Gewoon jezelf zijn - Managementboek.nl...jezelf zijn en jezelf blijven. Gewoon jezelf zijn – het...

21
14 Gewoon jezelf zijn Rustig. Onbezorgd. Onverstoorbaar. Mild. Kwetsbaar. Tevreden. Dat klinkt als een prettig leven, nietwaar? ‘Moet ik een ander mens worden?’ zou je kunnen denken. Mocht je het overwegen – een ander mens worden – dan is hier ons advies: begin er niet aan. Echt. Stel dat het zou kunnen, stel dat het inder- daad lukt een ander mens te worden, wat dan? Ben je er dan? Waar- schijnlijk niet. Je ontdekt dat ook daar weer van alles mee aan de hand is. Er is altijd wel wat. Het is nooit goed. Het lijkt misschien aanlokkelijk, maar als je eenmaal begint met ‘een ander mens worden’ blijf je bezig. Dan is het einde zoek. Je wordt er moe en ontevreden van. Nee, een ander mens worden is geen oplossing en brengt ook niet het geluk waarnaar we op zoek zijn. Je hoort weleens iemand enthousiast roepen: ik voel me een ander mens. Maar is dat zo? Is diegene dan inderdaad een ánder mens? Of voelt diegene zich juist meer zichzelf? Wij denken dat laatste. Laten we het daar eens over hebben: jezelf zijn. Dit boek gaat juist over jezelf zijn. Dit boek gaat niet over iets wórden. Iedereen wil al iets van je maken of iets verbeteren. Losleven heeft alles te maken met jezelf zijn en jezelf blijven. Gewoon jezelf zijn – het klinkt zo makkelijk. Maar dicht bij jezelf blijven, of in elk geval zo dichtbij mogelijk, gaat niet vanzelf. Vreemd eigenlijk dat jezelf blijven niet vanzelf gaat. Maar zo is het wel. Het vraagt iets van je. Er is werk te doen, er zijn keuzes te maken en grenzen te stellen. Want er komt elke dag nogal wat op je af. Er moet van alles. Anderen verwachten van alles van je. Je hebt zelf mogelijkheden en keuzes te over. Elke dag is je agenda vol, je inbox vol en je hoofd vol. Tijd en aandacht moet je zien te verdelen over familie, vrienden, werk, vrije tijd, je smartphone, social media en nog veel meer. Dat is veel. Soms te veel. Wat leuk zou moeten zijn, is niet leuk meer. Gedachten die opkomen, zijn onder meer: Help, ik word geleefd. Wat wil ik

Transcript of Gewoon jezelf zijn - Managementboek.nl...jezelf zijn en jezelf blijven. Gewoon jezelf zijn – het...

14

Gewoon jezelf zijnrustig. Onbezorgd. Onverstoorbaar. Mild. Kwetsbaar. Tevreden. Dat

klinkt als een prettig leven, nietwaar?

‘Moet ik een ander mens worden?’ zou je kunnen denken. Mocht je

het overwegen – een ander mens worden – dan is hier ons advies:

begin er niet aan. Echt. stel dat het zou kunnen, stel dat het inder-

daad lukt een ander mens te worden, wat dan? Ben je er dan? Waar-

schijnlijk niet. Je ontdekt dat ook daar weer van alles mee aan de

hand is. Er is altijd wel wat. Het is nooit goed. Het lijkt misschien

aanlokkelijk, maar als je eenmaal begint met ‘een ander mens worden’

blijf je bezig. Dan is het einde zoek. Je wordt er moe en ontevreden

van. nee, een ander mens worden is geen oplossing en brengt ook

niet het geluk waarnaar we op zoek zijn.

Je hoort weleens iemand enthousiast roepen: ik voel me een ander

mens. Maar is dat zo? Is diegene dan inderdaad een ánder mens? Of

voelt diegene zich juist meer zichzelf? Wij denken dat laatste. Laten

we het daar eens over hebben: jezelf zijn. Dit boek gaat juist over

jezelf zijn. Dit boek gaat niet over iets wórden. Iedereen wil al iets

van je maken of iets verbeteren. Losleven heeft alles te maken met

jezelf zijn en jezelf blijven.

Gewoon jezelf zijn – het klinkt zo makkelijk. Maar dicht bij jezelf

blijven, of in elk geval zo dichtbij mogelijk, gaat niet vanzelf. Vreemd

eigenlijk dat jezelf blijven niet vanzelf gaat. Maar zo is het wel. Het

vraagt iets van je. Er is werk te doen, er zijn keuzes te maken en grenzen

te stellen. Want er komt elke dag nogal wat op je af. Er moet van alles.

Anderen verwachten van alles van je. Je hebt zelf mogelijkheden en

keuzes te over. Elke dag is je agenda vol, je inbox vol en je hoofd vol.

Tijd en aandacht moet je zien te verdelen over familie, vrienden, werk,

vrije tijd, je smartphone, social media en nog veel meer. Dat is veel.

soms te veel. Wat leuk zou moeten zijn, is niet leuk meer. Gedachten

die opkomen, zijn onder meer: Help, ik word geleefd. Wat wil ik

15

nou? Hoe organiseer ik het allemaal? Hoe ‘handle’ ik dit? Het knelt,

er loopt iets aan, er lekt energie weg, het gaat stroef. Voor je het weet,

loop je jezelf voorbij. En dan blijf je dus niet dicht bij jezelf. Je kijkt

om je heen en ziet dat je niet de enige bent die loopt te ploeteren.

Iedereen is druk-druk-druk en heeft stress. De crisis maakt ons onzeker.

Het nieuwe Werken zorgt voor nieuwe Verwarring. De smartphone

versnippert onze aandacht en verstoort ons ritme. Een groeiend aantal

mensen krijgt een burn-out. Kinderen stuiteren overprikkeld in het

rond en hun ouders zijn nog harder op zoek naar rust en balans. Dat

is zo ongeveer het beeld dat wij onszelf voorschotelen en dat ‘de media’

er nog eens inwrijven. En nu? Gaan we moedeloos wachten tot het

beter wordt? Of tot de overheid ons komt redden? Alsjeblieft niet. De

belangrijkste vraag is: hoe ga je hier zelf mee om?

Die vraag houdt ons, ondergetekenden, al een tijd bezig. Je zou de

vraag ook kort kunnen samenvatten tot: hoe wil ik leven in plaats

van geleefd worden? Die vraag is zo allesomvattend en zo onmogelijk

in één keer te beantwoorden, maar dan is wel duidelijk waarover we

het hebben. Losleven, ofwel los leven. Los van de haast, de gekte, de

waan van de dag: gewoon je eigen weg volgen. Zou dat kunnen?

Waarom niet?

Hoe zou je losjes door het leven kunnen gaan? Dankbaar voor alle

mogelijkheden en kansen, maar met een houding van ‘alles op z’n

tijd’ zonder dat het je boven het hoofd groeit? En sociale druk, wat is

dat? Hoezo zou iemand jou gek maken? De klok is een handig hulp-

middel maar dwingt je verder tot niets. Je neemt de tijd. Zorgeloos

treed je het leven tegemoet, maar wel weer met je volle verstand en

verantwoordelijkheidsgevoel (en onthoud: losleven is iets anders dan

erop los leven). Je helpt en laat je helpen. net zo makkelijk als je voor

anderen klaarstaat, durf jij ook de hulp van anderen in te schakelen.

Je bent wakker, wilt ervaringen opdoen, ambities realiseren en hebt

tegelijk het geduld dat nodig is om plannen zich te laten ontvouwen.

16

Het komt goed, dat vertrouwen heb je. Je weet welke richting je op

wilt en wat je te doen staat. Onverschrokken, met een opgeruimd

hoofd en een opgeruimd huis. Zo kunnen we nog wel even verder-

gaan. Het is vrij makkelijk om het zoveelste ideaalplaatje te schetsen.

Laten we bij de realiteit blijven. Het Hier en nu, zoals dat heet.

Ondergesneeuwde kwaliteitenWat heb je nodig in het leven van vandaag? Wat helpt van tijd tot tijd

om te voorkomen dat je geleefd wordt? Zijn er misschien bepaalde

kwaliteiten of eigenschappen waarmee je wat makkelijker, losser, leeft?

Wij hebben onze gedachten daarover laten gaan. Zonder volledig te

willen zijn, kwamen we tot de volgende onderwerpen die we eens

nader wilden onderzoeken.

1. rust in je hoofd

2. Onverstoorbaarheid

3. Less is more

4. Vertragen en tijd maken

5. Kwetsbaarheid

6. Onaangepastheid

7. Tevredenheid

8. Onbezorgdheid

9. Onbevangenheid

10. Mildheid

11. Luchthartigheid

12. Zelfvertrouwen

13. Intuïtie

14. Echtheid

‘Moet ik nu onverstoorbaar worden? En mild? En onaangepast?’ nou

nee. We zijn zo gewend geraakt dat we eerst iets moeten worden. Je

zou bijna vergeten dat je het ook gewoon kunt zijn – zonder work-

shop, cursus of methode of retraite in een Tibetaanse berghut. Het is

niet alleen weggelegd voor gevorderden op het gebied van loslaten.

Als aardse sterveling met een hypotheek die gewoon wekelijks in de

supermarkt komt en geregeld naar de glasbak gaat, kun je al aardige

stappen maken. Ook beginners op het gebied van loslaten kunnen er

iets mee. sterker nog, als kind – toen je nog letterlijk een beginner

17

was in het leven – was je waarschijnlijk onverstoorbaarder dan nu,

onbevangener, kwetsbaarder, minder aangepast, et cetera. Het zijn

kwaliteiten die ondergesneeuwd zijn geraakt. Je hebt geleerd dat jezelf

aanpassen je iets oplevert. Dat kwetsbaarheid soms pijn doet. Je hebt

van alles afgeleerd. En nieuwe gewoontes en gedrag aangeleerd: op

school, thuis en op het werk. Dat gaf vrij baan aan de pleasende,

piekerende, plichtsgetrouwe en perfectionistische kant in jezelf (zie

de pagina’s hierna). Deze vier hebben je van alles gebracht maar nu

mogen ze inschikken en ruimte maken voor andere eigenschappen.

Die zitten al in je. nogmaals, je hoeft niets te worden. Je bent het al.

Je hoeft er niets voor te doen, hooguit misschien iets te láten.

Het gaat niet om onverstoorbaar worden, maar om onverstoorbaar

zijn. Het gaat niet om onbevangen worden, het gaat om onbevangen

zijn. Het gaat niet om mild worden, het gaat om mild zijn.

Enzovoort. Maak ruimte, kijk naar de mogelijkheden die je hebt in

de omstandigheden waarin je nu zit. Het gaat erom dat je uitgaat van

jezelf. De onverstoorbare versie van jezelf, níét de onverstoorbare

versie van een ander. Er is niemand die bepaalt hoe je moet worden,

hoe je het moet doen. Blijf dicht bij jezelf en word geen ander mens.

Vergeet het. Onderzoek alle stukjes van jezelf. Ze horen bij elkaar.

Laat ze samenwerken. Het geheel dat ben je zelf.

Ingeborg en Jan Wolter

18

Het Een Miljoen Stappen PlanIn dit boek stellen we een hoop vragen, maar we doen geen moeite

om antwoorden te geven. Is dat luiheid? Gemakzucht? nee, het is een

bewuste keuze die voortkomt uit de overtuiging dat antwoorden niet

uit boeken komen. Inspiratie komt uit boeken, dat wel, hopelijk ook

uit dit boek. Maar antwoorden? Zoek het lekker zelf uit – is onze

vriendelijke en uitnodigend bedoelde boodschap. Dat komt omdat we

licht allergisch zijn geworden voor stappenplannen, how to-methodes

en andersoortige zogenaamde voorgekookte, voorgekauwde ant-

woorden uit boeken, blogs en tijdschriften. Het enige stappenplan

waar we in geloven is het ‘Een Miljoen stappen Plan’. Met al die ge-

luksformules, geheime inzichten, tips & tricks, how to-methodes en

verborgen wijsheden lijkt alles zo makkelijk en zo maakbaar. Geluk,

efficiency, rust in je hoofd, zicht op je potentieel; het lijken wel targets

die we moeten halen. En schijnbaar liggen ze om de hoek. Je hoeft

maar te googelen en je hebt toegang tot meer kennis dan je ooit kunt

bevatten. Je maakt er een coachvraag van. Of anders wordt het een

ontwikkelpunt en volg je een workshop. Iedereen wil helpen. Dat is

fijn en het is met de beste bedoelingen. Het lijkt alsof wijsheid overal

voor het oprapen ligt, alsof panklare oplossingen en antwoorden je

op een presenteerblaadje worden aangereikt. Maar voor je het weet

moet je er weer van alles mee. Als je nu nog niet gelukkig bent, moet

je je echt afvragen wat je nu eigenlijk aan het doen bent. sta je nu nog

niet in je kracht? Oei, dan is er echt iets aan de hand. Benut je je

potentieel nog steeds niet volledig? Tja, dan is dat echt eigen schuld,

dikke bult. Geluk lijkt maakbaar en binnen bereik, maar het irritante

is: je bent er nooit. Eerst dit lezen, doen, volgen, denken en dan... ja,

dán wacht een mooier, gelukkiger, rijker, uitgebalanceerder bestaan,

dan krijg je grip op je leven, rust in je hoofd en succes in je leven.

Maar in de praktijk blijkt al snel dat er weinig van terechtkomt. En

nee, het ligt niet aan jou. Het komt simpelweg omdat jouw antwoorden

19

niet uit boeken komen. En ook niet uit blogs of uit tijdschriften.

Antwoorden komen uit jezelf. Tuurlijk, inspiratie komt overal vandaan.

Maar uiteindelijk gaat het niet om die vijf stappen. Gebruik alles wat

past bij de volgende stap in jouw leven. stap voor stap kom je verder.

Blijf zelf nadenken, uitproberen, gebruik wat past en vind je eigen

antwoorden. En uiteindelijk wordt het jouw eigen Een Miljoen stap-

pen Plan.

Leven in plaats van geleefd worden: stel het niet uit. niemand kan je

exact vertellen hoe dat voor jou moet. Antwoorden die uit jezelf komen,

zijn de enige antwoorden en inzichten waar je wat mee kunt. Daarom

geloven we wel in het Een Miljoen stappen Plan, of eventueel het

Twee Miljoen stappen Plan. Wat je wilt. Waar het om gaat, is dat je

stap voor stap verder komt, met vallen en opstaan. In beweging blijven

en vele kleine haalbare stappen zetten. Elke dag, elke week weer. Dan

kom je er wel. Immers, elke grote reis begint met een eerste stap. Een

kleine stap die je vandaag kunt zetten. niet spectaculair. niets om

meteen over te twitteren of op Facebook te delen. En ook bij de vol-

gende stap is er nog geen sprake van een grote reis. En ook nog niet

bij, precies, je snapt het al, de derde stap. Enzovoort. Wanneer heb je

nu het gevoel dat je een grote reis aan het maken bent? Bij stap hon-

derd? Misschien. Of stap duizend. Misschien als je terugkijkt. Zo,

Een Miljoen stappen, denk je dan. Maar dat doet er helemaal niet

toe. Je bent onderweg, dat is het belangrijkste. Je weet dat je ongeveer

de goede richting op gaat, al kun je ook daarin nog bijsturen. En uit

elke stap mag je voldoening halen. Het gaat niet om het eindpunt.

Als je daar pas gelukkig, in balans, tevreden et cetera kunt zijn, wordt

jouw geduld voortdurend op de proef gesteld. Dan wordt je leven

zoiets als achter die steeds verschuivende worst aan hollen. Dan word

je geleefd. Want wanneer ben je er dan? Wanneer is het doel bereikt?

stel het geluk niet uit en ga er niet te hard naar op zoek, want dan

blijft het altijd net om de hoek lonken. Begin eenvoudig, dichtbij.

20

Het is mooi zo. Vertrouw erop dat je er klaar voor bent. Klaar voor de

volgende stap van je eigen Een Miljoen stappen Plan.

Ruimte makenDe pleasende, piekerende, plichtsgetrouwe en perfectionistische

kanten van jezelf ken je nu wel. Ze hebben alle ruimte gekregen.

Je bent er zelfs ver mee gekomen, want er zit een goede basis in.

‘doseren’ is het toverwoord. Want een overdosis pleasen, piekeren,

plichtsgetrouwheid en perfectionisme is killing.

PleasenKwaliteit: je staat voor anderen klaar

Valkuil: je bent zo bezig om het anderen naar de zin te maken en

verwachtingen van anderen waar te maken, dat je vergeet jezelf te

pleasen

PiekerenKwaliteit: je denkt na

Valkuil: eindeloos niet-productief wikken en wegen zonder een uit-

komst of een beslissing, ook wel twijfelen genoemd

Plichtsgetrouw zijnKwaliteit: mensen kunnen op je rekenen

Valkuil: je kunt geen nee zeggen, buffelt altijd maar door, en in

combinatie met pleasen een fatale cocktail waardoor je over grenzen

heen gaat

PerfectionismeKwaliteit: je wilt het heel, heel goed doen

Valkuil: het lukt nooit, plezier verdwijnt en je ziet over het hoofd wat

er allemaal wél goed is: het is nooit goed genoeg

21

Wat je er ook van vindt, die kanten horen bij je. De uitdaging is om

je kwaliteiten goed te doseren. Te veel piekeren, te veel pleasen, te veel

perfectie, te veel plichtsgetrouwheid: dan zijn anderen blij met wat je

doet. Voor hen ben je heel aardig. Doe nu ook eens net zo aardig tegen

jezelf.

AutomoetismenEr moet zoveel. Daar moeten we het eens over hebben. Bij alles wat

je denkt te moeten, kun je je afvragen: waarom denk ik dat het moet?

Van wie moet dat dan?

Je moet zoveel van jezelf. Het zit gewoon in je systeem. Het gaat

automatisch. Vanzelfsprekend vind je dat iets moet. Wij hebben er

een woord voor bedacht: automoetismen. Het lijkt wel alsof de plaat

in een groef blijft hangen: zo moet het, zo moet het, zo moet het. Iets

moet – omdat je het zo geleerd hebt, omdat je het zo van huis uit

hebt meegekregen, omdat je nou eenmaal zo in elkaar zit, omdat je

vindt dat het zo hoort, omdat iedereen het doet, omdat anderen dat

zo van je verwachten, omdat je dan meedoet met de race, omdat je

dan succes hebt. Maar nu een heel andere vraag: wil je het ook?

Bekijk je automoetismen eens kritisch stuk voor stuk: Van wie moet

dat dan? Wat wil ik ermee? Het kan handig zijn om er een beeld bij

te hebben. stel je voor: om je heen hangen allemaal ballen, de ene

wat groter dan de andere. Grote bubbels. Het lijkt misschien mooi,

maar dat is het niet. Al die ballen voelen als ballast. Het zijn grote

taaie ballen van stevig doorzichtig plastic, een soort transparante

skippyballen. Door die ballen kun je niet vrij om je heen kijken. Ze

houden je tegen. sommige ballen zijn ook best stevig en wegen wel

wat. Ze beperken je uitzicht en bewegingsvrijheid. Chagrijnig word

je ervan, maar mopperen en schelden helpt niet. Elke bal staat voor

iets wat je moet. ‘Ik moet aardig zijn’ staat er op eentje. ‘Ik moet hard

22

werken’ staat op een andere bal. ‘Ik moet alles foutloos doen.’ Elke bal

staat voor iets wat je tegenhoudt en belemmert om los te leven. Los-

laten – dat begint met elke bal bekijken. Eén tegelijk. Welk ‘moetje’

staat er op die bal? En welke vraag kun je erbij stellen die begint met

‘Moet ik...’? En waarom denk je dat het moet? Hoe kom je daarbij?

Van wie moet dat dan? Waar gaat het nou precies om, wat moet je

hiermee en wat wil je hiermee? neem de tijd om elke bal om je hoofd

eens goed te bekijken, en stel je open voor allerlei ontdekkingen die

je kunnen helpen loslaten:

- Ik kan ze langzaam leeg laten lopen zodat ze kleiner worden.

- Hé, als ik heel hard met die bal bezig ben, met die gedachte,

wordt die bal nog groter.

- sommige ballen maak ik zelf steeds groter.

- Hé, als ik er niets mee doe, worden ze vanzelf kleiner.

- Als ik er een week niet aan denk, is ie héél klein geworden.

- Hé, sommige ballen kan ik in één keer kapotprikken!

- sommige ballen lijken luchtig, maar ondertussen...

Kun je het je voorstellen? Loslaten is kijken naar al die dingen die je

jezelf oplegt. Het is de kunst om de bijbehorende bal kleiner te maken,

of weg te schieten als je ’m niet meer nodig hebt. Loslaten heeft met

ballast te maken, hoofd- en bijzaken onderscheiden. Vraag jezelf nu

af: wat moet ik hiermee? niets. Je moet er niets mee.

Wanneer ben ik dan mezelf?Iedereen is een constructie van allerlei stemmingen, invloeden, normen

en waarden – en het is soms een verrassing hoe de chemie uitpakt.

Uiteindelijk ben je een mix van vele versies van jezelf. In een interieur-

tijdschrift schreef een redactielid dat ze voor al haar woonwensen in

feite drie huizen nodig had. ‘Een minimalistisch appartement in de

23

stad én een klein huisje op het platteland én een groot familiehuis’:

drie huizen voor de drie verschillende kanten van zichzelf. Tja, als

geld geen probleem is, zou ik voor die drie kanten ook drie huizen

kopen. Zelf zou ik waarschijnlijk eerder verschillende auto’s kopen.

Op verschillende momenten en bij verschillende gelegenheden en

stemmingen komt er soms een andere kant van jezelf naar boven. De

ene keer ben je relaxed, de andere keer gestrest. soms ga je helemaal

in iets op, dan weer ben je hopeloos afgeleid en ongeconcentreerd.

Je kunt nooit op commando de perfecte cocktail van jezelf maken.

Je bent het product van je omgeving. Dat is zelden een perfecte,

uitgebalanceerde mix, maar wel je eigen versie zoals ie is.

Hoera voor de imperfecte mensHet schijnt voor te komen: mensen die zichzelf 100% perfect vinden.

Ze zijn óf heel snel tevreden óf van een buitenaardse superioriteit.

Zij zullen dit boek waarschijnlijk niet ter hand nemen.

Wie dit boek leest, behoort waarschijnlijk tot de overgrote meerder-

heid die zichzelf niet 100% perfect vindt. En of je er nu wel of niet

vrede mee hebt: join the club! Laten we de imperfectie vieren.

Het gekke is dat we andere mensen vaak wel perfect vinden. Die on-

dernemer die alweer een nieuw bedrijf is gestart en alweer een briljante

media-actie heeft ondernomen en alweer winst maakt: ja, die is perfect.

Dat mooie meisje met die populaire blog die altijd weer überhippe

jurkjes aanheeft, een fantastisch sociaal leven heeft met oesters en

prosecco, in de meest waanzinnige hotels logeert en ook nog alles

weet van moderne kunst: ja, die vinden we pas perfect. Maar wijzelf

zijn niet perfect. Er is hoop. Heb je er weleens bij stilgestaan dat een

ander jou misschien wel perfect vindt? Weet diegene veel. Die kent

maar een deel van jouw verhaal of ziet alleen jouw Twitter-stream of

Facebook-pagina. En denkt: zo, die heeft het mooi voor elkaar. Tot

zover dit hart onder de riem.

24

Als je jezelf niet perfect vindt, kun je twee dingen doen. 1) Blijven

hangen in ontevredenheid, of 2) je erbij neerleggen dat je jezelf niet

perfect vindt en het beste maken van wat je in je hebt, het beste maken

van wat er al is. Dus nogmaals: nee, word geen ander mens. Kijk

losjes naar je automoetismen, neem afstand van het moeten in jezelf,

volg je eigen Een Miljoen stappen Plan en geniet van het leven. Een

los leven. Je bent vrij om te doen en te laten.

25

Moet ik minder piekeren?Moet ik overal aan denken?Moet ik gaan sporten?Moet ik mediteren?Moet ik op yoga?Moet ik gaan hardlopen?Moet ik een hobby nemen?Moet ik een burn-out nemen?

26

Je kent het wel: je hoofd blijft maar doorgaan. Met denken, met piekeren, met tobben, met malen, met zorgen maken, anticiperen, vooruitkijken en terugblikken. Daar is het tenslotte op gebouwd. Maar wat als jij, de eigenaar van dat hoofd, graag even rust wil? Wat te doen aan een hoofd dat zich niet laat afremmen?

Interne monoloog van de tobbende versie van mezelf: ‘O ja, ik moest de

meterstanden nog invullen op de site van Eneco. Waar heb ik dat briefje

waar mijn inlogcode op staat? Of zou ik al te laat zijn en krijg ik weer

zo’n schatting? Wanneer zou die binnenkomen? Ik hoop niet over twee

maanden, dan zijn we net op vakantie geweest, dus blut. Ik hoop dat

het goed gaat met de kinderen op vakantie, dat zwembad zag er wel

klein uit op de foto’s. Gisteren zag ik op het weerbericht dat het daar

trouwens helemaal niet zulk goed weer is.’

Ik heb genoeg van denkenIgnorance is bliss, heet het zo mooi in het Engels. In het nederlands

klinkt het wat schraler: zalig zijn de armen van geest. Dat heeft iets

armoedigs; het geurt naar crisis, zielig, sneu. Maar ik vraag me geregeld

af: zou het niet juist heerlijk zijn om een leeghoofd te zijn? Een beetje

meer Barbie, een beetje minder tante sidonia. Letterlijk maar vooral

figuurlijk de light versie van mezelf.

Het heeft iets paradoxaals natuurlijk, bedenken dat je minder wilt

denken. net als schreeuwen dat iemand niet zo moet schreeuwen.

Zeggen dat je zo van stilte houdt. Praten over wat een doener je eigen-

lijk bent.

nu kun je denken dat leeghoofdigheid iets dommigs heeft. Maar

misschien is het stiekem ontzettend slim. Misschien hebben de mensen

met de leegste hoofden het wel het best bekeken. Zij tobben niet

overmatig, want wat je niet bedenkt, daar kun je ook niet over piekeren.

Waar je niet mee zit, dat kan je ook niet dwarszitten. Hoe meer je

27

weet, hoe meer je twijfelt. Daar denk ik dus geregeld over na – en al-

leen dat geeft al aan dat mijn hoofd veel voller zit dan dat van Barbie.

Ik heb er weleens genoeg van, van al dat gedenk. Er bestaat toch

kunstmatige intelligentie? Zou er ook zoiets zijn als kunstmatige

domheid?

Kan de werkster mijn hoofd even opruimen, ik heb er een zooitje van gemaakt.

Mijn hoofd heeft ADHDIk zal je vertellen waarom ik zo graag leeghoofdig wil zijn. Ik ben

nogal een denker. Ik heb last van gedachtendiarree. En dan heb ik het

vooral over gedachten van het bezorgde soort. Als ik wakker word,

gaan mijn gedachten aan en pas als ik in slaap val, schakelen ze uit.

Ik kan niet goed multitasken, maar ‘bezorgd-denken’ kan ik overal

en altijd. Tijdens het koffiezetten, tijdens het werken en zelfs tijdens

qualitytime met de kinderen, blijven mijn hersenen hyperactief. Ik

kan rustig het een doen en tegelijk irritante things-to-do-lijstjes in

mijn hoofd nalopen, de dag doornemen en me realiseren welke

boodschappen, telefoontjes of actiepunten er nog moeten gebeuren.

Zo’n hoofd, je snapt het, is dodelijk vermoeiend. Ik heb de gewoonte

om ’s morgens bij het wakker worden meteen uit te rekenen hoe lang

ik heb geslapen. Ik kan van die rekensom laten afhangen hoe goed of

slecht ik me voel. Liever zou ik gewoon wakker worden en me uitrek-

ken. Ik zou hooguit van de wekker willen laten afhangen of ik me

nog eens omdraai of uit bed stap. Ik zou graag zelf voelen hoe ik me

voel in plaats van te bedenken hoe ik me voel.

Mijn hoofd is de baas. Ik wil niet geregeerd worden door mijn ge-

dachten, want die gaan met me aan de haal. Mijn hoofd is als een

tirannieke directeur die bevelen vanuit zijn kamer snauwt, mailtjes

28

stuurt en almaar agenda punten toevoegt tijdens de vergadering. Hoe

komt dat? Ik vrees dat ik daar zelf het brein achter ben. Jammer genoeg.

Ik heb mijn hoofd de macht gegeven. Ik zou wel een coup willen

plegen. Een duidelijke aan- en uitknop willen hebben. Zodat ik zelf

weer aan het roer kan gaan staan. Zodat ik af en toe mijn hoofd op

volle toeren kan laten draaien als het nodig is. En ook geregeld mijn

hoofd op vakantie kan sturen. Zo, nu is het uit met dat gedenk. Brein,

neem de rest van de dag maar lekker vrij.

(interne monoloog)

Passen mijn bikini’s eigenlijk nog? Waar liggen die dingen ook

alweer? Hebben de kinderen nog waterschoentjes nodig? Wat hoor

ik nou toch de hele tijd, is dat geboor bij de buren? Met die herrie

kan ik niet nadenken. Zouden ze gaan verbouwen? Ik dacht laatst

nog dat het niet zo goed tussen hen ging, de buurvrouw deed zo

stug. Of zou ze ervan balen dat mijn auto steeds voor hun raam

staat? Als de kinderen zich rond het hotel niet vermaken, ben ik de

hele tijd bezig spelletjes met ze te doen.

Vooruitdenken en in rondjesAls mijn hoofd wat minder hyperactief was, zou ik bijvoorbeeld ook

niet de woorden van andere mensen op een weegschaaltje leggen. Ik

zou niet tobben over wat ik ’s ochtends aandoe, en wat anderen daar-

van zouden denken. Ik zou me niet te vaak druk maken over mijn

baan, mijn gezondheid, die van mijn vader of van mijn kinderen. Ik

zou die laatsten ook ‘intuïtief ’ opvoeden, in plaats van allerhande

boeken erover te lezen. Boeken die, in plaats van me wijzer en kalmer

te maken, me alleen maar onzekerder en gejaagder laten voelen. Ik

zou niet vooruitlopen op de zaken. Dus niet nu al bezorgd zijn of de

kinderen straks anorexia of acne krijgen. Ik zou niet projecteren.

niet proberen te voorkomen dat mijn kinderen net als ik planken-

29

koorts krijgen. Of me zorgen maken over of mijn kinderen ook zulke

tobbers worden…

Ik heb eens rondgevraagd. Goddank ben ik niet de enige. Ik ben niet

gek: bij veel mensen werkt het net zo. Veel mensen hebben een hoofd

dat overuren maakt, dat constant mogelijkheden naast elkaar legt,

risico’s afweegt, probeert de eerste te benutten en op de tweede te

anticiperen. Veel mensen leggen constant hun eigen gedrag en dat

van anderen onder de loep. En dan weer hun eigen gedrag in reactie

op het gedrag van die anderen. Voor je het weet ren je als een dolle

hond rondjes in je hoofd. Een mentale marathon. Het is een wonder

dat we nog weleens wat dóén, als we zoveel tijd kwijt zijn aan denken.

Barbie piekert er niet overBarbies piekeren niet. Barbies zijn piekervrij. Ze wonen in een

piekervrije zone, in een wit-roze paleisje met de Ken van hun dromen.

Ze hebben bovendien een zwembad, een paard plus koets, een camper

en kasten vol kleren. Wat valt er dan nog te piekeren? niets, als het

aan Barbie ligt, maar voor gewone stervelingen is dat anders. Uit onder-

zoek blijkt het volgende:

- 40% van ons gepieker gaat over dingen die zich nooit

zullen voordoen;

- 22% van onze piekersessies gaat over triviale dingen

die eigenlijk de moeite niet waard zijn;

- 4% van ons gepieker gaat over zaken waar we niets aan

kunnen doen;

- 30% van ons gepieker gaat over zaken die in het verleden

plaatsvonden;

- 4% van ons gepieker gaat over dingen waaraan we wel iets

kunnen doen.

Zou het niet mooi zijn als je die eerste drie soorten gepieker gewoon

kon schrappen? Uit je hoofd naar siberië kon verbannen? Punt 4,

30

piekeren over dingen uit het verleden, kan zinvol zijn. Daar kun je

van leren. Die laatste 4% heeft ook potentie, daar kun je wijzer van

worden en wellicht mee voorkomen dat er iets naars gebeurt. Weet

iemand misschien waar ze een zinvol-piekeren-workshop geven?

Misschien moeten er waarschuwingen komen zoals bij drankreclames:

‘Denk, maar pieker met mate.’ Die mogen wat mij betreft ook op

zelfhulpboeken worden geplakt, want in plaats van dat ze rust brengen,

zorgen ze bij mij vaak voor een hoop nieuw gepieker.

Kun je mijn hoofd wat zachter zetten,Ik kan mezelf niet meer horen.

Piekeren voor de lolEr bekruipt me nog iets. Als we zoveel piekeren (ik ga er voor het

gemak maar even van uit dat jij, die dit hoofdstuk zit te lezen, ook

zo’n denker bent, waarom zou je het anders lezen?), is het dan leuk?

Is het een soort hobby? stel dat je in het eerder beschreven lijstje

telkens het woord ‘gepieker’ vervangt door, ik noem maar wat,

‘bloemschikken’. Het levert een beetje kromme zinnen op, maar dan

krijg je zoiets:

- 40% van onze bloemschikkerij levert bloemstukken op die we

nooit ergens neerzetten;

- 22% van onze bloemstukjes is te klein om neer te zetten;

- 4% van onze bloemstukken is voor mensen aan wie we

ze niet kunnen geven;

- 30% van onze bloemstukken is al verlept op het moment

dat we ze maken;

- 4% van onze bloemkunst is bruikbaar.

Dan denk je toch dat de bewuste bloemschikker het doet omdat het

op zijn minst leuk is? Dat het niet uitmaakt of z’n creatie mooi wordt

31

of weg te geven valt, maar dat ie er gewoon lol in heeft? Ha, dat is

misschien geen gek idee. Misschien moet je na elke piekersessie gewoon

denken: hè, dat was effe lekker! Ben ik weer even tot het gaatje gegaan,

dit was een uitmuntende piekersessie. Die had ik echt even nodig. En

hup, over tot de orde van de dag.

(en door gaat de interne monoloog)

Hoeveel kilo bagage mag je tegenwoordig eigenlijk meenemen? Anders

moet ik even zo’n weegriem kopen, zag ik die nou laatst in het

Kruidvat-krantje? Is het oud papier al naar de papierbak? Zou iemand

ons naar het vliegveld kunnen brengen? Hoe laat vliegen we eigen-

lijk ook alweer? O ja, volgende week paspoort ophalen. Wanneer zou

het rustig zijn in het gemeentehuis, ik kan niet zo lang weg van mijn

werk, die deadline is al over drie weken. Had ik de drukker nou al

gebeld? Waar zijn die meterstanden nou?

Piekeren is voor sukkelsEr is iets vreemds aan de hand met piekeren. Vaak blijkt achteraf dat

datgene waar je bang voor was niet is gebeurd. Dus is het tobben

voor niks geweest. net zo vaak blijkt dat iets wel gebeurt, maar dat je

er niks aan kon doen om het te voorkomen. En dan is het feitelijk

ook voor niks geweest.

Dus we piekeren veel (er gaat een troostend effect uit van de cijfers

in dat eerste procentenlijstje; zoals gezegd ben ik dus niet de enige!),

terwijl het in de meeste gevallen geen zin heeft. En we hebben er last

van. Hmm. Laat ik het nog beknopter zeggen: je doet het vaak, het

heeft geen zin en het is vervelend. Het wordt eigenlijk almaar dom-

mer. Dus wie heel veel bezorgd-denkt, is eigenlijk alles behalve slim

bezig. Piekeren is voor losers. Daar knap je niet van op, hè?

Bezorgd-denken is nog iets anders. Je zit mentaal vooruit te schakelen

– naar de toekomst – en terug te schakelen naar het verleden. Alsof je

32

naar een tenniswedstrijd kijkt. Heen en weer. Fast forward en rewind.

De oplettende lezer heeft het al in de gaten: het middenstuk ont-

breekt. Het hier en nu. Het leven van vandaag de dag. Da’s ook zon-

de. Zo meteen is vandaag voorbij terwijl je zat te balen dat het giste-

ren zus was en morgen waarschijnlijk zo. Heb je niet eens gezien dat

het vandaag eigenlijk best leuk is. Life is what happens to you while

you’re busy making plans? nee, life is what happens without you while

you’re busy worrying about it.

Bestaan er ook IKEA-bakken om de dingen in mijn hoofd te ordenen?

Het WaaromWat denk ik te winnen door mijn verlangen naar rust in mijn hoofd?

simpel. Als ik gewoon mijn leven leefde en niet te veel en niet te diep

doordacht en doorpiekerde zou ik er een stuk relaxter in zitten. Leuker

voor mezelf, leuker voor anderen. En het zou me ook een boel vrije

tijd opleveren. Waarom piekert de mens dan toch? De deskundigen

zijn het daar aardig over eens. Dit zijn de piekerpijlers:

- Uit zelfkritiek: had ik niet beter dit of dat kunnen doen, wat als ik

het niet had gezegd... Als je niet oppast voer je complete, strenge

dialogen met jezelf.

- Uit perfectionisme: alles tot in de puntjes goed willen doen, zodat

niets fout kan gaan. En je bent almaar bezig met wat er allemaal

wel niet fout kan gaan.

- Uit drang naar controle: dingen in de hand willen houden. Dit

hangt nauw samen met het denken: als ik alles goed doe, dan gaat

het goed. Maar deze overtuiging heeft ook haar schaduwzijde: als

het fout gaat, heb ik het fout gedaan.

33

Aangenaam: de pleaserWie zijn eigenlijk die piekeraars? Kun je ze ergens aan herkennen? Bij

vacatures staat vaak een functieprofiel, met capaciteiten en eigen-

schappen waarover iemand moet beschikken. Bij seriemoordenaars

en terroristen schijnt men ook te werken met een profiel. Is er bij

wijze van spreken ook een piekeraarsprofiel te maken? Met gemeen-

schappelijke kenmerken? De heersende mening over piekeraars: ze

zijn vaak perfectionistisch, sociaal en willen anderen pleasen. En

daarin gaan ze net een stap te ver. (Goh. Herkenbaar hè? Misschien

kunnen we een keer een dag met zijn allen bij elkaar komen. Een

soort lotgenotendag!) En alsof het nog niet genoeg is, ga je ook nog

eens voor een ander denken. Althans, je denkt dat je weet wat een

ander denkt. Ken je dat? Dat je vast invult wat iemand anders denkt?

De buurvrouw leek laatst een beetje afwezig toen je met haar praatte.

Zou ze balen dat je kinderen herrie maken tijdens het spelen in de

tuin? Je vriendin heeft nu al twee keer niet gereageerd op een sms’je.

Misschien vond ze je verjaarscadeau toch niet zo leuk. Je baas groet

je niet. Hij zal wel zijn twijfels hebben over je functioneren.

Dat noemen we invullen. Je vaart blind op je eigen aannames zonder

de feiten te checken. Je denkt: zou er iets aan de hand zijn? Maar in

plaats van te vragen wat je wilt weten, vul jij het antwoord vast voor

hem of haar in. Dat is best logisch, en meestal is het ook nog heel

aardig bedoeld. Je kent iemand tenslotte, en daarom neem je aan dat

je wel snapt waar bepaald gedrag vandaan komt. Je neemt je invul-

ling, je eigen gedachten, voor het gemak voor waar aan. neem nou

die vriendin die al een paar keer je sms’jes niet heeft beantwoord.

Dat komt op jou vervelend over. Je gaat je afvragen waarom ze dat

doet. Misschien heb je iets verkeerds gezegd en probeert ze je dat

duidelijk te maken? Misschien doet ze niet meer aardig tegen je omdat

ze je niet meer zo aardig víndt? Vervolgens hebben deze gedachten

geheid invloed op jouw gedrag. De volgende keer dat je haar weer

34

ziet, ben je een beetje afwachtend. Je kijkt eerst even de kat uit de

boom, je wilt peilen of het nog wel oké is tussen jullie. Op haar beurt

vraagt je vriendin zich af wat er met jou aan de hand is. Je doet zo

mat, lijkt helemaal niet zoveel plezier te beleven aan jullie afspraak

als anders. Zou jij haar misschien niet meer aardig vinden? En zo zijn

jullie samen lekker voor elkaar aan het invullen.

Misschien moet je wat meer vertrouwen op het communicatie-

vermogen van anderen. We zijn per slot van rekening allemaal volwassen

mensen. Denk je niet dat ze kunnen zeggen wat ze bedoelen? Laten

we eens een maand proberen mensen zélf verantwoordelijk te maken

voor hun communicatie. Als ze iets dwarszit ga je ervan uit dat ze het

zeggen. Je mag ze best een handje helpen door ze te vragen of er iets

aan de hand is. Maar als ze zeggen dat dat niet zo is, dan heb jij je best

gedaan.

(vervolg interne monoloog)

Aha, hier ligt de rekening van de garage, ik moet ze even bellen over dat

de remmen piepen, er zal toch niks mis mee zijn, ik moet volgende

week met vier kinderen naar het strand rijden. Even uitzoeken hoe

dat ook alweer zit met parkeerkaartjes kopen via je mobiel. Ik kan

ook met de trein gaan, dat vinden ze geweldig, dan moet ik wel op

tijd weg, want ik moet mijn ov-chipkaart denk ik weer opladen.

Hersenen? Neuh, lamaarWaarom denken we zoveel? Omdat we ervoor gemaakt zijn. We zijn

nu eenmaal uitgerust met een oplossingsgericht brein. Worden we

geconfronteerd met een probleem, dan proberen we het uit alle

macht op te lossen. En warempel, het lukt vaak ook nog, omdat we

als mens in staat zijn vooruit te kijken en abstract te denken. Dat is

wat ons onderscheidt van bijvoorbeeld de vlo en het stokstaartje.

Dus je kunt het jezelf niet kwalijk nemen. Vooral niet boos worden