Jaarverslag 2013Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
ToelichtingIn dit jaarverslag 2013 treft u aan de geconsolideerde
jaarrekening van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
De jaarrekening 2013 zal op 30 april 2014 ter vaststelling
worden voorgelegd aan de ledenraad van Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A.
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. omvat:
• honderd procent dochteronderneming Koninklijke
FrieslandCampina N.V. waarin de
ondernemingsactiviteiten zijn ondergebracht;
• gedeeltelijke financiering van de
ondernemingsactiviteiten, voorzover niet ondergebracht
bij Koninklijke FrieslandCampina N.V.;
• directe belangen in enkele overige vennootschappen van
relatief beperkte financiële omvang.
De jaarrekening is opgemaakt per 31 december 2013. De
geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in
overeenstemming met International Financial Reporting
Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie
en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende
Burgerlijk Wetboek (BW), voor zover van toepassing. Vanaf
1 januari 2013 past FrieslandCampina de gewijzigde IFRS
regels toe inzake personeelsbeloningen. De vergelijkende
cijfers 2012 zijn aangepast voor de effecten van de nieuwe
regels.
De melkprijs 2013, die de leden van Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A. ontvangen voor de door hen
geleverde melk, is vastgesteld op basis van de
FrieslandCampina melkprijssystematiek 2011 - 2013. Alle
bedragen in dit verslag zijn in euro’s, tenzij anders vermeld.
Dit jaarverslag bevat mededelingen over toekomst-
verwachtingen. Deze mededelingen zijn gebaseerd op
actuele verwachtingen, schattingen en projecties van het
management van Koninklijke FrieslandCampina N.V. en
informatie die op dit moment beschikbaar is. De
verwachtingen zijn onzeker en bevatten elementen van
risico’s die moeilijk te kwantificeren zijn. Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A. geeft dan ook geen zekerheid dat de
verwachtingen zullen worden gerealiseerd.
Het jaarverslag van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina
U.A. is tevens te vinden op de website www.
frieslandcampina.com en kan worden aangevraagd bij de
afdeling corporate communication van FrieslandCampina
In dit jaarverslag worden onder meer de volgende begrippen gebruikt:Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. (de ‘coöperatie’)
Bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. (het
‘bestuur’)
Koninklijke FrieslandCampina N.V. (de ‘vennootschap’ of
‘FrieslandCampina’)
Executive board van de vennootschap (de ‘executive board’)
Inhoud
4 Profiel 5 Kerncijfers 8 Structuur en organisatie 9 Melkprijssystematiek, winstreservering en
ledenfinanciering
11 Verslag bestuur 11 Resultaten 2013
13 Bestuurlijke aangelegenheden
19 Vooruitzichten
21 Belangrijkste ontwikkelingen Koninklijke FrieslandCampina N.V.
28 Corporate governance
30 Risicobeheersing
33 Jaarrekening 201336 Geconsolideerde jaarrekening
36 Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
37 Geconsolideerd overzicht van het totaalresulaat
38 Geconsolideerde balans
39 Geconsolideerd kasstroomoverzicht
40 Geconsolideerd overzicht vermogensmutaties
42 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
96 Belangrijkste dochterondernemingen, joint
ventures en geassocieerde deelnemingen
98 Enkelvoudige jaarrekening
98 Enkelvoudige balans
98 Enkelvoudige winst-en-verliesrekening
99 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
102 Overige gegevens
102 Bestemming saldo
102 Voorstel bestemming saldo
102 Aansprakelijkheid
102 Gebeurtenissen na balansdatum
103 Controleverklaring van de onafhankelijke
accountant
104 Overzichten104 Meerjarenoverzicht
105 Melkprijsoverzicht
106 Samenstelling bestuur
4 Profiel
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is een samen-
werkings verband van melkveehouders in Nederland,
Duitsland en België. De coöperatie stelt zich ten doel de
melk van haar leden tot waarde te brengen en daarmee
duurzaam waarde te creëren voor al haar leden-
melkveehouders. Dat uit zich in de melkprijs en in de
vergoeding op het kapitaal, dat leden aan Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A. ter beschikking stellen.
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is een coöperatie
met een grote verscheidenheid aan melkveebedrijven
en ontwikkelingswensen van de eigenaren. De
coöperatie behartigt de belangen van haar leden en
oefent het stemrecht uit op de aandelen in Koninklijke
FrieslandCampina N.V. De 19.244 leden (13.887 leden-
melkveebedrijven), verenigd in Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A. zijn via de coöperatie de eigenaren
van Koninklijke FrieslandCampina N.V. en ze zijn tevens de
leveranciers van melk aan Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Elke dag voorziet FrieslandCampina miljoenen
consumenten verspreid over de wereld van voeding die
rijk is aan waardevolle voedingsstoffen. FrieslandCampina
levert consumentenproducten als zuiveldranken,
kindervoeding, kaas en desserts in een groot aantal
Europese landen, in Azië en in Afrika. Ook worden
producten geleverd aan professionele afnemers,
waaronder room- en boterproducten aan bakkerijen en
horecabedrijven. Daarnaast produceert FrieslandCampina
ingrediënten en halffabricaten voor producenten van
kindervoeding, de voedingsmiddelenindustrie en de
farmaceutische sector wereldwijd.
FrieslandCampina heeft vestigingen in 28 landen
met in totaal 21.186 medewerkers. De producten van
FrieslandCampina vinden hun weg naar meer dan
100 landen. Het centrale kantoor van de onderneming
is gevestigd in Amersfoort. De activiteiten van
FrieslandCampina zijn onderverdeeld in vier
marktgeoriënteerde business groups: Consumer Products
Europe, Middle East & Africa; Consumer Products Asia;
Cheese, Butter & Milkpowder en Ingredients.
Met een jaaromzet van 11,4 miljard euro behoort Koninklijke
FrieslandCampina N.V. tot de grootste zuivelondernemingen
en Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. tot de grootste
zuivelcoöperaties in de wereld.
Profiel
5
Kerncijfers
Kerncijfers
1 Vanaf 1 januari 2013 past FrieslandCampina de gewijzigde IFRS regels toe inzake personeelsbeloningen. De vergelijkende cijfers 2012 zijn aangepast voor de effecten van de nieuwe regels.
2 Leden-melkveehouders die weidegang toepassen ontvangen een weidemelkpremie van 0,50 euro per 100 kilo melk. Gemiddeld over alle FrieslandCampina ledenmelk is dit 0,31 euro per 100 kilo melk.
3 Overige toeslagen betreffen het totaalbedrag van uitkeringen per 100 kilo melk van Campina melk van 0,90 euro, Landliebe melk van 1,00 euro en het verschil tussen de biologische garantieprijs en de garantieprijs. Gemiddeld over alle FrieslandCampina ledenmelk is dit 0,10 euro per 100 kilo melk.
in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
2013 2012 1 %
ResultatenNetto-omzet 11.418 10.309 10,8
Bedrijfsresultaat voor goodwill impairment 513 487 5,3
Bedrijfsresultaat 313 487 -35,7
Winst zonder goodwill impairment 327 278 17,6
Winst 157 278 -43,5
BalansBalanstotaal 7.100 6.792 4,5
Totaal eigen vermogen 2.341 2.258 3,7
Totaal eigen vermogen als percentage van balanstotaal 33,0% 33,2%
KasstroomNetto kasstroom uit operationele activiteiten 570 857 -33,5
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten -576 -702 -17,9
InvesteringenInvesteringen 559 423 32,2
Waardecreatie voor leden-melkveehouders in euro’s per 100 kilo (excl. btw, bij 4,41% vet en 3,47% eiwit)
Prestatietoeslag 1,81 1,42 27,5
Reservering ledenobligaties 1,23 0,95 29,5
Garantieprijs 39,45 33,87 16,5
Melkprijs 42,49 36,24 17,2
Weidemelkpremie 2 0,31 0,32
Overige toeslagen 3 0,10 0,12
Melkprijs + toeslagen 42,90 36,68 17,0
6
2013 2012 %
Overige gegevensAantal leden-melkveebedrijven einde jaar 13.887 14.132 -1,7
waarvan in Nederland 12.872 13.062
waarvan in Duitsland 987 1.040
waarvan in België 28 30
Aantal leden einde jaar 19.244 19.487 -1,2
waarvan in Nederland 18.203 18.388
waarvan in Duitsland 1.012 1.066
waarvan in België 29 33
Totaal verwerkte melk (in miljoenen kg) 10.659 10.215 4,3
Melkaanvoer van leden (in miljoenen kg) 9.261 8.860 4,5
waarvan in Nederland 8.823 8.442
waarvan in Duitsland 413 395
waarvan in België 25 24
Gehaltes in procenten
eiwit 3,524 3,524
vet 4,397 4,400
Gemiddelde melkleverantie
per lidbedrijf (in kilo's) 666.886 626.970 6,4
Werknemers (gemiddeld aantal fte’s) 21.186 20.045 5,7
Aantal ongevallen met verzuim (per 200.000 gewerkte uren) 0,6 1,0
7
4 Met ingang van 1 oktober 2013 is de samenstelling van de business groups gewijzigd. De activiteiten in het Midden-Oosten en Afrika zijn verplaatst van de business group Consumer Products International naar de business group Consumer Products Europe. De nieuwe business group namen zijn respectievelijk Consumer Products Europe, Middle East & Africa en Consumer Products Asia. De cijfers voor 2012 zijn aangepast aan de nieuwe samenstelling.
5 Bedrijfsresultaat voor goodwill impairment en herstructureringskosten in Nederland in 2013 en herstructureringskosten in Duitsland en Hongarije in 2012.
2013 4 2012 ▲▲ %
Consumer Products Europe, Middle East & AfricaNetto-omzet derden 3.829 3.779 1,3
Interne leveringen 240 275
Bedrijfsresultaat voor herstructureringen en goodwill impairment 5 237 262 -9,5
Bedrijfsresultaat 10 233 -95,7
Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 0,3 6,2
Werknemers (gemiddeld aantal fte’s) 8.193 8.300 -1,3
Marktaandeel merken ▼ ▼
Volume ▼ ▼
Consumer Products AsiaNetto-omzet derden 2.338 2.081 12,3
Interne leveringen 19 4
Bedrijfsresultaat 385 344 11,9
Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 16,5 16,5
Werknemers (gemiddeld aantal fte’s) 6.430 5.818 10,5
Marktaandeel merken = ▲▲
Volume ▲ ▲▲
Cheese, Butter & MilkpowderNetto-omzet derden 3.012 2.451 22,9
Interne leveringen 466 276
Bedrijfsresultaat 54 -30
Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 1,8 -1,2
Werknemers (gemiddeld aantal fte’s) 2.664 2.365 12,6
Marktaandeel merken ▼ ▲▼
Volume ▲ ▲▲
IngredientsNetto-omzet derden 1.801 1.698 6,1
Interne leveringen 505 429
Bedrijfsresultaat 275 226 21,7
Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 15,3 13,3
Werknemers (gemiddeld aantal fte’s) 3.002 2.784 7,8
Volume ▲ ▲
Netto-omzet naar business groupin miljoenen euro’s
Consumer Products Europe, Middle East & Africa
4.069 33,3%*
Consumer Products Asia2.357 19,3%*
Cheese, Butter & Milkpowder3.478 28,5%*
Ingredients2.306 18,9%*
* voor Overige en Eliminatie van interne leveringen
Netto-omzet naar afzetgebiedin miljoenen euro’s
Nederland2.684 23,5%
Duitsland1.445 12,7%
Rest van Europa2.836 24,8%
Azië2.938 25,7%
Afrika en het Midden-Oosten1.165 10,2%
Noord- en Zuid-Amerika350 3,1%
Kerncijfers
8 Structuur en organisatie
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is houder van alle
aandelen in het kapitaal van Koninklijke FrieslandCampina
N.V. De coöperatie wordt gevormd door 19.244 leden-
melkveehouders (13.887 melkveebedrijven) in Nederland,
Duitsland en België. Via de coöperatie zijn de leden-
melkveehouders de gezamenlijke eigenaren van de
vennootschap. Deze leden kiezen de besturen van de
21 districten, die gezamenlijk de uit 210 leden bestaande
ledenraad vormen. De ledenraad kiest de negen
bestuursleden van de coöperatie. Samen met vier externe
commissarissen vormen zij de raad van commissarissen
van Koninklijke FrieslandCampina N.V. De bestuursleden
van de coöperatie vormen tevens de algemene vergadering
van aandeelhouders van Koninklijke FrieslandCampina
N.V. De ledenraad van de coöperatie moet instemmen
met wijzigingen in de statuten, het melkgeldreglement
van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. en tevens
met de statuten en het reserveringsbeleid van Koninklijke
FrieslandCampina N.V.
Structuur en organisatie
Consumer ProductsEurope, Middle East & Africa
Corporate centre
Bestuur
Ledenraad
Districten
Leden
Raad van commissarissen
Executive board
Algemene vergadering van aandeelhouders
Consumer ProductsAsia
Cheese, Butter& Milkpowder Ingredients
ZuivelcoöperatieFrieslandCampina U.A.
100% eigenaar
KoninklijkeFrieslandCampina N.V.
Coöperatieraad
99
Melkprijssystematiek, winstverdeling en ledenfinanciering
Melkprijssystematiek, winstverdeling en ledenfinanciering
Melkprijssystematiek en winstverdeling 2011 - 2013De melkprijs 2013 van FrieslandCampina bestaat uit
de garantieprijs, de prestatietoeslag en de uitkering in
ledenobligaties. Daar bovenop betaalt de onderneming
toeslagen voor weidegang, Campina melk, Landliebe
melk en het verschil tussen de biologische garantieprijs
en de garantieprijs. De garantieprijs is het gewogen
gemiddelde van de jaarmelkprijzen voor boerderijmelk van
de referentiebedrijven (twaalf Duitse zuivelbedrijven, Arla
Foods in Denemarken, Bel Leerdammer, Cono Kaasmakers
en DOC Kaas in Nederland en Milcobel in België) en is
inclusief weidegangtoeslag en andere toeslagen en een
eventuele nabetaling van de referentiebedrijven aan hun
melkveehouders en de eventuele vorming van vermogen
op naam van leden van deze referentiebedrijven. De
biologische melkprijs, die op jaarbasis aan de leden-
melkveehouders die biologische melk leveren wordt
betaald, bestaat uit de biologische garantieprijs, de
prestatietoeslag en de uitkering in ledenobligaties. De
hoogte van de prestatietoeslag en de uitkering van
de op naam bijgeschreven ledenobligaties-vast zijn
afhankelijk van de financiële prestatie van de onderneming
FrieslandCampina en het reserveringsbeleid.
Van de winst in 2013 van Koninklijke FrieslandCampina
N.V., na aftrek van de vergoeding op ledenobligaties, de
vergoeding voor de perpetuele obligaties en de winst toe
te rekenen aan minderheidsbelangen, wordt 50 procent
toegevoegd aan het eigen vermogen van de vennootschap,
onder aftrek van het volledige effect van de goodwill
impairment, 30 procent wordt contant uitgekeerd aan
de leden-melkveehouders voor de geleverde melk als
prestatietoeslag en 20 procent wordt uitgekeerd aan de
leden-melkveehouders in de vorm van ledenobligaties-vast.
In het melkgeldreglement is opgenomen dat de berekening
van de FrieslandCampina melkprijs kan worden aangepast
indien in enig jaar een goodwill impairment ter hoogte van
een bedrag van ten minste 100 miljoen euro noodzakelijk is.
Over het jaar 2013 is dit het geval.
De prestatietoeslag wordt jaarlijks na vaststelling van de
jaarrekening aan de leden van de coöperatie uitbetaald
naar rato van de waarde van de door ieder afzonderlijk lid in
het betreffende jaar geleverde hoeveelheid melk.
Aanpassingen in melkprijssystematiek en winstverdeling 2014 – 2016De melkprijs die FrieslandCampina met ingang van 2014 op
jaarbasis aan de leden-melkveehouders betaalt, bestaat uit
de garantieprijs, de prestatietoeslag, de weidegangtoeslag,
de toeslag bijzondere melkstromen (samen de contante
prijs) en de uitgifte van ledenobligaties. Met ingang van
2014 wordt de melk uitbetaald op basis van de waarde van
de geleverde kilogram eiwit, vet en lactose in de verhouding
10:5:1. De FrieslandCampina prestatieprijs bestaat uit de
melkprijs (zoals hiervoor beschreven), en daar bovenop
de rente op ledencertificaten en ledenobligaties en de
toevoeging aan de algemene reserve van de vennootschap.
Van de winst van Koninklijke FrieslandCampina N.V. in
de jaren 2014 - 2016, op basis van de garantieprijs en
na aftrek van de vergoeding op ledenobligaties en de
winst toe te rekenen aan minderheidsbelangen, wordt
45 procent toegevoegd aan het eigen vermogen van de
vennootschap. Van de winst wordt 35 procent aan de leden-
melkveehouders uitbetaald als prestatietoeslag en wordt
20 procent aan de leden-melkveehouders uitgekeerd in de
vorm van ledenobligaties-vast. De uitgifte ledenobligaties-
vast wordt berekend op basis van de waarde van de in het
boekjaar geleverde melk.
In september 2014 wordt (naar verwachting) voor de
eerste keer een interimbedrag uitbetaald op basis van de
resultaten over het eerste halfjaar van de onderneming
en de geleverde hoeveelheid melk. De interim uitkering
bedraagt 75 procent van de pro forma prestatietoeslag over
het eerste halfjaar. De finale afrekening vindt plaats in april
van het daarop volgende jaar, op basis van de jaarresultaten
van de onderneming en de totale hoeveelheid geleverde
melk.
10
LedenfinancieringEind 2008 zijn Zuivelcoöperatie Friesland Foods U.A.
en Zuivelcoöperatie Campina U.A. gefuseerd tot
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Bij aanvang
van deze fusie heeft de nieuwe Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A. eenmalig, ledencertificaten
gevormd en uitgegeven aan alle melkveehouders die op
het moment van fusie lid waren van Friesland Foods en
Campina. Deze ledencertificaten zijn niet verhandelbaar.
Bezitters van ledencertificaten krijgen de mogelijkheid
om ledencertificaten geheel of gedeeltelijk om te zetten
in ledenobligaties-vast uitgegeven door Koninklijke
FrieslandCampina N.V. Het bestuur van Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A. heeft, na goedkeuring door
de ledenraad, ook de mogelijkheid om het initiatief
te nemen om de ledencertificaten om te zetten in
ledenobligaties-vast. Als een lid van Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A. zijn bedrijf, of zijn deelname in een
samenwerkingsverband, beëindigt of door of namens de
coöperatie het lidmaatschap beëindigd wordt, worden
de ledenobligaties-vast en ledencertificaten omgezet in
ledenobligaties die verhandelbaar zijn, de zogenoemde
ledenobligaties-vrij, uitgegeven door Koninklijke
FrieslandCampina N.V. De ledenobligaties-vrij kunnen
liquide worden gemaakt door hen aan te bieden op de
interne markt, die maximaal zes keer per jaar plaatsvindt.
De aan- en verkoop van de ledenobligaties-vrij vindt plaats
tegen de nominale waarde, verhoogd met de nog niet
uitbetaalde rente over deze ledenobligaties. De rente op
de ledencertificaten en de ledenobligaties is marktconform
en gebaseerd op de zesmaands Euribor per 1 juni en 1
december met een opslag van 3,0 procent en gelijk voor
beide financieringsinstrumenten. De rente wordt twee keer
per jaar vastgesteld. Voor de periode van 1 december 2012
tot en met 31 mei 2013 bedroeg de rente 3,345 procent,
voor de periode van 1 juni 2013 tot en met 30 november
2013 3,299 procent en voor de periode van 1 december 2013
tot en met 31 mei 2014 bedraagt de rente 3,327 procent.
Melkprijssystematiek, winstverdeling en ledenfinanciering
11
De leden-melkveehouders van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. ontvangen over 2013 een melkprijs van 42,49 euro (exclusief btw) per 100 kilo melk (bij 4,41 procent vet en 3,47 procent eiwit) (2012: 36,24 euro). Dit is een toename ten opzichte van 2012 van 17,2 procent. De garantieprijs over 2013 is 39,45 euro exclusief btw per 100 kilo melk en is 16,5 procent hoger dan de garantieprijs van 2012 (33,87 euro per 100 kilo melk). De toename van de garantieprijs is het gevolg van de hogere melkprijzen van de referentiebedrijven voornamelijk door hogere opbrengstprijzen voor melkpoeder, kaas, boter en consumptiemelkproducten. De prestatietoeslag die Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A uitkeert bedraagt 1,81 euro per 100 kilo melk. Dit is 27,5 procent hoger dan de prestatietoeslag over 2012 (1,42 euro per 100 kilo melk). De uitgifte van ledenobligaties-vast bedroeg 1,23 euro per 100 kilo melk (2012: 0,95 euro per 100 kilo melk). De hoogte van de prestatietoeslag en uitgifte van ledenobligaties-vast zijn afhankelijk van de financiële prestatie van Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Omzet, bedrijfsresultaat en winstDe netto-omzet bedroeg 11.418 miljoen euro. Dit is
ten opzichte van 2012 (10.309 miljoen euro) een
toename met 1.109 miljoen euro (10,8 procent). Het
bedrijfsresultaat voor goodwill impairment nam toe
met 26 miljoen euro (5,3 procent) tot 513 miljoen euro.
Over het boekjaar 2013 is er een goodwill impairment
(bijzondere waardevermindering) voor een bedrag van
200 miljoen euro. De reden voor de goodwill impairment
is de economische situatie in Europa. Als gevolg van de
aanhoudende crisis is de resultaatverwachting in Europa
naar beneden bijgesteld. Het bedrijfsresultaat daalde als
gevolg van de goodwill impairment van 487 miljoen euro
naar 313 miljoen euro. De winst zonder goodwill impairment
over 2013 steeg met 17,6 procent tot 327 miljoen euro
(2012: 278 miljoen euro) door een hoger bedrijfsresultaat
voor impairment. De winst nam als gevolg van de goodwill
impairment af van 278 miljoen euro naar 157 miljoen euro.
Zowel de netto-omzet als het bedrijfsresultaat zijn volledig
gerealiseerd door de 100 procent dochteronderneming
van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. in
Koninklijke FrieslandCampina N.V. Een nadere toelichting
op de belangrijkste ontwikkelingen in Koninklijke
FrieslandCampina N.V. wordt gegeven op pagina 21.
KasstroomDe kasstroom uit operationele activiteiten is afgenomen
naar 570 miljoen euro (2012: 857 miljoen euro), als gevolg
van de toename van het werkkapitaal door stijging van
de garantieprijs waardoor de waarde van voorraden
en vorderingen toenam. In 2013 bedroeg de uitgaande
kasstroom voor investeringen in met name uitbreiding van
productielocaties 521 miljoen euro (2012: 392 miljoen euro).
In contanten is 79 miljoen euro geïnvesteerd in de acquisitie
van Zijerveld en Den Hollander Food. Het merendeel
van de investeringen kon worden gefinancierd uit eigen
middelen. Daarnaast zijn de beursgenoteerde perpetuele
obligaties van 125 miljoen euro afgelost. De kasstroom uit
financieringsactiviteiten is uitgekomen op -156 miljoen euro
(2012: 184 miljoen euro).
Het saldo liquide middelen is afgenomen van 756 miljoen
euro (ultimo 2012) naar 560 miljoen euro.
Financiële positieHet totaal eigen vermogen van Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A. was per 31 december 2013
2.341 miljoen euro (ultimo 2012: 2.258 miljoen euro).
Het eigen vermogen is onder andere versterkt door een
eenmalige toename als gevolg van het vervallen van de
DFE put-optie. FrieslandCampina heeft in juni 2013 haar
7,125 procent perpetuele cumulatieve achtergestelde
obligaties van 125 miljoen euro uit 2003 afgelost. De
notering van de perpetuele obligaties aan Euronext
Amsterdam is hiermee beëindigd. Deze perpetuele
obligaties maakten deel uit van het eigen vermogen. In 2013
is een lening van 290 miljoen euro tussen de coöperatie
en Koninklijke FrieslandCampina N.V. omgezet, waarbij
de voorwaarden gelijk zijn gesteld aan de voorwaarden
van ledenobligaties. Dit heeft als gevolg dat de lening bij
Koninklijke FrieslandCampina N.V. onderdeel is geworden
van het eigen vermogen en dit verder versterkt. Voor het
vermogen van de coöperatie heeft dit geen gevolgen.
De solvabiliteit is per saldo gedaald naar 33,0 procent
(ultimo 2012: 33,2 procent) door bovenvermelde effecten
alsmede door de toename van het balanstotaal. Dit als
gevolg van de acquisitie van Zijerveld en Den Hollander
Food en investeringen in het kader van route2020.
FrieslandCampina blijft ruimschoots voldoen aan de
voorwaarden van de bankconvenanten. Het negatieve
saldo van financieringsbaten en -lasten is afgenomen met
2 miljoen euro, wat per saldo resulteert in een last van
55 miljoen euro. De netto rentelast bedroeg 31 miljoen euro
(2012: 33 miljoen euro).
Resultaten 2013
Verslag bestuur
Verslag bestuur
12
De belastinglast bedroeg 109 miljoen euro (2012:
168 miljoen euro). De afname is enerzijds het gevolg van
de vrijval van de latente belastingverplichtingen in 2013
als gevolg van de goodwill impairment en anderzijds het
negatieve effect van het afboeken van belastinglatenties
in 2012.
Reservering Aan de algemene reserve van de coöperatie is 44 miljoen
euro toegevoegd (2012: 162 miljoen euro). Door Koninklijke
FrieslandCampina N.V. is op naam van de leden-
melkveehouders 114 miljoen euro gereserveerd in de vorm
van ledenobligaties-vast (1,23 euro per 100 kilo melk).
MelkaanvoerIn 2013 is 9,3 miljard kilo melk door de leden van de
coöperatie aangeboden. De melkaanvoer ligt daarmee
4,5 procent hoger dan in 2012 (8,9 miljard kilo). In de eerste
vier maanden van 2013 lag de melkaanvoer nog op een
lager niveau dan het voorgaande jaar door de koude en
lange winter. Vanaf het voorjaar 2013 steeg de melkaanvoer
door de gunstige weersomstandigheden.
Opgelegde maatregelen Europese Commissie in verband met fusieDe onafhankelijke stichting Dutch Milk Foundation
(DMF) geeft uitvoering aan de fusievoorwaarden die de
Europese Commissie in 2008 heeft gesteld aan de fusie
tussen Friesland Foods en Campina. FrieslandCampina
moet producenten van dagverse zuivelproducten en/of
natuurgerijpte kaas op jaarbasis maximaal 1,2 miljard kilo
Nederlandse boerderijmelk ter beschikking stellen tegen de
FrieslandCampina garantieprijs minus 1 procent. De korting
van 1 procent vervalt per 1 juli 2014.
De bedrijfsonderdelen die bij de fusie verkocht moesten
worden en nu onderdeel uitmaken van Arla Foods en
Deltamilk, maken gebruik van deze mogelijkheid. Van de
beschikbare 1,2 miljard kilo melk is 0,9 miljard door de DMF
voor deze marktpartijen gereserveerd. In december 2013
hebben FrieslandCampina en A-ware een contract met
een looptijd van tien jaar gesloten met betrekking tot de
levering van circa 0,3 miljard kilo melk (het beschikbare
restant van de 1,2 miljard kilo boerderijmelk). De start
van de levering van boerderijmelk aan A-ware is voorzien
tussen 1 december 2014 en 1 mei 2015.
De stichting zorgt eveneens voor de uitvoering van de
opgelegde vertrekregeling voor Nederlandse leden-
melkveehouders van FrieslandCampina. In de periode 1
januari – 31 december 2013 heeft de Dutch Milk Foundation
9 aanvragen (2012: 14) goedgekeurd van melkveehouders
die het lidmaatschap van FrieslandCampina willen
beëindigen met gebruikmaking van de vertrekregeling
van 5,00 euro per 100 kilo melk. In totaal ging het hierbij
om 6,6 miljoen kilo melk. De melk die beschikbaar is bij
de DMF, wordt verminderd met het volume aan melk van
Nederlandse leden-melkveehouders die FrieslandCampina
verlaten met gebruikmaking van de vertrekregeling.
Vanaf de inwerkingtreding van de vertrekregeling in
2009 hebben 84 leden-melkveehouders hiervan gebruik
gemaakt. In totaal gaat het hierbij om 62 miljoen kilo melk.
13
Verslag bestuur Bestuurlijke aangelegenheden 2013
Bestuurlijke aangelegenheden 2013
Evaluatie reglementen Voor de bestuurlijke organen van FrieslandCampina
stond het jaar 2013 vooral in het teken van de evaluatie
van de reglementen. Dit is een zeer zorgvuldig proces,
waarmee in het najaar van 2012 van start is gegaan. Als
eerste stap in de evaluatie zijn de leden gevraagd om hun
suggesties en meningen over de huidige reglementen
te delen. Tijdens de najaarsledenbijeenkomsten van
2012 en via melkweb konden leden met suggesties
komen voor de evaluatie van de regelingen. Dat leverde
bijna 700 reacties op. Vervolgens is voor elk reglement
een werkgroep opgezet, waarvan medewerkers van
FrieslandCampina, bestuursleden en ledenraadsleden deel
uitmaakten. De werkgroepen hebben de suggesties van
de leden meegenomen en bij het bestuur een kijkrichting
gepresenteerd. Vervolgens hebben het bestuur en
de executive board dit op 11 juni 2013 voorgelegd aan
de centrale vergadering van districtsraden (CVD). De
reacties hierop zijn besproken door het bestuur (en
door de executive board voor het Melkgeldreglement,
het Praktijkreglement en het Reglement Commissie van
Bezwaar). Dit vormde de basis voor de voorstellen, die
gepresenteerd zijn op de CVD van 28 augustus 2013.
In het najaar van 2013 zijn alle voorstellen met de
leden besproken tijdens de ledenvergaderingen en zijn
de leden gehoord over het Praktijkreglement. Hierna
heeft de coöperatieraad een positief advies gegeven
over het Praktijkreglement en heeft de executive
board de voorstellen voor het Melkgeldreglement, het
Praktijkreglement en het Reglement Weidegang vastgesteld
en het Reglement Commissie van Bezwaar goedgekeurd.
Het bestuur heeft op 3 december 2013 alle zeven regle-
menten vastgesteld, waarna de raad van commissarissen
op 6 december 2013 de Melkgeldreglementen (gangbare en
biologische melk) heeft goedgekeurd. Op 17 december 2013
heeft de ledenraad de Melkgeldreglementen (gangbare en
biologische melk) en het Reglement Commissie van Beroep
goedgekeurd. De ingangsdatum van alle goedgekeurde
reglementen is 1 januari 2014.
Belangrijkste inhoudelijke wijzigingenVerhoging prestatietoeslag naar 35 procent van de winstDe prestatietoeslag die leden-melkveehouders ontvangen
bedraagt met ingang van 2014 35 procent van de
nettowinst van de onderneming. Dat was voorheen
30 procent. Dit betekent dat een kleiner deel wordt
toegevoegd aan het eigen vermogen van de onderneming
(van 50 procent naar 45 procent van de nettowinst).
De uitkering uit de winst in ledenobligaties-vast blijft
ongewijzigd (20 procent van de nettowinst). Daarnaast
wordt aan de leden een interim uitkering uitbetaald op basis
van de resultaten van de onderneming en de geleverde
melkhoeveelheid. De interim uitkering wordt in september
uitgekeerd en bedraagt 75 procent van de pro-forma
prestatietoeslag over de eerste helft van het jaar. De finale
afrekening vindt plaats in april van het daarop volgende
jaar, op basis van de jaarresultaten van de onderneming en
de totale hoeveelheid geleverde melk.
Uitbetaling van kilogram eiwit, vet én lactoseFrieslandCampina betaalt met ingang van 2014 de melk uit
op basis van het aantal kilogram eiwit, vet en lactose. De
eiwit-, vet- en lactoseprijs wordt vermeld in euro per 100 kilo
en in de verhouding 10:5:1. Dit betekent dat de eiwitprijs
twee keer zo hoog is als de vetprijs en de eiwitprijs tien keer
zo hoog als de lactoseprijs. Deze verhouding reflecteert
de verwachte margeverhouding tussen de componenten
zoals die op de boerderij én in de onderneming in totaal
wordt gerealiseerd. Daarbij wordt de negatieve grondprijs
afgeschaft. Jaarlijks stelt het bestuur de verhouding (10:5:1)
voor het derde jaar vooruit vast. Het systeem combineert
daarmee een langere termijn vooruitblik met flexibiliteit.
Een inzichtelijke opbouw van de melkprijsDe totale prestatie van FrieslandCampina wordt zichtbaar
gemaakt in een viertal prijsbegrippen: de garantieprijs, de
contante prijs, de melkprijs en de prestatieprijs.
De garantieprijs is het bedrag per 100 kilo melk dat
FrieslandCampina gegarandeerd maandelijks uitbetaald aan
de leden-melkveehouders. De garantieprijs komt overeen
met de gemiddelde jaarprijzen voor boerderijmelk, inclusief
nabetaling en eventuele reservering op naam van de
referentiebedrijven in Duitsland, Denemarken, Nederland
en België.
De contante prijs bestaat uit de garantieprijs +
prestatietoeslag + weidegangtoeslag + toeslag bijzondere
melkstromen.
In 2013 zijn de volgende reglementen geëvalueerd:
Melkgeldreglement (gangbare en biologische melk),
Praktijkreglement, Reglement Commissie van Beroep,
Reglement Commissie van Bezwaar, Reglement Weidegang,
Reglement Zelfzuivelen, Reglement Biologische en
Biologisch-Dynamische melk.
14
De melkprijs wordt vanaf 2014 gebaseerd op de
volgende grondslagen: garantieprijs + prestatietoeslag
+ weidegangtoeslag + toeslag bijzondere melkstromen +
uitgifte ledenobligaties-vast.
De prestatieprijs omvat naast de bovengenoemde
grondslagen ook: de rente op ledencertificaten,
ledenobligaties-vast en ledenobligaties-vrij + toevoeging
aan de algemene reserve van de vennootschap.
Saldering seizoensregelingDe seizoensregeling blijft gehandhaafd, maar wordt
niet meer per maand afgerekend. Hierdoor wordt het
maandelijkse melkgeld niet meer door de seizoensregeling
beïnvloed en komt in het voorjaar de liquiditeit van het
melkveebedrijf minder onder druk te staan. In plaats
daarvan wordt gesaldeerd en wordt het jaarlijkse effect
van de seizoensregeling op het melkgeld voor het gehele
kalenderjaar met de melkgeldnota over de maand december
van het betreffende kalenderjaar afgerekend. Van maart
tot en met juni geldt de seizoensheffing van 2,30 euro per
100 kilo melk. In de maanden augustus tot en met november
geldt een seizoenstoeslag van 2,45 euro per 100 kilo melk.
In de maanden januari, februari, juli en december is er geen
seizoensheffing en ook geen seizoenstoeslag.
Coöperatief model in de veranderende maatschappijFrieslandCampina heeft de ambitie de meest succesvolle,
professionele en aantrekkelijke zuivelonderneming te
creëren voor haar leden-melkveehouders, medewerkers,
afnemers en consumenten en voor de samenleving
door mensen wereldwijd essentiële voedingsstoffen uit
zuivelproducten te bieden voor elke fase in hun leven.
De groeiende vraag op de wereldmarkt naar gezonde
voeding die op duurzame wijze is geproduceerd, biedt
FrieslandCampina kansen.
FrieslandCampina heeft met route2020 een duidelijke
strategie om dat te bereiken. Hierin is ook een duidelijke
relatie gelegd met de coöperatie. Daarom heeft het
bestuur eind 2012 de coöperatieve strategie ‘Ondernemend
Verbinden’ ontwikkeld. Deze coöperatieve strategie
speelt zich af op het snijvlak tussen de onderneming
en de coöperatie en is vooral gericht op het versterken
van de totale waarde in de keten. De voortgang van de
strategie kreeg dit jaar veel aandacht. Meer specifiek is in
2013 invulling gegeven aan het ‘Coöperatief model in de
veranderende maatschappij’; één van de onderdelen uit
Ondernemend Verbinden.
Een toekomstbestendig coöperatief modelHet bestuur van de coöperatie zette in 2013 concrete
stappen om leden van FrieslandCampina meer en
duidelijker te betrekken bij besluitvormingsprocessen. Dat is
nodig omdat veranderingen in de maatschappij zich in hoog
tempo voltrekken en omdat de diversiteit onder de leden-
melkveebedrijven toeneemt (omvang, nevenactiviteiten,
afzet). Het bestuur heeft zich daarbij de vraag gesteld
op welke wijze de coöperatie invulling wil geven aan
ledenbetrokkenheid en welke zeggenschapsstructuur daar
het beste bij past. Van het huidige governance-model is
geconcludeerd dat deze op hoofdpunten ongewijzigd kan
blijven. De statutaire bevoegdheden binnen de coöperatie
blijven dan ook nagenoeg gelijk. Wel is nagedacht over
een nieuwe, eigentijdse en toekomstbestendige invulling
van het model. Gedurende het verslagjaar is binnen de
coöperatieve organen hierover gesproken en is uiteindelijk
een aantal concrete besluiten genomen. Om het kader en
de leden meer te betrekken bij besluitvormingsprocessen,
worden bijvoorbeeld de rollen en taken van de coöperatieve
organen aangescherpt. De belangrijkste besluiten voor de
leden zijn:
• er zullen in toenemende mate thema- en
huiskamerbijeenkomsten voor leden worden
georganiseerd;
• door het uitvoeren van peilingen tijdens
ledenbijeenkomsten worden leden meer in de
gelegenheid gesteld hun mening te geven over
voorstellen van het bestuur;
• de leden zullen nader worden geïnformeerd over
besluitvormingsprocessen (planning, fasering, etc.);
• de coöperatie zal in toenemende mate het ‘waarom’
achter de genomen besluiten toelichten en uitdragen;
• de coöperatieraad zal nog meer als klankbord voor het
bestuur gaan functioneren;
• melkweb zal nog nadrukkelijker worden ingezet als
actueel communicatiemiddel (o.a. bij calamiteiten)
richting de leden.
In ‘Ondernemend Verbinden’ heeft het bestuur een vijftal
thema’s voor de coöperatieve agenda vastgesteld.
1. De groeistrategie van de coöperatie
2. Het coöperatief model in de veranderende maatschappij
3. De externe rol van de coöperatie
4. Communicatie
5. Materiële voordelen van de coöperatie
15
Verslag bestuur Bestuurlijke aangelegenheden 2013
Daarnaast zijn er onderwerpen besproken die een
statutenwijziging vereisen. Het proces van statutenwijziging
start in 2014 en moet tijdens de ledenraad van december
2014 leiden tot besluitvorming. Met ingang van 2015
worden de wijzigingen in de statuten dan formeel van
kracht. Hierbij gaat het over:
• nieuw gekozen districtsraadsleden zullen in functie
treden na de ledenraad van december (momenteel treden
nieuw gekozen districtsraadsleden in functie na afloop
van de najaarsledenbijeenkomsten);
• de naam ‘coöperatieraad’ zal worden gewijzigd in
‘voorzittersoverleg’;
• de coöperatieraad zal geen adviesbevoegdheid meer
hebben over de jaarrekening van de coöperatie;
• de voorzitter van de districtsraad zal zich – in incidentele
situaties – door de vice-voorzitter van de districtsraad
kunnen laten vervangen tijdens het voorzittersoverleg;
• in 2014 zal worden beoordeeld of de grondslagen voor
het stemrecht voor leden aangepast wordt. Tijdens
de najaarsledenbijeenkomsten in 2014 kunnen leden
hierover hun mening geven.
Bestuursvergaderingen Tijdens de bestuursvergaderingen in 2013 is een groot
aantal onderwerpen aan de orde geweest, zoals:
• jaarrekening van de coöperatie 2012;
• coöperatieve strategie;
• toekomstvisie Nederlandse melkveehouderij;
• voorbereiding en evaluatie van ledenbijeenkomsten;
• ledencommunicatie;
• ledenbinding en ledenbetrokkenheid;
• voorbereiding diverse coöperatieve vergaderingen;
• lidmaatschapsaanvragen en lidmaatschapsopzeggingen
(inclusief vertrekregeling);
• ontwikkelingen Productschappen;
• reglementen 2014 Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A.;
• ledenonderzoek melkaanvoer;
• Campina-melk;
• biologische melk;
• Foqus planet;
• Salmonella programma;
• opleidingsplan voor de kaderleden (inclusief
jongerenwerk);
• kosten van de coöperatie.
WerkbezoekenIeder jaar brengt het bestuur aan verschillende districten
een werkbezoek, dat door de districtsraad zelf wordt
georganiseerd. Doel van deze werkbezoeken is een nadere
kennismaking met de districtsraadsleden en extra aandacht
voor regionale thema’s en vraagstukken. Daarvoor worden
ook leden en bedrijven in de regio bezocht. Het bestuur
ervaart deze bezoeken als zeer leerzaam en nuttig. De
opgedane kennis en ervaring zijn gebruikt in het verdere
besluitvormingsproces van het bestuur.
Het bestuur heeft in 2013 werkbezoeken gebracht aan:
• District 11, Arnhem
• District 6, Drenthe
• District 21, Westfalen/Hessen
• District 1, Groningen
• District 15, Zuid-Holland
Ledenraad en centrale vergadering van districtsraden In 2013 zijn de 210 districtsraadsleden meerdere keren
bijeen geweest. Er zijn ledenraden gehouden (waar
besluiten worden genomen) en centrale vergaderingen
van districtsraden (CVD) waar thema’s worden besproken
zonder dat er besluitvorming plaatsvindt.
LedenraadIn april 2013 heeft de ledenraad besluiten genomen
over de jaarrekening 2012 van Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A. De ledenraad heeft het besluit
van het bestuur tot vaststelling van de jaarrekening
van Koninklijke FrieslandCampina N.V goedgekeurd.
De ledenraad is geïnformeerd over de beloning van de
executive board en de raad van commissarissen. Ook
is de accountant voor 2013 herbenoemd. In juni heeft
besluitvorming plaatsgevonden over de herbenoeming
van bestuurslid Erwin Wunnekink. Hij is herbenoemd.
Om groei in de groeicategorieën te kunnen realiseren en de
verwachte toenemende melkhoeveelheid van de leden-
melkveehouders als gevolg van het wegvallen van de EU-
melkquota in 2015 te kunnen verwerken, heeft de ledenraad
haar goedkeuring gegeven aan de investeringen op de
productielocaties in Leeuwarden en Borculo.
In het kader van de evaluatie van de reglementen heeft
de ledenraad het Melkgeldreglement, het Biologisch
Melkgeldreglement en het Reglement Commissie van
Beroep goedgekeurd. De ledenraad heeft in december 2013
ingestemd met de voorgestelde wijzigingen in het kader van
het coöperatief model in de veranderende maatschappij.
Centrale vergadering van districtsradenTijdens centrale vergaderingen van districtsraden worden,
in tegenstelling tot ledenraadsvergaderingen, geen
16
besluiten genomen. Begin 2013 zijn de themabijeenkomsten
over de waardering van de melkcomponenten voorbereid
en is gesproken over het plan van aanpak met betrekking
tot ledencommunicatie. Verder is gesproken over de
voorgenomen acquisitie van Zijerveld en Den Hollander
Food. In maart zijn de jaarcijfers van 2012 toegelicht en
besproken.
In juni heeft de CVD meningen gedeeld over het
‘Coöperatief model in de veranderende maatschappij’. Dit
in het kader van de invulling van Ondernemend Verbinden;
de strategie van de coöperatie. Ook zijn de voorgestelde
wijzigingen van de regelingen 2014 nader besproken.
In augustus heeft de executive board de halfjaarcijfers
van 2013 toegelicht. De resultaten zijn binnen de CVD
bediscussieerd. Wederom zijn de voorgestelde wijzigingen
van de regelingen 2014 nader besproken.
In het najaar zijn de concrete voorstellen in het kader van
het ‘Coöperatief model in de veranderende maatschappij’
aan de CVD voorgelegd. Ook zijn de contouren van de
toekomstvisie van de Nederlandse melkveehouderij
besproken.
Coöperatieraad De coöperatieraad heeft tot taak als klankbord voor het
bestuur te fungeren. Zowel relevante thema’s voor de
onderneming, haar verbintenis met de onderneming, als
coöperatieve aspecten zijn besproken. De coöperatieraad
heeft in 2013 onder andere de volgende onderwerpen
besproken:
• voorbereiding districtsraadsvergaderingen en
ledenbijeenkomsten;
• ledencommunicatie;
• Foqus planet;
• ledenonderzoek melkaanvoer;
• jaarplannen districten;
• benoeming van coöperatieraadsleden in diverse
commissies;
• verkiezingen van districtsraadsleden;
• jaarrekening 2012, ter advisering aan de ledenraad;
• herbenoeming 1 bestuurslid, ter bindende voordracht aan
de ledenraad;
• kadervorming en jongerenwerk;
• praktijkreglement 2014, ter advisering aan het bestuur.
Verder heeft de coöperatieraad in december een studiedag
georganiseerd. Tijdens deze dag is stilgestaan bij de taken,
rollen en bevoegdheden van de coöperatieraad. Ook is
besproken op welke wijze de coöperatieraadsleden invulling
willen geven aan deze taken, rollen en bevoegdheden.
Tijdens de studiedag heeft de coöperatieraad o.a.
onderstaande taken en rollen bevestigd.
De coöperatieraad:
• is een vergadering die uitvoering geeft aan statutaire
bevoegdheden en komt tot besluiten of adviezen die
daaruit voortvloeien;
• geeft mede invulling aan selectie en benoeming van
bestuursleden via het bindend advies aan de ledenraad;
• is een overlegplatform voor districtsraden. Via de
voorzitters worden actuele kwesties en ervaringen met
elkaar gedeeld;
• geeft ongevraagd advies aan het bestuur;
• is een klankbordgroep voor het bestuur;
• is een platform voor ontwikkeling van kennis en creatieve
ideeën;
• neemt procesverantwoordelijkheid in de ledenraad.
Eind 2013 zijn vijf coöperatieraadsleden (waaronder de
voorzitter van de coöperatieraad) afgetreden. Zij waren
regulier aftredend en niet herbenoembaar. Het bestuur
is hen bijzonder erkentelijk voor hun inzet gedurende de
afgelopen jaren.
DistrictsraadsvergaderingenIn 2013 hebben alle districten minimaal vier keer
afzonderlijk vergaderd. Omdat in 2013 de evaluatie van
de coöperatieve regelingen aan de orde was, stond dit
onderwerp bij elke districtsraadsvergadering op de agenda.
Ook het verzamelen, verwerken en communiceren van de
meningen en suggesties van de leden in het eigen district
hoorden daarbij. Hiervoor maakten de districtsraden onder
meer gebruik van de districtspagina op melkweb. Daarnaast
kwamen de coöperatieve strategie en de voorbereiding
en evaluatie van de ledenbijeenkomsten aan de orde.
Ook waren de districtsraadsvergaderingen platform voor
het uitwisselen van informatie met het bestuur en de
coöperatieraad.
In de meeste districten vonden in 2013 verkiezingen plaats.
Het proces rondom de verkiezingen en het invullen van
eventuele vacatures waren natuurlijk onderwerp van
gesprek tijdens de districtsraadsvergaderingen.
In zeven districten is een activiteit georganiseerd speciaal
voor de leden-melkveehouders van de bedrijven met de
Excellent-status.
17
Verslag bestuur Bestuurlijke aangelegenheden 2013
Elk district maakte in 2013 een jaarplan met daarin de
activiteiten die dat jaar vanuit de districtsraad worden
georganiseerd voor de leden-melkveehouders in het
eigen district. In dit kader werden allerlei activiteiten
georganiseerd met uiteenlopende thema’s (kaas, marketing,
China). Veelal werden gastsprekers uitgenodigd en werd
het thema gecombineerd met een workshop. Veel districten
organiseerden daarnaast huiskamerbijeenkomsten en/of
stalavonden.
Jongerenwerk 2013Het jongerenwerk van FrieslandCampina richt zich op
de 4.000 jonge melkveehouders (leeftijd tot en met
35 jaar). Via een vertegenwoordiging vanuit elk district
bestaat de jongerenorganisatie uit de jongerenraad, de
jongerencommissie en het dagelijks bestuur. Doel van het
jongerenwerk is het vergroten van de betrokkenheid van
alle jongeren bij de coöperatie.
Het jongerenwerk heeft veel aandacht voor het delen van
kennis over FrieslandCampina en de uitdagingen in de
melkveehouderij. FrieslandCampina vindt het standpunt
van de jonge melkveehouders erg belangrijk en daarom
worden jongeren regelmatig naar hun mening gevraagd.
Door de jongeren bestuurlijk actief te laten zijn binnen hun
jongerenorganisatie hebben ze een platform waar ze zich
kunnen ontwikkelen en wordt een visvijver gecreëerd voor
toekomstig bestuurlijk kader.
In februari van het verslagjaar heeft de jongerencommissie
een studiereis gemaakt naar Ierland. De kennismaking met
jonge melkveehouders daar, het belang van weidegang
en de informatie over de onderneming Glambia heeft veel
gesprekstof en nieuwe inzichten gebracht.
De FrieslandCampina jongerenpagina op facebook was in
2013 actief en is gegroeid naar ruim 600 deelnemers. Ook
het op jongerengedeelte van melkweb werden regelmatig
berichten geplaatst.
Bouwen of cashen?Ieder jaar buigen de jongeren van FrieslandCampina zich
over een thema dat gedurende het jaar de rode draad vormt
in het jongerenwerk. In 2012 koos de jongerencommissie
voor het jaarthema ‘Bouwen of cashen’; blijven we
investeren in FrieslandCampina (bouwen) of komt het
moment dichterbij dat we de onderneming verkopen en
afscheid nemen van de coöperatie (cashen)?
In maart 2013 heeft de jongerencommissie een advies aan
het bestuur uitgebracht. Hierin werd genoemd dat het
belangrijk is om het ledengevoel te versterken, door de
visie van de coöperatie met de leden te delen en successen
te vieren. Ook werd aan het bestuur geadviseerd om te
investeren in activiteiten en hulpmiddelen die het 'wij'-
gevoel versterken (vlaggen, excursies, jongerendagen,
kleding met het FrieslandCampina-logo).
Daarnaast werd het belang van goede ledencommunicatie
benadrukt. Zo doen de jongeren in het verslagjaar de
aanbeveling om meer podia te creëren voor interactie en
discussie, zoals huiskamerbijeenkomsten en Lagerhuis-
discussies. Transparantie, terugkoppeling bij vragen en
vertaling van regelingen naar praktijksituaties zullen het
begrip voor bepaalde regels vergroten. De belangrijkste
aanbeveling van de jongeren aan het bestuur van
FrieslandCampina in 2013: blijf communiceren over het
oorspronkelijke doel van de coöperatie.
Beïnvloedbare factoren in de ketenIn de eerste bijeenkomst daarna is een nieuw jaarthema
gekozen. Het gekozen onderwerp zoekt antwoorden op
de volgende vraag: Welke beïnvloedbare factoren zijn
er in de zuivelketen die buiten de bedrijfsvoering op het
melkveebedrijf liggen en invloed hebben op het resultaat
van het melkveebedrijf? Het advies wordt in maart 2014
aan het bestuur voorgelegd.
Thema- en ledenbijeenkomsten In 2013 waren drie rondes ledenbijeenkomsten. Naast
de reguliere ledenrondes in het voorjaar (maart/april)
en het najaar (oktober/november) was er een ronde
themabijeenkomsten in februari.
In februari 2013 vonden themabijeenkomsten
plaats, die in het teken stonden van de waardering
van melkcomponenten. Met de leden werd een
uitbetalingssysteem voor boerderijmelk besproken,
dat naast eiwit en vet ook lactose financieel waardeert.
FrieslandCampina heeft in route2020 de keuze gemaakt
om de toenemende hoeveelheid ledenmelk te vermarkten
door te groeien en meerwaarde te creëren in vooral de
categorieën baby- en kindervoeding, zuiveldranken en
merkkaas. Om beter te kunnen inspelen op de marktvraag
naar producten en ingrediënten, en dus ook de behoefte
van FrieslandCampina, is de samenstelling van de te
ontvangen melk belangrijk. De themabijeenkomsten
trokken ongeveer 3.250 deelnemers.
18
Tijdens de voorjaarsledenbijeenkomsten werden
de jaarcijfers van 2012 uitgebreid toegelicht. Ook
was er een terugkoppeling van de resultaten van
de themabijeenkomsten en van de ledenenquête
in het kader van de regelingen 2014. Ongeveer
7.200 leden-melkveehouders bezochten de
voorjaarsledenbijeenkomsten.
De najaarsledenbijeenkomsten in oktober en november
stonden in het teken van de voorgestelde regelingen 2014.
Meest spraakmakend hierin was het Melkgeldreglement,
met daarin voorstellen voor de melkprijssystematiek en
het reserveringsbeleid. Ander belangrijk agendapunt was
de jaarlijkse verkiezing van districtsraadsleden. Daarnaast
kwamen de cijfers van FrieslandCampina over het eerste
halfjaar van 2013 aan de orde, de stand van zaken met
betrekking tot het mest- en mineralenbeleid en actuele
onderwerpen binnen Foqus planet. Ongeveer 6.850 leden-
melkveehouders brachten een bezoek aan één van de
najaarsledenbijeenkomsten.
Commissie van Beroep In 2013 is bij de Commissie van Beroep geen beroep
ingediend. De leden van de Commissie van Beroep hebben
meegewerkt aan de evaluatie van het Reglement Commissie
van Beroep.
Toekomstschets Nederlandse melkveehouderij Het bestuur van FrieslandCampina is, in nauwe
samenwerking met LTO Nederland (vakgroep LTO
Melkveehouderij) en de Nederlandse Zuivelorganisatie
NZO, betrokken geweest bij de ontwikkeling van de
toekomstschets van de Nederlandse melkveehouderij.
Vastgesteld is dat de melkveehouderij in Nederland op een
belangrijk kruispunt staat. De sector is dynamisch en er is
sprake van ondernemerslust. De sector is zich er terdege
van bewust dat de toekomstige ontwikkeling binnen
maatschappelijk aanvaarde normen dient plaats te vinden.
In de Toekomstschets Nederlandse melkveehouderij is
aangegeven hoe de zuivelsector meent dat deze normen
verenigd kunnen worden tot een vitale activiteit van groot
economisch, landschappelijk en maatschappelijk belang.
Een belangrijk aspect is dat de zuivelsector kiest voor
grondgebonden melkveehouderij en behoud van weidegang
voor koeien. Voor bedrijven zonder grond is er in de visie
van LTO Nederland en de Nederlandse Zuivelorganisatie
geen plaats. Datzelfde geldt voor melkveehouderijbedrijven
met dichte stallen. Melkveebedrijven die een nieuwe
milieuvergunning nodig hebben en geen weidegang
toepassen wijzen beide partijen eveneens af, tenzij
deze bedrijven voldoende voedergewassen uit de nabije
omgeving betrekken.
Individuele zuivelondernemingen zullen geen melk afnemen
en verwerken van nieuwe bedrijven die niet passen in het
beoogde toekomstbeeld.
Om de melkveehouderij na het wegvallen van de
melkquotering in 2015 op verantwoorde wijze te laten
ontwikkelen worden de volgende maatregelen genomen:
• behoud van weidegang op het niveau van 2012 zoals
afgesproken in het Convenant Weidegang. De sector zal
passende maatregelen nemen als het beoogde niveau
niet wordt gerealiseerd;
• de instelling van een fosfaatplafond en het nemen
van maatregelen zodat de melkveehouderij binnen de
milieurandvoorwaarden van de Rijksoverheid blijft voor
fosfaat, ammoniak en broeikasgas;
• beroep op overheden om geen vergunning te verlenen
aan ongewenste typen nieuwe melkveebedrijven;
• de zuivelondernemingen weigeren melk van ongewenste
typen nieuwe melkveebedrijven.
LTO Nederland en de NZO willen de toekomstvisie
realiseren door samen met partners in de keten te
innoveren en zo verder te verduurzamen. De sector neemt
hiermee zelf haar verantwoordelijkheid om de gestelde
duurzaamheidsdoelen te behalen. Verder zorgt zij ervoor
dat de ontwikkeling van de melkveehouderij plaats vindt
binnen de gestelde milieurandvoorwaarden. Er zal jaarlijks
een onafhankelijke monitoring en rapportage plaatsvinden.
De sector neemt zo nodig niet-vrijblijvende maatregelen als
de ontwikkeling van de melkveehouderij tot meer uitstoot
van mest en mineralen leidt dan de milieurandvoorwaarden
van de overheid toestaan.
Met deze maatregelen geven LTO Nederland en de NZO
antwoord op de vragen die leven in de sector en de
maatschappij over de toekomst van de melkveehouderij
in Nederland.
19
Verslag bestuur Vooruitzichten
Het jaar 2013 laat zien hoe moeilijk de zuivelmarkt te
voorspellen is. De snelle stijging van de noteringen van
commodities en het blijvende hoge prijsniveau gedurende
het gehele jaar, heeft producenten en afnemers over
de hele wereld verrast. FrieslandCampina blijft dan
ook terughoudend in haar vooruitzichten en doet geen
uitspraak over de resultaatverwachting voor 2014.
Op de langere termijn blijven de vooruitzichten voor de
zuivelmarkt positief. Door de groeiende wereldbevolking
en toenemende welvaart in vele regio’s zal de vraag
naar zuivelproducten blijven stijgen. Als gevolg
van de snel toenemende verstedelijking neemt de
zelfvoorzieningsgraad van mensen verder af en zal de
vraag naar voeding, waaronder zuivelproducten, toenemen.
Het is de verwachting dat in Azië de groei positief blijft.
Afrika is een continent met een groot potentieel. Echter
valuta-ontwikkelingen, weersomstandigheden, politieke
onrust en tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen
kunnen de ontwikkelingen ongunstig beïnvloeden.
FrieslandCampina verwacht in 2014 verder te groeien met
kindervoeding en zuiveldranken in Azië en Afrika. Daarbij
wordt rekening gehouden met toenemende concurrentie
van lokale aanbieders van zuivelproducten. Dit vraagt
van FrieslandCampina snelle aanpassing aan lokale
marktomstandigheden. Een aantal nieuwe introducties is
voorzien. In Azië en Afrika spelen, met name in de steden,
de opkomende supermarkten een steeds grotere rol in de
distributie van voedingsmiddelen. Op het platteland blijft
de klassieke distributie via kleine traditionele winkels die
door tussenhandelaren bevoorraad worden belangrijk.
FrieslandCampina zal aan beide kanalen veel aandacht
blijven besteden. Met name in China en in kindervoeding
wordt e-commerce steeds belangrijker. Steeds meer ouders
gebruiken informatie afkomstig van websites en social
media en kopen kindervoeding vaker via internet.
De verdergaande globalisering heeft een effect op de
prijsontwikkeling van producten en leidt tot meer volatiele
markten. Dit kan leiden tot toenemende koersverschillen.
Overheden hanteren steeds strenger wordende criteria
op het gebied van voedselveiligheid en kwaliteit. Kleine
afwijkingen van protocollen of interpretatieverschillen
kunnen grote gevolgen hebben voor de export vanuit
Nederland. De toenemende regulering heeft een
prijsopdrijvend effect op de kosten.
Voor 2014 is het de verwachting dat Europa te maken
blijft houden met consumenten die hun uitgaven beperken
als gevolg van inkomens die onder druk staan door
lastenverhogingen en toenemende werkloosheid. Om
in deze tijd attractief en onderscheidend te blijven met
merken en productproposities ten opzichte van huismerken
en discounters, is het voor een merkenfabrikant
als FrieslandCampina noodzakelijk te sturen op
kostenverlaging en tegelijkertijd gerichte investeringen in
innovatie en marketing te doen.
Het is de verwachting dat in 2014 het aanbod van melk
wereldwijd licht zal groeien. Weersomstandigheden en
de beschikbaarheid van melkvee blijven de belangrijkste
factoren voor de melkproductie. Naar verwachting zal in
Nieuw-Zeeland wel meer melk worden geproduceerd maar
blijft in Noord- en Zuid-Amerika de productie achter. In de
Europese Unie zal naar verwachting de groei achterblijven
bij het beschikbare quotum in het laatste melkquotumjaar
2014 – 2015. In Nederland, Denemarken en Duitsland
zal de melkproductie waarschijnlijk verder toenemen,
vooruitlopend op de beëindiging van de melkquotering
in 2015.
FrieslandCampina verwacht een verdere volumegroei
van toegevoegde waardeproducten. In het bijzonder
in kindervoeding wordt een versnelling in de groei
voorzien door het ter beschikking komen van nieuwe
productiecapaciteit, zowel voor de consumenten- als
industriële markt. Ook met zuiveldranken wordt autonome
groei voorzien mede aan de hand van een aantal innovaties.
De groei van zuiveldranken zal vooral buiten Europa
plaatsvinden. Binnen Europa wordt een lichte volumedaling
van zuiveldranken verwacht. Ook voor merkkaas zal Europa
een lastige markt blijven. Noord-Afrika blijft een onzekere
markt als gevolg van de politieke instabiliteit van de regio.
De concurrentie van lokale spelers in de verschillende
landen neemt toe.
De vooruitzichten van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina
U.A. komen overeen met de vooruitzichten van de
dochteronderneming Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Vooruitzichten
20
De uitgaven voor reclame & promotie nemen toe ter
ondersteuning van de groei en versterking van de
merkposities en marktaandelen. De bedrijfslasten zullen,
in lijn met de groei en verdere professionalisering van de
onderneming, verder stijgen. Investeringen staan gepland
in uitbreiding van de productiecapaciteit, vervanging van
installaties, efficiencyverbeteringen en in innovatie. De
innovatieprogramma’s zijn gekoppeld aan de strategische
groeicategorieën en voorzien in een intensievere
samenwerking met afnemers. De uitgaven voor research &
development zullen toenemen. Ook wordt geïnvesteerd in
verdere verduurzaming, kwaliteitsverbetering en -controle.
Op het gebied van human resources blijft er behoefte aan
goed opgeleid talent en mobiliteit van medewerkers om de
gewenste personeelsbezetting kwalitatief op hoog niveau
te houden. Opleiding en training op diverse terreinen
krijgt veel aandacht evenals de verdere verbetering
van de veiligheid op de werkplek. Zowel de toename in
efficiency, aanpassingen in de organisatie als de uitbouw
van activiteiten en mogelijke acquisities zullen leiden tot
mutaties in het personeelsbestand.
Binnen geheel FrieslandCampina wordt gewerkt aan
aanpassingen in de aansturing van processen en werkwijzen
om beter en sneller in te spelen op de veranderingen in de
markt en schaalvoordelen beter te benutten.
De financiële basis van FrieslandCampina is solide en biedt
een goede basis voor de realisatie van haar plannen in
het kader van de strategie route2020. Verwacht wordt
dat FrieslandCampina in 2014 ruimschoots aan haar
financieringsbehoefte kan voldoen. De onderneming is
voornemens in 2014 de kern van haar bankfinanciering te
verlengen en de condities te verbeteren.
Verhoogde aandacht voor maatschappelijk verantwoord
ondernemen in de gehele productieketen van zuivel
zal bijdragen aan duurzame waardecreatie voor alle
belanghebbenden.
Door verdere stappen te zetten in de realisatie van de
strategie route2020 draagt FrieslandCampina ook in 2014
bij aan de positieverbetering van de leden-melkveehouders
van de coöperatie.
Bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
Piet (P.) Boer
voorzitter
Jan (J.H.G.M.) Uijttewaal
vicevoorzitter
Sjoerd (S.H.) Galema
Angelique (A.A.M.) Huijben-Pijnenburg
Jan (J.P.C.) Keijsers
Frans (F.A.M.) Keurentjes
Simon (S.R.F.) Ruiter
Hans (H.) Stöcker
Erwin (W.M.) Wunnekink
Amersfoort, 8 april 2014
21
Belangrijkste ontwikkelingen Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Kerncijfers 2013 2012 ▲ %
in miljoenen euro’s
Netto-omzet 11.418 10.309 10,8
Bedrijfsresultaat voor goodwill impairment 513 487 5,3
Bedrijfsresultaat 313 487 -35,7
Winst zonder goodwill impairment 327 278 17,6
Winst 157 278 -43,5
Melkprijs (in euro per 100 kilo) 42,49 36,24 17,2
Volume ▲ ▲
FrieslandCampina heeft een goed jaar achter de rug. De leden-melkveehouders hebben een historisch hoge melkprijs ontvangen. De goede resultaten van de onderneming en de sterke stijging van de prijzen van zuivelproducten hebben hier aan bijgedragen. Bijna alle business groups hebben hun resultaat verbeterd. FrieslandCampina ligt voor op de realisatie van haar strategie route2020. Alle strategische groeicategorieën hebben hun prestaties verbeterd met uitzondering van zuiveldranken in Europa. De categorie kindervoeding realiseerde de sterkste volumegroei. De business group Cheese, Butter & Milkpowder bewerkstelligde de sterkste resultaatverbetering in 2013. Door de aanhoudende crisis in Europa is een goodwill impairment van 200 miljoen euro genomen ten laste van het resultaat.
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is houder
van alle aandelen van Koninklijke FrieslandCampina
N.V. hetgeen de enige in financiële zin materiële
dochteronderneming is die door de coöperatie
wordt gehouden. De belangrijkste ontwikkelingen
gedurende 2013 van deze dochteronderneming zijn
in dit hoofdstuk samengevat. Voor een volledige
beschrijving wordt verwezen naar het Jaarverslag
2013 van Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Belangrijkste ontwikkelingen Koninklijke FrieslandCampina N.V.
• Goed jaar bij historisch hoge melkprijs
• Prestatie voor leden-melkveehouders stijgt met 28,3 procent naar 3,04 euro
per 100 kilo melk excl. btw, bij 4,41 procent vet en 3,47 procent eiwit
• Acceleratie strategie route2020
Verdere groei netto-omzetDe netto-omzet steeg in 2013 met 10,8 procent naar
11,4 miljard euro. De groei van de netto-omzet is
gerealiseerd door volumegroei en hogere prijzen. Positief
was de volumegroei van kindervoeding met 10,8 procent en
de volumegroei van de zuiveldranken in Azië en Afrika, ook
met 10,8 procent. De categorie merkkaas realiseerde een
volumegroei van 9,5 procent door toename van de export.
In Europa bleef er druk op het volume en de omzet door
teruglopende consumentenbestedingen als gevolg van de
economische crisis.
De helft van de omzetgroei is gerealiseerd door prijs-
stijgingen. Acquisities droegen voor 364 miljoen euro
(3,5 procent) bij aan de omzetgroei. Valuta-effecten hadden
per saldo een negatief effect op de omzet van 157 miljoen
euro (1,5 procent).
Verbetering bedrijfsresultaat voor goodwill impairmentHet bedrijfsresultaat voor goodwill impairment nam toe
met 5,3 procent tot 513 miljoen euro. De verbetering
van het resultaat is het gevolg van volumegroei, het
kunnen doorberekenen van de hogere garantieprijs en
verdergaande efficiencyverbeteringen in de productie en
kostenbeheersing bij de Europese werkmaatschappijen,
ondanks negatieve koerseffecten.
De bedrijfslasten voor goodwill impairment zijn in 2013 met
11,1 procent toegenomen naar 10.928 miljoen euro (2012:
9.837 miljoen euro) als gevolg van de hogere garantieprijs
voor boerderijmelk en de toename met 72 miljoen euro van
de hogere prestatietoeslag en uitkering ledenobligaties,
acquisities en de toegenomen personeelskosten door de
groei van de onderneming.
22
Hogere winst zonder goodwill impairmentDe winst zonder goodwill impairment over 2013 steeg
met 17,6 procent tot 327 miljoen euro (2012: 278 miljoen
euro) door een hoger bedrijfsresultaat voor impairment.
Van de winst wordt 78 miljoen euro toegerekend aan
minderheidsbelangen.
Goodwill impairmentOver het boekjaar 2013 is er een goodwill impairment
(bijzondere waardevermindering) voor een bedrag van
200 miljoen euro. De impairment betreft een deel van de
goodwill die met name betrekking heeft op de acquisitie van
het voormalige Nutricia Dairy & Drinks in 2001 (met onder
meer de merken Chocomel, Fristi, Extran, Milli, Pöttyös
en vestigingen in Nederland, België, Duitsland, Hongarije
en Roemenië). De reden voor de goodwill impairment
is de economische situatie in Europa. Als gevolg van de
aanhoudende crisis is de resultaatverwachting in Europa
naar beneden bijgesteld.
WinstverdelingDe verlaging van de winst als gevolg van de goodwill
impairment in 2013 heeft geen gevolgen voor de hoogte
van de prestatietoeslag en de uitkering van ledenobligaties
aan de leden-melkveehouders. Het melkgeldreglement
biedt de executive board en het bestuur van de coöperatie,
in het geval van een goodwill impairment van meer dan
100 miljoen euro, de mogelijkheid om bij de winstverdeling
hiermee rekening te houden. Van de winst in 2013 van
157 miljoen euro wordt 78 miljoen euro toegerekend
aan de minderheidsbelangen. De executive board stelt
voor om bij de berekening van de prestatietoeslag en de
uitkering van ledenobligaties het effect van de goodwill
impairment buiten beschouwing te laten en 41 miljoen euro
toe te voegen aan de algemene reserve. De resterende
winst wordt als volgt bestemd: 34 miljoen euro wordt
gereserveerd als rentevergoeding aan houders van
ledenobligaties en 4 miljoen euro wordt gereserveerd als
rentevergoeding aan houders van perpetuele obligaties.
Business groupsDe netto-omzet derden van de business group Consumer
Products Europe, Middle East & Africa nam toe met
1,3 procent naar 3.829 miljoen euro (2012: 3.779 miljoen
euro) door hogere verkoopprijzen. Het bedrijfsresultaat
voor herstructureringen en goodwill impairment daalde
in 2013 naar 237 miljoen euro (2012: 262 miljoen euro)
doordat de stijgende garantieprijs voor boerderijmelk
onvoldoende snel in de markt kon worden doorberekend.
Het bedrijfsresultaat nam af naar 10 miljoen euro als gevolg
van de goodwill impairment van 200 miljoen euro en een
incidentele last van 27 miljoen euro voor de in oktober
2013 aangekondigde herstructureringsmaatregelen in
Nederland. Focus op kosten en efficiencyprogramma’s
hebben bijgedragen aan kostenbesparingen.
De business group Consumer Products Asia heeft in
2013 opnieuw goed gepresteerd. De netto-omzet derden
groeide met 12,3 procent naar 2.338 miljoen euro (2012:
2.081 miljoen euro) ondanks een negatief valuta-effect
van 13 miljoen euro. Het bedrijfsresultaat steeg met
11,9 procent tot 385 miljoen euro (2012: 344 miljoen euro).
Friso kindervoeding en zuiveldranken lieten een goede
groei zien. In de meeste landen zijn de marktaandelen voor
kindervoeding licht verbeterd ten opzichte van 2012. De
marktaandelen voor zuiveldranken herstelden in Indonesië
en Vietnam maar stonden in een aantal andere landen licht
onder druk.
De business group Cheese, Butter & Milkpowder heeft een
goed jaar achter de rug. De netto-omzet derden nam met
22,9 procent toe naar 3.012 miljoen euro. De omzet steeg
als gevolg van prijsstijgingen en door acquisities. Het
volume steeg, inclusief acquisities met 4,6 procent. Vooral
commodities als foliekaas, boter en melkpoeder hadden
een goed jaar. FrieslandCampina Export had het lastiger
als gevolg van de sterke stijging van de garantieprijs en
valuta-ontwikkelingen. Het bedrijfsresultaat nam toe
met 84 miljoen euro van 30 miljoen euro negatief naar
54 miljoen euro positief.
De business group Ingredients heeft opnieuw goed
gepresteerd in 2013. De netto-omzet derden groeide met
6,1 procent naar 1.801 miljoen euro (2012: 1.698 miljoen
euro) door een positieve mix van producten en hogere
verkoopprijzen als gevolg van de garantieprijsontwikkeling.
Vooral FrieslandCampina Domo, DMV en DFE Pharma
droegen hieraan bij. Het volume aan toegevoegdewaarde-
producten is toegenomen ten koste van commodities bij
volledige benutting van de capaciteit. Het bedrijfsresultaat
nam toe met 21,7 procent tot 275 miljoen euro (2012:
226 miljoen euro).
Operationele kasstroom afgenomenDe kasstroom uit operationele activiteiten is afgenomen
naar 596 miljoen euro (2012: 842 miljoen euro), als
gevolg van toename van het werkkapitaal door stijging
van de garantieprijs waardoor de waarde van voorraden
en vorderingen toenam. In 2013 bedroeg de uitgaande
kasstroom voor investeringen in met name uitbreiding van
23
productielocaties 521 miljoen euro (2012: 392 miljoen euro).
In contanten is 79 miljoen euro geïnvesteerd in de acquisitie
van Zijerveld en Den Hollander Food. Het merendeel
van de investeringen kon worden gefinancierd uit eigen
middelen. Daarnaast zijn de beursgenoteerde perpetuele
obligaties van 125 miljoen euro afgelost. De kasstroom uit
financieringsactiviteiten is uitgekomen op -182 miljoen
euro (2012: 199 miljoen euro). Het saldo liquide middelen
is afgenomen van 756 miljoen euro (ultimo 2012) naar
560 miljoen euro.
Financiële positieDe nettoschuld bedroeg 696 miljoen euro per 31 december
2013. Ten opzichte van ultimo 2012 is dit een stijging van
11 miljoen euro voornamelijk als gevolg van de aflossing van
de perpetuele obligaties en afname van de operationele
kasstromen zoals toegelicht in de vorige paragraaf.
Het totaal eigen vermogen was per 31 december 2013
2.631 miljoen euro (ultimo 2012: 2.258 miljoen euro).
Het eigen vermogen is versterkt door een eenmalige
toename als gevolg van het vervallen van de DFE put-
optie. Daarnaast is het eigen vermogen verder versterkt
met 290 miljoen euro als gevolg van het omzetten van
een lening tussen de coöperatie en de onderneming. De
voorwaarden van deze lening zijn gelijkgesteld aan de
voorwaarden van ledenobligaties, waardoor deze lening nu
onderdeel is van het eigen vermogen. FrieslandCampina
heeft in juni 2013 haar 7,125 procent perpetuele
cumulatieve achtergestelde obligaties van 125 miljoen
euro uit 2003 afgelost. De notering van de perpetuele
obligaties aan Euronext Amsterdam is hiermee beëindigd.
Deze perpetuele obligaties maakten deel uit van het eigen
vermogen.
De solvabiliteit is per saldo gestegen naar 37,0 procent
(ultimo 2012: 33,1 procent) door bovenvermelde effecten.
FrieslandCampina blijft ruimschoots voldoen aan de
voorwaarden van de bankconvenanten.
Het negatieve saldo van financieringsbaten en -lasten is
afgenomen met 2 miljoen euro, wat per saldo resulteert in
een last van 55 miljoen euro. De netto rentelast bedroeg
31 miljoen euro (2012: 33 miljoen euro).
Het resultaat uit joint ventures en geassocieerde
deelnemingen is afgenomen van 16 miljoen euro naar
8 miljoen euro naar in 2013.
Belangrijkste ontwikkelingen Koninklijke FrieslandCampina N.V.
De belastinglast bedroeg 109 miljoen euro (2012:
168 miljoen euro). De afname is enerzijds het gevolg van
de vrijval van de latente belastingverplichtingen in 2013
als gevolg van de goodwill impairment en anderzijds het
negatieve effect van het afboeken van belastinglatenties in
2012.
FinancieringFrieslandCampina maakt gebruik van leningen van
meerdere groepen financiers (leden-melkveehouders,
banken en investeerders). Een groot deel van de
financiering met vreemd vermogen is ondergebracht bij
financiële instellingen binnen en buiten Nederland. Het
hoofdbestanddeel van de bankleningen wordt gevormd
door een gecommitteerde kredietfaciliteit met een omvang
van 1 miljard euro die loopt tot en met augustus 2015.
Het hoofdbestanddeel van de uitstaande institutionele
leningen bedraagt 0,7 miljard US dollar, na een gedeeltelijke
aflossing van 112 miljoen US dollar in december 2013. Om
het valutarisico af te dekken zijn de dollarleningen via
valuta-swaps omgezet in euroverplichtingen.
Pensioenlasten en dekkingsgraadDe pensioenlasten hebben voor het grootste deel
betrekking op de Nederlandse pensioenregelingen en zijn
in 2013 gedaald van 88 naar 82 miljoen euro als gevolg van
aanpassingen van de regelingen in verband met nieuwe
wettelijke vereisten. De belangrijkste pensioenaanspraken
van de medewerkers van FrieslandCampina in Nederland
zijn vastgelegd in de CAO inzake de pensioenen voor de
zuivelindustrie. Daarnaast zijn er binnen de onderneming
nog andere pensioenregelingen van kracht. De
pensioenregelingen worden uitgevoerd door verschillende
externe pensioenuitvoerders, waarvan de belangrijkste
zijn Avéro Achmea Pensioen en Stichting Pensioenfonds
Campina. De dekkingsgraad van het Pensioenfonds
Campina is gestegen van 99,7 procent eind 2012 naar
102,7 procent eind 2013. Dit was niet genoeg om te
voldoen aan de conform het herstelplan eind 2013 vereiste
dekkingsgraad van 104,0 procent. FrieslandCampina
heeft Stichting Pensioenfonds Campina voorstellen
aangedragen die kunnen bijdragen tot een meer toekomst-
bestendige oplossing voor het fonds. De dekkingsgraad
van het bij Avéro Achmea Pensioen ondergebrachte
gesepareerde depot bedroeg 114,8 procent eind 2013
(eind 2012: 116,3 procent). Deze dekkingsgraad wordt
bepaald op basis van de met de verzekeraar afgesproken
verzekeringsvoorwaarden en komt hoger uit dan wanneer
deze bepaald zou zijn op basis van de actuele marktwaarde.
24
Eind 2013 is in Nederland op bedrijfstakniveau in de
zuivelindustrie met de sociale partners overeenstemming
bereikt over de opzet van een geheel nieuwe
basispensioenregeling vanaf 2015, die op de lange termijn
financierbaar en toekomstbestendig is.
Voor de medewerkers vallend onder de CAO voor de
Particuliere Kaas Pakhuizen is voor de bedrijfstakpensioen-
regeling een akkoord bereikt en is deze eveneens
aangepast aan de nieuwe wettelijke vereisten. De
uitvoeringsovereenkomst met Stichting Pensioenfonds
Campina is opgezegd en er zijn met Avéro Achmea
afspraken gemaakt over het eventueel premievrij maken
van het gesepareerde depot. De vele wijzigingen in het
pensioendossier zullen ook in 2014 de nodige aandacht
vragen.
Wijzigingen in financiële verslaggevingsregels hebben
onder meer tot gevolg gehad dat vanaf het boekjaar 2013
actuariële winsten en verliezen direct ten gunste/ten laste
van het eigen vermogen moeten worden verantwoord
(de vergelijkende cijfers 2012 zijn hiervoor aangepast).
Het negatieve effect op het eigen vermogen per 1 januari
2013 bedroeg netto 256 miljoen euro. De in 2013 ontstane
actuariële verliezen zijn dientengevolge als herwaardering
netto-pensioenverplichting ten laste van het eigen
vermogen gebracht (34 miljoen euro na belastingen).
Realisatie strategie route2020FrieslandCampina’s strategie route2020 is gericht op
duurzame groei én waardecreatie in geselecteerde markten
en productcategorieën.
GroeiHet volume steeg in totaal met 3,0 procent (2012:
2,4 procent). De volumegroei binnen de drie
groeicategorieën kindervoeding, zuiveldranken en
merkkaas bedroeg 5,4 procent (2012: 4,1 procent).
De autonome groei werd in het bijzonder gerealiseerd
in de categorie kindervoeding met in totaal 10,8 procent
volumegroei in de consumentenmarkt en in de business-
to-business markt (2012: 10,2 procent). Ook de categorie
zuiveldranken is gegroeid. Deze volumegroei werd vooral
gerealiseerd in Azië en Afrika met een volumetoename
van 10,8 procent (2012: 9,5 procent). In Europa bleef de
ontwikkeling in zuiveldranken achter als gevolg van de
economische crisis en daalde het volume met 3,4 procent.
Het volume van merkkaas steeg met 9,5 procent door de
toegenomen export buiten Europa (2012: 4,4 procent).
WaardecreatieOver het jaar 2013 wordt bovenop de garantieprijs in totaal
282 miljoen euro aan leden-melkveehouders uitgekeerd
(2012: 210 miljoen euro). Hiervan is de prestatietoeslag
168 miljoen euro (1,81 euro per 100 kilo melk exclusief
btw). De uitgifte van ledenobligaties over 2013 bedraagt
114 miljoen euro (1,23 euro per 100 kilo melk exclusief btw).
In totaal bedraagt de prestatie van de onderneming per
100 kilo melk 3,04 euro (2012: 2,37 euro), een stijging van
28,3 procent.
AcquisitiesDe Europese Commissie heeft op 12 april 2013 ingestemd
met de overname door FrieslandCampina van kaasspecialist
Zijerveld en haar verpakkingseenheid Den Hollander
Food. Beide bedrijven maken sinds 1 mei 2013 deel uit
van de business group Cheese, Butter & Milkpowder. Als
voorwaarde (remedie) voor de overname moet een deel
van het verkoopvolume van halfharde geitenkaas dat
FrieslandCampina afneemt van Amalthea (zelfstandige
geitenmelkcoöperatie) door Amalthea ter beschikking
worden gesteld aan een of meerdere externe partijen.
Ook moet FrieslandCampina gedurende de looptijd van de
voorwaarde in totaal 3,5 miljoen kilo geitenmelk leveren
aan een derde partij.
Zijerveld biedt haar klanten naast een uitgebreid
assortiment Hollandse en buitenlandse kazen op maat
gesneden concepten. De onderneming heeft circa 300
medewerkers in dienst en heeft eigen rijpingsopslaglocaties
en verpakkings- en distributievestigingen. Den Hollander
Food is de verpakkingseenheid van Zijerveld. Het accent
ligt op voorgesneden kaas in verschillende hersluitbare
verpakkingen. Het merendeel van de productie is bestemd
voor grote Europese retailers en andere kaasproducenten.
De verpakkingseenheid telt bijna 140 medewerkers.
FrieslandCampina heeft Zijerveld en Den Hollander Food
verworven door het betalen van een contant bedrag van
80 miljoen euro en een voorwaardelijke verplichting van
19 miljoen euro.
In juli 2013 heeft FrieslandCampina een belang van
7,5 procent verworven in Synlait Milk Ltd. in Nieuw-
Zeeland. FrieslandCampina was al een afnemer van
zuivelgrondstoffen van Synlait Milk. Met deze investering
wordt de grondstoffenaanvoer uit Oceanië voor toepassing
in producten voor Azië geborgd.
25
In november 2013 heeft FrieslandCampina met Hero
overeenstemming bereikt over de terugkoop van
de merknaam Friso in de Benelux. Hero gaat haar
babyvoedingsproducten vanaf 1 april 2014 vermarkten
onder de naam Hero Baby. Hiermee komt er een einde aan
de soms verwarrende situatie dat zowel FrieslandCampina
als Hero dezelfde merknaam Friso hanteren.
InvesteringenFrieslandCampina heeft in 2013 559 miljoen euro
geïnvesteerd om onder andere de groei in de groei-
categorieën te realiseren en de verwachte toenemende
melkhoeveelheid van de leden-melkveehouders als
gevolg van het wegvallen van de EU-melkquota in
2015 te kunnen verwerken. In 2013 zijn verschillende
investeringsprojecten afgerond. Bij FrieslandCampina
Cheese in Workum is de kaasproductiecapaciteit
verdubbeld naar 120.000 ton kaas per jaar. In Singapore
is het FrieslandCampina Development Centre in gebruik
genomen. Het FrieslandCampina Innovation Centre in
Wageningen is in juli 2013 gereedgekomen. Het Innovation
Centre met onderzoeksfaciliteiten, laboratoria, proeffabriek
en kantoren is op 16 oktober officieel geopend door
Koningin Máxima.
De begroting voor 2014 bevat 652 miljoen euro aan
investeringen. Aan twee investeringen van meer dan
100 miljoen euro in Leeuwarden en Borculo is toestemming
verleend door de ledenraad van de coöperatie. (De
vermelde bedragen betreffen totale investeringen over de
gehele looptijd.)
Aanpassingen in de organisatieIn het streven naar een slagvaardigere organisatie heeft
FrieslandCampina in 2013 diverse veranderingen in de
organisatie doorgevoerd:
• met ingang van januari 2013 zijn de verkoopactiviteiten
van merkkaas in Nederland geïntegreerd in de
werkmaatschappij FrieslandCampina Branded
Netherlands/Belgium waardoor alle verkoop- en
marketingactiviteiten van merkproducten voor de
consumentenmarkt centraal worden aangestuurd;
• eveneens zijn met ingang van 1 januari 2013 de
exportactiviteiten samengevoegd van FrieslandCampina
Cheese Specialties en FrieslandCampina Export in de
nieuwe FrieslandCampina Export organisatie in Wolvega.
Deze werkmaatschappij maakt deel uit van de business
group Cheese, Butter & Milkpowder;
• oprichting per 1 januari 2013 van de werkmaatschappij
FrieslandCampina Retail Brands Europe van waaruit alle
verkopen van huismerkproducten in Europa plaatsvinden;
• de start van de nieuwe afdeling Dairy Development Desk
China die zich richt op het onderhouden en verbeteren
van relaties in China zoals met overheden, universiteiten
en organisaties op het gebied van melkveehouderij en
zuivelproducten;
• in Duitsland is een investerings- en optimalisatie-
programma in uitvoering. De vestigingen in Keulen,
Gütersloh en Heilbronn worden gemoderniseerd en
productie- en administratieve processen verbeterd en
verder op elkaar afgestemd om kosten te verlagen.
Hierbij zijn 230 van de 1.500 banen komen te vervallen.
De regionale merken Mark Brandenburg en Milchreiter
zijn in september 2013 verkocht aan ODW Frischprodukte
die in 2010 ook al de productielocatie in Elsterwerda had
overgenomen;
• in Hongarije wordt de productie geconcentreerd in de
productielocatie in Mateszalka. De doelstelling is om
de productie in Debrecen te verkopen. De logistieke
en administratieve ondersteuning is gecentraliseerd in
Boedapest;
• in België heeft Limelco de afname van circa 125 miljoen
kilo melk van melkleveranciers die hun melk aan
FrieslandCampina in België leverden overgenomen.
Hiermee kunnen beide bedrijven hun behoefte aan melk
beter afstemmen op de marktvraag naar Belgische melk;
• het Franse kaassmeltbedrijf Société Industrielle
Fromagère SAS (8 medewerkers) is in september 2013
verkocht aan de Oostenrijkse smeltkaasproducent
Rupp AG;
• de consumentgerichte activiteiten zijn met ingang
van 1 oktober 2013 verdeeld over de business groups
Consumer Products Asia en Consumer Products Europe,
Middle East & Africa. Hiermee kan beter ingespeeld
worden op de snelle marktveranderingen in zowel Azië
als in Europa en het Midden-Oosten en Afrika. Naar de
twee laatstgenoemde regio’s wordt veel geëxporteerd
vanuit Nederland;
• met ingang van januari 2014 zijn FrieslandCampina
Professional en FrieslandCampina Out-of-Home
samengevoegd in de nieuwe werkmaatschappij
FrieslandCampina Foodservice. Klanten in de horeca,
groothandel, bakkerij en fastfoodketens in Nederland,
België, Duitsland, Frankrijk en Italië worden geïntegreerd
bediend vanuit de nieuwe werkmaatschappij;
• om de concurrentiepositie van FrieslandCampina
in Nederland te versterken zijn eind oktober 2013
maatregelen aangekondigd om de productie en
Belangrijkste ontwikkelingen Koninklijke FrieslandCampina N.V.
26
distributie voor verse zuivelproducten, zoals melk,
yoghurts en desserts, in Nederland te herstructureren.
Het aantal producten en verpakkingssoorten
wordt gereduceerd en de bezettingsgraad van
productielocaties geoptimaliseerd door het concentreren
van productiecapaciteit in Maasdam en Rotterdam.
Als gevolg daarvan zullen de locaties in Eindhoven en
Woerden medio 2014 sluiten. Per saldo komen bij deze
herstructurering 174 arbeidsplaatsen te vervallen.
FrieslandCampina ondersteunt de betrokkenen bij het
zoeken van een passende functie binnen of buiten de
onderneming;
• FrieslandCampina is een transformatieproces
gestart naar een team-based organisatie waardoor
voordelen gerealiseerd worden op het gebied van
scope, schaalgrootte en snelheid (project 3S). Dit
brengt wijzigingen in de organisatie (onder andere
verdergaande standaardisatie van bedrijfsprocessen en
overheadreductie) met zich mee.
DuurzaamheidIn 2013 zijn verdere stappen gezet in de borging van
duurzaamheidsdoelstellingen in de onderneming en in de
coöperatie, waaronder:
• implementatie van het duurzaamheidsprogramma op
leden-melkveebedrijven (Foqus planet) en in LTO- en
NZO-verband nieuwe stappen in behoud van weidegang
van koeien en op het gebied van mineralenefficiency
(fosfaat en ammoniak) en broeikasgasemissies;
• inkoop duurzame grondstoffen RSPO palmolie, RTRS
soja, UTZ cacao, FSC-verpakkingsmaterialen;
• efficiëntie-maatregelen op het gebied van energie, water
en afval op 80 productielocaties hebben geleid tot een
reductie per 1.000 kilo geproduceerd zuivelproduct
van het energieverbruik met 3,3 procent en van het
waterverbruik met 2,3 procent;
• 60 procent van het stroomverbruik van FrieslandCampina
voor 35 vestigingen in Nederland bestaat uit groene
stroom afkomstig van leden-melkveebedrijven of andere
agrarische bedrijven in Nederland en van een eigen
FrieslandCampina windmolenpark;
• verdere ontwikkeling van het Dairy Development
Programme in Indonesië, Thailand en Maleisië;
• in het kader van de samenwerkingsovereenkomsten
met het Nederlandse Rode Kruis en met Agriterra
bijdragen aan hulpprogramma’s voor de Filippijnen en
het Midden-Oosten gericht op nutriëntrijk voedsel en het
steunprogramma Farmer2Farmer voor kleine boeren in
ontwikkelingslanden.
VeiligheidVeiligheid is voor FrieslandCampina een hoeksteen in haar
dagelijkse bedrijfsvoering.
Doel is het realiseren van een ongevalsvrije en incidentvrije
werkomgeving waaraan medewerkers en contractors zelf
actief bijdragen. In het veiligheidsprogramma wordt onder
meer aandacht besteed aan procesveiligheid, cultuur &
leiderschap en het herkennen van risico’s.
Het veiligheidsbewustzijn en de veiligheidsprestaties
zijn sterk verbeterd op de verschillende locaties van
FrieslandCampina. Het aantal ongevallen met verzuim per
200.000 gewerkte uren is afgenomen naar 0,6 in 2013,
een reductie van 40 procent ten opzichte van 2012 (1,0).
Hiermee is het in 2011 geformuleerde oorspronkelijke doel,
halvering van het aantal bedrijfsongevallen in vijf jaar,
gerealiseerd. Het verscherpte doel is een reductie van
80 procent van het aantal ongevallen met verzuim per
200.000 gewerkte uren in 2020 ten opzichte van 2011.
In 2013 is prioriteit gegeven aan het implementeren
van werkwijzen voor het veiligstellen van machines en
contractormanagement. In 2014 zullen leiderschap,
veiligheidsbewustzijn, risicoherkenning en de verdere
implementatie van zogenoemde ‘Life saving rules’ centraal
staan.
InnovatieMet het uitschenken van een kan melk opende
Koningin Máxima op 16 oktober 2013, op Wereldvoedseldag,
het nieuwe FrieslandCampina Innovation Centre, gevestigd
op de campus van Wageningen University & Research
centre in Wageningen. FrieslandCampina brengt in het
nieuwe Innovation Centre haar internationale kennis op het
gebied van onderzoek en ontwikkeling samen.
De FrieslandCampina innovatieprogramma's richten zich op
kindervoeding, zuiveldranken, desserts, kaas, ingrediënten
en melkvetspecialiteiten.
Wetenschappelijk interessant was de voltooiing en
publicatie van een studie naar voeding en gezondheid van
16.000 kinderen in Zuidoost-Azië in samenwerking met
lokale universiteiten en onderzoeksinstellingen. Deze studie
vormt de basis voor innovaties in kindervoeding, waarvan
de eerste (Dutch Lady Complete) in 2013 is geïntroduceerd.
27
Het innovatieprogramma heeft in 2013 geresulteerd
in productintroducties binnen de groeicategorieën
kindervoeding (Frisomum Nigeria, voeding voor zwangere
vrouwen en Dutch Lady Complete), zuiveldranken (Campina
lactosevrije melk, Optimel Puur yoghurtdrank zonder
toegevoegde zoetstoffen) en merkkaas (Boer en Land
kaas, Milner Koe & Geit). Verpakkingsinnovatie heeft een
belangrijke bijdrage geleverd aan de besparingen binnen
het herstructureringsprogramma in Europa, de groei van
Friso in China (‘bag-in-box’ als vervanging voor blik) en van
merkkaas in kleinverpakking. Procesinnovaties hebben
geleid tot opbrengstverhogingen in kaas en ingredients.
In QA Fit, het kwaliteitsverbeteringsprogramma voor
kindervoeding, hebben analyses en aanbevelingen door
ontwikkelaars van kindervoeding bijgedragen aan het
voldoen aan de kwaliteitseisen van exportlanden.
De totale kosten van de research & development-
activiteiten bedroegen in het verslagjaar 77 miljoen euro
(2012: 70 miljoen euro).
KwaliteitFrieslandCampina hanteert een eigen integraal
kwaliteitssysteem genaamd Foqus om de veiligheid en
kwaliteit van haar producten in de gehele productieketen te
borgen. Met Foqus biedt FrieslandCampina consumenten,
klanten en overheden de garantie dat de producten
en productieprocessen voldoen aan hoge eisen op
het gebied van voedselveiligheid, kwaliteit, veiligheid,
arbeidsomstandigheden, brandveiligheid en milieu. Met
behulp van een uitgebreid programma van trainingen
en audits wordt de implementatie van Foqus in de
productielocaties, bij de leden-melkveehouders en bij de
grondstoffenleveranciers geborgd en continu gemonitord.
FrieslandCampina beheerst samen met de coöperatie
de gehele productieketen, van de boerderij tot aan het
eindproduct. Bij de bewaking van de kwaliteit vormen
de wettelijke eisen het uitgangspunt. Daarnaast worden
aanvullende eisen gesteld. In Foqus zijn de verschillende
internationale normen, zoals HACCP, ISO 9001, ISO 22000,
OSHAS 18000 en ISO 14000 geïntegreerd. Op deze wijze
kunnen zowel de afnemers van FrieslandCampina als de
consumenten er op vertrouwen dat de producten veilig zijn,
van hoge kwaliteit en verantwoord geproduceerd.
In 2013 is extra aandacht besteed aan het op een nog
hoger niveau brengen van de kwaliteit van de productie-
locaties die kindervoeding maken. Ook is de nieuwe
voedsel veiligheids wetgeving van China, een belangrijke
afzetmarkt voor FrieslandCampina, ingebed in de interne
kwaliteitsprogramma’s. Hiervoor is het eigen laboratorium
van FrieslandCampina in Leeuwarden uitgebreid.
Daarnaast zijn stappen gezet met het op kwaliteitsgebied
aanpassen van de werkwijze in de productielocatie van
Alaska Milk Corporation in de Filippijnen, die in 2012 door
FrieslandCampina is aangekocht.
Belangrijkste ontwikkelingen Koninklijke FrieslandCampina N.V.
28
Vanuit het oogpunt van corporate governance zijn bij Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. de districten, de districtsraden, de ledenraad, de coöperatieraad en het bestuur relevant. De coöperatie is een vrijgestelde structuurcoöperatie. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A is houder van alle aandelen in Koninklijke FrieslandCampina N.V. In de aandeelhoudersvergadering van Koninklijke FrieslandCampina N.V. wordt de aandeelhouder vertegenwoordigd door het bestuur van de coöperatie.
De districtenDe leden van de coöperatie zijn door het bestuur ingedeeld
in 21 geografisch begrensde districten, het geografisch
werkgebied. Het bestuur stelt de grenzen van de districten
vast. Wijziging van het aantal districten en/of de grenzen
van de districten geschiedt door het bestuur in overleg met
de betrokken districtsraden en dient door de ledenraad te
worden goedgekeurd. In elk boekjaar worden ten minste
twee districtsvergaderingen gehouden, één in het voorjaar
en één in het najaar. Aan ieder tot een district behorend
lid komt in de districtsvergadering ten minste een stem
toe. Aan dat lid komt voorts een stem toe voor elke
honderdduizend volle kilogram melk die door dat lid aan de
coöperatie is geleverd over het laatst verstreken boekjaar.
De districtsradenIeder district heeft een districtsraad, bestaande uit ten
minste tien leden. De leden die tot een district behoren,
kiezen uit de leden van het betreffende district het
bestuur van het district, de districtsraad. De voorzitter
van de districtsraad wordt door de districtsraad gekozen
uit de leden van de districtsraad. De districtsraad heeft
tot taak het behartigen van de belangen van de leden in
het district en kan inlichtingen en adviezen geven aan
het bestuur. In de vergaderingen van een districtsraad
heeft ieder lid van de coöperatie recht op het uitbrengen
van één stem. In elk boekjaar worden ten minste twee
districtsraadsvergaderingen gehouden.
De ledenraad van de coöperatieDe ledenraad van de coöperatie bestaat uit 210 leden
afkomstig uit de 21 districtsraden, met een maximum van
tien leden per district. Jaarlijks wordt ten minste één
ledenraadsvergadering gehouden, die binnen zes maanden
na afloop van het boekjaar moet worden gehouden. Op
schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal
ledenraadsleden als bevoegd is tot het uitbrengen van
10 procent van de stemmen is het bestuur verplicht tot het
bijeenroepen van een vergadering van de ledenraad op een
termijn van vier weken. Het verzoek tot het bijeenroepen
van een vergadering moet de te behandelen onderwerpen
vermelden.
Ieder ledenraadslid heeft in de ledenraadsvergadering
één stem. Aan de gezamenlijke tot één en dezelfde
districtsraad behorende leden, die deel uitmaken van de
ledenraad, komt in de ledenraad één stem toe voor elke tien
miljoen volle kilogram melk die over het laatst verstreken
boekjaar van de coöperatie door de tot dat district
behorende leden aan de coöperatie is geleverd. Bepaalde
belangrijke besluiten dienen door de ledenraad te worden
genomen. Voorbeelden hiervan zijn de vaststelling van
statutenwijzigingen en de vaststelling van de jaarrekening
van de coöperatie. Het bestuur van de coöperatie heeft
daarnaast goedkeuring nodig van de ledenraad voor een
aantal van de besluiten waarvoor hij stem uitbrengt namens
de coöperatie in de vergadering van aandeelhouders van de
vennootschap, besluiten op operationeel gebied, besluiten
op het gebied van de juridische en vermogensstructuur
van de vennootschap en besluiten tot het doen van grote
investeringen. Goedkeuring is voorts onder meer vereist
voor een besluit tot wijziging van de statuten van de
vennootschap en voor een besluit tot vaststelling van de
jaarrekening van de vennootschap.
De coöperatieraadDe coöperatieraad functioneert als klankbord voor het
bestuur. De coöperatieraad bestaat uit de voorzitters van
de districtsraden, die tevens lid zijn van de ledenraad. De
coöperatieraad brengt advies uit aan het bestuur over
praktijkreglement en over voorstellen van de directie van
de vennootschap over voorgenomen acquisities, fusies
en (des)investeringen, waarvoor de goedkeuring van
de ledenraad benodigd is. De coöperatieraad heeft de
bevoegdheid een bindende voordracht te doen bij vacatures
in het bestuur. De coöperatieraad vergadert ten minste
twee maal per jaar.
Corporate governance
29
Corporate governance
Het bestuur van de coöperatieHet bestuur van de coöperatie bestuurt de coöperatie,
heeft de leiding van de coöperatie en draagt zorg voor de
uitvoering van besluiten van de ledenraad. Het bestuur
is daarmee verantwoordelijk voor de coöperatieve
aangelegenheden. Hieronder is voornamelijk begrepen
de behartiging van de belangen van de leden bij de
coöperatie en bij de door de vennootschap en haar
dochtervennootschappen gedreven onderneming. Het
bestuur bepaalt ook het geografisch werkgebied van
de coöperatie. Het bestuur is bevoegd de coöperatie
rechtsgeldig te vertegenwoordigen. Het bestuur van
de coöperatie bestaat uit ten minste zeven en ten
hoogste negen leden (natuurlijke personen). De leden
van het bestuur worden door de ledenraad benoemd
op bindende voordracht van de coöperatieraad. Een
bestuurslid kan te allen tijde door de ledenraad worden
geschorst of ontslagen. Het bestuur van de coöperatie
heeft goedkeuring nodig van de ledenraad voor bepaalde,
in de statuten omschreven, belangrijke besluiten op
operationeel gebied, belangrijke besluiten op het
gebied van de juridische en vermogensstructuur van
de vennootschap en besluiten tot het doen van grote
investeringen. De benoemingstermijn van een bestuurslid
bedraagt ten hoogste vier jaar. Een door het verstrijken
van zijn benoemingstermijn aftredend bestuurslid is twee
maal direct herbenoembaar; indien hij zijn derde termijn
als voorzitter vervult is hij nog één maal herkiesbaar.
Het bestuur van de coöperatie vormt tezamen met vier
externe commissarissen de raad van commissarissen van
Koninklijke FrieslandCampina N.V.
30
Risicobeheersing
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. houdt 100 procent van de aandelen van Koninklijke FrieslandCampina N.V. Er zijn geen operationele activiteiten ondergebracht in Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Om die reden zijn voor de coöperatie geen wezenlijke risico's onderkend in aanvulling op de risico's die voor Koninklijke FrieslandCampina N.V. gelden. Deze risico's hebben met name betrekking op het realiseren van de ondernemingsdoelstellingen van Koninklijke FrieslandCampina N.V. en kunnen zich voordoen als gevolg van externe economische factoren, de onvoorspelbaarheid van marktontwikkelingen, calamiteiten en interne factoren.
Algemene maatregelenKoninklijke FrieslandCampina N.V. heeft algemene
maatregelen getroffen die zijn gericht op het beheersen
en reduceren van deze risico's.
De algemene maatregelen omvatten onder meer de
procedures voor strategische planning, budgettering,
interne maandelijkse management- en financiële
rapportages en financiële prognoses (per kwartaal).
In deze rapportages wordt ook aandacht besteed
aan de ondernemingsrisico’s en de daarop gerichte
beheersingsmaatregelen.
Strategische en operationele risico’s worden bij alle
werkmaatschappijen, business groups en de executive
board door middel van Enterprise Risk Assessments op
een systematische manier beoordeeld. Daarnaast worden
initiatieven gepland om de beheersing van deze risico’s te
verbeteren.
Financiële (rapportage)risico’s worden onder meer
beheerst door toepassing van het Internal Control
Framework (ICF), dat is gebaseerd op het internationaal
erkende COSO raamwerk.
Het management van de business groups en
werkmaatschappijen beoordeelt de werking van het
Internal Control Framework en legt daarover een interne
verklaring af.
De Code of Conduct vervult een belangrijke rol in
het beheersen van compliance risico’s. Hierin zijn
de uitgangspunten voor gedragsnormen voor alle
personeelsleden vastgelegd, inclusief het voldoen aan de
geldende wet- en regelgeving. De onderneming kent een
Klokkenluidersregeling, zodat medewerkers vermeende
afwijkingen van de Code of Conduct (anoniem) kunnen
melden.
De afdeling Corporate Internal Audit voerde in 2013 audits
uit om na te gaan in hoeverre de genomen maatregelen ter
beheersing van de risico’s effectief waren.
De conclusies en aanbevelingen die uit deze activiteiten
voortkomen zijn aan het management gerapporteerd en
gebruikt om verdere verbeteringen in de risicobeheersing
aan te brengen.
Voornaamste ondernemingsrisico’sNaast de hiervoor beschreven algemene beheersings-
maatregelen bestaan er specifieke maatregelen voor de
ondernemingsrisico’s. Hieronder zijn de vijf voornaamste
risico’s voor de onderneming (volgens de Enterprise
Risk Assessment 2013) beschreven, op basis van hun
waarschijnlijkheid én de impact op de realisatie van de
ondernemingsdoelstellingen.
Politieke en economische ontwikkelingenDe groei van omzet en resultaten die FrieslandCampina
realiseert, wordt voor een belangrijk deel gerealiseerd
in opkomende (zuivel)markten, waaronder landen in
Azië en Afrika. Dit betekent dat het risicoprofiel van
de onderneming wijzigt. Een eventuele daling van de
economische groei, devaluatie van lokale valuta en
het consumentenvertrouwen in opkomende markten
kunnen een aanzienlijke impact hebben op de omzet- en
resultaatontwikkeling. De aanhoudende ongunstige
economische situatie in veel Europese landen zorgt voor
druk op de posities van zuivelmerken. Naast economische
ontwikkelingen kunnen (plotselinge) veranderingen in
bijvoorbeeld importregelgeving grote gevolgen hebben
voor de bedrijfsvoering van FrieslandCampina.
In de belangrijke markten versterkt FrieslandCampina
kennis en capaciteit op het gebied van wet- en regelgeving
en overheidsrelaties. Daarnaast neemt de onderneming
een actieve rol in het ontwikkelen van de zuivelsector in
een aantal landen waar het actief is en in maatschappelijke
discussies over de toekomst van de zuivelsector.
In Europa en markten met een dalende economische
groei wordt door middel van scenario’s zo vroeg
mogelijk geanticipeerd door middel van aanpassingen
in het verkoopprijsbeleid, assortimentssamenstelling,
verkooppromoties en beleid met betrekking tot het
afdekken van vreemde valuta posities. Daarnaast worden
de inspanningen op het gebied van kostenreductie
verhoogd (onder andere het herstructureringsprogramma
in Europa).
Catastrofes in productielocaties en/of dierziektesHet risico van onverwachte catastrofes, bijvoorbeeld
31
dierziektes, overstromingen of brand, blijft aanwezig
ondanks continue inspanningen van FrieslandCampina
om het risico of de impact daarvan te verkleinen,
door middel van bijvoorbeeld preventie in de
melkveehouderij, brandveiligheid in de (productie)
locaties en veiligheidsinspecties. Het wegvallen van de
grondstofaanvoer of van aanzienlijke productiecapaciteit
in geval van een dergelijke catastrofe kan onder andere
een aanzienlijke verstoring in de gehele keten veroorzaken.
Deze mogelijke impact wordt bestreden door het
verder versterken van maatregelen op het gebied van
uitwijkcapaciteit, business continuïteit en het testen en
verbeteren van calamiteitenplannen. Hierbij worden ook in
toenemende mate de leveranciers en verzekeraars van de
onderneming betrokken.
Productkwaliteit en voedselveiligheidGelet op de aard van de eindproducten (voeding en
ingrediënten voor onder andere de voedingsmiddelen-
en farmaceutische industrie) stelt FrieslandCampina
vanzelfsprekend hoge eisen aan productkwaliteit en
voedselveiligheid. Een kwaliteitsprobleem of zelfs de
wijziging van kwaliteitsperceptie van consumenten of
overheden kan enorme gevolgen hebben voor de reputatie
en de marktpositie van de onderneming.
Naast het blijvend voldoen aan externe kwaliteitseisen,
onder andere van externe (inter)nationale instanties,
besteedt FrieslandCampina continu aandacht aan
de verbetering van de kwaliteit, door middel van
kwaliteitsprogramma’s (onder andere Foqus in de
eigen productiebedrijven en in de melkveehouderij,
kwaliteitsborging bij leveranciers en audits),
verdere verhoging van het kwaliteitsbewustzijn in
de gehele organisatie, investeringen in de kwaliteit
van de productieprocessen en verbetering van het
crisismanagementproces.
Deze risico’s kunnen een belangrijke negatieve invloed
hebben op de reputatie van FrieslandCampina en haar
producten.
InnovatieDe aard, het resultaat en de snelheid van product- en
procesinnovaties zijn in toenemende mate van belang
om te groeien in opkomende markten en de toegevoegde
waarde voor de consument en afnemers in de meer
verzadigde zuivelmarkten te verbeteren en te behouden.
FrieslandCampina streeft naar concurrentievoordelen door
middel van betekenisvolle innovaties, waarbij optimaal
gebruik gemaakt kan worden van de schaalgrootte van
de onderneming, onder andere door bundeling van
kennis en expertise. De onderneming heeft daartoe extra
aandacht besteed aan de ontwikkeling van internationale
categorie- en innovatiestrategieën, verbetering van
de innovatieprocessen (onder andere project- en
portfoliomanagement), de bundeling van R&D-expertise
in de nieuwe R&D-centra (Wageningen en Singapore) en
intensivering van de samenwerking met externe partners.
Het proces van introductie en activatie van innovaties in de
markt wordt versterkt door een internationaal ‘customer
and shopping’ marketingprogramma en het gericht
verhogen van investeringen in reclame & promotie.
Interne organisatieDe markten waarin FrieslandCampina actief is ontwikkelen
zich in een steeds hoger tempo, de concurrentie is
intensiever en de prijssensitiviteit van consumenten en
afnemers neemt toe. De onderneming is daarom gestart
met een transformatieproces naar een team-based
organisatie waarin voordelen gerealiseerd worden op
het gebied van scope, schaalgrootte en snelheid (‘3S’).
Dit brengt wijzigingen in de organisatie (onder andere
verdergaande standaardisatie van bedrijfsprocessen en
overheadreductie) met zich mee. Het is daarom uitermate
belangrijk dat deze transformatie succesvol wordt
uitgevoerd. Hiertoe zal de interne capaciteit op het gebied
van verander- en projectmanagement worden versterkt. De
integrale beheersing van het projectportfolio krijgt meer
aandacht.
Risicobeheersing
Jaarrekening 2013Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
35Inhoud
Jaarrekening36 Geconsolideerde jaarrekening36 Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
37 Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat
38 Geconsolideerde balans
39 Geconsolideerd kasstroomoverzicht
40 Geconsolideerd overzicht vermogensmutaties
42 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
42 Algemeen
57 Segmentatie
60 Acquisities
61 Activa en passiva aangehouden voor verkoop
61 Netto-omzet
62 Overige bedrijfsopbrengsten
62 Kosten van grond- en hulpstoffen en
handelsgoederen
62 Personeelskosten
62 Overige bedrijfslasten
63 Financieringsbaten en –lasten
64 Belastingen
65 Grond, gebouwen en installaties
66 Immateriële activa
68 Joint ventures en geassocieerde deelnemingen
69 Derivaten
70 Overige financiële activa
71 Voorraden
71 Handelsdebiteuren en overige vorderingen
72 Liquide middelen
72 Eigen vermogen
74 Personeelsbeloningen
79 Latente belastingvorderingen en –verplichtingen
80 Voorzieningen
81 Rentedragende verplichtingen
82 Overige financiële verplichtingen
83 Verplichtingen aan financiers
83 Handelscrediteuren en overige verplichtingen
83 Niet in de balans opgenomen verplichtingen
84 Transacties met verbonden partijen
85 Bezoldiging bestuur van Zuivelcoöperatie U.A.
85 Financieel risicomanagement en financiële
instrumenten
95 Kasstroomoverzicht
95 Gebeurtenissen na balansdatum
96 Belangrijkste dochterondernemingen, joint ventures
en geassocieerde deelnemingen
98 Enkelvoudige jaarrekening98 Enkelvoudige balans
98 Enkelvoudige winst-en-verliesrekening
99 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
99 Algemeen
99 Deelnemingen in dochterondernemingen
99 Ledenobligaties Koninklijke
FrieslandCampina N.V.
99 (Perpetuele) Lening aan dochteronderneming
100 Eigen vermogen toe te rekenen aan de leden van
de coöperatie
100 Rentedragende verplichtingen
100 Verplichtingen aan financiers
101 Kortlopende verplichtingen aan
dochterondernemingen
101 Niet in de balans opgenomen verplichtingen
101 Bezoldiging bestuur
102 Overige gegevens102 Bestemming saldo
102 Voorstel bestemming saldo
102 Aansprakelijkheid
102 Gebeurtenissen na balansdatum
103 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
36
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
1 De vergelijkende cijfers van 2012 zijn aangepast voor de effecten van de nieuwe standaard inzake personeelsbeloningen (IAS 19, herzien 2011). Zie toelichting 20 voor nadere toelichting.
In miljoenen euro's, tenzij anders aangegeven Toelichting 2013 2012 1
Netto-omzet (4) 11.418 10.309
Overige bedrijfsopbrengsten (5) 23 15
Bedrijfsopbrengsten 11.441 10.324
Kosten van grond- en hulpstoffen en handelsgoederen (6) -7.613 -6.715
Personeelskosten (7) -942 -896
Afschrijvingen op gebouwen en installaties en amortisatie immateriële activa (11) (12) -213 -194
Bijzondere waardevermindering goodwill (12) -200
Overige bedrijfslasten (8) -2.160 -2.032
Bedrijfslasten -11.128 -9.837
Bedrijfsresultaat 313 487
Financieringsbaten (9) 25 47
Financieringslasten (9) -80 -104
Financieringsbaten en -lasten -55 -57
Resultaat uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen (13) 8 16
Winst voor belastingen 266 446
Belastingen (10) -109 -168
Winst boekjaar 157 278
Winst toe te rekenen aan:
- toevoeging algemene reserve 44 162
- ledencertificaten 8 11
- leden van de coöperatie 52 173
- minderheidsbelangen gehouden door leden 26 30
- minderheidsbelangen gehouden door derden 79 75
Winst boekjaar 157 278
Jaarrekening Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
37
Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaatIn miljoenen euro's, tenzij anders aangegeven 2013 2012 1
Winst boekjaar 157 278
Posten van het totaalresultaat die in de winst- en-verliesrekening zijn of in de toekomst mogelijk worden opgenomen:Effectieve deel mutatie kasstroomafdekkingen, na aftrek van belastingen -6 -8
Valuta-omrekenverschillen, na aftrek van belastingen -81 6
Waardemutatie financiële instrumenten beschikbaar voor verkoop gewaardeerd op reële waarde, na aftrek van belastingen
15
Nettototaalresultaat dat in de winst-en-verliesrekening is of in de toekomst mogelijk wordt opgenomen -72 -2
Posten van het totaalresultaat die in de toekomst niet worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening:Herwaardering van verplichtingen (activa) uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen, na aftrek van belastingen -34 -190
Nettototaalresultaat dat in de toekomst niet wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening -34 -190
Resultaten direct verwerkt in het eigen vermogen, na aftrek van belastingen -106 -192
Totaalresultaat voor de periode 51 86
Toe te rekenen aan:
- leden van de coöperatie -45 -19
- minderheidsbelangen gehouden door leden 26 30
- minderheidsbelangen gehouden door derden 70 75
Jaarrekening Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat
38 Per 31 december, in miljoenen euro's, tenzij anders aangegeven
Toelichting
2013
2012 1
1 januari 2012 1
ActivaGrond, gebouwen en installaties (11) 2.183 1.918 1.660
Immateriële activa (12) 1.182 1.290 945
Latente belastingvorderingen (21) 320 295 247
Joint ventures en geassocieerde deelnemingen (13) 116 118 111
Personeelsbeloningen (20) 6 4
Overige financiële activa (15) 76 60 73
Vaste activa 3.883 3.685 3.036
Voorraden (16) 1.303 1.139 1.085
Handelsdebiteuren en overige vorderingen (17) 1.323 1.182 1.104
Vorderingen inzake vennootschapsbelasting 18 20 12
Overige financiële activa (14) 4 3
Liquide middelen (18) 560 756 420
Activa aangehouden voor verkoop (3) 9 7 4
Vlottende activa 3.217 3.107 2.625
Totaal activa 7.100 6.792 5.661
Eigen vermogen (19)
Ledencertificaten 253 270 293
Reserve kasstroomafdekkingen -24 -18 -10
Reserve valuta-omrekenverschillen -114 -42 -48
Reële-waardereserve 15
Algemene reserve 1.093 1.007 1.026
Eigen vermogen toe te rekenen aan de leden van de coöperatie 1.223 1.217 1.261
Minderheidsbelangen gehouden door leden 942 814 710
Minderheidsbelangen gehouden door derden 176 227 223
Totaal eigen vermogen 2.341 2.258 2.194
VerplichtingenPersoneelsbeloningen (20) 630 602 319
Latente belastingverplichtingen (21) 98 128 63
Voorzieningen (22) 24 9 25
Rentedragende verplichtingen (23) 992 910 726
Overige financiële verplichtingen (24) 87 46 150
Langlopende verplichtingen 1.831 1.695 1.283
Verplichtingen aan financiers (25) 533 525 392
Handelscrediteuren en overige verplichtingen (26) 2.245 1.972 1.669
Verplichtingen inzake vennootschapsbelasting 118 109 69
Voorzieningen (22) 23 56 37
Overige financiële verplichtingen (14) 9 177 17
Kortlopende verplichtingen 2.928 2.839 2.184
Totaal verplichtingen 4.759 4.534 3.467
Totaal passiva 7.100 6.792 5.661
1 De vergelijkende cijfers van 2012 zijn aangepast voor de effecten van de nieuwe standaard inzake personeelsbeloningen (IAS 19, herzien 2011). Zie toelichting 20 voor nadere toelichting.
Jaarrekening Geconsolideerde balans
Geconsolideerde balans
39In miljoenen euro's, tenzij anders aangegeven Toelichting 2013 2012 1
Operationele activiteiten Winst voor belastingen 266 446
Aanpassingen voor:
• rente (9) 31 33
• afschrijvingen op gebouwen en installaties en amortisatie immateriële activa 213 194
• bijzondere waardeverminderingen vaste activa 219 7
• terugname bijzondere waardeverminderingen vaste activa -1
• aandeel in resultaat joint ventures en geassocieerde deelnemingen (13) -8 -16
• lasten put-optie (9) 3 28
• resultaat herwaardering afdekkingsderivaten -2
• uitgifte ledenobligaties-vast 114 84
• boekwinst op desinvesteringen -12
Totaal aanpassingen 557 330
Mutaties:
• mutatie waardering effecten (15) -14 -4
• mutatie voorraden (31) -175 -16
• mutatie vorderingen (31) -101 -34
• mutatie verplichtingen (31) 235 228
• mutatie personeelsbeloningen -11 28
• mutatie voorzieningen (22) -18 3
Totaal mutaties -84 205
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten 739 981
Ontvangen dividend (13) 7 8
Betaalde vennootschapsbelasting -134 -91
Betaalde rente -60 -73
Ontvangen rente 18 32
Nettokasstroom uit operationele activiteiten 570 857
Investeringsactiviteiten Investeringen in grond, gebouwen, installaties en immateriële activa -521 -392
Desinvesteringen van grond, gebouwen, installaties, immateriële activa en activa aangehouden voor verkoop 20 7
Betalingen uit hoofde van verstrekte leningen -15
Ontvangen aflossingen uit hoofde van verstrekte leningen (15) 4 7
Acquisities, inclusief liquide middelen (2) -79 -309
Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten -576 -702
Financieringsactiviteiten Investeringen minderheidsbelangen gehouden door derden -4 -4
Uitbetaald dividend aan minderheidsbelangen gehouden door derden -87 -66
Uitbetaalde vergoeding aan houders van perpetuele obligaties -9 -9
Aflossing perpetuele obligaties -125
Uitbetaalde vergoeding aan houders van ledenobligaties en ledencertificaten -37 -44
Opgenomen rentedragende verplichtingen 588 455
Afgelost op rentedragende verplichtingen -461 -121
Uitbetaalde vergoeding put-optie -10 -20
Afwikkeling derivaten -11 -7 Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten -156 184
Nettokasstroom -162 339
Liquide middelen begin boekjaar (18) 756 420
Nettokasstroom -162 339
Koersverschil liquide middelen -34 -3
Liquide middelen einde boekjaar (18) 560 756
Jaarrekening Geconsolideerd kasstroomoverzicht
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
40
1 Inclusief de winstbestemming van voorgaande boekjaren en het huidige boekjaar. 2 Eigen vermogen toe te rekenen aan leden van de coöperatie.3 Minderheidsbelangen gehouden door de leden betreft de door Koninklijke FrieslandCampina N.V. uitgegeven ledenobligaties aan leden-melkveehouders. 4 Minderheidsbelangen gehouden door derden betreft de perpetuele obligaties en de belangen van derden in dochterondernemingen.
In miljoenen euro's, tenzij anders aangegeven 2013
Leden-certificaten
Reële- waarde- reserve
Reserve kasstroo m-
afdekkingen
Reserve valuta-
omreken-verschillen
Algemene reserve 1
Eigen ver mogen 2
Minderheids-belangen
gehouden door leden 3
Minderheids-belangen
gehouden door derden 4 Totaal
Begin boekjaar 270 -18 -42 1.007 1.217 814 227 2.258 Overzicht totaalresultaat voor de periode:
• winst boekjaar 8 44 52 26 79 157 • resultaten direct verwerkt in het
eigen vermogen 15 -6 -72 -34 -97 -9 -106
Totaalresultaat voor de periode 8 15 -6 -72 10 -45 26 70 51
Transacties met leden van de coöperatie en minderheidsbelangen:
• uitbetaald dividend aan minderheidsbelangen -98 -98
• uitbetaalde vergoeding aan houders van perpetuele obligaties 1 1 -9 -8
• uitbetaalde vergoeding aan houders van ledencertificaten en ledenobligaties
-9 7 -2 -28 -30
• uitgifte ledenobligaties-vast 114 114 • aflossing van perpetuele obligaties -125 -125 • conversie ledencertificaten in ledenobligaties-vast -16 -16 16
• overig 1 1 1 Totaal transacties met leden van de coöperatie en minderheidsbelangen -25 9 -16 102 -232 -146
Transacties in eigendomsbelangen in dochterondernemingen:
• transacties met houders van minderheidsbelangen -5 -5
• vervallen DFE put-optie 67 67 116 183 Totaal transacties in eigendomsbelangen in dochterondernemingen
67 67 111 178
Einde boekjaar 253 15 -24 -114 1.093 1.223 942 176 2.341
Jaarrekening Geconsolideerd overzicht vermogensmutaties
Geconsolideerd overzicht vermogensmutaties
41
5 De vergelijkende cijfers van 2012 zijn aangepast voor de effecten van de nieuwe standaard inzake personeelsbeloningen (IAS 19, herzien 2011). Zie toelichting 20 voor nadere toelichting.
In miljoenen euro's, tenzij anders aangegeven 2012 5
Leden-certificaten
Reserve kasstroom-
afdekkingen
Reserve valuta-
omreken-verschillen
Algemene reserve 1
Eigen vermogen 2
Minderheids-belangen
gehouden door leden 3
Minderheids-belangen
gehouden door derden 4 Totaal
Begin boekjaar 293 -10 -48 1.026 1.261 710 223 2.194
Overzicht totaalresultaat voor de periode:
• winst boekjaar 11 162 173 30 75 278
• resultaten direct verwerkt in het eigen vermogen -8 6 -190 -192 -192
Totaalresultaat voor de periode 11 -8 6 -28 -19 30 75 86
Transacties met leden van de coöperatie en minderheidsbelangen:
• uitbetaald dividend aan minderheidsbelangen -66 -66
• uitbetaalde vergoeding aan houders van perpetuele obligaties 2 2 -9 -7
• uitbetaalde vergoeding aan houders van ledencertificaten en ledenobligaties -13 8 -5 -31 -36
• uitgifte ledenobligaties-vast 84 84
• conversie ledencertificaten in ledenobligaties-vast -21 -21 21
• overig -1 -1 -1
Totaal transacties met leden van de coöperatie en minderheidsbelangen -34 9 -25 74 -75 -26
Transacties in eigendomsbelangen in dochterondernemingen:
• transacties met houders van minderheidsbelangen 4 4
Totaal transacties in eigendomsbelangen in dochterondernemingen 4 4
Einde boekjaar 270 -18 -42 1.007 1.217 814 227 2.258
Jaarrekening Geconsolideerd overzicht vermogensmutaties
42
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Algemeen
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is statutair
gevestigd in Amersfoort, Nederland. Het adres is:
Stationsplein 4, 3818 LE Amersfoort. In de geconsolideerde
jaarrekening voor het jaar geëindigd op 31 december 2013
zijn opgenomen Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
(coöperatie) en haar dochterondernemingen (tezamen
FrieslandCampina genoemd).
De coöperatie wordt gevormd door 19.244 leden-
melkveehouders in Nederland, Duitsland en België. De
leden-melkveehouders zijn de gezamenlijke eigenaren van
de coöperatie.
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A heeft het doel in
stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien krachtens
overeenkomsten gesloten met hen in het bedrijf van
Koninklijke FrieslandCampina N.V. dat zij te dien einde te
hunnen behoeve uitoefent of doet uitoefenen.
FrieslandCampina verwerkt ruim 10,5 miljard kilogram
melk per jaar. De melk wordt verwerkt tot een rijk
gevarieerd assortiment zuivelproducten met waardevolle
voedingsstoffen voor consumenten. In de professionele
markt is FrieslandCampina een belangrijke producent
en leverancier van zuivelproducten aan bakkerijen,
horecabedrijven en fastfoodketens. Daarnaast is
FrieslandCampina producent en leverancier van
hoogwaardige ingrediënten aan producenten van
voedingsmiddelen en farmaceutica.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in
overeenstemming met het continuïteitsbeginsel.
Basis voor presentatie
Overeenstemmingsverklaring
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in
overeenstemming met International Financial Reporting
Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese
Unie en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende
Burgerlijk Wetboek (BW), voor zover van toepassing.
Voor de presentatie van de enkelvoudige winst-en-
verliesrekening is gebruik gemaakt van artikel 402, Titel 9
Boek 2 BW.
De jaarrekening van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina
U.A. per 31 december 2013 wordt na ondertekening door
het bestuur op 8 april 2014 door het bestuur vrijgegeven
voor publicatie op 30 april 2014. Op 30 april 2014 zal de
jaarrekening ter vaststelling worden voorgelegd aan de
ledenraad van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
Waarderingsbasis
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van
historische kosten, met uitzondering van de volgende van
materieel belang zijnde balansposten:
• financiële instrumenten, anders dan derivaten,
gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening;
• derivaten gewaardeerd tegen reële waarde;
• de/het uit hoofde van de toegezegd-pensioenregeling
opgenomen nettopensioenverplichting (actief),
gewaardeerd tegen reële waarde van de
fondsbeleggingen, verminderd met de contante waarde
van de toegezegde pensioenrechten en beperkt conform
toelichting 20.
Functionele valuta en presentatievaluta
De geconsolideerde jaarrekening luidt in euro’s. Dit is
tevens de functionele valuta van FrieslandCampina. Alle
financiële informatie die in euro's wordt gepresenteerd
is afgerond op het meest nabije miljoen, tenzij anders
aangegeven.
Gebruik van schattingen en aannames
De opstelling van de geconsolideerde jaarrekening in
overeenstemming met IFRS vereist dat het bestuur
oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt
die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en
gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en
van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen
afwijken van deze schattingen.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen
worden voortdurend beoordeeld. Bij het vormen van
deze beoordelingen en het maken van de genoemde
inschattingen is mede gebruikgemaakt van opinies en
adviezen van (externe) ter zake deskundigen. Herzieningen
van schattingen worden opgenomen in de periode waarin
de schattingen worden herzien en in toekomstige perioden
waarvoor de herziening gevolgen heeft. De schattingen en
aannames die als meest kritisch worden aangemerkt zijn:
• bijzondere waardeverminderingen (zie toelichting 11
en 12);
• gebruiksduur van grond, gebouwen en installaties en
immateriële activa (zie toelichting 3, 11 en 12);
• benutting van fiscale verliezen en onzekere fiscale
posities (zie toelichting 21);
• waardering van de verplichting uit hoofde van toegezegd-
pensioenregelingen (zie toelichting 20);
• belangrijke veronderstellingen gebruikt voor
kasstroomprognoses op contante waarde (zie toelichting
12, 23 en 30);
• voorzieningen en niet in de balans opgenomen
verplichtingen (zie toelichting 22 en 27).
Voor een nader inzicht in de verwerking van de daarbij
genoemde posten in de jaarrekening wordt verwezen naar
de toelichtingen in de jaarrekening.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
In miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
43Wijzigingen in grondslagen voor financiële verslaggeving
Nieuwe en herziene voorgeschreven standaarden zoals
toegepast door FrieslandCampina
De volgende nieuwe en herziene voorgeschreven
standaarden zijn, met ingang van 1 januari 2013, voor het
eerst verplicht:
• IAS 1 Toelichting van posten van het totaalresultaat –
Wijzigingen van IAS 1
• IAS 19 (herzien 2011) Personeelsbeloningen
• IFRS 13 Reële waarde waardering
Verschillende andere nieuwe standaarden en wijzigingen
zijn voor het eerst van toepassing in 2013. Ze hebben echter
geen effect op de geconsolideerde jaarrekening
van FrieslandCampina.
IAS 1 Toelichting van posten van het totaalresultaat –
Wijzigingen van IAS 1
De wijziging van IAS 1 heeft een nadere groepering
van posten in het geconsolideerd overzicht van het
totaalresultaat tot gevolg. Posten die in de toekomst
(opnieuw) kunnen worden toegerekend aan de winst-en-
verliesrekening (bijvoorbeeld valuta-omrekenverschillen
bij het omrekenen van buitenlandse bedrijfsactiviteiten en/
of mutaties in kasstroomafdekkingen) moeten nu apart
worden gepresenteerd ten opzichte van posten die nooit
zullen worden toegerekend (bijvoorbeeld herwaardering
van de nettopensioenverplichting (actief)). De wijziging
heeft alleen gevolgen voor de presentatie en niet voor de
financiële positie of prestaties van FrieslandCampina.
IAS 19 Personeelsbeloningen (herzien 2011)
IAS 19 bevat een aantal wijzigingen met betrekking tot
de verantwoording van toegezegd-pensioenregelingen,
inclusief actuariële winsten en verliezen die nu worden
opgenomen in het geconsolideerd overzicht van het
totaalresultaat en definitief worden uitgesloten van
de winst-en-verliesrekening; verwachte opbrengst
beleggingen wordt nu niet meer opgenomen in de winst-
en-verliesrekening, in plaats daarvan moet rente op de
nettoverplichting (actief) uit hoofde van toegezegde
pensioenaanspraken worden opgenomen in de winst-en-
verliesrekening, berekend op grond van de discontovoet
die wordt gebruikt om de verplichting uit hoofde van
toegezegde pensioenaanspraken te waarderen; nog niet in
aanmerking genomen kosten inzake verstreken dienstjaren
worden nu opgenomen in de winst-en-verliesrekening op
het moment dat de wijziging zich voordoet of wanneer
de bijbehorende kosten van reorganisatie of beëindiging
worden opgenomen. Andere wijzigingen betreffen
onder meer nieuwe toelichtingen zoals kwantitatieve
gevoeligheidsanalyses.
De vergelijkende cijfers van 2012 zijn aangepast voor de
effecten van deze nieuwe standaard. In toelichting 20 wordt
het effect van de wijzigingen uiteengezet.
IFRS 13 Reële waarde waardering
IFRS 13 geeft één enkele richtlijn in het kader van IFRS
voor alle reële waarde waarderingen. IFRS 13 wijzigt niet
wanneer een entiteit gebruik moet maken van reële waarde,
maar geeft een richtlijn over hoe reële waarde waardering
moet worden toegepast op de plaatsen waar het al vereist
of toegestaan is in andere standaarden. De toepassing
van IFRS 13 heeft geen inhoudelijke gevolgen gehad voor
reële waarde waarderingen die door FrieslandCampina zijn
uitgevoerd.
IFRS 13 geeft ook specifieke voorschriften voor de toelichting
van reële waarde in de jaarrekening; enkele daarvan
vervangen bestaande voorschriften voor toelichting
in andere standaarden, waaronder IFRS 7 Financiële
instrumenten: informatieverschaffing. Voor financiële
instrumenten schrijft IFRS 13 voor dat bepaalde specifieke
informatie moet worden verschaft, hetgeen gevolgen heeft
voor de jaarrekening. FrieslandCampina verstrekt deze
informatie in de paragraaf financiële instrumenten.
Nieuwe en herziene voorgeschreven standaarden,
wijzigingen en interpretaties die nog niet van kracht
zijn voor het financiële jaar vanaf 1 januari 2013 en niet
vroegtijdig zijn ingevoerd
De volgende nieuwe standaarden, wijzigingen op
standaarden en interpretaties, die van kracht worden voor
boekjaren beginnend na 1 januari 2013, zijn niet toegepast
op deze geconsolideerde jaarrekening:
IFRS 9 Financiële instrumenten
IFRS 9 zal op zijn vroegst vanaf 2015 van kracht
worden voor de geconsolideerde jaarrekening van
FrieslandCampina en kan aanleiding zijn tot het wijzigen
van de classificatie en waardering van financiële activa.
FrieslandCampina zal deze standaard niet vervroegd
toepassen en heeft de omvang van het te verwachten effect
nog niet bepaald. Deze standaard is nog niet door de EU
goedgekeurd.
IFRS 10 Geconsolideerde jaarrekening
IFRS 10 vervangt de consolidatie vereisten in SIC 12 en
IAS 27. IFRS 10 verandert de definitie van zeggenschap
zodat voor alle entiteiten dezelfde criteria gebruikt worden
om vast te stellen of er sprake is van zeggenschap. De
nieuwe definitie van zeggenschap focust op de eis om
zowel macht als variabele opbrengsten te hebben voordat
sprake is van zeggenschap. De nieuwe standaard bevat ook
richtlijnen om vast te stellen of sprake is van zeggenschap
in de situatie dat een onderneming minder dan de helft
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
44van de stemrechten in een andere onderneming heeft en
voor agent/principaal relaties. Deze nieuwe standaard is
goedgekeurd door de EU en zal van kracht worden vanaf 1
januari 2014. FrieslandCampina heeft de impact van deze
nieuwe standaard geëvalueerd en het is niet de verwachting
dat deze nieuwe standaard materieel effect zal hebben op
de geconsolideerde jaarrekening van FrieslandCampina.
IFRS 11 Gezamenlijke overeenkomsten
Onder deze nieuwe standaard ligt de focus meer op
de rechten en verplichtingen van de partijen van een
gezamenlijke overeenkomst dan op de juridische vorm.
Er zijn twee typen gezamenlijke overeenkomsten: joint
operations en joint ventures. Onder IFRS 11 worden
belangen in joint operations verantwoord op basis van
de belangen in de activa en passiva en belangen in joint
ventures op basis van de vermogensmutatiemethode.
Deze nieuwe standaard is goedgekeurd door de EU en
zal van kracht worden vanaf 1 januari 2014. Momenteel
wordt beoordeeld of de gezamenlijke overeenkomsten van
FrieslandCampina joint operations of joint ventures zijn
onder de nieuwe standaard. Afhankelijk van de uitkomsten
hiervan zijn mogelijk veranderingen in de verantwoording
van deze gezamenlijke overeenkomsten nodig, omdat op
dit moment alle gezamenlijke overeenkomsten op basis van
de vermogensmutatiemethode worden verantwoord. Het is
de verwachting dat deze nieuwe standaard geen materieel
effect zal hebben op de geconsolideerde jaarrekening van
FrieslandCampina.
IFRS 12 Toelichting op belangen in andere entiteiten
IFRS 12 wordt met ingang van 1 januari 2014 van kracht;
deze nieuwe standaard bevat alle toelichtingsvereisten die
eerder waren opgenomen in IAS 27, IAS 31 en IAS 28 en een
aantal nieuwe toelichtingsvereisten. Deze nieuwe standaard
zal alleen invloed hebben op de toelichting met betrekking
tot belangen in dochterondernemingen, joint ventures en
geassocieerde deelnemingen.
Het is de verwachting dat deze nieuwe standaard geen
materieel effect zal hebben op de geconsolideerde
jaarrekening van FrieslandCampina.
IFRS 10, IFRS 11 en IFRS 12 Overgangsregeling –
Wijzigingen van IFRS 10, 11 en 12
Deze wijziging geeft additionele richtlijnen voor de
wijzigingen in IFRS 10, IFRS 11 en IFRS 12, waardoor alleen
nog aangepaste vergelijkende informatie verschaft dient
te worden over de laatst voorafgaande periode. Daarnaast
mogen verschillen in boekwaarde als gevolg van de
invoering van IFRS 10 direct in het eigen vermogen worden
verwerkt. Deze overgangsregeling is van toepassing per
2014 en FrieslandCampina verwacht geen materiele impact
als gevolg van deze overgangsregeling.
IAS 39 Vernieuwing van derivaten en continuering van
hedge accounting (Aanpassing IAS 39)
Deze aanpassing aan IAS 39 staat bedrijven, in bepaalde
omstandigheden, toe een afdekkingsrelatie te continueren,
terwijl het onderliggende contract wordt vernieuwd. Dit
kan het geval zijn, wanneer een vernieuwing noodzakelijk
is om met een centrale tegenpartij te vereffenen als het
gevolg van wet- of regelgeving. De aanpassing van IAS 39
is het gevolg van veranderingen in wet- en regelgeving in
veel jurisdicties dat tot een groot aantal vernieuwingen
van afdekkingsinstrumenten zou leiden. Deze aanpassing is
effectief vanaf 2014 en zal naar verwachting geen materiele
impact hebben op de geconsolideerde jaarrekening van
FrieslandCampina.
FrieslandCampina evalueert momenteel de potentiële
impact van overige nieuwe standaarden, wijzigingen op
standaarden en interpretaties die op of na 1 januari 2014
effectief zullen zijn en die niet vervroegd worden toegepast
door FrieslandCampina. Geen van deze standaarden
heeft naar verwachting een materieel effect op de
geconsolideerde jaarrekening van FrieslandCampina.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggevingDe hierna uiteengezette grondslagen voor financiële
verslaggeving zijn consistent toegepast voor alle
gepresenteerde perioden in deze geconsolideerde
jaarrekening en zijn tevens consistent toegepast door alle
entiteiten van FrieslandCampina.
ConsolidatiegrondslagenBedrijfscombinaties
Bedrijfscombinaties worden verwerkt op basis van de
overnamemethode per de overnamedatum, dat wil
zeggen de datum waarop de zeggenschap overgaat naar
FrieslandCampina. Er is sprake van zeggenschap als
FrieslandCampina de mogelijkheid heeft om het financiële
en operationele beleid van een entiteit te bepalen teneinde
voordelen te verkrijgen uit haar activiteiten. Bij beoordeling
van de zeggenschap houdt FrieslandCampina rekening met
potentiële stemrechten die op dat moment uitoefenbaar zijn.
FrieslandCampina waardeert de goodwill op de
overnamedatum als:
• de reële waarde van de overgedragen vergoeding;
vermeerderd met
• het opgenomen bedrag van eventuele
minderheidsbelangen in de overgenomen partij;
vermeerderd met
• indien de bedrijfscombinatie in fasen plaatsvindt, de reële
waarde van het voorafgaande belang in de overgenomen
partij; verminderd met
• het opgenomen nettobedrag (over het algemeen de reële
waarde) van de identificeerbare verworven activa en
aangegane verplichtingen.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
45Indien het verschil negatief is, wordt onmiddellijk
een boekwinst uit een voordelige koop in de winst-
en-verliesrekening opgenomen. In de overgedragen
vergoeding is geen bedrag begrepen voor de afwikkeling
van bestaande relaties. Een dergelijk bedrag wordt in het
algemeen in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
Door FrieslandCampina gemaakte transactiekosten in
verband met een bedrijfscombinatie, niet zijnde kosten in
verband met de uitgifte van aandelen of obligaties, worden
opgenomen in de winst-en-verliesrekening wanneer zij
worden gemaakt.
De reële waarde van een voorwaardelijke verplichting
wordt op de overnamedatum opgenomen. Indien die
voorwaardelijke verplichting wordt geclassificeerd als eigen
vermogen, vindt geen latere herwaardering plaats en wordt
de afwikkeling verantwoord binnen het eigen vermogen. In
andere gevallen worden wijzigingen na eerste opname in de
winst-en-verliesrekening opgenomen.
Waarde-aanpassingen van verplichtingen inzake put-opties
die betrekking hebben op acquisities voor de invoering van
IFRS 3 in 2010, worden verwerkt in goodwill.
Bij iedere bedrijfscombinatie kiest FrieslandCampina een
methode om het minderheidsbelang te waarderen: ofwel op
basis van reële waarde of op basis van het evenredige deel
van de identificeerbare verworven activa en aangegane
verplichtingen van de overgenomen partij, die in het
algemeen zijn gewaardeerd tegen reële waarde.
Verwerving van minderheidsbelangen
Veranderingen in FrieslandCampina’s belang in een
minderheidsbelang die niet resulteren in een verlies
van zeggenschap, worden verantwoord als transacties
met eigenaars in hun hoedanigheid van eigenaars. De
aanpassingen van de minderheidsbelangen uit hoofde
van transacties waarbij geen sprake is van verlies van
zeggenschap zijn gebaseerd op een evenredig bedrag
van de netto-activa van de dochteronderneming. Er
worden geen aanpassingen gemaakt aan de goodwill en
er wordt geen winst of verlies verantwoord in de winst-en-
verliesrekening.
Dochterondernemingen
Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover
FrieslandCampina zeggenschap heeft. De financiële
gegevens van dochterondernemingen zijn in de
geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum
waarop voor het eerst sprake is van zeggenschap tot aan
het moment waarop deze eindigt.
Verlies van zeggenschap
Bij verlies van zeggenschap worden de activa
en verplichtingen van de dochteronderneming,
eventuele minderheidsbelangen en overige
met de dochteronderneming samenhangende
vermogenscomponenten niet langer in de balans
verantwoord. Het eventuele overschot of tekort dat
ontstaat bij het verlies van de zeggenschap wordt
opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Indien
FrieslandCampina een belang houdt in de voormalige
dochteronderneming, wordt dat belang verantwoord tegen
de reële waarde per de datum dat niet langer sprake was
van zeggenschap. Vervolgens wordt dit belang verantwoord
als een geassocieerde deelneming (verwerkt volgens de
vermogensmutatiemethode) of als een financieel actief
beschikbaar voor verkoop, afhankelijk van de mate van
behouden invloed.
Geassocieerde deelnemingen en joint ventures
Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin
FrieslandCampina invloed van betekenis heeft op het
financiële en operationele beleid, maar waarover zij
geen zeggenschap heeft. Invloed van betekenis wordt
verondersteld te bestaan wanneer FrieslandCampina
tussen 20% en 50% van de stemrechten van een
andere entiteit in bezit heeft. Bij entiteiten waarover
gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend is die
zeggenschap vastgelegd in een contractuele overeenkomst
en is unanieme instemming vereist voor strategische
beslissingen over het financiële en operationele beleid.
Geassocieerde deelnemingen en joint ventures worden
verantwoord op basis van de vermogensmutatiemethode en
worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs.
In die kostprijs van de investering zijn de transactiekosten
inbegrepen.
De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel
van FrieslandCampina in de resultaten en in de niet-
gerealiseerde resultaten (verwerkt via het geconsolideerd
overzicht van het totaalresultaat), na correctie van de
grondslagen in overeenstemming met FrieslandCampina,
vanaf de datum waarop FrieslandCampina voor het eerst
invloed van betekenis heeft, tot aan de datum waarop voor
het laatst sprake is van invloed van betekenis.
Wanneer het aandeel van FrieslandCampina in de
verliezen groter is dan de waarde van het belang
in een geassocieerde deelneming of joint venture,
wordt de boekwaarde van het belang, inclusief
eventuele langetermijninvesteringen, in de balans van
FrieslandCampina afgeboekt tot nihil en worden verdere
verliezen niet meer in aanmerking genomen behalve voor
zover FrieslandCampina een verplichting is aangegaan
of betalingen heeft verricht namens een volgens de
vermogensmutatiemethode verwerkte investering.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
46Eliminatie intercompany-transacties
Intercompany-saldi en intercompany-transacties
binnen FrieslandCampina en niet-gerealiseerde winsten
en verliezen die voortkomen uit transacties binnen
FrieslandCampina, worden geëlimineerd bij de opstelling
van de geconsolideerde jaarrekening. Niet-gerealiseerde
winsten uit transacties met geassocieerde deelnemingen
en joint ventures worden geëlimineerd tot de mate van
FrieslandCampina's belang in de entiteit. Niet-gerealiseerde
verliezen worden op dezelfde manier geëlimineerd als de
niet-gerealiseerde winsten, maar alleen voor zover er geen
aanwijzing is voor een bijzondere waardevermindering.
Op pagina 96 is een lijst opgenomen met de belangrijkste
dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde
deelnemingen.
Vreemde valutaTransacties in vreemde valuta
Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden
omgerekend tegen de koers per balansdatum. Transacties
in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per
transactiedatum.
Niet-monetaire posten die worden gewaardeerd tegen
historische kostprijs en die luiden in een vreemde valuta,
worden omgerekend tegen de koers geldend op de datum
van de oorspronkelijke transacties. Niet-monetaire posten
die worden gewaardeerd tegen de reële waarde en die luiden
in een vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers
geldend op de datum waarop de reële waarde is bepaald.
De bij omrekening optredende valutakoersverschillen
worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen, met
uitzondering van de volgende verschillen als gevolg van de
omrekening van:
• voor verkoop beschikbare eigenvermogensinstrumenten
(behalve bij bijzondere waardevermindering, in welk
geval de in het geconsolideerd overzicht van het
totaalresultaat opgenomen valutakoersverschillen
worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening);
• een financiële verplichting die wordt aangemerkt als een
netto-investering in een buitenlandse activiteit;
• kwalificerende kasstroomafdekkingen, voor zover de
afdekking effectief is.
Deze verschillen worden via het geconsolideerd overzicht
van het totaalresultaat verwerkt in het eigen vermogen.
Buitenlandse bedrijfsactiviteiten
De activa en verplichtingen van buitenlandse
dochterondernemingen worden in euro’s omgerekend
tegen de koers per balansdatum. De opbrengsten en
kosten worden in euro’s omgerekend tegen de wisselkoers
op de transactiedatum. Valuta-omrekenverschillen
worden opgenomen in het geconsolideerd overzicht van
het totaalresultaat en verwerkt in de reserve valuta-
omrekeningsverschillen in het eigen vermogen. Betreft de
activiteit echter een niet volledige dochtermaatschappij,
dan wordt het betreffende evenredige aandeel van
het valutaomrekenverschil toegerekend aan de
minderheidsbelangen.
Indien een buitenlandse activiteit wordt verkocht in die
zin dat FrieslandCampina de zeggenschap, invloed van
betekenis dan wel gezamenlijke zeggenschap verliest,
wordt het in verband met deze buitenlandse activiteit
cumulatief opgebouwde bedrag overgeboekt naar de
winst-en-verliesrekening als onderdeel van de winst of het
verlies bij de verkoop. Wanneer FrieslandCampina slechts
een deel van zijn belang in een dochteronderneming die
een buitenlandse activiteit omvat, verkoopt met behoud
van zeggenschap, wordt het evenredige aandeel van het
cumulatieve bedrag toegerekend aan minderheidsbelangen.
Wanneer FrieslandCampina slechts een deel van zijn
investering in een geassocieerde deelneming of joint
venture die een buitenlandse activiteit omvat, verkoopt en
invloed van betekenis of gezamenlijk zeggenschap behoudt,
wordt het evenredige aandeel van het cumulatieve bedrag
overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening.
Wanneer de afwikkeling van een monetaire vordering op of
schuld aan een buitenlandse activiteit gepland noch in de
nabije toekomst waarschijnlijk is, worden winsten en verliezen
in vreemde valuta, die voortvloeien uit deze post, beschouwd
als onderdeel van een netto-investering in de buitenlandse
activiteiten en worden deze opgenomen in het geconsolideerd
overzicht van het totaalresultaat, en verwerkt in de reserve
valuta-omrekenverschillen in het eigen vermogen.
Afdekking van netto-investering in buitenlandse activiteiten
FrieslandCampina past hedge accounting toe op de valuta-
omrekenverschillen die ontstaan bij omrekening van de
functionele valuta van de buitenlandse activiteit naar de
functionele valuta van FrieslandCampina (de euro), ongeacht
of de netto-investering rechtstreeks wordt gehouden of via
een tussenholding.
Valutakoersverschillen die optreden bij de omrekening
van een financiële verplichting die wordt aangemerkt als
afdekking van een netto-investering in een buitenlandse
activiteit worden opgenomen in het geconsolideerd overzicht
van het totaalresultaat voor zover de afdekking effectief is
en het effectieve deel wordt verwerkt in de reserve valuta-
omrekenverschillen in het eigen vermogen. Het niet-effectieve
deel wordt als resultaat in de winst-en-verliesrekening
opgenomen. Wanneer de afgedekte netto-investering wordt
verkocht, wordt het op deze netto-investering betrekking
hebbende deel van de reserve valuta-omrekenverschillen
overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening als onderdeel
van de winst of het verlies op de verkoop.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
47Bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening zijn
de volgende wisselkoersen gehanteerd:
2013
Ultimo Gemiddeld
Amerikaanse dollar 1,37 1,33
Singapore dollar 1,74 1,66
Hong Kong dollar 10,67 10,30
Indonesische rupiah (per 10.000) 1,68 1,38
Maleisische ringgit 4,51 4,20
Nigeriaanse naira (per 100) 2,20 2,12
Vietnamese dong (per 10.000) 2,90 2,79
Chinese yuan 8,32 8,16
Filippijnse peso 61,02 56,44
Thaise baht 45,09 40,88
Russische roebel 45,22 42,41
2012
Ultimo Gemiddeld
Amerikaanse dollar 1,32 1,29
Singapore dollar 1,61 1,61
Hong Kong dollar 10,22 10,00
Indonesische rupiah (per 10.000) 1,29 1,21
Maleisische ringgit 4,04 3,97
Nigeriaanse naira (per 100) 2,06 2,05
Vietnamese dong (per 10.000) 2,75 2,69
Chinese yuan 8,22 8,13
Filippijnse peso 54,19 54,39
Thaise baht 40,36 40,04
Russische roebel 40,33 40,06
Financiële instrumentenFinanciële activa anders dan derivaten
Leningen, vorderingen en deposito’s worden door
FrieslandCampina bij eerste opname verwerkt op de datum
waarop deze ontstaan. Bij alle overige financiële activa
(inclusief activa aangemerkt als gewaardeerd tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen via de
winst-en-verliesrekening) vindt de eerste opname plaats
op transactiedatum. De transactiedatum is de datum
waarop FrieslandCampina zich verbindt aan de contractuele
bepalingen van het instrument.
FrieslandCampina neemt een financieel actief niet langer op
in de balans als de contractuele rechten op de kasstromen uit
het actief aflopen, of als FrieslandCampina de contractuele
rechten op de ontvangst van de kasstromen uit het financieel
actief overdraagt door middel van een transactie waarbij
nagenoeg alle aan het eigendom van dit actief verbonden
risico's en voordelen worden overgedragen.
Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en
het resulterende nettobedrag wordt uitsluitend in de balans
gepresenteerd indien FrieslandCampina een wettelijk
afdwingbaar recht op deze saldering heeft en indien zij
voornemens is om te salderen op nettobasis dan wel het
actief en de verplichting gelijktijdig te realiseren.
FrieslandCampina classificeert financiële activa, anders
dan derivaten, in de volgende categorieën: financiële activa
gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, tot
einde looptijd aangehouden financiële activa, leningen en
vorderingen en voor verkoop beschikbare financiële activa.
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-
verliesrekening
Een financieel actief wordt geclassificeerd als
gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening indien
het als zodanig is aangemerkt bij de eerste opname of
indien het financieel actief geherclassificeerd wordt als een
voor handelsdoeleinden aangehouden financieel actief.
Toerekenbare transactiekosten worden als last opgenomen
in de winst-en-verliesrekening wanneer zij worden gemaakt.
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-
verliesrekening worden gewaardeerd tegen reële waarde
en eventuele wijzigingen in die reële waarde worden
opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Leningen en vorderingen
Leningen en vorderingen zijn financiële instrumenten met
vaste of bepaalbare betalingen, die niet op een actieve
markt zijn genoteerd. Dergelijke activa worden bij de eerste
opname gewaardeerd tegen reële waarde plus eventuele
direct toerekenbare transactiekosten. Na eerste opname,
worden de leningen en vorderingen gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve
rentemethode, verminderd met eventuele bijzondere
waardeverminderingen.
Leningen en vorderingen bestaan uit liquide middelen en
handels- en overige vorderingen.
Voor verkoop beschikbare financiële activa
Deze activa worden bij eerste opname gewaardeerd
tegen reële waarde plus eventuele direct toerekenbare
transactiekosten. Na eerste opname worden voor verkoop
beschikbare financiële activa gewaardeerd tegen reële
waarde; eventuele wijzigingen daarin, anders dan bijzondere
waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in
het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat en
geaccumuleerd in de reële-waardereserve. Eventuele
dividenden worden in de winst-en-verliesrekening
verwerkt als financieringsbate. Als deze activa niet langer
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
48worden opgenomen, worden de in het eigen vermogen
geaccumuleerde winsten en verliezen overgeboekt naar de
winst-en-verliesrekening.
Liquide middelen
De liquide middelen hebben betrekking op kasgeld,
banksaldi en kortlopende deposito’s met een
oorspronkelijke looptijd van drie maanden of minder vanaf
de verwervingsdatum.
Financiële verplichtingen anders dan derivaten
De eerste opname van uitgegeven obligaties en
achtergestelde leningen door FrieslandCampina vindt
plaats op de datum waarop deze verplichtingen ontstaan.
Bij alle overige financiële verplichtingen (inclusief
verplichtingen die zijn aangemerkt als gewaardeerd tegen
reële waarde met verwerking van waardeveranderingen
in de winst-en-verliesrekening) vindt de eerste opname
plaats op transactiedatum. De transactiedatum is de datum
waarop FrieslandCampina zich verbindt aan de contractuele
bepalingen van het instrument.
FrieslandCampina neemt een financiële verplichting niet
langer op in de balans zodra aan de prestatie ingevolge de
verplichting is voldaan, deze is opgeheven of is verlopen.
FrieslandCampina classificeert de financiële verplichtingen
anders dan derivaten onder de categorie overige financiële
verplichtingen. Dergelijke financiële verplichtingen worden
bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde
minus eventuele direct toerekenbare transactiekosten.
Na eerste opname worden deze financiële verplichtingen
gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs volgens de
effectieve rentemethode. Overige financiële verplichtingen
bestaan uit leningen en overige financieringsverplichtingen,
rekening courant banken, handelscrediteuren en overige te
betalen posten.
Eigen vermogen
Ledencertificaten
Ledencertificaten zijn aangemerkt als eigen vermogen.
Kosten die direct zijn toe te rekenen aan de uitbreiding van
de ledencertificaten worden in mindering gebracht van het
eigen vermogen, na aftrek van belastingen.
Overige financiële instrumenten
Overige financiële instrumenten worden als eigen
vermogen geclassificeerd als de instrumenten
geen vervaldatum hebben en de rentebetaling door
FrieslandCampina kan worden uitgesteld.
Dividenden
Dividenden worden als verplichting verantwoord in de
periode waarin ze zijn gedeclareerd.
Derivaten (inclusief derivaten met toepassing van hedge
accounting)
FrieslandCampina maakt gebruik van derivaten om de
valutarisico's en renterisico’s af te dekken.
Derivaten worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen
reële waarde; toerekenbare transactiekosten worden als
last in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer zij
worden gemaakt. Na de eerste opname worden derivaten
tegen reële waarde gewaardeerd en eventuele wijzigingen
worden op de hierna beschreven manier verantwoord,
afhankelijk of hedge accounting wordt toegepast.
Derivaten met toepassing van hedge accounting
FrieslandCampina past kasstroom hedge accounting toe op
een gedeelte van haar valuta- en rentederivaten.
Bepalen van effectiviteit van de hedge
Op het moment dat het derivaat voor het eerst als
afdekkingsinstrument wordt aangewezen, documenteert
FrieslandCampina de relatie die bestaat tussen
afdekkingsinstrument(en) en afgedekte positie(s),
inclusief haar risicobeheerdoelstellingen en strategie
bij het aangaan van de afdekkingstransactie en het
afdekkingsrisico, alsmede de methoden die worden gebruikt
om de effectiviteit van de afdekkingsrelatie vast te stellen.
Bij het aangaan van de afdekkingsrelatie en daarna per
rapportagedatum beoordeelt FrieslandCampina of de
afdekkingsinstrumenten naar verwachting gedurende
de periode waarvoor de afdekking is aangewezen 'zeer
effectief' zullen zijn in het bereiken van compensatie van
aan de afgedekte positie(s) toe te rekenen veranderingen in
reële waarde of kasstromen en hiermee de daadwerkelijke
resultaten van iedere afdekking binnen een bereik van 80
tot 125 procent vallen. Een kasstroomafdekking van een
verwachte transactie vereist dat het zeer waarschijnlijk is
dat de transactie zal plaatsvinden en deze transactie een
blootstelling zou opleveren aan variabiliteit van kasstromen
die dusdanig is dat deze uiteindelijk van invloed zou kunnen
zijn op de gerapporteerde winst/het gerapporteerde
verlies.
Kasstroomafdekkingen
Wanneer een derivaat wordt aangewezen als afdekking
van de variabiliteit van kasstromen die voortvloeit uit een
bepaald risico dat is verbonden aan een opgenomen actief,
verplichting, of zeer waarschijnlijke, verwachte transactie
die de winst of het verlies zou kunnen beïnvloeden, dan
wordt het effectieve deel van de veranderingen in de reële
waarde van het derivaat opgenomen in het geconsolideerd
overzicht van het totaalresultaat en gepresenteerd in
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
49de reserve inzake kasstroomafdekkingen in het eigen
vermogen. Het eventuele niet-effectieve deel van de
veranderingen in de reële waarde van het derivaat wordt
rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
Wanneer de afgedekte positie een niet-financieel actief is,
wordt het in het eigen vermogen opgenomen bedrag in de
boekwaarde van de activa meegenomen wanneer de activa
worden verantwoord. In andere gevallen wordt het bedrag
dat is opgebouwd in het eigen vermogen overgeboekt naar
de winst-en-verliesrekening in dezelfde periode waarin de
afgedekte positie de winst-en-verliesrekening beïnvloedt.
Indien een afdekkinginstrument dat niet langer voldoet aan
de criteria voor 'hedge accounting' afloopt, wordt verkocht,
beëindigd of uitgeoefend, dan wordt hedge accounting
vanaf de laatste effectieve toetsingsdatum beëindigd. Als
de verwachte transactie niet langer waarschijnlijk is, wordt
het saldo in het eigen vermogen overgeboekt naar de winst-
en-verliesrekening.
Overige niet-handelsderivaten
Indien voor een derivaat geen hedge accounting wordt
toegepast, worden alle veranderingen in de reële waarde
rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
Grond, gebouwen en installaties Opname en waardering
Grond, gebouwen en installaties worden gewaardeerd tegen
kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en
cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. In
de kostprijs zijn de kosten begrepen die direct toerekenbaar
zijn aan de verwerving van het actief. De kostprijs van zelf
vervaardigde activa omvat:
• materiaalkosten en directe arbeidskosten;
• eventuele andere kosten die rechtstreeks toerekenbaar
zijn aan het gebruiksklaar maken van het actief;
• een schatting van de ontmantelingskosten en
verwijdering van activa wanneer FrieslandCampina een
verplichting heeft om zich van de activa te ontdoen;
• geactiveerde financieringskosten.
Onder de grond, gebouwen en installaties zijn mede
opgenomen activa waarvan op basis van financiële
leaseovereenkomsten het economische eigendom is
verworven. Geleasede activa worden vanaf het moment
van de aanvang van de lease gewaardeerd tegen de reële
waarde of indien lager tegen de contante waarde van
de minimale leaseverplichtingen. Na de eerste opname
geschiedt de verwerking in overeenstemming met de van
toepassing zijnde grondslagen.
Wanneer grond, gebouwen en installaties bestaan uit
onderdelen met een verschillende gebruiksduur, worden
deze als afzonderlijke posten (componenten) onder de
grond, gebouwen en installaties verantwoord. Winst of
verlies uit de verkoop van een materieel vast actief wordt
vastgesteld aan de hand van een vergelijking van de
verkoopopbrengsten met de boekwaarde van de grond,
gebouwen en installaties en wordt verantwoord in de winst-
en-verliesrekening.
Kosten na eerste opname
Latere uitgaven worden enkel geactiveerd als het
waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen
die aan de uitgaven verbonden zijn naar FrieslandCampina
zullen vloeien. De kosten van reparaties en onderhouden
worden opgenomen als zij worden gemaakt.
Afschrijvingen
Afschrijvingen op gebouwen en installaties worden ten
laste van de winst-en-verliesrekening gebracht volgens de
lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur
van iedere component van een materieel vast actief. Tenzij
het redelijkerwijs zeker is dat FrieslandCampina geleasede
activa aan het einde van de leasetermijn in eigendom zal
nemen, worden deze afgeschreven over de termijn van
de leaseovereenkomst of de gebruiksduur, afhankelijk
van welke korter is. Gebouwen en installaties worden
afgeschreven vanaf de datum waarop ze geïnstalleerd en
klaar voor gebruik zijn.
De geschatte gebruiksduur voor de huidige periodes is als
volgt voor de belangrijkste grond, gebouwen en installaties:
Grond niet afgeschreven
Gebouwen 10-25 jaar
Machines en installaties 5-33 jaar
Overige operationele activa 3-20 jaar
Afschrijvingsmethoden, gebruiksduur en restwaarde
worden op het einde van ieder boekjaar opnieuw
geëvalueerd en, indien noodzakelijk aangepast.
Immateriële activa en goodwillGoodwill
Goodwill die ontstaat bij de acquisitie van
dochterondernemingen wordt verantwoord als
een immaterieel actief. Zie de grondslagen voor
consolidatie voor de waardering van goodwill tijdens
de eerste opname. Goodwill wordt gewaardeerd tegen
kostprijs verminderd met cumulatieve bijzondere
waardeverminderingsverliezen. Met betrekking tot niet-
geconsolideerde deelnemingen wordt de boekwaarde
van goodwill opgenomen in de boekwaarde van de joint
venture of geassocieerde deelneming en een eventueel
bijzonder waardeverminderingsverlies wordt toegerekend
aan de boekwaarde van de joint venture of geassocieerde
deelneming als geheel.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
50Onderzoek en ontwikkeling
Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten die worden verricht
met het vooruitzicht nieuwe wetenschappelijke of
technische kennis en inzichten te verwerven, worden als
last in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer
zij worden gedaan. Met ontwikkelingsactiviteiten is een
plan of ontwerp voor de productie van nieuwe of wezenlijk
verbeterde producten en processen gemoeid. Uitgaven
voor ontwikkelingsactiviteiten worden alleen geactiveerd
als de ontwikkelingskosten betrouwbaar kunnen worden
bepaald, het product of proces technisch en commercieel
haalbaar is, de toekomstige economische voordelen
waarschijnlijk zijn en FrieslandCampina van plan is en
over voldoende middelen beschikt om de ontwikkeling te
voltooien en het actief te gebruiken of te verkopen. De
geactiveerde uitgaven omvatten de materiaalkosten, de
directe arbeidskosten en de indirecte kosten die direct
toerekenbaar zijn aan het gebruiksklaar maken van het
actief, alsmede geactiveerde financieringskosten. De
overige ontwikkelingskosten worden als last in de winst-en-
verliesrekening opgenomen wanneer zij worden gemaakt.
De geactiveerde ontwikkelingskosten worden gewaardeerd
tegen kostprijs verminderd met cumulatieve amortisatie en
cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Overige immateriële activa
Overige immateriële activa die worden verworven door
FrieslandCampina en die een beperkte gebruiksduur
hebben, worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd
met cumulatieve amortisatie en cumulatieve bijzondere
waardeverminderingsverliezen.
Kosten na eerste opname
Uitgaven na eerste opname worden uitsluitend geactiveerd
wanneer ze de toekomstige economische voordelen,
voortvloeiend uit het specifieke actief waarop zij betrekking
hebben, vergroten. Alle overige uitgaven, inclusief uitgaven
voor intern gegenereerde goodwill en handelsmerken,
worden als last in de winst-en-verliesrekening opgenomen
wanneer zij worden gedaan.
Amortisatie
Amortisatie geschiedt lineair ten laste van de winst-en-
verliesrekening op basis van de geschatte gebruiksduur van
de immateriële activa, behoudens goodwill, vanaf de datum
dat deze beschikbaar zijn voor gebruik.
De geschatte gebruiksduur voor de huidige en vergelijkende
periode is als volgt:
Handelsmerken en patenten 10-40 jaar
Klantrelaties 5-20 jaar
Software 5 jaar
Investeringen als gevolg
van interne ontwikkeling 5 jaar
Afschrijvingsmethoden, gebruiksduur en restwaarde
worden op elke balansdatum beoordeeld en, indien
noodzakelijk, aangepast.
VoorradenVoorraden worden gewaardeerd tegen de laagste van
kostprijs en de netto-opbrengstwaarde. De kostprijs van de
voorraden is gebaseerd op het first-in first-out principe en
omvat de uitgaven gedaan bij verwerving van de voorraden,
de productie- of conversiekosten en overige kosten die zijn
gemaakt om de voorraden naar de huidige locatie en staat te
brengen. De kostprijs van voorraden gereed product omvat
een redelijk deel van de indirecte kosten, gebaseerd op
normale productiecapaciteit. De netto-opbrengstwaarde is de
geschatte verkoopprijs bij normale gang van zaken verminderd
met de geschatte kosten voor voltooiing en de verkoopkosten.
Bijzondere waardeverminderingenFinanciële activa anders dan derivaten
Een financieel actief dat niet tegen de reële waarde wordt
gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in
de winst-en-verliesrekening wordt op iedere balansdatum
beoordeeld om te bepalen of er objectieve aanwijzingen
zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Een financieel
actief wordt geacht onderhevig te zijn aan een bijzondere
waardevermindering indien er objectieve aanwijzingen zijn
dat na de eerste opname van het actief zich een gebeurtenis
heeft voorgedaan die een negatief effect heeft gehad op
de verwachte toekomstige kasstromen van dat actief en
waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt. Een
objectieve aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering
kan bestaan uit significante betalingsmoeilijkheden voor
een debiteur of groep van debiteuren, aanwijzingen dat een
debiteur mogelijk niet aan zijn betalingsverplichtingen kan
voldoen of mogelijk faillissement aanvraagt, het verdwijnen
van een actieve markt voor een effect of waarneembare data
dat er een meetbare daling is in de verwachte kasstromen van
een groep van financiële activa.
Tegen geamortiseerde kosten gewaardeerde
financiële activa
Aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen van
financiële activa die tegen geamortiseerde kostprijs worden
gewaardeerd worden door FrieslandCampina zowel op
het niveau van specifieke activa als op collectief niveau in
aanmerking genomen. Een bijzondere waardevermindering
met betrekking tot een financieel actief dat tegen
geamortiseerde kostprijs wordt gewaardeerd, wordt
berekend als het verschil tussen de boekwaarde en
de contante waarde van de verwachte toekomstige
kasstromen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke
effectieve rente van het actief. Wanneer een gebeurtenis
na balansdatum leidt tot een verlaging van de bijzondere
waardevermindering, wordt deze verlaging teruggenomen
via de winst-en-verliesrekening.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
51Niet-financiële activa
De boekwaarde van FrieslandCampina's niet-
financiële activa, anders dan voorraden en latente
belastingvorderingen, worden op elke balansdatum
beoordeeld om te bepalen of er aanwijzingen zijn voor
bijzondere waardeverminderingen. Indien dergelijke
aanwijzingen bestaan, wordt een schatting gemaakt
van de realiseerbare waarde van het actief. Van
goodwill en immateriële activa met een onbepaalde
gebruiksduur wordt ieder jaar op dezelfde datum een
schatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Een
bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen
indien de boekwaarde van een actief of van een
kasstroomgenererende eenheid (Cash-Generating Unit;
CGU) waartoe het actief behoort, hoger is dan de geschatte
realiseerbare waarde.
Voor een actief of een kasstroomgenererende eenheid is
de realiseerbare waarde de hoogste van de bedrijfswaarde
of de reële waarde minus verkoopkosten. Bij het bepalen
van de bedrijfswaarde wordt de contante waarde van de
geschatte toekomstige kasstromen berekend met behulp
van een discontovoet vóór belasting die een afspiegeling
is van zowel de actuele markttaxaties van de tijdswaarde
van geld als van de specifieke risico's met betrekking
tot het actief of de kasstroomgenererende eenheid. De
bedrijfswaarde wordt bepaald op basis van het budget, de
meerjarenplannen en vervolgens wordt de coöperatieve
toeslag van Cheese, Butter & Milkpowder toegevoegd.
Voor de toetsing op bijzondere waardeverminderingen
worden activa die niet individueel getoetst kunnen worden
samengevoegd in de kleinste te onderscheiden groep activa
die uit voortgaand gebruik kasstromen genereert die in
grote lijnen onafhankelijk zijn van de inkomende kasstromen
van andere activa of kasstroomgenererende eenheden.
Kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill is
toegerekend voor de toetsing van goodwill op bijzondere
waardevermindering worden dusdanig samengevoegd dat
het niveau waarop op bijzondere waardevermindering wordt
getoetst een afspiegeling is van het laagste niveau waarop
goodwill wordt bewaakt uit hoofde van interne verslaggeving.
De in een bedrijfscombinatie verworven goodwill wordt
toegerekend aan groepen kasstroomgenererende
eenheden die naar verwachting zullen profiteren van de
synergievoordelen van de combinatie.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden
opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Bijzondere
waardeverminderingsverliezen opgenomen met betrekking
tot kasstroomgenererende eenheden worden eerst in
mindering gebracht op de boekwaarde van eventueel aan
de eenheden toegerekende goodwill en vervolgens naar
rato in mindering gebracht op de boekwaarde van de
overige activa van de eenheid.
Een bijzondere waardevermindering op goodwill wordt niet
teruggenomen. Voor andere activa wordt een bijzonder
waardeverminderingsverlies uitsluitend teruggenomen
voor zover de boekwaarde van het actief niet hoger
is dan de boekwaarde, na aftrek van afschrijvingen of
amortisatie, die zou zijn vastgesteld als geen bijzonder
waardeverminderingsverlies was opgenomen.
Vaste activa aangehouden voor verkoop of distributieVaste activa (of groepen activa en verplichtingen die
worden afgestoten) waarvan de boekwaarde naar
verwachting hoofdzakelijk via een verkooptransactie
zal worden gerealiseerd en niet door het voortgezette
gebruik ervan, worden aangemerkt als ‘voor verkoop
of distributie aangehouden’. Direct voorafgaand aan
deze classificatie worden de activa (of de componenten
van een groep activa die wordt afgestoten) opnieuw
gewaardeerd in overeenstemming met de grondslagen
voor de financiële verslaggeving van FrieslandCampina.
Hierna worden de activa (of een groep af te stoten
activa) over het algemeen gewaardeerd op basis van de
boekwaarde, of, indien deze lager is, de reële waarde minus
verkoopkosten. Een bijzonder waardeverminderingsverlies
op een groep af te stoten activa wordt in eerste instantie
toegerekend aan goodwill en vervolgens naar rato
aan de resterende activa en verplichtingen, met dien
verstande dat geen bijzonder waardeverminderingsverlies
wordt toegerekend aan voorraden, financiële activa,
latente belastingvorderingen, personeelsgerelateerde
voorzieningen, die verder in overeenstemming met
de grondslagen van FrieslandCampina gewaardeerd
worden. Bijzondere waardeverminderingsverliezen
die voortvloeien uit de aanvankelijke classificatie als
aangehouden voor verkoop of distributie en winsten of
verliezen uit hernieuwde waardering na eerste opname
worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Indien
de betreffende boekwinst het geaccumuleerd bijzonder
waardeverminderingsverlies overstijgt, wordt dit verschil
niet opgenomen.
Eenmaal aangemerkt als voor verkoop of distributie
aangehouden, worden immateriële en materiële activa niet
geamortiseerd of afgeschreven.
Aanvullend houdt bij investeringen verwerkt volgens de
vermogensmutatiemethode de waardering volgens de
vermogensmutatiemethode op als deze investeringen
eenmaal zijn aangemerkt als voor verkoop of distributie
aangehouden.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
52PersoneelsbeloningenToegezegde-bijdrageregelingen
Een toegezegde-bijdrageregeling is een pensioenregeling
waarbij een entiteit vaste bijdragen afdraagt aan een aparte
entiteit en geen juridische of feitelijke verplichting heeft om
verdere bijdragen te betalen. Verplichtingen voor bijdragen
aan toegezegde-bijdrageregelingen worden opgenomen ten
laste van de winst-en-verliesrekening in de perioden waarin
verwante diensten worden verleend door medewerkers.
Vooruitbetaalde bijdragen worden verantwoord als een
actief in de mate dat een terugbetaling in contanten of een
verlaging van toekomstige betalingen beschikbaar is.
Het deel van de pensioenverplichtingen dat door
FrieslandCampina is ondergebracht bij een
bedrijfstakpensioenfonds in Nederland is te kwalificeren
als een toegezegde-bijdrageregeling.
Toegezegd-pensioenregelingen
Een toegezegd-pensioenregeling is een pensioenregeling
die afwijkt van een toegezegde-bijdrageregeling. De
nettopensioenverplichting (actief) met betrekking tot
toegezegd-pensioenregelingen wordt jaarlijks voor ieder
plan berekend op basis van de verwachte toekomstige
ontwikkelingen ten aanzien van onder meer discontovoet,
salaris- en levensverwachtingen, verminderd met de
reële waarde van de fondsbeleggingen behorend bij de
regeling. De contante waarde van de verplichtingen wordt
actuarieel berekend volgens de ‘projected unit credit’-
methode. De gebruikte discontovoet is het rendement op
de balansdatum van hoogwaardige bedrijfsobligaties met
minimaal een AA-credit rating en met vervaldata gelijk aan
de looptijd van de pensioenverplichtingen.
De netto contante waarde is opgenomen als
pensioenverplichting, dan wel als pensioenactief onder de
financiële vaste activa.
Herwaarderingen van de nettopensioenverplichting
(actief), bestaande uit actuariële winsten en verliezen die
ontstaan als gevolg van veranderingen in de aannames in
de berekeningswijze van de pensioenverplichtingen, het
rendement op fondsbeleggingen (exclusief interest) en het
effect van de maximale uitkering van het pensioenfonds
(indien van toepassing) wordt voor elke individuele regeling
bepaald en direct in het totaalresultaat opgenomen.
Wanneer de berekening van de nettopensioenverplichting
resulteert in een positief saldo, vindt opname van het actief
plaats voor maximaal de som van de contante waarde van
eventuele toekomstige terugstortingen door het fonds of
lagere toekomstige pensioenpremies.
FrieslandCampina bepaalt de netto-interestkosten (baten)
uit hoofde van de toegezegd-pensioenregeling door de
nettopensioenverplichting (actief) te vermenigvuldigen
met de discontovoet die wordt gebruikt om de toegezegd-
pensioenregeling aan het begin van het jaar te waarderen.
Hierbij wordt rekening gehouden met veranderingen in de
nettopensioenverplichting (actief) gedurende het jaar als
gevolg van betaalde uitkeringen. De netto-interestkosten en
overige kosten in relatie tot de toegezegd-pensioenregeling
worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De
netto-interestkosten en overige kosten in relatie tot de
toegezegd-pensioenregeling worden opgenomen in de
winst-en-verliesrekening.
FrieslandCampina verantwoordt resultaten uit hoofde van
aanpassing of inperking (curtailment) van pensioenregelingen
in de winst-en-verliesrekening op het moment dat een
aanpassing of inperking plaatsvindt of op het moment dat een
reorganisatievoorziening wordt gevormd.
Een winst of verlies uit een afwikkeling (settlement) van
een toegezegd-pensioenregeling wordt in de winst-en-
verliesrekening genomen op het moment dat afwikkeling
plaatsvindt.
Andere lange termijn personeelsbeloningen
De nettoverplichting uit hoofde van andere lange termijn
personeelsbeloningen wordt gelijk aan de toegezegd-
pensioenregelingen verantwoord.
Korte termijn personeelsbeloningen
Korte termijn personeelsbeloningen worden zonder
contantmaking gewaardeerd en opgenomen wanneer
de daarmee verband houdende dienst wordt verricht.
Er wordt een verplichting verantwoord voor het bedrag
dat naar verwachting ten gevolge van de korte termijn
personeelsbeloning in contanten zal worden uitbetaald
indien FrieslandCampina een in rechte afdwingbare of
feitelijke verplichting heeft om dit bedrag te betalen als
gevolg van verstreken diensttijd van de werknemer en
wanneer de verplichting betrouwbaar kan worden ingeschat.
VoorzieningenEen voorziening wordt in de balans opgenomen wanneer
FrieslandCampina een in rechte afdwingbare of feitelijke
verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het
verleden en waarvan een betrouwbare schatting kan
worden gemaakt, en het waarschijnlijk is dat voor de
afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen
nodig is. Indien het effect van de tijdswaarde van geld
materieel is, worden de voorzieningen contant gemaakt
tegen een discontovoet vóór belastingen die de huidige
marktbeoordeling van de tijdswaarde van geld en de risico's
die specifiek zijn voor de verplichting weerspiegelen. Het
contant maken van voorzieningen wordt verantwoord als
financieringslasten.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
53Voorzieningen in verband met reorganisatie worden
getroffen wanneer FrieslandCampina een gedetailleerd plan
voor reorganisatie heeft geformaliseerd en bij betrokkenen
de verwachting is gerechtvaardigd dat die reorganisatie
zal worden uitgevoerd door een aanvang te maken met de
uitvoering van de reorganisatie of het bekendmaken van de
belangrijkste aspecten.
Een voorziening voor verlieslatende contracten wordt
opgenomen wanneer de verwachte voordelen voor
FrieslandCampina uit een overeenkomst lager zijn dan
de onvermijdelijke kosten die nodig zijn om aan de
verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst te voldoen.
De voorziening wordt gewaardeerd tegen de contante
waarde van de laagste van de verwachte kosten voor
beëindiging van het contract en de verwachte nettokosten
van voortzetting van het contract. Voordat een voorziening
wordt opgenomen, neemt FrieslandCampina op de activa
die betrekking hebben op het contract een bijzonder
waardverminderingsverlies op.
Netto-omzetOpbrengsten uit de verkoop van goederen worden
opgenomen tegen de reële waarde van de ontvangen of te
ontvangen vergoeding, na aftrek van retouren, handels-
en volumekortingen. Opbrengsten uit de verkoop van
goederen worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt
wanneer overtuigend is gebleken, veelal in de vorm van
een uitgevoerde verkoopovereenkomst, dat de wezenlijke
risico’s en voordelen van eigendom aan de klant zijn
overgedragen, de hiermee verband houdende kosten of
eventuele retouren van goederen betrouwbaar kunnen
worden ingeschat, er geen sprake is van aanhoudende
zeggenschap over of betrokkenheid bij de goederen, en
de omvang van de opbrengsten betrouwbaar kan worden
bepaald. Als het waarschijnlijk is dat er korting zal worden
verleend en deze op betrouwbare wijze kan worden
bepaald, wordt de korting opgenomen als een vermindering
van de opbrengsten bij de verwerking van de verkopen.
FrieslandCampina hanteert loyaliteitsprogramma’s, waarbij
klanten punten kunnen sparen wanneer zij bepaalde
producten van FrieslandCampina kopen. De punten
kunnen vervolgens voor korting op producten of diensten
van derden worden ingewisseld, waarbij een minimum
aantal spaarpunten geldt. De ontvangen opbrengst wordt
verdeeld over de verkochte producten en de toegekende
spaarpunten, waarbij de aan de spaarpunten toegerekende
waarde overeenkomt met hun reële waarde. De verwerking
van de reële waarde van de toegekende spaarpunten wordt
uitgesteld en bij inwisseling van de spaarpunten wordt de
reële waarde als opbrengst verantwoord.
OverheidssubsidiesOverheidssubsidies worden opgenomen tegen de reële
waarde als er redelijke zekerheid bestaat dat de subsidies
worden ontvangen en dat aan alle daaraan verbonden
voorwaarden is voldaan. Subsidies waarbij gemaakte kosten
worden vergoed, worden systematisch als baten in de
winst-en-verliesrekening opgenomen in dezelfde periode
als waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies waarbij
kosten van een actief worden vergoed, worden in mindering
gebracht op de boekwaarde van het actief. Deze subsidie
wordt door verlaging van de afschrijvingslasten als bate in
de winst-en-verliesrekening verwerkt over de periode van
de verwachte gebruiksduur.
Kosten van grond- en hulpstoffen en handelsgoederenDit betreffen de kosten van grond- en hulpstoffen
van de verkochten producten, dan wel de kosten ter
verkrijging van de verkochte producten. De kosten van
grond- en hulpstoffen zijn berekend volgens het first-
in first-out principe. In de kosten zijn opgenomen de
valuta-omrekenverschillen op handelsdebiteuren en
handelscrediteuren alsmede op waarderingsverschillen van
derivaten die hierop betrekking hebben.
LeaseovereenkomstenBij aanvang van een overeenkomst bepaalt
FrieslandCampina of deze overeenkomst een
leaseovereenkomst is of bevat. Dat is het geval als aan
de volgende criteria wordt voldaan: de nakoming van
de overeenkomst is afhankelijk van het gebruik van dit
specifieke actief of de specifieke activa en de overeenkomst
verleent een gebruiksrecht op het actief/de activa. Bij
de aanvang of herbeoordeling van de overeenkomst
scheidt FrieslandCampina betalingen en overige door de
overeenkomst vereiste vergoedingen in betalingen voor
het lease-element van de overeenkomst en betalingen voor
de overige elementen, op basis van hun relatieve reële
waarden. Indien FrieslandCampina concludeert dat het
praktisch niet haalbaar is om de betalingen betrouwbaar
te scheiden, worden een actief en een verplichting
opgenomen voor een bedrag dat gelijk is aan de reële
waarde van het onderliggende actief. Daarna wordt de
verplichting verminderd naarmate betalingen worden
gedaan en worden impliciete financieringskosten met
betrekking tot de verplichting opgenomen, op basis van de
marginale rentevoet van FrieslandCampina.
Leasebetalingen uit hoofde van operationele leasing
worden lineair over de leaseperiode in de winst-en-
verliesrekening opgenomen. Vergoedingen ontvangen
als stimulering voor het sluiten van leaseovereenkomsten
worden als integraal deel van de totale leasekosten in de
winst-en-verliesrekening verwerkt over de leasetermijn.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
54De minimale leasebetalingen uit hoofde van een financiële
lease worden deels als financieringslasten opgenomen
en deels als aflossing van de uitstaande verplichting. De
financieringslasten worden zodanig aan iedere periode van
de totale leasetermijn toegerekend dat dit resulteert in een
constante periodieke rentevoet over het resterende saldo
van de verplichting.
Financieringsbaten en -lastenFinancieringsbaten bevatten rentebaten van
uitgegeven leningen en andere vorderingen op derden,
dividendopbrengsten, positieve veranderingen in de reële
waarde van financiële activa gewaardeerd op reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-
verliesrekening, opbrengsten op afdekkingsinstrumenten
die opgenomen worden in de winst-en-verliesrekening
en herclassificatie van bedragen die eerder via het
geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat
zijn opgenomen. Rentebaten worden in de winst-en-
verliesrekening opgenomen naarmate deze opbouwen, door
middel van de effectieve rentemethode.
Financieringslasten bestaan uit rentelasten van opgenomen
leningen en andere verplichtingen aan derden, oprenting
van voorzieningen, veranderingen in de reële waarde van
financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met
verwerking van de waardeveranderingen in de winst-en-
verliesrekening, bijzondere waardeverminderingenverliezen
op financiële activa, verliezen op afdekkingsinstrumenten
die opgenomen worden in de winst-en-verliesrekening
en herclassificatie van bedragen die eerder via het
geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat zijn
opgenomen.
Valuta-omrekenverschillen van handelsdebiteuren en
handelscrediteuren worden verantwoord als onderdeel
van het bedrijfsresultaat. Alle overige valutakoerswinsten
en -verliezen worden gerapporteerd op gesaldeerde basis
hetzij als financieringsbate hetzij als financieringslast, naar
gelang de valutakoersbewegingen per saldo een winst- of
verliespositie opleveren.
BelastingenDe belastinglast omvat acute en latente belastingen.
Acute en latente belastingen worden opgenomen in de
winst-en-verliesrekening behalve wanneer het gaat om
een bedrijfscombinatie of om posten die direct in het
eigen vermogen of in het geconsolideerd overzicht van het
totaalresultaat zijn geboekt.
De acute belasting is de verwachte te betalen of te
ontvangen belasting op het belastbare resultaat van het
boekjaar, op basis van belastingtarieven die van kracht
zijn op de balansdatum alsook eventuele aanpassingen
van verschuldigde belasting ter zake van voorgaande
jaren. Te betalen belastingen omvat ook eventuele fiscale
verplichtingen die voortvloeien uit de declaratie van
dividenden.
Latente belastingen worden opgenomen voor tijdelijke
verschillen tussen de boekwaarde van activa en
verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving
en de fiscale boekwaarde van die posten. Latente
belastingen worden niet opgenomen voor zover deze
voortvloeien uit:
• tijdelijke verschillen bij de eerste opname van een
actief of verplichting in een transactie die geen
bedrijfscombinatie is, en op het moment van de
transactie geen invloed heeft op het commerciële of
fiscale resultaat;
• tijdelijke verschillen die verband houden met
investeringen in dochterondernemingen, geassocieerde
deelnemingen en belangen in joint ventures, voor zover
het waarschijnlijk is dat deze niet in de nabije toekomst
zal worden afgewikkeld;
• belastbare tijdelijke verschillen bij de eerste opname
van goodwill.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden gewaardeerd
met behulp van de belastingtarieven die naar verwachting
van toepassing zullen zijn bij terugname van de tijdelijke
verschillen, op basis van de wetten die per verslagdatum
zijn vastgesteld of materieel zijn vastgesteld.
Bij het vaststellen van de acute en latente belastingen
houdt FrieslandCampina rekening met de impact van
de onzekere fiscale posities en of extra belastingen en
rente verschuldigd kan zijn. FrieslandCampina opereert
in meerdere verschillende belastingjurisdicties wat leidt
tot complexe belastingvraagstukken. Het uiteindelijke
besluit inzake deze complexe belastingvraagstukken ligt
vaak buiten de beheersing van FrieslandCampina en is
afhankelijk van de efficiëntie van de juridische processen
in de relevante belastingjurisdictie. FrieslandCampina
is, op basis van de beoordeling van vele factoren,
waaronder interpretaties van het fiscaal recht en
eerdere ervaringen, van oordeel dat de voorzieningen
voor belastingverplichtingen toereikend zijn voor alle
open fiscale jaren. Deze beoordeling is gebaseerd op
schattingen en veronderstellingen en kan leiden tot een
reeks van inschattingen over toekomstige gebeurtenissen.
Er kan nieuwe informatie beschikbaar komen, waardoor
FrieslandCampina haar oordeel over de toereikendheid
van de bestaande fiscale verplichtingen moet wijzigen.
Dergelijke wijzigingen in de fiscale verplichtingen zullen van
invloed zijn op de belastinglast in de periode waarin een
dergelijke vaststelling wordt gemaakt.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
55Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden
gesaldeerd indien er een wettelijk afdwingbaar recht
bestaat om belastingverplichtingen en -vorderingen
te salderen en zij betrekking hebben op belastingen
die geheven zijn door dezelfde belastingautoriteit
op dezelfde belastbare entiteit of op verschillende
fiscale entiteiten, maar ze de intentie hebben om acute
belastingverplichtingen en -vorderingen gesaldeerd af te
wikkelen of hun belastingverplichtingen en -vorderingen
gelijktijdig zullen realiseren.
Een latente belastingvordering wordt erkend voor niet-
verrekende fiscale verliezen, onbenutte fiscale faciliteiten
en verrekenbare tijdelijke verschillen voor zover het
waarschijnlijk is dat toekomstige belastbare winsten
beschikbaar zullen zijn, waarvoor deze aangewend kunnen
worden. Latente belastingvorderingen worden op elke
balansdatum beoordeeld en verlaagd voor zover het niet
langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende
belastingvoordeel zal worden gerealiseerd. Niet-opgenomen
latente belastingvorderingen worden per balansdatum
herbeoordeeld en opgenomen voor zover het waarschijnlijk
is dat in de toekomst fiscale winst aanwezig zal zijn waarmee
deze uitgestelde vordering kan worden verrekend.
SegmentatieDe geïdentificeerde operationele segmenten betreffen
de afzonderlijke segmenten binnen FrieslandCampina
waarvoor financiële informatie beschikbaar is die frequent
wordt beoordeeld door het hoogst besluitvormende orgaan
teneinde beslissingen te nemen omtrent de toerekening
van de beschikbare middelen aan het segment en om de
prestaties van het segment vast te stellen. In 2013 is de
segmentatie gedeeltelijk gewijzigd, zoals toegelicht in
toelichting 1.
FrieslandCampina heeft de operationele segmenten
ingedeeld per business group: Consumer Products
Europe, Middle East & Africa; Consumer Products Asia;
Cheese, Butter & Milkpowder en Ingredients. Prijsbepaling
binnen een segment wordt bepaald op een zakelijke,
objectieve basis. De gesegmenteerde resultaten, activa
en verplichtingen omvatten posten die rechtstreeks toe te
rekenen zijn aan een segment, alsmede die kunnen worden
toegerekend op een redelijke basis. Niet toegewezen items
bestaan voornamelijk uit gezamenlijke activa en passiva,
gezamenlijke kosten, de prestatietoeslag en de uitgifte van
op naam bijgeschreven ledenobligaties-vast.
KasstromenHet kasstroomoverzicht is volgens de indirecte methode
opgesteld. Kasstromen in vreemde valuta worden
omgerekend naar euro’s tegen de wisselkoersen geldend op
de transactiedatum.
Bepaling reële waardeEen aantal grondslagen en informatievereisten van
FrieslandCampina vereisen de vaststelling van de reële
waarde van zowel financiële als niet-financiële activa en
passiva. Reële waarden zijn vastgesteld voor het waarderen
en/of toelichten op basis van de volgende methoden,
waarbij indien van toepassing nadere informatie over de
aannames bij het bepalen van reële waarden wordt vermeld
in de toelichting:
Grond, gebouwen en installaties
De reële waarde van grond, gebouwen en installaties
opgenomen als gevolg van een bedrijfscombinatie, is het
geschatte bedrag waarvoor een onroerende zaak op de
verwervingsdatum kan worden verhandeld tussen een
tot een transactie bereid zijnde koper en verkoper in een
zakelijke, objectieve transactie voorafgegaan door gedegen
onderhandeling waarbij de partijen goed geïnformeerd
waren. De reële waarde van materiële vaste activa en
inventaris is gebaseerd op marktprijzen en kostprijzen
en bepaald met behulp van de genoteerde marktprijzen
van vergelijkbare activa en artikelen voor zover deze
beschikbaar zijn en, waar van toepassing, met behulp van
vervangingskosten. In de schatting van de afschrijvingen
op vervangingskosten wordt rekening gehouden met
correcties voor zowel fysieke slijtage als functionele en
economische veroudering.
Immateriële activa
De reële waarde van octrooien en merknamen verworven
in een bedrijfscombinatie wordt bepaald aan de hand
van de gedisconteerde geschatte royalty’s die door
het eigendom van het octrooi of het handelsmerk zijn
vermeden. De reële waarde van verworven klantrelaties in
een bedrijfscombinatie wordt bepaald met behulp van de
‘multi-period excess earnings method’. De reële waarde van
overige immateriële activa is gebaseerd op de verwachte
contante waarde van de kasstroom uit het gebruik en de
uiteindelijke verkoop van de activa.
Voorraden
De reële waarde van in een bedrijfscombinatie verkregen
voorraden wordt bepaald op basis van de geschatte
verkoopprijs in het normale verloop van de bedrijfsvoering
minus de geschatte kosten van voltooiing en verkoop, en
een redelijke winstmarge op basis van de inspanning die
nodig is om de voorraden te voltooien en te verkopen.
Handelsvorderingen en overige vorderingen
De reële waarde van handelsvorderingen en overige
vorderingen, die langer open staan dan een jaar, wordt
bepaald op de contante waarde van toekomstige kasstromen,
gedisconteerd tegen marktrente op de balansdatum.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
56Geassocieerde deelnemingen
De reële waarde voor geassocieerde deelnemingen, waarbij
de deelneming beursgenoteerd is, wordt vastgesteld op
basis van de beurskoers.
Derivaten
De reële waarde van valutatermijncontracten wordt
over het algemeen bepaald door het verschil tussen de
contractuele termijnkoers en de actuele termijnkoers voor
de resterende looptijd van het contract met de actuele
rente en de actuele valutakoersen te disconteren.
De reële waarde van renteswaps en cross-currency
renteswaps wordt bepaald door discontering van
de kasstromen die voortvloeien uit de contractuele
rentevoeten van beide zijden van de transactie, rekening
houdend met de actuele rente, de actuele valutakoersen en
de actuele kredietwaardigheid van zowel de tegenpartijen
als FrieslandCampina zelf.
Financiële instrumenten anders dan derivaten
De reële waarde, die wordt bepaald ten behoeve van de
toelichtingen, wordt berekend op basis van de contante
waarde van toekomstige kasstromen van aflossingen
en rentebetalingen, gedisconteerd tegen de marktrente
op de balansdatum. Voor financiële leaseverplichtingen
wordt de marktrente bepaald aan de hand van
vergelijkbare leaseovereenkomsten. De reële waarde
van de optieverplichtingen is bepaald op basis van de
gedisconteerde kasstromen.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
571 Segmentatie
FrieslandCampina onderscheidt vier segmenten, bestaande uit de vier business groups, welke zijn opgenomen in
de segmentrapportage. Iedere business group heeft betrekking op een bepaalde productgroep, waarbij binnen de
productgroep Consumer Products een aanvullend onderscheid is gemaakt naar regio. FrieslandCampina onderscheidt
de volgende vier business groups:
• Consumer Products Europe, Middle East & Africa: melk, melkpoeder, gecondenseerde melk, kindervoeding,
zuiveldranken, yoghurts, desserts, koffieverrijkers, room, kaas en vruchtensappen en -dranken in Europa, het
Midden-Oosten en Afrika. Merknamen zijn onder meer Campina, Chocomel, Frico, Fruttis, Landliebe, Milli, Milner,
Mona, NoyNoy, Optimel, Peak en Rainbow;
• Consumer Products Asia: melk, melkpoeder, gecondenseerde melk, kindervoeding, zuiveldranken en yoghurts
in Azië. Merknamen zijn onder meer Alaska, Dutch Lady, Foremost en Frisian Flag;
• Cheese, Butter & Milkpowder: kaas, boter en melkpoeder wereldwijd. Merknamen zijn onder meer Botergoud en Frico;
• Ingredients: ingrediënten voor de voedings- en farmaceutische industrie, wereldwijd.
Als gevolg van de wijzigingen in de managementstructuur van FrieslandCampina en de rapportering aan de executive
board per 1 oktober 2013, is de segmentrapportage aangepast, evenals de vergelijkende cijfers per 31 december 2012.
Als gevolg van de wijzigingen in de managementstructuur zijn de werkmaatschappijen ‘Wamco’ gevestigd in Nigeria,
‘Middle East’ gevestigd in Saoedi-Arabië, ‘West Africa’ gevestigd in Ghana en ‘Supply Point Leeuwarden’ gevestigd
in Nederland, vanaf 1 oktober 2013 onderdeel van het voormalige segment ‘Consumer Products Europe’, waarvan de
naam is gewijzigd in ‘Consumer Products Europe, Middle East & Africa’. Voor de wijziging in managementstructuur
waren deze werkmaatschappijen onderdeel van het voormalige segment ‘Consumer Products International’ (CPI),
waarvan de naam is gewijzigd in ‘Consumer Products Asia’.
De goodwill van EUR 134 miljoen, als gevolg van de acquisitie van Alaska Milk Corporation (AMC) in de Filippijnen
in 2012, welke was gealloceerd aan voormalig segment CPI, heeft geen betrekking op de getransfereerde
werkmaatschappijen. De wijzigingen in de managementstructuur hebben geen implicaties voor de allocatie van goodwill.
De netto-omzet derden in de categorie ‘overige’ betreft onder andere leveringen van boerderijmelk aan derden,
voorvloeiend uit de door de Europese Commissie opgelegde verplichting ten tijde van de fusie in 2008, zie toelichting
27 voor nadere informatie.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
58Segmentatie naar business group 2013
Consumer Products
EMEA
Consumer Products
Asia
Cheese, Butter &
Milkpowder Ingredients Overige Eliminatie Totaal
Netto-omzet derden 3.829 2.338 3.012 1.801 438 11.418 Interne leveringen 1 240 19 466 505 -1.230
Totaal netto-omzet 4.069 2.357 3.478 2.306 438 -1.230 11.418 Overige opbrengsten 9 13 1 23 Totaal bedrijfsopbrengsten 4.078 2.370 3.478 2.306 439 -1.230 11.441 Bedrijfsresultaat voor bijzondere waardevermindering goodwill 210 385 54 275 -411 513
Bedrijfsresultaat 10 385 54 275 -411 313 Resultaat uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen 7 1 1 -1 8
Financieringsbaten en -lasten -55
Belastingen -109
Winst 157 Bedrijfsresultaat als % netto-omzet derden 0,3 16,5 1,8 15,3 2,7
Boekwaarde activa operationele activiteiten 2 2.029 879 1.411 1.606 715 -636 6.004
Boekwaarde overige activa 1.096
7.100 Verplichtingen uit operationele activiteiten 3 907 460 539 400 1.321 -636 2.991
Overige verplichtingen 1.768
4.759 Investeringen in grond, gebouwen, installaties en immateriële activa 138 40 56 254 71 559
Afschrijvingen gebouwen en installaties en amortisatie immateriële activa
-75 -30 -46 -48 -14 -213
Bijzondere waardeverminderingen vaste activa -214 -1 -2 -1 -1 -219
Terugname bijzondere waardeverminderingen vaste activa 1 1
Geïnvesteerd vermogen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen
2 67 25 17 5 116
Geografische informatie 2013
Netto-omzet derden 4
Boekwaarde operationele
vaste activa 5
Nederland 5.525 2.078
Duitsland 1.067 384
Rest van Europa 1.504 299
Azië en Oceanië 2.472 511
Afrika en het Midden-Oosten 717 78
Noord- en Zuid-Amerika 133 15
Totaal 11.418 3.365
1 Interne leveringen zijn gewaardeerd op vergelijkbare wijze als transacties met derden.2 Betreft boekwaarde activa exclusief latente belastingvorderingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen, verstrekte leningen, effecten, langlopende
vorderingen, vorderingen inzake vennootschapsbelasting, vorderingen op gelieerde ondernemingen, liquide middelen en activa aangehouden voor verkoop.3 Betreft personeelsbeloningen, voorzieningen, derivatenverplichtingen, handelscrediteuren en overige verplichtingen, exclusief optieverplichtingen en
verplichtingen aan gelieerde ondernemingen.4 Betreft de netto-omzet derden uitgesplitst naar vestigingsland van de werkmaatschappij. Zie toelichting 4 voor de splitsing van de netto-omzet naar
geografische locatie van de afnemers.5 Betreft grond, gebouwen en installaties en immateriële activa.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
59Segmentatie naar business group 2012 6
Consumer Products
EMEA
Consumer Products
Asia
Cheese, Butter &
Milkpowder Ingredients Overige Eliminatie Totaal
Netto-omzet derden 3.779 2.081 2.451 1.698 300 10.309
Interne leveringen 1 275 4 276 429 -984
Totaal netto-omzet 4.054 2.085 2.727 2.127 300 -984 10.309
Overige opbrengsten 10 4 1 15
Totaal bedrijfsopbrengsten 4.064 2.089 2.727 2.127 301 -984 10.324
Bedrijfsresultaat 233 344 -30 226 -286 487
Resultaat uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen 9 4 2 1 16
Financieringsbaten en -lasten -57
Belastingen -168
Winst 278
Bedrijfsresultaat als % netto-omzet derden 6,2 16,5 -1,2 13,3 4,7
Boekwaarde activa operationele activiteiten 2 1.766 1.310 1.050 1.395 621 -593 5.549
Boekwaarde overige activa 1.243
6.792
Verplichtingen uit operationele activiteiten 3 600 692 416 428 1.157 -593 2.700
Overige verplichtingen 1.834
4.534
Investeringen in grond, gebouwen, installaties en immateriële activa 106 37 56 181 43 423
Afschrijvingen gebouwen en installaties en amortisatie immateriële activa
-76 -26 -38 -44 -10 -194
Bijzondere waardeverminderingen vaste activa -4 -1 -2 -7
Geïnvesteerd vermogen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen
1 70 24 16 7 118
Geografische informatie 2012
Netto-omzet derden 4
Boekwaarde operationele
vaste activa 5
Nederland 4.990 1.737
Duitsland 985 357
Rest van Europa 1.350 462
Azië en Oceanië 2.226 572
Afrika en het Midden-Oosten 619 68
Noord- en Zuid-Amerika 139 12
Totaal 10.309 3.208
6 De vergelijkende cijfers van 2012 zijn aangepast voor de effecten van de in 2013 doorgevoerde wijziging in de managementstructuur.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
602 Acquisities
Zijerveld en Den Hollander FoodIn 2013 heeft FrieslandCampina de volledige zeggenschap verworven over Zijerveld en Veldhuyzen B.V. en G. den
Hollander B.V. (Zijerveld en Den Hollander Food). De overnamedatum is 1 mei 2013.
Zijerveld is een kaasspecialist en levert een breed assortiment aan Hollandse en boerenkazen en biedt klanten naast
‘knowhow’ ook op maat gesneden concepten en logistieke diensten. Den Hollander Food is een verpakkingsunit waarbij
het accent ligt op voorgesneden kaas in verschillende hersluitbare verpakkingen. Deze overname is in lijn met de
route2020-ambitie om uit te groeien tot ‘preferred supplier’ voor klanten in verschillende marktsegmenten. Zijerveld
sluit goed aan bij de bestaande activiteiten van FrieslandCampina in het voorverpakte segment en biedt toegevoegde
waarde voor onze klanten, in het bijzonder in het verssegment met speciaalkazen.
Vanaf de acquisitiedatum zijn Zijerveld en Den Hollander Food geconsolideerd als onderdeel van de business group
Cheese, Butter & Milkpowder. In de acht maanden tot en met 31 december 2013 bedroeg de bijdrage van Zijerveld
en Den Hollander Food aan de netto-omzet EUR 310 miljoen en de bijdrage aan de winst EUR 1 miljoen negatief,
inclusief eenmalige, acquisitiegerelateerde effecten. Het bestuur schat, dat als de overname op 1 januari 2013 had
plaatsgevonden, de geconsolideerde netto-omzet van FrieslandCampina EUR 11.558 miljoen zou hebben bedragen
en de geconsolideerde winst over 2013 op EUR 154 miljoen zou zijn uitgekomen. Bij het bepalen van deze bedragen
is het bestuur uitgegaan van dezelfde reële waarde correcties op overnamedatum als wanneer de acquisitie op 1 januari
2013 zou hebben plaatsgevonden.
FrieslandCampina heeft Zijerveld en Den Hollander Food verworven door het betalen van een bedrag van EUR 80
miljoen en een voorwaardelijke verplichting van EUR 19 miljoen.
De belangrijkste verworven activa en aangegane verplichtingen die op de overnamedatum zijn erkend, zijn:
Identificeerbare verworven activa en aangegane verplichtingenGrond, gebouw en installaties 21
Immateriële activa 48
Voorraden 28
Overige financiële activa 69
Liquide middelen 1
Latente belastingverplichtingen -12
Overige verplichtingen -81
Saldo identificeerbare activa en verplichtingen 74
De reële waarden van de verworven netto identificeerbare activa en aangegane verplichtingen zijn vastgesteld op
basis van de voorlopige allocatie van de koopprijs die door een derde partij is uitgevoerd. De Europese Unie heeft twee
voorwaarden aan de acquisitie gesteld. Enerzijds is vereist dat een deel van het verkoopvolume van halfharde geitenkaas
dat FrieslandCampina afneemt van Amalthea (zelfstandige geitenmelkcoöperatie) door Amalthea ter beschikking moet
worden gesteld aan een of meerdere externe partijen. Anderzijds dient FrieslandCampina gedurende de looptijd van
deze voorwaarde in totaal 3,5 miljoen kilogram geitenmelk te leveren aan een derde partij. Binnen de door IFRS gestelde
waarderingsperiode van één jaar zal FrieslandCampina de purchase price allocation definitief afronden.
De handels- en overige vorderingen bestaan uit bruto contractuele bedragen ter waarde van EUR 66 miljoen, waarvan
naar verwachting EUR 3 miljoen op overnamedatum oninbaar is.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
61GoodwillUit hoofde van de overname is de goodwill als volgt opgenomen:
Reële waarde van de overgedragen vergoeding 99
Reële waarde van identificeerbare activa en verplichtingen -74
Goodwill 25
De goodwill is voornamelijk toe te rekenen aan de synergievoordelen die naar verwachting zullen worden gerealiseerd
bij het integreren van Zijerveld en Den Hollander Food in de business group Cheese, Butter & Milkpowder. De
opgenomen goodwill is fiscaal niet aftrekbaar.
Acquisitie gerelateerde kosten ten bedrage van EUR 2 miljoen zijn verantwoord als bedrijfslasten in de winst-en-
verliesrekening voor 2013. De overnamekosten hebben onder andere betrekking op externe juridische kosten en due
diligence-kosten.
Alaska Milk CorporationDe purchase price allocation met betrekking tot de acquisitie van Alaska Milk Corporation in 2012 is begin 2013 definitief
afgerond. Er hebben geen wijzigingen plaatsgevonden ten opzichte van de voorlopige purchase price allocation.
3 Activa en passiva aangehouden voor verkoopActiva aangehouden voor verkoop betreffen grond, gebouwen en installaties voor EUR 9 miljoen (2012: EUR 7 miljoen).
Ultimo 2013 en 2012 waren er geen passiva aangehouden voor verkoop betreffende langlopende en kortlopende
verplichtingen.
De activa aangehouden voor verkoop bestaat per eind 2013 met name uit de locatie Debrecen in Hongarije en twee
locaties in Nederland die buiten gebruik zijn gesteld als gevolg van de ingebruikname van het nieuwe Innovation Centre
in Wageningen.
2013 2012
Begin boekjaar 7 4
Overboeking van grond, gebouwen en installaties 2 5
Desinvesteringen -2
Bijzondere waardeverminderingen -1
Terugname bijzondere waardeverminderingen 1
Einde boekjaar 9 7
4 Netto-omzet
2013 2012
Netto-omzet naar afzetgebied% %
Nederland 2.684 23 2.323 23
Duitsland 1.445 13 1.269 12
Rest van Europa 2.836 25 2.535 24
Azië en Oceanië 2.938 26 2.650 26
Afrika en het Midden-Oosten 1.165 10 1.147 11
Noord- en Zuid-Amerika 350 3 385 4
11.418 100 10.309 100
Betreft netto-omzet naar geografische locatie van de afnemers. Zie toelichting 1 voor de splitsing van de netto-omzet
derden uitgesplitst naar vestigingsland van de werkmaatschappij.
De netto-omzet is inclusief EUR 4 miljoen (2012: EUR 2 miljoen) aan overheidssubsidies. De condities zijn vervuld en aan
de verplichtingen inzake deze subsidies is voldaan.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
625 Overige bedrijfsopbrengsten
Onder overige bedrijfsopbrengsten zijn begrepen opbrengsten uit hoofde van diensten voor derden, ontvangen huren
en verkoop van grond, gebouwen en installaties en immateriële activa. Deze post omvat het resultaat als gevolg van
de verkoop van een bedrijfsgebouw van EUR 10 miljoen en daarnaast ook de verkoop van merken van EUR 4 miljoen
gedurende 2013.
6 Kosten van grond- en hulpstoffen en handelsgoederen
2013 2012
% %
Melk leden-melkveehouders -3.990 52 -3.273 49
Overige kosten van grond- en hulpstoffen en handelsgoederen -3.623 48 -3.442 51
-7.613 100 -6.715 100
7 Personeelskosten
2013 2012
% %
Lonen en salarissen -743 79 -694 77
Sociale lasten -117 12 -114 13
Pensioenlasten -82 9 -88 10
-942 100 -896 100
Werknemers naar business group (gemiddeld aantal fte's)
2013 2012
% %
Consumer Products EMEA 8.193 39 8.300 41
Consumer Products Asia 6.430 30 5.818 29
Cheese, Butter & Milkpowder 2.664 13 2.365 12
Ingredients 3.002 14 2.784 14
Overige 897 4 778 4
21.186 100 20.045 100
Werknemers naar regio (gemiddeld aantal fte's)
2013 2012
% %
Nederland 7.112 34 6.580 33
Duitsland 1.692 8 1.786 9
Rest van Europa 4.343 20 4.331 21
Azië en Oceanië 6.846 32 6.188 31
Afrika en het Midden-Oosten 1.026 5 1.010 5
Noord- en Zuid-Amerika 167 1 150 1
21.186 100 20.045 100
8 Overige bedrijfslasten
2013 2012
Transportkosten -469 -432
Reclame- en promotiekosten -485 -456
Uitbesteed werk en uitzendkrachten -355 -307
Energie -219 -216
Onderhouds- en reparatiekosten -160 -159
Overige -472 -462
-2.160 -2.032
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
63In de post ‘Overige’ is opgenomen:
• kosten voor onderzoek en ontwikkeling van EUR 77 miljoen (2012: EUR 70 miljoen);
• operationele leasekosten van EUR 62 miljoen (2012: EUR 55 miljoen);
• diverse overheidssubsidies van EUR 2 miljoen (2012: EUR 3 miljoen). De condities zijn vervuld en aan de
verplichtingen inzake deze subsidies is voldaan;
• bijzondere waardeverminderingen van grond, gebouwen en installaties, immateriële activa (exclusief goodwill)
en activa aangehouden voor verkoop van EUR 19 miljoen (2012: EUR 6 miljoen) en terugname bijzondere
waardeverminderingen van activa aangehouden voor verkoop van EUR 1 miljoen (2012: EUR 0 miljoen);
• een dotatie aan de reorganisatievoorziening van EUR 17 miljoen (2012: EUR 33 miljoen);
• reinigingskosten van EUR 40 miljoen (2012: EUR 33 miljoen);
• accountants- en advieskosten van de externe accountant van EUR 4 miljoen (2012: EUR 4 miljoen).
Specificatie accountants- en advieskosten van de externe accountant
2013 2012
Totaal KPMG netwerk Totaal KPMG netwerk
Onderzoek van de jaarrekening -2,7 -2,5
Andere controleopdrachten -0,5 -0,5
Adviesdiensten op fiscaal terrein -0,3 -0,3
Andere niet-controlediensten -0,3 -0,2
-3,8 -3,5
9 Financieringsbaten en -lasten
2013 2012
Rentebaten 23 33
Rentelasten -54 -66
Winsten (verliezen) op vreemde valuta -14 11
Lasten put-optie -3 -28
Overige financieringsbaten 2 3
Overige financieringslasten -9 -10
-55 -57
De overige financieringslasten bestaan voornamelijk uit amortisatie van transactiekosten en betaalde vergoedingen
voor de syndicaat lening van EUR 5 miljoen (2012: EUR 7 miljoen) en de oprenting van de voorwaardelijke verplichting
van EUR 1 miljoen.
Resultaten van vreemde valuta als gevolg van kosten van grond- en hulpstoffen en overige bedrijfslasten zijn
opgenomen in de kostprijs van de omzet of in het desbetreffende element van de bedrijfskosten. In 2013 heeft
FrieslandCampina dit nettokoerseffect van EUR -15 miljoen verantwoord in het bedrijfsresultaat (2012: EUR -2 miljoen).
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6410 Belastingen
2013 2012
Specificatie belastinglastenAcute belastingAcute belasting dit boekjaar -143 -121
-143 -121
Latente belastingLatente belasting dit boekjaar 34 -11
Afwaardering van latente belastingvorderingen -1 -39
Aanpassing voorgaande boekjaren 1 3
34 -47
Belastingdruk -109 -168
2013 2012
Voor belastingen
Belasting last/bate
Na belastingen
Voor belastingen
Belasting last/bate
Na belastingen
Belastingen direct verwerkt in het eigen vermogenMinderheidsbelangen gehouden door derden -4 1 -3 -9 2 -7
Minderheidsbelangen gehouden door leden -26 7 -19 -30 8 -22
-30 8 -22 -39 10 -29
Belastingen verwerkt in het totaalresultaatReserve valuta-omrekenverschillen -79 7 -72 5 5
Reserve kasstroomafdekkingen -9 3 -6 -12 4 -8
Waardemutatie financiële instrumenten beschikbaar voor verkoop gewaardeerd op reële waarde
16 -1 15
Herwaardering van verplichtingen (activa) uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen
-44 10 -34 -341 85 -256
-116 19 -97 -348 89 -259
2013 2012
Effectieve belastingdruk Bedrag % Bedrag %
Theoretisch belastingtarief Nederland -66 25,0 -111 25,0
Effect afwijkende belastingtarieven in andere landen -6 2,1 -6 1,3
Resultaat joint ventures en geassocieerde deelnemingen 2 -0,8 5 -1,1
Bronbelasting op dividend -8 3,0 -5 1,1
Niet aftrekbare kosten -43 16,2 -17 3,9
Onbelaste baten 12 -4,5 2 -0,5
Afwaardering van latente belastingvorderingen -1 0,4 -39 8,7
Aanpassingen op inschattingen voorgaande jaren 1 -0,4 3 -0,7
Effectieve belastingdruk -109 41,0 -168 37,7
Het theoretisch belastingtarief is berekend door de winst voor belastingen te vermenigvuldigen met het van toepassing
zijnde belastingtarief in Nederland van 25%.
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. vormt samen met haar Nederlandse dochterondernemingen een fiscale
eenheid voor de vennootschapsbelasting (VpB) en omzetbelasting (BTW). Uit hoofde hiervan is iedere tot de fiscale
eenheid behorende rechtspersoon hoofdelijk aansprakelijk voor de VpB en BTW gerelateerde belastingschulden van de
rechtspersonen die deel uitmaken van de fiscale eenheid.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6511 Grond, gebouwen en installaties
2013
Grond en gebouwen
Machines en
installaties
Andere vaste
bedrijfs-middelen
Activa in uitvoering Totaal
Boekwaarde begin boekjaar 505 1.017 76 320 1.918Verworven middels acquisitie 7 8 6 21Investeringen 24 81 16 386 507Desinvesteringen -4 -2 -6Valuta-omrekenverschillen -11 -32 -2 -1 -46Overboekingen 33 106 45 -187 -3Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop -2 -2Afschrijvingen -38 -127 -23 -188Bijzondere waardeverminderingen -2 -15 -1 -18
Boekwaarde einde boekjaar 516 1.034 115 518 2.183
Aanschafwaarde 1.126 2.960 352 518 4.956Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen -610 -1.926 -237 -2.773
Boekwaarde einde boekjaar 516 1.034 115 518 2.183
2012
Grond en gebouwen
Machines en
installaties
Andere vaste
bedrijfs–middelen
Activa in uitvoering Totaal
Boekwaarde begin boekjaar 493 1.082 85 1.660
Aanpassing voor introductie categorie activa in uitvoering -45 -182 -10 237
Verworven middels acquisitie 23 27 50
Investeringen 29 112 43 219 403
Desinvesteringen -4 -1 -5
Valuta-omrekenverschillen -4 -4
Overboekingen 47 109 -20 -136
Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop -5 -5
Afschrijvingen -36 -118 -21 -175
Bijzondere waardeverminderingen -1 -5 -6
Boekwaarde einde boekjaar 505 1.017 76 320 1.918
Aanschafwaarde 1.084 2.868 300 320 4.572
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen -579 -1.851 -224 -2.654
Boekwaarde einde boekjaar 505 1.017 76 320 1.918
De mutatie uit hoofde van acquisities heeft betrekking op verkregen materiële vaste activa van Zijerveld en Den
Hollander Food van EUR 21 miljoen.
De bijzondere waardeverminderingen hebben voornamelijk betrekking op een afwaardering tot de getaxeerde
opbrengstwaarde van gebouwen en installaties, als gevolg van de voorgenomen sluiting van twee productielocaties in
Nederland als onderdeel van het reorganisatieprogramma Reshape. In de winst-en-verliesrekening zijn de bijzondere
waardeverminderingen begrepen in de overige bedrijfslasten.
De boekwaarde van gebouwen, machines en installaties waarop financiële leaseovereenkomsten van toepassing zijn,
bedraagt EUR 15 miljoen (2012: EUR 16 miljoen).
Per einde boekjaar zijn voor een bedrag van EUR 243 miljoen (2012: EUR 116 miljoen) verplichtingen aangegaan inzake
investeringen in grond, gebouwen en installaties.
De in de investeringen begrepen geactiveerde rente bedraagt EUR 7 miljoen (2012: EUR 5 miljoen). Het hiervoor
gehanteerde rentepercentage is 4,0% (2012: 4,3%).
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6612 Immateriële activa
2013
Goodwill
Handels-merken,
klant relaties en patenten Software Overige Totaal
Boekwaarde begin boekjaar 1.046 158 32 54 1.290Verworven middels acquisitie 25 47 1 73Investeringen als gevolg van interne ontwikkeling 35 35
Investeringen 12 5 17Overboekingen 13 -10 3Valuta-omrekenverschillen -20 -16 -36Amortisatie -9 -13 -3 -25Bijzondere waardeverminderingen -200 -200Waardeaanpassing verplichting inzake put-optie 25 25
Boekwaarde einde boekjaar 876 180 44 82 1.182
Aanschafwaarde 1.080 199 160 94 1.533Cumulatieve amortisatie en bijzondere waardeverminderingen -204 -19 -116 -12 -351
Boekwaarde einde boekjaar 876 180 44 82 1.182
2012
Goodwill
Handels-merken,
klant relaties en patenten Software Overige Totaal
Boekwaarde begin boekjaar 855 8 36 46 945
Verworven middels acquisitie 146 150 296
Investeringen als gevolg van interne ontwikkeling 15 15
Investeringen 5 5
Overboekingen 1 3 -4
Valuta-omrekenverschillen 17 4 -1 20
Amortisatie -5 -12 -2 -19
Waardeaanpassing verplichting inzake put-optie 28 28
Boekwaarde einde boekjaar 1.046 158 32 54 1.290
Aanschafwaarde 1.050 190 134 64 1.438
Cumulatieve amortisatie en bijzondere waardeverminderingen -4 -32 -102 -10 -148
Boekwaarde einde boekjaar 1.046 158 32 54 1.290
De mutatie uit hoofde van ‘verworven middels acquisitie’ heeft betrekking op de verkregen immateriële vaste activa
van Zijerveld en Den Hollander Food van EUR 48 miljoen en de gerelateerde goodwill van EUR 25 miljoen voor deze
acquisitie, welke is gealloceerd aan de business group Cheese, Butter & Milkpowder. Het saldo van de overboekingen
bedraagt EUR 3 miljoen eind 2013. Dit betreft een overboeking van Grond, gebouwen en installaties naar Immateriële
activa, zie tevens toelichting 11.
FrieslandCampina is in 2010 een wereldwijd ICT-standaardisatie programma gestart. Gedurende 2013 is hiervoor
een bedrag van EUR 35 miljoen (2012: EUR 15 miljoen) geactiveerd, waarvan het gedeelte dat eind 2013 nog
in uitvoering is in de verloopstaat is verantwoord onder de categorie ‘Overige’. In 2012 is het systeem door de
eerste werkmaatschappijen in gebruik genomen en in 2013 is deze implementatie verder uitgerold naar andere
werkmaatschappijen. De uitrol naar overige werkmaatschappijen zal een aantal jaren in beslag nemen.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
67In juni 2013 is de DFE put-optie vervallen. Tot het vervallen van de DFE put-optie, was de verplichting inzake de DFE put-
optie in 2013 gestegen met EUR 25 miljoen. Deze waardevermeerdering is toegevoegd aan de goodwill. Het vervallen
van de put-optie heeft geen invloed op het verantwoorde bedrag aan goodwill. Voor nadere informatie omtrent de DFE
put-optie wordt verwezen naar toelichting 14 en toelichting 19.
Impairment test voor groepen van kasstroomgenererende eenheden die goodwill bevattenFrieslandCampina voert de goodwill impairment test jaarlijks in het tweede kwartaal uit, of op een ander moment
indien er sprake is van een aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering. Goodwill wordt gevolgd en getest op
het niveau van de business group, bestaande uit een groep van kasstroomgenererende eenheden op het moment van
het uitvoeren van de goodwill impairment test. Bij de goodwill impairment test wordt de realiseerbare waarde, zijnde de
bedrijfswaarde, per business group berekend.
Uit de in het tweede kwartaal uitgevoerde goodwill impairment test voor de business group Consumer Products Europe
is gebleken dat de geschatte bedrijfswaarde van de business group Consumer Products Europe de boekwaarde met
EUR 279 miljoen overschrijdt. Echter, als gevolg van de gevoeligheid van de uitkomsten van de goodwill impairment
test van de business group Consumer Products Europe voor relatief geringe veranderingen in de veronderstellingen en
het in het tweede halfjaar achterblijven van de werkelijke resultaten 2013 ten opzichte van het budget 2013, is besloten
een bijgewerkte goodwill impairment test voor de business group Consumer Products Europe uit te voeren. Ondanks
de resultaatverbetering is het herstel achtergebleven bij de verwachtingen als gevolg van economisch moeilijkere
omstandigheden in Europa en de snel gestegen melkprijzen. De inschatting is dat deze marktomstandigheden en de
volatiliteit van de melkprijzen structureel van aard zullen zijn waardoor de verwachtingen zijn bijgesteld. Als gevolg
van de uitkomst van de bijgewerkte goodwill impairment test is er voor business group Consumer Products Europe een
bijzondere waardevermindering van de goodwill van EUR 200 miljoen verantwoord.
De belangrijkste aannames die zijn toegepast voor de berekening van de bedrijfswaarde per business group zijn
opgenomen in onderstaande tabel. De aannames voor de business group Consumer Products Europe betreffen de
aannames welke zijn gehanteerd voor de bijgewerkte goodwill impairment test.
% % %
Groeivoet restwaarde
Gebudgetteerde EBITDA ten opzichte
van netto-omzetDiscontovoet voor
belastingen
2013 2012 2013 2012 2013 2012
Consumer Products Europe 1,7 2,0 4-7 5-9 11 12
Consumer Products International 2,5 2,5 16-20 16-18 13 16
Cheese, Butter & Milkpowder 2,0 4-5 11
Ingredients 2,0 2,0 14-23 15-21 10 11
De gebudgetteerde EBITDA-marges zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden, specifieke verwachtingen voor de
nabije toekomst en marktconforme groeipercentages. De discontovoet voor iedere business group is gebaseerd op in
de markt waarneembare gegevens en is bepaald voor belasting.
De bedrijfswaarden van de business groups zijn bepaald op basis van het budget 2013 en de meerjarenplannen tot en
met 2017, rekening houdend met de hiervoor vermelde factoren die hebben geleid tot bijstelling van de verwachtingen
voor business group Consumer Products Europe. Tevens wordt rekening gehouden met een vergoeding voor de
coöperatieve rol die de business group Cheese, Butter & Milkpowder vervult bij het verwerken van ledenmelk en vet in
het bijzonder. Voor de periode na 2017 is een groeipercentage gehanteerd dat gelijk is aan de verwachte lange termijn
inflatiepercentages.
De uitkomst van de goodwill impairment test is dat de bedrijfswaarden de boekwaarden van de business groups
overschrijden met uitzondering van de bedrijfswaarde van de business group Consumer Products Europe. Als gevolg
hiervan is voor de business group Consumer Products Europe een bijzondere waardevermindering van de goodwill
van EUR 200 miljoen verantwoord, waarna de bedrijfswaarde gelijk is aan de verantwoorde boekwaarde van deze
business group.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
68Gevoeligheid voor veranderingen in veronderstellingenDe uitkomst van de goodwill impairment test van de business groups Consumer Products International, Cheese, Butter
& Milkpowder en Ingredients laat zien dat de bedrijfswaarden de boekwaarden van de business groups in ruime mate
overschrijden. Een redelijke aanpassing van de uitgangspunten leidt in deze gevallen niet tot lagere bedrijfswaarden
dan de boekwaarden van deze business groups.
Na de bijzondere waardevermindering in business group Consumer Products Europe is de bedrijfswaarde van EUR 1,1 miljard
gelijk aan de boekwaarde. Nadelige mutaties in de belangrijkste aannames zouden voor de business group Consumer
Products Europe daarom leiden tot een verdere bijzondere waardevermindering.
Invoering gewijzigde managementstructuurDe managementstructuur is gewijzigd per 1 oktober 2013. Voor nadere informatie hieromtrent wordt verwezen naar
toelichting 1.
In onderstaande tabel is de allocatie van de goodwill naar de business groups opgenomen. De bijzondere
waardevermindering van de goodwill van EUR 200 miljoen is gealloceerd aan business group Consumer Products
EMEA. Er heeft geen herallocatie van goodwill tussen de verschillende business groups plaatsgevonden als gevolg
van de invoering van de gewijzigde managementstructuur en derhalve heeft de invoering van de gewijzigde
managementstructuur geen invloed gehad op de vergelijkende cijfers in onderstaande tabel.
2013 2012
Consumer Products EMEA 554 758
Consumer Products Asia 134 150
Cheese, Butter & Milkpowder 25
Ingredients 163 138
876 1.046
Voor de per 1 oktober 2013 gedefinieerde business groups Consumer Products EMEA en Consumer Products Asia geldt
eveneens dat de bedrijfswaarden de boekwaarden van de business groups overschrijden. Een redelijke aanpassing van
de uitgangspunten leidt ook in deze gevallen niet tot lagere bedrijfswaarden dan de boekwaarden van deze business
groups. De belangrijkste aannames die zijn toegepast voor de berekening van de bedrijfswaarden van de business
groups Consumer Products EMEA respectievelijk Consumer Products Asia zijn vergelijkbaar met de belangrijkste
aannames die zijn toegepast voor de berekening van de bedrijfswaarden van de voormalige business groups Consumer
Products Europe respectievelijk Consumer Products International.
13 Joint ventures en geassocieerde deelnemingen
2013 2012
Boekwaarde begin boekjaar 118 111
Bijzondere waardeverminderingen -1
Valuta-omrekenverschillen -3
Resultaat 8 16
Ontvangen dividend -7 -8
Boekwaarde einde boekjaar 116 118
Financiële gegevens van de joint ventures en geassocieerde deelnemingen:
Aandeel in resultaat 8 16
Aandeel in omzet 174 156
Balansgegevens:
Vaste activa 164 184
Vlottende activa 86 102
Eigen vermogen 146 166
Langlopende verplichtingen 55 67
Kortlopende verplichtingen 49 53
Voor een opsomming van de belangrijkste joint ventures en geassocieerde deelnemingen wordt verwezen naar pagina 96.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
6914 Derivaten
De toelichting op de doelstelling, gedragslijnen en beleid met betrekking tot het gebruik van derivaten en andere
financiële instrumenten in de activiteiten van FrieslandCampina is opgenomen in toelichting 30.
AfdekkingsderivatenIn de balans zijn de afdekkingsderivaten opgenomen in de kortlopende en langlopende overige financiële activa en
overige financiële verplichtingen.
Afdekkingactiviteiten 2013
Aflossing Activa Passiva
Contract-volume ultimo
Cross currency swaps voor fixering van rente op langlopende verplichtingen (geactiveerd)
2017 en 2020 3 143
Cross currency swaps voor fixering van rente op langlopende verplichtingen (gepassiveerd) Na 2017 62 364
Interest rate swaps voor fixering van rente op rentedragende verplichtingen
2014 - 2015 6 200
Totaal kasstroomafdekkingen met toepassing van hedge accounting 3 68
Cross currency swaps voor fixering van langlopende lening 2014 1 17
Valuta derivaten geactiveerd 2014 3 129
Valuta derivaten gepassiveerd 2014 1 75
Derivaten waarop geen hedge accounting wordt toegepast 4 1
Totaal derivaten 7 69
Opgenomen onder kortlopend 4 2
Opgenomen onder langlopend 3 67
Afdekkingactiviteiten 2012
Aflossing Activa Passiva
Contract-volume ultimo
Cross currency swaps voor fixering van rente op langlopende verplichtingen (geactiveerd) na 2017 13 138
Cross currency swaps voor fixering van rente op langlopende verplichtingen (gepassiveerd)
2013 en na 2017 44 489
Interest rate swaps voor fixering van rente op rentedragende verplichtingen 2013-2015 16 400
Valuta derivaten gepassiveerd 5
Totaal kasstroomafdekkingen met toepassing van hedge accounting 13 60
Cross currency swaps voor fixering van langlopende lening 2014 1 18
Valuta derivaten geactiveerd 2013 3 121
Valuta derivaten gepassiveerd 2013 65
Derivaten waarop geen hedge accounting wordt toegepast 3 1
Totaal derivaten 16 61
Opgenomen onder kortlopend 3 15
Opgenomen onder langlopend 13 46
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
70KasstroomafdekkingenTen behoeve van opgenomen leningen van USD 696 miljoen, zijn cross currency swaps afgesloten, waardoor de USD
aflossings- en rentebetalingsverplichtingen aan institutionele beleggers zijn omgezet in EUR verplichtingen.
De interest rate swaps zijn afgesloten om de variabele renteverplichtingen op de rentedragende verplichtingen om te
zetten in vaste renteverplichtingen.
Voor genoemde afdekkingen, waarop hedge accounting wordt toegepast, wordt conform IAS 39 voldaan aan
de documentatievereisten van hedge accounting en vinden vooraf en per rapportagedatum effectiviteitstesten
plaats. Deze afdekkingen zijn zeer effectief gebleken, waardoor er ultimo 2013 EUR -24 miljoen aan reserve inzake
kasstroomafdekkingen in het eigen vermogen is opgenomen. Hiervan heeft EUR -20 miljoen betrekking op de
cross currency swaps en EUR -4 miljoen op de interest rate swaps. Gedurende 2013 is een hedge relatie verbroken
en is EUR 3 miljoen overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening vanuit de reserve inzake kasstroomafdekkingen.
Dit betrof het effectieve gedeelte van de rentebetalingen gedurende het boekjaar. In 2013 is het onderliggende
hedged item eveneens beëindigd.
Derivaten waarop geen hedge accounting wordt toegepastDerivaten waarop geen hedge accounting wordt toegepast zijn afgesloten tegenover gecontracteerde verkopen,
respectievelijk inkopen, leningen, openstaande debiteuren en openstaande crediteuren. De mutaties in de waarde van
deze derivaten worden grotendeels gecompenseerd door tegenovergestelde waardemutaties op de debiteuren en
crediteuren. Het is, en was gedurende de verslagperiode, het beleid van FrieslandCampina om niet voor speculatieve
doeleinden in financiële instrumenten te handelen.
Put-optie verplichtingenIn de balans zijn de put-optie verplichtingen opgenomen onder de kortlopende overige financiële verplichtingen.
2013 2012
Verplichtingen inzake put-opties 7 162
Op basis van een overeenkomst tussen FrieslandCampina en Fonterra Co-operative Group Ltd. had FrieslandCampina
de verplichting het 50% belang, dat gehouden werd door Fonterra in DMV-Fonterra Excipients GmbH & Co KG, over te
nemen tegen tenminste de inbrengwaarde van Fonterra bij het aangaan van de joint venture in 2006. Fonterra heeft
geen gebruik gemaakt van het recht om deze put-optie uit te oefenen in juni 2013 en daarom is de put-optie komen te
vervallen en is de toepassing van de (anticipated) acquisition method beëindigd. FrieslandCampina behoudt zeggenschap
over DMV-Fonterra Excipients GmbH & Co KG na het vervallen van deze put-optie, en derhalve is de transactie verwerkt
als transactie tussen aandeelhouders. Als gevolg hiervan is de geherwaardeerde verplichting inzake de put-optie van
EUR 183 miljoen ten gunste gekomen van de reserves en de minderheidsbelangen in het eigen vermogen.
Deze optie was tot juni 2013 verwerkt met als uitgangspunt dat Fonterra de optie zou gaan uitoefenen waardoor een
verplichting ontstond welke bepaald was volgens de in de overeenkomst opgenomen voorwaarden. Deze verplichting
was vervolgens contant gemaakt per balansdatum. Veranderingen in de waarde van de verplichting werden direct
toegevoegd aan c.q. in mindering gebracht op de goodwill. De waardewijziging van de put-optie verplichting in 2013 tot
het moment van vervallen van de put-optie bedraagt EUR 28 miljoen (2012: EUR 33 miljoen).
15 Overige financiële activa
2013 2012
Verstrekte leningen 39 43
Effecten 30
Derivaten 3 13
Langlopende vorderingen 4 4
76 60
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
71Van de verstrekte leningen heeft EUR 19 miljoen betrekking op een lening aan de joint venture Great Ocean Ingredients
Pty. Ltd. (2012: EUR 20 miljoen). Het restant betreft leningen aan derde partijen. De gemiddelde rentevergoeding van
de leningen is ultimo 2013 2,8% (2012: 2,9%). Van de verstrekte leningen vervalt EUR 21 miljoen na 2018. De verstrekte
leningen zijn allemaal nog binnen de vervaltermijn.
Op 11 juli 2013 heeft FrieslandCampina tegen betaling van EUR 14 miljoen een belang van 7,5% verworven in
Synlait Milk Ltd. Dit betreft een zuivelbedrijf in Nieuw-Zeeland dat beursgenoteerd is aan de New Zealand stock exchange
(“NZX”). Op 31 december 2013 heeft dit belang een waarde van EUR 26 miljoen welke onder effecten zijn vermeld.
Voor derivaten zie toelichting 14.
16 Voorraden
2013 2012
Grond- en hulpstoffen 383 378
Gereed product en handelsgoederen 920 761
1.303 1.139
Van de voorraad gereed product en handelsgoederen is EUR 287 miljoen (2012: EUR 175 miljoen) gewaardeerd tegen
lagere marktwaarde.
In 2013 bedraagt de totale afwaardering van voorraad gereed product en handelsgoederen naar marktwaarde
EUR 30 miljoen (2012: EUR 17 miljoen). De afwaardering is opgenomen in de kosten van grond- en hulpstoffen en
handelsgoederen.
Er zijn geen voorraden verpand als zekerheid voor verplichtingen.
17 Handelsdebiteuren en overige vorderingen
2013 2012
Handelsdebiteuren 1.163 966
Overige vorderingen 63 98
Voorziening voor dubieuze handelsdebiteuren -14 -15
1.212 1.049
Vorderingen ter zake van belastingen (excl. vennootschapsbelasting) en premies sociale verzekeringen 67 99
Vooruitbetalingen 44 34
1.323 1.182
Voorziening voor dubieuze handelsdebiteuren
Begin boekjaar -15 -14
Overgenomen middels acquisitie -3 -2
Toevoegingen ten laste van de winst-en-verliesrekening -1 -3
Vrijgevallen ten gunste van de winst-en-verliesrekening 1 2
Afboeking handelsdebiteuren 4 2
Einde boekjaar -14 -15
Betalingstermijn handelsdebiteuren en overige vorderingen Bruto Afwaardering Netto
Binnen betalingstermijn 1.116 -3 1.113
Overschrijding minder dan 3 maanden 95 -1 94
Overschrijding tussen 3 en 6 maanden 5 5
Overschrijding meer dan 6 maanden 10 -10
1.226 -14 1.212
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
72De toevoegingen en vrijgevallen bedragen van de voorziening voor dubieuze handelsdebiteuren zijn opgenomen in de
overige bedrijfslasten (toelichting 8). Bedragen ten laste van de voorziening worden doorgaans afgeschreven, wanneer
niet wordt verwacht dat deze inbaar zijn.
De handelsdebiteuren en overige vorderingen zijn niet rentedragend en hebben over het algemeen een krediettermijn
van 10 tot 90 dagen.
FrieslandCampina heeft in verschillende landen een kredietverzekering afgesloten om het kredietrisico op klanten te
mitigeren. Ultimo 2013 bedraagt de verzekerde positie EUR 318 miljoen (2012: EUR 348 miljoen).
18 Liquide middelen
2013 2012
Deposito's 157 288
Liquide middelen 403 468
560 756
Liquide middelen tot een bedrag van EUR 21 miljoen (2012: EUR 6 miljoen) staan niet ter vrije beschikking van de
coöperatie, deze hebben geheel betrekking op bankgaranties.
19 Eigen vermogenLedencertificatenAan de leden-melkveehouders zijn ten tijde van de fusie ledencertificaten toegekend. De looptijd van de
ledencertificaten is onbeperkt. De ledencertificaten zijn achtergesteld ten opzichte van alle schuldeisers van
FrieslandCampina. Het rentetarief voor de ledencertificaten is de zesmaands Euribor plus 3,0%, per 1 juni en 1
december van het jaar. Ledencertificaten kunnen onder bepaalde voorwaarden worden omgezet in ledenobligaties van
Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Vanuit de winst van het boekjaar 2013 is EUR 8 miljoen (2012: EUR 11 miljoen) toegerekend aan de reserve
ledencertificaten. Daarnaast is in 2013 voor een bedrag van EUR 16 miljoen (2012: EUR 21 miljoen) ledencertificaten
geconverteerd in ledenobligaties van Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Reële-waardereserveDe reële-waardereserve bevat de reële waarde veranderingen van financiële instrumenten die zijn aangemerkt als
beschikbaar voor verkoop.
Reserve kasstroomafdekkingenDe reserve kasstroomafdekkingen bevat de wijzigingen in de reële waarde van interest rate swaps, cross currency
swaps en valutatermijncontracten voor zover deze classificeren als zeer effectieve kasstroomafdekkingen.
Reserve valuta-omrekenverschillenDe reserve valuta-omrekenverschillen heeft betrekking op de cumulatieve valutawaarderingsverschillen van
dochterondernemingen, alsmede valutawaarderingsverschillen van aan dochterondernemingen verstrekte leningen
met een permanent karakter.
Algemene reserveDe algemene reserve betreft het saldo van de in het verleden behaalde winsten die niet uitgekeerd zijn aan de
aandeelhouder. Krachtens statutaire bepalingen kan tot dividenduitkering worden besloten, indien en voor zover
het eigen vermogen groter is dan het bedrag van het geplaatste aandelenkapitaal vermeerderd met de reserves die
krachtens de wet moeten worden aangehouden.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
73Minderheidsbelangen gehouden door ledenDeze categorie van het eigen vermogen betreft de door Koninklijke FrieslandCampina N.V. uitgegeven ledenobligaties aan
leden van de coöperatie. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. heeft geen beschikkingsmacht over de door Koninklijke
FrieslandCampina N.V. uitgegeven ledenobligaties aan leden van de coöperatie, en derhalve zijn de door Koninklijke
FrieslandCampina N.V. uitgegeven ledenobligaties aan leden van de coöperatie opgenomen in deze component van het eigen
vermogen.
Minderheidsbelangen gehouden door derdenDe post minderheidsbelangen heeft betrekking op het aandeel in het eigen vermogen wat niet aan FrieslandCampina toekomt.
De DFE put-optie is in juni 2013 komen te vervallen, zie toelichting 14. FrieslandCampina behoudt zeggenschap over
DMV-Fonterra Excipients GmbH & Co KG na het vervallen van deze put-optie en derhalve is de transactie verwerkt
als transactie tussen aandeelhouders. Als gevolg hiervan is de verplichting inzake de put-optie van EUR 183 miljoen
per vervaldatum ten gunste van de reserves en de minderheidsbelangen in het eigen vermogen gekomen. Door het
vervallen van de DFE put-optie, is het aandeel van Fonterra Co-operative Group Ltd. in DMV-Fonterra Excipients GmbH
& Co KG per vervaldatum als minderheidsbelang geclassificeerd.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
7420 Personeelsbeloningen
FrieslandCampina kent verschillende pensioenregelingen voor haar (voormalige) medewerkers. De toegezegd-
pensioenregelingen zijn voornamelijk geïndexeerde middelloonregelingen en hebben veelal betrekking op de
Nederlandse en Duitse onderdelen. Verder bestaat een aantal toegezegde-bijdrageregelingen voor zowel Nederlandse
als buitenlandse activiteiten. Een groot gedeelte van de pensioenverplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen,
per eind 2013 91%, houdt verband met twee pensioenregelingen voor Nederlandse medewerkers, die in de tabel
hieronder nader worden toegelicht.
Voormalig Campina medewerkers Voormalig Friesland Foods medewerkers
en nieuwe FrieslandCampina
medewerkers
Karakteristieken regeling De pensioenregeling is gebaseerd op de CAO voor de zuivelindustrie, biedt recht op een
ouderdoms- en nabestaandenpensioen en kent een pensioenleeftijd van 65 jaar (met
ingang van 1 januari 2014 67 jaar). De opgebouwde aanspraken van medewerkers worden
jaarlijks verhoogd met de algemene loonindex in de zuivelindustrie. De aanspraken
van inactieve deelnemers worden jaarlijks met maximaal de ‘consumentenprijsindex
alle huishoudens afgeleid’ verhoogd op basis van een besluit van het bestuur van het
ondernemingspensioenfonds (voormalig Campina medewerkers) en de directie van
FrieslandCampina (voormalig Friesland Foods medewerkers en nieuwe FrieslandCampina
medewerkers). Het betreft een voorwaardelijke toezegging. Voor de voormalig Friesland
Foods medewerkers geldt de pensioenopbouw over een niet gemaximeerd salaris.
Voor de overige deelnemers wordt voor het salaris boven EUR 59.434 (2013) pensioen
opgebouwd in een toegezegde-bijdrageregeling.
Pensioenuitvoerder Ondernemingspensioenfonds Verzekeraar, in een gesepareerd
beleggingsdepot, middels een
garantiecontract
Financieringsafspraken FrieslandCampina betaalt jaarlijks een
kostendekkende premie waarin o.a.
zijn opgenomen de actuariële kosten
voor pensioenopbouw en indexatie
voor actieve deelnemers. Daarnaast
zijn additionele financieringsafspraken
gemaakt (extra premie en aanvullende
betalingen bij onderdekking) van in totaal
EUR 77 miljoen tot 2014. Dit bedrag is
voldaan en er zijn geen aanvullende
betalingen meer verschuldigd. Eind 2013
is de uitvoeringsovereenkomst met het
pensioenfonds opgezegd , zodat deze
formeel eind 2014 afloopt. Eind 2013
bedroeg de dekkingsgraad 102,7%.
Naast de kosten voor actuariële opbouw
en indexatie, zijn ook betalingen voor
de verzwaring van sterftegrondslagen
verschuldigd. Zolang de dekkingsgraad
van het depot ultimo jaar op contracts-
voorwaarden hoger is dan 110% hoeven
geen premies te worden afgedragen.
Daartegenover staat de verplichting de
dekkingsgraad tot 110% aan te vullen, als
deze 1,5 jaar lang lager is dan 110%. Eind
2013 bedroeg de dekkingsgraad 114,8%.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
75Toezicht en governance De pensioenpremie en benodigde buffers
worden berekend op basis van de eisen in
de Pensioenwet. Op basis van deze regels is
de pensioenpremie kostendekkend en dient
de dekkingsgraad van het pensioenfonds
eind 2013 minimaal 104% te bedragen. De
Nederlandsche Bank (DNB) houdt hierop
toezicht. Aangezien de dekkingsgraad eind
2013 102,7% bedroeg, beraadt het bestuur
van het pensioenfonds zich over eventuele
kortingsmaatregelen.
Het bestuur van het pensioenfonds bestaat
uit vertegenwoordigers van de werkgever,
werknemers en gepensioneerden.
De verantwoordelijkheid om voldoende
middelen aan te houden om alle
uitkeringen te kunnen doen ligt bij de
verzekeraar. Het toezicht hierop vindt
plaats door DNB.
De pensioenpremie wordt vastgesteld
op basis van de grondslagen in het
verzekeringscontract.
Het beleggingsbeleid voor het
verzekeringscontract wordt vastgesteld
in overleg tussen FrieslandCampina en
verzekeraar.
Opbouw deelnemersbestand Het deelnemersbestand bestaat voor
ongeveer 15% uit actieve deelnemers,
voor 35% uit voormalig medewerkers
en voor 50% uit gepensioneerden.
De gemiddelde looptijd van de
pensioenverplichtingen bedraagt
ongeveer 15 jaar.
Het deelnemersbestand bestaat voor
ongeveer 65% uit actieve deelnemers,
voor 25% uit voormalig medewerkers
en voor 10% uit gepensioneerden.
De gemiddelde looptijd van de
pensioenverplichtingen bedraagt
ongeveer 20 jaar.
Belangrijkste risico’s Na de afgesproken herstelbetalingen
tot 2013 is FrieslandCampina geen
aanvullende betalingen meer
verschuldigd. Daarmee liggen de risico’s
in de regeling in grote mate bij het
pensioenfonds.
Het belangrijkste risico is dat de
dekkingsgraad ultimo enig jaar tot
onder de 110% zakt. In dat geval is
FrieslandCampina na 1,5 jaar verplicht
de dekkingsgraad tot 110% aan te vullen.
Aangezien de pensioenverplichtingen in
het contract op basis van een vaste rente
worden berekend, is de ontwikkeling van
de beleggingen van significante invloed
op de dekkingsgraad.
De hierna opgenomen tabellen geven de veronderstellingen weer welke gehanteerd zijn bij het uitvoeren van de
berekeningen voor de (mutaties in de) contante waarde van de pensioenaanspraken en de beleggingen en de betreffende
onderdelen van de pensioenlasten, zoals verwerkt in de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening.
Veronderstellingen 1 2013 2012
% %
Discontovoet 3,2 / 3,5 3,3 / 3,9
Looninflatie 2,5 2,5
Prijsinflatie / stijging franchise 2,0 2,0
Indexatie
- actieven 2,5 2,5
- inactieven en gepensioneerden 0,0 - 1,8 0,0 - 1,7
Levensverwachting in jaren in jaren
- 65 jarige man / vrouw eind 2013 20,4 / 22,9 20,3 / 22,8
- 65 jarige man / vrouw over 20 jaar 22,4 / 24,0 22,3 / 24,0
1 De getoonde percentages betreffen de hiervoor genoemde Nederlandse pensioenregelingen en een in het verleden getroffen overgangsregeling, welke 94% (2012: 93%) van de contante waarde van de toegekende pensioenaanspraken vertegenwoordigen, respectievelijk 99% (2012: 99%) van de marktwaarde van de beleggingen.
De toegepaste discontovoet methode geeft een juiste weerspiegeling van de markt voor hoogwaardige bedrijfsobligaties
en houdt op de juiste wijze rekening met de beweeglijkheid van de rente op leningen met een langere looptijd.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
76Verloop en specificatie van de post nettopensioenverplichting 2013 2012
Contante waarde
van de toe-gekende
pensioen-aanspraken
Marktwaarde van de
beleggingen
Netto-pensioen-
verplichting
Contante waarde
van de toe-gekende
pensioen-aanspraken
Marktwaarde van de
beleggingen
Netto-pensioen-
verplichting
Begin boekjaar 2.841 2.243 598 2.288 1.969 319
Overgenomen middels acquisitie 11 11
Herrubricering 2 2
Kosten voor opbouw 1 72 72 59 59
Aanpassing pensioenregeling -29 -29
Rentelast / -opbrengst 1 99 81 18 105 94 11
Administratie- en uitvoeringskosten -3 3 -2 2
Ontvangen premies 77 -77 44 -44
Betaalde uitkeringen -93 -93 -90 -90
Valuta-omrekenverschillen -8 -2 -6 -2 -2
Mutaties door beleggingsresultaten en aanpassing garantiewaarde
36 -36 217 -217
Mutaties door wijzigingen financiële aannames 81 81 467 467
Mutaties door wijzigingen demografische aannames -1 -1 2 2
Mutaties door bestandsontwikkeling -1 -1 1 1
Einde boekjaar 2.963 2.339 624 2.841 2.243 598
Rubricering
Vaste activa 6 4
Langlopende verplichtingen 630 602
1 Met ingang van 2013 zijn de rentelasten over de kosten voor opbouw niet meer onder rentelasten verantwoord, maar als kosten voor opbouw. De vergelijkende cijfers over 2012 zijn hiervoor aangepast.
Van de toegekende pensioenaanspraken eind 2013 van EUR 2.963 miljoen is EUR 236 miljoen nog niet gefinancierd
(2012: EUR 248 miljoen).
Pensioenlasten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 2013 2012
Kosten voor opbouw 72 59
Aanpassing pensioenregeling -29
Rentelast 18 11
Administratie- en uitvoeringskosten 3 2
In de winst-en-verliesrekening opgenomen last uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen 64 72
Pensioenlasten uit hoofde van toegezegde-bijdrageregelingen 23 21
Aandeel werknemers in pensioenlasten -5 -5
Pensioenlasten opgenomen in de winst-en-verliesrekening 82 88
De aanpassing pensioenregeling betreft voornamelijk de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar voor
Nederlandse regelingen.
De Nederlandse bedrijfstakpensioenregelingen zijn te kwalificeren als toegezegde-bijdrageregelingen. FrieslandCampina
verwacht in 2014 EUR 120 miljoen bij te dragen aan haar toegezegd-pensioenregelingen en EUR 23 miljoen aan de
toegezegde-bijdrageregelingen.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
77Belangrijkste beleggingscategorieën in percentage van de marktwaarde van de totale beleggingen: 2013 2012
% % % %
Ondernemings-pensioenfonds
Verzekerings-contract
Ondernemings-pensioenfonds
Verzekerings-contract
Aandelen
- Noord Amerika 8 5
- Europa 4 6
- Verre Oosten incl. Japan 2 2
- Opkomende markten 4 4
- Overige 3 2
Vastrentende waarden
- Investment grade 29 34
- Non-investment grade 1 1
Garantiewaarde verzekeringscontract 48 45
Totaal 51 48 54 45
De beleggingen in het ondernemingspensioenfonds en de garantiewaarde van het verzekeringscontract maken eind
2013 respectievelijk 51% en 48% uit van de totale beleggingen. De overige beleggingen (1% van de totale beleggingen)
hebben betrekking op buitenlandse pensioenregelingen en bestaan uit verzekeringscontracten en diverse beleggingen.
Van de beleggingen in het ondernemingspensioenfonds heeft een bedrag van EUR 6 miljoen (2012: EUR 5 miljoen)
geen directe of indirecte marktnotering. Daarnaast is ongeveer EUR 25 miljoen belegd in achtergestelde obligaties
van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Voor het overige belegt het ondernemingspensioenfonds niet in eigen
vermogensinstrumenten van FrieslandCampina. In het ondernemingspensioenfonds wordt het renterisico van de
verplichtingen voor 51% afgedekt middels een liability matching portefeuille, voor het grootste deel bestaande uit
fysieke staatsobligaties. Voor het grootste gedeelte van de overige vastrentende waarden en de aandelen wordt het
valutarisico voor 70% tot 100% afgedekt. De waarde van de beleggingen in het verzekeringscontract is afgeleid van
de garantiewaarde van dit contract. De winstdeling in dit contract wordt echter bepaald door de beleggingen in het
gesepareerd beleggingsdepot. Deze beleggingen bestaan voor ongeveer 50% uit vastrentende waarden, 44% uit
aandelen en 6% uit overige beleggingen. Omdat de verzekeraar de pensioenverplichtingen vaststelt op een vaste
rente, is er beperkt sprake van rente-afdekking.
Onderstaande tabellen laten voor de Nederlandse regelingen de impact van een wijziging in de belangrijkste aannames
zien op de contante waarde van de toegekende pensioenaanspraken.
Effect op de contante waarde van de toegekende pensioenaanspraken ultimo jaar
2013
Stijging Daling
Wijziging rekenrente met 0,25% -116 125
Wijziging looninflatie en indexatie actieven met 0,25% 33 -31
Wijziging indexatie inactieven met 0,25% 89 -84
Wijziging levensverwachting met 1 jaar 91 -90
Een wijziging in meerdere aannames leidt mogelijk tot andere effecten dan de optelling van de afzonderlijke effecten
door het optreden van kruis-effecten. Bovendien zijn de gevolgen voor de nettopensioenverplichting veelal kleiner,
omdat bovengenoemde effecten deels worden gecompenseerd door een wijziging in de waarde van de beleggingen, of
de indexatie-aanname.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
78Impact IAS 19 (herzien 2011)IAS 19 (herzien 2011) wordt toegepast sinds 1 januari 2013. Als gevolg daarvan wordt de verwachte opbrengst
beleggingen van toegezegd-pensioenregelingen niet opgenomen in de winst-en-verliesrekening. In plaats daarvan
wordt de rente op de nettopensioenverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenaanspraken opgenomen in
de winst-en-verliesrekening. Deze wordt berekend door de nettopensioenverplichting te vermenigvuldigen met de
discontovoet die wordt gebruikt om de pensioenaanspraken te waarderen.
Ook kunnen nog niet in aanmerking genomen kosten inzake verstreken dienstjaren niet langer worden uitgesteld en
verantwoord gedurende toekomstige dienstjaren. In plaats daarvan worden alle kosten inzake verstreken dienstjaren
opgenomen wanneer de wijziging van een pensioenregeling ingaat of wanneer FrieslandCampina bijbehorende kosten
van reorganisatie of beëindiging opneemt. Tot 2012 werden kosten inzake verstreken dienstjaren lineair opgenomen als
lasten in de gemiddelde periode tot de aanspraken onvoorwaardelijk werden toegezegd.
De impact van IAS 19 (herzien 2011) op de geconsolideerde balans per 31 december 2012:
Impact van IAS 19 (herzien 2011) op nettopensioenverplichting Nettopensioenverplichting voor invoering 257
Toename nettopensioenverplichting als gevolg van invoering 341
Nettopensioenverplichting na invoering 598
Gerubriceerd onder vaste activa 4
Gerubriceerd onder langlopende verplichtingen 602
Impact van IAS 19 (herzien 2011) op het eigen vermogenToename nettopensioenverplichting -341
Toename latente belastingvorderingen 85
Netto-effect op eigen vermogen -256
De netto negatieve impact op het eigen vermogen van EUR 256 miljoen bestaat voor EUR 260 miljoen negatief uit
nog niet verwerkte actuariële resultaten en nog niet in aanmerking genomen kosten inzake verstreken dienstjaren en
voor EUR 4 miljoen positief uit de netto impact op de winst-en-verliesrekening van 2012 (voornamelijk als gevolg van
het berekenen van de opbrengst van beleggingen op basis van de discontovoet die wordt gebruikt om de toegezegde
pensioenaanspraken te disconteren). Van de niet verwerkte actuariële resultaten en nog niet in aanmerking genomen
kosten inzake verstreken dienstjaren (EUR 260 miljoen) heeft EUR 190 miljoen betrekking op 2012 en EUR 70 miljoen op
de jaren daarvoor.
De impact van IAS 19 (herzien 2011) op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening per 31 december 2012:
Toename winst voor belastingen 5
Toename belastingeffect -1
Toename winst na belastingen 4
Herwaardering nettopensioenverplichting vóór 2012, na belastingen, opgenomen in saldo begin boekjaar -70
Herwaardering nettopensioenverplichting, na belastingen, opgenomen in het totaalresultaat -190
Totaal herwaardering nettopensioenverplichting -260
Netto-effect op eigen vermogen -256
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
7921 Latente belastingvorderingen en -verplichtingen
Activa en passiva per soort tijdelijk verschil 2013
Grond, gebouwen en
installatiesImmateriële
activaPersoneels-
vergoedingen
Voorraden, debiteuren,
derivaten, crediteuren en voorzieningen
Niet- gerealiseerde
verlies-compensaties en faciliteiten Totaal
Begin boekjaar -60 33 116 41 37 167Acquisities -12 -12Opgenomen in winst-en-verliesrekening 4 22 -8 16 34
Opgenomen in eigen vermogen 10 9 8 27Valuta-omrekenverschillen 3 6 -1 -3 5Overige 1 1
Einde boekjaar -53 49 117 64 45 222
Latente belastingvorderingen en -verplichtingen hebben betrekking op de volgende balansposten:
Vorderingen Verplichtingen Netto
Grond, gebouwen en installaties 3 56 -53
Immateriële activa 108 59 49
Personeelsvergoedingen 120 3 117
Voorraden, debiteuren, derivaten, crediteuren en voorzieningen 69 5 64
Niet-gerealiseerde verliescompensaties en faciliteiten 45 45
Saldering -25 -25
Nettovordering 320 98 222
Activa en passiva per soort tijdelijk verschil 2012
Grond, gebouwen en
installatiesImmateriële
activaPersoneels-
vergoedingen
Voorraden, debiteuren,
derivaten, crediteuren en voorzieningen
Niet- gerealiseerde
verlies-compensaties en faciliteiten Totaal
Begin boekjaar -43 90 17 27 70 161
Acquisities -5 -41 1 -45
Opgenomen in winst-en-verliesrekening -12 -14 14 9 -43 -46
Opgenomen in eigen vermogen 85 4 10 99
Valuta-omrekenverschillen -2 -2
Einde boekjaar -60 33 116 41 37 167
Latente belastingvorderingen en -verplichtingen hebben betrekking op de volgende balansposten:
Vorderingen Verplichtingen Netto
Grond, gebouwen en installaties 2 62 -60
Immateriële activa 114 81 33
Personeelsvergoedingen 116 116
Voorraden, debiteuren, derivaten, crediteuren en voorzieningen 52 11 41
Niet-gerealiseerde verliescompensaties en faciliteiten 37 37
Saldering -26 -26
Nettovordering 295 128 167
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
80De niet-gerealiseerde verliescompensaties en faciliteiten zullen naar verwachting met toekomstige winsten kunnen
worden gecompenseerd, deze verwachting is gebaseerd op lange termijn plannen.
Latente belastingvorderingen worden niet opgenomen als het niet waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winsten
zullen zijn binnen de entiteiten, waartegen de verliezen kunnen worden benut.
Voor de volgende verliezen en faciliteiten zijn geen latente belastingvorderingen erkend:
2013 2012
Niet-gewaardeerde verliescompensaties 334 321
Niet-gewaardeerde faciliteiten 1 2
335 323
Van de niet-gewaardeerde verliezen verstrijkt EUR 4 miljoen tussen de 5 en 10 jaar. De resterende niet-gewaardeerde
verliezen en faciliteiten zullen niet verjaren onder de huidige fiscale regelgeving.
22 Voorzieningen
2013 2012
Reorganisatie-kosten
Overige voor zieningen Totaal
Reorganisatie-kosten
Overige voor zieningen Totaal
Begin boekjaar 41 24 65 26 36 62
Toevoegingen ten laste van de winst-en-verliesrekening 17 7 24 33 21 54
Vrijgevallen ten gunste van de winst-en-verliesrekening -5 -7 -12 -4 -18 -22
Onttrekkingen -20 -10 -30 -14 -15 -29
Einde boekjaar 33 14 47 41 24 65
Langlopende voorzieningen 17 7 24 3 6 9
Kortlopende voorzieningen 16 7 23 38 18 56
33 14 47 41 24 65
ReorganisatiekostenFrieslandCampina is in 2013 een nieuw meerjarig reorganisatieprogramma gestart, genaamd Reshape, in de business
group Consumer Products EMEA. De belangrijkste focus van Reshape is het verminderen van de complexiteit, het
verbeteren van de efficiëntie en de commerciële slagkracht en het vrijmaken van middelen om te investeren in
FrieslandCampina’s merken, technologie en innovatie. Aangezien fase 1 van Reshape in 2013 is aangekondigd is
hiervoor eind 2013 een reorganisatievoorziening gevormd. De voorziening omvat voornamelijk ontslagvergoedingen en
bijkomende kosten als gevolg van het sluiten en inkrimpen van productielocaties in Nederland.
Daarnaast heeft FrieslandCampina in voorgaande jaren diverse voorzieningen gevormd voor de herstructuring van
productie- en verpakkingslocaties. De onttrekkingen en vrijvallen in 2013 hebben voornamelijk betrekking op de
voorziening voor de locaties in Duitsland bij business group Consumer Products EMEA en de voorziening voor de
locatie Sénas bij business group Cheese, Butter & Milkpowder. Eind 2013 is de herstructurering van de productie-
en verpakkingslocaties in Elsterwerda afgerond. De resterende reorganisatievoorzieningen hebben voornamelijk
betrekking op de productiefaciliteiten in Duitsland en Hongarije, beide onderdeel van de business group Consumer
Products EMEA.
De voorzieningen reorganisatiekosten zullen resulteren in toekomstige uitgaande kasstromen. De voorzieningen
worden tegen de nominale waarde opgenomen, omdat de contante waarde niet materieel afwijkt.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
81Overige voorzieningen Deze voorzieningen zijn gevormd voor verplichtingen waarvan de omvang of de kans op daadwerkelijk voorkomen
op balansdatum onzeker is. Deze voorzieningen worden tegen de nominale waarde opgenomen, omdat de contante
waarde niet materieel afwijkt.
In de overige voorzieningen is een bedrag van EUR 2 miljoen (2012: EUR 11 miljoen) begrepen inzake verlieslatende
contracten. Het restant heeft voornamelijk betrekking op ontvangen claims en overige voorzieningen.
23 Rentedragende verplichtingen
2013 2012
Verplichtingen aan syndicaat kredietinstellingen 245 145
Verplichtingen aan institutionele beleggers 531 552
Achtergestelde obligaties 116 120
Leningen van leden-melkveehouders 41 33
Financiële leaseverplichtingen 11 14
Verplichtingen aan kredietinstellingen 12 12
Overige rentedragende verplichtingen 36 34
992 910
Onderstaand worden de voorwaarden en condities van de uitstaande langlopende verplichtingen weergegeven:
Lening Valuta
Nominale rente
percentageJaar van aflossing
Nominale waarde
2013Boekwaarde
2013
Nominale waarde
2012Boekwaarde
2012
Syndicaat (variabele rente) EUR 1,2 2015 250 245 150 145
Private Placement (vaste rente) USD/EUR 4,4 2017 107 107 110 110
Private Placement (vaste rente) USD 5,7 2020 96 96 100 100
Private Placement (vaste rente) USD 4,0 2022 58 58 61 61
Private Placement (vaste rente) USD 4,2 2024 106 106 111 111
Private Placement (vaste rente) USD 4,0 2027 164 164 171 170
Achtergestelde obligaties (variabele rente) EUR 1,9 2017-
2027 116 116 120 120
Leden-melkveehouders (variabele rente) EUR 1,8 2015 41 41 33 33
Fonterra (variabele rente) EUR/NZD 2,2 2018 29 29 29 29
Overige 30 30 31 31
997 992 916 910
Verplichtingen aan syndicaat kredietinstellingenIn 2011 is met een syndicaat van kredietinstellingen overeenstemming bereikt over de herfinanciering van de
kredietfaciliteit voor EUR 1 miljard met een looptijd tot augustus 2015. Op 31 december 2013 is er EUR 490 miljoen
getrokken op de kredietfaciliteit (2012: EUR 185 miljoen), waarvan EUR 240 miljoen (2012: EUR 35 miljoen) als
kortlopend is aangemerkt.
Verplichtingen aan institutionele beleggers (private placements)FrieslandCampina heeft in totaal bij institutionele beleggers in de Verenigde Staten van Amerika onderhandse
leningen geplaatst van USD 696 miljoen (2012: USD 808 miljoen) en EUR 25 miljoen (2012: EUR 25 miljoen) bij een
Europese investeerder.
FrieslandCampina heeft in juni 2012 onderhandse leningen geplaatst van USD 500 miljoen bij institutionele beleggers
in de Verenigde Staten, welke geëffectueerd zijn per augustus 2012. Deze onderhandse leningen van USD 500 miljoen
hebben een looptijd tussen 5 en 15 jaar met een vast rentepercentage in dollars van 3,1% tot 4,2%, afhankelijk van de
looptijd. Deze leningen zijn onder meer bestemd ter financiering van mogelijke acquisities.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
82Door middel van cross currency swaps zijn de USD aflossings- en rentebetalingsverplichtingen van deze verplichtingen
omgezet in EUR verplichtingen met een vaste rente. De cross currency swaps zijn afgesloten ter afdekking van de
kasstromen, hierop wordt kasstroomhedge accounting toegepast. De cross currency swaps worden gewaardeerd tegen
reële waarde. Het deel van de winst of het verlies behaald op deze hedge-instrumenten dat als een effectieve hedge
is aangemerkt, wordt rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt. De USD leningen van USD 696 miljoen (2012: USD
808 miljoen) zijn door middel van bovengenoemde swaps gefixeerd op EUR 532 miljoen (2012: EUR 627 miljoen).
Op 31 december 2013 is de gehele lening aan institutionele beleggers (Private placements) als langlopend aangemerkt
(2012: EUR 552 miljoen).
Achtergestelde obligatiesDe achtergestelde obligaties hebben betrekking op de in 1997 tot en met 2007 aan leden en overige partijen uitgegeven
achtergestelde obligaties. Van de uitgegeven achtergestelde obligaties is per ultimo 2013 EUR 25 miljoen in het bezit
van het Stichting Pensioensfonds Campina. Op 1 juni 2017 wordt EUR 32 miljoen afgelost, op 1 juni 2022 wordt EUR 70
miljoen afgelost en op 1 juni 2027 wordt EUR 14 miljoen afgelost. Vervroegde aflossing vindt plaats in het geval van
beëindiging van het bedrijf door leden-melkveehouders van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. De vorderingen
tot betaling van aflossing van deze obligaties zijn achtergesteld jegens alle vorderingen van andere schuldeisers van de
coöperatie. De achterstelling is beperkt tot faillissement, surseance van betaling en soortgelijke situaties.
Leningen van leden-melkveehoudersDeze leningen hebben betrekking op het langlopende gedeelte van driejarige depositoleningen gehouden door leden-
melkveehouders.
Financiële leaseverplichtingen
2013 2012
Toekomstige minimale
betalingen Rente
Contante waarde van
minimale betalingen
Toekomstige minimale
betalingen Rente
Contante waarde van
minimale betalingen
Minder dan 1 jaar 4 4 4 4
Tussen 1 en 5 jaar 11 9 12 10
Meer dan 5 jaar 3 2 6 4
18 7,2 15 22 6,6 18
In de verschuldigde leasetermijnen is een bedrag van EUR 11 miljoen (contante waarde EUR 9 miljoen) opgenomen voor
de samenwerkingsovereenkomst met een derde partij voor de veredeling, opslag en verpakking van kaas (2012: EUR 14
miljoen). Deze overeenkomst heeft een looptijd tot 2020.
Van de contante waarde van de minimale betalingen is EUR 4 miljoen (2012: EUR 4 miljoen) kortlopend en deze is
verantwoord onder verplichtingen aan financiers.
Er is geen zekerheid gesteld voor de kortlopende en langlopende leningen.
24 Overige financiële verplichtingen
2013 2012
Derivaten 67 46
Voorwaardelijke verplichting 20
87 46
Voor toelichting op de voorwaardelijke verplichting wordt verwezen naar toelichting 2 en toelichting 30 en voor
derivaten zie toelichting 14.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
8325 Verplichtingen aan financiers
2013 2012
Kortlopende deel van de langlopende rentedragende verplichtingen 255 150
Kortlopende rentedragende verplichtingen 66 187
Verplichtingen aan leden-melkveehouders 162 132
Rekening courant banken 50 56
533 525
Onder kortlopende rentedragende verplichtingen is ultimo 2013 een bedrag van EUR 66 miljoen (2012: EUR 72 miljoen)
opgenomen voor Commercial Papers. De bankfaciliteit is per jaareinde beëindigd (2012: EUR 115 miljoen).
De verplichtingen aan leden-melkveehouders betreft de vrije ledenrekening. Hierop worden alle betalingen van
FrieslandCampina aan de leden-melkveehouders gedaan, uitgezonderd de betalingen van de garantieprijs. Bedragen op
de vrije ledenrekening zijn vrij opneembaar. De gemiddelde rentevergoeding over deze verplichting bedroeg over 2013
1,6% (2012: 2,3%).
De gemiddelde rentevergoeding over de verplichtingen ultimo 2013 bedraagt 1,5% (2012: 2,4%).
26 Handelscrediteuren en overige verplichtingen
2013 2012
Verplichtingen aan leden-melkveehouders 586 472
Handelscrediteuren 1.176 1.062
Verplichtingen ter zake van belastingen (excl. vennootschapsbelasting) en premies sociale verzekeringen 32 37
Overige verplichtingen 451 401
2.245 1.972
27 Niet in de balans opgenomen verplichtingen
2013
2014 2015 - 2018 Na 2018 Totaal Garanties ten behoeve van derden 9 1 10 Operationele leaseverplichtingen 43 92 32 167 Aankoopverplichtingen vaste activa 210 33 243 Belastingverplichtingen 46 46 Overige verplichtingen 39 48 87
301 219 33 553
2012
2013 2014 - 2017 Na 2017 Totaal
Garanties ten behoeve van derden 4 4
Operationele leaseverplichtingen 37 69 7 113
Aankoopverplichtingen vaste activa 107 9 116
Belastingverplichtingen 18 18
Overige verplichtingen 46 72 1 119
194 168 8 370
FrieslandCampina heeft aan de tweede aandeelhouder van Frisian Flag Singapore (Holdings) Pte Ltd een call optie
verstrekt, waarmee de tweede aandeelhouder het recht heeft verkregen om onder bepaalde voorwaarden 4,3% van de
aandelen in Frisian Flag Singapore (Holdings) Pte Ltd van FrieslandCampina te kopen in de periode van 2012 tot en met
2015. Tot op heden is van deze call optie geen gebruik gemaakt door de tweede aandeelhouder.
In het kader van de fusie van Friesland Foods en Campina zijn in 2008 jegens de Europese Commissie twee
verplichtingen aangegaan.
De eerste verplichting houdt in dat aan leden-melkveehouders van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. die het
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
84lidmaatschap opzeggen een vertrekpremie moet worden betaald van EUR 5,00 per 100 kilogram melk, geleverd in het
jaar voorafgaande aan het jaar waarin het verzoek om in aanmerking te komen voor de vertrekpremie is gedaan. De
voorwaarde om voor de vertrekpremie in aanmerking te komen is dat de melkveehouder leverancier wordt bij enig
ander koper van boerderijmelk in Nederland.
De tweede verplichting houdt in dat maximaal 1,2 miljard kilogram boerderijmelk per jaar beschikbaar moet worden
gesteld aan kopers die beschikken over een zuivelfabriek en die verse zuivelproducten, Nederlandse natuurgerijpte
kaas of een van deze producten in combinatie met andere zuivelproducten produceren. Kopers kunnen deze melk
alleen verwerven voor uitbreiding van productie in bestaande fabrieken, productie in nieuwe fabrieken, alsmede ten
behoeve van de in het kader van de overeenkomst met de Europese Commissie door FrieslandCampina afgestoten
productiebedrijven te Nijkerk (verse zuivelproducten) en Bleskensgraaf (kaas).
De melk wordt beschikbaar gesteld via een onafhankelijke stichting. De prijs voor de melk is de garantieprijs (welke
FrieslandCampina betaalt voor melk geleverd door haar leden-melkveehouders) geldend in de maand van levering. Op
deze prijs is gedurende de eerste vijf jaren na het effectief worden van de verplichting een korting van toepassing van 1
procent. Deze periode van vijf jaar zal per 1 juli 2014 verstrijken, waarna deze korting niet meer wordt toegekend.
De verplichtingen blijven van toepassing totdat leden-melkveehouders met een melkvolume van in totaal 1,2 miljard
kilogram FrieslandCampina hebben verlaten of totdat de verplichtingen zijn ingetrokken door de Europese Commissie
op basis van haar overtuiging dat er voldoende Nederlandse boerderijmelk beschikbaar is voor voornoemde kopers.
De bedrijfsonderdelen die bij de fusie verkocht moesten worden en nu onderdeel uitmaken van Arla Foods en Deltamilk,
maken gebruik van deze mogelijkheid. Van de beschikbare 1,2 miljard kilogram melk is 0,9 miljard door de Dutch
Milk Foundation voor deze marktpartijen gereserveerd. In december 2013 hebben FrieslandCampina en A-ware een
contract met een looptijd van tien jaar gesloten met betrekking tot de levering van circa 0,3 miljard kilogram melk (het
beschikbare restant van de 1,2 miljard kilogram boerderijmelk). De start van de levering van boerderijmelk aan A-ware
is voorzien tussen 1 december 2014 en 1 mei 2015.
28 Transacties met verbonden partijenTussen de leden-melkveehouders en de Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is overeengekomen dat
laatstgenoemde de door de leden-melkveehouders aangeboden ledenmelk afneemt. In 2013 was dit 9,3 miljard
kilogram (2012: 8,9 miljard kilogram). De voor deze melk te betalen prijs is gebaseerd op het gewogen gemiddelde
van de melkprijzen in Duitsland, Nederland, Denemarken en België, welke in totaal 48 miljard kilogram melk
vertegenwoordigt. De aldus berekende melkprijs wordt gegarandeerd en wordt derhalve de garantieprijs genoemd. Van
de winst van Koninklijke FrieslandCampina N.V., na aftrek van de vergoeding op ledenobligaties, de vergoeding voor
de perpetuele obligaties en de winst toe te rekenen aan minderheidsbelangen, wordt 50% toegevoegd aan het eigen
vermogen van de vennootschap, 30% wordt contant uitgekeerd aan de leden-melkveehouders als prestatietoeslag
voor de geleverde melk en 20% wordt uitgekeerd aan de leden-melkveehouders in de vorm van ledenobligaties-
vast. Het reserveringsbeleid wordt iedere drie jaar herzien. Op basis van de herziening van het reserveringsbeleid is
vastgesteld dat vanaf 2014 45% wordt toegevoegd aan het eigen vermogen van de vennootschap, 35% contant wordt
uitgekeerd aan de leden-melkveehouders als prestatietoeslag en 20% wordt uitgekeerd aan de leden-melkveehouders
in de vorm van ledenobligaties-vast. Onder zowel het huidige als het gewijzigde reserveringsbeleid kan de executive
board bij een eventuele bijzondere waardevermindering groter dan EUR 100 miljoen besluiten deze geheel ten laste van
de toevoeging aan het eigen vermogen van de vennootschap te brengen. Van deze optie is gebruik gemaakt voor de
verwerking van de bijzondere waardevermindering van de goodwill van EUR 200 miljoen.
Voor de bezoldiging van het bestuur zie toelichting 29.
Voor pensioenverplichtingen zie toelichting 20.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
85Joint ventures en geassocieerde deelnemingenFrieslandCampina koopt en verkoopt regelmatig goederen van en/of aan geassocieerde deelnemingen waarin
FrieslandCampina een belang heeft van 50% of minder en significante invloed kan uitoefenen. De condities waarop
deze transacties worden uitgevoerd zijn vergelijkbaar met transacties van derden. In onderstaande tabel zijn de
verhoudingen toegelicht:
2013 2012
Inkoop grond- en hulpstoffen en handelsgoederen 47 41
Verkoop grond- en hulpstoffen en handelsgoederen 74 64
Vorderingen op verbonden partijen 37 39
Verplichtingen aan verbonden partijen 5 4
Bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.De leden van het bestuur van de coöperatie gaan uit hoofde van hun beroep als melkveehouder transacties aan met
FrieslandCampina, waaronder het leveren van melk. Dit resulteert in een verplichting per 31 december voor vergoedingen
van melkleveringen. Tevens zijn de leden van het bestuur van de coöperatie in het bezit van ledenobligaties en -certificaten
en depositoleningen.
In onderstaande tabel zijn de verhoudingen toegelicht:
2013 2012
Inkoop grondstoffen 3 3
Ledenobligaties en -certificaten 2 1
29 Bezoldiging bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
2013 2012
Bestuur
Korte termijn beloningen 0,5 0,3
0,5 0,3
30 Financieel risicomanagement en financiële instrumentenKapitaalmanagementFrieslandCampina streeft naar een evenwichtige balans tussen een prudent financierings- en reserveringsbeleid,
investeringen in de onderneming en uitkeringen aan de leden-melkveehouders. De verhouding tussen de reserveringen
en uitkeringen aan de leden-melkveehouders wordt iedere drie jaar herzien en vastgesteld door de ledenraad. Bij de
herziening van het beleid worden toekomstige omstandigheden in beschouwing genomen. Tevens wordt rekening
gehouden met onvoorziene omstandigheden en risico’s die buiten de beïnvloedingssfeer van FrieslandCampina liggen.
Het bestuur draagt de verantwoordelijkheid en stelt het beleid vast omtrent FrieslandCampina’s risicomanagement
en interne beheersingsmaatregelen. Dit beleid wordt regelmatig geëvalueerd om veranderingen in de
marktomstandigheden of activiteiten te reflecteren. Het interne beheersingsraamwerk binnen FrieslandCampina
ondersteunt het bestuur in haar overzichtstaak.
Financieel risicomanagementFrieslandCampina is een multinational met een groot aantal werkmaatschappijen in verschillende landen. Hierdoor is
FrieslandCampina gevoelig voor verschillende financiële risico’s, zoals kredietrisico, renterisico, liquiditeitsrisico en
valutarisico. Het algemene risico beleid is erop gericht om financiële risico’s te identificeren, analyseren en waar nodig
deze risico’s te mitigeren om zodoende mogelijke negatieve financiële resultaten te voorkomen. De afdeling Corporate
Treasury heeft het mandaat gekregen om deze mitigerende maatregelen uit te voeren. Deze maatregelen zijn vastgelegd
in duidelijk geformuleerd beleid. Corporate Treasury rapporteert de blootstelling aan financiële risico's, inclusief
liquiditeitsrisico, valutarisico, renterisico en kredietrisico op financiële dienstverleners aan het Treasury Committee.
De voornaamste financiële instrumenten van FrieslandCampina bestaan uit leningen van kredietinstellingen en
institutionele beleggers, ledenobligaties en liquide middelen. Het voornaamste doel van de mix van deze financiële
instrumenten is om op een gediversifieerde wijze fondsen van verschillende markten en investeerders aan te
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
86trekken ten behoeve van de financiering van FrieslandCampina activiteiten. FrieslandCampina heeft verscheidene
andere financiële instrumenten, zoals handelsdebiteuren en -crediteuren die rechtstreeks voortvloeien uit de
bedrijfsactiviteiten. FrieslandCampina volgt nauwgezet de marktrisico's, voornamelijk valutarisico en renterisico,
verband houdend met alle financiële instrumenten.
Derivatentransacties, voornamelijk valutatermijntransacties en renteswaps worden afgesloten ten behoeve van het
beheersen van de valuta- en renterisico’s voortvloeiend uit FrieslandCampina activiteiten en financiering daarvan.
Het is, en was gedurende de verslagperiode, het beleid van FrieslandCampina om niet voor speculatieve doeleinden
in financiële instrumenten te handelen. De voornaamste risico’s voortvloeiend uit de financiële instrumenten zijn
vreemde valuta-, rente-, liquiditeits- en kredietrisico’s.
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. voert hetzelfde beleid als Koninklijke FrieslandCampina N.V. Dit beleid is
onderstaand omschreven en heeft als doel om de genoemde risico's te beheersen.
ValutarisicoAangezien FrieslandCampina bedrijfsactiviteiten ontplooit in verschillende landen in de wereld, is een aanzienlijk
deel van haar activa, passiva en resultaten gevoelig voor valutaschommelingen. Het geformuleerde beleid voor het
beheersen van transactierisico's heeft als doel de gevoeligheid van de resultaten voor wisselkoersschommelingen te
beperken. Transactierisico's worden in principe afgedekt. Vanwege specifieke product- en marktomstandigheden kan
hiervan worden afgeweken, zoals bijvoorbeeld voor de Nigeriaanse naira, Indonesische rupiah en de Vietnamese dong.
De koersrisico's, voortvloeiende uit investeringen in buitenlandse dochterondernemingen en deelnemingen worden
in principe niet afgedekt. Door dochterondernemingen in het buitenland zoveel mogelijk te financieren in valuta
van het betreffende land wordt het risico voortkomend uit de valutaire 'mismatch' tussen activa en passiva beperkt.
De solvabiliteitseis die FrieslandCampina aan buitenlandse dochterondernemingen stelt, brengt echter een zeker
translatierisico met zich mee.
Positie valutarisico'sDe samenvatting van kwantitatieve gegevens over de valutarisicopositie van FrieslandCampina verstrekt aan het
bestuur, op basis van haar risicomanagementbeleid, was als volgt (posities zijn weergegeven in EUR):
2013 2012
EUR/USD
NGN/USD
IDR/USD
SGD/HKD
EUR/CNY
EUR/USD
NGN/USD
IDR/USD
SGD/HKD
EUR/CNY
Vorderingen 80 3 46 42 40 2 31 57
Liquide middelen 3 5 1 2
Verplichtingen 16 59 33 14 5 38
Netto-overzicht van de financiële positie 67 -59 -30 46 42 31 -4 -34 31 57
Geprognosticeerde verkopen komend boekjaar 668 18 149 206 644 150 200
Geprognosticeerde inkopen komend boekjaar 29 364 349 30 318 246
Netto geprognosticeerde transacties 639 -364 -331 149 206 614 -318 -246 150 200
Valutatermijncontracten 91 42 108 25
Nettopositie 31 december EUR 615 -423 -361 153 248 537 -322 -280 156 257
GevoeligheidsanalyseFrieslandCampina is hoofdzakelijk gevoelig voor koersschommelingen van de Amerikaanse dollar als gevolg van
inkopen en verkopen in dollars. De valutaparen met de grootste omvang zijn EUR/USD, NGN/USD, IDR/USD, SGD/HKG
en EUR/CNY. Ten opzichte van de euro betreft het voornamelijk verkopen in Amerikaanse dollars en Chinese yuan.
Ten opzichte van de andere valuta betreft het vooral de inkoop van grondstoffen op de wereldmarkt. In onderstaande
opstelling is de invloed weergeven welke 5% mutatie van de genoemde koers ten opzichte van de lokale valuta heeft op
het resultaat. Een koersmutatie met 5% wordt als een reële mogelijkheid verondersteld.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
87Een positief getal houdt in een toename van de winst en van het bedrag van de eigen vermogenscomponent 'Reserve
kasstroomafdekkingen', terwijl een negatief getal een afname inhoudt. Echter op dit moment zijn er geen grote
kasstroomafdekkingen, daarom zijn deze niet vermeld.
Een versterking (verzwakking) van de genoemde koers, zoals hieronder aangegeven, ten opzichte van de EUR, NGN,
IDR en SGD op 31 december zou het eigen vermogen en de winst of het verlies met onderstaande bedragen hebben
verhoogd (verlaagd). Deze analyse is gebaseerd op de wisselkoerseffecten voor vreemde valuta, die FrieslandCampina
redelijkerwijs voor mogelijk hield op de balansdatum. De analyse gaat ervan uit dat alle andere variabelen, met name
de rentetarieven, constant blijven.
Versterking Verzwakking
(in EUR)Impact op winst voor
belastingImpact op winst voor
belasting
31 december 2013USD (5 % mutatie ten opzichte van EUR) 31 -31
USD (5 % mutatie ten opzichte van NGN) -21 21
USD (5 % mutatie ten opzichte van IDR) -18 18
HKD (5 % mutatie ten opzichte van SGD) 8 -8
CNY (5 % mutatie ten opzichte van EUR) 12 -12
31 december 2012
USD (5 % mutatie ten opzichte van EUR) 28 -28
USD (5% mutatie ten opzichte van NGN) -16 16
USD (5 % mutatie ten opzichte van IDR) -14 14
HKD (5 % mutatie ten opzichte van SGD) 8 -8
CNY (5 % mutatie ten opzichte van EUR) 13 -13
RenterisicoRenterisicobeheersing heeft tot doel het limiteren van de invloed van fluctuaties in de rentevoet op de resultaten
en het zoveel mogelijk beperken van de rentekosten. Rentederivaten worden gebruikt om het effectieve
interestpercentage van de leningenportefeuille aan te laten sluiten bij het beoogde renterisicoprofiel. Het gemiddelde
percentage van de rentedragende instrumenten van FrieslandCampina (met uitzondering van ledenobligaties en
ledencertificaten, de leningen aan leden-melkveehouders en achtergestelde obligaties), dat wordt gekenmerkt door
een vast rentepercentage of is gefixeerd door middel van een afdekking, is naar verwachting gemiddeld 81% voor de
komende 5 jaar. In onderstaand overzicht wordt de situatie weergegeven per jaareinde:
2013 2012
Renteopbouw van de financiële verplichtingenBoekwaarde
exclusief afdekking
Boekwaarde inclusief
afdekking
Boekwaarde exclusief
afdekking
Boekwaarde inclusief
afdekking
Vast percentage 550 750 656 956
Variabel percentage 975 775 779 479
1.525 1.525 1.435 1.435
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
88FrieslandCampina heeft een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd gebaseerd op de invloed van rentetarieven op derivaten
en overige financiële instrumenten per jaareinde. Voor liquide middelen en verplichtingen met variabele rentetarieven
is de analyse uitgevoerd uitgaande van de veronderstelling dat het uitstaande bedrag per jaareinde het gehele jaar
heeft uitgestaan. Deze gevoeligheidsanalyse geeft aan dat, wanneer de rente was gestegen of gedaald met 0,5%, de
cumulatieve rentelasten voor het huidige jaar minder dan 1 miljoen euro hoger of lager geweest zouden zijn.
LiquiditeitsrisicoHet is het doel van FrieslandCampina om een balans te behouden tussen de continuïteit en de flexibiliteit van
haar financiering door het gebruik van verscheidene financiële instrumenten. De totale nettoschuld dient in
overwegende mate gefinancierd te zijn door lange termijn leningen en toegezegd gecommitteerde kredietfaciliteiten.
FrieslandCampina beheerst haar liquiditeiten vooral door een belangrijk bedrag beschikbaar te houden onder
gecommitteerde kredietfaciliteiten van in totaal EUR 1,531 miljoen (2012: EUR 1,637 miljoen). Van deze faciliteiten is
eind 2013 EUR 510 miljoen (2012: EUR 815 miljoen) niet benut. Dit is ruim boven de minimale voet van EUR 350 miljoen
die volgens het financiële beleid van FrieslandCampina moet worden aangehouden.
Onderstaande tabel is een overzicht van de vervaldata van de financiële verplichtingen van contractuele nominale
betalingen inclusief gerelateerde renteverplichtingen.
Kasstromen financiële verplichtingen
2013
BoekwaardeContractuele
kasstromen 2014 2015 - 2018 Na 2018
Financiële verplichtingen anders dan derivatenRentedragende verplichtingen 1.510 -1.731 -577 -602 -552
Financiële leaseverplichtingen 15 -18 -4 -11 -3
Handelscrediteuren en overige verplichtingen 2.245 -2.245 -2.245
Voorwaardelijke verplichting 20 -25 -25
Derivaten
Interest rate swaps 6 -7 -5 -2
Cross currency swaps 62 -77 -1 -11 -65
Valutatermijncontracten 1 -1 -1
3.859 -4.104 -2.833 -651 -620
2012
BoekwaardeContractuele
kasstromen 2013 2014 - 2017 Na 2017
Financiële verplichtingen anders dan derivaten
Rentedragende verplichtingen 1.417 -1.699 -556 -400 -743
Financiële leaseverplichtingen 18 -22 -4 -12 -6
Handelscrediteuren en overige verplichtingen 1.972 -1.972 -1.972
DerivatenInterest rate swaps 16 -19 -10 -9
Cross currency swaps 44 -68 -9 -5 -54
Valutatermijncontracten 1
3.468 -3.780 -2.551 -426 -803
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
89KredietrisicoFrieslandCampina is blootgesteld aan kredietrisico met betrekking tot haar handelsvorderingen, liquide middelen en
derivaten. Kredietrisico wordt beheerd door het systematisch monitoren van de kredietwaardigheid van afnemers op
decentraal niveau en financiële tegenpartijen op centraal niveau.
De afnemers van FrieslandCampina bestaan in het algemeen uit gerespecteerde partijen met wie een langdurige relatie
wordt onderhouden. In overeenstemming met het kredietmanagementbeleid van FrieslandCampina worden afnemers
gecategoriseerd en afhankelijk van hun kredietprofiel zijn de volgende risico mitigerende maatregelen genomen:
• vooruitbetaling, contante betaling bij ontvangst goederen of verstrekking van een onderpand;
• afdekking door middel van kredietbrieven of bankgaranties;
• kredietverzekering.
Als gevolg van de spreiding over geografische gebieden en productgroepen is er geen sprake van een significante
concentratie van kredietrisico in de handelsvorderingen van FrieslandCampina (geen enkele klant is verantwoordelijk
voor meer dan 4% van de omzet). Afschrijvingen op handelsvorderingen bedragen in totaal minder dan 0,1% van de
jaarlijkse omzet. Voor verdere informatie omtrent de handelsvorderingen wordt verwezen naar toelichting 17.
Liquide middelen worden zoveel mogelijk aangehouden bij eerste klas internationale banken, dat wil zeggen
banken met minstens een kredietclassificatie van 'single A'. Daar waar liquide middelen worden aangehouden door
dochterondernemingen in politiek minder stabiele landen, zijn deze activa onderhevig aan lokale landenrisico's. Om
deze risico's zoveel mogelijk te beperken, past FrieslandCampina een actief dividendbeleid toe met betrekking tot
die dochterondernemingen. FrieslandCampina heeft bijvoorbeeld ook uitstaande gelden in Nigeria en om dit risico te
mitigeren heeft FrieslandCampina naast een actief dividendbeleid ook een strikt bankenbeleid.
Derivaten worden alleen verhandeld met financiële instituten met een hoge kredietbeoordeling, dat wil zeggen met een
kredietgradatie van minstens 'investment grade'. Het maximale kredietrisico van FrieslandCampina ten aanzien van de
financiële activa is gelijk aan de actuele balanswaarde.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de kredietclassificaties van uitstaande liquide middelen en derivaten per
31 december:
2013 2012
Uitstaande liquide
middelen
Contract volume
derivaten
Uitstaande liquide
middelen
Contract volume
derivaten
Kredietclassificatie financiële instellingAA 139 147 207 187
A 266 772 401 1.049
BBB+ 35 9 5
< BBB 49 48
Geen classificatie 71 95
560 928 756 1.236
Actief risicobeheerProblemen als gevolg van de nasleep van de kredietcrisis kunnen op verschillende manieren een materieel effect
hebben op de toekomstige resultaten van FrieslandCampina. Waar het risico van een verdere verslechtering van de
Europese economie en verminderde beschikbaarheid van bankkrediet lijkt te zijn verminderd, is er wel sprake van
verhoogde volatiliteit van valutamarkten en risico’s voor de economische groei in opkomende markten.
FrieslandCampina voert een actief risicobeheer. Opgestelde scenarioplanning en maatregelen voor eventuele
problemen in de Eurozone blijven vooralsnog van kracht. Op basis van een continu bedrijfsproces worden, op grond van
monitoring en risicoanalyses in alle werkmaatschappijen van FrieslandCampina, business plannen waar nodig bijgesteld
en onderhouden met een gericht pakket van risico mitigerende maatregelen.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
90Convenantrichtlijnen Bestaande richtlijnen voor financiële ratio's:
Senior Nettoschuld / EBITDA < 3,0
Nettoschuld / EBITDA < 3,5
EBITDA / Netto-interest > 3,5
Aan de voorwaarden van de convenanten voor beide faciliteiten (syndicaat en private placements) is voldaan.
Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, zijn de opgenomen bedragen onder de kredietfaciliteit en de private
placements opeisbaar.
De senior nettoschuld is berekend vanuit de jaarrekening van Koninklijke FrieslandCampina N.V. en kan derhalve niet
met de cijfers in deze jaarrekening aangesloten worden. In onderstaande tabel wordt de berekening van de (senior)
nettoschuld weergegeven.
2013 2012
Rentedragende verplichtingen 876 1.080
Verplichtingen aan financiers 371 393
Verplichting aan gelieerde ondernemingen 1
Vorderingen op gelieerde ondernemingen -12 -39
Liquide middelen -560 -756
Liquide middelen niet ter vrije beschikking 21 6
Nettoschuld 696 685
Lening van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. -290
Senior nettoschuld 696 395
Derivaten aangemerkt als kasstroomafdekkingDe onderstaande tabel duidt de periodes aan waarin de kasstroom, die gerelateerd is aan de kasstroomafdekkingen,
naar verwachting zal plaatsvinden en bevat tevens de reële waarde van de betrokken hedginginstrumenten.
2013
Reële waardeVerwachte
kasstromen 2014 2015 - 2018 Na 2018
Interest rate swapsPassiva 6 -7 -5 -2
Cross Currency swapsActiva 3 3 1 4 -2
Passiva 62 -77 -1 -11 -65
2012
Reële waardeVerwachte
kasstromen 2013 2014 - 2017 Na 2017
Interest rate swaps
Activa
Passiva 16 -19 -10 -9
Cross Currency swapsActiva 13 11 2 6 3
Passiva 44 -68 -9 -5 -54
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
91Accountingclassificaties en reële waardenDe reële waarde en boekwaarde van financiële activa en passiva zoals opgenomen in de geconsolideerde balans wordt
in onderstaande tabel weergegeven. Hierbij is de reële waarde het bedrag dat zou zijn ontvangen of betaald als de
vorderingen en of verplichtingen waren afgewikkeld op balansdatum, zonder verdere verplichtingen.
2013
Toelichting
Gewaardeerd tegen reële
waarde
Reële waarde - afdekkings-
instrumentenBeschikbaar
voor verkoopLeningen en vorderingen
Overige financiële
verplichtingen Boekwaarde Reële waarde
Financiële activa niet gewaardeerd tegen reële waarde
Verstrekte leningen (15) 39 39 41
Langlopende vorderingen (15) 4 4 4
Handelsdebiteuren en overige vorderingen (17) 1.323 1.323 1.323
Liquide middelen (18) 560 560 560
1.926 1.926 1.928
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde
Afdekkingsderivaten (14) 7 7 7
Effecten (15) 30 30 30
7 30 37 37
Financiële passiva niet gewaardeerd tegen reële waarde
Langlopende rentedragende verplichtingen – vaste rente (23) 531 531 634
Langlopende rentedragende verplichtingen – variabele rente
(23) 461 461 461
Kortlopende deel van de langlopende rentedragende verplichtingen
(25) 255 255 255
Kortlopende rentedragende verplichtingen (25) 228 228 228
Rekening courant banken (25) 50 50 50
Handelscrediteuren en overige (financiële) verplichtingen (excl. verplichtingen inzake put-opties en voorwaardelijke verplichting)
(26) 2.245 2.245 2.245
3.770 3.770 3.873
Financiële passiva gewaardeerd tegen reële waarde
Afdekkingsderivaten (14) 69 69 69
Verplichtingen inzake put-opties (14) 7 7 7
Voorwaardelijke verplichting (24) 20 20 20
27 69 96 96
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
922012
Toelichting
Gewaardeerd tegen reële
waarde
Reële waarde - afdekkings-
instrumentenLeningen en vorderingen
Overige financiële
verplichtingen Boekwaarde Reële waarde
Financiële activa niet gewaardeerd tegen reële waarde
Verstrekte leningen (15) 43 43 43
Langlopende vorderingen (15) 4 4 4
Handelsdebiteuren en overige vorderingen (17) 1.182 1.182 1.182
Liquide middelen (18) 756 756 756
1.985 1.985 1.985
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde
Afdekkingsderivaten (14) 16 16 16
16 16 16
Financiële passiva niet gewaardeerd tegen reële waarde
Langlopende rentedragende verplichtingen – vaste rente (23) 552 552 673
Langlopende rentedragende verplichtingen – variabele rente (23) 358 358 358
Kortlopende deel van de langlopende rentedragende verplichtingen (25) 150 150 153
Kortlopende rentedragende verplichtingen (25) 319 319 319
Rekening courant banken (25) 56 56 56
Handelscrediteuren en overige (financiële) verplichtingen (excl. verplichtingen inzake put-opties)
(26) 1.972 1.972 1.972
3.407 3.407 3.531
Financiële passiva gewaardeerd tegen reële waarde
Afdekkingsderivaten (14) 61 61 61
Verplichtingen inzake put-opties (14) 162 162 162
162 61 223 223
De reële waarde is gelijk gesteld aan de boekwaarde, met uitzondering voor de rentedragende verplichtingen met
een vast rentepercentage en de verstrekte lening met een vast rentepercentage. Voor de berekening van de reële
waarde van deze verplichtingen is een gemiddeld gewogen rentepercentage van 1,35% (2012: 1,49%) gebruikt en
betreft een waarderingsmethode zoals geclassificeerd onder niveau 2. De reële waarde van de verstrekte lening met
een vast rentepercentage is bepaald middels een gemiddeld rentepercentage van 1,23% en betreft eveneens een
waarderingsmethode zoals geclassificeerd onder niveau 2.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
93Hiërarchie reële waardenIn de onderstaande tabel worden de financiële instrumenten die tegen reële waarde zijn gewaardeerd, of
waarvan de boekwaarde afwijkt van de reële waarde, weergegeven per waarderingsmethode. De verschillende
waarderingsmethoden zijn als volgt gedefinieerd:
Niveau 1: reële waarde bepaald door gebruikmaking van marktnoteringen (niet aangepast) in actieve markten voor
gelijke activa en passiva;
Niveau 2: reële waarde bepaald door gebruikmaking van gegevens, anders dan in niveau 1, die direct (bijvoorbeeld als
prijzen) of indirect (bijvoorbeeld afgeleid van prijzen) waarneembaar zijn voor het actief of passief;
Niveau 3: reële waarde bepaald door gebruikmaking van gegevens die niet zijn gebaseerd op waarneembare
marktgegevens
2013
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Reële waarde Boekwaarde
Financiële activa niet gewaardeerd tegen reële waardeVerstrekte leningen 41 41 39
41 41 39
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waardeAfdekkingsderivaten 7 7 7
Effecten 26 4 30 30
26 11 37 37
Financiële passiva niet gewaardeerd tegen reële waarde
Langlopende rentedragende verplichtingen – vaste rente 634 634 531
634 634 531 Financiële passiva gewaardeerd tegen reële waarde
Afdekkingsderivaten 69 69 69
Verplichtingen inzake put-opties 7 7 7
Voorwaardelijke verplichting 20 20 20
76 20 96 96
2012
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Reële waarde Boekwaarde
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde
Afdekkingsderivaten 16 16 16
16 16 16
Financiële passiva niet gewaardeerd tegen reële waarde
Langlopende rentedragende verplichtingen – vaste rente 673 673 552
Kortlopende deel van de langlopende rentedragende verplichtingen 153 153 150
826 826 702
Financiële passiva gewaardeerd tegen reële waarde
Afdekkingsderivaten 61 61 61
Verplichtingen inzake put-opties 7 155 162 162
68 155 223 223
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
94Mutaties en transfers reële waarde hiërarchieFrieslandCampina verantwoordt transfers tussen niveaus binnen de hiërarchie van reële waarde aan het einde van de
rapportageperiode, waarin de transfer heeft plaatsgevonden.
Mutaties niveau 1 en 2
Het in 2013 verworven belang van 7,5% in Synlait Milk Ltd is geclassificeerd als overig financieel actief. Voor de
waardering wordt niveau 1 als waarderingsmethode gehanteerd en hierbij wordt de beursnotering gebruikt als
grondslag voor de waardering.
FrieslandCampina houdt een belang van < 1% in een derde partij dat is geclassificeerd onder de overige financiële
activa. De reële waarde van dit belang is afgeleid van de eigenvermogenswaarde van de derde partij. Deze
waarderingsmethode is geclassificeerd als niveau 2.
De afdekkingsderivaten zijn aangemerkt als niveau 2 waarderingsmethode. De reële waarde van de
valutatermijncontracten wordt berekend door vergelijking met de actuele termijnkoersen van contracten voor gelijke
resterende looptijden. De reële waarde van renteswapcontracten wordt bepaald aan de hand van de contante waarde
op basis van actuele marktgegevens.
Transfers tussen niveau 1 en 2
In 2013 en 2012 hebben geen transfers plaatsgevonden van niveau 1 naar niveau 2 of vice versa.
Mutaties niveau 3
De voorwaardelijke verplichting inzake de acquisitie van Zijerveld en Den Hollander Food is bepaald op basis van de
reële waarde per 31 december 2013 van de voorwaardelijke vergoeding van maximaal EUR 25 miljoen. Hierbij is een
inschatting gemaakt van de verwachte EBITDA-groei over de periode 2013-2015 en is de verwachte voorwaardelijke
verplichting contant gemaakt met een discontovoet van 11%. De voorwaardelijke vergoeding is aangemerkt als niveau 3.
De uitoefendatum van de DFE put-optie is verstreken per juni 2013 en de eindwaarde van de put-optie is bepaald
op basis van de contante waarde methode die gebruik maakt van de actuele marktgegevens en de toekomstige
kasstromen. De toekomstige kasstromen zijn gedisconteerd tegen de marktconforme discontovoeten. Per 2012 was de
waardering van de DFE put-optie opgenomen onder Niveau 3.
Gedurende 2013 hebben de volgende mutaties plaatsgevonden voor de financiële instrumenten aangemerkt als niveau 3:
2013
DFE put-optie Voorwaardelijke verplichting
Boekwaarde begin boekjaar 155
Verworven middels acquisitie 19
Financieringslast 3 1
Waardeaanpassing via goodwill 25
Transfer uit niveau 3 -183
Boekwaarde per 31 december 2013 20
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
9531 Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode.
De volgende tabel laat voor 2013 de onderlinge relaties tussen de mutatie in de balanspost en het kasstroomoverzicht
zien voor de voorraden, vorderingen en verplichtingen.
Voorraden Vorderingen Verplichtingen
Per jaareinde 2012 1.139 1.182 1.972
Per jaareinde 2013 1.303 1.323 2.245
Kasstroom als gevolg van balansmutatie -164 -141 273
Aanpassingen:
Effect vreemde valuta -39 -33 75
Verworven middels acquisitie 28 69 -81
Interest balanspositie 4 -1
Mutatie verplichting inzake investeringen -31
Mutatie kasstromen -175 -101 235
32 Gebeurtenissen na balansdatumEind 2013 is in Nederland met de sociale partners in de zuivelindustrie overeenstemming bereikt over de opzet van een
geheel nieuwe basispensioenregeling vanaf 2015. Deze opzet bevat een voorstel om tot een zogenaamde collectieve
beschikbare premie regeling te komen, uitgevoerd door een bedrijfstak pensioenfonds. Het akkoord bevat nog een
aantal voorbehouden in verband met de verdere uitwerking in de loop van 2014. Op het moment dat het akkoord in
2014 definitief is zullen de effecten daarvan worden verwerkt in de balanspost ‘nettopensioenverplichting’.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
96Belangrijkste dochterondernemingenNederlandDen Hollander Food B.V., Lochem
Friesland Brands B.V., Leeuwarden
FrieslandCampina Cheese & Butter B.V., Amersfoort
FrieslandCampina Consumer Products Europe B.V., Amersfoort
FrieslandCampina Consumer Products International B.V., Amersfoort
FrieslandCampina Creamy Creation B.V., Amersfoort
FrieslandCampina DMV B.V., Amersfoort
FrieslandCampina Domo B.V., Amersfoort
FrieslandCampina International Holding B.V., Amersfoort
FrieslandCampina Kievit B.V., Meppel
FrieslandCampina Nederland B.V., Amersfoort
FrieslandCampina Nederland Holding B.V., Amersfoort
FrieslandCampina Nutrifeed B.V., Amersfoort
FrieslandCampina Riedel B.V., Amersfoort
FrieslandCampina Werknemers B.V., Amersfoort
Kaashandel Culemborg B.V., Hardinxveld-Giessendam
Koninklijke FrieslandCampina N.V., Amersfoort
Zijerveld en Veldhuyzen B.V., Bodegraven
BelgiëFrieslandCampina Belgium N.V., Aalter
FrieslandCampina Belgium Cheese N.V., Aalter
FrieslandCampina Cheese N.V., Aalter
FrieslandCampina Professional N.V., Lummen
FrieslandCampina Finance N.V., Lummen
FrieslandCampina C.V.B.A., Weelde (99,84%)
Yoko Cheese N.V., Genk (99,89%)
DuitslandCMG Grundstücksverwaltungs- und Beteiligungs - GmbH, Heilbronn
DMV-Fonterra Excipients GmbH & Co. KG, Goch (50%) 2
FrieslandCampina Butter GmbH, Heilbronn
FrieslandCampina Germany GmbH, Heilbronn
FrieslandCampina Professional GmbH, Keulen
Milchverwaltung FrieslandCampina Germany GmbH, Keulen
Sahnemolkerei Hubert Wiesehoff GmbH, Schoppingen (49%) 2
Satro GmbH, Lippstadt
FrankrijkFrieslandCampina Cheese France S.A.S., Sénas
FrieslandCampina France S.A.S., Saint-Paul-en-Jarez
GriekenlandFrieslandCampina Hellas S.A., Athene
Groot-BrittanniëFrieslandCampina UK Ltd, Horsham
HongarijeFrieslandCampina Hungária zRt, Debrecen (99,99%)
Jaarrekening Belangrijkste dochterondernemingen
Belangrijkste dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen 1
97ItaliëFrieslandCampina Italia Srl, Rome
OostenrijkFrieslandCampina Austria GmbH, Stainach
RoemeniëFrieslandCampina Romania S.A., Satu Mare (99,99%)
RuslandCampina LLC, Moskou
SpanjeFrieslandCampina Canarias S.A., Las Palmas
ChinaFrieslandCampina (Hong Kong) Ltd., Hong Kong
FrieslandCampina Trading (Shanghai) Co. Ltd., Shanghai
IndonesiëPT Frisian Flag Indonesia, Jakarta (95%)
PT Kievit Indonesia, Jakarta
FilippijnenAlaska Milk Corporation, Manilla (99,86%)
MaleisiëDutch Lady Milk Industries Berhad, Petaling Jaya (50,96%)
SingaporeFrieslandCampina (Singapore) Pte. Ltd., Singapore
ThailandFrieslandCampina Fresh (Thailand) Co Ltd, Bangkok
FrieslandCampina (Thailand) PCL, Bangkok (99,71%)
VietnamFrieslandCampina Ha Nam Co. Ltd., Phu Ly
FrieslandCampina Vietnam Co. Ltd., Binh Duong province (70%)
Saoedi-ArabiëFriesland Arabia Ltd., Jeddah
Verenigde Arabische EmiratenFrieslandCampina Middle East JLT, Dubai
GhanaFrieslandCampina West Africa Ltd, Accra
NigeriaFrieslandCampina WAMCO Nigeria Plc., Ikeja (54,58%)
USAFrieslandCampina Ingredients North America Inc, Wilmington, State: Delaware
Joint ventures en geassocieerde deelnemingen 3
Betagen Holding Ltd., Hongkong, China (50%)
Coöperatieve Zuivelinvesteerders U.A., Oudenhoorn, Nederland (49%)
Dutch Dairy Ingredients B.V., Leeuwarden, Nederland (82,33%)
Great Ocean Ingredients Pty. Ltd., Allansford, Victoria, Australië (50%)
Jaarrekening Belangrijkste dochterondernemingen
1 Voor zover niet anders vermeld bedraagt het belang 100%. Indien het percentage kleiner is dan 100% wordt het directe belang van de moeder in de desbetreffende dochteronderneming genoemd.
2 In deze vennootschappen heeft FrieslandCampina een beleidsbepalende invloed.3 In deze joint ventures en geassocieerde deelnemingen heeft FrieslandCampina geen beleidsbepalende invloed. Deze afweging is gemaakt op basis van een
analyse van zowel de gehouden aandelen als de stemrechten van FrieslandCampina binnen de joint venture of geassocieerde deelneming.
98Per 31 december, na winstbestemming 1, In miljoenen euro's, tenzij anders aangegeven
Toelichting 2013 2012
Activa
Deelnemingen in dochterondernemingen (2) 970 947
Ledenobligaties Koninklijke FrieslandCampina N.V. (3) 253 270
(Perpetuele) Lening aan dochteronderneming (4) 290 290
Vaste activa 1.513 1.507
Overige vorderingen 1
Vlottende activa 1
Totaal activa 1.513 1.508
Eigen vermogen
Ledencertificaten 253 270
Reële-waardereserve 15
Reserve kasstroomafdekkingen -24 -18
Reserve valuta-omrekenverschillen -114 -42
Algemene reserve 1.093 1.007
Eigen vermogen toe te rekenen aan de leden van de coöperatie (5) 1.223 1.217
Verplichtingen
Rentedragende verplichtingen (6) 116 120
Langlopende verplichtingen 116 120
Verplichtingen aan financiers (7) 162 132
Kortlopende verplichtingen aan dochterondernemingen (8) 12 39
Kortlopende verplichtingen 174 171
Totaal verplichtingen 290 291
Totaal passiva 1.513 1.508
1 Na winstbestemming: op basis van het geldende reserveringsbeleid (conform Melkgeldreglement), zie tevens toelichting 28.
Enkelvoudige winst-en-verliesrekeningIn miljoenen euro's, tenzij anders aangegeven
2013 2012
Resultaat uit deelnemingen, na belastingen 44 162
Toegekende vergoeding ledenobligaties Koninklijke FrieslandCampina N.V. 8 11
Winst boekjaar 52 173
Jaarrekening Enkelvoudige balans - Enkelvoudige winst-en-verliesrekening
Enkelvoudige balans
991 Algemeen
Grondslagen en toelichtingDeze jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Daarbij is gebruik gemaakt van de faciliteit,
die artikel 362 lid 8, Titel 9 Boek 2 BW biedt, om in de enkelvoudige jaarrekening dezelfde grondslagen toe te passen als
in de geconsolideerde jaarrekening.
Voor de grondslagen ten aanzien van de waardering van activa en passiva en voor de opstelling van de winst-en-
verliesrekening wordt verwezen naar het op pagina 42 tot en met 56 opgenomen onderdeel van de toelichting op
de geconsolideerde jaarrekening. Voor zover de posten opgenomen in de enkelvoudige jaarrekening niet nader
worden toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening. De waardering van de
deelnemingen geschiedt tegen nettovermogenswaarde.
Voor ingehouden winsten van deelnemingen waar de uitkering aan restricties onderhevig is, wordt een wettelijke
reserve deelnemingen aangehouden.
Een lijst van kapitaalbelangen, opgesteld overeenkomstig wettelijke bepalingen, is op het kantoor van de coöperatie
beschikbaar en bij het Handelsregister te Almere gedeponeerd.
Voor de presentatie van de enkelvoudige winst-en-verliesrekening is gebruik gemaakt van artikel 402, Titel 9 Boek 2 BW.
2 Deelnemingen in dochterondernemingen
2013 2012
Begin boekjaar 947 968
Resultaat boekjaar 44 162
Resultaten direct verwerkt in het eigen vermogen -89 -182
Vervallen DFE put-optie 67
Overige 1 -1
Einde boekjaar 970 947
3 Ledenobligaties Koninklijke FrieslandCampina N.V.
2013 2012
Begin boekjaar 270 293
Toegekende vergoeding 8 11
Ontvangen vergoeding -9 -13
Conversie ledencertificaten in ledenobligaties-vast -16 -21
Einde boekjaar 253 270
De ledenobligaties zijn eeuwigdurend en kennen geen vervaldatum. Het rentetarief voor de ledenobligaties is de
zesmaands Euribor plus 3,0%, per 1 juni en 1 december van het jaar. De obligaties zijn achtergesteld bij de vorderingen
van alle andere bestaande en toekomstige schuldeisers, voor zover die niet zijn achtergesteld. Rentebetaling
kan worden uitgesteld indien Koninklijke FrieslandCampina N.V. in de 12 maanden voorafgaand aan de jaarlijkse
coupondatum geen prestatietoeslag heeft vastgesteld of uitgekeerd. Uitgestelde rente wordt betaalbaar op de datum
waarop weer prestatietoeslag wordt uitgekeerd.
4 (Perpetuele) Lening aan dochteronderneming
2013 2012
Begin boekjaar 290 290
Einde boekjaar 290 290
2013 2012
Aflossingsschema 2015 - 2018 Na 2018Totaal
aflossing 2014 - 2017 Na 2017Totaal
aflossing
Lening aan dochteronderneming 290 290
Jaarrekening Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekeningIn miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
100De gemiddelde rentevergoeding over de lening aan Koninklijke FrieslandCampina N.V. bedraagt in 2013 1,7%
(2012: 2,3%). De verstrekte lening dient met name voor de financiering van dochterondernemingen.
Deze lening aan Koninklijke FrieslandCampina N.V. is per 30 december 2013 omgezet in een perpetueel achtergestelde
lening. De EUR 290 miljoen perpetueel achtergestelde lening is eeuwigdurend en kent geen vervaldatum. Het
rentetarief voor de perpetueel achtergestelde lening is de zesmaands Euribor plus 3,0%, per 1 juni en 1 december van
het jaar. De lening is achtergesteld bij de vorderingen van alle andere bestaande en toekomstige schuldeisers, voor
zover die niet zijn achtergesteld. Rentebetaling kan worden uitgesteld indien Koninklijke FrieslandCampina N.V. in de
12 maanden voorafgaand aan de jaarlijkse rentebetaaldatum geen prestatietoeslag heeft vastgesteld of uitgekeerd.
Uitgestelde rente wordt betaalbaar op de datum waarop weer prestatietoeslag wordt uitgekeerd.
5 Eigen vermogen toe te rekenen aan de leden van de coöperatieDe ledencertificaten zijn in 2008 eenmalig uitgekeerd aan alle melkveehouders die op het moment van de fusie
lid waren van FrieslandCampina. Deze ledencertificaten zijn alleen op het moment van de fusie uitgegeven
en de ledencertificaten zijn niet verhandelbaar. Leden van FrieslandCampina hebben de mogelijkheid om hun
ledencertificaten vrijwillig om te zetten in ledenobligaties-vast bij Koninklijke FrieslandCampina N.V. en bij beëindiging
van het lidmaatschap worden de ledencertificaten automatisch omgezet in ledenobligaties-vrij bij Koninklijke
FrieslandCampina N.V.
De reserve kasstroomafdekkingen en de reserve valuta-omrekenverschillen zijn wettelijke reserves en derhalve niet
uitkeerbaar. Daarnaast dient EUR 4 miljoen van de reële-waardereserve te worden aangemerkt als wettelijke reserve.
Dit deel heeft namelijk betrekking op een belegging waarvoor geen frequente marktnotering bestaat. Bovendien is
EUR 93 miljoen (2012: EUR 53 miljoen) van de algemene reserve als wettelijke reserve deelneming aangemerkt, deze
reserve kan als zodanig niet worden uitgekeerd.
Het eigen vermogen dat toerekenbaar is aan de leden van de coöperatie en dat is opgenomen in de enkelvoudige
jaarrekening, is gelijk aan het eigen vermogen toerekenbaar aan de leden van de coöperatie dat is opgenomen in de
geconsolideerde jaarrekening. Zie het mutatieoverzicht van het eigen vermogen op pagina 40 voor meer details over het
eigen vermogen.
6 Rentedragende verplichtingen
2013 2012
Achtergestelde obligaties 116 120
116 120
Onderstaand worden de voorwaarden en condities van de uitstaande langlopende verplichtingen weergegeven:
Lening Valuta
Nominale rente
percentageJaar van aflossing
Nominale waarde
2013Boekwaarde
2013
Nominale waarde
2012Boekwaarde
2012
Achtergestelde obligaties(variabele rente) EUR 1,9 2017-2027 116 116 120 120
116 116 120 120
Voor de toelichting op de verplichtingen inzake de achtergestelde obligaties wordt verwezen naar toelichting 23 van de
geconsolideerde jaarrekening.
7 Verplichtingen aan financiers
2013 2012
Verplichtingen aan leden-melkveehouders 162 132
162 132
Dit betreft de vrije ledenrekening van de leden-melkveehouders. Zie toelichting 25 in de geconsolideerde jaarrekening
voor nadere toelichting van de aard van deze verplichting.
Jaarrekening Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
1018 Kortlopende verplichtingen aan dochterondernemingen
Over de kortlopende verplichtingen aan dochterondernemingen wordt geen rentevergoeding berekend.
9 Niet in de balans opgenomen verplichtingenZuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. vormt tezamen met het merendeel van de Nederlandse werkmaatschappijen
de fiscale eenheid Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. voor de vennootschaps- en omzetbelasting. Op grond
daarvan is de Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschuld van de fiscale
eenheid als geheel.
De verrekening van belastingen tussen de coöperatie en de dochtermaatschappijen binnen de fiscale eenheid wordt
verricht op basis van het commerciële resultaat van de dochtermaatschappijen.
10 Bezoldiging bestuurZie toelichting 29 van de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening voor de bezoldiging van het bestuur van
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Gedurende het verslagjaar waren er geen werknemers in dienst bij de
coöperatie.
Amersfoort, 8 april 2014
Bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.P. Boer, voorzitter
J.H.G.M. Uijttewaal, vicevoorzitter
S.H. Galema
A.A.M. Huijben-Pijnenburg
J.P.C. Keijsers
F.A.M. Keurentjes
S.R.F. Ruiter
H. Stöcker
W.M. Wunnekink
Jaarrekening Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
102
Overige gegevens Bestemming saldoDe statutaire bepalingen met betrekking tot de bestemming van het saldo zijn opgenomen in artikel 39 van de statuten.
Artikel 39 bepaalt:
Lid 6 a. Omtrent bestemming van een eventueel positief blijkend saldo van de coöperatie besluit de ledenraad op voorstel
van het bestuur.
Lid 6 b. (i)
Indien de ledenraad tot uitkering van een deel van of het gehele positief saldo besluit wordt allereerst, zo mogelijk, op
ieder ledencertificaat een bedrag uitgekeerd gelijk aan het percentage in de volgende zin, vermenigvuldigd met hun
nominale bedrag. Het percentage bedoeld in de vorige zin is gelijk aan het gemiddelde van EURIBOR-percentages voor
kasgeldleningen met een looptijd van zes (6) maanden – gewogen naar het aantal dagen waarvoor deze percentages gelden
– gedurende het boekjaar waarover de uitkering geschiedt, verhoogd met een driejaarlijks door de directie van Koninklijke
FrieslandCampina N.V. vast te stellen aantal basispunten. Indien het in enig boekjaar behaalde positief saldo niet toereikend
is om deze uitkering te doen, zal in volgende jaren het in dit onderdeel (b) van dit lid 6 bepaalde eerste toepassing vinden
nadat het tekort is ingehaald. Op de ledencertificaten zal geen verdere uitkering geschieden. Het besluit van de directie
van Koninklijke FrieslandCampina N.V. behoeft de goedkeuring van de raad van commissarissen, van het bestuur (in zijn
hoedanigheid van aandeelhouder) en van de ledenraad.
Lid 6 b. (ii)
Het na toepassing van dit onderdeel b (i) resterend positief saldo wordt uitgekeerd aan de leden en de oud-leden waarvan
het lidmaatschap van de coöperatie is geëindigd in het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, naar rato van
de waarde van de door hen per het einde van het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft in dat jaar als lid
geleverde melk, welke waarde wordt berekend alsof het betrof gangbare melk, ongeacht of het betreffende lid gangbare of
bijzondere melk heeft geleverd, tenzij met een lid anders is overeengekomen omtrent de waardevaststelling en/of waarde
van de door dat lid geleverde melk, waartoe uitsluitend het bestuur bevoegd is. Een dergelijke uitkering kan ook geschieden
anders dan in geld. De ledenraad kan op voorstel van het bestuur besluiten dat een dergelijke uitkering aan leden geschiedt
anders dan in geld en aan oud-leden in geld, en omgekeerd.
Voorstel bestemming saldoHet bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. stelt voor van de winst van EUR 52 miljoen het saldo van EUR 44
miljoen toe te voegen aan de algemene reserve en EUR 8 miljoen toe te voegen aan de reserve ledencertificaten.
AansprakelijkheidDe leden zijn niet aansprakelijk voor de verbintenissen van de coöperatie en iedere verplichting van leden of oud-leden om
bij de vereffening van de coöperatie in een tekort bij te dragen is uitgesloten.
Gebeurtenissen na balansdatumVoor de informatie betreffende gebeurtenissen na balansdatum wordt verwezen naar toelichting 32 van de
geconsolideerde jaarrekening 2013.
103
Controleverklaring van de onafhankelijke accountantAan: de ledenraad van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Verklaring betreffende de jaarrekeningWij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening over 2013 van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. te
Amersfoort gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening. De geconsolideerde
jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2013, de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, het
geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat, het geconsolideerd overzicht vermogensmutaties en het geconsolideerd
kasstroomoverzicht over 2013 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de belangrijke grondslagen voor
financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit de enkelvoudige balans per
31 december 2013 en de enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een
overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de coöperatie is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat
getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen
de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW), alsmede voor het opstellen
van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige
interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van
materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze
controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist
dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat
een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de
toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste
oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang
bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne
beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht
op het inrichten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben
echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de coöperatie.
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving
en van de redelijkheid van de door het bestuur van de coöperatie gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het
algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons
oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen
van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. per 31 december 2013 en van het resultaat en de kasstromen over 2013 in overeen-
stemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW.
Oordeel betreffende de enkelvoudige jaarrekening Naar ons oordeel geeft de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9
Boek 2 BW.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van
het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld,
en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het
jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Amstelveen, 8 april 2014
KPMG Accountants N.V.E.H.W. Weusten RA
Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
104
in miljoenen euro's, tenzij anders aangegeven
2013 2012 2011 2010 2009
Kerngegevens
Winst-en-verliesrekening
Netto-omzet 11.418 10.309 9.626 8.972 8.160
Bedrijfsresultaat 2 513 407 428 347
Bedrijfsresultaat 313 487 403 434 258
Winst 157 278 216 285 182
Garantieprijs 39,45 33,87 36,94 32,39 26,40
Prestatietoeslag in euro's per 100 kg 1,81 1,42 1,10 1,23 0,59
Reservering ledenobligaties in euro's per 100 kg 1,23 0,95 0,73 0,73 0,35
Melkprijs in euro's per 100 kg (excl. btw 4,41% vet, 3,47% eiwit) 42,49 36,24 38,77 34,35 27,34
Weidemelkpremie in euro's per 100 kg 0,31 0,32 0,03 0,04 0,04
Bijzondere toeslagen in euro's per 100 kg 0,10 0,12 0,12 0,13 0,11
Melkprijs + toeslagen in euro's per 100 kg 42,90 36,68 38,92 34,52 27,49
Balans
Balanstotaal 7.100 6.792 5.661 5.238 4.807
Totaal eigen vermogen 2.341 2.258 2.194 2.007 1.523
Eigen vermogen toe te rekenen aan de aandeelhouder van de vennootschap en overige vermogensverschaffers
1.223 1.217 1.261 1.174 811
Kasstroom
Nettokasstroom uit operationele activiteiten 570 857 511 465 769
Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten -576 -702 -340 -239 -206
Afschrijvingen op gebouwen en installaties en amortisatie immateriële activa 213 194 176 210 206
Overige gegevens
Totaal eigen vermogen als % balanstotaal 33,0 33,2 38,8 38,3 31,7
Werknemers (gemiddeld aantal fte's) 21.186 20.045 19.036 19.484 20.034
Totaal verwerkte melk (in miljoenen kg) 10.659 10.215 10.140 10.266 10.755
Melkaanvoer van leden (in miljoenen kg) 9.261 8.860 8.838 8.821 8.685
1 De vergelijkende cijfers zijn aangepast voor de effecten van de nieuwe standaard inzake personeelsbeloningen (IAS 19, herzien 2011). 2 Voor incidentele baten en lasten uit hoofde van fusie gerelateerde (reorganisatie) kosten en bijzondere waardevermindering van goodwill.
Meerjarenoverzicht 1
Overzichten
105
in euro's per 100 kg melk bij 4,41% vet en 3,47% eiwit, exclusief btw
2013 2012
Vet 19,06 14,88
Eiwit 20,39 18,92
39,45 33,80
Verrekening garantieprijs 0,07
Garantieprijs 39,45 33,87
Prestatietoeslag 1,81 1,42
Reservering ledenobligaties 1,23 0,95
Melkprijs 42,49 36,24
Weidemelkpremie 1 0,31 0,32
Overige toeslagen 2 0,10 0,12
Melkprijs + toeslagen 42,90 36,68
1 Leden-melkveehouders die weidegang toepassen ontvangen een weidemelkpremie van 0,50 euro per 100 kilo melk. Gemiddeld over alle FrieslandCampina ledenmelk is dit 0,31 euro per 100 kilo melk.
2 Overige toeslagen betreffen het totaalbedrag van uitkeringen per 100 kilo melk van Campina melk van 0,90 euro, Landliebe melk van 1,00 euro en het verschil tussen de biologische garantieprijs en de garantieprijs. Gemiddeld over alle FrieslandCampina ledenmelk is dit 0,10 euro per 100 kilo melk.
Melkprijsoverzicht
Overzichten Meerjarenoverzicht - Melkprijsoverzicht
106 Samenstelling bestuur
Piet (P.) Boer (1960)
Functie voorzitter raad van
commissarissen
Koninklijke FrieslandCampina N.V.,
voorzitter bestuur Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A.
Benoeming 31 december 2008
Nationaliteit Nederlands
Beroep melkveehouder
Overige functies lid raad van commissarissen Alfa
Top-Holding B.V., voorzitter Commissie Duurzame
Melkproductie van NZO
Jan (J.H.G.M.) Uijttewaal (1962)
Functie vicevoorzitter raad
van commissarissen Koninklijke
FrieslandCampina N.V., vicevoorzitter
bestuur Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A.
Benoeming 31 december 2008
Nationaliteit Nederlands
Beroep melkveehouder
Overige functies vicevoorzitter raad van commissarissen
Rabobank Maas en Waal
Sjoerd (S.H.) Galema (1962)
Functie lid raad van commissarissen
Koninklijke FrieslandCampina N.V.,
lid bestuur Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A.
Benoeming 14 december 2011
Nationaliteit Nederlands
Beroep melkveehouder
Overige functies voorzitter raad van commissarissen
Rabobank Sneek-Zuidwest Friesland, lid Raad van
Bezieling Millenniumnetwerk Fryslân, voorzitter van
VNO-NCW Friesland, lid Dagelijks Bestuur VNO-NCW Noord,
lid Algemeen Bestuur VNO-NCW
Angelique (A.A.M.) Huijben-Pijnenburg
(1968)
Functie lid raad van commissarissen
Koninklijke FrieslandCampina N.V.,
lid bestuur Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A.
Benoeming 15 december 2010
Nationaliteit Nederlands
Beroep melkveehoudster
Overige functies lid raad van commissarissen AB Brabant,
lid algemeen bestuur waterschap Brabantse Delta
Jan (J.P.C.) Keijsers (1955)
Functie lid raad van commissarissen
Koninklijke FrieslandCampina N.V.,
lid bestuur Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A.
Benoeming 31 december 2008
Nationaliteit Nederlands
Beroep melkveehouder
Overige functies geen
Frans (F.A.M.) Keurentjes (1957)
Functie
lid raad van commissarissen
Koninklijke FrieslandCampina N.V.,
lid bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
Benoeming 31 december 2008
Nationaliteit Nederlands
Beroep melkveehouder
Overige functies lid Provinciale Staten van Groningen,
lid Grondkamer Noord
107
Overzichten Samenstelling bestuur
Rooster van benoeming en aftreden raad van commissarissen (per 17 december 2013)
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025
P. Boer ‹ ‹› ‹›
J.H.G.M. Uijttewaal ‹ ‹› ‹›
S.H. Galema › › ‹
A.A.M. Huijben-Pijnenburg › › ‹
J.P.C. Keijsers ‹ ‹› ‹›
F.A.M. Keurentjes › ‹ ‹›
S.R.F. Ruiter ‹ ‹› ‹›
H. Stöcker › › ‹
W.M. Wunnekink › ‹ ‹›
› treedt af, herbenoembaar
‹ treedt af, niet herbenoembaar
‹› opvolger van huidig lid treedt af, herbenoembaar
Simon (S.R.F.) Ruiter (1958)
Functie lid raad van commissarissen
Koninklijke FrieslandCampina N.V.,
lid bestuur Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A.
Benoeming 31 december 2008
Nationaliteit Nederlands
Beroep melkveehouder
Overige functies provinciaal bestuurder LTO-Noord,
provincie Noord-Holland, lid gemeenteraad Schermer
Hans (H.) Stöcker (1964)
Functie lid raad van commissarissen
Koninklijke FrieslandCampina N.V.,
lid bestuur Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A.
Benoeming 14 december 2011
Nationaliteit Duits
Beroep melkveehouder
Overige functies voorzitter Landesvereinigung
Milch NRW, voorzitter raad van commissarissen
Milchverwertungsgesellschaft NRW, lid Kreisstelle
Oberberg der Landwirtschaftskammerr NRW, lid
Landschaftsbeirat Oberbergischer Kreis, lid Aufsichtsrat
Raiffeisenerzeugergenossenschaft Bergisch Land, voorzitter
vereniging ‘Milch und Kultur Rheinland und Westfalen’
Erwin (W.M.) Wunnekink (1970)
Functie lid raad van commissarissen
Koninklijke FrieslandCampina N.V.,
lid bestuur Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A.
Benoeming 16 december 2009
Nationaliteit Nederlands
Beroep melkveehouder
Overige functies geen
Top Related