Post on 09-Jul-2020
Dr. Erik Jansen | Associate Lector | Lectoraat Lokale
Dienstverlening vanuit Klantperspectief | Kenniscentrum HAN
SOCIAAL | Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Drs. Cindy Caanen | Onderzoeker, projectleider
implementatietraject 3 (gemeenten) | Wmo-werkplaats Zuyd |
Lectoraat Sociale Integratie, CESRT |Zuyd Hogeschool
16 oktober 2015
LectoraatSocialeIntegratie,CESRT
1. Reflectie casus ZRM
2. Waar gaat het wel om in transformatie binnen wijkteams?
3. Hoe transformeren: Capability Approach (theoretisch kader)
4. Hoe transformeren: Reflexieve professional (praktijkgericht)
5. Deelnemers aan het werk (oefening)
6. Reflectie oefening
Gaat het om het invullen van vragenlijsten, toepassen van instrumenten, uitvoeren van procedures?
Wat is doel, wat is middel?
Wat is “gekanteld werken”?
LectoraatSocialeIntegratie,CESRT
Leefwereld moet centraal staan:
Het gaat om de levens die mensen willen leiden
vanuit hun eigen wensen, mogelijkheden,
verwachtingen, keuzes en aspiraties en wel binnen
hun eigen context
De Capability Approach biedt een integraal, mensgericht kader voor welzijn
Mens-centraal (ethisch individualisme): “a life of human dignity”
Elk mens is een doel op zichzelf
Ontwikkeling leidt tot vrijheid
Breed, normatief begrippenkader voor evaluatie en bestudering individueel welbevinden en kwaliteit van leven politiek filosofische stroming
Onderscheid tussen doelen en middelen
Sluit aan bij filosofisch liberale ideeën over sociale rechtvaardigheid
Meervoudigheid van welzijn
Democratische processen
Biedt een kader voor tegengaan van ongelijkheid
Biedt mogelijk richtlijnen voor evaluatie van sociale arrangementen, beleid en sociale verandering
Capabilities =
“Vrijheden of waardevolle mogelijkheden om het soort leven te leiden dat hij of zij wil leiden of om te doen wat hij of zij wil doen en de persoon te zijn die hij of zij wil zijn (the life one has reason to value)”
Capability is het antwoord op de vraag:
“Wat is een mens in staat om te doen en te zijn?”
~> Reële vermogens
Capability Approach (Sen, 1999; Nussbaum, 2000)
Functioning (=functioneren) is:
Het daadwerkelijke functioneren van een persoon als het resultaat van vrijheden en keuzemogelijkheden
Capabilities:
- leven
- gezondheid
- etc..
Keuzevrijheid Functioning
Mogelijkheden… …scheppen
kansen op…
…een waardevol leven
persoonlijke conversiefactoren
omgevings-
conversiefactoren
sociale conversiefactorennaar Robeyns, 2005
ZRM, e.d.
Hulpbronnen
Antecendenten
van het functioneren
Waar bestaat minimaal menselijk welzijn uit?Theorie van Nussbaum
Nussbaums Centrale Capabilities (universeel) 1. Leven
2. Lichamelijke gezondheid
3. Lichamelijke integriteit
4. Zintuigen, verbeelding en denken
5. Emoties
6. Praktische rede
7. Relatiesa. sociaal
b. afkomst en identiteit
8. Andere soorten
9. Spel
10. Controle over de eigen omgeving a. politiek
b. materieel
CA geïnspireerde reflexieve vragen voorwijkteamleden Wat voor reële mogelijkheden heeft de cliënt (gehad)?
Welke hulpbronnen bieden de cliënt vergroting van zijn of haar optiesof keuzes?
Welke factoren beperken de opties of keuzes en zijn deze tebeïnvloeden?
Wat kunnen we inzetten als middelen en wat is de beoogde outcome (einddoel)?
Welke niet-bedoelde gunstige uitkomsten (unintended outcomes) kunnen we gebruiken?
Welke aspiraties heeft de cliënt/bewoner?
Hoe staat het met de meervoudige capabilities van cliënten?
Etc.
Door te werken vanuit de CA in de praktijkenvan wijkteams ontstaat een meer organischeverbinding in:
Het zoeken naar individuele mogelijkheden omkwaliteit van leven te verbeteren
De verbinding tussen individuele vermogens en collectieve/publieke hulpbronnen
Individueel en collectief gerichte sociaalwerkers/dienstverleners
Dit vereist een reflexieve en op outcome gerichtebenadering van welzijn ipv puur op functioneren en instrumenteel gestuurd handelen
Het is een definitie die in sommige literatuur in verband wordt gebracht met o.a. professioneel handelen en verander-/transformatieprocessen
Het is een persoon of een groep mensen
Het is een vaardigheid, het vermogen om feedback te geven, te zoeken en te ontvangen over de uitvoering van de opgedragen taken; het vermogen om eigen prestaties en prestaties van anderen te observeren of te monitoren
Het een cyclisch proces op individueel en collectief niveau; proces van bewust terugblikken en vooruitblikken zowel direct vanuit concrete beleving als op enige afstand als toeschouwer (H. Vos & H. Vlas, 2000):- terugblikken: leren van wat eerder is gedaan, erachter komen waarom iets wel of
niet goed werkt; bewustzijn groeit mbt wat wel/niet effectief blijkt in specifieke
situaties
- voorblikken: focus krijgen op wat nodig/gewenst is
LectoraatSocialeIntegratie,CESRT
Reflectie is van belang bij (door)ontwikkeling competenties
Reflectie is een hulpmiddel bij:
- transformatie van autonome professionaliteit naar reflectieve en
normatieve professionaliteit (G. Jacobs, 2010)
- leren anders zien, ervaren en voelen (see, feel) anders denken,
werken, handelen (do) (J. Bommerez et al., 2013)
LectoraatSocialeIntegratie,CESRT
Casus Landgraaf:
- proefdraaien met integraal wijkteam
in Ubach over Worms
- opdracht wijkteam: meldingen
oppakken en uitwerken/uitvoeren
transformatieopgave toegangspoort
Mix van modellen/technieken die voortvloeien uit theorieën gericht op:
- ervaringsleren (Dewey, 1916; Kolb, 1984)
- probleem oplossen (Schön, 1983)
- leren reflecteren (Cowan, 1998);
- individueel leren (Korthagen, 1982)
en/of collectief leren (Van Strien,
1975,1986; Dixon, 2002)
Casus Landgraaf
Reflectie is een bewuste, doelgerichte
activiteit die kan worden ingezet voor
verandering van attitude en gedrag.
Een reflexieve professional in het
wijkteam is een professional die:
zich durft kwetsbaar en open op te
stellen;
nieuwsgiering, leergierig is en/of
gefrustreerd;
kritisch interne en
externe dialoog voert
over zien, ervaren,
voelen, denken,
werken, handelen;
bereid is los te laten
en bepaalde mate
van onzekerheid
accepteert.
LectoraatSocialeIntegratie,CESRT
Structureel
Reflectie- en dialoogvragen gebruiken in dagelijks werk (bijv. casusbespreking, voorbereiding en nabespreking keukentafelgesprekken)
Een logboek/dagboek bijhouden (individueel/collectief) en aan reflectiesessies koppelen (bestaande overleggen benutten)
Beoogde veranderingen (output, outcome, impact) meenemen in beoordeling- en functioneringsgesprekken (toezichthouders, bestuurders, managers, uitvoerders)
Incidenteel / additioneel
Intervisiebijeenkomsten / training & coaching (bijv. teamleren/leercoach, Wmo-werkplaats Nijmegen, reflectiesessies/coaching op maat van Wmo-werkplaats Zuyd)
(longitudinaal) onderzoek
LectoraatSocialeIntegratie,CESRT
Reflecteren afhankelijk van:
- persoonlijke factoren (o.a. leerstijlen, persoonlijkheidstype, fase)
- situationele factoren (o.a. aanleiding, context)
Reflectie hoeft niet te leiden tot actie
Voorwaarden voor reflectie: zelfvertrouwen, openheid, creativiteit, en besluitvaardigheid
Voorwaarden voor vervolgactie(s): aanleiding/motivatie (intrinsiek en/of extrinsieke) of waarden, voorkennis, tijd, oriëntatie
LectoraatSocialeIntegratie,CESRT
Reflectievragen (C. Caanen, 2014) Dialoogvragen (Van Biene, 2005; 2014; M. van
Biene, M. Heessels, M. van Erp et al., 2013)
Exploratie: Wat is de vraag? Wat is het
probleem? Wat heb je meegemaakt? Wat heb je
voorgenomen om mee aan de slag te gaan?
Reflectie 1/verdieping exploratie: Wat heb je
gedaan of gezegd? Welke oplossingen of
antwoorden reiken je collega’s aan?
Actie(s): Wat doe of zeg je een volgende keer?
Wat doe je met het advies van je collega’s? Wat
spreek je binnen het wijkteam af?
Reflectie 2/evaluatie (resultaten & effecten): Wat
is het effect tot nu toe? Hebben de
tips/afspraken geleid tot andere uitkomsten?
Wat is veranderd in vergelijking met
vergelijkbare vragen/situaties in het verleden?
Wat zijn de ervaringen (pos/neg)? Wat is aan je
ontglipt wat je je had voorgenomen?
Open vragen: hoe, wie, wat, weke, waar, wanneer
vragen
Wat is kenmerkend voor gekanteld denken,
werken/handelen in deze casus?
Welke signalen wijzen erop dat een
professional gekanteld denkt, werkt/handelt?
Wat is de rol van de instanties die bij de situatie
van de cliënt zijn betrokken?
Hoe stem je jouw taalgebruik af op dat van
cliënt?
Welke achterliggende vragen kunnen met
behulp van het keukentafelgesprek worden
opgespoord?
Welke persoonlijke krachtbronnen boort je aan
om …..?
Welke ondersteuning is gevraagd vanuit het
sociale of informeel netwerk van de cliënt?
Welke competenties gebruikt je als je contact
hebt met de cliënt?
LectoraatSocialeIntegratie,CESRT
Vorm een groepje van 4-6 personen
Een van de deelnemers brengt een casus van een wijkteam of van wijkgericht werken in (5 min.)
Ieder verzint voor zichzelf een reflexieve vraag en schrijft deze op een kaartje (2 min.)
De vragen worden op tafel gelegd, kort toegelicht en met je groep ga je in gesprek over een route van “beneden” naar “boven” (20 min.): Bovenaan: vragen tav einddoel, of uiteindelijke beoogde uitkomst
Onderaan: vragen tav instrumentele doelen
Bereid een pitch voor om je casus en bijbehorende vragenordening plenair te presenteren (3 min.)
LectoraatSocialeIntegratie,CESRT
LectoraatSocialeIntegratie,CESRT
Dr. Erik Jansen
Wmo-werkplaats Nijmegen / Lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit
Klantperspectief | Kenniscentrum HAN SOCIAAL | Hogeschool van
Arnhem en Nijmegen
(024) 353 03 68
erik.jansen@han.nl
www.han.nl | www.wmowerkplaatsnijmegen.nl
Drs. Cindy Caanen
Wmo-werkplaats Zuyd | Lectoraat Sociale Integratie, CESRT | Zuyd
Hogeschool
(043) 346 66 32 | (06) 108 26 441
cindy.caanen@zuyd.nl
https://wmowerkplaats.community.zuyd.nl/