School van de toekomst geeft geen onvoldoendes · 2018. 7. 12. · waar ze hoog, hoger, hoogst in...

Post on 18-Aug-2020

0 views 0 download

Transcript of School van de toekomst geeft geen onvoldoendes · 2018. 7. 12. · waar ze hoog, hoger, hoogst in...

tekst Marten van de Wierfoto’s Vincent van den Hoogen

Hoe ziet een school er over vijf-tien, twintig jaar uit?‘Als er dan nog een school is, alsgebouw. Het hele concept schoolkrijgt een nieuwe definitie. Devorm is niet relevant. Als in hettheater het licht en decor weg-vallen, maar je hebt een speler enje hebt publiek, dan is het nogsteeds theater. Veel kinderenontwikkelen zich onvoldoendein de huidige gebouwen. Datdoen ze in de pauzes, in het

weekeind op social media of in debossen. Er zijn indianen die inhet oerwoud, zonder school,uitstekend onderwijs krijgen.Leren is niet voorbehouden aaneen plek.’

En los van het gebouw, hoe zietde school van de toekomst eruit?‘De nieuwe school richt zich opde menselijke verhoudingen, gaatterug naar de menselijke maat.Het instituut onderwijs is eenoud model. We praten met grootgemak over de uniciteit vanmensen, maar in het onderwijs

maken we het individu onder-geschikt aan het systeem. Wevertrouwen op selectie in plaatsvan op kansen. Dat manifesteertzich in straf en normering. Als jeje slecht gedraagt, zet de leraar jeuit de klas, en als je slecht rekentkrijg je een onvoldoende. Denieuwe school heeft maar éénregel nodig: we sluiten niemandbuiten. Een leraar die iemand opde gang zet of een onvoldoendegeeft, sluit buiten. Die heeftgeen recht van spreken alskinderen onderling dat ook doen.Problemen als schooluitval,pesten en spijbelen hebben wezelf gecreëerd. De druk op kinde-ren is immens.’

Wat doet de leraar van detoekomst daaraan?‘Die kijkt door het gedrag van deleerlingen heen. Niet: jij moet eruit, want jij bent vervelend. Maar:je hoort erbij, wat kan ik voorje doen? De leraar moet hunperspectief innemen, een veilige

omgeving bieden, en ze van daar-uit autonomie geven. Autonomieis een van de basisbehoeftes vanieder mens. We staan aan hetbegin van de emancipatie van hetkind.’’Een leraar moet een beetje achter-overleunen en steeds meer aankinderen overlaten. Ik noem datpedagogische tact. Hij moet erwel bijblijven, heel aandachtig.Maar uiteindelijk leren kinderenzelf lezen en zelf ruzies oplossen.’

Past het competitieve school-systeem niet bij de hardemaatschappij waarin leerlingenstraks terecht komen? Dan lerenze daarmee omgaan.‘Dat is niet waar. We zien in dezecrisistijd dat juist bedrijven waarhet menselijk kapitaal centraalstaat, de familiebedrijven, hetgoed doen. En een harde wereldvraagt niet van kinderen dat zezelf hard zijn. Ze redden hetdaarin juist beter als ze empatischen solidair zijn.’

Blijven we leren in groepen?‘Ja, mensen hebben behoefte aanrelaties met anderen. Maar dathoeft niet te betekenen dat kinde-ren fysiek in dezelfde ruimte zijn.E-colleges, Skype: digitaal kan er

Onderwijsbegeleider uit Hees-wijk-Dinther. Is projectleider vanhet expertisecentrum DuurzaamOpvoeden en Ontwikkelen(onderdeel van Fontys Pabo Eind-hoven) en mede-oprichter vanhet Nederlands instituut voor on-derwijs en opvoedingszaken. Hijstond aan de wieg van Ervarings-Gerichte basisschool Uilenspiegelin Boekel. Schrijft boeken overonderwijs en begeleidt scholendie een omslag willen makennaar ‘verantwoord onderwijsmet een betere relatie met hunleerlingen’.

Rechts tekenen kinderen schat-kaarten, daarachter zit een groep-je kleuters te eten. Links spelenkinderen in de poppenhoek (hier‘rollenspelhoek’). Achterin staatde deur naar de speelzaal open.Kinderen rennen bij basisschoolWittering.nl in Rosmalen in enuit. Guus Schonenberg loopt rondmet een boterham in zijn hand.Af en toe dromt een groepjekinderen rond hem samen, daar-na gaan ze weer door naar hunvolgende activiteit. ‘Guus, mogenwe in de taal- en rekenhoek’,vraagt een meisje. ‘Nee, jufMarianne is er nu niet’, zegtSchonenberg. ‘Guus, ik ga eten’,deelt een jongen mee. ‘Goed’,reageert Schonenberg.Welkom in Unit 1 van Witte-ring.nl. Aan klaslokalen doen zehier niet. In één oogopslag zie jehier tachtig kinderen tegelijk. Deunit is één grote ruimte, waarinmet kasten en tafels verschillende‘hoeken’ zijn gemaakt. Drie leer-krachten lopen rond, al heten ze‘begeleider’ of ‘regisseur’. Unit 2,waar kinderen vanaf 6 jaar heengaan, ligt een halve verdiepinghoger. De twee units zijn alleendoor een balustrade en een trapjegescheiden. Zo is heel Witte-ring.nl één grote, open ruimte:drie units, 260 kinderen, negenleerkrachten.Bij binnenkomst lijkt het pauzete zijn, maar de chaos is schijn. Inwerkelijkheid zijn de meestekinderen hard aan het werk. Zehebben veel vrijheid, maar nietonbeperkt en niet allemaal even-veel. ‘Het gaat erom wat goed isvoor de ontwikkeling van iederkind’, legt regisseur MarianneRongen uit. ‘Keuzevrijheid is

geen goddelijk middel. Het enekind loodsen we via een vastestructuur door de dag, het andereheeft zo’n goed inzicht in zijneigen noden en behoeften dat hetalle ruimte aan kan.’Taal- en rekeninstructie is er ook,op vaste momenten van de dag,in groepjes van maximaal tienleerlingen met ongeveer hetzelfdeniveau. ‘Grotere groepen zijn nieteffectief’, zegt Rongen. ‘Dat blijktuit onderzoek.’Scholen die alleen aandachthebben voor taal en rekenen,doen kinderen tekort, zegtRongen. ‘Het gaat ook om zelf-discipline, het krijgen van eenrealistisch zelfbeeld, initiatiefrijken gedreven zijn. Ontdekken wat

jou voldoening of plezier geeft.80 procent van deze kinderenkomt terecht in beroepen diewe nu nog niet kennen. Hoe detoekomst eruit ziet, weten weniet. Maar ik weet wel: degene dieweet wat hij wil, heeft de bestekansen op de arbeidsmarkt.’Rick (7) weet wat hij wil:bouwen. Hij laat twee foto’s zien.‘Dit zijn het vooraanzicht enzijaanzicht van een huis. Dat ben

ik aan het nabouwen met lego.’Hij vindt het fijn om meer tekunnen kiezen dan op eennormale school. ‘Maar bij wat jekiest, krijg je wel een opdracht’,legt hij uit.Zo kent Wittering.nl meer struc-tuur dan je zou denken. Iedereunit kent dezelfde ‘hoeken’, zoalsde eurekahoek (voor techniek enwetenschap) en het atelier (voortekenen en handenarbeid). Inieder atelier liggen dezelfdematerialen in hetzelfde laatje.Kinderen vinden zo moeiteloosde weg. Het schooljaar isopgedeeld volgens acht ‘kern-concepten’, die ieder jaar terugkomen. ‘Groei en leven’ is er één,‘macht’ is een andere. Nu staan

alle units in het teken van ‘tijd enruimte’ en dit jaar ligt binnen datthema de nadruk op kaarten, plat-tegronden en schaal. Er liggenatlassen, en er hangt een seriefoto’s waarbij de camera inzoomtvan de hele aardbol, tot een dorp,tot een bacterie. De kleuters lerende trappen van vergelijking, enin de speelzaal staat een klimrekwaar ze ‘hoog, hoger, hoogst’ inde praktijk kunnen brengen. Over-al is over nagedacht.De 11-jarige Keya is blij met haarschool. Haar moeder koos voorWittering.nl omdat ze hier inhaar eigen tempo kan leren,vertelt Keya. ‘Ik kon al lezen toenik begon. Ze wilde niet dat ik mezou vervelen.’

Het ene kind krijgt eenvaste structuur, hetandere alle ruimte

Ontdekken wat jou voldoening geeft‘Het gaat ook omzelfdiscipline, eengoed zelfbeeld eninitiatief nemen.’

Onderwijskenner Marcel van Herpenziet de school van de toekomstvooral als een school die het kindserieus neemt. Zonder straf enzonder cijfers.

MARCEL VAN HERPEN (45)

School van de toekomst geeft

‘‘

� Regisseur Marianne Rongen: ‘Scholen die alleen aandacht hebben voor taal en rekenen, doen kinderen tekort.’

4

geweldig veel. De school wordtmeer netwerk-achtig, vermoed ik.Je ziet bij de huidige generatie aldat digitaal contact soms dezelfdebehoefte bevredigt als fysiekcontact.’

Is er nog een vast onderwijs-programma?‘Wij leerden nog hoofdrekenen,en kenden rijtjes dorpen uit onshoofd, hoor ik leraren zeggen. Datzijn dezelfde mensen die nu aan

hun kleinkinderen vragen hoe zede TomTom moeten instellen.Wat is nu belangrijker, die dor-pen of het kunnen bedienen vaneen navigatiesysteem? De vraagaan de opvoeder is wat de nieuwe

generatie nodig heeft. Wat iederegeneratie in elk geval nodig heeftzijn waarden: respect, verbonden-heid en dergelijke. Die moeten zemeekrijgen om zelf keuzes te kun-nen maken. Spellen is een lastige.Ik denk dat het op dit momentgek zou zijn om de spelling volle-dig los te laten. Maar moeten zenog weten wie Napoleon is? Daar-over moeten leraren in gesprekgaan met kinderen en ouders.’

Den Haag vindt juist ouderwetstaal- en rekenonderwijs ennormen als de Citotoets steedsbelangrijker.’Verandering komt nooit uit DenHaag. De minister wordt te veelbeïnvloed door hypes, waarvoorze naar de Tweede Kamer moetkomen. Leraren mogen zich nooitverschuilen achter Den Haag ofde Onderwijsinspectie. De leraarmoet kijken naar het kind. Goederesultaten legitimeren vanzelf denieuwe manier van onderwijs.Verandering komt van onderop.’

Mondomijn ligt net buiten deHelmondse nieuwbouwwijk DeVeste, waar de zon opkomt bovenbraakliggend land. De medewer-kers staan klaar in de ontvangst-hal, het ‘ouderdomijn’. De kinde-ren komen aan tussen 7.30 en 8.30uur - afhankelijk van het roostervan pa of ma - en krijgen eenhand van hun begeleider. Zepakken hun pakketje met werken gaan aan de slag.Dit is een school op onontgonnenterrein. Het definitieve gebouw iseind volgend jaar klaar. DirecteurJoke Tillemans ziet het voordeelvan de huidige noodbouw: ‘Diekonden we precies zo laten plaat-sen als gewenst.’ De kinderen zijnverdeeld in vier leeftijdsgroepenvan 0 tot 12 jaar. De school heeftdaarom vier centrale ruimtes(‘domijnen’). Daaromheen zijnkleinere ruimtes voor instructie,muziek of handenarbeid.Mondomijn is een ‘integraal kind-centrum’: kinderopvang, basis-school en naschoolse opvangineen. Er is muziekles, sport enlogopedie. Dus geen gesjouwmeer met kinderen van de enenaar de andere plek. Ze kunnenhier zelfs eten ’s avonds. ‘Wedekken samen de tafel en lerenze tafelmanieren’, zegt MargotSchreurs, de tweede directeur.Maar is het niet beter als ouderszelf met hun kinderen eten?Tillemans: ‘Veel ouders komenom half zeven van hun werk. Alsze dan nog moeten koken eneten, dan is dat heel druk. Wijhoren van ouders dat ze die tijdliever gebruiken om met de kinde-ren een boekje te lezen.’Het concept slaat aan bij de twee-verdieners in de nieuwbouwwijk.

Het kindcentrum bestaat nu tweejaar en heeft 180 kinderen.Ouders zijn ook bereid iets terugte doen. Natuurlijk wel opmomenten dat het hen uitkomt.De evenementencommissie, dievieringen organiseert, vergadert’s ochtends om 8.30 uur - voordatde ouders naar hun werk gaan.In ‘domijn 2’ is Charlotte (4)bezig met een kom water en watvoorwerpen: een sleutel, een stuk-je rubber. Ze probeert uit wat erdrijft. ‘Dit is een trucje van dejuf’, zegt ze, terwijl ze de sleutelpakt. ‘Deze gaat naar de bodem.’Aan de muur hangen plaatjes. Dekinderen plakken eerst hun per-soonlijke magneetje bij bijvoor-beeld ‘blokken’ of ‘boek’. Daarna

pas mogen ze met de blokken aande slag, of in de voorleeshoek. Alvanaf het allereerste begin lerende kinderen bewust te kiezen envooruit te plannen. In ‘domijn 3’(6 tot 9 jaar) kiezen ze zelf of zein het stille deel of het samen-werk-deel van de ruimte gaanzitten.De oudsten in ‘domijn 4’ beslis-sen en plannen het meeste zelf.Daar hangen twee rijtjes met

naammagneten. Kinderen dieverplicht meedoen aan eeninstructie rechts, kinderen diezichzelf aanmelden links. Instruc-ties duren maximaal 15 minuten.Langer kunnen de meeste kinde-ren niet goed opnemen. ‘Zo’nlange instructie is vaak op eendeel van de kinderen ook niet vantoepassing: ze weten het al, of zezijn er juist nog niet aan toe. Diezitten dan te wachten. Wijgeven korte instructie op maat’,verklaart Tillemans.In ieder ‘domijn’ zorgt een teamvan leerkrachten, pedagogischmedewerkers en vakleerkrachtenvoor maximaal 80 kinderen. ‘Kin-deren kunnen de hele dag in eenvertrouwde omgeving blijven,

met een vaste groep medewer-kers, die allemaal mogen doenwaar ze goed in zijn. In de ‘oudesituatie’ praat je als ouder met deleerkracht, dan met de medewer-ker van de buitenschoolseopvang, dan met de muziek-leraar’, zegt Tillemans. ‘Hieroverlegt het team onderling.’Kinderen hebben ook eenmentor, waarmee ze hun doelenbespreken. ‘Bijvoorbeeld lerenkoken, een sport en begrijpend le-zen verder ontwikkelen. Samenmaken ze een plan, dat ze na tienweken evalueren. Dat is niet vrij-blijvend.’ Ook ouders kunnenhun kind ‘realtime’ volgen: toets-resultaten komen meteen op hetouderportaal op internet.

Kinderen maken met hunmentor een plan, lerenkoken bijvoorbeeld

‘Na school, sporten muziekles kunje hier ’s avondszelfs eten’

Geen gesjouw meer met kinderen

� Pedagogische tact. Een leraar metpedagogisch tact stelt zich bewustterughoudend op. Hij gebruikt zijnintuïtie en schenkt zijn leerlingenvertrouwen.

� Pedagogisch leiderschap. Eenschooldirecteur ís zijn school. Hijis het morele kompas van leerlin-gen en leerkrachten. Vooral op ver-nieuwende scholen realiserenschoolleiders dat.

� Vrijheid voor kinderen. Al sinds deinvoering van het Studiehuis inhet Voortgezet Onderwijs wordtgeëxperimenteerd met meer vrij-heid voor kinderen. Zij krijgen ooksteeds meer verantwoordelijkheid.

� ICT. Op sommige scholen krijgenalle leerlingen tablet-computers.Netjes schrijven zal er steeds min-der toe doen. Het onderwijs leidtmensen op voor de toekomst enmoet hierin voorop lopen. Lerarenmoeten nieuwsgierig zijn naar watkinderen met ICT doen.

‘‘

geen onvoldoendes

� Op het Mondomijn in Helmond kunnen kinderen de hele dag in hun vertrouwde omgeving blijven.

TRENDS VOLGENSMARCEL VAN HERPEN

EINDHOVENS DAGBLAD DINSDAG 5 MAART 2013 jongLEREN 5