Exhibition Catalogue

43

Click here to load reader

description

"In the end nothing matters but until then some things do"

Transcript of Exhibition Catalogue

  • 2013 2014Fine Arts

  • 2 3Celine Mooren

  • 4 5Celine Mooren

    lende intensiteit van tempo, dynamiek en melo-die. Deze herhaling van de lichamelijke oefening maakt dat ik aandachtig en geconcentreerd ben en geeft mij geestelijke voldoening, een wezenlijk gevoel. Het ik-besef valt op zon moment weg, zo-dat er alleen nog aandacht is voor de activiteit. Subject en object vallen op zon moment samen en ik wordt n met de werkelijkheid.

    Lichamelijke oefening en geestelijke voldoening

    Een monnik handelt volledig oplettend wanneer hij contemplatief wandelt. Terwijl hij waakzaam, ijverig en resoluut leeft, worden zijn herinnerin-gen en plannen betreffende het huiselijk leven verlaten. Met het verlaten daarvan, is zijn geest innerlijk stabiel en rustig, gefocust en geconcen-treerd. Op deze wijze ontwikkelt een monnik de aandacht gevestigd op het lichaam. - In Mn 119: Kayagatasi Sutta, Aandacht gevestigd op het lichaam

    Deze handelswijze van de monnik pas ik toe in mijn atelier, mijn ruimte. Ik tracht met bewuste aan-dacht op te merken wat er om mij heen gebeurd. Mijn werk wordt zodoende een samenkomst van de ruimte om mij heen. Ik heb aandacht voor de ruimte, ik koester haar door het maken van afdrukken van haar vloeren en muren. Hierdoor maak ik mijn herinnering aan deze ruimte tastbaar. Immaterialiteit zet ik om in materialiteit, zo komt het dat een muur of een vloer een lichaam wordt en een eigen identiteit krijgt. Dit lichaam gebruik ik als medium om aandacht te vestigen op mijn eigen lichamelijkheid. Ik draag de tot lichaam geworden muren en vloeren met mij mee en laat ze mijn bewegingsvrijheid bepalen. Zo ontstaat er in mijn belevenis dans. De ruimte met al zijn muren en vloeren en alle door mij afgedrukte lichamen, zijn als het ware mijn danspartners en maken dat ik mijn aandacht kan richten op het wezenlijke. De telkens terugke-rende handeling om de ruimte af te drukken wordt een contemplatie tot het uitdrukken van mijn rela-tie tot die ruimte. De handeling, waarbij precisie, aandacht en concentratie van essentieel belang zijn, wordt een oefening, een constante vorm van herhaling, repetitie en bekwaamheid, totdat er een zeker ritme ontstaat. Een natuurlijke beweging, hoofdzakelijk expressief gemaakt door de wisse-

    [email protected]

  • 6 7HuinderMiguel

  • 8 9HuinderMiguel

    Beeldelementen manifesteren zich onophoudelijk in de visuele werkelijkheid. Ritmes vormen, lijnen, kleuren, gekoppeld aan materie of als materie, bouwen samen het ruimtelijke tafereel op dat ik ervaar als mijn omgeving waar ik deel van uitmaak. Ieder beeldelement heeft zijn eigen karakter met daarbij behorende eigenschappen. De combinatie van verschillende karakters vormt een beeld. Ik ervaar en observeer tegelijk dat beeld en ik geef daaraan een bepaald belang doordat ze bij mij een gevoel hebben opgeroepen: mooi of lelijk, waarde-vol of waardeloos, wezenlijk of wezenloos. Ik zie mijn atelier als een laboratorium. Vanuit de dingen die ik op straat, op internet en televisie zie of die ik in tijdschriften lees en bekijk de chaos van het leven en de beeldcultuur sleep ik verschil-lende elementen naar dit laboratorium. Ik ga ermee experimenteren. Door middel van scheuren, knip-pen, plakken, mengen en stapelen kom ik tot een verbeelding. Met mijn experimenten onderneem ik een poging om een verschijningsvorm te schep-pen die op zichzelf staat, zich manifesteert met eigen kenmerken en een voor mij een soort ab-stract hedonistisch gevoel verbeeldt. Iets dat zich linkt met schoonheid, genot, smaak en nonchalant gedrag. Ik gebruik elementen die ontnomen zijn aan de visuele werkelijkheid of de beeldcultuur, maar niet altijd herkenbaarheid vertonen met deze werkelijkheid. Ik manipuleer en vervorm deze elementen, zodat ze zelf kunnen spreken en ver-leiden. Met allerlei beeldelementen probeer ik een compositie te maken, die door de afweging van kleur en vorm is geordend tot een eigen visuele samenhang. De manier waarop ik beeld, vorm, kleur en materie inzet, is verbonden met mijn innerlijke gevoelsleven of stemmingswisselingen. Ik heb een wisselende relatie met mijn binnenwereld. Soms vaar ik onder een piratenvlag en volg ik instincten. Dan weer vaar ik onder een vredesvlag en ben ik kalm, denk ik over dingen na en ben ik bereid te bemiddelen. Niemand is de baas in mijn hersenen. Niet mijn onderbewuste, en ook niet mijn bewuste. Ik vind dat niet erg. Ik wil daar zelfs de ruimte aan geven. Het creatieve proces verloopt gevoels-matig en intutief en wordt benvloed door deze wisselingen. Ik heb de constante neiging om een beeld te construeren om de chaos van het leven en de beeldcultuur te kunnen ordenen. Dwalend door mijn interesses en invallen zie ik graffiti, kledingpatronen, mensen, feestjes, een eetbuffet, reizen; allemaal verschijningsvormen met veel dynamiek. Ik wordt hierdoor verleid. Ik wil er onder-deel van zijn. Ik hou ervan als er veel verschillende

    dingen langs elkaar bewegen en in elkaar verwik-keld zijn. Deze complexiteit vertolkt de intensiteit van bewegingen, sensaties en verbindingen uit de visuele werkelijkheid, de beeldcultuur en het leven. Dat is mijn inspiratie. Ik zoek ernaar om verleid te worden, het gevoel van verleiding te gebruiken en door te geven. Ik gebruik spuitbussen, inktmarkers, acrylverf, latex en olieverfstiften. Materialen die ik heb ge-adopteerd door het maken van graffiti, waar sommi-ge ook direct aan refereren. Naast het bedrijven van graffiti, tekende en schilderde ik naar model. Mijn

    Mysterieus

    Toen ik 11 jaar was, volgde ik een aantal lessen striptekenen. Op de eerste les kwam de docent aan de tekentafel staan en kwakte met Oost-Indische inkt een aantal grote vlekken op het papier, waarna hij mij de opdracht gaf om uit deze onherkenbare vlekken iets herkenbaars te maken. Hij vond het belangrijk om goed naar de eigenschappen van de vormen van de vlekken te kijken. De ene vlek was een pulp inkt, de anderen hadden ronde vormen of lange lijnen en maakten vreemde bochten. De docent betoogde dat elke vlek iets anders bij mij zou oproepen en door zijn eigenschap een verband zou leggen met een beeld van iets herkenbaars. Op deze manier kon ik op nieuwe striptekenfiguren komen. Ik tekende een aantal insecten en figuren uit de vlekken. Het ging vanzelf. Maar was het eigenlijk niet veel leuker om de vlek in zijn waarde te laten en er niet op door te tekenen? Het herkenbaar maken van iets dat onherkenbaar is, verpest het myste-rieuze. Want zolang de vlek een vlek blijft, moet je een beroep op je voorstellingsvermogen doen: dromen, fantaseren, bedenken. Op die manier kan iets onherkenbaars vele gedaanten krijgen.

    probleem met deze twee vormen van afbeelden is dat het vormen van illustratie zijn. Waar ik probeer het innerlijke wezenlijke van een werkelijkheid uit te beelden, kunnen deze disciplines in hun oor-spronkelijke vorm dus geen plaats krijgen. Ik wil ze hiervan bevrijden. Daarvoor moet ik me richten op de autonome handeling (van het schilderen), met andere woorden: ik wil niks herkenbaars afbeelden. De voorstelling moet voorbij de herkenbaarheid gaan. Zij moet zelf iets worden en gaan ademen. Het beeld moet een geestelijke verleiding aangaan, door de inzet van zijn verschillende elementen.

    [email protected]

  • 1011

    HttenThomas

  • 1213

    HttenThomas

    Understanding is seen as being able to follow something with your mind. How do you proceed if not being able to follow something with your mind, is the most important? The core of a surprise, wonder or fascination is usually found in not understanding it. How can you still capture this for yourself, make it tangible or make it transportable as an idea? Language is not the right solution, because language is, because of its limitation in the number of opportunities, in contradiction with wonder. Im searching within the act itself, the making, for solutions to this problem. The idea as an act. Making as understanding. The preceding process should lead to an understanding, of a different nature than that linked to language. It is not based on existing knowledge, but on looking regarding itself as a source of information. It is necessary to embrace the coincidence but also the limitation. I consider it necessary to limit my opportunities in order to find a core. This, to me, is a definition of draw-ing. You use a limitation to look for the heart of wonder. Once you have found that, conclusions can be drawn. The drawing is a way to capture something and make it tangible within a relatively small field of possibilities. The challenge is then to return it into the real world. The idea as such is placed back into the world and becomes a part of it. It still retains a link to its origins, which lies in its function. I am not talking about a practical function related to its use or purpose, but about a visual function. The subjects I choose are tied together in many ways. First, I search for phenomena in our immediate environment, where the transformation from functional use to visual function may have (perhaps unconsciously) already occurred. Herein I see a division between the creation of order and the breaking of it. There are objects, places or phenomena that try to find a balance within this division. Within the search for this balance there is something that seems to be universal. This is why I feel the need to investigate this subject. I am not within the world, but also not op-posed to the world. The position that I take is in between and moves back and forth between experience and observation to finally get to the alignment of these two concepts.

    Verstehen ist das in der Lage sein, etwas mit seinem Verstand zu erfassen. Wie geht man vor, wenn das Nichterfassen mit dem Verstand am wichtigsten ist? Der Kern einer berraschung, Verwunderung oder Faszination liegt in der Regel, in dem Nichtverstehen davon. Wie kann man dies dann, als Idee, ergreifen, sich zueignen oder transportabel machen? Die Sprache ist nicht die richtige Lsung, denn Sprache steht durch die Begrenzung, der Anzahl der Mglichkeiten, im Widerspruch mit dem Staunen. Ich suche in-nerhalb der Tat, dem Tun, nach einer Lsungen fr dieses Problem. Die Idee, als ein Akt. Machen als Verstehen. Das vorhergehende Verfahren, das zu diesem Verstndnis fhrt ist von einer anderen Art, als das Verstndnis welches mit Sprache verbun-den ist. Es ist nicht auf vorhandenes Wissen ba-siert, sondern sucht nach Informationsquellen im Sehen selbst. Hierbei ist es wichtig, den Zufall zu umarmen, aber auch die Einschrnkung. Ich halte es fr notwendig, meine Mglichkeiten zu be-grenzen um zu einem sauberen Kern zu kommen. Dies ist fr mich eine Definition des Zeichnens. Man benutzt die Einschrnkung um den Kern der Verwunderung zu finden. Wenn dieser gefunden wurde, knnen Schlsse gezogen werden. Die Zeichnung ist ein Weg, um etwas zu erfassen und

    greifbar zu machen in einem relativ kleinen Be-reich der Mglichkeiten. Die Herausforderung ist dann in die reale Welt zurckzukehren. Die Idee wird also, als solche wieder in die Welt zurckge-bracht und wird ein Teil davon. Sie hat immer noch eine Verbindung zu seinem Ursprung. Diese Ver-bindung liegt in ihrer Funktion. Ich spreche nicht von einer Nutzfunktion, verknpft an Verwendung oder Zweck, sondern von einer visuellen Funktion. Die Themen, die ich whle, sind in vielerlei Hinsicht miteinander verbunden. Zuerst suche ich Phnomene in unserer unmittelbaren Umgebung, wo die Transformation der Nutzfunktion in die visuelle Funktion, teilweise vielleicht unbewusst, bereits stattgefunden hat. Ich sehe hierin eine Zweiteilung zwischen dem Schaffen von Ordnung und dem Aufbrechen davon. Es gibt Objekte, Orte oder Phnomene, die innerhalb dieser Spaltung ein Gleichgewicht schaffen. Die Suche nach diesem Gleichgewicht birgt etwas in sich, dass auf eine gewisse Universalitt hinweist. Deshalb habe ich ein Interesse daran, dies zu untersuchen. Ich bin nicht in der Welt, aber auch nicht ge-genber der Welt. Die Position, die ich einnehme liegt zwischen beidem und bewegt sich hin und her zwischen Wahrnehmung und Beobachtung, um letztendlich bei einer Gleichschaltung dieser beiden Konzepte an zu kommen.

    Begrijpen wordt gezien als het kunnen volgen van iets met je verstand. Hoe ga je te werk als het niet kunnen volgen met je verstand het belangrijkste is? De kern van een verrassing, de verwondering of fascinatie zit meestal in het juist niet kunnen be-grijpen ervan. Hoe kun je dit toch vangen voor je-zelf, jezelf toe-eigenen of het transportabel maken als idee? Taal is hier niet de juiste oplossing, want taal is door zijn beperking in het aantal mogelijk-heden in tegenspraak met de verwondering. Ik ga op zoek binnen het handelen zelf, het maken, naar oplossingen voor deze problematiek. Het idee als een handeling(swijze). Maken als begrijpen. Het hieraan voorafgaande proces dat moet lijden tot het begrijpen is van andere aard dan het begrijpen gekoppeld aan taal. Men gaat niet uit van bestaande kennis, maar van het kijken zelf als bron van informatie. Het is noodzakelijk om het toeval te omarmen, maar ook de beperking. Ik acht het noodzakelijk om mij te beperken in mijn moge-lijkheden om tot een zuivere kern te komen. Dit is voor mij een definitie van het tekenen. Je legt jezelf een beperking op om vervolgens op zoek te gaan naar de kern van de verwondering. Als je deze eenmaal gevonden hebt kunnen er conclusies uit getrokken worden. De tekening is dus een manier om iets vast te leggen en grijpbaar te maken binnen een veld van vrij kleine mogelijkheden. De uitdaging ligt erin om vervolgens terug te gaan naar de werkelijkheid. Het idee komt dus als zulk weer terug in de wereld en wordt een onderdeel ervan. Het heeft nog steeds een band met zijn oorsprong, deze band ligt in de functie ervan. Ik heb het niet over een gebruiksfunctie gekoppeld aan nut of doel, maar over een visuele functie. De onderwerpen die ik kies zijn aan elkaar gebonden op verschillende vlakken. Allereerst ga ik op zoek naar fenomenen in onze directe omge-ving, waarbij de transformatie van gebruiks naar visuele functie al voor een deel, misschien onbe-wust heeft plaatsgevonden. Hierbinnen zie ik een twee-splitsing tussen het ordenen en het openbre-ken ervan. Er zijn objecten, plekken of fenomenen die de balans opzoeken in deze splitsing. Binnen het opzoeken van deze balans is iets te vinden dat universeel lijkt te zijn. Dit is de reden waarom ik er een belang in zie om dit te onderzoeken. Ik ben niet in de wereld, maar ook niet tegenover de wereld. De positie die ik inneem ligt er tussenin en beweegt heen en weer tussen beleving en observatie om uiteindelijk uit te komen bij een gelijkschakeling van deze twee begrippen.

    [email protected]

  • 1415

    LinckensJip

  • 1617

    LinckensJip

    There are always flowers for those who want te see them. - Henri Matisse

    Verlangen naar plekken die we nooit gekend heb-ben is de mens niet vreemd. Kunst heeft voor mij sterk te maken met de behoefte aan deze plekken. Als je de wereld waarin je je begeeft accepteert zoals hij is, zou de fantasie naar een andere realiteit niet nodig zijn. Voor mij zijn kunstenaars mensen met de fantasie en het verbeeldingsver-mogen om deze andere wereld leven in te blazen. Het is een mooi gegeven, dat wanneer je in zon wereld wordt geplaatst je erachter komt dat je minder alleen bent in je manier van denken en zien. We leven in een tijd waarin alles zo snel en zo veel mogelijk moet. Als kunstenaar reageer ik hierop door veel aandacht en precisie in mijn werk te stoppen. Ik geloof dat wanneer je ergens tijd en energie in stopt het dit ook uitstraalt. In mijn wer-ken wil ik verhalen vertellen, die ruimte overlaten aan de verbeelding. Het is nooit het hele verhaal of enkel wat je op het eerste gezicht ziet, er is meer te vinden wanneer je er de tijd en aandacht voor neemt. De onderwerpen die ik verbeeld zijn alledaags en herkenbaar, toch zijn ze anders dan hoe je ze normaal gesproken tegenkomt. Dit doe ik om mijn eigen wereld dichter te verweven met de realiteit, maar hier ook een spanningsveld in te creren. De balans tussen realiteit en fantasie speelt een centrale rol in mijn werk. Ik vind het interessant om te spelen met wanneer iets echt is en wanneer niet.

    De oorsprong van mijn werk ligt in de rele wereld; in een weiland met een verloren huisje omringd door prikkeldraad en slootjes, waar blaasbloemen in deeltjes door de lucht waaien, en een bos waar elke boom een andere weg presenteert. Dit zijn het soort plekken die mijn eigen wereld met de realiteit verbinden. Verhalen zijn hier voelbaar en liggen voor het oprapen om mee te nemen naar mijn atelier waar ik ze omzet in werken. Deze creren de mogelijkheid om in mijn wereld te treden, waarin de tekening een omgeving is geworden, een plek van rust en tijd, waar ruimte is om te ontdekken en verhalen tot leven komen.

    [email protected]

  • 2021

    MoonenMike

    In de prullenbak van de academie vond ik een portret, houtskool op papier. Ik herkende in de fi-guur een meisje maar ik kon niet zien wie het was. Misschien kende ik haar niet, of misschien was het gewoon mislukt. De tekening was niet knap gedaan, overtuigde niet van een bepaald vakman-schap. De vaardigheden die je worden aangeleerd tijdens een tekenles waren duidelijk nog niet helemaal onder de knie. Toch hing ik het portret op in mijn atelier. Het boeide me en nadat ik er wat langer naar keek begon ik mezelf af te vragen waarom deze tekening mij zo charmeerde. Het was toch eigenlijk helemaal niet goed gedaan?

    Is het het een of is het het ander / is het wat het is of is het wat het niet is / familiarstrangepret-tyugly / het smoezelige wit / Een stuyk typen zinder backspace te begruiken / neppe plant / het schone in het lelijke / maken zichtbaar maken zichtbaar

    Een gevaar bij het bekijken van mooie dingen is dat je door gewenning elk gevoel voor verwonde-ring of schroom verliest. Het zijn de mislukte din-

    gen, de pogingen en de subtiele drama hierin, die zorgen voor ontregeling en een spel spelen met verwachtingen en perceptie. In de beelden die ik maak probeer ik hetzelfde soort ervaring te leggen. Ik noem dat het zich ertussen bevinden. Hierbij maak ik gebruik van allerlei media, waarmee ik tot nieuwe beelden kom of bestaande beelden verander. Ik ben op zoek naar het zijn van twee, of het zijn van meer. Het zijn deze grensgebieden die mij steeds weer interesseren. Deze magische tweedeling vind ik bijvoor-beeld in artistieke incorrectheden zoals vormloos-heid, disharmonie, mismaaktheid, vervorming, het lage, het ruwe, het behoeftige, het zwakke, het banale, het toevallige of het arbitraire. De alle-daagse banaliteit zorgt tegelijkertijd voor complexi-teit. Net zoals in de houtskooltekening zoek ik in mijn werk naar het moment dat ze elkaar aanraken of overlappen, en er zo een beeld ontstaat waarin het heen een in het ander besloten ligt. Het is de gevoeligheid die leeft in de dubbele zin waarin sommige dingen kunnen worden genterpreteerd.

    Uitleg toepasselijk Engels onvertaalbaar woord: quirk (kwrk)

    1. A peculiarity of behavior; an idiosyncrasy: Every man had his own quirks and twists - Harriet Beecher Stowe2. An unpredictable or unaccountable act or event; a vagary: a quirk of fate.3. A sudden sharp turn or twist.4. An equivocation; a quibble.5. Architecture A lengthwise groove on a molding between the convex upper part and the soffit.

    (Origin unknown)

    quirk ily adv.quirk iness n.quirk y adj.

    [email protected]

  • 2223

    KoenenCharlotte

  • 2425

    KoenenCharlotte

    Onze omgeving is constant in beweging en verandert de hele tijd door dynamische processen. We staan er in ons dagelijks leven nog amper bij stil en vinden het vanzelfsprekend terwijl ze dag en nacht constant om ons heen is. Er is een oneindig in beweging zijn, waarbij alles verbonden wordt door dat alles op elkaar reageert. Alles om ons heen is op een of andere manier getuige van deze dynamiek, door een grote gebeurtenis of door subtiele sporen die achter blijven. Dynamische processen zijn voor mij zicht-baar in materie en in de beweging van materie. Ik zie het constant om mij heen en het vangt telkens mijn aandacht. Ik zie het eerst in het groot, bijvoorbeeld wanneer een vrachtwagen zijn bak vol met aarde leegstort op een hoop die steeds groter wordt. Later zit ik thuis en ervaar het zelfde terwijl ik hagelslag leeg kiep op mijn boterham. Ik staar naar elk onderdeeltje en tegelijkertijd naar die hele massa van hagelslag die net als die aarde wordt leeg gekiept. Het wordt voor mij hetzelfde fenomenale gebeuren, alleen kan ik het deze keer ook nog eens voelen; ik voel het verplaatsen van het gewicht en de rillingen in de kartonnen verpak-king: het grote fenomeen in mijn handen. Als iets beweegt of in beweging wordt gezet verklapt het iets over zijn materialiteit. Alle materialen reageren anders op waarmee ze in aanraking mee komen. Het ene is zichtbaar en het andere voelbaar.

    De reactie met de fysieke omgeving maakt mij bewust van de materialiteit van de dingen om ons heen en van de onaantastbare dynamiek waar we ons constant in bevinden.

    Het in gang zetten van een proces is hetgeen wat ik doe, daarna trek ik mij terug. Ik bepaal de grenzen van mijn eigen handelen om zo veel mogelijk over te laten aan de wisselwerking tussen materie en omgeving. Ik wil weten wat er gebeurt als je iets laat gebeuren. Mijn invloed lijkt minimaal, maar het is de wereld om de gebeurtenis heen die allesbepalend is. Ik schep de condities. Deze condities hebben altijd een bepaalde eenvoudig-heid om de complexiteit van de gebeurtenis zo veel mogelijk ruimte te geven. Binnen dit strakke kader neemt het proces de ruimte om zich orga-nisch te ontwikkelen en hierdoor wordt de orde van mijn kader doorbroken. Dit werkt ook tegen-overgesteld wanneer ik bewust een chaos oproep door bijvoorbeeld een vloeistof te gebruiken om materie samen te voegen. Het materiaal zoekt dan zijn weg op door zich te scheiden in sedimenten of door nieuwe verbanden aan te gaan in de sporen van de verdamping. Op deze manier verzamel ik natuurlijke fenomenen om zo tot een beter begrip van het krachtenspel om ons heen te komen en verbanden te kunnen leggen tussen alles wat materie genoemd mag worden.

    [email protected]

  • 2627

    RiksenEmanuel

  • 2829

    RiksenEmanuel

    bestaat, waardoor je vervolgens kunt zeggen dat ons bewustzijn reikt tot waar onze waarneming, en daarmee ons voorstellingsvermogen, toe in staat is. Immers, als we de horizon vergelijken met de meer abstracte grens van ons bewustzijn, en we die constant voor onszelf uit blijven schuiven, wat bevindt er zich dan aan de andere kant? Het antwoord hierop kan daadwerkelijk enkel en alleen een idee zijn, een gedachte die zich beroept op alles wat we weten en zien. Misschien ligt de oor-sprong van het antwoord wel meer in datgene wat we niet zien of begrijpen en wat alleen suggestief aanwezig is binnen de waarneming en het kader waarin we die automatisch plaatsen. Het enige werkelijke antwoord wat hier dus algemeen kan gelden is een vraagteken omdat alles wat we weten en zien zich al aan onze kant van de horizon bevindt, en wij alleen maar kunnen piekeren over vermoedens van zingeving die onze pet te boven gaan terwijl we onontkoombaar op onszelf aangewezen zijn. Wellicht zijn de zinvolle antwoorden dan uiteindelijk ook alleen in onszelf te vinden.

    De drang naar een concreet bewustzijn en het ver-reiken van onze horizon is iets wat ons definieert als mensheid. Er zal altijd een bepaald onverzadig-baar verlangen heersen naar het idee dat er meer is dan alles waar we inmiddels vertrouwd mee zijn. Hoezeer we ons eigen voorstellingsvermogen ook de vrije loop kunnen laten gaan, we blijven toch altijd achter met een gevoel van machteloosheid over de veronderstellingen die we niet voor ons-zelf kunnen legitimeren omdat we ze niet kunnen concretiseren. Dat is althans wat de bodemloze leegte, waarin het vatbare zicht oplost in het niets, suggereert en dit gevoel ontstaat puur vanuit het verlangen om niet te willen toegeven aan het idee dat alle feitelijke kennis waar we over beschikken een volledig bevredigende invulling van ons be-staan te bieden heeft. Het is het drukkende gevoel van een onbestemdheid die ons aanzet om zelf op zoek te gaan naar zingeving. We worden binnen ons collectief bewustzijn begrensd door onszelf, daar ben ik stellig van overtuigd. Het opzoeken en overschrijden van deze grens is echter iets wat onbegonnen werk

    is, omdat deze ver buiten ons bereik ligt. Daarom kunnen we nooit met concrete zekerheid vaststel-len door welk groter geheel die grens zou lopen, en vooral wat er aan de andere kant zou kunnen zijn. De horizon, verdwijnpunten, doorgetrokken lijnen die als wegen naar zon verdwijnpunt leiden; het is allemaal vastgelegd door de eeuwen heen en biedt ons een ingang om onze visuele per-ceptie te formaliseren. Maar wat zijn deze punten precies? Neem een oneindig lange rechte weg, die tot het verdwijnpunt naar de horizon reikt. Dit verdwijnpunt bestaat alleen in onze visuele waar-

    neming, en staat in die zin vast vanuit elk specifiek standpunt, maar elk standpunt heeft haar eigen verdwijnpunt. Het staat dus niet vast vanaf het moment dat we ons verplaatsen en als je de weg afloopt verplaatst dat punt zich evenredig met de afstand die je aflegt. In die zin is het dus een punt wat je ziet maar er niet daadwerkelijk is en wat je ook nooit zal bereiken, net zoals de horizon zelf. Het is daardoor een idee, iets fictiefs, een sug-gestie naar een gedachte die beredeneerd wordt vanuit de formalisering van onze visuele waarne-ming, het lineair perspectief.Deze uiteenzetting van het lineair perspectief oppert een tweedeling van sferen in een profane en een sacrale vorm. Het profane aspect is dat van de mens en het strikt rationele kader waarin de waarneming, en daarmee ons eigen leven geplaatst wordt. Terwijl het sacrale vanuit de bo-venstaande beredenering juist inspeelt op het filo-sofisch kader waarbinnen we ons als mens nietig tegenover het idee van eeuwigheid plaatsen. Om nog een stap verder te gaan kun je stellen dat het profane en sacrale uit bewustzijn en onbewustzijn

    [email protected]

  • 3031

    DavidseMaarten

    Letterbord als communicatie middel van de stad, 2014 www.woordvoerder-maastricht.nl

  • 3233

    DavidseMaarten

    Omdat constante verandering van alles wat mij benvloed belangrijk is voor mij en voor mijn werk deelde ik het afgelopen jaar een atelier met 6 andere studenten. Samen maakten we van ons atelier een ontmoetingsplek en stimuleerden wij elkaar om positie in te nemen buiten de academie. Voor mij heeft dit geresulteerd in een praktijk die zich richt op raakvlakken tussen beeldende kunst (performances, interventies, events), educatie (wat is leren?) en sociale interactie.

    Mijn werk ontstaat door te praten. En als mijn werk er is moeten we er over blijven praten. Regelmatig ga ik samenwerkingsverbanden aan en probeer ik ruimte te scheppen voor nieuwe gedachten of gesprekken. Stel je bijvoorbeeld eens voor hoe de wereld er uit zou zien als we naast geld, ook wachttijd als betaalmiddel zouden hebben. Een kopje koffie kost je dan ongeveer tien minuten wachten in het caf. Voor een nieuwe broek moet je een uur doorbrengen in de Bijenkorf. En voor een nieuwe auto woon je een jaar lang bij de auto-dealer. Wat ga je doen met al die tijd? En hoe zou een gemiddelde dag in een winkel er uit zien? Ik denk dat we (en daarmee bedoel ik de hele wereld) als collectief bepalen hoe het individu zijn dagen inricht. Gezamenlijk bepalen we hoe

    vrij we zijn om op zoek te gaan naar onze talenten, passies en mogelijkheden. We doen dit door onze omgeving te structureren. We voorspellen de toekomst en hopen op deze manier onverwachte situaties te voorkomen. Tegelijkertijd blijven we altijd nieuwsgierig naar het onbekende. Deze tegenstrijdigheid zie ik als een van de belangrijkste en meest interessante conflicten van deze tijd. Ik ga hier op in door in onze dagelijkse bezigheden ruimte te creren voor reflectie, nieuwsgierigheid, verhalen, interesses en eigen waarheden. Communicatie vind ik erg belangrijk. Blijf daarom geen eenzame beschouwer van mijn werk, maar word en deelnemer. Word onderdeel. Denk over mijn werk na en stel vragen. Ga het gesprek aan met jouw omgeving. Overtuig anderen van jouw ideen en verander van gedachten als dat nodig is.

    Doe, voorspel, structureer, maak fouten en begin opnieuw.

    Leef samen, leer van elkaar en leer met elkaar. Verander, elke dag.

    Experiment betalen met wachttijd, 2014 I.s.m. Dennis Muoz Espadina

    Dwalen door Europa, 2013

    [email protected]

  • 3435

    SmitsMick

  • 3637

    SmitsMick

    Op het moment dat de mens zich ergens vestigt ontstaat er door wrijving tussen de mens en zijn omgeving een patroon. Bepaalde elementen in die omgeving worden door de generaties heen gevormd. Door acties, interacties en reacties die de mens achterlaten, wrijft het menselijk zijn zich af op de omgeving. Er wordt gebouwd en afgebro-ken in een oneindige cyclus. Het is een continue interactie tussen mens en omgeving. Sommige elementen van het stedelijke leven overlappen el-kaar in structuur en vorm, Gilles Deleuze betitelde dit fenomeen als verschil en herhaling. Verschil en herhaling is in twee grote categorien te verdelen,

    herhaling tot integratie en herhaling tot perfectio-nering. Alles wat er nieuw bijkomt is eigenlijk een herhaling van wat ooit was. Als ik de herhalende structuren zie, bestu-deer ik ze en reconstrueer ik de context waarin ik ze heb gevonden. Het verlaat mijn gedachte niet tot het beeld duidelijk is. Het doel van mijn onderzoek is om de vondsten vanuit hun eigen bestaan te vertalen tot n specifiek beeldend werk of installatie. Tussen de vertalingen van mijn vondsten en het uiteindelijke beeld moeten zo min mogelijk stappen zitten. Dit doe ik om een eerlijk en zuiver beeld neer te zetten.

    [email protected]

  • 3839

    Celine Mooren

  • 4041

    BerensChristian

    Situaties en plekken, functies en waarneming

    De humanitaire ruimte is ingedeeld in gebieden: Straat, stoep, winkel, achterkamer, binnenplaats, keuken, gang, badkamer. Verschillende ruimtes die verschillen door hun verschijning, ligging en functie. Voor mij zijn deze ruimtes tweezeidig interessant. Ten eerste als deel, waaruit door verbinding een straat, huis of stad samengesteld wordt. Delen kunnen geisoleerd gezien worden, als analysetechnik, maar ook als een scheppend deel, want door de isolatie en inperking van ruimte kan een plek ontstaan. Ten tweede interesseer ik mij voor de manier waarop deze ruimtes gebruikt worden en hoe door dit gebruik de waarneming ervan gevormd wordt. Het eerste aspekt, de isolering en daarmee de definering van plekken, is voor mij een idee dat ik op een fotografische manier bewerk. Door de fotografie worden delen van een ruimte trans-portabel. In hoeverre de op deze manier mobiel geworden ruimte een nieuwe ruimte kan worden en tegelijkertijd zijn referentie naar de ruimte van oorsprong kan behouden, hangt sterk samen met het tweede aspekt van mijn interesse: De waarneming van ruimtes door hun gebruik. Ruimtes verschillen van elkaar in de manier waar-op mensen deze gebruiken. Het soort van gebruik is een relatie tussen de aard van de ruimte en de functionalisering van de gebruiker. Niet iedere ruimte is geschikt voor ieder doeleinde. Functies genereren handelings- en waarnemingspatronen. De beperking van de functionaliteit van een ruimte is van wezenlijk belang voor de ruimtelijke waar-neming van de mens.

    In mijn werk stel ik mij de vraag: Wat gebeurt er met ruimtes die uit hun omgeving ontnomen worden en weer opduiken op een andere plek? Of wat gebeurt er wanneer deze in hun functie tegengesteld werken of de functie laten verdwijnen? Wat gebeurt er met de waar-neembaarheid? Gebeurt er iets in de ogen van de gebruiker of de toeschouwer? Daarbij gaat het minder om de concrete reactie van de gebruiker/toeschouwer en meer om en waarnemingsaanbod. Een experimentele manier van het scheppen van ruimtes en situaties waarbinnen ik zelf van kan leren.

    50 50 54 N, 5 41 0 E9 juni 2014, 10:14 uur

    [email protected]

  • 4243

    InhoudInhoud

    Joep Hinssen72 75

    Celine Mooren2 5

    Miguel Huinder6 9

    Mike Moonen18 21

    Mick Smits34 37

    Richard Kromjong52 55

    Nuria Maria68 71

    Dennis Munoz Espadina56 59

    Simon Weins76 79

    Jerome Daly60 63

    Vera Gulikers64 67

    Henning Steinfarz48 51

    Linda van Kerkhof44 47

    Maarten Davidse30 33

    Emanuel Riksen26 29

    Thomas Hutten10 13

    Jip Linckens14 17

    Rebecca Treur80 83

    Charlotte Koenen22 25

    Christian Berens38 41

  • 4445

    Linda

    To rise up against the wall, afm. variabel, 2013 / 2014Werk in wording, vooralsnog zonder titel, div. materialen

    van Kerkhof

  • 4647

    Linda

    Zonder titel, afm. per stuk ca. 60x80 cm, 201454 vellen handgeschept papier

    To rise up against the wall (detail), afm. variabel, 201319 objecten, div. materialen

    van Kerkhof

    Mensen zijn fysieke wezens, en wij leven in een fysieke wereld. Onze ervaring van deze wereld wordt bepaald door onze lichamelijkheid: nog voordat wij weten wat taal is leren wij de wereld niet alleen kennen door kijken, horen, ruiken en proeven, maar ook door overal naar te grijpen het woord begrijpen verwijst direct naar deze lichamelijke handeling. Met voldoende ervaring is begrijpen mogelijk zonder grijpen, maar de behoefte tot aanraking blijft. Ook de beleving van ruimte is in relatie tot ons lichaam. Wordt de blik naar een punt gedwongen; voel je je verloren of geborgen; komen de muren op je af; is er een rustpunt voor het oog of het lijf? Wil je staan of zitten, kan je lopen, moet je voorzichtig zijn? Willen de handen iets aanraken om te bevestigen wat het oog vermoedt?

    De basis van mijn werk is de inherente materialiteit van de wereld waarin ik mij bevind. Dit uit zich in het maken: een fysiek proces waarbij materiaal wordt getransformeerd van een vorm naar een andere. Mijn handen zoeken hun eigen weg, zonder tussenkomst van redenatie of rationalisa-tie. Ik benvloed het materiaal, maar het materiaal benvloedt mij ook. Er ontstaat een haast onvoor-spelbare wisselwerking. Vormen groeien en evolu-eren, gaan gesprekken met elkaar aan, vragen om combinaties en verbanden. Het manipuleren van materialen vergt vaar-digheid. Vaardigheid vraagt om oefening; oefening is herhaling. In de herhaling vind ik helderheid en focus. Elke handeling wordt opnieuw met dezelfde aandacht uitgevoerd, als een meditatie in bewe-ging. Ik laat het materiaal door mijn handen gaan, keer op keer, totdat ik het volledig begrepen heb. De handmatigheid van het proces, mijn eigen imperfectie en die van het materiaal, leiden tot variaties die een significante plaats innemen in de totaliteit van het werk. Tijdens het maakproces spreken de ruimte, de materialen en mijn handen een gezamenlijke taal. Deze drukt zich uit in structuur en tactiliteit, vorm en kleur, hardheid en zachtheid, grootte, ruimtelijkheid, positie, en andere dingen waar wij als mens geen woorden voor hebben. De be-schouwer spreekt dezelfde taal, wij delen immers dezelfde lichamelijkheid, dezelfde ruimtelijkheid, dezelfde menselijkheid. Een taal met meer uitdruk-kingskracht dan wij in woorden kunnen bevatten, waarin kijken en ervaren belangrijker zijn dan benoemen en verwoorden. Wij worden echter ook bepaald door onze verschillen. Onze verschillen in waarneming en ervaring creren een openheid,

    die de beschouwer uitnodigt tot het vinden van een eigen perspectief, eigen associaties en bete-kenissen.

    Mensen zijn fysieke wezens geworteld in een fy-sieke wereld, en door middel van mijn werk tracht ik de materile basis van ons bestaan te doorgron-den. Maken, experimenteren, mislukken, afbreken, onderzoeken en opnieuw bouwen, verplaatsen, hanteren, voelen en vervormen zijn als een materi-eel, handmatig denkproces. Het is een denken dat ook kennis oplevert, maar niet het soort kennis dat kan worden overgebracht in boeken en lezingen. Deze kennis kan alleen worden verspreid door de zintuiglijke ervaring van het werk zelf. In deze materile ervaring kunnen het publiek en ik elkaar ontmoeten.

    Zonder titel, afm. ca. 350x50x455 cm, Februari 2014Installatie in Kunstpodium T, Tilburg, Leerling / Meester-project, 54 vellen handgeschept papier

    [email protected]

  • 4849

    Henning Steinfarz

  • 5051

    Henning

    Konzentration. Man braucht nicht viel zu tun, um etwas zu sehen zu bekommen. Die Materie treibt ihr Spiel ganz von selbst, fortwhrend und berall. Was tut sie? Von hier nach dort, vielleicht wieder zurck; dann woanders hin. Im Stillstand manifes-tiert sich vor unserem Geist die Bewegung. Ebenso andersherum. Eine Welt die niemals ist, sondern immerzu wird, erscheint uns als stets neu geboren. Das Verweilen in der Prsenz eines Phnomens ist es, was die Konzentration ausmacht. Der bewusste Stillstand gegenber der Bewegung, frei von Be-deutung und pure Erscheinung. Das Schaffen von Werk ist fr mich der Versuch, das Flchtige einzufangen, erfahrbar zu machen. Einen Moment zu isolieren. Ihn in einen Zyklus der kontinuierlichen Selbsterschaffung und -zerstrung zu bringen. Die Momente, die ich dabei untersuche, bewegen sich in einem Spannungs-feld zwischen sthetik und Humor. Ihre Qualitten liegen in ihrer Bewegung und ihrem Fluss, der Reaktion verschiedener Elemente mit-einander. Sie stellen nichts dar, sondern suchen die Lebendigkeit im Absurden. Sie haben kein Ziel, welches ber das eigene Bestehen hinausgeht. Sie sollen nichts sein, auer einer bung in Konzentration.

    Steinfarz

    Concentration. One does not have to do much to be presented with a spectacle. Matter plays its own incessant games, independent and ubiqui-tous. What does it do? From here to there, and maybe back - then, somewhere else. In stillness, movement becomes manifest before our minds, and vice versa. A world that never is, but is always becoming, appears to us perpetually born anew. To pause in the presence of a phenomenon is what constitutes concentration. Deliberate stillness in the face of movement allows for the experience of pure apparition, free from meaning. To produce a work is, to me, the attempt to capture a fleeting moment in the dance of matter. To isolate it and see it work in a constant cycle of self-creation and self-destruction. The moments I like to investigate exist in a field of friction between aesthetics and humour. Their qualities are found in their movement and flux, in the reactions between different elements. They do not represent any-thing, but seek vibrancy in the absurd. They do not aim to be anything beyond their own existence. They are not supposed to be anything, except an exercise in concentration.

    [email protected]

  • 5253

    Richard Kromjong

  • 5455

    Richard

    Zoe es iech miech beloer.

    Iech bin nne slkker, umtot iech vl behoef-tes hb dee iech wl bevredige. Dit is t geen wat mien aard vrmt, mr aoch de maote vaan contentegheid peilt. Ut gelukkig zien hingt daan aoch same mt t succes vaan t proces: zeuke en vnde. Ut in beweging zien en tegeliekertied alert zien is essentieel. Zoe es mien wrke zich gedrage ten opziechte vaan de umgeving, zoe gedreug t proces vaan make en dnke zich aoch; t greujt en t trejt in verval. Iech wrk mt natuurrieke mattriaole. De ks veur natuurleke bove kunstmaotege mattri-aole hingk same mt de hajding dee t aonnump ten opziechte vaan natuurleke processe. Kunst-maotige mattriaole zien dks besjermt tege weer-sumstandighede zoe es wind, water of wrmte. De vraog wat iech daon mt deze mattriaole weurt oonder aandere beantwoordt door wie iech ze be-sjouw. Ut vergoon zrg veur verandering en toent levendegheid. De vergaankelekheid geeft miech t geveul dat iech op n geliekelek niveau partici-peer. Iech zeen eder mattriaol daan aoch mier es wezens, die net zoe es iech, n ziechbaar umhul-sel hbbe mt n onziechbaar en onaonraakbaar liechaam drin versjoole. De aonraking is aanders. Ut samestlle vaan de mattriaole, t bieeinbrnge

    en eventueel wijer fabricere is een ritueel ansiech. De umgeving vaan t dnk, benvloed wie t ziech oontwikkelt. Mien intensie is um mien werreke vaanoet de umgeving op te laote bleuje en neet op te lgke. Tied is veuleisend binne dit proces vaan verwortelle. herman de vries zeet: t is es n artefact dee mt minsehan gemaakt weurt, mr onmiddelek opgenomen weurt door de natuur-leke processe. Iech bin in dit geval bemiddelaar tusse mins en natuur. Iech stuur mien wrk door kses te make. Deze kses zien dks aofkomsteg oet n soort geveulswereld. Boe wrt tekort sjete, liet t geveul zien boe ste naor touw moos. Un natuur-leke aard vaan doen en dnke. Rudolf Steiner zeet aoch: t zintuigeleke weurt verriek mt uzze innerleke wereld. Ut bevestegt veur miech nne innerleke noedzaak um te maken. Dn innerlek of onziechbaar liechaam heet aoch krach nudeg. Verrieking steit daan aoch hiel rg verboonde mt wat iech ervaar en opneum. Dus wie iech miech veurtbeweeg en in wat veur situaties iech terech kom. Ut is n complex speul dat neet in de han te hawwe is. Mr toch, geveul of intutie kinste oefene. De zjuste wrt of beelde kinne de brgk sloon tusse de innerleke wereld en de uterleke wereld. Ut wrk moot open stoon veur reactie, wlt de bezieling zintuigelek te ervare kinne zien.

    Kromjong

    Ut idee zit neet mie in t liechaam versjoole achter n flinterdun vel, mr kin versjijne veur eeders ouge. Ut is aon miech um dit gehiele proces ziechbaar te maken door te documintere en te exposere in alderlei vrme. Daomt eigelek n reactie bekans op te zeuke of oet te lokke. Op ein of aandere meneer zal dr altied aofgewaog mote weure wienie de zjuste momnte zien um te deile. In de ideaolste situatie hoop iech dat de umgeving vaan mien wrk besjermt en zrg dreug. Dat t wrk de tied gegund krijg um ziech te oontploeje, ziech kin vrme en weer verdwijne.

    Richard Kromjong, Maastricht

    I meet Richard in his studio. Struck by an overpo-wering stench of ammonia I carefully sit down on a small shaky chair between a stack of branches and a table with a pile of manure on it, covered by wool. His studio looks like a laboratory full of dif-ferent, seemingly unfinished experiments. Richard has a clear commitment to nature as his subject and material and when he talks about nature it is almost as if he is talking about a woman. When you synchronize with nature, she will make her-self visible to you. You will see how she reacts to things, how she feels. He describes working with natural materials as a promise, as an obligation even, to trust his senses and to focus on what is happening right in front of him. Before interfering in the process or manipulating his material, Richard wants to discover the qualities and move-ments that are already present. Richard is patient, not afraid of the moments of silence between my question and his answers. He is disarming and very authentic. While we talk, Richard does not stop playing with the tip of one of the branches lying next to us. There is something very special about the way this tall and burly guy interacts with nature; his touch is instinctive but thoughtful.

    Richards practice consists of observing his surroundings, and altering it. He is engaged in a constant process of stimulation and reaction. The material or body that comes into being in my work is an artifact he asserts touched by human hands but accepted into the natural process again as soon as I take my hands off of it. His work is like a ritual. When he has done his job well, the audience will experience a sense of awe or inspiration and will discover the invisible body of the work. The sense of inspiration, very often, becomes more

    important than the piece itself. I would even go so far as to say that, at that point, I could remove the object from the experience Richard explains. The kind of work he makes depends greatly on where he is living. Every work is in essence part of its surrounding. People are even allowed to touch his work because he sees it as his respon-sibility to produce work that fits in its environment so well that there is an automatic respect towards the work; a natural inclination even to want to protect it. What Richard tells about his work and practice says less than the way he interacts with the things in his studio. For me, the fact that he was touching and playing with all the materials around us, during the whole conversation, that he wasnt startled by the three mice playing in one of his pieces and the sense of patience and open-ness he exudes, proofs that he has become one with his surroundings and his work. He affirms this feeling right before I leave when he says: nature is nothing but a constant process which I am a part of; my work is nothing different.

    Text by Eline Madeleine Schmeets

    [email protected]

  • 5657

    Dennis

    Ad Fundum, 40x30x30 cmBierkrat, Bianco Carrara marmer

    Kaasplank, 12x7x9 cmCheddar kaas, hout

    Muoz Espadina

    Zwerfsteen, filmstillsStop motion video

  • 5859

    Dennis

    Geopend

    Alledaagse begrippen; een stuk kaas, een roos, of een trap. Absurditeit vormt het startpunt voor een avontuur. Kleine gedachtes die ik tegenkom in een film, een boek of op straat. Vaak onbenullig, banaal of plat.

    Verwondering over vertrouwde doch totaal wonderlijke voorwerpen. Een bevrijding van de objecten, tegelijkertijd een bevrijding van mijzelf. Gecreerd door het spel met betekenissen en vorm. Opnieuw kijken naar de werkelijkheid rondom.

    Wat is de mystificatie van het gewone? Een aktenkoffer waaruit een licht glom. Het op zn kop zetten van een paradigma. Waarom zijn bananen krom?

    Pozie, de articulatie van de grenzen van wat wij met taal kunnen (zeggen). Prozaische elementen worden potisch en andersom.Belangrijk wordt onbelangrijk en vice versa. Vice wordt versa en versa vice.

    Muoz Espadina

    Humanity & MeRosa Humanity, honderd gedichten

    [email protected]

  • 6061

  • 6263

    Jerome

    My videos are performances, no films. They are filmed as single shot without montage. In the virtual laboratory, Jerome Daly is the body, as the accident within the randomnes of virtuality. The glitch represents the creative power of the ma-chine whose variations exceed the human pos-sibities in its material identity in reality. Together they create the picture you see that is unrepeata-ble but appears as a repetition on the record as a representation of the nonmaterial essence of a singular performance. - Jerome Daly, Maastricht 2014

    Manifest of nothingness

    In biology class, we have learned that identical twins are the same. That has to say that the encoding of their DNA is equal. What does this notion of being mean (what does being mean anyways)? What do these scientific facts say about the essence of the singular human being; the inner self? The idea has evolved that a human soul is a com-pound of facets that relate to pure forms of being. This (platonic) view on humanity has resulted in the misconception that we can grasp the essence of the soul and translate it into codes or linguistic descriptions. The complexity of a human being and humanity as a whole is simply not graspable. The idea that individuals essences (their souls) relate to pure forms of e.g. evil, goodness, or beauty is a fundamental flaw in human thought. There is no pure good. There is no pure evil. And there is no pure form of beauty. Therefore, it is impossible to translate the complex essence of humanity into any type of technology. Nevertheless, the faulty image about the existence of pure forms of being, often leads to something called projection. This entails that hu-mans project ideas of purity onto others or imagi-nary others (e.g. God). If projection is done upon a human individual, this can lead to disastrous inner conflicts for the single person. Namely, it is impossible for a human to live up to a pure form. The projection of pure forms should be reserved for anything but humans themselves. Ideas of purity are immaterial, and ought to stay within the realm of immateriality. However, when a pure idea is projected onto a thing (not a human in this case), an object ought to remain the same in all circumstances, in order to repre-sent the pure forms of mankind. But then, nothing is ever the same. So how can

    object represent this assumed pure forms of humanity? In a dark room, whiteness will not fulfil its purity, and in a lighted room, the character of the light will determine the way we perceive whiteness. In other words: whiteness is a fiction, just like all homogeneities of materiality. Therefore, it is safe to project a pure idea of the human soul primarily onto an immateriality, an alter ego for example. On a secondary level, this can evolve in a material output, but the primary projection ought to stay within the realm of (fictio-nal) immateriality. On this secondary level, all material outputs (in the realm of materiality) of immaterial ideas, will in one way or the other always reflect upon its sur-rounding as a whole. An object would not be ma-terialistic without its connection to human thinking. Therefore an object always breathes along with its space, human bodies, ideas and other materials. This ultimately changes the object itself into a dynamic singular performance, which ungraspable essence draws parallels to the impossibility of understanding the essence of humanity.

    Text by Luca Soudant

    Daly

    [email protected]

  • 6465

    Vera Gulikers

  • 6667

    Vera

    Alles bestaat uit materiaal: de meubels waarop ik zit, mijn gedachten, de woorden die ik spreek en mijn lichaam. Het leven bestaat uit het bewegen van materiaal, alles gaat op en neer, wisselt en ver-schuift continu. In deze bewegingen veranderen er onderdelen van het materiaal, iets kan kapot gaan, een verhaal kan op een andere manier vertelt wor-den of je lichaam veroudert. Dat materialen geen gefixeerde en constante omstandigheden kennen valt in alle dingen die verouderen te zien. Ik vind dit de belangrijkste waarde van alle materie. Het ontkennen van veranderen van ma-teriaal is een eigenschap die de mens volgens mij in zich draagt. Ouderdom mag niet getoond worden. Deze ontkenning heeft te maken met de drang om vast te willen houden, om het proces stop te zetten en te vereeuwigen. De personen en objecten die mij omringen zijn vergankelijk. Toch ga ik ervan uit dat mijn ouders er voor altijd zullen zijn en mijn telefoon nooit kapot zal gaan. We hebben de neiging om alles om ons heen bij ons te willen houden, zoals het maken van fotos en het schrijven in dagboeken. De contradictie tussen vereeuwiging en vergankelijkheid maakt de waarde van bepaalde dingen vaak onduidelijk. Het verkleuren van papier is een simpele verandering van materiaal, dat gezien kan worden als een ver-minderde waarde van de tekening of het boek. Het materiaal waar het verhaal of de afbeelding op ge-maakt is, zou moeten blijven zoals het is, gefixeerd en statisch. In het verkleuren van papier laat het materiaal echter n van zijn eigenschappen zien die niet benut wordt, maar evenwel belangrijk is.

    Een kunstenaar is niet op zoek naar het invullen van de functie van een materiaal, maar kijkt naar de waarde ervan. Het zichtbaar maken van die waarde kan alleen door het materiaal te activeren. Ik zet materialen in beweging, ik laat het leven onder bepaalde omstandigheden en kijk wat de effecten zijn. De hypothese blijkt meestal niet te kloppen. De invloeden die per toeval ontstaan laten de beste eigenschappen van het materiaal naar buiten komen. In mijn atelier laat ik materialen tot leven komen en kijk wat ze met elkaar doen; reageren ze met elkaar of stoten ze elkaar af? Ze ondergaan een experiment, ze worden getest, bekeken en gewaardeerd naar schoonheid. De experimenten zijn niet altijd stop te zetten, als een materiaal eenmaal is begonnen te werken, leeft het soms door. Als mijn werk getoond wordt, is het in een fase van het experiment; een moment-opname is zichtbaar, een moment van een lang- of kortdurig proces.

    In het tonen van deze natuurlijke gedragingen van materiaal zoek ik de bijzonderheid van de alledaag-se materialen. Ik onderzoek de eigenschappen van stoepkrijt, zeep, textiel, kaarsvet, verf en meel, totdat ze hun ongewone eigenschap laten zien, de eigenschap die hun onalledaags en bijzonder maakt. In de constante verschuivingen en wisselin-gen van die materialen, toon ik de verschuiving die de vergankelijkheid, het fragiele en dynamische ervan zichtbaar en fysiek voelbaar maken. Ik vind het belangrijk dat mijn werk onderdeel uitmaakt van de natuurlijke processen waar het leven uit be-staat, zoals verkleuren, verouderen, kapot vallen, en de eenvoudige tijdelijkheid en fragiliteit van alle objecten en momenten te laten zien.

    Gulikers

    [email protected]

  • 6869

    Nuria Maria

  • 7071

    Nuria

    July 32C

    Mellow, laziness Ive made.The animals are relaxed.A man did something remarkable today.While diving and jumpingin and out of the water,he found a way to universe.I wish I could be him, once standing in the rain,to see the lower sun, being surrounded by you,my Autumn.But I know I will fall,as the first leaf falls off a tree.

    November 7C

    I really try to understandwhat Im surrounded by on this planet.I put it under a microscope; I see stardust.Crystal rocks of stardust,salt and iron, gold you are.Ive collected many things under a microscope.Glass, a dog, a cloud, one of my raindrops, a nut and its tree, a book, a sweater, a feather and some earth. All I see is stardust.They say people make diamonds,under high pressure.Ill put everything that exists under high pressure.Ill make of this a day, on which Summer is not over yet, while Autumn has begun.

    Maria

    [email protected]

  • 7273

    Joep Hinssen

  • 7475

    Joep

    Kletterende regen op een golfplaten dak. Willekeurige composities van afval op straat. Een rij wapperende vlaggen voor een bedrijfs-pand. Twee autos met knipperende waarschu-wingslichten. Plastic troep, die danst in de stroming van een riviertje.

    Soms komen gebeurtenissen los van de eindeloze stroom aan ervaringen op een dag, zonder duide-lijke reden. Mijn werk ontstaat vaak vanuit impres-sies die me raken, zonder dat ik op dat moment wil weten waarom.. Maar als ik met deze indrukken aan de slag ga word ik geconfronteerd met bete-keniswerelden, contexten en het waarom van mijn keuzes. In hoeverre rationaliseer je je handelingen en keuzes? En waarop baseer je die keuzes? Mijn standpunten, meningen en houding ten opzichte van de wereld veranderen iedere dag, zo niet vaker. In mijn werk orden en categoriseer ik zowel op formalistisch en conceptueel gebied.

    Daar ben ik me bewust van. Ik probeer kaders te scheppen en effecten consequent te verscherpen. Alle crerende daden zijn uiteindelijk, en onver-mijdelijk, gevallen van ordening; van tekenen tot spreken en van koken tot dweilen. Alleen maar vanwege het feit dat het menselijke daden zijn. Ik wil bewust zijn, bewust worden, van de gegevens die systemen of manieren van ordening bepalen. Een ideologie, een religie, een wetenschap of welke verzameling denkbeelden dan ook, is een vooropgezette orde waarmee je je manier van leven en je daden kunt legitimeren. Dit zijn kant en klare structuren. Het zijn sjablonen die, als je ze niet bevraagt, het werkelijke denken en ervaren vervlakken. Het interessante is als deze structuren gezien worden als uitdagingen tot heroverweging, of een zoektocht naar zaken die ze tegenspreken. Pas als je tegenstellingen laat botsen kan het rele een barst veroorzaken in je waarneming en ontstaan er nieuwe mogelijkheden.

    Hinssen

    Er is een werkelijkheid, een realiteit, dat wat zich onvatbaar buiten ons bevindt, een ordeloze chaos. Mijn mens-zijn belemmert mij om die werkelijkheid, het domein van tegenstellingen en geweld, te kunnen ervaren. Mijn zintuigen zijn niet meer dan beperkte sensoren die selectief prikkels opvangen en filteren. Mijn hersens ordenen en structure-ren. Ze laten onbelangrijke dingen weg, leggen verbanden en koppelen die aan vooroor-delen en programmas. De structuur die de mens aan de werkelijk-heid oplegt is symbolisch. Structuur is symboliek, omdat er ordeningen en zinnebeelden worden opgelegd aan de chaos van het rele. De mens strijd tegen de chaos van het rele, een wereld die bestaat uit tegenstellingen, regels met uitzonde-ringen en onvolmaaktheden, door ze in te voegen in zijn symbolische orde. Deze strijd komt voort uit een verlangen dat nooit volledig gerealiseerd kan worden. De symbolische orde zal nooit een absolute oplossing bieden in de confrontatie van de mens met de werkelijkheid. Daarom is het juist van belang dat verlangen tot oplossen te koeste-ren en niet de schijnbare oplossing zelf. Oplossing is stilstand. Twijfels en onzekerheden leiden tot zoektochten. Meningen, uitspraken zijn slechts vlaggen die je plaatst op punten in je tocht; marke-ringen van passagepunten. Vanuit een uiteindelijk onverklaarbare noodzaak.

    [email protected]

  • 7677

    Simon Weins

  • 7879

    Simon

    De processen van vergankelijkheid en transfor-matie zijn overal in onze omgeving af te lezen. Ruimtes, levende dingen, objecten, zelfs ruwe materialen, alles schijnt een enorme hoeveelheid aan informatie op te nemen en af te geven en zo een eigen verhaal te beleven. Dit verhaal ligt deels voor de hand, maar onttrekt zich deels ook aan het menselijke bewustzijn. Pas op het moment van uiteenzetting met de verschillende momenten binnen dit verhaal verwerft men een inzicht, een toekenning in tijd en ruimte. De dingen krijgen hun eigen plaats en iedere omgeving, ieder oppervlak, ieder materiaal wordt op deze manier tot tijdelijke opslag voor energie, beweging, tijd en ruimte. Ieder mens is binnen deze processen aan de ene kant slechts getuige van gebeurtenissen waarop hij geen invloed heeft, aan de andere kant is hij er deel van. De mens wordt de bladwijzer in een wereld die constant verandert en gaat opzettelijk of onopzettelijk een verbinding met zijn omgeving en de daarin liggende dingen aan. Zelfs het eenvoudige bekijken van dingen kan op deze

    manier de situatie benvloeden waarvan wij eerder dachten dat zij volledig onafhankelijk van ons bestond. Er ontstaat een soort afhankelijkheidsre-latie, waarbinnen iedere handeling zowel schep-pend als ook vernietigend werkt. De processen van tijd en ruimte staan hier tegenover een abstracte stilte, welke zich enkel en alleen in ons hoofd kan afspelen. Er ontstaat een kloof tussen de menselijke waarneming en een fysieke realiteit, die ik binnen mijn werk onderzoek. Dit onderzoek heeft tot nu toe geleid tot objecten en architectonische ingrepen, die aan de ene kant concreet zijn gelinkt aan de fysieke realiteit en aan de andere kant de drager zijn van een idee. Het materiaal is hierbij altijd een concentratie van voor-afgegane processen, terwijl de vorm deze proces-sen overstijgt en het materiaal een nieuwe functie geeft. Op deze manier worden realiteit en ideen tegen elkaar uitgewisseld. Er is een relatieve Stilte in de fysieke realiteit en een mogelijkheid tot transformatie, welke pas in gedachten plaats kan vinden.

    Weins

    Die Prozesse der Vergnglichkeit und der Trans-formation lassen sich in beinah allem was uns um-gibt ablesen. Rume, Lebewesen, Objekte, selbst rohe Materialien - alles scheint eine Unmenge an Informationen aufzunehmen und abzugeben und so eine eigene Geschichte zu durchleben, die teilweise offensichtlich ist, sich aber auch teilweise dem menschlichen Bewusstsein entzieht. Erst durch eine Auseinandersetzung mit den unter-schiedlichen Momenten dieser Geschichte stellt sich ein Verstndnis, eine Zuordnung in Zeit und Raum ein. Die Dinge bekommen ihren Platz und jede Umgebung, jede Oberflche, jedes Material wird so zum zeitlichen Speicher von Energie, Bewegung, Zeit und Raum. Der Mensch ist in diesen Prozessen auf der einen Seite lediglich Zeuge von Ereignissen auf die er keinen Einfluss hat, auf der anderen Seite Teil von ihnen. Er wird selber zum Legezeichen in einer Welt die sich konstant verndert und geht gewollt oder ungewollt eine Verbindung mit seiner Umgebung und den darinliegenden Dingen ein. Selbst die alleinige Betrachtung der Dinge kann

    so Einfluss nehmen auf eine Situation, von der wir vorher dachten, dass sie vllig unabhngig von uns exestiere. Eine Art Abhngigkeitsverhltnis entsteht, in der jede Geste sowohl erschafft, als auch zerstrt. Die Prozesse von Zeit und Raum stehen hier ge-genber einer abstrakten Stille die sich lediglich in unserem Kopf abspielen kann. Eine Lcke die sich zwischen menschlicher Wahrnehmung und einer physischen Realitt auftut und die ich innerhalb meiner Arbeit untersuche. Diese Untersuchung fhrte bisher zu Objekten und architektonischen Eingriffen, die auf der einen Seite konkret gelinkt sind an die physische Realitt, auf der anderen Seite reine Ideen reprsentieren. Das Material ist hierbei immer Trger von Zeit und Raum, ein Konzentrat vorangegangener Prozesse, whrend die Form diese Prozesse transzendiert und dem Material eine neue Funktion angibt. So werden Realtitt und Ideen gegeneinander ausgetauscht. Es findet sich eine relative Stille in der physischen Realitt und eine Mglichkeit zur Transformation, die erst in Gedanken vollzogen werden kann.

    [email protected]

  • 8081

    Rebecca Treur

  • 8283

    Rebecca

    Het gaat niet om de ranzigheid van schoonheid, maar om de schoonheid van ranzigheid.

    Treur

  • 2013

    2

    014

    Fine Arts

    Colofon

    RedactieSimon Weins, Jerome Daly, Vera Gulikers, Christian Berens, Charlotte Koenen

    BeeldredactieRomy Finke

    VormgevingKim Bekkerswww.kimbekkers.nlTim Wilderswww.timwilders.nl

    DrukkerijTielen

    Oplage500 stuks

    Wij willen graag bedankenMarco Jurien, Antoine Berghs, Karin Peulen, Ton Boelhouwer, Paul Devens, Erik de Jong, Romy Finke, Krien Clevis, Martin Schmidl, Guido Goossens, Mique Eggermont, Jos Legrand, Frank Leenders, Jrg Theissen, Willem Kubben, Jo Seijen, Monique Vondenhoff, Dik Scheepers, Jean Monseweije, Frans Thiemann, Huub Reintjens, Karin Caris-Zurstrassen

    Dit project wordt gesteund doorCafe ZondagHedaHMaastricht UniversityServatiusWeek in week uitCafe SjiekVerfhuis 4 ArtChris Huinder (www.chrishuinder.com)Saskia van Eenbergen