Hoe Lucien Van Impe de ronde won

9
1 ‘Iedereen weet dat Eddy Merckx een fenomeen was, maar je moet tegen hem gekoerst hebben om te weten hoe het écht was.’ lucien van impe ‘W ij krijgen hier nu nog altijd geen gele trui… Nog altijd geen gele trui,… Het is nu 3.42. Wij wachten op de aankomst… 50, 51, 52…’ We zitten ademloos voor de televisie en tellen mee af met commentator Fred De Bruyne. Zou het écht gaan gebeuren, daarboven op Alpe d’Huez? Het zou nog mooier zijn dan in de Ronde van Frankrijk die wij in die bloedhete zomer van 1976 zelf organise- ren met plastic rennertjes en een dobbelsteen. Over de tegels van het buitenpad naar de grijs geschilderde bakstenen trap, die ons peloton omhoog leidt naar de veranda. Daar ligt de aankomst. De dobbelsteen bepaalt wie als eerste de voetmat bereikt en de rit wint. Min of meer toch, want op een of andere manier is dat elke keer dezelfde. We nemen wel meer wensen voor werkelijkheid in onze virtuele Ronde van Frankrijk. Zo rijdt Eddy Merckx vrolijk mee als in zijn beste jaren, terwijl hij er in de echte Tour ’76 niet bij is. Joop Zoete- melk? Het is al erg genoeg dat we ons via radio en televisie vreselijk moeten ergeren aan die vervloekte wieltjeszuiger. Voor onze Ronde is hij gediskwalificeerd wegens dopinggebruik of iets onsympathieks van die orde. Het coureurke in de groene trui is Freddy Maertens. De snelste van allemaal in de spurt en als je wint, heb je vrienden. Het Brooklyn-

description

Waar was u toen Lucien Van Impe de Tour won? De laatste Belgische eindzege in de Ronde van Frankrijk is een mijlpaal in het sportgeheugen, maar er gebeurde veel meer in die magische koerszomer van 1976. Het hele land werd gek bij de doortocht van de Ronde in Mere, Leuven en Bornem. Freddy Maertens won acht (!) etappes én de groene trui, maar hij worstelde met het publiek en met Lomme Driessens. En waarom was Eddy Merckx er eigenlijk niet bij? Hoe Lucien Van Impe de Ronde won, reconstrueert de intriges en strategieën achter de triomf van Van Impe, maar staat ook stil bij de merkwaardige, soms tragikomische verhalen in de marge. De gele-truidrager die op het podium uit de kleren moet voor een minister, kopmannen die ontvoerd worden door hun eigen sportdirecteur, knechten die zich zo kapot fietsen om hun vrouw te zien dat ze moeten opgeven, doping­controleurs die vreemde dingen vaststellen, onder meer die ene emmer water die de Tour-geschiedenis had kunnen veranderen…

Transcript of Hoe Lucien Van Impe de ronde won

Page 1: Hoe Lucien Van Impe de ronde won

1

‘Iedereen weet dat Eddy Merckx een fenomeen was, maar jemoet tegen hem gekoerst hebben om te weten hoe het écht was.’

lucien van impe

‘Wij krijgen hier nu nog altijd geen gele trui… Nog altijd geengele trui,… Het is nu 3.42. Wij wachten op de aankomst…

50, 51, 52…’ We zitten ademloos voor de televisie en tellen mee afmet commentator Fred De Bruyne. Zou het écht gaan gebeuren,daarboven op Alpe d’Huez? Het zou nog mooier zijn dan in de Rondevan Frankrijk die wij in die bloedhete zomer van 1976 zelf organise-ren met plastic rennertjes en een dobbelsteen. Over de tegels vanhet buitenpad naar de grijs geschilderde bakstenen trap, die onspeloton omhoog leidt naar de veranda. Daar ligt de aankomst. Dedobbelsteen bepaalt wie als eerste de voetmat bereikt en de rit wint.Min of meer toch, want op een of andere manier is dat elke keerdezelfde.

We nemen wel meer wensen voor werkelijkheid in onze virtueleRonde van Frankrijk. Zo rijdt Eddy Merckx vrolijk mee als in zijnbeste jaren, terwijl hij er in de echte Tour ’76 niet bij is. Joop Zoete-melk? Het is al erg genoeg dat we ons via radio en televisie vreselijkmoeten ergeren aan die vervloekte wieltjeszuiger. Voor onze Rondeis hij gediskwalificeerd wegens dopinggebruik of iets onsympathieksvan die orde.

Het coureurke in de groene trui is Freddy Maertens. De snelstevan allemaal in de spurt en als je wint, heb je vrienden. Het Brooklyn-

Page 2: Hoe Lucien Van Impe de ronde won

10 GEERT DE VRIESE

schaalrennertje daarentegen, dat is een probleemgeval. Roger DeVlaeminck, of toch maar Johan De Muynck? Het is die zomer eenbijna religieuze keuze, na die affaire in de Giro. Ook zij zijn er nietbij in de echte Tour, maar wat moeten we anders? Bernard Thévenet?Die heeft in 1975 het gore lef gehad Eddy Merckx te verslaan, en bijons komt hij er bijgevolg niet in. Raymond Poulidor wel, want diewint toch nooit.

We maken ons plastic peloton compleet met exoten van wie wedomweg de naam wel leuk vinden: de Luxemburger Johnny Schlecken die vier Zweedse broers Erik, Tomas, Sture en – lachen! – GöstaPettersson. Nog een paar renners die ons op basis van de Sprint--prentjes wel een toffe peer lijken – de mysterieuze blik van de Por-tugees Joaquim Agostinho alleen al – en we zijn klaar voor de start.

Twee exemplaren in een gele trui besparen ons namelijk de hart-verscheurende keuze tussen eeuwige favoriet Merckx en Lucien VanImpe, die het hele land in juli 1976 doet dansen op het ritme vaneuforie en ongeloof. En dat is geen fantasie, maar het hoogtepuntvan een met dramatiek en heroïek doortrokken wielerthriller dieal begint in de Ronde van Frankrijk van 1975, met Merckx en VanImpe in een hoofdrol.

Mere, vrijdagmiddag Mere, vrijdagmiddag Mere, vrijdagmiddag Mere, vrijdagmiddag Mere, vrijdagmiddag 1111111111 juli juli juli juli juli 19751975197519751975 – – – – – ‘Hier zie, kind. Proficiat, hé!Zo’n zoon, dat hebben er niet veel.’ De sfeer is bijzonder uitbundigin Café Van Impe, wanneer de voorzitter van de supportersclub bin-nenstapt met een oer-Vlaamse pot bloemen voor waardin Julia. Haarzoon Lucien heeft zonet de veertiende rit in de Ronde van Frankrijkgewonnen. En hoe! Daarboven, op de top van de Puy-de-Dôme, heefthij Bernard Thévenet, Joop Zoetemelk en – om het helemaal mooite maken – Eddy Merckx achter zich gelaten.

Roger, Philemon, Frank en al die anderen… Allemaal zijn ze er.Allemaal wonen ze in Mere, en allemaal heten ze ‘Van Impe’. Netzoals Jef en Julia natuurlijk, zijn ouders die allebei in de zaak staan.Julia achter de tap in de linkervleugel, waar het cafégedeelte is, Jefmeestal rechts in de fietsenzaak of achterin, in het atelier waar hijwielen, kaders en versnellingsapparaten herstelt. Stamgast Remigaat zitten onder een met zegepalmen behangen muur. Meestalzingt hij uitbundig mee met de hits die uit de jukebox knallen, totgroot jolijt van het hele café. Donna Carmela, Una paloma blanca

Page 3: Hoe Lucien Van Impe de ronde won

11HOE LUCIEN VAN IMPE DE RONDE WON

en – zijn absolute favoriet – Keetje Tippel. Vandaag echter niet. ‘Ikben veel te erg gepakt. ’t Is toch nogal ne coureur, hé? Kom Julia,geef mij nog een pintje.’

Een voor een druppelen de verslaggevers binnen uit het nog verreen vreemde Brussel. De stamgasten weten zo al wat die Jef gaanvragen en wat hij dan zal vertellen, maar ze drinken het toch weerals honing: ‘Lucien was nog maar twee jaar, toen hij al rondreed opzijn driewielerke. De school, dat was niet echt iets voor hem. Opzijn vijftiende moest hij al mee onze krantenronde doen. Dagbla-den in de bussen steken in Mere, maar ook verder. In Erpe, Bam-brugge… Geloof het of niet, maar van al dat harde werken is hij zosterk geworden.’

Het hele café knikt instemmend, en Jef gaat verder: ‘Om drieuur ’s morgens uit zijn bed, met een stapel gazetten de fiets op.Weer of geen weer. Ha ja, ook als het sneeuwt of stormt willen demensen hun krant lezen, hé. Om acht uur kwam Lucien dan terugthuis. Rap een boterhammeke eten, en dan tot ’s middags werkenin de schrijnwerkerij. Doodskisten maken. En in de namiddag wonhij dan koersen.’ Algemeen gelach. ‘Een hard leven, maar onzeLucien is er toch ver mee geraakt! En als ge het mij vraagt, zijn zijnkinderen ook goed op weg. Bartje en Suzy zijn nog maar 4 en 2 jaar,maar ge moest eens zien hoe ze hier rond de biljarttafel crossen.’

In Mere en wijde omtrek is een brug over de snelweg de lastigstehelling, en toch is hier een rasklimmer geboren. ‘Raar, hé?’ lachtJef. ‘Maar de meeste van zijn koersen heeft Lucien in de Walen ge-wonnen. Op de vlakke weg, daar heeft hij het soms moeilijk mee,maar als hij nen bergop onder zijn wielen voelt, dan gaat hij nogaleen gang. Roef, en hij is weg.’ Zelf heeft Jef 48 koersen gewonnen bijde liefhebbers, maar dan moest hij stoppen. ‘Den oorlog, hé. En mijnbroer Remi, die was nog beter: 150 koersen gewonnen!’

Dat verhaal over Bahamontes, dat willen die mannen uit Brus-sel ook nog wel eens horen. Hoe de legendarische Spaanse klimmerLucien had ontdekt bij de amateurs, en vader Van Impe persoonlijkhad aangeraden zijn zoon zo snel mogelijk prof te laten worden.Liefst in een Franse ploeg, had de zesvoudige bergkoning in de Tournog gezegd, dan kunnen ze hem niet kapotmaken op de Vlaamsekasseien en in de kermiskoersen. Wat waren vader en zoon toentrots: advies van hun grote idool in hoogsteigen persoon…

Page 4: Hoe Lucien Van Impe de ronde won

12 GEERT DE VRIESE

De eerste kennismaking met de cols was voor Lucien nochtansniet bijster aangenaam geweest. Echte bergen, die kende hij alleenmaar van postkaarten, toen hij in 1967 deelnam aan de Ronde vande Toekomst. Op de Portet d’Aspet was hij zwaar gevallen en naarhet ziekenhuis gebracht met een aantal breuken dat in de legendealleen maar is vermenigvuldigd. Diezelfde overlevering wil boven-dien dat de val veroorzaakt werd door een Franse renner die Lucienbij een bruusk manoeuvre de weg had afgesneden, een zekere CyrilleGuimard.

Vader Jef vertelt nog een keer – waarom vragen ze dat toch altijdweer? – hoe zijn zoon in 1969 in de Tour zijn debuut had gemaaktbij de profs. ‘Ja, echt waar, in de Ronde van Frankrijk! Dat was zijneerste echte koers als beroepsrenner, en dan moest Lucien nog 23

worden, hé.’ Op dinsdag je vergunning afhalen, de dag nadien jedebuut maken in een criterium in Valenciennes, en dan meteennaar de Tour, in 1969 kon het nog allemaal. En nee, Lucien zag erniet tegenop. Integendeel, zelfs. Naar de Ronde mogen was voor hemeen absolute voorwaarde geweest om het contract te tekenen bij deSonolor-ploeg van sportdirecteur Jean Stablinski.

In de schaduw van de alles en iedereen overvleugelende Merckxhad neoprof Van Impe in de Ronde meteen zijn visitekaartje afgege-ven, als klimmer en als mens. Twaalfde in de eindstand in Parijs, naonder meer een derde plaats in de zware Alpenrit van Thonon-les-Bains naar Chamonix. Daar aan de voet van de Mont Blanc leek hetbovendien alsof de tocht over de Montets en de rauwe Forclaz hemnauwelijks moeite had gekost. Het knipsel uit Sportwereld wordterbij gehaald: ‘De man die de renners na iedere rit een flesje spuit-water overhandigt, holde de kleine Merenaar hijgend achterna. Toenhij bij Lucien kwam, kon hij haast geen woord meer uitbrengen. “Ikheb geen dorst,” antwoordde Van Impe tot de verbouwereerde man.“Drink dat flesje zelf maar uit, ge zult er deugd van hebben.”’ Lucienhad ook wel andere dingen aan zijn hoofd. Of niemand zijn lief hadgezien? Hij wist dat Rita er was, maar hij vond haar nergens.

Nee, ze is er vandaag niet bij om mee te vieren in Café Van Impe.Rita zit in Frankrijk, waar ze Lucien – intussen al vijf jaar haar echt-genoot – heeft zien winnen op de Puy-de-Dôme. Aanvankelijk heeftze de Ronde nog op televisie gevolgd, thuis in de Steenstraat num-mer 5 in – hoe kan het anders? – Mere. Met de kinderen, en ze heeft

Page 5: Hoe Lucien Van Impe de ronde won

13HOE LUCIEN VAN IMPE DE RONDE WON

de handen vol met Bart en Suzy. ‘Als Lucien thuis is, zijn het tweelammetjes. Hij moet nog maar zijn stem verheffen, of ze knikkenal. Ik mag me de longen uit het lijf schreeuwen, ze horen het nieteens.’ Rita heeft zo haar antwoord klaar, wanneer er weer eens ie-mand zegt dat het toch plezierig moet zijn, zo’n weekje vakantie inFrankrijk. ‘Och, wat heb je er eigenlijk aan? Elke dag vroeg opstaan,en als de renners aangekomen zijn, zie je ze in geen uren terug.Wassen, masseren, eten… Pas daarna kun je nog een halfuurtje opde kamer gaan zitten, zoals bij een zieke. Wat ik er dit jaar vanverwacht? Als Lucien tweede wordt na Merckx, een paar ritten winten de bergprijs, is het al goed.’ Om er echter in één adem aan toe tevoegen: ‘Maar ooit zal hij de Ronde winnen.’

Nog één keer terug naar Café Van Impe. Wat vond vader Jef vande overwinning van zijn zoon, vannamiddag op de Puy-de-Dôme?‘Lucien heeft prachtig gereden,’ glundert hij. ‘De Ronde winnen?Neenee, zeker niet zolang Eddy erbij is. Later misschien, als die won-derman het wat kalmer aan gaat doen. Weet ge, Lucien heeft ééngroot voordeel: hij moet niet veel drinken. En dat voor de zoon vaneen cafébaas!’ Nieuwe algemene lachbui in de gelagzaal. ‘En eten?De mijne speelt twee keer zoveel binnen als Merckx. Hoe die datallemaal doet, dat begrijp ik niet. Maar Eddy, dat is er gene vanhier, dat is er ene van een ander planeet.’

Uitgerekend die dag bleek dat zelfs Eddy Merckx niet onsterfe-lijk is.

Puy-de-Dôme, vrijdagavond Puy-de-Dôme, vrijdagavond Puy-de-Dôme, vrijdagavond Puy-de-Dôme, vrijdagavond Puy-de-Dôme, vrijdagavond 1111111111 juli – juli – juli – juli – juli – Lucien Van Impe heeft de ritnaar de top van de Puy-de-Dôme gewonnen op de Vlaamse nationa-le feestdag. Daar is echter nauwelijks aandacht voor, en niet omdathet in 1975 alleen een bijzondere datum is voor een handvol zon-derlingen met een ringbaard en een beeld van Tijl & Nele boven dehaard. Dit is namelijk de dag waarop alles anders wordt voor zowelMerckxisten als anti-Merckxisten. Een tussenweg is er al een heletijd niet meer. Steeds meer mensen zijn uitgekeken op zijn alleen-heerschappij, vooral in Frankrijk. Op de flanken van de Puy-de-Dômeleidt de door giftige commentaren in de kranten en op televisiegevoede hetze tot een zwarte pagina in de wielergeschiedenis. Na-tuurlijk waren er eerder al kampioenen belaagd door opgehitstesupporters, maar dat zijn verhalen uit de prehistorie. Nu is recht-

Page 6: Hoe Lucien Van Impe de ronde won

14 GEERT DE VRIESE

Eddy Merckx tast naar de lever. Tijdens de beklimmingvan de Puy-de-Dôme is hij aangevallen door een

dolgedraaide Franse toeschouwer. De zoveelste tegenslag,en dan moet het ergste nog komen…

Page 7: Hoe Lucien Van Impe de ronde won

15HOE LUCIEN VAN IMPE DE RONDE WON

streeks op televisie te zien hoe Eddy Merckx op 150 meter van detop plots naar zijn zij grijpt. ’s Avonds pas, in de herhalingen, isgoed te merken hoe een man uit de mensenzee aan de kant van deweg naar voor buigt en uithaalt. De Slag In De Lever is een feit.

In de Tour is het incident hét gespreksonderwerp, veel meer dande zege van Van Impe. Alle journalisten maken jacht op de getuige-nis van de wielerhooligan. De primeur gaat naar France-Soir. ‘Ik hebEddy echt niet met opzet een stomp gegeven,’ beweert de dader,ene Nello Breton, een 55-jarige gewezen bakker uit de Auvergne. ‘Inhet gedrang werd ik gewoon de weg op geduwd. Ik struikelde, pro-beerde met mijn armen vooruit mijn evenwicht te herstellen, enhet was gebeurd. Eerlijk waar, ik zou het mezelf nooit vergeven alsEddy hierdoor de Tour verloor. Als het echt mijn bedoeling was ge-weest hem te slaan, dan zou ik gemakkelijk in de menigte hebbenkunnen verdwijnen, toch? Maar ik ben braafjes blijven staan en ikben meegegaan voor de identiteitscontrole. Zeg Eddy dat het mespijt…’

Veel indruk maakt Bretons pleidooi niet bij de Belgische ren-ners in de Tour. Zij zijn er niet voor niets de hele dag getuige vangeweest hoe de flanken van de Puy-de-Dôme hebben gegloeid vande haat voor alles wat Molteni is. Ward Janssens is tijdens de beklim-ming aan zijn zadel vastgehouden, Marc Lievens heeft zich boksendeen weg naar boven moeten banen, en zo is het maar doorgegaan.Le Tour de France au Français, eigen renners eerst, weg met ce conardde Merckx… die sfeer. Niet alleen bij de supporters, trouwens. PierreChany, Fransman, opper-Tourverslaggever en al sinds 1953 chef wiel-rennen van L’Equipe, meldt onverstoord: ‘Ik heb Merckx tijdens debeklimming van de eerste tot de laatste meter gevolgd, op twee,drie meter afstand. Ik heb niets gezien van een vuistslag, zelfs nietsvan een reactie van Merckx.’

Lucien Van Impe reageert recht uit het hart: ‘Zo’n lafaards moe-ten ze direct in het kot draaien, en voor lang genoeg!’ Een uitspraakdie veel grotere krantenkoppen haalt dan de felicitaties die hij vanTourbaas Jacques Goddet krijgt voor zijn eigen prestatie: ‘BravoLucien! Je moet verder aanvallen. Je kunt nog meer, alles is moge-lijk in deze Ronde.’ Zelf ziet Van Impe het anders: ‘Nooit eerder vloogik zo, ik kan tweede worden! Na Merckx, ja, want volgens mij gaatEddy het ondanks alles toch halen.’

Page 8: Hoe Lucien Van Impe de ronde won

16 GEERT DE VRIESE

Van Impe staat op dat ogenblik op vier en een halve minuut vanMerckx, die de volgende ochtend weer in de gele trui start. Hij heeftnet geen minuut voorsprong op Bernard Thévenet.

Achteraf bekeken –Achteraf bekeken –Achteraf bekeken –Achteraf bekeken –Achteraf bekeken – ‘Merckx, dat is er ene van een ander planeet, zozei mijn vader dat inderdaad altijd. En in het peloton hadden wijdat gevoel ook. Nie normaal, nie normaal…’ Ruim dertig jaar laterklinkt de bewondering nog altijd door bij Lucien Van Impe als hijhet over Merckx heeft. ‘Iedereen weet dat Eddy een fenomeen was,maar je moet tegen hem gekoerst hebben om te weten hoe het échtwas. Je kunt dat zelfs niet omschrijven.’

‘Eddy en ik hebben het altijd goed met elkaar kunnen vinden.Na de koers was het altijd gezellig en als we samen criteriums re-den, hadden we veel plezier. Maar op zijne velo… Winnen, winnen,winnen, iets anders bestond er niet voor hem. Zelfs als er in eencriterium gespurt werd voor een salami of een paar kousen – want

Aanvankelijk schittert Eddy Merckx nog als vanouds in de Tour,zoals hier in de tijdrit tussen Fleurance en Auch. ‘Rijden! Koersen!

Rapper! Ik hoor het hem zo nóg roepen,’ zegt Lucien Van Impe,dertig jaar later.

Page 9: Hoe Lucien Van Impe de ronde won

17HOE LUCIEN VAN IMPE DE RONDE WON

zo ging dat toen – moest je nóg niet denken dat Eddy je zou latenwinnen, echt waar. Ik weet nog dat ik hem in het criterium vanAalst eens vroeg of ik niet een paar rondjes alleen voorop mochtrijden, om mijn supporters te plezieren. “Rij maar,” zei hij. Hij lietzijn ploegmaats een beetje tempo maken en ik gerààkte gewoonniet meer weg. Dat was Eddy, hé. Ik denk dat hij niemand ooit eencadeau heeft gedaan. Behalve dan misschien aan zijn ploegmaats.Misschien, hé.’

‘Nee, je kon Eddy beter met rust laten dan tegen hem op te wil-len boksen. Er zijn er die het geprobeerd hebben, zoals Cyrille Gui-mard in de Tour van 1972, maar wat was het resultaat? Knieën ka-pot, en kort daarna was Guimards carrière voorbij. Toch het duelmet Eddy aangaan, tweede of derde in de algemene rangschikkingworden en dan door hem in de vernieling worden gefietst, dat wildeik mezelf niet aandoen. Want dat deed hij dan, hé: hij reed je op mi-nu-ten.’

‘Frans Verbeeck zei ooit na de Ronde van Vlaanderen dat Eddyvijf kilometer per uur sneller reed dan wij, en zo wàs het ook. Alswij met de ploeg probeerden een treintje op te zetten met een ren-ner of drie, vier, dan kwam hij tegen ons rijden en hij ging nogsneller ook. In zijn eentje, hé! Nu, Eddy had zelf ook wel een heelsterk team, hoor. Joseph Bruyère, Jos Deschoenmaecker, Jos Huys-mans, noem ze maar op, dat waren geen gewoon mannen. Als we ernu zo nog een paar hadden in ons land… Die jongens verdiendengoed hun boterham, maar ze moesten er wel keihard voor werken.De hele dag door zag je Eddy met zijn armen zwaaien: “Rijden! Koer-sen!” En “Rapper!”. Ik hoor het hem vandaag zo nog roepen: “Rap-per! Rapper! Rapper!”’