School van de toekomst geeft geen onvoldoendes · 2018. 7. 12. · waar ze hoog, hoger, hoogst in...

1
tekst Marten van de Wier foto’s Vincent van den Hoogen Hoe ziet een school er over vijf- tien, twintig jaar uit? ‘Als er dan nog een school is, als gebouw. Het hele concept school krijgt een nieuwe definitie. De vorm is niet relevant. Als in het theater het licht en decor weg- vallen, maar je hebt een speler en je hebt publiek, dan is het nog steeds theater. Veel kinderen ontwikkelen zich onvoldoende in de huidige gebouwen. Dat doen ze in de pauzes, in het weekeind op social media of in de bossen. Er zijn indianen die in het oerwoud, zonder school, uitstekend onderwijs krijgen. Leren is niet voorbehouden aan een plek.’ En los van het gebouw, hoe ziet de school van de toekomst eruit? ‘De nieuwe school richt zich op de menselijke verhoudingen, gaat terug naar de menselijke maat. Het instituut onderwijs is een oud model. We praten met groot gemak over de uniciteit van mensen, maar in het onderwijs maken we het individu onder- geschikt aan het systeem. We vertrouwen op selectie in plaats van op kansen. Dat manifesteert zich in straf en normering. Als je je slecht gedraagt, zet de leraar je uit de klas, en als je slecht rekent krijg je een onvoldoende. De nieuwe school heeft maar één regel nodig: we sluiten niemand buiten. Een leraar die iemand op de gang zet of een onvoldoende geeft, sluit buiten. Die heeft geen recht van spreken als kinderen onderling dat ook doen. Problemen als schooluitval, pesten en spijbelen hebben we zelf gecreëerd. De druk op kinde- ren is immens.’ Wat doet de leraar van de toekomst daaraan? ‘Die kijkt door het gedrag van de leerlingen heen. Niet: jij moet er uit, want jij bent vervelend. Maar: je hoort erbij, wat kan ik voor je doen? De leraar moet hun perspectief innemen, een veilige omgeving bieden, en ze van daar- uit autonomie geven. Autonomie is een van de basisbehoeftes van ieder mens. We staan aan het begin van de emancipatie van het kind.’ ’Een leraar moet een beetje achter- overleunen en steeds meer aan kinderen overlaten. Ik noem dat pedagogische tact. Hij moet er wel bijblijven, heel aandachtig. Maar uiteindelijk leren kinderen zelf lezen en zelf ruzies oplossen.’ Past het competitieve school- systeem niet bij de harde maatschappij waarin leerlingen straks terecht komen? Dan leren ze daarmee omgaan. ‘Dat is niet waar. We zien in deze crisistijd dat juist bedrijven waar het menselijk kapitaal centraal staat, de familiebedrijven, het goed doen. En een harde wereld vraagt niet van kinderen dat ze zelf hard zijn. Ze redden het daarin juist beter als ze empatisch en solidair zijn.’ Blijven we leren in groepen? ‘Ja, mensen hebben behoefte aan relaties met anderen. Maar dat hoeft niet te betekenen dat kinde- ren fysiek in dezelfde ruimte zijn. E-colleges, Skype: digitaal kan er Onderwijsbegeleider uit Hees- wijk-Dinther. Is projectleider van het expertisecentrum Duurzaam Opvoeden en Ontwikkelen (onderdeel van Fontys Pabo Eind- hoven) en mede-oprichter van het Nederlands instituut voor on- derwijs en opvoedingszaken. Hij stond aan de wieg van Ervarings- Gerichte basisschool Uilenspiegel in Boekel. Schrijft boeken over onderwijs en begeleidt scholen die een omslag willen maken naar ‘verantwoord onderwijs met een betere relatie met hun leerlingen’. Rechts tekenen kinderen schat- kaarten, daarachter zit een groep- je kleuters te eten. Links spelen kinderen in de poppenhoek (hier ‘rollenspelhoek’). Achterin staat de deur naar de speelzaal open. Kinderen rennen bij basisschool Wittering.nl in Rosmalen in en uit. Guus Schonenberg loopt rond met een boterham in zijn hand. Af en toe dromt een groepje kinderen rond hem samen, daar- na gaan ze weer door naar hun volgende activiteit. ‘Guus, mogen we in de taal- en rekenhoek’, vraagt een meisje. ‘Nee, juf Marianne is er nu niet’, zegt Schonenberg. ‘Guus, ik ga eten’, deelt een jongen mee. ‘Goed’, reageert Schonenberg. Welkom in Unit 1 van Witte- ring.nl. Aan klaslokalen doen ze hier niet. In één oogopslag zie je hier tachtig kinderen tegelijk. De unit is één grote ruimte, waarin met kasten en tafels verschillende ‘hoeken’ zijn gemaakt. Drie leer- krachten lopen rond, al heten ze ‘begeleider’ of ‘regisseur’. Unit 2, waar kinderen vanaf 6 jaar heen gaan, ligt een halve verdieping hoger. De twee units zijn alleen door een balustrade en een trapje gescheiden. Zo is heel Witte- ring.nl één grote, open ruimte: drie units, 260 kinderen, negen leerkrachten. Bij binnenkomst lijkt het pauze te zijn, maar de chaos is schijn. In werkelijkheid zijn de meeste kinderen hard aan het werk. Ze hebben veel vrijheid, maar niet onbeperkt en niet allemaal even- veel. ‘Het gaat erom wat goed is voor de ontwikkeling van ieder kind’, legt regisseur Marianne Rongen uit. ‘Keuzevrijheid is geen goddelijk middel. Het ene kind loodsen we via een vaste structuur door de dag, het andere heeft zo’n goed inzicht in zijn eigen noden en behoeften dat het alle ruimte aan kan.’ Taal- en rekeninstructie is er ook, op vaste momenten van de dag, in groepjes van maximaal tien leerlingen met ongeveer hetzelfde niveau. ‘Grotere groepen zijn niet effectief’, zegt Rongen. ‘Dat blijkt uit onderzoek.’ Scholen die alleen aandacht hebben voor taal en rekenen, doen kinderen tekort, zegt Rongen. ‘Het gaat ook om zelf- discipline, het krijgen van een realistisch zelfbeeld, initiatiefrijk en gedreven zijn. Ontdekken wat jou voldoening of plezier geeft. 80 procent van deze kinderen komt terecht in beroepen die we nu nog niet kennen. Hoe de toekomst eruit ziet, weten we niet. Maar ik weet wel: degene die weet wat hij wil, heeft de beste kansen op de arbeidsmarkt.’ Rick (7) weet wat hij wil: bouwen. Hij laat twee foto’s zien. ‘Dit zijn het vooraanzicht en zijaanzicht van een huis. Dat ben ik aan het nabouwen met lego.’ Hij vindt het fijn om meer te kunnen kiezen dan op een normale school. ‘Maar bij wat je kiest, krijg je wel een opdracht’, legt hij uit. Zo kent Wittering.nl meer struc- tuur dan je zou denken. Iedere unit kent dezelfde ‘hoeken’, zoals de eurekahoek (voor techniek en wetenschap) en het atelier (voor tekenen en handenarbeid). In ieder atelier liggen dezelfde materialen in hetzelfde laatje. Kinderen vinden zo moeiteloos de weg. Het schooljaar is opgedeeld volgens acht ‘kern- concepten’, die ieder jaar terug komen. ‘Groei en leven’ is er één, ‘macht’ is een andere. Nu staan alle units in het teken van ‘tijd en ruimte’ en dit jaar ligt binnen dat thema de nadruk op kaarten, plat- tegronden en schaal. Er liggen atlassen, en er hangt een serie foto’s waarbij de camera inzoomt van de hele aardbol, tot een dorp, tot een bacterie. De kleuters leren de trappen van vergelijking, en in de speelzaal staat een klimrek waar ze ‘hoog, hoger, hoogst’ in de praktijk kunnen brengen. Over- al is over nagedacht. De 11-jarige Keya is blij met haar school. Haar moeder koos voor Wittering.nl omdat ze hier in haar eigen tempo kan leren, vertelt Keya. ‘Ik kon al lezen toen ik begon. Ze wilde niet dat ik me zou vervelen.’ Het ene kind krijgt een vaste structuur, het andere alle ruimte Ontdekken wat jou voldoening geeft ‘Het gaat ook om zelfdiscipline, een goed zelfbeeld en initiatief nemen.’ Onderwijskenner Marcel van Herpen ziet de school van de toekomst vooral als een school die het kind serieus neemt. Zonder straf en zonder cijfers. MARCEL VAN HERPEN (45) School van de toekomst geeft ‘‘ Regisseur Marianne Rongen: ‘Scholen die alleen aandacht hebben voor taal en rekenen, doen kinderen tekort.’ 4 geweldig veel. De school wordt meer netwerk-achtig, vermoed ik. Je ziet bij de huidige generatie al dat digitaal contact soms dezelfde behoefte bevredigt als fysiek contact.’ Is er nog een vast onderwijs- programma? ‘Wij leerden nog hoofdrekenen, en kenden rijtjes dorpen uit ons hoofd, hoor ik leraren zeggen. Dat zijn dezelfde mensen die nu aan hun kleinkinderen vragen hoe ze de TomTom moeten instellen. Wat is nu belangrijker, die dor- pen of het kunnen bedienen van een navigatiesysteem? De vraag aan de opvoeder is wat de nieuwe generatie nodig heeft. Wat iedere generatie in elk geval nodig heeft zijn waarden: respect, verbonden- heid en dergelijke. Die moeten ze meekrijgen om zelf keuzes te kun- nen maken. Spellen is een lastige. Ik denk dat het op dit moment gek zou zijn om de spelling volle- dig los te laten. Maar moeten ze nog weten wie Napoleon is? Daar- over moeten leraren in gesprek gaan met kinderen en ouders.’ Den Haag vindt juist ouderwets taal- en rekenonderwijs en normen als de Citotoets steeds belangrijker. ’Verandering komt nooit uit Den Haag. De minister wordt te veel beïnvloed door hypes, waarvoor ze naar de Tweede Kamer moet komen. Leraren mogen zich nooit verschuilen achter Den Haag of de Onderwijsinspectie. De leraar moet kijken naar het kind. Goede resultaten legitimeren vanzelf de nieuwe manier van onderwijs. Verandering komt van onderop.’ Mondomijn ligt net buiten de Helmondse nieuwbouwwijk De Veste, waar de zon opkomt boven braakliggend land. De medewer- kers staan klaar in de ontvangst- hal, het ‘ouderdomijn’. De kinde- ren komen aan tussen 7.30 en 8.30 uur - afhankelijk van het rooster van pa of ma - en krijgen een hand van hun begeleider. Ze pakken hun pakketje met werk en gaan aan de slag. Dit is een school op onontgonnen terrein. Het definitieve gebouw is eind volgend jaar klaar. Directeur Joke Tillemans ziet het voordeel van de huidige noodbouw: ‘Die konden we precies zo laten plaat- sen als gewenst.’ De kinderen zijn verdeeld in vier leeftijdsgroepen van 0 tot 12 jaar. De school heeft daarom vier centrale ruimtes (‘domijnen’). Daaromheen zijn kleinere ruimtes voor instructie, muziek of handenarbeid. Mondomijn is een ‘integraal kind- centrum’: kinderopvang, basis- school en naschoolse opvang ineen. Er is muziekles, sport en logopedie. Dus geen gesjouw meer met kinderen van de ene naar de andere plek. Ze kunnen hier zelfs eten ’s avonds. ‘We dekken samen de tafel en leren ze tafelmanieren’, zegt Margot Schreurs, de tweede directeur. Maar is het niet beter als ouders zelf met hun kinderen eten? Tillemans: ‘Veel ouders komen om half zeven van hun werk. Als ze dan nog moeten koken en eten, dan is dat heel druk. Wij horen van ouders dat ze die tijd liever gebruiken om met de kinde- ren een boekje te lezen.’ Het concept slaat aan bij de twee- verdieners in de nieuwbouwwijk. Het kindcentrum bestaat nu twee jaar en heeft 180 kinderen. Ouders zijn ook bereid iets terug te doen. Natuurlijk wel op momenten dat het hen uitkomt. De evenementencommissie, die vieringen organiseert, vergadert ’s ochtends om 8.30 uur - voordat de ouders naar hun werk gaan. In ‘domijn 2’ is Charlotte (4) bezig met een kom water en wat voorwerpen: een sleutel, een stuk- je rubber. Ze probeert uit wat er drijft. ‘Dit is een trucje van de juf’, zegt ze, terwijl ze de sleutel pakt. ‘Deze gaat naar de bodem.’ Aan de muur hangen plaatjes. De kinderen plakken eerst hun per- soonlijke magneetje bij bijvoor- beeld ‘blokken’ of ‘boek’. Daarna pas mogen ze met de blokken aan de slag, of in de voorleeshoek. Al vanaf het allereerste begin leren de kinderen bewust te kiezen en vooruit te plannen. In ‘domijn 3’ (6 tot 9 jaar) kiezen ze zelf of ze in het stille deel of het samen- werk-deel van de ruimte gaan zitten. De oudsten in ‘domijn 4’ beslis- sen en plannen het meeste zelf. Daar hangen twee rijtjes met naammagneten. Kinderen die verplicht meedoen aan een instructie rechts, kinderen die zichzelf aanmelden links. Instruc- ties duren maximaal 15 minuten. Langer kunnen de meeste kinde- ren niet goed opnemen. ‘Zo’n lange instructie is vaak op een deel van de kinderen ook niet van toepassing: ze weten het al, of ze zijn er juist nog niet aan toe. Die zitten dan te wachten. Wij geven korte instructie op maat’, verklaart Tillemans. In ieder ‘domijn’ zorgt een team van leerkrachten, pedagogisch medewerkers en vakleerkrachten voor maximaal 80 kinderen. ‘Kin- deren kunnen de hele dag in een vertrouwde omgeving blijven, met een vaste groep medewer- kers, die allemaal mogen doen waar ze goed in zijn. In de ‘oude situatie’ praat je als ouder met de leerkracht, dan met de medewer- ker van de buitenschoolse opvang, dan met de muziek- leraar’, zegt Tillemans. ‘Hier overlegt het team onderling.’ Kinderen hebben ook een mentor, waarmee ze hun doelen bespreken. ‘Bijvoorbeeld leren koken, een sport en begrijpend le- zen verder ontwikkelen. Samen maken ze een plan, dat ze na tien weken evalueren. Dat is niet vrij- blijvend.’ Ook ouders kunnen hun kind ‘realtime’ volgen: toets- resultaten komen meteen op het ouderportaal op internet. Kinderen maken met hun mentor een plan, leren koken bijvoorbeeld ‘Na school, sport en muziekles kun je hier ’s avonds zelfs eten’ Geen gesjouw meer met kinderen Pedagogische tact. Een leraar met pedagogisch tact stelt zich bewust terughoudend op. Hij gebruikt zijn intuïtie en schenkt zijn leerlingen vertrouwen. Pedagogisch leiderschap. Een schooldirecteur ís zijn school. Hij is het morele kompas van leerlin- gen en leerkrachten. Vooral op ver- nieuwende scholen realiseren schoolleiders dat. Vrijheid voor kinderen. Al sinds de invoering van het Studiehuis in het Voortgezet Onderwijs wordt geëxperimenteerd met meer vrij- heid voor kinderen. Zij krijgen ook steeds meer verantwoordelijkheid. ICT. Op sommige scholen krijgen alle leerlingen tablet-computers. Netjes schrijven zal er steeds min- der toe doen. Het onderwijs leidt mensen op voor de toekomst en moet hierin voorop lopen. Leraren moeten nieuwsgierig zijn naar wat kinderen met ICT doen. ‘‘ geen onvoldoendes Op het Mondomijn in Helmond kunnen kinderen de hele dag in hun vertrouwde omgeving blijven. TRENDS VOLGENS MARCEL VAN HERPEN EINDHOVENS DAGBLAD DINSDAG 5 MAART 2013 jongLEREN 5

Transcript of School van de toekomst geeft geen onvoldoendes · 2018. 7. 12. · waar ze hoog, hoger, hoogst in...

Page 1: School van de toekomst geeft geen onvoldoendes · 2018. 7. 12. · waar ze hoog, hoger, hoogst in de praktijk kunnen brengen. Over-al is over nagedacht. De 11-jarige Keya is blij

tekst Marten van de Wierfoto’s Vincent van den Hoogen

Hoe ziet een school er over vijf-tien, twintig jaar uit?‘Als er dan nog een school is, alsgebouw. Het hele concept schoolkrijgt een nieuwe definitie. Devorm is niet relevant. Als in hettheater het licht en decor weg-vallen, maar je hebt een speler enje hebt publiek, dan is het nogsteeds theater. Veel kinderenontwikkelen zich onvoldoendein de huidige gebouwen. Datdoen ze in de pauzes, in het

weekeind op social media of in debossen. Er zijn indianen die inhet oerwoud, zonder school,uitstekend onderwijs krijgen.Leren is niet voorbehouden aaneen plek.’

En los van het gebouw, hoe zietde school van de toekomst eruit?‘De nieuwe school richt zich opde menselijke verhoudingen, gaatterug naar de menselijke maat.Het instituut onderwijs is eenoud model. We praten met grootgemak over de uniciteit vanmensen, maar in het onderwijs

maken we het individu onder-geschikt aan het systeem. Wevertrouwen op selectie in plaatsvan op kansen. Dat manifesteertzich in straf en normering. Als jeje slecht gedraagt, zet de leraar jeuit de klas, en als je slecht rekentkrijg je een onvoldoende. Denieuwe school heeft maar éénregel nodig: we sluiten niemandbuiten. Een leraar die iemand opde gang zet of een onvoldoendegeeft, sluit buiten. Die heeftgeen recht van spreken alskinderen onderling dat ook doen.Problemen als schooluitval,pesten en spijbelen hebben wezelf gecreëerd. De druk op kinde-ren is immens.’

Wat doet de leraar van detoekomst daaraan?‘Die kijkt door het gedrag van deleerlingen heen. Niet: jij moet eruit, want jij bent vervelend. Maar:je hoort erbij, wat kan ik voorje doen? De leraar moet hunperspectief innemen, een veilige

omgeving bieden, en ze van daar-uit autonomie geven. Autonomieis een van de basisbehoeftes vanieder mens. We staan aan hetbegin van de emancipatie van hetkind.’’Een leraar moet een beetje achter-overleunen en steeds meer aankinderen overlaten. Ik noem datpedagogische tact. Hij moet erwel bijblijven, heel aandachtig.Maar uiteindelijk leren kinderenzelf lezen en zelf ruzies oplossen.’

Past het competitieve school-systeem niet bij de hardemaatschappij waarin leerlingenstraks terecht komen? Dan lerenze daarmee omgaan.‘Dat is niet waar. We zien in dezecrisistijd dat juist bedrijven waarhet menselijk kapitaal centraalstaat, de familiebedrijven, hetgoed doen. En een harde wereldvraagt niet van kinderen dat zezelf hard zijn. Ze redden hetdaarin juist beter als ze empatischen solidair zijn.’

Blijven we leren in groepen?‘Ja, mensen hebben behoefte aanrelaties met anderen. Maar dathoeft niet te betekenen dat kinde-ren fysiek in dezelfde ruimte zijn.E-colleges, Skype: digitaal kan er

Onderwijsbegeleider uit Hees-wijk-Dinther. Is projectleider vanhet expertisecentrum DuurzaamOpvoeden en Ontwikkelen(onderdeel van Fontys Pabo Eind-hoven) en mede-oprichter vanhet Nederlands instituut voor on-derwijs en opvoedingszaken. Hijstond aan de wieg van Ervarings-Gerichte basisschool Uilenspiegelin Boekel. Schrijft boeken overonderwijs en begeleidt scholendie een omslag willen makennaar ‘verantwoord onderwijsmet een betere relatie met hunleerlingen’.

Rechts tekenen kinderen schat-kaarten, daarachter zit een groep-je kleuters te eten. Links spelenkinderen in de poppenhoek (hier‘rollenspelhoek’). Achterin staatde deur naar de speelzaal open.Kinderen rennen bij basisschoolWittering.nl in Rosmalen in enuit. Guus Schonenberg loopt rondmet een boterham in zijn hand.Af en toe dromt een groepjekinderen rond hem samen, daar-na gaan ze weer door naar hunvolgende activiteit. ‘Guus, mogenwe in de taal- en rekenhoek’,vraagt een meisje. ‘Nee, jufMarianne is er nu niet’, zegtSchonenberg. ‘Guus, ik ga eten’,deelt een jongen mee. ‘Goed’,reageert Schonenberg.Welkom in Unit 1 van Witte-ring.nl. Aan klaslokalen doen zehier niet. In één oogopslag zie jehier tachtig kinderen tegelijk. Deunit is één grote ruimte, waarinmet kasten en tafels verschillende‘hoeken’ zijn gemaakt. Drie leer-krachten lopen rond, al heten ze‘begeleider’ of ‘regisseur’. Unit 2,waar kinderen vanaf 6 jaar heengaan, ligt een halve verdiepinghoger. De twee units zijn alleendoor een balustrade en een trapjegescheiden. Zo is heel Witte-ring.nl één grote, open ruimte:drie units, 260 kinderen, negenleerkrachten.Bij binnenkomst lijkt het pauzete zijn, maar de chaos is schijn. Inwerkelijkheid zijn de meestekinderen hard aan het werk. Zehebben veel vrijheid, maar nietonbeperkt en niet allemaal even-veel. ‘Het gaat erom wat goed isvoor de ontwikkeling van iederkind’, legt regisseur MarianneRongen uit. ‘Keuzevrijheid is

geen goddelijk middel. Het enekind loodsen we via een vastestructuur door de dag, het andereheeft zo’n goed inzicht in zijneigen noden en behoeften dat hetalle ruimte aan kan.’Taal- en rekeninstructie is er ook,op vaste momenten van de dag,in groepjes van maximaal tienleerlingen met ongeveer hetzelfdeniveau. ‘Grotere groepen zijn nieteffectief’, zegt Rongen. ‘Dat blijktuit onderzoek.’Scholen die alleen aandachthebben voor taal en rekenen,doen kinderen tekort, zegtRongen. ‘Het gaat ook om zelf-discipline, het krijgen van eenrealistisch zelfbeeld, initiatiefrijken gedreven zijn. Ontdekken wat

jou voldoening of plezier geeft.80 procent van deze kinderenkomt terecht in beroepen diewe nu nog niet kennen. Hoe detoekomst eruit ziet, weten weniet. Maar ik weet wel: degene dieweet wat hij wil, heeft de bestekansen op de arbeidsmarkt.’Rick (7) weet wat hij wil:bouwen. Hij laat twee foto’s zien.‘Dit zijn het vooraanzicht enzijaanzicht van een huis. Dat ben

ik aan het nabouwen met lego.’Hij vindt het fijn om meer tekunnen kiezen dan op eennormale school. ‘Maar bij wat jekiest, krijg je wel een opdracht’,legt hij uit.Zo kent Wittering.nl meer struc-tuur dan je zou denken. Iedereunit kent dezelfde ‘hoeken’, zoalsde eurekahoek (voor techniek enwetenschap) en het atelier (voortekenen en handenarbeid). Inieder atelier liggen dezelfdematerialen in hetzelfde laatje.Kinderen vinden zo moeiteloosde weg. Het schooljaar isopgedeeld volgens acht ‘kern-concepten’, die ieder jaar terugkomen. ‘Groei en leven’ is er één,‘macht’ is een andere. Nu staan

alle units in het teken van ‘tijd enruimte’ en dit jaar ligt binnen datthema de nadruk op kaarten, plat-tegronden en schaal. Er liggenatlassen, en er hangt een seriefoto’s waarbij de camera inzoomtvan de hele aardbol, tot een dorp,tot een bacterie. De kleuters lerende trappen van vergelijking, enin de speelzaal staat een klimrekwaar ze ‘hoog, hoger, hoogst’ inde praktijk kunnen brengen. Over-al is over nagedacht.De 11-jarige Keya is blij met haarschool. Haar moeder koos voorWittering.nl omdat ze hier inhaar eigen tempo kan leren,vertelt Keya. ‘Ik kon al lezen toenik begon. Ze wilde niet dat ik mezou vervelen.’

Het ene kind krijgt eenvaste structuur, hetandere alle ruimte

Ontdekken wat jou voldoening geeft‘Het gaat ook omzelfdiscipline, eengoed zelfbeeld eninitiatief nemen.’

Onderwijskenner Marcel van Herpenziet de school van de toekomstvooral als een school die het kindserieus neemt. Zonder straf enzonder cijfers.

MARCEL VAN HERPEN (45)

School van de toekomst geeft

‘‘

� Regisseur Marianne Rongen: ‘Scholen die alleen aandacht hebben voor taal en rekenen, doen kinderen tekort.’

4

geweldig veel. De school wordtmeer netwerk-achtig, vermoed ik.Je ziet bij de huidige generatie aldat digitaal contact soms dezelfdebehoefte bevredigt als fysiekcontact.’

Is er nog een vast onderwijs-programma?‘Wij leerden nog hoofdrekenen,en kenden rijtjes dorpen uit onshoofd, hoor ik leraren zeggen. Datzijn dezelfde mensen die nu aan

hun kleinkinderen vragen hoe zede TomTom moeten instellen.Wat is nu belangrijker, die dor-pen of het kunnen bedienen vaneen navigatiesysteem? De vraagaan de opvoeder is wat de nieuwe

generatie nodig heeft. Wat iederegeneratie in elk geval nodig heeftzijn waarden: respect, verbonden-heid en dergelijke. Die moeten zemeekrijgen om zelf keuzes te kun-nen maken. Spellen is een lastige.Ik denk dat het op dit momentgek zou zijn om de spelling volle-dig los te laten. Maar moeten zenog weten wie Napoleon is? Daar-over moeten leraren in gesprekgaan met kinderen en ouders.’

Den Haag vindt juist ouderwetstaal- en rekenonderwijs ennormen als de Citotoets steedsbelangrijker.’Verandering komt nooit uit DenHaag. De minister wordt te veelbeïnvloed door hypes, waarvoorze naar de Tweede Kamer moetkomen. Leraren mogen zich nooitverschuilen achter Den Haag ofde Onderwijsinspectie. De leraarmoet kijken naar het kind. Goederesultaten legitimeren vanzelf denieuwe manier van onderwijs.Verandering komt van onderop.’

Mondomijn ligt net buiten deHelmondse nieuwbouwwijk DeVeste, waar de zon opkomt bovenbraakliggend land. De medewer-kers staan klaar in de ontvangst-hal, het ‘ouderdomijn’. De kinde-ren komen aan tussen 7.30 en 8.30uur - afhankelijk van het roostervan pa of ma - en krijgen eenhand van hun begeleider. Zepakken hun pakketje met werken gaan aan de slag.Dit is een school op onontgonnenterrein. Het definitieve gebouw iseind volgend jaar klaar. DirecteurJoke Tillemans ziet het voordeelvan de huidige noodbouw: ‘Diekonden we precies zo laten plaat-sen als gewenst.’ De kinderen zijnverdeeld in vier leeftijdsgroepenvan 0 tot 12 jaar. De school heeftdaarom vier centrale ruimtes(‘domijnen’). Daaromheen zijnkleinere ruimtes voor instructie,muziek of handenarbeid.Mondomijn is een ‘integraal kind-centrum’: kinderopvang, basis-school en naschoolse opvangineen. Er is muziekles, sport enlogopedie. Dus geen gesjouwmeer met kinderen van de enenaar de andere plek. Ze kunnenhier zelfs eten ’s avonds. ‘Wedekken samen de tafel en lerenze tafelmanieren’, zegt MargotSchreurs, de tweede directeur.Maar is het niet beter als ouderszelf met hun kinderen eten?Tillemans: ‘Veel ouders komenom half zeven van hun werk. Alsze dan nog moeten koken eneten, dan is dat heel druk. Wijhoren van ouders dat ze die tijdliever gebruiken om met de kinde-ren een boekje te lezen.’Het concept slaat aan bij de twee-verdieners in de nieuwbouwwijk.

Het kindcentrum bestaat nu tweejaar en heeft 180 kinderen.Ouders zijn ook bereid iets terugte doen. Natuurlijk wel opmomenten dat het hen uitkomt.De evenementencommissie, dievieringen organiseert, vergadert’s ochtends om 8.30 uur - voordatde ouders naar hun werk gaan.In ‘domijn 2’ is Charlotte (4)bezig met een kom water en watvoorwerpen: een sleutel, een stuk-je rubber. Ze probeert uit wat erdrijft. ‘Dit is een trucje van dejuf’, zegt ze, terwijl ze de sleutelpakt. ‘Deze gaat naar de bodem.’Aan de muur hangen plaatjes. Dekinderen plakken eerst hun per-soonlijke magneetje bij bijvoor-beeld ‘blokken’ of ‘boek’. Daarna

pas mogen ze met de blokken aande slag, of in de voorleeshoek. Alvanaf het allereerste begin lerende kinderen bewust te kiezen envooruit te plannen. In ‘domijn 3’(6 tot 9 jaar) kiezen ze zelf of zein het stille deel of het samen-werk-deel van de ruimte gaanzitten.De oudsten in ‘domijn 4’ beslis-sen en plannen het meeste zelf.Daar hangen twee rijtjes met

naammagneten. Kinderen dieverplicht meedoen aan eeninstructie rechts, kinderen diezichzelf aanmelden links. Instruc-ties duren maximaal 15 minuten.Langer kunnen de meeste kinde-ren niet goed opnemen. ‘Zo’nlange instructie is vaak op eendeel van de kinderen ook niet vantoepassing: ze weten het al, of zezijn er juist nog niet aan toe. Diezitten dan te wachten. Wijgeven korte instructie op maat’,verklaart Tillemans.In ieder ‘domijn’ zorgt een teamvan leerkrachten, pedagogischmedewerkers en vakleerkrachtenvoor maximaal 80 kinderen. ‘Kin-deren kunnen de hele dag in eenvertrouwde omgeving blijven,

met een vaste groep medewer-kers, die allemaal mogen doenwaar ze goed in zijn. In de ‘oudesituatie’ praat je als ouder met deleerkracht, dan met de medewer-ker van de buitenschoolseopvang, dan met de muziek-leraar’, zegt Tillemans. ‘Hieroverlegt het team onderling.’Kinderen hebben ook eenmentor, waarmee ze hun doelenbespreken. ‘Bijvoorbeeld lerenkoken, een sport en begrijpend le-zen verder ontwikkelen. Samenmaken ze een plan, dat ze na tienweken evalueren. Dat is niet vrij-blijvend.’ Ook ouders kunnenhun kind ‘realtime’ volgen: toets-resultaten komen meteen op hetouderportaal op internet.

Kinderen maken met hunmentor een plan, lerenkoken bijvoorbeeld

‘Na school, sporten muziekles kunje hier ’s avondszelfs eten’

Geen gesjouw meer met kinderen

� Pedagogische tact. Een leraar metpedagogisch tact stelt zich bewustterughoudend op. Hij gebruikt zijnintuïtie en schenkt zijn leerlingenvertrouwen.

� Pedagogisch leiderschap. Eenschooldirecteur ís zijn school. Hijis het morele kompas van leerlin-gen en leerkrachten. Vooral op ver-nieuwende scholen realiserenschoolleiders dat.

� Vrijheid voor kinderen. Al sinds deinvoering van het Studiehuis inhet Voortgezet Onderwijs wordtgeëxperimenteerd met meer vrij-heid voor kinderen. Zij krijgen ooksteeds meer verantwoordelijkheid.

� ICT. Op sommige scholen krijgenalle leerlingen tablet-computers.Netjes schrijven zal er steeds min-der toe doen. Het onderwijs leidtmensen op voor de toekomst enmoet hierin voorop lopen. Lerarenmoeten nieuwsgierig zijn naar watkinderen met ICT doen.

‘‘

geen onvoldoendes

� Op het Mondomijn in Helmond kunnen kinderen de hele dag in hun vertrouwde omgeving blijven.

TRENDS VOLGENSMARCEL VAN HERPEN

EINDHOVENS DAGBLAD DINSDAG 5 MAART 2013 jongLEREN 5