Gewoon jezelf zijn - Managementboek.nl...jezelf zijn en jezelf blijven. Gewoon jezelf zijn – het...
Transcript of Gewoon jezelf zijn - Managementboek.nl...jezelf zijn en jezelf blijven. Gewoon jezelf zijn – het...
14
Gewoon jezelf zijnrustig. Onbezorgd. Onverstoorbaar. Mild. Kwetsbaar. Tevreden. Dat
klinkt als een prettig leven, nietwaar?
‘Moet ik een ander mens worden?’ zou je kunnen denken. Mocht je
het overwegen – een ander mens worden – dan is hier ons advies:
begin er niet aan. Echt. stel dat het zou kunnen, stel dat het inder-
daad lukt een ander mens te worden, wat dan? Ben je er dan? Waar-
schijnlijk niet. Je ontdekt dat ook daar weer van alles mee aan de
hand is. Er is altijd wel wat. Het is nooit goed. Het lijkt misschien
aanlokkelijk, maar als je eenmaal begint met ‘een ander mens worden’
blijf je bezig. Dan is het einde zoek. Je wordt er moe en ontevreden
van. nee, een ander mens worden is geen oplossing en brengt ook
niet het geluk waarnaar we op zoek zijn.
Je hoort weleens iemand enthousiast roepen: ik voel me een ander
mens. Maar is dat zo? Is diegene dan inderdaad een ánder mens? Of
voelt diegene zich juist meer zichzelf? Wij denken dat laatste. Laten
we het daar eens over hebben: jezelf zijn. Dit boek gaat juist over
jezelf zijn. Dit boek gaat niet over iets wórden. Iedereen wil al iets
van je maken of iets verbeteren. Losleven heeft alles te maken met
jezelf zijn en jezelf blijven.
Gewoon jezelf zijn – het klinkt zo makkelijk. Maar dicht bij jezelf
blijven, of in elk geval zo dichtbij mogelijk, gaat niet vanzelf. Vreemd
eigenlijk dat jezelf blijven niet vanzelf gaat. Maar zo is het wel. Het
vraagt iets van je. Er is werk te doen, er zijn keuzes te maken en grenzen
te stellen. Want er komt elke dag nogal wat op je af. Er moet van alles.
Anderen verwachten van alles van je. Je hebt zelf mogelijkheden en
keuzes te over. Elke dag is je agenda vol, je inbox vol en je hoofd vol.
Tijd en aandacht moet je zien te verdelen over familie, vrienden, werk,
vrije tijd, je smartphone, social media en nog veel meer. Dat is veel.
soms te veel. Wat leuk zou moeten zijn, is niet leuk meer. Gedachten
die opkomen, zijn onder meer: Help, ik word geleefd. Wat wil ik
15
nou? Hoe organiseer ik het allemaal? Hoe ‘handle’ ik dit? Het knelt,
er loopt iets aan, er lekt energie weg, het gaat stroef. Voor je het weet,
loop je jezelf voorbij. En dan blijf je dus niet dicht bij jezelf. Je kijkt
om je heen en ziet dat je niet de enige bent die loopt te ploeteren.
Iedereen is druk-druk-druk en heeft stress. De crisis maakt ons onzeker.
Het nieuwe Werken zorgt voor nieuwe Verwarring. De smartphone
versnippert onze aandacht en verstoort ons ritme. Een groeiend aantal
mensen krijgt een burn-out. Kinderen stuiteren overprikkeld in het
rond en hun ouders zijn nog harder op zoek naar rust en balans. Dat
is zo ongeveer het beeld dat wij onszelf voorschotelen en dat ‘de media’
er nog eens inwrijven. En nu? Gaan we moedeloos wachten tot het
beter wordt? Of tot de overheid ons komt redden? Alsjeblieft niet. De
belangrijkste vraag is: hoe ga je hier zelf mee om?
Die vraag houdt ons, ondergetekenden, al een tijd bezig. Je zou de
vraag ook kort kunnen samenvatten tot: hoe wil ik leven in plaats
van geleefd worden? Die vraag is zo allesomvattend en zo onmogelijk
in één keer te beantwoorden, maar dan is wel duidelijk waarover we
het hebben. Losleven, ofwel los leven. Los van de haast, de gekte, de
waan van de dag: gewoon je eigen weg volgen. Zou dat kunnen?
Waarom niet?
Hoe zou je losjes door het leven kunnen gaan? Dankbaar voor alle
mogelijkheden en kansen, maar met een houding van ‘alles op z’n
tijd’ zonder dat het je boven het hoofd groeit? En sociale druk, wat is
dat? Hoezo zou iemand jou gek maken? De klok is een handig hulp-
middel maar dwingt je verder tot niets. Je neemt de tijd. Zorgeloos
treed je het leven tegemoet, maar wel weer met je volle verstand en
verantwoordelijkheidsgevoel (en onthoud: losleven is iets anders dan
erop los leven). Je helpt en laat je helpen. net zo makkelijk als je voor
anderen klaarstaat, durf jij ook de hulp van anderen in te schakelen.
Je bent wakker, wilt ervaringen opdoen, ambities realiseren en hebt
tegelijk het geduld dat nodig is om plannen zich te laten ontvouwen.
16
Het komt goed, dat vertrouwen heb je. Je weet welke richting je op
wilt en wat je te doen staat. Onverschrokken, met een opgeruimd
hoofd en een opgeruimd huis. Zo kunnen we nog wel even verder-
gaan. Het is vrij makkelijk om het zoveelste ideaalplaatje te schetsen.
Laten we bij de realiteit blijven. Het Hier en nu, zoals dat heet.
Ondergesneeuwde kwaliteitenWat heb je nodig in het leven van vandaag? Wat helpt van tijd tot tijd
om te voorkomen dat je geleefd wordt? Zijn er misschien bepaalde
kwaliteiten of eigenschappen waarmee je wat makkelijker, losser, leeft?
Wij hebben onze gedachten daarover laten gaan. Zonder volledig te
willen zijn, kwamen we tot de volgende onderwerpen die we eens
nader wilden onderzoeken.
1. rust in je hoofd
2. Onverstoorbaarheid
3. Less is more
4. Vertragen en tijd maken
5. Kwetsbaarheid
6. Onaangepastheid
7. Tevredenheid
8. Onbezorgdheid
9. Onbevangenheid
10. Mildheid
11. Luchthartigheid
12. Zelfvertrouwen
13. Intuïtie
14. Echtheid
‘Moet ik nu onverstoorbaar worden? En mild? En onaangepast?’ nou
nee. We zijn zo gewend geraakt dat we eerst iets moeten worden. Je
zou bijna vergeten dat je het ook gewoon kunt zijn – zonder work-
shop, cursus of methode of retraite in een Tibetaanse berghut. Het is
niet alleen weggelegd voor gevorderden op het gebied van loslaten.
Als aardse sterveling met een hypotheek die gewoon wekelijks in de
supermarkt komt en geregeld naar de glasbak gaat, kun je al aardige
stappen maken. Ook beginners op het gebied van loslaten kunnen er
iets mee. sterker nog, als kind – toen je nog letterlijk een beginner
17
was in het leven – was je waarschijnlijk onverstoorbaarder dan nu,
onbevangener, kwetsbaarder, minder aangepast, et cetera. Het zijn
kwaliteiten die ondergesneeuwd zijn geraakt. Je hebt geleerd dat jezelf
aanpassen je iets oplevert. Dat kwetsbaarheid soms pijn doet. Je hebt
van alles afgeleerd. En nieuwe gewoontes en gedrag aangeleerd: op
school, thuis en op het werk. Dat gaf vrij baan aan de pleasende,
piekerende, plichtsgetrouwe en perfectionistische kant in jezelf (zie
de pagina’s hierna). Deze vier hebben je van alles gebracht maar nu
mogen ze inschikken en ruimte maken voor andere eigenschappen.
Die zitten al in je. nogmaals, je hoeft niets te worden. Je bent het al.
Je hoeft er niets voor te doen, hooguit misschien iets te láten.
Het gaat niet om onverstoorbaar worden, maar om onverstoorbaar
zijn. Het gaat niet om onbevangen worden, het gaat om onbevangen
zijn. Het gaat niet om mild worden, het gaat om mild zijn.
Enzovoort. Maak ruimte, kijk naar de mogelijkheden die je hebt in
de omstandigheden waarin je nu zit. Het gaat erom dat je uitgaat van
jezelf. De onverstoorbare versie van jezelf, níét de onverstoorbare
versie van een ander. Er is niemand die bepaalt hoe je moet worden,
hoe je het moet doen. Blijf dicht bij jezelf en word geen ander mens.
Vergeet het. Onderzoek alle stukjes van jezelf. Ze horen bij elkaar.
Laat ze samenwerken. Het geheel dat ben je zelf.
Ingeborg en Jan Wolter
18
Het Een Miljoen Stappen PlanIn dit boek stellen we een hoop vragen, maar we doen geen moeite
om antwoorden te geven. Is dat luiheid? Gemakzucht? nee, het is een
bewuste keuze die voortkomt uit de overtuiging dat antwoorden niet
uit boeken komen. Inspiratie komt uit boeken, dat wel, hopelijk ook
uit dit boek. Maar antwoorden? Zoek het lekker zelf uit – is onze
vriendelijke en uitnodigend bedoelde boodschap. Dat komt omdat we
licht allergisch zijn geworden voor stappenplannen, how to-methodes
en andersoortige zogenaamde voorgekookte, voorgekauwde ant-
woorden uit boeken, blogs en tijdschriften. Het enige stappenplan
waar we in geloven is het ‘Een Miljoen stappen Plan’. Met al die ge-
luksformules, geheime inzichten, tips & tricks, how to-methodes en
verborgen wijsheden lijkt alles zo makkelijk en zo maakbaar. Geluk,
efficiency, rust in je hoofd, zicht op je potentieel; het lijken wel targets
die we moeten halen. En schijnbaar liggen ze om de hoek. Je hoeft
maar te googelen en je hebt toegang tot meer kennis dan je ooit kunt
bevatten. Je maakt er een coachvraag van. Of anders wordt het een
ontwikkelpunt en volg je een workshop. Iedereen wil helpen. Dat is
fijn en het is met de beste bedoelingen. Het lijkt alsof wijsheid overal
voor het oprapen ligt, alsof panklare oplossingen en antwoorden je
op een presenteerblaadje worden aangereikt. Maar voor je het weet
moet je er weer van alles mee. Als je nu nog niet gelukkig bent, moet
je je echt afvragen wat je nu eigenlijk aan het doen bent. sta je nu nog
niet in je kracht? Oei, dan is er echt iets aan de hand. Benut je je
potentieel nog steeds niet volledig? Tja, dan is dat echt eigen schuld,
dikke bult. Geluk lijkt maakbaar en binnen bereik, maar het irritante
is: je bent er nooit. Eerst dit lezen, doen, volgen, denken en dan... ja,
dán wacht een mooier, gelukkiger, rijker, uitgebalanceerder bestaan,
dan krijg je grip op je leven, rust in je hoofd en succes in je leven.
Maar in de praktijk blijkt al snel dat er weinig van terechtkomt. En
nee, het ligt niet aan jou. Het komt simpelweg omdat jouw antwoorden
19
niet uit boeken komen. En ook niet uit blogs of uit tijdschriften.
Antwoorden komen uit jezelf. Tuurlijk, inspiratie komt overal vandaan.
Maar uiteindelijk gaat het niet om die vijf stappen. Gebruik alles wat
past bij de volgende stap in jouw leven. stap voor stap kom je verder.
Blijf zelf nadenken, uitproberen, gebruik wat past en vind je eigen
antwoorden. En uiteindelijk wordt het jouw eigen Een Miljoen stap-
pen Plan.
Leven in plaats van geleefd worden: stel het niet uit. niemand kan je
exact vertellen hoe dat voor jou moet. Antwoorden die uit jezelf komen,
zijn de enige antwoorden en inzichten waar je wat mee kunt. Daarom
geloven we wel in het Een Miljoen stappen Plan, of eventueel het
Twee Miljoen stappen Plan. Wat je wilt. Waar het om gaat, is dat je
stap voor stap verder komt, met vallen en opstaan. In beweging blijven
en vele kleine haalbare stappen zetten. Elke dag, elke week weer. Dan
kom je er wel. Immers, elke grote reis begint met een eerste stap. Een
kleine stap die je vandaag kunt zetten. niet spectaculair. niets om
meteen over te twitteren of op Facebook te delen. En ook bij de vol-
gende stap is er nog geen sprake van een grote reis. En ook nog niet
bij, precies, je snapt het al, de derde stap. Enzovoort. Wanneer heb je
nu het gevoel dat je een grote reis aan het maken bent? Bij stap hon-
derd? Misschien. Of stap duizend. Misschien als je terugkijkt. Zo,
Een Miljoen stappen, denk je dan. Maar dat doet er helemaal niet
toe. Je bent onderweg, dat is het belangrijkste. Je weet dat je ongeveer
de goede richting op gaat, al kun je ook daarin nog bijsturen. En uit
elke stap mag je voldoening halen. Het gaat niet om het eindpunt.
Als je daar pas gelukkig, in balans, tevreden et cetera kunt zijn, wordt
jouw geduld voortdurend op de proef gesteld. Dan wordt je leven
zoiets als achter die steeds verschuivende worst aan hollen. Dan word
je geleefd. Want wanneer ben je er dan? Wanneer is het doel bereikt?
stel het geluk niet uit en ga er niet te hard naar op zoek, want dan
blijft het altijd net om de hoek lonken. Begin eenvoudig, dichtbij.
20
Het is mooi zo. Vertrouw erop dat je er klaar voor bent. Klaar voor de
volgende stap van je eigen Een Miljoen stappen Plan.
Ruimte makenDe pleasende, piekerende, plichtsgetrouwe en perfectionistische
kanten van jezelf ken je nu wel. Ze hebben alle ruimte gekregen.
Je bent er zelfs ver mee gekomen, want er zit een goede basis in.
‘doseren’ is het toverwoord. Want een overdosis pleasen, piekeren,
plichtsgetrouwheid en perfectionisme is killing.
PleasenKwaliteit: je staat voor anderen klaar
Valkuil: je bent zo bezig om het anderen naar de zin te maken en
verwachtingen van anderen waar te maken, dat je vergeet jezelf te
pleasen
PiekerenKwaliteit: je denkt na
Valkuil: eindeloos niet-productief wikken en wegen zonder een uit-
komst of een beslissing, ook wel twijfelen genoemd
Plichtsgetrouw zijnKwaliteit: mensen kunnen op je rekenen
Valkuil: je kunt geen nee zeggen, buffelt altijd maar door, en in
combinatie met pleasen een fatale cocktail waardoor je over grenzen
heen gaat
PerfectionismeKwaliteit: je wilt het heel, heel goed doen
Valkuil: het lukt nooit, plezier verdwijnt en je ziet over het hoofd wat
er allemaal wél goed is: het is nooit goed genoeg
21
Wat je er ook van vindt, die kanten horen bij je. De uitdaging is om
je kwaliteiten goed te doseren. Te veel piekeren, te veel pleasen, te veel
perfectie, te veel plichtsgetrouwheid: dan zijn anderen blij met wat je
doet. Voor hen ben je heel aardig. Doe nu ook eens net zo aardig tegen
jezelf.
AutomoetismenEr moet zoveel. Daar moeten we het eens over hebben. Bij alles wat
je denkt te moeten, kun je je afvragen: waarom denk ik dat het moet?
Van wie moet dat dan?
Je moet zoveel van jezelf. Het zit gewoon in je systeem. Het gaat
automatisch. Vanzelfsprekend vind je dat iets moet. Wij hebben er
een woord voor bedacht: automoetismen. Het lijkt wel alsof de plaat
in een groef blijft hangen: zo moet het, zo moet het, zo moet het. Iets
moet – omdat je het zo geleerd hebt, omdat je het zo van huis uit
hebt meegekregen, omdat je nou eenmaal zo in elkaar zit, omdat je
vindt dat het zo hoort, omdat iedereen het doet, omdat anderen dat
zo van je verwachten, omdat je dan meedoet met de race, omdat je
dan succes hebt. Maar nu een heel andere vraag: wil je het ook?
Bekijk je automoetismen eens kritisch stuk voor stuk: Van wie moet
dat dan? Wat wil ik ermee? Het kan handig zijn om er een beeld bij
te hebben. stel je voor: om je heen hangen allemaal ballen, de ene
wat groter dan de andere. Grote bubbels. Het lijkt misschien mooi,
maar dat is het niet. Al die ballen voelen als ballast. Het zijn grote
taaie ballen van stevig doorzichtig plastic, een soort transparante
skippyballen. Door die ballen kun je niet vrij om je heen kijken. Ze
houden je tegen. sommige ballen zijn ook best stevig en wegen wel
wat. Ze beperken je uitzicht en bewegingsvrijheid. Chagrijnig word
je ervan, maar mopperen en schelden helpt niet. Elke bal staat voor
iets wat je moet. ‘Ik moet aardig zijn’ staat er op eentje. ‘Ik moet hard
22
werken’ staat op een andere bal. ‘Ik moet alles foutloos doen.’ Elke bal
staat voor iets wat je tegenhoudt en belemmert om los te leven. Los-
laten – dat begint met elke bal bekijken. Eén tegelijk. Welk ‘moetje’
staat er op die bal? En welke vraag kun je erbij stellen die begint met
‘Moet ik...’? En waarom denk je dat het moet? Hoe kom je daarbij?
Van wie moet dat dan? Waar gaat het nou precies om, wat moet je
hiermee en wat wil je hiermee? neem de tijd om elke bal om je hoofd
eens goed te bekijken, en stel je open voor allerlei ontdekkingen die
je kunnen helpen loslaten:
- Ik kan ze langzaam leeg laten lopen zodat ze kleiner worden.
- Hé, als ik heel hard met die bal bezig ben, met die gedachte,
wordt die bal nog groter.
- sommige ballen maak ik zelf steeds groter.
- Hé, als ik er niets mee doe, worden ze vanzelf kleiner.
- Als ik er een week niet aan denk, is ie héél klein geworden.
- Hé, sommige ballen kan ik in één keer kapotprikken!
- sommige ballen lijken luchtig, maar ondertussen...
Kun je het je voorstellen? Loslaten is kijken naar al die dingen die je
jezelf oplegt. Het is de kunst om de bijbehorende bal kleiner te maken,
of weg te schieten als je ’m niet meer nodig hebt. Loslaten heeft met
ballast te maken, hoofd- en bijzaken onderscheiden. Vraag jezelf nu
af: wat moet ik hiermee? niets. Je moet er niets mee.
Wanneer ben ik dan mezelf?Iedereen is een constructie van allerlei stemmingen, invloeden, normen
en waarden – en het is soms een verrassing hoe de chemie uitpakt.
Uiteindelijk ben je een mix van vele versies van jezelf. In een interieur-
tijdschrift schreef een redactielid dat ze voor al haar woonwensen in
feite drie huizen nodig had. ‘Een minimalistisch appartement in de
23
stad én een klein huisje op het platteland én een groot familiehuis’:
drie huizen voor de drie verschillende kanten van zichzelf. Tja, als
geld geen probleem is, zou ik voor die drie kanten ook drie huizen
kopen. Zelf zou ik waarschijnlijk eerder verschillende auto’s kopen.
Op verschillende momenten en bij verschillende gelegenheden en
stemmingen komt er soms een andere kant van jezelf naar boven. De
ene keer ben je relaxed, de andere keer gestrest. soms ga je helemaal
in iets op, dan weer ben je hopeloos afgeleid en ongeconcentreerd.
Je kunt nooit op commando de perfecte cocktail van jezelf maken.
Je bent het product van je omgeving. Dat is zelden een perfecte,
uitgebalanceerde mix, maar wel je eigen versie zoals ie is.
Hoera voor de imperfecte mensHet schijnt voor te komen: mensen die zichzelf 100% perfect vinden.
Ze zijn óf heel snel tevreden óf van een buitenaardse superioriteit.
Zij zullen dit boek waarschijnlijk niet ter hand nemen.
Wie dit boek leest, behoort waarschijnlijk tot de overgrote meerder-
heid die zichzelf niet 100% perfect vindt. En of je er nu wel of niet
vrede mee hebt: join the club! Laten we de imperfectie vieren.
Het gekke is dat we andere mensen vaak wel perfect vinden. Die on-
dernemer die alweer een nieuw bedrijf is gestart en alweer een briljante
media-actie heeft ondernomen en alweer winst maakt: ja, die is perfect.
Dat mooie meisje met die populaire blog die altijd weer überhippe
jurkjes aanheeft, een fantastisch sociaal leven heeft met oesters en
prosecco, in de meest waanzinnige hotels logeert en ook nog alles
weet van moderne kunst: ja, die vinden we pas perfect. Maar wijzelf
zijn niet perfect. Er is hoop. Heb je er weleens bij stilgestaan dat een
ander jou misschien wel perfect vindt? Weet diegene veel. Die kent
maar een deel van jouw verhaal of ziet alleen jouw Twitter-stream of
Facebook-pagina. En denkt: zo, die heeft het mooi voor elkaar. Tot
zover dit hart onder de riem.
24
Als je jezelf niet perfect vindt, kun je twee dingen doen. 1) Blijven
hangen in ontevredenheid, of 2) je erbij neerleggen dat je jezelf niet
perfect vindt en het beste maken van wat je in je hebt, het beste maken
van wat er al is. Dus nogmaals: nee, word geen ander mens. Kijk
losjes naar je automoetismen, neem afstand van het moeten in jezelf,
volg je eigen Een Miljoen stappen Plan en geniet van het leven. Een
los leven. Je bent vrij om te doen en te laten.
25
Moet ik minder piekeren?Moet ik overal aan denken?Moet ik gaan sporten?Moet ik mediteren?Moet ik op yoga?Moet ik gaan hardlopen?Moet ik een hobby nemen?Moet ik een burn-out nemen?
26
Je kent het wel: je hoofd blijft maar doorgaan. Met denken, met piekeren, met tobben, met malen, met zorgen maken, anticiperen, vooruitkijken en terugblikken. Daar is het tenslotte op gebouwd. Maar wat als jij, de eigenaar van dat hoofd, graag even rust wil? Wat te doen aan een hoofd dat zich niet laat afremmen?
Interne monoloog van de tobbende versie van mezelf: ‘O ja, ik moest de
meterstanden nog invullen op de site van Eneco. Waar heb ik dat briefje
waar mijn inlogcode op staat? Of zou ik al te laat zijn en krijg ik weer
zo’n schatting? Wanneer zou die binnenkomen? Ik hoop niet over twee
maanden, dan zijn we net op vakantie geweest, dus blut. Ik hoop dat
het goed gaat met de kinderen op vakantie, dat zwembad zag er wel
klein uit op de foto’s. Gisteren zag ik op het weerbericht dat het daar
trouwens helemaal niet zulk goed weer is.’
Ik heb genoeg van denkenIgnorance is bliss, heet het zo mooi in het Engels. In het nederlands
klinkt het wat schraler: zalig zijn de armen van geest. Dat heeft iets
armoedigs; het geurt naar crisis, zielig, sneu. Maar ik vraag me geregeld
af: zou het niet juist heerlijk zijn om een leeghoofd te zijn? Een beetje
meer Barbie, een beetje minder tante sidonia. Letterlijk maar vooral
figuurlijk de light versie van mezelf.
Het heeft iets paradoxaals natuurlijk, bedenken dat je minder wilt
denken. net als schreeuwen dat iemand niet zo moet schreeuwen.
Zeggen dat je zo van stilte houdt. Praten over wat een doener je eigen-
lijk bent.
nu kun je denken dat leeghoofdigheid iets dommigs heeft. Maar
misschien is het stiekem ontzettend slim. Misschien hebben de mensen
met de leegste hoofden het wel het best bekeken. Zij tobben niet
overmatig, want wat je niet bedenkt, daar kun je ook niet over piekeren.
Waar je niet mee zit, dat kan je ook niet dwarszitten. Hoe meer je
27
weet, hoe meer je twijfelt. Daar denk ik dus geregeld over na – en al-
leen dat geeft al aan dat mijn hoofd veel voller zit dan dat van Barbie.
Ik heb er weleens genoeg van, van al dat gedenk. Er bestaat toch
kunstmatige intelligentie? Zou er ook zoiets zijn als kunstmatige
domheid?
Kan de werkster mijn hoofd even opruimen, ik heb er een zooitje van gemaakt.
Mijn hoofd heeft ADHDIk zal je vertellen waarom ik zo graag leeghoofdig wil zijn. Ik ben
nogal een denker. Ik heb last van gedachtendiarree. En dan heb ik het
vooral over gedachten van het bezorgde soort. Als ik wakker word,
gaan mijn gedachten aan en pas als ik in slaap val, schakelen ze uit.
Ik kan niet goed multitasken, maar ‘bezorgd-denken’ kan ik overal
en altijd. Tijdens het koffiezetten, tijdens het werken en zelfs tijdens
qualitytime met de kinderen, blijven mijn hersenen hyperactief. Ik
kan rustig het een doen en tegelijk irritante things-to-do-lijstjes in
mijn hoofd nalopen, de dag doornemen en me realiseren welke
boodschappen, telefoontjes of actiepunten er nog moeten gebeuren.
Zo’n hoofd, je snapt het, is dodelijk vermoeiend. Ik heb de gewoonte
om ’s morgens bij het wakker worden meteen uit te rekenen hoe lang
ik heb geslapen. Ik kan van die rekensom laten afhangen hoe goed of
slecht ik me voel. Liever zou ik gewoon wakker worden en me uitrek-
ken. Ik zou hooguit van de wekker willen laten afhangen of ik me
nog eens omdraai of uit bed stap. Ik zou graag zelf voelen hoe ik me
voel in plaats van te bedenken hoe ik me voel.
Mijn hoofd is de baas. Ik wil niet geregeerd worden door mijn ge-
dachten, want die gaan met me aan de haal. Mijn hoofd is als een
tirannieke directeur die bevelen vanuit zijn kamer snauwt, mailtjes
28
stuurt en almaar agenda punten toevoegt tijdens de vergadering. Hoe
komt dat? Ik vrees dat ik daar zelf het brein achter ben. Jammer genoeg.
Ik heb mijn hoofd de macht gegeven. Ik zou wel een coup willen
plegen. Een duidelijke aan- en uitknop willen hebben. Zodat ik zelf
weer aan het roer kan gaan staan. Zodat ik af en toe mijn hoofd op
volle toeren kan laten draaien als het nodig is. En ook geregeld mijn
hoofd op vakantie kan sturen. Zo, nu is het uit met dat gedenk. Brein,
neem de rest van de dag maar lekker vrij.
(interne monoloog)
Passen mijn bikini’s eigenlijk nog? Waar liggen die dingen ook
alweer? Hebben de kinderen nog waterschoentjes nodig? Wat hoor
ik nou toch de hele tijd, is dat geboor bij de buren? Met die herrie
kan ik niet nadenken. Zouden ze gaan verbouwen? Ik dacht laatst
nog dat het niet zo goed tussen hen ging, de buurvrouw deed zo
stug. Of zou ze ervan balen dat mijn auto steeds voor hun raam
staat? Als de kinderen zich rond het hotel niet vermaken, ben ik de
hele tijd bezig spelletjes met ze te doen.
Vooruitdenken en in rondjesAls mijn hoofd wat minder hyperactief was, zou ik bijvoorbeeld ook
niet de woorden van andere mensen op een weegschaaltje leggen. Ik
zou niet tobben over wat ik ’s ochtends aandoe, en wat anderen daar-
van zouden denken. Ik zou me niet te vaak druk maken over mijn
baan, mijn gezondheid, die van mijn vader of van mijn kinderen. Ik
zou die laatsten ook ‘intuïtief ’ opvoeden, in plaats van allerhande
boeken erover te lezen. Boeken die, in plaats van me wijzer en kalmer
te maken, me alleen maar onzekerder en gejaagder laten voelen. Ik
zou niet vooruitlopen op de zaken. Dus niet nu al bezorgd zijn of de
kinderen straks anorexia of acne krijgen. Ik zou niet projecteren.
niet proberen te voorkomen dat mijn kinderen net als ik planken-
29
koorts krijgen. Of me zorgen maken over of mijn kinderen ook zulke
tobbers worden…
Ik heb eens rondgevraagd. Goddank ben ik niet de enige. Ik ben niet
gek: bij veel mensen werkt het net zo. Veel mensen hebben een hoofd
dat overuren maakt, dat constant mogelijkheden naast elkaar legt,
risico’s afweegt, probeert de eerste te benutten en op de tweede te
anticiperen. Veel mensen leggen constant hun eigen gedrag en dat
van anderen onder de loep. En dan weer hun eigen gedrag in reactie
op het gedrag van die anderen. Voor je het weet ren je als een dolle
hond rondjes in je hoofd. Een mentale marathon. Het is een wonder
dat we nog weleens wat dóén, als we zoveel tijd kwijt zijn aan denken.
Barbie piekert er niet overBarbies piekeren niet. Barbies zijn piekervrij. Ze wonen in een
piekervrije zone, in een wit-roze paleisje met de Ken van hun dromen.
Ze hebben bovendien een zwembad, een paard plus koets, een camper
en kasten vol kleren. Wat valt er dan nog te piekeren? niets, als het
aan Barbie ligt, maar voor gewone stervelingen is dat anders. Uit onder-
zoek blijkt het volgende:
- 40% van ons gepieker gaat over dingen die zich nooit
zullen voordoen;
- 22% van onze piekersessies gaat over triviale dingen
die eigenlijk de moeite niet waard zijn;
- 4% van ons gepieker gaat over zaken waar we niets aan
kunnen doen;
- 30% van ons gepieker gaat over zaken die in het verleden
plaatsvonden;
- 4% van ons gepieker gaat over dingen waaraan we wel iets
kunnen doen.
Zou het niet mooi zijn als je die eerste drie soorten gepieker gewoon
kon schrappen? Uit je hoofd naar siberië kon verbannen? Punt 4,
30
piekeren over dingen uit het verleden, kan zinvol zijn. Daar kun je
van leren. Die laatste 4% heeft ook potentie, daar kun je wijzer van
worden en wellicht mee voorkomen dat er iets naars gebeurt. Weet
iemand misschien waar ze een zinvol-piekeren-workshop geven?
Misschien moeten er waarschuwingen komen zoals bij drankreclames:
‘Denk, maar pieker met mate.’ Die mogen wat mij betreft ook op
zelfhulpboeken worden geplakt, want in plaats van dat ze rust brengen,
zorgen ze bij mij vaak voor een hoop nieuw gepieker.
Kun je mijn hoofd wat zachter zetten,Ik kan mezelf niet meer horen.
Piekeren voor de lolEr bekruipt me nog iets. Als we zoveel piekeren (ik ga er voor het
gemak maar even van uit dat jij, die dit hoofdstuk zit te lezen, ook
zo’n denker bent, waarom zou je het anders lezen?), is het dan leuk?
Is het een soort hobby? stel dat je in het eerder beschreven lijstje
telkens het woord ‘gepieker’ vervangt door, ik noem maar wat,
‘bloemschikken’. Het levert een beetje kromme zinnen op, maar dan
krijg je zoiets:
- 40% van onze bloemschikkerij levert bloemstukken op die we
nooit ergens neerzetten;
- 22% van onze bloemstukjes is te klein om neer te zetten;
- 4% van onze bloemstukken is voor mensen aan wie we
ze niet kunnen geven;
- 30% van onze bloemstukken is al verlept op het moment
dat we ze maken;
- 4% van onze bloemkunst is bruikbaar.
Dan denk je toch dat de bewuste bloemschikker het doet omdat het
op zijn minst leuk is? Dat het niet uitmaakt of z’n creatie mooi wordt
31
of weg te geven valt, maar dat ie er gewoon lol in heeft? Ha, dat is
misschien geen gek idee. Misschien moet je na elke piekersessie gewoon
denken: hè, dat was effe lekker! Ben ik weer even tot het gaatje gegaan,
dit was een uitmuntende piekersessie. Die had ik echt even nodig. En
hup, over tot de orde van de dag.
(en door gaat de interne monoloog)
Hoeveel kilo bagage mag je tegenwoordig eigenlijk meenemen? Anders
moet ik even zo’n weegriem kopen, zag ik die nou laatst in het
Kruidvat-krantje? Is het oud papier al naar de papierbak? Zou iemand
ons naar het vliegveld kunnen brengen? Hoe laat vliegen we eigen-
lijk ook alweer? O ja, volgende week paspoort ophalen. Wanneer zou
het rustig zijn in het gemeentehuis, ik kan niet zo lang weg van mijn
werk, die deadline is al over drie weken. Had ik de drukker nou al
gebeld? Waar zijn die meterstanden nou?
Piekeren is voor sukkelsEr is iets vreemds aan de hand met piekeren. Vaak blijkt achteraf dat
datgene waar je bang voor was niet is gebeurd. Dus is het tobben
voor niks geweest. net zo vaak blijkt dat iets wel gebeurt, maar dat je
er niks aan kon doen om het te voorkomen. En dan is het feitelijk
ook voor niks geweest.
Dus we piekeren veel (er gaat een troostend effect uit van de cijfers
in dat eerste procentenlijstje; zoals gezegd ben ik dus niet de enige!),
terwijl het in de meeste gevallen geen zin heeft. En we hebben er last
van. Hmm. Laat ik het nog beknopter zeggen: je doet het vaak, het
heeft geen zin en het is vervelend. Het wordt eigenlijk almaar dom-
mer. Dus wie heel veel bezorgd-denkt, is eigenlijk alles behalve slim
bezig. Piekeren is voor losers. Daar knap je niet van op, hè?
Bezorgd-denken is nog iets anders. Je zit mentaal vooruit te schakelen
– naar de toekomst – en terug te schakelen naar het verleden. Alsof je
32
naar een tenniswedstrijd kijkt. Heen en weer. Fast forward en rewind.
De oplettende lezer heeft het al in de gaten: het middenstuk ont-
breekt. Het hier en nu. Het leven van vandaag de dag. Da’s ook zon-
de. Zo meteen is vandaag voorbij terwijl je zat te balen dat het giste-
ren zus was en morgen waarschijnlijk zo. Heb je niet eens gezien dat
het vandaag eigenlijk best leuk is. Life is what happens to you while
you’re busy making plans? nee, life is what happens without you while
you’re busy worrying about it.
Bestaan er ook IKEA-bakken om de dingen in mijn hoofd te ordenen?
Het WaaromWat denk ik te winnen door mijn verlangen naar rust in mijn hoofd?
simpel. Als ik gewoon mijn leven leefde en niet te veel en niet te diep
doordacht en doorpiekerde zou ik er een stuk relaxter in zitten. Leuker
voor mezelf, leuker voor anderen. En het zou me ook een boel vrije
tijd opleveren. Waarom piekert de mens dan toch? De deskundigen
zijn het daar aardig over eens. Dit zijn de piekerpijlers:
- Uit zelfkritiek: had ik niet beter dit of dat kunnen doen, wat als ik
het niet had gezegd... Als je niet oppast voer je complete, strenge
dialogen met jezelf.
- Uit perfectionisme: alles tot in de puntjes goed willen doen, zodat
niets fout kan gaan. En je bent almaar bezig met wat er allemaal
wel niet fout kan gaan.
- Uit drang naar controle: dingen in de hand willen houden. Dit
hangt nauw samen met het denken: als ik alles goed doe, dan gaat
het goed. Maar deze overtuiging heeft ook haar schaduwzijde: als
het fout gaat, heb ik het fout gedaan.
33
Aangenaam: de pleaserWie zijn eigenlijk die piekeraars? Kun je ze ergens aan herkennen? Bij
vacatures staat vaak een functieprofiel, met capaciteiten en eigen-
schappen waarover iemand moet beschikken. Bij seriemoordenaars
en terroristen schijnt men ook te werken met een profiel. Is er bij
wijze van spreken ook een piekeraarsprofiel te maken? Met gemeen-
schappelijke kenmerken? De heersende mening over piekeraars: ze
zijn vaak perfectionistisch, sociaal en willen anderen pleasen. En
daarin gaan ze net een stap te ver. (Goh. Herkenbaar hè? Misschien
kunnen we een keer een dag met zijn allen bij elkaar komen. Een
soort lotgenotendag!) En alsof het nog niet genoeg is, ga je ook nog
eens voor een ander denken. Althans, je denkt dat je weet wat een
ander denkt. Ken je dat? Dat je vast invult wat iemand anders denkt?
De buurvrouw leek laatst een beetje afwezig toen je met haar praatte.
Zou ze balen dat je kinderen herrie maken tijdens het spelen in de
tuin? Je vriendin heeft nu al twee keer niet gereageerd op een sms’je.
Misschien vond ze je verjaarscadeau toch niet zo leuk. Je baas groet
je niet. Hij zal wel zijn twijfels hebben over je functioneren.
Dat noemen we invullen. Je vaart blind op je eigen aannames zonder
de feiten te checken. Je denkt: zou er iets aan de hand zijn? Maar in
plaats van te vragen wat je wilt weten, vul jij het antwoord vast voor
hem of haar in. Dat is best logisch, en meestal is het ook nog heel
aardig bedoeld. Je kent iemand tenslotte, en daarom neem je aan dat
je wel snapt waar bepaald gedrag vandaan komt. Je neemt je invul-
ling, je eigen gedachten, voor het gemak voor waar aan. neem nou
die vriendin die al een paar keer je sms’jes niet heeft beantwoord.
Dat komt op jou vervelend over. Je gaat je afvragen waarom ze dat
doet. Misschien heb je iets verkeerds gezegd en probeert ze je dat
duidelijk te maken? Misschien doet ze niet meer aardig tegen je omdat
ze je niet meer zo aardig víndt? Vervolgens hebben deze gedachten
geheid invloed op jouw gedrag. De volgende keer dat je haar weer
34
ziet, ben je een beetje afwachtend. Je kijkt eerst even de kat uit de
boom, je wilt peilen of het nog wel oké is tussen jullie. Op haar beurt
vraagt je vriendin zich af wat er met jou aan de hand is. Je doet zo
mat, lijkt helemaal niet zoveel plezier te beleven aan jullie afspraak
als anders. Zou jij haar misschien niet meer aardig vinden? En zo zijn
jullie samen lekker voor elkaar aan het invullen.
Misschien moet je wat meer vertrouwen op het communicatie-
vermogen van anderen. We zijn per slot van rekening allemaal volwassen
mensen. Denk je niet dat ze kunnen zeggen wat ze bedoelen? Laten
we eens een maand proberen mensen zélf verantwoordelijk te maken
voor hun communicatie. Als ze iets dwarszit ga je ervan uit dat ze het
zeggen. Je mag ze best een handje helpen door ze te vragen of er iets
aan de hand is. Maar als ze zeggen dat dat niet zo is, dan heb jij je best
gedaan.
(vervolg interne monoloog)
Aha, hier ligt de rekening van de garage, ik moet ze even bellen over dat
de remmen piepen, er zal toch niks mis mee zijn, ik moet volgende
week met vier kinderen naar het strand rijden. Even uitzoeken hoe
dat ook alweer zit met parkeerkaartjes kopen via je mobiel. Ik kan
ook met de trein gaan, dat vinden ze geweldig, dan moet ik wel op
tijd weg, want ik moet mijn ov-chipkaart denk ik weer opladen.
Hersenen? Neuh, lamaarWaarom denken we zoveel? Omdat we ervoor gemaakt zijn. We zijn
nu eenmaal uitgerust met een oplossingsgericht brein. Worden we
geconfronteerd met een probleem, dan proberen we het uit alle
macht op te lossen. En warempel, het lukt vaak ook nog, omdat we
als mens in staat zijn vooruit te kijken en abstract te denken. Dat is
wat ons onderscheidt van bijvoorbeeld de vlo en het stokstaartje.
Dus je kunt het jezelf niet kwalijk nemen. Vooral niet boos worden