Post on 15-Jul-2020
JAARVERSLAG 2015
2
Jaarverslag 2015 CNV Internationaal
CNV Internationaal
Postbus 24753500 GL Utrecht
Telefoon: 030 751 12 60
E-mail: internationaal@cnv.nl
Website: www.cnvinternationaal.nl
Utrecht, maart 2016
3
Inhoudsopgave
1. CNV: handen uit de mouwen voor een wereld die werkt 5
1.1. CNV: werk in uitvoering 5
1.2. CNV Internationaal 5
1.3. Visie en missie 5
1.4. De resultaten van 2015 in vogelvlucht 5
1.5. Draagvlak binnen CNV voor internationaal vakbondswerk 6
1.6. Leeragenda 7
1.7. Leeswijzer 7
2. Strategische partnerschappen 9
2.1 Strategische partnerschappen op specifieke thema’s 9
2.2 Samenwerking tussen vakbonden 9
2.3 Strategische samenwerking in maatschappelijke en politieke
agendasetting
10
3. Lobby en advocacy 12
3.1 Internationale en regionale lobby voor
jongerenwerkgelegenheid
12
3.2 Resultaten boeken via lobbyorganisaties en –platforms 12
3.3 Vrijhandels- en associatieakkoorden 13
3.4 Activiteiten met of gericht op de Rijksoverheid 14
4. Partnerlanden 15
4.1 Bangladesh 15
4.2 Benin 16
4.3 Cambodja 21
4.4 Colombia 24
4.5 El Salvador 27
4.6 Ghana 31
4.7 Guatemala 33
4.8 Guinee 36
4.9 Honduras 38
4.10 Indonesië 40
4.11 Macedonië 42
4.12 Madagaskar 45
4.13 Moldavië 49
4.14 Niger 52
4.15 Senegal 55
5. Resultaatgebieden 58
5.1 Voedselzekerheid (Food security) 58
5.2 Capaciteitsopbouw (Capacity building) 60
5.3 Decent Work: Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt
(Employability)
63
5.4 Decent Work: Arbeidsrechten/Veiligheid en rechtsorde
(Labour rights/Security and legal rights)
66
5.5 Decent Work: Sociale Zekerheid (Social security) 69
5.6 Informele economie (Informal economy) 72
5.7 Gendergelijkheid (Gender) 74
5.8 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Connecting
agendas)
76
6. Planning, monitoring en evaluatie 79
6.1 Tevredenheidsonderzoek 79
4
6.1.1 Partnerorganisaties 79
6.1.2 CNV-bonden 80
6.1.3 Colleague to Colleague 82
6.1.4 Particuliere relaties 83
6.2 Planning, Monitoring en Evaluatie 84
6.3 Good practices 84
6.4 Digitaal platform 86
6.5 Kennis en vaardigheden 86
6.6 Professionalisering van CNV Internationaal 87
6.7 Monitoring projectimplementatie en result verification 87
6.8 Fondsenwerving 88
6.8.1 Inner circle 88
6.8.2 Outer circle 89
7. Bestuur en organisatie 91
7.1 Beheersstructuur 91
7.2 Kwaliteitsbeleid 91
7.3 Personeel en organisatie 91
7.4 Financiële resultaten 92
7.5 Managementinformatiesysteem 92
7.6 Facilitaire ondersteuning 92
8. Financiële Verantwoording 93
9. Controleverklaring VMP 2015 98
10. Jaarrekening 100
10.1 Balans 101
10.2 Staat van baten en lasten 102
10.3 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 103
10.4 Toelichting op de balans 106
10.5 Toelichting op de staat van baten en lasten 112
10.6 Overzicht landen en resultaatgebieden 118
10.7 Budget en uitgaven per subprogramma en resultaatgebied 124
10.8 Budget en uitgaven per land inclusief activiteiten en PCM 125
10.9 Budget en uitgaven inclusief activiteiten en PCM 125
10.10 Overige gegevens 126
10.11 Overzicht per bron 127
BIJLAGEN
A. Landenschema’s
B. SP3
C. PCM
5
1. CNV: handen uit de mouwen voor een wereld die werkt
1.1 CNV: werk in uitvoering
Het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV) telde op 31 december 2015 in totaal 285.188
leden. Dat is een lichte daling van 1,6 procent ten opzichte van 2014, toen het CNV in
totaal 289.899 leden had. Het CNV werd in 2015 gevormd door CNV Vakcentrale en de
bonden CNV Vakmensen, CNV Connectief, CNV Dienstenbond, CNV Kostersbond en CNV
Jongeren. Stichting CNV Internationaal maakt onderdeel uit van CNV Vakcentrale. Sinds
1 januari 2015 zijn CNV Publieke Zaak en CNV Onderwijs samengegaan in één bond:
CNV Connectief, met aandacht voor de sectoren Onderwijs, Overheid, Publieke Diensten
en Zorg & Welzijn. Vanaf 1 januari 2016 zijn ook CNV Vakmensen en CNV Dienstenbond
samengegaan onder de naam CNV Vakmensen.
1.2 CNV Internationaal
De stichting CNV Internationaal werkt aan armoedebestrijding en duurzame
sociaaleconomische ontwikkeling in ontwikkelingslanden via versterking van Decent Work
(arbeidsrechten, sociale dialoog, sociale zekerheid, werkgelegenheid), vanuit de CNV-
principes van internationale solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid, sociale dialoog
en pluralisme van de vakbeweging. CNV Internationaal voert het programma ‘A World
that Works’ uit, dat is ontwikkeld voor de subsidieperiode van 2013 tot en met 2016. Dit
programma wordt voor een belangrijk deel gefinancierd door het Ministerie van
Buitenlandse Zaken. CNV Internationaal ondersteunt de positie van werkenden en niet-
werkenden in de formele en informele economie via vakbondsorganisaties in
partnerlanden. In Nederland werkt CNV Internationaal samen met CNV Vakcentrale,
CNV-bonden en andere partners in het maatschappelijk middenveld, om via lobby,
advocacy en publiekscampagnes zijn doelen te verwezenlijken. De relatie tussen CNV
Internationaal en de partnervakbonden is expliciet die van vakbond tot vakbond, van
ledenorganisatie tot ledenorganisatie. Die relatie is gelijkwaardig, en is in eerste instantie
niet ontstaan vanuit financieel oogpunt.
1.3 Visie en missie
De sociale dialoog is een kernwaarde van het CNV, dat zijn oorsprong vindt in het
Christelijk-sociaal gedachtegoed. Ook CNV Internationaal en zijn partnervakbonden
werken zo veel mogelijk via de sociale dialoog om hun doelen te bereiken. Om te komen
tot duurzame en breed gedragen oplossingen, vormen overleg en onderhandeling tussen
werknemers en werkgevers, overheid of andere stakeholders een belangrijke basis. Voor
vakbondsorganisaties geldt daarbij dat zij organisatorisch sterk zijn (onafhankelijke
positie, democratische structuur) en als maatschappelijke organisatie stevig verankerd
zijn in de samenleving. Internationale samenwerking speelt zich af op het snijvlak van
internationale solidariteit, mondiaal burgerschap en verlicht eigenbelang. Om die reden
zet CNV Internationaal stevig in op het verduurzamen van de internationale productie- en
handelsketens. Daar waar wordt gesproken en gehandeld in het kader van Internationaal
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO), vervult CNV Internationaal en zijn
partnervakbonden de functie van ‘watchdog’ voor de naleving van de Decent Work
Agenda.
1.4 De resultaten van 2015 in vogelvlucht
CNV Internationaal richt zich in ‘A World that Works’ op bestrijding van armoede en de
bevordering van duurzame economische groei via versterking van vakbonds- en
arbeidsrechten in samenwerking met lokale vakbonden in vijftien landen in Afrika (Benin,
Ghana, Guinee, Madagaskar, Niger, Senegal), Azië (Bangladesh, Cambodja, Indonesië),
Latijns-Amerika (Colombia, El Salvador, Guatemala, Honduras) en Oost-Europa
(Macedonië, Moldavië). De programma-inzet is onderverdeeld in drie Subprogramma’s:
- Subprogramma 1: Veranderingen in de levens van mensen door middel van cao’s
en dienstverlening.
- Subprogramma 2: Versterking van het maatschappelijk middenveld door middel
van sociale dialoog en samenwerking met andere maatschappelijke organisaties.
6
- Subprogramma 3: Lobby, advocacy en campagnes in nauwe samenwerking met
de ITUC, ILO en het Nederlandse en Europese postennetwerk.Deze inzet dient tot
de volgende resultaten te leiden:- Meer voedselzekerheid en versterking van de
rechtsorde.- Interne en externe capaciteitsversterking (5 Capabilities (5C’s) en
CIVICUS, een analyse van het maatschappelijk middenveld in de specifieke
landen) van de partnerorganisaties.- Verdere invulling van de Decent Work
Agenda.- Verbetering van de aansluiting van partnervakbonden bij de informele
economie.- Groeiende gelijkheid tussen mannen en vrouwen.- Bevordering van
(Internationaal) Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
Figuur A: Verbanden tussen zes prioriteitsgebieden Ministerie van Buitenlandse Zaken en ‘A World that Works’
1.5 Draagvlak binnen CNV voor internationaal vakbondswerk
Het werk van CNV Internationaal kan rekenen op de warme betrokkenheid van CNV-
bonden. Dat draagvlak is terug te zien in de samenstelling van de bestuurlijke organen
(Bestuur en Raad van Advies), waarin CNV Vakcentrale en CNV-bonden
vertegenwoordigd zijn. Ook komt dat brede draagvlak tot uitdrukking in de vele
vrijwillige giften die CNV Internationaal ontvangt van de leden van CNV-bonden (zie ook
paragraaf 6.8.1). Verder zetten bestuurders en medewerkers van CNV-bonden zich
geregeld in, om hun kennis en ervaring te delen met vakbondpartners uit
ontwikkelingslanden. In 2015 hebben vertegenwoordigers van CNV Connectief en CNV
Vakmensen twee afzonderlijke trainingen gegeven in Benin. Een medewerker van CNV
Jongeren heeft deelgenomen aan een kennisuitwisselingsprogramma tijdens een
conferentie van de ITUC Africa in Senegal. De voorzitter van CNV Vakmensen heeft
deelgenomen aan een uitwisselingsprogramma in Moldavië. Een bestuurslid van CNV
Vakcentrale heeft in Brazilië tijdens de ILO-conferentie een presentatie gehouden over
een onderzoek dat CNV Internationaal heeft uit laten voeren naar geweld tegen vrouwen
op de werkvloer in vier partnerlanden uit vier werelddelen. In Indonesië heeft een cao-
onderhandelaar van CNV Vakmensen zijn ervaringen gedeeld over
onderhandelingstechnieken.
In november 2015 organiseerde CNV Internationaal in Zeist een congres, waar alle
partnervakbonden uit Afrika, Azië, Latijns-Amerika en Oost-Europa vertegenwoordigd
waren. Tijdens dit congres is onder meer gesproken over de toekomstplannen, aangezien
7
het huidige programma ‘A World that Works’ in 2016 afloopt. Verder is uitvoerig
gesproken over leiderschap van de vakbeweging en over zelffinancieringsstrategieën van
CNV Internationaal en de partnervakbonden. Vertegenwoordigers zijn nauw betrokken
geweest bij de invulling van het programma van dit congres.
1.6 Leeragenda
In 2015 hebben CNV Internationaal en zijn partnerorganisaties nieuwe inzichten
verworven dan wel bevestiging ontwikkeld op al bestaande leertrajecten. Samenwerking
met andere vakbondspartners blijft een uitdaging, maar de noodzaak ervan is helder ten
behoeve van de versterking van arbeidsrechten en bevordering van vakbondsvrijheid. Er
zijn wederom een aantal positieve voorbeelden te noemen. De toegevoegde waarde van
samenwerking (zie ook paragraaf 2.1) met niet-vakbondsorganisaties is versterkt in
2015, met uiteraard onderlinge verschillen tussen de partners in bereidwilligheid
(afhankelijk van de lokale context) en minder of meer succesvolle uitwerking. CNV
Internationaal vervulde daarbij een belangrijke stimulerende rol. Er wordt meer gebruik
gemaakt van de internationale context (lobby via de ILO, inzet via ITUC Africa)
waarbinnen vakbonden en maatschappelijke organisaties opereren, evenals een meer
strategische insteek om lobbypunten beter voor het voetlicht te krijgen (zoals in El
Salvador). De samenhang binnen de vakbeweging wint aan belang bij de
partnerorganisaties in het licht van de versterking van hun positionering. Hierin speelt de
verhouding tussen vakcentrale en bonden een belangrijke rol, evenals diversifiëring van
de sectoren die door de organisaties worden vertegenwoordigd. Daarnaast spelen in dit
verband ook de gebruikelijke managerial aspecten als projectbeheer en adequaat
financieel beheer; hierin zijn slagen gemaakt die naar verwachting in 2016 tot verhoging
leidt van de professionalisering van de partnerorganisaties.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) wordt steeds beter een geïntegreerd
onderdeel van de werkpraktijk van de vakbondspartners. Naast een groeiend bewustzijn
en kennis van zaken, wordt MVO inmiddels ook in de praktijk gebracht, zoals toepassing
van het OESO klachtenmechanisme.
Het bereiken van jongeren is een ander thema dat steeds meer en beter door de
vakbondspartners wordt omarmd. Naast de ledenwerving onder en –binding van
jongeren, speelt ook de schrijnende werkloosheid onder deze groep een prominente rol in
veel partnerlanden van CNV Internationaal. Partnerorganisaties pakken hun rol daarin
door middel van de ontwikkeling van een strategische lobby agenda via de sociale
dialoog, onder meer om werkervaringsplaatsen te organiseren bij bedrijven. Daarnaast
organiseren en ondersteunen vakbondspartners trainingen voor bijvoorbeeld startende
ondernemers. Partnervakbonden weten werkenden in de informele economie beter te
bereiken, onder meer dankzij geprofessionaliseerde voorlichtingsbijeenkomsten. Door
vergroting en verbetering van hun kennis weten zij steeds beter om regelingen voor
sociale zekerheid toegankelijk te maken voor informeel werkenden. Specifieke leerpunten
zijn verwerkt in de hoofdstukken 3 en 4 over respectievelijk de landen en de
resultaatgebieden (thema’s).
1.7 Leeswijzer
Hoofdstuk 1 bevat een overzicht van het internationale werk van CNV en een analyse van
de resultaten en vorderingen in de verschillende programmaonderdelen en
resultaatgebieden.
In hoofdstuk 2 worden drie typen strategische partnerschappen van CNV Internationaal
beschreven. CNV grijpt deze programmaperiode aan om nieuwe partnerschappen te
bouwen, zowel in Nederland als in de partnerlanden, om de impact van het internationale
vakbondswerk te versterken en te vergroten.
Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de lobby- en advocacy-activiteiten die CNV
Internationaal in 2015 heeft uitgevoerd. Ook wordt uitvoerig beschreven welke andere
samenwerkingspartners daarbij betrokken zijn geweest. In hoofdstuk 4 worden per
partnerland de vorderingen van de partnervakbonden belicht en geanalyseerd. Elke
paragraaf (waarin steeds één partnerland wordt behandeld) dient gelezen te worden, in
samenhang met het schema van het betreffende land. Deze landenschema’s zijn te
8
vinden in ‘Bijlage A: Landenschema’s’. In elk landenschema (dat overeenkomt met het
Monitoringsprotocol 2015) worden de baseline-informatie (2012), de target values en de
behaalde resultaten voor de outputs (2014/2015) en outcomes (2014) gepresenteerd. De
kolom ‘Target Values Output % actual’ verwijst naar de mate van groei ten opzichte van
de kolom ‘Baseline’ (en niet ten opzichte van 2014). Dit geldt tevens voor de outcome.
Per land wordt verslag gedaan over de voortgang bij de meest in het oog springende
resultaatgebieden. Daarbij wordt ook de integrale werking van de drie Subprogramma’s
aangetoond. In de afzonderlijke landenhoofdstukken wordt ingegaan op de
complementariteit tussen de drie Subprogramma’s. De geformuleerde ‘target values’ van
Subprogramma’s 2 in de Resultaten 2015 van de landen gelden voor het gehele
programma en niet uitsluitend voor het betreffende land. Omdat de activiteiten van
Subprogramma 3 veelal landen-overstijgend zijn, is het schema hiervan apart
opgenomen in Bijlage B en niet geïntegreerd in de landenschema’s, tenzij het een land-
specifieke activiteit betreft.
In hoofdstuk 5 worden de verschillende resultaatgebieden behandeld. Hierin wordt, na
een beknopte beschrijving van de beoogde doelstellingen (outcomes), ingegaan op de in
2015 behaalde resultaten. Resultaten met direct effect op de achterban van de
partnerorganisaties (Subprogramma 1), in het strategische werk op nationaal niveau
(Subprogramma 2) en in de (inter)nationale lobby en campagnes (Subprogramma 3). Elk
hoofdstuk wordt afgesloten met een overzicht van de geleerde lessen.
Hoofdstuk 6 bevat de rapportage over de planning, monitoring en evaluatie van het
programma en een beschrijving van de sturing, inbedding en
verantwoordelijkheidsverdeling van het programma.
In hoofdstuk 7 wordt een beschrijving gegeven van de bestuurlijke en organisatorische
aspecten van CV Internationaal.
Tot slot zijn in de hoofdstukken 8, 9 en 10 de financiële verantwoording opgenomen.
9
2. Strategische partnerschappen
Om de effectiviteit van het werk van CNV Internationaal op te schalen en te
optimaliseren is het noodzakelijk om strategische samenwerkingsverbanden aan te gaan.
Zo kunnen duurzame oplossingen worden gevonden die op een breed draagvlak kunnen
rekenen. CNV Internationaal zoekt de samenwerking met andere vakbonden (in
Nederland en wereldwijd), onderzoeksinstituten, ngo’s en adviesbureaus voor specifieke
kennis en ervaring. In ‘A World that Works’ ligt de nadruk op het versterken van het
maatschappelijk middenveld. In toenemende mate vervullen ook de CNV bonden daarbij
een belangrijke rol. CNV Internationaal onderscheidt drie typen strategische
partnerschappen, die in dit hoofdstuk aan de orde komen.
2.1 Strategische partnerschappen op specifieke thema’s
CNV Internationaal probeert de samenwerking van de partnerorganisaties met ngo’s te
bevorderen. De toegevoegde waarde ligt hierin dat de kracht van vakbonden als cao-
onderhandelaar (juridisch instrumentarium), sociale partner (beleidsbeïnvloeding) en
ledenorganisatie (mobiliserend vermogen) gecombineerd wordt met de inhoudelijke
kennis en ervaring van bepaalde ngo’s. Hierdoor kunnen thema’s zowel meer politiek
ingezet worden als nader worden uitgediept.
In Moldavië werkt partnerorganisatie CNSM samen met de ngo Faclia om toegang tot
werk voor jongeren te verbeteren. CNV Internationaal werkt nauw samen met de
WageIndicator Foundation. De WageIndicator Foundation doet diepgaand loononderzoek
dat voor de partnerorganisaties waardevolle informatie voor onderhandelingen met
werkgevers en overheden oplevert. Verder werkt CNV Internationaal al enkele jaren
samen met Fairfood Nederland en Fair Wear Foundation inzake maatschappelijk
verantwoord ondernemen. Fairfood heeft ruime ervaring met het voeren van
advocacycampagnes waarbij de voedselketen centraal staat. In 2015 heeft Fairfood
diverse partnerorganisaties van CNV Internationaal getraind en geadviseerd op hun
advocacyplannen. De partnerorganisaties kunnen nu ook via verbeterde campagnes hun
doel bereiken, als overleg met werkgevers te weinig oplevert of spaak loopt. CNV
Dienstenbond is vertegenwoordigd in het bestuur van de Fair Wear Foundation, terwijl
CNV Internationaal zitting heeft in het College van Deskundigen. Op initiatief van CNV
Internationaal verzorgt de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling
(VBDO) een training over duurzaam beleggen voor beleidsmedewerkers en bestuurders
(cao-onderhandelaars) van CNV-bonden. CNV Internationaal werkt steeds intensiever
samen met True Price om de sociale prijs van producten te kunnen monetariseren. True
Price heeft onderzoek gedaan naar de mogelijke monetarisering van sociale dialoog.
2.2 Samenwerking tussen vakbonden
In de meeste landen waar CNV Internationaal werkzaam is, bestaat een veelheid aan
vakbonden. Veelal bundelen de belangrijkste vakcentrales zich in zogenoemde
intersyndicales: samenwerkingsverbanden van vakcentrales om samen één
gesprekspartner te vormen voor de overheid en werkgevers. Een dergelijk strategisch
partnerschap heeft als doel om het onderscheidende vakbondswerk beter en effectiever
in te kunnen zetten in de dialoog met overheid en werkgevers. Kwesties die op nationaal
niveau spelen (naleving van de arbeidswetgeving, sociale bescherming,
(jongeren)werkloosheid, betere aansluiting beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt)
kunnen op die wijze efficiënter worden behandeld. Vanwege de verschillende
achtergronden en agenda’s van de vakbonden is dit niet altijd een even vanzelfsprekende
en gemakkelijke opdracht. CNV Internationaal stimuleert de partnerorganisaties om de
samenwerking met andere vakbonden op te zoeken; zowel op het niveau van
vakcentrales als de bonden. Zo heeft CNV Internationaal in 2015 een uitwisseling
ondersteund tussen CNV Connectief en de verschillende bonden in Benin die actief zijn in
de zorgsector. Samen met CNV Jongeren heeft CNV Internationaal door middel van een
uitwisseling de kennis vergroot op het thema Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt
(Employability). Ook bij deze uitwisseling zijn verschillende lokale vakbonden betrokken,
zodat zij ook onderling kennis en ervaringen konden uitwisselen.
10
Een vertegenwoordiging van CNV Vakmensen heeft in 2015 ervaringen gedeeld met de
partnerorganisatie in Moldavië, over fusieprocessen binnen de vakbeweging. Ten tijde
van deze uitwisseling waren CNV Vakmensen en CNV Dienstenbond volop bezig om tot
éénwording te komen, dat op 1 januari 2016 zijn beslag zou krijgen. De algemeen
secretaris van CNV Vakcentrale heeft in 2015 zijn kennis gedeeld met de vakcentrale CLC
in Cambodja naar aanleiding van interne spanningen die waren ontstaan tussen de
Cambodjaanse vakcentrale CLC en twee aangesloten bonden. In Guatemala ondersteunt
CNV Internationaal de monitoring van mensenrechtenschendingen van vakbondsleiders
(een initiatief van de ITUC) dat is gelegd bij de MSYPAG, de intersyndicale van
Guatemala. CNV Internationaal zelf zoekt op specifieke thema’s en in landen waarin dat
opportuun en mogelijk is de samenwerking met (partnerorganisaties van) Mondiaal FNV
en de Belgische vakorganisatie ACV en de maatschappelijke organisatie WSM. Zo is
tijdens een congres van de ITUC Africa een side-event georganiseerd, in samenwerking
met ACV georganiseerd. Daarbij werden de thema’s Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt en
Sociale zekerheid behandeld.
2.3 Strategische samenwerking in maatschappelijke en politieke agendasetting
Dit betreft allereerst het vergroten van de zichtbaarheid van de vakbeweging en de
unieke rol die zij vervult in het verdedigen van arbeidsrechten. Samenwerking met
andere maatschappelijke organisaties kan enerzijds een bijdrage leveren in
professionalisering van de communicatie en anderzijds zowel het onderscheidende
karakter als het vermogen tot complementariteit van vakbonden duidelijker maken. In
2015 organiseerde CNV Internationaal met ICCO Coöperatie, VBDO en PwC opnieuw de
multi stakeholderconferentie ‘Conference on Human Rights and Business’ over
Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Voorts gaat het bij dit type
samenwerking om inhoudelijke en strategische lobby-inzet op specifieke thema’s.
Aangezien de internationale sociale en economische agenda heel breed is, is het voor
CNV Internationaal onmogelijk om dit alleen te doen. Via het lidmaatschap van het
TUDCN netwerk van de ITUC blijft CNV Internationaal goed op de hoogte van activiteiten
van de andere vakbonden en relevante actualiteiten op vakbondsgebied en kan bijdragen
aan de discussie binnen onder meer de EU en de VN (Post 2015). Via het lidmaatschap
van het Colombia Platform en Indonesië Platform, gefaciliteerd door BBO, worden op die
landen gezamenlijke lobbytrajecten ingezet op thema’s voor huishoudelijk werkers,
handelsmissies en vrijhandelsakkoorden, samen met ngo’s en FNV.
Samenspraak en Tegenspraak
In 2015 heeft CNV Internationaal meegewerkt aan de programma-ontwikkeling in twee
strategische partnerschappen in het kader van het programma ‘Samenspraak en
Tegenspraak’ van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In het strategisch partnerschap
met het ministerie van Buitenlandse Zaken, ICCO Coöperatie, Kerk in Actie, Edukans,
coPrisma en Wilde Ganzen wordt erop ingezet om de allerarmsten en gemarginaliseerde
bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden een rechtvaardig en waardig bestaan te
bieden. Dit strategisch partnerschap wil dit bereiken door de gebundelde krachten en
expertise te gebruiken om meer politieke ruimte voor maatschappelijke organisaties te
creëren, het recht op voedselzekerheid in te vullen, kleine producenten te versterken
door middel van inclusieve markten en een meer duurzame private sector te realiseren.
De partners van CNV Internationaal zullen de samenwerking met partnerorganisaties met
ICCO Coöperatie verder vorm geven in het vergroten van politieke ruimte en versterken
van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in Benin, Guatemala, Indonesië en
Cambodja.
In het strategisch partnerschap met het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Fair Wear
Foundation en Mondiaal FNV wordt ingezet op de ‘Ready Made Garment (RMG) sector’;
de meest arbeidsintensieve sector in de textielindustrie. Dit partnerschap is gericht op de
bevordering van de sociale dialoog in die RMG-sector, de bevordering van leefbaar loon
en de bestrijding van geweld tegen vrouwen op de werkvloer. Het partnerschap zal zich
primair richten op landen in Zuidoost-Azië. CNV Internationaal zal zich, net als Mondiaal
FNV, richten op vier landen. In Cambodja en Indonesië zal de inzet van
11
partnerorganisaties van CNV Internationaal en Mondiaal FNV, waar mogelijk,
complementair zijn aan elkaar.
12
3. Lobby en advocacy
De hoofdstukken 4 en 5 besteden aandacht aan lobby- en advocacy-activiteiten die
betrekking hebben op de specifieke landen en thema’s. In dit hoofdstuk volgt een
overzicht van de lobby- en advocacy-activiteiten die plaats hebben gevonden binnen
Subprogramma 3.
3.1 Internationale en regionale lobby voor jongerenwerkgelegenheid
CNV Internationaal en haar partnerorganisaties hebben zichzelf in Afrika met het thema
‘Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (Employability)’ goed op de kaart gezet, met name
waar het gaat om jongeren en werkgelegenheid. In november 2015 werd in Dakar
(Senegal) een congres van de ITUC Africa gehouden, waar CNV Internationaal en de
partnerorganisaties een side-event over het thema hebben georganiseerd. Dit side-event
resulteerde in een verklaring van de deelnemende lid-organisaties die aan de ITUC Africa
werd gepresenteerd. Daarnaast is er in 2015 een start gemaakt met een regionaal
project in Midden-Amerika, waar partnerorganisaties uit El Salvador, Guatemala en
Honduras aan hebben meegewerkt. Dit project richt zich op de problematiek van
jongerenwerkloosheid in de regio. Een onderdeel daarvan is de ontwikkeling door de
partnervakbonden van lobby- en advocacy-activiteiten die gericht zijn op verbeterd
overheidsbeleid waardoor de werkgelegenheid onder jongeren een positieve impuls
krijgt. Zie in Hoofdstuk 4, de paragrafen 4.5, 4.7 en 4.9 over resp. El Salvador,
Guatemala en Honduras.
3.2 Resultaten boeken via lobbyorganisaties en –platforms
CNV Internationaal zoekt actief aansluiting bij lobbyorganisaties en –platforms. Het doel
hiervan is om de eigen lobbyactiviteiten op een breed spectrum van thema’s te kunnen
verstevigen. Daarnaast heeft het lidmaatschap van verschillende initiatieven er inmiddels
voor gezorgd dat CNV Internationaal over een breed netwerk beschikt, bestaande uit
verschillende (maatschappelijke) organisaties. Voorbeelden hiervan zijn het Colombia- en
Indonesië-platform, MVO Platform, VBDO, Partos en het
ontwikkelingssamenwerkingsnetwerk TUDCN van de ITUC. De belangrijkste resultaten en
activiteiten uit 2015 worden hierna behandeld.
MVO Platform
CNV Internationaal is lid van het MVO Platform en van de stuurgroep van het MVO
Platform. Het MVO Platform is goed ingevoerd in politiek en ambtelijk Den Haag en pakt
lobbydossiers op die voor CNV Internationaal van belang zijn. Door betrokkenheid bij het
MVO Platform blijft CNV Internationaal goed op de hoogte van ontwikkelingen op het
gebied van MVO op politiek en ambtelijk niveau en wordt kennis vergroot over deze
onderwerpen. Daarnaast draagt CNV Internationaal via het platform op een efficiënte
wijze bij aan meerdere lobbyactiviteiten tegelijkertijd. Zo is er in 2015 door het platform
stevig ingezet op de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties bij de IMVO
sectorconvenanten. Daarnaast was het MVO Platform in 2015 samen met Natuur &
Milieu, MVO Nederland, de Groene Zaak, VNO-NCW en MKB-Nederland initiatiefnemer
voor een oproep aan de minister van Economische Zaken om belemmeringen weg te
nemen voor afspraken over duurzaamheid en MVO tussen bedrijven en met
maatschappelijke organisaties. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) stelt dat in een
aantal gevallen sprake is van kartelvorming, waardoor afspraken over duurzaamheid en
MVO geen waarde hebben, bijvoorbeeld waar het gaat om transparantie in de
steenkoolketen. Een unieke, brede coalitie van medeondertekenaars heeft het kabinet
opgeroepen om tot een fundamentele herbezinning te komen om
duurzaamheidsafspraken voldoende ruimte te geven. Voorts is CNV Internationaal nauw
betrokken bij de voorbereidingen van de Human Rights & Business Conferentie die MVO
Platform op 11 mei 2016 organiseert in het kader van het Nederlandse voorzitterschap
van de EU. De voorbereidingen van deze conferentie zijn gestart in 2015.
13
Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO)
VBDO richt zich voornamelijk op de financiële sector. Zo monitort VBDO banken en
bedrijven en gaat men naar aandeelhoudersvergaderingen. VBDO maakt op deze manier
en via bijvoorbeeld benchmarks het thema MVO bespreekbaar. In 2015 hebben CNV
Internationaal en VBDO in samenwerking met ICCO Coöperatie en PwC de Conference on
Human Rights and Business georganiseerd. Zie ook Hoofdstuk 5, paragraaf 5.8.
Partos
Sinds 2014 bezet CNV Internationaal een zetel in het bestuur van Partos, de
brancheorganisatie voor ontwikkelingssamenwerkingssector. De betrokkenheid bij Partos
biedt de mogelijkheid de vakbondsinzet een duidelijker plek in het maatschappelijk
middenveld te geven en om de kansen voor samenwerking tussen maatschappelijke
organisaties en vakbonden te versterken.
TUDCN
Dit ontwikkelingssamenwerkingsnetwerk van de ITUC voert voornamelijk
lobbyactiviteiten uit, die gericht zijn op de Europese Commissie en internationale
organisaties zoals de Verenigde Naties. Belangrijke doelen zijn het laten opnemen van
Decent Work en sociale dialoog in de financiële programmering van de Europese
Commissie en aandacht voor deze thema’s binnen bijvoorbeeld het
ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en private sector beleid van de Europese Unie en de
Sustainable Development Goals (SDG’s, of Duurzame Ontwikkelingsdoelen). CNV
Internationaal neemt regelmatig deel aan bijeenkomsten die door de TUDCN worden
georganiseerd. In 2015 heeft CNV Internationaal deelgenomen aan een bijeenkomst over
de SDG’s en over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
Tijdens dergelijke bijeenkomsten is het mogelijk om input te leveren voor onder meer de
‘position papers’ die de TUDCN voorlegt aan Europarlementariërs en ambtenaren van de
Europese Commissie. Hiermee wordt de inbedding van Decent Work en sociale dialoog in
Europese subsidiestromen gewaarborgd en is er op Europees en internationaal niveau
aandacht voor de Decent Work agenda in bepalende internationale verdragen en
doelstellingen.
3.3 Vrijhandels- en associatieakkoorden
In 2013 is het vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en Colombia/Peru voorlopig
van start gegaan. In 2014 heeft het Nederlandse parlement dit akkoord geratificeerd.
Voor CNV Internationaal en partnerorganisatie CGT is vooral de monitoring van het
zogenaamde duurzaamheidshoofdstuk een belangrijk punt van aandacht. Een
mechanisme hiervoor is de oprichting van zogenaamde ‘Domestic Advisory Groups’
(DAG’s) aan Europese en Colombiaanse zijde. De Europese DAG is inmiddels opgericht,
de totstandkoming van een Colombiaanse DAG lijkt tegengewerkt te worden door de
Colombiaanse overheid. CNV Internationaal heeft zich in 2015 sterk gemaakt voor de
oprichting van deze Colombiaanse DAG door de situatie te bespreken met de ETUC (lid
van de Europese DAG) en met de voorzitter van de Europese DAG. Daarnaast is er
veelvuldig contact geweest met de Europese delegatie in Colombia en met het
Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken (Directie Internationale Marktordening en
Handelspolitiek). Het is gelukt de betrokkenheid van de CGT bij de Colombiaanse
processen rondom de monitoring van het akkoord te vergroten. De Colombiaanse DAG is
er echter vooralsnog niet; in 2016 zullen CNV Internationaal en de partnervakbond daar
op blijven inzetten. CNV Internationaal is onder meer uitgenodigd om deel te nemen aan
de bijeenkomsten van de Europese DAG.
Daarnaast heeft CNV Internationaal zich samen met Fairfood, ICAES en de
vakbondspartners in Midden Amerika hard gemaakt voor de werknemers in de
suikerrietindustrie in Guatemala. Op basis van een onderzoek uitgevoerd door Fairfood
naar de arbeidsomstandigheden op suikerriet plantages in Guatemala is een position
paper ontwikkeld dat is ingezet voor verschillende lobby activiteiten. De resultaten van
het onderzoek zijn onder meer gepresenteerd tijdens de mei-bijeenkomst van de
Europese DAG binnen het Associatie akkoord tussen de EU en Midden-Amerika.
14
In Nederland heeft CNV Internationaal ook aandacht besteed aan deze problematiek. Na
herhaaldelijke oproepen om in gesprek te komen over het verbeteren van de
arbeidsomstandigheden op de suikerrietplantages, gaf Bacardi nul op rekest. In
december 2015 is vervolgens een Facebook-campagne gestart om Bacardi te bewegen
serieuze stappen te zetten. Maar liefst 24.964 unieke personen zijn in actie gekomen
door bijvoorbeeld de actie te liken, comments te geven op de Facebook-pagina van
Bacardi of door de campagneberichten te delen. De campagne leidde er toe dat Bacardi
begin 2016 contact op heeft genomen met CNV Internationaal om samen te zoeken naar
mogelijkheden om de arbeidsomstandigheden op de suikerrietplantages daadwerkelijk te
verbeteren. In het Jaarverslag 2016 zal naar verwachting meer gerapporteerd worden
over dit project.
Daarnaast zijn er in Brussel lobby activiteiten uitgevoerd richting EUROLAT en de EEAS.
In de regio hebben er lobby activiteiten plaats gevonden richting CC-SICA, CCAD, SISCA,
en de EU delegaties en Europese ambassades in Midden-Amerika. Doel van de lobby
activiteiten was bewustwording creëren rondom de problematiek in de suikerriet sector
bij lokale, regionale en internationale overheden/organisaties en vervolgens samen met
hen bekijken welke oplossingen er zijn en welke stappen genomen kunnen worden om te
komen tot betere arbeidsomstandigheden. De follow-up van deze activiteiten zal in 2016
gemonitord worden.
3.4 Activiteiten met of gericht op de Rijksoverheid
Sector-convenanten
CNV Internationaal is in 2015 intensief betrokken geweest bij de onderhandelingen over
de IMVO Sectorconvenanten voor de textiel- en bankensector. Zie ook Hoofdstuk 5,
paragraaf 5.8.
Inclusie-beleid Nederlandse overheid
CNV Internationaal volgt het inclusief-beleid van de minister voor Buitenlandse handel en
Ontwikkelingssamenwerking nauwgezet en is in 2015 actief betrokken geweest bij
activiteiten die rond dit thema zijn georganiseerd. Zo nam CNV Internationaal deel aan
het panel tijdens de INCLUDE conferentie op 14 oktober 2015, dat door het ministerie
van Buitenlandse Zaken en het Afrika Studie Centrum werd georganiseerd. Daarnaast
was een vertegenwoordiger van het BCPA-bureau (het Afrikaanse
projectondersteuningsbureau van CNV Internationaal in Bénin) één van de sprekers voor
de workshop over inclusieve economische groei van het Afrika Studiecentrum tijdens de
Afrika-dag op 7 november 2015.
Handelsmissies
In 2015 onderzocht CNV Internationaal de beleidscoherentie van het Nederlandse
ministerie van Buitenlandse Zaken met betrekking tot het integreren van Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen in het programma van Nederlandse handelsmissies.
Voornaamste uitkomst van het onderzoek is dat het MVO-beleid in handelsmissies niet
structureel en geïntegreerd wordt opgenomen in het programma. Naar aanleiding van dit
onderzoek zijn er daarom door MVO Platform en CNV Internationaal gesprekken gevoerd
met leden van de Tweede Kamer en is het contact geïntensiveerd met de directie
Internationaal Ondernemen van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Via dit contact is
CNV Internationaal benaderd om bij te dragen aan de voorbereidende bijeenkomst voor
handelsmissies naar Guinee, Senegal en de Verenigde Arabische Emiraten. Op het
verzoek voor de VAE-handelsmissie kon CNV Internationaal helaas niet ingaan vanwege
het ontbreken van vakbondscontacten in de betreffende regio. Voor de andere twee
missies is toegezegd een presentatie over IMVO te verzorgen tijdens de voorbereidende
bijeenkomsten. CNV Internationaal hoopt dat er in 2016 meer ruimte zal zijn voor een
betere verankering van IMVO tijdens de voorbereidingen van en gedurende de
handelsmissies, bijvoorbeeld door CNV onderdeel uit te laten maken van de
handelsdelegatie.
15
4. Partnerlanden
4.1 Bangladesh
Bangladesh is in het programma ‘A World that Works’ aangewezen als verkenningsland.
Op basis van de contextanalyse is in 2014 besloten om Bangladesh toe te voegen als
programmaland van CNV Internationaal. In 2015 en 2016 moet de samenwerking verder
vorm krijgen. CNV Internationaal onderzoekt of een andere vorm van strategische
interventie succesvol kan zijn. Zo wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn om een
samenwerkingsnetwerk te starten, waar niet uitsluitend vakbondsorganisaties maar ook
andere maatschappelijke organisaties bij aangesloten zijn. Daarbij zal ook expliciet
aandacht zijn voor regionaal opererende organisaties die buiten de hoofdstad Dhaka hun
werkgebied hebben.
Ontwikkelingen in Bangladesh
De afgelopen twintig jaar is de economie met 6 procent gegroeid, ondanks de politieke
instabiliteit van het land, de slechte infrastructuur en corruptie. Meer dan 50 procent van
de beroepsbevolking werkt in de landbouwsector en 5 procent (4 miljoen werknemers)
werkt in de textielsector. De textielindustrie is een belangrijke economische pijler; deze
sector zorgt voor meer dan 80 procent van de inkomsten uit export. Ondanks de nasleep
van de ramp in Rana Plaza (2013) groeiden de inkomsten in deze sector tot omgerekend
bijna 16 miljard euro.De informele sector is fors: zo’n 87 procent van de werkenden
werkt in de informele economie. De arbeidsomstandigheden zijn er over het algemeen
erbarmelijk. Tot op heden hebben de vakbonden hier (te) weinig verbetering in kunnen
aanbrengen. Informeel werk is te vinden in de landbouw, transport (riksja-bestuurders
bijvoorbeeld), bouw, goudsmederijen, leerlooierijen en visserij. Vakbonden hebben
redelijk goed toegang tot deze sectoren en kunnen hier nog daadwerkelijk verschil
maken.
Ontwikkelingen binnen de vakbeweging
Bangladesh telt zo’n 23 vakcentrales waar verschillende vakbonden bij aangesloten zijn.
Daarnaast zijn er nog tal van andere vakbonden die niet verenigd zijn binnen een
vakcentrale. De vakbeweging in Bangladesh is versnipperd en kampt met een slechte
reputatie. Dit is onder meer het gevolg van de corruptieschandalen waar vaak ook
vakbondsleiders bij betrokken waren en het gebrek aan politieke onafhankelijkheid. De
regering werkt de vakbeweging behoorlijk tegen. De positie van vakbondsmensen wordt
ondermijnd door bedreigingen, geweld en intimidatie en door de huidige
arbeidswetgeving is officiële registratie van een vakbond moeilijk nu per bedrijf minstens
30 procent van de werknemers aangesloten dient te zijn.
De complexiteit van het maatschappelijk middenveld in Bangladesh, in combinatie met
de politiek en sociale onrust (geweldsuitbarstingen) hebben er toe geleid dat in 2015 niet
veel vorderingen zijn geweest in het ontwikkelen van een nieuw samenwerkingsverband.
De ITUC en CNV Internationaal zouden in 2015 een verkennend onderzoek doen, om
beter inzichtelijk te krijgen hoe de vakbonden en andere maatschappelijke organisaties
kunnen samenwerken.
Het verkennende onderzoek met de ITUC zal ook helder moeten krijgen in welke
sectoren (buiten de textielsector) de betrokkenheid van CNV Internationaal meerwaarde
kan opleveren. Daarbij valt te denken aan de farmacie, garnalenindustrie, landbouw,
fietsindustrie, en de industrie voor sport- en lederwaren. Deze sectoren zijn redelijk goed
toegankelijk voor vakbonden. De verwachting is dat vakbondswerk daar nog een verschil
kan maken. Door aanslagen en onrust in het land is dit verkennende bezoek uitgesteld.
16
4.2 Benin
Benin lijkt de sociale dialoog steeds meer te omarmen, als het vehikel bij uitstek om
sociaal economische kwesties op een adequate en duurzame wijze op te lossen.
Vakbondspartner COSI geldt als een warm pleitbezorger van de sociale dialoog en weet
op indrukwekkende wijze de dialoog op de kaart te zetten binnen en buiten de
vakbeweging.
Ontwikkelingen in Benin
Net als andere organisaties in Benin die Nederlandse steun ontvangen, heeft COSI
nauwlettend de fraudezaak gevolgd die in 2015 aan het licht kwam, rond waterprojecten
die door de Nederlandse regering zijn gefinancierd. COSI realiseert zich des te meer het
belang van correcte verantwoording van zijn eigen besteding en de strikte monitoring
door CNV Internationaal.
Benin maakte zich in 2015 op voor de verkiezingen die in februari 2016 zullen
plaatsvinden. De huidige president Yayi Boni kan zich grondwettelijk niet meer
verkiesbaar stellen: een machtswisseling zal sowieso plaatsvinden.
De private sector in Benin blijft in omvang beperkt. Toch lijken de hervormingen die de
overheid de afgelopen jaren heeft doorgevoerd, zijn vruchten af te werpen. Volgens de
Global Doing Business Report is Benin gestegen van de 174e plaats in 2014 naar de 162
positie in 2015. Deze studie van de Wereldbank presenteert ieder jaar een gedetailleerde
analyse van de kosten, voorschriften en procedures in de private sector. Benin behoort
volgens dit onderzoek tot de tien landen die de meeste hervormingen hebben
doorgevoerd om het bedrijfsleven te stimuleren. Dit kan de groei van de private sector
verder bevorderen. In 2015 heeft de overheid de complexe regelgeving en
administratieve verplichtingen rondom import en export sterk vereenvoudigd;
bouwvergunningen worden efficiënter afgehandeld, terwijl de kosten voor het opstarten
van een bedrijf is afgenomen. Op initiatief van de ILO is begin 2015 in Benin een proces
gestart om de sociale dialoog in het land opnieuw vorm te geven. In juli 2015 hebben de
overheid, werkgevers en vakbonden een gezamenlijk voorstel gedaan om de sociale
dialoog-structuren in Benin aan te passen, waarbij de partijen zich hebben laten
inspireren door het ‘Senegalese model’. Zo zal de voorzitter van de sociaal economische
raad voortaan onafhankelijk zijn, waar voorheen een regeringsvertegenwoordiger de
voorzitter was. Daarnaast zal het vicevoorzitterschap rouleren tussen de drie sociale
partners. Herstructurering was noodzakelijk omdat sociale onrust in met name de
publieke sector heerste en de private sector te weinig inbreng had in de sociale dialoog.
Voortaan zullen vier van de zeven vakbonden worden betrokken bij de sociale dialoog.
Twee van de zeven grote vakcentrales (CSTB en CGTB) zijn nog enigszins terughoudend,
aangezien de hervormingen consequenties hebben voor hun invloed. De overige
vakcentrales doen er alles aan om de twee dicht bij het proces te behouden. Een
complicerende factor is het uitstel van de sociale verkiezingen (tot na de
presidentsverkiezingen), waardoor onhelder blijft hoe groot de legitimatie van de
verschillende vakcentrales in het land zijn.
Ontwikkelingen binnen COSI
Vakbondspartner COSI zag in 2015 een lichte groei van bijna 6 procent in ledenaantal:
87 duizend betalende leden in 2014, tot 92 duizend betalende leden in 2015. De groei
komt met name doordat leden de meerwaarde zien van het werk van COSI en bereid zijn
om daarvoor daadwerkelijk het bescheiden lidmaatschap te betalen.
Tevens is in de loop van de tijd een vertrouwensband gegroeid tussen het bestuur van
COSI en de achterban. Bestuursleden en stafmedewerkers zijn veelal zelf als vrijwilliger
bij de vakbond betrokken, naast hun reguliere baan. Zij kunnen daardoor rechtstreeks
met hun collega’s delen wat de resultaten zijn van het vakbondswerk. Die
laagdrempeligheid en toegankelijkheid hebben ook bijgedragen aan de bekendheid van
de organisatie. In het kader van de sociale verkiezingen heeft COSI uitvoerig campagne
gevoerd om de naamsbekendheid te vergroten. Er zijn veel media-optredens geweest, bij
radio- en televisieprogramma’s. Zo zijn er twee radioprogramma’s uitgezonden over
geweld tegen vrouwen op de werkvloer. Ook zijn er voorlichtingsbijeenkomsten
17
georganiseerd over arbeidsrechten, toegang tot sociale zekerheid voor informeel
werkenden en toegang tot werk voor jongeren. Al in 2014 is COSI gestart met het
werken aan de eigen zichtbaarheid via sociale media, dat in 2015 is voortgezet.
Eind 2014 hebben Afrikaanse partnerorganisaties van CNV Internationaal een intensieve
training gevolgd over het verbeteren van financieel management. Daarna heeft het BCPA
(het Afrikaanse projectondersteuningsbureau van CNV Internationaal in Bénin), deze
training gegeven aan medewerkers van de vakcentrale en afzonderlijke bonden van
COSI. De bonden moeten na deze training beter in staat zijn om projecten zelf uit te
voeren, te monitoren en correct te verantwoorden.
Om de vijf jaar vindt het vakbondscongres van COSI plaats. Het eerstvolgende congres
staat gepland in 2017. Ter voorbereiding daarop heeft COSI in 2015 drie
statutenwijzigingen uitgewerkt. Zo zal de hoogte van de lidmaatschapsbijdrage van
lokale bonden afhankelijk worden van het ledenaantal. Het is de bedoeling dat veertig
procent van het dagelijks bestuur, algemeen bestuur en andere organen van COSI zal
bestaan uit vrouwen. Daarnaast zullen de statuten duidelijkheid geven over wie zich
verkiesbaar kan stellen. Naar verwachting zullen deze statutenwijzigingen in februari
2016 door COSI worden vastgesteld.
CNV Internationaal probeert de positieve en innovatieve werkwijze van COSI op
bijvoorbeeld het gebied van leiderschapsontwikkeling, externe communicatie en
vrouwenrechten te delen met andere Afrikaanse vakcentrales. In de Afrikaanse context
geldt veelal anciënniteit, ook binnen de vakbeweging. Doordat COSI wordt beschouwd als
een jonge organisatie, benaderen andere vakbonden onze partnervakbond aanvankelijk
met enige reserves. Desalniettemin blijft COSI open staan voor het delen van goede
ervaringen met de andere bonden en kan zij rekenen op groeiend respect.
Behaalde resultaten in 2015
In 2015 is het accent van de activiteiten verlegd van Subprogramma 1 naar
Subprogramma 2. Daardoor vond er een opschaling plaats in de resultaten, waarbij COSI
zich sterk heeft ontwikkeld in de samenwerking met andere organisaties en het voeren
van de sociale dialoog. Binnen Subprogramma 1 heeft COSI veel aandacht kunnen
besteden aan individueel juridische advies voor leden.
CNV Internationaal ondersteunt het werk van het adviescentrum van COSI, waar
werknemers (leden en niet-leden) juridisch advies krijgen bij arbeidsconflicten. In 2015
heeft COSI een nieuw loket geopend in de noordelijke regio Parakou, waardoor ook
werkenden buiten de hoofdstad Cotonou bereikt kunnen worden. In 2015 zijn 219
werkenden (van wie 58 vrouwen) geholpen.
Veiligheid en rechtsorde (Security and legal order)
Al sinds 2012 wordt Benin geplaagd door stakingen in de publieke sector, zoals in het
onderwijs en in de zorgsector. De stakingen in de zorgsector van 2015 waren
uitgeroepen, na een besluit van de minister van Volksgezondheid (zelf een arts) om alle
artsen fikse toelagen toe te kennen, terwijl het overige medische personeel er niet op
vooruit is gegaan. De langdurige stakingen in de zorgsector vormden een steeds groter
probleem door de maatschappelijke gevolgen. Vakbondspartner COSI trok aan de bel en
wilde met andere vakbonden in de zorgsector zoeken naar andere oplossingen. Op
verzoek van COSI is de hulp ingeschakeld van CNV Connectief, die zich inzet voor onder
meer de zorgsector in Nederland. Onder leiding van Suzanne Kruizinga (voorzitter van
CNV Zorg en Welzijn) heeft een kleine delegatie van CNV Connectief een training
gegeven aan een groep van 25 sleutelfiguren van vier verschillende zorg-vakbonden in
Benin. Het doel van de partnervakbond COSI was om met de meer activistisch ingestelde
vakbonden van gedachten te wisselen om via de sociale dialoog met de overheid tot
structurele oplossingen te komen. De collega’s van CNV Connectief vervulden in deze
discussie een reflecterende en faciliterende rol, en hebben samen met de Beninese
vakbondsmensen ervaringen uitgewisseld. Hierdoor kwamen de vier bonden al snel met
elkaar tot de kernvraag: waar liggen de ethische grenzen van stakingen en andere acties
in de zorgsector?
18
Na deze meerdaagse uitwisseling hebben deelnemers een werkgroep gevormd die zorg
zal dragen voor een goed vervolg. Binnen de vier bonden worden groepen voor ‘moreel
beraad’ opgezet, die moeten waken dat ethische grenzen bij stakingen niet worden
overschreden. Ook is de delegatie van CNV Connectief en de vier Beninese vakbonden op
bezoek geweest bij de minister van Volksgezondheid om de kwestie rond de artsen-
toelagen aan de orde te stellen. De minister heeft zijn welwillendheid getoond, maar
concrete toezeggingen heeft hij niet gedaan. CNV Internationaal overweegt nu de
mogelijkheden om via andere wegen de minister op andere gedachten te krijgen.
Decent Work: Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (Employability)
De jonge bevolkingssamenstelling van Benin (ruim 60 procent van de bevolking is jonger
dan 24 jaar) en de slechte economische vooruitzichten van deze jongere groepen, vergen
nog alle aandacht van vakbondspartner COSI. De vakbond is er steeds meer van
overtuigd geraakt, dat structurele en duurzame verbeteringen moeten komen van een
ander overheidsbeleid. Daarom hebben COSI en CNV Internationaal besloten om het
accent van het werk te verleggen naar lobby en beleidsbeïnvloeding. De keuze om
Subprogramma 2 (Stronger Civil Society) op te schalen en te intensiveren, heeft zich in
2015 vertaald in verschillende activiteiten. Zo hebben 25 leden van een jongerengroep
van COSI hun lobby-vaardigheden verder ontwikkeld via een training. Tijdens de training
is de stand van zaken rond jeugdwerkgelegenheid in Benin gepresenteerd, is het thema
‘Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt’ behandeld en zijn strategieën voor vakbonden om
jeugdwerkgelegenheid te bevorderen besproken.
In oktober 2015 heeft COSI een nationaal forum georganiseerd waar overheidsinstanties,
een breed scala aan jongerenorganisaties, andere vakcentrales uit Benin, de Duitse
Friedrich Ebert Stiftung (EFS) en CNV Internationaal hebben gesproken over het beter
toegankelijk maken van banen door jongeren. 150 vertegenwoordigers (waarvan 32
vrouwen) namen deel aan dit forum. De deelnemers concludeerden dat de
dienstverlening en programma’s van verschillende overheidsinstanties waaronder ANPE
(nationaal agentschap voor werkgelegenheid), FNM (nationaal fonds voor
microfinanciering), FNPEEJ (nationaal fonds voor de bevordering van ondernemerschap
en werkgelegenheid voor jongeren) weinig bekend zijn onder jongeren en moeilijk
toegankelijk zijn. Aan het eind van het forum is daarom een lobby-agenda vastgesteld
die zich richt op verbeterde communicatie en voorlichting van de FNM, ANPE en FNPEEJ
over hun programma’s. Daarnaast moet de toegang tot hun dienstverlening verbeterd
worden door een vereenvoudiging van de procedures. Ook zijn er aanbevelingen richting
de vakcentrales gedaan om meer stageplaatsen af te spreken in overeenkomsten met
overheid en werkgevers, om de lobby voor kwaliteit van (beroeps)onderwijs te
versterken en door te gaan met capaciteitsversterking voor jonge leiders. Aan het eind
van dit Nationale Forum is een projectgroep opgezet, bestaande uit vijftien jonge
vakbondsleiders, studentenleiders en jongeren van andere maatschappelijke organisaties
om aan de slag te gaan. Tevens heeft COSI deelgenomen aan een seminar/uitwisseling
over strategieën voor vakbonden om de inzetbaarheid van jongeren op de arbeidsmarkt
te vergroten, als onderdeel van het congres van ITUC Africa. Zie Hoofdstuk 5, paragraaf
5.3. In 2015 heeft COSI een aantal jongeren gevolgd, nadat die een training hebben
gevolgd in 2014 om een eigen onderneming te starten. COSI wilde daarmee in kaart
brengen of de jongeren daadwerkelijk in staat zijn een eigen inkomen te genereren via
hun eigen bedrijf. De jongeren waren voor zich zelf gestart als visser, tuinbouwer of
verkoper van rijst. De jonge ondernemers liepen aan tegen gebrek aan
investeringsfondsen en marketing kennis. COSI zal deze aspecten meenemen in
vervolgactiviteiten en zo het pakket voor startende ondernemers te verbeteren.
Decent Work: Sociale zekerheid (Social security)
De afgelopen jaren heeft COSI veel geïnvesteerd om informeel werkenden in Benin
toegang te bieden tot het nationale sociaal stelsel. Dit heeft nog niet tot de gewenste
schaal van resultaten geleid, doordat COSI er nog onvoldoende in slaagt om
verbeteringen van de dienstverlening van overheidsinstanties te bereiken. Institutionele
veranderingen vergen tijd. Ook blijft het moeilijk informeel werkenden (met een vaak
19
laag en onregelmatig inkomen) te overtuigen van het belang van sparen voor sociale
zekerheid.
In 2015 heeft COSI laten analyseren hoe de ILO-conventies 102 (sociale zekerheid), 155
(veiligheid en gezondheid op het werk), 189 (huishoudelijk werkers), en 202 (sociale
bescherming) zijn verankerd in de nationale wetgeving en hoe die worden nageleefd.
Daarop heeft COSI een nationaal forum georganiseerd voor vertegenwoordigers van
vakbonden, werkenden in de informele sector, ngo ALCREER, en instanties voor sociale
zekerheid om met elkaar van gedachten te wisselen hoe de toegang tot het sociale
stelsel beter toegankelijk kan worden gemaakt voor informeel werkenden. De
belangrijkste conclusies zijn dat informeel werkenden onvoldoende bekend zijn met de
beschikbare dienstverlening, de kosten van die dienstverlening zijn te hoog en de
informeel werkenden zijn nog niet overtuigd van de voordelen van het systeem. Tijdens
het forum zijn concrete aanbevelingen geformuleerd, waaronder de noodzaak tot
verbeterde communicatie (ook in lokale talen) over de dienstverlening, een herziening
van de hoogte van de maandelijkse bijdrage en het opzetten van periodieke evaluaties
met betrokken partijen over de kwaliteit van de dienstverlening.
Eind 2015 hebben overleggen plaatsgevonden met de Algemene Directie van de CMPS
(sociale zekerheidsinstantie) en de directie van de dependance van de CMPS in Atlantique
Littoral om de aanbevelingen te bespreken. De CMPS heeft daarop medewerking aan de
voorgestelde verbeteringen toegezegd. Daarnaast kon de vakbond COSI de
dienstverlening blijven aanbieden aan informeel werkenden, bijvoorbeeld om nieuwe
productiemethoden te ontwikkelen waardoor inkomsten konden stijgen, en individuele
begeleiding bij het inschrijven van informeel werkenden bij instanties voor sociale
verzekeringen. Tevens heeft COSI deelgenomen aan de discussie over sociale zekerheid,
als onderdeel van een conferentie van de ITUC Africa. Zie Hoofdstuk 5, paragraaf 5.5.
Analyse
Samenwerking
De uitwisselings- en trainingsbijeenkomst die door CNV Connectief werd verzorgd, sloot
naadloos aan op de behoefte van de partnervakbond en de andere deelnemende
vakbonden. Opvallend was de natuurlijke ‘click’ tussen de deelnemers uit Benin en de
CNV-trainers uit Nederland; men was als vakgenoten (zorgsector) onder elkaar. Men
herkende elkaars ervaringen en observaties, en slaagde er daardoor in om snel tot de
kern van de discussie te komen.
COSI is enthousiast over samenwerkingsprojecten met CNV-bonden. In het
vakbondslandschap van Benin geldt COSI als een voortrekker en warm pleitbezorger van
de sociale dialoog. Door de expertise van CNV-bonden te betrekken bij bepaalde
discussies, weet COSI de belangstelling van andere Beninese vakbonden te wekken, die
uiteindelijk leidt tot deelname van die bonden aan de discussie. Daardoor kunnen issues
rekenen op een breder draagvlak binnen de vakbeweging.
CNV Internationaal heeft in 2015 geconstateerd dat Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt
(‘Employability’) voor COSI nog steeds een moeilijk te doorgronden thema is. Het BCPA
vervult daarbij een belangrijke rol, door ervoor te zorgen dat het thema op de agenda
blijft staan.
Financiële analyse
COSI heeft een heldere ambitie en visie over haar eigen financiële ontwikkeling en
positie: in 2020 wil COSI een financieel onafhankelijke vakbondsorganisatie zijn. In dat
jaar wil COSI een organisatie hebben neergezet die de bedrijfsvoering zelf kan
financieren. Externe ondersteuning wil de vakbond uitsluitend aanwenden voor concrete
vakbondsprojecten voor kwetsbare groepen en het opstarten van nieuwe thema’s.In
2015 lijkt er minder besteed te zijn aan capaciteitsopbouw (Subprogramma 1), maar dat
komt doordat leiderschapsontwikkeling later van start is gegaan dan in het geplande
jaar. In de loop van 2015 is besloten om ervaringen over de thema’s ‘Inzetbaarheid op
de arbeidsmarkt’ en ‘Sociale zekerheid’ te delen op het congres van de ITUC Africa.
20
Geleerde lessen
- Het feit dat COSI behoort tot de nieuwe generatie vakbonden, betekent dat COSI
binnen de vakbeweging zijn plek nog moet verwerven. Daardoor kost het de
vakbond meer moeite om andere vakbonden te overtuigen van goede ervaringen.
Dat betekent dat CNV Internationaal de partnervakbond daarbij moet blijven
ondersteunen.
- De inzet van CNV-bonden blijkt te resulteren in belangstelling en betrokkenheid
van andere vakbonden en leidt tot waardering van COSI.
- COSI ziet de toegevoegde waarde van het werken met andere maatschappelijke
organisaties, buiten de vakbeweging, om meer impact te hebben bij het
beïnvloeden van beleid. Toch geeft COSI aan dat dit niet altijd gemakkelijk was in
2015 omdat veel organisaties zich richtten op de problematiek rond de komende
presidentsverkiezingen en er daarom minder aandacht was voor andere thema’s.
- COSI kon in 2015 pas in het 2e kwartaal starten met de activiteiten, gefinancierd
door CNV Internationaal, omdat de ontwikkeling van het werkplan te veel tijd in
beslag heeft genomen. Dit wil COSI voor 2016 verbeteren.
21
4.3 Cambodja
De vakbondspartner CLC doet er alles aan om een stevige rol te pakken in de nationale
sociale dialoog van Cambodja. De CLC onderscheidt zich binnen de vakbeweging door
kwesties zoveel mogelijk op te willen lossen aan de onderhandelingstafel en door zich
politiek onafhankelijk op te stellen.
Ontwikkelingen in Cambodja
In 2015 is een wet goedgekeurd die maatschappelijke organisaties, en dus ook
vakbonden, stevig aan banden legt. Volgens de regering is deze nieuwe wetgeving
noodzakelijk om terrorisme tegen te gaan. Een nieuwe arbeidswet die is voorbereid,
beperkt ook vakbonden in hun werk. Door de maatschappelijke weerstand is de wet nog
steeds niet aangenomen.
De voortdurende spanningen tussen de regering onder leiding van Hun Sen (sinds 1985)
en de oppositie staan verdere economische ontwikkelingen in de weg. In 2015 groeide de
economie weliswaar met zeven procent, maar volgens critici had die groei groter geweest
kunnen zijn als het land politiek stabieler zou zijn.
Ontwikkelingen binnen CLC
In 2015 zijn twee belangrijke bonden uit de vakcentrale CLC gezet: IDEA (deze bond
richt zich op de werkers in de informele sector) en de CFSWF (voedingssector). Volgens
de CLC hebben deze twee bonden zich te politiek geprofileerd dat leidde tot interne
wrijvingen. Uiteindelijk leidden de spanningen tot het niet betalen van
lidmaatschapsgelden, waarna de bonden uit de CLC zijn gezet. De CLC heeft een nieuwe
bond opgericht die zich richt op werkers in de informele sector: Informal Economic
Association (IEA). De meeste leden van de IDEA hebben zich nu aangesloten bij deze
nieuwe bond. De CLC heeft in het verslagjaar de organisatie structuur verbeterd.
Sindsdien kunnen meer bonden zich laten vertegenwoordigen in het uitvoerend bestuur
en is er meer transparantie richting aangesloten bonden.
Behaalde resultaten in 2015
Decent Work: Arbeidsrechten (Labour rights)
Het afgelopen jaar heeft de CLC zich hard gemaakt om de omstreden nieuwe arbeidswet
tegen te houden. De CLC kan daarbij rekenen op brede maatschappelijke en
internationale steun, waaronder de ILO. Ook vanuit het CNV heeft de CLC steun
ontvangen: CNV-voorzitter Maurice Limmen heeft in een brief aan de regering laten
weten dat het CNV het proces voor de nieuwe arbeidswetgeving ondoorzichtig vindt en
dat die ILO conventies schendt en het werken van onafhankelijke bonden onmogelijk
maakt. De CLC zoekt voortdurend naar sectoren waar schendingen van arbeidsrechten
plaatsvinden, om vervolgens te onderzoeken of daar nieuwe vakbondsgroepen gestart
kunnen worden. In 2015 heeft de partnervakbond besloten om bonden op te richten voor
de transport-, de landbouwsector en de industrie.
In de transportsector waren problemen met korte termijn contracten, geen volwaardige
contractdocumenten, lage salarissen, late uitbetaling van salarissen en gedwongen
overwerk. Deze omstandigheden waren voor de CLC reden om de werkers te
organiseren, maar dat kost moeite omdat werkgevers soms met geweld en ontslagen het
vakbondswerk blokkeren.
In de landbouw richt het nieuwe vakbondswerk zich op het opbouwen van relaties met de
werkgevers, verbeteren van de baanzekerheid (contractduur) en verbeteren van
arbeidsomstandigheden (veiligheid en gezondheid), onder meer in de bosbouw.
De nieuwe industriebond (uitgezonderd textiel) richt zich bijvoorbeeld op verbetering
lonen (nog onder minimumloon), de duur van werkcontracten en lange werkdagen.
CLC heeft juridische steun verleend aan 460 individuele leden, met name werknemers in
de textielindustrie. Het betrof hier conflicten over niet afbreking van het contract, die
dankzij de steun van de CLC in 75 procent van de gevallen succesvol werden opgelost.
In 2015 zijn in zes bedrijven nieuwe CLC-bonden georganiseerd, met name in de
hotelsector. Het leiderschap van CLC is getraind over arbeidswetgeving en cao-
22
onderhandelingen. Kennis van de arbeidswetgeving is noodzakelijk om te weten wat de
rechten van werknemers bij arbeidsconflicten zijn. Daarnaast kregen de nieuwe leiders
informatie over gang van zaken bij de procedures voor nieuwe cao’s en vervolgens
training in onderhandelingstechnieken daarover.
In totaal zijn in 2015 door de CLC en de aangesloten bonden 16 cao’s afgesloten en/of
gecontinueerd over onder meer werktijden, tijdig uitbetaling van salarissen, betaling van
toelages en betaling van overwerk. Al enkele jaren voert de CLC actie om het wettelijk
minimumloon in de textielsector te verhogen naar een meer leefbaar niveau van 177
dollar per maand (leefbaar loon wordt geschat op 220 dollar). De vorderingen gaan
gestaag door: in 2015 is het minimumloon verhoogd van 128 naar 140 dollar per maand.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (Connecting agenda’s)
SOMO heeft op verzoek van CNV Internationaal een onderzoek uitgevoerd met als doel
de links tussen de textielindustrie in Cambodja en Nederlandse textielbedrijven te
analyseren en waar mogelijk via de invloed van deze bedrijven de sociale dialoog in
Cambodja te bevorderen. De CLC en C.CAWDU hebben in een aantal fabrieken onderzoek
gedaan en interviews gehouden over arbeidsomstandigheden. Het onderzoek is eind
2015 afgerond met een rapport: er zijn drie fabrieken met links met Nederlandse
textielondernemingen. Deze bedrijven hebben een brief gehad met het rapport en tevens
een analyse van hun MVO-beleid, met name inzake het recht van vrijheid van organisatie
(de gegevens van andere bedrijven zijn in dit rapport geanonimiseerd). Daarnaast werd
het bedrijf uitgenodigd om over dit rapport met CNV Internationaal in gesprek te gaan (in
2016). Met twee Nederlandse bedrijven zijn de eerste gesprekken gevoerd over de
schendingen van arbeidsrechten in de keten. Dit heeft nog niet tot concrete afspraken
geleid.
Decent Work: Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (Employability)
In 2015 heeft de CLC gewerkt aan de versterking van de jongerenorganisatie door
trainingen over vakbondswerk te geven. Daarnaast is samengewerkt met
jongerenorganisaties zoals de CYA (Cambodian Youth Association), de CCYA (Cambodian
Council of Youth Associations) en de YRDP (Youth Resource Development Program) om
loopbaanontwikkeling te bevorderen. Er zijn trainingen geweest voor jongeren om meer
te begrijpen van de economische situatie in het land en de daarmee samenhangende
werkgelegenheid. Daarnaast wordt voorlichting over beroepskeuze voorbereid en
vaardigheidstrainingen over sollicitatiegesprekken. Door beperkte middelen en vertrek
van CLC-medewerkers is de verdere uitvoering hiervan uitgesteld tot 2016.Verder heeft
de CLC op de internationale dag van de jongeren een campagne georganiseerd richting
de overheid en werkgevers om het belang van meer aandacht voor inzetbaarheid van
jongeren op de arbeidsmarkt onder de aandacht te brengen.
Decent Work: Sociale zekerheid (Social security)
De CLC zet zich in voor sociale zekerheid voor alle werkers in Cambodja, waar ze in
principe ook recht op hebben. Daarvoor geeft de CLC onder andere via een train-the-
trainer model veel voorlichting aan haar leden over nut, mogelijkheden en verplichtingen
van de sociale zekerheidsregelingen bij de nationale instelling NSSF. De CLC besteedt in
onderhandelingen met de werkgevers, NSSF en overheid veel tijd aan het daadwerkelijk
realiseren van NSSF-faciliteiten voor de werknemers, in eerste instantie met name voor
hun leden. De zorgverzekering wordt steeds meer toegepast en op termijn zullen ook
pensioenmogelijkheden steeds meer in het traject worden opgenomen.
Daarnaast blijft de CLC pleiten voor het opnemen van informele werkers in het stelsel
van sociale verzekeringen. Het ministerie ziet de noodzaak, maar mist de middelen,
onder meer doordat bij informeel werkenden normaal gesproken geen werkgeversdeel
betaald wordt, omdat de werkgever in de informele sector veelal ontbreekt.
23
Analyse
Samenwerking
CNV Internationaal heeft in nauwe samenwerking met de Belgische vakbond intensief
contact gehouden met de CLC over de problemen met de twee bonden. De kern van de
problematiek lag in de kritiek op de bestuurlijke structuur van de CLC (te veel invloed
van één bond) en in de politieke opstelling van de beide bonden (te hechte
samenwerking met een politieke partij op bijvoorbeeld land-issues). Zowel tijdens CNV-
werkbezoeken als tijdens CLC-bezoeken aan Europa is deze zaak steeds besproken en is
over het verdere verloop geadviseerd, met als doel oplossingen te zoeken en de schade
voor de CLC en beide bonden te beperken. Uiteindelijk bleek dat bemiddeling en verdere
onderhandelingen geen zin meer hadden en kozen de bonden er voor om door het niet
langer voldoen van de financiële verplichting feitelijk uit de CLC te stappen.
De CLC heeft lering getrokken uit de inhoudelijke kritiek. De CLC is ooit als vakcentrale
opgericht door de textielbond C.CAWDU die nog steeds de grootste bond binnen CLC is.
Inmiddels is het zaak, dat er de verhoudingen tussen CLC en C.CAWDU zich verder
ontwikkelen tot de normale verhouding van vakcentrale en een aangesloten bond. CLC
werkt hard aan de verbetering van deze structuur in de nieuwe statuten, waardoor de
invloed van andere bonden op een meer gelijkwaardig niveau komen. Ook in de nieuwe
structuur van het bestuur zal dit terug te zien zijn. De nieuwe statuten zullen op het
eerstvolgende congres van de CLC worden behandeld. Op voorhand heeft de CLC het
bestuur nu al uitgebreid met twee personen uit andere aangesloten bonden. Daarnaast
wordt er extra aandacht gegeven aan transparante besluitvorming.
Financiële analyse
Voor het thema ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Connecting agenda’s)’ heeft
er voor het SOMO-onderzoek een verschuiving van kosten plaatsgevonden van
Subprogramma 2 naar Subprogramma 3.
Geleerde lessen
- Ongelijke verhoudingen binnen een vakcentrale leiden op den duur tot problemen
over de structuur en leiding van de organisatie. Het kost veel tijd en energie om
dat later weer in goede banen te leiden. De CLC heeft hier duidelijk van geleerd
en neemt deze zaak serieus. Er wordt constructief gewerkt aan spreiding van
invloed en verbetering van de structuur.
- Vertrek van relatief kleine bonden, betekent een versmalling van het werk van de
vakcentrale, maar CLC heeft daarna meteen gezocht naar verbreding door het
opstarten van bonden in vergelijkbare sectoren.
- Kennis over projectbeheer en kennis van het Engels moet breder in de organisatie
zijn ingebed, zodat zaken minder van individuen afhangen.
- In het afgelopen jaar zijn er in de samenwerking met de partnerorganisatie CLC
onvoldoende resultaten bereikt op een aantal output-gebieden die daarom
versneld worden afgebouwd: afspraken met aanbieders van sociale zekerheid
voor informeel werkenden (1.6.c), nieuwe productiemethoden voor informeel
werkenden (1.2) en stageplaatsen voor formeel en inforeel werkenden (1.8).
24
4.4 Colombia
De CGT heeft de ambitie om ‘meer dan een vakbond’ te zijn; de organisatie ziet zichzelf
als een ‘sociale beweging’. De CGT wil om die reden nauw betrokken zijn bij het
vredesproces dat zich in Colombia voltrekt. Nooit eerder zijn de verwachtingen zo hoog
gespannen geweest over een succesvolle totstandkoming van een vredesakkoord tussen
de regering en rebellenlegers, zoals de FARC. Voor wat betreft het vakbondswerk legde
de CGT in 2015 het accent op de thema’s ‘Capaciteitsopbouw’, ‘Arbeidsrechten’ en
‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’.
Ontwikkelingen in Colombia
In 2015 vorderden de vredesonderhandelingen tussen de regering en FARC gestaag: een
fors aantal deelakkoorden werd in 2015 gesloten. Naar verwachting zal eind maart 2016
een vredesakkoord getekend worden. Voorzitter van de partnervakbond Julio Roberto
Gomez is lid van de nationale adviescommissie voor de vrede en nauw betrokken bij de
vredesbesprekingen. Zijn taak is om te waken dat arbeidsrechten worden verankerd in
de verdragen, zodat die ook in de post-conflict periode een volwaardige plek krijgen in
het nationale beleid.
Ontwikkelingen binnen CGT
In 2015 heeft de CGT een belangrijke rol vervuld tijdens de vredesonderhandelingen
tussen de regering en de FARC. Binnen de Colombiaanse vakbeweging werd de nauwe
betrokkenheid van de CGT bij het vredesproces met enige scepsis en wantrouwen
ontvangen; met name de relatie met de CUT werd in 2015 op de proef gesteld. Een mid-
term evaluatie van het programma van CNV Internationaal en CGT, bracht in 2015 aan
het licht dat er meer coherentie in het programma van de partnervakbond noodzakelijk
is. Daarop hebben CNV Internationaal en de CGT gezamenlijk opnieuw de ‘theory of
change’ op het programma toegepast. Het programma is vervolgens op een aantal
onderdelen aangepast, waardoor er nu meer samenhang is tussen de verschillende
activiteiten, de ambities duidelijker geformuleerd zijn en de CGT efficiënter haar
resultaten zou moeten kunnen realiseren.
Behaalde resultaten in 2015
Door haar constructieve houding is de CGT er de afgelopen jaren op een voortreffelijke
manier in geslaagd om arbeidsrechten en andere Decent Work-principes hoog op de
politieke en sociaal economische agenda van Colombia te plaatsen. De vakbond heeft
zich in 2015 verder geprofileerd op het terrein van de sociale dialoog. Continue probeert
de vakbond de voortrekkersrol daarin te vervullen. Al eerder werd melding gemaakt van
de betrokkenheid van de CGT bij het nationale vredesproces. Maar ook in andere dossiers
loopt de CGT voorop in de onderhandelingen, onder meer bij de totstandkoming van de
sociale wetgeving, pensioendiscussies en de lobby voor het stimuleren van
werkgelegenheid.
In 2015 heeft de CGT tijdens de partnerconferentie van CNV Internationaal in Nederland
een presentatie gegeven over haar ervaringen op het gebied van de bestrijding van
contractarbeid. Aanleiding was het eerder in opdracht van CNV Internationaal
uitgevoerde onderzoek ‘Invisible, Scattered, Difficult to Contract: Union Challenges and
Strategies to engage Contract Workers in Developing Countries’ over contractarbeid. In
de conclusies van dit onderzoek naar toenemende flexibilisering en de gevolgen hiervan
voor de werkenden, werd onder andere de aanbeveling gedaan om verder praktijkgericht
onderzoek te doen naar strategieën van partnerorganisaties hoe vanuit
vakbondsperspectief met het fenomeen contractarbeid om te gaan. Met name de
Indonesische partnerorganisatie KSBSI was geïnteresseerd in een uitwisseling met de
CGT die mogelijk in 2016 zal plaatsvinden.
De CGT heeft in samenwerking met andere vakbonden een kader ontwikkeld voor cao-
onderhandelingen in de publieke sector. Voor die tijd waren er geen mogelijkheden om
op sectorniveau cao’s in de publieke sector af te sluiten. Dit betekent dat voortaan maar
liefst 1,3 miljoen werkenden de mogelijkheid hebben hun rechten en plichten in een cao
vastgelegd zien. De vervolgstap is om te onderzoeken of ook in andere sectoren
25
soortgelijke cao-constructies mogelijk zijn. Al in 2014 werd geconstateerd dat bij de CGT
geen draagvlak bestaat voor een programma waarbij het thema ‘Inzetbaarheid op de
arbeidsmarkt’. Om die reden is besloten om dit thema versneld af te bouwen.
Capaciteitsopbouw (Capacity building)
CGT en CNV Internationaal hebben geconstateerd dat het CGT-programma in het kader
van ‘A World that Works’ meer samenhang nodig heeft. Zoals vermeld, werd dit ook
geconstateerd tijdens de mid-term evaluatie. De CGT slaagde er niet in om die
samenhang via een ‘theory of change’ zelf te formuleren, waarop CNV Internationaal een
externe facilitator heeft ingezet om de partnervakbond daarbij te begeleiden.
Ondanks de positieve berichtgevingen rond het vredesproces, blijft de veiligheid van het
bestuursleden en stafmedewerkers van de CGT een zorgpunt. In 2015 is daarvoor
aandacht geweest, via een programma dat via EU-financiering kon worden uitgevoerd.
Ook vond in december 2015 een uitwisselingstraining plaats in Den Haag, georganiseerd
door Justice & Peace Nederland. Daar heeft een delegatie van de CGT ook aan
meegedaan. Deze ‘The Hague Training Course on Security’ is speciaal ontwikkeld voor
mensenrechtenverdedigers, werkzaam op verschillende thema’s en op verschillende
plekken ter wereld. Met andere mensenrechtenverdedigers uit dertien landen volgde de
CGT-delegatie een week lang verschillende workshops over fysieke en digitale veiligheid,
beleidsbeïnvloeding en het toepassen van internationale mechanismen om zich te
beschermen tegen bedreigingen en beperkingen. In 2016 zal deze kennis binnen de CGT
verder worden verspreid.
Omdat samenwerking met andere partijen kan leiden tot duurzame en structurele
oplossingen, wil de CGT zich meer bekwamen in de vorming van allianties en het voeren
van efficiënte lobby en beleidsbeïnvloeding. Daartoe zijn in 2015 de eerste
voorbereidingen getroffen, terwijl de daadwerkelijke trainingen zullen plaatsvinden in
2016.
Decent Work: Arbeidsrechten (Labour rights)
In 2015 heeft de CGT vier keer een officiële klacht ingediend bij de ILO, over de
schending van arbeidsrechten. Daarnaast diende de vakbond twaalf klachten in bij de
CETCOIT, een bemiddelingsbureau van de ILO in Colombia. Acht van de klachten zijn
inmiddels opgelost. Het betroffen klachten over ziekenhuizen en grote bedrijven.
Daarbij ging het om onder meer het recht op cao-onderhandelingen voor werknemers
van het bedrijf Corpocesar. Dit recht werd door het bedrijf niet erkend. Nadat de zaak
bemiddeld was door CETCOIT is er alsnog met succes een cao afgesloten. In februari
2015 heeft de CGT een grote campagne georganiseerd, waarbij aandacht werd gevraagd
voor het recht op staking. Het vormde een onderdeel van een wereldwijde actie dat door
de ITUC was geïnitieerd. Uiteindelijk heeft de Colombiaanse overheid het stakingsrecht
erkend.
CGT heeft in 2015 tachtig (kansarme) jongeren getraind die deelnemen aan een project
van ICCO Coöperatie. Binnen dit project worden zij opgeleid tot chef kok. De CGT heeft
een training over arbeidsrechten gegeven, waardoor deelnemers beter op de hoogte zijn
van hun rechten en plichten op de werkvloer.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Connecting agenda’s)
In 2015 zijn er voorbereidingen gepleegd voor het indienen van een officiële klacht bij
het nationaal contactpunt van de OESO. Het betreft de ernstige schending van
arbeidsrechten in de mijnbouw. In het kader van het vooronderzoek vonden er onder
meer twee veldbezoeken plaats, waarbij gedupeerde werknemers werden geïnterviewd.
Het onderzoeksrapport zal in 2016 worden opgeleverd.
De indiening van deze eerste klacht zal tevens een toetsing zijn van de werking van het
klachtenmechanisme, een belangrijk instrument binnen het toekomstig OESO
lidmaatschap. De klacht zal naar verwachting in 2016 worden ingediend.
26
Analyse
Samenwerking
De mid-term evaluatie heeft er toe bijgedragen dat er een extra inspanning werd gedaan
om het programma van de CGT meer in lijn te brengen met dat van CNV Internationaal
en om de CGT te ondersteunen bij het ontwikkelen van een eigen interventiestrategie.
Met name in het vredesproces werkt de CGT goed samen met diverse partijen.
Financiële analyse
In 2015 is meer besteed aan Capaciteitsopbouw dan aanvankelijk was begroot, doordat
er vervolg werd gegeven aan de aanbevelingen van de mid-termevaluatie en door de
deelname van CGT aan de veiligheidstraining die door Justice & Peace Nederland werd
georganiseerd. De voorbereidende werkzaamheden voor een klacht bij het nationaal
contactpunt was in de begroting onder het thema ‘Maatschappelijk verantwoord
ondernemen’ opgenomen, maar is uiteindelijk verplaatst naar ‘Veiligheid en rechtsorde’.
Een samenwerkingsproject met Fairfood is uiteindelijk niet door CGT uitgevoerd,
vanwege het ontbreken van aanvullende fondsen (voorwaarde voor uitvoering). Toen
later wel middelen beschikbaar waren, gaf CGT aan dat de prioriteiten van de betreffende
bond inmiddels elders lagen. De bijdrage die daardoor vrij kwam is ingezet voor een
suikerrietproject met Fairfood in Midden-Amerika.Tevens was het extra project rondom
contractarbeid niet voorzien in de landenbegroting van Colombia.
Geleerde lessen
- Het voorbereiden van een officiële klacht en het op die manier gestructureerd
analyseren van de naleving van arbeidsrechten bij grote bedrijven kan een nieuwe
rol betekenen voor de CGT.
- Voor de CGT is het projectenwerk een uitdaging; de begeleiding door een
facilitator die expert is op dit thema draagt bij aan de professionalisering van de
CGT.
27
4.5 El Salvador
De vakcentrale CATS in El Salvador is met name actief op het behartigen van de
belangen van werknemers van gemeenten en overheidsinstanties en van informeel
werkenden (straatverkopers en kleine boeren). De CATS is actief lid van het MUSYGES,
het samenwerkingsverband van drie vakcentrales. Onderwerpen waar de CATS expertise
op ontwikkeld heeft de afgelopen jaren zijn arbeidsrechten, sociale zekerheid voor
informeel werkenden en inzetbaarheid op de arbeidsmarkt.
Ontwikkelingen in El Salvador
Naast een grote staatsschuld is de economische groei fors lager (2,5%) dan die in andere
Latijns-Amerikaanse landen. Hoewel de armoedecijfers in de loop van de jaren enigszins
zijn gedaald, leeft nog steeds bijna de helft van de bevolking rond de armoedegrens. De
trek van jonge mannen en vrouwen naar de VS gaat onverminderd door. Vooral jongeren
en jonge ouders trekken weg, omdat zij geen kans maken op de arbeidsmarkt. Armoede
en gebrek aan kansen zijn echter niet de enige redenen om El Salvador te ontvluchten.
Veel jonge mensen vertrekken ook vanwege de onveiligheid. In 2015 had El Salvador het
hoogste moordcijfer van Midden-Amerika met meer dan 18 moorden per dag. In steeds
meer streken heersen de criminele bendes (mara’s) en kunnen mensen alleen met
toestemming van deze bendes binnenkomen. Na het aantreden van regering in maart
2014, blijkt er weinig vooruitgang geboekt te zijn op het gebied van sociale dialoog. De
Sociaal Economische Raad, zorgvuldig opgebouwd sinds 2009 met de sociale partners en
ngo’s, is door de regering eenzijdig ontbonden eind 2014. Vakbonden zijn aan de zijlijn
komen te staan en weten vooralsnog niet waar ze aan toe zijn. Ten gevolge van de
afwezigheid van sociale dialoog structuren is er in 2015 een aanklacht ingediend bij de
Normen Commissie van de ILO in Genève. Deze is besproken tijdens de ILC in juni 2015.
Besloten werd dat de ILO een bezoek zou brengen aan El Salvador om de situatie te
onderzoeken en mogelijk oplossingen aan te dragen. Dit bezoek heeft inmiddels
plaatsgevonden, het rapport wordt in maart 2016 verwacht. Weliswaar zijn er in 2015
voorbereidingen getroffen door de regering om een tripartite Stichting van de Arbeid
(STAR) naar Nederlands model op te zetten. In de aanloop hier naartoe werden er sociale
verkiezingen gehouden onder de vakbondsorganisaties in El Salvador; de CATS kwam als
tweede meest representatieve vakbondsorganisatie uit de bus. Niettemin zijn de
vertegenwoordigers die vanuit de werkgevers, werknemers en overheid zitting zullen
nemen in de STAR, nog altijd niet officieel benoemd en geïnstalleerd door de regering.
Waar de vorige regering sterk inzette op het promoten van inclusieve economische
ontwikkeling, is de huidige regering minder daadkrachtig. Dit blijkt o.a. uit het feit dat er
geen vooruitgang wordt geboekt met betrekking tot de hervorming van het sociale
zekerheidsstelsel voor informeel werkenden. De huidige regering, die kampt met een
enorm begrotingstekort, zet wél sterk in op hervorming van het pensioenstelsel. Door
bedrijven te manen de achterstallige pensioenbijdragen te betalen, hoopt de regering het
begrotingstekort voor een deel op te lossen.
Ontwikkelingen binnen CATS
In december 2015 heeft de CATS haar vierjaarlijkse Congres gehouden. Er werden 11
bestuursleden gekozen (onder wie vier vrouwen). Zeven van deze bestuursleden zijn
nieuw. Tijdens het congres werden ook twee nieuwe beleidsstukken goedgekeurd: de
zelffinancieringsstrategie en de gender strategie. De zelffinancieringsstrategie zet in op
versterking van de ledenbijdragen, genereren van inkomsten door verkoop van artikelen
en diensten, genereren van fondsen uit cao-onderhandelingen en door het indienen van
projectvoorstellen bij internationale organisaties, zoals de EU of de Spaanse coöperatie.
De gender strategie zet in op grotere deelname van vrouwen in leiderschapsposities
binnen de organisatie, op het genereren van meer kennis en uitwisseling onder de
vrouwelijke leden van de CATS op het gebied van arbeidsrechten,
vrouwenrechten/geweld tegen vrouwen en reproductieve gezondheid. In 2015 is de CATS
getraind in financieel management en een assessment van haar financieel management
systeem werd uitgevoerd. Er zijn aanbevelingen gedaan hoe het financieel management
28
te versterken. De CATS heeft inmiddels een stappenplan uitgewerkt om haar financieel
management systemen te versterken. De onveiligheid door criminele bendes (mara’s)
belemmert de CATS om bijvoorbeeld vakbondsbijeenkomsten te organiseren. Vaak moet
men uitwijken naar veiligere vergaderplaatsen. Soms worden de vakbondsleiders van de
CATS echter ook bewust geïntimideerd door werkgevers, die straatbendes op ze af
sturen. De CATS heeft in 2015 actief deelgenomen aan de sociale verkiezingen die de
regering uitschreef.
Behaalde resultaten in 2015Decent Work: Arbeidsrechten (Labour rights)
De CATS heeft zich in 2015 meer op de kaart gezet in de publieke sector en de
gezondheidssector. Zo lukte het na jaren van onderhandelingen, een cao af te sluiten
voor de 600 werknemers van het Ministerie van Milieu. Aangetrokken door deze positieve
ontwikkelingen, zochten werknemers van FOSALUD, een overheidsinstantie in de
gezondheidszorg, de CATS op om hulp bij het aankaarten van hun
arbeidsrechtenschendingen. De CATS kreeg er vanuit deze sector 420 betalende leden
bij.Ook wat betreft de sector van gemeenteambtenaren zijn er resultaten behaald: naast
de onderhandelingstafels die ingesteld werden om cao-onderhandelingen aan te gaan in
de gemeenten Apopa, Ciudad Delgado en Ayutuxtepeque, zochten gemeentewerkers van
de gemeente Juayúa de CATS op om hun vakbond op te richten en cao-onderhandelingen
aan te gaan met de gemeenteautoriteiten. De vakbond is inmiddels opgericht en de cao-
onderhandelingen zijn in een vergevorderd stadium. In 2016 zal deze cao naar
verwachting geformaliseerd worden. In de gemeente Juayúa delen de
gemeenteambtenaren inmiddels hun pas vergaarde kennis en ervaring met informeel
werkenden en jongeren die zich in twee aparte vakbonden aan het organiseren zijn.
Daarnaast is er ook juridische dienst verleend bij 19 arbeidsrechtenschendingen waarbij
het ging om onrechtmatig ontslag.
Decent Work: Sociale zekerheid (Social security)
Minimaal 2 miljoen mensen werken in de informele sector. In 2015 is er veel gedaan aan
bewustwording van informeel werkenden om zich in te laten schrijven bij de instelling
voor sociale zekerheid. Twee federaties die zijn aangesloten bij de CATS hebben
afspraken gemaakt met deze instelling informeel werkenden. Ook is er lobby gevoerd
met strategische alliantie richting het hoofd van de sociale zekerheid instantie. Dit heeft
geen concrete resultaten geleid. De ILO heeft in 2015 een studie uitgevoerd naar de
haalbaarheid van een dergelijke hervorming van het stelsel. Deze studie wordt begin
2016 gepubliceerd. De CATS heeft een aantal mensen uit de informele economie
ingeschreven, maar dit blijkt voor de meeste informeel werkenden een dure
aangelegenheid te zijn. Het deel dat normaal door de werkgever wordt vergoed, is te
groot om door de CATS te worden gecompenseerd. Desalniettemin kiest CNV
Internationaal er voor om dit project te blijven ondersteunen, in de verwachting dat de
uitkomsten van de ILO studie de regering in beweging zullen zetten om hervormingen te
gaan doorvoeren ten gunste van informeel werkenden. Momenteel is de regering bezig
met hervormingen van het pensioenstelsel. De CATS heeft samen met het MUSYGES
deelgenomen aan de vele door de overheid georganiseerde sessies op dit thema en laat
zich informeren door FUNDAUNGO, een onderzoeksorganisatie gespecialiseerd in
pensioenen en sociale zekerheid. De vakbeweging, waaronder de CATS, pleit voor een
duurzamer pensioenstelsel, waarbij niet alleen het tijdelijke begrotingstekort gedeeltelijk
gedicht wordt, maar ook de uitbetaling van pensioenen aan werknemers in de nabije
toekomst gegarandeerd is. Hiertoe heeft de vakbeweging, waaronder de CATS, geopperd
de pensioenleeftijd met vijf jaar te verhogen (voor mannen van 60 naar 65 jaar en voor
vrouwen van 55 naar 60 jaar).
Decent Work: Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (Employability)
Jongeren blijven wegtrekken naar de VS, omdat ze daar een beter bestaan denken op te
bouwen. Om een antwoord te vinden op de werkgelegenheidsproblematiek van jongeren
in het land, heeft CNV Internationaal een analyse laten uitvoeren in El Salvador,
Guatemala en Honduras om in kaart te brengen wat de stand van zaken is rond de
29
werkgelegenheid van jongeren. Uit de analyse van El Salvador is onder andere gebleken
dat de wetgeving rond jongeren en werkgelegenheid goed is, maar dat de naleving en
implementatie daarvan een probleem vormen. De jongerenwerkgroep van de CATS heeft
vervolgens aangegeven zich te willen richten op verbeterde uitvoering van de wet ‘Mijn
eerste baan’ die in 2015 in werking is getreden. Deze wet stimuleert bedrijven om
jongeren een stageplaats aan te bieden. Het ontbreekt echter aan promotie van deze
wet, zowel bij bedrijven als bij jongeren. In 2016 zal de CATS meewerken aan een
promotiecampagne, zodat zowel jongeren als bedrijven weet hebben van deze
mogelijkheden en er gebruik van maken. Naast deze insteek, kiest de CATS ook voor het
ontwikkelen van ondernemerschap onder jongeren. Daartoe heeft de organisatie, samen
met de microfinancieringsorganisatie FADEMYPE en CNV Internationaal, eind 2015 een
projectvoorstel ontwikkeld en ingediend bij de EU.
Analyse
Samenwerking
In antwoord op het uitblijven van sociale dialoog op nationaal niveau in El Salvador,
ontstond in 2015 een gezamenlijk idee tussen de CATS, MUSYGES en CNV Internationaal
om een nationaal congres van werknemers (CONATRADES) te organiseren. Al eerder, in
2010 en 2012, organiseerde de CATS in samenwerking met het MUSYGES een dergelijk
congres, waarbij de werknemers aan overheid en werkgevers voorstellen presenteerden
in antwoord op de sociaal economische problemen in het land.
In juli 2015 presenteerde CNV Internationaal in El Salvador een analyse van lokale ‘best
practices’ van inclusieve economische ontwikkeling. Vertegenwoordigers van het
Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Arbeid, de private sector en de
vakbeweging discussieerden over de gepresenteerde cases; dit gaf de vakbeweging een
aanzet tot het plannen van een derde CONATRADES in 2016. De CATS en het MUSYGES
hopen via het CONATRADES de sociale dialoog tussen vakbeweging en regering op gang
te brengen en een vakbondsvisie (en oplossingen) ten aanzien van de grote problemen in
het land, te presenteren aan werkgevers en regering. Voorbereidende workshops om de
te presenteren thema’s uit te werken vonden in 2015 plaats, met financiering van CNV
Internationaal. De overheidsfinanciën, sociale dialoog, naleving van arbeidsrechten,
werkgelegenheid voor jongeren en sociale zekerheid voor informeel werkenden zullen de
centrale thema’s zijn.
Financiële analyse
De CATS heeft met enkele kleine afwijkingen het plan 2015 uitgevoerd. De kosten voor
het pensioendebat zijn geboekt op informal economy, maar deze investering is feitelijk
ten goede gekomen aan security and legal order op nationaal niveau (zie geleerde lessen
hierna).
Geleerde lessen
- Een relatieve buitenstaander als CNV Internationaal kan de CATS een spiegel
voorhouden bij netelige kwesties. Het aanbieden van concrete steun bij de
voorbereiding en organisatie van het CONATRADES, heeft duidelijk een positieve
impuls gegeven aan de partnerorganisatie.
- Ondanks de vele investeringen en de groei die de partnerorganisatie heeft
doorgemaakt blijft de CGT een kleine speler met betrekking tot het aantal mensen
dat bereikt wordt. Niettemin is de CATS bij de sociale verkiezingen in 2015 de
tweede vakbond geworden en liggen er daarom kansen op nationaal niveau om
het gebrek aan sociale dialoog aan te kaarten. Dit zal vorm krijgen middels het
eerder genoemde CONATRADES. Daarom zal in 2016 een opschaling plaatsvinden
van de activiteiten met CONATRADES (Subprogramma 2).
- De partnerorganisatie heeft geleerd om strategische keuzes te maken: zo bleek
het in 2015 niet mogelijk om vooruitgang te boeken op het thema sociale
zekerheid voor informeel werkenden, vanwege de weinige politieke wil tot
hervorming van het sociale zekerheidsstelsel bij de betrokken autoriteiten. Het
30
thema sociale zekerheid voor informeel werkenden heeft de CATS even
geparkeerd, ook in afwachting van de uitkomsten van een ILO studie op dit
thema. In plaats hiervan is de CATS samen met het MUSYGES ingesprongen op
het pensioendebat dat gaande is en heeft het voorstellen gepubliceerd in de
geschreven media.
- De CATS en het MUSYGES hebben in 2015 geleerd om internationaal hulp in te
roepen bij grote problemen, zoals het wegvallen van de sociale dialoog op
nationaal niveau. In 2016 zullen de bevindingen van de ILO leidend zijn bij het
proces om de sociale dialoog vlot te trekken. Lukt dit niet, dan zal El Salvador
hoogstwaarschijnlijk weer besproken worden tijdens de ILC.
31
4.6 Ghana
In Ghana is nog veel werk te verzetten op het basale niveau van werknemersrechten.
Belangrijke ILO-conventies inzake het recht van organisatie en het recht op
onderhandelingen worden niet nageleefd. De vakbondspartner GFL zet voor wat betreft
het werk van de bonden hierop in. Echter, om ook impact te hebben op nationaal niveau
moet de GFL ook de eigen positie en organisatie versterken.
Ontwikkelingen in Ghana
Het land staat bekend als relatief stabiele democratie in de regio. Ook kan de pers er vrij
werken. De economische groei is afgevlakt maar nog steeds 4 procent. De economische
ontwikkeling gaat niet in alle regio’s gelijk op. De onregelmatige elektriciteitsvoorziening
is lastig voor de bevolking en slecht voor de bedrijven, die soms oude stoommachines
weer optuigen voor hun eigen elektriciteit. De fluctuaties en het waardeverlies van de
munt (cedi) maakt het leven duur en is slecht voor de economische ontwikkeling en
export. De inflatie bereikte daardoor in 2015 een hoogtepunt van 17 procent. De
corruptie (ook in de politiek en de rechterlijke macht) is moeilijk te bestrijden. Voor 2016
wordt verwacht dat de economie weer aantrekt dankzij de verbeterde infrastructuur en
politieke stabiliteit. Eind 2016 vinden er presidentsverkiezingen plaats.
Ontwikkelingen binnen GFL
Binnen de GFL heeft het nieuwe beleid rond het afdragen van contributie aan de
vakcentrale effect gehad: bonden kunnen alleen deelnemen aan het programma ‘A World
that Works’ als zij bij zijn met het betalen van hun contributie. Meer bonden betalen nu
hun bijdragen. Voor veel bedrijven geldt het zgn. check-off systeem, waarbij bedrijven
het lidmaatschapsgeld van de vakbond inhouden van de salarissen en dit rechtstreeks
overmaken aan de bond. Dit vereenvoudigt de inning van contributie voor deze bonden.
Op aandringen van CNV Internationaal heeft de GFL haar financieel management beleid
aangevuld met een speciaal hoofdstuk over het projectbeheer van het programma van
CNV Internationaal. Hoewel het beheer op papier is vastgesteld loopt nog niet alles
conform deze afspraken, zowel administratief als qua projectbeheer. De kwaliteit van de
boekhouding is verbeterd en bonden leveren beter en vaker op tijd de informatie aan de
GFL, maar dit moet nog beter. Naar het inzicht van CNV Internationaal zou de leiding van
de GFL hier nog beter aan kunnen werken. De GFL is er in 2015 in geslaagd om een
lidmaatschapsdatabase op te starten. Dit is belangrijk om de contributie te kunnen
administreren. De GFL heeft sinds 2015 een website, waardoor zij hun werk kunnen
presenteren. GFL heeft daarnaast voor alle medewerkers een e-mailadres aangemaakt
voor hun externe communicatie namens de GFL.
Behaalde resultaten in 2015
Capaciteitsopbouw (Capacity building)
Er is een financieel management training georganiseerd door het BCPA. De eerder
aangestelde boekhouder heeft haar werk in 2015 onverminderd voortgezet, om de
boekhouding en het financieel beheer bij GFL en bonden te verbeteren. In juli 2015 heeft
het BCPA een financieel management training gegeven aan de GFL en de aangesloten
bonden over de nieuwe projectbeheerprocedures van CNV Internationaal. Daarna heeft
de boekhouder in september en oktober 2015 een vervolgtraining gegeven aan tien GFL-
bonden. Dit betrof tevens toelichting en toepassing van het financieel beleidsdocument
met alle financiële en administratieve (projectbeheer)-procedures, zoals die eerder waren
vastgesteld.
Decent Work: Arbeidsrechten (Labour rights)
De bonden van de GFL hebben in 2015 voor 38 bedrijven cao’s lopen (voor 14.240
werknemers). De belangrijkste sectoren zijn: industrie, hotels, voeding en diensten.
In 2015 zijn afspraken gemaakt met de Tema (een deelgemeente van Accra) in de
transportsector voor motortaxi’s: het gaat daarbij om 540 chauffeurs. Er zijn afspraken
gemaakt over de standplaats van de motortaxi’s: die hebben nu een eigen, legale plek
32
gekregen. Voorts zijn er cao’s afgesloten voor 1.530 medewerkers van vier hotels, onder
wie 521 vrouwelijke medewerkers. Het gaat hier om gelijke betaling voor mannen en
vrouwen, zwangerschapsverlof, betaald jaarlijks verlof en deelname aan een
pensioenfonds. Dit alles betreft een bekrachtiging en uitvoering van de gemaakte
afspraken in de eerder afgesloten cao.
In de cashewnotenindustrie zijn afspraken gemaakt over loonsverhoging tot meer dan
het minimumloon en het uitbetalen van overwerk. Deze cao geldt voor maar liefst 1.320
medewerkers.
Analyse
Samenwerking
De samenwerking met GFL loopt ronduit niet naar wens. Het bestuur werkt als
remmende kracht waardoor geen enkele ruimte is voor vernieuwing, terwijl de
werkorganisatie wel degelijk een professionaliseringsslag wil maken. De samenwerking
met GFL ontwikkelt zich niet verder en richt zich nog steeds op het verbeteren van het
projectbeheer en financieel beheer. De uitkomsten van de financiële assessment (begin
2016), zullen cruciaal zijn in de besluitvorming over de toekomstige samenwerking met
GFL.
Financiële analyse
Er is in 2015 meer aandacht besteed aan de totstandkoming en daadwerkelijk uitvoeren
van cao’s dan in 2014. Het aantal cao’s is in 2015 toegenomen van 31 naar 38 (het
aantal werknemers dat daar van profiteerden steeg van 11.900 naar 14.240). De
aandacht wat betreft MVO heeft zich in 2015 beperkt tot een vervolgonderzoek in de
cacao-sector. Na ontvangst van de rapportage zullen de mogelijkheden bekeken worden
voor een systeem om sociale zekerheid te betalen uit de opbrengst van de cacao. De
aandacht van CNV Internationaal heeft zich met name gericht op verbetering van de
interne organisatie van GFL.
Geleerde lessen
- Het structureel verbeteren van financieel beheer en projectbeheer kan niet zonder
steun van het bestuur van GFL.
- Het beleid van de afdracht van lidmaatschapsgelden van bonden naar de
vakcentrale is succesvol gebleken en kan breder worden toegepast.
33
4.7 Guatemala
CNV Internationaal wil in Guatemala een constructieve bijdrage leveren aan het naleven
van mensenrechten en arbeidsrechten en aan het verbeteren van de sociale dialoog. Om
meer impact te hebben, richt vakbondspartner CGTG zich op samenwerking met andere
partners. Zoals andere vakcentrales, maar bijvoorbeeld ook ngo’s. Monitoring van de
naleving van arbeidsrechten was in 2015 een belangrijk speerpunt, evenals het
stimuleren van werkgelegenheid voor jongeren, omdat dit kan bijdragen aan een veiliger
en stabielere samenleving. Verder heeft CNV Internationaal in 2015 ingezet op het thema
‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’, om ook via deze weg te komen tot betere
naleving van arbeidsrechten.
Ontwikkelingen in Guatemala
In 2015 stond de arbeidsrechtensituatie in Guatemala voor het eerst sinds tijden weer ter
discussie tijdens de ILO vergadering. De CGTG had hier in MSYPAG-verband (alliantie van
vakbonden en andere maatschappelijke organisaties in Guatemala) diverse rapporten
voor aangeleverd. Politiek rommelde het behoorlijk in 2015. In verband met
grootschalige corruptie, belandde eerst de vicepresident in de cel en in september 2015
werd de president, mede door mobilisaties en druk van de bevolking, gedwongen af te
treden. Bij de presidentsverkiezingen in oktober 2015 won de nationaal bekende
televisiekomiek Jimmy Morales.
Ontwikkelingen binnen CGTG
Aanvankelijk leek er gedurende het jaar meer ruimte te komen voor het maatschappelijk
middenveld. Ook de CGTG zou daar van mee willen profiteren door tijdens de
verkiezingscampagne de schending van arbeidsrechten onder de aandacht te brengen
van de politici, maar de corruptieschandalen overschaduwden uiteindelijk de volledige
verkiezingscampagne. De lobbymogelijkheden waren daardoor snel verkeken. Ook de
plannen ter bevordering van de sociale zekerheid voor informeel werkenden werden
gefrustreerd, doordat de directie van het Nationale Instituut voor Sociale Zekerheid in de
gevangenis belandde in verband met corruptie. Positieve ontwikkelingen zijn te melden
op het gebied van gender. De ontwikkelingen binnen de gendercommissie die in 2014
met steun van CNV Internationaal zijn ingezet, werden in 2015 doorgetrokken. Hiertoe
vond een opfris-training plaats en een uitwisseling tussen de genderexpert van
partnerorganisatie CGT in Colombia, en de vrouwencommissie van de CGTG. Dit bleek
heel succesvol. Vrouwen binnen de CGTG zijn mondiger geworden, brengen meer in
tijdens discussies en volgen meer dan voorheen trainingen en cursussen. In 2015 is ook
campagne gevoerd om seksuele intimidatie op de werkvloer bespreekbaar te maken.
Mede naar aanleiding daarvan zijn diverse vrouwencommissies opgericht in de CGTG-
regio’s.
Behaalde resultaten in 2015
De grootste verdienste is dat de CGTG binnen de MSYPAG heeft geopereerd en daardoor
veel kon bereiken. Zo is het voorstel voor invoering van een gedifferentieerd minimum
salaris in 2015 tegengehouden en zijn er wetsvoorstellen gedaan om aan de ILO
aanbevelingen voor Guatemala te voldoen.
Decent Work: Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (Employability)
Een ernstig aandachtspunt blijft in de regio Latijns-Amerika het geweld. In 2015 is
gestart met regionaal onderzoek en trainingen om met goede vakbondsvoorstellen te
komen om de inzetbaarheid van jongeren op de arbeidsmarkt te verbeteren, en hen zo
een alternatief voor het geweld te kunnen bieden. El Salvador, Honduras en Guatemala
blijken met vergelijkbare problematieken te kampen. Partnervakbonden van CNV
Internationaal (waaronder CGTG) hebben daarop besloten om in de regio gezamenlijk op
te trekken bij lobbyactiviteiten. In 2015 is daartoe een eerste aanzet gegeven via een
cursus lobby- en campagnetraining, waar zes jongeren van de CGTG aan deel hebben
genomen. Deze training werd verzorgd door de Coalition Factory. Er is een projectgroep
34
gestart die een nationaal beleidsvoorstel op nationaal niveau gaat formuleren om de
werkgelegenheid onder jongeren te bevorderen. Het plan zal naar verwachting in 2016 in
uitvoering worden gebracht.
Veiligheid en rechtsorde (Savety and legal order)
In 2015 is stevig ingezet op dit thema: steun is verleend aan juridische dienstverlening
aan individuele leden. Daarnaast is in MSYPAG-verband gezamenlijke lobby uitgevoerd,
waardoor de hervormingen zijn tegen gehouden van nationale arbeidswetgeving die
nadelig zouden uitpakken voor werkenden. Daarbij ging het bijvoorbeeld om een voorstel
voor gedifferentieerd minimumloon, waardoor in vier gemeenten het minimum loon lager
zou mogen zijn dan het (al zeer lage) wettelijk nationale minimumloon om meer ruimte
voor bedrijfsleven te creëren. De MSYPAG is ook met alternatieve voorstellen gekomen,
waarover nog onderhandeld wordt. In 2015 stond de arbeidsrechtensituatie ter discussie
tijdens de ILO vergadering. Daar werd afgesproken dat er een ILO missie de situatie ter
plekke zou onderzoeken en dat er een beslissing zou vallen over het verlengen van het
ILO mandaat in Guatemala. Ook werden verschillende organisaties (waaronder de
vakbondspartner CGTG) gehoord in het kader van een klacht over de schending van
arbeidsrechten die een aantal jaren geleden was ingediend bij het klachtenmechanisme
van CAFTA. In het voorjaar van 2016 wordt over beide zaken (ILO en CAFTA) een
uitspraak verwacht die hopelijk recht doet aan de schendingen van de arbeidsrechten
van vele Guatemalteekse werkenden.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Connecting agenda’s)
In samenwerking met het Latijns-Amerikaanse onderzoeksinstituut ICAES en Fairfood
International hebben er in 2015 diverse lobby activiteiten plaatsgevonden om de
arbeidsomstandigheden op de suikerrietplantages met name in Guatemala aan de orde te
stellen. Op basis van het onderzoeksrapport van eind 2014 is er onder andere gesproken
met een delegatie van de EU handelsmissie, met het Midden-Amerikaanse bestuur en
met nationale overheden. Ook hebben bezoeken plaatsgevonden aan de
suikerrietplantages. De eerste resultaten worden begin 2016 zichtbaar, als Bacardi bereid
is afspraken te maken om concrete stappen ter verbetering van de
arbeidsomstandigheden op de plantages in Guatemala te maken.
Analyse
Samenwerking
In 2015 is wederom een goede samenwerking aangegaan binnen MSYPAG (alliantie van
vakbonden en andere maatschappelijke organisaties). Alle nationale activiteiten op het
gebied van lobby en advcocacy verlopen via deze alliantie, waar voorheen de CGTG alles
nog in eigen hand wilde houden. Deze werkwijze is een stap vooruit, aangezien nu betere
samenwerking kan worden bewerkstelligd, en met één stem gesproken kan worden.
Financiële analyse
Er is in het verslagjaar minder uitgegeven op het thema ‘Sociale zekerheid’, omdat door
het landelijke corruptieschandaal bij de Instituut voor Sociale Zekerheid weinig werk
verricht kon worden. Om die reden zal dit thema in 2016 versneld worden afgebouwd.
Daarentegen is in 2015 meer besteed aan het thema ‘Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen’, doordat de fondsen voor een project van Fairfood (die oorspronkelijk voor
Colombia waren bestemd, maar dat niet doorging), werden gere-alloceerd naar
Guatemala. Ook op het thema ‘Informele economie’ is meer besteed. Dit werd
veroorzaakt door een training over financieel management voor bijna 100 deelnemers.
35
Geleerde lessen
- Sociale zekerheid zal in 2016 versneld worden afgebouwd.
- Collegiale uitwisselingen tussen vakbondspartners onderling zijn van toegevoegde
waarde en zouden vaker georganiseerd kunnen worden.
- Samenwerking in allianties (zoals de MSYPAG) is effectiever dan wanneer de bond
alleen opereert.
36
4.8 Guinee
De CNTG is niet alleen de grootste maar ook politiek de meest invloedrijke vakcentrale
van Guinee. De CNTG wil deze invloed gebruiken bij het aanpakken van de echt grote
problemen in het land: de enorme werkloosheid onder jongeren, de schending van
arbeidsrechten en de achtergestelde positie van de informeel werkenden. Maar om echt
succesvol hierin te zijn, is politieke invloed alleen niet genoeg. CNV Internationaal
ondersteunt de CNTG met het verbreden en versterken van haar invloed, door
versterking van de organisatie, verbeterde dienstverlening, en door het verbeteren van
haar lobby-capaciteiten.
Ontwikkelingen in Guinee
In 2015 werden de gevolgen van de ebola-uitbraak nog gevoeld, maar in december werd
Guinee officieel ebola-vrij verklaard. Eerder dat jaar werden er in oktober
presidentsverkiezingen gehouden, die door de zittende president Alpha Condé werden
gewonnen. De oppositie zette vraagtekens bij de rechtmatigheid van de uitslag, maar dat
leidde niet tot grote onrust. De slechte economische ontwikkelingen leidden ertoe dat
veel buitenlandse investeerders zich uit het land terugtrokken.
Ontwikkelingen binnen CNTG
In juni 2015 werd de CNTG met 70 procent van de stemmen de grote winnaar van de
sociale verkiezingen. Daarmee consolideerde de CNTG zijn positie als grootste vakbond
van het land. De ex-algemeen secretaris van de CNTG werd voorzitter van de SER in
Guinee en de huidige algemeen secretaris de vicevoorzitter.
Behaalde resultaten in 2015
Een belangrijk resultaat is de realisatie van een nieuw salarismodel voor ambtenaren, dat
dankzij succesvol tripartite overleg tot stand is gekomen. Hierdoor is duidelijker
geworden welk salarisschaal bij welke functie hoort. De CNTG is positief gestemd over
het feit dat de regering in 2015 de ILO-conventie 176 (veiligheid en gezondheid in de
mijnbouw) heeft geratificeerd.
Decent Work: Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (Employability)
De CNTG maakt deel uit van een brede alliantie opgericht door de PCUD
(maatschappelijke organisaties). Er wordt door de jongeren van PCUD en de vakbond
CNTG informatie uitgewisseld op het gebied van inzetbaarheid van jongeren en gewerkt
aan een gezamenlijk plan. Het doel is om in 2016 samen met andere bonden de lobby
over inzetbaarheid op te starten richting overheid en werkgevers. Tevens heeft CNTG
deelgenomen aan een seminar/uitwisseling over strategieën voor vakbonden om de
inzetbaarheid van jongeren op de arbeidsmarkt te vergroten, als onderdeel van het
congres van de ITUC Africa dat in november 2015 plaatsvond in Senegal. Zie hoofdstuk
5, paragraaf 5.3.
Decent Work: Arbeidsrechten (Labour rights)
Na onderhandelingen tussen overheid en bonden in de Commission de Salaires is in 2014
het minimumloon (SMIG) verhoogd naar GNF 440.000. Dit werd in 2014 nog slechts
beperkt ingevoerd. Onder invloed van de vakbonden is deze maatregel na aanvullende
druk en onderhandelingen met de overheid in 2015 breed toegepast.
In 2015 heeft de CNTG in vijftig cao’s afspraken gemaakt of gecontinueerd waarbij de
volgende arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd: werktijden, flexibele beloning, overwerk,
betaling van toelages en tijdige betaling van lonen. Daarnaast zijn nieuwe regels ten
aanzien van veiligheid en gezondheid op de werkvloer als aanvulling in de cao’s van de
bouw en de mijnen op de bestaande overeenkomsten opgenomen. De CNTG heeft cao-
onderhandelingen gevoerd met werkgevers uit het private onderwijs, particuliere
gezondheidszorg en commerciële radiostations. Aan het einde van het jaar leidde dat tot
een nieuwe cao, met inbegrip van het recht op sociale uitkeringen.
Na een verkenning van de problematiek en verdere voorbereiding hebben bonden in de
dienstensector, douane en justitie met succes onderhandeld over het toepassen van de
37
bestaande regels en maatregelen in de cao (uitbetaling ziektekosten, toepassen
gezondheids- en veiligheidsregels, sanitaire voorzieningen, vermindering
arbeidsongelukken). Een bijkomend resultaat van dit traject was dat betrokken
vakbondsvertegenwoordigers beter geschoold werden en ervaring opdeden inzake
arbeidsvoorwaarden en onderhandelingen in hun sector. De CNTG heeft zich daarnaast in
2015 gericht op de goede begeleiding van werknemers van bedrijven die werden
gesloten. Dankzij de vakbonden is er meer regelgeving rond het sluiten van bedrijven
gekomen om de positie van de werknemers te waarborgen. Vakbonden worden nu ook
meer betrokken bij die processen, waardoor ze minder vaak voor verrassingen komen te
staan en beter de belangen kunnen behartigen van werknemers bij eventuele ontslagen
en een vervolg van hun loopbaan, bijvoorbeeld via een sociaal plan. Voor de
energiesector is een nieuwe cao afgesloten met daarin belangrijke nieuwe onderdelen
onder meer over de afwikkeling bij het sluiten van bedrijven.
Veiligheid en rechtsorde (Savety and legal order)
De CNTG heeft met succes lobby gevoerd voor de ratificering door de overheid van ILO
conventie 176 (veiligheid en gezondheid) in de mijnbouw. Dat betekent dat deze regels
nu door de overheid voor deze sector worden ingevoerd. De overheid heeft dat
vervolgens actief opgepakt door hieraan in een voorlichtingscampagne bekendheid aan te
geven.
Na een gedegen voorbereidingstraject en lobby activiteiten gericht op de overheid en
werkgevers heeft de CNTG ook de sociale bescherming van een grote groep ambtenaren
op een hoger plan weten te brengen. Naast het eerder genoemde verbeterde
salarismodel heeft het tripartite overleg voor de ambtenaren ook geresulteerd in het
opstarten van twee systemen van sociale bescherming, namelijk voor gezondheid en
voor sociale zekerheid (pensioen). De overheid heeft de uitwerking daarvan inmiddels in
gang gezet.
Analyse
Samenwerking
De snelheid en kwaliteit van het projectbeheer kan door de CNTG en CNV Internationaal
worden verbeterd. Tijdens een werkbezoek van CNV Internationaal in december 2015 is
gesproken over de mogelijkheden voor verbetering. Versterking van het team met
medewerkers die vaardig zijn met computerprogramma’s kan daar verbetering in
aanbrengen.
Financiële analyse
De update van contextanalyse in Guinee is vanwege de problemen met ebola niet
uitgevoerd. In 2016 wordt opnieuw bekeken wat de mogelijkheden hiervoor zijn.
Geleerde lessen
- CNTG wil meer inzetten op verbetering en intensivering van de training bij alle
aangesloten bonden op het werven van jonge leden.
- CNTG wil na inventarisatie van de opties meer gebruik gaan maken van de
mogelijkheden van het check-off system: een methode waarbij de werkgever een
deel van het salaris inhoudt en dat deel overdraagt als contributie aan de
vakbond.
38
4.9 Honduras
CGT beschikt over een sterke lobby–positie op zowel nationaal, regionaal (Latijns-
Amerika) als internationaal niveau. Deze wil de CGT inzetten voor het aanpakken van
een groot aantal problemen in Honduras: de jongerenwerkloosheid en het daarmee
samenhangende geweld en het gebrek aan sociale zekerheid voor informeel werkenden.
Ontwikkelingen in Honduras
Het fraudeschandaal binnen het nationaal Instituut voor Sociale Zekerheid dat zich in
2014 openbaarde, heeft ook in 2015 veel invloed gehad op de verhoudingen in het land.
In 2015 zijn er hervormingen gestart om herhaling te voorkomen. Zo is er een
wetsvoorstel gekomen waarin zelfs bepaald wordt dat de informeel werkenden ook
toegang hebben tot gezondheidszorg via het Instituut voor Sociale Zekerheid. Vakbonden
en overheid exploreren de mogelijkheden waarop dit gefinancierd kan gaan worden.
Ontwikkelingen binnen CGT
In het kader van het roulerend voorzitterschap van de Sociaal Economische Raad (SER),
trad de CGT terug als voorzitter. Als volwaardig lid van de SER kan de bond uiteraard wel
haar invloed blijven uitoefenen en levert de CGT geregeld input op verschillende dossiers.
In 2015 zou het ledenregistratiesysteem van de CGT worden verbeterd. Dit zou via de
PUM worden uitgevoerd, maar dit is niet goed van de grond gekomen.
Behaalde resultaten 2015
In Honduras is een analyse uitgevoerd over inclusieve economische ontwikkeling. Het
verslag daarvan kwam te laat, waardoor de CGT uiteindelijk op dit gebied in 2015 geen
activiteiten konden ontwikkelen. Wel is via de SER de grote sociaal economische
ongelijkheid in het land aangekaart. In 2016 zal daarvoor een project worden gestart. In
het verslagjaar is de focus gelegd op de thema’s ‘Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt’,
‘Sociale zekerheid’ en ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’.
Decent Work: Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (Employability)
Samen met de partnerorganisaties uit El Salvador en Guatemala, nam de CGT deel aan
het speciale project in Midden-Amerika waarbij jongeren en werkgelegenheid centraal
stond. In het kader daarvan hebben de drie partnervakbonden onder meer een lobby- en
campagnetraining gevolgd. Een van de uitkomsten van het onderzoek in Honduras was,
dat er weliswaar voldoende werk is voor jongeren, maar dat het daarbij gaat om laag
betaalde arbeid in exportgerichte sectoren waar de arbeidsrechten vaak niet goed
worden nageleefd. Hoger opgeleide jongeren kunnen bovendien minder snel passend
werk vinden. Er zijn verschillende programma’s die door de overheid gefinancierd worden
en die er op gericht zijn om de jongerenwerkloosheid in Honduras terug te dringen. De
vakbondspartner CGT promoot die programma’s onder jongeren. Samen met de andere
twee vakcentrales brengt de CGT dergelijke programma’s ook via de SER onder de
aandacht van jongeren. Zie ook Hoofdstuk 5, paragraaf 5.3.
Decent Work: Sociale zekerheid (Social security)
Net als veel andere partnerorganisaties, pleit de CGT voor een goed sociaal
zekerheidsstelsel voor informeel werkenden. Wettelijk is het goed geregeld dat informeel
werkenden gebruik kunnen maken van het sociaal stelsel, maar de praktijk is
weerbarstig. In 2015 werden hervormingen op nationaal niveau doorgevoerd. Zo zijn er
ronde tafelgesprekken gestart om te komen tot hernieuwd onderling vertrouwen en een
nieuwe opzet van het nationaal Instituut voor Sociale Zekerheid.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Connecting agenda’s)
In 2015 is een akkoord tot stand gekomen met een belangrijke meloenteler: Agrolíbano.
Samen zorgen de vakbond en het bedrijf ervoor dat de arbeidsomstandigheden binnen
Agrolíbano worden verbeterd. CGT zet zich vooral in voor het opzetten en trainen van
commissies die de veiligheid en gezondheid op de werkvloer in de gaten moeten houden.
39
Daarnaast zijn er ook praktische trainingen voor medewerkers: zo hebben
plantagearbeiders geleerd hoe ze beschermingsmiddelen op de juiste wijze moeten
gebruiken, en hebben zij tips gekregen over ergonomische manieren van werken. Dit
samenwerkingsproject heeft er toe geleid dat de CGT is benaderd door een
suikerrietproducent La Grecia. Dit bedrijf wil de arbeidsomstandigheden van haar
medewerkers ook verbeteren. Eind 2015 hebben La Grecia, CGT, Fairfood International
en CNV Internationaal samen onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van
samenwerking. De CGT, SOMO en CNV Internationaal zijn in 2015 gestart met het
voorbereiden van het indienen van een officiële klacht bij het Nationaal Contactpunt van
de OESO. Het is de eerste keer dat CNV Internationaal een dergelijk arbeidsintensief
traject met een partnerorganisatie doorloopt. De klacht betreft het bedrijf Kyungshin-
Lear, waar verschillende misstanden op de werkvloer zijn geconstateerd. Aangezien het
een Koreaans-Amerikaans bedrijf betreft, zal de klacht ingediend worden bij het NCP in
zowel Zuid-Korea als in de Verenigde Staten. Naar verwachting zal dit begin 2016
plaatsvinden.
Analyse
Samenwerking
De samenwerking tussen CNV Internationaal en CGT verliep in 2015 naar tevredenheid.
De CGT heeft zich als professionele samenwerkingspartner betoond rond het Midden-
Amerika project rond de inzetbaarheid van jongeren op de arbeidsmarkt. De
partnervakbond werkt goed samen met twee andere vakcentrales in Honduras omdat dit
de meest voor de hand liggende samenwerkingspartners zijn, maar tegelijkertijd spant
de CGT zich steeds meer in om nieuwe partners te vinden buiten de vakbeweging.
Financiële analyse
Het project om de ledenadministratie te verbeteren heeft geen doorgang gevonden.
Geleerde lessen
- CGT realiseert zich dat de kracht van het samen optrekken met andere
maatschappelijke organisaties met name zit in het doen van concrete voorstellen.
Een constructieve grondhouding werkt hierbij goed.
- CNV heeft bemerkt dat het samenbrengen van CGT met andere
partnerorganisaties in Midden-Amerika toegevoegde waarde heeft. Zo heeft de
CGT goede ervaringen met samenwerking met een vrouwenorganisatie in de
vrijhandelszone van Honduras, in strijd voor betere arbeidsrechten.
40
4.10 Indonesië
De komende jaren zal de KSBSI blijven werken aan de sterke positie op nationaal niveau
door middel van goede samenwerking met de verschillende Indonesische vakcentrales.
Ontwikkelingen in Indonesië
Samen met Colombia, Vietnam, Egypte, Turkije en Zuid-Afrika vormt het land de
zogenoemde CIVETS-groep: landen met opkomende economieën. In 2015, het eerste
volledige jaar van de regering Joko Widowo, stagneerde de economie. Om een beter
investeringsklimaat voor buitenlandse investeerders te creëren, wil de overheid overgaan
op een automatische berekening van het minimumloon, in plaats van de
onderhandelingen daarover in tripartiete verband. In 2015 stond de positie van de
vakbonden onder druk: aan het begin van het jaar werden verschillende leden van de
vakbond KSBSI opgepakt tijdens demonstraties, werden er bedreigingen geuit aan het
adres van de KSBSI. Dieptepunt was een beschieting op een voertuig en op het kantoor
van de KSBSI.
Ontwikkelingen binnen KSBSI
In 2015 werd het zevende congres gehouden. CNV-voorzitter Maurice Limmen heeft het
congres via een videoboodschap toegesproken. Daarin wees hij onder meer op de rol van
de vakbond KSBSI, als ‘watchdog van de samenleving’.Het buitenspel zetten van de
sociale partners, bij het medebepalen van de hoogte van het minimumloon, heeft ook bij
KSBSI tot veel onrust geleid. Samen met andere vakbonden heeft de KSBSI gepleit voor
intrekking van het decreet, maar vooralsnog zonder resultaat. Ook heeft de ITUC in 2015
een dringende oproep gedaan aan de Indonesische regering om het decreet terug te
draaien.
Behaalde resultaten in 2015
Veiligheid en rechtsorde (Savety and legal order)
Al in 2014 zijn onderhandelingen gestart voor de totstandkoming van multicompany
cao’s. In 2015 zijn de eerste drie afgesloten in de plantagesector, de textiel en in een
groep MKB-bedrijven. Op die manier kunnen werknemers van meer dan dertig bedrijven
terugvallen op de rechten en plichten die zijn vastgelegd in een multicompany cao. In
december werd in Jakarta een seminar georganiseerd over de multicompany cao’s die
werd bijgewoond door de Nederlandse ambassadeur en vertegenwoordigers van de ILO,
het ministerie van Arbeid en werkgeversorganisatie APINDO. CNV Internationaal werd
vertegenwoordigd door Henk van Beers, bestuurder van CNV Vakmensen. Tijdens het
seminar deelden de verschillende partijen hun eerste ervaringen en observaties. Het doel
was om anderen ook te interesseren voor de totstandkoming van de multicompany cao’s.
Ook in de media was veel aandacht voor dit seminar en het model van de multi company
cao. Naar verwachting zullen in 2016 nog twee multicompany cao’s worden afgesloten.
Decent Work: Arbeidsrechten (Labour rights)
Sinds 2014 is er al een samenwerking gaande tussen de KSBSI en JALA, om
huishoudelijk werkers verder te organiseren. In 2015 is de KSBSI erin geslaagd om een
wetsvoorstel hoger op de politieke agenda te krijgen. Dat wetsvoorstel moet de positie
van migrantarbeiders en huishoudelijk werkers verbeteren. In 2016 zal de KSBSI druk
blijven uitoefenen om die wetgeving gerealiseerd te krijgen.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Connecting agenda’s)
In Indonesië is MVO inmiddels een ingeburgerd begrip en een bruikbaar handvat
gebleken voor de vakbondspartner. In februari 2015 heeft KSBSI deelgenomen aan een
training over de OESO en de Ruggie Principles. Deze vond plaats in het kantoor van CNV
Internationaal, in Utrecht. Zij zijn door SOMO getraind in de inhoud van OESO-richtlijnen,
de waarde van de Ruggie Priciples en klachtenmechanismen. Met behulp van SOMO is er
in 2015 ook een onderzoek gedaan naar ‘due diligence’ in de bouwsector. Er zijn
41
plantages in Indonesië bezocht waarbij werd onderzocht in hoeverre keurmerken
voldoende vorm geven aan social compliance van bedrijven. De uitkomst van het
onderzoek duidt er op dat het keurmerk nog verbeterslagen kan maken. In 2016 zijn
gesprekken met het betreffende keurmerk gepland om de situatie te bespreken. De
vakbondspartner KSBSI in Indonesië heeft zich in 2015 gericht op de verbetering van de
arbeidsomstandigheden van de veelal ‘outsourced’ werkenden op de palmolie-plantages.
Er zijn veel gesprekken gevoerd met plantage-eigenaren en lokale overheden op basis
van lokaal veldonderzoek naar de arbeidsomstandigheden. Hierdoor vallen er in 2015
ruim 1.300 werkenden onder de regelingen voor sociale zekerheid. Binnen een van de
drie bedrijven is het ook gelukt om een vakbond op te richten.
Analyse
Samenwerking
Van november 2015 tot februari 2016 is de samenwerking tussen CNV Internationaal en
de KSBSI tijdelijk stil gelegd, in verband met het voortdurend niet nakomen van
contractafspraken en het niet leveren van rapportages. Na het opstellen van een
verbeterplan- en het alsnog aanleveren van rapportages, is begin 2016 de samenwerking
volledig hervat.
Financiële analyse
In 2015 is vanwege de opschorting van de samenwerking de algemene lobbytraining niet
doorgegaan. Deze zou begin december 2015 plaatsvinden. Ook stond er een analyse-
onderzoek voor inclusieve economische ontwikkeling gepland. Ook dit is niet doorgegaan.
Geleerde lessen
Voor zowel CNV Internationaal als KSBSI is het opschorten van de samenwerking een
stevig en efficiënt middel gebleken om niet nagekomen afspraken alsnog te voldoen.
42
4.11 Macedonië
De kracht en oorsprong van partnervakbond UNASM ligt bij de bonden in het transport
(spoor), de bouw- en de textielsector. Dit werk breidt zich nu sterk uit in de opkomende
toeristensector. UNASM heeft een goed uitgewerkt en mooi functionerende regionale
structuur, die dit proces goed ondersteunt. Als de tweede vakcentrale in Macedonië is
UNASM de enige die vanuit zijn principes ook echt onafhankelijk van de politiek opereert.
UNASM versterkt de capaciteit en mogelijkheden voor sociale dialoog met steun van
verschillende Europese partners. Daarnaast heeft UNASM daarin een voorbeeldrol en
vaak ook een heel belangrijk adviserende rol naar collegavakbonden in de Balkan-regio.
Verder werkt UNASM aan versterking van de ledenadministratie en het
projectmanagement. Op termijn zal gewerkt worden aan leiderschapsontwikkeling (met
name ook voor vrouwen) en de versterking in de samenwerking met de vakbonden in de
regio’s.
Ontwikkelingen in Macedonië
Een politieke crisis heeft de voortgang in het werk van de sociale partners vertraagd
doordat er geruime tijd geen politieke beslissingen werden genomen. Na de zomer is een
brede interim regering aangetreden. Nieuwe algemene verkiezingen zijn in 2016
uitgeschreven.
Macedonië ligt op de route van de vluchtelingen vanuit Griekenland die onder meer
vanuit het Midden-Oosten een heenkomen in Europa zoeken. In 2015 probeerde
Macedonië de opvang en doorvoer zo goed mogelijk te organiseren, maar toen aan het
eind van het jaar de landen aan de noordgrens de doorgang beperkten, heeft Macedonië
ook de zuidgrens grotendeels voor vluchtelingen afgesloten.
Ontwikkelingen binnen UNASM
Na lange onderhandelingen is in 2015 de industriebond van UNASM erin geslaagd om
zich te mogen registreren bij de overheid als erkende vakbond. Ook de politiebond van
UNASM kon zich na twee jaar onderhandelen laten registreren. In totaal tellen deze twee
nieuw erkende bonden bijna 2.600 leden. Het opkomen voor rechten van werknemers en
meer informatie over onafhankelijke vakbondswerk leidt tot meer begrip en
belangstelling voor lidmaatschap bij werknemers. Daarnaast versterkt dat de rol die de
UNASM kan vervullen in haar onderhandelingen met het ministerie van Arbeid, de
werkgeversorganisaties en andere bonden.
Overigens zijn er nog ca. 30 kleinere bonden die bij UNASM zijn aangesloten die een
aanvraag voor registratie hebben ingediend. Door terughoudendheid bij de overheid bij
het registreren van onafhankelijke bonden en door de politieke situatie (interim regering)
zal besluitvorming daarover nog op zich laten wachten.
Behaalde resultaten in 2015
Decent Work: Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (Employability)
De jongerenorganisatie van de UNASM heeft samen met de Nationale Jongeren Raad een
programma opgesteld en uitgevoerd om jongeren meer te informeren over wetgeving en
beleid over dit thema. Er zijn lobby-bijeenkomsten geweest met het ministerie van
Arbeid en het ministerie van Onderwijs en met organisaties voor tijdelijk werk over
inzetbaarheid van jongeren. Daarnaast zijn trainingen georganiseerd en is er een
conferentie gehouden over dit onderwerp.
Een tweede initiatief van de jongerenorganisatie van UNASM betrof de oprichting van een
trainingscentrum. Jongeren die werkzaam zijn in de landbouw kunnen daar cursussen
volgen en voorlichting krijgen over veiligheid en gezondheid bij het werken in de
landbouw. Ook werden er sollicitatietrainingen gegeven via een rollenspel, met
medewerking van een werkgever. Op basis van zijn eigen ervaring en kennis gaf hij de
jongeren advies. De jongeren leerden op deze wijze ook door de ogen van een werkgever
te kijken naar sollicitanten. Dit idee is door CNV Internationaal bij andere activiteiten
43
rond het thema ‘Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt’ verspreid onder andere vakbonden en
hun jongerenorganisaties.
Medewerkers van het centrum hebben ook bijeenkomsten georganiseerd voor jongeren,
uitzendorganisaties, ngo’s, werkgevers en overheid om inzichtelijk te maken waar jonge
werkenden in de landbouw mee te maken krijgen. Deze inspanningen leidden tot meer
bekendheid van het jongerenwerk van UNASM. De waardering voor dit werk vertaalt zich
in de toename van het aantal nieuwe jonge leden.
Decent Work: Arbeidsrechten (Labour rights)
Nog steeds ondervindt UNASM tegenwerking van de overheid bij het vakbondswerk. Dat
begint al met de vakbonden die UNASM zou kunnen registreren wanneer dat proces
minder zou worden vertraagd. Niettemin slaagt de UNASM er wel in vakbondswerk te
doen, zowel op nationaal als op regionaal niveau. In 2015 heeft UNASM succesvol
gelobbyd bij het ministerie van Arbeid voor het registreren van de politievakbond. De
laatste details van de registratie zullen in 2016 worden afgerond.
Op nationaal gebied heeft de UNASM gewerkt aan nieuwe teksten voor de algemene cao,
samen met de werkgeversorganisatie BCM. Deze zullen net als vergelijkbaar
geproduceerde teksten voor de sectoren in de sociale overlegstructuren worden
besproken. Politieke ontwikkelingen vertraagden dit. Daarnaast werd in de regio
Delchevo met succes onderhandeld over uitbetaling van loon conform de cao, met onder
meer specifieke uitbetaling van loon voor het werken op feestdagen. Omdat een
belangrijk deel van de doelgroep in de regio Shtip werkt, is het regionale kantoor naar
die stad verplaatst.
In de Ohrid-regio kregen werknemers in toerisme en catering dankzij de UNASM
contracten die conform de arbeidsrechtelijke regels waren opgesteld. Daarnaast werden
werknemers geschoold in omgangsvormen in de horeca en werd gewerkt aan hun Engels.
In de regio Struga kregen ook werknemers in de bouw met hulp van UNASM contracten
die conform de arbeidswetgeving waren opgesteld. Dit werk in de bouw leidt ook tot
belangstelling bij werknemers in andere sectoren in deze regio, waaruit nieuwe
bedrijfsbonden ontstaan, zoals in de textielsector, de handel en in de beveiliging. In de
regio Prilep heeft UNASM er voor gezorgd dat werknemers in de textielsector hun
overwerk volgens de cao kregen uitbetaald en dat ook andere delen van de cao conform
de afspraken werden uitgevoerd. Vakbondstraining en informatie over vakbondswerk in
de textielsector is belangrijk, aangezien werkgevers potentiële leden en kaderleden
blijven intimideren.
Voedselzekerheid (Food security)
In 2015 is een vervolgproject met Fair Wear Foundation uitgevoerd op het gebied van
leefbaar loon. Er werden pilots uitgevoerd in twee textielfabrieken voor de verhoging van
het loon.
Het is duidelijk dat het uitmaakt voor welk deel een fabriek produceert voor een
merkbedrijf dat lid is van Fair Wear Foundation: bij een groot aandeel kan er meer druk
worden uitgeoefend, bij een verspreid aandeel kan er meer worden onderhandeld. Ook is
belangrijk dat er vertrouwen ontstaat tussen Fair Wear Foundation, het merkbedrijf en de
fabriek, en daarnaast tussen de fabriek en het merkbedrijf zelf. Voor één bedrijf is de
oplossing gevonden in een gedeelde toename van loon (1/3 fabriek, 2/3 merkbedrijf), in
het tweede bedrijf een geleidelijke toename, beide zullen begin 2016 worden
geëffectueerd. Daarnaast heeft Fair Wear Foundation zich gericht op het informeren van
lid-bedrijven die actief zijn in Macedonië over loonontwikkelingen in de sector en hoe zij
hun fabrieken mee kunnen krijgen in het verbeteren op grond van kosten van
levensonderhoud. Vervolgens heeft Fair Wear Foundation bij fabrieken die voor hun lid-
bedrijven werken trainingen gegeven op het gebied van sociale dialoog, zowel gericht op
het management als op werknemersgroepen. Ook hier was vertrouwen een belangrijk
punt en vaak nog niet genoeg aanwezig tussen beide partijen. Begeleiding vanuit de
trainers van Fair Wear Foundation kan het proces van sociale dialoog dan zeker
bevorderen.
44
Analyse
Samenwerking
Hoewel UNASM als kleine organisatie met vrijwilligers werkt, is het projectbeheer
behoorlijk professioneel. De algemeen secretaris heeft een opleiding als accountant en
ervaring als manager. Dat is te zien in de uitvoering van de procedures rond financiën en
projectbeheer.
Financiële analyse
De uitgaven in 2015 zijn grotendeels conform de begroting uitgegeven.
Geleerde lessen
- Het is belangrijk om de uitvoering van bestaande afspraken (cao, arbeidswet) te
blijven volgen, gezien eerdere ervaringen. Het is van belang om aan speciale
aspecten, zoals contracten, ook aandacht te blijven geven in de
vakbondstrainingen.
- De standaardcontracten die de UNASM gebruikt zijn nuttig in verschillende
sectoren.
45
4.12 Madagaskar
Bij de eerste sociale verkiezingen in Madagaskar in 2014 kwam vakbondspartner
SEKRIMA als grootste uit de bus, terwijl de andere partnervakbond USAM op de vierde en
laatste plaats eindigde. Die erkenning brengt voor SEKRIMA de verantwoordelijkheid met
zich mee om het gezicht naar buiten toe te zijn van de vakbeweging en kennis van zaken
te hebben op een grote diversiteit aan thema’s. De thema’s ‘Arbeidsrechten’,
‘Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt’ en ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’ zijn
thema’s die ook in 2015 een centrale plek innamen in het werk van beide
partnerorganisaties.
Ontwikkelingen op Madagaskar
Na zijn aantreden is president Hery Rajaonarimampianina er in het eerste ambtsjaar niet
in geslaagd om een stabiele regering te vormen en rust in het land te brengen. Ook de
vorming van de Sociaal Economische Raad stagneerde in 2015, ondanks pogingen van de
ILO om de vorming weer een impuls te geven. Desalniettemin wordt in de praktijk de
sociale dialoog voortgezet. Zo wordt via tripartiet overleg gewerkt aan een nieuwe opzet
van de instantie die verantwoordelijk is voor de sociale zekerheid. Sociale partners willen
dat het een onafhankelijke instantie wordt, waar nu de financiële zaken nog uitsluitend
door de overheid worden beheerd. De instabiele politieke situatie leidde in 2015 tot veel
maatschappelijke ontevredenheid, met name onder personeel van staatsbedrijven die
rechtstreeks werden getroffen door bezuinigingen. Onder meer bij de nationale
vliegmaatschappij, de energiemaatschappij, universiteiten en het kadaster zijn grote
stakingen of protestdemonstraties georganiseerd. De vakbondsleider van USAM leidde de
stakingen bij het energiebedrijf en belandde om die reden enkele maanden in de cel.
Een succes voor de vakbeweging was de afronding van de consultaties en de
ondertekening van het ‘Programme Pays 2015-2019’, een samenwerking tussen de
regering van Madagaskar en de UNDP. Het programma richt zich zowel op goed bestuur,
strijd tegen corruptie en consolidering van de vrede als op duurzame en inclusieve
ontwikkeling. Deze aspecten zijn belangrijk voor de vakbeweging, aangezien het onder
meer gaat om bemiddeling tussen de politieke elites, versterking van de rechtsstaat en
respect voor de mensenrechten in het land.
Ontwikkelingen binnen SEKRIMA en UNASMSEKRIMA heeft in 2015 een belangrijke
positie verworven, doordat de vakbond nu coördinator is geworden van het CTM, het
samenwerkingsverband tussen vakcentrales (intersyndicale). Tevens is SEKRIMA tijdelijk
voorzitter geworden van de sociale zekerheidsinstantie (tripartiete roulerend systeem).
Verder is SEKRIMA in 2015 lid geworden van Industriall, een internationale
vakbondsorganisatie voor werknemers in de mijnbouw, energiesector en in de
industriesector. SEKRIMA heeft in de afgelopen jaren flinke stappen vooruit gemaakt in
versterking van de organisatie, met name op het gebied van transparantie en financieel
management. De te hanteren procedures zijn duidelijk en worden op de verschillende
niveaus (confederatie, federaties, regionale unies) gebruikt. De twaalf regionale unies
vormen de regionale loketten van SEKRIMA, waar leden en anderen terecht kunnen voor
persoonlijk juridisch advies, begeleiding en voorlichting. Deze regionale unies blijken
echter nog een zwakke schakel te zijn binnen de organisatie: door het lage
opleidingsniveau van de lokale medewerkers en de soms moeilijke lokale
omstandigheden, blijken niet alle regionale unies goed in staat te zijn om informatie
tijdig aan te leveren. Dit vertraagt de rapportages richting de vakcentrale en richting CNV
Internationaal. In 2015 hebben beide daarom sterk ingezet op capaciteitsversterking van
de regionale unies, door trainingen op juridisch vlak en arbeidsrechten, maar ook door
trainingen op het gebied van project en financieel management en projectrapportage. De
relatie met de andere partnervakbond USAM wordt in 2016 afgebouwd. Naar aanleiding
van een analyse van de 5C’s (gehouden in 2012 en 2014) is CNV Internationaal tot de
conclusie gekomen dat USAM op nationaal niveau te weinig invloed weet uit te oefenen
op besluitvormingsprocessen. Daarom is besloten voortaan in te zetten op de grootste en
meest invloedrijke organisatie, SEKRIMA, die daadwerkelijk een verschil kan maken op
46
nationaal niveau. 2015 is voor USAM een pittig jaar geweest, aangezien de organisatie
nauw betrokken was bij de organisatie van stakingen in de semi-staatsbedrijven, zoals
de nationale luchtvaartmaatschappij en de energiemaatschappij. Door de overheid werd
hierop repressief beleid uitgeoefend: de voorzitter van USAM en vakbondsleider binnen
de energiemaatschappij, zat samen met enkele andere werknemers twee maanden
gevangen. In het zicht van de afbouw van de samenwerkingsrelatie, heeft CNV
Internationaal in 2015 USAM ondersteuning geboden om haar zelffinanciering te
versterken. Dit zal in 2016 voortgezet worden. De inspanningen van USAM om meer
leden te werven hebben effect: het ledenaantal groeide in een jaar tijd van 4.700 naar
6.478 leden.
Behaalde resultaten in 2015Decent Work: Arbeidsrechten (Labour rights)
In 2015 zijn de partnerorganisaties in Madagaskar in staat geweest arbeidsvoorwaarden
af te spreken binnen 26 cao’s over onder meer werktijden, tijdige betaling van salarissen,
betaling van overuren en uitbetaling van toelages. Uit de praktijk blijkt dat werknemers
nog altijd weinig kennis hebben omtrent hun rechten en plichten. Daarom is in 2015
sterk ingezet op versterking van het kennisniveau op het gebied van arbeidsrechten en
juridische zaken van de 12 regionale unies van SEKRIMA, die trainingen hebben gegeven
aan werknemers in bedrijven en sectoren in de verschillende regio’s van het eiland. Zo
werden door de regionale unies, in samenwerking met de industriebond van SEKRIMA, in
de suikerverwerkende bedrijven werknemers getraind op het gebied van arbeidsrechten
en onderhandelingsvaardigheden. Een unit van kaderleden werd opgericht die voortaan
de onderhandelingen zullen voeren met de werkgever. Eenzelfde aanpak werd gevolgd
met betrekking tot training van werknemers in de onderwijssector en de publieke sector.
USAM versterkte op gelijksoortige wijze de kennis en effectiviteit van de paramedici. Al
jarenlang vinden er arbeidsrechtenschendingen plaats met name wat betreft het werk
van verpleegkundigen, die over het hele eiland werken. In 2015 is door de bond van
paramedici, georganiseerd door USAM een officiële klacht ingediend bij het
arbeidstribunaal vanwege arbeidsrechtenschendingen van de overheid, de werkgever. In
deze sector zijn onterechte ontslagen gevallen, overuren worden niet uitbetaald of
gecompenseerd, er vindt geen salarisverhoging plaats en er is sprake van seksueel
geweld. Een groep van twintig kaderleden uit deze sector is in 2015 getraind in
onderhandelingsvaardigheden en zal aanspreekpunt zijn voor verdere onderhandelingen.
Alle organisaties kenden een nieuwe ledenaanwas, ten gevolge van de
trainingsactiviteiten.
Decent Work: Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (Employability)
Net als in veel andere partnerlanden van CNV Internationaal, sluiten opleidingen en de
vraag op de arbeidsmarkt slecht op elkaar aan voor jongeren. USAM ontwikkelde in 2015
een beroepskeuze-gids, een handzaam boekwerk waarin overzichtelijk is beschreven
welke opleidingen vereist zijn voor bepaalde beroepen, tips over het solliciteren. Het
moet voor jongeren een handvat bieden om een betere keuze te maken in hun opleiding
en bij het zoeken naar werk. Veel jongeren uit rurale gebieden trekken naar de stad om
daar werk te zoeken. Een factor van belang bij deze migratie, is het feit dat het leven
van boeren onzeker is en er veel desinformatie bestaat over de grondrechten. Vaak
denken boeren ten onrechte dat zij land gekocht hebben, maar blijkt dat zij geen
aanspraak kunnen maken op het land. In 2015 zijn daarom 89 jonge boeren door de
landbouwbond van SEKRIMA voorgelicht over de wet- en regelgeving met betrekking tot
de grondrechten, evenals over nieuwe productiemethoden met betrekking tot de meest
gangbare gewassen. Op nationaal niveau heeft de partnerorganisatie in 2015 een
lobbytraject ingezet om de overheid te bewegen om een jeugdwerkgelegenheidsbeleid te
ontwikkelen waarbij ook aandacht is voor een betere aansluiting van het
beroepsonderwijs.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Connecting agenda’s)
In 2015 heeft er een analyse plaatsgevonden van de vanillesector. Het was een update-
onderzoek van een eerdere analyse die Fairfood in 2013 uitvoerde. Het onderzoek uit
47
2015 bevestigde de situatie, zoals al eerder gesignaleerd. Met gebruikmaking van de
geactualiseerde informatie, hebben CNV Internationaal, Fairfood, SEKRIMA en een lokale
consultant een gezamenlijke workshop voor vanilleboeren in het noordoosten van
Madagaskar georganiseerd. Daar werd uitleg gegeven hoe de keten werkt en waar de
winstmarges tot uitdrukking komen. Het gaf de vanilleboeren inzicht in hun eigen positie
in de keten, maar ook hoe winsten verdeeld zijn. Tijdens de workshop werd gezamenlijk
een probleemanalyse gemaakt en werden er prioriteiten gesteld. Na afloop van deze
workshop werden bezoeken gebracht aan vanilleboeren en werd geconstateerd dat op
grote schaal kinderen te werk worden gesteld en dat boerengezinnen zeker twee à drie
maanden per jaar nauwelijks rond kunnen komen en geld moeten lenen. Ook werden
contacten gelegd met plaatselijke autoriteiten en ngo’s, evenals met maatschappelijke
organisaties en het ministerie van Handel in de hoofdstad Antananarivo. Er is een plan
opgesteld om via de regionale unie van SEKRIMA in het noordoosten van het eiland, ter
plekke de problemen aan te pakken door samen met de vanilleboeren en lokale
autoriteiten te zoeken naar oplossingen voor wat betreft de diefstal van vanille op de
plantages. Ook zal er gewerkt worden aan versterking van het kennisniveau en de
organisatiegraad van vanilleboeren om de inkomensonzekerheid van de vanilleboeren
aan te pakken. In Nederland zal met een multinational worden gesproken over de
gesignaleerde problemen en over een mogelijke bijdrage van de kant van dit bedrijf in de
oplossing hiervan.
Analyse
Samenwerking
In de afgelopen jaren van crisis binnen SEKRIMA is het wederzijds vertrouwen tussen
SEKRIMA en CNV Internationaal aanmerkelijk gegroeid. De resultaten van SEKRIMA’s
proces om orde op zaken te stellen zijn positief. In 2015 is SEKRIMA getraind in
financieel management en heeft er een assessment plaatsgevonden van de financieel
management systemen binnen de organisatie. Hoewel er een aantal verbeterpunten zijn,
kan geconstateerd worden dat de inspanningen om SEKRIMA tot een transparante en
sterkere organisatie te maken, vruchten afgeworpen heeft. Er zijn duidelijke kaders voor
het financieel beheer, procedures zijn helder en worden op alle niveaus toegepast. De
interne communicatie en openheid is aanmerkelijk verbeterd. Niettemin blijft het een
noodzaak om door te gaan met de trainingen rond financieel beheer, zodat ook in de
regionale unies dezelfde procedures worden toegepast en tijdig gerapporteerd kan
worden. Het contact met USAM heeft zich in 2015 gericht op versterking van de
zichtbaarheid van de organisatie en van de zelffinancieringsstrategie, met het oog op de
afbouw van de partnerrelatie.
Financiële analyse
In 2015 was extra budget nodig voor Subprogramma 2, op het gebied van sociale
zekerheid, aangezien SEKRIMA deelnam aan het side event rond sociale zekerheid voor
informeel werkenden in de aanloop van het ITUC Africa Congres in Senegal. Zie
Hoofdstuk 5, paragraaf 5.5.
In 2015 is ingezet op tien verschillende outputgebieden, binnen subprogramma 1,
waarbij er vier outputs gericht waren op gendergelijkheid, twee outputs op het gebied
van informele economie, twee ten aanzien van arbeidsrechten en één outputgebied op
inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. In 2016 is er voor gekozen om een aantal daarvan
versneld af te bouwen en meer focus aan te brengen in het werken in Madagaskar.
Uiteindelijk zullen we met de partnerorganisatie nog vier specifieke outputgebieden
focussen in subprogramma 1 binnen arbeidsrechten, inzetbaarheid op de arbeidsmarkt,
informele economie en gendergelijkheid.
Geleerde lessen
- Er zijn twee redenen voor het meer gefocust werken in 2016: er is een
aanzienlijke vermindering van de financiële middelen voor de partnervakbond
48
SEKRIMA begroot. De middelen die er nog wel zijn worden ingezet rond de meest
essentiële thema’s waar SEKRIMA ook aantoonbare verschil kan maken zoals het
verbeteren van arbeidsrechten, het tegengaan van geweld tegen vrouwen op de
werkvloer, informele economie en inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Daarnaast
werkt SEKRIMA op slechts 1 of 2 outputgebieden.
- SEKRIMA is in 2012 begonnen met een interne reorganisatie, wat (mede) heeft
geleid tot het winnen van de eerste plaats bij de sociale verkiezingen. Niettemin
blijven versterking van de interne controle en van de rapportage-capaciteiten van
de regionale unies van SEKRIMA aandachtspunten.
- De gezamenlijke aanpak tussen CNV Internationaal, SEKRIMA, FairFood en een
lokale consultant om vanilleboeren in het noordoosten van het land voor te lichten
over de vanilleketen en de dialoog over problemen aan te gaan, zijn succesvol
verlopen. Hiermee is de toegevoegde waarde van samenwerking tussen
vakbonden en niet vakbonden onderstreept.
49
4.13 Moldavië
Veel Moldavische jongeren zien zich door de economische crisis gedwongen om het land
te verlaten en elders een nieuw bestaan op te bouwen. De samenwerkingspartners CNSM
(vakbond) en Faclia (ngo) werken er aan om deze uitstroom tegen te gaan, omdat
jongere arbeidskrachten cruciaal zijn voor de Moldavische economie. Zij zetten zich
daarom in om de Decent Work agenda verder te bevorderen.
Ontwikkelingen in Moldavië
Eind 2014 zijn algemene verkiezingen gehouden, die nipt gewonnen zijn door de pro-
Europese coalitie van liberalen, democraten en liberaal-democraten. Het land werd
daarop geconfronteerd door een boycot door Rusland en veel onrust langs de
grensgebieden met de Oekraïne. De pro-Europa beweging liep in 2015 een flinke deuk
op, nadat haar leider en voormalig president Vlad Filat, in het parlement werd
aangehouden voor bancaire fraude. 2015 kenmerkt zich door protesten tegen de
regering. De demonstranten proberen nieuwe verkiezingen uit te lokken, hoewel de
huidige regering nog maar net geïnstalleerd is. Deze (geo)politieke ontwikkelingen
bemoeilijken het proces om de wet- en regelgeving in Moldavië gelijk te trekken met die
van de EU. Die gelijktrekking is één van de belangrijkste randvoorwaarden voor een land
om toe te kunnen treden tot de EU. De vakbeweging, met CNSM voorop, is nauw
betrokken bij dat proces. CNV Internationaal heeft CNSM getipt om contact op te nemen
met de Nederlandse ambassade in Bosnië-Herzegovina, om ervaringen uit te wisselen.
De partnervakbond heeft echter ook al een goede relatie opgebouwd met de
vakbeweging in Roemenië die eerder eenzelfde proces doorliep bij de EU-toetreding.
Grote investeringen uit Europa blijven uit, en de munteenheid is flink onderuit gegaan,
wat de economische vooruitgang geen goed heeft gedaan en het vertrouwen van de
burgers in de EU aantasten.
Ontwikkelingen binnen CNSM
Partnervakbond CNSM is de enige vakcentrale in Moldavië. De bond is in 2007 ontstaan
na een fusie tussen twee vakcentrales. CNSM vertegenwoordigde in 2015 zo’n 400
duizend leden. Na bijna tien jaar bestaat binnen de CNSM nog geregeld een
bloedgroepen-discussie. Waar de fusie op vakcentrale-niveau is gerealiseerd, verlopen
fusieprocessen van sectorale bonden nog stroef. Op verzoek van de CNSM heeft in
oktober 2015 Arend van Wijngaarden (in zijn hoedanigheid als voorzitter van CNV
Vakmensen) een uitwisselingsbezoek aan Moldavië gebracht, waarbij hij uitvoerig
ervaringen heeft kunnen delen over het fusieproces dat op dat moment gaande was
tussen CNV Vakmensen en CNV Dienstenbond. Hoewel de situatie en de context van
CNSM verschilt met die van het CNV, hebben de Moldavische collega’s het
uitwisselingsbezoek als waardevol ervaren. CNSM is nauw betrokken bij het proces om de
Moldavische wet- en regelgeving beter aan te laten sluiten met die van de EU. De CNSM
betrekt daarbij vertegenwoordigers van de vakcentrale en alle zeventien bonden: op die
manier worden kennis en ervaring uit alle geledingen van CNSM ingezet om tot goede
voorstellen te komen. In 2015 heeft CNSM geanalyseerd hoe die aansluiting, met name
op het gebied van sociale wetgeving en regelgeving rond vakbondsorganisaties, het
beste uitgevoerd kan worden. Het kabinet heeft in haar laatste bijeenkomst de
amendementen op de Labour Code of the Republic of Moldova goedgekeurd. Sociale
partners waaronder CNSM hebben hier hard aan gewerkt. In het nieuwe voorstel komen
er met name extra verplichtingen voor de werkgevers bij. Denk aan het informeren van
werknemers over de cao waaronder zij vallen, informeren van werknemers over reguliere
werktijden en voorwaarden voor vaste en tijdelijke contracten. De amendementen zullen
ingaan, na goedkeuring in het parlement.
Behaalde resultaten 2015
In Moldavië is binnen Subprogramma 1 minder besteed dan voorzien. In 2015 is
gebleken dat CNSM veel activiteiten binnen dit Subprogramma zelf kan financieren.
Daardoor kwam er ruimte om meer het accent op Subprogramma 2 te leggen. In 2015
50
hebben medewerkers van CNSM een training over Internationaal Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen gevolgd. Op basis daarvan wil de vakbond de productieketen
van de telecom- en it-sector onder de loep nemen, omdat daarmee ook een link is te
maken naar de Europese markt.
Decent Work: Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (Employability)
De vakbond CNSM werkt op het gebied van dit thema intensief samen met de ngo
FACLIA. Samen zijn zij de initiatiefnemers van ROST, een nationaal netwerk waar maar
liefst 27 verschillende organisaties bijeenkomen die werken met jongeren, zoals het
ministerie van Jeugd en Sport, jongerenadvocaten, vakbonden en jongerenorganisaties.
Sinds 2014 komt het ROST-netwerk een aantal maal per jaar bijeen. In de opstartfase
werd ROST gefinancierd via Europese subsidiegelden die CNSM en CNV Internationaal
samen hebben geworven. Tegenwoordig wordt het netwerk bekostigd uit het CNV-
programma ‘A World That Works’. In 2015 zijn gezamenlijk nationale en regionale
plannen en activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd waarbij de sociaal economische
ontwikkeling van jongeren centraal staan. Er zijn onder meer zes advocacy campagnes
uitgevoerd op verschillende jeugdthema's en vier voorlichtingsbijeenkomsten gegeven
voor jongeren die een eigen onderneming willen starten. Een succes is dat ROST in 2015
lid is geworden van de denktank van het ministerie van Jeugd en Sport. In deze
werkgroep worden nieuwe beleidsstrategieën en plannen ontwikkeld.
FACLIA heeft in 2015 opnieuw sterk ingezet op jeugdwerkeloosheid. Zo heeft deze
partnerorganisatie een sollicitatie-cursus verzorgd voor 167 jongeren. Ook zijn
praktijkcursussen verzorgd in de textiel-, horeca- en schoonmaaksector. Nog eens 162
jongeren hebben een cursus gekregen over rechten en plichten op de arbeidsmarkt, en
hoe de dialoog met een werkgever te voeren mede met behulp van CNSM.
Om het gat op de arbeidsmarkt te verkleinen is er behoefte aan stageplekken voor
jongeren. RVO Nederland is benaderd met de vraag welke Nederlandse bedrijven er in
Moldavië zijn die wellicht stagiairs willen aannemen. Twee Nederlandse bedrijven in de
werkkleding-industrie wilden meewerken. FACLIA kon echter met leerlingen van een
technische school aan de slag waardoor er geen gebruik kon worden gemaakt van de
stageplekken in de textiel. Positief is echter dat zo'n veertig jongeren een stage gevolgd
hebben bij drie technisch georiënteerde bedrijven. Ze hebben drie weken lang
meegelopen in het bedrijf.
Decent Work: Arbeidsrechten (Labour rights)
In 2015 zijn trainingen gegeven door experts uit Roemenië (werkzaam bij Axtrav, ILO
Budapest en Cartel Alfa) aan de vakcentrale en bonden van CNSM over de EU-wetgeving
inzake vrijheid van vakvereniging. Daarbij is onder meer uitgediept hoe de structuur van
de gehele arbeidswetgeving binnen de EU is vormgegeven en hoe de sociale dialoog is
ingericht. Vervolgens is geanalyseerd hoe de Moldavische wet- en regelgeving hervormd
kan worden, zodat die goed aansluit op het Europese model. Dit vond plaats tijdens een
seminar waar verschillende stakeholders aan deelnamen, zoals de CNSM, nationale cao-
comité, ITUC, werkgeversorganisaties en een vertegenwoordiging van de overheid.
Overigens werden in 2015 in de bankensector minder cao’s afgesloten onder meer door
de crisis en de reorganisatie in publieke sector.
Decent Work: Sociale zekerheid (Social security)
In 2015 is onderzoek gedaan door de CNSM naar de actuele stand van zaken rond
gezondheid en veiligheid op de werkvloer in de informele sector. Op basis daarvan is een
analyse gemaakt van de huidige problemen in de informele economie. Naar aanleiding
van het onderzoek is een voorlichtingscampagne gestart: een voorlichtingsfilm is
gemaakt die op twee nationale televisiekanalen is uitgezonden. In het openbaar vervoer
zijn in trolleybussen en in taxi’s voorlichtingsposters opgehangen om informeel
werkenden bewust te maken van de risico’s die zij lopen door informeel te werken. CNSM
heeft veel informeel werkenden kunnen adviseren hoe een gesprek aan te gaan met de
werkgevers voor een legaal contract en dat men salaris via een bankrekening ontvangt,
in plaats van cash. Ook hebben ze de arbeidsinspectie gevraagd bij diverse werkgevers
51
langs te gaan om illegaal werk te controleren. Zodra mensen formeel in dienst zijn
kunnen ze ook overwegen lid te worden van CNSM. De campagne van CNSM loopt nog in
2016 door. CNSM liet onder meer korte voorlichtingsspotjes op televisie uitzenden en in
trolley bussen in en om Chisinau.
In de hout- en bouwsector is voor het eerst een norm geformuleerd, inzake gezondheid
en veiligheid op de werkvloer. Daardoor sluit het beter aan bij de EU-richtlijnen voor de
hout- en bouwsector, met name op het gebied van veiligheid en gezondheid op de
werkvloer en lonen. Ook gaat het daarbij om het organiseren van de sociale dialoog.
Analyse
Samenwerking
In november 2015 is door onderzoeksbureau AXA de samenwerking tussen CNV
Internationaal en CNSM doorgelicht. De belangrijkste conclusie is dat het project
management sterk is verbeterd en dat vier bonden de systematiek van PME deels ook
toepassen in hun eigen jaarplannen. De PME-methode heeft goede bodem gevonden in
Moldavië, mede doordat men vanuit het verleden gewend is om administratie en
rapportages goed bij te houden. Er is een verbetering waarneembaar van kwalitatief
betere planningen en daardoor betere strategiebepaling.
Financiële analyse
In 2015 bleek CNSM minder financiële steun nodig te hebben dan aanvankelijk begroot.
Er is meer ingezet op samenwerking binnen allianties (FACLIA, ROST-netwerk). Verder is
meer geïnvesteerd in de informele sector en het in lijn brengen met de EU wet- en
regelgeving, waardoor er meer is besteed in Subprogramma 2.
Geleerde lessen
- De verdere doorvoering van de fusie binnen CNSM is een moeizaam proces dat
veel tijd vergt. CNV Internationaal steunt de vakcentrale van CNSM in haar
streven om tot die verdere eenwording te komen. Het uitwisselen van ervaringen
(naar aanleiding van CNV-fusies) wordt als waardevol ervaren.
- CNSM stelt zich open om zich te ontwikkelen als moderne vakbond, onder meer
door oog te hebben voor de informele sector, IMVO en zich proactief te richten op
sociaal economische aansluiting bij de EU.
52
4.14 Niger
Ook 2015 werd gekenmerkt door een onrustige situatie in en om Niger, die zijn weerslag
heeft op het werk van de partnervakbond CNT: terroristische aanslagen, spanningen aan
de grens en vluchtelingenstromen. De vakbond is zo sterk gericht op externe
ontwikkelingen, dat de interne organisatie soms in de vergetelheid dreigt te raken.
Daarom is in 2015 meer ingezet op de interne organisatie van de CNT. De thema’s die
hier behandeld worden zijn ‘Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt’, ‘Arbeidsrechten’ en
‘Sociale zekerheid’.
Ontwikkelingen in Niger
Het land en de regio kampten al enige tijd met verschillende geweldsincidenten en
terroristische aanvallen door Boko Haram, met name in de grensgebieden. In 2015
verplaatste de onrust zich naar de hoofdstad Niamey, een direct gevolg van de aanslag
op de redactie van Charlie Hebdo in Parijs.De tweede helft van het jaar stond in Niger in
het teken van de verkiezingscampagne voor de presidentsverkiezingen die in februari
2016 zullen worden gehouden. Mahamadou Issoufou is sinds 2011 president van het land
en heeft zich voor de komende verkiezingen opnieuw kandidaat gesteld. Andere
kandidaten zijn de voormalige premiers Seynni Oumarou en Hama Amadou. De aandacht
van de overheid voor duurzame economische ontwikkeling was, door de actuele
gebeurtenissen in 2015, volledig verslapt. De in 2015 geplande sociale verkiezingen
(waarbij men een stem kan uitbrengen op één van de vakbonden) zijn ook uitgesteld tot
na de presidentsverkiezingen.
Ontwikkelingen binnen CNT
De onrust in het land heeft er in 2015 toe geleid, dat een werkbezoek van een delegatie
van CNV Internationaal aan de CNT op het allerlaatste moment moest worden afgezegd.
Het bezoek werd uitgesteld tot de eerste week van februari.
In 2015 zouden de eerste sociale verkiezingen worden gehouden. Aanvankelijk werd een
verkiezingsdatum vastgesteld in april, later in oktober. De verwachtingen van de CNT
waren hooggespannen, maar door de instabiliteit van het land verplaatste de regering de
sociale verkiezingen tot ná de presidentsverkiezingen van februari 2016.Hoewel de
capaciteitsversterking goede resultaten heeft opgeleverd (met name op het gebied van
financieel en organisatie management van de CNT) zijn andere interne resultaten
achtergebleven, zoals de zelffinanciering. Om die reden is besloten dat in 2015 een extra
impuls zou worden gegeven aan de interne huishouding van CNT.
In 2015 is veel aandacht uitgegaan naar het verder verankeren van het financieel
management. Zo heeft het BCPA in juni 2015 een training verzorgd aan alle betrokkenen
van de vakcentrale CNT en de aangesloten bonden. Daarna is er een verbeterplan
opgesteld, waarbij specialistische software voor financieel management is aangeschaft en
zes medewerkers een computertraining hebben gevolgd voor een beter financieel beheer.
Om in de toekomst financieel onafhankelijker te worden, heeft de vakbond in 2015 een
zelffinancieringsstrategie ontwikkeld. Centraal daarbij staat het verbeteren van betaling
van lidmaatschapsgelden door leden en aangesloten bonden en de ontwikkeling van
nieuwe dienstverlening door de CNT. Het plan zal in 2016 in de praktijk worden gebracht.
Behaalde resultaten in 2015
Ondanks de geboekte vooruitgang op interne management van de organisatie, bleek in
2015 dat de CNT moeite heeft om activiteiten volgens plan uit te voeren. Daardoor heeft
de CNT een aantal resultaten niet of onvoldoende behaald. De belangrijkste oorzaak is de
tijd en energie die de CNT heeft gestoken in de campagne voor de sociale verkiezingen
die in 2015 gehouden zouden worden (die later werden uitgesteld naar 2016). Het is de
CNT er alles aan gelegen om goed te scoren bij deze sociale verkiezingen, omdat de
vakbond voor zichzelf een steviger positie ziet weggelegd. In 2015 heeft CNV
Internationaal indringende gesprekken gevoerd met de leiding van de CNT, vanwege de
niet of nauwelijks behaalde resultaten voor het CNV-programma ‘A World That Works’.
53
CNT-bestuurders hebben nu expliciete verantwoordelijkheid gekregen voor specifieke
activiteiten en voor 2016 zijn minder resultaten geformuleerd.
Ook is geconstateerd dat de thema’s ‘Gendergelijkheid’ en ‘Inzetbaarheid op de
arbeidsmarkt’ niet goed verankerd worden in het beleid van CNT. Volgens de
partnervakbond spreken deze thema’s niet tot de verbeelding van de eigen achterban.
Daarom heeft CNV Internationaal er voor gekozen om deze thema’s in 2016 versneld af
te bouwen. Vanzelfsprekend worden succesvolle onderdelen wel voortgezet of
opgeschaald. Een voorbeeld daarvan is het stageproject voor jongeren in de bancaire
sector.
Decent Work: Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (Employability)
Een aantal onderdelen van dit thema zijn in 2015 niet goed van de grond gekomen.
Partnervakbond CNT is er niet in geslaagd om nieuwe dienstverlening te ontwikkelen,
bijvoorbeeld om jongeren specifieke hulp te bieden bij het zoeken naar werk. Het
succesvolle stageproject, waarbij in 2014 zo’n 515 jongeren een stage konden volgen in
de bankensector, zal ook in 2016 worden voortgezet. In 2016 zal CNV Internationaal
onderzoeken in hoeverre het mogelijk is dat dit werkervaringsproject in andere landen
kan worden gerealiseerd.
Overigens kreeg het stage-concept bijzondere navolging in andere sectoren in Niger. In
2015 is CNT er in geslaagd om voor 224 jongeren een stageplek of werkervaringsplaats
te realiseren in de bankensector, bij telecombedrijven, en in de energiesector. Van de
jongeren hebben 137 daadwerkelijk een baan gekregen bij de banken en 12 jongeren
zijn na hun stage in dienst getreden bij multinational Bolloré Groep, één van de 500
grootste bedrijven ter wereld op het gebied van transport, logistiek, communicatie,
media en elektriciteit.
In 2015 liep het lobby-traject vast, dat gericht was op de minister van Arbeid om
werkgelegenheidsbeleid van de overheid te formuleren. De lobbycapaciteiten van de
jongeren van de CNT om dit thema zelf op te pakken bleek beperkt, en daarnaast werd
het politieke momentum overschaduwd door de onrust in het land. In 2016 zal met de
CNT bekeken worden welke resultaten nog gehaald kunnen worden.
Tevens heeft CNT deelgenomen aan een seminar/uitwisseling over strategieën voor
vakbonden om de inzetbaarheid van jongeren op de arbeidsmarkt te vergroten, als
onderdeel van het congres van ITUC Africa.
Decent Work: Arbeidsrechten (Labour rights)
Met name de onderwijsbond van de CNT heeft in 2015 uitstekend werk verricht door
bijvoorbeeld naleving van afspraken met de overheid intensief te monitoren. Daarmee
zijn in 2015 maar liefst 4.220 docenten geholpen aan een vaste aanstelling. Ook zijn in
de dienstensector nieuwe cao’s afgesloten. Dankzij de juridische dienstverlening heeft de
CNT een groep van 591 docenten (359 mannen, 232 vrouwen) kunnen helpen. Zij waren
ontslagen vanwege deelname aan stakingen. Zij zijn weer in dienst gekomen met behoud
van opgebouwde rechten uit het verleden.
Samen met de andere belangrijkste vakcentrales van Niger heeft de CNT in 2015 met
succes gepleit voor de ratificering van ILO-conventies 144 (tripartiete consultatie), 122
(werkgelegenheidsbeleid), 150 (arbeidsadministratie), 181 (private werkbedrijven) en de
aankondiging van de ratificering van conventie 183 (bescherming moederschap).
Daarnaast heeft de regering twee protocollen ondertekend: conventie 155 (over
veiligheid en gezondheid op het werk) en conventie 29 (dwangarbeid). Daarmee heeft
Niger belangrijke stappen gezet.
Decent Work: Sociale zekerheid (Social security)
Eind 2014 heeft CNV Internationaal de resultaten gepresenteerd, van een onderzoek dat
werd uitgevoerd in vijf partnerlanden, naar de mogelijkheden om informeel werkende
beter toegang te laten krijgen tot sociale zekerheidsstelsels. Daaruit is gebleken dat het
in Niger wettelijk mogelijk is voor informeel werkenden om gebruik te maken van sociale
zekerheidsregelingen. De praktijk blijkt echter weerbarstiger te zijn. De kosten van de
sociale regelingen worden gedekt door de overheid en de werkgever. Aangezien voor de
54
meeste informeel werkenden geldt dat zij geen werkgever hebben, kan het
werkgeversdeel van regelingen ook niet worden betaald. Daardoor vallen informeel
werkenden buiten boord.
Daarom heeft CNT in 2015 het initiatief genomen om samen met CNV Internationaal een
seminar te organiseren en een gezamenlijk lobby-traject te starten. Doel is om voor deze
kwestie meer steun te verkrijgen van andere vakbonden en maatschappelijke
organisaties in Niger, om uiteindelijk de regeling te verbeteren. Er hebben dertig mensen
deelgenomen aan het seminar: vertegenwoordigers van vakbonden, organisaties voor
informeel werkenden, overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties. De partijen
zijn gezamenlijk gekomen met een voorstel om de regelgeving van de sociale
zekerheidsinstantie te vereenvoudigen en om een fonds op te richten waarmee het
‘ontbrekende deel’ gefinancierd kan worden, bijvoorbeeld via belastingopbrengsten in
specifieke sectoren zoals de mijnbouw, mobiele telefonie en rookwaar. Daarnaast willen
de organisaties een instantie oprichten die ontwikkelingen structureel kan monitoren.
In gesprekken met de minister van Arbeid zijn deze kwesties ook aan de orde gesteld. Hij
heeft toegezegd om te laten onderzoeken of er een financieel fonds in het leven kan
worden geroepen om het ontbrekende deel van de financiering op te kunnen vangen.
Daarnaast heeft hij toegezegd om op korte termijn stappen te zetten om de regelgeving
te vereenvoudigen en het opzetten van een monitorings-instantie. Tijdens het seminar is
een comité samengesteld uit de verschillende organisaties, die opvolging gaat geven aan
de lobby activiteiten. Overigens waren ook vertegenwoordigers aanwezig van de CNV-
partnervakbond uit Senegal, omdat ook zij voor vergelijkbare uitdagingen staan.
Analyse
Samenwerking
Het gezamenlijk optrekken bij lobby-trajecten heeft veel effect. De aanwezigheid van
CNV Internationaal bij gesprekken met de minister of andere
regeringsvertegenwoordigers geeft vaak een extra impuls waarna de discussie sneller
wordt vlot getrokken. Ook kan met het bezoek van CNV Internationaal een momentum
worden gecreëerd om de problematiek op de kaart te zetten door inzet van media
(kranten, radio en TV). De toegevoegde waarde van de samenwerking tussen CNV
Internationaal en CNT komt het beste tot uitdrukking bij activiteiten voor lobby en
beleidsbeïnvloeding en minder in de uitvoering van projecten.
Financiële analyse
In 2015 is bij het thema ‘Gendergelijkheid’ het accent gelegd op bescherming van het
moederschap, dat tot uitdrukking kwam in het werkplan van de partnerorganisatie en in
de samenwerking met Wage Indicator Foundation. Er zal niet, zoals eerder was beoogd,
verder worden uitgebreid naar de andere resultaatgebieden. Aan het thema ‘Informele
economie’ is minder uitgegeven dan begroot, maar besloten is om het begrotingsniveau
te handhaven. In het kader van Subprogramma 2 is meer besteed op het thema ‘Sociale
zekerheid’: dit hangt samen met externe contacten en lobby op nationaal niveau. Voor
het thema ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’ lagen er in 2015 kansen waar het
gaat om de slechte arbeidsomstandigheden in de mijnbouw in Niger. Door overlijden van
de contactpersoon bij CNT kwam dit project te vervallen. Naar verwachting zal een
doorstart van dit project niet realistisch zijn, omdat het meer tijd vergt om de
problematiek op de agenda te zetten van de mijn- en energiebond.
Geleerde lessen
- CNV Internationaal zou meer moeten inzetten op gezamenlijk lobby en
beleidsbeïnvloeding dan op de ‘klassieke’ uitvoering van projecten.
- De CNT onderschrijft dat de meerwaarde van de samenwerking met CNV
Internationaal is te zien in de gezamenlijke lobby en advocacy.
55
4.15 Senegal
Speerpunten in het werk van UDTS zijn de thema’s ‘Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt’,
‘Sociale zekerheid’ en ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’.
Ontwikkelingen in Senegal
Onder aanvoering van president Macky Sall probeert de regering het land een
economische impuls te geven door buitenlandse investeerders aan te trekken. Dat lukt
enigszins, het land kende een economische groei van 15 procent in 2015. Consumenten
lijken meer te besteden te hebben, en buitenlandse investeringen hebben een positief
effect op de economie. Niettemin is Senegal nog steeds een land waar 45 procent van de
bevolking onder de armoedegrens leeft. De armoede in de rurale gebieden is het grootst:
49 procent leeft er onder de armoedegrens. De werkloosheid, met name onder jongeren,
blijft een grote zorg: slechts 33 procent van de jongeren heeft een baan, tegenover 56
procent van de volwassenen in de werkzame leeftijd. 15 procent van de jongeren in
Senegal is officieel werkloos, tegenover 9 procent van de volwassenen. Politiek is de
samenleving erg verdeeld tussen vóór en tegenstanders van de huidige regering. Deze
polarisatie is in 2015 verhevigd doordat de president door middel van een referendum
een grondwetswijziging heeft voorgesteld, die het mandaat van de president verkort van
zeven naar vijf jaar. Onduidelijk is nog wanneer deze wijziging wordt doorgevoerd. Het
overheidsbeleid om de gezondheidszorg toegankelijk te maken voor iedereen, begint
langzamerhand realiteit te worden: sinds 2013 wordt de Universal Health Coverage
uitgerold, waarbij mensen aangemoedigd worden lid te worden van een Mutual Health
Insurance (een gezondheidscentrum) in de buurt. De hoogte van de quota voor informeel
werkenden (die zowel het werkgevers- als het werknemersdeel betalen) en het gebrek
aan gezondheidscentra verspreid over het land maken dat er nog wat haken en ogen zijn
in dit proces. In Senegal gaan grote projecten van start om havens aan te leggen.
Nederland is hier bij betrokken. Daarnaast is er een gasveld ontdekt voor de kust van
Senegal: de grootste van West-Afrika.
Ontwikkelingen binnen UDTS
Voor de UDTS was het organisatorisch een relatief stabiel jaar. Onder leiding van de in
2014 gekozen jonge vrouwelijke algemeen secretaris, bereidt UDTS zich voor op de
sociale verkiezingen van 2016, waarbij de bond hoopt bij de eerste drie te eindigen
(UDTS is nu nummer 5) en zo een grotere stem te krijgen in de tripartiete
overlegstructuren. In 2015 zijn er onderhandelingen gevoerd met de havenbedrijven
Bolloré Groep en Dubai Port, in verband met ontslag van personeel en subcontracting.
Met Dubai Port ligt er een zaak bij de rechter, terwijl met Bolloré Groep een nieuwe cao
uitgewerkt is die in 2016 in werking treedt. Door deze acties is de transportfederatie
sterker en zichtbaarder geworden voor werkenden in deze sector. In 2015 heeft UDTS
ook een nieuwe vakbond helpen oprichten in de sector van de grote
transportmaatschappijen. In de onderwijssector bleef het aantal leden dat zich aansloot
bij UDTS, toenemen. De UDTS is in 2015 nauw betrokken geweest bij de organisatie van
twee side-events in de aanloop naar het ITUC Africa Congres, dat dit jaar in Senegal
werd gehouden. De side-events betroffen de thema’s ‘Inzetbaarheid op de arbeidmarkt’
en ‘Sociale zekerheid’ voor informeel werkenden. Daardoor heeft de UDTS zich zelf goed
op de kaart weten te zetten binnen de Afrikaanse vakbeweging. Tijdens het Congres
werd de algemeen secretaris UDTS gekozen tot verantwoordelijke voor het thema
‘Gendergelijkheid’ binnen ITUC Africa.
UDTS is in 2015 getraind op het gebied van financieel management; eveneens vond er
een assessment van de financieel management systeem van UDTS door CNV
Internationaal plaats. Verbeteringen in het financieel management systeem van de
organisatie zijn noodzakelijk; hier wordt in 2016 sterk op ingezet.
56
Behaalde resultaten 2015
Decent Work: Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (Employability)
In 2015 is de UDTS er in geslaagd om 56 stageplaatsen te creëren bij bedrijven. Binnen
de UDTS zijn er ook meer jongeren aangesteld op sleutelposities. Binnen het
samenwerkingsverband van vijf vakcentrales, heeft UDTS het thema ‘Inzetbaarheid op
de arbeidsmarkt’ hoog op de agenda weten te zetten. In 2015 zijn 38 jongeren van UDTS
in Senegal getraind op lobby en advocacy, gericht op lobby richting bedrijven om
stageplaatsen en arbeidskansen te creëren voor jongeren. Ook is in 2015 een project
gerealiseerd waarbij 45 jongeren op ‘employability bootcamp’ zijn geweest, om met
elkaar een lobbystrategie uit te werken gericht op bedrijven en de overheid. UDTS heeft
haar allianties uitgebreid op dit thema. Waar de vakbond eerst nauw samenwerkte met
de Friedrich Ebert Stiftung, ILO en ITUC, zijn daar nu ook bedrijven en organisaties
bijgekomen die meewerken aan het creëren van stageplaatsen: Bolloré Groep, Dubai Port
en het Centre d’Écoute.In november 2015 vond er tijdens en na het ITUC Afrika Congres
een uitwisseling plaats tussen jongeren van het Senegalese vakbondsplatform en CNV
Jongeren. Het doel was om kennis en ervaringen te delen hoe CNV Jongeren in
Nederland en de vakbeweging in Senegal met het thema aan de slag gaan. Daarbij gaat
het om bijvoorbeeld betere aansluiting tussen opleidingen en de arbeidsmarkt en het
helpen creëren van werkervaringsplaatsen in bedrijven. CNV Jongeren heeft daarbij ook
andere Europese voorbeelden kunnen presenteren, onder meer programma’s over
belastingvoordelen voor bedrijven die stageplekken aan jongeren bieden, het
ondersteunen van jongeren die een eigen bedrijf beginnen, etc.
Eind 2015 hebben vertegenwoordigers van UDTS, CNV Jongeren en CNV Internationaal
gesprekken gevoerd bij de Nederlandse ambassade en de EU-delegatie, evenals bij het
Ministerie van Arbeid en de werkgeversorganisatie om te pleiten voor verbetering van de
inzetbaarheid van jongeren (stages en opleidingen) in Senegal en om het werk van UDTS
te presenteren. Deze contacten zullen warm gehouden worden met het oog op
ontwikkeling van verdere initiatieven op dit thema. Tevens heeft UDTS deelgenomen aan
een seminar/uitwisseling over strategieën voor vakbonden om de inzetbaarheid van
jongeren op de arbeidsmarkt te vergroten, als onderdeel van het congres van ITUC
Africa. In 2016 zal overigens nog verder worden onderzocht of er een pilot kan worden
opgezet met een telefoonaanbieder, om mobiele telefonie in te zetten bij
arbeidsbemiddelingsprojecten. Zie hoofdstuk 5, paragraaf 5.3.
Decent Work: Sociale zekerheid (Social security)
In 2014 heeft UDTS een platform gecreëerd voor informeel werkenden binnen het
samenwerkingsverband van vakcentrales. Er heeft een succesvolle lobby plaats gevonden
die heeft geleid tot een versnelling van het proces tot ratificering van conventies die de
toegang voor informeel werkenden voor sociale zekerheid mogelijk maken. In 2015
speelt UDTS in op het feit dat de regering gezondheidszorg voor iedereen toegankelijk wil
maken. Daarnaast worden werknemers uit met name de informele economie
aangespoord zich aan te sluiten bij de gezondheidscentra (Mutual Health Insurances) in
hun eigen woonomgeving. UDTS begeleidt mensen uit de informele sector die zich willen
inschrijven bij de lokale gezondheidscentra. Twintig leiders van de 33 georganiseerde
groepen informeel werkenden hebben zich inmiddels ingeschreven; in 2016 wil UDTS dit
aantal vergroten naar 450 informeel werkenden uit deze bij UDTS aangesloten groepen.
Ondertussen voert UDTS een lobby om de inschrijfprocedures en de regelgeving voor
informeel werkenden toegankelijker te maken.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Connecting agenda’s)
In vervolg op de mapping in de goudmijnsector in 2014, heeft UDTS in 2015 een interne
MVO commissie in het leven geroepen om sterker te gaan inzetten om dit thema.
Langzamerhand begint UDTS de noodzaak in te zien om in te zetten op MVO, juist daar
waar een sociale dialoog met het bedrijfsleven niet of nauwelijks mogelijk is. De twee
multinationals in de goudmijnsector waar UDTS zich op richt zijn Sabodala Gold
Operations (SGO) en Grand Cote Mineral Sands Project (GCO). De werkomstandigheden
57
zijn redelijk goed, maar werknemers van de bedrijven is verboden om zich te
organiseren. UDTS probeert werkenden te informeren over hun arbeidsrechten en het
recht op vakbondsorganisatie. Onlangs werden 12 jongeren bij beide multinationals
onterecht ontslagen. Met hulp van de organisatie Lumière Synergie pour le
Développement (LSD, Senegalese ngo die in 2014 de MVO-training verzorgde voor de
partnerorganisaties, en nauw samenwerkt met SOMO) wil UDTS hierover een aanklacht
indienen bij het Nationaal OESO Contactpunt in Canada. Een van de twee
goudmijnbedrijven is Canadees, de ander is Australisch.
Analyse
Financiële analyse
Bij Subprogramma 2 inzake de informele economie is meer uitgegeven, vanwege het side
event over het thema ‘Sociale zekerheid’ tijdens het congres van ITUC Africa in
november 2015.
Geleerde lessen
Ten aanzien van het thema ‘Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt’ is voortschrijdend inzicht
ontwikkeld: naast het creëren van banen en werkervaringskansen in de betaalde sector,
zou meer ingezet moeten worden op ondernemerschap van jongeren (in kansrijke
sectoren van de economie). Het lijkt te beperkt om alleen in te zetten op betaalde banen:
zo is het UDTS bijv. in 2015 weliswaar gelukt om 33 stageplekken te creëren, maar dit is
toch beperkt ten aanzien van het enorme aantal werkzoekende jongeren in Senegal
.
58
5. Resultaatgebieden
5.1 Voedselzekerheid (Food security)
Werkenden die een leefbaar loon ontvangen, zullen in staat zijn om zichzelf en hun
naaste familie van basisbehoeften te voorzien en daarmee voedselzekerheid te creëren.
In de meeste landen waar CNV Internationaal werkzaam is, ligt het officiële
minimumloon aanzienlijk lager dan het leefbaar loon. Minimum loon is in de wetgeving
voor formeel werkenden geregeld. In de realiteit blijkt echter dat veel werknemers nog
niet eens het minimum loon ontvangen. Daarom proberen partnerorganisaties door
middel van cao-onderhandelingen en rechtsbijstand eerst het minimumloon voor
werkenden te realiseren voordat men minimum leefbaar loon aan de orde stelt. Binnen
de campagnes over arbeidsrechten en internationaal Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen staat het hebben van een leefbaar loon voor werknemers om hun gezinnen
te voorzien van basisbehoeften centraal.
Outcomes 2013-2016
CNV Internationaal stelt zich ten doel om voor formeel werkenden een minimum leefbaar
loon te realiseren (Subprogramma 1). In de publiekscampagnes vraagt CNV
Internationaal voortdurend aandacht voor de inzet die onze partnerorganisaties plegen
om leefbaar loon te realiseren voor werkenden in ontwikkelingslanden. CNV
Internationaal wil eraan werken dat CNV-leden en andere publieksgroepen dergelijke
campagnes ondersteunen (Subprogramma 3), bijvoorbeeld in de vorm van een financiële
donatie of onderschrijving van een pleidooi.
Behaalde resultaten 2015
De partnerorganisaties van CNV Internationaal hebben afspraken weten te maken met
werkgevers over het minimum loon en het minimum leefbaar loon (Subprogramma 1).
Daarnaast heeft CNV Internationaal in 2015 in Nederland publiekscampagnes gevoerd.
Zo heeft CNV Internationaal onder meer in Direct Mailings aan haar particuliere relaties,
in ledenbladen van de CNV-bonden, via sociale media en CNV-bijeenkomsten in het land
aandacht besteed aan het werk van verschillende vakbondspartners om te komen tot
leefbaar loon.
Afspraken op het gebied van minimum leefbaar loon zijn vastgelegd in 304 cao’s in
Cambodja, Colombia, Ghana, Guinee, Honduras, Indonesië, Macedonië, Moldavië en
Senegal. Het aantal cao’s met afspraken over het minimum leefbaar loon is gedaald in
Colombia (15 cao’s), Honduras (18 cao’s) en Moldavië (8 cao’s), terwijl het aantal in
Macedonië (5 cao’s) gelijk is gebleven. In de overige landen is het aantal cao’s gestegen.
Evenals in 2014 zijn veruit de grootste aantallen cao’s gerealiseerd door partnervakbond
KSBSI in Indonesië, waar in 165 cao’s minimum leefbaar loon is opgenomen.
CNV Internationaal heeft de samenwerking met de WageIndicator Foundation ook in
2015 voortgezet (Subprogramma 1). Door de gezamenlijke projecten krijgen de
partnerorganisaties en CNV Internationaal toegang tot waardevolle informatie over
salaris, cao’s, arbeidsrecht en sociale zekerheid, die gebruikt wordt door de
partnerorganisaties voor onderhandelingen met werkgevers en overheden. Deze
informatie wordt toegankelijk voor een groot publiek doordat deze beschikbaar wordt
gesteld via websites. WageIndicator voert loononderzoek uit in 89 landen op een
uniforme wijze, waardoor de resultaten ook gebruikt worden voor analyses door onder
andere de ILO. Naast de websites zijn campagnes uitgevoerd voor minimum loon en
hebben tripartiete debatten plaatsgevonden over naleving van arbeidswetgeving en om
daadwerkelijke uitbetaling van minimum loon te verbeteren. De informatie die deze
debatten opleverde werden vervolgens gebruikt voor loononderzoek. De projecten van
CNV Internationaal met WageIndicator werden uitgevoerd in Cambodja, Indonesië,
Colombia, El Salvador, Honduras, Guatemala, Benin, Senegal, Niger, Guinee en
Madagaskar.
Aantallen bezoekers van websites zijn in alle deelnemende landen toegenomen; de
website in Indonesië telde bijna 3 miljoen bezoeken in het jaar 2015. Zelfs in een land
als Niger, waar toegang tot internet beperkt is, is het aantal bezoekers verdubbeld ten
59
opzichte van 2014 naar meer dan 16.000. De door CNV Internationaal ondersteunde
websites hadden meer dan 5 miljoen bezoeken gegenereerd in 2015.
Internettoepassingen zijn weliswaar verbeterd in de afgelopen jaren, maar door het
gebruik van de nieuwste technieken en ontwerpen kan WageIndicator ook via mobiele
telefoons werkenden bereiken. In 2015 bezocht 30 tot 55 procent van de gebruikers de
sites via telefoons, waarmee het bereik groeit.
Ook in 2015 hebben CNV Internationaal, de WageIndicator en partnerorganisaties verder
doorgedacht over verbeteringen en vernieuwingen in de samenwerking. Dit resulteerde in
twee pilots. Ten eerste is er een pilot uitgevoerd in Colombia en Guatemala waar - omdat
daar een grote cao-database beschikbaar is – een model-cao gemaakt is. Deze model-
cao is beknopter, beter van kwaliteit, beter te begrijpen voor werkenden, en
gemakkelijker toe te passen tijdens onderhandelingen. Deze model-cao zal in 2016
gedeeld worden in andere landen waar CNV Internationaal en WageIndicator werkzaam
zijn. Dit kan het proces van cao-onderhandelingen vergemakkelijken en versnellen. Eind
2015 is ook een initiatief van start gegaan om mogelijkheden te onderzoeken voor een
‘Best Company Certificate’ in Senegal. De UDTS, partnerorganisaties van CNV
Internationaal in Senegal, heeft met WageIndicator een waarderingsmethode ontwikkeld
voor bedrijven die zich inzetten voor de naleving van arbeidsrechten. Dit initiatief zal
opvolging krijgen in 2016 en worden opgeschaald als dit een goed werkend concept
blijkt. WageIndicator constateert dat in alle landen minimum lonen weliswaar zijn
verbeterd, maar dat er nog geen sprake is van een minimum leefbaar loon. Vergelijkend
onderzoek van WageIndicator laat zien dat het hebben van een minimum leefbaar loon in
Madagaskar, Colombia, El Salvador en Guatemala is verbeterd. Een indicatie hiervoor is
dat de laagstbetaalde laaggeschoolde werker een leefbaar loont verdient voor een
individu. Het is nog niet genoeg om zijn gezin daarvan te onderhouden. Cijfers van
onderzoek uit Senegal, Honduras en Indonesië zijn daarentegen zorgelijk als gekeken
wordt naar het inkomen van laaggeschoolden. Wel lukt het de partnerorganisaties in
bijvoorbeeld Indonesië om meer afspraken hierover op te nemen in cao’s. Voor landen
als Niger en Guinee is niet genoeg data beschikbaar om een goede vergelijking te kunnen
maken.
In Nederland legt CNV Internationaal in haar communicatie het verband tussen leefbaar
loon en de mogelijkheid die dat met zich meebrengt voor een werkende om te voorzien
in de primaire levensbehoefte zoals voldoende en gezond voedsel, voor de werkende en
zijn naaste familie. Dit komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in de informatiefolders die mee
worden gestuurd met Direct Mailings aan de particuliere relaties van CNV Internationaal
en in publiekscampagnes.
Geleerde lessen
Door het samenbrengen van kennis en ervaring van CNV Internationaal, de
WageIndicator en partnerorganisaties worden ideeën uitgewerkt, die bij succesvolle
implementatie op bredere schaal gedeeld kunnen worden via het netwerk van CNV
Internationaal en WageIndicator.
60
5.2 Capaciteitsopbouw (Capacity building)
Sterke partnerorganisaties zijn beter in staat om afspraken te maken door middel van
sociale dialoog en/of betere en meer diensten aan te bieden aan de leden. Aan het begin
van het huidige VMP-programma werd in 2013 een nul meeting uitgevoerd van de vijf
‘Core Capabilities’ (5C’s) van de partnerorganisaties (door de twee instrumenten 5C’s en
CSI). Op basis van deze ‘baseline’ is beter inzicht ontstaan in de sterktes en zwaktes van
de partnerorganisaties en kan structureler en meer gericht gewerkt worden aan de
capaciteitsopbouw. CNV Internationaal ondersteunt de partnerorganisaties in de
capaciteitsontwikkeling via 1. Organisatieanalyses (5C’s en CSI) 2. de vervolgtrajecten
van deze organisatieanalyses, 3. PME-trainingen, 4. context analyses, 5. ‘colleague to
colleague’-uitwisselingen, 6. tevredenheidsonderzoeken en 7. projectevaluaties.
Outcomes 20013-2016
CNV Internationaal stelt zich ten doel dat partnerorganisaties in toenemende mate
capabele actoren zijn. De beoogde gemiddelde toename van partnerorganisaties is voor
2014 vastgesteld op 0,5 punten en in 2016 op 1 punt.
Behaalde resultaten 2015
CNV Internationaal heeft ingezet op capaciteitsontwikkelingstrajecten in 2015, in
navolging van voorgaande jaren. Er zijn door alle partnerorganisaties specifieke
projecten geformuleerd met resultaten om bepaalde ‘capabilities’ te versterken (zie
landenschema’s output 1.1.e). Er zijn geen PME-trainingen meer uitgevoerd in 2015
omdat partnerorganisaties voldoende kennis hebben van deze CNV-PME methode. Er is
alleen met de CGT in Colombia, op basis van de uitkomsten van de midterm-evaluatie,
een pilot gestart onder leiding van een externe deskundige, om in de toekomst efficiënter
en effectiever samen te werken op basis van een ‘theory of change’ en een
interventielogica (zie landenschema Colombia 1.1.a). Er zullen smart indicatoren op
output en outcome level worden geformuleerd. De samenwerking middels de CNV-PME
methode is daarmee losgelaten.
Drie contextanalyses zijn uitgevoerd door externe consultants voor Cambodja,
Madagaskar en Moldavië (zie landenschema’s 1.1.c.). Daarnaast zijn er contextanalyses
uitgezet naar potentiële samenwerkingslanden op basis van de Private Sector
Development (PSD)-landenlijst van het ministerie van Buitenlandse Zaken, aanwezigheid
van de ITUC, democratische gehalte en link met huidige partnerorganisaties.Er zijn tien
bilaterale ‘colleague to colleague’-uitwisselingen ten behoeve van de partnerorganisaties
in Guatemala, Indonesië (3 uitwisselingen), Moldavië, Honduras, Cambodja, Senegal (2
uitwisselingen), Niger en Benin (4 uitwisselingen). Er waren twee zuid-zuid uitwisselingen
(ten behoeve van partnerorganisaties in Guatemala en Senegal) waarbij de
partnerorganisatie kennis heeft opgedaan op het gebied van gendergelijkheid en lobby
voor sociale zekerheid voor informeel werkenden door uitwisselingen met
partnerorganisaties in Colombia en Niger. De overige uitwisselingen waren die tussen
CNV Connectief, CNV Jongeren, CNV Vakmensen en CNV Vakcentrale en de
partnerorganisaties. De partnerorganisaties hebben meer kennis, ervaring, best practices
op het gebied van nationale lobby, sociale zekerheid, strategische allianties, gelijk loon,
moeder-kind-zorg, nationale sector cao’s en inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (zie
landenschema’s 1.1.e.1).Tevredenheidsonderzoek is uitgevoerd door de
partnerorganisatie in Moldavië (zie landenschema 1.1.d).Daarnaast zijn er vier
projectevaluaties uitgevoerd door de partnerorganisaties, in samenwerking met lokale
consultants. Deze vonden plaats in Moldavië en Niger (zie landeschema’s 1.1.f).Voor
meer detailinformatie over deze activiteiten wordt verwezen naar Hoofdstuk 4 over de
partnerlanden (paragraaf interne ontwikkelingen of die van capaciteitsopbouw). In 2015
is er ingezet op meerdere bijzondere trajecten die CNV Internationaal van overstijgend
belang vindt ten behoeve van de capaciteitsontwikkeling van de partnerorganisatie:
leiderschapsontwikkeling, financieel management, professionalisering ledenadministratie,
capaciteitsontwikkeling ILO Turijn, contextanalyse potentiële landen.
61
Leiderschapsontwikkeling
Leiderschap speelt een cruciale rol bij de duurzame ontwikkeling van een organisatie.
CNV internationaal heeft, in navolging van de start in 2014 met het Leiden Leadership
Programma van de Universiteit van Leiden, de focus verbreed in 2015. In 2015 is samen
met een externe consultant een start gemaakt met het opzetten van een leiderschap
strategie en leiderschapsprogramma tot vernieuwend leiderschap. Het doel is om een op
maat gesneden programma aan te bieden aan partnerorganisaties waarbij verschillende
handvatten worden geboden zoals mentoring, uitwisselingen, coaching en e-learning.
Financieel management
In navolging van de regionale training financieel management voor boekhouders en
penningmeesters is ook een regionale training voor de Latijns-Amerikaanse
partnerorganisaties georganiseerd in 2015. Ervaring van deze twee trainingen leerde dat
er een verschil in kennis ontstaat tussen de getrainde personen en de politieke leiding.
Ook bleek het lastig voor de getrainde personen om de kennis over te brengen op de
aangesloten federaties. CNV Internationaal heeft daarom besloten de inspanningen op
het gebied van het verbeteren van financieel management te intensiveren en te
versnellen. Samen met een financiële expert heeft CNV Internationaal een Toolkit
Financieel Management ontwikkeld met daarin modules over plannen en budgetteren,
boekhouden, rapporteren, interne en externe audits en risicomanagement. Deze Toolkit
is vertaald en nu beschikbaar in het Engels, Frans, Spaans en Indonesisch, Khmer,
Moldavisch en Macedonisch. Voor de partnerorganisaties in Azië en Oost-Europa is
besloten geen regionale training te organiseren maar nationale trainingen voor de
confederatie en aangesloten federaties, waardoor meer staf en bestuurders deel konden
nemen en de trainingen vertaald werden in de eigen taal.
In Afrika is besloten de kennisoverdracht niet afhankelijk te laten zijn van de kennis en
kunde van eerder getrainde personen maar individuele trainingen te organiseren voor
alle partnerorganisaties van CNV Internationaal (confederatie en aangesloten bonden).
Enkele maanden na de regionale training voor Latijns-Amerikaanse partnerorganisaties
heeft CNV Internationaal de financiële expert gevraagd de partnerorganisaties te
bezoeken om vast te stellen welke verbeteringen zijn doorgevoerd. Tijdens deze missie
heeft de financiële expert de individuele organisaties advies op maat kunnen geven. Eind
2015 is besloten vervolg werkbezoeken naar iedere partnerorganisatie te organiseren om
verbetertrajecten optimaal te monitoren.
PUM professionalisering leden administratie
In 2015 is het onderzoek opgestart naar de bij partnerorganisaties bestaande ervaringen
met geautomatiseerde ledenadministratie. Een deskundige van PUM heeft een enquête
opgesteld die is uitgezet bij vier pilot-partners in Indonesië, Colombia, Senegal en
Moldavië. Aan de hand van de resultaten van deze enquête, waarvan het laatste deel
begin 2016 binnen zal komen, zal de expert adviseren over de verbetering van de
ledenadministratie.
Opschalen ILO Turijn
Capaciteitsversterking van partnerorganisaties UDTS (Senegal) en CGT (Colombia), vond
plaats door het faciliteren van hun deelname aan trainingen op het ILO trainingscentrum
in Turijn. De trainingen betroffen arbeidsmarktbeleid en ruraal ontwikkelingsbeleid,
thema’s die respectievelijk voor de jongeren van UDTS Senegal en voor de rurale
sectoren van de CGT Colombia zeer relevant zijn en benut zullen worden in de
ontwikkeling van hun plannen voor 2016.
Financiële analyse
Van de reguliere landenbegroting is 89 procent bestemd voor capaciteitsopbouw en ook
daadwerkelijk daaraan besteed. Dit is met name veroorzaakt doordat in de volgende
landen minder is besteed: Bangladesh, Benin, Moldavië, Niger, Guatemala en Honduras.
Dit is onder andere veroorzaak doordat activiteiten later (leiderschapsontwikkeling Benin)
of niet zijn gestart (zelffinanciering Niger, ledenadministratie Honduras) of uiteindelijk
62
niet meer nodig waren omdat er een verschuiving naar Subprogramma 2 heeft plaats
gevonden (Moldavië). De doorstart in Bangladesh als verkenningsland verloopt
moeizaam. Een gezamenlijk missie met de ITUC, die een nieuw programma aan het
ontwikkelen is met een nieuwe aanpak, is een aantal keren uitgesteld, onder andere door
aanslagen en onrust in het land. De verkenning van de sectoren (buiten de textiel) en
mogelijke samenwerkingspartners is daarom verschoven naar 2016. Bij de
partnerorganisatie in Colombia substantieel meer besteed aan capaciteitsopbouw
vanwege het speciale traject dat is ingegaan met de partnerorganisatie rond de
verbetering van de ‘theory of change’ en interventiestrategie onder begeleiding van een
externe adviseur.
Naast de reguliere landenbudgetten voor capaciteitsopbouw zijn er voor de restgelden
van VMP 2014 bijzondere landenoverstijgende plannen ontwikkeld en uitgevoerd of zijn
nog in uitvoering. Hiervan is 34 procent toebedeeld aan onderzoek in potentiële
samenwerkingslanden; 50 procent is aangewend ten behoeve van capaciteitsontwikkeling
in financieel management van partnerorganisaties; 15 procent wordt gebruikt voor het
ontwikkelen van een leiderschapsstrategie en -programma en 2 procent is ingezet om via
de ILO trainingen aan partners aan te bieden.
63
5.3 Decent Work: Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt (Employability)
Inleiding
De mogelijkheden voor werkzoekenden op de arbeidsmarkt zijn in veel landen zeer
beperkt, met name voor jongeren. Vakbonden kunnen zelf geen werk creëren, maar wel
helpen de inzetbaarheid van jonge werkzoekenden te vergroten. Deels door steun
middels lobby richting overheid en werkgevers (bijvoorbeeld voor beroepsonderwijs en
stages), deels door jongeren meer te organiseren en zo een stem te geven. Ook kunnen
vakbonden jongeren beter toerusten in hun zoektocht naar werk.
Outcome 2013 – 2016
CNV Internationaal heeft zich ten doel gesteld om via de partnerorganisaties op lokaal
niveau jongeren en informeel werkenden zodanig toe te rusten, dat hun kansen op werk
toenemen. Voor formeel werkenden heeft CNV Internationaal de ambitie om
doorgroeimogelijkheden te creëren. Beide ambities vallen onder Subprogramma 1. Via
Subprogramma 2 wil CNV Internationaal realiseren dat nationale overheden meer
aandacht krijgen voor werkgelegenheid en beroepsopleidingen voor jongeren. De
activiteiten van CNV Internationaal en de partners zijn zogezegd op drie niveaus gericht:
op leden en werknemers, op werkgevers en op de overheid.
Behaalde resultaten in 2015
Diverse partnerorganisaties hebben in 2015 gewerkt aan het thema ‘Inzetbaarheid op de
arbeidsmarkt’. In Cambodja en Indonesië is ondersteuning geleverd bij
loopbaanontwikkeling. In Indonesië, Cambodja, Macedonië, Moldavië en Senegal werd
steun verleend bij het vinden van beroepsopleidingen. In Niger ondersteunde de vakbond
jongeren bij het vinden van stage- en werkervaringsplekken. In Benin, Cambodja,
Colombia, El Salvador, Guatemala, Guinee, Indonesië, Macedonië en Madagaskar, Niger
en Senegal werkten de vakbonden in allianties aan de vergroting van inzetbaarheid van
jongeren (vooral ook rondom betere toegang tot beroepsopleiding), met name in de
lobby richting de overheid en werkgevers.
Daarnaast zijn er nationaal onder meer de volgende specifieke activiteiten uitgevoerd. In
Benin heeft partnervakbond COSI samen met de Friedrich Ebert Stiftung (FES) een
seminar georganiseerd waar jongerenorganisaties, vakbonden, overheid en ngo’s hebben
gesproken over mogelijkheden om banen beter toegankelijk te maken voor jongeren. In
Cambodja is samengewerkt met jongerenorganisaties zoals de CYA (Cambodian Youth
Association), de CCYA (Cambodian Council of Youth Associations) en de YRDP (Youth
Resource Development Program) om bijvoorbeeld loopbaanontwikkeling te bevorderen.
Er zijn met hen trainingen georganiseerd voor jongeren om meer te begrijpen van de
economische situatie in het land en de daarmee samenhangende werkgelegenheid.
Daarnaast wordt voorlichting over beroepskeuze voorbereid en vaardigheidstrainingen
inzake van solliciteren en interviews.
Bijzonder is het twee jaar durend project ‘Jeugwerkloosheid Midden-Amerika’ dat in 2015
is gestart door drie partnervakbonden van CNV Internationaal: CATS (El Salvador), CGTG
(Guatemala) en CGT (Honduras). Samen hebben zij een lobby- en campagnetraining
gevolgd die door de Coalition Factory werd verzorgd, in opdracht van CNV Internationaal.
Zo is er onder meer een analyse gemaakt met welke andere maatschappelijke
organisaties buiten de vakbeweging kan worden samengewerkt om de problematiek van
jongerenwerkloosheid tegen te gaan. Er is op dit thema een specifieke ‘theory of change’
ontwikkeld. Het gebrek aan politieke participatie van jongeren in combinatie met andere
sociaal economische factoren (zoals beperkte toegang tot onderwijs, beperkte
vertegenwoordiging van jongeren in vakbonden) dragen bij aan een gebrek aan kansen
op fatsoenlijk werk voor jongeren in de regio. Met dit project hopen CNV Internationaal
en de deelnemende partnervakbonden dan ook bij te dragen aan een betere toegang van
jongeren tot Decent Work, door nationale overheden te overtuigen om
vakbondsvoorstellen met betrekking tot inzetbaarheid van jongeren op de arbeidsmarkt
aan te nemen en te implementeren.
64
De jongerenorganisatie van de Macedonische vakbondspartner UNASM heeft samen met
de Nationale Jongeren Raad jongerenraad gelobbyd bij de ministeries van Arbeid en
Onderwijs over het belang van het thema. Daarnaast zijn jongeren in trainingen en
campagnes geïnformeerd over wetgeving en beleid op dit gebied. Daarnaast heeft de
jongerenorganisatie met een rollenspel realistische sollicitatietrainingen georganiseerd
om jongeren beter te equiperen voor sollicitatiegesprekken. Daarnaast is er een
trainingscentrum opgezet in een landbouwgebied waar jongeren getraind worden over
veiligheid en gezondheid op de werkplek. In Madagaskar zijn jonge boeren door de
landbouwbond voorgelicht over eigendomsrechten en aankoopregels van het land,
aangezien hier soms voor de boeren nadelige onduidelijkheden over waren. In Moldavië
zijn lobbycampagnes uitgevoerd op verschillende jongerenthema's en
voorlichtingsbijeenkomsten gegeven voor jongeren die een eigen onderneming willen
starten. Het mede door de vakbond opgerichte netwerk ROST is lid geworden van de
denktank van het Ministerie van Jeugd en Sport. In deze werkgroep worden nieuwe
jongerenstrategieën en plannen bedacht voor dit ministerie. In Niger heeft de vakbond
stageplekken weten te realiseren in de bankensector, telecom en energiebedrijven, dat in
veel gevallen ook leidde tot een baan. Ook in Senegal zijn met hulp van de vakbond
stageplekken en lobbytrainingen georganiseerd. Daarnaast heeft een delegatie van de
vakbond en vertegenwoordigers van CNV Internationaal en CNV Jongeren voor
verbetering van inzetbaarheid van jongeren (stages en opleiding) gepleit tijdens
bezoeken aan de minister van Arbeid en de Senegalese werkgeversorganisatie.
Over het geheel genomen is te zien dat de activiteiten op de drie niveaus, (jonge)
werknemers en bonden, werkgevers en overheid duidelijk terugkomen maar niet in alle
landen met even veel nadruk. Dit hangt samen met de mogelijkheden daarvoor in het
betreffende land en de wijze waarop de partnerorganisaties daar op kunnen inspelen.
Internationale vakbondsaandacht
Het thema is door CNV Internationaal voor het eerst op de agenda gezet tijdens een
speciaal regionaal seminar in Senegal in 2013 voor een aantal partnerorganisaties in
Afrika. Vervolgens was ‘Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt’ ook het thema van een side
event tijdens het wereldcongres van de ITUC in Berlijn. In een gezamenlijke ‘Verklaring
van Dakar’ werd bij de verschillende Afrikaanse overheden gepleit om door voorlichting
van jongeren aan jongeren meer aandacht voor beroepsopleidingen te vragen en meer
steun voor de beroepsopleidingen zelf te geven. Tevens wordt een beter
stimuleringsbeleid bepleit ter bevordering van de mogelijkheden voor jonge
ondernemers. In aansluiting op het congres in Dakar vonden er in 2015 twee belangrijke
thematische bijeenkomsten plaats, namelijk tijdens een partnerconferentie in Nederland
en tijdens een congres van de ITUC Africa.
In november 2015 organiseerde CNV Internationaal een grote partnercongres in Zeist,
waar alle internationale partnerorganisaties van CNV Internationaal samenkwamen om
het lopende programma en vooral de nieuwe vormen van samenwerking te bespreken.
Eén van de twee thematische workshops betrof ‘Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt’. CNV
Internationaal presenteerde hier in een speciaal ontwikkeld kader de analyse van de
problematiek, het werkkader en daarnaast een overzicht van tot dan toe
geïnventariseerde mogelijke activiteiten die vakbonden en jongerenorganisaties van
vakbonden kunnen oppakken op het gebied van inzetbaarheid. Naast het belang van het
organiseren van jongeren, en lobby bij werkgevers en overheden (bijvoorbeeld voor een
betere aansluiting van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt en het stimuleren van
stages en werkervaringsplaatsen), is ook aandacht voor training van jongeren van groot
belang (bijvoorbeeld om hen te equiperen in hun zoektocht naar werk). CNV Jongeren
presenteerde enkele projecten die op dit gebied in Nederland werden uitgevoerd, met als
belangrijke aandachtspunten voorlichting aan jongeren over mogelijkheden van de
arbeidsmarkt en steun bij studiekeuze via een speciale website. Uit het EU-CNV project in
Moldavië, gepresenteerd door deelnemende partners CNSM en FACLIA in Moldavië, is ook
een aantal praktische voorbeelden van activiteiten voortgekomen die nuttig kunnen zijn
voor andere partnerorganisaties. Nieuwe activiteiten zijn bijvoorbeeld het trainen van
jongeren die op hun beurt andere jongeren sollicitatietrainingen geven, inzet van
65
onderwijspersoneel (ook schoolpsychologen) bij trainingen, gebruik van
theatertechnieken, cartoons en sociale media om betere aansluiting te vinden bij
jongeren.
Geleerde lessen
- Het is van belang dat de partnerorganisaties op het gebied van inzetbaarheid van
jongeren meer mogelijkheden aangrijpen, met name qua organisatie van jongeren
en activiteiten om jongeren beter te equiperen.
- De ervaringen vanuit andere continenten kunnen met de bovengenoemde
Afrikaanse opbrengst goed worden ingezet om de door CNV Internationaal
ontwikkelde instrumenten te verbeteren en vervolgens weer breder in te zetten bij
alle partnerorganisaties.
66
5.4 Decent Work: Arbeidsrechten/Veiligheid en rechtsorde (Labour
rights/Savety and legal order)
Het recht op Decent Work is één van de vier pijlers van de Decent Work Agenda van de
ILO. Arbeidsrechten vormen enerzijds een belangrijke basis voor de belangen van alle
werkenden in de formele én informele sector, mannen én vrouwen. Anderzijds zijn
arbeidsrechten het fundament van het vakbondswerk.
In 2015 heeft CNV Internationaal binnen het thema Veiligheid en Rechtsorde wederom
sterk ingezet op naleving van de fundamentele ILO-conventies 87 (vrijheid van
organisatie) en 98 (recht op cao), op sociale dialoog en op belangenbehartiging van
leden. Binnen het thema arbeidsrechten hebben we onder meer ingezet op
contractarbeid, naleving van vrijhandelsverdragen en de operationalisering van een
Urgent Action Team (UAT), zie verder. Omdat de thema’s in praktijk overlap met elkaar
vertonen, worden ze in deze paragraaf verder uitgewerkt.
Behaalde resultaten in 2015
Ook in 2015 hebben de partnerorganisaties van CNV Internationaal via Subprogramma 1
cao’s afgesloten. Hierin is een duidelijke groei te zien; van 391 in 2014 naar 458 in 2015.
Wederom zijn er afspraken gemaakt over onder meer baanzekerheid, werktijden,
salarissen (ook: tijdige uitbetaling) en het uitbetalen van overuren. Daarnaast zijn er in
Indonesië in 2015 maar liefst drie multi company cao’s afgesloten; een voorloper van
sector cao’s. Ook hebben in 2015 opnieuw duizenden vakbondsleden gebruik gemaakt
van de juridische dienstverlening die hun bonden aanbieden. Dit gebeurde bijvoorbeeld in
geval van onterecht ontslag.
Cao’s, core conventions en sociale dialoog
In 2015 was eveneens wederom een doel om de belangrijkste ILO-conventies terug te
laten komen in cao’s, wetgeving en andere nationale beleidsregelingen (Subprogramma
2). Zoals eerder aangegeven leert de praktijk dat het veel vaker gaat om het toezien op
de naleving van de conventies en afspraken. Deze waakhondfunctie geldt wederom in
2015 voor bijvoorbeeld Colombia, Cambodja en Guatemala, omdat het in deze landen
niet altijd nauw wordt genomen met de naleving van afspraken. Zo is de CGTG in
Guatemala er in 2015 in MSYPAG-verband (een strategische alliantie) in geslaagd de
eerder ingediende klachten rondom het niet-nakomen van afspraken omtrent de ILO-
conventies 87 en 98 op de agenda van de ILO Conferentie te krijgen. Gevolg hiervan is
dat er momenteel gekeken wordt of het mandaat van de ILO vertegenwoordiging in
Guatemala verlegd kan worden en of er opnieuw een onderzoekscommissie naar
Guatemala zal komen om de schendingen opnieuw in kaart te brengen. Naast het
wederom op de ILO kaart zetten van schendingen, heeft de CGTG in 2015 in MSYPAG-
verband een gezamenlijke lobbyagenda opgesteld, onder meer voor het tegengaan van
de verlaging van het minimumloon in een aantal gemeenten. In Colombia neemt de CGT
actief deel aan het vredesproces tussen overheid en FARC, doordat de CGT-voorzitter lid
is van de Nationale Adviescommissie voor de Vrede. Het op de kaart zetten, houden en
naleven van de ILO conventies en Decent Work thema’s is hierbij de inzet. In Cambodja
heeft de vakbeweging rondom de totstandkoming van de nieuwe Arbeidswetgeving
wederom gelobbyd. Vakbondspartner CLC heeft hierin wederom samen opgetrokken met
de andere vakcentrales in het land. Het lukte de vakcentrales om een tweede
gezamenlijk commentaar op het wetsvoorstel te formuleren, waarop de ILO dit voorbeeld
volgde en ook nieuwe aanbevelingen heeft gedaan. Bij het ter perse gaan van deze
publicatie zijn de CLC en ILO nog in afwachting van een reactie van de overheid.
In Guinee heeft de vakbondspartner CNTG ook in 2015 bijgedragen aan een verhoging
van het minimumloon, door deel te nemen aan de onderhandelingen hierover in een
speciale commissie.
In El Salvador stond versterking van de sociale dialoog wederom op de agenda in 2015;
de vakbond heeft actief bijgedragen aan de oprichting van de STAR en zijn er voor het
eerst sociale verkiezingen georganiseerd. Ook in Benin werd aan sociale dialoog gewerkt;
de gezondheidssector heeft een training in sociale dialoog van bestuurders en trainers
67
van CNV Connectief ontvangen en heeft daarop een gezamenlijk statement en
vervolgplan geformuleerd voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden in deze sector.
Dit is vervolgens aangeboden aan de Minister van Gezondheidszorg. Bij deze activiteiten
heeft CNV Internationaal vooral technische assistentie geleverd. Dit betekende concreet
dat er ondersteuning werd geboden bij de organisatie van informatiebijeenkomsten over
arbeidsrechten en dat er trainingen werden verzorgd over onderhandelingsvaardigheden.
Contractarbeid
In 2015 is een vervolgonderzoek uitgevoerd naar de problematiek rond contractarbeid,
na een eerder onderzoek uit 2013-2014. Dit vervolgonderzoek vond plaats in Colombia,
in nauwe samenwerking met de CGT. Hierbij is de strategie van de partnervakbond met
betrekking tot het organiseren en borgen van de arbeidsrechten van contractarbeiders in
kaart gebracht. De uitkomsten hiervan zijn in de vorm van een rapport in diverse talen
gedeeld met alle partnerorganisaties van CNV Internationaal en tijdens de
partnerconferentie in november 2015 gedeeld en besproken. Mogelijk volgt er een
uitwisseling tussen de Colombiaanse vakbond CGT en de Indonesische vakbond KSBSI op
dit thema in 2016.
Klachten OECD
In 2015 zijn er in Honduras en Colombia twee klachten met betrekking tot
arbeidsrechtenschendingen voorbereid, ten behoeve van indiening bij het OECD
klachtenmechanisme. De ontwikkeling van een klacht blijkt een leerproces voor de
betrokken partnerorganisaties en zet hen in de nieuwe monitoringsrol. De klachten zullen
in 2016 daadwerkelijk worden ingediend.
Urgent Action Team
Binnen de werkorganisatie van CNV Internationaal werd het Urgent Action Team (UAT)
gevormd. In geval van kritieke situaties kan snel en efficiënt actie ondernomen worden.
Op deze wijze werden acties in Colombia en in Cambodja uitgevoerd. Na de moord op
een benzinehandelaar aan de grens met Venezuela heeft CNV Internationaal een brief
aan diverse overheidsinstanties in Venezuela gestuurd om dit onder de aandacht te
brengen. Daarop ontving CNV Internationaal bericht van de Unidad Nacional de
Proteccion (UNP) met de mededeling dat beveiligingsprogramma’s zouden worden
afgestemd op de individuele situatie van actieve vakbondspersonen.
Monitoring vrijhandelsverdragen en lobby
De naleving van arbeidsrechten in vrijhandelsverdragen en associatieakkoorden was ook
dit jaar een speerpunt van CNV Internationaal. Zo worden in Guatemala de afspraken in
het CAFTA-DR vrijhandelsakkoord (met de VS) niet nageleefd. Zelfs de afspraken over
een verbeterplan worden niet nagekomen. Dit heeft ertoe geleid dat de vakbeweging een
klacht heeft ingediend bij het monitoringsmechanisme van dit CAFTA-DR. Door een
arbitragecommissie is deze klacht gegrond verklaard, waarop er tijdens hoorzittingen in
2015 diverse partijen, waaronder de CGTG, zijn gehoord. De uitspraak is helaas
uitgesteld tot begin 2016. Deze actie valt onder Subprogramma 2. Maar ook vanuit
Subprogramma 3 wordt gewerkt aan de naleving van arbeidsrechten in
vrijhandelsakkoorden en associatieverdragen. In 2015 is er samen met
partnerorganisatie CGT in Colombia wederom lobby gevoerd rondom de invoering van
een monitoringsmechanisme binnen het vrijhandelsakkoord met de EU. Tot dusver nog
steeds zonder resultaat, alhoewel het onderwerp inmiddels wel hoger op de politieke
agenda is gekomen. Daarnaast heeft CNV Internationaal zowel via het MVO Platform
(politiek en ambtelijk) als ook direct (als stakeholder) geparticipeerd in de
totstandkoming van het Textiel Convenant dat volgde op de KPMG sectorrisicoanalyses.
Dit convenant wordt hopelijk in 2016 afgerond. Verder had CNV Internationaal ook in
2015 een strategische alliantie met diverse organisaties en gefaciliteerd door lobby-
adviesbureau BBO, ten behoeve van mensen- en arbeidsrechten in Colombia en
Indonesië. Vanuit het Colombiaplatform heeft CNV Internationaal zich in 2015 onder
meer hard gemaakt voor lobby rondom ondersteuning door Nederland van het
68
vredesproces in Colombia en deelname van maatschappelijke organisaties aan
handelsmissies.
Geleerde lessen 2015
- Het monitoringsmechanisme in het vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie
en Colombia (en Peru) is nog steeds niet van kracht, ondanks herhaaldelijke
pogingen om dit via lobby te realiseren. Dit soort processen blijken erg
weerbarstig maar CNV Internationaal zal zich in 2016 in alliantie met andere
stakeholders (waaronder de ETUC) extra inzetten om toch beweging in dit dossier
te krijgen.
- Het Urgent Action Team is in 2015 in actie gekomen voor twee landen. Dit bleek
succesvol. Uitbreiding naar andere landen zou mogelijk en wenselijk zijn.
- Samenwerking met andere partijen zowel nationaal (binnen de partnerlanden), als
op internationaal niveau (CNV en andere maatschappelijke organisaties) zijn
functioneel gebleken om vakbondsthema’s op de politieke kaart te zetten en zo
verandering te bewerkstelligen.
69
5.5 Decent Work: Sociale zekerheid (Social security)
In juni 2015 werd tijdens de ILO Conferentie conventie 104 voor de transitie van de
informele naar de formele economie aangenomen. De aanwezige vertegenwoordigers van
overheid, werkgevers en werknemers van de lidstaten stemden in met deze aanbeveling,
die onder meer inhoudt dat regeringen in deze landen zich zullen inspannen om informeel
werkenden op te nemen in de nationale sociale zekerheidsstructuren.
Immers, toegang tot sociale zekerheid (medische zorg, verzekering tegen ongevallen,
pensioen) voor werkenden in de informele economie is in de meeste landen ter wereld
nog geen vanzelfsprekendheid. Maar ook werkenden in de formele economie hebben
dikwijls te maken met veronachtzaming door werkgevers van de wettelijke verplichting
om de sociale zekerheidsafdracht te betalen. Voor de vakbondspartners van CNV
Internationaal blijft het prioritair om leden (zowel uit de formele als de informele
economie) voor te lichten over de sociale zekerheidswetgeving, in gesprek te gaan met
sociale zekerheidsinstanties en ministeries om niet naleving van de wetgeving aan de
orde te stellen en lobby te voeren voor hervorming van de sociale zekerheidsstelsels
wanneer deze deficiënt blijken of geen opening bieden naar informeel werkenden. In
Senegal zijn de eerste stappen gezet om de wet voor universele gezondheidszorg te
implementeren.
Outcomes 2013-2016
CNV Internationaal heeft voor formeel en informeel werkenden elk een eigen aanpak.
Voor formeel werkenden ligt de nadruk op voorlichting en controle op de naleving van de
wetgeving. Daarnaast werkt CNV Internationaal met de partnervakbonden aan vergroting
van de veiligheid op de werkvloer (Subprogramma 1). Voor informeel werkenden zet CNV
Internationaal in op beleidsverandering om de toegang tot het Nationale Sociale
Zekerheidssysteem mogelijk te maken. Er zijn op verschillende niveaus doelstellingen
vastgesteld:- Zolang sociale zekerheidssystemen niet toegankelijk zijn voor informeel
werkenden: ondersteunen van particuliere initiatieven van de vakbondspartners die
informeel werkenden toegang bieden tot basis gezondheidszorg op lokaal niveau
(bijvoorbeeld door middel van coöperaties of Mutual Health Insurances). Indien
inschrijving bij het nationale sociale zekerheidsstelsel wél wettelijk toegestaan is: de
leden uit de informele economie begeleiden bij de inschrijvingsprocedure;- Alliantie-
vorming, uitwisseling, lobby en advocacy om ILO-conventies om te zetten in wetgeving.-
Wetswijzigingen door te voeren, hervorming van het sociale zekerheidsstelsel of
herziening van de regelgeving, om toegang tot sociale zekerheid voor informeel
werkenden mogelijk betaalbaar te maken; - Internationale organisaties zover te krijgen
dat zij de noodzaak van toegang tot sociale zekerheid voor informeel werkenden inzien
en commitment maken om vakbondsorganisaties op nationaal niveau te helpen de
nodige druk uit te oefenen of expertise in te zetten richting regeringen of ministeries.
Behaalde resultaten 2015
In Senegal werd aan leden uit de informele economie gezondheidszorg aangeboden via
de Mutual Health Insurance van de partnervakbond UDTS. In Benin, Senegal, El
Salvador, Niger en Cambodja gaven de partnerorganisaties voorlichting aan informeel
werkenden over de mogelijkheid tot inschrijving en begeleiden zij leden uit de informele
economie bij hun inschrijving bij het nationale sociale zekerheidstelsel. Ook in
Mahajanga, een regio op Madagaskar, was de federatie van informeel werkenden van
vakbondspartner SEKRIMA betrokken bij de inschrijving van 400 informeel werkenden bij
het sociale zekerheidsinstituut. Deze ervaring is vervolgens gedeeld met andere
informeel werkenden, aangesloten bij de federatie van informeel werkenden van
SEKRIMA. De federatie is zeer gemotiveerd om in 2016 ook in andere regio’s informeel
werkenden in te schrijven bij het sociale zekerheidsstelsel. De partnerorganisatie in Benin
organiseerde in 2015 een vervolgonderzoek op het algemeen onderzoek van het Afrika
Studiecentrum uit 2014 naar de obstakels met betrekking tot sociale zekerheid voor
informeel werkenden en hield daarop een nationaal forum, om samen met andere
actoren – waaronder sociale zekerheidsautoriteiten - te bespreken hoe sociale zekerheid
70
toegankelijker en betaalbaar gemaakt kan worden voor informeel werkenden. De
deelnemers concludeerden dat er nog veel onwetendheid is onder informeel werkenden
over de beschikbare dienstverlening. De partnervakbond voerde lobby richting de sociale
zekerheidsinstantie en kreeg van deze instantie toegezegd de voorgestelde
aanbevelingen (verbeterde communicatie over de dienstverlening, ook in lokale talen,
herziening van de hoogte van de maandelijkse bijdrage voor informeel werkenden en het
opzetten van periodieke evaluaties met betrokken partijen over de kwaliteit van de
dienstverlening) door te gaan voeren. In Niger organiseerde de partnerorganisatie in
samenwerking met CNV Internationaal een nationaal seminar, gevolgd door een
lobbycampagne, om de regels van de sociale zekerheidsinstantie zó aan te passen dat
het daadwerkelijk mogelijk wordt voor informeel werkenden om gebruik te maken van de
gezondheidsvoorzieningen. Ideeën die uit dit seminar naar voren kwamen en vervolgens
gebruikt werden voor lobby richting de regering, waren: het opzetten van een fonds uit
belastinginkomsten (uit mijnbouw, rookwaar en mobiele telefonie) om een deel van de
quota die informeel werkenden maandelijks moeten betalen aan de sociale
zekerheidsinstelling, te subsidiëren. Ook werd er een nationale werkgroep in het leven
geroepen die dit thema gaat opvolgen. De partner uit Senegal nam deel aan dit seminar
in Niger, en ontwikkelde het idee om ook in Senegal een gezamenlijke lobby met CNV
Internationaal op te zitten rond het thema toegankelijkheid van sociale zekerheid voor
informeel werkenden. Ook in Senegal zijn de quota voor informeel werkenden die zich
inschrijven bij het sociale zekerheidsstelsel, nog te hoog.
In El Salvador is de partnervakbond nauw betrokken bij lobby rond hervorming van het
pensioenstelsel en ging de organisatie een strategische alliantie aan met de
gespecialiseerde onderzoeksorganisatie FUNDAUNGO; een lobby rond hervorming van
het sociale zekerheidsstelstel (gezondheidszorg) ten behoeve van informeel werkenden is
tot nu toe echter niet succesvol gebleken. In Cambodja voerde de partnervakbond in
2015 eveneens een lobby richting de sociale zekerheidsinstantie om betere sociale
zekerheidsfaciliteiten voor formeel werkenden, en op termijn voor pensioenen. Toegang
tot sociale zekerheid voor informeel werkenden is nog niet mogelijk in Cambodja, de
partner heeft hiervoor echter ook lobby gevoerd in 2015. In Guinée voerde de partner
organisatie een lobby richting de regering om een groep gemeenteambtenaren toegang
te geven tot sociale zekerheid (gezondheidsvoorzieningen en pensioen). In Guatemala en
Honduras protesteerden beide partnerorganisaties publiekelijk, toen er een grootschalige
fraudezaak in de sociale zekerheidsinstelling naar voren kwam. In Guatemala lijkt er nog
geen zicht op een oplossing van de situatie. In Honduras was de partner in 2015
betrokken bij de oprichting van een nieuw sociaal zekerheidsstelsel, waar ook informeel
werkenden toegang toe zullen krijgen. In Moldavië deed de partner organisatie
onderzoek naar gezondheid en veiligheid op de werkvloer en ontwikkelde ze een
voorlichtingsfilmpje en -campagne op dit thema. Dit kreeg veel publieke aandacht. Als
gevolg van deze campagne formuleerde de hout en bouw sector voor het eerst een norm
rond veiligheid op de werkvloer, een maatregel waarmee de sector ook beter aansluit bij
de Europese richtlijnen.
Tijdens de partnerconsultatie in Nederland in november 2015 vond er een side event
plaats op het gebied van sociale zekerheid. Doel van de bijeenkomst was, met alle
partners een inventarisatie te maken van de voortgang met betrekking tot het thema (zie
hieronder onder geleerde lessen). Bij het zoeken naar oplossingen diende de presentatie
van het succesverhaal in Indonesië – de implementatie van de wet voor
gezondheidsvoorzieningen voor formeel en informeel werkenden sinds 2014 - als
inspiratiebron voor de andere aanwezige partners.
Vertegenwoordigers van alle Afrikaanse partnerorganisaties namen deel aan het side
event rond sociale zekerheid, dat in de aanloop naar het ITUC Afrika Congres in
november 2015 gehouden werd. CNV Internationaal financierde het side event o.a.
samen met de Belgische vakbondsorganisaties ACV en WSM. De inhoud van het event
werd ook gezamenlijk met ITUC Afrika, ACV en WSM voorbereid. Mede als gevolg van dit
side event, en de daar gevoerde discussies met de vakbondspartners, werd tijdens het
ITUC Afrika Congres een resolutie aangenomen waarin ITUC Afrika zich committeerde
aan het bieden van ondersteuning aan haar lid-organisaties om sociale zekerheid voor
71
informeel werkenden daadwerkelijk toegankelijker te maken in de respectievelijke
landen.
Geleerde lessen 2015
- Informeel werkenden hebben voorlichting nodig over de werking en het nut van
sociale zekerheid; in sommige landen bestaat er wantrouwen richting de
instanties, deels omdat de dienstverlening te wensen overlaat.
- Het inhuren van expertise, bijvoorbeeld om actuariële studies uit te voeren, is
nodig om aantoonbaar te maken dat hervorming van het sociale zekerheidsstelsel
haalbaar en duurzaam is. Door middel van allianties met gespecialiseerde ngo’s
(zoals FUNDAUNGO in El Salvador) kan aan dergelijke expertise gekomen worden.
- De Indonesische partnervakbond raadt aan ook strategische allianties aan te gaan
met universiteiten en intellectuelen, om ook via hen de boodschap uit te dragen
dat een alternatief model voor sociale zekerheid haalbaar en wenselijk is.
- Het aangaan van contacten met Wereldbank en IMF is in Indonesië nuttig
gebleken, om deze invloedrijke organisaties mee te krijgen bij het pleidooi voor
hervormingen van het sociale zekerheidsstelsel. Dit zou ook in andere landen
ingezet kunnen worden.
- Het gezamenlijk optrekken in een lobbytraject rond sociale zekerheid heeft effect
gesorteerd in Niger. De aanwezigheid van CNV Internationaal bij gesprekken met
de minister of andere regeringsvertegenwoordigers in Niger gaf een extra impuls
aan de discussie.
72
5.6 Informele economie (Informal economy)
De meeste vakbondspartners van CNV Internationaal zetten zich actief in voor informeel
werkenden door middel van de organisatie in coöperaties, technische training, juridische
dienstverlening en belangenbehartiging. Het gaat meestal om kleine producenten, kleine
boeren of vissers, taxichauffeurs of straatverkopers. CNV Internationaal heeft als
uitgangspunt dat ook informeel werkenden recht hebben op Decent Work. Hierbij gaat
het met name om de twee pijlers van ILO’s Decent Work Agenda die betrekking hebben
op informeel werkenden: het recht op een leefbaar loon en het recht op sociale
zekerheid.
Outcomes 2013-2016
Vanuit Subprogramma 1 ondersteunt CNV Internationaal de vakbondspartners bij het
aanbieden van technische assistentie zodat informeel werkenden zich beter kunnen
organiseren, hun technische en ondernemerschapscapaciteiten kunnen ontwikkelen en
toegang verkrijgen tot afzetmarkten. Daarnaast wil CNV Internationaal onder
Subprogramma 2, onder de noemer ‘inclusieve economische ontwikkeling’, bereiken dat
nationale overheden en internationaal opererende bedrijven zich inzetten voor de
ontwikkeling van een beleid, waarbij overheden en private sector kansen creëren voor
informeel werkenden om aan te sluiten bij de lokale productie- en handelsketens.
Behaalde resultaten 2015
CNV Internationaal ondersteunde de vakbondspartners in 2015 bij het organiseren van
informeel werkenden, bij het opkomen voor hun belangen en bij het aanbieden van
trainingen. In El Salvador organiseerde de partnerorganisatie een vakbond van
straatverkoopsters in de gemeente Juayúa, kregen informeel werkenden trainingen in
bakkers- en kappersvaardigheden, basis administratieve vaardigheden en
ondernemerschap en voerde de partner een lobby richting het ministerie van Landbouw
waarbij zaaigoed verkregen werd voor de kleine boeren van twee federaties. Ook kregen,
door middel van juridische hulp vanuit de partnerorganisatie, een aantal kleine boeren
formeel de grond in bezit waarop ze al jaren telen. In Madagaskar werden twaalf
opleiders getraind om jonge boeren in vijf regio’s voor te lichten met betrekking tot de
wetgeving ten aanzien van landrechten en hoe om te gaan met conflicten op dit thema.
Bijna negentig jongeren werden vervolgens hierop getraind in de vijf regio’s. Zij werden
ook getraind op bodembescherming en nieuwe landbouwtechnieken. Ook werden
informeel werkenden getraind op het gebied van kledingmakerij, haarverzorging,
bakkerij en autotechniek. In Senegal begeleidde de partnerorganisatie de 33 groepen
informeel werkenden (7.872 leden) bij de formalisering van hun coöperaties en het
clusteren van deze groepen in beroepsgroepen (handwerkslieden, landbouwers,
veetelers, vissers, handelaren en gemeenschapswerkers). Deze clustering
vergemakkelijkt de aanvraag voor financiering door microfinancieringsorganisaties en de
toegang tot afzetmarkten. De partnerorganisatie legde ook contacten met
overheidsorganisaties die technische trainingen verlenen aan informeel werkenden. Alle
33 groepen kregen in 2015 technische trainingen en materiële steun van de partner voor
hun productieve activiteiten.
In Moldavië voerde de partnerorganisatie een voorlichtingscampagne over informeel werk
binnen de formele economie: een voorlichtingsfilm werd gemaakt die op twee
televisiekanalen werd uitgezonden om informeel werkenden bewust te maken van de
risico’s die ze lopen door informeel te werken. Zo lopen ze gelden mis bij ziekte, verlof en
zijn ze onverzekerd aan het werk. CNSM heeft veel informeel werkenden kunnen
adviseren hoe een gesprek aan te gaan met de werkgever voor een legaal contract en
salarisbetaling via een bankrekening. Ook heeft de organisatie de arbeidsinspectie
gevraagd bij diverse werkgevers langs te gaan om illegaal werk te controleren.
In El Salvador werd in 2015 in aanwezigheid van CNV Internationaal de best practices
rond inclusieve economische ontwikkeling gepresenteerd tijdens een evenement waarbij
vertegenwoordigers van het ministerie van Arbeid, Economische Zaken, private sector en
vakbeweging aanwezig waren. De presentatie van de analyse stimuleerde het idee om in
73
2016 een event te organiseren (een zogenaamde CONATRADES) waar de vakbeweging
haar visie – onder meer op thema’s aangaande informeel werkenden en inclusiviteit - zou
presenteren aan de regering, werkgevers en ngo’s. Met fondsen van CNV Internationaal
werden eind 2015 hiertoe voorbereidende workshops georganiseerd om de thema’s die
tijdens het CONATRADES gepresenteerd zullen worden, in expert-groepen uit te werken.
CNV Internationaal zal in gesprek gaan met ITUC Latijns Amerika om deze activiteit
zowel inhoudelijk als financieel mede te ondersteunen.
Geleerde lessen 2015
Na jaren waarin de informele economie niet op de agenda stond van de partner
organisaties uit Midden en Centraal Europa, is in 2015 in Moldavië erkenning ontstaan
van het probleem van informeel werk binnen de formele economie (werknemers zonder
contract en sociale voorzieningen). Vanuit de communistische achtergrond, bestond er
lang ontkenning van het bestaan van informeel werkenden. Dit is nu aan het veranderen.
Immers, informeel werkenden zijn ook in Moldavië steeds meer aanwezig. De
partnervakbond zet in op bewustwording van het grote publiek met betrekking tot het
feit dat informeel werkenden kansen mislopen en dat het zaak is, zich snel te
formaliseren.
74
5.7 Gendergelijkheid (Gender)
Wereldwijd neemt het aantal werkende vrouwen toe. Zij zijn voornamelijk werkzaam in
kwetsbare sectoren, waaronder de informele economie, waar arbeidsrechten ontbreken
of niet of nauwelijks worden nageleefd. Veel werkende vrouwen in de formele en
informele economie ondervinden ongelijkheid in hun arbeidsomstandigheden en
arbeidsvoorwaarden: vrouwen ontvangen een lagere beloning dan mannen voor dezelfde
(of gelijksoortige) werkzaamheden, vrouwen ondervinden significant meer problemen ten
aanzien van geweld op de werkvoer en betaald zwangerschapsverlof is vaker
uitzondering dan regel in veel van de partnerlanden van CNV Internationaal.
Outcomes 2013-2016
Om de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bevorderen wordt via Subprogramma 1
ingezet op betaald zwangerschapsverlof voor vrouwen in zowel de formele als informele
economie. Daarnaast wordt via cao-onderhandelingen toegewerkt naar meer gelijke
beloning voor mannen en vrouwen in de formele economie. Daarnaast is er volop
aandacht voor meer veiligheid op de werkplek voor vrouwen waarbij geweld tegen
vrouwen wordt aangepakt en voorkomen. In 2015 heeft CNV Internationaal een start
gemaakt met de opschaling van activiteiten op het gebied van geweld tegen vrouwen op
de werkvloer naar Subprogramma 3, waarbij het accent meer is komen te liggen op het
pleiten voor en beïnvloeden van stakeholders voor betere wet- en regelgeving en
naleving daarvan.
Behaalde resultaten in 2015
In 2015 hebben de partnerorganisaties in Cambodja, Ghana, Indonesië, Niger en Senegal
extra aandacht besteed aan het afsluiten van cao’s waarin fatsoenlijke regelingen zijn
overeengekomen voor betaald zwangerschapsverlof. Het gaat in deze vijf landen om 284
cao’s in 2015, een forse stijging in vergelijking met de 198 cao’s in 2014. In alle
genoemde landen zijn er meer cao’s afgesproken in vergelijking tot de eerste twee jaren
van het programma. In Senegal zijn grote slagen gemaakt en is het aantal cao’s zelfs
toegenomen van 4 naar 16. Niger heeft naar de eigen activiteiten met ondersteuning van
de WageIndicator kunnen leren van ervaringen in andere landen op dit thema. Met een
positief resultaat.
Vakbondspartner CGT in Honduras heeft expliciet in de statuten opgenomen dat de
vrouwencommissie stemrecht heeft. Ook vakbondspartner COSI in Benin heeft
aangegeven de mogelijkheden voor een dergelijke constructie te onderzoeken, zodat
gendergelijkheid beter is geïntegreerd. In Indonesië gaat het om een gestage groei: van
80 cao’s in 2013, via 144 in 2014 naar 174 cao’s in 2015. Het comité voor
gendergelijkheid van de Indonesische partnerorganisatie KSBSI heeft deelgenomen aan
een uitwisseling over gelijke beloning, georganiseerd door WageIndicator in augustus
2015, die mede mogelijk werd gemaakt dankzij de financiering door de EU. Dit heeft de
KSBSI informatie opgeleverd over strategieën die in andere landen gebruikt worden om
resultaat te bereiken.
Regelingen in cao’s over gelijk loon voor gelijk werk werden gerealiseerd in Colombia, El
Salvador, Ghana, Guatemala, Guinee, Honduras, Madagaskar, Indonesië en Senegal. In
die partnerlanden is een stijging te zien van cao’s waarin afspraken zijn opgenomen over
gelijk loon voor gelijk werk, met uitzondering van El Salvador en Honduras waar het
aantal ten opzichte van 2014 is teruggelopen. Tot slot is er in zeven partnerlanden hard
gewerkt om geweld tegen vrouwen tegen te gaan: Benin, Cambodja, Guatemala, Guinee,
Indonesië, Macedonië en Madagaskar.
In met name Cambodja en Indonesië zijn de partnerorganisaties CLC en KSBSI erin
geslaagd om afspraken te maken in cao’s om geweld tegen vrouwen tegen te gaan. In
Cambodja is dit aantal cao’s gestegen van 6 (2014) naar 29 in 2015. Ook in Indonesië is
het aantal cao’s gestegen van 125 in 2014 naar 168 in 2015. Momenteel zijn er 202 cao’s
met afspraken over geweld tegen vrouwen in zes landen: Indonesië, Guatemala, Guinee,
Macedonia, Madagaskar en Cambodja.
75
In Benin en Madagaskar richten de partnerorganisaties zich op voorlichting en
trainingsprogramma’s. COSI in Benin heeft evenals vorig jaar in samenwerking met
vrouwenrechtenorganisaties voorlichting gegeven aan vrouwen over de thematiek. COSI
wil in 2016 de juridische hulpverlening aan slachtoffers van geweld verder
professionaliseren. Daarnaast is het gezamenlijke project voortgezet om geweld tegen
meisjes op scholen tegen te gaan. Dit project wordt ondersteund door de Nederlandse
ambassade in Benin. Informatie over dit project is gedeeld met andere organisaties en in
2016 zullen uitwisselingen met vakbonden in de regio worden georganiseerd om te leren
van elkaars strategieën.
In 2015 heeft CNV Internationaal onderzoek laten doen in Moldavië, Benin, Indonesië en
Honduras naar geweld tegen vrouwen op de werkvloer. Uit het onderzoeksrapport
‘Violence Against Women at the Workfloor’ blijkt dat er weinig tot geen statistieken
bijgehouden worden in deze landen over de grootte van de problematiek. Wel geeft het
onderzoek een helder overzicht van de nationale wetgeving, de tekortkomingen daarvan
en de gebrekkige naleving. Het onderzoek toont aan dat er behoefte is aan internationale
richtlijnen en normen, en ondersteunt daarmee de lobby van de ITUC voor een nieuwe
ILO-conventie in de bestrijding van geweld tegen vrouwen op de werkvloer. In het kader
van Decent Work Day is het onderzoeksrapport op 7 oktober 2015 door CNV-bestuurder
Arend van Wijngaarden aan Sharan Burrow, de voorzitter van de ITUC. Later die maand
heeft Van Wijngaarden aandacht op deze problematiek en het onderzoeksrapport
gevestigd met zijn toespraak tot de General Council van de ITUC in Rio de Janeiro.
Overigens zal het rapport de basis vormen voor een publiekscampagne die in 2016 wordt
georganiseerd. Verder zal ook nader worden onderzocht wat het effect is van de
afspraken die in cao’s worden gemaakt over de bescherming van vrouwen tegen geweld.
Geleerde lessen
- Meer gebruik maken van expertise van ngo’s en andere organisaties en lopende
projecten op met name het gebied van gelijke beloning en geweld tegen vrouwen
op de werkvloer.
- Er is behoefte aan onderzoek en data over geweld tegen vrouwen op de
werkvloer. De resultaten van het onderzoek kunnen nog meer gedeeld worden in
andere fora.
- Betere follow-up van de thema’s in de landen, levert continue aandacht voor de
problematiek op bij de partnerorganisaties.
76
5.8 Maatschappelijk verantwoord ondernemen (Connecting agenda’s)
De United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP) die in 2011
onder leiding van John Ruggie zijn ontwikkeld, hebben internationaal Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen steviger op de kaart gezet. Bedrijven, overheden en
maatschappelijke organisaties (waaronder vakbonden) hebben daarmee heldere
verantwoordelijkheid gekregen binnen het verantwoord ketenbeheer. De rol van
vakbonden als maatschappelijke ‘watchdog’, die bijdraagt aan sociaal economische
rechten en in de praktijk overheden en bedrijven hierop aanspreekt is hierin cruciaal.
Vakbonden werken aan de naleving van arbeidsrechten en arbeidsnormen, de
implementatie van de Decent Work Agenda.
Outcomes 2013-2016
Respect voor de sociale dimensie (binnen geselecteerde ketens) van maatschappelijk
verantwoord ondernemen door bedrijven en investeerders wordt vergroot
(Subprogramma 2 en 3). CNV Vakcentrale en CNV-bonden zetten zich in om de naleving
van MVO-richtlijnen te bevorderen (Subprogramma 3).
Behaalde resultaten 2015
De vakbondspartner KSBSI in Indonesië heeft zich in 2015 gericht op de verbetering van
de arbeidsomstandigheden van de veelal ‘outsourced’ werkenden op de palmolie
plantages. Er zijn veel gesprekken gevoerd op basis van lokaal onderzoek. Hierdoor
vallen nu 1.330 outsourced werkenden van diverse subcontracters werkzaam in de palm
oil manufacturing in Dumai nu onder de regelingen voor sociale zekerheid. Een van de
drie bedrijven is er ook in geslaagd een vakbond op te richten.
In 2015 deed SOMO onderzoek naar de arbeidsomstandigheden in de textielindustrie in
Cambodja. Daaruit kwam naar voren dat bij de onderzochte fabrieken een connectie is te
leggen met een aantal Europese (en Nederlandse) bedrijven. Met deze bedrijven is door
CNV Internationaal contact opgenomen, met de uitnodiging om in 2016 in gesprek te
gaan over de uitkomsten van het onderzoek. De bedrijven hebben het rapport ontvangen
en een analyse van hoe hun eigen MVO-beleid (met name rond vrijheid van
vakvereniging) in de praktijk uitwerkt.
Ook is in opdracht van CNV Internationaal in 2015 een onderzoek uitgevoerd door SOMO
naar due diligence in de hout- en bouwsector. Daarvoor zijn plantages in Indonesië
bezocht. De onderzoeksvraag was in hoeverre keurmerken afdoende zijn, om vorm te
geven aan social compliance van bedrijven. De uitkomst van het onderzoek duiden erop
dat volledig vertrouwen op een keurmerk in het kader van due diligence niet afdoende is.
In 2016 hoopt CNV Internationaal met het betreffende keurmerk verder over de
bevindingen te kunnen spreken.
Mede door de OESO en Ruggie training in het Frans en Spaans zijn partnerorganisaties in
diverse landen geactiveerd om bedrijven op hun MVO-verantwoordelijkheid aan te
spreken. Zo is de partnerorganisatie in Senegal bezig in de goudsector, Madagaskar in de
vanille, UNASM (Macedonië) is lid geworden van het nationaal MVO-comité en bereiden
partnervakbonden uit Honduras en Colombia een officiële klacht voor, die zij zullen
indienen bij het Nationaal Contactpunt van de OESO. Het voorbereidingstraject wordt
uitgevoerd in samenwerking met CNV Internationaal, SOMO en lokale stakeholders. Naar
verwachting zullen de klachten in 2016 worden ingediend. Via de BWI (GUF) is het MVO
beleid van de drie multinationals (VINCI, Eiffage en Colas) vertaald in lokale talen en
gedeeld met de lokale vakbonden en met de werknemers. Er zijn bovendien in vier
landen (Burkina, Gabon, Togo en Senegal) aan sectorale vakbonden van de bouw en
hout federaties training op het gebied van MVO gegeven. Er is ook in gegaan op tools
voor vakbonden hoe de MVO principes concreet te maken en om te zetten in beleid. Op
basis van het lokale MVO-beleid vertalingen en de training op MVO gebied zijn de
onderwerpen loonhoogte, vaste banen en sociale bescherming bij de lokale (Afrikaanse)
VINCI, Eiffage en Colas filialen geagendeerd. Ook is het gelukt om in Burkina, Gabon,
Togo en Senegal in de bij de lokale (Afrikaanse) VINCI, Eiffage en Colas nieuwe leden te
organiseren. Er is nog geen contact opgenomen door de Europese bonden om contact op
77
te nemen met het management van deze bedrijven en hen over de toepassing van hun
MVO beleid lokaal te informeren. Dit zal naar verwachting in 2016 worden uitgevoerd.Op
16 juni 2015 hebben CNV Internationaal, VBDO, ICCO Coöperatie en PwC voor het vierde
achtereenvolgende jaar de Conference on Human Rights and Business georganiseerd.
Vertegenwoordigers van de overheid, het bedrijfsleven, ngo’s en vakbonden hebben
ervaringen uitgewisseld over de Guiding Principles van de Verenigde Naties. Het thema
was dit jaar social impact. CNV Internationaal en SOMO hebben tijdens de conferentie
een gezamenlijke workshop verzorgd over de verschillende vormen van multistakeholder
dialoog en wat dialoog op termijn kan opleveren aan social impact aan de hand van een
aantal voorbeelden uit de praktijk.
Samen met onder meer de Fair Wear Foundation is het EU Wellmade project voortgezet
om iedereen die werkzaam is in de Europese kleding industrietools (bewustwording en
mogelijke aanpak) aan te bieden om arbeidsomstandigheden in de keten te verbeteren.
In dit kader is er door CNV Internationaal ook een factsheet ontwikkeld over vrijheid van
vakvereniging en is er in het kader van duurzaamheid een voorlichtingsfilm van een
WellMade-sessie opgenomen. Leefbaar loon (dat valt onder het thema
‘Voedselzekerheid’) heeft als speciaal onderdeel van MVO in 2015 meer aandacht
gekregen. Zo is het sustainable textile lab gesteund van Groen is de Rode Draad,
Schuttelaar & Partners en Solidaridad, waar de bedrijven verder nadachten over de
mogelijkheden van het invoeren van leefbaar loon. Daarnaast is het werk van Fair Wear
Foundation op het gebied van leefbaar loon ondersteund. In 2015 is via Fair Wear
Foundation gewerkt aan het inzichtelijk maken en het delen van praktische voorbeelden
en informatie voor (niet-)leden over:- ‘labour minute costing”: een veel belovende
praktische stap in de richting van leefbaar loon- over wat er wel en niet mogelijk is
inzake ‘pushing past the roadblock posed by competition law’. Deze informatie is nu vrij
beschikbaar op de Living Wage Portal. De ervaring leert dat dit soort informatie goed in
bedrijven gedeeld wordt.
Tenslotte is er in 2015 een vervolgproject met Fair Wear Foundation uitgevoerd op het
gebied van leefbaar loon in Macedonië. Er zijn pilots uitgevoerd in twee textielfabrieken
rond de verhoging van het loon. Ook is er bij fabrieken die produceren voor bedrijven die
bij Fair Wear Foundation zijn aangesloten training gegeven op het gebied van sociale
dialoog, zowel gericht op het management als op werknemersgroepen. Met Fairfood en
ICAES is het afgelopen jaar hard gewerkt aan het onder de aandacht brengen van de
slechte werkomstandigheden in de suikerriet sector die naar voren kwamen uit een
gezamenlijk onderzoek. Er is op regionaal niveau aandacht gevraagd voor deze
problematiek bij diverse overheidsinstanties. Zo is de Nederlandse ambassade en Central
American Integration System (intergouvernementele organisatie van Centraal-
Amerikaanse staten SICA) in Costa Rica bezocht en is het rapport in Brussel overhandigd
aan de Raad voor Handel en Duurzame Ontwikkeling van het Associatieverdrag. Bij de
Raad is het rapport kort toegelicht bovendien is de vraag om verdergaand onderzoek aan
de delegaties van de Raad (de vertegenwoordigers van de EU en de Midden-Amerikaanse
landen) voorgelegd. De voorzitster pro tempore van de Raad heeft toegezegd het rapport
voor te leggen aan het Ministerie van Arbeid in Guatemala en ons te informeren over de
resultaten. Ook is er ingestoken op company engagement, zo hebben we een lokale
producent van suikerriet gesproken in Guatemala en is er met hen een uitwisseling naar
Honduras gerealiseerd waar ze een plantage bezochten waar de arbeidsomstandigheden
goed waren. Ook is er contact gezocht en geweest met Bacardi. Helaas kwam hier weinig
vervolg op waardoor we eind 2015 ons genoodzaakt voelden een campagne gericht op
consumenten op te zetten. CNV Internationaal hoopt in 2016 door deze actie weer met
Bacardi om tafel te kunnen. CNV Internationaal wil dat CNV Vakcentrale en de CNV-
bonden zich in blijven zetten bij de bevordering van de MVO-richtlijnen. De bestuurders
zijn als cao-onderhandelaars immers de oren en ogen binnen de Nederlandse bedrijven,
zitten aan de onderhandelingstafel, nemen deel aan pensioen overleggen en zetten zich
ook in Nederland in voor duurzame inzetbaarheid. Ook in 2015 is MVO een hoofdstuk van
de CNV Arbeidsvoorwaardennota. Verder is er onderzoek naar kennis en kunde en
draagvlak op het thema MVO gedaan bij bestuurders. Op basis hiervan en
vertegenwoordiging van CNV in bepaalde sectoren is besloten in het IMVO convenanten
78
traject in te steken op vier sectoren: textiel, banken, chemie en hout/bouw. Er is een
Convenanten-notitie opgesteld met de thema’s die CNV en FNV beide relevant achten
voor alle convenanten. Het gaat hierbij onder meer om vrijheid van vakvereniging en
leefbaar loon. Daarnaast hebben bestuurders de mogelijkheid gekregen deel te nemen
aan de training over OESO en Ruggie Principes in februari 2015. Die was aanvankelijk
opgezet voor de Engels sprekende partners en is door vertegenwoordigers van
partnervakbonden uit Cambodja, Indonesië, Macedonië en Moldavië. Ook een aantal
CNV-bestuurders heeft deze training gevolgd. Tenslotte heeft CNV Internationaal voor de
convenanten Textiel en Banken een bestuurder aangetrokken om de onderhandelingen te
leiden. Verder is CNV Internationaal betrokken bij de IMVO Commissie, de Leefbaar Loon
Werkgroep van het Textiel Plan van Aanpak, MVO Risico-checker, Bedrijvenportal van
Partos, Commissie MVO Nederland, als VBDO-lid, Fair Wear Foundation Commissie van
Deskundigen en het ondersteunen van het sociaal innovatieve werk van True Price. True
Price heeft in 2015 in opdracht van CNV Internationaal een onderzoek uitgevoerd,
waarbij een kosten-baten analyse is gemaakt van de sociale dialoog. Een voorbeeld
waarvan sociale dialoog effect kan hebben is te zien bij het Nederlandse kledingbedrijf
JJH Textiles in Bangladesh. Vanaf het begin wordt vakbond BSSF bij het verantwoord
regelen van de personeelszaken betrokken. De handelsdelegatie die in juni 2015
Bangladesh bezocht, bracht ook een bezoek aan deze fabriek. Elke maand bezoekt de
vakbondsleider de fabriek om met een aantal medewerkers te praten over
verbeterpunten. Er is met de directie overleg over contracten, salarissen en cv’s. De
lokale adviezen zijn ook nuttig voor het bedrijfsleven.
Geleerde lessen
- Er was onderbesteding op MVO in 2015 die voornamelijk is veroorzaakt doordat
concrete projectvoorstellen van partnerorganisaties na de MVO-trainingen niet zijn
uitgevoerd.
- Partnerorganisaties zijn nu allemaal getraind in OESO en de UNGP’s. Dit levert
hen nieuwe handvatten op om in dialoog te gaan met multinationale
ondernemingen en opent wegen voor klachtenmechanismen zoals het NCP.
- Uit de tweejarige Plan van Aanpak in de textiel blijkt dat er veel tijd, inspanning
en goodwill nodig is om bedrijven stappen te laten zetten op gebied van MVO.
79
6. Planning, monitoring en evaluatie
In 2015 heeft CNV Internationaal op basis van geleerde lessen vanuit 2014 dan wel
gedurende het lopende jaar 2015 voortdurend geprobeerd –daar waar mogelijk en nodig-
om de uitvoering van het programma te verbeteren, conform de zogenaamde cyclus
Plan, Check, Do en Act (PCDA). Hiervoor zijn verschillende ijkpunten binnen het
programma; tevredenheidsonderzoeken, evaluaties, ‘good practices’, informatie-
uitwisseling via digitaal platvorm, opleiding en training van de medewerkers van CNV
Internationaal, professionalisering van de organisatie middels ISO certificering, project
management en resultaatverificatie in het veld en fondsenwervingsactiviteiten.
6.1 Tevredenheidsonderzoek
In 2015 zijn er tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd over de dienstverlening van CNV
Internationaal aan de partnerorganisaties, CNV bestuurders (ten behoeve van
fondsenwerving IC CAO) en CNV-medewerkers en partnerorganisaties (over
kennisoverdracht door middel van uitwisselingen). In 2015 is er een nieuw
tevredenheidsonderzoek toegevoegd dat is uitgevoerd onder de donateurs. De
uitkomsten en follow-up worden hierna beschreven.
6.1.1 Partnerorganisaties Figuur B: de uitkomsten tevredenheidsonderzoeken bij partnerorganisaties (2013, 2014 en 2015)
27%
25%
33%
30%
34%
30%
43%
26%
36%
46%
37%
45%
41%
42%
36%
54%
63%
43%
64%
54%
59%
48%
58%
51%
50%
58%
49%
56%
55%
60%
17%
10%
23%
4%
10%
10%
4%
14%
12%
2%
6%
6%
3%
3%
3%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Payments - 2015
2014
2013
Project management - 2015
2014
2013
Tools - 2015
2014
2013
Independent advice - 2015
2014
2013
Partnership - 2015
2014
2013
Overall results partner satisfaction survey
2015 - 2014 - 2013
Highly satisfied Satisfied Neither satisfied nor dissatisfied Dissatisfied Highly dissatisfied
80
Op basis van de uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek 2014 zijn in 2015 specifieke
maatregelen genomen. Deze weerspiegelen zich in de scores over 2015. Zo is het
informatietraject over beschikbare budgetten, dat nodig is voor het opstellen van
plannen, eerder ingezet. Dit heeft een verbeterde score opgeleverd op het onderdeel
projectmanagement. De tevredenheid over de betalingen in het algemeen is enigszins
verminderd, dat voornamelijk te verklaren is uit de toepassing van striktere financiële
procedures. Het effect van de trainingen en de introductie van de toolkit financieel
management bij alle partners is terug te zien in een toegenomen tevredenheid over de
vereisten voor financiële en projectrapportage. Ook bij de tools Yammer en
partnerextranet is de tevredenheid aanzienlijk verbeterd door de extra aandacht die in
2015 besteed is aan het wegnemen van de onbekendheid met het systeem onder andere
door verspreiding van een duidelijker handleiding.
Het tevredenheidsonderzoek over 2015 heeft een aantal aanbevelingen opgeleverd die
met name betrekking hebben op het tijdige ontvangen en goedkeuren van plannen van
partnerorganisaties. Afgelopen jaren zijn hiervoor acties ondernomen in het interne
proces en waarop reeds verbeteringen zijn bereikt doordat de plannen en goedkeuringen
twee maanden vervroegd waren. In 2016 zal dit verder opgevolgd worden waarbij
gestreefd wordt om wederom de beoordeling en goedkeuring van plannen met twee
maanden naar voren te halen (zie ook 7.7 Monitoring project implementatie en result
verification).
6.1.2 CNV-bonden
Figuur C: de uitkomsten tevredenheidsonderzoek onder CNV bestuurders over rol CNV Internationaal bij IC CAO projecten (2013, 2014 en 2015).
50%
50%
60%
38%
13%
27%
13%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
2015
2014
2013
Hoe tevreden ben je over het aanleveren
van voorstellen voor projecten?
Zeer tevreden Tevreden Niet ontevreden maar ook niet tevreden Ontevreden
81
Figuur D: de uitkomsten tevredenheidsonderzoeken over de uitwisselingen 2015: doelgroep CNV
bestuurders.
Ook de tevredenheidsonderzoeken bij de CNV bonden ten aanzien van fondsenwerving
via IC CAO projecten zijn herhaald, met wisselende resultaten. De inspanningen op het
gebied van rapportage hebben geleid tot meer tevredenheid over de rapportage onder de
meeste bestuurders. De tevredenheid over de voorstellen is verschoven. 50 % is nog
steeds tevreden. 38 % is niet ontevreden maar ook niet tevreden, waar in 2014 nog 38
% zeer tevreden was. 13% is ontevreden. De tevredenheidsonderzoeken hebben
aanbevelingen opgeleverd die CNV Internationaal gaat opvolgen. Het streven is de
voorstellen sneller en meer als maatwerk aan te leveren, onder andere door projecten
meer gezamenlijk met de partnerorganisatie te ontwikkelen.
50%
20%
13%
63%
47%
38%
38%
27% 7%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
2015
2014
2013
Hoe tevreden ben je over het aanleverenvan de rapportage (de
terugkoppeling)?
Zeer tevreden Tevreden Niet ontevreden maar ook niet tevreden Ontevreden
82
6.1.3 Colleague to colleague
Figuur E: de uitkomsten tevredenheidsonderzoeken over de uitwisselingen 2014 en 2015:
doelgroep CNV bestuurders.
Figuur F: de uitkomsten tevredenheidsonderzoeken over de uitwisselingen 2015: doelgroep CNV bestuurders.
In 2015 is er gericht aandacht geweest voor de follow up en het lange termijn perspectief
van de uitwisselingen. In Benin is er een vervolguitwisseling geweest van de sector
onderwijs met CNV Onderwijs om de voortgang en ontwikkelingen te bespreken. Deze
sectorgerichte aanpak wordt wederzijds zeer gewaardeerd.
Op het gebied van employability is er een follow up geweest met CNV Jongeren gericht
op dienstverlening bij studie en beroepskeuze. Ook deze colleague-to-colleague
43%
13%
43%
43%
88%
43%
14%
14%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
2015
2014
2013
Hoe tevreden ben je over rol van CNV Internationaal t.a.v. de
inhoudelijke voorbereiding van de uitwisseling?
Zeer tevreden Tevreden Niet ontevreden maar ook niet tevreden
43%
13%
14%
43%
75%
57%
14%
13%
29%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
2015
2014
2013
Hoe tevreden ben je over het overdragen
van kennis en ervaringen?
Zeer tevreden Tevreden Niet ontevreden maar ook niet tevreden
83
uitwisselingen zijn in 2015 opnieuw onderzocht. De groep CNV bestuurders die zeer
tevreden is over de voorbereiding is gegroeid van 13% naar 43%. Ook de mate van
tevredenheid over het overdragen van kennis en ervaring is toegenomen van 13% naar
43% zeer tevreden. In 2016 zal de sectorgerichte aanpak en follow up van uitwisselingen
geconsolideerd worden. Bovendien wordt deze aanpak uitgebreid naar andere sectoren
binnen de CNV bonden.
6.1.4 Particuliere relaties
Profiel van de respondenten
Eind 2015 heeft er een online onderzoek plaatsgevonden onder de particuliere relaties
van CNV Internationaal. In vergelijking tot een soortgelijk onderzoek in 2014, hebben nu
minder vrouwen meegedaan aan het onderzoek: 42% in 2014, tegenover 28% in 2015.
Onder de respondenten groeide het aantal mannen aanzienlijk: van 58% in 2014, tot
71% in 2015. De gemiddelde leeftijd van respondenten is 65 jaar. De meeste
respondenten zijn lid van het CNV.
Figuur G: Vakbondslidmaatschap van particuliere relaties CNV Internationaal
*)
CNV Publieke Zaak is in 2015 opgegaan in CNV Connectief
Mening over vakbondswerk in ontwikkelingslanden
Maar liefst 84% van de respondenten is het (sterk) eens dat CNV Internationaal
vakbonden in ontwikkelingslanden steunt. Dat is een stijging van 14% ten opzichte van
2014. Overigens is de groep die het daar (sterk) mee oneens is, drie keer zo groot
geworden: van 3% in 2014 naar 9% in 2015. Solidariteit en rechtvaardigheidsgevoel
vormen voor de meeste respondenten de belangrijkste redenen om betrokken te zijn bij
ontwikkelingssamenwerking. Veel minder koppelen respondenten een geloofsovertuiging
hieraan:
- Solidariteit met mensen die het minder hebben dan wij :33% (34% in 2014)
- Rechtvaardigheidsgevoel: de welvaart eerlijk verdelen :32% (34% in 2014)
- Vanuit geloofsovertuiging :23% (23% in 2014)
- Respondenten willen bij voorkeur 2 keer per jaar op de hoogte gehouden worden
over het werk van CNV Internationaal.
Over de kwaliteit
Respondenten waarderen de folders van CNV Internationaal met 7,5 als rapportcijfer, net
als in 2014. De folders worden hoog gewaardeerd op begrijpelijkheid: 77% vindt de
informatie helder en begrijpelijk.
39%
23%
19%
8%
2%9%
Vakbondslidmaatschap
CNV Publieke Zaak*) CNV Vakmensen CNV Dienstenbond
Geen vakbondslid Lid van FNV of De Unie Weet niet/wil niet zeggen
84
6.2 Planning, Monitoring en Evaluatie
In het jaar 2015 heeft de midterm evaluatie van het VMP programma 2013-2016
plaatsgevonden. Deze evaluatie is uitgevoerd door een consortium van ACE Europe en
HIVA. Een van de conclusies van de midterm evaluatie is dat CNV Internationaal aansluit
-dankzij het VMP programma- bij on-going veranderingsprocessen en een goede
response geeft op de problemen en noden van de organisaties. De CNV partners hebben
dankzij het VMP programma de mogelijkheid om hun core business als cao
onderhandelaars en dienstverleners uit te voeren en te verbeteren, evenals het intern
functioneren van de organisaties. Daarnaast geeft de midterm evaluatie aan dat CNV
Internationaal erkend wordt om haar internationale lobby en advocacy expertise en haar
constructieve houding, en om het vermogen om de partner organisaties te triggeren om
hun nationale en internationale lobby capaciteit (nog meer) te versterken en
diversifiëren. Het belang van sociale dialoog en de rol die onze partners daarin spelen
wordt als zeer positief onderschreven: "The CNV partners were perceived by employer
organisations to be more reliable than many other unions and more constructive in their
approach. In terms of avoiding wild strikes and demanding bribes”. Daarnaast wordt
geconstateerd dat sociale dialoog in het DNA van de CNV partners zit. De conclusie wordt
ook getrokken in de midterm evaluatie dat het partnerschap tussen CNV Internationaal
en haar partners sterk is, vooral ten aanzien van democratisch ownership, autonomie,
coherentie, transparantie en institutionele duurzaamheid. CNV Internationaal heeft de
volgende lessen getrokken uit de midterm evaluatie en heeft daarin in 2015 al uitvoering
aan gegeven.
1. Het ontwerp en management van het programma en haar tools vereenvoudigen
waar mogelijk. Dit betekent een integratie van de 5-Capabilities (5Cs) en Civil
Society Index (CSI), een vereenvoudiging van de CNV-Organisational Checklist
(OC) en de PME-rapportage formats. Daarnaast is er een start gemaakt met de
verschuiving van de rol van CNV Internationaal naar één dichter op de partner als
coach, trainer, facilitator.
2. Het meer toewerken naar een gezamenlijke lobby en advocacy met meerdere
vakbondsorganisaties in het land (zie Hoofdstuk 3, over de landen Niger,
Guatemala en Benin)
3. Het versterken van de financiële onafhankelijkheid om daarmee de institutionele
ontwikkeling van de partnerorganisaties te vergroten. Hierdoor is in 2015 ingezet
op het verder professionaliseren van het financieel management binnen de
organisaties en de ledenregistratie (zie Hoofdstuk 4.3 Capaciteitsopbouw).
4. De capaciteitsontwikkeling nader professionaliseren door het ontwikkelen van een
CNV Internationaal capaciteitsopbouw strategie waarbij capaciteitsopbouw beter
geanalyseerd worden, organisatie ontwikkeling en institutionele ontwikkeling met
elkaar te verknopen en meerder instrumenten kunnen worden ingezet zoals
training, coaching, mentoring, action research etc. Hiermee is in 2015 een start
gemaakt. Ook de cruciale rol die leiderschap speelt bij de duurzame ontwikkeling
van een organisatie is een aandachtspunt in de MTR. CNV Internationaal heeft in
2015 een start gemaakt tot het ontwikkelen van een leiderschapsstrategie en
programma. Hierbij wordt samengewerkt met het Leiden Leadership programma
van de Universiteit Leiden en externe consultants van de Coalition Factory.
6.3 Good practices
In de uitvoering van het werkplan 2015 heeft CNV Internationaal een aantal ‘good
practices’ vastgesteld. In de toekomst zal daarom in toenemende mate effectiever en
efficiënter gewerkt kunnen worden. Op basis van de uitvoering van
fondsenwervingsactiviteiten is de conclusie getrokken dat het ontwikkelen van een betere
methode om input te verzamelen van lokale mede-indieners belangrijk is en dat er meer
aandacht dient te zijn voor de eligibility criteria van de partner organisaties. Daarnaast is
de ervaring dat de zogenaamde top-down benadering vanuit de fondsenwerver om op
basis van EU mogelijkheden plannen te ontwikkelen, onvoldoende fondsen heeft
opgeleverd. Daarom zal in 2016 deze benadering worden aangevuld met de zogenaamde
bottom-up benadering waarbij vanuit de regio-coördinatoren plannen worden ontwikkeld
85
(met partneroganisaties) om op basis daarvan fondsen te gaan werven t.b.v. inner en
outercircle. De EU publiceerde over 2013 in haar ‘application statistics’ dat de algemene
succesrate van het werven van fondsen laag is. CNV Internationaal heeft over de
afgelopen jaren laten zien dat zij succesvol is geweest in het werven van EU-fondsen.
Daarnaast is CNV Internationaal tot de conclusie gekomen dat dit een hoge inspanning
kost en dat een diversificatie van fondsen wenselijk is. Daarom is besloten om in 2016 de
fondsenwerving meer op de private en filantropische sector van de Nederlandse markt te
richten. Ook zullen er activiteiten ontwikkeld worden gericht op Amerikaanse fondsen. In
2015 heeft de partnerorganisatie CNT in Niger zich gericht op het toegankelijk maken
van sociale zekerheid voor informeel werkenden. Ze hebben daarbij het initiatief
genomen om -met een nationale strategische alliantie van nationale vakbonden,
maatschappelijke organisaties en organisaties van informeel werkenden- met CNV
Internationaal een gezamenlijke lobby-traject te starten. Dit heeft geresulteerd in een
gezamenlijke lobby agenda en de uitvoering van deze agenda in de vorm van gesprekken
met de minister van Arbeid, regeringsvertegenwoordigers en media-aandacht waarin het
CNV actief participeerde in Niger.
Een gezamenlijk traject heeft aangetoond dat dit een zeer effectieve vorm van
partnerschap is; de aanwezigheid van CNV Internationaal bij gesprekken met de minister
en andere regeringsvertegenwoordigers geeft vaak een extra impuls en er kan
makkelijker media aandacht (krant, radio, TV) worden gegenereerd. CNV Internationaal
heeft in 2015 deelgenomen aan de Charity Award, een advertentie-wedstrijd onder
goede doelen die door NRC Handelsblad is uitgeschreven. Goede doelen kunnen met hun
advertentie gratis plaatsing winnen in de krant. Op basis van een analyse is de conclusie
getrokken dat vooral de advertenties gekozen zijn die grafisch erg opvallend waren,
waarbij de verhouding beeld-tekst niet bepalend is geweest. Als er beelden gebruikt zijn,
dan zijn die vooral pakkend en confronterend.
CNV Internationaal zal haar deelname in 2016 hierop aanpassen. Op basis van de
reisplannen en reisverslagen in 2015 is geanalyseerd dat zeer SMART geformuleerd
reisplannen de beste resultaten opleverden van een missie. Daarnaast geeft een SMART
geformuleerd reisplan ook richting aan de gesprekken die daardoor efficiënter/effectiever
worden gevoerd (voor zover mogelijk in de gegeven context).Sectorale uitwisselingen
hebben laten zien dat deze van toegevoegde waarde worden ervaren door zowel de
ontvangende partner organisatie als de CNV organisatie. Capaciteitsontwikkeling is er
één van lange adem. Met de partnerorganisaties in Benin en Indonesië zijn er daarom
ook meerjarige trajecten aangegaan om de capaciteitsontwikkeling te verbreden naar
andere sectoren dan wel te verdiepen door een follow-up te geven na de eerste
uitwisseling met de CNV organisatie.
86
6.4 Digitaal platform
Partnerextranet
Het online partnerextranet van CNV Internationaal is in 2013 opgezet en dient met name
om formats, guidelines en manuals en andere documenten beschikbaar te stellen aan
projectmedewerkers en leiders van de partnerorganisaties zodat zij over de tools
beschikken voor zowel hun programmamanagement als capaciteitsversterking. Het doel
is om de actuele versies van deze documenten op overzichtelijke en efficiënte en
toegankelijke wijze te presenteren zodat de partnerorganisaties steeds van de juiste en
actuele versies van deze documenten gebruik kunnen maken. In 2015 is het extranet
met name uitgebreid in het kader van de versterking van het financieel management
van partnerorganisaties een financieel framework en een toolkit ontwikkeld. Het
framework en de complete set modules van deze toolkit zijn in zeven talen beschikbaar
op het partnerextranet.
Een aandachtspunt voor het partnerextranet is de toegankelijkheid. In 2015 is daarom
een korte instructie onderdeel van financiële trainingen, om ook de financiële
medewerkers te informeren.
Yammer netwerken
Om de uitwisseling en het delen van informatie van CNV Internationaal en de
partnerorganisaties onderling te bevorderen zijn er in juli 2013 drie externe yammer
netwerken in respectievelijk Engels/multilingual, Frans en Spaans opgezet. In het
Engelse (‘multilingual’)netwerk zijn alle partners vertegenwoordigd, zo nodig zorgt CNV
Internationaal voor vertaling van de berichten. In 2014 zijn er ook thematische
netwerken rond sociale zekerheid in de informele sector, MVO en PME updates die zijn
opgezet als follow up van trainingen en uitwisselingsprogramma’s. Deze blijken op de
langere termijn steeds minder actief te worden. Bovendien is het wenselijk de
uitwisseling rond deze thema’s te delen met alle partners. Gekozen is daarom om
thematische informatie en uitwisseling te concentreren op de algemene netwerken.
Uiteraard kunnen er ad hoc thematische netwerken opgezet worden met een al dat niet
tijdelijk karakter. Zo is er In 2015 een Urgent Action Colombia netwerk opgezet waaraan
de betrokken medewerkers van CNV Internationaal en de partnerorganisatie in Colombia
deelnemen om bij zaken rond ernstige schendingen van vakbonds- en mensenrechten
snel te kunnen reageren en te zorgen dat iedereen over dezelfde informatie beschikt.
In de praktijk functioneert yammer goed als een snel en eenvoudig middel voor
uitwisseling en informatie door met name CNV Internationaal en een aantal partners. Het
merendeel van de deelnemers beperkt zich echter vooral tot passief kennisnemen van de
berichten. Een permanent aandachtspunt blijft daarom het stimuleren van actieve
deelname. Yammer en het partnerextranet zijn daarom regelmatig geagendeerd bij het
reguliere overleg met de partnerorganisaties. In 2015 is de simpele stap- voor-stap-
handleiding geupdate en verspreid. Daarnaast is er steeds aandacht voor het actualiseren
van de aangesloten deelnemers vanuit de partnerorganisaties.
6.5. Kennis en vaardigheden
De medewerkers van CNV Internationaal hebben in 2015 een aantal opleidingen,
trainingen of cursussen gevolgd en deze kennis vervolgens ingezet voor het programma.
Een medewerker heeft een MBA cursus gevolgd waarin bedrijfskundige aspecten werden
behandeld. Dit heeft ertoe geleid dat deze medewerker breder onderlegd is en een
interessante gesprekspartner is geworden voor bedrijven, vakbonden en overheid.
Tijdens de opleiding is veel aandacht besteed aan strategieontwikkeling wat ertoe heeft
bijgedragen dat CNV Internationaal zich, met de opgedane kennis, goed kan
voorbereiden op de toekomst.
Een medewerker volgde de cursus Internationale Politiek bij het Instituut Clingendael,
waardoor deze beter in staat is de internationale context te doorzien, waar economische
ontwikkelingen die relevant zijn voor de vakbeweging zich voltrekken.
Een medewerker heeft de training ‘Advocacy and Policy Influencing’ gevolgd. Een van de
behandelde onderwerpen is de beïnvloeding van een politiek of beleidsmatig proces,
87
stakeholder analyses en het framen van lobby statements. Daarnaast heeft de
medewerker concrete handvatten gekregen om partnerorganisaties te trainen en te
begeleiden in hun lobby- en advocacy activiteiten.
Een medewerker heeft de module online marketing gevolgd, waarbij aandacht is besteed
aan het versterken van de theoretische basis op het gebied van online
marketingprocessen. Een aantal medewerkers heeft persoonlijke (loopbaan)coaching
gekregen, als praktische hulp voor de dagelijkse werkzaamheden. Dit heeft ervoor
gezorgd dat medewerkers beter in staat zijn om hun werk naar gewenst resultaat uit te
voeren.
6.6 Professionalisering van CNV Internationaal
CNV Internationaal heeft in 2015 een groot aantal stappen gezet tot ISO certificering.
Alle procedures zijn beschreven (primaire, besturende en ondersteunende processen en
het meten) en zijn inwerking getreden. Van een aantal procedures die al meer dan een
jaar leidend zijn voor de werkzaamheden binnen de organisatie heeft een tussentijdse
evaluatie plaatsgevonden op basis waarvan aanpassingen zijn uitgevoerd; procedures
zijn samengevoegd, het aantal formulieren is gehalveerd, aanpassingen in het gebruik
van het preventie- en verbeterregister. Er heeft met positieve resultaten eind 2015 een
proef audit plaatsgevonden van de procedures door een externe adviseur. Op basis van
deze audit zullen de laatste aanpassingen worden uitgevoerd zoals meer aandacht voor
de eigen klachtenprocedure en het SMART formuleren van doelen en resultaten van de
eigen CNV-activiteiten. Daarnaast dienen nog de aanvullende eisen van ISO 9001-2015,
gepubliceerd in oktober 2015, te worden verwerkt. Deze hebben betrekking op de
externe context, het vaststellen van kansen en risico’s en de vertaalslag naar de
benodigde acties om risico’s te beheersen en kansen te benutten. De contextanalyse
betreft de externe en interne oriëntatie van een organisatie in het licht van haar
missie/visie. Wat zijn de relevantie issues en stakeholders met hun eisen en
verwachtingen die impact kunnen hebben op de beoogde resultaten van het
management systeem. In het licht van de gestarte herstructurering van de
werkorganisatie in een back-, en front-office eind 2015 zullen ook de procedures daarop
moeten worden aangepast. De certificering dient in 2016 daarmee haar beslag te krijgen.
6.7 Monitoring project implementatie en result verification
De tijdigheid van de beoordeling en goedkeuring van werkplannen is wederom een
aandachtspunt in 2015. Projectmanagement is een cyclus en vertraging in het eerste
gedeelte van het proces (budgettering en goedkeuringen plannen) heeft gevolgen voor
het tweede gedeelte van het proces (verantwoordingen van rapportages). Het interne
proces (onder andere het opzetten van de programmabegroting en inhoudelijke
consultaties met partnerorganisaties over partnerbegroting) is eerder opgestart in 2014.
Dit heeft er in 2015 in geresulteerd dat de beoordeling van de plannen en het uiteindelijk
afsluiten van de contracten met de partnerorganisaties gemiddeld met 2 maanden is
vervroegd. Dit is een vooruitgang maar nog niet voldoende. Daarom is het interne proces
van het ontwikkelen van de programmabegroting (in consultatie met de
partnerorganisaties) gestart voor de zomer in 2015 zodat de partnerorganisaties eerder
kunnen starten met het ontwikkelen van de plannen. Daarnaast is in 2015 begonnen met
het herinrichten van de werkorganisaties waardoor het interne proces van advisering,
beoordeling en goedkeuring van werkplannen van partners in 2016 nog beter kan worden
ingepland en gemonitord. Ook is het sanctiebeleid in 2015 geëxpliciteerd en is het
betalingsbeleid aan partner organisaties gewijzigd. Daarnaast is het fraude en
corruptiebeleid aangescherpt en gecommuniceerd naar de partnerorganisaties. In 2015
zijn er 91 projecten ontwikkeld door CNV Internationaal en partnerorganisaties. Om de
vergelijking tussen de begroting 2015 en de aangegaan verplichtingen 2015 te monitoren
(per land en per resultaatgebied) zijn er 14 monitoringsrapporten gemaakt op basis
waarvan het management prioriteiten heeft gesteld. Dit heeft er mede in geresulteerd
dat er voor de begroting VMP 2015, naar voren gehaald uit 2016 en het restantbedrag
van VMP 2014 voor een totaalbedrag van 3.889.605 miljoen aan verplichtingen zijn
88
aangegaan. In vergelijking tot 2014 is de onderbesteding gedaald van 9% naar 2% van
het volledig beschikbare bedrag in 2015.
Er zijn in het verslagjaar 15 werkbezoeken gebracht aan de partnerorganisaties. Een
aantal daarvan stond volledig in het teken de 5C’s, van EU project of was bestempeld als
een politieke missie. Tijdens 10 werkbezoeken heeft er ook resultaatverificatie
plaatsgevonden van de projecten in de volgende partnerlanden: Madagaskar, Niger,
Ghana, Senegal, Macedonië, Moldavië, Colombia, Guinee, El Salvador, Togo en
Guatemala.
De bevindingen waren over het algemeen positief conform de plannen en/of rapportages.
Er was in een aantal gevallen wel vertraging opgelopen waardoor nog niet alle
activiteiten waren uitgevoerd als gepland. Er hebben in veel gevallen gesprekken plaats
gevonden met het leiderschap van de federatie of die van de bedrijfsbonden en/of zijn de
bedrijven (cao afspraken zijn gemaakt) of de informele bedrijfjes van de betreffende
resultaten bezocht.
6.8 Fondsenwerving
6.8.1 Inner circle
In 2015 zijn de inkomsten uit particuliere fondsenwerving gestegen, ten opzichte van het
jaar ervoor: van € 125.069 (2014) naar € 147.694 in 2015. Dat is iets meer (14%, ruim
€ 17.694) dan begroot en iets meer (18%, ruim € 22.625) dan in 2014. Naar aanleiding
van de geleerde lessen uit 2014 is een meer strategische planning gemaakt voor de
fondsenwervende acties. Ook is in het verslagjaar met CNV Vakmensen, CNV
Dienstenbond en CNV Connectief een op maat gemaakte fondsenwervingsactie
georganiseerd onder hun leden. Het grootste deel van de particuliere inkomsten worden
geworven via Direct Mailing-acties onder particuliere relaties van CNV Internationaal.
Naar verwachting zijn veel donaties uit DM-acties ook te vinden in het segment ‘Diverse’:
doordat men bij het overschrijven van donaties niet de betalingskenmerken vermeld
heeft, worden die donaties niet herkend worden als DM-donaties.
Figuur H: Specificatie inkomsten particuliere fondsenwerving 2015
Overigens dient opgemerkt te worden dat sinds medio 2015 voor het eerst periodieke
schenkingen en machtigingen (‘echte donateurs’) verwerkt kunnen worden. In 2015 is
daaruit bijna € 2.393,12 ontvangen. Deze specifieke vorm van inkomsten zullen wij in
2016 integreren in de rapportage. Voor wat betreft Internationale Collegialiteit in cao’s
(IC CAO) klonk net als in voorgaande jaren de economische crisis door. De
onderhandelingen namen meer tijd in beslag en er bleek minder financiële ruimte te zijn
voor afspraken over internationale solidariteit. In 2015 werd er voor € 125.517 IC cao
afspraken gemaakt.
DM-acties relaties CNV Internationaal 48,7% Acties met bonden 14,4%
Vrijwilligers 2,5% Afscheidsrecepties, promotie RUG etc. 3,3%
Diverse 31,1%
89
6.8.2 Outer circle
In 2015 voerde CNV Internationaal drie projecten uit die gefinancierd worden door de EU,
waarvan twee als aanvrager en één als mede-indiener:
1) ‘Aumentar el respeto de los derechos humanos y de las libertades fundamentales de
los sindicalistas en Colombia’ in Colombia (februari 2014 - januari 2017),
2) ‘Promoting core labour standards in Cambodia – towards a decent job for Cambodian
workers’ in Cambodja (april 2014 – maart 2017)
3) het project ‘Creating Change Agents in the European Garment Industry’ (februari 2013
– januari 2016) als mede-indiener (de FairWearFoundation is de hoofdaanvrager van dit
project).
Daarnaast is er in 2015 één project gefinancierd door de EU afgerond, namelijk het
project ‘Improving the social economic situation of young people in Moldova by
empowering Moldovan youth and Moldovan civil society’ (looptijd: november 2012 –
november 2014).
In 2015 organiseerde CNV Internationaal in samenwerking met The Hague Academy for
Local Governance en PBLQ ROI voor het vierde achtereenvolgende jaar het
trainingsprogramma ‘Social Affairs and Employment’, dat werd verzorgd voor
ambtenaren uit verschillende Noord-Afrikaanse landen. Dit trainingsprogramma wordt
gefinancierd door RVO.
Tot slot is CNV Internationaal in 2015 betrokken geweest bij het WOTRO project gericht
op de rol van de sociale dialoog voor duurzame economische groei.
In 2015 zijn er door CNV Internationaal als hoofdaanvrager vijf ‘concept notes’ bij de EU
ingediend. Deze zijn alle vijf helaas afgewezen. Bij een score van 30 punten wordt
indieners gevraagd een volledig voorstel in te dienen tenzij er zoveel indieners zijn dat
het beschikbare budget ruimschoots wordt overschreden. In dat geval worden alleen de
best scorende indieners verzocht een volledig voorstel in te dienen. De concept notes die
CNV Internationaal als hoofdaanvrager heeft ingediend, hebben weliswaar goed genoeg
gescoord en de drempel 30 punten gehaald, maar andere aanvragers hebben net iets
beter gescoord, waardoor ze toch werden afgewezen.
Op basis van de behaalde scores is de conclusie dat CNV Internationaal en mede-
indieners meer aandacht moeten besteden aan het onderdeel ‘Particular added value’,
omdat op dit onderdeel consequent relatief laag wordt gescoord.
Op basis van de behaalde scores kunnen we opmaken dat we meer aandacht moeten
besteden aan het onderdeel ‘Particular added value’. Hier wordt steeds een relatief lage
score behaald. Daarnaast heeft CNV Internationaal samen met E&Y deelgenomen aan
een service contract tender. Deze aanvraag was geshortlist maar E&Y heeft zich
uiteindelijk terug getrokken omdat er aanwijzingen waren dat een ander consortium zou
winnen. Ook in 2015 is er een aanvraag ingediend bij de Nationale Postcode Loterij die is
afgewezen. De Nationale Postcode Loterij heeft vaste organisaties aan wie zij geld
doneert: vaste beneficiënten. CNV Internationaal heeft een aanvraag ingediend voor een
eenmalige donatie. De aanvraag behoorde wel tot de projecten en organisaties die in
aanmerking kunnen komen voor financiering echter het project was niet onderscheidend
genoeg ten opzichte van de bestaande projecten van vaste beneficiënten om voor
financiering in aanmerking te komen.
In 2015 is een start gemaakt met een analyse van de kansen die Amerikaanse
stichtingen bieden voor CNV Internationaal. In het voorjaar van 2016 zullen deze
stichtingen bezocht worden en zullen er verdere stappen ondernomen worden op het
gebied van het werven van fondsen bij filantropische stichtingen. Tenslotte is er gewerkt
aan twee aanvragen voor het programma ‘Strategische Partnerschappen’ met het
Ministerie van Buitenlandse Zaken. CNV Internationaal is partner in de alliantie met ICCO
en met FWF: beide aanvragen zijn goedgekeurd in 2015. Van de trajecten die niet
succesvol zijn gebleken is een analyse gemaakt. In 2016 zal verder gebouwd worden op
de geleerde lessen.
In totaal heeft CNV Internationaal ruim € 196.000 op de rekening ontvangen via
projecten van institutionele donoren naast het VMP. Door de vertraging in zowel het EC
Colombia en Cambodia project zijn de werkelijke inkomsten op deze projecten in 2015
90
lager dan verwacht. Sinds de start van het huidige VMP zijn er voor ruim € 1.300.000
aan contracten aangegaan met institutionele donoren anders dan het ministerie van
Buitenlandse Zaken. Daarnaast is er in 2015 ruim € 7.000.000 (voor 5 jaar) geworven
door middel van deelname aan de Strategische Partnerschappen.
91
7. Bestuur en organisatie
De organisatiestructuur van CNV Internationaal is op verzoek van het Ministerie van
Buitenlandse Zaken bij aanvang van het Vakbondsmedefinancieringsprogramma 2013-
2016 ingebed in de Stichting CNV Internationaal. Binnen de CNV-organisatie is de
Stichting CNV Internationaal daarmee een aparte rechtspersoon geworden, als ontvanger
van de VMP-subsidies.
7.1 Beheersstructuur
De stichting bestaat uit een Dagelijks Bestuur en een Raad van Advies. Het Dagelijks
Bestuur is equivalent aan het Dagelijks Bestuur van CNV Vakcentrale en werd in 2015
voorgezeten door Pieter de Vente. De andere bestuursleden waren Maurice Limmen en
Willem Jelle Berg. De Raad van Advies is samengesteld uit vertegenwoordigers van CNV
bonden (CNV Connectief, CNV Vakmensen, CNV Jongeren en CNV Dienstenbond) en
wordt voorgezeten door Roel Rotshuizen, algemeen secretaris van CNV Dienstenbond.
Het Dagelijks Bestuur bestuurt en de Raad van Advies geeft haar al dan niet goedkeuring
op het jaarplan, de begroting en jaarrekening en het jaarverslag. De werkorganisatie
CNV Internationaal voert het programma ‘A World that Works’ uit. Het Bestuur en de
Raad van Advies komen gemiddeld vier keer per jaar bijeen.
CNV Internationaal is aangemerkt als BTW ondernemer en opgenomen in de fiscale
eenheid van de CNV Vakcentrale. De oprichting van de Stichting CNV Internationaal heeft
tot direct gevolg gehad dat er een BTW probleem ontstond ten aanzien van de inleen van
het personeel dat in dienst is bij CNV Vakcentrale. Als gevolg daarvan is de Stichting CNV
Internationaal toegetreden tot de fiscale eenheid voor de BTW.
Dit betekent dat CNV Internationaal door de belastingdienst is aangemerkt als BTW
ondernemer. CNV Internationaal vult dit ondernemerschap in door het verzorgen van
onder meer trainingen en lezingen.
In 2012 werd Stichting CNV Internationaal voor het eerst erkend als Algemeen Nut
Beogende Instelling (ANBI), een positie die jaarlijks wordt getoetst. Ook in 2015 werd de
Stichting CNV Internationaal erkend als ANBI. Dit houdt in dat giften en donaties
aftrekbaar zijn van de belasting.
7.2 Kwaliteitsbeleid
In 2015 heeft CNV Internationaal verdere stappen gezet om het kwaliteitsbeleid te
verbeteren. Het doel conform het werkplan van CNV Internationaal is om het ISO
certificaat te behalen. Dit is voor 2015 niet gelukt maar er heeft wel een proefaudit
plaatsgevonden door een externe adviseur ten behoeve van de certificering in 2016. Bij
het certificeringsproces wordt CNV Internationaal extern ondersteund. In 2015 zijn alle
procedures beschreven van de primaire, besturende en ondersteunende processen en
van het meten. Op basis van interne audits van de beschreven procedures is de kwaliteit
van de naleving van het kwaliteitssysteem bewaakt en zijn, daar waar nodig preventieve
en corrigerende maatregelen geïnitieerd. Op basis van de beschrijving van de procedures
zijn de werkzaamheden door de medewerkers binnen het programma eenduidiger
geworden.
7.3 Personeel en organisatie
Op 31 december 2015 bestond het team van CNV Internationaal uit 11 medewerkers
(8,84 fte) en 1 manager (1 fte). Er vond een personele mutaties plaats in het kader van
vervanging bij zwangerschapsverlof. Er is tijdelijke externe capaciteit ingeroepen voor
administratieve ondersteuning. Verscheidene programmamedewerkers hebben
opleidingen gevolgd.
Het ziekteverzuim – exclusief zwangerschapsverlof - was 2,94% in 2015. Dit is met
betrekking tot 2014 een behoorlijke daling (4,82%), die vooral te danken is aan het feit
dat een langdurig zieke weer hersteld is. Tevens is het korte en middellange verzuim
gedaald. Het percentage ligt aanzienlijk lager ten opzichte van het gemiddelde
92
ziekteverzuimpercentage van CNV Vakcentrale (6,70%). Het P&O beleid van CNV
Vakcentrale werd ook in 2015 uitgevoerd door het CNV Shared Service Center. Er is
aandacht besteed aan de voorbereiding van de wijziging in de organisatiestructuur welke
in 2016 geëffectueerd wordt. Het monitoren van de medewerkers en de afdeling is verder
verfijnd door voor iedereen gebruik te maken van HROrganizer (personeelsvolgsysteem).
Invoering van de A3-systematiek is voorbereid en geïmplementeerd. Er is sinds 2015 een
nieuwe cao van kracht die tot 2016 geldt. CNV Internationaal functioneert als ‘afdeling’
binnen de CNV Vakcentrale. In 2015 heeft CNV Internationaal deelgenomen aan het
maandelijkse Management Overleg waarin alle afdelingsmanagers van de vakcentrale
participeren en zaken van gemeenschappelijk belang worden geagendeerd. Het MO wordt
voorgezeten door de secretaris/penningmeester van CNV. Afstemming met de bonden
voor het internationale werk gebeurt via het Algemeen Bestuur en de Raad van Advies en
op ad hoc basis. Vanuit de medewerkers van CNV Internationaal wordt bijgedragen aan
de ondernemingsraad en de rol van vertrouwenspersoon.
7.4 Financiële resultaten
De resultaten rekening 2015 en balans per 31 december 2015 zijn opgenomen in
hoofdstuk 10 van dit jaarverslag.
7.5 Management informatiesysteem
Het projectbeheersysteem van CNV Internationaal binnen Dynamics AX is in 2015 verder
aangepast aan de specifieke vereisten van het projectenwerk van CNV Internationaal en
‘A World that Works’. De werkbaarheid van het systeem is verbeterd en
geprofessionaliseerd. De samenwerking en taak- en verantwoordelijkheidsverdeling met
de afdelingen ICT en Financiën zijn verder versterkt en verhelderd.
7.6 Facilitaire ondersteuning
Sinds 2007 zijn de CNV Vakcentrale, CNV Jongeren, CNV Onderwijs en het huidige CNV
Vakmensen gezamenlijk gehuisvest in één kantoorgebouw in de Utrechtse wijk
Overvecht. Het gebouw is modern uitgerust en voorzien van een adequate infrastructuur.
De ondersteunende diensten P&O, Financieel beleid en beheer, ICT en Facilitaire
Dienstverlening worden verzorgd door het CNV Shared Service Centre (SSC) die de
bedrijfsvoering van CNV Vakcentrale en van de genoemde bonden ondersteunt. Op basis
van interne verdeelsleutels werd ook in 2014 door CNV Internationaal een vergoeding
betaald voor het gebruik van SSC dienstverlening. De relatieve hoogte van de betaalde
bedragen lag vooraf grotendeels vast, op basis van het aantal vierkante meter
kantoorruimteoppervlakte en het aantal ingerichte werkplekken.
Een interne bedrijfshulpverleningsdienst BHV is aanwezig in het kantoorgebouw waarbij
tevens gebruik kan worden gemaakt van een AED apparaat. Voor preventie van
ziekteverzuim, begeleiding en re-integratie is door het CNV SSC een service contract
afgesloten met de ARBO dienst. Voor het reserveren van vliegreizen bestaan afspraken
tussen CNV Internationaal en een reisbureau op basis waarvan tariefreductie wordt
toegepast bij afname van bepaalde hoeveelheden. De CO2-uitstoot die wordt veroorzaakt
door het vliegverkeer van medewerkers door werkbezoeken aan partnerorganisaties en
van medewerkers van partnerorganisaties die naar Nederland komen wordt sinds 2007
gecompenseerd via CO2-reductieprojecten van het bedrijf Green Seat/Climate Neutral
Group. In 2015 zijn er door CNV Internationaal 354 enkele vluchten gemaakt van in
totaal 1.221.282 km. De totale uitstoot van deze vluchten betreft 234,16 ton CO2. Dit is
gecompenseerd via duurzame energieprojecten in de wereld die CO2 uitstoot
verminderen.
93
8. Financiële verantwoording
1. Inleiding
Hieronder treft u de financiële verantwoording van CNV Internationaal aan over het jaar
2015.
2. Financieringsbronnen
Vakbondsmedefinancieringsprogramma (VMP) en Overige financiering
In 2015 werd VMP subsidie ontvangen vanuit de subsidiebeschikking van het ministerie
van Buitenlandse Zaken over het tijdvak 1 januari tot en met 31 december 2015. In
2015 was vanuit het VMP voor de projecten in de partnerlanden het bedrag beschikbaar
van 3.578.817. Daarnaast werd in overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken
een bedrag van € 395.000 aangewend dat in het jaar 2014 nog niet was aangewend. Van
dit bedrag is 75 % besteed aan capaciteitsopbouw trajecten, 21 % aan campagnes en 4
% aan IMVO.
In 2015 was Overige Financiering beschikbaar vanuit de volgende bronnen: IC-CAO,
Particuliere donaties, rente uit Eigen Middelen, Inkomsten van bonden, Solidariteitsfonds
en Europese Unie. In totaal is het bedrag van € 652.247 ontvangen, dat vervolgens kon
worden aangewend voor medefinanciering van projecten en programma’s in het Zuiden.
In 2015 bedroeg de beschikbare Overige Financiering 18,2 % van de over het jaar 2015
beschikbare VMP middelen.
Schema 1 Jaar Beschikbaar
Bestedingen % Beschikbaar Bestedingen %
(= uitgaven)
(= uitgaven)
VMP VMP
Ov.
Financiering
Ov.
Financiering
Gen,
2009 –
2012 4.207.479 4.600.642 109,3%
278.527 161.828 66,6%
2013 3.355.884 3.184.867 94,9%
259.347 260.312 100,4%
2014 3.279.386 2.811.870 85,7%
802.652 598.484 74,6%
2015 3.973.817 3.895.462
98,0%
652.247 505.306 77,5%
Beschikbare middelen versus bestedingen
Voor de VMP bestedingen in 2015 geldt dat deze 17,0% hoger zijn dan in 2014. In relatie
tot de daadwerkelijke VMP inkomsten is het bestedingspercentage 90,7 %. De
beschikbare inkomsten uit Overige Financiering is in 2015 lager dan in 2014. De
bestedingen uit Overige Financiering zijn in 2015 eveneens lager uitgevallen in
vergelijking met 2014. De belangrijkste reden van deze dalingen is dat het aangaan
projecten in het kader van de Europese Unie belangrijk minder is dan in 2014. Deze
daling werd enigszins gecompenseerd door het opstarten van het Solidariteitsfonds.
94
Voor een specificatie van de VMP-bestedingen verdeeld in subprogramma-s,
resultaatgebieden en landen verwijzen wij u naar het overzicht in Bijlage G van dit
jaarverslag.
Ontwikkeling liquiditeit
De liquiditeitspositie is afgenomen met € 358.845; ultimo 2015 bedroeg deze €
3.031.223 terwijl eind 2014 het bedrag € 3.390.068 is. Dit heeft voornamelijk te maken
met de hogere besteding in de projecten en programma’s in het Zuiden.
3. Verantwoording en toetsing beheerscapaciteit partnerorganisaties
Als richtlijn hanteert CNV Internationaal dat partnerorganisaties die meer dan € 15.000
financiering per jaar ontvangen een accountantsverklaring moeten overleggen aan CNV
Internationaal. Partners die dat niet doen, worden niet gedechargeerd en ontvangen in
de regel geen vervolgfinanciering totdat een accountantsverklaring is ontvangen.
Het beleid met betrekking tot de toetsing van de beheerscapaciteit van de
partnerorganisaties staat verwoord in de procedures 3.2 (A-B) financiering van projecten.
De richtlijn met betrekking tot accountantsverklaringen voor projecten gefinancierd door
CNV Internationaal is integraal onderdeel van het contract (Bijlage 15 A- Guidelines
auditors partner organisation and TOR).
In de afgelopen jaren is gebleken dat de termijn tussen het afronden van een project en
de verantwoording van dat project langer is dan voorgeschreven in de contracten met de
partners. De afgesproken termijn is 3 maanden na beëindigen van het contract (is 1 jaar
en 3 maanden na de start van het project). CNV Internationaal heeft in het jaar 2015
maatregelen genomen t.b.v. 2016 om deze termijn belangrijk te verkorten. Eén van de
middelen hiertoe is de financiële bevoorschotting van de projecten aan te passen (eerst
35% betaling en daarna (na verantwoording voorgaande jaar 65%). Bij een aantal
partners- waarbij er door een risico analyse de inschatting is gemaakt dat de
verantwoording in het laatste jaar vertraging zou kunnen oplopen- zullen er aanvullende
maatregelen genomen worden (tussentijdse inhoudelijke en financiële rapportage en de
financiële afrekening van een project zal plaats vinden nadat volledige verantwoording is
ontvangen.
Daarnaast zal CNV Internationaal met alle locale accountants rechtstreeks een contract
aangaan waardoor de planning beter onder controle zal zijn. Daarbij zullen er in 2016
ook tussentijdse controles plaatsvinden door de locale accountant van de activiteiten tot
dan toe waardoor de voortgang in projecten beter gevolgd kan worden. Het sanctie-, en
corruptie beleid is eveneens in 2015 aangescherpt en die door een strikte monitoring
resultaten zou moeten opleveren. Daarnaast is CNV Internationaal in het proces om de
werkorganisatie anders in te richten in een front en back office.
Door deze aanpassingen is de verwachting dat van het VMP 2013 – 2016 vóór 1 juli 2017
volledige verantwoording van alle projecten zal zijn ontvangen. De verantwoording van
het VMP 2013 -2016 is over de verstreken jaren als volgt weer te geven (peildatum 29
maart 2016):
Jaar Besteed Verantwoord Nog te verant-
woorden
% nog te
verantwoorden
2013 3.184.867 3.136.104 48.763 1,5
2014 2.811.878 2.632.765 179.113 6,4
2015 3.895.462 1.395.320 2.500.142 64,2
4a. Sanctiebeleid
In 2015 is het sanctie beleid toegepast. De samenwerking met Togo is beëindigd omdat
de verantwoording over 2014 (ter hoogte van 11.190) niet kon worden gegeven.
95
Daarnaast is de partnerorganisatie, CGTP, in Panama op de zwarte lijst geplaatst. Het
laatste jaar van samenwerking, 2013, heeft de organisatie niet verantwoord. Daarnaast
is de samenwerking met de partner organisatie in Indonesië tijdelijk opgeschort in 2015,
vanwege achterstallige rapportage. De samenwerking is ondertussen hervat omdat de
partner organisatie aan haar verplichtingen heeft voldaan.
4.b. Anti corruptie beleid
In december 2015 heeft CNV Internationaal haar anti-corrupte en fraude beleid (en het
sanctiebeleid) aangepast. Dit beleid is vastgesteld als richtlijn voor CNV staf om toe te
passen in haar samenwerking met partnerorganisaties. Heeft document heeft aandacht
voor het signaleren, de indicatoren en de proces stappen die intern genomen moeten
worden richting de partnerorganisatie.
CNV Internationaal heeft in de ontwikkelde toolkit “ financieel management for trade
unions’ en de trainingen die daarover aan partner organisaties zijn verzorgt ook aandacht
voor fraude en risico management.
5. Draagvlakversterking en beleidsbeïnvloeding (Lobby en Campagne)
In Nederland worden lobby- en campagneactiviteiten van CNV Internationaal
georganiseerd, ter ondersteuning van het vakbondswerk van partnerorganisaties. Deze
activiteiten worden met VMP-subsidiegelden gefinancierd. Hiervoor is vanuit het VMP
subsidiekader een bovengrens gesteld van 15 % van de totale subsidie; in 2015 is €
429.097 aangewend. Dit bedrag is ten goede gekomen aan activiteiten en PCM-kosten.
In 2015 heeft CNV Internationaal uitvoerig aandacht besteed aan het thema
gendergelijkheid en inzetbaarheid van jongeren op de arbeidsmarkt. In de week van 7
oktober werd onder meer aandacht gevraagd voor het onderzoeksrapport ‘Violence
Against Woman at the Workplace’. Tevens werd in diezelfde week een foto-expositie
georganiseerd in het centrum van Utrecht, in het kader van jongerenwerkgelegenheid.
Aan het eind van het jaar werd een grote online campagne georganiseerd, waarbij een
drankengigant werd opgeroepen om verantwoordelijkheid te nemen om de
arbeidsomstandigheden op hun suikerrietplantages te verbeteren.
6. Toetsing drempelcriteria
Op basis van de gestelde richtlijnen in de beschikking toekenning subsidie
Vakbondsmedefinancieringsprogramma 2013-2016 is nagegaan of CNV Internationaal in
2013 en volgende jaren nog steeds voldoet aan de zogenaamde drempelcriteria. Uit deze
toetsing blijkt dat CNV Internationaal hier aan voldoet. De 15 % landen (Guinee,
Honduras, El Salvador, Togo) maken over 2015 12,8 % uit van het totaal der bestede
gelden. Hiermee voldoet CNV Internationaal aan de subsidiebeschikking van het
Ministerie om minder dan 15% van de middelen te besteden binnen deze landen.
De benodigde directe PCM-kosten in 2015 zijn hoger uitgevallen dan de voorgestelde 2%
in de meerjarenbegroting. Dit is het gevolg van iets hoger uitgevallen kosten voor de
externe evaluatie van het VMP 2013-16. Op advies van de referentiegroep voor de
externe evaluatie is gekozen voor meer kwaliteit.
7. Décharge verlening
De financiële verslaggeving wordt aan het Dagelijks Bestuur (op 24 maart 2016) en de
Raad van Advies (op 17 maart 2016) aangeboden ter vaststelling in deze vergaderingen.
Door de penningmeester van het Dagelijks Bestuur wordt dan décharge gevraagd over
het gevoerde financiële beleid en beheer, middels jaarverslag en jaarrekening, na
voorgaande (schriftelijke) goedkeuring van de Raad van Advies.
96
8. Begroting 2016
Voor het jaar 2016 is de volgende begroting (op hoofdlijnen) vastgesteld.
BEGROTING 2016 Begroot
2016
BATEN
VMP-subsidie 2013-2016 2.689.605
Apparatenkostenvergoeding:
- VMP 2013-2016 1.050.936
- Leden projecten 15.000
- IC-CAO projecten 10.000
- EU en nieuwe donoren 53.050
Rentevergoeding 20.000
Donaties van leden en bijdrage EM 135.000
Bijdragen voor IC-CAO projecten 90.000
EU en nieuwe donoren 1.446.950
Eigen Bijdrage CNV Vakcentrale 91.421
Totaal Baten 5.601.962
LASTEN
Personeelskosten 861.193
Project- en werkbezoeken 40.000
Overige apparaatkosten 359.214
Projectkosten
-VMP 2013-2016 2.669.605
- Leden projecten 135.000
- IC-CAO projecten 90.000
- EU en nieuwe donoren 1.446.950
Totaal Lasten 5.601.962
Saldo baten en lasten 0
97
Akkoord Jaarverslag en Jaarrekening 2015 door CNV Internationaal
Handtekening:
Pieter de Vente Voorzitter CNV Internationaal
Datum: 29 april 2016
EPPP Ernst & Young Accountants LLP Tel: +31 88 407 10 00
Euclideslaan 1 Fax: +31 88 407 30 303584 BL Utrecht, Netherlands ey.com
Building a better Postbus 3053
working world 3502 GB Utrecht, Netherlands
Controleverkiaring van de onafhankelijke accountantAan: het bestuur van Stichting CNV Internationaal
Verkiaring betreffende de jaarrekeningWij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2015 van Stichting CNV Internationaal te Utrechtgecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2015 en de staat van baten enlasten over 2015 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerdegrondsiagen voor financiële versiaggeving en andete toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuurHet bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogenen het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de in Nederland geldendeRichtlijn voor de jaarvecslaggeving Cl Kleine Organisaties-zonder-winststreven, de subsidiebeschikkingd.d. 24 augustus 2012 met het kenmerk DSO/M0-211/12 en de bepalingen van en krachtens de Wetnormering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), aismede voor hetopsteuen van het jaarvecslag in oveceenstemming met de in Nederland geldende Richttijn voor dejaarvetslaggeving Cl Kleine Organisaties-zonder-winststreven. Het bestuur is tevens verantwoordelijkvoor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten enbalansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in derelevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen zoals de subsidiebeschikkingd.d. 24 augustus 2012 met het kenmerk DSO/M0-211/12.
Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk achtom het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk temaken zonder afwijkingen van materieel belang als gevoig van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountantOnze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaacrekening op basis van onze controle.Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder deNederlandse controlestandaarden, het Controleprotocol Vakbondsmedefinancieringsprogramma2013-2016 d.d. 22 juli 2013 en het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor onsgeldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijkemate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over debedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk vande door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s datde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevoig van fraude of fouten.
Ernst & Young Accountants LLP is een limited liability partnership opgericht naar bet recht van Engeland en Wales en geregistreerd bij companiesHouse onder registralienummer 0C335594. In relatie tot Ernst & Young Accountants LLP wordt de term partner gebruikt voor een (vertegenwoordigetvan een) vennoot van Ernst & Young Accountants LLP. Ernst & Young Accountants LLP is statutair gevestigd te 6 More London Place, London SE120A, Verenigd Koninkrifk, heeft haar hootdvestiging aan Boompjes 258, 3011 XZ Rotterdam, Nederland en is geregistreerd bij de Kamer vanKoophandel Rntterdam under nummer 24432944. Op onze werkzaamheden zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin ees beperking van deaansprakelijkheid is npgenomen.
Er Pagina 2
Building a betterworking world
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerkingdie relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daatvan aismede inhet kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving,gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden.Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over deeffectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van degeschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte tinanciëlerechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakteschattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om eenonderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekeningNaar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van hetvermogen van Stichting CNV lntetnationaal per 31 december 2015 en van het resultaat over 2015 inovereenstemming met de Richtlijn voot de jaarverslaggeving Cl Kleine Organisaties-zonderwinststreven, de subsidiebeschikking d.d. 24 augustus 2012 met het kenmerk DSO/M0-211/12 en debepalingen van en krachtens de WNT.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutatiesover 2015 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiëlerechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevantewet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in de subsidiebeschikkingd.d. 24 augustus 2012 met het kenmerk DSO/M0-211/12.
LLP
Utrecht, 29 april 2016
dts. M. Hair RA
Internationaat
Jaarrekening 2015
29 april 2016
Voor identifictiedoeleindenErnst & ‘rtunq Accou ts LLP
10.1BALANS STICHTING CNV INTERNATIONAAL PER 31 DECEMBER VOORRESULTAATBESTEMMING
€Activa 2015 2014
81.01 Materiele Vaste Activa
Totaal Materiele Vaste Activa 693 4.782
Viottende activa
BI.02 Onderhanden projecten 253.141 146.372
BLO3 Votderingen 89.820 65.510
BI.04 Debiteuren 5.210 5.673
BLO5 Overlopende activa 172.472 492.206
Totaal viottende activa 520.643 709.761
81-06 Liquide middelen
ING girorekening 419.201 281.059Bank rekening-courant 471.981 2.108.956Bank spaar resp. depositorekening 2. 140.041 1.000.053
Totaal liquide middelen 3.031.223 3.390.068
Totaal 3.552.559 4.104.611
€Passiva 2015 2014
Eigen vermogen
81.07 Resultaat boekjaar -112.452 -74.693
81.08 Reserves 203.113 277.806
Totaal eigen vermogen 90.661 203.113
Kortlopende schulden
81.09 Crediteuren 68.552 100.812
81.10 Overige overlopende passfva 3.393.346 3.800.686
Totaal kortlopende schulden 3.461.898 3.901.498
Totaal 3.552.559
Voor identificatiedoeleindenErnst & ‘bunq Accountants LLP
EY’::
10.2STAAT VAN BATEN EN LASTEN STICHTING CNV INTERNATIONAAL
Realisatie Begroot Realisatie2015 2015 2014
€ € €BATEN
VWI.O1 VMP-subsidie 2013-2016 3.797.997 3.588.817 3.071.055VWLO2 Solidariteitsfonds 115.000 - -
Aijijaratenkostenverpoeding:VWLO3 - VMP 2013-2016 1.052.659 1.052.659 1.093.128VWI.04 - Leden projecten 8.061 17.000 5.438VWI.05 - IC-CAO projecten 6.380 18.300 7.380VWLO6 - Bondsprojecten 5.426 - -
VWI.07 Rentevergoeding 5.047 30.000 12.461VWI.08 Donaties van leden en bijdrage EF1 77.796 170.000 55.138VWI.09 Bijdragen voor IC-CAO projecten 63.796 190.000 73.839VWL1O BijdragenvoorKniestedtFonds 5.513 - 18.113VWL11 Europese Unie Projecten 195.720 700.000 439.781VWI.12 Bijdragen voor Bondsprojecten 54.255 - -
VWL13 Eigen Bijdrage CNV Vakcentrale 90.426 90.426 87.792VWI.14 avenge opbrengsten derden 4.519 - 6.316VWL15 Diverse Baten - - 16.440
Totaal Eaten 5.482.593 5.857.202 4.886.882
LASTENVWL16 Personeelskosten 796.241 799.336 789.655VWL17 Project- en werkbezoeken 5.810 - 17.842VWL18 Ovenige apparaatkosten 463.032 465.164 373.156
ProlectkostenVWI.19 -VMP 2013-2016 3.796.945 3.618.817 3.082.118VWI.20 - Leden projecten 77.996 170.000 55.526VWL21 - IC-CAO projecten 62.107 183.000 73.844VWL22 - Kniestedt fonds 5.513 - 18.113VWI.23 - Bondsprojecten 54.255 - -
VWI.24 - Europese Unie Projecten 195.948 700.000 438.757VWL25 - Solidariteitsfonds 115.000 - -
VWI.26 Diverse Lasten 22.198 - 112.562
Totaal Lasten 5.595.045 5.936.317 4.961.575
Saldo baten en lasten -112.452 -79.115 -74.693
Resultaatbestemming:Voorgesteld wordt het resultaat als volgt te bestemmen:- Onttrekken aan reserve CNV-I egalisatiefonds -35.527- Onttrekken aan reserve projecten Eigen Middelen -76.925
Per saldo -112.452
Voor identjfjcatjedoelejndlErnst & itunq Ac untants LLP
,
worblnq worlil
10.3GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
AIemeenDe jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaardegrondslagen: de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving Cl voor kleine organisaties (RJK Cl) ‘klelneorgan isaties zonder winststreven’.De geformuleerde grondsiagen hebben betrekking op de jaarrekening als geheel. De waardering vande activa en de passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historischekosten. Voor zover niet anders vermeld zijn de activa en de passiva opgenomen tegen nominalewaarde. Eaten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Eatenworden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Lasten worden genomenzodra deze bekend zijn.Bij het opstellen van de jaarrekening is rekening gehouden met bepalingen die betrekking hebben opde verstrekking van de VMP subsidie door het Ministerie van Euitenlandse Zaken.
BegrotingOp de begroting is geen accountantscontrole toegepast.
Grondsiagen van de waardering van de activa en Dassiva
Materiële vaste activa
De vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs onder aftrek van de op de economischeIevensduur gebaseerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. De vasteactiva worden afgeschreven op basis van een vast percentage van de aanschafwaarde, eventueelrekening houdende met een restwaarde. In het jaar van ingebruikname wordt naar tijdsbeslagafgeschreven. Onder investeringen die geactiveerd worden zijn inbegrepen de uitgaven voor nieuwebedrijfsmiddelen die langer dan één jaar meegaan en de uitgaven voor revisie of renovatie vangeactiveerde bedrijfsmiddelen. Investeringen van minder dan € 500 worden niet geactiveerd.
Viottende activa
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, onder aftrek van een (eventueel)noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid.
Liguide middelenDe liquide middelen zijn opgenomen tegen nominale waarde en staan, voor zover niet andersvermeld, ter vrije beschikking van stichting CNV Internationaal.
Eigen Vermogen
ReservesDe reserves hebben ten doel een buffer te vormen voor het financiële risico dat de Stichting CNVInternationaal loopt in haar exploitatie.
BestemminasreservesHet bestuur heeft, met instemming van de Raad van Advies, op een deel van de reserves eenbeperkte doelstelling aangebracht. Deze worden apart in de jaarrekening weergegeven alsBestemmi ngsreserves.
Kortlopende schulden
De kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Voor identificatiedoefeindenErnst & ‘ybun Acco pts LLP
EktdQ bettorkIT 1(1 w 0+ Id
Grondsiagen voor resultaatbepaling 10.3
AIemeenHet resultaat wordt bepaald als bet verschil tussen de baten en alle hietmee verbonden, aan hetverslagjaar toe te rekenen lasten. De kosten worden bepaald met inachtneming van de hiervoorvermelde waarderingsgrondslagen. Resultaten worden verantwoord in bet jaar waarin deze zijngerealiseerd. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waatin deze voorzienbaar zijn.
ApparaatskostenDe apparaatskosten worden berekend op basis van de historische uitgaafprijzen. De kosten wordentoegerekend aan bet jaar waarop zij betrekking hebben.
RentebatenDe rentebaten behaald met middelen in het kader van het Vakbondsmedefinancieringsprogrammaworden aangewend voor de uitvoering van projecten in het kader van betVakbondsmedefinancieringsprogramma.
PersoneelskostenHietonder wordt verstaan bet bruto bedrag van de uitbetaalde bruto lonen, vermeerderd met socialelasten aismede met het werkgeversaandeel in de pensioenvoorziening en overige personele kosten.Ontvangen ziekengelden worden hierop in mindering gebracht. De personeelsadministratie wordtgevoerd door CNV Vakcentrale; de medewerkers zijn in dienst van CNV Vakcentrale en wordengedetacheerd bij de stichting CNV Internationaal. CNV Vakcentrale heeft voor zijn werknemers eenpensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensloenregeling, waarbij detoegezegde pensioenuitkeringen gebaseerd zijn op bet middelloon. Deze pensioenregeling isondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (Zorg en Welzijn) en wordt in de jaarrekeningverwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigdepremies als kosten worden verantwoord. De kosten van loonontwikkeling, prijsindexatie enbeleggingsrendementen op bet fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingenin de jaarlijkse bijdrage aan het pensioenfonds. Deze risico’s komen niet tot uitdrukking in een in debalans opgenomen voorziening. In geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg enWelzijn heeft de CNV Vakcentrale geen verplichting tot bet voldoen van aanvullende bijdragen andersdan bogere toekomstige premies.
Eind 2015 bedroeg de dekkingsgraad van bet pensioenfonds 97 °h. Dit is 5 procentpunt lager dan destand van eind 2014 (102 °h). Dit komt door enerzijds de daling van de rente en anderzijds hetpositieve rendement op beleggingen.
Overige aaraatkostenOnder dit boofd zijn opgenomen de kosten van huisvesting en bureau & organisatie. De kostenomvatten de uitgaven ten beboeve van de algemene exploitatie en de aschrijvingen. De sharedservices zijn de bijdragen van stichting CNV Internationaal in doorbelaste kosten vanuit de CNVVakcentrale.
ProiectkostenDit zijn de kosten die gemaakt worden op basis van werkplannen, die opgesteld worden door betmanagement. De kosten worden verantwoord op bet moment dat de verplichting wordt aangegaan enop basis van de verplichting toegerekend aan de juiste periode.
ProjectbatenOp basis van het matchingsprincipe volgen in de jaarrekening de baten de toeberekendeprojectkosten. Afwikkelresultaten in bet boekjaar volgend op bet huidige boekjaar worden genomenin het boekjaar waar deze afwikkelresultaten definitief zijn vastgesteld.
Risicoparagraaf
ValutarisicoDe stichting heeft alleen transacties in euroTs. Het valutarisico is derhalve minimaal.
Voor identificatiedoeleindenErnst &
RenterisicoDe stichting is gefinancierd met eigen vermogen en kortlopende schulden, waarover geen rentebetaald wordt. Daardoor loopt de stichting geen renterisico’s.
KredietrisicoDe stichting loopt met name kredietrisico over in projecten verleende voorschotten. Om het risico tebeperken wordt aan uitvoerders van projecten richtlijnen verstrekt waarin wordt aangegeven hoe eenproject financieel beheerd moet worden. Daarnaast is de controle van een onafhankelijke accountantvolgens vooraf verstrekte richtlijnen verplicht. De stichting is actief in het volgen van de uitvoerfng inde projecten.
fVoor IdentJfJcffedoelejnde,1
10.4TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER
2015 2014ACTIVA € €
BLO1 Materiële vaste activaEoekwaarde per 1 januari 4.782 8.871(Des-) Investeringen -
Afschrijvingen -4.089 -4.089
Boekwaarde per 31 december 693 4.782
De mutaties in de vaste activa over 2015 zijn als volgt weer te geven:Computer- Visio Totaal
Omschrijving apparatuur SoftwarePer 1 januari 2015Aanschafwaarde 10.374 1.455 11.829Afschrijving 6.181 866 7.047Boekwaarde 4.193 589 4.782
Afschrijving boekjaar 3.587 502 4.089
Per 31 december 2015Aanschafwaarde 10.374 1.455 11.829Afschrijving 9.768 1.368 11.136Boekwaarde 606 87 693
De verwachte economische Ievensduur van de vaste activa is drie jaar.
Viottende activa2015 2014
€ €BLO2 Onderhanden projecten
Betaalde voorschotten in EU-projectenStand 1 januari 146.372 3.344Verleende voorschotten 182.652 384.646Besteed 75.883 241.618
Stand 31 december 253.141 146.372
Het bedrag aan onderhanden projecten is ten opzichte van vorig jaar gestegen. De reden hiervan isdat de tijdsplanning van de voortgang in de twee EU-projecten in Colombia en Cambodja niet in depas open met de op basis van die tijdsplanning verleende voorschotten.
BLO3 Vorderingen
Te ontvangen toezeggingen ICCAO projecten 61.657 2.962Te ontvangen teveel betaalde projectgelden 9.878 32.565Rente banken 4.935 9.428Vooruitbetaald 13.350 20.555
Stand 31 december 89.820 65.510
De vorderingen zijn gestegen omdat in 2015 een actiever beleid is gevoerd op invordering vantoegezegde ICCAD gelden.
Voor identificatiedoeteindenBLO4 Debiteuren & unq LI5.673
81.05 Overlopende activa
Nog te ontvangen afrekening programma VMP2009-2012 0 591.885af: Vz niet verantwoordeprojectuitgaven 0 99.679
0 492.206Nog te ontvangen inzake programma VMP 2013-2016 172.472 -
Totaal overlopende activa 172.472 492.206
Totaal viottende activa 520.643 709.761
De overlopende activa bestaat uit van het Ministerie van Buitenlandse Zaken te ontvangenprojectgelden die zijn toegezegd aan partners.De per 1 januari 2015 te ontvangen afrekening over het programma VMP 2009-2012 is in2015 ontvangen. De niet verantwoorde projectuitgaven ad € 99.679 zijn hierop in minderingg ebra cht.
Voor idertIfictied äei1ri4iErnst & ‘itung Ac’ “sLP
I”r
PASSIVA 2015 2014€ €
Eigen vermogen
Nog te bestemmen resultaatBLO7 boekjaar
Stand 1 januari -74.693 10.511Toegevoegd aan reserves 74.693 -10.511Te verdelen resultaat lopendboekjaar -112.452 -74.693
Stand 31 december -112.452 -74.693
BLO8 Reserves
Reserve CNV-I Egalisatiefonds
Stand 1 januari 10.511 -
Resultaatbestemming 24.986 10.511
Stand 31 december 35.497 10.511
Reserve projecten Figen Middelen
Stand 1 januari 267.295 267.295Ingebracht door CNV Vakcentrale - -
Resultaatbestemming -99.679 -
Stand 31 december 167.616 267.295
Totaal reserves 203.113
____
277.806
Totaal Eigen vermogen 90.661 203.113
De reserve CNV-I Egalisatiefonds is gevormd om toekomstige tekorten op indirecte kostenPCM op te vangen. De reserve projecten Eigen Middelen is gevormd om eventueletoekomstige projecten die niet vanuit een subsidiebron bekostigd worden, te financieren.
KortIoende schulden
BLO9 Crediteuren
Crediteuren algemeen 65.049 95.562CNV Vakcentrale 3.503 5.250
Balans per 31 december 68.552
_____
100.812
at ledo&ernden
BL1O Overige overlopende passiva
BUZA inzake VMP2O3-2016
VoorschotNag te besteden projectgeldenVM P
______________
Totaal vooruitontvangen inzakeVMP 2013-2016Nag te besteden avengeproj ectgel den
__________________
Totaal vooruitontvangen bedragen
__________________
Overicie overloende oassiva
Te betalen projectgelden VMP20 13-20 16Te betalen avenge projectgelden
_______________________________
Totaal te betalen projectgeldenRek. Crt. CNV VakcentraleRek. Crt. SOVNEu rea u kosten
__________________________________
Ealans per 31 december
________________
Totaal ovenlopende passiva
_________________
Totaal kortlopende schulden
_________________
Onder het hoofd Vooruitontvangen bedragen zijn de projectgelden opgenomen die zijn ontvangenmaar waarvoor nag geen verplichtingen zijn aangegaan. Het saldo ten opzichte van het yang jaar islager omdat meer in projecten is verplicht dan begroot.
Onder het hoofd Ovenlopende passiva zijn o.a. de ontvangen projectgelden opgenomen waarvoorverplichtingen zijn aangegaan, die nag betaald moeten warden. Het saldo van de overlopende passivais averigens ten opzichte van yang jaar afgenomen. De belangrijkste reden hiervan is dat de rekeningcourant met CNV Vakcentrale voor een bedrag van afgerond 350.000 euro is ingelost.
Niet uit de balans bliikende verjlichtingen en rechten
Daar het Ministerie van Buitenlandse Zaken is een subsidie taegezegd ten behoeve van hetVakbandsmedefinancieringsprogramma (VMP) over de periode van 2013 tot en met 2016.Voor het jaar 2016 is een verwachte subsidie te ontvangen van € 3.782k.
Voor identificatiedoeleindenErnst 8. ‘bung.js_LLP
Vooruitontvanaen bedracien2014
€
2. 152. 500
352.778
2.505.278
340.362
2.845.640
2015
€
2. 152. 500
2. 152. 500
441.8 12
2. 594. 3 12
2015€
537. 88 1131.747
669.62829.63814. 18585.583
799.034
3.393.346
3.461.898
2014€
347.818104.453
452.271397. 157
15. 50290. 116
955.046
3.800.686
3.901.498
Review verslaaiaar 2014
In het jaar 2015 is door de ADR van het Ministerie van Buitenlandse Zaken een review gehoudenmet de accountant over de jaarrekening 2014. Naar aanleiding van deze review heeft het Ministerievan Buitenlandse Zaken middels de brief van 3 februari 2016 met kenmerk MINBUZA-2016.63138gevraagd om in de jaarrekening 2015 een nadere toelichting te verstrekken op de financiëleverantwoording van de projecten en de wijze van schatting op basis waarvan de uitgaven inprojecten onttrokken worden aan de ter beschikking gestelde subsidiegelden.
ToelichtinQ schatting trojectrealisatie partners (totstandkominQ en informatie)
Projecten in het kader van het VMP dienen na afsluiten van een project binnen drie maandenfinancieel te worden verantwoord. Als de financiele verantwoording is gerealiseerd is immers eenproject definitief subsidiabel. Een financiële verantwoording is gerealiseerd als hetaccountantsverslag van de betreffende verantwoording is ontvangen. Omdat het VMP een periodebetreft van vier jaar wordt bij het opmaken van de jaarrekening per ultimo van het jaar eenschatting gemaakt van de projecten waarvan de financiële verantwoordingen vrijwel zeker binnenzullen komen. Als grondsiag dient hierbij de reeds ontvangen inhoudelijke en financiële versiagen.Een overzicht van de financiële verantwoording per 24 maart 2016 is als volgt weer te geven:
Nog te % nog teJaar Besteed Verantwoord verant verantwoordenwoorden
2013 3.180.367 3.136.104 44.263 1,4
2014 2.811.878 2.632.765 179.113 6,4
2015 3.895.462 1.395.320 2.500.142 64,2
Van de nog te verantwoorden bedragen is per genoemde datum ongeveer 90% aan inhoudelijke enfinanciële versiagen van de partners ontvangen. De verwachting is dat na ommekomst van de totaleVMP periode 2013-2016, per 1 juli 2017, een volledige flnanciële verantwoording op basis vanaccountantsverklaringen zal zijn ontvangen.
Over de jaren 2013 en 2014 dient nog een totaal bedrag ad € 223.376 door de partners te wordenverantwoord. Een deel hiervan wordt in combinatie met de afronding van de nog te verantwoordenprojecten in 2015 meegenomen in één audit. Daarnaast is inmidd&s na de peildatum van 24 maartvan een aantal de volledige verantwoordingen aisnog ontvangen maar nog niet verwerkt. Van deresterende projecten is de verwachting dat deze geheel verantwoord zullen worden.
De verplichtingen over voorgaande jaren zijn naar beneden bijgesteld omdat bij de afrekening vande projecten gebleken is dat voor de uitvoering van de werkplannen minder middelen nodig waren(efficiencyslag). De beoogde resultaten in de projecten zijn wel behaald. Het bijstellen van deverplichtingen is hieronder zichtbaar gemaakt als afwikkelresultaat:
Jaar Oorspronkelijke Bijgestelde verplichting Afwikkelresultaat
______________________
verplichting (Besteed)2013 3.209.019 3.180.367 28.6512014 2.881.743 2.811.878 69.865Totaal 98.517
Het afwikkelresultaat is verwetkt in de jaarrekening 2015 onder de baten en lasten VMP projecten.Het bedrag besteed 2015 minus de afwikkelresultaten is € 3.796.945. De cumulatieve besteding tenopzichte van het beschikte bedrag is hieronder als Nog te besteden weergegeven:
]aar In jaarrekening Besteed bedrag Totaal besteedverantwoord bedrag indirecte PCM
projecten2013 2.990.210 1.108.628 4.098.8382014 3.082.118 1.093.128 4.175.2462015 3.796.945 1.052.659 4.849.604Totaal 9.869.273 3.254.415 13. 123.688Totaal beschikt aan 17.221.407Stichting CNVInternationaalNog te besteden 4.097.719
De in de jaatrekening verantwoorde bedragen wijken af van de per 31 december 2015 vermeldeverplichte bedragen omdat in de bedragen verantwoord in de jaarrekeningen de afwikkelresultatenover voorgaande jaren zijn verwerkt. De afwijkingen betreffen verschuivingen binnen desubsidieperiode 20 13-2016 en hebben derhalve geen effect op het totaal over de gehelesubsidieperiode.
Het cievoerde anti-corrurtiebeleidOm het voorgaande zeker te stellen heeft de Stichting CNV Internationaal maatregelen genomen ophet gebied van organisatie en regelgeving. De interne organisatie is aangepast zodat op eeneffectievere wijze de projecten tussentijds flnancieel gevolgd worden en binnen de gestelde termijnde financiële eindverantwoording ontvangen zal zijn.Daarnaast is de regelgeving met betrekking tot de controle van de projecten bij de partners zelfaangepast. Deze aanpassing richt zich met name op de keuze van accountants, die de (tussentijdse)audits van de projecten doen en op de wijze van het verlenen van voorschotten en financiëleafrekeningen in de projecten.
Subsidie Europese UnieDe Europese Unie heeft voor de twee lopende projecten subsidie toegezegd. De betreffendeprojecten in Colombia en Cambodja lopen respectievelijk per 1 februari en per 1 april 2017 af. Voordeze projecten betreft het een totaal subsidiebedrag van € 945.000.
Dienstverband medewerkers Stichtina CNV InternationaalVanuit CNV Vakcentrale worden de medewerkers gedetacheerd bij Stichting CNV Internationaal. Bijeen eventueel staken van de activiteiten van de stichting is bij CNV Vakcentrale een voorziening tenbehoeve van de opvang van de medewerkers getroffen.
Voor IdentIficUtledoeleindenit& unq
‘ IUI4Ok ,
— WrbRq wt,kI
VWL
TOELICHTING OP DE STAAT VAN EATEN EN LASTEN
EATEN
01 VMP-subsidie 2013-2016
10.5
Voor een nader toelichting op de baten en lasten van de VMP subsidie verwijzen wij u naar debij deze jaarrekening behorende overzichten van de projecten (hoofdstukken 10.6 en 10.7) ende toelichtingen opgenomen in het jaarverslag onder hoofdstuk 8.
vwI.02 Solidariteitsfonds
Opbrengsten projecten
Realisatie2015
RealisatieBegroot 2015 2014
€ €
VWL
Realisatie2015
€Begroot 2015
€
Realisatie2014
€
07 RentevercjoedingRente Banken IC CAC en EigenMiddelen 988
Totaal rentevergoeding
5.047
5.047
30.000
30.000
11.473
12.461
VWL
Realisatie2015
€- Begroot 2015
€
Realisatie2014
€
08 Donaties van ledenAlgemeen giftgevers en donateursMutatie te betalen projecten EMOverige Opbrengsten Derden
142.181-68. 253
3.86877.796
VWL09 BlidraQen voor IC-CAD orolecten
Mutatie te beta len projecten IC-CADOpbrengsten IC-CAD projecten
Realisatie2015
€
-51. 72 1115. 51763.796
Begroot 2015€
190.000190 .000
Reaflsatie2014
€
-27. 669101.50873.839
Voor Identi flcatiedo&eindentnst urg A s LLP
E httorWrnbli wiJ
€
115.000115.000
Renten VMP-geldenBankrentenBan kkosten
5.047 30.000 11.473
170.000
170. 000
125.635-70.497
55. 138
Realisatie Realisatie2015 Begroot 2015 2014
€ € €VWL10 Kniestedtfonds
Mutatie te betalen projecten 5.513 18.113
5.513 - 18.113
Realisatie Realisatie2015 Begroot 2015 2014
€ € €VWL11 Prolecten EU
Opbrengsten EU projecten 196.983 700.000 1.434Mutatie te betalen EU-projecten -1.263 - 438.347
195.720 700.000 439.781
Realisatie Realisatie2015 Begroot 2015 2014
€ € €VWL12 Biidraen voor Bondwrojecten
Opbrengsten Bondsproject 82.566 - -
Mutatie te betalen Bondsprojecten -28.31154.255 - -
Realisatie Realisatie2015 Begroot 2015 2014
€ € €Overige ObrenQsten
VWL14 Overige Opbrengsten Derden 4.519 - 6.316VWL15 Baten Voorgaande jaren - - 16.440
4.519 - 22.756
De opbrengst renten banken is lager dan het vorige jaar. De reden hiervan is dat de rente gedurendehet verslagjaar gedaald is. De nog niet aan projecten toegewezen gelden zijn verantwoord ondervooruitontvangen projectgelden.
De opbrengsten uit projecten van de Europese Unie zijn € 504.280 lager dan begroot. Op basis van derealisatie in 2014 is voor 2015 een hoger bedrag begroot, echter de verwachting cm nieuwe projectenop te starten is in 2015 niet ingelost. Daarnaast lopend de twee huidige projecten (Colombiaen Cambodja) achter op de begrote planning, waardoor van de EU lagere voorschotten zijn ontvangen.
In het jaar 2015 is gestart met fondswerving via het Solidariteitsfonds. De door bij het CNV aangeslotenBonden aangegane projecten, die passen in de doelstellingen van de stichting CNV Internationaal,lopen financieel via de stichting. Hierdoor wordt bereikt dat een evenwichtige synergie ontstaat tussende door de bonden en de Stichting zelf uitgevoerde projecten.
tVoor IdentJfjctJedoeIejndenFrnst & bunq Accoi%P
Iwt?.rw,rnh1 ,id
LASTEN
VWL16 PersoneelskostenSalarissen, sociale lasten, pensioenvoorzieningen diverse andere personele kostenVervoerskostenReis-/verblijfkosten
Realisatie2015
€
774.85121. 143
248
Begroot2015
€
781. 16718. 169
Realisatie2014
€
763.72825.070
857
796.241 799. 336 789.655
VWI.17 Project- en werkbezoeken 5.810 17.842
VWL18 Overige aooaraatkostenAdministratiekosten CNVP&O kosten CNVHuur kantoorruimteHuur inventaris / computerapparatuurDrukwerk en kantoorbenodigdhedenPorti- en vrachtkostenTelefoon- faxkostenAccountantskostenDiverse kosten
99.81934.513
170 .851104. 162
4855.89 14.355
25.04517.911
107.92634.880
165. 211125. 268
2.0001.000
15.00013.879
77.44719. 134
103.840129.809
6.0631.0382.861
18 .09914. 865
Totaal overige araraatskosten 463.032 465. 164 373. 156
Totaal apparaatskosten 1.265.083 1.264.500 1.180.654
Proiectkosten VMPRealisatie
2015€
Begroot2015
€
Realisatie2014
€
VWI.19 Projectkosten VMP2O13-2016Ontvangen Subsidies verplichtingen
3.605.395 3.618.634- 183
2.763.8063 18.3 12
Projectkosten VMP 3 .605. 395 3. 618.817 3. 082. 118
Realisatie2015
€
Beg root2015
€
Realisatie2014
€
Projecten eigen middelenBijdrage apkvDoorbel intern Ov.PersoneelskostenOverige KantoorkostenPorti en Vtacht (niet projecten)Telefoon en FaxBank- en TransactiekostenVergaderingen (niet op project)Overige LastenDiverse kosten
VWL2O - Leden projecten
21. 575
-455.222
49.468
1.519
15
153.00017.000
13. 165
- 2.474- 30.594- 388- 2.411- 6.495
243
Ernst a ‘tL Ac
Realisatie Begroot Realisatie2015 2015 2014
€ € €
Kosten Projecten ICCAO 62.012 183.000 73.802Overige Lasten - 5Diverse kosten 96 - 37
VWI.21 - IC-CAO projecten 62.107 183.000 73.844
Realisatie Begroot Realisatie2015 2015 2014
€ € €Kosten projecten Kniestedt fonds 5.513 - 18.113
VWL22 - Projecten Kniestedt fonds 5.513 - 18.113
Realisatie Begroot Realisatie2015 2015 2014
€ € €VWI.23 Kosten Bondsprojecten
- Projectkosten bondsprojecten 54.255 - -
54.255 - -
Realisatie Begroot Realisatie2015 2015 2014
€ € €Kosten Europese Unie projecten 195.764 700.000 438.757Overige Lasten 184 - -
VWL24 - Europese Unie projecten 195.948 700.000 438.757
Realisatie Begroot Realisatie2015 2015 2014
€ € €Kosten projecten 115.000 0 0
VWL25 - Solidariteitsfonds 115.000 - -
Totaal projectkosten 4.116.214 4.671.817 3.668.359
VWL26 Diverse LastenRealisatie Begroot Realisatie
2015 2015 2014€ € €
Dotatie dubieuze vordering 19.329 - 99.679Accountantskosten 2014 resp. 2013 2.922 - 10.323Overige -53 - 2.560Totaal Diverse Lasten 22. 198 - 112.562
tVoot Identi ficatiedoeleindenrrmt bung
De personeelsieden, werkzaam bij de Stichting CNV Internationaal, zijn in dienst bij de CNVVakcentrale. CNV Vakcentrale belast de kosten van deze personeelsieden door aan CNVInternationaal. De omvang van deze formatie bedraagt 10,11 fte. Met deze detachering is een totaalbrutosalaris gemoeid van € 559.617.De personeelskosten zijn hoger dan begroot en de realisatie van 2014. De reden hiervan is dat vanuitde projecten Europese Unie een vergoeding voor salariskosten is ontvangen die lager Iigt danbegroot.
De kosten van project- en werkbezoeken zijn lager dan begroot omdat deze kosten zoveel mogelijkzijn toeberekend aan de betreffende projecten en derhalve onder de projectkosten zijn gebracht.
De overige apparaatskosten zijn hoger dan de realisatie van 2014. De doorbelasting van de kostenvan de shared services vanuit CNV Vakcentrale liggen hieraan ten grondsiag. Deze kosten zijn tenopzichte van het vorig verslagjaar € 79.000 hoger. Daarnaast zijn de accountantskosten € 10.000hoger dan het vorig verslagjaar.
De projectkosten van de VMP projecten zijn hoger dan het vorig verslagjaar. De reden hiervan is datin het jaar 2015 begrote bedragen voor het volgende boekjaar 2016 naar voren zijn gehaald.Hiermee wordt getracht om de verantwoordingen van de projecten binnen de gestelde termijnen tekunnen ontvangen. De kosten van de EU projecten zijn lager begroot dan het vorige verslagjaar.Daar liggen twee redenen aan ten grondslag. De projecten lopen achter op het begrote programmaen tevens is men er niet in geslaagd om nieuwe projecten te werven, welke laatste wel in debegroting was opgenomen.
SubsidiesDe Stichting CNV Internationaal ontvangt uit diverse bronnen subsidies. Het grootste deel van desubsidies wordt ontvangen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken ten behoeve van definanciering van projecten in het Vakbondsmedefinancieringsprogramma. De overige subsidiesworden verkregen van de Europese Unie, afspraken in het kader van cao-overleg (ICCAO),aangewezen projecten door aangesloten bonden, legaten en donateurs.De subsidies verkregen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Europese Unie worden voor eenbepaalde periode verstrekt. De overige subsidies hebben een incidenteel karakter. Voor naderetoelichtingen op deze subsidies met betrekking tot afrekening, verantwoording, duur e.d. verwijzenwij naar de in het jaarverslag en de jaarrekening opgenomen toelichtingen.
WNT-verantwoordinp 2015AlgemeenPer 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipubliekesector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van het volgende op de stichtingCNV Internationaal van toepassing zijnde algemene WNT-maximum. Het bezoldigingsmaximum in2015 voor de stichting CNV Internationaal is € 178.000. Het weergegeven toepasselijke WNTmaximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissentevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van hetdienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor deleden van de Raad van Toezicht. Dit bed raagt voor de voorzitter 7,5% en voor de overige eden 5°hvan het bezoldigingsmaximum.
Bezoldiging topfunctionarissenIc/dingge vend topfunctionaris
Mevrouw M.J. Alting von GeusauFunctie: managerDuur dienstverband in 2015: 4 jaarOmvang dienstverband (in fte): 1,0Bezoldiging:Beloning 83.662Belastbare onkostenvergoedingenBeloningen betaalbaar op termijnTotaal bezoldiging 83.662 Voor IdentifjcatjedoejejndenToepasselijk WNT-maximum 178.000 ErnsujLp
Toezichthoudende topfunctionarissen (Raad van Toezicht)De leden van de Raad van Toezicht (bestuur) ontvangen geen bezoldiging. Deze leden zijn Pieterde Vente (voorzitter), Maurice Limmen (lid) en Willem JelIe Berg (lid).
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissenEr zijn in 2015 geen uitkeringen aan topfunctionarissen verstrekt wegens beëindigingdienstverband.
Overige rapportageverplichtingen op grond van WNTNaast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2015een bezoldiging boven het toepasselijk WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerderejaren een vermelding op grond van WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moetenplaatsvinden. Er zijn in 2015 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die opgrond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.
rtj
10.6
Overz
icht
lan
den
en
resu
ltaatg
ebie
den
Food
secu
rity
Sec
urit
y&
lega
lor
der
Cap
acity
build
ing
Dec
ent
Wor
kIn
form
alec
onom
yG
ende
rC
onne
ctin
gag
enda
’sT
otaa
l
1I
23
IFV
2015
30.33
0,401
0,00
0,00
7.08
3,30
0,00
0,00
0,00
23.2
47,1
00,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
000,
000,
000.
000,
000,
000,
000,
0023
.247
,10
0,00
7.08
3,30
den
cati
edoe
let
:uen
Cou
ntry
5ang
lade
shI
IEX
CL
2014
IBud
get
2015
92.6
86,6
21IF
V2O
1S17
.309
.541
‘Ver
achi
l-7
5.37
7,08
1‘F
V20
1519
.125
.001
1I
21
31
1I
2I
31
1I
2I
3I
11
2I
3
Food
secu
rity
0,00
0.00
10.2
70,8
0.00
0,00
7.68
9,59
0.00
0.00
-2.5
81,2
80.
000.
007.
083,
30S
ecur
ity
&le
gal
orde
r0,
0030
.000
,00
5843
.70,
0041
7,40
902,
850,
00-2
958
2.60
494
0,90
0,00
0.00
0,00
Cap
acit
ybu
ildin
g35
.000
,00
0,00
0.0
1.08
0,03
0,00
0,00
-33.
919,
970,
000,
0012
.041
,70
0,00
0,00
Dec
ent
Wor
k0,
000,
001.
558,
30,
0088
,50
2.60
2,97
0,00
88.5
01.
044,
620,
000,
000,
00In
form
alec
onom
y0,
000,
000.
00.
0088
,50
0,00
0.00
88,5
00,
000,
000.
000.
00G
ende
r0,
000,
000,
00.
000,
000,
000.
000.
000,
000,
000.
000.
00C
onne
ctin
gag
enda
’s0,
002.
479,
167.
534,
40,
0088
.50
435
1,20
0,00
-2.3
90.6
6-3
.183
.29
0,00
0.00
0.00
Tot
aal
35.0
00,0
032
.479
,16
25.2
07,4
1.08
0,03
682,
9015
.546
,61
-33.
919,
97-3
1.79
6,26
-9.6
60,8
512
.041
,70
0,00
7,08
3,30
iCou
ntry
Ben
inI
Bud
get
2015
228.
265,
721
1FV2
015
218.
727,
271
Ver
schi
l-9
538,
451
[FV
2O1S
44.2
30,0
01
Sub-
prog
ram
me
1I
2I
3I
1I
2I
3I
1I
2I
3I
12
I3
Food
secu
rity
10.6
25,0
00,
008.
500,
0010
.500
,00
0,00
7.68
8,90
-125
,00
0,00
-811
,10
0,00
0.00
7.08
3,30
Secu
rity
&le
gal
orde
r0.
0025
.000
,00
5.84
3,75
0.00
2541
7.00
2.12
5,40
0.00
417,
00-3
.718
.35
0.00
0,00
0,00
Cap
acity
build
ing
72.9
75,0
00.
000,
0057
476,
900.
000.
00-1
5.49
8.10
0,00
0.00
3324
6,70
0,00
0,00
Dec
ent
Wor
k41
.500
,00
15.0
00,0
012
.458
,35
42.9
90,0
015
.464
5023
.103
,37
1.49
0,00
464,
5010
.645
,02
0.00
0.00
0,00
Info
rmal
econ
omy
15.0
00,0
00,
000,
0016
.002
,00
633
1,10
0,00
1.00
2,00
633
1,10
0,00
0.00
0,00
0.00
Gen
der
7.00
0,00
0.00
0,00
7.18
8,00
0,00
0.00
188.
000.
000,
000.
000.
000,
00C
onne
ctin
gag
enda
’s0,
006.
829,
137.
534,
490,
0088
,50
4.35
1,60
0.00
-6.7
40.6
3-3
.182
,89
0,00
0.00
3.90
0,00
Tot
aal
147.
100,
0046
.829
,13
34.3
36,5
913
4.15
6,90
47.3
01,1
037
.269
,27
-12.
943.
1047
1.97
2.93
2,68
33.2
46,7
00.
0010
.983
,30
ICou
ntrv
Cam
bodi
a
Sub-
prog
ram
me
Bud
qet
2015
272.
932.
991
FV20
1527
7.88
6.27
1V
ersc
hil
AQ
‘JO
l
II
3I
1
6.00
0,00
0.00
8.50
0,00
17.0
00,0
00,
007
688.
9011
.000
,00
0,00
-811
,10
0,00
5.32
6,00
16.8
43,7
50.
005.
743,
003.
625,
000.
0041
7.00
-13.
218,
7574
.125
,00
0,00
0,00
78,1
67.9
00,
000,
004.
042,
900.
000,
0010
2.50
2,24
17.2
57,0
01.
558,
3510
2.50
1,00
17.3
45,5
02.
602,
97-1
,24
88,5
01.
044,
623.
850,
0082
6,00
0,00
3.85
0,00
915,
500.
000,
0089
,50
0,00
11.1
31,0
00,
000,
0011
.131
,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
17.4
79,1
67.
534,
490,
004.
463,
5022
.852
,00
0.00
-13.
015,
6615
.317
,51
197.
608,
2440
.888
,16
34.4
36,5
921
2.64
9,90
2846
7.50
3676
8,87
15.0
41,6
6-1
2.42
0.66
2.33
2,28
2I
3I
2131
10
.6O
verz
icht
lan
den
en
resu
ltaatg
eb
ieden
[‘idtI
fica
tied
oele
inde
nE
rnst
&‘b
un
gA
cL
LP
EYII
wId
q.h
’n.’
r
ICou
ntry
Col
ombi
a
IBud
get
2015
367.
2407
511F
V20
1539
3.477
,611
lver
schi
l26
=236
,861
IFV
2O1S
21.8
30,0
01S
ub-p
ogra
mm
e1
23
1I
23
I[1
I2
I3
1I
2I
3
Food
secu
rity
10.2
00,0
00.
008=
500.
018
950.
000.
007688,7
48.
750,
000,
00-8
11,2
6000
0,00
7083
.30
Sec
urit
y&
lega
lor
der
0.00
7.50
0,00
2834
3.7
0.00
3116
7.00
28.9
9500
0.00
23.6
67,0
065
1.25
000
0.00
00
0C
apac
ity
build
ing
50.2
75,0
0000
00
7575
8,20
0.00
000
25.4
83,2
00.
000.
0014
746.
700
00
0.00
Dec
ent
Wor
k15000000
4725
0,00
23
08
,316
659
220
1869450
260
2,97
1659
2,20
-28
555,
5029
4,62
000
000
0,00
Info
rmal
econ
omy
2500
0.00
0,00
0.0
2925
0,00
88,5
00.
004.
250,
0088
.50
0.00
0,00
0,00
0,00
Gen
der
5.00
0,00
0.00
0.0
925
0,00
0,00
0,00
4.25
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
Con
nect
ing
agen
da’s
0.00
1782
9,16
1503
4,4
0,00
88.5
04
352,
000,
00-1
7.74
0.66
-10.
682,
490,
000.
000.
00T
otaa
l24
0.47
5,00
72.5
79,1
654
.186
,529
9.80
0,40
5003
8.50
43.6
38,7
159
.325
,40
-22.
540,
66-1
0.54
7,88
14=7
46.7
00.
007.
083,
30
ICou
ntry
ElSa
lvad
orI
LB
udge
t20
1597
.328
,5FV
2015
93.74
4.491
Ver
schi
l-3
.584
.011
FV2O
1S14
.000
,001
Sub=
prog
ram
me
1I
23
J1
I2
3I
12
I3
I1
2I
3Fo
odse
curi
ty1.
800,
000.
004.
500,
03.
375,
000,
004.
182,
781.
575,
000,
00-3
17,2
20,
000,
003.
750,
00S
ecur
ity
&le
gal
orde
r0.
002.
000,
003
093.
70,
00-6
458.
203.
375,
000,
00-8
.458
,20
281.
250,
000,
000.
00C
apac
ity
build
ing
19.5
62,5
00.
000.
019
.852
,30
0.00
0.00
289,
800.
000,
0010
.250
,00
0,00
0,00
Dec
ent
Wor
k19
.466
,00
21.1
25,0
04.
200,
019
.466
,00
29.8
50,9
01.
560,
010,
008.
725,
90-2
.639
,99
0,00
0.00
0.00
Info
rmal
econ
omy
6=00
0.00
8.50
000
0.0
6.00
0,00
8.54
6,90
0,00
0,00
46.9
00,
000,
000,
000.
00G
ende
r2.
000,
000.
000.
02.
000,
000.
000,
000,
000.
000.
000.
000.
000,
00C
onne
ctin
gag
enda
’s0.
001
312,
503
768.
70,
0046
,90
194
6.90
0,00
-1.2
65,6
0-1
821,
850.
000.
000.
00T
otaa
l48
.828
,50
32=9
37.5
015
.562
,550
.693
,30
31.9
86,5
011
.064
,69
1.86
4,80
-951
,00
4.49
7,81
10.2
50,0
00.
003.
750,
00
[Cou
ntry
Gha
naI
Bud
get
2015
120
.503
.251
Sub
-pro
gram
me
Food
secu
rity
Sec
urit
y&
lega
lor
der
Cap
acit
ybu
ildin
gD
ecen
tW
ork
Info
rmal
econ
omy
Gen
der
Con
nect
ing
agen
da’s
Tot
aal
FV20
1512
5749
Ver
schi
l5
.246
.071
FV20
15
1I
21
31
12
3I
1I
2I
3I
12
I3
0,00
0,00
850
0,00
0,00
0.00
768
8.90
0,00
0.00
-811
.10
0,00
0.00
7.08
3,30
0.00
0,00
3.09
3,75
0.00
417.
0090
2,85
0.00
417.
00-2
.190
.90
0.00
0.00
0,00
42.1
37,5
00,
000.
0040
.457
,90
0.00
0,00
-1.6
79,6
00,
000.
0023
.246
,70
0.00
0.00
18.3
00,0
00,
0012
.458
,35
32.5
20,0
088
,50
23.1
02,9
714
.220
,00
88,5
010
.644
,62
0.00
0.00
0,00
2.00
0,00
0.00
0.00
5.30
0,00
633
1,10
0,00
3.30
0,00
6.33
1,10
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
2.00
0,00
0.00
0.00
2.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
26.4
79,1
67.
534,
490,
0025
88.5
04.
351,
600.
00-2
3.89
0,66
-3.1
82.8
90,
000,
003.
900,
0062
.437
,50
2647
9,16
31.5
8659
8027
7.90
9.42
5,10
3604
6.32
1784
0,40
-17.
054,
064.
459,
7323
.246
,70
0.00
10.9
83,3
0
3423
0,00
1
10.6
Over
zich
tla
nd
en
en
resu
ltaatg
ebie
den
ICou
ntry
Sub
-pro
gram
me
Food
secu
rity
Sec
urit
y&
lega
lor
der
Cap
acit
ybu
ildin
gD
ecen
tW
ork
Info
rmal
econ
omy
[Gen
der
Con
nect
ing
agen
da’s
Tot
aal
Sub
-pro
gram
me
Food
secu
rity
Sec
urit
y&
lega
lor
der
Cap
acit
ybu
ildin
gD
ecen
tW
ork
Info
rmal
econ
omy
Gen
der
[Con
nect
ing
agen
da’s
Tot
aal
IVoo
rid
enti
fic
ati
edoeIejn
den
Ern
st&
Ybu
ng
Gua
tem
ala
IBud
get
2015
2842
51,2
511F
V20
1528
3.55
5,50
1IV
ersc
hil
-705
,751
IFV2
O1S
2183
0,00
11
I2
I3
I1
I2
I3]
1I
2I
3
10.2
00,0
00,
0085
00.0
015
000.
00000
7.68
8,90
&80
0,00
0,00
-811
.10
0,00
1050
0,00
1084
3,75
0,00
7.91
7,00
40.3
75,0
00,
00-2
.583
,00
2953
1.25
3017
5,00
0,0
0,00
2021
0.43
0,00
0,00
-105
64,5
70,
000,
0051
.933
,00
90,0
00.0
4055
8.35
36.5
30,0
075
.838
,50
2.60
2,97
-15.
403,
00-1
4.16
1,50
-37.
955,
386.
500,
000,
00,
006.
500,
0015
.088
,50
0,00
0,00
15.0
88,5
00,
006.
000,
000,
00.
003.
500,
000.
000.
00-2
.500
.00
0,00
0,00
0,00
9.97
9,1
8.47
1,99
0,00
47.3
53,0
04.
351,
200,
0037
.973
,84
-4.1
20,7
910
5.40
8,00
110.
479,
168
374,
0981
.740
,43
146.
797,
0055
.018
,07
-23.
667,
5736
.317
,84
-13.
356,
02
1I
23
1
0,00
0,00
7.08
3,30
0,00
0,00
0,00
14.7
46,7
00,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
000,
000.
000,
0014
.746
,70
0,00
7,08
3,30
ICou
ntry
Gui
nea
]B
udge
t20
1510
5.36
2,25
1FV
2015
94.6
81.8
21V
ersc
hil
-10.
680,
43
Sub
-pro
gram
me
1I
2I
3I
12
I3
I1
I2
I3
]Fo
odse
curi
ty3.
750,
000,
004500,0
4.47
5,00
0.00
4.1
82,U
725.
000.
00-3
17.2
0S
ecur
ity
&le
gal
orde
r0.
003.
000,
003.
033,
70.
005.
855,
800.
000,
002.
855,
80-3
.093
,75
Cap
acit
ybu
ildin
g29
.312
,50
0,00
0.0
30.5
21,7
50,
000.
001.
203,
250.
000,
00D
ecen
tW
ork
27.3
00,0
015
.500
,00
2.32
4,7
16,8
92,0
010
.681
,90
1.55
9,87
-10.
408,
004
.81
8,1
0-7
64,8
8In
form
alec
onom
y8.
000,
000.
000.
011
.555
,00
46,9
00,
003.
555,
0046
.90
0,00
Gen
der
3.50
0,00
0.00
0.0
6.54
2,00
0,00
0,00
3.04
2,00
0,00
0,00
Con
nect
ing
agen
da’s
0,00
1.31
250
3.76
8,7
0,00
46
90
23
21
,90
0,00
-1.2
65,6
0-1
.446
,85
Tot
aal
71.8
62,5
013
.812
,50
13.6
87,2
69.9
85,7
516
.631
,50
8.06
4,57
-1.8
76,7
5-3
.181
.00
-5.6
22.6
8
ICou
ntry
Hon
dura
s—
]
1I
0.00
1
2I
3
0.00
I18
.653
,55
I
FV20
1523
.303
,55
0.00
1
Bud
qet
2015
161.
512,
5FV
2015
151.
340.
B71
Ver
schi
l-1
0.17
1.6:
0,00
I
0.00
3,75
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
900.
000.
004.
650,
00
0.00
I0.
00I
.I
18.6
53,5
51
1I
2I
3J
12
I3
1I
2I
3
1.80
0,00
0,00
4.50
0,0
3.37
5,00
0.00
4.1
82
,01.
575,
000,
00-3
17,2
00,
000.
003,
093.
70,
0088
99.8
03.
375,
000.
008.
899,
8028
1.25
24.0
62,5
00,
000,
010
.286
,30
0.00
0.00
-13.
776.
200,
000.
0032
.500
,00
41.8
75,0
04.
200,
023
.550
,00
32.4
21,9
01,
559.
87-8
.950
,00
-3.4
53,1
0-2
.640
,13
14.8
00,0
08.
500,
000,
015
.000
,00
8.54
6,90
0.00
200,
0046
.90
0.00
5.75
0,00
0,00
0,0
6.00
0,00
0.00
0.00
250.
000,
000.
000,
0016
.662
,50
3.76
8,7
0.00
11.7
24,4
022
.418
,90
0.00
4.9
38
,10
18.6
50,1
578
.912
,50
67.0
37,5
015
.562
,558
.211
,30
61.5
93,0
031
,536
.57
-20.
701,
20-5
.444
.50
15.9
74,0
7
1I
0.001
I—
10.2
50.0
01
FV20
1514
.000
,00
2t
3]
o.oo
l0.
003,
750.
000.
00000
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
3.75
0,00
0,00
10,
001
0.00
10.
001
10.2
50.0
01
10.6
Over
zich
tla
nd
enen
resu
ltaatg
ebie
den
Sub-
prog
ram
me
Food
secu
rity
Sec
urit
y&
lega
lor
der
Cap
acit
ybu
ildin
gD
ecen
tW
ork
Info
rmal
econ
omy
Gen
der
Con
nect
ing
agen
das
Tot
aal
Sub-
prog
ram
me
Food
secu
rity
Sec
urit
y&
lega
lor
der
Cap
acit
ybu
ildin
gD
ecen
tW
ork
Info
rmal
econ
omy
Gen
der
Con
nect
ing
agen
das
:mta
al
IBud
get
2015
4846
28,2
511F
V20
15
1I
2I
3]_
6.00
0,00
0,00
6.50
0,0
1?0_
DO76
.000
,00
8.34
3,7
Bud
get
2015
196.
610,
79FV
2O1S1
I2
I3
485.
936.
021
‘Ver
schi
l
0,00
103.
429.
001
3.62
5.00
1
175.6
16.I
Ver
schi
l
1.30
7.77
1IF
V2O
15
I2
I3
II
I
0,00
27.4
29,0
01-4
.718
,7
-20.
994.
371
30.3
30,4
01
I2
I3
I0,
000,
007.
083,
300.
000.
000,
0023
.247
,10
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
23.2
47,1
00,
007.
083,
30
FV2O
1545
.325
,001
1
0.00
0,00
38.2
41,7
00,
000.
000.
000.
0038
.241
,70
2I
3I
0.00
17.
083.
0,00
I0,c
0,00
I0,
(0,
00I
0,(
0.00
I0,
(0.
00I
0.c
0.00
10.
00.
I
0.00
17.
083,
30
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
23.2
46,7
00,
007.
083,
30
Voo
rid
enti
fica
tied
Oel
ein
den
ICou
ntry
Indo
nesi
aI
1
0,00
17.6
87,
11.0
00,0
0’0,
001
-812
,24
86.7
75:0
00,
000,
087
.623
,20
0,00
0,00
846,
200.
000,
0114
2.00
0,00
70,6
50.0
01.
558,
312
9.96
5,27
57.9
97,5
02.
604,
36-1
2.03
4.73
-12.
652,
501.
046,
0’10
.000
,00
9.00
0,00
0.0
10.0
00,0
088
,50
0.00
0,00
-8.9
11,5
00,
0134
.500
,00
0.00
0.0
36,5
00.0
00.
000.
002.
000,
000,
000,
010.
0022
.829
,16
8.47
1,9
0.00
19.4
63,5
09.
951,
930.
00-3
.365
.66
1.47
9,9
279
275,
0017
8.47
9,16
26.8
74,0
281.
088,
4718
0.97
8,50
23.8
69,0
51.
813,
472.
499,
34-3
.OO
5,O
ICou
ntry
Mad
agas
car
—
Bud
get
2015
156
.26
7.2
FV20
1516
8.38
0,91
1V
ersc
hil
12.1
13,6
61
Sub-
prog
ram
me
1I
2I
31
f2
I3
12
I3
Food
secu
rity
10.6
25,0
00,
008.
500.
uu10
.500
,00
0,00
7.68
8,U
-125
.00
0,00
-811
,10
Sec
urit
y&
lega
lor
der
0,00
0,00
5.84
3,75
0.00
417,
002.
125,
000,
0041
7,00
-3.7
18,7
5C
apac
ity
build
ing
50.9
75,0
00,
000.
0058
.457
,34
0,00
0.00
7.48
2,34
0,00
0,00
Dec
ent
Wor
k29
.500
,00
6.32
0,00
4,95
8.35
27.4
00,0
04.
948,
5015
.602
,97
-2.1
00,0
0-1
.371
,50
10.6
44,6
2In
form
alec
onom
y9.
000,
000,
000.
006.
200,
006.
331,
100.
00-2
.800
,00
6.33
1,10
0,00
Gen
der
8.53
2,00
0,00
0,00
2.50
0,00
0,00
0,00
-6.0
32,0
00,
000,
00C
onne
ctin
gag
enda
’s0.
0014
.478
,66
7.53
4,49
0.00
21.8
58,5
04.
351,
600.
007.
379,
84-3
.182
,89
Tot
aal
108.
632,
0020
.798
,66
26.8
36,5
910
5.05
7,34
33.5
55,1
029
,768
.47
-3.5
74.6
612
.756
,44
2.93
1,88
ICou
ntry
Mol
dova
85.6
49.0
010.
001
0,00
I
0.00
1
1I
21
3]
12
I3.]
1I
2I
3
0,00
0,00
8.50
0,00
0,00
0,00
7,68
8.90
0.00
0,00
-811
,10
0.00
0.00
8.34
3,75
0,00
7.77
7,00
3.62
5,00
0,00
7.77
7,00
4.71
8,75
0.001
44.6
14,2
1
0.001
0,00
I0.0
01
0.00
20.0
66,9
0I
42.0
34,7
26.0
66:0
0150
.460
.001
1.5
58.3
17.7
02,0
057
.781
.001
2.6
02,J
-8.3
64,0
07.
301,
001.
044.
621
0.00
0.001
0.001
0,001
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
7.47
9,16
7.53
4,49
0.00
9.46
3,50
4,27
2.90
0,00
1.98
4,34
-3.2
61.5
911
2.71
5,00
57.9
59,1
625
.936
,59
62.3
16,2
195
.110
,40
18.1
89,7
-50.
398,
7937
.151
,24
-7.7
46,8
2
0,0f
FV20
1530
.330
.001
12
13
10,
000.
007.
083,
300.
000,
000,
00
0.0
0,00
1
20.0
88.9
t
23.2
46,7
0
0.001
0.00
I
0.00
0.001
0.00
10.
001
10.6
Over
zich
tla
nd
enen
resu
ltaatg
ebie
den
Food
secu
rity
Secu
rity
&le
gal
orde
rC
apac
itybu
ildin
gD
ecen
tW
ork
Info
rmal
econ
omy
Gen
der
Con
nect
ing
agen
da’s
Tot
aal
Sub-
prog
ram
me
Food
secu
rity
Secu
rity
&le
gal
orde
rC
apac
itybu
ildin
gD
ecen
tW
ork
Info
rmal
econ
omy
Gen
der
Con
nect
ing
agen
da’s
Tot
aal
Voo
rid
enti
fica
tied
oel
einden
Ern
st&
MJu
ngA
crtt
,LL
P
IlldU
,q
,,
W0
IbO
llw
orld
Sub-
prog
ram
me
Cou
ntry
Nig
erI
10.6
25.0
010.
001
IBud
net
2015
199.
265.
751
IFV
2O1S
1978
74.9
81‘V
ersc
hil
12
3I
1I
2I
0,00
15.
000.
001
5.84
3,75
0.00
417,
02.
125,
001
3
15.5
00,0
00,
07
.G8
8.
4.87
5,00
0.00
-811
,10
-1.3
90.7
711F
V20
15
I2
I3
II1
6997
5,00
0,00
0,00
5627
9.21
0.0
0,00
-136
95,7
90.
000,
0126
.000
,00
15.5
00,0
04.
958,
3524
.530
0026
.574
,915
.602
,97
-147
0,00
11.0
74,9
010
.644
,6:
20.0
00,0
00.
000,
0013
.629
,00
6.33
1,1
000
-6.3
71,0
06.
331,
100,
0113
500,
000,
000.
002475600
0,0
0.00
11.2
56,0
00,
000,
010.
0011
.829
,16
7.53
4,49
0.00
88.5
4.35
240
0,00
-11.
740,
66-3
.182
,014
0.10
0,00
32.3
29,1
626
.836
,59
134.
6942
133
.411
,529
.769
,77
-5.4
05,7
91.
082,
342.
932,
6
0.00
4,58
3.00
-3.7
18,7
52.2
30.0
01
I2
I3
I0.
000.
007
.0ãl
0.00
0,00
0,00
41.2
46,7
00,
000,
000,
000,
000.
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
000,
003.
300,
0041
.246
,70
0.00
10.9
83,3
0
Cou
ntry
Sen
egal
Bud
get
2015
200.
415.
751
FV20
15199.3
87,5
Ver
schi
l-1
.028
,251
Sub-
prog
ram
me
1I
2I
3I
1I
22
3J
1I
23
Food
secu
rity
10.6
25,0
00,
008.
500,
0015
.500
,00
0,0
7.68
9,70
4.87
5,00
0.00
-810
,30
Secu
rity
&le
gal
orde
r0,
000.
005.
843,
750,
0041
6,8
2.12
5,00
0.00
416,
83-3
.718
,75
Cap
acit
ybu
ildin
g45
.475
,00
0,00
0,00
4830
0,90
0,0
0,00
825.
900,
000,
00D
ecen
tW
ork
52.5
00,0
016
.000
,00
4.95
8,35
52.5
00,0
013
.588
,515
.602
,37
0,00
-2.4
11.5
010
.644
,02
Info
rmal
econ
omy
15.0
00,0
00,
000.
0014
.410
,00
6.33
1,1
0.00
-590
,00
6.33
1,10
0,00
Gen
der
15.0
00,0
00,
000,
004
482.
000,
00,
00-1
0.51
8,00
0.00
0,00
Con
nect
ing
agen
da’s
0,00
18.9
79,1
67.
534,
490,
0016
.088
,94.
352,
200.
00-2
.890
.26
-3.1
82,2
9T
otaa
l13
8.60
0,00
34.9
79,1
626
.836
,59
133.
192,
9036
.425
,329
.769
,27
-5.4
07,1
01.
446,
172.
932,
68
Cou
ntry
Tog
o
12
13
I
FV20
1555
.230
,001
0.00
1
Bud
get
2015
116.
662.
501
FV20
1542
.195
,321
Ver
schi
l-7
4.46
7.18
1
0.00
0.00
7.08
3.30
10,
000,
0044
.246
,70
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0OO
0,00
0.00
44.2
46,7
00.
00
0.00
1.
I
0.00
10,
001
0.00
13.
900,
001
1I
21
31
1I
23
I1
2I
3
3.75
0,00
0,00
4.50
0,00
0.0
0.00
3.78
7,00
-3.7
50.0
00.
00-7
13,0
00,
000,
003.
093,
750,
022
0,80
0.00
0,00
220,
80-3
.093
,75
35.3
12,5
00,
000,
0035
.394
,70,
000,
0082
,22
0.00
0,00
26.6
22,0
023
.700
,00
2.32
5,00
0.0
46,9
077
7,80
-26.
622,
00-2
3.65
3,10
-1.5
47,2
05.
000,
000,
000,
000,
046
,90
0.00
-5.0
00,0
046
,90
0,00
7.27
8,00
0,00
0.00
0.0
0.00
0,00
-7.2
78.0
00,
000.
000,
001.
312,
503.
768,
750,
046
,90
1.87
4,30
0,00
-1.2
65,6
0-1
.894
,65
77.9
62,5
025
.012
,50
13.6
87,5
035
.394
,736
1.50
6.43
9,10
-42.
567,
78-2
4.65
1,00
-7.2
48,4
0
10.9
83.3
01
12
3I
FV20
153.
750,
001
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
3.75
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
3.75
0,00
10.6
Over
zich
tla
nd
enen
resu
ltaatg
eb
ieden
Sub-p
rogra
mm
e
Food
secu
rity
Secu
rity
&le
gal
ord
er
Capacit
ybuil
din
g
Decen
tW
ork
Info
rmal
eco
no
my
Gender
Co
nn
ecti
ng
agenda’s
To
taal
IBu
dQ
et
2015
•1t
1I
2I
31
I2
I3
I[1
I2
I3
I1
I2
I3
27.6
50,0
00,
008,
500.
027
.600
,00
0.00
7,68
9.30
-50,
000,
00-8
10,7
00,
000,
007.
083,
700.
0011
025.
0083
43,7
0,00
16.8
41,0
02A
02.8
50.
005.
816,
00-5
.940
,90
0,00
0.00
0,00
18.7
75,0
00,
000,
024
.230
,90
0,00
0.00
5.45
5,90
0,00
0,00
23.2
46,7
00,
000,
0047
.290
,00
3737
5,00
1.55
8,3
36.3
68,0
027
.260
,50
2.60
2,97
-10.
922,
00-1
0.11
4,50
1.04
4,62
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,0
0,00
88,5
00.
000,
0088
.50
0,00
0.00
0.00
0,00
30.8
00,0
00,
000.
048
.185
,00
0.00
0.00
17.3
85,0
00,
000,
000,
000,
000,
000,
007.
479,
167.
534,
40.
004.
463,
503.
643,
300,
00-3
.015
,66
-3.8
91,1
90.
000,
0000
012
4.51
5,00
55.8
79,1
625
.936
,513
6.38
3,90
48.6
53,5
016
.338
,t711
.868
,90
-7.2
25,6
6-9
.598
,17
23.2
46,7
00,
007.
083,
70
206.
330.
751
FV
2015
ICo
untr
yM
aced
on
iaI
________________________________________
201.
375,
821
Ver
schi
I4.
954.
931
1FV
2015
30.3
30,4
0!
Voo
rid
enti
fica
tied
oel
ein
den
I
10.7 Budget en uitgaven 2015 per subprogramma en resuftaatgebied
IThtaal Resultaatgebieden
Food securitySecurity & legal orderCapacity buildingDecent WorkInformal economyGenderConnecting agendasTotaal
I Totaal Subprogrammas
Subprogramma 1Subprogramma 2Subprogramma 3Totsal
Voor identificatiedoefeindenErnst & Vounj Accou t LLP
WL,rkIfl1 WOIlO
Budqet I FV2015 Versc hi
235421 267.378 31.95730t101 308.598 749?772162 686112 -85449
1.365.011 t234873 -130138166.976 222.986 56.010149991 164.034 14.043299.613 242.658 -56.955
3.290.275 3127.240 -161035
Budqet FV2015 Verschil
1.969.432 1.876.724 -92.708854.958 821419 -33.539465.885 429.097 -36.788
3.290.275 3.127.240 -163.035
10.8. Budget en uitgaven 2015 per land md. activiteiten en PCM (direct en indirect)
ICountrv
ITot Budget I hot Werkelijk I Iverschil I
BangladeshBeninCambodjaColombiaEl SalvadorGhanaGuatemalaGuineeHonduraslndonesiëMadagas karMoldavië (Republiek)NigerSenegalTogoVoormalige Joeg.Rep. Macedonie
139.534,64321.961,76366.629,03460.936,79128.560,51214.199,2933t109,27136.594,26192144,51578.324,29203.115,27290.306,79292.961,79294111,7921 0.358,54300.026,79
4.461.475,33
94.303,51382.782,91427.337,91534.428,78144.819,95279.100,89376.796,41155.060,83202.416,336.35 .388,46265.822,90325.067,62369.226,55373.738,67149.341,84350.527,46
5.086.461,04
.452311360.821,1560.708,8873A91.916.259,4464.901,6045.687,1418.466,579.671,82
57.064,1782.707,6334.760,8376.264,7679.626,88
-61 .016,7050.800,67
624.985,71
10.9. Budget en uitgaven 2015 mcI. activiteiten en PCM (direct en indirect)
115-85% Countries
85% Countries15% Countries
I Budget Percentage I IWerkeliik Percentage I IVerschl Percentage I
lF(irectJindirect) and actMtv Cost (inclusive intrerest)
IBudget I IWerkeliik I IVerschil I
PCM indirecte kosten 25% (salarieslshared services. organisational costs, miscellaneous)PCM directe kosten 2% (country evaluations! ISO certification! digital platforms. etc)Innovatieve en onvoorziene activiteiten (flog niet toeberekend aan resultaatgebieden)Te besteden voor projecten geld BUZA excl. PCM directe kosten (inclusief rente)TotaalVf1P 2014Totaal
1
052.65851
1.190
999.11
136.310.651118.542,00 96.78842 .21 753 581170.000,00 201.02906 31 06
3.290.275.00 3.127239.62 1630393814.631.47550 4 616 056.29 -15 419 211
470 401.755.066.461.04
Voor ident
ijt3unZt!:1nden
3.793 217 50 85,0%I 4 434 922.09 87.2% 641 604.59 14,4%668 257.83 15.0%I 651,630.95 12.8% -16 618,88 -0.4%
4 461 475.33 ioo.j 5 086 461,04 100.0% 624.585,71 14.0%
10.10 Overige gegevens
Resultaatbestemming:
Voorgesteld wordt bet resultaat als volgt te bestemmen:
- Onttrekken aan reserve CNV-I egalisatiefonds -35.497 24.986
- Onttrekken aan reserve projecten Eigen Middelen -76.955 -99.679
Per saldo -112.452 -74.693
Voor identificatiedoeleinden
10.11 Overzicht per bron
- VMP- ICCAQ- Figen Middelen
idenfl ficatiedoeleinden
wrrkIflr1 woilci
Bro
rvY
ElP
2013
-2016
________________
0.2
50.1
24,4
1.3
71.8
41,9
9_1
&57
9.40
1189S
.46t8
53
.34
t00
1,4
5554.4
60,4
047.7
62,5
52
03
.62
6,1
213
58.1
10.6
01
___
__
__
__
__
_
IiIL
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
Tota
alS
etaa
ldV
erp
lich
tin
gen
Nag
tov
eran
twao
rden
uer
pli
oh
tin
gen
Bet
aald
Te
bet
alen
jaar
Bet
aald
To
bet
alen
HFO
PR
RP
R0JI
0fl
PR
OJN
AM
Etm
2015
Im20
14in
2014
2015
2015
2015
2013
2014
2015
bjj
iIii
1j,
_.L
ff2.1l
rnzrF
u.i
L
__
__
__
__
_
RtJ
U1
,UU
1J.
JZU
jJU
—E
J.U
UU
.UU
UU
UU
.UU
UU
UU
.UU
U,U
U70
0018
400
0184
-01
ICA
ES-
Obs
erva
totto
-A
rbei
dsve
tbet
erin
gen
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,01
‘1)0
0184
0001
84-0
2IC
AES
-O
bser
vato
tio-
Civi
lSoc
iety
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,01
P000
184
0001
84-0
3IC
AES
-O
bser
sato
rio
-L
obby
&C
ampa
gne
73.3
03,0
073
,328
,00
-13,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
0170
0018
400
0184
-04
ICA
ES-
Obs
erva
tori
o-
Ove
rige
bron
nen
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.01
‘1)0
0185
CG
TP
-P
anam
a-
Pla
n2
01
2-2
01
38
,10
0.0
08
,10
0.0
00.0
00,0
00,0
00
.00
0.0
00.0
00.0
0P0
0018
500
0185
-01
CG
TP-
Pan
ama
-Pl
an20
12-2
013
-A
rb&
dsse
rbet
erin
gen
8.10
0,00
8.10
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,01
7000
185
0001
85-0
2C
GTP
-P
anam
a-
Plan
2012
-201
3-
CMIS
ocie
tyD.
C0,
000.
000.
000.
000,
000,
000,
000,
0170
0018
500
0185
-03
CG
TP-
Pan
ama
-Pl
an20
12-2
013
-L
obby
SC
ampa
gne
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
o.oc
P000
185
0001
85-0
4C
GTP
-P
anam
a-
Plan
2012
-201
3-
Dve
tige
bron
nen
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
o,oc
1)00
186
Wag
eindlc
arm
-D
ecen
tw
ages
Air
ika
15
fl,0
00
,00
150.0
00,0
00,0
00,0
0000
0,0
00
,00
0,0
00,0
8l0
01
86
0001
86-0
1W
agei
ncca
tor
-D
ecen
twag
esA
lrika
-A
tbei
dsve
rbet
er’n
gen
150.
000,
015
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.01
J001
8600
0186
-02
Wag
eind
cato
t-D
ecen
tw
ages
Alri
ka-
CMIS
ocie
ty0,
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.0€
P000
186
0001
86-0
3W
agel
ncio
ator
-Dec
enrw
ages
Alr
lka-
Lob
by&
Cam
pagn
e0.
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.0€
P000
186
0001
86-0
4W
agei
ndic
ator
-D
ecen
t wag
esA
lrika
-O
veri
gebr
onne
n0,
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.0€
1)00
187
CO
NSA
WU
-at
bouw
2012
-20
1312.0
00,0
012.0
00,0
00.0
00.0
00
.00
0,0
00,0
00,0
00,0
0P0
0018
700
0187
-01
CCX
1SA
WU
-al
bouw
2012
-201
3-A
tbe’
dsve
rbet
erin
gen
12.0
00,
12.0
00,0
00.
000.
000,
000.
000,
000,
000.
0€1)
0018
700
0187
-02
CO
NSA
WU
-ai
lbcu
w20
12-2
013-
CMIS
ocie
ty0.
000,
000.
000.
000.
000,
000,
000,
000.
0€P0
0018
700
0187
-03
CCW
4SA
WU
-al
bouw
2012
-201
3-L
obby
SC
ampa
gne
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.0€
7000
187
0001
87-0
4C
ON
SAW
U-
albo
uw20
12-2
013-
Ove
rige
brom
en0,
00,
000,
000,
000.
000,
000,
000.
000.
0€1)
0018
8C
MT
C-
Mee
rjar
enp
lan
2012-2
014
44.4
00
,00
44.4
00,0
00,0
00,0
00,0
00
,00
0,0
00,0
00,0
0P0
0018
800
0188
-01
CMTC
-M
eerj
aren
plan
2012
-201
4-
Arb
eids
verb
eter
hige
n44
.400
,00
44.4
00,0
00.
000.
000,
000.
000,
000,
000,
0170
0018
800
0188
-02
CMTC
-M
eerj
aren
plan
2012
-201
4-
CMIS
ocie
ty0,
000.
000.
000.
000,
000,
000.
000,
000,
01P0
0018
800
0188
-03
CMTC
-M
eerj
aren
plan
2012
-201
4-
Lob
byS
Cam
pagn
e0.
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
000.
0€P0
0018
800
0188
-04
CMTC
-M
eerj
aren
plan
2012
-201
4-
Ove
rige
bron
nen
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.0€
1)00
190
CO
TH
on
du
ras
-IC
CA
OK
led
ing
ind
ust
rie
0.0
00.0
00.0
00,0
00
,00
0,0
00
,00
0.0
00.0
01)
0013
1S
CP
A-
Tec
hnis
ohe
on
der
steu
nin
gA
ftik
a114.9
72,0
0114.9
72,0
00.0
00,0
00
.00
0,0
00
,00
0,0
00,0
0P0
0019
100
0181
-01
EC
PA-
Tec
obis
che
onde
rste
unin
gAI
nilta
-A
tbei
dsve
rbet
erhg
e11
4.37
2,00
114.
372,
000.
000.
000,
000,
000,
000,
000,
01P0
0013
100
0131
-02
BC
PA-
Tec
hnis
ohe
onde
rste
unin
gAI
ril<a
-Ci
vilS
ocie
ty0,
000,
000,
000,
000,
000.
000.
000,
000,
01P0
0019
100
0191
-03
6CPA
-T
echn
isoh
eon
ders
teun
ing
Aln
ika
-L
obby
&C
ampa
gne
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.01
P000
131
0001
91-0
4B
CPA
-T
echn
isch
eon
ders
teun
ing
Afri
ka-
Ove
rige
btcn
nen
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,01
tooi
szG
EL
-P
lan
NI-
Lobby
Yo
uth
Em
ploy
men
tG
han
a4.6
89,4
34
,68
3,4
30,0
00,0
00
.00
0.0
00
,00
0,0
00,
00P0
0013
200
0132
-01
GEL
-Pl
anNI
-L
obby
You
thE
mpl
oym
ent G
hana
-A
tbei
dsve
rbet
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,01
P000
132
0001
32-0
2G
EL-
Plan
NI-
Lob
byY
outh
Empl
oym
entG
hana
-CM
I54.
688.
434.
683,
430.
000,
000,
000,
000,
000.
000.
01P0
0013
200
0132
-03
GEL
-Pl
anNI
-L
obby
You
thEm
ploy
men
tGha
na-
Lob
by&
Cam
pa0,
000.
000.
000,
000,
000,
000,
000,
000.
01P0
0013
200
0132
-04
GEL
-Pl
anNI
-L
obby
You
thEm
ploy
men
tGha
na-
Ove
tige
btom
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.01
1)00
193
CO
TH
on
du
ras
-M
eerj
men
pla
n2
01
3-2
016
130.1
80,0
0122.7
15,0
00,0
067.3
85,0
042
.770,0
024
.615,0
04,5
00.0
04
3.0
3S
,00
67
.38
5,0
0P0
0013
300
0133
-01
CG
TH
ondu
ras
-Mee
tjar
enpl
an20
l3-2
016
-A
rbei
dsve
tbet
etin
ge16
3.91
0,00
122,
77S,
000,
0041
.135
,00
26.1
08,8
415
.026
,16
4.50
0,00
43.0
3S,0
041
.135
,01.
P000
133
0001
33-0
2C
GT
Hon
duta
s-M
eerj
aren
plan
20l3
-201
6-C
ivil
Scc
ieny
26.2
50,0
0.00
0.00
26.2
50,0
016
.661
,16
9.58
8,84
0.00
0.00
26.2
50,0
0P0
0013
300
0133
-03
CG
TH
ondu
ras
-M
eerj
aren
plan
2013
-201
6-
Lob
byS
Car
rçag
ne0.
000.
000,
000,
000,
000,
000.
000,
000.
0070
0013
300
0133
-04
CG
TH
ondu
ras
-M
eerj
aren
plan
2013
-201
6-
Ove
rige
bren
nan
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
1)00
195
GE
L—
PU
N-
Est
abli
shm
ent
ciF
inan
cial
Man
agem
ent
Sy
8.5
46,3
68.5
46,3
60,0
00.0
00.0
00
,00
0,0
00,0
00,0
0Th
oo’o
s00
0135
-01
GEL
-Pl
JM-
Est
ablis
hmen
t ciE
inan
cial
Man
agem
ent
Syst
em-
A8.
545,
368.
546,
360.
10,
000,
000,
000,
000,
000.
00P0
oois
s00
0195
-02
GEL
-PU
N-
Est
ablis
hmen
tofE
inan
clal
Man
agem
ent
Syst
em-
C0,
000,
000.
000,
000,
000,
000,
000,
000.
0070
0013
500
0135
-03
GEL
-R
IM-
Est
ablis
hmen
tofE
inan
cial
Man
agem
entS
yste
m-
L0.
000,
000.
000,
000,
000,
000,
000,
000.
001)
0013
6F
airi
oo
d-
Wor
kers
Em
pow
erm
ent
Pro
ject
2013
105.7
66,7
4105.7
66,7
40.0
00,0
00
,00
0.0
00
,00
0,0
00,0
070
0013
600
0136
-01
Eak
lood
-W
orke
rsE
mpo
wer
men
tPro
ject
2013
0.00
0.00
0,0
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
7000
136
0001
36-0
2E
ainl
ood-
Wot
kers
Em
pow
erm
entP
roje
ct20
131O
S.76
6,74
1OS.
766,
740,
000.
000.
000.
000,
000,
000,
0070
0013
6.
0001
36-0
3E
ainI
ood-
Wcn
kers
Em
oow
etm
entP
,oie
ct20
13._
,,0.
00,
.....0.0
00.
00.
000.
00,
0,00
.0.00.,__0.00
0.00
jlft
ioe7in
defl
‘00
01
9?
fto
isi
0001
57-0
1to
oisi
0001
57-0
29)
0015
700
0157
-03
9)00
157
0001
57-0
49)
0019
89)
0018
800
0158
-01
9)00
158
0001
58-0
29)
0015
800
0158
-03
9)00
158
0001
58-0
49)
0019
9T
hx
iss
0001
58-0
19)
0015
500
0155
-02
9)oo
iss00
0155
-03
9)00
155
0001
55-0
49
)00
20
09)
0020
000
0200
-01
9)00
200
0002
00-0
29)
0020
000
0200
-03
9)00
200
0002
00—
049)
0020
19)
0020
100
0201
-01
9)00
201
0002
01-0
29)
0020
100
0201
-03
9)00
201
0002
01-0
49
)00
20
29)
0020
200
0202
-01
b002
0200
0202
-02
b002
0200
0202
-03
9)00
202
0002
02-0
49
)00
20
39)
0020
300
0203
-01
9)00
203
0002
03-0
29)
0020
300
0203
-03
9)00
203
0002
03-0
49)0
0204
9)00
204
0002
04-0
19)
0020
400
0204
-02
9)00
204
0002
04-0
39)
0020
400
0204
-04
9)0
02
06
9)00
206
0002
06-0
19)
0020
600
0206
-02
9)00
206
0002
06-0
39)
0020
600
0206
-04
9)0
02
07
9)00
207
0002
07-0
19)
0020
700
0207
-02
9)00
207....
0002
07-0
3
GU
I-T
rue
Pri
ceG
EL-
True
Pnc
e-
Arb
eids
verb
erer
inge
nG
EL- T
rue
Pric
e-
CivI
Soci
ery
GEL
- Tru
ePr
ice
-L
obby
&C
arrp
aqne
GEL
-Tru
ePr
ice
-O
veri
gebr
onne
nC
OS
I-
Dnder
han
del
ingst
iain
lng
CN
VO
nd
erv
ljs
Sen
inC
OSI
-O
nder
hand
elin
gsrr
aini
ngC
M!O
nder
icjs
Ben
in-
Arb
eids
0051
-O
nder
hand
elfr
rgsr
rarn
ing
CNV
Ond
ervs
Seri
li,-
Civi
l S00
51-
Ond
erha
ndel
hgsr
rain
ing
CNV
0nde
rws
Seni
n-
Lob
by&
CO
SI-
Ond
erka
ndel
hgst
rarn
ing
CNV
Ond
eric
$Se
nin
-O
veri
geB
CP
A-
Snack
NI
pra
jeotm
anaq
emen
tB
CPA
-B
eroe
kN
Lpr
olec
rman
agem
enr
-A
rbei
dsve
rber
erng
en6C
PA-
Ber
oek
NL
proj
eorm
anag
emen
t -C
uSo
cier
yB
CPA
-B
ezoe
kN
Lpr
ojec
rman
agem
enr
-L
obby
&C
ampa
gne
BC
PA-
Ser
oek
NL
proj
ecrm
anag
emen
t -O
veri
gebr
onne
nC
ST
T-
Toga
-M
ecij
aren
pla
n2013-2
016
CST
T-To
go-
Mee
rjar
enpl
an20
13-2
016
-A
rbei
dsve
rbet
errn
gen
CST
T-
Tog
o-
Mw
jare
rrpl
an20
13-2
016
-Ci
vilS
ocie
tyC
STT
-To
go-
Mee
rjar
enpl
an20
13-2
016
-L
obby
&C
airp
agne
CST
T-
Togo
-M
eerj
aren
plan
2013
-201
6-
Ove
rrge
honn
en0051-
Sen
bi
-M
eerj
aren
pla
n2
01
3-2
016
0051
-B
enin
-M
eerj
aren
plan
2013
-201
6-
Arb
eids
verb
erer
inge
CO
S-
Ber
un-
Mee
rjar
enpl
an20
13-2
016
-C
iASo
ciet
yC
OS
t-Be
rm-
Mee
rjar
enpl
an20
13-2
016
-Lo
bby
&C
arrp
agne
CO
St-
Berrm
n-
Mee
rjar
enpl
an20
13-2
016
-O
veri
gebr
onne
n11
5AM
PM
Etr
aInI
ngm
eerj
aren
pla
n11
5AM
PME
rrai
rtrg
mee
rjar
enpl
an-
Arb
eids
verb
ere&
rgen
115A
MPM
Err
air*
rgm
eera
renp
Ian
-Ci
vil S
ocie
ry11
5AM
PME
rrairr
ing
mee
rjar
enpb
n-
Lob
by&
Cam
pag-
re11
5AM
PME
rraking
mee
rjar
enpl
an-
Ove
rige
bron
nen
CO
TS
oee
rbru
ggin
gsp
roje
ctC
GTG
over
brug
gmng
spro
jeot
-A
rbei
dsve
rber
erfr
rgvn
CG
TGov
erbr
uggf
rrgs
proj
eot-
Civi
lSoc
iety
CG
TGo
serb
rug
gin
gsp
rcr
-L
obby
&C
ampa
gne
CG
TGov
erbr
uggi
ngsp
roje
cr-
Oce
rige
bron
nen
TU
CN
A-
Wer
kpla
n20
13TL
CN
A-
Wer
kpla
n20
13-
Arb
eids
verb
erer
inge
nTL
CN
A-
Wer
kpla
n20
13-
Civil
Soci
ety
TLC
NA
-W
erkp
lan
2013
-L
obby
&C
ampa
gne
TLC
NA
-W
erkp
lan
2013
-O
veri
gebr
orw
,en
CL
C-
Pro
posa
lD
evel
op
men
tE
CC
ambodia
CLC
-Pr
opos
alD
evel
opm
ent[
CC
ambo
dja
-A
rbei
dsve
rber
enng
eCL
C-
Prop
osA
Dev
elop
men
t[C
Cam
bcdj
a-
Civi
l Soc
iety
CLC
-P
rop
os
Dev
elop
men
t[C
Cam
bodj
a-
Lob
by&
Cam
pagn
eCL
C-
Prop
osal
Dev
elop
men
t[C
Cam
bodj
a-
Ove
rige
bron
nen
Waa
rnem
erso
hap
Co
np
nSE
KR
IMA
2013
Waa
rnem
ersc
hap
Con
gres
SEK
F1M
A20
13-
Ath
eids
vecb
eter
irrg
enW
aain
emer
scha
pC
ongr
esSE
KFI
MA
2013
-CI
vilSo
ciet
y-
Waa
rrre
met
soha
oC
once
esSE
KR
MA
2013
-Lob
by&
Cam
oaon
e
u_ut
’0.
000.
000.
0010
.000
,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,0
00,0
00_
no0.
000.
000.
000.
000,
000,
000,
000.
000,
000,
000.
000,
000.4
40.0
00_
no0,
440,
000.
000,
000.
000,
000.
000.
000.
000,
000,
000.
003
8.0
00,0
00
.00
36.0
0-1
1.15
0.00
0.00
0,00
1115
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,0
015.3
98,0
010
5.31500
0,00
458,
0050
.535
,01
0,00
14,5
40,0
015
.376
,00
0.00
0,00
0.01
0,00
0.00
0.00
15.0
00
.00
0.0
0IS
,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.01
0,00
0.00
0,01
0.00
0,00
0.01
0.0
00,0
00.0
00,
000.
000,
010.
000.
000.
010,
000.
000,
010.
000.
000.
01o.o
o0_
on0.0
00.
000.
000,
010.
000.
000.
010.
000.
000.
010,
000,
000.
010
.00
0.0
00.0
00,
000,
000.
010,
000.
000.
010,
000.
000,
010,
000,
000.
000
.00
0,0
00,0
00.
000,
000,
000.
000,
000,
00-
..0.0
0._
______
Voo
rid
enti
fica
tied
oele
inde
nE
rnst
&ri
tung
Ac
sL
LP
‘Irvaiinv
abrtr
t.r
vork
lnrr
wsrlc
r
Bro
n:
VM
P2013-2
016
To
taal
Bet
aald
Ver
pli
chtk
igen
Nag
tever
antv
oord
enver
pli
chti
ngen
Ser
aald
Te
ber
alen
jaar
Set
aald
Te
ber
alen
HEO
Pfl
flP
flO
JIO
0PR
OJN
AM
EU
rn20
15ti
n20
14in
2014
2015
2015
2015
2013
2014
2015
11
K0
0’”
‘IO
C’U
Lii
iEiJ
‘ii4
LL&1
JIA
±iW
”I
‘
0.01
10.0
00,0
00.
00.
0011
.451
,08
5.50
0,00
5.55
1.08
0,00
0.00
6.6
2L
88
6.62
7,86
0,00
0.00
0,00
143,3
85.0
011
8.15
4,00
25.1
51,0
00,
000,
00!
386.1
14,0
034
4.52
2,00
4115
2,00
0,00
0,00
’5,3
90.0
05.
350,
000.
000.
000.
001
5.7
90
.00
15.7
50,0
00,
000.
000,
003
7,1
45
.00
37.1
48,0
00,
000,
000,
004
.28
30
4.12
8,70
0.00
0,00
0.00
3.19
&41
3.15
8,41
0,00
0.00
0.00
’10
.000
,00
0.00
’0.
000,
00’
0.00
0.00
11,4
91.0
80,0
05.
500,
000.
005.
551,
060,
000.
000,
000.
000.
006,6
27.8
80,0
06.
627,
860.
000.
000,
000,
000,
000.
000.
001
43
.38
5,0
00.0
011
8.15
4,00
0,00
25.1
51,0
00,
000.
000.
000.
000.
00280,1
99.0
00,0
025
4.38
3,00
0.00
25.8
16,0
00,
000,
000.
000,
000,
005.3
90,0
00,0
05.
350,
000,
000,
000.
000,
000.
000,
000.
0018
.301
,71
—2.
511,
7110
.301
,71
-Z51
1,71
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
37
.14
5,0
00
.00
37.1
45.0
00.
0cr
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
4.1
28
30
D00
4.12
8,70
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
3.19
8.41
0,0
03.
158,
410.
000,
000,
000.
00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,0
00,
000,
000,
000,
000,0
00,
000.
000,
000.
000.0
00,
000,
000.
000.
00105.9
15,0
050
.535
,00
15.3
76,0
00,
000,
000.0
00.
000,
000,
000,
000,0
00,
000,
000.
000.
000
.00
0.00
0.00
’0.
00.
0.00
0.0
00.
000,
000,
000.
000,0
00,
000,
000.
00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,0
00,0
00,
000.
000,
000,
000.
000.
000,
000.
000,0
0000
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,0
00,0
00.
000.
000.
000,
000.
000.
000,
000.
00105.9
15,0
00.0
050
.535
,00
0,00
15,3
76.0
00,
000.
000.
000,
000,
000
,00
0.0
00,
000.
000.
000,
000,
000.
000.
000,
000
,00
0.0
00,
000,
000.
000.
000,
000.
000.
000.
000
,00
0.0
00.
000,
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000
.00
0.0
00.
000.
000.
000.
000.
000,
000,
000.
000
,00
0,0
00.
000,
000.
000,
00
Bro
n:
VM
P201
3-2
016
Voo
rid
enti
fica
tied
Oet
st&
un
gA
t5
L
Iw
ldlr’1
wokIf
lqw
eld
t
Tota
alB
etaa
ldV
erpli
chti
ngen
Nog
teu
eran
tvo
ord
enver
pli
chii
ngen
Bet
aald
Te
bet
alen
jaar
Bet
aald
Tntbet
alen
HFD
PR
0P
RO
JID
PRO
JNA
ME
tm20
15im
2014
im20
1420
1520
1520
1520
1320
142015
iiT
l)-Z
i1i’
rIIR
iIq
trtU
IJlII
.-:i
lb
oo
2o
800
0208
-01
P1)0
0208
0002
08-0
2‘1
)002
0800
0208
-03
‘1)0
0208
0002
08-0
41
10
02
09
P1)0
0205
0002
05-0
1P1
)002
0500
0205
-02
‘1)0
0205
0002
05-0
3‘1
)002
0500
0205
-04
1)0
02
70
p1)0
0210
0002
10-0
1p1
)002
1000
0210
-02
‘1)0
0210
0002
10-0
3P1
)002
1000
0210
-04
1100
211
‘1)0
0211
0002
11-0
1‘1
3002
1100
0211
-02
‘1)0
0211
0002
11-0
3‘t1
0021
100
0211
-04
1)00
212
‘1)0
0212
0002
12-0
1P1
)002
1200
0212
-02
boo2
1200
0212
-03
P1)0
0212
0002
12-0
411
0021
3‘1
)002
1300
0213
-01
‘1)0
0213
0002
13-0
2‘1
)002
1300
0213
-03
1)o0
213
0002
13-0
41)
0021
4‘1
)002
1400
0214
-01
‘13o
0214
0002
14-0
2P1
)002
1400
0214
-03
P1)0
0214
0002
14-0
41)
0021
5‘1
)002
1500
0215
-01
‘1)0
0215
0002
15-0
2P1
)002
1500
0215
-03
Th0
0215
0002
15-0
41)o
ozia
‘1)0
0276
0002
16-0
1‘1
)062
7600
0216
-02
P1)0
0276
0002
16-0
3‘1
)002
7600
0216
—04
1)00
217
‘1)0
0217
0002
17-0
1‘1
)002
1700
0217
-02
00Z
1L
.000a170i.
...,
CN
TP
arag
uay
-P
lan
2013
-A
rbie
dsve
rber
erln
gen
CN
TP
arag
uay
-P
lan
2013
-CK
viS
ocie
tyC
NT
Par
agua
y-
Pla
n20
13-
Lob
byC
ampa
gna
CN
TP
arag
uay
-Pl
an20
13-
Ove
tige
btor
wre
nC
NT
G-
Gu
inée
-Ja
avp
lan
20
13
CN
TG-G
un
e-
]aar
plan
2013
-A
rbei
dsve
rbet
erw
igen
CN
TG-
Gui
née
-la
arpl
an20
13-
Civi
lSoc
iety
CN
TG-
GuW
rée
-]a
arpl
an20
13-
Lob
byC
ampa
gne
CN
TG-
Gui
née
-]a
arpl
an20
13-
Ove
rige
bton
nen
UU
TS
Wer
kp
lan
20
13
UD
ISW
erkp
lan
2073
-A
rbei
dsve
rber
erin
gen
UD
TSW
etkp
larr
2013
-Ci
allS
ocie
tyU
DTS
Wer
kpla
n20
13-
Lob
byP
Cam
pagn
eU
DTS
Wer
kpla
n20
13-
Ove
rige
broc
wre
nC
GT
G-
PU
Etr
aini
ngIa
llow
upC
GT
G-
PME
trai
ning
toiio
wup
-A
rbei
dsve
rbet
erin
gen
CG
TG
-P
FE
trai
ning
Follo
wup
-C
mlS
ocie
tyC
GT
G-
PME
trai
ning
follo
wup
-L
obby
8C
arnp
agne
CG
TG
-P1
46tr
aini
ngfo
llow
up-
Ove
rige
bron
nen
CG
TG
uit
wls
sehng
CX
Vlo
bb
yst
rate
gic
CG
TG
uitw
isse
ling
CN
Vlo
bby
stra
rege
-A
rbei
dove
rber
erin
gen
CG
TG
ukw
isse
ling
CN
Vlo
bby
stra
vege
-Ci
vilS
ocie
tyC
GT
Gui
twis
seln
gC
NV
lobb
yst
rate
gic
-L
obby
&C
ampa
gne
CG
TG
uitw
isse
lwig
CN
Vlo
bby
stra
tegi
c-
Oce
rige
bror
wie
nS
EK
RIN
A-
PN
Etr
ainin
gm
eerj
aren
pla
nSE
KR
I4A
-P1
46tr
aini
ngm
eerj
aten
plan
-A
rbei
dsve
rber
erin
gen
SE
KR
4A-
P146
trai
ning
mee
rjar
enpl
an-
Civi
l Soc
iety
SEK
R64
A-
P146
trai
ning
mee
rjar
enpl
an-
Lob
by&
Cam
pagn
eS
EK
R4A
-P1
46tr
aini
ngm
eerj
aren
plan
-O
veri
gebr
onne
nB
CP
A-
Zu
idlZ
uid
Em
plo
abll
ky
-S
eneg
alO
CPA
-2u
idlZ
uid
Em
ploy
abila
y-
Sen
egal
-A
rbei
dsve
rbet
erin
BC
PA-
2uid
l2ui
dE
mpl
oyab
iity
-S
eneg
al-
Civi
lSoc
iety
BC
PA-
Zui
dlZ
uid
Em
ploy
abllr
y-
Sen
egal
-L
obby
&C
ampa
gne
BC
PA-
Zui
dl2u
idE
mpl
oyab
iiry
-S
eneg
al-
Ove
rige
bron
nen
On
der
zoek
incl
usi
ve
eco
no
mic
dev
elo
pm
ent
Cen
traa
lA
ntO
nder
zoek
incl
usiv
eec
onom
icde
velo
pmen
rC
enrr
aal
Am
erik
a—
Ocr
derz
oek
Incl
usiv
eec
onom
icde
velo
pmen
tCen
rraa
lA
mer
ika
-
Ond
erzo
ekin
clus
ive
econ
omic
deve
lopm
ent
Cen
rraa
lA
mer
ika
-
Ond
erzo
ekin
clus
ive
econ
omic
deve
lopm
ent
Cen
traa
lA
met
ika
—
Ch
ang
em
anag
emen
tC
GT
GG
uat
emal
aC
hang
em
anag
emen
tCG
TG
Gua
tem
ala
-A
rbei
dsee
tbet
erin
gen
Cha
nge
man
agem
entC
GT
GG
uate
mal
a-
Civi
lSoc
iety
Cha
nge
man
agem
ent
CG
TG
Gua
tem
ala
-L
obby
&C
ampa
gne
Cha
nge
man
agem
ent C
GT
GG
uate
mal
a-
Ove
tige
bron
nen
On
der
steu
nin
gca
mpag
ne
ITU
CG
uat
emal
aO
crde
rsre
unin
gca
mpa
gne
ITU
CG
uate
mal
a-
Arb
eids
vetb
etet
inge
nO
ndet
steu
ning
caro
pagn
eIT
UC
Gua
tem
ala
-Ci
vilS
ocie
ty
34,3
40.0
C0-
oc0-
oco,
a4
7.3
61
,06
44.5
61.0
Ca0
06,o
co
,c0.
0(6
7.1
08
,00
5t5
53
,0(
15.5
15.0
C0.
0(0,
0(5.
817,
005.
617,
OC
0.lx
0.0(
o.o1
t238,0
012
36,0
(0.
0c0.
0c0,
0C8.1
41,0
08.
141.
OC
0.01
:0,
01:
0.01
:31
.619
.50
0.IX
31.6
10,5
1:00
1:0.
01:
5.3
51
,46
0.O
C5.
35t4
’0.
00,
02
8.5
08
,95
28.5
06,0
60,
00,
00.
0c4,
716.
48 0,1:1
4.71
6,46
irr
34.3
40,0
00.
000.
000,
0047
. 96
t00
44.5
6100
3.00
0,00
0.00
0.00
67,1
08.0
057
.503
,00
15.5
15,0
00.
000.
005.6
77,0
05.
617,
000,
000.
000.
001.2
36,0
01.
238,
000.
000.
000,
008
,14
1.0
08.
141,
000.
000,
000.
0031
,673
.50
0,00
31.6
10,5
00.
000.
005.3
51,4
60.
005.
351,
460.
000.
002
8,5
06
.35
28.5
06,5
50,
000.
000.
004.7
16,4
80.
004.7
6.4
8n
rin
0.0c
0.0c
0.0t
0,0c
0.00 0,01
:0,
0(
0,0c
0.0
60-
of0,
0f0.
0c0
0f
0.0
00.
060.
060.
0c0.
0c0.
00 0.0c
0.0c
0.06
0.06
0.00 0,0c
0.06
0,ot
0,06
0.00 0.06
0,06
0.6K
0,OC
0,0
60,
0c0.
0c0.
060.
060.
00 0,06
0,06
0,0c
0.O
f0.
00 0,01
:0.
06n
fl
U
0,00
0.00
0.00
0,00
0.0
00.
000.
000.
000.
000
.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,0
00.
000,
000,
000.
000
.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.0
00.
000,
000.
000.
000
.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.0
00.
000.
000,
000.
000
.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.0
00.
000.
00n
ía,
Li0.
000.
000,
000,
000,0
00.
000.
000,
000.
000.0
00,
000.
000.
000.
000.0
00.
000.
000.
000.
000.0
00,
000.
000,
000.
000.0
00.
000.
000,
000.
000.0
00.
000,
000.
000.
000.0
00.
000,
000.
000,
000.0
00,
000,
000.
000.
00a-
no 0.00
0.00
nnn
u.u
U
0.00
0.00
0.00
0.00
0.0
00,
000,
000.
000.
000,0
00,
000.
000.
000,
000.0
00,
000,
000,
000,
000.0
00,
000.
000,
000,
000.0
00.
000,
000.
000.
000.0
00,
00000
0.00
0.00
0_D
O0.
000.
000.
000,
000.0
00.
000,
000.
000.
000.0
00.
000,
000.
0O
U.t
JU
.
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
3.4
50
,00
0.0
00.0
06.
450,
000,
000.
003.
000,
000,
000.
000.
000.
000.
000.
000,
000,
006
5.0
00.0
00.0
00,
000,
000,
0065
.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.0
00.0
00.0
00.
000.
000.
000,
000.
000.
000.
000,
000.
000.
000,
000,
000.0
00.0
00.0
00,
000,
000,
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000,
000,
000.0
00.0
00.0
00.
000.
000.
000.
000,
000.
000,
000.
000,
000.
000,
000.
000.2
50.0
00.0
00.
000,
000,
000.
250,
000.
000.
000.
000.
000.
000,
000,
000.0
00.0
00.0
00.
000.
000.
000.
000,
000.
000,
000,
000.
000.
000,
000,
000.0
00.0
00.0
00.
000,
000,
000,
000,
000,
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000.0
00.0
00
.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
‘uu
uei
P1)0
0215
(002
15-0
1‘0
0021
500
0215
—02
1)0O
21S
((02
15-0
3T1
)002
1500
0215
-04
rooo
221
P1)0
0221
0002
21-0
1?1
)002
2100
0221
-02
1)oo
221
0002
21-0
3P1
)002
2100
0221
-04
too
zzz
.?1)
0022
200
0222
-01
P1)0
0222
0002
22-0
2‘1
)002
2200
0222
-03
‘1)0
0222
0002
22-0
4ro
.3Q
223
‘1)0
0223
0002
23-0
1P1
)002
2300
0223
-02
P1)0
0223
0002
23-0
3P1
)002
2300
0223
-04
‘000224
‘000
224
0002
24-0
11)
0o22
400
0224
-02
P1)0
0224
0002
24-0
3‘0
0022
400
0224
-04
‘1)0
0225
1)00
225
0002
25-0
1‘1
)002
2500
0225
-02
‘1)0
0225
0002
25-0
3P1
)002
2500
0225
-04
‘000226
‘1)0
0226
0002
26—
01‘1
)002
2600
0226
-02
P1)0
0226
0002
26-0
3‘0
0022
600
0226
-04
toaz
zaTh
0022
800
0228
-01
P1)0
0228
0002
28-0
2p1
)002
2800
0228
-03
P1)0
0228
0002
28-0
4‘0
00229
1)00
22s
0002
25-0
1‘1
)002
2500
0225
-02
P1)0
0225
0002
25-0
3‘0
0022
500
0225
-04
‘000
231
‘000
231
0002
31-0
1‘0
0023
100
0231
-02
‘1)0
0231
0002
31-0
3
tKH
IflM
-W
erep
lan
£1
51
3
SEK
RWIA
-W
erkp
lan
2013
-A
rbei
dsue
rber
erin
gen
SEV
R(‘I
A-
Wer
kpla
n20
13-
Civi
lSoc
iery
SEK
RN
A-
Wer
kpla
n20
13-
Lobb
y&
Cam
pagn
eSE
KR
64A
-W
erkp
lan
2013
-D
reri
gebr
onne
nM
appi
ngso
cial
eze
ker
hel
din
Air
ika
Map
ping
soci
al. z
eker
heid
inA
frira
-A
rbei
dsve
rbet
erk’
rgen
Map
ping
soci
al. z
eker
heid
inA
frdra
-Ci
vilSo
ciet
yM
appi
ngso
cral
eve
kerh
eid
erA
frika
-Lo
bby
StC
ampa
gne
Map
ping
soci
al.z
eker
heid
inA
frira
-D
veri
gebi
onne
nB
asel
ine
SEK
RIM
AM
adag
asca
rB
asel
ine
SEK
RM
AM
adag
asca
r-
Arb
eids
uerb
erer
inge
nB
asel
ine
SEK
RK
IAM
adag
asca
r-
Cal
Soc
iery
Bas
elin
eSE
KR
KIA
Mad
agas
car
-L
obby
&C
ampa
gne
Bas
elin
eSE
KRK
4AM
adag
asca
r-
Dee
rige
ho
nnen
Convexra
nal,
seU
DT
SS
en
eg
al
Con
terv
anal
yse
UO
TSS
eneg
al-
Arb
eids
verb
erer
inge
nC
onte
vtan
alys
eU
DTS
Sen
egal
-Ci
vilSo
ciet
yC
onre
rrra
naly
seU
0TS
Sen
egal
-Lo
bby
&C
ampa
gne
Con
tevt
anal
yse
UO
TSS
eneg
al-
Dve
rlge
brcn
nen
ASC
-A
fric
aR
ou
nd
Tab
le20
13-
ko
sten
Dr.
Boat
eng
IGh
ASC
-A
fric
aR
ound
Tab
le20
13-
kost
enDr
.Boa
eng
(Gha
na) -
ASC
-A
fric
aR
ound
Tab
le20
13-
kost
enDr
.Boa
teng
(Gha
na) -
ASC
-A
fric
aR
ound
Tab
le20
13-
kost
enDr
.Boa
teng
IGha
nal -
ASC
-A
fric
aR
ound
Tab
le20
13- k
oste
nDr
.Boa
reng
IGha
na) -
NEM
EM-
Socl
ale
Dia
loog
MukiC
om
pan
CA
O2013-2
014
NEH
EM-
Soci
ale
Gal
oog
Muk
iCom
pany
CAD
2013
-201
4-
Arb
eids
NEI
-EM
-S
ocia
l.D
ialc
ogM
ukC
onça
nyC
AD
2013
-201
4-
Civi
lSN
EHEM
-S
ocia
l.Il
ialo
ogM
ukC
ompa
nyC
AD
2013
-201
4-
Lob
bySt
NEH
EM-
Soc
ial.
Ral
oog
Muk
iCom
pany
CA
D20
13-2
014
-D
verl
ge58
51-
Wm
kpla
n20
1358
51-
Wor
kpla
n20
13-
Arb
eids
eerb
erer
inge
n58
51-
Wor
kpla
n20
13-
Civil
Soci
ety
SES1
-W
orkp
lan
2013
-Lob
bySt
Cam
pagn
eSB
SI-
Wor
kpla
n20
13-
Dee
rige
brcn
nen
FWF
-li
vin
gW
age
2013-2
014
FWF
-Li
ving
Wag
e20
13-2
014
—A
rbei
dsee
rbet
erin
gen
FWF
-Li
ving
Wag
e20
13-2
014
-Ci
vil S
ocie
tyFW
F-
Livi
ngW
age
2013
-201
4-
Lob
bySt
Cam
pagn
eFW
F-
Livi
ngW
age
2013
-201
4-
Dee
rige
bron
nen
JAL
A-
Dom
esti
cw
orke
rs2013-2
014
JALA
-D
omes
ticw
orke
rs20
13-2
014
-A
rbei
asve
rbet
edng
enJA
LA-
Dom
estic
wor
kers
2013
-201
4-
Civil
Soci
ety
JALA
-D
omes
ticw
orke
rs20
13-2
014
-Lo
bby
StC
ampa
gne
JALA
-D
omes
ticw
orke
rs20
13-2
014
-D
eeri
gebr
onne
nU
NA
SM-
Con
teid
anal
yse
2013
LWJA
SM-
Cor
eerv
anal
yse
2013
-A
rbei
dsee
rber
erin
gen
LWIA
SM-
Con
reer
anal
yse
2013
-Ci
vil S
ocie
ty
v_ta
,0.
000.
000,
010,
000,
000,
010,
000,
000,
010.
000,
000,
010
.00
0.0
00.0
00,
000.
000,
010.
000,
000,
010,
000,
000,
010,
000,
000,
010.
D0
0.0
00.
000.
000,
000.
010,
000,
000.
010,
000,
000.
010.
000,
000,
010
.00
0.0
00.0
00.
000,
000.
010.
000,
000,
010.
000,
000.
010,
000,
000.
010.0
00
.00
0.00
0,00
0,00
0,01
0,00
0,00
0.01
0,00
0.00
0.01
0.00
0,00
0.01
0.0
00
.00
54,0
12.0
00,
000,
000.
010,
000.
0054
.012
.01
0.00
0,00
0,01
0,00
0,00
0.01
0.0
00
.00
25
4,4
57
.08
0,00
0,00
214.
807,
010.
000.
0035
.650
,01
0.00
0,00
0,01
0,00
0,00
0.01
0.0
00.0
00
.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
’0,
000,
000,
00’
0.0
00
.00
o.n
ê0,
000,
000,
00’
0,00
0,00
0.00
’0.
000.
000.
OQ
0.00
0,00
0.00
0.0
00
.00
0.0
00,
000,
000.
000.
000.
000,
00
_.0.00.._
0.00
0.00
rvo
or
identi
ficati
edoele
inden
IE
rns(
&‘i
tung
Acc
oa
LL
P
‘1su
rlIe
rvc
rkrr
rrt
strt
tt
Bro
n:
VM
P201
3-2
016
Tota
alB
etaa
ldV
erpli
chti
ngen
Nag
Icver
antw
oord
enuer
pli
chri
ngen
Bet
aald
Te
ber
alen
iaar
Bet
aald
Te
ber
alen
HEO
PR
qP
no
JKl.D
RM
Eatm
2015
rm20
14rm
2014
2015
2015
2015
2013
2014
2015
—tj
qr ‘I
IO.b
CJ.t
R,
18. 6
23.0
1’0,
000,
000.
0026,7
93.8
80.
0026
.753
,68
0,00
0,00
16
,32
2.5
316
,322
,53
0,00
0.00
0,00
25
,68
3.4
321
663,
430,
010.
000.
001
,68
3.4
20,
001.
653,
420.
000.
0015t3
26.0
00.
0015
1526
.00
0.01
0.01
75
6,6
91
.00
665.
582,
2586
.508
,75
0.00
0.01
58
,65
0.0
058
.650
,01
0.01
0.01
0.01
35
,67
0.0
035
.670
,01
0,01
0,01
0,01
18,2
17.8
018
.217
,81
0.01
to.b
3t.t
18.6
52,0
0-6
5,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
26,7
93.8
80
.00
0,00
0,00
26. 7
53,8
80,
000,
000.
000,
000.
001
6,3
22
.53
0.8
016
322,
530.
000.
000.
000.
000,
000,
000.
0021,6
63.4
30
.00
2166
3,43
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
1,6
53
.42
0.0
00.
000.
001.
653.
420,
000.
000.
000,
000,
0070,0
00.0
0-1
2.0
86.0
00,
000,
0070
.000
,00
-12.
086,
000,
000,
010.
000,
01502,4
33.0
0tO
O45
5.17
4,37
0,88
47.2
58,6
30.
120.
000.
010,
000,
0058,6
50.0
00.0
058
.645
,00
1.01
0.00
0.01
0.00
0.01
0.00
0,01
35,6
70.0
00
.00
35.6
70,0
00.
010,
000.
010,
000.
000.
000,
0118
,217
.80
0.0
018
.217
,80
0,01
0,00
0.01
0.00
0.00
0.01
0,01
0,01
0.0
00.
000,
000,
000,
000
.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.0
00,
010.
000,
000,
000.0
00,
000,
000.
000.
009
4,0
12
.00
0.00
,54
.02.
000.
000.
00254.4
57,0
021
4.80
7,00
35.6
50,0
00.
000.
000.0
00.
000,
000.
000.
000.0
00,
000.
000.
000.
000.0
00,
000.
00
15.1
515
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.0
00
.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.0
00
.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.0
00
.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.0
00
.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
82
.95
52
412
.08
6.0
00.
000,
0082
555.
2412
086,
000.
000,
000.
000.
0016
5.12
1,24
69,3
35.7
613
5.35
1,72
75. 4
15.2
825
.725
,52
13.5
20,4
80.
000.
000.
000,
000
.00
0.0
00.
000,
000.
000,
000.
000,
000.
000.
000
.00
0.0
00.
000,
000,
000.
000.
000.
000,
000.
000
.00
0.0
00.
000.
000.
000.
00LW
1ASM
-C
onre
vran
alvs
e20
13-
Lob
bySt
Car
oao
ne
0.D0l,_
0.00
Bro
n:
VM
P2013-2
016
_..
....
...c
g12
.414
.1.
12.4
14j4
0.0.
.01)0
0.0
00
.00
01
)00
.00
0.0
01)
0023
200
0232
-01
5651
-PM
ER
efre
sher
train
ing
-A
rbei
dsve
rber
erin
gen
1241
414
1241
414
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,01
t00
232
0002
32-0
25651-
PME
Ref
resh
ertr
aini
ng-
CMIS
ocie
ty0
00
00
00.
000,
000,
000,
000,
000,
000,
01T
)O02
3200
0232
-03
5651
-P1
46R
efre
sher
trai
ning
-L
obby
ScC
ampa
gne
00
00,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
01rb
0023
200
0232
-04
5651-
PME
Ref
resh
ertr
aini
ng-
Ose
rige
ho
nn
en0,
00,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
000.
011)0
0233
05S
F-
Con
text
anal
yse
20
13
24,0
00.0
02
4,0
00
.00
01)0
0.0
00
1)0
01
)00.0
00
1)0
0.0
01)
0023
300
0233
-01
65
SF
-C
onte
stan
alys
e20
13-
Arb
eids
serb
erer
inge
n24
,000
,00
24.0
00,0
00.
000.
000.
000.
000.
000.
000,
011)
0023
300
0233
-02
63
SF
-C
onte
stan
alys
e20
13-
CMIS
ocie
ty0,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
01fr
b002
3300
0233
-03
65
SF
-C
onte
stan
aly
se20
13-
Lob
bySc
Cam
pagn
e0.
000.
000.
000.
000.
000,
000,
000,
000.
01b
00
23
300
0233
-04
65
SF
-C
onte
stan
alys
e20
13-
Ose
tige
bron
nen
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,01
1)00
234
Colo
ebia
-C
onte
xtan
alyse
11,2
85.6
111
.205
1)1
0.0
00.0
00.0
00.0
00.0
00.0
00
.00
1)00
234
0002
34-0
1C
olom
bia-
Con
test
anal
yse-
Atb
eids
serb
eret
inge
n11
.265
,61
11.2
65,6
10,
000.
000.
000.
000.
000.
000,
011)
0023
400
0234
-02
Col
ombi
a-C
onte
stan
alys
e-
Cis
fSo
o’er
y0.
000,
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000,
01b
00
23
400
0234
-03
Col
ombI
a-C
onte
stan
alys
e-
Lob
bySc
Cam
pagn
e0.
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000,
01Pb
0023
400
0234
-04
Col
ombi
a-C
onte
stan
alys
e-
Ose
tige
bror
wte
n0,
000.
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
011)0
0233
VI-
Ghana
Enab
ling
So
cial
Dia
logue
II2
5,0
00
.00
25
.00
01
)00
.00
0.0
00.0
00.0
00.0
00.0
001)0
1)00
235
0002
35-0
1W
I-G
hana
Ena
blin
gSo
cral
Dia
logu
eK
-Arb
eids
serb
eter
inge
23.0
01,0
025
,000
.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,01
b0
02
35
0002
35-0
2W
I-G
hana
Ena
bkng
Soo
lalD
lalo
guel
-CM
lSoo
iety
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.01
1)00
235
0002
35-0
3W
I-G
hana
Ena
blin
gS
ocia
lD
ialo
gue
I-L
obby
ScC
ampa
gne
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,01
1)00
235
0002
35-0
4W
I-G
hana
Ena
blin
gS
ocia
lD
ialo
gue
I-O
seti
gehonnen
0.0
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,01
1)0
02
36
ITU
Cso
lldaO
tylu
nd
2013
5,0
00
.00
5,0
00.0
00.0
00
.00
0.0
00.0
05
,00
0.0
00.0
00
.00
1)00
236
0002
36-0
1IT
UC
solid
arity
lund
2013
-A
tbei
dsse
tbet
ethg
en0.
000.
000.
000.
000.
000,
000.
000.
000.
011)
0023
600
0236
-02
ITU
Cso
lidar
itylu
nd20
13-
CMIS
ocie
ty0,
000,
000.
000,
000,
000,
000,
000,
000.
011)
0023
600
0236
-03
ITU
Cso
lidar
itylu
nd20
13-
Lob
bySc
Cam
pagn
e5.
000,
005.
000.
000.
000.
000,
000.
005.
000,
000,
000.
011)
0023
600
0236
-04
ITU
Cso
lidar
itylu
nd20
13-
Ose
rige
bron
nen
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,01
1)00
237
EUS
DH
RC
olo
mb
ia-
oo
—ll
nan
ole
dn
g4
3,2
66
.00
23,2
66.0
0L
OG
20
,00
0.0
02
0,0
00
.00
0.0
00.0
00.0
020
.000
.01)
1)00
237
0002
37-r
nEU
EID
HR
Col
ombi
a-
oo-I
’nan
oier
ing
-A
tbei
dsee
tbet
etin
gen
1165
0.00
1165
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.01
1)00
237
0002
37-0
2EU
EID
HR
Col
ombi
a-
co-l
inan
cier
ing
-CM
Isoc
iety
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,01
1)00
237
0002
37-0
3E
UE
IDH
RC
oIom
bia
-co-
Iina
noie
ting
-Lob
byS
coam
pagn
e31
416.
0011
.416
,00
0,00
20.0
0200
20.0
00,0
00.
000,
000,
0020
.000
,01
1)00
237
0002
37-0
4EU
EID
HR
Col
ombi
a-
co-I
inan
oier
ing
-O
seri
gebt
onne
n0.
000,
000,
000,
000,
000.
000,
000,
000,
011)0
0238
US
LC
-K
amee
oen
Alb
ouw
piaj
eot
10,0
00.0
010,0
00.0
00.0
00
.00
LO
U0.0
00.0
00.0
00
.00
1)00
238
0002
38-0
1U
SL
C-K
amet
oenA
lbou
wpt
cjec
t-A
tbei
dsse
tbet
et’n
gen
10.0
00,0
010
.000
,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.01
1)00
238
0002
38-0
2U
SL
C-K
amer
oenA
lbou
srpr
ojeo
t-üs
ilS
ooie
ry0,
000.
000,
000.
000,
000,
000,
000.
000,
01I0
023
600
0238
-03
US
LC
-Kam
etoe
nAlb
ouw
proj
ect-
Lob
byS
cCam
pagn
e0.
00,
000,
000,
000.
000.
000,
000,
000.
0100
0236
0002
36-0
4U
SL
C-K
amer
oenA
lbou
wpt
ojec
r-Q
eeti
gebt
omen
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.01
1)0
0233
Tog
a-
Wan
eC
onte
xt
Anal
yse
7,6
10.3
37,6
10.3
301)0
0.0
00.0
00.0
00.0
00.0
00.
06J0
02
3S
0002
35-0
1T
ogo
-U
date
Con
test
Ana
lyse
-A
tbei
dsee
rbet
etin
gen
7.61
0,35
7.61
0,35
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,01
1300
235
0002
35-0
2T
ogo
-U
date
Con
test
Ana
lyse
-C
isf
Soc
iety
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.01
1)00
235
0002
35-0
3T
cgo
-U
date
Con
test
Ana
lyse
-L
obby
ScC
ampa
gne
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.01
1)00
235
0002
35-0
4T
ogo
-U
date
Con
test
Ana
lyse
-O
veri
gebr
onne
n0,
000,
000.
000.
000,
000,
000,
000,
000,
011)0
0240
GE
L-
Mee
rjar
enpla
n20
10-2
013
53
.00
8.9
75
3,0
08
.37
0.0
0L
00
0.0
00.0
07
,43
7.3
70.0
00
.00
1)00
240
0002
40-0
1G
EL-
Mee
tjar
enpl
an20
10-2
013
-A
tbei
dsee
rbet
etin
gen
S3.
008,
5753
.008
,57
0,00
0,00
0.00
0,00
7.45
7,57
0.00
0,01
1)00
240
0002
40-0
2G
EL-
Mee
tjate
npla
n20
10-2
013
-CM
ISoc
iety
0,01
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,01
1)00
240
0002
40-0
3G
EL-
Mee
rjat
enpl
an20
10-2
013
-L
obby
ScC
ampa
gne
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,01
1)00
240
0002
40-0
4G
EL-
Mee
tjat
enpl
an20
10-2
013
-O
seri
gebr
onne
n0,
000,
000.
000,
000.
000,
000.
000,
000,
011)0
0241
CE
TO
-M
nqate
npla
n2010
—20
133,2
31.8
43,2
31.0
40
.00
0.0
00.0
00.0
00.0
00
.00
0.0
01)
0024
100
0241
-01
CG
T6
-M
eerl
aten
plan
2010-2
013-
Atb
&ds
eetb
eter
’mge
n5.
231.
845,
231.
640.
000.
000,
000,
000.
000.
000,
01t0
02
41
0002
41-0
2C
GT
6-
Mee
tiar
enpl
an2
01
0-2
01
3-
CMIS
ocie
ty0.
000,
000.
000.
000.
000,
000.
000.
000.
011)
0024
100
0241
03.
,,,,,
CG
T6-
Mee
riae
nola
n2ol
0.-2
013-
Lob
byS
cCam
oaon
e0.
000.0
00.0
0.
0.00
——
0.00
o.o
c
Voo
rid
enti
fica
tied
oel
einden
Crn
stSc
‘stu
ng
j
Tot
aal
Oet
aald
Ver
plio
btln
gen
Nag
teee
rantw
oord
enuei
pli
chti
ngen
Oet
aald
Te
bet
alen
jaar
Oet
aald
Te
bes
alen
HED
PRP
RD
JID
0PR
DJN
AM
Etn
t20
15im
2014
tnt
2014
2015
2015
2015
2013
2014
2015
9‘i
i
Bro
n:
VM
P201
3-2
016
To
taal
Bet
aald
Ver
pli
chti
ng
enN
ogte
ver
antw
oo
rden
ver
pli
ob
tin
gen
Bet
aald
Te
bet
alen
jaar
Bet
aald
Te
bet
alen
HFD
PR
0P
RO
JID
0P
RO
JNA
ME
UIm
2015
tm20
14in
2014
2015
2015
2015
2013
2014
2015
iIij
iYZ
t:1
;lv
iflf
llI’
;’asd’I’xlI
qpxnh’J’uw
e’:’
RIaJ
huh
‘mu
‘u
qai’
i’u
’i’
IFII
Ipla
n4
jaar
NIC
E¶3
0024
200
0242
-01
5651
-W
erkp
lan
4ja
arNI
KEUB
A-
Arb
eids
verb
erer
inge
n7.
70(1
0030
00.0
04.
700,
000,
000,
000,
007.
700,
000,
00¶3
0024
200
0242
-02
5651
-W
erkp
lan
4va
rN
II<EU
OA
-Ci
vISo
ciet
y0,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
01‘P
0024
200
0242
-03
5651
-W
erkp
lan
4va
rN
IKEU
GA
-L
obby
ScC
ampa
gne
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.01
¶300
242
0002
42-0
456
51-
Wer
kpla
n4
nt
NIK
EUBA
-O
veri
gebr
onne
n0.
000,
000,
000,
000.
000,
000,
000,
000,
01‘P
0024
3U
NA
SM-
Mee
rjat
enpla
n2
01
0-2
01
37
3,3
58
.90
73. 3
58.9
00,0
00,0
00
,00
0,0
00,0
00,0
00.
00¶3
0024
300
0243
-01
UN
AS
M-M
eerj
aren
plan
20lO
-201
3-A
rbei
dsve
rbet
erin
gen
38.8
86,3
038
.886
,30
0.00
0.00
0,00
0,00
-34.
472,
000.
000,
01¶3
0024
300
(324
3-02
UN
ASM
-M
eerj
aren
plan
2010
-201
3-
Civi
l Soc
iety
34. 4
72,0
034
. 472
,00
0.00
0.00
0,00
0,00
34.4
72,0
00,
000,
01¶3
0024
300
0243
-03
UN
ASM
-M
eerj
aren
plan
2010
-201
3-
Lob
bySc
Cam
pagn
e0,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
000,
000.
01¶3
0024
300
0243
-04
UN
ASM
-M
eerj
aren
plan
2010
-201
3-D
verl
gebr
onne
n0.
000.
000.
000,
000.
000.
000.
000.
000.
01‘P
0024
4C
LC
-M
eerj
aren
wnkpla
n20
11-2
014
201.3
50,0
0201.3
50,0
00
,00
0,0
00.0
00.0
00,0
00,0
00,0
0¶3
0024
400
0244
-01
CL
C-M
eerj
aren
wer
kpla
n2ol
l-20
14-
Arb
eids
verb
eter
inge
n16
1526
,00
161.
526,
000.
000,
000,
000.
00-3
3.82
4,00
0.00
0,OC
¶300
244
0002
44-0
2C
LC-
Mee
rjar
enw
erkp
lan
2011
-201
4-
Civi
l Soc
iety
3382
4,00
35.8
24,0
00,
000,
000.
000,
0033
.824
,00
0.00
0.OC
¶300
244
0002
44-0
3C
LC-
Mee
rjar
enve
rkpl
an20
11-2
014
-L
obby
ScC
ampa
gne
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.0(
¶300
244
0002
44-0
4C
LC-
Mee
rjar
enw
erkp
lan
2011
-201
4-
Dve
rige
bron
nen
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,0(
‘P00245
CN
T-
Mee
rlar
enpla
n20
11-2
014
236.5
58,0
02
38
. 558.0
00.0
00,0
00,
000.0
00,0
00
.00
0,1W
¶300
245
0002
45-0
1CN
T-
Mee
tjare
npla
n20
11-2
014
-A
tbei
dsve
tbet
erin
gen
215.
834,
0021
5.83
4,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
-14.
444,
000.
0(¶3
0024
500
0245
-02
CNT
-M
eerj
aren
plan
2011
-201
4-
Civi
lSoc
iety
2066
4.00
20.6
64.0
00,
000,
000.
000,
000.
0014
.444
,00
0.0C
¶300
245
0002
45-0
3CN
T-
Mee
rjar
enpl
an20
11-2
014
-L
obby
ScC
ampa
gne
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,0(
¶300
245
0002
45-0
4CN
T-
Mee
rjar
enpl
an20
11-2
014
-D
veri
gebr
onne
n0,
000,
000,
000,
000,
000.
000.
000,
000.1
11‘P
00
24
6C
OT
-C
olom
bia
Mee
rlar
enpla
n20
11-2
014
589. 0
23
.9?
589.0
23,9
?0
,00
0.0
00,0
00,0
00,0
00,0
00.0
4¶3
0024
610
3246
-01
CO
T-C
olom
bia
Mee
rate
npIa
n20
11-2
014
-A
rb&
dsve
tbet
erin
gen
521.
547,
3752
1.34
7,37
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,0(
¶300
246
(111
0246
-02
CG
T-C
olom
bia
Mee
rjar
enpl
an20
11-2
014
-Ci
vil S
ocie
ty67
.076
,00
67. 0
76,0
00.
000,
000,
000.
000,
000.
000.
01¶3
0024
600
0246
-03
CG
T-C
olom
bia
Mee
tjwen
plan
2011
-201
4-
Lob
bySc
Cam
pagn
e0.
000.
000,
000.
000,
000,
000,
000,
000,
01¶3
0024
600
0246
-04
CG
T-C
olom
bia
Mee
rjar
enpl
an20
11-2
014-
Oce
rige
bton
nen
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.01
‘P0
02
4?
CM
TC
-fo
llow
uppro
ject
FakE
cod
14.3
50.0
014
.350.0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
0¶3
0024
700
0247
-01
CMTC
-bl
owup
proj
ect F
a’rl
cod
-A
rbei
dsve
rbet
erin
gen
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.01
¶300
247
0002
47-0
2CM
TC-
blow
uppr
ojec
tFak
lood
-C
ivSo
ciet
y14
,350
,00
14. 3
50,0
00,
000.
000,
000,
000.
000,
000,
01¶3
0024
700
0247
-03
CMTC
-bl
owup
proj
ect F
aklo
od-
Lob
bySc
Cam
pagn
e0.
000,
000,
000.
000,
000,
000,
000.
000,
01¶3
0024
700
0247
-04
CMTC
-be
low
uppr
ojec
tFa’
rloo
d-
Dve
rige
bton
nen
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.01
‘P00248
Wag
eIn
dic
ato
r-
Dec
ent
Wag
esL
atqn
sA
mer
ika
113.
150,
0011
3.15
0,00
8,0
00.0
00.0
00,0
00,0
00,0
00,0
4¶3
0024
800
0248
-01
Wag
eIn
dica
tor-
Dec
ent W
ages
Laoj
nsA
mer
Ica
-A
rbed
sver
be11
3.15
0,00
113.
150,
000,
000.
000,
000.
000,
000,
000.
01¶3
0024
800
0248
-02
Wag
eIn
dica
tor -
Dec
entW
ages
Latw
nsA
mer
Ica
-Ci
vilS
ccie
t0,
000.
000,
000.
000.
000.
000,
000.
000,
01¶3
0024
800
0248
-03
Wag
eIn
dica
tor-
Dec
entW
ages
Lat
ns
Am
erik
a-
Lob
bySc
Cam
p0.
000,
000,
000.
000.
000.
000,
000.
000,
01¶3
0024
800
0248
-04
Wag
eIn
dica
tor -
Dec
entW
ages
Laoj
nsA
mer
Ica
-D
veri
gebi
on0.
000,
000.
000.
000,
000.
000.
000,
000,
01‘P
00249
EUE
IOH
R20
13C
AM
BO
DIA
0,0
00.0
00,0
00.0
00,0
00,0
00.0
00.0
00,0
0‘P
0025
1C
NT
-C
NV
OO
mde,
han
deh
ngar
alnln
g17.7
06,4
91
7.7
06
,49
0,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,
00¶3
0025
100
0251
-01
CNT
-C
NV
OD
ndet
hand
ekng
stra
inin
g-
Arb
eids
verb
eter
inge
n0,
000,
000.
000,
000.
000,
000.
000,
000,
01¶3
0025
100
0251
-02
CNT
-C
MJD
Ond
etha
ndel
ogst
rain
ing
-Ci
wlSo
ciet
y17
.706
,43
17.7
06,4
30,
000.
000,
000.
000,
000.
000,
01¶3
0025
100
0251
-03
CNT
-C
NV
DD
nder
hand
ekng
stra
inin
g-
Lob
bySc
Cam
pagn
e0.
000,
000,
000.
000.
000.
000,
000.
000,
01¶3
0025
100
0251
-04
CNT
-C
NV
OD
ndet
hand
ekng
stra
inin
g-
Dve
rige
bron
nen
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
‘P00252
Wag
eIn
dic
ato
r-
Dec
ent
wag
esA
sia
112.
414,
0011
2.41
4,00
0,0
00,
110
0,0
00,0
0-7
3,0
00,0
00,0
0¶3
0025
201
1025
2-01
Wag
eIn
dica
tor -
Dec
ent w
ages
Asi
a-
Atb
eids
verb
eter
inge
n11
2.41
4.00
liZ
414,
000,
000,
000.
000.
00-7
3.00
0,00
0,00
’¶3
0025
200
0252
-02
Wag
eIn
dica
tor-
Dec
ent w
ages
Asi
a-
Civi
lSoc
iety
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
¶300
252
0002
52-0
3W
age
Indi
cato
r -D
ecen
twag
esA
sia
-L
obby
ScC
ampa
gne
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
,¶3
0025
200
0252
-04
Wag
eIn
dica
tor-
Dec
entw
ages
Asi
a’D
seri
gebt
onne
n0.
000.
000.
000,
000,
000,
000,
000,
000,
00:
E’”
iden
tifI
cati
edoeI
eifl
def
lI
Ern
st&
‘tbu
nqA
ccou
nts
LL
P
Bro
n:
VM
P2013-2
016
To
taat
Oei
aald
Ver
phch
angen
Nog
ieuer
anrw
oord
env
erp
hch
tin
gen
Bet
aald
Te
bet
alen
jaar
Bei
aald
To
bet
alen
PR
OJI
Da
PR
OJN
AM
Ein
2015
in20
14in
2014
2015
2015
2015
2013
2014
2015
i’i’
rY1t
tAi1
i5JW
A[i1
Jt
‘Ut
41
ILL
iLL
’L
2J
CN
SM-
Lob
byS
kJs
&Y
ou
thF
ocus
trai
nin
g‘9
0025
400
0254
-01
CN
SM-
Lob
byS1
r4s
SY
outh
Foc
ustr
aini
ng-
Arb
eids
eerb
eter
U.t&
00U,
UUU
,1$J
0,00
U.u
u0,
000,
00‘9
0025
400
0254
-02
CN
SM-
Lob
byS
kis
SY
outh
Focu
stra
inin
g-
CMIS
ocie
ty17
.101
,617
101.
630.
000.
000.
000.
000,
000.
000.
00‘9
0026
400
0264
-03
CN
SM-
Lob
bySk
ills
SY
outh
Focu
str
aini
ng-
Lob
by&
Cam
pagn
0.0,
000,
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
‘900
254
0002
64-0
4C
NSM
-L
obby
Skill
s&
Yor
shF
ocus
trai
ning
-O
veri
gebr
onne
n0.
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
‘1)0
0255
CN
SM-
Mee
rjar
enp
lan
20
12
-20
15
153.6
14,6
55
6.1
37
,96
-5.7
26,2
971,2
03,0
073.1
56,1
5-1
.553,1
50,0
00,0
07
1.2
03
,00
‘900
255
0002
55-0
1C
NSM
-M
eerj
aren
plan
2012
-205
-A
rbei
dsoe
rber
erin
gen
127.
254.
38.1
37,3
8-3
.726
,28
38.8
43,0
038
.830
,31
-1.0
87,3
10,
000.
0038
.843
,00
‘900
265
(0)2
56-0
2C
NM
-Mar
enpla
n2ol2
-2015-C
ivlS
oci
ery
32.3
60.
0,00
0.32
.360
,00
33.2
66,8
4-8
06,8
40.
000,
0032
.360
,00
‘900
255
0002
55-0
3C
NSM
-M
eeqa
renp
lan
2012
-201
5-
Lob
byB
Cam
pagn
e0.
0,00
0,0,
000,
000,
000,
000.
000,
00P1
)002
5500
0265
-04
CN
SM-
Mee
rjar
enpl
an20
12-2
016
-O
veri
gebr
onne
n0.
0,00
0.0.
000.
000,
000,
000.
000.
00‘9
00
25
5F
airf
ood
-W
orke
rsE
np
ow
er.e
enc
Pro
ject
2014
106.3
96,2
6106.4
1226
-14
,00
0,0
00
,00
0,0
60,0
071
1,00
0,0
0‘9
0025
800
0258
-01
FakI
cod
-W
orke
rsE
mpo
wer
men
t Pro
ject
2014
-A
rbei
dsw
erbe
re0.
0,00
0.0.
000.
000.
000.
000,
000.
00P1
)002
5300
0253
-02
Fakl
ood
-W
orke
rsE
mpo
wer
men
t Pro
ject
2014
-CM
I Soc
iety
106.
336,
2610
6.41
226
-14,
000,
000,
000,
000.
0071
1,00
0.00
‘1)0
0253
0002
53-0
3F
ailo
od-
Wor
kers
Em
pow
erm
enr
Proj
ect 2
014-
Lob
byS
Cam
pag
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
P1)0
0258
0002
53-0
4Fa
klco
d-
Wor
kers
Em
pow
erm
ent P
roje
ct20
14-
Die
rige
bron
ne0.
000.
000.
000,
000,
000.
000,
000,
000,
00‘1
)002
60G
FL
-SO
MO
Ale
rtS
yst
emC
acao
28
.50
4,0
528.5
04,0
50,0
00,0
00,0
00
,00
0_D
o20
.512,7
00,0
0P1
)002
6000
0260
-01
GFL
-SG
MD
Ale
rtSy
stem
Cac
ao-
Arb
eids
eerb
erer
inge
n0,
000.
000.
000,
000,
000.
000,
000,
000.
00P1
)002
6000
0260
-02
GFL
-SG
ê1D
Ale
rtSy
stem
Cac
ao-
CMIS
ocie
ty0,
000,
000,
000.
000,
000,
000,
000,
000,
00)0
0260
0002
60-0
3G
FL-S
GM
DA
lert
Syst
emC
acao
-L
obby
SC
ampa
gne
28.8
04,0
528
.804
,05
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
20.6
12,7
00,
00r0
0026
000
0260
-04
DFL
_S(Y
r10
Ale
rtSy
stem
Cac
ao-
Gee
rige
bron
nen
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
‘900
261
501.
10-
Tog
oo
nd
erro
ekC
aoao
ker
en3.
533.2
03.
53
3.2
00,0
00,0
00,0
00
,00
0,0
00,0
00,0
0)0
02
61
0002
61-0
150
MG
-T
ogo
onde
tzoe
kC
acao
kete
n-
Arb
eids
eerb
eter
inge
n0,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
00‘9
0026
100
0261
-02
50M
G-
Tog
ocn
derz
cek
Cac
aoke
ren
-CM
ISoc
iery
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
P1)0
0261
0002
61-0
3SO
MO
-T
ogo
onde
rzce
kC
acao
kere
n-
Lob
byB
Cam
pagn
e3.
633,
203,
5332
00,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
001)
0026
100
0261
-04
50M
G-
Tog
oon
derz
cek
Cac
aoke
ren
-O
ceri
gebr
onne
n0.
000,
000,
000.
000.
000,
000,
000,
000.
00‘9
00
26
25
0M
0-5
SS
l-W
oo
dS
ecto
rP
roje
ct10.6
71,2
710.6
71,2
70,0
000
00,0
00.0
09,0
68.5
50
,00
0.0
0!1
)002
6200
0262
-01
SOM
G-S
8Sl-
Woc
dS
ecto
rPr
ojec
t-A
rbei
dsee
tbet
erin
gen
0.00
0,00
0,00
0,0)
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
‘900
262
0002
62-0
2SO
MG
-SSS
I-W
ood
Sec
tor
Proj
ect -
CinI
Soci
ety
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
‘1)0
0262
0002
62-0
3SG
MO
-S6S
l-W
ocd
Sect
orPr
ojec
t -L
cbby
BC
ampa
gne
10.6
71,2
10.6
71,2
70.
000,
000.
000,
008.
068,
850,
000,
00‘9
0026
200
0262
-04
SOM
O-S
BSI
-Woo
dSe
ctor
Proj
ect-
Ose
rige
btom
en0.
000,
000.
000,
000,
000.
000.
000,
000,
00‘1
)002
63C
han
ge
nan
agem
enr
SEX
HIM
AM
adag
asca
r9
.30
0,0
05.3
00,0
00.0
00.0
00
00
0.0
00,0
00
.00
0,0
0‘9
0026
300
0263
-01
Cha
nge
man
agem
ent S
EKRI
MA
Mad
agas
car
-A
rbei
dsee
rber
erin
ge3.
300,
003.
300,
000,
000.
000.
000.
000,
000,
000,
00‘1
)002
6300
0263
-02
Cha
nge
man
agem
ent S
EKFW
IAM
adag
asca
r-
Dvi
iSoc
iety
0.0.
000,
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
‘900
263
0002
63-0
3C
hang
em
anag
emen
t5EK
FWIA
Mad
agas
car
-L
obby
&C
ampa
gne
0)0.
000,
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
‘1)0
0263
0002
63-0
4C
hang
em
anag
emen
tSE
KF
4AM
adag
asca
r-
Gve
rrge
hcn
,en
0,00
0,00
0,0,
000.
000,
000.
000,
000,
00‘9
00
26
5L
idaa
atso
hap
sgel
den
lobb
y&
cam
pag
ne
2014
25.5
17,7
529.5
11,7
50,0
00.0
00.0
00,0
00,0
00
,00
0.0
0‘9
0026
500
0265
-01
Li&
oaar
scha
psge
lden
lobb
y&
caar
pagn
e20
14-
Arb
elds
eerb
eter
i0.
0,00
0.0.
000,
000.
000,
000,
000.
00P1
)002
6500
0265
-02
Li&
rraa
rsch
apsg
elde
nlo
bby
&ca
mpa
gne
2014
-CM
ISoc
iety
0,0.
000,
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,06
P1)0
0265
0002
65-0
3L
i&na
arsc
haps
geld
enlo
bby
&ca
mpa
gne
2014
-L
obby
&C
ampa
g28
.517
,75
28.5
17,7
50.
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,06
‘900
265
0002
65-0
4L
i&rr
aars
chap
sgel
den
lobb
y&
oam
pagn
e20
14-
D.re
tige
brom
en0.
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
‘90
02
69
ICA
ES
Ob
serv
aro
rio
2014
42.0
00,0
042.0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00
,00
0,0
00.0
0‘9
0026
300
0268
-01
ICA
ESG
bser
yaro
rio
2014
-A
rbei
dsee
rbet
erin
gen
0.0.
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000.
00‘9
0026
300
0268
-02
ICA
ESG
bsem
aror
io20
14-
CMIS
ocie
ty4.
500.
4.48
8,90
0,10
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
‘900
268
(032
63-0
3C
AE
SO
bser
earo
ric
2014
-Lob
by&
Cam
pagn
e37
.500
.37
438.
150,
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
P1)0
0263
0002
63-0
4C
AE
SG
bser
earo
rin
2014
-O
veri
gebr
onne
n0.
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,06
‘1)0
0270
CD
TC
olom
bia
-O
nth
eem
den
pro
ject
0,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
0
Voo
rid
enti
ficati
edoefe
inden
I
Bro
n:
VM
P201
3-2
016
Tor
aal
Bet
aald
Ver
pli
obungen
Nog
rev
eran
ivo
ord
enver
pli
obri
ngen
Ber
aald
Te
bet
alen
jaar
Bet
aald
Te
bet
alen
HED
PR
PR
OJI
D0
PRO
JNA
ME
tnt
2015
tnt
2014
tm20
1420
1520
1520
1520
1320
1420
15kuis’
ErIrn1rn’ari:
______
‘!“!
_________________
______
4.T
t14
3J,j
JU
.UU
U,U
U‘1
1)02
7100
0271
-01
Lob
byha
nd&
srrn
ssie
s20
14-
Arb
eids
verb
erer
i-rg
en0.
00.
000.
000,
000,
000.
000,
000,
000,
01‘0
27
100
0271
-02
Lob
byha
nde/
snN
ssie
s20
14-
Cal
Soc
iety
0.0,
000,
000,
000.
000.
000,
000,
000.
01P1
)002
7100
0271
-03
Lob
byba
ndel
srci
ssie
s20
14-
Lob
byft
Cam
pagn
e4.
113,
4.41
19.4
30.
000.
000,
000.
000,
000.
000.
01P1
)002
7100
0271
-04
Lob
byha
ndel
snis
sies
2014
-D
oer/
gebr
onne
n0.
000,
000.
000,
000,
000,
000.
000,
000,
011)0
0274
Lob
byac
tivit
eite
n20
142,0
23.4
12,0
29.4
10,0
00
,00
0,0
00,0
00
.00
0,0
00,0
0t0
02
74
0002
74-0
1L
obby
acri
etek
en20
14-
Arb
eids
oerb
erer
lnge
n0,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
01‘1
1)02
7400
0274
-02
Lob
byac
tiet
eite
n20
14-
CMIS
ocie
ty0,
000.
000.
000.
000,
000.
000.
000.
000.
01P1
)002
7400
0274
-03
Lob
byac
rick
eken
2014
-L
obby
ftC
ampa
gne
2.02
3,41
2.02
3,41
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,01
P1)0
0274
0002
74-0
4L
obby
acri
ckek
en20
14-
Dve
rige
bron
nen
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.01
‘000276
MR
Co
nfe
ren
tle
2014
(EC
OV
80
0P
vC
)1
5.0
00
,00
17.2
71,2
8-2
.27
1,2
80
.00
(tO
O0,0
00
,00
0,0
00,0
0P1
)002
7600
0276
-01
F’W(C
onle
renr
ie20
14IC
CD
V60
0Pw
C)-
Arb
&ds
rerb
erer
inge
n0.
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
011)
0027
600
0276
-02
(41
Con
fere
nrie
2014
IICCD
V80
0Pv
C)
-Ci
vilSo
ciet
y0.
000,
000.
000,
000,
000.
000.
000,
000.
01‘1
)002
7600
0276
-03
I4R
Con
fere
nrie
2Ol4
llC
CD
V60
0Pw
Cl-
Lob
byft
Cam
pagn
e15
000,
0017
.271
,28
-2.2
71,2
60.
000,
000.
000,
000.
000,
011)
0027
600
0276
-04
(41
Con
(ere
ntie
2014
)ICCD
V60
0Pv
C)
-O
veri
gebr
onne
n0.
000.
000.
000,
000,
000,
000,
000,
000.
011)0
0279
Socia
l.D
ialo
og(W
OT
RO
)20
1420.0
00,0
05.0
0Q
00
0,0
01S
.00Q
00
7.5
00,0
00
.00
0,0
00
.00
15.0
00,0
01)
0027
300
0273
-01
Sod
aie
Oia
lccg
(WD
TPO
I201
4-A
rbei
dsoe
rber
erin
gen
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.01
1)00
279
0002
79-0
2S
ocia
leD
ia)o
ogIW
DTP
D)2
014-
Cal
Soci
ety
0.0.
000,
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.01
1)00
273
0002
73-0
3So
cral
eEk
aloo
g(W
OTP
DI2
014-
Lob
byft
Car
rçag
ne20
.000
.5.
000,
000.
15.0
00,0
07.
500,
000.
000.
000.
0015
.000
,01
Pt10
0273
0002
73-0
4S
odal
eEk
aloo
g(W
OTR
D)
2014
-D
verr
gebr
onne
n0,
0,00
0.0,
000,
000,
000.
000,
000.
011)
0028
1EU
conce
pt
note
ElS
alv
ado
r0,0
00
.00
0.0
00.0
00
.00
0,0
00.0
00
.00
0,00
1)0
0283
CM
V)-
Vic
eV
ersa
teet
lel
6.5
00,0
06.5
00,0
00
,00
0,0
00
,00
0.0
00
,00
0,0
00.
00P1
1102
6300
0283
-01
CNVI
-V
ice
Ver
sare
arM
-A
rbei
dsve
rber
erci
gen
0.0.
000,
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.01
‘1)0
0283
0002
63-0
2CN
V1-
Vic
eV
ersa
rerrr
lel -
Cal
Soci
ety
0.0
0.00
0.0.
000,
000.
000,
000,
000.
011)
0026
31)
0(12
83-0
3C
M/i
-V
ice
Ver
sare
arM
-Lo
bby
ftC
ampa
gne
6500
.06.
500.
000,
000.
000.
000.
000.
000,
000.
01‘1
)002
8300
0283
-04
CM
/i-
Vic
eV
ersa
rear
M-
Dw
rge
brom
en0,
000,
000.
000,
000,
000.
000.
000.
000,
011)0
0288
Lob
byen
Casp
agne
191.
071,
5415
1.07
1,34
0,0
00
.00
0,0
00.0
0-0
.06
0,0
00,
00!)
0028
800
0288
-01
-A
rbei
dsve
rber
ekrr
gen
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,01
I00
28
800
0268
-02
‘Civ
ilSo
ciet
y0.
000.
000,
000.
000,
000,
000.
000,
000,
010
02
88
0002
88-0
3-L
obby
ftC
ampa
gne
1310
71.3
413
1.07
1,94
0.00
0,00
0.00
0.00
-0,0
60,
000.
01P1
)002
8600
0268
-04
-D
veri
gebr
onne
n0,
000.
000.
000,
000,
000,
000,
000,
000,
011)
0028
9C
NT
-P
arag
uay
jaar
pla
n20
141
5.6
60
,00
15
,66
0.0
00.0
00,0
00.0
00.0
00.0
00,0
00.
001)
oo28
300
0283
-01
CNT
-P
arag
uay
jaar
p(an
2814
-A
rbei
dsue
rber
erin
gen
15.6
60,0
015
.660
,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,01
P1)0
0283
0002
83-0
2C
NT
-Par
agua
yjaa
rp)a
n201
4-C
ivil
Soc
iery
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.01
p1)0
0283
0002
83-0
3CN
T‘P
arag
uay
jaar
p)an
2814
-L
obby
ftC
ampa
gne
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,01
1)00
283
0002
83-0
4CN
T-
Par
agua
yja
arp)
an28
14-O
veri
gehcn
nen
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.01
1)0
0290
Wage
ind
icat
or
LAT
AM
Pla
n20
147
3.2
71
,00
79
.27
10
00,0
00
,00
0,0
00,0
00,0
00
,00
0,00
P11)
0230
0002
90-0
1W
age
(ndc
aror
LAT
AM
Ran
2014
-A
rbed
seer
bere
r’ng
en75
.321
,00
75.3
20,0
50,
950,
000,
000,
000,
000,
000.
01P1
1)02
9000
0230
-02
Wag
eIn
dica
tor L
AT
AMPl
an20
14-C
alS
ocie
ry3.
950,
03.
343,
950,
050,
000,
000,
000.
000,
000,
01ft1
0029
000
0290
-03
Wag
eIn
dica
ror L
AT
AMPl
an20
14-L
obby
ftC
ampa
gne
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.01
Pt00
290
0002
90-0
4W
age
Indi
caro
r LA
TAM
Ran
2014
-D
cerr
gebr
onne
n0,
0,00
0.0
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
1)0
0292
PC
M-
Dir
ect
81412.6
482.4
12,6
40,0
00,0
00
,00
0,0
00
,00
0,0
00
.00
¶100
232
0002
32-0
1D
rgira
l Rad
orm
0.0,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
000,
00‘1
1102
9200
0292
-02
(so
cerr
ilice
ring
0.0.
000.
000.
000.
000,
000.
000,
000,
001)
0023
200
0232
-03
Cou
ntry
ecal
uari
on0.
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
1)00
232
0002
92-0
4R
eisk
osre
n0.
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
1)00
232
0002
32-0
5V
erra
akro
sren
0.0,
000.
000,
000,
000,
000,
000,
000.
001)
0023
200
0232
-06
Fcn
dsen
ven4
no0.
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
000
0.00
0.00
1Voo
rid
enti
ficati
edoele
inden
Ern
stft
‘ibu
ngA
ccou
nL
LP
lLll
IdIn
,r,r
n:’r
ipr
Bro
n:
VM
P2013-2
016
Tota
alB
eraa
ldV
erpli
chti
ngen
Nog
Icv
eran
ivo
ord
enver
pli
chti
ngen
Oet
aald
Te
bet
alen
jaar
Oet
aald
Te
bet
alen
tIE
DP
RP
RD
JIO
0PR
OJN
AM
EU
tm20
15Im
2014
Im20
1420
1520
1520
1520
1320
1420
15L
!JLI
AJIL
liii
‘LI’
liii
!)i9
3G
EL
-CN
VI—
PH
ET
rain
ing
2014
4.0
52
,36
4.0
52
,38
0.0
Cr0
002s
300
0293
-01
GFL
-CN
VI-
PIl
ET
rain
ing
2014
-A
rbe’
dsee
rbet
erin
gen
4.05
2,36
4.05
2,38
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
‘000
253
0002
93-0
2G
FL-C
NV
I-PM
ET
rain
ing
2014
-CM
IS
ocie
ty0,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
00b002S
300
0293
-03
GE
L-C
M)I
-PM
ET
rain
ing
2014
-L
obby
itC
ampa
gne
0,00
0,00
0,01
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
b002S
300
0293
-04
GFL
-CN
VI-
PIlE
Tra
inin
g20
14-
Ove
rige
bion
nen
0,00
0,00
0,01
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
1)0
0298
OE
CD
and
Ruggie
Gu
idel
ines
Tra
inin
gFo
r(F
R)
Tra
de
Uni
34
,38
0,5
83
4.3
80
,57
0,0
1000
0.0
00,0
00
,00
3.4
05,0
10
D0
‘000
258
0002
58-0
1D
ECO
and
Rug
gie
Gui
delin
esT
rain
ing
For (
FR)
Tra
deU
nion
s-
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
‘000
258
0002
98-0
2D
ECO
and
Rug
gie
Gui
delin
esTr
aini
ngFo
r (FR
)Tra
deU
nion
s-
8.90
6,50
8.90
6,50
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
8,50
6,50
0,00
‘000
258
0002
58-0
3D
ECO
and
Rug
gie
Gui
delin
esT
rain
ing
For (
FR)T
rade
Uni
ons
-25
.474
,025
,474
,07
0.0
0,00
0,00
0.00
0.00
-5.5
01.4
50.
00‘0
0029
800
0258
-04
DEC
Oan
dR
uggi
eG
uide
lines
Tra
inin
gFo
r (FR
)Tra
deU
nion
s-
0,00
0.00
0,01
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
1)0
0300
CO
TH
on
du
ras
-T
rain
ing
CN
VD
nd
erv
ijs
14.1
78,3
814.1
78,3
80,0
00,0
00
,00
0,0
00
,00
0,0
00,0
0?t
0030
000
0300
-01
CG
TH
ondu
ras
-T
rain
ing
CM
)Ond
erw
i)s
-A
rbe’
dsve
rber
erin
gen
717,
3871
7,38
0.1%
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
JOO
30O
0003
00-0
2C
GT
Hon
dura
s-
Tra
inin
gC
M)
Dnd
erw
i)s
-CM
ISoc
iety
13.4
61,0
013
.461
,00
0,01
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
‘000
300
0003
00-0
3C
GT
Hon
dura
s‘T
rain
ing
CM
)O
nder
wijs
-L
obby
&C
ampa
gne
0.00
0.00
0,01
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
t00
30
000
0300
-04
CG
TH
ondu
ras-
Tra
inin
gC
M)
Ond
erw
l(s-
Oee
rige
bron
nen
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
1)00
301
DIr
ect
Mai
lIng
s20
142
3,5
89
.76
23
,58
9.7
60
,00
0.0
0O
OD
0,0
00
.00
0.0
30
.00
‘000
301
0003
01-0
1G
reet
Mai
lings
2014
-A
rbe’
idss
erbe
reri
ngen
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
b0O
301
0003
01-0
2C
lirec
r Mai
lings
2014
-C
MI
Soc
iety
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
‘000
301
0003
01-0
3D
irec
t Mai
lings
2014
-L
obby
itC
ampa
gne
23.5
88,7
623
.585
,76
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.03
0,00
Poo
owi
0003
01-0
4G
reet
Mai
lings
2014
-O
verl
gebr
onne
n0,
000.
000,
000,
000,
000,
000.
000,
000,
001)0
0302
WD
DW
20
14
-lo
bb
y&
publI
courr
eaoh
cam
pai
gn
70
.55
8,3
470
. 558,3
40.0
00
.00
000
0.0
00,0
0011
0.0
0‘0
0030
200
0302
-01
WO
OW
2014
-lo
bby
itpu
blic
ourr
each
cam
paig
n-
arbe
idsv
erbe
re0.
000,
000,
000,
000.
000.
000,
000,
000.
00r0
0030
200
0302
-02
1.10
0W20
14-l
obby
itpu
blic
outr
each
cam
paig
n’Ci
vilS
ocie
ry0.
000,
000.
010.
000,
000,
000,
000.
000,
00O
O3
02
0003
02-0
3W
OD
W20
14-
lobb
yit
publ
icou
trea
chca
mpa
ign
-L
obby
itC
ampa
70.5
58.3
470
.558
,34
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,11
0.00
rn00
302
0003
02-0
4W
DD
W20
14‘l
obby
itpu
blic
outr
each
cam
paig
n-
Ove
rige
bonn
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
1)00
303
CN
VI-
PCM
-P
arrn
erte
vre
den
hel
dso
nder
zoek
en1,
516.
151,
516.
150
.00
0,0
00
.00
0.0
00,0
00.0
00
.00
1)00
304
CN
VI-
PC
M-
ISO
cesr
ilic
erin
g20
141.0
82,7
81.0
62,7
80.0
00,0
00
.00
0,0
00
.00
0,0
00
.00
1)00
306
SEK
RIM
Aop
volg
lng
Ch
ang
eM
anag
emen
t30.7
13,9
4fl
802,9
4-1
.089.0
00.0
00
.00
0.0
00.0
00.0
00.0
0‘0
0030
600
0306
-01
SE
KR
lMA
cpvc
lgin
gCha
ngeM
anag
emen
r‘A
rbei
dsee
rber
erin
gen
30.7
13,5
431
,802
,16
-1.0
88.2
20,
000.
000,
000.
000,
000.
00‘0
0030
600
0306
-02
SEK
RIM
Aop
sclg
ing
Cha
nge
Man
agem
ent
-CM
)Soc
iety
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
‘000
306
0003
06-0
3SE
KRI
MA
cpso
lgin
gC
hang
eM
anag
emen
t-
Lob
byit
Cam
pagn
e0.
000.
000.
000.
000.
000,
000.
000,
000.
00‘0
0030
600
0306
-04
SEK
RIM
Acp
solg
ing
Cha
nge
Man
agem
ent-
Ove
rige
bron
nen
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
1)0
0307
Yre
den
dal
-C
OT
Ho
nd
ura
ski
iorm
ele
sect
or
0,0
00
.00
D0
00.0
00
.00
0,0
00
.00
0,0
00
.00
1)00
309
Sid
eE
vent
You
thE
mpl
oyab
ilit
y-
Bev
hjn
27
,70
2.4
627
.702,4
80.0
00.0
00
.00
0_D
O0
.00
0.0
00
.00
‘000
305
0003
05-0
1S
ide
Ese
ntY
ourh
Em
ploy
abili
ty-
Ber
lijn
-A
rbe’
idsv
erbe
reri
n0.
000,
000.
000.
000,
000.
000.
000,
000.
00‘0
0030
500
0305
-02
Sid
eE
sent
You
thE
mp
cyab
ilit
y-B
erI,
jn-C
MI
Soc
iety
5.00
0,00
5100.0
00.
000.
000.
000.
000.
000,
000.
00‘0
0030
500
0305
-03
Sid
eE
vent
Ycu
thE
mpl
oyab
ility
-B
erhj
n-
Lob
byit
Cam
pagn
e22
.702
,48
22.7
02,4
80.
000.
000,
000,
000.
000,
000.
00‘0
0030
500
0305
-04
Sid
eE
vent
Ycu
thE
mpl
oyab
ility
-B
ethi
n-
Ove
rige
bron
nen
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
1)00
311
CN
VI-
PCM
-Ja
arv
ers
lag
2013
9.7
44,8
59
.74
4,8
50,
800,0
00.0
00.0
00
.00
D,0
0000
1)00
312
Bed
riiv
enpo
rral
Par
tos
2014
1.3
99,8
0l.
400.
DO
-0,4
00
,00
0.0
00,0
00
.00
-0.4
00.0
0‘0
0031
200
0312
-01
Bed
ri)v
enpo
rral
Par
ros
2014
-A
rbei
dsee
rbet
erin
gen
0,0
0,00
0,1%
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
‘000
312
0003
12-0
2B
edri
jsen
port
alP
artc
s20
14-
Civi
l Soc
iety
0,0
0.00
0.0(
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
‘000
312
0003
12-0
3B
edri
)ven
porr
alP
arro
s20
14-
Lob
byit
Cam
pagn
e1.
355,
6014
00,0
0-0
,41
0,00
0.00
0,00
0.00
-0,4
00,
00‘0
0031
200
0312
-04
Bed
ri)s
enpo
rra)
Par
ros
2014
-O
veri
gebr
onne
n0.
000.
000,1
%0,
000.
000,
000.
000,
000,
001)
0031
3V
BO
O-
Tra
inin
gC
NV
Bes
rure
der
s(P
ensl
oen
en)
1,4
00.0
01.4
00,0
0.
0,9
00.0
00.0
00,0
00.0
00.0
00
,00
‘000
313
0003
13-0
11)
800
-T
rain
ing
CM
)B
esru
urde
rslP
ensi
oene
n(-
Arb
eids
uerb
er0,
000,
000.
010,
000.
000,
000.
000,
000,
00‘0
0031
300
0313
-02
V80
0-T
rain
ingC
M)B
esru
urde
rsIP
ensi
oene
n(-C
ivil
Soc
iety
0,00
0,00
0,01
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
‘0oo
aia00
0313
-03
1)80
0-
Tra
inin
gC
M)B
estu
urde
rs)P
ensi
oene
n)-
Lob
byit
Cam
pa1.
400,
0014
00,0
00,
010.
000,
000,
000.
000,
000.
00‘0
0031
300
0313
,04
V8
00
-Tra
inin
oC
NV
8es
tuu
rder
sjp
ensi
cen
en(-
Over
iceb
onn
0.0
,_0,0
Q,,.,,,..,0
.,01
0.00
....
0.0
0._
...,
__
O.0
0_0.00..,.0.00_.0,00
jvoor
identi
ficati
edoele
inden
IE
rnst
&‘y
bung
Acc
ounta
oL
LP
nrlr,
’rw
r’IhI
tsrcv
’hr
E_
.V
oor
identi
ficatl
edoele
inden
Ern
st&
‘rtr
unq
Acc
ou
nta
nts
LL
P
K‘‘
Bro
n:
VM
P2013-2
016
Tora
aIS
etaa
ldV
erp
lich
ung
enN
ogle
ver
aniv
oord
enver
pli
chungen
Ber
aald
Te
ber
alen
jaar
Ber
aald
Te
ber
alen
HFD
PR
PR
OJI
OP
RO
JNA
ME
Øtm
2015
In20
14In
2014
2015
2015
2015
2013
2014
2015
‘:“
i:if
l’?9-.
4itS
ttj
L!J
JAil
!.P1
3003
1403
0314
-01
‘000
314
0003
14-0
2‘1
3003
1400
0314
-03
‘130
0314
0003
14-0
4‘0
0031
5‘0
0031
6p1
3003
1600
0316
-01
P130
0316
0003
16-0
2‘0
0031
600
0316
-03
P130
0316
0003
16-0
4‘0
0031
7P1
3003
1700
0317
-01
‘000
317
0003
17-0
2P1
3003
1700
0317
-03
‘000
317
0003
17-0
4‘0
0031
8‘0
0031
800
0318
-01
P130
0318
0003
18-0
2‘1
3003
1800
0318
-03
‘000
318
0003
18-0
4‘0
00
32
0‘0
0032
000
0320
-01
‘000
320
0003
20-0
2‘1
3003
2000
0320
-03
‘000
320
0003
20-0
4‘0
00324
‘000
324
0003
24-0
1‘0
0032
400
0324
-02
‘000
324
0003
24-0
3‘0
0032
400
0324
-04
‘000326
‘00
03
28
‘000
328
0003
28-0
1‘0
0032
800
0328
-02
‘000
328
0003
28-0
3‘0
0032
800
0328
-04
‘00
03
29
‘00
03
30
‘00
03
32
‘130
0332
0003
32-0
1‘1
3003
3200
0332
-02
P130
0332
0003
32-0
3‘0
0033
200
0332
-04
‘000334
‘130
0334
0003
34-0
1‘0
0033
400
0334
-02
‘000
334
0003
34-0
3‘0
0033
400
0334
-04
Wag
esA
irik
a20
14W
I-D
ecen
t Wag
esA
lrika
2014
-A
rbei
dsve
rbet
erng
enW
I-D
ecen
t Wag
esA
trika
2014
-Ci
vilS
ocie
tyW
I -D
ecen
tWag
esA
lrdra
2014
-Lob
by&
Car
npag
neW
I-D
ecen
t Wag
esA
lrika
2014
-O
veri
gebr
onne
n5
85
1-
CC
AO
-E
PE
Tra
inin
gonderh
andell
ngnaadlg
he
CL
C-C
NV
Wor
kpla
n20
14C
LC-C
NV
Wor
kpla
n20
14-
Arb
eids
verb
erer
inge
nC
LC-C
NV
Wor
kpla
n20
14-
Civ
Soci
ety
CLC
-CN
VW
otkp
lan
2014
-L
obby
&C
arrç
agne
CLC
-CN
VW
orkp
lan
2014
-O
veri
gebr
onne
nU
NA
SM-
Wor
kpla
n20
14U
NA
SM-
Wor
kpla
n20
14-
Arb
eids
verb
eter
inge
nIX
tIASM
-W
orkp
lan
2014
-Ci
vilS
ocie
tyU
NA
SM-
Wor
kpla
n20
14-
Lob
by&
Cam
pagn
eU
NA
SM-
Wor
kpla
n20
14-
Ove
rige
bron
nen
CN
TG
-W
erkpla
n20
14C
NTG
-W
erkp
lan
2014
-A
rbei
dsve
tbet
etfr
tgen
CN
TG-
Wer
kpla
n20
14-
Civi
l Soc
iety
CN
TG-
Wer
kpla
n20
14-
Lob
bySc
Cam
pagn
eC
NTG
-W
erkp
lan
2014
-O
veri
gebr
onne
nG
EL
-W
orkp
lan
2014
GFL
-W
orkp
lan
2014
-A
rbei
dsve
rbet
erin
gen
GEL
-W
orkp
lan
2014
-Ci
vil S
ocie
tyG
EL-
Wor
kpla
n20
14-
Lob
bySc
Cat
rpag
neG
EL-
Wor
kpla
n20
14-
Dve
rrge
brom
enC
LC
-5
01
40
Res
earc
hC
LC-
SON
GR
esea
rch
-A
rbei
dsee
rber
erin
gen
CLC
-SO
NG
Res
earc
h-
Civi
lSoc
iety
CLC
-SO
NG
Res
earc
h-
Lob
by&
Cam
pagn
eC
LC-
SON
GR
esea
rch
-O
seri
gebr
omen
PC
M-w
ebsi
teC
NV
I—
Yam
mer
enp
arln
erin
lran
elC
M/I
-Yam
mer
enpa
rrne
rinr
rane
r-
Arb
eids
verb
erer
inge
nC
M/I
-Yam
mer
enpa
rrne
rint
rane
t-
Civi
lSoc
iety
CNV
I -Y
amm
eren
part
neri
ntra
ner
-L
obby
ScC
ampa
gne
CM
/I-Y
amm
eren
parr
neri
nrra
net -
Ove
rige
bron
nen
CM
?I-
Ver
raal
kosr
enIC
CA
0en
oap
aoit
e*so
pbouw
rraj
erC
M?
I-P
CM
-ei,
aluar
ieU
SAM
Wev
kpla
n20
14U
SAM
Wer
kpla
n20
14-
Arb
eids
verb
etet
kige
nU
SAM
Wer
kpla
n20
14-
Civi
lSoc
rery
USA
MW
erkp
lan
2014
-L
obby
ScC
ampa
gne
USA
MW
erkp
lan
2014
-D
veri
gebr
onne
nV
rijv
dli
ger
sV
njw
ilkge
rs-
Arb
eids
verb
erer
cnge
nV
ripr
iger
s-
Civi
lSoc
iety
Vri
prig
ers
-L
obby
ScC
ampa
g’re
Vri
iwill
ioer
s-D
yerb
ebro
nnen
142.9
95.0
k,
1428
35,0
00.
000.
000.
000,0
01
16
.52
0,0
010
6.28
4,00
10.2
36,0
00.
000.
0093.3
49,0
036
.288
,00
57.0
61,0
00.
000,
004
3.5
00
,00
32.7
40,0
0fl
760.0 0,0
0.00
43
.12
0,0
043
.120
,00
0.0
0,0 o,c
s1
7.4
64
,80
0,00
0,00
17.4
64,6
00,
0014.0
9714
40
.22
2,6
640
.222
,66
0,00
0.00
0,00
9.6
96
,40
10
6.9
76
,41
22
.71
6,6
218
.558
,62
3.16
0,0
0,0
0.00
2.3
15,2
60
$0
$231521
006
1423
35,0
00$
0.00
0.00
0.0
0.00
0,00
0,0
0.00
0,00
0,00
0.00
0.0
00,0
00,0
01
16
.52
0,0
00,0
00.0
010
6,28
4,00
0,0
0,00
10. 2
36.0
00,
000,
000.
000,
00.
000.
000.
00,
009
3.3
49
,00
0,0
00,0
036
. 288
.00
0,0
0.00
57.0
61.0
00,
000,
000,
000.
000,
000.
000.
000.
004
3.5
00
,00
0,0
00,0
032
.740
,00
0,0
0.00
10.7
60,0
00,
(0,
000.
000.
(0.
000.
000,
000.
004
3.1
20
,00
0,0
00,0
043
.120
,00
0,(
0,00
0.00
OX0,
000.
000,
000.
000,
000.
000.
0018
. 972,0
0-1
.50
72
00,0
00.
000,
000,
000.
000,
000,
0018
.372
,00
-1.5
07,2
00.
000,
000,
000,
0014
.09
7,1
40,0
00.0
040. 2
22,6
60
,00
0,0
040
.222
,66
0,00
0.00
0,00
0.0
0,00
0,00
0.0
0,00
0,00
0.0
0,00
9.698,4
00,0
00,0
072.2
19,0
00,0
03
4,7
59
,41
22.7
16,6
20.0
00.0
013
.558
,62
0.00
0,00
3.16
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
2.3
15
,28
0,0
00,0
00,
000,
00,
000.
000,
000,
002.
315,
260.
000.
00000
000
00
0
0.00
0.00
0.00
0.00
0,0
00.0
00,
000.
000.
000.
000.0
00,
000,
000.
000.
000,0
00,
000,
000,
000,
000,0
00,
000,
000.
000.
000,0
00,
000,
000,
000,
000,0
00.0
00,
000.
000,
000.
000,0
02
9.6
77
,41
0,0
00,
000.
000,
000,
000.0
00,
000.
000.
000
00
0,06
0,06
0.06
0.06
0.0
00.0
00.
060.
060.
060.
060.0
00.
060,
060.
060.
060.0
00.
000.
000,
000,
060,0
00.
060,
000,
000.
000,0
00,
000,
000,
000,
000,0
00.0
00.
000.
000,
000.
000.0
00.0
00.0
00,
000,
000,
000.
000,0
00.
000,
000,
00O
00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,0
0D
00
0,0
00.0
00
00
0,0
00,
00-1
0.23
6.00
0.00
0,00
10.2
36,0
00.
000,
000.
000.
000,
000,
000,
000,0
00.0
00,0
00,
00-5
7.00
1,00
0,00
0.00
57. 0
01,0
00,
000.
000.
000,
000.
000,
000,
000,0
00.0
00.0
00,
00-1
0.76
0,00
0,0
0,00
10. 7
60.0
00.0
0.00
0,00
0,0
0,00
0,00
0.00
0,0
043. 1
20.0
00.0
00.
0043
.120
,00
0,00
0,00
0,00
0,0
0,00
0,00
0,0
0,00
0,00
0,0
0,0
01
7,4
64
,80
0,0
00,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
0017
.464
,60
0,00
0.00
0.00
0,00
0,0
00,0
00.0
00,0
0-0
,40
0,0
00.
00-0
,40
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00.0
00.0
00,0
00,0
00,
000,
000
$0.
000,
000
$0,
000.
000
$0.
000.
000,
000,0
00,0
00.0
00,
000,
000,
000,
000.
000.
000,
0023
1S.2
60.
000.0
0.
0.0
00.
00
Bro
n:
VM
P2013-2
016
To
taal
Set
aald
Ver
pli
chri
ng
enN
ogte
ver
antw
oo
rden
wer
pli
chti
ngen
Bet
aald
Te
bet
alen
jaar
Bet
aald
Te
bet
alen
HFO
PR
UfR
OJI
O0
PR
DJN
AM
EQ
tm20
15i.
e20
14ti
n20
1420
1520
1520
1520
1320
1420
151
10
03
35
[MV
I-il
nancia
lm
anagem
ent
tool
develo
pm
en
t4
(.l’
lZ.l
b4
(.41Z
.1b
U.t
RJ
U,I
RJ
U.U
U0.0
0U
.UU
0.0
0U
.UU
9)00
335
0003
35-0
1C
M?
I-In
anca
lman
agem
ent t
odde
velo
pmen
t-
Atb
eids
vetb
et47
412.
1647
412.
160.
000,
000,
000.
000.
000,
000.
00‘1
)003
3500
0335
-02
CM
?-In
anci
alm
anag
emen
ttoo
l dev
elop
men
t-
CMIS
ocie
ty0,
000.
000.
000,
000,
000,
000,
000,
000,
00‘1
)003
3500
0335
-03
CNV
I-Fi
nanc
ialm
anag
emen
t too
ldev
elop
men
t-
Lob
byS
Can
ça0.
000,
000,
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
9)00
335
0003
35-0
4C
M?
I-Fi
nanc
ial m
anag
emen
ttoo
ldev
elop
men
t-O
,eti
gebr
onne
0.00
0,00
0,0.
000.
000,
000.
000.
000,
001)0
0336
Ondee
steu
nin
gC
ampag
ne
ITU
Cju
li-d
ec20
145.1
17.7
95.1
17.7
90.0
00_
Do
0.0
00.0
00
.00
0.01
0_D
o9)
0033
600
0336
-01
Ond
erst
eisi
ngC
acçae
ITU
Cuk
-dec
2014
-A
rbei
dsve
tbet
eti
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
‘1)0
0336
0003
36-0
2C
ndet
stet
sing
Cam
pagi
eIT
UC
uk-d
ec20
14-
Civi
lSoc
iety
5.11
7,73
5.11
7,73
0.0
0,00
0,00
0,00
0,00
0.01
0,00
9)00
336
0003
36-0
3C
ndet
stet
stin
gC
ampa
gie
fl’U
Cuk
-dec
2014
-L
obby
SC
antp
agrt
e0,
000,
000.
000.
000,
000.
000,
000.
000,
00‘1
)003
3600
0336
-04
Cndet
staa
ing
Cam
pagr
eIT
UC
uk-d
ec20
14-
Ove
tige
bton
nen
0,00
0,00
0,0.
000,
000,
000,
000,
000,
001)0
0337
CG
TG
Gu
alem
Ma
-P
lan
2014
S6.0
44.D
053,5
32.2
92.5
1131
0.0
00.0
00.0
00_
Do
0.0
00_
Do
9)00
337
0003
37-0
1C
GTG
Gua
tem
ala
-R
an20
14-
Atb
eids
vetb
etet
inge
n48
363.
6548
.563
,65
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
-7.0
80,3
50,
00‘1
)003
3700
0337
-02
CG
TGG
uate
mal
a-
Ran
2014
-Ci
vilS
ocie
ty7,
080,
357.
080,
3S0.
0.00
0,00
0.00
0,00
7.08
0,35
0.00
9)00
337
0003
37-0
3C
GTG
Gua
tem
ala
-R
an20
14-
Lob
byS
Cat
epag
ne0,
000,
000,
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
9)00
337
0003
37-0
4C
GTG
Gua
tem
ala
-R
an20
14-
Ove
tlge
bton
nen
0,00
0,00
0,0,
000.
000,
000,
000,
000,
001
)00
33
9T
rain
ing
CS
RL
atlj
ns
Am
etka
2014
20
,84
5.7
920,8
45.7
90.0
00.0
00.0
00.0
00
.00
0.0
00.0
09)
0033
500
0335
-01
Tta
inin
gC
SRLa
tiins
Am
erik
a20
14-
Atb
eids
vetb
etet
inge
n0,
000,
000.
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
9)00
333
0003
35-0
2Tr
aini
ngC
SRLa
tijns
Am
erik
a20
14-
CMIS
ocie
ty15
.863
.73
15.6
65.7
50.
000.
000.
000.
000,
000,
000.
009)
0033
300
0333
-03
Trai
ning
CSR
Latij
nsA
met
ika
2014
-Lob
byS
Cam
pagn
e4.
576.
004.
376,
000.
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
9)00
335
0003
33-0
4T
tak*
tgC
SRLa
tijns
Am
erik
a20
14-
Ove
tige
bton
nen
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
1)0
0340
Fai
rfoo
d-1C
AE
S-
impr
ove
wor
king
condit
ions
insu
gar
can
13
,00
0.0
01
3,0
00
.00
0.0
00.0
00.0
00
.00
0.0
07,0
60.0
00.0
09)
0034
000
0340
-01
Faitl
ood-
ICA
ES-
Impt
ove
wot
king
cond
ition
sin
suga
toan
e0,
000,
000,
000,
000,
000.
000,
000,
000,
009)
0034
000
0340
-02
Faitl
ood-
ICA
ES-
Impr
ove
wot
king
cond
ition
sin
suga
tcan
e3.
000,
003.
000.
000.
000.
000,
000.
000.
003.
000,
000.
009)
0034
000
0340
-03
Faitl
ood-
ICA
ES-
Impt
ove
votk
ing
cond
ition
sin
suga
tcan
e10
.000
,00
10.0
00,0
00,
000.
000,
000.
000,
004.
060,
000,
009)
0034
000
0340
-04
Faitl
ood-
ICA
ES-
kopt
ove
wot
king
cond
ition
sin
suga
tcan
e0,
000.
000,
000,
000.
000,
000,
000,
000,
001)
0034
1F
oll
ow
-up
ondenoek
socl
ale
zeker
hel
dIn
V-A
lrlk
a3
88
67
.25
38.8
6725
0.0
00.0
00.0
00.0
00.0
0-2
.04
6.7
90.0
09)
0034
100
0341
-01
Follo
w-u
pon
detc
oek
soda
lere
keth
eld
inW
-Afti
ka-
Atb
eids
v0.
000,
000,
000.
000.
000.
000,
000,
000.
009)
0034
100
0341
-02
Follo
w-u
pon
detz
oek
soda
leze
keth
eid
inW
-Afti
ka-
CMI S
o26
.867
.25
26.8
67.2
50,
000.
000,
000,
000,
00-1
046,7
30,
009)
0034
100
0341
-03
Follo
w-u
pon
detz
oek
soci
ale
zeke
thei
din
W-N
tika
-L
obby
&12
.000
,00
12.0
00,0
00,
000.
000,
000.
000,
000.
000,
009)
0034
100
0341
-04
Follo
w-u
pon
detz
oek
sodale
zeke
thei
din
W-N
tika-
Ove
tige
b0,
000.
000,
000.
000,
000,
000,
000,
000,
001
)00
34
3U
iiw
isse
ling
soci
ale
zeker
hei
dm
etA
MU
S5O
L.
Do
e.R
ep15,1
55.5
715,1
55.5
70.0
00.0
00.0
00.0
00.0
01.1
70.5
70.0
09)
0034
300
0343
-01
Uaw
isse
ling
soci
ale
zeke
thei
dmet
AM
USS
O..,
0cm
.Rep
ublie
k-
1165
5,57
12.6
55,5
70,
000.
000,
000,
000,
001.
170,
570,
009)
0034
300
0343
-02
Utw
osek
ngso
cial
eze
ketb
eid
met
N’U
SS
CL
, Dom
.Rep
ublie
k-
1500
,00
2.50
0,00
0,0,
000.
000,
000,
000,
000.
009)
0034
300
0343
-03
Utw
isse
kng
soci
ale
zeke
tbei
dm
etA
MJS
Sa,
0cm
Rep
ublie
k-
0,00
0,00
0,0
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
9)00
343
0003
43-0
4L
ktw
issd
ings
ocia
leze
ketb
eidm
erA
MJS
SO
L,D
om.R
epub
kek-
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
1)0
0344
CA
TS
wer
kpla
n20
143
5.9
66
.00
35,9
66.0
00.0
00.0
00.0
00.0
00.0
00.0
00.0
09)
0034
400
0344
-01
CA
TSw
etkp
lan
2014
-A
tbei
dsve
rbet
etin
gen
33.5
66,0
033
.566
,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
9)00
344
0003
44-0
2C
ATS
wet
kpla
n20
14-
CMIS
ocie
ty10
00,0
02.
000,
000,
000.
000.
000.
000.
000,
000,
009)
0034
400
0344
-03
CA
TSw
etkp
lan
2014
-L
obby
SC
ampa
gne
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
9)00
344
0003
44-0
4C
ATS
wet
kpla
n20
14-
Ove
tige
bton
nen
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
1)0
0345
USA
Mw
erkpla
n20
144
.50
0.0
01.
784.
OO
2,7
15.0
00.0
00.0
00.0
04,5
00.0
00.0
00.0
09)
0034
500
0345
-01
US
AM
wet
kpla
n2O
l4-A
tbei
dsve
rbet
etin
gen
4.50
0,00
1,78
4.00
1716
.0,
000.
000,
004,
500,
000,
000.
009)
0034
500
0345
-02
USA
Mw
etkp
lan2
Ol4
—C
MlS
ocie
ty0,
00,
000.
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
9)00
345
0003
45-0
3U
SAM
wet
kpla
n20
14-
LObb
yS
Can
tpag
ne0.
0,00
0,0.
000,
000.
000,
000.
000.
009)
0034
500
0345
-04
USA
Mw
etkp
lan
2014
-O
vetig
ebonnen
0.00
0,00
0,0,
000,
000,
000,
000,
000.
00
Voo
rid
enti
ficati
edoele
inden
Ern
stS
‘ebu
ngA
ccou
tn
tsL
LP
F—
—V
oor
identi
ficati
edoele
inden
Ern
st&
\bu
nqA
cS
LP
q\:t
Bro
n:
VM
P2013-2
016
To
taal
Bei
aald
Ver
pli
chti
ngen
Nog
teuer
antw
oord
enver
pli
chti
nqen
Bet
aald
Te
beta
len
Iaar
Bet
aald
Te
bet
alen
HE
DP
RQ
Pn
OJi
n0
PR
OJN
AM
ED
im20
15im
2014
im20
1420
1520
1520
1520
1320
1420
15
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
‘Xiii
]‘t
xXl3
4600
0346
-01
1)00
346
0003
46-0
21)
0034
600
0346
-03
1)00
346
0003
46-0
41
)00
34
71)
0034
700
0347
-01
1)00
34?
0003
47-0
21)
0034
700
0347
-03
1)00
347
0003
47-0
41
)00
34
61)0
0349
1)00
343
0003
43-0
11)
0034
300
0343
-02
1)00
343
0003
43-0
31)
0034
300
0343
-04
1)0
03
50
1)00
351
1)0
03
52
1)0
03
53
1)00
353
0003
53-0
11)
0035
300
0353
-02
1)00
353
0003
53-0
31)
0035
300
0353
-04
1)0
03
54
1)00
354
0003
54-0
11)
0035
400
0354
-02
1)00
354
0003
54-0
31)
0035
400
0354
-04
1)0
03
56
1)00
356
0003
56-0
11)
0035
600
0356
-02
1)00
356
0003
56-0
31)
0035
600
0356
-04
r000361
1)00
361
0003
61-0
11)
0036
100
0361
-02
1)00
361
0003
61-0
31)
0036
100
0361
-04
1)0
03
65
1)00
365
0003
65-0
11)
0036
500
0365
-02
1)00
365
0003
65-0
31)
0036
500
0365
-04
1)0
03
66
1)00
366
0003
66-0
11)
0036
600
0366
-02
1)00
366
0003
66-0
31)o
o366_o00s6
6-0
4
[JO
TSw
erkp
lan
2014
-A
rbei
dsee
rber
erin
gen
[JO
TSw
erkp
lan
2014
-Ci
vilS
ocie
ty[J
OTS
wer
kpla
n20
14-
Lob
by&
Cam
pagn
eU
DTS
wer
kpla
n20
14-
Ove
rige
bron
nen
SEK
RIM
Aw
erk
pla
n20
14SE
KR
MA
wer
kpla
n20
14-
Arb
&ds
verb
eter
inge
nSE
KR
MA
wer
kpla
n20
14-
CMI
Soci
ety
SEK
RM
Aw
erkp
lan
2014
-L
obby
ftC
ampa
gne
SEK
RM
Aw
erkp
lan
2014
-O
eeri
gebr
onne
nC
NV
lnte
rnat
ion
aal
-W
ervi
ngn
ala
tensc
happen
BC
PA
-T
ech
nic
alsu
pp
ort
Afr
ica
2014
BC
PA-
Tec
hnic
alsu
ppor
tAlr
ica
2014
-A
rbei
dsve
bete
ring
enB
CPA
-T
echn
ical
supp
ort
Alr
ica
2014
-CM
ISo
ciet
yB
CPA
-T
echn
ical
supp
ortA
lric
a20
14-
Lob
byft
Cam
pagn
eB
CPA
-T
echn
ical
supp
crr
Alr
ka20
14-
Oee
rige
bron
nen
CM
TC
-IC
CA
OC
ate
rng
toeri
snese
cto
r5
85
1-
Knie
sred
ifo
nds
-P
ara
kgal
trai
nin
g5851-
FES[
NK
AR
I-
Knie
sted
ilo
nd
s-
Qrg
anis
atie
ver
stei
NN
CEU
BA
wer
kp
lan
2014
MK
EW
Aw
erkp
lan
2014
-A
rbei
dsee
rbet
erng
enN
IKEU
BAw
erkp
lan
2014
-Ci
eilS
ocie
tyN
IKEU
BAw
erkp
lan
2014
-L
obby
&C
ampa
gne
fS<E
UB
Aw
erkp
bn20
14-
Ove
rige
bron
nen
Lob
by&
cam
pag
ne
rexil
ehndusr
rie
Ho
nd
ura
sL
obby
ftca
mp
agie
teer
ielin
dust
rie
Hon
dura
s-
Arb
eids
verb
erer
Lob
byft
cam
pagn
ete
etie
lindu
stri
eH
ondu
ras
-Ci
eilSo
ciet
yL
obby
ftca
mpa
gne
terr
ielin
dust
rie
Hon
dura
s-
Lob
byft
Car
rçag
nL
obby
ftca
mpa
gne
teer
ielin
dust
rie
Hon
dura
s-O
ceri
gebr
onne
nB
CP
Afl
nancle
el
Man
agem
ent
Tra
inin
gA
irik
aB
CPA
Fin
anci
eel M
anag
emen
t Tra
inin
gA
lrika
-A
rbei
dsee
rber
erB
CPA
Fina
ncie
elM
anag
emen
t Tra
inin
gA
trika
-Ci
vil S
ocie
tyB
CPA
Fina
ncie
elM
anag
emen
t Tra
inin
gA
lrika
-L
obby
ftC
ampa
gnB
CPA
Fina
ncie
elM
anag
emen
t Tra
inin
gA
frik
a-O
veri
gebr
onne
nV
BD
O-
Anal
yse
Ket
enB
ench
mar
k20
14V
BO
O- A
naly
seK
eren
Ben
chm
ark
2014
VB
OO
-A
naly
seK
aren
Ben
chm
ark
2014
1.15
00-
Ana
lyse
Ker
enB
ench
mar
k20
14V
BO
O-
Ana
lyse
Ket
enB
ench
mar
k20
14FA
CL
IA-
OW
Incl
usi
ve
soci
etal
par
tici
pat
ion
Youth
FACL
IA-
OW
lnck
rsiv
eso
ciet
alpa
rtic
ipat
ion
You
thFA
CLIA
-O
Wln
ckA
srve
soci
etal
part
icip
atio
nY
outh
FAC
UA
-O
Wfr
tckr
see
soci
etal
parr
cipa
rion
You
thFA
CLIA
-O
WIn
chis
ive
soci
etal
part
icip
atio
nY
outh
Guin
ea-
CN
TG
-C
ampag
ne
pre
ven
tie
EB
Ot.A
Gui
nee
-C
NTG
-C
ampa
gne
prev
enri
eEB
OLA
-A
rbei
dsee
rbet
erin
Gri
nee
-C
NTG
-C
ampa
gne
prev
entie
EBO
LA-
Civi
l Soc
iety
Gti
nee
-C
NTG
-C
ampa
gne
pret
enti
eE
flA
-L
obby
ftC
ança
gne
Qui
nce
-C
NTG
-C
amoa
one
otev
entie
EB
OL
A: O
veri
cebr
onne
n.
0,1
87.6
43,3
36/
.643
,33
0,00
0,00
7.20
6,00
7.20
6,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
31
95
0,1
23195012
0.0
00,0
027
.450
,12
27.4
50,1
20,
000,
004.
500,
004.
500,
000,
000.
000,
000,
000,
000,
000.
000,
000,
000.
000,0
00.0
00.0
00
.00
117.5
00,0
01
17
.50
0,0
00
.00
0.0
011
7.50
0,00
117.
500,
000,
000,
000.
000,
000.
000.
000.
000,
000,
000.
000.
000,
000,
000.
000.0
00,0
00.0
00
,00
0.0
00,0
00.0
00.0
00,0
00.0
0D
M0
0,0
07.7
00,0
05.0
05,0
01
69
5.0
00.0
07.
700,
015.
005,
002.
635,
000,
000.
000.
000,
000.
000,
010,
000.
000.
000,
010.
000.
C(
0,00
2.4
53
,63
1493.6
30.0
00
.00
OCX
0,00
0,CX
0.00
0,00
0,00
0.01
0.00
2.43
3,63
2.43
3,63
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
20.5
45,0
020.5
45,0
00.0
00.0
020
. 545
.00
20.5
45.0
00.
000,
000.
000,
000,
000.
000,
000.
000,
000,
000.
000.
000.
10.
009.6
92,8
04.9
56,0
00
.00
4.7
36,8
00.
000,
000.
00.
000,
000,
000.
00,
003.
632,
804.
356,
000,
04.
736,
800.
000.
000,
000,
005
7.0
17
,50
4.4
25,0
09.0
052.5
92,5
00.
000.
000,
000,
0057
.017
,50
4.42
5,00
0.52
.592
,50
0.0.
000,
0,00
0,00
0,00
0.0,
0011700,0
01
1,7
00
,00
0.0
00.0
00.
000.
000.
0,00
1170
0,00
11.7
00,0
00,
0,00
0,00
0.00
0.0.
000.
00..O
.0C
0.00
0,00
0,00
0.00
0,0
00,
000.
000,
000.
000.0
00.0
00.
000.
000,
000,
000.0
00.0
00.0
00,0
00.
000,
000.
000,
000,0
00,
000,
000,
000.
000.0
00.
000.
000,
000,
004.7
36,0
00,
000,
004.
736,
000,
005
2,5
92
.50
0.00
52.5
92,5
00,
000.
000.0
00,
000,
000.
000.
00
0.0
00,
000,
000.
000,
000.0
00.
000,
000,
000,
000.0
00.0
00.
000,
000,
000,
000.0
00,0
00.0
00.0
00,
000,
000,
000.
000.0
00.
000.
000.
000.
000.0
00.
000,
000,
000.
000,8
00,
000.
000.
800.
000.0
00,
000,
000.
000,
000.0
00.
000.
000.
00O
DD
0.0
0773,3
30,0
00,
000,
330,
000,
0077
3,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.0
00,6
20,0
00.
000,
620,
000,
000,
000.
000.
000.
000,
000,
000,
000,
000.0
00.0
00.0
00.0
00.0
00,0
00,
000,
000,
000,
000.
000.
000,
000.
000,
000.
000.
000,
000.0
00,0
00.0
00,0
00.0
00.0
00.0
00,0
00,0
00.0
07.7
00,0
00,0
00.
007.
700.
000,
000,
000,
000,
000,
000.
000.
000.
000.
000.
000.0
00.0
00.0
00.
000.
000.
000.
000.
000.
000.
002493,6
30,
000.
000.
000,
000.0
01723,0
00.0
00,
0017
23,0
00,
000,
000,
000.
000,
000.
000.
000,
000,
000.
000,0
0-2
,.00
0.8
00,
000,
000.
000.
000,
000,
000,
00-2
,00
0,80
0,00
0,00
0,00
0.0
04,4
25.0
052.5
92.5
00,
000,
000,
000,
004.
425,
0052
.592
,50
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.0
011700,0
00.0
00.
000.
000,
000.
0011
700,
000,
000,
000,
000,
000.
00000
00
0
Bro
n:
VM
P20
13-2
016
Tota
alB
etaa
ldV
erp
lich
ting
enN
ogte
vet
aniw
oord
env
erp
lich
tin
gen
Bet
aald
Te
bet
alen
law
Bet
aald
Te
bet
alen
HE
DP
RC
PRO
JID
0PR
OJN
AM
Etm
2015
tm20
14Im
2014
2015
2015
2015
2013
2014
2015
gr4
pf
‘!“
hI!
ihI
-J
UI
vet
wen
op
St_
_____
U.t
AJ
U.U
UU
.LRr
U,U
U‘0
00371
UvA
-C
onte
xt
anal
ysi
sC
amb
od
ia20.0
00,0
010.0
00,0
00,0
01
0.0
00
,00
10
.00
0,0
00,0
00.0
010
.000
,00
-101
)00,
0000
0371
0003
71-0
1U
sA-
Con
test
anal
ysis
Cam
bodi
a-
Arb
eids
verb
eten
ngen
2(10
00,0
010
.000
,00
0,00
10.0
00,0
010
.000
,00
0.00
0.00
10.0
00,0
0-1
0.00
0.00
0003
7100
0371
-02
U5A
-C
onte
stan
alys
isC
anto
dia
-C
odSo
ciet
y0,
000.
000.
000.
000,
000.
000,
000,
000.
0000
0371
0003
71-0
3U
sA-
Con
test
anal
ysis
Car
todia
-L
obby
&C
ampa
gne
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0003
7100
0371
-04
UsA
-C
onte
stan
alys
isC
ambo
dia-
Ove
rige
bron
nen
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
‘00
03
77
ESE
MA
nal
ysi
s20
1415.0
00,0
01
5.0
00
,00
0,0
00,0
00,0
00,0
00.0
00.0
00,0
000
0377
0003
77-r
nES
EMA
naly
sis
2014
-A
rbei
dsse
rber
er’n
gen
15.0
00,0
015
.000
,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0003
7700
0377
-02
ESEM
Ana
lysi
s20
14-
Cod
Soci
ety
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,0C
0003
7700
0377
-03
ESEM
Ana
lysi
s20
14-
Lob
by&
Cam
pagr
e0,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
000,
000,
00’
0003
7700
0377
-04
ESEM
Ana
lysi
s20
14-
Osr
erig
ebr
onne
n0.
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000.
‘00
03
78
Afr
ica
Wor
ks-
Wor
ksho
pC
MV
I8.7
44,0
08.7
44,0
00.0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
000
0370
0003
70-0
1A
fric
aW
orks
-W
orks
hop
CN
VI-
Arb
eids
serb
erer
trge
n0.
000,
000.
000.
000.
000.
000,
000,
000,
00’
0003
7000
0378
-02
Afr
ica
Wor
ks-
Wor
ksho
pC
NV
I-CM
ISoc
iety
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0003
7000
0376
-03
Afr
ica
Wor
ks-
Wor
ksho
pCN
VI-
Lob
by6
Cam
pagn
e8.
744,
008.
744,
000.
000.
000.
000,
000.
000.
000,
0000
0378
0003
78-0
4A
fric
aW
orks
-W
orks
hop
CNV
I-O
seri
gebr
onne
n0.
000.
000.
000.
000,
000.
000.
000.
000,
00‘0
00
37
5O
we.
kg
BC
PA
inN
L4
.62
8,2
74.6
28,2
70,0
00.0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
000
0373
0003
73-0
1D
erle
gB
CPA
inN
L-
Arb
eids
serb
erer
lnge
n4.
628,
274.
628,
270,
000.
000.
000,
000.
000.
000.
0000
0373
0003
73-0
2O
serl
egB
CPA
inN
L-
Cisd
Soci
ety
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
’00
0373
0003
73-0
3O
serl
eg8C
PAin
NL
-L
obby
&C
ampa
gne
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
’00
0373
0003
73-0
4O
serl
egB
CPA
inN
L-O
seri
gebr
onne
n0.
000,
000.
000,
000,
000.
000.
000.
000,
00’
‘000
381
CO
TC
olo
mbia
-O
rgan
lsat
lean
aly
se20
142
.85
8,7
42
.85
8,7
7-0
,03
0,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
000
0381
0003
81-0
1C
GT
Col
ombi
a-
Otg
aris
arie
anal
yse
2014
-A
rbei
dsse
rber
erin
gea
858.
742.
858,
77-0
.03
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0003
8100
0381
-02
CG
TC
olom
bia
-O
rgan
isar
iean
alys
e20
14-
CMIS
ocie
ty0,
000,
000.
000,
000.
000.
000.
000,
000.
0000
0381
0003
81-0
3C
GT
Col
ombi
a-
Otg
ards
atie
anal
yse
2014
-L
obby
6C
ampa
gne
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0003
8100
0381
-04
CG
TC
olom
bia
-O
tgar
iisar
iean
alys
e20
14-
Ose
rige
bron
nen
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
‘00
03
83
par
tner
consu
kat
ie32.7
01,8
52
3.0
64
,42
0.0
05
.537,4
35.6
37,4
30.0
00.0
00.0
00,0
000
0383
0003
83-0
1pa
rtne
rcon
sult
atie
-A
rbei
dsse
rber
erin
gen
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0003
8300
0383
-02
parr
nerc
onsu
lrar
ie-
CMIS
ocie
ty32
.701
,85
23.0
64,4
20,
003.
637,
433,
637.
430,
000,
000.
000.
0000
0383
0003
83-0
3pa
rrne
rcon
suka
rie
-L
obby
6C
ampa
gne
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0003
8300
0383
-04
parr
nerc
onsu
ltar
ie-
Ose
rige
bron
nen
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
‘000364
C6
TG
Guat
emal
a-
Co
mp
ute
rM
icro
soft
0111
cc20
131.
141,
05tl
4tO
S0,0
00.0
00.0
00,0
001)0
0,0
00,0
000
0384
0003
84-0
1C
GTG
Gua
tem
ala
-C
ompu
ter
Mic
roso
ftO
ffic
e20
13-
Arb
eids
ser
1.14
1,05
1.14
1,05
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0003
8400
0384
-02
CG
TGG
uate
mal
a-
Com
pure
rM
icro
soft
CNIic
e20
13-
Cod
Soc
i0,
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0003
8400
0384
-03
CG
TGG
uate
mal
a-
Com
pute
rM
icro
soft
Off
ice
2013
-L
obby
6C
a0.
000.
000,
000.
000,
000,
000.
000.
000,
0000
0384
0003
84-0
4C
GTG
Gua
tem
ala
-C
ompu
ter
Mic
roso
ftO
ffic
e20
13-
Ose
rige
ho
0,0
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
‘00
03
85
Anal
yse
han
del
smis
nes
2015
8.0
88
,00
0.0
00.0
06
.08
8,0
08.4
63,0
0-3
75
.00
0.0
00.0
08,0
86.0
000
0385
0003
85-0
1A
naly
seha
ndel
smis
sies
2015
-A
rbei
dsse
rber
erin
gen
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0003
8500
0385
-02
Ana
lyse
hand
elsm
issi
es20
15-
Cod
Soci
ety
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0003
8500
0385
-03
Ana
lyse
hand
elsm
issi
es20
15-
Lob
by6
Cam
pagn
e8.
088,
0,00
0.00
8.08
8,00
8.46
3,00
-375
,00
0.00
0.00
8.08
8,00
0003
8500
0385
-04
Ana
lyse
hand
elsn
%ss
ies
2015
-O
seri
gebr
onne
n0.
000.
000,
000.
000.
000.
000,
000,
000.
00‘0
00
38
6S
OM
O-
Fas
e2F
ollo
wup
Indones
ia2
4.8
45
,64
14,4
22.8
20.0
010.4
22,8
20,0
00.0
00.0
04.0
001)0
-0,0
100
0386
0003
86-0
1SO
MO
-F
ase2
Follo
wup
frrd
ones
ia-
Arb
eids
serb
eter
inge
n0.
000.
000.
000.
000.
000,
000,
000.
000.
0000
0366
0003
86-0
2SO
MO
-F
ase2
Follo
wup
Indo
nesi
a-
CMIS
ocie
ty0,
000.
000,
000,
000.
000.
000,
000,
000,
0000
0386
0003
86-0
3S
OM
O-F
ase2
Follo
wup
lndc
nesi
a-L
obby
&C
ampa
gne
24.8
45,6
414
.422
,82
0.00
10.4
22,8
20.
000.
000.
004.
000,
00-0
,01
0003
8600
0386
-04
SOM
O-
Fas
e2Fo
llow
upIn
done
sia-
Ose
rige
honnen
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
Voo
rid
enti
tiC
atl
ed0et’
1”
Ero
s&
bu n
oA
ccoats
LP
Bro
n:
VM
P2013-2
016
Tct
aaI
Set
aald
Ver
pli
chu
ng
enN
ogre
ver
anrw
cord
env
erp
lich
rin
gen
Ber
aald
Te
bet
alen
jaar
Bet
aald
Te
bet
alen
HFO
PR
flP
RO
JIO
0P
RO
JNA
ME
.Q
tm20
15rm
2014
tm20
1420
1520
1520
1520
1320
1420
15atn
iijjrtn
*I
.!A!2
1ix
ai.
J00387
0003
87-0
1U
pdat
eC
onre
vrA
naly
seN
iger
-A
SC-
Arb
eids
verb
erer
lrrg
en6.
728,
816.
728,
810,0
0U
,UU
0,0
00,0
00,0
00,
000,
00P0
0038
700
0387
-02
Upd
ate
Con
test
Ana
lyse
Nig
er-
ASC
-CM
ISoc
iety
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
P000
387
0003
87-0
3U
pdat
eC
onte
stA
naly
seN
iger
-A
SC-
Lob
byS
Cam
pagn
e0.
000.
000,
000.
000.
000.
000.
000.
000,
00P0
0038
700
0387
-04
Upd
ate
Con
test
Ana
lyse
Nig
er-
ASC
-O
vetig
ebr
onne
n0.
000,
000,
000,
000,
000.
000,
000,
000,
00‘0
00
38
6SC
+C
SIm
etC
OS
IS
enln
3.5
95,5
63.5
35,5
60,0
00,0
00
.00
0,0
00
,00
0,0
00,0
0‘0
0038
800
0388
-01
SC+
CSI
met
CO
SIB
enin
-A
rbei
dsve
rbet
ethr
gen
3.59
5,56
a58
5,56
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
J00
38
800
0388
-02
SC+
CSIm
etC
OSI
Ben
in-
CMIS
ocie
ty0,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
00P0
0038
800
0388
-03
SC+
CSIm
etC
OSI
Ben
in-
Lob
byS
Cam
pagn
e0,
000,
000,
000.
000,
000,
000,
000.
000.
00fr
0003
8800
0388
-04
SC+
CSIm
etC
0SI
Ben
in-
Ove
rige
brom
en0.
000.
000.
000,
000.
000.
000.
000,
000,
00‘0
00
36
8C
ompu
ter?
Iaop
Mic
roso
ftO
ffic
e20
13-
CO
St
CN
T3.
05
4,0
03.
05
4,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
0P0
0038
900
0389
-01
Com
pure
tlla
ptop
Mic
tcsc
ltO
ffIc
e20
13-
CO
S.C
NT
-A
tbel
ds3.
054,
00a
054,
000.
000.
000.
000.
000,
000.
000,
00‘0
0038
900
0389
-02
Com
pute
dla
ptop
Mic
roso
ftO
ffic
e20
13-
CO
SI.C
NT
-Ci
wil 5
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
P000
389
0003
89-0
3C
ompu
ted
lapt
opM
icro
soft
0111
cc20
13-
CO
SI.C
NT
-L
obby
50.
000.
000,
000.
000.
000,
000.
000.
000,
00fr
0003
8900
0389
-04
Com
pute
r?la
ptcp
Mic
roso
ftO
ffic
e20
13-
CO
SI.C
NT-
Ove
rlge
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
‘0003%
Inte
rvie
wSH
A-
CM
VB
on
den
Fri
eda
Tar
2,4
20
.00
2.4
20,0
00.0
00.0
00
.00
0,0
00
,00
0.0
00
.00
P000
390
0003
90-0
1In
terv
iew
SPA
-CN
VS
onde
nFr
ieda
TaH
-A
rbei
dsee
rbet
erin
gen
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
P000
390
0003
90-0
2In
terv
Iew
SPA
-CN
VB
cnde
nFr
ieda
Tas
-Ci
vilS
ocie
ty0.
000.
000,
000.
000,
000.
000,
000,
000,
00P0
0039
000
0390
-03
Inte
rvie
wSP
A-
CNV
Bcn
den
Frie
daT
as-
Lob
byS
Cam
pagn
eZ
420.
002.
420.
000,
000.
000.
000.
000.
000.
000.
00P0
0039
000
0390
-04
Inte
rvie
wSP
A-
CNV
Bcn
den
Fr’e
daTa
w-O
veri
gebr
cnne
n0.
000.
000,
000.
000.
000.
000.
000,
000,
00‘0
ooas
iIn
wes
reri
ngh
ard
war
e+6.5
43,5
36.5
43,5
30.0
00,0
00
,00
0,0
00,0
06.5
43,5
30
.00
P000
391
0003
91-0
1ln
vest
et’n
ghar
dwar
e+6.
543,
536.
543,
530.
000,
000,
000,
000,
006,
543.
530.
00P0
0039
100
0391
-02
lnve
srer
ingh
ardw
are+
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
]00391
0003
91-0
3ln
vesr
etin
ghar
dwar
e+0.
000.
000.
000.
000,
000.
000,
000.
000,
00P0
0039
100
0391
-04
lnw
esre
tingh
ardw
are+
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
‘000394
CO
TH
on
du
ras
-S
C’s
enC
5120
142.3
70,8
00,0
00,0
02.3
70,0
02.0
18,2
6351.7
20
,00
0,0
02.3
70,0
0P0
0039
400
0394
-01
CG
TH
ondu
ras
-SC
’sen
CSI2
014
2.37
0,00
0,00
0,00
2.37
0,00
2.01
8,28
351,
720,
000,
002.
370,
00P0
0039
400
0394
-02
CGT
Hon
dura
s-
SC’s
enCS
I201
40.
000.
000,
000.
000,
000.
000,
000,
000.
00P0
0039
400
0394
-03
CG
TH
ondu
ras
—SC
’sen
CSI2
014
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
P000
394
0003
94-0
4C
OT
Hon
dura
s-
SC’s
enCS
I201
40,
000,
000.
000,
000,
000.
000,
000.
000.
00‘0
00
35
5F
acIl
a-
Hai
rdre
sser
-IC
CA
O0,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00
,00
0,0
00,0
0‘0
00
35
6F
acli
a-
Cle
anin
gP
roje
ct-
ICC
AO
0,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00
,00
0,0
00
,00
‘00
03
9?
Inv
erre
rkig
PC
’spar
rner
s3.5
06,0
03.5
06,0
00.0
00.0
00
.00
0.0
00
,00
3.3
06,0
00
,00
P000
397
0003
97-0
1ln
vesr
erin
gPC
’spa
rtne
rs-A
rbei
dsve
rber
erin
gen
3.90
6,00
3.90
6,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
3.90
6,00
0,00
p000
397
0003
97-0
2ln
vest
er’n
gPC
’spa
rtne
rs-
Civi
lSoc
iety
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
00
397
0003
97-0
3In
vesr
etin
gPC
’spa
rrne
rs-
Lob
byS
Cam
pagn
e0.
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
00P0
0039
700
0397
-04
Inve
ster
ing
PC’s
part
ners
-O
veri
gebr
onne
n0.
000,
000.
000.
000,
000,
000,
000.
000,
00‘0
00
35
6T
UC
NA
Wev
kpla
n20
1412.0
00,0
012.0
00,0
00,0
00,0
00
,00
0,0
00.0
00,0
00
,00
P000
398
0003
98-0
1TL
CN
AW
erkp
lan
2014
-A
rbei
dsve
rber
erin
gen
12.0
00,0
01Z
000.
000.
000.
000,
000.
000,
000,
000,
00t0
0398
0003
98-0
2TL
CN
AW
erkp
lan
2014
-Ci
vilS
ocie
ty0,
000.
000.
000.
000,
000.
000,
000,
000,
000
03
98
0003
98-0
3TL
CN
AW
erkp
lan
2014
-L
obby
SC
ampa
gne
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
P000
398
0003
98-0
4TL
CN
AW
erkp
bn20
14-
Ove
rige
bror
nen
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
‘00
03
59
Map
ping
m4nbcuw
sectc
rS
eneg
al1
5.6
40
,00
15.6
40,0
00,0
00,0
00
,00
0.0
00.0
00
,00
0,0
0P0
0039
900
0399
-01
Map
ping
mifn
bouw
sect
orS
eneg
al0,
000.
000.
000,
000,
000,
000,
000.
000.
00P0
0039
900
0399
-02
Map
ping
n4nb
ouw
secr
crS
eneg
al15
640,
001S
.640
,00
0,0,
000,
000.
000,
000,
000,
06P0
0039
900
0399
-03
Map
ping
mif
nbou
wse
ctor
Sen
egal
0,00
0,00
0,0,
000,
000,
000,
000,
000,
06P0
0039
900
0399
-04
Map
ping
mifn
bcuw
sect
orS
eneg
al0,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
000,
06
I Voo
rid
enti
ficati
edoele
inden
Crn
st&
tong
Acc
ount
ans
LL
P
I‘‘It
orc
tvra
Irrt
ror
Bro
n:
VM
P2013-2
016
To
taal
Bet
aald
Ver
pli
chti
ngen
Nog
tev
eran
two
ord
enu
erp
lich
tin
gen
Bet
aald
Te
bet
alen
frar
Det
aald
Te
bet
alen
HFD
PR
PR
OJI0
0P
RD
JNA
ME
______
Oti
n20
15tm
2014
tin
2014
2015
2015
2015
2013
2014
2015
...A
MU
1tw
inY
Uir
ain
ing
zui
tqju
,uu
tqju
,uu
u,t
nJ
u,u
uu,u
uu
,mi
uaju
u,u
uu,
uu¶3
0040
100
0401
-01
CR
MI/C
Trai
ning
2014
-A
rbei
dsve
rbet
erin
gen
0.00
0,00
0,0,
000,
000,
000,
000,
000,
00¶3
0040
100
0401
-02
CR
MI/C
Trai
ning
2014
-D
clSo
ciet
y0.
000.
000.
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
¶300
401
0004
01-0
3C
RM
I/CTr
aini
ng20
14-
Lob
byS
Cam
pagn
e14
30,0
01
430.
000,
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,01
¶300
401
0004
01-0
4C
RM
I/CTr
aini
ng20
14-
Cce
rige
bron
nen
0,00
0.00
0,0,
000,
000,
000,
000.
000,
01¶3
0040
2V
erta
lin
gra
ppofl
Van
ille
inM
adag
asca
r764,9
0764.9
00,0
00,0
00,0
00.0
00,0
00,0
00,0
0¶3
0040
200
0402
-01
Ver
raki
gra
ppor
t Van
lein
Mad
agas
car
-A
rbei
dsce
rber
erin
g0.
000,
000.
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
¶300
402
0004
02-0
2V
erra
hng
rapp
ortV
anle
inM
adag
asca
r-
Dcl
iSoc
iety
764.
3076
4,38
0.0,
000.
000.
000.
000.
000,
01¶3
0040
200
0402
-03
Ver
tak’
rgra
ppor
tVan
lein
Mad
agas
car
-L
obby
&C
ampa
gne
0.00
0,00
0.0
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,01
¶300
402
0004
02-0
4V
erra
lrng
rapp
ortV
anle
inM
adag
asca
r-C
veri
gebr
onne
n0,
000,
000,
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,01
‘1)0
0403
Eval
uat
ieC
AT
SEl
Sal
eador
5.0
00
,00
5.0
00
,00
DM
00,0
00,0
00.0
00,0
00,0
00,0
0¶3
0040
300
0403
-01
Eva
luat
ieC
ATS
ElSa
lvad
or-
Arb
eids
serb
eter
inge
n5.
000,
005.
000,
000.
00,
000,
000.
000,
000,
000,
01¶3
0040
300
0403
-02
Esa
luat
ieC
ATS
ElSa
lvad
or-
Civi
lSoc
iety
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.01
¶300
403
0004
03-0
3E
valu
atie
CA
TSEl
Salv
ador
-L
obby
SC
ampa
gne
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,01
¶300
403
0004
03-0
4E
valu
atie
CA
TSEl
Salv
ador
-C
seri
gebr
onne
n0.
000,
000,
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.01
¶300
404
Indones
ië-
Updat
eC
on
tex
tA
nal
yse
19
.50
0,0
01
9.5
00
,00
0,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00,0
00
,00
¶300
404
0004
04-0
1in
done
sie
-U
pdat
eC
onre
srA
naly
se-
Arb
eids
serb
etet
inge
n13
.500
,00
13,5
00.0
00,
000.
000.
000,
000,
000,
000.
01¶3
0040
400
0404
-02
Indo
nesi
e-
Upd
ate
Con
test
Ana
lyse
-Ci
vilS
ocie
ty0,
000.
000.
000.
000,
000,
000.
000,
000.
01¶3
0040
400
0404
-03
Indo
nesi
e-
Upd
ate
Con
test
Ana
lyse
-L
obby
SC
ampa
gne
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,01
¶300
404
0004
04-0
4ln
done
sië
-U
pdat
eC
onte
stA
naly
se-
Ove
rige
bton
nen
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.01
¶300
405
PC
M-
Jaan
ver
slag
2014
13.1
74
,03
4.0
00
,00
0,0
09.
174.8
39.
174,8
30,0
00,0
00,0
00
,00
¶300
403
CN
TE
val
uas
iem
eerj
aren
pla
n20
11-2
014
8.7
39M
G8
.79
9,0
00.0
00.0
00.0
00.0
00,0
08.7
99,0
00M
G¶3
0040
300
0403
-01
CNT
Eva
luat
iem
eerj
aren
plan
2011
-201
4-
Arb
eids
eetb
eter
inge
n8.
733,
008,
793.
000.
000.
000.
000.
000.
008.
733.
000,
01¶3
0040
300
0403
—02
CNT
Eva
luat
iem
eerl
aren
plan
2011
-201
4-
Civi
lSoc
iety
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,01
¶300
403
0004
03—
03CN
TE
valu
ate
mee
rjar
enpl
an20
11-2
014
-L
obby
SC
ampa
gne
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,01
¶300
403
0004
03-0
4CN
TE
salu
atie
mee
tjare
npla
n20
11-2
014-
Cee
rige
bron
nen
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,01
¶300
410
Lob
byac
tiv
itei
ten
2015
19.1
58,2
40,0
00.0
019.1
58,2
419.1
58,2
40,0
00.0
00.0
00,0
0¶3
0041
000
0413
-01
Lob
byac
tivite
iten
2013
-A
rbei
dsee
rbet
erin
gen
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.01
¶300
410
0004
13-0
2L
obby
acri
sire
iren
2015
-CM
ISo
ciet
y0.
000.
000.
000.
000,
000.
000.
000.
000.
01¶3
0041
000
0413
-03
Lob
byac
tivite
iten
2015
-L
obby
SC
ampa
gne
13.1
58,2
40,
000.
0013
.158
,24
13.1
58,2
40,
000,
000.
000,
00¶3
0041
000
0413
-04
Lob
byac
tivite
iten
2015
-C
ceri
gebonnen
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,01
¶300
414
CG
TG
-G
uase
sala
-5C
’sen
CS
l20
14370.0
0370.0
00,0
00,0
00,0
00.0
00,0
00,0
00,0
0¶3
0041
400
0414
-01
CG
TG-
Gua
tem
ala-
SC
sen
CSl
2014
-A
xbei
dsve
rbet
erin
gen
370,
0037
0,00
0.0,
000,
000,
000.
000.
000,
01¶3
0041
400
0414
-02
CG
TG-
Gua
tem
ala-
SC
sen
CSl
2014
-D
ciiS
ocie
ty0.
000,
000,
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.01
¶300
414
0004
14-0
3C
GTG
-G
uate
mal
a-S
C’s
enC
5l20
14-
Lob
byS
Cam
pagn
e0.
000,
000.
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.01
¶300
414
0004
14-0
4C
GTG
-G
uate
mal
a-
SC’
sen
CSI
2014
-C
veri
gebr
onne
n0.
000.
000,
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,01
¶300
415
CC
AO
Tra
nsp
ort
CO
St
Ben
in0,0
00.0
00.0
00,0
00,0
00,0
00,0
00.0
00
,00
¶300
418
50
51
Mic
roso
ftoll
ice
2013
pak
ket
228.0
047.4
0180.6
00,0
00,0
00,0
0D
M0
228,0
00
,00
¶300
418
0004
18-0
1SE
SIM
icro
solt
ollic
e20
13pal
let
-A
rbed
seer
bete
ring
en22
8,00
47,4
018
0,60
0.00
0.00
0.00
0,00
228,
000,
01¶3
0041
800
0418
-02
5851
Mic
roso
ftof
fice
2013
pal
let
-Ci
vilS
ocie
ty0.
000.
000.
000,
000,
000.
000,
000,
000,
01¶3
0041
800
0418
-03
5851
Mic
roso
ftof
fice
2013
pal
let
-L
obby
SC
ampa
gne
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.01
¶300
418
0004
18-0
4S8
51M
icro
soft
offi
ce20
13pal
let-
Cve
rige
bron
nen
0,00
0.00
0,0,
000.
000,
000,
000.
000,
01¶3
0044
1SC
+C
51m
etC
NT
Nig
er7
.96
3,3
03
,23
0,3
90,0
04.7
32,9
14
.73
2,9
10,0
00,0
00,0
01,
343,
91¶3
0044
100
0441
-01
SC+
CSI
met
CNT
Nig
er-
Arb
eids
cerb
erer
inge
n7.
363,
303.
230,
330,
4.73
2,31
4.73
2,31
0,00
0,00
0,00
1343
,3.
¶300
441
0004
41-0
2SC
+C
Slm
etCN
TN
iger
-Ci
vilS
ocie
ty0.
000,
000.
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,01
¶300
441
0004
41-0
3SC
+C
5lm
etCN
TN
iger
-L
obby
SC
ampa
gne
0.00
0,00
0,0,
000.
000.
000,
000.
000,
01V
0004
41
0004
41-0
4SC
+C
SIm
etCN
TN
iger
- Cve
tige
bron
nen
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.01
‘doo
rid
enti
tica
tied
oel
eifl
den
Bro
n:
VM
P2013-2
016
Tota
al
Oeta
ald
Verp
lichti
ngen
Nog
Icvera
niw
oord
en
verp
hcht
inge
nB
eta
ald
Te
beta
len
jaar
Beta
ald
Te
heta
len
LIE
DP
Rfl
PR
OJI
D
__
__
__
Uim
205
rm2
01
4Im
20
14
2015
2015
2015
2013
2014
2015
—
__________________________________________
IAJu
qv
qU
flU
-HuggE
een1tJ
IraH
ng
NL
ZJ.
bU
b.J
1U
,UU
1141
0
________
________
P1)0
0444
0004
44-0
1S
0f’i
0-R
9gi€
en0650
Trai
ning
Ft
-A
rbei
dsee
rber
erin
gen
0.00
0,00
0,0,
000,
000,
000,
000,
000,
00‘1
)004
4400
0444
-02
SOM
O-P
uggi
een
OE
SOT
rain
ingN
L-C
MI S
ocie
ty17
.500
,00
0,00
0.00
1750
0,00
17.5
00,0
00,
000.
000,
0017
.500
00‘1
)004
4400
0444
-03
SOM
O-P
uggi
een
0650
Trai
ning
Ft
-LO
bby
&C
ampa
gne
6.18
6,31
0.00
0,00
6.18
6,31
6.18
6,31
0,00
0,00
0,00
6.18
6,31
P1)0
0444
0004
44-0
4SO
MO
-Pug
gie
en0650
Trai
ning
ML-
Ove
rige
bron
nen
0.00
0,00
0.0,
000.
000.
000.
000,
000.
001
)00
44
5L
ldm
aats
chapsgeld
en
L&
C2
01
52t8
33.9
50.0
00,0
02
1.8
33
,95
21.8
33,9
50
.00
0,0
00
,00
8.0
00,0
0P1
)004
4500
0445
-01
Udm
aats
chap
sgel
den
L&C
2015
-A
rbei
dsee
rber
erin
gen
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
‘000
445
0004
45-0
2U
dmaa
tsch
apsg
elde
nL
aC20
15-
CMIS
ocie
ty0,
000,
000.
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
‘000
445
0004
45-0
3L
idrr
raar
scha
psge
Men
LSC
2015
-Lo
bby
6C
arpag
ne
21.8
33,8
50,
000.
2183
3,85
21.8
33,5
50,
000,
000,
006.
000,
00‘1
)004
4500
0445
-04
Lid
maa
rsch
apsg
elde
nL&
C20
15-
Ove
rige
brom
en0.
000.
000.
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
‘00
04
46
On
ot
MaI
ling
s20
156
0.1
80
,89
0,0
00,0
06
0.1
00
,09
60.1
80,8
90
.00
0,0
00
,00
60.1
00,8
9‘1
)004
4600
0446
-01
[tre
atM
ailin
gs20
15-
Asb
eids
eerb
erer
inge
n0.
000.
000,
000.
000,
000.
000,
000,
000,
00‘0
0044
600
0446
-02
Dire
ctM
ailin
gs20
15-
CMIS
ocie
ty0,
000.
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
00‘1
)004
4600
0446
-03
Dire
ctM
aIlin
gs20
15-
Lob
by&
Cam
pagn
e60
.180
,85
0.00
0,00
60.1
80,8
560
.180
,85
0,00
0,00
0,00
60.1
80,8
5‘0
0044
600
0446
-04
Dire
ctM
ailin
gs20
15—
Ove
rige
bron
nen
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
1)0
04
47
CN
VI-
PC
M-E
on
dse
nw
erv
ing
20
15
10
.00
0,0
00.0
00.0
01
0,0
00
.00
6.0
74,3
62,4
29.6
60
.00
0.0
02.4
29,6
6rr
nx)4
48U
pdate
5C
’slC
Sl
CS
TT
.U
DT
S.
115A
Man
dS
EK
RIM
A5.0
13,4
40.0
00.0
05.0
13,4
45.0
13,4
40
.00
0.0
00
.00
5.0
13,4
4‘0
0044
800
0448
-01
Upd
ate
5C’s
lCSl
CST
T.LO
TS.U
SAM
and
SEK
PIM
A-
Arb
eids
eerb
er5.
013,
440,0
00
,00
5.01
3,44
5.01
3,44
0.00
0.00
0.00
5.01
3,44
P1)0
0448
0004
48-0
2U
pdat
e5C
’slC
SlC
STT,
LDTS
. USA
Man
dSE
KPI
MA
-CM
I Soc
iety
0,00
0.00
0,00
0,0
00,0
00.0
00,
000,
000,
00‘1
)004
4800
0448
-03
Upd
ate
SC’s
lCSI
CST
T,LO
TS.U
SAM
and
SER
PIM
A-
Lobb
y6
Cam
p0,
000.
000,
000.
000,
000,
000.
000,
000,
00‘1
)004
4800
0448
-04
Upd
ate
SC’d
CSI
CST
T,LO
TS, U
SAM
and
SEK
PIM
A-
Oee
rige
bron
ne0,
000.
000,
000.
000,
000,
000,
000,
000.
00‘0
00
44
9C
NT
G-
Aan
vuU
ende
cam
pag
ne
Ebda
IEdM
-CK
)0.0
00,0
00.0
00,0
00
,00
0,0
00,0
00
.00
0.0
0‘0
00
45
0G
EL
-W
o&sh
op5C
-CS
I3.7
80,1
43
.78
0,1
40.0
00.0
00
,00
0.0
00,0
00
.00
0,0
01)
004S
000
0450
-01
GE
L-W
orks
hops
5C-C
SI20
143.
780,
143.
780,
140.
000,
000,
000,
000,
000.
000.
00‘1
)004
5000
0450
-02
GEL
-W
orks
hops
5C-C
SI20
140,
000,
000.
000,
000,
000.
000,
000,
000,
00‘1
)004
5000
0450
-03
GEL
-W
orks
hcps
5C-C
Sl20
140,
000,
000.
000.
000.
000,
000.
000.
000,
00r1
)004
5000
0450
-04
GEL
-W
otks
hops
5C-C
SI20
140.
000.
000.
000,
000,
000.
000.
000,
000.
001)
0045
1C
LC
-W
ork
pla
n2
01
51
83
.74
2,0
00.0
00.0
01
83
.74
2,0
0183.7
42,0
00
,00
0.0
00
.00
183.7
42,0
0‘0
0045
100
0451
-01
CLC
-W
orkp
lan
2015
180.
332,
000,
000,
0016
0.33
2,00
160.
332,
000.
000.
000,
0016
0.33
2.00
‘000
451
0004
51-0
2CL
C-
Wor
kpla
n20
1523
.410
,00,
000,
0023
.410
,00
23.4
10,0
00.
000,
000,
0023
.410
,00
‘000
451
0004
51-0
3CL
C-
Wor
kpla
n20
150,
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
‘000
451
0004
51-0
4CL
C-
Wor
kpla
n20
1S0,
000,
000,
000,
000,
000.
000.
000.
000,
001)0
0453
Eac
ha
Sea
msi
res
co
tase
CO
AD
0,0
00.0
00.0
00.0
00
,00
0,0
00
.00
0.0
00,0
0‘0
00
45
5C
GT
Ho
nd
ura
s-
ICC
AD
Sio
log
iech
ek
ofh
ie0.0
00.0
00.0
00.0
00
,00
0,0
00
.00
0.0
00.0
01)0
0456
PC
Mw
eb
site
2015
36
.31
0,7
40,0
00,0
03
6,3
10
.74
35.8
54,1
30
,00
0.0
00
.00
36.3
10,7
4r0
00
45
8Y
rije
Ilhig
ers
20
15
2.7
36,0
60.0
00.0
02.7
36,0
62.7
36,8
60
.00
0.0
00
.00
0.0
0‘1
)004
5800
0458
-01
Vr4
tilig
ers
2015
-A
rbei
dsee
rbet
erin
gen
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
r000
458
0004
58-0
2V
4wi6
gers
2015
-CM
ISoc
iety
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
‘000
458
0004
58-0
3V
4witg
ers
2015
-L
obby
&C
ampa
gne
2.73
6,86
0,00
o,oo
a73
6.86
2.73
6,86
0.00
0.00
0,00
0,00
‘000
458
0004
58-0
4V
rijw
jiger
s20
15-
Dee
rige
bron
nen
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
‘000
461
CA
TS
8S
alvad
or-
seth
sche
huip
vo
or
vak
bo
nd
skid
ee0.0
00,0
00,0
00,0
00,0
00.0
00
.00
0.0
00,0
0‘0
00
46
4W
OO
S?20
1535,4
36.5
40.0
00.0
035.4
36,5
435.4
36,5
40
00
0.0
00
.00
0,0
0‘0
0045
400
0464
-01
WW
W20
15-
kbel
dsee
rbet
erkr
gen
0.0.
000.
000.
000,
000.
000,
000,
000.
00‘0
0046
400
0454
-02
W00
W20
1S-
CMI S
ocie
ty0.
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
‘000
484
0004
64-0
3W
00W
2015
-Lob
by&
Car
rpag
ne35
.436
,54
0,00
0.00
35.4
36,5
435
.436
,54
0.00
0,00
0,00
35.4
36,5
4‘0
0048
400
0464
-04
W00
W20
15-
Dre
eege
Man
ner,
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
Rid
en
tifi
cati
ed
OeIe
ifld
efl
Ern
st&
‘ybu
ngA
cco
un
tan
tsL
LP
EY
iaU
i’r
Bro
n:
VM
P201
3-2
016
Tot
aal
Bet
aald
Ver
pheb
ting
enN
ogte
cera
niw
oord
enve
rpli
chti
ngen
Ber
aald
Te
ber
alen
lam
Ber
aald
Te
bet
alen
HFO
PR
flPR
OJI
O0
PRO
JNA
ME
Ørm
2015
tm20
14Im
2014
2015
2015
2015
2013
2014
2015
•fr
irtr
ntA
’1l.
I!ft
1il
1J
‘1U
tL
’ijJ.tL
’i
liE
]
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
__
_
0.00
0.0
05.
701.
38T
h004
6700
0467
-01
Onl
ine
atti
cs20
15-
Arb
eids
verb
eter
inge
n0,
000,
000,
000,
000,
000,
000.
000.
000,
00‘1
)004
6700
0467
-02
Onl
ine
acti
es20
15-
Civi
lSoc
iety
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
P1)0
0467
0004
67-0
3O
nlin
eao
ties
2015
-L
obby
SC
ampa
gne
5.70
1,98
0.00
0,00
5.70
1,98
5.70
1,58
0.00
0,00
0,00
5.70
1,98
‘1)0
0467
0004
67-0
4O
nlin
eat
tics
2015
-O
veri
gebr
onne
n0.
000,
000,
000,
000.
000.
000,
000.
000,
00P1
3004
68C
STT
Tog
o-
exte
rnal
audit
2015
25
.832.4
20
,00
0.0
025.8
32
,42
25
.83
2,4
20,0
00,0
00,0
00.0
0P1
)004
6800
0468
-01
CST
TT
ogo
-et
tetn
alau
dit2
015-
Arb
eids
verb
etet
inge
n25
.892
,42
0.00
0.00
25.8
52.4
225
.882
,42
0.00
0.00
0.00
0.00
‘1)0
0468
0004
68-0
2C
STT
Tog
o—
ecte
tnal
audi
t201
5-Ci
vilS
ocie
ty0,
000.
000.
000.
000,
000,
000,
000,
000,
00P1
)004
6800
0468
-03
CST
TT
ogo
-ev
tern
alau
dit2
015-
Lob
byS
Cam
pagn
e0,
000,
000.
000.
000.
000,
000.
000,
000,
00‘1
)004
6800
0468
-04
CST
TT
ogo
—ev
retn
alau
dit2
015-
Ove
tlge
bton
nen
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
‘1)0
0463
Jeugdw
erkbosh
eid
inM
idde
n-A
mer
ika
183.
160,
000,0
00,0
010
8.17
3,00
38.7
41.8
27.
437,
180.0
00.0
010
6.17
9.00
‘1)0
0469
0004
68-0
1Je
ugdw
etkl
oosh
eid
inM
idde
n-A
met
ika
-A
tbei
dsve
tbet
etin
gen
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
‘1)0
0468
0004
68-0
2Je
ugdw
erkl
oosh
eid
inM
idde
n-A
met
ika
-CM
ISo
ciet
y15
3.16
0,00
0,00
0,00
106.
178,
0098
.741
.82
7.43
7.18
0,00
0,00
106.
179.
00P1
)004
6800
0465
-03
Jeug
dwet
kloo
shei
din
Mid
den-
Am
etik
a-
Lob
byS
Car
npag
ne30
.000
,00
0,00
0.0,
000.
000,
000,
000,
000.
00‘1
)004
6900
0468
-04
Jeug
dwet
kloo
shei
din
Mid
den-
Am
erik
a-
Ove
tige
bron
nen
0,00
0.00
0.0.
000,
000,
000.
000,
000,
00r0
0047
oEV
O20
150.
000,0
00.0
00.
000.
000.0
00,0
00.0
00.0
0‘1
)004
7000
0470
-01
Er’O
2015
-A
rbei
dsve
rbet
erin
gen
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
‘1)0
0470
0004
70-0
2Ei
’O20
15-
CMIS
ocie
ty0.
000,
000.
000.
000,
000,
000.
000.
000.
00P1
)004
7000
0470
-03
Er’O
2015
-L
obby
SC
ampa
gne
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
P1)0
0470
0004
70-0
4EV
O20
15-
Ove
tige
bton
nen
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
‘1)0
0471
flo
cuV
i?0.0
00,0
00.0
00.0
00.0
00.0
00,0
00.0
00,0
0P1
)004
7100
0471
-01
Doc
u00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
P1)0
0471
0004
71-0
2D
ocu
VV
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
P1)0
0471
0004
71-0
3D
ocu
I/V0,
000,
000,
000,
000,
000.
000,
000,
000,
00P1
)004
7100
0471
-04
Doc
uV
V0,
000,
000,
000.
000,
000.
000,
000.
000.
00‘1
)004
72H
UM
AN
Co
nfe
ren
ce20
151
0.4
24
,60
0,0
00,0
010.4
24
,60
10.4
24,6
00,0
00,0
00,0
00,0
0P1
)004
7200
0472
-01
HU
MA
NC
onfe
renc
e20
15-
Arb
eids
verb
eter
inge
n0,
000,
000,
000.
000,
000,
000,
000,
000,
00P1
)004
7200
0472
-02
HU
MA
NC
onfe
tenc
e20
15-
Civi
lSoc
iety
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
P1)0
0472
0004
72-0
3H
UM
AN
Con
fere
nce
2015
-L
obby
SC
ampa
gne
10.4
24,6
00.
000.
0010
.424
,60
10.4
24,6
00.
000.
000.
000.
00?1
)004
7200
0472
-04
HU
MA
NC
onfe
renc
e20
15-
Ove
tige
bton
nen
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
‘1)0
0473
PCM
Tev
red
enh
eld
son
der
zoek
en20
154
.00
0,0
00.0
00,0
04.0
00,0
05.3
80,9
5-1
.980,3
50,0
00,0
04
.00
0,0
0‘f
lnj4
74
Yam
mer
,p
arrn
erin
rran
er,
par
tner
publi
caues
5.4
82
,53
0.0
00.0
05.4
82,5
35.4
81,7
30.8
00,0
00.0
05
.48
2,5
3P1
)004
7400
0474
-01
Yam
mer
,pat
tner
intr
anet
,par
tner
publ
icat
ies
-A
tbei
dsve
tbet
e5.
482,
S3
0,00
0,00
5.48
2,53
5.48
1,73
0.80
0.00
0.00
5.48
2,53
Th0
0474
0004
74-0
2Y
amm
er.p
artn
erin
tran
et.
part
nerp
ublic
atie
s-
CMIS
ocie
ty0.
000,
000,
000,
000.
000,
000,
000,
000,
00‘1
)004
7400
0474
-03
Yam
mer
,par
tner
intr
anet
,pa
rtne
rpub
hcat
ies
-L
obby
&C
ampa
g0,
000,
000.
000,
000,
000,
000.
000.
000,
00‘1
)004
7400
0474
-04
Yam
mer
,par
tner
intt
anet
,par
tner
publ
icat
les
-O
eerl
gebr
onne
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
r00
04
75
Vert
aaW
ost
en
cap
ack
eir
sop
bo
uv
,P
ME
,IC
CA
D9
.88
6,3
30,
,00
0.0
03
.86
6,3
39.8
86,3
30,0
00.0
00.0
09
.88
6,3
31)
0o47
S00
0475
-01
Ver
taal
kost
enca
paci
teit
sopb
ouw
.PM
E.C
CA
O-
Arb
eids
verb
ete
8.88
6,33
0.00
0.00
9.88
6.33
8.88
6.33
0.00
0.00
0.00
8.88
6.33
P1)0
0475
0004
75-0
2V
erta
alko
sten
oapa
cite
itso
pbou
w,P
ME,
ICC
AO
-CM
I Soc
iety
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
Th0
047S
0004
7S-0
3V
erta
alko
sren
capa
ckei
tsop
bcuw
.PM
E.IC
CA
D-
Lob
byCr
Cam
pag
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
P1)0
0475
0004
75-0
4V
erta
alko
sten
capa
ckvi
tsop
bcuw
.PM
E,IC
CA
O-
Ove
rige
brom
e0,
000,
000,
000,
000.
000,
000,
000.
000,
00‘1
)004
76F
inan
ole
elM
anag
emen
tT
rain
kig
en98.5
96,4
56,0
06,0
09
8,5
96.4
59
8.5
36
,45
0.0
00,0
00,0
09
8.5
36
,45
‘1)0
0476
0004
76-0
1Fi
nanc
ieel
Man
agem
entT
rain
inge
n-
Arb
eids
verb
etet
inge
n98
.586
,45
0,00
0.00
88.5
36,4
598
.586
,4S
0.00
0.00
0,00
98.5
96,4
5P1
)004
7600
0476
-02
Fina
ncie
elM
anag
emen
tTra
inin
gen
-CM
ISoc
iety
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Th0
0476
0004
76-0
3Fi
nanc
ieel
Man
agem
entT
rain
inge
n-
Lob
byS
Cam
pagn
e0.
000,
000,
000.
000,
000,
000.
000,
000,
00T
h004
7600
0476
-04
Fina
ncie
elM
anag
emen
tTra
inin
gen
-O
eeri
gebr
onne
n0,
000.
000.
000,
000,
000.
000,
000.
000.
00
ntif
Icat
iedo
eie
rnde
n
Bro
n:
VM
P201
3-2
016
Tat
aal
Bet
aald
Ver
pli
chri
ngen
Nog
tever
antw
oord
enver
phohti
ngen
Bet
aald
Icbet
alen
jaar
Bet
aald
Te
bet
alen
lIE
DP
R0
PR
OJI
DQ
PRO
JNA
ME
2015
tm20
14tm
2074
2015
2015
2015
2013
2014
2075
I7
_______
IX
L[.J
II
.J0
47
8F
EA
ES
-F
olio
,,up
Su
aio
an
e5
9,5
42
.01
_.0
0D
.Dt
_________
60
.98
2.t
_
_______
00.0
05
9,5
42
.00
‘130
0478
0004
78-0
1F
FIC
AE
S-F
o$
ow
uS
can
e-A
serb
eter
ingen
0,0,
000.
000,
000,
000.
000,
000,
000,
00‘1
)004
7800
0478
-02
FF
llA
ES
-FooS
cane-C
iolS
ocie
ty55
.542
,0,
000,
0059
.542
,00
60.9
82,0
0-1
440,
000,
000,
0055
.542
,00
‘130
0478
0004
73-0
3FF
CA
ES
-Fo
llow
upS
ugar
cane
-L
obb9
&C
ampa
gne
00.
000.
000.
000,
000.
000.
000.
000,
‘1)0
0478
0004
78-0
4F
FC
AE
S-F
oll
ow
up
5u
gar
can
e-O
cen
geb
ionnen
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
‘1)0
0479
ICA
ES
-P
royec
toD
bse
ruar
on
o2
01
54
5,0
00
.00
0.0
00
,00
45
,00
0.0
04
3.5
99
,00
1,40
1.00
0,0
00.0
04
5,0
00
.00
‘130
0475
0004
75-0
1K
DA
ES
-Pro
ject
oQbs
ersa
orio
2015
-Arb
eids
verb
erer
inge
n0,
000.
000,
000,
000,
000,
000.
000,
000.
00‘1
)004
7500
0475
-02
DA
ES
-P
roec
toD
bser
saro
iio
2015
-Ci
srl S
ocie
W0,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
000,
00‘1
3004
7500
0475
-03
AE
S-P
ro9
ecro
Ob
scm
rmio
20
15
-Lo
bb
1,8
rCam
pag
rre
45.0
00,0
00,
000,
0045
.000
,00
43.5
55,0
014
01,0
00.
000.
0045000,0
0b
00
47
900
0475
-04
WDA
ES-
Pro
irec
toO
bsem
atoi
jo20
15-
&er
ige
bonnen
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
‘130
0481
CA
TS
ver
kpia
n20
1557,3
87.0
00
.00
0.0
051.9
87,0
05
2.4
18
,90
-491.9
00.0
00.0
057,3
07.0
0‘1
)004
8100
0481
-01
CA
TS
wer
kpla
n20
15-
Arb
eids
verb
erer
inge
n40
.587
,00
0.00
0,00
4098
7.00
41.3
74,8
238
7.82
0.00
0.00
40.5
87,0
0‘1
)004
8100
0481
-02
CA
TS
wep
lan2015-C
hlS
odet
t11
.000
,00
0,00
0,00
1100
0.00
11.1
04,0
8-1
04.0
80.
000.
0011
.000
,00
‘1)0
0481
0004
81-0
3C
AT
Sw
erkp
lan2
015-
Lob
bCam
pagn
e0.
000,
000,
000.
000.
000,
000.
000,
000.
00‘1
)004
8100
0481
-04
CA
TS
wer
kpla
n20l
5-O
veri
gebr
onne
n0.
000.
000.
000.
000,
000.
000.
000.
000.
00‘1
3004
82C
AT
SIC
CA
Dta
xlo
hau
lleu
s0
.00
0.0
00
.00
0.0
00.0
00_
Do
0.0
00.0
00.0
0‘0
0048
3FA
CL
IA-
Youth
Em
ploy
men
tp
eo
ect
CN
VV
akuie
nse
n0
.00
0.0
00.0
00
.00
0.0
00.0
00.0
00.0
00.0
0‘0
0048
4V
ldeosp
eeohC
ongre
sKS
65l2
0l5
1,4
84,3
00
.00
0.0
01,4
84.3
01,4
64.3
00.0
00.0
00.0
02
34
.30
‘1)0
0464
0004
84-0
1eo
spee
chC
onges
KS
8S
l2O
l5-A
rbel
dsv
erber
errn
gen
1.48
4,30
0.00
0.00
1.48
4,30
1.48
4,30
0.00
0.00
0.00
234.
30‘1
)004
6400
0484
-02
Vid
eosp
eech
Cones
K58S
l2015-C
ivii
Soci
er,
0,00
0,00
0,0,
000,
000,
000.
000,
000,
00‘1
)004
6400
0484
-03
Vo
spee
hC
on
gre
sK5
6S
20
15
-Lo
bb
t8rC
amp
agn
e0,
000,
000,
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
‘130
0484
0004
84-0
4V
ideo
spee
chC
ongr
esK
S6
2015
-O
veri
gebr
onne
rr,
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
“000485
Youth
Em
plo
yab
ilit
y(E
Uoth
e,done,)
0.0
00
.00
0.0
00
.00
0.0
00
.00
0,0
00.0
00,0
0‘1
)004
86A
dv
erto
rial
Tel
eg,a
at9
.98
2,6
40
.00
0.0
09.3
62,6
49
.38
2,6
40
.00
0,0
00,0
00.0
0‘1
)004
6600
0486
-01
Adw
erto
rial T
eleg
raal
-A
rbei
dwer
bete
r’rg
en0,
000.
000,
000,
000.
000,
000,
000.
000.
00‘1
3004
8600
0436
-02
Ads
erto
tial
lele
graa
f-C
k4S
ocIe
tl,
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
‘1)0
0486
0004
86-0
3A
drr
caIT
eleg
aal-
Lo
bb
t&C
amp
agn
e5.
382,
640,
000,
005.
582,
649.
562,
640,
000.
000,
005582,6
4‘1
)004
8600
0486
-04
Adv
erto
rial
lele
graa
l-O
veri
gebr
onne
n0.
000,
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000.
00‘1
)004
87IT
UC
-su
pp
ort
Cam
paig
n20
1515.0
00,0
00.0
00
.00
15.0
00,0
075,0
00.0
00
.00
0.0
00.0
075.0
00,0
0‘1
3004
8700
0487
-01
ITL
llD
-sup
porr
Cam
paig
n2ol
5-A
rbei
dsve
rber
erin
gen
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
‘130
0487
0004
87-0
2IT
LC-
supp
ort
Cam
paig
n20
15-
Cisil
Soc
iety
15.0
00,0
00.
000.
0015
. 000
.00
15.0
00,0
00.
000.
000.
0015
.000
.00
‘1)0
0487
0004
87-0
3tT
Lt-
sup
po
rtC
amp
aig
n2
01
S-C
ob
br6
Cam
pag
ne
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
‘130
0487
0004
87-0
4IT
LJC
-su
ppor
tC
ampa
ign
2015
-O
veri
geb,
onne
n0,
000.
000.
000.
000,
000.
000.
000.
000.
00‘0
0048
8C
GT
-IC
CA
DF
oli
o,
upa&
koo,d
mel
oen
0,0
00
.00
0,0
00
,00
0.0
00
,00
0.0
00.0
00.0
0‘0
00483
C6lG
Guate
mala
-Pta
nZ
Ol5
59,4
48.1
40
,00
0.0
059.4
48,1
459,4
48.1
40
.00
0,0
00.0
059.4
48,1
4‘1
)004
8500
0465
-01
CG
lGG
uare
mal
a-P
1an2
015-
Arb
elds
verb
erer
inge
n44
.448
,14
0.00
0,00
44.4
48,1
444
.448
,14
0.00
0.00
0.00
44.4
48,1
4‘1
)004
8500
0489
-02
CG
TG
Gua
tem
ala-
P1a
n201
5-C
MIS
ocie
t915
.000
,00
0,00
0,00
15.0
00,0
015
.000
,00
0,00
0.00
0.00
15.0
00,0
0‘1
)004
8500
0485
-03
CG
TG
Gua
tem
ala
-P
lan
2015
-Lo
bb1,
8C
ampa
gne
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
‘130
0485
0004
85-0
4C
GT
GG
uate
mal
a-
Pla
n20
15-
0re
rlge
bonn
en0,
000,
000,
000,
000.
000,
000,
000,
000.
00‘0
0049
0V
ageln
dlo
aorD
ecentW
ok20l5
15
6.7
25
,00
0.0
00
.00
156,7
25.0
0156,7
25.0
00.0
00.0
00.0
0156,7
25.0
0‘1
)004
9000
0450
-01
Wag
ekid
icat
orD
ecen
tW
ork
2015
-A
rbei
dave
rber
erin
gen
156.
725,
000.
000,
0015
6.72
5,00
156.
725,
000,
000.
000.
0015
6.72
5,0
‘130
0450
0004
50-0
2W
agek
idic
aror
Dec
ent
Wor
k20
15-C
Soc
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,‘1
)004
5000
0450
-03
Wag
efr,
dica
rorD
eoen
tWor
k201
5-L
obb,
8Cam
pag,
e0.
000,
000,
000,
000,
000,
000.
000,
000.
‘1)0
0450
0004
50-0
4W
agca
torD
ecen
tWor
k2O
l5-O
ser,
gebr
onne
n0.
000.
000.
000,
000.
000.
000.
000,
000,
00‘0
00
49
1S
OM
E)-
CA
M.
Soc
Dia
loo
810.0
00,0
00
.00
0.0
010,0
00.0
04
.44
7,4
27.3
33,0
60
,00
0,0
010,0
00.0
0‘1
3004
5100
0451
-01
SOM
O-C
AM
.S
ocD
ialo
og*-
Arb
eids
verb
eter
inge
n0.
000,
000.
000.0
)0,
000,
000.
000,
000,
00‘1
3004
5100
0491
-02
SOM
E)-
CA
M. S
ocD
ialo
ogI-
Cai
Soci
et1r
0,00
0,00
0,0,
000.
000.
000.
000,
000.
00‘0
0045
100
0451
-03
SC
MO
-CA
M.S
ocR
aloogI-
Lobbt8
cCam
pag
ne
flC
N10
.00
0.00
030
000,
004.
447,
421.
335,
060,
000.
0010
000.
00‘0
0049
1..0
00
49
1-0
4.
-S
OM
O-C
AM
.Soc
[tat
oool
-Qse
rjoe
bror
wre
n...
0.—
0.00
__0
0.00
.0.
000.00.
0,00
.-
-0.
000.
00
jd
efltifiC
8tU
0e1
in9A
cntL
P
Voo
rid
enti
ficati
edoele
inden
Ern
st&
‘ktu
nqA
cco
un
tan
tsL
LP
I.tx
7—
Bro
n:
VM
P201
3-2
016
Toi
aaI
Set
aald
Ver
pli
chti
ngen
Nog
ccuer
antw
oord
env
erp
ho
hti
ng
enB
etaa
ldT
ebet
alen
jaw
Set
aald
Te
bet
alen
FIFO
PR
QP1
10,1
100
PRO
JNA
ME
cm20
15cm
2014
tm2014
2015
2015
2015
2013
2014
2015
iIiI
,LR
?j,fjfltJii
‘IT
!ilr
”’’
ib00
452
0004
52-r
nb
00
45
200
0452
-02
Th0
0452
0004
52-0
3t0
0492
0004
92-0
41)0
0493
b004
5300
0453
-01
rtoo
4sa
0004
93-0
2Th
0049
300
0433
-03
t00
453
0004
53-0
41)
0049
4rb
0045
400
0494
-01
Th0
04s4
0004
34-0
2Pb
0043
400
0434
-03
Th0
0454
0004
54-0
41)0
0495
Th00
455
0004
95-0
1T
t004
3500
0455
-02
b004s5
0004
55-0
3b
00
49
500
0495
-04
‘000436
t00
456
0004
56-0
15b
0043
600
0456
-02
‘b00
436
0004
96-0
3Th
0045
600
0456
-04
1)0
0497
‘000
457
0004
97-0
1‘0
0045
700
0497
-02
t004
57
0004
57-0
3P0
0045
700
0457
-04
1)00
498
‘000
458
0004
98-0
1‘0
0045
800
0458
-02
‘000
498
0004
58-0
3‘0
0049
800
0498
-04
1)0
0499
‘000
455
0004
55-0
1‘0
0045
900
0455
-02
P000
459
0004
95-0
3‘0
0045
900
0499
-04
1)0
05
01
‘000
501
0005
01-0
1‘0
0050
100
0501
-02
‘000
501
0005
01-0
3‘0
0050
100
0501
-04
r000502
‘000
502
0005
02-0
1‘0
0050
200
0502
-02
‘000
502
0005
0203
CN
TN
iger
Jaar
plan
2015
-A
rbei
dsve
rber
erin
gen
CN
TN
iger
Jaar
plan
2015
-Cl
viS
ocie
tyC
NT
Nig
erJa
arpl
an20
15-
Lob
byS
Cam
pagn
eC
NT
Nig
erJa
arpl
an20
15-
Ove
rige
bton
nen
501.
10-
Hondw
as-
NC
Pk
lach
tm
aqui
laS
OlI
D-
Hon
dura
s-
NC
Pkl
achr
maq
uda
-A
rbel
dsse
rber
erin
gen
SOlI
D-
Hon
dura
s-
NC
Pkl
achr
maq
uda
-CM
ISo
ciet
ySO
lID
-H
ondu
ras
-N
CP
klac
hrm
aqud
a-
Lobb
y&
Cam
pagn
eSO
lID
-H
ondu
ras
-C
Pkl
acht
maq
iila
-O
veri
gebr
onne
nB
CP
AT
echnic
alsu
pport
Mic
a20
15B
CPA
Tec
hnic
alsu
ppor
tA
fric
a20
15-
Arb
eids
eerb
erer
frrg
enB
EPA
Tec
hnic
alsu
ppcr
rN
rica
2013
-C
lviS
ocie
ty6C
PAT
echn
ical
supp
ort A
fric
a20
15-
Lob
by&
Cam
pagn
eB
CPA
Tec
hnic
alsu
ppcr
rA
fric
a20
13-
Ove
rige
Mor
nen
GFL
-W
otkp
lan
2015
GEL
-W
orkp
lan
2013
GEL
-W
orkp
lan
2013
GE
L-
Wor
kpla
n20
15G
EL-
Wor
kpla
n20
15C
NT
G-
Pla
nd’
Act
ivkes
2015
CN
TG
-P
lan
SA
ctie
ites
2015
CN
TG
-P
lan
SA
criv
ires
2015
CN
TG
-P
lan
SA
ctal
tes
2015
CN
TG
-Pl
anS
Act
ivire
s20
15U
NA
SM-
Wot
kpla
n20
15U
NA
SM-
Wor
kpla
n20
15LI
NA
SM-
Wor
kpla
n20
15LW
’JASM
-W
orkp
lan
2013
LX4A
SM-
Wot
kpla
n20
15E
SE
-W
otkp
lan
2015
Har
assm
ent
atW
orkp
lace
656
-W
orkp
lan
2015
Har
assm
ent
atW
orkp
lace
ESE
-W
orkp
lan
2015
Har
assm
ent
atW
orkp
lace
ESE
-W
orkp
lan
2015
Har
assm
ent
atW
orkp
lace
ESE
-W
orkp
lan
2015
Har
assm
ent a
tWor
kpla
ceE
nW
ear
Wot
kpla
n20
15Fa
irW
ear
Wcr
kpla
n20
15Fa
irW
earW
orkp
lan
2015
Fair
Wea
rWor
kpla
n20
15Fa
irW
earW
crkp
lan
2015
HO
TS
-S
eneg
al-
ver
kpbn
2015
U0T
S-
Sen
egal
-ve
rkpl
an20
13-
Arb
eids
verb
eter
inge
nU
0TS
-S
eneg
al-
wer
kpla
n20
15-
Clv
iSoc
iety
UO
TS-
Sen
egal
-ve
rkpl
an20
15-L
obby
SC
ampa
gne
UD
TS
-S
eneg
al-
verk
plan
2013
-D
eeri
geho
nnen
EN’S
lnre
mati
cnaal-
ITU
C-A
F-
Film
Em
plo
abU
kS
oc.
SC
NV
krre
rnai
c’ra
al-
ITU
C-A
F-
Film
Empl
oyab
iHry
Soc
.S
ec.
CM
)ln
tern
sion
aal-
ITU
C-A
F-
Firs
Ern
plcy
abir
ryS
oc.
Sec
.
111.
613,
1K,
85.3
3300
26.4
66,0
00,
000,
0020
. 472.0
00.
000,
002a4
72.0
00.
0011
0.00
0,00
110.
000,
000.
000.
000,
005
2,9
80
,00
50.4
80,0
02.
500,
000.
000,
006
7.1
03
,00
50.8
33,0
016
. 270
.00
0,00
0.00
12
0.3
97
,00
103.
573,
0016
.424
,00
0.00
0.00
15
.88
5,0
01S
865,
000.
000,
000,
0027.6
00,0
027
.600
,00
0.00
0,00
0,00
10
7.8
92
,00
94.3
52,0
011
500,
000,
000,
0096
.213
,1)0
0.00
3121
3,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.0
00,0
00,
000,
000.
000,
000.
000,
000.
000.
000,0
0L
00
0,00
0,00
’0.
000,
000.
000.
000,
000.
000
,00
0,0
00.
000,0
0,00
0,00
:0,
000,
00’
0.00
0,00
0,0
00,0
00.
000,
00’
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.0
00
,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,0
00
.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
000
0.0
00.
000.
000,
000.
000.
000.
000,
000.
000
,00
0,0
00.
000,
000,
000,
000,
000.
000.
000.
000
,00
0,0
00.
000,
000.
000.
00
0.00.
..0
.00
11
1.8
03
,00
85.3
33,0
026
.486
,00
0,00
0,00
20
.47
2,0
00,
000,
0020
.472
,00
0.00
110.
000,
0011
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
53
.40
6,5
050
866.
372.
520,
130,
000.
006
5.5
52
,00
45.6
58,0
615
.853
,94
0,00
0.00
119.
119,
4110
2.86
5,65
16.2
45,7
20,
000.
0015.8
85,0
015
.885
,00
0.00
0,00
0,00
27
.60
0,0
027
.600
,00
0.00
0,00
0.00
107,8
92,0
054
.352
,00
13. 5
00,0
00.
00
111.
613,
UU
85.3
33,0
026
.466
,00
0.00
0,00
20
,47
2.0
00.
000.
0020
.472
,00
0.00
11
0.0
00
,00
110.
000,
000,
000,
000,
005
2.9
80
,00
50.4
80,0
02.
500,
000,
000.
0067,1
03,0
050
,833
.00
16.2
70,0
00,
000,
001
20
.39
7,0
010
3.57
3,00
16.4
24,0
00.
000.
0015.8
85,0
01S
.885
,00
0,00
0.00
0.00
27
.60
0,0
027
.600
,00
0,00
0.00
0.00
10
7.8
32
,00
54.3
52,0
013
.500
,00
0.00
0.00
96.2
13,0
00,
0031
213.
0065
,000
.00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,0
00.
000,
000.
000,
000,0
00.
000,
000,
000.
00-4
26,5
0-4
00.3
7-2
0,13
0,00
0,00
67
1.0
550
0.35
162.
700.
000.
007
02
.80
606,
5355
.87
0.00
0.00
0,0
00.
000.
000.
000,
000
,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0.00
.0.
000.
000,
00
u.u
u0.
000,
000,
000.
000
.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.0
00.
000,
000.
000,
000,0
00.
000.
000,
000.
000
,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.0
00.
000,
000,
000.
000,0
00,
000.
000,
000.
000_
on0.
000,
000.
000,
000
.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,0
00.
000,
00—
o,uu
iii.
61
3,u
u0,
0085
.333
,00
0.00
26.4
86,0
00,
000.
000,
000,
000
,00
20.4
72
.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
20.4
72,0
00,
000.
000
,00
11
0.0
00
,00
0,00
110.
000,
000.
000.
000,
000,
000,
000,
000
,00
5Z
980,0
00,
0050
.460
,00
0,00
1500
,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,0
067
. 103
.00
0,00
50,8
33.0
00,
0016
.270
,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,0
0120.3
97,0
00,
0010
3.57
3.00
0,00
16.4
24,0
00.
000.
000.
000.
000
,00
15.8
85,0
00.
0015
.885
,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.0
02
7.6
00
,00
0,00
27.6
00.0
00,
000,
000,
000,
000,
000,
000,0
0107.8
32,0
00,
0094
.352
,00
0,00
13.5
00,0
00,
000,
000.
000,
000
.00
36.2
13,0
00,
000,
000.
0031
213.
000,
00--
_6S
.000
.00
CMV
ktte
rnat
icna
al-
ITU
C-A
F-
Film
Em
olos
abib
ta5oc..S
ev,.._
I..
65. 0
00.0
0
0.00
0.00
66.1
41,2
12
5.4
50
,47
0,00
0.00
2145
7,24
8.25
6,53
—-
44.6
83,5
7fl
7.1
93
.54
Bro
n:
VM
P201
3-2
016
[jen
tijjjj
Ern
stS
‘ib
un
g
heir
or
Tor
aal
Ber
aald
Ver
plio
brin
gen
Nog
reuer
antw
oord
enue
rpli
chri
ngen
Der
aald
Te
bet
alen
jaar
Ber
aald
Tmb
eral
enH
EDPR
q.P
RO
JID
QPR
OJN
AM
EU
rm20
15ti
n20
14ti
n20
1420
1520
1520
1520
1320
1420
15‘W
k41Jf
’I’
ll‘W
SIR
.1ltfv
4I
IAIT
II‘L
..&
iX
kiI]
LR
Juw
q
‘000
504
0005
04-0
1‘0
0050
400
0504
-02
P000
504
0005
04-0
3‘0
0050
400
0504
-04
‘00
05
05
Thoo
sos
0005
05-0
1‘0
0050
500
0505
-02
0oos
o500
0505
-03
too
sos
0005
05-0
4‘0
ooso
6‘0
0050
600
0506
-01
P000
506
0005
06-0
2P0
0050
600
0506
-03
‘000
506
0005
06-0
4‘0
00
50
7‘0
0050
700
0507
-01
‘000
507
0005
07-0
2‘0
0050
700
0507
-03
too
5o
700
0507
-04
too
so
s‘0
0050
800
0508
-01
‘0oo
soe
0005
08-0
2P
0oos
oe00
0508
-03
P000
508
0005
08-0
4‘0
00510
‘000
510
0005
10-0
1to
o5io
0005
10-0
2P0
0051
000
0510
-03
Poo
osio
0005
10-0
4‘0
00512
‘000
512
0005
12-0
1‘0
0051
200
0512
-02
‘000
512
0005
12-0
3‘0
0051
200
0512
-04
‘000514
‘000
514
0005
14-0
1‘0
0051
400
0514
-02
‘000
514
0005
14-0
3‘0
0051
400
0514
-04
‘000
515
0005
15-0
1‘0
0051
500
0515
-02
‘0oo
sis
0005
15-0
3to
osi
s00
0515
-04
Lab
our
Inst
itute
Lab
our
Inst
itute
-A
rbel
dwer
bere
rirr
gen
Lab
our
Inst
itute
-Ci
vilS
ocle
ryL
abou
rln
srir
ure
-L
obby
&C
ampa
gne
Lab
our
Insr
irur
e-
Ove
rige
bron
nen
CN
VIc
oole
ren
rie
2015
CM
)Io
onle
renr
ie20
15-
Arb
eids
verb
eter
inge
nC
M)
conl
eten
rie
2015
-Ci
vilS
ocie
tyC
M)
Icon
iere
nrie
2015
-L
obby
&C
ampa
gne
CM
)Ic
onle
renr
ie20
15-
Ove
rige
bror
nen
KS
BS
I-
Tra
inin
gen
iplo
yab
dir
y<
580
-T
rain
ing
empl
oyab
ility
-A
rbei
dsee
rber
erin
gen
1<58
51-
Tra
inin
gem
ploy
abili
ty-
Civil
Soc
iety
1<58
51-
Tra
inin
gem
ploy
abili
ty-
Lob
byS
Cam
pagn
e1<
5851
-T
rain
ing
empl
oyab
ility
-O
veri
gebr
onne
n2015
Ext
racam
pagne
rest
ani
VN
P20
1420
15Ev
rra
oam
pagn
ere
sran
rV
MP2
O14
-A
rbei
dsee
rber
erki
gen
2015
Evrr
aoa
nrpa
gne
resr
anr
VM
P2O
14-
Cie
lSoc
iety
2015
Evrr
aoa
mpa
gne
revt
anr V
MP2
O14
-Lo
bby
SC
ampa
gne
2015
Evrr
aca
rspa
gne
resr
anr
VM
P2O
14-
Ove
rige
bron
nen
AX
A-
Loca
lE
vab
jail
on
PIl
EP
rogra
mm
eM
A-
Loc
alE
valu
atio
nP
lot
Prog
ram
me
-A
rbei
dsve
rber
erin
gen
AX
A-L
ocal
Eva
luat
ion
PME
Prog
ram
me
-Ci
vilS
ocie
tyM
A-
Loc
alE
valu
atio
nPM
EPr
ogra
mm
e-
Lob
byS
Cam
pagn
eA
XA
-Loc
alE
valu
atio
nP
lot
Prog
ram
me
-O
veri
gebr
orne
nC
OT
Co
lom
bia
-P
lan
20
15
CO
TC
olom
bia
-Pl
an20
15-
Arb
elds
eerb
eter
inge
nC
OT
Col
ombi
a-
Pla
n20
15-
Civi
lSoc
iety
CO
TC
olom
bia
-P
lan
2015
-L
obby
&C
ampa
gne
CG
TC
olom
bia
-P
lan
2015
-O
veri
gebr
cnne
nSE
KR
IMA
Mad
agas
car
wee
kpla
n20
15SE
KR
IMA
Mad
agas
car
wer
lipla
n20
15-
Arb
eids
verb
erer
inge
nSE
KPI
MA
Mad
agas
car
verk
plan
2015
-C
lS
ocie
tySE
KR
IMA
Mad
agas
car
wer
lipla
n20
15-
Lob
byS
Can
rpag
neSE
KR
HA
Mad
agas
car
wer
kpla
n20
15-
Ove
rlge
bron
nen
JAL
A-
oap
aok
yb
uil
din
g2015
JAL
A-
capa
city
build
ing
2015
-A
rbei
dsee
rber
erin
gen
JAL
A-
capa
city
build
ing
2015
-Ci
vilS
ocie
tyJA
LA
-ca
paci
tybu
ildin
g20
15-
Lob
byS
Cam
pagn
eJA
LA
-ca
paci
tybu
ildin
g20
15-
Ove
rige
bro
men
CM
)ln
rern
arIo
naal
—onderr
oek
po
ren
riel
ela
nden
CM
)fr
rier
nari
onaa
l-on
derc
oek
pore
nrie
lela
nden
-A
rbei
dsee
rC
M)
frrr
erna
itona
al-
onde
rvoe
kpo
tenr
iele
land
en-
Civi
lSoc
iC
M)h
rern
ario
naal
-on
derc
oek
pore
nrie
lela
nden
-L
obby
SC
aC
M)h
rern
atin
naal
-on
derc
oek
pote
ntie
lela
nden
-O
veri
gebr
a78
1,3
0.00
0.00
0.0€
20
t02
5.0
665
.623
,08
131.
400,
010.
010.
017
.56
5,2
.77
36
S2
10.
0€0.
0€0,
00100,0
00.0
00.
0€0.
0€10
0,00
0.0€ 0.00
4.5
6&
00
4.58
4,00
0,00
0.0€
0.0€
264.
55
(10
022
SS
50,0
036
000,
000.
0€0.
014
7.8
00
,00
46.1
00,0
017
00.0
€0,
010,
0112
,114
.00
7.41
4.00
4.70
0,01
0.0€
0.0€
20,0
00.4
012
0,00
0.4€ 0,00
0,00
0,00
u-m
i0.
000.
000.
000,
000
.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,0
00,
000.
000,
000,
000.0
00,
000.
000.
000,
000.0
00,
000,
000,
000.
000.0
00,
000.
000,
000,
000.0
00,
000,
000.
000,
000
.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.0
00.
000,
000.
000,
00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.0
00,
000.
000,
000.
000.0
00,
000,
000,
000,
000.0
00.
000,
000,
000,
000
.00
0,00
0.0€
0,00
0,00
0.0
00,
000,
000,
000,
00(1
00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.0
00.
0€0,
000,
000,
000
.00
0,00
0,00
0,00
0,00
4.51
2.50
0,00
0.00
0,00
15
6,5
21
.66
68.7
60,5
812
8.76
1,07
0,00
0,00
7.5
65,2
77.
565,
270.
000,
000.
0061.2
6t3
60,
000,
0061
281.
360,
004
,56
4.0
04,
584,
000,
000,
000.
00264.5
5(1
00
228.
550,
0036000,0
00.
000.
0033.4
45-4
332
.258
,81
1.18
8,62
0,00
0,00
8.7
16,3
75.
335,
813.
382,
560.
000.
00
3.73
1 0,00
0,00
0,00
201.0
25,0
665628,0
613
1.40
0,00
0,00
0,00
7.5
65,2
77.
565,
270,
000,
000,
0010
0.00
0_D
O0,
000.
0010
0.00
0,00
0,00
4.5
84,0
04.
584,
000,
000,
000.
002
64
.55
00
022
8.55
0,00
36.0
00,0
00.
000.
0047,8
00.0
046
.100
,00
1700
.00
0,00
0.00
12.1
14,0
07.
414,
004.
700,
000,
000,
0020,0
00.4
012
0.00
0,40
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,0
00.
000.
000.
000,
000.0
00,
000,
000.
000,
00-6
.885,4
60.
000.
00-6
.885
.46
0.00
0.0
00.
000,
000,
000.
000.0
00.
000.
000,
000,
00-1
.221
,43
-1.1
77.5
9-4
3,44
0.00
0.00
3.3
60
,75
2.05
6,87
1.30
3,52
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.0
00.
000.
000.
000.
000,0
00.
000.
000.
000,
000.0
00.
000,
000.
000.
000.0
00,
000.
000,
000.
000.0
00,
000,
000.
000.
000_
DO
0,00
0.00
0.00
0.00
0.0
00.
000.
000.
000,
000_
DO
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
3.73
1,3’
0,00
0.0€
0,00
0,00
0,00
0,00
0,0
00.0
40.
00-1
3139
8.3€
0.00
131.
400.
0€0,
000.
0€0,
000,
000_
DO
0.0
00.
000,
000.
000.
010.
000,
010,
000.
0€0.0
0100.0
00,0
00,
000,
010.
000,
000.
0010
0.00
0,00
0.00
0.00
0.0
00.0
00,
000.
010.
000.
010.
000.
010.
000,
000.0
0264.5
50,0
00,
0022
3.55
0.0€
0.00
36.0
00.0
10.
000,
010.
000,
000.0
047
.800.0
00.
0046
.100
,01
0,00
1.70
0,01
0.00
0.01
0,00
0,01
0,0
012
.114
,00
0.00
7.41
4.00
0.00
4.70
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,0
0120.0
00,4
00.
0012
000
0.41
0.00
0.01
0.00
0.01
0,00
0,01
000
120.0
0040
0.00
120.
000,
400.
000.
000.
000.
000,
000,
00
Bro
n:
VM
P2013-2
016
Voo
rid
enti
ficati
edoeje
inden
IE
rnst
&‘u
ngA
cco
Itte
ldln
fl.r
betto
rw
rirkr
:rgco
urt
‘1)0
0520
0005
20-0
1p1
)005
2000
0520
-02
‘1)0
0520
0005
20-0
3‘1
)005
2000
0520
-04
1)0
05
21
‘1)0
0521
0005
21-0
1‘1
)005
2100
0521
-02
1)o
os2
i00
0521
-03
‘1)0
0521
0005
21-0
41)0
0523
tOO
S23
0005
23-0
1P1
)005
2300
0523
-02
‘1)0
0523
0005
23-0
3‘1
)005
2300
0523
-04
1)0
0524
1005
24
0005
24-0
1¶1
)005
2400
0524
-02
‘1)0
0524
0005
24-0
31)
oo52
400
0524
-04
1)0
0525
‘1)0
0525
0005
25-0
11)
o0S2
500
0525
-02
‘1)0
0525
0005
25-0
3¶1
)005
2500
0525
-04
1)0
0526
1)0o
s26
0005
26-0
11)
0os2
600
0526
-02
‘1)0
0526
0005
26-0
3‘1
)005
2600
0526
-04
1)0
0525
‘1)0
0525
0005
25-0
1‘1
)005
2500
0525
-02
¶1)0
0525
0005
25-0
3‘1
)005
2500
0525
-04
1)0
0533
‘1)0
0533
0005
33-0
11)
0053
300
0533
-02
P1)0
0533
0005
33-0
3¶1
)005
3300
0533
-04
1)0
0534
¶1)0
0534
0005
34-r
nTh
0053
400
0534
-02
¶1)0
0534
0005
34-0
3¶1
)005
3400
0534
-04
‘1)0
0535
0005
35-0
1‘1
)005
3500
0535
-02
¶1)0
0535
0005
35-0
31)0
0535...0
00535-0
4
USA
Mw
erkp
lan
2015
-A
rbei
dsee
rbet
erin
gen
USA
Mw
erkp
lan
2015
-C
adS
ocre
ryU
SAM
wer
kpla
n20
15-
Lobb
y&
Car
rçag
’ue
USA
Mw
erkp
lan
2015
-O
veri
gebr
onne
nO
ndaz
oek
enlo
bby
can
dle
inM
adag
asca
rO
nder
zoek
enlo
bby
vani
lein
Mad
agas
car
-A
rbei
dsoe
rber
erin
Ond
erco
eken
lobb
yva
nifle
A,M
adag
asca
r-
Cad
Soo
ery
Ond
erro
eken
lobb
yva
r%fle
A,M
adag
asca
r-
Lobb
y&
Cam
pagn
eO
nder
zoek
enlo
bby
eani
ftein
Mad
agas
car
-O
veri
gebr
onne
nP
rof.
Led
enad
min
Prof
.Led
enad
min
-A
rbei
dsve
rber
erin
gen
Prof
.Led
enad
rrri
n-
Cad
Soci
ery
Prof
.L
eden
adm
in-
Lob
byS
Cam
pagn
ePr
of.
Led
enad
rrri
n-
Due
rige
bron
nen
Lei
der
sob
.O
nre
.L
eide
rsch
.O
nto.
-Arb
edso
erbe
reri
ngen
Lei
ders
cb.
Ont
o.-C
adSo
cier
yL
eide
rsch
.O
nto.
-Lo
bb
yS
Cam
pag
ne
Lei
decs
ch. O
nto.
-O
veri
gebr
onne
nO
psc
h.
Act
Tur
ljn
Ops
ch.
Act
.Tu
rljn
-A
rbei
dsoe
rber
ertn
gen
Ops
ch.
Act
Tud
n-
Cad
Soci
ety
Ops
ch.
Act
Tud$
n-
Lob
byS
Cam
pagn
eO
psoh
.Act
Tur
in-
Ose
rige
bron
nen
Op
soh
.A
ctM
VO
-Guf
Ops
ch. A
ct.
MV
O-G
uf-
Arb
eids
eerb
erer
inge
nO
psch
.A
ctM
VO
-Guf
-CM
ISoc
iery
Ops
ch.
Act
MV
O-G
uf-
Lobb
y&
Cam
pagn
eO
psch
.A
ctM
UD
-GuI
-O
ceri
geb
rom
enF
inM
acag
rest
emp
20
14
Fin
Man
agre
stm
op20
14-
Arb
eids
verb
erer
rgen
F,,
Mac
agre
stsa
p20
14-C
adS
ocie
tyF
nM
anag
rest
sap
2014
-L
obby
SC
ampa
gne
FerM
anag
rest
stop
2014
-D
oeri
gebr
cnne
nC
NV
-l-
Tru
eP
rice-
lin
ac,
imp
act
Soc.
Dia
logu
eC
NV
-l-
Tru
eP
rice
-lin
ac.
impa
ctS
oc.
Lh&
ogue
-A
rbed
seer
bC
NV
-I-
Tru
eP
rice
-lin
ac,
impa
ctS
oc.
01al
ogue
-C
adS
ocie
CN
V-I
-T
rue
Pri
ce-
frna
n.im
pact
Soc
.D
ialo
gue
-L
obby
SC
amC
NV
-I-
Tru
eP
rice
-fi
nan.
impa
ctS
oc.
Dia
logu
e-
Oce
rrge
bro
GE
TC
olom
bia
-S
tud
yon
con
trac
tla
bour
2015
CDT
Cdo
rrrl
aa-
Srud
yon
cont
ract
labo
ur20
15C
GT
Cdo
rrrl
aa-
Stu
dyon
cont
ract
labo
ur20
15C
DT
Cal
omba
-S
tudy
onco
ntra
ctla
bour
2015
CD
TC
olom
ba-
Stu
dyon
oont
raor
labo
ur20
15Fa
irW
ear
-W
age
Lad
der
Mac
edon
iaFa
irW
ear
-W
age
Lad
der
Mac
edon
iaFa
irW
ear
-W
age
Lad
der
Mac
edon
ia
noo.o
i3.
160,
1K 0,01
oft
25.2
70,0
07.
500,
0021
.770
,01
0,01
Oft
(1,0
0O
ft0.
000,
000.
0050.0
00,8
050
.000
,80
0,00
0.00
0.00
6.0
0%
00
6.00
0,00
0.00
0,00
0.00
16
.50
Q0
00.
000.
0016
.500
,00
0.00
17
7.3
03
,55
177.
603,
550.
000.
000.
001
2.1
00
,00
0,00
0.00
1210
0,01 0,00
10.6
75,1
610
.675
,16
0.00
0,01
0,01
0,00
0.01
0,00
000
0.00
0.00
0.00
0,00
0,0
00.
000.
000.
000.
000.0
00.
000,
000.
000,
000-
Do
0,00
0.00
0.00
0,00
0-D
o0.
000.
000.
000,
000
.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0-D
o0.
000.
000,
000.
000
,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.0
00,
000.
000,
000,
000.
000.
000,
000.
00
bc
Oft
0,01
0.01
0,0
00.
000,
000.
000,
000_
Do
0,00
0.00
0,00
0,00
0.0
00,
000,
000.
000.
000.0
00,
000.
000,
000.
000.0
00.
000.
000.
000,
000.0
00.
000.
00O
ft0.
000,0
00,
000.
000.
000,
000.0
00.
000,
000.
000,
00O
ft0,
000.
000.
00
1100.0
021
60.0
00.
000,
0029,2
70,0
07,
500.
0021
770.
000.
000.
000_
OS
0,00
0.00
0.00
0.00
50.0
00,8
05a
000.
800.
000,
000,
006.0
00,0
06.
000,
000.
000,
000.
001
6.5
00
,00
0.00
0.00
16.5
00.0
00.
00177.S
OiS
S17
7.50
3,55
0.00
0,00
0.00
12.1
00.0
00.
000.
0012
100,
000,
0010
.679
,16
1267
5,16
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
7.15
1.31
-1.3
12.
054,
37-0
,37
0.00
0.00
0.00
0.00
25
.00
6,9
4261,0
67.
433,
1166
,69
2157
5.83
154,
170,
000.
000,
000.
006
4’t
03
-64
1,0
00,
000,
000.
000.
000,
000.
000,
000.
000_
Do
2S
.57
&9
70.
0025
.575
,57
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
36
7,0
0-8
L00
587,
00-8
7.00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
0.00
14,3
00,0
02.
20
0.9
00.
000,
000.
000.
0014
.300
.00
2.20
0,00
0,00
0,00
126,4
40,3
64
0.3
70
,60
128.
440,
3640
.370
,60
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
5.0
75
,00
0,0
00,
000.
000,
000.
00S
075.
000,
000.
000,
0010
. 679j6
-10
0,0
012
675.
16-1
00,0
00,
000.
000.
000,
000.
000,
000,
000.
000.
000,
000,
000,
00000
00
0
0.00
0.00
11.0
00,0
00,
000.
003.
160,
000.
000.
000.
000,
000,
000,
000.0
00
,00
29.2
70
,00
0,00
0.00
7.50
0,00
0.00
0.00
21.7
70,0
00.
000.
000,
000.
000.
000.
000,0
00_
Do
(1,0
00.
000.
000,
000.
000.
000.
000.
000,
000,
000.
000,
000,
000_
Do
0,0
050.0
00,6
00.
000,
0050
000.
800,
000.
000.
000.
000.
000,
000.
000,
000,
000,0
00.0
05,0
13.0
00,
000,
005.
013,
000,
000,
000.
000.
000,
000.
000.
000.
000,
000,0
0fL
OO
16.5
00
.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
16.5
00.0
00.
000,
000,
000
,00
0.0
0177,9
03.5
50.
000.
0017
7.50
3,55
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,0
00
,00
0.0
00.
000,
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000,
000
,00
0,0
0—
100.
000,
000.
00-1
00,0
00.
000.
000.
000.
000.
000,
000.
000.
000,
000.
000,
000.
000.
000.
000,
000.
000.
000,
00000
non
non
Bro
n:
VM
P2013-2
016
To
taal
Beta
ald
Verp
lich
tin
gen
Nog
teu
eran
two
ord
en
verpli
chti
ngen
Beta
ald
Te
beta
len
jaar
Beta
ald
Te
beta
len
HF
OP
RflP
RO
JlO
0P
RO
JN
AM
E0
tm2
01
5rm
20
14
tm2
01
42015
20
15
2015
2013
2014
20
15
I!J1
I3IJIr);IjIIIJIT
);JriI’IJII)
IJII
)11
111
II’tr$I’I
I’I
m1
05
36
CL
.CC
am
paig
nso
nd
itio
ns
(EU
)8
.50
0,0
w
__
__
__
__
__
__
__________________________________________________________
‘000
536
0005
36-0
1C
LCC
ampa
ign
wot
king
cond
ition
s(E
U)
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
)005
36
0005
36-0
2C
LCC
ampa
ign
wot
bing
cond
ition
s(E
U)
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
r000
536
0005
36-0
3C
LCC
ampa
ign
wot
king
cond
ition
s(E
U)
8.50
0,0,
000.
008.
500,
008.
500,
000,
000,
000,
0085
00.0
0P0
0053
600
0536
-04
CLC
Cam
paig
nw
otki
ngco
nditi
ons
(EU
)0.
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
‘00
05
3?
Follo
wu
pF
F-
Cam
pai
gn
palm
oil
15.0
00,0
00.0
00.0
01
5.0
00
,00
9.7
50,0
05.2
50,0
00,0
00,0
01
5.0
00
,00
‘000
537
0005
37-0
1Fo
llow
upF
r-
Cam
paig
npa
lmoll
-A
rbel
dsve
rbet
erin
gen
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
‘000
537
0005
37-0
2Fo
llow
upF
r-
Cam
paig
npa
lmoH
-Ci
vUSo
ciet
y15
.000
,00
0.00
0,00
15. 0
00.0
09.
750,
0052
50.0
00,
000.
0015
.000
,00
‘000
537
0005
37-0
3Fo
llow
upF
r-
Cam
paig
npa
lmoil
-L
obby
&C
ampa
gne
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
‘000
537
0005
37-0
4Fo
llow
upFF
-C
ampa
ign
palm
oH-
Ove
rige
bron
nen
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
‘000538
CO
TC
olo
mbia
-V
erst
erk
ing
man
agem
ent
exte
rne
lon
dse
44.3
53,3
70,0
00.0
011.8
03,3
711.6
03,3
70.0
00
,00
00
00,0
030
0538
0005
38-0
1C
GT
Col
ombi
a-
Vet
ster
k’ng
man
agem
ente
wte
tne
(ond
sen
-A
rbe
44.9
53,5
70.
000.
0011
.803
,97
1180
3,57
0,00
0.00
0,00
0.00
‘000
538
0005
38-0
2C
GT
Col
ombi
a-
Vet
stet
king
man
agem
ente
wte
tne
(ond
sen
-CM
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
b005
3800
0538
-03
CG
TC
olom
bia
-V
erst
erki
ngm
anag
emen
t evt
erne
(ond
sen
-L
obb
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
b0o5
3800
0538
-04
CO
TC
olom
bia
Stre
ngth
enin
gM
anag
emen
tEv
rern
alFu
nds
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
‘00
05
39
CO
TC
olom
bia
-lo
llow
uplo
bby
trai
nin
g20
155
.40
1,4
4000
0.0
04.3
56,0
04.3
56,0
00.0
00.0
00
00
0.0
0‘0
0053
500
0539
-01
CO
TC
olom
bia
-Fo
llow
uplo
bby
trai
ning
2015
-A
rbei
dsw
erbe
t0,
000.
000.
000,
000.
000,
000.
000,
000.
000
05
3S
0005
39-0
2C
OT
Col
ombi
a-
Follo
wup
lobb
ytr
aini
ng20
15-
CivH
Soci
ety
5.40
1.44
0,00
0,00
4.3S
6,X
4.35
6,00
0.00
0.00
0,00
0,00
‘000
539
0005
39-0
3C
OT
Col
ombi
a-
Follo
wup
lobb
ytra
inin
g20
15-
Lob
byS
Cam
pa0,
000.
000.
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
‘000
535
0005
35-0
4C
OT
Col
ombi
a-
Follo
wup
lobb
ytra
inin
g20
15-
Dre
tige
bton
n0.
000,
000.
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
‘00
05
40
CO
TC
olom
bia
-C
ompl
aint
NC
P(L
CD
18
.47
0J)
00.0
60.0
06.
87
0.0
06.8
70,0
00,0
0D
M0
0,0
06.8
70,0
0‘0
0054
000
0540
-01
CO
TC
olom
bia
-C
ompl
a:nt
NC
PD
ECO
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
‘000
540
0005
40-0
2C
OT
Col
ombi
a-
Com
plai
ntN
CP
DEC
O0.
000,
000.
000.
000,
000,
000.
000,
000,
00‘0
0054
000
0540
-03
CO
TC
olom
bia-
Com
plai
ntN
CPD
EC
O18
.470
,00
0,00
0.6.
870,
006.
870,
000.
000.
000,
006.
870,
00‘0
0054
000
0540
-04
CO
TC
olom
bia
-C
ompl
aint
NC
PD
ECO
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
‘000
541
FWF
-B
ench
mar
kP
roje
ct20
154.3
3920
000
0.0
04
.99
32
05.0
00,0
00
,80
QU
OQ
00
Q80
‘000
541
0005
41-0
1FW
F-
Ben
ohm
atk
Proj
ect2
01S-
Atb
eids
verb
etet
inge
n0.
000.
000.
000,
000,
000,
000.
000,
000,
00‘0
0054
100
0S41
-02
FWF
-B
ench
mat
kPr
ojec
t201
5-CM
ISoc
iety
0,00
0,00
0.00
0.00
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
l0O
541
0005
41-0
3FW
F-
Ben
ohm
atk
Proj
ect 2
015-
Lob
byS
Cam
pagn
e4.
999,
200.
000.
4,99
5,20
5.00
0,00
-0.8
00,
000.
00-0
,80
7000
541
0005
41-0
4FW
F-
Ben
ohm
ark
Proj
ect2
015-
Ove
tige
bton
nen
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0.00
‘00
05
42
FWF
-S
har
ing
Liw
Ing
Wag
e20
151
0.0
00
,00
0,0
00.0
010.0
00,0
01
0.0
00
,00
Q00
QU
O0
.00
10. 0
00
.00
‘000
542
0005
42-0
1FW
F-
Shar
ing
Livi
ngW
age
2015
-A
rbei
dsoe
rbet
erin
gen
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
0,00
‘000
542
0005
42-0
2FW
F-
Shar
ing
Livi
ngW
age
2015
-Ci
vilS
ocie
ty0,
000.
000.
000.
000.
000.
000.
000,
000.
00‘0
0054
200
0542
-03
FWF
-Sh
arm
gLi
ving
Wag
e20
15-
Lob
by&
Cam
pagn
e10
.000
,00
0.00
0,00
10.0
00,0
010
.000
,00
0,00
0,00
0.00
10.0
00,0
0‘0
0054
200
0542
-04
FWF
-Sh
arin
gLi
ving
Wag
e20
15-
Ove
rige
brom
en0,
000.
000,
000,
000.
000,
000,
000,
000.
00L
‘000543
Inre
tC
NV
-IM
VO
Conven
ante
n9
.00
02
00,0
00,0
06
.20
62
05,6
19.5
6-0
.09
0,0
0Q
00
2.0
28,3
0‘0
0054
300
0543
-01
lnze
t CN
V-
IMV
DC
onw
enan
ten
-A
tbei
dsve
tbet
etin
gen
0.00
0,00
0,00
0.00
0,00
0.00
0,00
0,00
0,00
‘000
S43
000S
43-0
2In
LetC
NV
-IM
VD
Con
vena
nten
-CM
ISoc
iety
0.00
0.00
0,0,
000.
000,
000,
000.
000,
00‘0
0054
300
0543
-03
lnze
tCN
V-
IMV
DC
onve
nant
en-
Lob
by&
Cat
rçag
ne5.
000,
700,
000,
006.
266,
205.
619,
56-0
,05
0,00
0,00
2.02
8,30
‘000
543
0005
43-0
4In
retC
NV
-IM
VD
Con
vena
nten
-O
veng
ebr
onne
n0,
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0,00
‘00
05
44
K58
51-
Lob
bytr
ain
ing
22.5
53,0
0000
0,0
02
2.5
53
,00
4.5
78,1
51
7.3
80
,85
QO
D0.0
022.5
53,0
0‘0
0054
400
0544
-01
<58S
F-
Lob
bytra
inin
g-
Arb
eids
verb
erer
inge
n0.
000,
000,
000.
000,
000.
000.
000,
000.
00‘0
0054
400
0544
-02
KS8
SF-
Lob
bytr
ahng
-Ci
vllS
ocie
ty21
559.
000,
000,
0022
.555
,00
4.57
8,15
17.5
80,8
50.
000,
0022
.559
,00
‘000
544
0005
44-0
3K
SBSF
-L
obby
train
ing
-L
obby
&C
ampa
gne
0,00
0,00
0,00
0,00
0.00
0.00
0,00
0,00
0.00
‘000
544
0005
44-0
4K
S8S)
-L
obby
tralm
ng-
Ove
rige
bron
nen
0.00
0.00
0,00
0.00
0,00
0.00
0.00
0,00
0.00
Voori
den
tifi
cati
edoel
einden