vergoeden,Tot hem die we noemen: de goede.
De goede aller, God, hierboven,Die we ootmoedig hebben te loven.O moeder! Hij is die schikt ons lot,
Ik heb met U beiden ook meermaals gespot.
Moeder!
Hoe heerlijk klinkt haar naam:moeder, moeder,
mijn allerliefste moeder..
Moeder!
Moeder was goed.Als kind konden we moeder niet missen.
Was er iets verkeerddan gingen we
bij moedertroost zoeken
en vonden het telkens.
Moeder !
Hoe menigmaalhebben we haar verweten
voor al wat slecht is…Wat moet zij
in haar binnensteveel geleden hebben
maar,
Moeder was goed.Hoe ouder we worden
hoe meer we dat inzien.
Moeder !
Vergeef het onsvoor onze dwaasheden
en soms ook onverschilligheid.We weten, lieve moeder,dat we hebben misdaan
en jij steeds ons hartverblijdt.
Moeder !
Onze gedachten aan jouzullen nooit vergaan.
Zij die men vergeet
Aan het kruis hangt Gij Heer met een doornenkroon,Aan de IJzer ligt gij soldaat zo schoon,
Voor wie is ’t dat ge hebt gezwicht?Voor hen die verzuimden hun plicht.
Herinner u wie er streed?Zij die men vergeet.
Aan het kruis Heer met Uw blik zo zacht,Aan de IJzer soldaat met uw bleke lippen zonder klacht,
Voor wie is ’t dat ge offerde uw bloed?Voor hem, die u nog ziet, noch groet.
Herinner u wier er leed?Zij die men vergeet.
Almachtige God met Uw hemels huis,Het zijn de oudstrijders van Uw kruis,
Die zich geheel schonken voor hetgeen was in nood,En met U smeken hun recht, hun brood.
Wie is ’t die nog lijdt?Zij die men benijdt.
Kindertjes onschuldig lief en teer,Wilt u vragen en bidden de Heer
Dat men ’t kruis en de IJzer in eer zou bewaren,De mensen voor altoos zouden bedaren.
Met een dank van wie leed?Zij die men vergeet.
Het Mechelsbroek
Voor mij was het Mechelsbroekhet bovenste gedeelte
van de aardbol.
Men kon er zo goed de sterrenbekijken en de zon zien reizen
en weer zien ondergaan.
We zagen in de verteSt.-Romboutstoren pronken als uitzicht
de machtigste Toren op aardewaarschijnlijk omdat hij
geen punt heeft.
Als de wind goed stondhoorden we de beiaard spelen.
En dit van in het middender beemden.
Toen ik gans alleenwandelde in het Mechelsbroek
de weide in, ging ik net:op de weg naar de hemel :
Wilde bloemen en de bomendie me tegenlachtede vogels zongen.
We zweefden hogerwaartsen we hoorden vanuit de hemel
engelenkoren zingen en ons hart zong mee….
DE WIND
Op de fiets vocht ik graagtegen de wind.
Maar,hij was mij steeds de baas.
Wat zijn wij kleine schepselsop “ons” wereldje.
De natuurelementenkan niemand meester.En er is niets mooier…
DE ZON
Probeer maar eensde zon te schilderen.
We kunnen ze wel voorstellenop de ene of andere manier,
dat is ook al.Als de zon schijntzweven we in hogere sferen
zijn we opgetogen en voldaan.
HET LICHT
Het natuurschoonde eindeloze hemel,
daarbij het waarderen der kunstschept ons diepe vreugde.
Er brandt Licht in ons binnenste,of de zon schijnt in ons hart.
Juichen en danken wehet eeuwige mysterie !
OVER DE WEIDE: http://youtu.be/XU-kXUahtNo
Van mijn prilste jeugd af, liep ik langs de Kapoenenweg het broek in!Ik ben duizenden malen in de beemden geweest!
Op alle tijdstippen van het jaar, op elk uur van de dag, ook als het donker was.Met goed weer en slecht weer, met stil weer en met storm, in regen en zonneschijn
bij koud en warm weer, ook als het zeer koud of heet was.Ik heb er kikvorsen zien slaan en zoveel anders bijgewoond: vogels vangen, jagenvissen. De sloten en greppels zien kuisen. Ik heb er zien maaien en heb er mee in
’t hooi gewerkt. Ik heb er koeien zien kalven en ik heb ze zien melken.Ik heb gewandeld en gelopen en over beken gesprongen.
Ik heb er gefloten, gezongen en lawaai gemaakt, gezwommen en geschaatstpaddenstoelen gezocht en vele bloempjes geplukt.
Ik heb er de vogels horen zingen en ook de engelen van uit de hemel, en ik deed mee!Ik heb er bewonderd en bemind.
Ik heb er met vissen, vogels en andere dieren gesproken.Ik sprak er met bloemen. Ik heb ze alle zeer blij geweten, maar ze hadden ook hun strijd.
In de beemden vertoeven is heilzaam voor de gezondheid naar lichaam en geest.Daarbij geeft het ons de moed en men leert er de waarde van de verdraagzaamheid kennen.
Onze blikken strekken er hoger en wijder, men komt er in geestdrift en dat zet aantot voortbrengen, werken en nog werken! Zijn gedachten op het werk kunnen zetten
is de énige troost!In de beemden wordt men nooit oud, men kan er zo kinderlijk tevreden zijn.
En hoe meer ik er nu naartoe ga, hoe meer ik er van houd, en hoe krachtiger en mooier,neen! hoe goddelijker de beemdenwereld –al wat er groeit en bloeit en leeft, héél zijn
bevolking –mij voorkomt, en hoe meer ik er mee samenleef en er in opga!
De open, vrije natuur wordt men nooit moe, zij is altijd anders en nieuw.Wij moeten er nog altijd méér naartoe, en ze nog hoger leren achten
A. Gillé, 1948.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, micro-film op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schrijver.
No part of this proëtry may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means, without writtenpermission from the writer: ©® Laurens Windig
Laurens Windig Poezie Planeet:http://members.chello.nl/l.windig
YouTube kanaal: http://www.youtube.com/user/windigful
E-books: http://issuu.com/windig
Bron: Dominik Lybaert: http://www.august-gille.be
http://nl.wikipedia.org/wiki/August_Gill%C3%A9
Portfolio: http://augustgille.com
Introductiefilm AG werken: by Rudolf Dierckx: http://www.youtube.com/watch?v=RYyQAcQE4Rs
Kunstwerken te bewonderen via Facebook:https://www.facebook.com/august.s.gille?fref=ts
Fotografie o.a: Dhr. (wijlen) Jo Haazen. Brecht Cloetens, Dominik Lybaert
Laurens Windig 1943
Amsterdammer en Nederlandse dichter, laat zich er nietvan weerhouden veel humor een plaats te geven in zijnwerk, maar vooral ook drama: wie mij leest en naar mijluistert zal willen glimlachen en ook ontroering willenvoelen. Bijzonder thuis voelt hij zich in de rij Vlaamsedichters welke hij links en rechts ziet als zijn poëtischbalans.
Vooral vrije poëzie boeit hem uitermate, zoals het werkvan de Nederlandse schrijver Pastuiven Verkwil, omdater bij hem geen beperkingen zijn.
Windig gebruikt rijm wanneer het op de meest onvoorzie-ne momenten opduikt. Hij voelt zich gedreven, zoals veledichters, vooral de liefde in al haar vormen een groteplaats in zijn werk te geven. Hij is telkens opzoek naarhet juiste, mooiste gevoel dat erin ons leven bestaat.Persoonlijke liefdevolle, maar vooral ook dramatischelevenservaringen hebben hem tot het schrijven gebracht:invoelen is zijn motto.