Instellingsplan Inholland

20
maat werk Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 Ontwikkelingen binnen het hoger onderwijs — 4 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6 Sterke kenmerken van de instelling — 6 Aandachtspunten voor de organisatie — 8 4 Visie en missie — 10 5 Focuspunten Hogeschool Inholland — 11 I Continue ontwikkeling — 11 II Didactisch reveil — 13 III Professionele kwaliteit — 15 6 Leren samenwerken in betekenisvolle teams — 18 7 Inholland leercommunity — 19 Instellingsplan 2010 - 2016 Professioneel maatwerk

description

test document voor inh.

Transcript of Instellingsplan Inholland

Page 1: Instellingsplan Inholland

maatwerk2010

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 Ontwikkelingen binnen het hoger onderwijs — 4 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6 Sterke kenmerken van de instelling — 6 Aandachtspunten voor de organisatie — 8 4 Visie en missie — 10 5 Focuspunten Hogeschool Inholland — 11 I Continue ontwikkeling — 11 II Didactisch reveil — 13 III Professionele kwaliteit — 15

6 Leren samenwerken in betekenisvolle teams — 18 7 Inholland leercommunity — 19

Instellingsplan 2010 - 2016 Professioneel maatwerk

Page 2: Instellingsplan Inholland

1

16 medew

erkersbijeenkomsten,

1 lectorenbijeenkomst, 1 studenten-

bijeenkomst, 1 studentenw

edstrijd, 1 them

asessie ‘ruimte voor de profes-

sional’, 2 managem

entconferenties, w

iki, 2 stakeholdersbijeenkomsten

2

‘Een hogeschool die authen-tieke leersituaties biedt m

et een prettige cultuur. D

an ben je als organisatie zow

el slagvaardig als aantrekkelijk voor studenten’

wiki —

17 november 2009

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

1 32

Voorwoord — 1 Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4

Voor u ligt het instellingsplan van Hogeschool Inholland voor de jaren 2010 tot en met 2016. Dit plan bevat de strategische koers voor de instelling en is gezamenlijk door medewerkers en studenten geformuleerd. Met dit plan geven wij richting aan de verdere ontwikkeling van Inholland en de plaats die zij inneemt in de Randstedelijke omgeving. Wij bouwen met de gekozen strategie voort op de hoofdlijnen van beleid uit ons vorige instellingsplan 2006-2010 “Samen-werken aan de kennis van morgen” en de Bestuurlijke Agenda van 2008. Natuurlijk spelen ook de ontwikkelingen binnen Europa en Nederland een belangrijke rol in de bepaling van onze focuspunten voor de komende vier jaar.

Onze medewerkers en studenten hebben in de volle breedte kunnen meedenken en meewerken aan de totstandkoming van de strategische koers. In mei 2009 is een kernteam gevormd van docenten, beleidsmedewerkers, studenten, directeuren en lectoren om het nieuwe instellings-plan vorm te geven. Tijdens een zestiental bijeenkomsten1, georganiseerd door de hele organisatie van Alkmaar tot Dordrecht, hebben medewerkers en studenten gebrain-stormd over de toekomst van Inholland. Daarnaast zijn bijeenkomsten georganiseerd over het instellingsplan voor directeuren, lectoren en het management. Studenten hebben door middel van een wedstrijd zichtbaar gemaakt hoe zij het onderwijs van de toekomst zien.

Via een wiki zijn alle medewerkers in staat gesteld mee te praten en te denken over het instellingsplan én eraan mee te schrijven. De wiki is eveneens ingezet om op een aantal onderwerpen met specialisten tot een verdiepingsslag te komen.

Dankzij al deze inspirerende bijdragen is het instellings-plan tot stand gekomen. Dit plan zal de basis vormen voor de volgende fase van Inholland.

College van bestuur

In de afgelopen decennia is het hoger onderwijs explosief gegroeid2. Een steeds groter deel van de bevolking heeft de weg naar het hoger onderwijs gevonden en het aantal studenten groeit nog steeds. Zeker het hoger beroepsonder-wijs heeft een belangrijke emancipatoire functie: in toe- nemende mate vinden eerstegeneratiestudenten de weg naar het hbo, studenten die als eerste in hun familie deelnemen aan het hoger onderwijs. Hoewel de groei niet evenredig ver-deeld is over het land, ziet het er niet naar uit dat deze groei de komende jaren zal stagneren. Vooral in de grote steden in de Randstad zal de komende jaren sprake zijn van groei van het aantal studenten. Op de arbeidsmarkt zal de vervang-ingsvraag toenemen wanneer de ‘babyboomgeneratie’ met pensioen zal gaan en ook zal een herstel van de economie de vraag naar hoger opgeleiden opnieuw doen toenemen. Ook de huidige recessie leidt niet tot verlaagde instroom in het hoger onderwijs. Integendeel, door het (gepercipieerde) gebrek aan perspectief op de arbeidsmarkt neemt het aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs alleen maar toe. Boven-dien doet de snelheid van ontwikkelingen in wetenschap en technologie ook werkende mensen er eerder toe besluiten dat het noodzakelijk is voortdurend de eigen kennis en be-kwaamheden op peil te houden.

Een instelling voor hoger onderwijs staat hiermee voor een tweeledige opgave. Enerzijds gaat het om het opleiden van jonge mensen en hen optimaal toe te rusten voor hun professionele leven. De grote toestroom van studenten heeft bovendien de heterogeniteit van de instroom drastisch ver-groot. Het zal de grote opdracht zijn voor de komende tijd om binnen deze heterogeniteit recht te doen aan de uniciteit van de student en diens talent. Anderzijds gaat het er om wer-kende mensen in hun professionele rol verder te versterken. Professionals3 die zelf aangeven behoefte te hebben aan ver-dere scholing om bij te blijven op het eigen vakgebied of om een andere richting in te slaan. Ook het mobiliseren van talent in de samenleving is een expliciete taak van instellingen voor hoger onderwijs. In beide situaties – opleiden van jongeren en van werkende professionals - is er behoefte aan maatwerk van hoge kwaliteit en daar ligt nu precies de opdracht voor de komende jaren voor een instelling als Hogeschool Inholland.

De samenleving is voortdurend in beweging. Vanwege een symbiotische relatie van de samenleving met het onder-wijs, is de invloed op het onderwijs onmiskenbaar aanwezig.

Als gevolg van de globalisering zullen steeds meer stu-denten in het hoger onderwijs een deel van de opleiding in het buitenland gaan volgen. Deze studenten zullen hiertoe worden aangemoedigd omdat in een goede voorbereiding op hun beroepsuitoefening de internationale component niet mag ontbreken en vanzelfsprekend zal worden. Er zullen dus in Nederland langzamerhand ook meer buitenlandse studen-ten binnenkomen, waardoor er meer internationale (Engels-talige) onderwijsprogramma’s nodig zijn. In samenhang met de globalisering zorgt de economische situatie er tegelijker-tijd voor dat de productie door laaggeschoolde arbeid steeds meer uitbesteed wordt aan landen als India en China, waar-door de vraag naar hoger opgeleiden toeneemt.

Om internationaal te kunnen concurreren wordt de noodzaak te investeren in een hoogopgeleide bevolking des te dringender. Door de huidige economische recessie willen meer mensen zich omscholen naar ander werk, of alsnog een diploma halen. Leerlingen blijven langer in het onderwijs om de gang naar de arbeidsmarkt uit te stellen. Dit is het meest zichtbaar bij de studenten met een mbo-diploma. Bij de keuze voor de arbeidsmarkt of doorstuderen valt de beslissing vaker uit ten gunste van een opleiding in het hbo.

Werknemers gaan later met pensioen waardoor zij tot op hogere leeftijd moeten blijven investeren in hun ontwikkeling. Waar er nog sprake is van ontgroening in de grote steden in de Randstad, zien we in de samenleving als geheel de vergrij-zing doorzetten. Dit heeft gevolgen voor het huidige docen-tenkorps; het lerarentekort zal flink toenemen. Het creëren van

Voorwoord 1 Inleiding 2 Externe analyse: trends en ont- wikkelingen

Page 3: Instellingsplan Inholland

3

‘Studie staat niet los van je leven’

medew

erkersbijeenkomst —

Den H

aag 24 november 2009

2

‘Een hogeschool die authen-tieke leersituaties biedt m

et een prettige cultuur. D

an ben je als organisatie zow

el slagvaardig als aantrekkelijk voor studenten’

wiki —

17 november 2009

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

1 32

Voorwoord — 1 Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4

Voor u ligt het instellingsplan van Hogeschool Inholland voor de jaren 2010 tot en met 2016. Dit plan bevat de strategische koers voor de instelling en is gezamenlijk door medewerkers en studenten geformuleerd. Met dit plan geven wij richting aan de verdere ontwikkeling van Inholland en de plaats die zij inneemt in de Randstedelijke omgeving. Wij bouwen met de gekozen strategie voort op de hoofdlijnen van beleid uit ons vorige instellingsplan 2006-2010 “Samen-werken aan de kennis van morgen” en de Bestuurlijke Agenda van 2008. Natuurlijk spelen ook de ontwikkelingen binnen Europa en Nederland een belangrijke rol in de bepaling van onze focuspunten voor de komende vier jaar.

Onze medewerkers en studenten hebben in de volle breedte kunnen meedenken en meewerken aan de totstandkoming van de strategische koers. In mei 2009 is een kernteam gevormd van docenten, beleidsmedewerkers, studenten, directeuren en lectoren om het nieuwe instellings-plan vorm te geven. Tijdens een zestiental bijeenkomsten1, georganiseerd door de hele organisatie van Alkmaar tot Dordrecht, hebben medewerkers en studenten gebrain-stormd over de toekomst van Inholland. Daarnaast zijn bijeenkomsten georganiseerd over het instellingsplan voor directeuren, lectoren en het management. Studenten hebben door middel van een wedstrijd zichtbaar gemaakt hoe zij het onderwijs van de toekomst zien.

Via een wiki zijn alle medewerkers in staat gesteld mee te praten en te denken over het instellingsplan én eraan mee te schrijven. De wiki is eveneens ingezet om op een aantal onderwerpen met specialisten tot een verdiepingsslag te komen.

Dankzij al deze inspirerende bijdragen is het instellings-plan tot stand gekomen. Dit plan zal de basis vormen voor de volgende fase van Inholland.

College van bestuur

In de afgelopen decennia is het hoger onderwijs explosief gegroeid2. Een steeds groter deel van de bevolking heeft de weg naar het hoger onderwijs gevonden en het aantal studenten groeit nog steeds. Zeker het hoger beroepsonder-wijs heeft een belangrijke emancipatoire functie: in toe- nemende mate vinden eerstegeneratiestudenten de weg naar het hbo, studenten die als eerste in hun familie deelnemen aan het hoger onderwijs. Hoewel de groei niet evenredig ver-deeld is over het land, ziet het er niet naar uit dat deze groei de komende jaren zal stagneren. Vooral in de grote steden in de Randstad zal de komende jaren sprake zijn van groei van het aantal studenten. Op de arbeidsmarkt zal de vervang-ingsvraag toenemen wanneer de ‘babyboomgeneratie’ met pensioen zal gaan en ook zal een herstel van de economie de vraag naar hoger opgeleiden opnieuw doen toenemen. Ook de huidige recessie leidt niet tot verlaagde instroom in het hoger onderwijs. Integendeel, door het (gepercipieerde) gebrek aan perspectief op de arbeidsmarkt neemt het aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs alleen maar toe. Boven-dien doet de snelheid van ontwikkelingen in wetenschap en technologie ook werkende mensen er eerder toe besluiten dat het noodzakelijk is voortdurend de eigen kennis en be-kwaamheden op peil te houden.

Een instelling voor hoger onderwijs staat hiermee voor een tweeledige opgave. Enerzijds gaat het om het opleiden van jonge mensen en hen optimaal toe te rusten voor hun professionele leven. De grote toestroom van studenten heeft bovendien de heterogeniteit van de instroom drastisch ver-groot. Het zal de grote opdracht zijn voor de komende tijd om binnen deze heterogeniteit recht te doen aan de uniciteit van de student en diens talent. Anderzijds gaat het er om wer-kende mensen in hun professionele rol verder te versterken. Professionals3 die zelf aangeven behoefte te hebben aan ver-dere scholing om bij te blijven op het eigen vakgebied of om een andere richting in te slaan. Ook het mobiliseren van talent in de samenleving is een expliciete taak van instellingen voor hoger onderwijs. In beide situaties – opleiden van jongeren en van werkende professionals - is er behoefte aan maatwerk van hoge kwaliteit en daar ligt nu precies de opdracht voor de komende jaren voor een instelling als Hogeschool Inholland.

De samenleving is voortdurend in beweging. Vanwege een symbiotische relatie van de samenleving met het onder-wijs, is de invloed op het onderwijs onmiskenbaar aanwezig.

Als gevolg van de globalisering zullen steeds meer stu-denten in het hoger onderwijs een deel van de opleiding in het buitenland gaan volgen. Deze studenten zullen hiertoe worden aangemoedigd omdat in een goede voorbereiding op hun beroepsuitoefening de internationale component niet mag ontbreken en vanzelfsprekend zal worden. Er zullen dus in Nederland langzamerhand ook meer buitenlandse studen-ten binnenkomen, waardoor er meer internationale (Engels-talige) onderwijsprogramma’s nodig zijn. In samenhang met de globalisering zorgt de economische situatie er tegelijker-tijd voor dat de productie door laaggeschoolde arbeid steeds meer uitbesteed wordt aan landen als India en China, waar-door de vraag naar hoger opgeleiden toeneemt.

Om internationaal te kunnen concurreren wordt de noodzaak te investeren in een hoogopgeleide bevolking des te dringender. Door de huidige economische recessie willen meer mensen zich omscholen naar ander werk, of alsnog een diploma halen. Leerlingen blijven langer in het onderwijs om de gang naar de arbeidsmarkt uit te stellen. Dit is het meest zichtbaar bij de studenten met een mbo-diploma. Bij de keuze voor de arbeidsmarkt of doorstuderen valt de beslissing vaker uit ten gunste van een opleiding in het hbo.

Werknemers gaan later met pensioen waardoor zij tot op hogere leeftijd moeten blijven investeren in hun ontwikkeling. Waar er nog sprake is van ontgroening in de grote steden in de Randstad, zien we in de samenleving als geheel de vergrij-zing doorzetten. Dit heeft gevolgen voor het huidige docen-tenkorps; het lerarentekort zal flink toenemen. Het creëren van

Voorwoord 1 Inleiding 2 Externe analyse: trends en ont- wikkelingen

Page 4: Instellingsplan Inholland

4

‘Onderw

ijs zou veel meer ‘cultureel

inclusief’ moeten zijn: dus niet alleen

studenten, maar ook docenten’

m

edewerkersbijeenkom

st Hoofddorp —

23 november 2009

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

1 32

Voorwoord — 1 Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4

Voor u ligt het instellingsplan van Hogeschool Inholland voor de jaren 2010 tot en met 2016. Dit plan bevat de strategische koers voor de instelling en is gezamenlijk door medewerkers en studenten geformuleerd. Met dit plan geven wij richting aan de verdere ontwikkeling van Inholland en de plaats die zij inneemt in de Randstedelijke omgeving. Wij bouwen met de gekozen strategie voort op de hoofdlijnen van beleid uit ons vorige instellingsplan 2006-2010 “Samen-werken aan de kennis van morgen” en de Bestuurlijke Agenda van 2008. Natuurlijk spelen ook de ontwikkelingen binnen Europa en Nederland een belangrijke rol in de bepaling van onze focuspunten voor de komende vier jaar.

Onze medewerkers en studenten hebben in de volle breedte kunnen meedenken en meewerken aan de totstandkoming van de strategische koers. In mei 2009 is een kernteam gevormd van docenten, beleidsmedewerkers, studenten, directeuren en lectoren om het nieuwe instellings-plan vorm te geven. Tijdens een zestiental bijeenkomsten1, georganiseerd door de hele organisatie van Alkmaar tot Dordrecht, hebben medewerkers en studenten gebrain-stormd over de toekomst van Inholland. Daarnaast zijn bijeenkomsten georganiseerd over het instellingsplan voor directeuren, lectoren en het management. Studenten hebben door middel van een wedstrijd zichtbaar gemaakt hoe zij het onderwijs van de toekomst zien.

Via een wiki zijn alle medewerkers in staat gesteld mee te praten en te denken over het instellingsplan én eraan mee te schrijven. De wiki is eveneens ingezet om op een aantal onderwerpen met specialisten tot een verdiepingsslag te komen.

Dankzij al deze inspirerende bijdragen is het instellings-plan tot stand gekomen. Dit plan zal de basis vormen voor de volgende fase van Inholland.

College van bestuur

In de afgelopen decennia is het hoger onderwijs explosief gegroeid2. Een steeds groter deel van de bevolking heeft de weg naar het hoger onderwijs gevonden en het aantal studenten groeit nog steeds. Zeker het hoger beroepsonder-wijs heeft een belangrijke emancipatoire functie: in toe- nemende mate vinden eerstegeneratiestudenten de weg naar het hbo, studenten die als eerste in hun familie deelnemen aan het hoger onderwijs. Hoewel de groei niet evenredig ver-deeld is over het land, ziet het er niet naar uit dat deze groei de komende jaren zal stagneren. Vooral in de grote steden in de Randstad zal de komende jaren sprake zijn van groei van het aantal studenten. Op de arbeidsmarkt zal de vervang-ingsvraag toenemen wanneer de ‘babyboomgeneratie’ met pensioen zal gaan en ook zal een herstel van de economie de vraag naar hoger opgeleiden opnieuw doen toenemen. Ook de huidige recessie leidt niet tot verlaagde instroom in het hoger onderwijs. Integendeel, door het (gepercipieerde) gebrek aan perspectief op de arbeidsmarkt neemt het aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs alleen maar toe. Boven-dien doet de snelheid van ontwikkelingen in wetenschap en technologie ook werkende mensen er eerder toe besluiten dat het noodzakelijk is voortdurend de eigen kennis en be-kwaamheden op peil te houden.

Een instelling voor hoger onderwijs staat hiermee voor een tweeledige opgave. Enerzijds gaat het om het opleiden van jonge mensen en hen optimaal toe te rusten voor hun professionele leven. De grote toestroom van studenten heeft bovendien de heterogeniteit van de instroom drastisch ver-groot. Het zal de grote opdracht zijn voor de komende tijd om binnen deze heterogeniteit recht te doen aan de uniciteit van de student en diens talent. Anderzijds gaat het er om wer-kende mensen in hun professionele rol verder te versterken. Professionals3 die zelf aangeven behoefte te hebben aan ver-dere scholing om bij te blijven op het eigen vakgebied of om een andere richting in te slaan. Ook het mobiliseren van talent in de samenleving is een expliciete taak van instellingen voor hoger onderwijs. In beide situaties – opleiden van jongeren en van werkende professionals - is er behoefte aan maatwerk van hoge kwaliteit en daar ligt nu precies de opdracht voor de komende jaren voor een instelling als Hogeschool Inholland.

De samenleving is voortdurend in beweging. Vanwege een symbiotische relatie van de samenleving met het onder-wijs, is de invloed op het onderwijs onmiskenbaar aanwezig.

Als gevolg van de globalisering zullen steeds meer stu-denten in het hoger onderwijs een deel van de opleiding in het buitenland gaan volgen. Deze studenten zullen hiertoe worden aangemoedigd omdat in een goede voorbereiding op hun beroepsuitoefening de internationale component niet mag ontbreken en vanzelfsprekend zal worden. Er zullen dus in Nederland langzamerhand ook meer buitenlandse studen-ten binnenkomen, waardoor er meer internationale (Engels-talige) onderwijsprogramma’s nodig zijn. In samenhang met de globalisering zorgt de economische situatie er tegelijker-tijd voor dat de productie door laaggeschoolde arbeid steeds meer uitbesteed wordt aan landen als India en China, waar-door de vraag naar hoger opgeleiden toeneemt.

Om internationaal te kunnen concurreren wordt de noodzaak te investeren in een hoogopgeleide bevolking des te dringender. Door de huidige economische recessie willen meer mensen zich omscholen naar ander werk, of alsnog een diploma halen. Leerlingen blijven langer in het onderwijs om de gang naar de arbeidsmarkt uit te stellen. Dit is het meest zichtbaar bij de studenten met een mbo-diploma. Bij de keuze voor de arbeidsmarkt of doorstuderen valt de beslissing vaker uit ten gunste van een opleiding in het hbo.

Werknemers gaan later met pensioen waardoor zij tot op hogere leeftijd moeten blijven investeren in hun ontwikkeling. Waar er nog sprake is van ontgroening in de grote steden in de Randstad, zien we in de samenleving als geheel de vergrij-zing doorzetten. Dit heeft gevolgen voor het huidige docen-tenkorps; het lerarentekort zal flink toenemen. Het creëren van

Voorwoord 1 Inleiding 2 Externe analyse: trends en ont- wikkelingen

Page 5: Instellingsplan Inholland

5

‘Het hedendaagse onderw

ijs zou een bonte m

engeling moeten

worden van verschillende

onderwijsm

ethoden’

medew

erkersbijeenkomst D

en Haag —

24 novem

ber 2009

7

‘We m

oeten voortdurend zorgen voor actueel onderw

ijs, co-creatie m

et het werkveld

moet optim

aal worden

ontwikkeld’

m

edewerkersbijeenkom

st Haarlem

— 9 novem

ber 2009

6

‘Het is onze taak

om zelfstandige

professionals af te leveren’

medew

erkersbijeenkomst D

iemen —

7 decem

ber 2009

3

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

654

Docenten moeten zich dan ook continu kunnen profes-sionaliseren om de veranderingen in hun vakgebied en in het werkveld te kunnen volgen en goed toegerust te zijn tot hun taak.

Onderzoek draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs en is daarom een belangrijke factor voor de verhoging van het niveau van het onderwijs. Studenten nemen in hun hele onderwijsprogramma kennis van onderzoek en leren zelf onderzoek uit te voeren. Het is tevens de bron van kennis voor innovatie van de beroepspraktijk. De gemeenschappelijke behoefte aan nieuwe kennis kan op sommige plaatsen leiden tot een intensieve samenwerking tussen de hogeschool en het bedrijfsleven, waar vervolgens studenten weer in kunnen participeren8.

Digitale ontwikkelingen bieden mogelijkheden om meer maatwerk in het hoger onderwijs te realiseren. Door gebruik te maken van de mogelijkheden om tijd- en plaatsonafhan-kelijk9 te werken kan er meer flexibiliteit onstaan. Dit biedt mogelijkheden voor studenten om over grenzen heen samen te werken met studenten uit andere culturen.

Voor diverse groepen heeft het hoger onderwijs niet alleen een cognitieve functie, maar ook een duidelijke sociale functie. Het opleiden van bekwame beroepsbeoefenaren in de huidige samenleving kan niet zonder aandacht te hebben voor de bildung van jonge mensen.

In de eerste fase van Inholland zijn reeds de fundamenten van de huidige instelling gelegd. In deze periode is het major-minormodel ingevoerd in combinatie met competentiegericht onderwijs. Er zijn lectoren benoemd en kenniskringen en netwerken in het leven geroepen. In het kader van grenzeloos onderwijs is een start gemaakt met de ontwikkeling van een uitgebalanceerde ICT-infrastructuur. In de loop10 der jaren heeft de organisatie zich verder ontwikkeld en geprofessio-naliseerd en is er nadrukkelijk aandacht gekomen voor de regionale verankering.

In 2008 is met de lancering van de Bestuurlijke Agenda de tweede fase van Inholland ingeluid waarin een actieprogram-ma is opgenomen rondom de volgende thema’s: nadruk op kwaliteit, keuzes maken en prioriteren, afmaken wat in gang is gezet en werken aan een organisatiecultuur van samenwer-ken, openheid, horizontale verantwoordelijkheid en afspraken nakomen. Het actieprogramma wordt in de zomer van 2010 afgerond en dit is het moment om de balans op te maken van een organisatie met een aantal sterke kenmerken en enkele kenmerken die nog in ontwikkeling zijn.

De ligging van Inholland, verspreid over de Randstad, levert haar een unieke positionering11 op. De hogeschool staat met haar diverse vestigingen midden in de samen-leving12 en is tegelijkertijd geworteld in de regio’s waar ze gevestigd is. De schaalvoordelen van een hogeschool met een dergelijke omvang kunnen optimaal worden benut voor het inspelen op een veelheid aan opleidingsvragen vanuit de samenleving. Het bewustzijn van de steeds verder reikende globalisering en het belang van regionale verankering manifesteert zich in de netwerken en de curricula van de

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3

3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor?

aantrekkelijke loopbaanpaden om meer mensen te werven voor het docentschap is daarom hard nodig.

De sterke groei van het hoger onderwijs zorgt voor een zeer heterogene groep studenten. Het gegeven dat we in een multiculturele samenleving leven, heeft zijn invloed op de populatie van het onderwijs4. Inholland heeft met zijn Randstedelijke vestigingen, in tegenstelling tot andere instel-lingen, een zeer gevarieerde instroom, met een hoog aantal eerstegeneratiestudenten, veelal van niet-westerse afkomst. Bij deze studenten is de uitval in het eerste jaar als gevolg van verkeerde studiekeuze hoger dan bij andere studenten. Er is vaak sprake van zwakke keuzemotivatie en bij binnenkomst is het niveau van taal- en rekenvaardigheid lager dan wenselijk is. Het studiesucces van deze groep ligt hierdoor lager, verge-leken met de landelijke rendementscijfers. Bovendien blijkt uit allerlei peilingen dat het niveau van het hbo in Nederland om-hoog zou moeten. Als dit daadwerkelijk zal gebeuren, neemt de kans toe dat deze relatief kwetsbare groep buiten de boot zal vallen. Deze drie dilemma’s tezamen, namelijk een laag instroomniveau, een streven naar verhoging van het studie-succes en tegelijkertijd ook een streven naar verhoging van het kwaliteitsniveau vormen samen het zogenaamde trilemma en verdienen de volle aandacht in de komende zes jaar.

De heterogeniteit5 in de instroom betreft ook studen-ten die juist meer uitdaging in de opleiding willen dan de gemiddelde student. Deze groep vraagt om een specifieke aanpak die hen in staat stelt te excelleren. Een andere groep studenten betreft de werkende professionals, de studenten die vanuit een werkend leven een opleiding volgen. Hun on-derwijsvraag is vaak sterk toegesneden op hun persoonlijke situatie. Het hoger onderwijs6 van nu moet in staat zijn al deze verschillende doelgroepen op adequate wijze te bedienen. Recentelijk heeft de commissie Veerman nog gewezen op het belang van differentiatie en kwaliteitsverhoging in het hoger onderwijs.

Competentiegericht onderwijs is inmiddels ruimschoots ingeburgerd in het hoger onderwijs. Er wordt bij deze vorm van onderwijs dicht bij de beroepspraktijk opgeleid. Reële beroepssituaties staan hierbij centraal, zodat studenten zo realistisch en adequaat mogelijk worden voorbereid op hun plaats in de beroepspraktijk7. De rol van de docent is ook in deze vorm van onderwijs van essentieel belang.

Ontwikkelingen binnen het hoger onderwijs

Sterke kenmerken van de instelling

Page 6: Instellingsplan Inholland

9

‘Voor een aantal activiteiten is de gang naar school niet m

eer noodzakelijk. In-form

atie uitwisseling, m

aar ook inter-actie tussen student en docent en zelfs persoonlijke begeleiding kan ook via M

SN,

mail, discussiefora in de electronische

leeromgeving of via videoconferencing

plaatsvinden. Dat kan zelfs een zeer per-

soonlijke vorm van begeleiding zijn’

bijdrage op de w

iki — 19 novem

ber 2009

8

‘Onderzoek houdt

ook in: een zelfstandige kennisproductie ten dienste van de beroepspraktijk’

bijdrage op de W

iki — 8 decem

ber 2009

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

654

Docenten moeten zich dan ook continu kunnen profes-sionaliseren om de veranderingen in hun vakgebied en in het werkveld te kunnen volgen en goed toegerust te zijn tot hun taak.

Onderzoek draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs en is daarom een belangrijke factor voor de verhoging van het niveau van het onderwijs. Studenten nemen in hun hele onderwijsprogramma kennis van onderzoek en leren zelf onderzoek uit te voeren. Het is tevens de bron van kennis voor innovatie van de beroepspraktijk. De gemeenschappelijke behoefte aan nieuwe kennis kan op sommige plaatsen leiden tot een intensieve samenwerking tussen de hogeschool en het bedrijfsleven, waar vervolgens studenten weer in kunnen participeren8.

Digitale ontwikkelingen bieden mogelijkheden om meer maatwerk in het hoger onderwijs te realiseren. Door gebruik te maken van de mogelijkheden om tijd- en plaatsonafhan-kelijk9 te werken kan er meer flexibiliteit onstaan. Dit biedt mogelijkheden voor studenten om over grenzen heen samen te werken met studenten uit andere culturen.

Voor diverse groepen heeft het hoger onderwijs niet alleen een cognitieve functie, maar ook een duidelijke sociale functie. Het opleiden van bekwame beroepsbeoefenaren in de huidige samenleving kan niet zonder aandacht te hebben voor de bildung van jonge mensen.

In de eerste fase van Inholland zijn reeds de fundamenten van de huidige instelling gelegd. In deze periode is het major-minormodel ingevoerd in combinatie met competentiegericht onderwijs. Er zijn lectoren benoemd en kenniskringen en netwerken in het leven geroepen. In het kader van grenzeloos onderwijs is een start gemaakt met de ontwikkeling van een uitgebalanceerde ICT-infrastructuur. In de loop10 der jaren heeft de organisatie zich verder ontwikkeld en geprofessio-naliseerd en is er nadrukkelijk aandacht gekomen voor de regionale verankering.

In 2008 is met de lancering van de Bestuurlijke Agenda de tweede fase van Inholland ingeluid waarin een actieprogram-ma is opgenomen rondom de volgende thema’s: nadruk op kwaliteit, keuzes maken en prioriteren, afmaken wat in gang is gezet en werken aan een organisatiecultuur van samenwer-ken, openheid, horizontale verantwoordelijkheid en afspraken nakomen. Het actieprogramma wordt in de zomer van 2010 afgerond en dit is het moment om de balans op te maken van een organisatie met een aantal sterke kenmerken en enkele kenmerken die nog in ontwikkeling zijn.

De ligging van Inholland, verspreid over de Randstad, levert haar een unieke positionering11 op. De hogeschool staat met haar diverse vestigingen midden in de samen-leving12 en is tegelijkertijd geworteld in de regio’s waar ze gevestigd is. De schaalvoordelen van een hogeschool met een dergelijke omvang kunnen optimaal worden benut voor het inspelen op een veelheid aan opleidingsvragen vanuit de samenleving. Het bewustzijn van de steeds verder reikende globalisering en het belang van regionale verankering manifesteert zich in de netwerken en de curricula van de

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3

3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor?

aantrekkelijke loopbaanpaden om meer mensen te werven voor het docentschap is daarom hard nodig.

De sterke groei van het hoger onderwijs zorgt voor een zeer heterogene groep studenten. Het gegeven dat we in een multiculturele samenleving leven, heeft zijn invloed op de populatie van het onderwijs4. Inholland heeft met zijn Randstedelijke vestigingen, in tegenstelling tot andere instel-lingen, een zeer gevarieerde instroom, met een hoog aantal eerstegeneratiestudenten, veelal van niet-westerse afkomst. Bij deze studenten is de uitval in het eerste jaar als gevolg van verkeerde studiekeuze hoger dan bij andere studenten. Er is vaak sprake van zwakke keuzemotivatie en bij binnenkomst is het niveau van taal- en rekenvaardigheid lager dan wenselijk is. Het studiesucces van deze groep ligt hierdoor lager, verge-leken met de landelijke rendementscijfers. Bovendien blijkt uit allerlei peilingen dat het niveau van het hbo in Nederland om-hoog zou moeten. Als dit daadwerkelijk zal gebeuren, neemt de kans toe dat deze relatief kwetsbare groep buiten de boot zal vallen. Deze drie dilemma’s tezamen, namelijk een laag instroomniveau, een streven naar verhoging van het studie-succes en tegelijkertijd ook een streven naar verhoging van het kwaliteitsniveau vormen samen het zogenaamde trilemma en verdienen de volle aandacht in de komende zes jaar.

De heterogeniteit5 in de instroom betreft ook studen-ten die juist meer uitdaging in de opleiding willen dan de gemiddelde student. Deze groep vraagt om een specifieke aanpak die hen in staat stelt te excelleren. Een andere groep studenten betreft de werkende professionals, de studenten die vanuit een werkend leven een opleiding volgen. Hun on-derwijsvraag is vaak sterk toegesneden op hun persoonlijke situatie. Het hoger onderwijs6 van nu moet in staat zijn al deze verschillende doelgroepen op adequate wijze te bedienen. Recentelijk heeft de commissie Veerman nog gewezen op het belang van differentiatie en kwaliteitsverhoging in het hoger onderwijs.

Competentiegericht onderwijs is inmiddels ruimschoots ingeburgerd in het hoger onderwijs. Er wordt bij deze vorm van onderwijs dicht bij de beroepspraktijk opgeleid. Reële beroepssituaties staan hierbij centraal, zodat studenten zo realistisch en adequaat mogelijk worden voorbereid op hun plaats in de beroepspraktijk7. De rol van de docent is ook in deze vorm van onderwijs van essentieel belang.

Ontwikkelingen binnen het hoger onderwijs

Sterke kenmerken van de instelling

Page 7: Instellingsplan Inholland

10

‘Inholland is een am-

bitieuze organisatie in bew

eging, waar voort-

durend veranderingen w

orden doorgevoerd’

medew

erkersbijeenkomst D

elft — 17 novem

ber 2009

12

‘Persoonlijke aandacht voor de studenten en gevoel van kleinschalig-heid is w

aar we goed in

zijn, terwijl w

e toch een brede hogeschool zijn’

managem

entconferentie —

9 december 2009

11

‘Inholland locaties moeten een

externe profilering zoeken die

aansluit bij de hoofdthema’s

van de stad’

bijdrage op de wiki —

12 november 2009

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

654

Docenten moeten zich dan ook continu kunnen profes-sionaliseren om de veranderingen in hun vakgebied en in het werkveld te kunnen volgen en goed toegerust te zijn tot hun taak.

Onderzoek draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs en is daarom een belangrijke factor voor de verhoging van het niveau van het onderwijs. Studenten nemen in hun hele onderwijsprogramma kennis van onderzoek en leren zelf onderzoek uit te voeren. Het is tevens de bron van kennis voor innovatie van de beroepspraktijk. De gemeenschappelijke behoefte aan nieuwe kennis kan op sommige plaatsen leiden tot een intensieve samenwerking tussen de hogeschool en het bedrijfsleven, waar vervolgens studenten weer in kunnen participeren8.

Digitale ontwikkelingen bieden mogelijkheden om meer maatwerk in het hoger onderwijs te realiseren. Door gebruik te maken van de mogelijkheden om tijd- en plaatsonafhan-kelijk9 te werken kan er meer flexibiliteit onstaan. Dit biedt mogelijkheden voor studenten om over grenzen heen samen te werken met studenten uit andere culturen.

Voor diverse groepen heeft het hoger onderwijs niet alleen een cognitieve functie, maar ook een duidelijke sociale functie. Het opleiden van bekwame beroepsbeoefenaren in de huidige samenleving kan niet zonder aandacht te hebben voor de bildung van jonge mensen.

In de eerste fase van Inholland zijn reeds de fundamenten van de huidige instelling gelegd. In deze periode is het major-minormodel ingevoerd in combinatie met competentiegericht onderwijs. Er zijn lectoren benoemd en kenniskringen en netwerken in het leven geroepen. In het kader van grenzeloos onderwijs is een start gemaakt met de ontwikkeling van een uitgebalanceerde ICT-infrastructuur. In de loop10 der jaren heeft de organisatie zich verder ontwikkeld en geprofessio-naliseerd en is er nadrukkelijk aandacht gekomen voor de regionale verankering.

In 2008 is met de lancering van de Bestuurlijke Agenda de tweede fase van Inholland ingeluid waarin een actieprogram-ma is opgenomen rondom de volgende thema’s: nadruk op kwaliteit, keuzes maken en prioriteren, afmaken wat in gang is gezet en werken aan een organisatiecultuur van samenwer-ken, openheid, horizontale verantwoordelijkheid en afspraken nakomen. Het actieprogramma wordt in de zomer van 2010 afgerond en dit is het moment om de balans op te maken van een organisatie met een aantal sterke kenmerken en enkele kenmerken die nog in ontwikkeling zijn.

De ligging van Inholland, verspreid over de Randstad, levert haar een unieke positionering11 op. De hogeschool staat met haar diverse vestigingen midden in de samen-leving12 en is tegelijkertijd geworteld in de regio’s waar ze gevestigd is. De schaalvoordelen van een hogeschool met een dergelijke omvang kunnen optimaal worden benut voor het inspelen op een veelheid aan opleidingsvragen vanuit de samenleving. Het bewustzijn van de steeds verder reikende globalisering en het belang van regionale verankering manifesteert zich in de netwerken en de curricula van de

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3

3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor?

aantrekkelijke loopbaanpaden om meer mensen te werven voor het docentschap is daarom hard nodig.

De sterke groei van het hoger onderwijs zorgt voor een zeer heterogene groep studenten. Het gegeven dat we in een multiculturele samenleving leven, heeft zijn invloed op de populatie van het onderwijs4. Inholland heeft met zijn Randstedelijke vestigingen, in tegenstelling tot andere instel-lingen, een zeer gevarieerde instroom, met een hoog aantal eerstegeneratiestudenten, veelal van niet-westerse afkomst. Bij deze studenten is de uitval in het eerste jaar als gevolg van verkeerde studiekeuze hoger dan bij andere studenten. Er is vaak sprake van zwakke keuzemotivatie en bij binnenkomst is het niveau van taal- en rekenvaardigheid lager dan wenselijk is. Het studiesucces van deze groep ligt hierdoor lager, verge-leken met de landelijke rendementscijfers. Bovendien blijkt uit allerlei peilingen dat het niveau van het hbo in Nederland om-hoog zou moeten. Als dit daadwerkelijk zal gebeuren, neemt de kans toe dat deze relatief kwetsbare groep buiten de boot zal vallen. Deze drie dilemma’s tezamen, namelijk een laag instroomniveau, een streven naar verhoging van het studie-succes en tegelijkertijd ook een streven naar verhoging van het kwaliteitsniveau vormen samen het zogenaamde trilemma en verdienen de volle aandacht in de komende zes jaar.

De heterogeniteit5 in de instroom betreft ook studen-ten die juist meer uitdaging in de opleiding willen dan de gemiddelde student. Deze groep vraagt om een specifieke aanpak die hen in staat stelt te excelleren. Een andere groep studenten betreft de werkende professionals, de studenten die vanuit een werkend leven een opleiding volgen. Hun on-derwijsvraag is vaak sterk toegesneden op hun persoonlijke situatie. Het hoger onderwijs6 van nu moet in staat zijn al deze verschillende doelgroepen op adequate wijze te bedienen. Recentelijk heeft de commissie Veerman nog gewezen op het belang van differentiatie en kwaliteitsverhoging in het hoger onderwijs.

Competentiegericht onderwijs is inmiddels ruimschoots ingeburgerd in het hoger onderwijs. Er wordt bij deze vorm van onderwijs dicht bij de beroepspraktijk opgeleid. Reële beroepssituaties staan hierbij centraal, zodat studenten zo realistisch en adequaat mogelijk worden voorbereid op hun plaats in de beroepspraktijk7. De rol van de docent is ook in deze vorm van onderwijs van essentieel belang.

Ontwikkelingen binnen het hoger onderwijs

Sterke kenmerken van de instelling

Page 8: Instellingsplan Inholland

13

‘De inrichting van het

onderwijs m

oet nog meer

aangepast worden aan

het digitale tijdperk’

medew

erkersbijeenkomst Rotterdam

— 2 novem

ber 2009

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

987

om vraagt. ICT biedt in potentie allerlei mogelijkheden het onderwijs anders in te richten, nieuwe interactievormen toe te passen en op gemakkelijke wijze met de hele wereld, lokaal en internationaal, te communiceren.

Het alumnibeleid van de hogeschool staat nog in de kinderschoenen en behoeft gerichte aandacht.

De globalisering heeft tot gevolg dat Inholland meer moet investeren in internationalisering16. Het curriculum moet studenten confronteren met internationale casestudies, waardoor ze beter worden voorbereid op de internationale arbeidsmarkt. Er zijn meer internationale (Engelstalige) onderwijsprogramma’s nodig. Investering in de organisatie, begeleiding en kwaliteit van het internationale onderwijs en in internationaal georiënteerde medewerkers is essentieel.

Het portfolio van opleidingen dat de hogeschool aanbiedt is breed samengesteld. Tegelijkertijd is er sprake van een zekere onevenwichtigheid, zoals een onevenredig groot aantal studenten in de media- en entertainmentopleiding en een te gering aantal studenten in de technische en de groene opleidingen. Er zijn gerichte maatregelen nodig om meer balans in het opleidingsaanbod te brengen.

Tot slot vraagt een op kwaliteit gerichte cultuur dat iedere medewerker bereid is de verantwoordelijkheid te nemen en te dragen voor zijn opdracht en daar ook op aangesproken wil worden. De organisatie geeft in lijn daarmee ook het ver-trouwen af dat daarbij past.

hogeschool. Inholland heeft een groot netwerk van onder-wijsinstellingen, kennisinstellingen en bedrijven, dat zij actief betrekt bij haar activiteiten. In de diverse regio’s pleegt de hogeschool intensief overleg met de ROC’s en scholen voor voortgezet onderwijs om de aansluiting van onderwijspro-gramma’s voor studenten te optimaliseren. Dit geldt eveneens voor universiteiten waar de hogeschool afstemming mee pleegt omtrent doorstroomarrangementen. Een universi-teit als de VU kent reeds een langjarige verbintenis met de hogeschool die zich ondermeer uit in gezamenlijke campus-opbouw.

Studenten dragen via hun stages in binnen- en buitenland bij aan een voortdurende kennisuitwisseling tussen de hoge-school en de praktijk. Inholland maakt haar studenten expli-ciet bewust van de kracht van ondernemerschap, innovatie en internationale competenties.

Sinds haar oprichting staat Inholland te boek als een vooruitstrevende hogeschool. De snelle invoering van het competentiegericht onderwijs, de major-minorstructuur en hoogwaardige ICT-faciliteiten hebben moderne en aan sprekende leer- en werklocaties opgeleverd. Die vooruit-strevendheid blijft Inholland de komende jaren kenmerken. Grootschalige en snelle veranderingen maken echter steeds meer plaats voor regionale en op een specifieke doelgroep gerichte innovaties.

Het onderwijs van Inholland kenmerkt zich door de nadruk op het beroepsgericht opleiden. Studenten moeten na hun afstuderen kunnen functioneren als innovatieve kenniswerkers in de beroepspraktijk.

De verbinding van lectoren en kenniskringen aan het onderwijs heeft de afgelopen jaren veel aandacht gekregen en vraagt om een verdere investering. Naast de functie van onderzoek in de zin van zelfstandige kennisproductie is juist de integratie van onderwijs en praktijkgericht onderzoek een van de belangrijke sleutels om het niveau van het onderwijs te verhogen.

De rol die ICT in onderwijs en onderzoek speelt, neemt sterk toe13. In het kader van de Bestuurlijke Agenda is de afgelopen twee jaar veel energie gestoken in het op orde krij-gen van processen en systemen om het primair proces beter te stroomlijnen en de informatievoorziening te verbeteren. De kwaliteit en actualiteit van informatie met betrekking tot studievoortganggegevens van studenten en roosters stonden daarbij voorop.

Al vanaf haar ontstaan richt Inholland zich behalve op de schoolverlater ook sterk op de volwassene die zich na enige jaren werkervaring wil laten bij- of omscholen. Inholland telt met een aandeel van 20% van de totale studentpopulatie een relatief hoog aantal deeltijders in vergelijking met andere hogescholen. De jarenlange ervaring met het opleiden van volwassenen maakt dat Inholland de komende jaren sterk en hoogwaardig kan inspelen op de toenemende vergrijzing in Nederland en de behoefte en noodzaak om zich steeds te blijven ontwikkelen.

De verdere ontwikkeling van een kwaliteitscultuur binnen de organisatie vraagt om niet-aflatende aandacht en investe-ring. Of het nu gaat om ondersteunende processen, om het verzorgen van onderwijs of om het ontwikkelen van onderwijs en toetsen, voortdurend zal de vraag centraal moeten staan hoe het beter kan. De hogeschool is zich als geen ander ervan bewust dat de imagoschade die zich een aantal jaren geleden manifesteerde, zich slechts met niet-aflatende inspanningen voor kwaliteitsverbetering laat bestrijden. De ontwikkelde procedures en protocollen vormen hierbij belangrijke anker-punten. Daarnaast zal een organisatie met een gedegen kwa-liteitscultuur zich ook meer en meer richten op een adequate toerusting van de personen die het onderwijs verzorgen. Naast de aandacht voor ondersteunende processen zal ook een vorm van persoonscertificering als garantie voor kwaliteit moeten worden ontwikkeld. Onderwijs is immers bij uitstek een zaak van mensen. In een dergelijke kwaliteitscultuur14 zullen mensen continu worden gestimuleerd om zich verder te professionaliseren. Dit geldt ook voor de ouder wordende werknemers, want ook bij Inholland neemt de vergrijzing toe. In combinatie met het langer actief zijn in het arbeidsproces, houdt dit in dat een voortdurende investering in de ontwikke-ling van medewerkers meer dan ooit belangrijk is.

Ook de verbetering van het onderwijs vraagt om een voortdurende zorg en investering. De volgende fase zal gericht moeten zijn op een herwaardering van de didactiek. In het kader van competentiegericht onderwijs zijn er nog vele didactische mogelijkheden die momenteel niet worden ge-bruikt en die het onderwijs15 meer variatie en diepgang zou-den kunnen bieden dan de huidige invulling. Een voorbeeld vormt het projectonderwijs, dat toe is aan een nieuwe impuls. Grotere heterogeniteit van onze studentenpopulatie vraagt om grotere variatie in didactische werkvormen en aanpakken. Zo zal er soms meer structuur nodig zijn waar de student er

Aandachtspunten voor de organisatie

Page 9: Instellingsplan Inholland

14

‘Ook docenten m

oeten de ruimte

krijgen om in zichzelf te investeren’

m

edewerkersbijeenkom

st Am

sterdam —

30 september 2009

15

‘Goed onderw

ijs vraagt om

ruimte

voor innovatie’

m

edewerkersbijeenkom

st Rotterdam —

5 oktober 2009

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

987

om vraagt. ICT biedt in potentie allerlei mogelijkheden het onderwijs anders in te richten, nieuwe interactievormen toe te passen en op gemakkelijke wijze met de hele wereld, lokaal en internationaal, te communiceren.

Het alumnibeleid van de hogeschool staat nog in de kinderschoenen en behoeft gerichte aandacht.

De globalisering heeft tot gevolg dat Inholland meer moet investeren in internationalisering16. Het curriculum moet studenten confronteren met internationale casestudies, waardoor ze beter worden voorbereid op de internationale arbeidsmarkt. Er zijn meer internationale (Engelstalige) onderwijsprogramma’s nodig. Investering in de organisatie, begeleiding en kwaliteit van het internationale onderwijs en in internationaal georiënteerde medewerkers is essentieel.

Het portfolio van opleidingen dat de hogeschool aanbiedt is breed samengesteld. Tegelijkertijd is er sprake van een zekere onevenwichtigheid, zoals een onevenredig groot aantal studenten in de media- en entertainmentopleiding en een te gering aantal studenten in de technische en de groene opleidingen. Er zijn gerichte maatregelen nodig om meer balans in het opleidingsaanbod te brengen.

Tot slot vraagt een op kwaliteit gerichte cultuur dat iedere medewerker bereid is de verantwoordelijkheid te nemen en te dragen voor zijn opdracht en daar ook op aangesproken wil worden. De organisatie geeft in lijn daarmee ook het ver-trouwen af dat daarbij past.

hogeschool. Inholland heeft een groot netwerk van onder-wijsinstellingen, kennisinstellingen en bedrijven, dat zij actief betrekt bij haar activiteiten. In de diverse regio’s pleegt de hogeschool intensief overleg met de ROC’s en scholen voor voortgezet onderwijs om de aansluiting van onderwijspro-gramma’s voor studenten te optimaliseren. Dit geldt eveneens voor universiteiten waar de hogeschool afstemming mee pleegt omtrent doorstroomarrangementen. Een universi-teit als de VU kent reeds een langjarige verbintenis met de hogeschool die zich ondermeer uit in gezamenlijke campus-opbouw.

Studenten dragen via hun stages in binnen- en buitenland bij aan een voortdurende kennisuitwisseling tussen de hoge-school en de praktijk. Inholland maakt haar studenten expli-ciet bewust van de kracht van ondernemerschap, innovatie en internationale competenties.

Sinds haar oprichting staat Inholland te boek als een vooruitstrevende hogeschool. De snelle invoering van het competentiegericht onderwijs, de major-minorstructuur en hoogwaardige ICT-faciliteiten hebben moderne en aan sprekende leer- en werklocaties opgeleverd. Die vooruit-strevendheid blijft Inholland de komende jaren kenmerken. Grootschalige en snelle veranderingen maken echter steeds meer plaats voor regionale en op een specifieke doelgroep gerichte innovaties.

Het onderwijs van Inholland kenmerkt zich door de nadruk op het beroepsgericht opleiden. Studenten moeten na hun afstuderen kunnen functioneren als innovatieve kenniswerkers in de beroepspraktijk.

De verbinding van lectoren en kenniskringen aan het onderwijs heeft de afgelopen jaren veel aandacht gekregen en vraagt om een verdere investering. Naast de functie van onderzoek in de zin van zelfstandige kennisproductie is juist de integratie van onderwijs en praktijkgericht onderzoek een van de belangrijke sleutels om het niveau van het onderwijs te verhogen.

De rol die ICT in onderwijs en onderzoek speelt, neemt sterk toe13. In het kader van de Bestuurlijke Agenda is de afgelopen twee jaar veel energie gestoken in het op orde krij-gen van processen en systemen om het primair proces beter te stroomlijnen en de informatievoorziening te verbeteren. De kwaliteit en actualiteit van informatie met betrekking tot studievoortganggegevens van studenten en roosters stonden daarbij voorop.

Al vanaf haar ontstaan richt Inholland zich behalve op de schoolverlater ook sterk op de volwassene die zich na enige jaren werkervaring wil laten bij- of omscholen. Inholland telt met een aandeel van 20% van de totale studentpopulatie een relatief hoog aantal deeltijders in vergelijking met andere hogescholen. De jarenlange ervaring met het opleiden van volwassenen maakt dat Inholland de komende jaren sterk en hoogwaardig kan inspelen op de toenemende vergrijzing in Nederland en de behoefte en noodzaak om zich steeds te blijven ontwikkelen.

De verdere ontwikkeling van een kwaliteitscultuur binnen de organisatie vraagt om niet-aflatende aandacht en investe-ring. Of het nu gaat om ondersteunende processen, om het verzorgen van onderwijs of om het ontwikkelen van onderwijs en toetsen, voortdurend zal de vraag centraal moeten staan hoe het beter kan. De hogeschool is zich als geen ander ervan bewust dat de imagoschade die zich een aantal jaren geleden manifesteerde, zich slechts met niet-aflatende inspanningen voor kwaliteitsverbetering laat bestrijden. De ontwikkelde procedures en protocollen vormen hierbij belangrijke anker-punten. Daarnaast zal een organisatie met een gedegen kwa-liteitscultuur zich ook meer en meer richten op een adequate toerusting van de personen die het onderwijs verzorgen. Naast de aandacht voor ondersteunende processen zal ook een vorm van persoonscertificering als garantie voor kwaliteit moeten worden ontwikkeld. Onderwijs is immers bij uitstek een zaak van mensen. In een dergelijke kwaliteitscultuur14 zullen mensen continu worden gestimuleerd om zich verder te professionaliseren. Dit geldt ook voor de ouder wordende werknemers, want ook bij Inholland neemt de vergrijzing toe. In combinatie met het langer actief zijn in het arbeidsproces, houdt dit in dat een voortdurende investering in de ontwikke-ling van medewerkers meer dan ooit belangrijk is.

Ook de verbetering van het onderwijs vraagt om een voortdurende zorg en investering. De volgende fase zal gericht moeten zijn op een herwaardering van de didactiek. In het kader van competentiegericht onderwijs zijn er nog vele didactische mogelijkheden die momenteel niet worden ge-bruikt en die het onderwijs15 meer variatie en diepgang zou-den kunnen bieden dan de huidige invulling. Een voorbeeld vormt het projectonderwijs, dat toe is aan een nieuwe impuls. Grotere heterogeniteit van onze studentenpopulatie vraagt om grotere variatie in didactische werkvormen en aanpakken. Zo zal er soms meer structuur nodig zijn waar de student er

Aandachtspunten voor de organisatie

Page 10: Instellingsplan Inholland

16

‘Inholland staat voor beroepsonderw

ijs, dus dienen w

e aan te sluiten bij de regionale m

aar internationale actieve bed-rijven. Juist deze bedrijven kunnen sam

en m

et Inholland in partner-schap de verbinding leg-gen m

et de internationale w

ereld en het onderwijs’

bijdrage op de w

iki — 2 decem

ber 2009

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

987

om vraagt. ICT biedt in potentie allerlei mogelijkheden het onderwijs anders in te richten, nieuwe interactievormen toe te passen en op gemakkelijke wijze met de hele wereld, lokaal en internationaal, te communiceren.

Het alumnibeleid van de hogeschool staat nog in de kinderschoenen en behoeft gerichte aandacht.

De globalisering heeft tot gevolg dat Inholland meer moet investeren in internationalisering16. Het curriculum moet studenten confronteren met internationale casestudies, waardoor ze beter worden voorbereid op de internationale arbeidsmarkt. Er zijn meer internationale (Engelstalige) onderwijsprogramma’s nodig. Investering in de organisatie, begeleiding en kwaliteit van het internationale onderwijs en in internationaal georiënteerde medewerkers is essentieel.

Het portfolio van opleidingen dat de hogeschool aanbiedt is breed samengesteld. Tegelijkertijd is er sprake van een zekere onevenwichtigheid, zoals een onevenredig groot aantal studenten in de media- en entertainmentopleiding en een te gering aantal studenten in de technische en de groene opleidingen. Er zijn gerichte maatregelen nodig om meer balans in het opleidingsaanbod te brengen.

Tot slot vraagt een op kwaliteit gerichte cultuur dat iedere medewerker bereid is de verantwoordelijkheid te nemen en te dragen voor zijn opdracht en daar ook op aangesproken wil worden. De organisatie geeft in lijn daarmee ook het ver-trouwen af dat daarbij past.

hogeschool. Inholland heeft een groot netwerk van onder-wijsinstellingen, kennisinstellingen en bedrijven, dat zij actief betrekt bij haar activiteiten. In de diverse regio’s pleegt de hogeschool intensief overleg met de ROC’s en scholen voor voortgezet onderwijs om de aansluiting van onderwijspro-gramma’s voor studenten te optimaliseren. Dit geldt eveneens voor universiteiten waar de hogeschool afstemming mee pleegt omtrent doorstroomarrangementen. Een universi-teit als de VU kent reeds een langjarige verbintenis met de hogeschool die zich ondermeer uit in gezamenlijke campus-opbouw.

Studenten dragen via hun stages in binnen- en buitenland bij aan een voortdurende kennisuitwisseling tussen de hoge-school en de praktijk. Inholland maakt haar studenten expli-ciet bewust van de kracht van ondernemerschap, innovatie en internationale competenties.

Sinds haar oprichting staat Inholland te boek als een vooruitstrevende hogeschool. De snelle invoering van het competentiegericht onderwijs, de major-minorstructuur en hoogwaardige ICT-faciliteiten hebben moderne en aan sprekende leer- en werklocaties opgeleverd. Die vooruit-strevendheid blijft Inholland de komende jaren kenmerken. Grootschalige en snelle veranderingen maken echter steeds meer plaats voor regionale en op een specifieke doelgroep gerichte innovaties.

Het onderwijs van Inholland kenmerkt zich door de nadruk op het beroepsgericht opleiden. Studenten moeten na hun afstuderen kunnen functioneren als innovatieve kenniswerkers in de beroepspraktijk.

De verbinding van lectoren en kenniskringen aan het onderwijs heeft de afgelopen jaren veel aandacht gekregen en vraagt om een verdere investering. Naast de functie van onderzoek in de zin van zelfstandige kennisproductie is juist de integratie van onderwijs en praktijkgericht onderzoek een van de belangrijke sleutels om het niveau van het onderwijs te verhogen.

De rol die ICT in onderwijs en onderzoek speelt, neemt sterk toe13. In het kader van de Bestuurlijke Agenda is de afgelopen twee jaar veel energie gestoken in het op orde krij-gen van processen en systemen om het primair proces beter te stroomlijnen en de informatievoorziening te verbeteren. De kwaliteit en actualiteit van informatie met betrekking tot studievoortganggegevens van studenten en roosters stonden daarbij voorop.

Al vanaf haar ontstaan richt Inholland zich behalve op de schoolverlater ook sterk op de volwassene die zich na enige jaren werkervaring wil laten bij- of omscholen. Inholland telt met een aandeel van 20% van de totale studentpopulatie een relatief hoog aantal deeltijders in vergelijking met andere hogescholen. De jarenlange ervaring met het opleiden van volwassenen maakt dat Inholland de komende jaren sterk en hoogwaardig kan inspelen op de toenemende vergrijzing in Nederland en de behoefte en noodzaak om zich steeds te blijven ontwikkelen.

De verdere ontwikkeling van een kwaliteitscultuur binnen de organisatie vraagt om niet-aflatende aandacht en investe-ring. Of het nu gaat om ondersteunende processen, om het verzorgen van onderwijs of om het ontwikkelen van onderwijs en toetsen, voortdurend zal de vraag centraal moeten staan hoe het beter kan. De hogeschool is zich als geen ander ervan bewust dat de imagoschade die zich een aantal jaren geleden manifesteerde, zich slechts met niet-aflatende inspanningen voor kwaliteitsverbetering laat bestrijden. De ontwikkelde procedures en protocollen vormen hierbij belangrijke anker-punten. Daarnaast zal een organisatie met een gedegen kwa-liteitscultuur zich ook meer en meer richten op een adequate toerusting van de personen die het onderwijs verzorgen. Naast de aandacht voor ondersteunende processen zal ook een vorm van persoonscertificering als garantie voor kwaliteit moeten worden ontwikkeld. Onderwijs is immers bij uitstek een zaak van mensen. In een dergelijke kwaliteitscultuur14 zullen mensen continu worden gestimuleerd om zich verder te professionaliseren. Dit geldt ook voor de ouder wordende werknemers, want ook bij Inholland neemt de vergrijzing toe. In combinatie met het langer actief zijn in het arbeidsproces, houdt dit in dat een voortdurende investering in de ontwikke-ling van medewerkers meer dan ooit belangrijk is.

Ook de verbetering van het onderwijs vraagt om een voortdurende zorg en investering. De volgende fase zal gericht moeten zijn op een herwaardering van de didactiek. In het kader van competentiegericht onderwijs zijn er nog vele didactische mogelijkheden die momenteel niet worden ge-bruikt en die het onderwijs15 meer variatie en diepgang zou-den kunnen bieden dan de huidige invulling. Een voorbeeld vormt het projectonderwijs, dat toe is aan een nieuwe impuls. Grotere heterogeniteit van onze studentenpopulatie vraagt om grotere variatie in didactische werkvormen en aanpakken. Zo zal er soms meer structuur nodig zijn waar de student er

Aandachtspunten voor de organisatie

Page 11: Instellingsplan Inholland

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

121110

Vanuit de gedachte dat de vraag van de samenleving naar hoogopgeleide professionals groot is en dat de behoefte aan scholing voor werkenden blijft toenemen, biedt Inholland de beginnende professional degelijk onderwijs waarmee deze een uitstekende uitgangspositie op de arbeidsmarkt verwerft, met aandacht voor het individu en op maat gesneden dien-sten. Inspelend op de vraag vanuit de regio biedt Inholland tevens ondersteuning bij de continue ontwikkeling van de werkende professional. Zij doet dit vanuit een houding van voortdurend gericht zijn op verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs en dienstverlening. De hogeschool bevindt zich in de Randstad, in een bij uitstek multiculturele omgeving. De hogeschool heeft gastvrijheid hoog in het vaandel staan: ieder die bereid is zich maximaal in te zetten voor een goede opleiding kan, waar dit noodzakelijk is, rekenen op persoon-lijke aandacht en begeleiding van de kant van de opleiding.

Medewerkers van Inholland kenmerken zich door profes-sionele nieuwsgierigheid, door gerichtheid op verbetering van de kwaliteit van het werk en door gerichtheid op samen-werking. Docenten werken samen in onderwijsinnovatie-teams waar de begrippen professionele kwaliteit en continue ontwikkeling een vanzelfsprekendheid vormen en waarin verantwoordelijkheid, resultaatgerichtheid en vertrouwen de sleutelwoorden zijn.

Inholland stimuleert beginnende en werkende professionals hun talenten optimaal te ontwikkelen en een gekwalificeerde positie op de arbeidsmarkt te bereiken en te behouden.

De geschetste ontwikkelingen in de samenleving en in het hoger onderwijs vertalen wij naar de specifieke situatie van Inholland. Uitgaande van onze eigen kracht en ontwikkeling zullen de volgende drie focuspunten in de komende jaren voor de instelling centraal komen te staan:

I Continue ontwikkeling: onderwijs voor beginnende professionals en voor werkende professionals;

II Didactisch reveil;III Professionele kwaliteit.

Deze focuspunten haken aan bij de externe en interne analyse en vormen de logisch volgende en verdiepende stap in het gekozen beleid uit de vorige fase.

De belangrijkste opdracht17 voor de hogeschool in de komende jaren zal zijn om jonge mensen adequaat toe te rusten voor hun plaats op de arbeidsmarkt. Zij moeten een degelijke opleiding van goed niveau krijgen die hen in staat stelt om als beginnende beroepsbeoefenaren hun rol in de samenleving op zich te nemen. Doordat ze zijn opgenomen in de leercommunity van de hogeschool ontvangen ze begelei-ding en ondersteuning waar dit nodig en gewenst is om hun kansen op studiesucces te optimaliseren.

De samenleving en daarmee het beroepenveld is voort-durend in beweging18. De opleidingen spelen hierop in door het programma steeds te actualiseren, nauw in contact te

blijven met het werkveld en studenten in staat te stellen om ook na hun afstuderen professioneel inzetbaar te blijven in de veranderende samenleving. Dit gebeurt onder meer door hen tijdens de opleiding bewust te maken van het feit dat een professionele beroepsbeoefenaar zelf verantwoordelijk is voor het bijhouden van zijn eigen vak. Na afloop van de studie biedt de hogeschool hen ondersteuning door hen actief be-trokken te houden bij de leercommunity van Inholland.

Naast de doelgroep van de beginnende beroepsbeoe-fenaar zal Inholland zich in de komende jaren steeds meer ontwikkelen tot een instelling waar ook de werkende professionals19 terechtkunnen. Om volledig20 inzetbaar op de arbeidsmarkt te blijven is een voortdurende ontwikkeling een voorwaarde. Ook voor mensen die van loopbaan willen veranderen of willen doorgroeien in hun beroep, is professio-nalisering van groot belang.

De hogeschool kan als kenniscentrum in de regio’s waar ze gevestigd is, de vraag naar scholing helder maken. Het kan gaan om bedrijven waar grote groepen personeel geschoold moeten worden in de actuele ontwikkelingen in het beroe-penveld, maar ook om individuele werknemers die hun eigen ervaring willen valideren en onderzoeken welke mogelijk-heden zij hebben om hun eigen positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Dit doen ze door hun elders verworven com-petenties (EVC’s) te laten opnemen in een portfolio of een ervaringscertificaat. De hogeschool zal deze ontwikkeling versterken door zich meer en meer te richten op gedifferen-tieerde leertrajecten. Deze differentiatie zal tot uiting komen in de onderwijsprogramma’s die de hogeschool aanbiedt. Werkende professionals met levens- en werkervaring laten zich in hun behoeften, bagage en leefomstandigheden niet vergelijken met beginnende professionals die net van de mid-delbare school komen. Maar ook beginnende professionals verschillen onderling in behoeften en leervoorkeuren, evenals werkende professionals. Een gedifferentieerd onderwijspro-gramma speelt hier op in door onder meer kortere trajecten aan te bieden, trajecten waarin leren en werken in combina-tie worden uitgevoerd, trajecten voor hooggetalenteerden, trajecten met meer structuur of met juist meer eigen regie van de student.

Het belang van een voortdurende ontwikkeling geldt niet alleen voor studenten, maar ook voor de eigen medewerkers. Ook21 zij worden zelf voortdurend uitgedaagd om hun kennis en vaardigheden op peil te houden.

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6 4 Visie en missie — 10

4 Visie en missie 5 Focuspunten Hogeschool Inholland

Missie

I Continue ontwikkeling

Page 12: Instellingsplan Inholland

17

‘Studenten moeten

meer dan vakm

ensen alleen zijn, ze m

oeten burgers van de w

ereld-sam

enleving zijn’

medew

erkersbijeenkomst H

oofddorp — 23 novem

ber 2009

18

‘We m

oeten studenten afl

everen die lerend ver-m

ogen en kennis aan de praktijk gaan overdragen’

medew

erkersbijeenkomst H

oofddorp —

23 november 2009

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

121110

Vanuit de gedachte dat de vraag van de samenleving naar hoogopgeleide professionals groot is en dat de behoefte aan scholing voor werkenden blijft toenemen, biedt Inholland de beginnende professional degelijk onderwijs waarmee deze een uitstekende uitgangspositie op de arbeidsmarkt verwerft, met aandacht voor het individu en op maat gesneden dien-sten. Inspelend op de vraag vanuit de regio biedt Inholland tevens ondersteuning bij de continue ontwikkeling van de werkende professional. Zij doet dit vanuit een houding van voortdurend gericht zijn op verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs en dienstverlening. De hogeschool bevindt zich in de Randstad, in een bij uitstek multiculturele omgeving. De hogeschool heeft gastvrijheid hoog in het vaandel staan: ieder die bereid is zich maximaal in te zetten voor een goede opleiding kan, waar dit noodzakelijk is, rekenen op persoon-lijke aandacht en begeleiding van de kant van de opleiding.

Medewerkers van Inholland kenmerken zich door profes-sionele nieuwsgierigheid, door gerichtheid op verbetering van de kwaliteit van het werk en door gerichtheid op samen-werking. Docenten werken samen in onderwijsinnovatie-teams waar de begrippen professionele kwaliteit en continue ontwikkeling een vanzelfsprekendheid vormen en waarin verantwoordelijkheid, resultaatgerichtheid en vertrouwen de sleutelwoorden zijn.

Inholland stimuleert beginnende en werkende professionals hun talenten optimaal te ontwikkelen en een gekwalificeerde positie op de arbeidsmarkt te bereiken en te behouden.

De geschetste ontwikkelingen in de samenleving en in het hoger onderwijs vertalen wij naar de specifieke situatie van Inholland. Uitgaande van onze eigen kracht en ontwikkeling zullen de volgende drie focuspunten in de komende jaren voor de instelling centraal komen te staan:

I Continue ontwikkeling: onderwijs voor beginnende professionals en voor werkende professionals;

II Didactisch reveil;III Professionele kwaliteit.

Deze focuspunten haken aan bij de externe en interne analyse en vormen de logisch volgende en verdiepende stap in het gekozen beleid uit de vorige fase.

De belangrijkste opdracht17 voor de hogeschool in de komende jaren zal zijn om jonge mensen adequaat toe te rusten voor hun plaats op de arbeidsmarkt. Zij moeten een degelijke opleiding van goed niveau krijgen die hen in staat stelt om als beginnende beroepsbeoefenaren hun rol in de samenleving op zich te nemen. Doordat ze zijn opgenomen in de leercommunity van de hogeschool ontvangen ze begelei-ding en ondersteuning waar dit nodig en gewenst is om hun kansen op studiesucces te optimaliseren.

De samenleving en daarmee het beroepenveld is voort-durend in beweging18. De opleidingen spelen hierop in door het programma steeds te actualiseren, nauw in contact te

blijven met het werkveld en studenten in staat te stellen om ook na hun afstuderen professioneel inzetbaar te blijven in de veranderende samenleving. Dit gebeurt onder meer door hen tijdens de opleiding bewust te maken van het feit dat een professionele beroepsbeoefenaar zelf verantwoordelijk is voor het bijhouden van zijn eigen vak. Na afloop van de studie biedt de hogeschool hen ondersteuning door hen actief be-trokken te houden bij de leercommunity van Inholland.

Naast de doelgroep van de beginnende beroepsbeoe-fenaar zal Inholland zich in de komende jaren steeds meer ontwikkelen tot een instelling waar ook de werkende professionals19 terechtkunnen. Om volledig20 inzetbaar op de arbeidsmarkt te blijven is een voortdurende ontwikkeling een voorwaarde. Ook voor mensen die van loopbaan willen veranderen of willen doorgroeien in hun beroep, is professio-nalisering van groot belang.

De hogeschool kan als kenniscentrum in de regio’s waar ze gevestigd is, de vraag naar scholing helder maken. Het kan gaan om bedrijven waar grote groepen personeel geschoold moeten worden in de actuele ontwikkelingen in het beroe-penveld, maar ook om individuele werknemers die hun eigen ervaring willen valideren en onderzoeken welke mogelijk-heden zij hebben om hun eigen positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Dit doen ze door hun elders verworven com-petenties (EVC’s) te laten opnemen in een portfolio of een ervaringscertificaat. De hogeschool zal deze ontwikkeling versterken door zich meer en meer te richten op gedifferen-tieerde leertrajecten. Deze differentiatie zal tot uiting komen in de onderwijsprogramma’s die de hogeschool aanbiedt. Werkende professionals met levens- en werkervaring laten zich in hun behoeften, bagage en leefomstandigheden niet vergelijken met beginnende professionals die net van de mid-delbare school komen. Maar ook beginnende professionals verschillen onderling in behoeften en leervoorkeuren, evenals werkende professionals. Een gedifferentieerd onderwijspro-gramma speelt hier op in door onder meer kortere trajecten aan te bieden, trajecten waarin leren en werken in combina-tie worden uitgevoerd, trajecten voor hooggetalenteerden, trajecten met meer structuur of met juist meer eigen regie van de student.

Het belang van een voortdurende ontwikkeling geldt niet alleen voor studenten, maar ook voor de eigen medewerkers. Ook21 zij worden zelf voortdurend uitgedaagd om hun kennis en vaardigheden op peil te houden.

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6 4 Visie en missie — 10

4 Visie en missie 5 Focuspunten Hogeschool Inholland

Missie

I Continue ontwikkeling

Page 13: Instellingsplan Inholland

20

‘Het beroepenbeeld

en het aanbod van opleidingen m

oeten beter op elkaar w

orden afgestemd’

m

edewerkersbijeenkom

st Rotterdam —

2 novem

ber 2009

21

‘Leven Lang Leren geldt ook voor docenten; dit zorgt im

mers voor

inspirerende docenten!’

medew

erkersbijeenkomst H

aarlem —

6 oktober 2009

19

‘De econom

ie verandert; banen zijn niet m

eer voor 20 jaar’

medew

erkersbijeenkomst Rotterdam

— 2 novem

ber 2009

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

121110

Vanuit de gedachte dat de vraag van de samenleving naar hoogopgeleide professionals groot is en dat de behoefte aan scholing voor werkenden blijft toenemen, biedt Inholland de beginnende professional degelijk onderwijs waarmee deze een uitstekende uitgangspositie op de arbeidsmarkt verwerft, met aandacht voor het individu en op maat gesneden dien-sten. Inspelend op de vraag vanuit de regio biedt Inholland tevens ondersteuning bij de continue ontwikkeling van de werkende professional. Zij doet dit vanuit een houding van voortdurend gericht zijn op verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs en dienstverlening. De hogeschool bevindt zich in de Randstad, in een bij uitstek multiculturele omgeving. De hogeschool heeft gastvrijheid hoog in het vaandel staan: ieder die bereid is zich maximaal in te zetten voor een goede opleiding kan, waar dit noodzakelijk is, rekenen op persoon-lijke aandacht en begeleiding van de kant van de opleiding.

Medewerkers van Inholland kenmerken zich door profes-sionele nieuwsgierigheid, door gerichtheid op verbetering van de kwaliteit van het werk en door gerichtheid op samen-werking. Docenten werken samen in onderwijsinnovatie-teams waar de begrippen professionele kwaliteit en continue ontwikkeling een vanzelfsprekendheid vormen en waarin verantwoordelijkheid, resultaatgerichtheid en vertrouwen de sleutelwoorden zijn.

Inholland stimuleert beginnende en werkende professionals hun talenten optimaal te ontwikkelen en een gekwalificeerde positie op de arbeidsmarkt te bereiken en te behouden.

De geschetste ontwikkelingen in de samenleving en in het hoger onderwijs vertalen wij naar de specifieke situatie van Inholland. Uitgaande van onze eigen kracht en ontwikkeling zullen de volgende drie focuspunten in de komende jaren voor de instelling centraal komen te staan:

I Continue ontwikkeling: onderwijs voor beginnende professionals en voor werkende professionals;

II Didactisch reveil;III Professionele kwaliteit.

Deze focuspunten haken aan bij de externe en interne analyse en vormen de logisch volgende en verdiepende stap in het gekozen beleid uit de vorige fase.

De belangrijkste opdracht17 voor de hogeschool in de komende jaren zal zijn om jonge mensen adequaat toe te rusten voor hun plaats op de arbeidsmarkt. Zij moeten een degelijke opleiding van goed niveau krijgen die hen in staat stelt om als beginnende beroepsbeoefenaren hun rol in de samenleving op zich te nemen. Doordat ze zijn opgenomen in de leercommunity van de hogeschool ontvangen ze begelei-ding en ondersteuning waar dit nodig en gewenst is om hun kansen op studiesucces te optimaliseren.

De samenleving en daarmee het beroepenveld is voort-durend in beweging18. De opleidingen spelen hierop in door het programma steeds te actualiseren, nauw in contact te

blijven met het werkveld en studenten in staat te stellen om ook na hun afstuderen professioneel inzetbaar te blijven in de veranderende samenleving. Dit gebeurt onder meer door hen tijdens de opleiding bewust te maken van het feit dat een professionele beroepsbeoefenaar zelf verantwoordelijk is voor het bijhouden van zijn eigen vak. Na afloop van de studie biedt de hogeschool hen ondersteuning door hen actief be-trokken te houden bij de leercommunity van Inholland.

Naast de doelgroep van de beginnende beroepsbeoe-fenaar zal Inholland zich in de komende jaren steeds meer ontwikkelen tot een instelling waar ook de werkende professionals19 terechtkunnen. Om volledig20 inzetbaar op de arbeidsmarkt te blijven is een voortdurende ontwikkeling een voorwaarde. Ook voor mensen die van loopbaan willen veranderen of willen doorgroeien in hun beroep, is professio-nalisering van groot belang.

De hogeschool kan als kenniscentrum in de regio’s waar ze gevestigd is, de vraag naar scholing helder maken. Het kan gaan om bedrijven waar grote groepen personeel geschoold moeten worden in de actuele ontwikkelingen in het beroe-penveld, maar ook om individuele werknemers die hun eigen ervaring willen valideren en onderzoeken welke mogelijk-heden zij hebben om hun eigen positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Dit doen ze door hun elders verworven com-petenties (EVC’s) te laten opnemen in een portfolio of een ervaringscertificaat. De hogeschool zal deze ontwikkeling versterken door zich meer en meer te richten op gedifferen-tieerde leertrajecten. Deze differentiatie zal tot uiting komen in de onderwijsprogramma’s die de hogeschool aanbiedt. Werkende professionals met levens- en werkervaring laten zich in hun behoeften, bagage en leefomstandigheden niet vergelijken met beginnende professionals die net van de mid-delbare school komen. Maar ook beginnende professionals verschillen onderling in behoeften en leervoorkeuren, evenals werkende professionals. Een gedifferentieerd onderwijspro-gramma speelt hier op in door onder meer kortere trajecten aan te bieden, trajecten waarin leren en werken in combina-tie worden uitgevoerd, trajecten voor hooggetalenteerden, trajecten met meer structuur of met juist meer eigen regie van de student.

Het belang van een voortdurende ontwikkeling geldt niet alleen voor studenten, maar ook voor de eigen medewerkers. Ook21 zij worden zelf voortdurend uitgedaagd om hun kennis en vaardigheden op peil te houden.

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6 4 Visie en missie — 10

4 Visie en missie 5 Focuspunten Hogeschool Inholland

Missie

I Continue ontwikkeling

Page 14: Instellingsplan Inholland

22

‘Studenten moeten w

il-len terugkom

en bij ons; een alum

ninetwerk is

hierbij van belang’

medew

erkersbijeenkomst D

ordrecht —

8 december 2009

23

‘Actiever alum

nibeleid is nodig, voor het geven van gastcollege’s, voor het creëren van am

bassadeurs of voor het inzetten als coaches van stu-denten’

m

edewerkersbijeenkom

st Delft —

17 novem

ber 2009

24

‘Leven Lang Leren vraagt om fl

exi-biliteit. M

ensen die al in het bedrijfs-leven w

erkzaam zijn, kunnen/w

illen geen tradiotioneel onderw

ijs volgen. H

iervoor zouden korte leertrajecten ingezet kunnen w

orden’

medew

erkersbijeenkomst D

elft — 17 novem

ber 2009

25

‘Er is een goede inventarisatie nodig om

beter in te kunnen spe-len op w

ensen van het bedrijfsleven’

m

edewerkersbijeenkom

st Delft —

17 novem

ber 2009

27

‘Maatw

erk vraagt om

aandacht voor het zo eff

ectief mogelijk

gebruik maken van

professionals, voor het m

ogelijk maken van

continue ontwikkeling

en het stimuleren van

het nemen van eigen

verantwoordelijkheden’

lectorensessie —

11 m

aart 2010

28

‘De huidige structuur biedt

mom

enteel onvoldoende mogelijk-

heden om m

aatwerk te leveren’

m

edewerkersbijeenkom

st Rotterdam —

5 oktober 2009

26

‘Meer contact m

et het w

erkveld is nodig om m

eer kennis van buiten naar binnen te halen’

medew

erkersbijeenkomst A

msterdam

30 september 2009

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

151413

— Opzetten van de Inholland Leercommunity: studenten22 die een opleiding volgen bij Inholland maken tijdens hun studie deel uit van de leercommunity van de hogeschool; door dit lidmaatschap uit te breiden tot na hun opleiding, krij-gen studenten de mogelijkheid om ook tijdens hun werkzame leven een beroep te doen op de hogeschool en de profes-sionaliseringsmogelijkheden die daar worden geboden23. Inholland volgt op die manier ook actief haar alumni en on-derhoudt contact met hen om hun leervragen te verhelderen en te beantwoorden;

— Doorgroei van de deeltijdopleidingen: al sinds het begin van haar bestaan maken deeltijdopleidingen een belangrijk deel uit van het totale aanbod aan opleidingen van de hogeschool; de volgende stap is de verdere doorgroei van deze opleidingen en het toegankelijk maken daarvan voor meer doelgroepen; op maat gesneden trajecten moeten hier het uitgangspunt gaan vormen;

— Flexibilisering van het onderwijsaanbod: de kennis en expertise24 die in de hogeschool is opgenomen in de onder-wijsprogramma’s wordt op flexibele wijze toegankelijk ge-maakt voor meer doelgroepen; het onderwijsportfolio wordt daardoor veel gedifferentieerder samengesteld;

— Uitbouw van de regionale loketten25: in elke regio is Inholland vertegenwoordigd met een loket waar bedrijven en instellingen terecht kunnen met hun scholingsvragen. In de komende jaren zullen deze loketten uitgroeien tot centra die pro-actief bedrijven en instellingen benaderen om hun vraag om professionalisering26 te inventariseren.

— Uitbouw van het EVC-centrum: het bestaande centrum voor EVC (Erkenning van elders Verworven Competenties) zal uitgroeien tot een hogeschoolbreed centrum met vestigingen in de regio waar iedereen laagdrempelig terecht kan voor validering van de eigen bekwaamheden.

Het brede scala aan lerenden waar Inholland zich met ‘maatwerk27’ op richt, vraagt om een hoge mate van flexibili-teit en differentiatie. Iedere student brengt eigen bagage aan kennis en ervaring met zich mee en heeft individuele wensen ten aanzien van zijn professionele toekomst. ‘One size fits all’ onderwijs past daar niet bij28. Er is meer differentiatie in

de didactische aanpak van het onderwijs noodzakelijk. Dat vraagt om een onderwijskundige investering in het huidige bachelorprogramma. Op dit moment krijgt het competen-tiegerichte onderwijs vooral een vertaling in de vorm van projectonderwijs. De wijze waarop dit projectonderwijs wordt verzorgd verdient een kwaliteitsimpuls. Daarnaast is het nood-zakelijk dat er meer variatie komt in de didactische werk- vormen die worden ingezet. Een goede mix van colleges – al dan niet digitaal – en groepswerkvormen moet voorkomen dat het onderwijs eenzijdig is. De huidige student maakt gebruik van allerlei technologische mogelijkheden, is actief in digitale communities en het gebruik van ICT is volstrekt vanzelfsprekend. Dit biedt volop mogelijkheden om daar in het onderwijs op een creatieve manier mee om te gaan.

De differentiatie in het onderzoek moet ook leiden tot een kwaliteitsverhoging. Onderzoek speelt daar een grote rol in. Door onderzoek een structurele plaats in het onderwijspro-gramma te geven en studenten uit te dagen om actief te parti-ciperen in onderzoekstrajecten, al dan niet onder begeleiding van lectoren, wordt een kwaliteitsimpuls aan het onderwijs gegeven.

De verschillende levensfasen29 en achtergronden van studenten vragen om verschillende vormen en inhoud van be-geleiding. Zo is bekend dat jongeren30 van een jaar of achttien nog niet voldoende over de zelfstandigheid en het zelfstu-rende vermogen beschikken om een studie goed te kunnen organiseren. Begeleiding binnen Inholland gaat daarom over het ontwikkelen van zowel studievaardigheden als loopbaan-vaardigheden en is in hoge mate persoonlijk; de behoeften en voorkeuren van de lerende staan daarbij centraal.

Tot slot zien we in toenemende mate dat in de huidige diverse, multiculturele en globaliserende samenleving het niet langer reëel is te verwachten dat iedereen op dezelfde manier kan instromen en op dezelfde wijze reeds aanwezige talenten en competenties kan aantonen. Werkende professionals heb-ben mogelijk meer (maar per individu verschillende) bagage dan beginnende professionals, maar ook bij studenten die rechtstreeks van het middelbaar onderwijs komen zijn steeds meer onderlinge verschillen in niveau waarneembaar. Het is aan de instelling om actief in te spelen op deze verschillen.

— Didactische impuls voor het onderwijs31: per opleiding is een inventarisatie nodig van de gehanteerde didactische

werkvormen en een onderzoek naar mogelijkheden om dit arsenaal aan werkvormen uit te breiden inclusief de beno-digde professionalisering om dit te realiseren;

— E-learning: uitbreiden en beter benutten van de mogelijkheden van digitalisering in het onderwijs, mede met het oog op de doelgroep van de werkende professional;

— Screening onderwijsproducten: in samenhang32 met het eerste focuspunt is het noodzakelijk na te gaan op welke wijze de flexibilisering van het onderwijsaanbod kan plaats-vinden; het gaat hier onder meer over het identificeren van groepen studenten die een specifieke aanpak vragen om ‘hun kansen op studiesucces te vergroten; hiertoe hoort ook een vergroting van het aanbod van Summercourses om studenten optimaal toe te rusten voor de start van een opleiding;

— Instroom op maat: in nauw contact33 met het toeleve-rend onderwijs, de ROC’s en de vo-instellingen in de regio’s wordt de aansluiting voor studenten geoptimaliseerd; verder zal het intakegesprek bij aanvang van de studie langzamer-hand plaats gaan maken voor een intake-assessment waarbij ook de elders verworven competenties aan bod komen.

Kwaliteit leveren blijft hoog in het vaandel staan bij Inholland. Het niveau en de kwaliteit van het onderwijs, de toetsing en de validering van bekwaamheid worden te allen tijde geborgd. Als we spreken over professionele kwaliteit dan gaat het in onze organisatie over een hoog professioneel niveau voor alle medewerkers: docenten, lectoren, ondersteu-nend personeel en leidinggevenden in alle onderdelen van de organisatie.

Kern van het begrip professionele kwaliteit34 is een ambi-tieuze basishouding: professioneel nieuwsgierig naar nieuwe, betere mogelijkheden, een drang tot continue verbetering en vernieuwing en zich houden aan afspraken.

Om optimale professionele kwaliteit te bereiken, is een mix van medewerkers nodig: een diversiteit van medewerkers binnen alle functies. Vanzelfsprekend verwijst dit naar een multiculturele samenstelling van het medewerkersbestand op alle niveaus; de achtergrond van de medewerkers is als het goed is een afspiegeling van de achtergrond van het studen-tenbestand. Voor de docenten geldt daarnaast dat een

II Didactisch reveil

III Professionele kwaliteit

Concretisering van dit focuspunt

Concretisering van dit focuspunt

Page 15: Instellingsplan Inholland

29

‘Pas onderwijsvorm

en aan op wat stu-

denten kunnen. Dus bij aanvang van

de studie meer sturing en begeleiding

en gedurende de studie minder sturing

en meer veranw

oordelijkheid aan studenten geven’

medew

erkersbijeenkomst D

ordrecht — 8 decem

ber 2009

30

‘Wij brengen studenten

ook gedrag en maat-

schappelijke visie bij’

medew

erkersbijeenkomst H

aarlem —

6 oktober 2009

31

‘Andere program

mering

van lessen is nodig, studen-ten m

oeten meer w

orden uitgedaagd’

medew

erkersbijeenkomst D

en Haag —

24 november 2009

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

151413

— Opzetten van de Inholland Leercommunity: studenten22 die een opleiding volgen bij Inholland maken tijdens hun studie deel uit van de leercommunity van de hogeschool; door dit lidmaatschap uit te breiden tot na hun opleiding, krij-gen studenten de mogelijkheid om ook tijdens hun werkzame leven een beroep te doen op de hogeschool en de profes-sionaliseringsmogelijkheden die daar worden geboden23. Inholland volgt op die manier ook actief haar alumni en on-derhoudt contact met hen om hun leervragen te verhelderen en te beantwoorden;

— Doorgroei van de deeltijdopleidingen: al sinds het begin van haar bestaan maken deeltijdopleidingen een belangrijk deel uit van het totale aanbod aan opleidingen van de hogeschool; de volgende stap is de verdere doorgroei van deze opleidingen en het toegankelijk maken daarvan voor meer doelgroepen; op maat gesneden trajecten moeten hier het uitgangspunt gaan vormen;

— Flexibilisering van het onderwijsaanbod: de kennis en expertise24 die in de hogeschool is opgenomen in de onder-wijsprogramma’s wordt op flexibele wijze toegankelijk ge-maakt voor meer doelgroepen; het onderwijsportfolio wordt daardoor veel gedifferentieerder samengesteld;

— Uitbouw van de regionale loketten25: in elke regio is Inholland vertegenwoordigd met een loket waar bedrijven en instellingen terecht kunnen met hun scholingsvragen. In de komende jaren zullen deze loketten uitgroeien tot centra die pro-actief bedrijven en instellingen benaderen om hun vraag om professionalisering26 te inventariseren.

— Uitbouw van het EVC-centrum: het bestaande centrum voor EVC (Erkenning van elders Verworven Competenties) zal uitgroeien tot een hogeschoolbreed centrum met vestigingen in de regio waar iedereen laagdrempelig terecht kan voor validering van de eigen bekwaamheden.

Het brede scala aan lerenden waar Inholland zich met ‘maatwerk27’ op richt, vraagt om een hoge mate van flexibili-teit en differentiatie. Iedere student brengt eigen bagage aan kennis en ervaring met zich mee en heeft individuele wensen ten aanzien van zijn professionele toekomst. ‘One size fits all’ onderwijs past daar niet bij28. Er is meer differentiatie in

de didactische aanpak van het onderwijs noodzakelijk. Dat vraagt om een onderwijskundige investering in het huidige bachelorprogramma. Op dit moment krijgt het competen-tiegerichte onderwijs vooral een vertaling in de vorm van projectonderwijs. De wijze waarop dit projectonderwijs wordt verzorgd verdient een kwaliteitsimpuls. Daarnaast is het nood-zakelijk dat er meer variatie komt in de didactische werk- vormen die worden ingezet. Een goede mix van colleges – al dan niet digitaal – en groepswerkvormen moet voorkomen dat het onderwijs eenzijdig is. De huidige student maakt gebruik van allerlei technologische mogelijkheden, is actief in digitale communities en het gebruik van ICT is volstrekt vanzelfsprekend. Dit biedt volop mogelijkheden om daar in het onderwijs op een creatieve manier mee om te gaan.

De differentiatie in het onderzoek moet ook leiden tot een kwaliteitsverhoging. Onderzoek speelt daar een grote rol in. Door onderzoek een structurele plaats in het onderwijspro-gramma te geven en studenten uit te dagen om actief te parti-ciperen in onderzoekstrajecten, al dan niet onder begeleiding van lectoren, wordt een kwaliteitsimpuls aan het onderwijs gegeven.

De verschillende levensfasen29 en achtergronden van studenten vragen om verschillende vormen en inhoud van be-geleiding. Zo is bekend dat jongeren30 van een jaar of achttien nog niet voldoende over de zelfstandigheid en het zelfstu-rende vermogen beschikken om een studie goed te kunnen organiseren. Begeleiding binnen Inholland gaat daarom over het ontwikkelen van zowel studievaardigheden als loopbaan-vaardigheden en is in hoge mate persoonlijk; de behoeften en voorkeuren van de lerende staan daarbij centraal.

Tot slot zien we in toenemende mate dat in de huidige diverse, multiculturele en globaliserende samenleving het niet langer reëel is te verwachten dat iedereen op dezelfde manier kan instromen en op dezelfde wijze reeds aanwezige talenten en competenties kan aantonen. Werkende professionals heb-ben mogelijk meer (maar per individu verschillende) bagage dan beginnende professionals, maar ook bij studenten die rechtstreeks van het middelbaar onderwijs komen zijn steeds meer onderlinge verschillen in niveau waarneembaar. Het is aan de instelling om actief in te spelen op deze verschillen.

— Didactische impuls voor het onderwijs31: per opleiding is een inventarisatie nodig van de gehanteerde didactische

werkvormen en een onderzoek naar mogelijkheden om dit arsenaal aan werkvormen uit te breiden inclusief de beno-digde professionalisering om dit te realiseren;

— E-learning: uitbreiden en beter benutten van de mogelijkheden van digitalisering in het onderwijs, mede met het oog op de doelgroep van de werkende professional;

— Screening onderwijsproducten: in samenhang32 met het eerste focuspunt is het noodzakelijk na te gaan op welke wijze de flexibilisering van het onderwijsaanbod kan plaats-vinden; het gaat hier onder meer over het identificeren van groepen studenten die een specifieke aanpak vragen om ‘hun kansen op studiesucces te vergroten; hiertoe hoort ook een vergroting van het aanbod van Summercourses om studenten optimaal toe te rusten voor de start van een opleiding;

— Instroom op maat: in nauw contact33 met het toeleve-rend onderwijs, de ROC’s en de vo-instellingen in de regio’s wordt de aansluiting voor studenten geoptimaliseerd; verder zal het intakegesprek bij aanvang van de studie langzamer-hand plaats gaan maken voor een intake-assessment waarbij ook de elders verworven competenties aan bod komen.

Kwaliteit leveren blijft hoog in het vaandel staan bij Inholland. Het niveau en de kwaliteit van het onderwijs, de toetsing en de validering van bekwaamheid worden te allen tijde geborgd. Als we spreken over professionele kwaliteit dan gaat het in onze organisatie over een hoog professioneel niveau voor alle medewerkers: docenten, lectoren, ondersteu-nend personeel en leidinggevenden in alle onderdelen van de organisatie.

Kern van het begrip professionele kwaliteit34 is een ambi-tieuze basishouding: professioneel nieuwsgierig naar nieuwe, betere mogelijkheden, een drang tot continue verbetering en vernieuwing en zich houden aan afspraken.

Om optimale professionele kwaliteit te bereiken, is een mix van medewerkers nodig: een diversiteit van medewerkers binnen alle functies. Vanzelfsprekend verwijst dit naar een multiculturele samenstelling van het medewerkersbestand op alle niveaus; de achtergrond van de medewerkers is als het goed is een afspiegeling van de achtergrond van het studen-tenbestand. Voor de docenten geldt daarnaast dat een

II Didactisch reveil

III Professionele kwaliteit

Concretisering van dit focuspunt

Concretisering van dit focuspunt

Page 16: Instellingsplan Inholland

32

‘Het onderw

ijs zou een bonte m

engeling moeten zijn van

meerdere vorm

en, waar-

bij eerst het doel goed moet

worden vastgesteld zodat

daarna de vorm kan w

orden gekozen. B

ij theoretische verdieping is klassikaal les nodig. Laat docenten nadenk-en over inspirerende lesvor-m

en’

medew

erkersbijeenkomst D

en Haag —

24 novem

ber 2009

33

‘Havisten hebben een

andere benadering nodig dan m

bo’ers, dit vergt m

aatwerk’

m

edewerkersbijeenkom

st Rotterdam —

2 novem

ber 2009

34

‘De factor tijd belem

mert

regelmatig de kw

aliteit en professionaliteit, er is be-hoefte aan m

eer ruimte op

dat gebied’

medew

erkersbijeenkomst D

ordrecht —

8 december 2009

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

01

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

151413

— Opzetten van de Inholland Leercommunity: studenten22 die een opleiding volgen bij Inholland maken tijdens hun studie deel uit van de leercommunity van de hogeschool; door dit lidmaatschap uit te breiden tot na hun opleiding, krij-gen studenten de mogelijkheid om ook tijdens hun werkzame leven een beroep te doen op de hogeschool en de profes-sionaliseringsmogelijkheden die daar worden geboden23. Inholland volgt op die manier ook actief haar alumni en on-derhoudt contact met hen om hun leervragen te verhelderen en te beantwoorden;

— Doorgroei van de deeltijdopleidingen: al sinds het begin van haar bestaan maken deeltijdopleidingen een belangrijk deel uit van het totale aanbod aan opleidingen van de hogeschool; de volgende stap is de verdere doorgroei van deze opleidingen en het toegankelijk maken daarvan voor meer doelgroepen; op maat gesneden trajecten moeten hier het uitgangspunt gaan vormen;

— Flexibilisering van het onderwijsaanbod: de kennis en expertise24 die in de hogeschool is opgenomen in de onder-wijsprogramma’s wordt op flexibele wijze toegankelijk ge-maakt voor meer doelgroepen; het onderwijsportfolio wordt daardoor veel gedifferentieerder samengesteld;

— Uitbouw van de regionale loketten25: in elke regio is Inholland vertegenwoordigd met een loket waar bedrijven en instellingen terecht kunnen met hun scholingsvragen. In de komende jaren zullen deze loketten uitgroeien tot centra die pro-actief bedrijven en instellingen benaderen om hun vraag om professionalisering26 te inventariseren.

— Uitbouw van het EVC-centrum: het bestaande centrum voor EVC (Erkenning van elders Verworven Competenties) zal uitgroeien tot een hogeschoolbreed centrum met vestigingen in de regio waar iedereen laagdrempelig terecht kan voor validering van de eigen bekwaamheden.

Het brede scala aan lerenden waar Inholland zich met ‘maatwerk27’ op richt, vraagt om een hoge mate van flexibili-teit en differentiatie. Iedere student brengt eigen bagage aan kennis en ervaring met zich mee en heeft individuele wensen ten aanzien van zijn professionele toekomst. ‘One size fits all’ onderwijs past daar niet bij28. Er is meer differentiatie in

de didactische aanpak van het onderwijs noodzakelijk. Dat vraagt om een onderwijskundige investering in het huidige bachelorprogramma. Op dit moment krijgt het competen-tiegerichte onderwijs vooral een vertaling in de vorm van projectonderwijs. De wijze waarop dit projectonderwijs wordt verzorgd verdient een kwaliteitsimpuls. Daarnaast is het nood-zakelijk dat er meer variatie komt in de didactische werk- vormen die worden ingezet. Een goede mix van colleges – al dan niet digitaal – en groepswerkvormen moet voorkomen dat het onderwijs eenzijdig is. De huidige student maakt gebruik van allerlei technologische mogelijkheden, is actief in digitale communities en het gebruik van ICT is volstrekt vanzelfsprekend. Dit biedt volop mogelijkheden om daar in het onderwijs op een creatieve manier mee om te gaan.

De differentiatie in het onderzoek moet ook leiden tot een kwaliteitsverhoging. Onderzoek speelt daar een grote rol in. Door onderzoek een structurele plaats in het onderwijspro-gramma te geven en studenten uit te dagen om actief te parti-ciperen in onderzoekstrajecten, al dan niet onder begeleiding van lectoren, wordt een kwaliteitsimpuls aan het onderwijs gegeven.

De verschillende levensfasen29 en achtergronden van studenten vragen om verschillende vormen en inhoud van be-geleiding. Zo is bekend dat jongeren30 van een jaar of achttien nog niet voldoende over de zelfstandigheid en het zelfstu-rende vermogen beschikken om een studie goed te kunnen organiseren. Begeleiding binnen Inholland gaat daarom over het ontwikkelen van zowel studievaardigheden als loopbaan-vaardigheden en is in hoge mate persoonlijk; de behoeften en voorkeuren van de lerende staan daarbij centraal.

Tot slot zien we in toenemende mate dat in de huidige diverse, multiculturele en globaliserende samenleving het niet langer reëel is te verwachten dat iedereen op dezelfde manier kan instromen en op dezelfde wijze reeds aanwezige talenten en competenties kan aantonen. Werkende professionals heb-ben mogelijk meer (maar per individu verschillende) bagage dan beginnende professionals, maar ook bij studenten die rechtstreeks van het middelbaar onderwijs komen zijn steeds meer onderlinge verschillen in niveau waarneembaar. Het is aan de instelling om actief in te spelen op deze verschillen.

— Didactische impuls voor het onderwijs31: per opleiding is een inventarisatie nodig van de gehanteerde didactische

werkvormen en een onderzoek naar mogelijkheden om dit arsenaal aan werkvormen uit te breiden inclusief de beno-digde professionalisering om dit te realiseren;

— E-learning: uitbreiden en beter benutten van de mogelijkheden van digitalisering in het onderwijs, mede met het oog op de doelgroep van de werkende professional;

— Screening onderwijsproducten: in samenhang32 met het eerste focuspunt is het noodzakelijk na te gaan op welke wijze de flexibilisering van het onderwijsaanbod kan plaats-vinden; het gaat hier onder meer over het identificeren van groepen studenten die een specifieke aanpak vragen om ‘hun kansen op studiesucces te vergroten; hiertoe hoort ook een vergroting van het aanbod van Summercourses om studenten optimaal toe te rusten voor de start van een opleiding;

— Instroom op maat: in nauw contact33 met het toeleve-rend onderwijs, de ROC’s en de vo-instellingen in de regio’s wordt de aansluiting voor studenten geoptimaliseerd; verder zal het intakegesprek bij aanvang van de studie langzamer-hand plaats gaan maken voor een intake-assessment waarbij ook de elders verworven competenties aan bod komen.

Kwaliteit leveren blijft hoog in het vaandel staan bij Inholland. Het niveau en de kwaliteit van het onderwijs, de toetsing en de validering van bekwaamheid worden te allen tijde geborgd. Als we spreken over professionele kwaliteit dan gaat het in onze organisatie over een hoog professioneel niveau voor alle medewerkers: docenten, lectoren, ondersteu-nend personeel en leidinggevenden in alle onderdelen van de organisatie.

Kern van het begrip professionele kwaliteit34 is een ambi-tieuze basishouding: professioneel nieuwsgierig naar nieuwe, betere mogelijkheden, een drang tot continue verbetering en vernieuwing en zich houden aan afspraken.

Om optimale professionele kwaliteit te bereiken, is een mix van medewerkers nodig: een diversiteit van medewerkers binnen alle functies. Vanzelfsprekend verwijst dit naar een multiculturele samenstelling van het medewerkersbestand op alle niveaus; de achtergrond van de medewerkers is als het goed is een afspiegeling van de achtergrond van het studen-tenbestand. Voor de docenten geldt daarnaast dat een

II Didactisch reveil

III Professionele kwaliteit

Concretisering van dit focuspunt

Concretisering van dit focuspunt

Page 17: Instellingsplan Inholland

36

‘Onderw

ijs zou veel meer ‘cultureel

inclusief’ moeten zijn, dus niet alleen

studenten maar ook docenten, dit

vergt hogere eisen’

medew

erkersbijeenkomst H

oofddorp —

23 november 2009

35

‘Onze studentenpopulatie

is heel divers en kent een grote etnische diversiteit: daar m

oeten we op inspe-

len, ook op docentniveau’

managem

entconferentie — 9 decem

ber 2009

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

19181716

Werken aan de verhoging van de professionele kwaliteit, is ook het monitoren van de kwaliteit. Een professional gaat na in hoeverre zijn handelen het gewenste effect heeft gehad en of de ‘klant’ tevreden is, ook op het individuele niveau. Inhollandprofessionals verzamelen 360° feedback over hun functioneren, bij ‘klanten’, studenten, collega’s, leidinggeven-den en andere stakeholders, en gebruiken de resultaten om zichzelf te verbeteren.

— Ontwikkeling van interne certificering: medewerkers moeten in staat worden gesteld om zich voortdurend te ont-wikkelen; hiertoe is een sluitend stelsel van mogelijkheden tot professionalisering nodig met daaraan gekoppeld de interne certificering; deze moet voor docenten gericht zijn op de vier onderdelen vakmanschap, meesterschap, werkveld en het crossculturele gebied. Er zal op termijn een register worden ingesteld, exclusief voor Inhollanddocenten;

— Continue monitoring van kwaliteit: de volgende stap in de ontwikkeling van kwaliteitszorg zal zich meer richten op de professional37; elke medewerker moet in staat zijn de kwaliteit van zijn eigen werk te kunnen verantwoorden.

Op alle niveaus bestaat Inholland uit teams: Inholland als geheel is te beschouwen als een team. Domeinen38, afdelin-gen, clusters, opleidingen, kenniskringen, projecten, vak-groepen en studenten vormen teams. Teams kunnen groot of klein zijn, multidisciplinair of nagenoeg monodisciplinair, en ze kunnen langdurig of kortstondig bestaan. Ze hebben een gemeenschappelijk doel of taak en krijgen de professionele verantwoordelijkheid en het vertrouwen om het doel of de taak, binnen gestelde kaders, te bereiken of uit te voeren. Dit betekent concreet dat medewerkers samen aan een taak werken, intervisie organiseren en open staan voor feedback op elkaar. Samenwerking is cruciaal voor succes en uiteinde-lijk voor kwaliteit.

Voor het onderwijs zullen docenten meer gaan samen-werken in onderwijsinnovatieteams. Deze teams39 dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van het onderwijs40. Docenten bepalen daarbij zelf, binnen gestelde kaders en beschikbare middelen, hoe zij het onder-wijs uitvoeren en verdelen taken. Uiteraard leggen zij verant-woording af voor de keuzes die zij maken en de resultaten die daarmee bereikt worden. Ook innovatie komt voort uit deze teams. Daarbij zoeken docenten actief de samenwerking met vertegenwoordigers van het werkveld en andere deskundi-gen. Deze multidisciplinaire samenwerking in betekenisvolle onderwijsinnovatieteams draagt ertoe bij dat het onderwijs goed is ingebed in de nabije omgeving, gericht op het regio-nale bedrijfsleven.

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6 4 Visie en missie — 10 5 Focuspunten Hogeschool Inholland — 11

6 Leren samenwerk- en in betekenisvolle teams

goede mix35 van hbo-geschoolde docenten en academisch geschoolde docenten nodig is, als ook een mix van generalis-ten en specialisten. Inholland biedt de medewerkers de ruim-te om zich voortdurend te ontwikkelen en de medewerkers vinden het ook vanzelfsprekend om zich te blijven ontplooien.

Het werken aan de professionele kwaliteit is vooral het voortdurend werken aan een professionele attitude: elkaar stimuleren om grensverleggend te denken, om een onder-zoekende houding te hebben en te willen blijven leren en vernieuwen. Dit betekent concreet dat medewerkers zich, net als de instromende studenten, continu professioneel blijven ontwikkelen. Zij vervullen daarin een voorbeeldfunctie voor de beginnende en werkende professionals die bij Inholland studeren. Zij houden als vanzelfsprekend voortdurend hun kennis, vaardigheden en competenties op hun eigen vakge-bied bij, maar ook voor wat betreft het beroep en werkveld waarvoor zij opleiden en hun beroepsuitoefening. Medewer-kers van Inholland werken in een multiculturele organisatie, met een grote diversiteit van mensen en een grote diversiteit aan leertrajecten36. Dat maakt het ontwikkelen van internatio-nale en crossculturele competenties noodzakelijk.

Even vanzelfsprekend als zich blijven ontwikkelen, is het voor de Inhollandmedewerker vanzelfsprekend om zijn professionele kwaliteit aan te tonen door zich periodiek intern te laten certificeren. Op zijn vakmanschap, zijn meesterschap, zijn praktijkgerichtheid en internationale en crossculturele bekwaamheid.

Figuur 1 de vier kwadranten van het Inhollandkeurmerk voor medewerkers

Docenten, lectoren, medewerkers, bedrijfsleven uit de regio en de studenten van Inholland vormen samen een leercommunity waar talent -, product- en kennisontwikkeling centraal staan, zowel in de ‘echte’ als in de virtuele wereld41. Iedere lerende, docent, medewerker, alumnus, bedrijfsrela-tie is lid van deze community en wordt daarbinnen als een professional behandeld en benaderd42. Binnen de community staan kennis ontwikkelen, problemen oplossen en permanent leren centraal. De leden hebben via de community toegang tot kennisbronnen en staan in contact met experts, collega’s, opdrachtgevers en opdrachtnemers, delen een scala aan ervaringen en vinden digitaal ook materialen, producten en portfolio’s. De community ontsluit ook kennis en arbeids- potentieel voor het beroepenveld, via medewerkers en studenten. Vanuit het beroepenveld kunnen onderzoeks-vragen in de community naar voren worden gebracht. Deze vragen kunnen input vormen voor authentieke opdrachten, stages, afstudeeropdrachten of onderzoeksopdrachten.

Lidmaatschap van de Inholland Leercommunity is voor het leven43. Ieder lid schuift op enig moment op van lerende naar expert of opdrachtgever om later in de loopbaan wellicht weer in de rol van lerende te schuiven om competenties op te waarderen of aan te vullen.

Het vormen van een leercommunity vraagt verbonden-heid, vertrouwen en verantwoordelijkheid. Een gemeen-schappelijk doel nastreven, elkaar helpen en ondersteunen, afspraken nakomen, elkaars expertises benutten, mensen hun werk laten doen maar ook elkaar aanspreken als het niet goed gaat: onder die condities kan een instelling als Inholland zijn missie vervullen.

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6 4 Visie en missie — 10 5 Focuspunten Hogeschool Inholland — 11 6 Leren samenwerken in betekenisvolle teams — 18

7 De Inholland leercommunity

Vakmanschap inhoudelijk

Wisselwerking met het werkveld

Internationale en crossculturele competentie

Meesterschap didactisch

Concretisering van dit focuspunt

Page 18: Instellingsplan Inholland

37

‘Docenten m

oeten voldoende invloed hebben op het lesprogram

ma’

m

edewerkersbijeenkom

st Rotterdam —

2 november 2009

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

19181716

Werken aan de verhoging van de professionele kwaliteit, is ook het monitoren van de kwaliteit. Een professional gaat na in hoeverre zijn handelen het gewenste effect heeft gehad en of de ‘klant’ tevreden is, ook op het individuele niveau. Inhollandprofessionals verzamelen 360° feedback over hun functioneren, bij ‘klanten’, studenten, collega’s, leidinggeven-den en andere stakeholders, en gebruiken de resultaten om zichzelf te verbeteren.

— Ontwikkeling van interne certificering: medewerkers moeten in staat worden gesteld om zich voortdurend te ont-wikkelen; hiertoe is een sluitend stelsel van mogelijkheden tot professionalisering nodig met daaraan gekoppeld de interne certificering; deze moet voor docenten gericht zijn op de vier onderdelen vakmanschap, meesterschap, werkveld en het crossculturele gebied. Er zal op termijn een register worden ingesteld, exclusief voor Inhollanddocenten;

— Continue monitoring van kwaliteit: de volgende stap in de ontwikkeling van kwaliteitszorg zal zich meer richten op de professional37; elke medewerker moet in staat zijn de kwaliteit van zijn eigen werk te kunnen verantwoorden.

Op alle niveaus bestaat Inholland uit teams: Inholland als geheel is te beschouwen als een team. Domeinen38, afdelin-gen, clusters, opleidingen, kenniskringen, projecten, vak-groepen en studenten vormen teams. Teams kunnen groot of klein zijn, multidisciplinair of nagenoeg monodisciplinair, en ze kunnen langdurig of kortstondig bestaan. Ze hebben een gemeenschappelijk doel of taak en krijgen de professionele verantwoordelijkheid en het vertrouwen om het doel of de taak, binnen gestelde kaders, te bereiken of uit te voeren. Dit betekent concreet dat medewerkers samen aan een taak werken, intervisie organiseren en open staan voor feedback op elkaar. Samenwerking is cruciaal voor succes en uiteinde-lijk voor kwaliteit.

Voor het onderwijs zullen docenten meer gaan samen-werken in onderwijsinnovatieteams. Deze teams39 dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van het onderwijs40. Docenten bepalen daarbij zelf, binnen gestelde kaders en beschikbare middelen, hoe zij het onder-wijs uitvoeren en verdelen taken. Uiteraard leggen zij verant-woording af voor de keuzes die zij maken en de resultaten die daarmee bereikt worden. Ook innovatie komt voort uit deze teams. Daarbij zoeken docenten actief de samenwerking met vertegenwoordigers van het werkveld en andere deskundi-gen. Deze multidisciplinaire samenwerking in betekenisvolle onderwijsinnovatieteams draagt ertoe bij dat het onderwijs goed is ingebed in de nabije omgeving, gericht op het regio-nale bedrijfsleven.

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6 4 Visie en missie — 10 5 Focuspunten Hogeschool Inholland — 11

6 Leren samenwerk- en in betekenisvolle teams

goede mix35 van hbo-geschoolde docenten en academisch geschoolde docenten nodig is, als ook een mix van generalis-ten en specialisten. Inholland biedt de medewerkers de ruim-te om zich voortdurend te ontwikkelen en de medewerkers vinden het ook vanzelfsprekend om zich te blijven ontplooien.

Het werken aan de professionele kwaliteit is vooral het voortdurend werken aan een professionele attitude: elkaar stimuleren om grensverleggend te denken, om een onder-zoekende houding te hebben en te willen blijven leren en vernieuwen. Dit betekent concreet dat medewerkers zich, net als de instromende studenten, continu professioneel blijven ontwikkelen. Zij vervullen daarin een voorbeeldfunctie voor de beginnende en werkende professionals die bij Inholland studeren. Zij houden als vanzelfsprekend voortdurend hun kennis, vaardigheden en competenties op hun eigen vakge-bied bij, maar ook voor wat betreft het beroep en werkveld waarvoor zij opleiden en hun beroepsuitoefening. Medewer-kers van Inholland werken in een multiculturele organisatie, met een grote diversiteit van mensen en een grote diversiteit aan leertrajecten36. Dat maakt het ontwikkelen van internatio-nale en crossculturele competenties noodzakelijk.

Even vanzelfsprekend als zich blijven ontwikkelen, is het voor de Inhollandmedewerker vanzelfsprekend om zijn professionele kwaliteit aan te tonen door zich periodiek intern te laten certificeren. Op zijn vakmanschap, zijn meesterschap, zijn praktijkgerichtheid en internationale en crossculturele bekwaamheid.

Figuur 1 de vier kwadranten van het Inhollandkeurmerk voor medewerkers

Docenten, lectoren, medewerkers, bedrijfsleven uit de regio en de studenten van Inholland vormen samen een leercommunity waar talent -, product- en kennisontwikkeling centraal staan, zowel in de ‘echte’ als in de virtuele wereld41. Iedere lerende, docent, medewerker, alumnus, bedrijfsrela-tie is lid van deze community en wordt daarbinnen als een professional behandeld en benaderd42. Binnen de community staan kennis ontwikkelen, problemen oplossen en permanent leren centraal. De leden hebben via de community toegang tot kennisbronnen en staan in contact met experts, collega’s, opdrachtgevers en opdrachtnemers, delen een scala aan ervaringen en vinden digitaal ook materialen, producten en portfolio’s. De community ontsluit ook kennis en arbeids- potentieel voor het beroepenveld, via medewerkers en studenten. Vanuit het beroepenveld kunnen onderzoeks-vragen in de community naar voren worden gebracht. Deze vragen kunnen input vormen voor authentieke opdrachten, stages, afstudeeropdrachten of onderzoeksopdrachten.

Lidmaatschap van de Inholland Leercommunity is voor het leven43. Ieder lid schuift op enig moment op van lerende naar expert of opdrachtgever om later in de loopbaan wellicht weer in de rol van lerende te schuiven om competenties op te waarderen of aan te vullen.

Het vormen van een leercommunity vraagt verbonden-heid, vertrouwen en verantwoordelijkheid. Een gemeen-schappelijk doel nastreven, elkaar helpen en ondersteunen, afspraken nakomen, elkaars expertises benutten, mensen hun werk laten doen maar ook elkaar aanspreken als het niet goed gaat: onder die condities kan een instelling als Inholland zijn missie vervullen.

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6 4 Visie en missie — 10 5 Focuspunten Hogeschool Inholland — 11 6 Leren samenwerken in betekenisvolle teams — 18

7 De Inholland leercommunity

Vakmanschap inhoudelijk

Wisselwerking met het werkveld

Internationale en crossculturele competentie

Meesterschap didactisch

Concretisering van dit focuspunt

Page 19: Instellingsplan Inholland

38

‘Er is behoefte aan m

eer samen-

werking tussen

docenten, waarbij

het mogelijk m

oet zijn om

in een veilige om

geving ook kritisch op elkaar te kunnen zijn’

medew

erkersbijeenkomst D

iemen —

13 oktober 2009

40

‘Als m

ensen de norm

van kwaliteit niet halen,

zouden we m

oeten kijken w

aar hun kwaliteiten w

él liggen, om

deze beter te benutten’

managem

entconferentie — 9 decem

ber 2009

39

‘Teamoverleg is leuk en goed! Laten w

e m

eer focus hebben op het in hun kracht zetten van m

ensen, er is zoveel potentie in de organisatie’

medew

erkersbijeenkomst H

oofddorp —

23 november 2009

inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

19181716

Werken aan de verhoging van de professionele kwaliteit, is ook het monitoren van de kwaliteit. Een professional gaat na in hoeverre zijn handelen het gewenste effect heeft gehad en of de ‘klant’ tevreden is, ook op het individuele niveau. Inhollandprofessionals verzamelen 360° feedback over hun functioneren, bij ‘klanten’, studenten, collega’s, leidinggeven-den en andere stakeholders, en gebruiken de resultaten om zichzelf te verbeteren.

— Ontwikkeling van interne certificering: medewerkers moeten in staat worden gesteld om zich voortdurend te ont-wikkelen; hiertoe is een sluitend stelsel van mogelijkheden tot professionalisering nodig met daaraan gekoppeld de interne certificering; deze moet voor docenten gericht zijn op de vier onderdelen vakmanschap, meesterschap, werkveld en het crossculturele gebied. Er zal op termijn een register worden ingesteld, exclusief voor Inhollanddocenten;

— Continue monitoring van kwaliteit: de volgende stap in de ontwikkeling van kwaliteitszorg zal zich meer richten op de professional37; elke medewerker moet in staat zijn de kwaliteit van zijn eigen werk te kunnen verantwoorden.

Op alle niveaus bestaat Inholland uit teams: Inholland als geheel is te beschouwen als een team. Domeinen38, afdelin-gen, clusters, opleidingen, kenniskringen, projecten, vak-groepen en studenten vormen teams. Teams kunnen groot of klein zijn, multidisciplinair of nagenoeg monodisciplinair, en ze kunnen langdurig of kortstondig bestaan. Ze hebben een gemeenschappelijk doel of taak en krijgen de professionele verantwoordelijkheid en het vertrouwen om het doel of de taak, binnen gestelde kaders, te bereiken of uit te voeren. Dit betekent concreet dat medewerkers samen aan een taak werken, intervisie organiseren en open staan voor feedback op elkaar. Samenwerking is cruciaal voor succes en uiteinde-lijk voor kwaliteit.

Voor het onderwijs zullen docenten meer gaan samen-werken in onderwijsinnovatieteams. Deze teams39 dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van het onderwijs40. Docenten bepalen daarbij zelf, binnen gestelde kaders en beschikbare middelen, hoe zij het onder-wijs uitvoeren en verdelen taken. Uiteraard leggen zij verant-woording af voor de keuzes die zij maken en de resultaten die daarmee bereikt worden. Ook innovatie komt voort uit deze teams. Daarbij zoeken docenten actief de samenwerking met vertegenwoordigers van het werkveld en andere deskundi-gen. Deze multidisciplinaire samenwerking in betekenisvolle onderwijsinnovatieteams draagt ertoe bij dat het onderwijs goed is ingebed in de nabije omgeving, gericht op het regio-nale bedrijfsleven.

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6 4 Visie en missie — 10 5 Focuspunten Hogeschool Inholland — 11

6 Leren samenwerk- en in betekenisvolle teams

goede mix35 van hbo-geschoolde docenten en academisch geschoolde docenten nodig is, als ook een mix van generalis-ten en specialisten. Inholland biedt de medewerkers de ruim-te om zich voortdurend te ontwikkelen en de medewerkers vinden het ook vanzelfsprekend om zich te blijven ontplooien.

Het werken aan de professionele kwaliteit is vooral het voortdurend werken aan een professionele attitude: elkaar stimuleren om grensverleggend te denken, om een onder-zoekende houding te hebben en te willen blijven leren en vernieuwen. Dit betekent concreet dat medewerkers zich, net als de instromende studenten, continu professioneel blijven ontwikkelen. Zij vervullen daarin een voorbeeldfunctie voor de beginnende en werkende professionals die bij Inholland studeren. Zij houden als vanzelfsprekend voortdurend hun kennis, vaardigheden en competenties op hun eigen vakge-bied bij, maar ook voor wat betreft het beroep en werkveld waarvoor zij opleiden en hun beroepsuitoefening. Medewer-kers van Inholland werken in een multiculturele organisatie, met een grote diversiteit van mensen en een grote diversiteit aan leertrajecten36. Dat maakt het ontwikkelen van internatio-nale en crossculturele competenties noodzakelijk.

Even vanzelfsprekend als zich blijven ontwikkelen, is het voor de Inhollandmedewerker vanzelfsprekend om zijn professionele kwaliteit aan te tonen door zich periodiek intern te laten certificeren. Op zijn vakmanschap, zijn meesterschap, zijn praktijkgerichtheid en internationale en crossculturele bekwaamheid.

Figuur 1 de vier kwadranten van het Inhollandkeurmerk voor medewerkers

Docenten, lectoren, medewerkers, bedrijfsleven uit de regio en de studenten van Inholland vormen samen een leercommunity waar talent -, product- en kennisontwikkeling centraal staan, zowel in de ‘echte’ als in de virtuele wereld41. Iedere lerende, docent, medewerker, alumnus, bedrijfsrela-tie is lid van deze community en wordt daarbinnen als een professional behandeld en benaderd42. Binnen de community staan kennis ontwikkelen, problemen oplossen en permanent leren centraal. De leden hebben via de community toegang tot kennisbronnen en staan in contact met experts, collega’s, opdrachtgevers en opdrachtnemers, delen een scala aan ervaringen en vinden digitaal ook materialen, producten en portfolio’s. De community ontsluit ook kennis en arbeids- potentieel voor het beroepenveld, via medewerkers en studenten. Vanuit het beroepenveld kunnen onderzoeks-vragen in de community naar voren worden gebracht. Deze vragen kunnen input vormen voor authentieke opdrachten, stages, afstudeeropdrachten of onderzoeksopdrachten.

Lidmaatschap van de Inholland Leercommunity is voor het leven43. Ieder lid schuift op enig moment op van lerende naar expert of opdrachtgever om later in de loopbaan wellicht weer in de rol van lerende te schuiven om competenties op te waarderen of aan te vullen.

Het vormen van een leercommunity vraagt verbonden-heid, vertrouwen en verantwoordelijkheid. Een gemeen-schappelijk doel nastreven, elkaar helpen en ondersteunen, afspraken nakomen, elkaars expertises benutten, mensen hun werk laten doen maar ook elkaar aanspreken als het niet goed gaat: onder die condities kan een instelling als Inholland zijn missie vervullen.

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6 4 Visie en missie — 10 5 Focuspunten Hogeschool Inholland — 11 6 Leren samenwerken in betekenisvolle teams — 18

7 De Inholland leercommunity

Vakmanschap inhoudelijk

Wisselwerking met het werkveld

Internationale en crossculturele competentie

Meesterschap didactisch

Concretisering van dit focuspunt

Page 20: Instellingsplan Inholland

Tekst Hogeschool Inholland Samenstelling Hogeschool Inholland Ontwerp Studio Dumbar, Rotterdam Druk Jurriaans Lindenbaum Grafimedia, Amsterdam Oplage 5000 stuks Datum juli 2010

41

‘De H

ogeschool is er niet alléén voor het volgen van een studie, m

aar is een instituut voor het leven, hiervoor is het nodig om

vanuit een ander concept te denken: sam

en gem

eenschappelijke geschiedenis schrijven’

medew

erkersbijeenkomst H

oofddorp —

23 november 2009

42

‘Een studentenvolgsysteem is

wenselijk, w

aarin alle informatie

over een student wordt vastgelegd’

m

edewerkersbijeenkom

st Den H

aag — 24 novem

ber 2009

43

‘Alum

nibeleid is vanaf het begin van de opleiding al van belang, w

aardoor ook op term

ijn beter contact kan w

orden onderhouden m

et stu-denten’

medew

erkersbij-eenkom

st Hoofddorp —

23 novem

ber 2009in

stel

ling

spla

n 2

01

0 —

20

16

Inst

ellin

gsp

lan

20

10

— 2

01

6

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

Pro

fess

ion

eel m

aatw

erk

19181716

Werken aan de verhoging van de professionele kwaliteit, is ook het monitoren van de kwaliteit. Een professional gaat na in hoeverre zijn handelen het gewenste effect heeft gehad en of de ‘klant’ tevreden is, ook op het individuele niveau. Inhollandprofessionals verzamelen 360° feedback over hun functioneren, bij ‘klanten’, studenten, collega’s, leidinggeven-den en andere stakeholders, en gebruiken de resultaten om zichzelf te verbeteren.

— Ontwikkeling van interne certificering: medewerkers moeten in staat worden gesteld om zich voortdurend te ont-wikkelen; hiertoe is een sluitend stelsel van mogelijkheden tot professionalisering nodig met daaraan gekoppeld de interne certificering; deze moet voor docenten gericht zijn op de vier onderdelen vakmanschap, meesterschap, werkveld en het crossculturele gebied. Er zal op termijn een register worden ingesteld, exclusief voor Inhollanddocenten;

— Continue monitoring van kwaliteit: de volgende stap in de ontwikkeling van kwaliteitszorg zal zich meer richten op de professional37; elke medewerker moet in staat zijn de kwaliteit van zijn eigen werk te kunnen verantwoorden.

Op alle niveaus bestaat Inholland uit teams: Inholland als geheel is te beschouwen als een team. Domeinen38, afdelin-gen, clusters, opleidingen, kenniskringen, projecten, vak-groepen en studenten vormen teams. Teams kunnen groot of klein zijn, multidisciplinair of nagenoeg monodisciplinair, en ze kunnen langdurig of kortstondig bestaan. Ze hebben een gemeenschappelijk doel of taak en krijgen de professionele verantwoordelijkheid en het vertrouwen om het doel of de taak, binnen gestelde kaders, te bereiken of uit te voeren. Dit betekent concreet dat medewerkers samen aan een taak werken, intervisie organiseren en open staan voor feedback op elkaar. Samenwerking is cruciaal voor succes en uiteinde-lijk voor kwaliteit.

Voor het onderwijs zullen docenten meer gaan samen-werken in onderwijsinnovatieteams. Deze teams39 dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van het onderwijs40. Docenten bepalen daarbij zelf, binnen gestelde kaders en beschikbare middelen, hoe zij het onder-wijs uitvoeren en verdelen taken. Uiteraard leggen zij verant-woording af voor de keuzes die zij maken en de resultaten die daarmee bereikt worden. Ook innovatie komt voort uit deze teams. Daarbij zoeken docenten actief de samenwerking met vertegenwoordigers van het werkveld en andere deskundi-gen. Deze multidisciplinaire samenwerking in betekenisvolle onderwijsinnovatieteams draagt ertoe bij dat het onderwijs goed is ingebed in de nabije omgeving, gericht op het regio-nale bedrijfsleven.

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6 4 Visie en missie — 10 5 Focuspunten Hogeschool Inholland — 11

6 Leren samenwerk- en in betekenisvolle teams

goede mix35 van hbo-geschoolde docenten en academisch geschoolde docenten nodig is, als ook een mix van generalis-ten en specialisten. Inholland biedt de medewerkers de ruim-te om zich voortdurend te ontwikkelen en de medewerkers vinden het ook vanzelfsprekend om zich te blijven ontplooien.

Het werken aan de professionele kwaliteit is vooral het voortdurend werken aan een professionele attitude: elkaar stimuleren om grensverleggend te denken, om een onder-zoekende houding te hebben en te willen blijven leren en vernieuwen. Dit betekent concreet dat medewerkers zich, net als de instromende studenten, continu professioneel blijven ontwikkelen. Zij vervullen daarin een voorbeeldfunctie voor de beginnende en werkende professionals die bij Inholland studeren. Zij houden als vanzelfsprekend voortdurend hun kennis, vaardigheden en competenties op hun eigen vakge-bied bij, maar ook voor wat betreft het beroep en werkveld waarvoor zij opleiden en hun beroepsuitoefening. Medewer-kers van Inholland werken in een multiculturele organisatie, met een grote diversiteit van mensen en een grote diversiteit aan leertrajecten36. Dat maakt het ontwikkelen van internatio-nale en crossculturele competenties noodzakelijk.

Even vanzelfsprekend als zich blijven ontwikkelen, is het voor de Inhollandmedewerker vanzelfsprekend om zijn professionele kwaliteit aan te tonen door zich periodiek intern te laten certificeren. Op zijn vakmanschap, zijn meesterschap, zijn praktijkgerichtheid en internationale en crossculturele bekwaamheid.

Figuur 1 de vier kwadranten van het Inhollandkeurmerk voor medewerkers

Docenten, lectoren, medewerkers, bedrijfsleven uit de regio en de studenten van Inholland vormen samen een leercommunity waar talent -, product- en kennisontwikkeling centraal staan, zowel in de ‘echte’ als in de virtuele wereld41. Iedere lerende, docent, medewerker, alumnus, bedrijfsrela-tie is lid van deze community en wordt daarbinnen als een professional behandeld en benaderd42. Binnen de community staan kennis ontwikkelen, problemen oplossen en permanent leren centraal. De leden hebben via de community toegang tot kennisbronnen en staan in contact met experts, collega’s, opdrachtgevers en opdrachtnemers, delen een scala aan ervaringen en vinden digitaal ook materialen, producten en portfolio’s. De community ontsluit ook kennis en arbeids- potentieel voor het beroepenveld, via medewerkers en studenten. Vanuit het beroepenveld kunnen onderzoeks-vragen in de community naar voren worden gebracht. Deze vragen kunnen input vormen voor authentieke opdrachten, stages, afstudeeropdrachten of onderzoeksopdrachten.

Lidmaatschap van de Inholland Leercommunity is voor het leven43. Ieder lid schuift op enig moment op van lerende naar expert of opdrachtgever om later in de loopbaan wellicht weer in de rol van lerende te schuiven om competenties op te waarderen of aan te vullen.

Het vormen van een leercommunity vraagt verbonden-heid, vertrouwen en verantwoordelijkheid. Een gemeen-schappelijk doel nastreven, elkaar helpen en ondersteunen, afspraken nakomen, elkaars expertises benutten, mensen hun werk laten doen maar ook elkaar aanspreken als het niet goed gaat: onder die condities kan een instelling als Inholland zijn missie vervullen.

Voorwoord — 1 1 Inleiding — 4 2 Externe analyse: trends en ontwikkelingen — 3 3 Interne analyse: hoe staat Inholland ervoor? — 6 4 Visie en missie — 10 5 Focuspunten Hogeschool Inholland — 11 6 Leren samenwerken in betekenisvolle teams — 18

7 De Inholland leercommunity

Vakmanschap inhoudelijk

Wisselwerking met het werkveld

Internationale en crossculturele competentie

Meesterschap didactisch

Concretisering van dit focuspunt