3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen...

27
3 de leerjaar 1 Onthoudboekje taal D_eze _werkbundel _is _van <>

Transcript of 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen...

Page 1: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  1

Onthoudboekje taal

D_eze _werkbundel _is _van < >

Page 2: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  2

Inhoudsopgave

Wat moet ik wanneer kennen?

herfsttoets

kersttoets

paastoets

eindtoets

1. Soorten letters (p.3)

2. Woorden met g, ch, gt en cht (p.4 – 5)

3. Korte of lange klank (p.6)

4. Woorden op d en t (p.7)

5. Voorvoegsels en achtervoegsels (p.8)

6. Stam en infinitief (p.9)

7. Woorden met ng of nk (p.10)

8. Meervoud (p.11)

9. Verkleinwoorden (p.12)

10. Woorden met ei (p.13 – 15)

11. Soorten zinnen (p.16)

12. Hoofdletters (p.17)

13. Leestekens (p.18)

14. Samenstellingen (p.19)

15. Woorden met au en auw (p.20)

16. Woorden met aai, ooi, oei, eeuw, ieuw en uw (p.21)

17. Persoonsvorm en onderwerp (p.22)

18. Woordsoorten: lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden (p.23)

19. Alfabet (p.24)

20. Werkwoorden vervoegen (p.25)

21. Vroeger en nu (p.26)

22. Leenwoorden (p.27)

Page 3: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  3

1. Soorten letters klinkers kan ik hard roepen!

medeklinkers kan ik niet hard roepen!

klinkers die kort klinken

klinkers die lang klinken

de doffe e tweeteken -klanken

b beer c circus d duif f duif g weg h haan j jas k ik l mol m mol n nar p pen q quad r beer s jas t teek v vis w weg x box y yoga z zon

a kat e pen i ik o mol u mus y baby

aa haan ee beer oo boom uu muur eu deur oe poes ie dier

de het een gevaar verhaal bezoek fietser sleutel dieren kusje deurtje bliksem adem

ei trein ij ijs ou oud au auto ui duif uw sluw

meerteken -klanken

tweeteken - klanken

ouw vrouw auw blauw aai fraai ooi kooi oei groei eeuw leeuw ieuw nieuw

ng bang nk bank ch lach sj huisje wr wraak Meerteken - klanken sch schip schr schroef

Page 4: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  4

2. Woorden met g, ch, gt en cht Ik hoor ‘g’, ik schrijf g. brug

nog

vlug

weg

De woorden met ch onthoud ik. ach

glimlach

kachel

kuchen

lachen

lichaam

pech

pochen

toch

zich

Werkwoorden met

…g in de stam (ik-vorm)

…gt in de +t-vorm.

buigen

liegen

vegen

ik buig

ik lieg

ik veeg

het buigt

ze liegt

hij veegt

Pas op!

leggen

liggen

zeggen

ik leg

ik lig

ik zeg

hij legt

hij ligt

hij zegt

Na de korte a, e, i, o of u schrijf ik

cht.

nacht

recht

licht

bocht

zucht

Page 5: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  5

2. Woorden met g, ch, gt en cht

Woorden met ch Ach,

wat heeft Jan toch pech!

Hij vergat zijn jas en nu heeft hij het koud.

Zijn hele lichaam rilt. Hij begint zelfs te kuchen.

Hij kan er niet om lachen.

“Kom naar binnen. De kachel brandt heerlijk!”,

pocht zijn vriend.

Jan kan zich verwarmen, heerlijk.

Met een glimlach geniet hij er van.

Werkwoorden met gt De soldaat is moe.

Hij legt zijn geweer neer.

Hij ligt in bed.

Hij zegt niks meer.

Woorden met cht Papa zie slecht en zucht.

Het is midden in de nacht.

In de bocht van de straat is er geen licht.

zacht recht licht bocht zucht

zachtjes rechtse lichtjes bochtje zuchtje

verzachten rechte verlichten bochten gezucht

Page 6: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  6

3. Korte of lange klank                                                              

Page 7: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  7

4. Woorden op d en t

De eindletter d of t? Ik maak het woord langer. Dan hoor ik het.

Grondwoord baar___? baarden baard

taar___? taarten taart

Afleiding paar___je paar___ + je paarden paardje

taar___je taar___ + je taarten taartje

Samenstellingen

Ik hoor een samenstelling.

Ik verdeel de samenstelling en denk na over de woorden.

Ik kleef de woorden terug aan elkaar.

bran___weer bran___ + weer branden brandweer

kaar___spel kaar___ + spel kaarten kaartspel

vil___stif___ vil___ + stif___ vilten, stiften viltstift

Moeilijke woorden

Ik kan niet elk woord op d of t langer maken. Ik onthoud er een paar.

iemand steeds antwoord raadsel geld moed

niemand reeds boodschap voedsel zand verstand

Of ik denk aan het achtervoegsel ig (jeugdig, nodig, zanderig of zandig,

verstandig, moedig, geldig).  

Page 8: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  8

5. Voorvoegsels en achtervoegsels  Ik maak een nieuw woord door vooraan een stukje toe te voegen. Dat stukje is een voorvoegsel. voorvoegsel + woord = afleiding ge + vaar Dat is een groot gevaar.

be + taal Ik betaal twintig euro.

ver + keer Het is druk verkeer.

te + veel Er is hier een teveel aan volk.

on + weer We verwachten onweer.

                                   Ik maak een nieuw woord door achteraan een stukje toe te voegen. Dat stukje is een achtervoegsel. woord + achtervoegsel = afleiding beloon + ing Krijg ik een beloning?

bak + erij Ik koop brood in de bakkerij.

raad + sel Kan je dat raadsel oplossen?

brand + baar Pas op! Dat is brandbaar.

waak + zaam De hond is waakzaam.  

Page 9: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  9

6. Stam en infinitief

                         

Page 10: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  10

7. Woorden met ng of nk

ng nk

bang bank bange wij drinken langs links vinger winkel

Werkwoorden met ngt en nkt

ngt nkt

hij brengt An drinkt wie zingt? de hond jankt

de aap hangt wie schenkt in? zij springt hij bedankt mij

Twijfel ik tussen ngt en nkt? Ik verleng het woord, dan hoor ik het.

Hij zingt een liedje. wij zingen De boot zinkt. boten zinken

                 

Page 11: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  11

8. Meervoud

het enkelvoud het gaat om één

het meervoud het gaat om meer dan één Het kind slaapt in een mooi bed onder een warm deken. De kinderen slapen in mooie bedden onder warme dekens.

+ en + s + eren

duif duiven bank banken sleutel sleutels ei eieren

huis huizen haai haaien varken varkens kind kinderen

nacht nachten leeuw leeuwen venster vensters volk volkeren

schoen schoenen ring ringen winkel winkels lied liederen

Bij sommige meervoudsvormen moet je letten op de open en gesloten

lettergrepen.

kip è kippen aap è apen

mes è messen spook è spoken

bal è ballen steen è stenen

hok è hokken schuur è schuren

auto è auto’s

paraplu è paraplu’s

baby è baby’s

oma è oma’s

ski è ski’s

Page 12: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  12

9. Verkleinwoorden Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

etje. Het gaat om iets kleins.

 + je + tje

hoed hoedje dier diertje

tent tentje stoel stoeltje

wolk wolkje zee zeetje

   

+ pje + etje

(ik let op voor de

gesloten lettergrepen)

bloem bloempje koningin koninginnetje

boom boompje man mannetje

kraam kraampje zon zonnetje

   

Enkele moeilijke

blad blaadje

glas glaasje

schip scheepje                      

Page 13: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  13

10. Woorden met ei

Het ei-verhaal van het derde leerjaar

Rome, 6 mei, 10 jaar voor Christus

Julia is een kleine meid van tien jaar. Ze woont in de Romeinse havenstad

Ostia. Gisteren zei haar mama: “Meisje, binnen vier jaar trouw je met

Marcus.” Julia heeft hem in het geheim al eens gezien. Ze vindt hem een

knappe jongen. Marcus werkt in een groot huis waar schapen en geiten zijn.

Julia’s broer Titus is twaalf jaar oud. Hij vaart

voor het eerst mee op een zeilschip. De

boot vertrekt voor een reis van zes dagen

naar een ver eiland. Ze vervoeren graan.

Titus zal heimwee hebben naar huis. Het

afscheid nemen van beide ouders en van

Julia is niet leuk. De jongens moeten in het begin allerlei werkjes doen:

poetsen, soep maken van prei en eieren koken. De kapitein is streng. Titus

heeft geen eigen plekje en slaapt bij tien andere mannen. Een reiger vliegt

over. Dat is een sein. Er is land in zicht!

De papa van Julia en Titus is arbeider. Keizer Augustus woont in een groot

paleis in Rome en wil heel veel bouwen. Papa heeft gewerkt aan een

prachtige fontein midden op een plein. Maar nu helpt papa wegen bouwen.

Elke dag vorderen de mannen een eind. Het is een enorm karwei. Soms

gebruiken ze platte keien die ze op de grond aanstampen. De mannen

wroeten in de klei of kappen bergen steen weg. Ze gaan dwars door een

heide of weiland. Ze hakken eikenbossen om.

Page 14: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  14

10. Woorden met ei

Eekhoorns weten niet meer waar hun eikels liggen.

Ze gaan op de vlucht. De weg loopt verder door het

eigendom van de eigenaars.

Over die eindeloze banen stappen de soldaten. Hun

leider stapt fier vooraan. Ook reizigers reizen over

deze wegen. Er waren geen auto’s, geen fietsen en

geen treinen.

Julia gaat niet naar school. Ze helpt mama in het huishouden. Zo maakt ze

confituur van aardbeien en honing. Marcus zal dat ook wel lusten. Elke avond

gaat ze naar de kade om te wachten op haar broer Titus. A

B C

D

E

F

aardbei, aardbeien, aardbeitje afscheid allebei allerlei arbeid, arbeider, arbeidster beide, beiden ei, eieren, eitje eigen, eigenaar, eigenares, eigendom eik, eiken, eikenbos eikel, eikels, eikeltje eiland, eilanden, eilandje eind, einde, eindje, eindeloos fontein, fonteinen, fonteintje

G

H I J

K

L M

geheim, geheimen, geheimpje geit, geiten, geitje hei, heide kapitein, kapiteins, kapiteintje karwei, karweien, karweitje kei, keien, keitje keizer, keizerin, keizers klei, kleien klein, kleine, kleinste leider, leidster, leiding mei, meimaand meid, meiden, meidengroep meisje, meisjes

Page 15: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  15

10. Woorden met ei

N

O

P

Q

R

S

paleis, paleizen, paleisje plein, pleinen, pleintje prei, preisoep reiger, reigers, reigertje reis, reizen, reisje, reiziger reizen, ik reis, hij reist Romein, Romeins, Romeinse sein, seinen, seintje

T

U

V

W X

Y

Z

trein, treinen, treintje wei, weide, weiland zei, mama zei, zij zeiden zeil, zeilen, zeiltje, zeilschip zeilen, ik zeil, hij zeilt

                                           

Page 16: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  16

11. Soorten zinnen Met een zin kan je iets meedelen.

We spreken dan van een mededelende zin.

Ik ben een mooi meisje. Het is koud. .

Met een zin kan je iets vragen.

We spreken dan van een vragende zin.

Eet jij graag choco? Wie gaat er op reis? ?

Met een zin kan je een bevel of opdracht geven.

We spreken dan van een bevelende zin.

Ga zitten. Eet je bord leeg! . _of !

Met een zin kan je iets uitroepen.

We spreken dan van een uitroepende zin.

Pas op voor die brandnetels! Ik heb honger! !

     

E_en _bevel _heeft _geen _onderwerp.

Page 17: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  17

12. Hoofdletters Ik schrijf een hoofdletter bij:

1. het begin van een zin en na een punt, een vraagteken en een uitroepteken.

Oei! Ik ben de weg kwijt. Zal ik het vragen?

2. een naam, voornaam, straat, gemeente, stad en land.

Mijn naam is Juul De Koster. Ik woon in de Stationstraat in Turnhout.

Turnhout is een stad in Vlaanderen. Vlaanderen ligt in België.

België ligt in Europa.

3. een taal.

Ik spreek Vlaams en Turks. Mijn vriend spreekt ook Turks en vele kinderen in

onze straat spreken Spaans.

4. wie of wat heilig is.

De christenen lezen de Bijbel, de moslims lezen de Koran

en de joden lezen de Thora. Dat zijn drie heilige boeken.

5. feestdagen.

Wanneer het Pasen is, rapen de kinderen paaseieren.

Op 1 mei vieren we de Dag van de Arbeid.

6. bij aardrijkskundige namen zoals stromen, gebergten, meren en zeeën.

De Rijn is een stroom van 1233 kilometer lang. Hij ontspringt in de Zwitserse

Alpen en mondt uit in de Noordzee.

Page 18: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  18

13. Leestekens Leestekens helpen me juist te lezen. Ik schrijf een…

leesteken naam wanneer?

. punt op het einde van een zin waarin ik iets zeg

of meedeel.

De kip legt elke dag een ei.

? vraagteken op het einde van een zin waarin ik iets

vraag.

Waar woont Willem Van Overloop?

Ken jij het antwoord? ! uitroepteken op het einde van een zin waarin ik iets

uitroep of beveel.

Wat een fijne dag! Leg die bal neer!

Hoera! : dubbele punt voor een opsomming.

In onze klas zitten drie jongens: Jens, Jakob en

Jelle.

, komma tussen de woorden van een opsomming. In onze tuin staan veel bloemen: rozen, anjers,

tulpen en lelies.

en tussen twee vervoegde werkwoorden.

Terwijl Kristof zingt, speelt hij gitaar.

   

Page 19: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  19

14. Samenstellingen Ik kan nieuwe woorden maken door woorden samen te voegen.

Het stappenplan…

1. Ik hoor een samenstelling.

2. Ik verdeel de samenstelling en ik denk na over elk woord.

3. Ik kleef de woorden terug aan elkaar.

zee + man = zeeman

glas + scherf = glasscherf

herfst + storm = herfststorm

water + straal = waterstraal

kippen + hok = kippenhok

beren + poten = berenpoten

auto + bus = autobus

kei + tof = keitof

buur + vrouw = buurvrouw

autorijden = auto + rijden

brandgevaar = brand + gevaar

brandblusser = brand + blusser

brandweerwagen = brand + weer + wagen

           

Page 20: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  20

15. Woorden met au en auw augustus

auto, autootje, automaat

blauw, blauwe

flauw, flauwe

gauw

grauw, grauwe

kauw, kauwen, kauwtje

klauw, klauwen, klauwtje

nauw, nauwe

paus

pauw, pauwen, pauwtje

rauw, rauwe

saus, sauzen, sausje

wenkbrauw, wenkbrauwen

Wanneer schrijf ik au, ou, auw of ouw?

Ik hoor een woord met een au/ou-klank.

Staat het woord in mijn au-lijst?

Ja, ik schrijf de au van auto.

Nee, ik schrijf de ou van oud.

Welke medeklinker hoor ik na de au/ou-klank?

Ik hoor w. Ik schrijf auw van blauw of ouw van

touw.

pauw

hij klauwt

vrouw

ik bouw

Ik hoor een andere medeklinker. Ik schrijf au of ou

en die andere medeklinker.

auto

saus

oud

koud

 

I_k _let _op! N_ou, _ik _wou _dat _ik _zou _kunnen _zeggen:

’I_k _hou _van _jou, _ook _in _de _kou,

_vooral _van _jouw _mooie _ogen.’

Page 21: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  21

16. Woorden met aai, ooi, oei, eeuw, ieuw en uw  Aai, ooi, oei, eeuw en ieuw zijn

meertekenklanken. Die veranderen

nooit!

Uw is een tweetekenklank. Die

verandert nooit!

 aai ooi oei

fraai hooi foei

fraaie mooie ik groei

vlaaien mooiste koeien

wie zaait? Wij strooien pa roeit

eeuw ieuw uw

Wij geeuwen kieuwen zij duwen

meeuwen nieuw ma duwt

leeuw nieuwe ruw

het sneeuwt nieuws ruwe  

sneeuw + man = sneeuwman

nieuws + bericht = nieuwsbericht

leeuwen + kooien = leeuwenkooien                        

Page 22: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  22

17. Persoonsvorm en onderwerp

Page 23: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  23

18. Woordsoorten Lidwoorden Lidwoorden staan voor het zelfstandig naamwoord. Er zijn drie lidwoorden: de, het en een.

Er zit een vogel op de nok van het huis. Zelfstandige naamwoorden Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die een naam geven aan iets of iemand. Je gebruikt ze voor dieren, mensen, dingen, plaatsen en (eigen)namen. Je kan er meestal een lidwoord voor zetten. Zelfstandige naamwoorden kunnen tastbaar zijn of niet. Twee broers, een klets, een klomp, een stomp, de prins, jouw trots Bijvoeglijke naamwoorden Bijvoeglijke naamwoorden staan bij een zelfstandige naamwoorden. Ze geven er meer uitleg over. Er kunnen meerdere bijvoeglijke naamwoorden bij één zelfstandig naamwoord staan.

een eenvoudige taak de stoere jongens de slimme, grote, sterke en ronduit fantastische Kristof Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die zeggen wat iets of iemand doet of wat gebeurt.

Jan fietst naar huis tegen de wind in. Het begint hard te regenen. Dikke druppels rollen over zijn wangen. Mama moet lachen. Eindelijk thuis! Mama wrijft zijn natte haren droog.

Page 24: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  24

19. Alfabet Twijfel ik aan een woord, dan zoek ik het woord op. Ik ken mijn alfabet.

Waarom leer ik het alfabet? Ik kan woorden opzoeken of ordenen.

Als ik woorden orden, kijk ik naar de beginletter. aap – beer – canapé – deur – egel

Is de beginletter gelijk? Dan kijk ik naar de tweede letter. haas – hert – hik – hoek – huis

Page 25: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  25

20. Werkwoorden vervoegen Enkele werkwoordsvormen Een werkwoord kan heel wat vormen hebben. Het onderwerp bepaalt hoe ik de persoonsvorm schrijf. Het onderwerp en de persoonsvorm zijn beste maatjes.

- Het getal Het onderwerp staat in het enkelvoud of in het meervoud. De persoonsvorm dus ook. Wanneer het getal van het onderwerp verandert, dan verandert ook het getal van de persoonsvorm.

Het kind schommelt. De kinderen schommelen. Ik ben jarig. Wij zijn jarig.

- De persoon

Het onderwerp staat in de eerste, tweede of derde persoon. De persoonsvorm dus ook. 1e persoon ik speel, wij spelen 2e persoon jij speelt, jullie spelen 3e persoon hij speelt, de kinderen spelen de stam de uitgang de infinitief de kortste vorm van het werkwoord

wat aan de stam wordt gekleefd

De langste vorm van het werkwoord (t.t.)

Ik fiets nu. Fiets is de stam.

Hij fietst naar huis. Fiets is de stam. t is de uitgang.

Wij fietsen nu. Fietsen is de infinitief.

infinitief ik-vorm (stam) stam+t-vorm wij-vorm stappen ik stap hij stapt wij stappen schrijven ik schrijf Aube schrijft wij schrijven slapen ik slaap zij slaapt wij slapen

Page 26: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  26

21. Vroeger en nu

nu vroeger

Warre draagt een zware boekentas.

Dominick en Ionas spelen op het

pleintje.

Warre droeg een zware boekentas.

Dominick en Ionas speelden op het

pleintje

Wat nu gebeurt, noemen we de

tegenwoordige tijd (t.t.)

Wat vroeger gebeurde, noemen we

de verleden tijd (v.t.)

nu, vandaag, zo dadelijk,

onmiddellijk, straks,…

vroeger, gisteren, vorige week, vorig

jaar, toen, lang geleden,…

Page 27: 3. Onthoudboekje taal - klashannes.files.wordpress.com · In de bocht van de straat is er geen licht. ... Een verkleinwoord is een naamwoord met een achtervoegsel je, tje, pje of

3de leerjaar  

  27

22. Leenwoorden Leenwoorden zijn woorden die uit een andere taal komen.

Wij spreken Nederlands. In Frankrijk spreken ze Frans en in Engeland Engels.

In Spanje spreekt men Spaans en in Portugal Portugees. Sommige kinderen

leren Latijn en Grieks.

Wij spreken Nederlands, maar gebruiken heel wat woorden die uit andere

talen komen. Willen we die woorden correct schrijven, dan moeten we goed

onthouden hoe we ze schrijven.

Welk woord ken

ik? Van welk woord

komt het? Uit welke taal

komt het? agent

alfabet avontuur banaan

brutaal hotel

kanaal kanon

kapot katoen

konijn lokaal

manier papier

perron raket

tapijt telefoon

tomaat

agens

alphabetum aventure banana

brutal hôtel

canal canon

kaput coton

cuniculus local

manière papyrus

perron rakete

tapeis tele + fone

tomate

Latijn

Latijn Frans Portugees

Frans Frans

Frans Frans

Duits Frans

Latijn Frans

Frans Latijn

Oudfrans Duits

Oudgrieks Oudgrieks

Spaans