Post on 23-Aug-2020
O p 23 januari 2014 hebben de TU Delft
en acht overheids- en semi-overheids-
organisaties een Memorandum of
Understanding ondertekend waarin zij
afspreken de komende vier jaar samen
te werken en onderzoek te laten uitvoeren naar het gratis
beschikbaar stellen van hun geo-data. De onderteke-
ning vond plaats tijdens de Startconferentie van het
Kenniscentrum Open Data op de faculteit Bouwkunde,
onder belangstelling van circa 300 bezoekers. Het ken-
niscentrum is een gezamenlijk initiatief van Afdeling OTB
(faculteit Bouwkunde van de TU Delft) en TNO.
Namens de TU Delft tekende conrector Peter Wieringa het
Memorandum. De andere deelnemende partijen zijn het
ministerie van Infrastructuur en Milieu, het RIVM, Rijks-
waterstaat, Kadaster, het CBS, de gemeente Rotterdam en
het KNMI. De deelnemers stellen gezamenlijk een kennis-
agenda op en laten door het Kenniscentrum onderzoek
uitvoeren naar onder andere juridische en organisatorische
knelpunten en kaders, zowel vanuit het perspectief van
gebruikers als van aanbieders van open data.
Op de Startconferentie onderstreepten de ondertekenaars
het belang van vrij beschikbare gegevens die door de over-
heid worden verzameld. Het is een schat aan informatie op
basis waarvan het bedrijfsleven producten kan ontwikkelen.
Vooral kleinere bedrijven die bijvoorbeeld apps en andere
innovatieve producten en diensten ontwikkelen, kunnen daar
baat bij hebben.
Europees en Nederlands beleid“Open data is een belangrijk onderwerp geworden, ook in
de ogen van de Europese Unie”, constateert directeur-ge-
neraal RIVM André van der Zande in zijn presentatie tijdens
de Startconferentie. “De EU wil samenhang in data creëren
zodat deze maximaal benut kunnen worden. In 2015 staat
actualisatie van de Data Protection Directive uit 1995 op het
programma. Dat gaat in Nederland een doorwerking krijgen
in de Algemene wet bestuursrecht en de Wet openbaar-
heid van bestuur. Daarnaast zal de Omgevingswet sectorale
wetten bundelen, waaronder milieuwetten. Iedereen die wil
gaan bouwen, moet op één plek kunnen vinden wat de mo-
gelijkheden en beperkingen zijn. Daarvoor moet veel digitale
informatie bij elkaar worden gebracht.”
Per 2015 moeten alle geo-data van het ministerie van IenM
als open data beschikbaar zijn. Noud Hooyman van het mi-
nisterie: “De rijksoverheid wil twee sporen volgen: de vraag
stimuleren en een permanent aanbod bieden. Alle sprekers
op de Startconferentie, waaronder de Rotterdamse wethou-
der Korrie Louwes, onderstreepten dat het opendataproces
niet meer is te stoppen. “Iedereen is vandaag de dag non-
stop online. De overheid past zich aan deze ontwikkelingen
aan. Ook gemeenten verzamelen, produceren en beheren
een ongekende hoeveelheid informatie. Dataverzamelingen
spelen hierin een steeds grotere rol.”
Met het wettelijk te verankeren uitgangspunt ‘open, tenzij’
ben je er als overheid volgens Louwes nog niet. “Het is
zaak om het binnen je organisatie tot een automatisme te
maken dat nieuwe gegevens ook direct vrijgegeven worden.
Daarom hebben we een beslisboom ontwikkeld waarmee
iedere ambtenaar kan beoordelen welke informatie beschik-
baar kan komen. Rotterdam stelt deze beschikbaar via een
Open Data Store.”
“We gaan bij IenM gewoon beginnen met het aanbieden van
wat we hebben, zonder het stellen van eisen”, stelt Hooy-
man. Op verzoek kunnen we meer data leveren en we willen
afnemers met specifieke wensen graag verder helpen.”
Bezwaren rond het vrijgeven van IenM’s geo-data vallen
volgens hem mee, evenals de kosten van het beschikbaar
stellen.
Voordelen voor (semi-)overhedenDe overheid zelf heeft volgens Hooyman ook voordeel van
open data, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van het thema
Smart cities waarbij IenM betrokken is. “We hebben zelf als
voorbeeld watmagwaar.nl gelanceerd, waarop alle digitale
bestemmingsplannen te vinden zijn. De dataverzameling
kostte enkele miljoenen euro’s, maar de bijbehorende app
kostte slechts 20.000 euro.”
Mart van Bracht, algemeen directeur van TNO Energie:
“Een overzicht van de energie- en grondstoffenvoorraad in
Europa is voor overheden van belang. Op Europees niveau
zijn echter nauwelijks data beschikbaar omdat de afzonder-
lijke EU-lidstaten deze niet op orde hebben of niet willen
vrijgeven. Op grondstoffengebied is al 100 miljoen euro in
geoscience portals gestoken, maar vele daarvan werken
niet meer, onder andere omdat na afloop van het project de
subsidie stopt.”
Relatie met de marktDe deelnemers aan het Memorandum of Understanding zijn
het erover eens dat het aanbod aan open data vraagge-
stuurd zou moeten zijn. “Bied het aan zoals de gebruikers
het willen hebben”, vat Louwes samen.
De deelnemers zijn teleurgesteld dat de markt tot nu toe
nog zo weinig met de beschikbare data doet. Mark Herbold
van het Doorbraakteam Open Geodata: “De verwachte
baten van commercieel hergebruik, zo’n 200 miljoen euro
per jaar, zijn nog niet zichtbaar.” Hooymans: “We zijn
voorstander van samenwerking met het bedrijfsleven en
bieden onze data aan, maar kom dan ook met die beloofde
apps.” Ook Frits Brouwer, hoofddirecteur KNMI, vraagt zich
af waar de gebruikers van zijn data blijven: “Sinds 2009 zijn
zo goed als alle data van het KNMI openbaar. Deze data
zijn goed op orde en goed vindbaar. We willen ondernemers
zelfs helpen en adviseren. Zelf mogen we geen commerciële
werkzaamheden uitvoeren, dus van ons is geen concurrentie
te verwachten. Als het Kenniscentrum straks tot de conclusie
komt dat open data geen nieuwe werkgelegenheid en eco-
Als geografische data van de Nederlandse overheid online komen te staan, moet dat resulteren in een economische impuls voor het bedrijfsleven. Wel moeten nog de nodige juridische en organisatorische hindernissen worden genomen, waar-onder het privacyvraagstuk. Het Ken-niscentrum Open Data zal zich daar de komende jaren in verdiepen.
Kenniscentrum Open Data onder grote belang-stelling gelanceerd
Alle geografische overheidsdata open data
KENNISCENTRUMOPEN DATA
Open data nieuwe grondstoffen voor groei en innovatie
De ondertekening van het Memorandum
of Understanding.
Grote belangstelling voor de Start-
conferentie waarop een veelheid aan
aspecten rond open data aan bod kwam.
Informatie
http://otb.bk.tudelft.nl/opendata
De volgende partijen ondertekenden het Memorandum
of Understanding: TU Delft, TNO, Ministerie van IenM,
Rijkswaterstaat, RIVM, Kadaster, CBS, KNMI en de gemeente
Rotterdam.
nomische impulsen opleveren, vraag ik me af of het KNMI er
mee door moet gaan. In Spanje is het opendataproject van
het weerinstituut teruggedraaid omdat het niets opleverde.”
Van der Zande stelt echter dat veel data nog niet goed zijn
ontsloten. “Burgers kunnen er nog weinig mee omdat ze
vaak nog niet makkelijk bruikbaar of actueel genoeg zijn.”
Martin Salzmann van het Kadaster is optimistischer: “De
Basisregistratie Topografie van het Kadaster is sinds januari
2012 voor iedereen beschikbaar. Toen leverde de overheid
drie kwart van de gebruikers. Medio 2013 is het gebruik
door de markt duidelijk toegenomen. Wel hebben we de
noodzakelijke interactie met de gebruikers van onze open
data onderschat. We zijn altijd een uitvoerende organisatie
geweest, maar nu willen we van onze gebruikers weten wat
ze nodig hebben en hoe we onze diensten kunnen verbete-
ren. IenM heeft een afnemersonderzoek uitgevoerd onder
gebruikers van de data van de Basisregistratie Adressen en
Gebouwen, waaruit blijkt dat ze graag permanent beschik-
bare gegevens en permanente service willen. De vraag is
hoe ver we daarmee willen en kunnen gaan.”
Arie Versluis, kwartiermaker Chief Data Officer bij Rijkswa-
terstaat: “Burgers willen ook informatie aan óns kunnen
melden.” Dat ondervond Rotterdam. Daar heeft actiegroep
‘De bomenridders’ het gemeentelijk bomenbestand in ESRI’s
Bomenspotter-app geactualiseerd omdat niet alle gegevens
klopten. Louwes: “Dat is het succes van het delen van data.”
Discussie over privacy houdt aanEen terugkerend onderwerp in de discussie over het als
open data beschikbaar stellen van overheidsgegevens is het
waarborgen van privacy. Van der Zande ervaart dat er in het
debat over open data wordt gelaveerd rond dit onderwerp.
“Enerzijds geven klanten wel heel gemakkelijk hun persoon-
lijke gegevens vrij via hun AH-bonuskaart, maar het elektro-
nisch patiëntendossier roept veel weerstand op.” Hooyman:
“Het is de onduidelijkheid over het waarborgen van privacy
die de discussie over het vrijgeven van data bemoeilijkt.”
Wim van Nunspeet, hoofddirecteur bedrijfsvoering en com-
municatie van het CBS: “Het lijkt of velen accepteren dat
privacy niet meer bestaat, maar ik denk dat privacy een
comeback zal maken.”
Taken voor het KenniscentrumDe focus van het Kenniscentrum Open Data ligt op de juri-
dische en de organisatorische kant van het vrij beschikbaar
stellen van overheidsdata. Desgevraagd gaven de sprekers
aan wat daarbinnen de komende vier jaar de belangrijkste
onderwerpen moeten zijn.
Tirza van Daalen, directeur Geologische Dienst Nederland
(TNO) wil van het Kenniscentrum weten of open data zonder
financiering mogelijk zijn. Zo niet, moet dat per land of via
de EU geregeld worden? En moet er EU-wetgeving komen of
zal elk land eigen wetgeving moeten opstellen?
Salzmann: “Er komen voortdurend data beschikbaar, ze
moeten permanent beschikbaar zijn en aan de kwaliteit
worden steeds nieuwe eisen gesteld, ook aan de wijze van
aanbieden. Met het beschikbaar stellen alleen zijn we er
niet. Daarom nemen we deel in het kenniscentrum.” Ver-
sluis: “Open data moeten ‘bruikbare data’ worden.”
Bastiaan van Loenen van het Kenniscentrum Open Data
bood een blik in de keuken door te melden dat veel van de
genoemde vraagpunten centraal staan in het onderzoek
van het kenniscentrum. Zo maakt het kenniscentrum voor
de ministeries van EZ en IenM een beoordelingsraamwerk
dat een indicatie zal geven van de stand van open data in
Nederland. Dat raamwerk zal tevens als leidraad moeten
dienen voor het opendatabeleid van overheidsorganisaties.
Ook zal het kenniscentrum in opdracht van het Kadaster
en TNO onderzoek doen naar duurzame businessmodellen
voor open data. En in internationaal verband onderzoekt het
centrum de mogelijke harmonisering van licenties voor data
van nationale mapping agencies.
De initiatiefnemers van het Kenniscentrum Open Data
hebben ook de vragen die bij aanbieders en gebruikers
van open data leven, weten op te pikken. Een zaalenquête
maakte duidelijk dat medewerkers van overheidsdiensten
willen weten hoe tot een ruim voldoende financiering van
het aanbod van open data kan worden gekomen. Zowel
gebruikers als aanbieders benadrukten dat er nog veel aan-
dacht moet worden gegeven aan het afstemmen van vraag
en aanbod. De bekendheid van open data moet volgens
zowel aanbieders en gebruikers nog sterk verbeterd worden,
bijvoorbeeld door middel van voorlichtingscampagnes in de
media. Vervolgens moeten open data ook goed te vinden
zijn. Ook het privacyvraagstuk houdt zowel aanbieders als
afnemers onder de bezoekers bezig. Zo is er is behoefte aan
duidelijke wetgeving op dat punt.
Privacy zal een comeback maken
Gebundelde geologische data uit
EU-landen over waterstanden en grond.
Mart van Bracht, algemeen directeur
Energie van TNO, tevens voorzitter van de
Stuurgroep van het Kenniscentrum Open Data.
Wethouder Korrie Louwes (Rotterdam),
in gesprek met dagvoorzitter Peter Boelhouwer
en Bastiaan van Loenen (beiden links).
Veel vragen uit de zaal, zowel van
afnemers als aanbieders van open geo-data.
Publieke Dienstverlening op de Kaart
(PDOK) is een van de Kadaster-participaties.
De Atlas Leefomgeving bevat geo-data
van gemeenten, provincies en het Rijk en
is toegankelijk voor iedereen. Het RIVM
verzorgt de eindredactie.