FACULTEIT
RECHTSGELEERDHEID
Wijzigt de publieke opinie en beleid over vluchtelingen ten gevolge
van de terreurdreiging?
Een verkennende studie in Vlaanderen
Masterproef neergelegd tot het behalen van
de graad van Master in de criminologische wetenschappen
door (01102277) (Vanhoolandt Kimberly)
Academiejaar 2016-2017
Promotor : Commissaris :
Prof. dr. Lieven Pauwels Rebecca Deruiter
ii
VOORWOORD
Deze masterproef kwam tot stand voor het behalen van de mastergraad in de Criminologische
Wetenschappen. Er werd een heel parcours afgelegd met enkele tegenslagen onderweg. Deze
werden overwonnen en dat presenteert zich in deze thesis.
Ik zou graag enkele personen bedanken die me hebben bijgestaan in deze tocht.
Vooreerst dank ik mijn promotor, Prof. Dr. Lieven Pauwels, die steeds bereidt was de
vorderingen van onderbouwende commentaar te voorzien wanneer ik hiernaar vroeg. Alsook
voor zijn vertrouwen die hij had in de goede afloop van dit project.
Daarnaast wil ik alle respondenten bedanken voor de tijd en inzet die zij leverden. Zonder hen
was er geen sprake geweest van een kwalitatief onderzoek. Ik ga ze niet allemaal benoemen,
maar ze zijn allen terug te vinden in bijlage IV.
Grote dank ook aan de key informants, die ondanks de drukke periodes (terreur en
vluchtelingencrisis) toch tijd vonden om een gewone student van meer informatie te voorzien.
Joris Uyttendaele, voor de warme ontvangst en het traag praten opdat ik alles goed kon noteren.
Guy Pornel, die wel wat meer is dan een gewone voormalige DVZ- medeweker.
Hoofdinspecteur Danny Geens, die me een inkijk kon geven op de bekommernissen die er leven
in Vilvoorde stad en daarmee naadloos aansloot op wat de burgemeester nadien kon vertellen.
Tevens ook voor de eerste nalees-service. Karl De Winne, naar wie het even zoeken was in het
WTC III gebouw en die me vervolgens vriendelijk te woord stond. Jo Rousseau, die zonder
echte afspraak bereid was een uur lang met mij te praten. Politicus Jan De Meyer, die vooral
een sympathieke indruk heeft achtergelaten en ernaast enkele rake dingen en kritieken wist te
uiten. Burgemeester Hans Bonte, die zo vrij was enkele anekdotes te geven en op een
ontspannen manier vrijuit te vertellen. Sven Van der Straeten, die het gehele schepencollege
van Zaventem en mij een goede rondleiding wist te geven en me zoveel mogelijk op mijn vragen
antwoord wist te geven. Hierbij mag ik zeker ook schepen Dirk Philips niet vergeten te
vermelden. Hij was degene die chaperonne speelde en me vrij spel gaf opdat ik na de
rondleiding in het OC Zaventem nog enkele interviews met werknemers, bezoekers en
asielzoeker Shabir kon afnemen. Tot slot, Kathleen Van de Kerckhove die zelf mee
brainstormde over enkele pistes, zoals een media-analyse, en ook collega Hannes Schotte
inschakelde om uitsluitsel te bekomen op een belangrijke vraag. Deze mensen ware één voor
één zeer hulpvaardig, waarvoor dank.
iii
Naast de respondenten, bedank ik natuurlijk ook het thuisfront. Ze stonden me bij op elke stap
van de weg en praten bemoedigend wanneer het even minder gaat.
Tot slot, dank aan de kritische naleesservice van Christa Tielen en Laurens Huygebaert.
Hartelijk dank,
Kimberly Vanhoolandt
iv
INHOUDSTAFEL
Lijst van gebruikte afkortingen ................................................................................................................ vi
Deel I Algemene Inleiding ....................................................................................................................... 1
Structuur .............................................................................................................................................. 3
Deel II Eerder onderzoek toegelicht ....................................................................................................... 5
1 Basisconcepten verduidelijkt ........................................................................................................... 5
1.1 Symbolisch interactionisme .................................................................................................... 5
1.2 Vluchtelingen ........................................................................................................................... 6
1.2.1 Belgisch vluchtelingenbeleid kort.................................................................................... 7
1.3 Terrorisme ............................................................................................................................... 7
1.3.1 Radicalisme en extremisme ............................................................................................. 7
1.3.2 Terrorisme ....................................................................................................................... 9
1.4 Beoordelingen ....................................................................................................................... 10
1.4.1 Discriminatie en stigmatisering ..................................................................................... 10
1.4.2 Vooroordelen ................................................................................................................ 12
1.4.3 Stereotypering (Vries & Pligt, 1991) .............................................................................. 12
1.5 Samenhang tussen de concepten ......................................................................................... 13
2 Actuele vluchtelingencrisis ............................................................................................................ 14
2.1 Deelbesluit ............................................................................................................................. 15
3 Centrale probleemstelling A: De terreurdreiging heeft invloed op de perceptie over
vluchtelingen ......................................................................................................................................... 17
3.1 Inleiding ................................................................................................................................. 17
3.2 Gevolgen van de vluchtelingencrisis en terreur .................................................................... 18
3.2.1 Publieke bedenkingen over vluchtelingen .................................................................... 18
3.2.2 Voortvloeiingen uit het terrorisme ............................................................................... 20
3.3 Samenloop van omstandigheden (Louati, 2016) .................................................................. 23
3.3.1 De gelegde link tussen vluchtelingen en terrorisme ..................................................... 23
3.3.2 De studies ...................................................................................................................... 25
3.4 Deelbesluit ............................................................................................................................. 33
4 Centrale probleemstelling B: Een veranderend beleid ten gevolge van de terreurdreiging? Welke
impact brengt ze met zich mee voor de vluchtelingen? ....................................................................... 34
4.1 Inleiding ................................................................................................................................. 34
v
4.2 Besluitvormingsproces van de beleidsmakers ...................................................................... 34
4.3 Europees vluchtelingenbeleid ............................................................................................... 36
4.3.1 België en zijn buurlanden .............................................................................................. 36
4.3.2 Zuid-Europa ................................................................................................................... 38
4.3.3 De Balkan en voormalige Oostbloklanden .................................................................... 38
4.4 Schengen onder vuur ............................................................................................................ 38
4.5 Belgisch vluchtelingenbeleid ................................................................................................. 39
4.5.1 Maatregelen vluchtelingencrisis ................................................................................... 41
4.5.2 De standpunten van de Vlaamse zetelende partijen .................................................... 42
4.5.3 Fervente tegenstanders ................................................................................................ 44
4.5.4 Maatregelen terreur ...................................................................................................... 45
4.6 Deelbesluit ............................................................................................................................. 50
Deel III Methodologie ........................................................................................................................... 51
5 Toelichting bij het onderzoek ........................................................................................................ 51
5.1 Doelstelling ............................................................................................................................ 51
5.1.1 Kwalitatief doel .............................................................................................................. 52
5.2 Onderzoeksmethoden ........................................................................................................... 52
5.2.1 Literatuuronderzoek ...................................................................................................... 52
5.2.2 Semi-gestructureerd face to face interview (Decorte & Zaitch, 2010 H6) .................... 53
Deel IV Resultaten ................................................................................................................................ 60
6 Analyse van het kwalitatief onderzoek ......................................................................................... 60
6.1 Analyse interviews burgers ................................................................................................... 60
6.1.1 De opinie van de respondenten onder de loep ............................................................. 61
6.2 Deelbesluit ............................................................................................................................. 69
6.3 Analyse interviews key informants ....................................................................................... 71
6.3.1 Over terrorisme en radicalisering .................................................................................. 71
6.3.2 Inzicht op publieke opinie volgens key informants ....................................................... 72
6.3.3 Problemen ..................................................................................................................... 75
6.3.4 Beleidsaanpassingen ..................................................................................................... 76
6.3.5 Kritiek op de regering .................................................................................................... 77
6.4 Deelbesluit ............................................................................................................................. 80
Deel V algemene conclusie en aanbevelingen ..................................................................................... 82
Deel VI Bibliografie ................................................................................................................................ 88
Deel VII Bijlagen……………………………………………………………………………………………………………………………..108
vi
LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN
CGVS
Commissariaat-Generaal voor de
Vluchtelingen en Staatlozen
DVZ
Dienst Vreemdelingenzaken
OC
Opvangcentrum
Unia
Interfederaal Gelijkekansencentrum
1
DEEL I ALGEMENE INLEIDING
Het ‘waarom’ van deze thesis heeft niet veel bijkomende uitleg nodig. De vluchtelingencrisis
is een thema waar je vandaag niet meer omheen kan, je wordt er dagelijks mee geconfronteerd.
Hetzelfde geldt spijtig genoeg voor het thema terrorisme. Op 22 maart 2016 werd België zelf
slachtoffer van een aanslag. Uiteraard hebben de twee een onvermijdelijke oorzaak- gevolg
relatie, desalniettemin onderzoek ik hier een andere connectie.
Na de aanslagen op 15 november 2015 in Parijs kwamen al snel de eerste berichten dat enkele
terroristen een vluchtelingenroute hadden genomen (Paelinck, 2015c). Intussen duiken
meerdere berichten op en werden reeds jihadi’s die zich voordeden als vluchteling opgepakt.
Honderden terroristen zouden reeds meegelift hebben met mensensmokkelaars (CNN, 2016a,
2016b; Feenstra, 2016; redactie, 2015d, 2015e). Dit wordt ook bevestigd door de Belgische
Terrorismemonitor en het Europol-rapport (Terrorisme Monitor, 2015a, 2015b; Europol, 2016).
Oorspronkelijk ontstond er nogal wat commotie rond de opvang van de massale
vluchtelingengroep die Europa en België binnenkwam. Door deze twee brandend actuele
thema’s te linken en bijkomende vragen te stellen kwam ik tot de onderzoeksvraag die ik hier
tracht te beantwoorden. U zal misschien argwanend verder lezen: ‘hoezo kan je de
vluchtelingen aan het terrorisme linken? Dat zijn toch twee aparte thema’s?’ Een opmerking
die ik meer dan eens kreeg. Toch werd ze door anderen als vanzelfsprekend bevonden. De
beelden van enkele allochtone jongens die geblinddoekt eerst op de Place de Republique in
Parijs en nadien ook in Brussel en Gent met een bordje: ‘Ik ben moslim, geen terrorist’ om een
knuffel en vertrouwen vroegen spraken boekdelen (Dillen, 2015; hv, 2015; Smooshi-Popette
on se réveille, 2015).
Het terrorisme, in casu Islamitische Staat (IS) rekent niet enkel vluchtelingen tot zijn
slachtoffers of de doden die ze maakt, maar door het gebruik van ‘de islam’ heeft ze ook een
negatieve impact op de moslimgemeenschap. Uit enkele metingen van ons Interfederaal
Gelijkekansencentrum, het ‘institut français d’opinion publique’, het American Pew Research
Center en mediaberichtgeving is gebleken dat vluchtelingen schade oplopen ten gevolge van de
associatie die gemaakt wordt met het terrorisme. Ze zijn meer slachtoffer van aanvallen en
discriminatie en ook het aantal meldingen van islamofobie stijgt (Collectif Contre
2
L'Islamophobie en France [CCIF], 2016; Interfederaal Gelijkekansencentrum [Unia], 2016;
Mooijman, 2016; Wike, Stokes, & Simmons, 2016).
Intussen, november 2016 is de vluchtelingencrisis afgenomen. Mijn onderzoek richt zich
tussen november 2015 en juli 2016. Niet enkel de prangende media-aandacht, de enorme
exodus en vele terreuraanslagen lagen aan de basis van mijn interesse om hier onderzoek over
te doen. Het thema asielzoekers behandelde ik reeds tijdens mijn stage in het gesloten
transitcentrum Caricole in Steenokkerzeel, voor het verkrijgen van mijn bachelorsdiploma in
de criminologische wetenschappen. Het leek me dan ook niet onlogisch om hierin verder te
gaan en het thema naar een volgende niveau te tillen.
In mijn onderzoek tracht ik a.d.h.v. verschillende actuele gebeurtenissen een beeld te vormen
van de publieke opinie. Meer dan eens komen vooroordelen naar boven die ons een negatief
beeld bezorgen over de asielzoeker. Vele organisaties en studies richten zich op deze
vooroordelen en trachten ze, d.m.v. debatten en redeneringen, te weerleggen. Verderop in de
studie overloop ik er hiervan enkele.
Ik heb slechts een beperkte tijd gekregen om onderzoek te voeren, dit heeft uiteraard zijn
weerslag op de schaal van de studie. Zo beperkte ik me tot Vlaams en Brussels grondgebied.
Het is geenszins mijn bedoeling om mijn resultaten te veralgemenen naar de gehele Vlaamse
bevolking. Het is een verkennend onderzoek waarin ik de opinie van enkele Vlaamse burgers
en key informants wil leren kennen inzake de vluchtelingen. Het perspectief van het
onderzoeksobject staat centraal. Daarnaast neem ik de beleidsveranderingen op en ga ik na
welke invloed deze hebben op de asielzoekers. Via het beantwoorden van enkele deelvragen,
tracht ik een antwoord te formuleren op mijn onderzoeksvraag: Wat is de invloed van de
terreurdreiging op de publieke opinie en het beleid over vluchtelingen? Zoals gemerkt kan je
de hoofdvraag opsplitsen in twee delen die elk ondersteund worden door bijhorende deelvragen.
Voor de peiling naar de publieke opinie ben ik Vlaamse burgers gaan interviewen. Welke
argumenten worden opgeworpen om hun mening te staven? Wijzen deze argumenten op enige
vorm van vooroordelen en stereotypering? Is hun mening gewijzigd? Heeft deze wijziging ten
slotte iets te maken met de terreurdreiging? De interviews met de key informants leidden ertoe
een inzicht te bieden op een eventueel aangepast beleid en de gevolgen die dit met zich
meebrengt voor de vluchtelingen. Welke maatregelen werden genomen om aan de
vluchtelingencrisis tegemoet te komen? Welke maatregelen werden afgekondigd na de
terreuraanslagen in Parijs? Tot slot, hebben deze maatregelen gevolgen voor de vluchtelingen?
Door het oplossen van deze deelvragen poog ik een algemeen antwoord te formuleren op mijn
3
onderzoeksvraag, zij het mits behoudt dat er geen generalisering kan plaatsvinden voor de
gehele Vlaamse bevolking.
Nog nooit eerder kwam de problematiek van de twee thema’s zo dicht in onze buurt. Er werd
dan ook nog niet veel onderzoek verricht naar de verweving van de twee thema’s. Uiteraard
werden de onderwerpen reeds apart en op verschillende vlakken aan wetenschappelijk
onderzoek onderricht. De oorzaak-gevolg relatie en enquêtes die peilen naar de publieke opinie
zijn talrijk.
Het gaat hier om een zeer kwetsbare groep die beschermd dient te worden tegen terrorisme en
vooroordelen. Ik wens met dit onderzoek, via gevolgtrekkingen, de nadruk te leggen op de
schade, die berokkend kan worden, en aldus de voorzichtigheid en oplettendheid die bij
berichtgeving over deze groep aan de dag dient gelegd te worden.
Ik zou het geweldig vinden mocht er ook in de toekomst, of er nu een crisis is of niet, blijvend
onderzoek naar dit thema gebeuren. Dit kan resulteren in het opsporen van problemen,
onvolledigheden en hiaten in de wetgeving en het beleid. Maar nog belangrijker, ze kan zorgen
voor optimalisatie en eventueel het creëren van permanente en structurele oplossingen. Het
thema op zich is zeer breed. Ik beperk me door de angst en argwaan van mensen te bevragen,
en te peilen of er al dan niet een link met de terreurdreiging wordt gelegd. Op het einde van dit
werkstuk kunt u enkele aanbevelingen en opmerkingen terugvinden.
STRUCTUUR In wezen bestaat de thesis uit 3 grote delen: Het literatuuronderzoek, dat een basis biedt voor
mijn bevindingen; de methodologie, waarbij ik de werkwijze voor mijn studie uit de doeken
doe en tot slot de analyse van mijn interviews. Het onderzoek kent twee lagen waarin het eerste
deel burgers werden bevraagd naar hun mening en in het tweede deel key informants
geraadpleegd werden die zicht hebben op het beleid.
Het hiernavolgende deel omvat ‘het Literatuuronderzoek’. Hier tracht ik a.d.h.v. een definiëring
van de belangrijkste begrippen in mijn studie wetenschappelijke onderzoeken te presenteren
die een verklaring kunnen bieden voor de antwoorden uit de interviews. Het onderzoek is
gebaseerd op het ‘Symbolisch interactionisme’, aangezien de publieke opinie centraal staat. De
definities worden afgesloten met een deelconclusie over de samenhang van de verschillende
begrippen.
4
Vervolgen doe ik met een schets van de vluchtelingencrisis, opdat de omvang hiervan
duidelijker wordt. Nadien sluit ik aan bij de centrale probleemstelling van dit werkstuk. Om het
geheel leesbaarder te maken, splitste ik mijn onderzoeksvraag op in twee delen. Waarbij het
eerste deel zich focust op de publieke opinie en de resultaten uit betrekkende studies, het tweede
deel legt zich toe op het vluchtelingen- en terreurbeleid. Ook hier worden kort enkele
omschrijvingen gegeven van politieke situaties in binnen- en buitenland.
Het derde deel omvat de werkwijze van mijn studie.
Deel IV omvat het belangrijkste onderdeel, met name de analyses van de interviews. Hierbij
volg ik opnieuw de opdeling, waarbij de publieke opinie het beleid voorafgaat.
Finaal volgt een algemene conclusie en worden enkele aanbevelingen voor verder onderzoek
genoteerd.
5
DEEL II EERDER ONDERZOEK TOEGELICHT
1 BASISCONCEPTEN VERDUIDELIJKT
Hieronder geef ik een beschrijving van wat ik onder de centrale begrippen van deze thesis
begrijp. Vooreerst vertrek ik van het symbolisch interactionisme, wat op zich niet raar is
aangezien het in mijn onderzoek om percepties gaat. Hoofdonderwerp, blijft uiteraard de
vluchtelingencrisis die ik a.d.h.v. enkele cijfers kort tracht te schetsen en waarbij de juiste
wetgeving en verschillende termen niet mogen ontbreken. Wat het terrorisme betreft, lijkt het
logisch dat ik ook dit even aanhaal, want het gaat tenslotte om de impact die de dreiging met
zich kan meebrengen. Tot slot blijven de ‘beoordelingen’ over. Dit aspect komt er omwille van
de argumenten die door de respondenten werden opgegeven om hun mening te onderbouwen.
De concepten zijn onderling (on)rechtstreeks met elkaar verbonden, dat wordt kort besloten.
1.1 SYMBOLISCH INTERACTIONISME Voor het uitgangspunt van deze thesis vertrek ik vanuit de stroming van het symbolisch
interactionisme. Een begrip waarbij de fenomenen van stereotypering en stigmatisering onder
de loep worden genomen. Hoe kijken de burgers naar de vluchtelingen? Wat merken
beleidsmakers en hulpverleners op? Ik hanteer duidelijk een inductivistisch
onderzoeksperspectief, waarbij het interagerende individu de sociale werkelijkheid construeert
(Wigboldus, 2002). Blumer geeft drie premissen weer waarvan ik verwacht dat ze duidelijk
naar voor zullen komen in de interviews: Als eerste stelt hij dat mensen reageren op hun
omgeving op basis van welke betekenis de zaken in hun omgeving voor hen hebben. (Staan ze
ver of dicht bij de vluchtelingen?). Vervolgens construeren mensen de betekenis in sociale
interactie met andere mensen (d.m.v. discussie kan een mening bijgesteld worden). Ten slotte
wordt die betekenis gebruikt en aangepast binnen een interpretatief kader (betekenisgeving).
Die betekenis hanteert men om met alles in zijn omgeving te kunnen omgaan. Op deze manier
zijn mensen in staat om richting te geven aan hun handelen. De persoon overweegt, op basis
van zijn betekenisgevingen, welke handeling hij/zij zal stellen (dit kan dan gaan van hulp bieden
aan de vluchtelingen, tot verbaal of fysiek agressief zijn). Binnen deze stroming wil men de
leefwereld en het denken van de respondent gaan begrijpen, een proces van role-taking en
verstehen (Wigboldus, 2002). Dit kan alleen maar door naar zijn persoonlijke mening en de
vorming hiervan te peilen en vervolgens door te vragen1 op zijn antwoorden. Als ‘sensitizing
1 ‘probing’
6
concepts’ gaan we uit van het terrorisme, dat ook deels tot de vluchtelingenstroom heeft geleid
en bijdraagt aan het veiligheidsgevoel van de mensen en hun mening op de
vluchtelingenproblematiek.
1.2 VLUCHTELINGEN Voor de definitie van ‘vluchteling’ hanteer ik de algemeen aanvaarde en gehanteerde definitie
uit het Internationaal verdrag betreffende de status van vluchtelingen van 1951 en het
bijhorende protocol van 19672 beter gekend als Het Verdrag van Genève:
“elke persoon: Die, […] uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst,
nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich
bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land
niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen, of die, indien hij geen
nationaliteit bezit en verblijft buiten het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had,
daarheen niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren. Indien een
persoon meer dan één nationaliteit bezit, betekent de term "het land waarvan hij de nationaliteit
bezit" elk van de landen waarvan hij de nationaliteit bezit. Een persoon wordt niet geacht van
de bescherming van het land waarvan hij de nationaliteit bezit, verstoken te zijn, indien hij,
zonder geldige redenen ingegeven door gegronde vrees, de bescherming van één van de landen
waarvan hij de nationaliteit bezit, niet inroept.(Verenigde Naties, 1951, art 1)”
Dit kunnen we toepassen op de vluchtelingenstroom die naar België en Europa is gekomen, op
de vlucht voor conflicten, oorlog of mogelijke vervolgingen in hun thuisland. Het feit of asiel
wordt toegekend is afhankelijk van de beslissing die genomen wordt door de Dienst
Vreemdelingenzaken (DVZ) en het Commissariaat Generaal voor de Vluchtelingen (CGVS) in
België. Zij doen dit na een screening en interview met de vluchteling. Gelooft men zijn verhaal
niet, zal de persoon teruggestuurd worden naar het land van herkomst3. Bij een positief advies
kan de vluchteling een subsidiaire bescherming krijgen4 of als vluchteling erkend worden
(Coordination et initiatives pour Refugiés et Étrangers [Ciré], 2008; FOD Binnenlandse Zaken
DVZ [FOD BiZa], 2013).
2 Ze gaat uit van artikel 3 EVRM, “Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of
vernederende behandelingen of bestraffingen (Europees Hof voor de Rechten van de Mens [EHRM], 2002). 3 Men krijgt een Bevel om het Grondgebied te Verlaten (BGV). Er worden soms militaire vluchten ingezet waar
meerdere personen tegelijk naar het land van herkomst worden teruggebracht.((EHRM, 2002). 4 Geldt voor één jaar, nadien wordt de situatie in het land van herkomst herbekeken en kan het telkens met één
jaar worden verlengd. Om uiteindelijk over te gaan tot een levenslange bescherming.
7
Dit gaat m.a.w. niet over ‘vreemdelingen5’, daklozen of allochtonen.
Strikt gezien zou men moeten spreken over asielzoekers. Eenmaal hun asiel wordt toegekend
en ze voldoen aan de criteria van artikel 1A van het Verdrag van Genève kan men spreken van
een ‘vluchteling’. In de thesis houd ik hier geen rekening mee aangezien de uitkomst van de
personen voor mijn studie niet zozeer van belang is. Daarbij is het ook zo dat de term
‘vluchteling’, die ook in de volksmond wordt gebruikt, gezien wordt als een persoon die vanuit
een ander land is moeten vluchten. Ook de media gebruiken te pas en te onpas de termen
asielzoeker en vluchteling door elkaar.
1.2.1 Belgisch vluchtelingenbeleid kort
In België kunnen vluchtelingen asiel aanvragen, vervolgens doorlopen zij verschillende fasen
in de asielprocedure. België is vrij streng en hanteert een redelijk strikt beleid. Personen die een
gevaar betekenen voor de openbare orde, misdrijven begaan, een bevel hebben om het
grondgebied te verlaten en/of hier illegaal verblijven, worden waar kan, aangepakt. De erkende
vluchtelingen krijgen hulp van sociale instellingen om hun re-integratie in de maatschappij naar
behoren te doen verlopen (FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking [FOD BuZa], 2016a; Francken, 2016b).
1.3 TERRORISME
1.3.1 Radicalisme en extremisme
Dit behoeft een woordje meer uitleg aangezien deze woorden iedere dag gehoord worden.
Regelmatig komen de woorden ‘radicaliserende moslimjongeren’ wel uit een of andere reporter
of politicus zijn mond gerold. Nu bestaat er wel een duidelijk onderscheid tussen radicalisme
– extremisme – terrorisme. Je kan ze zien als comparatieven en superlatieven van elkaar. Een
radicalist kan overgaan tot extremist en een extremist kan een terrorist (de superlatief) worden.
Het is van het allergrootste belang de radicalist van een terrorist te onderscheiden. Doet men
dit niet, dan kan men een selffulfilling prophecy voeden: de radicalist voelt zich niet begrepen
door de maatschappij en gaat zich vereenzelvigen met een terrorist omdat hij zo aanzien wordt
door de buitenwereld. Een correct beeld en opvang van deze jongeren is van belang om het niet
zover te laten komen. Daarnaast dienen ordehandhavingsdiensten rekening te houden met
binnensluipende stigmatisering. Het verdenken van bepaalde groepen op radicalisering of
5 Dit wordt wel eens vaak in de volksmond gebruikt. Hiermee doelt men op personen met een ander geloof,
donkere huidskleur of andere taal. (Amnesty International, 2015b)
8
banden met terrorisme kan leiden tot discriminatie door visering. Daarnaast betekent het ‘zeker
zijn’ van daderschap ook dat er in hun ogen daders zullen gevonden worden. Rede te meer om
hieronder kort de verschillen uit de doeken te doen en een correcte manier van ingrijpen voor
te stellen (Van Daele, Vander Beken, & De Ruyver, 2008; Merton, 1948).
Bilal Benyaich (2015) klaagt deze onduidelijke grens aan in zijn essay. Hij betreurt het dat
moslims als fanatiekelingen aanzien worden, louter en alleen omdat ze leven volgens de letter
van de Koran. Artikel 19 GW spreekt nochtans over de vrijheid van eredienst en de uitoefening
ervan. Echte extremisten koesteren haat jegens andersdenkenden en zijn niet getemperd geweld
te gebruiken om hun doel te bereiken. Zij zaaien angst en voeden de polarisering. Het worden
van een extremist of radicalist gebeurt niet op één dag, het is een proces van aliënatie (het zich
vervreemden van de omgeving/maatschappij) en indoctrinatie (door de ‘foute’ personen).
Hierop kan preventief worden ingespeeld door aan de persoon voldoende beschermende
factoren aan te reiken en hem als samenleving kenbaar te maken dat hij erbij hoort. Brussel en
zijn randgemeenten zijn een broeihaard voor terroristen (Bergmans, 2015; Clerix, 2015;
Elbagir, Naik, & Ben Allal, 2016; Kern, 2016; Verschelden, 2015). Het rekruteren van
kwetsbare personen is er niet moeilijk. De polarisering doet zijn duit in het zakje. Moslims en
de islam worden geculpabiliseerd en de kloof tussen ‘wij’ en ‘zij’ wordt alsmaar groter. Naast
radicaliserende jongeren merken we ook een verrechtsing op in de politiek. Het Europese
Radicalisation Awareness Network (RAN) merkt op dat er voor de aanslagen van 9/11 helemaal
niet zo een aandacht voor moslims was als vandaag de dag. Voorheen sprak men over
Marokkanen, nu spreekt men over moslims. Het gaat vooral over een zoektocht van de jongere
naar zijn identiteit. Hij wordt hierbij beïnvloedt door anderen in zijn omgeving en opmerkingen
die hij persoonlijk opneemt. De moeilijkheid bestaat erin de verschillende werelden waarvan
ze deel uitmaken met elkaar te combineren6. Ze willen zich meer richten op de religie, de
zoektocht naar ‘de ware islam’, maar hebben onvoldoende kennis van het Arabisch om de
originele bronnen te raadplegen. Bijgevolg gaan ze op zoek naar alternatieven en komen bij
organisaties zoals Sharia4Belgium of op het internet terecht. Hier zijn radicalere uitspraken en
bronnen schering en inslag (Hjarvard, 2008a). De specifieke groep van teruggekeerde
Syriëstrijders hebben persoonlijke begeleiding nodig. Ze zijn naar oorlogsgebied getrokken en
houden er vaak traumatische ervaringen aan over. De cocktail van eerder toegepast geweld,
6 diffuse identiteit
9
trauma, identiteitsverwarring en ideologisch radicalisme maken de jongeren extreem gevaarlijk
en roekeloos (Benyaich, 2015).
Benyaich (2015) spreekt over drie mogelijke methoden die elk een verschillende fasen van
radicalisering behandelen: Primaire preventie kan gegeven worden door positieve rolmodellen
aan te reiken. Een integrale aanpak met alle betrokken diensten is vereist om de jongere op het
rechte pad te houden. Indien men al gestart is met radicalisering kan secundaire preventie hulp
bieden waarbij een vertrouwenspersoon meer klaarheid kan scheppen voor de jongeren in al
zijn vragen. Bij een voltooiing van radicalisering kan men louter repressief optreden en hem
trachten te deradicaliseren. Een moeilijke opdracht waarbij nazorg cruciaal is. Alles moet steeds
gepaard gaan met een goede verstandhouding en het betrekken van de naaste omgeving.
Elke extremist is een radicaal, maar dit geldt niet omgekeerd. Ze bevinden zich op een
continuüm van elkaar en wanneer de radicalist besluit geweld te gebruiken tegen zijn
tegenstanders kan men voorzichtig spreken over een terrorist (Benyaich, 2015).
1.3.2 Terrorisme
‘De veruitwendiging van het kwaad’, ‘de lafaards’, ‘de smeerlappen’, … Het zijn maar enkele
synoniemen of beschrijvingen die door (on)rechtstreekse slachtoffers uitgesproken worden.
Voor de definiëring van de term terrorisme, maak ik gebruik van de academisch aanvaarde en
herziene definitie van Schmid (2012).
“Terrorism refers, on the one hand, to a doctrine about the presumed effectiveness of a special
form or tactic of fear-generating, coercive political violence and, on the other hand, to a
conspiratorial practice of calculated, demonstrative, direct violent action without legal or
moral restraints, targeting mainly civilians and non-combatants, performed for its
propagandistic and psychological effects on various audiences and conflict parties; (Schmid,
2012, 1.)7”
Elk land afzonderlijk heeft een eigen wetgeving betreffende het fenomeen, maar omdat dit per
land verschilt en terrorisme een grensoverschrijdend probleem is, prefereer ik de bovenstaande
definitie van Schmid.
7 eigen vetmarkering
10
Samengevat gebruiken terroristen geweld tegen onschuldige8mensen, met als doel angst te
zaaien in de maatschappij en de wereld, ze opereren over de grenzen heen. De laatste jaren
merken we een aggravatie op van dat geweld, ook het aantal dodelijke slachtoffers neemt steeds
grotere proporties aan. Terroristen maken gebruik van propagandamiddelen en psychologische
effecten om zoveel mogelijk mensen te kunnen bereiken (Schmid, 2012).
Waar er terroristische aanslagen gebeuren, wordt het terreurdreigingsniveau in het land zelf en
ook vaak in de omringende landen verhoogd. Momenteel (d.d. 15/11/2016) is het
dreigingsniveau door het crisiscentrum op niveau 3 gestrand: de dreiging is ernstig, mogelijk
en waarschijnlijk (FOD BiZa, 2016).
In het onderzoek tracht ik na te gaan of er invloed bestaat van de terreurdreiging op de opinie.
Dat er de laatste jaren veel aanslagen, en steeds dichter bij huis gebeuren kan je vaststellen
a.d.h.v. de oplijsting die ik maakte in bijlage I.
1.4 BEOORDELINGEN
1.4.1 Discriminatie en stigmatisering
Discriminatie gaat in tegen het grondbeginsel van de gelijkwaardigheid van alle mensen
(EHRM, 1950). Ze bedreigt de inburgeringskansen in onze samenleving voor ‘nieuwe burgers’
en kan een aanzet geven tot stigmatisering van een bepaalde bevolkingsgroep. Bijgevolg is er
opnieuw gevaar voor polarisering.
Ook in België is discriminatie bij grondwet verboden (Art. 11 GW). Bijkomstig werd in 20039
de antidiscriminatiewet aangenomen. Deze wet veroordeelt elk discriminerend gedrag en heeft
als uitgangspunt dat iedereen gelijkwaardig is. Wat allemaal onder discriminatie begrepen
wordt, staat opgelijst in artikel 4 van de wet van 2007. Ze komt neer op het volgende:
discriminatie is gericht gedrag (vaak uitsluiting) ten aanzien van een bepaalde groep wegens
hun lidmaatschap. Dit kan gaan om ras, huidskleur, afkomst, afstamming, seksuele geaardheid,
leeftijd, geloof, gezondheid, etc.
Discriminatie kan leiden tot stereotypering en vooroordelen. Er is sprake van een bestuiving
tussen de drie soorten reacties. Zo kunnen stereotypen en vooroordelen enerzijds tot
8 in hun ogen is men meestal wel schuldig. Dit gaat vaak over de kwestie dat men ‘ongelovig’ is of ‘gelooft in
een verkeerde god, dus niet Allah. 9 Ze wordt in 2007 vervangen door de Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie
11
discriminatie leiden, anderzijds discriminatie voeden en gebruikt worden om vooroordelen te
justificeren (Brehm, Kassin, Fein, Van Hiel, & Mervielde, 2006).
Soms kunnen de stereotypen en vooroordelen zo meedogenloos en diepgaand zijn dat de
persoon gestigmatiseerd wordt. Dan worden ze door iedereen ‘as such’ bekeken. Ze krijgen als
het ware een stigma opgeplakt, in casu kan een vluchteling het stigma krijgen van
‘onbetrouwbaar en potentieel gevaarlijk’ tot zelfs ‘terrorist’. Ze worden gedeprecieerd10 door
de maatschappij (Brehm et al., 2006, 172-178).
Racisme kan beschouwd worden als een vorm van discriminatie (Miles & Brown, 1989).
Racisme, oftewel het inferieur stellen van een groep o.b.v. hun ras komt nog steeds regelmatig
voor, ook al lijkt dit niet zo. Zo verscheen er een artikel in de krant over de 15-jarige Ramzi
Mohammed Kaddouri uit Genk, die in Marokko om het leven kwam door een ongeval met een
quad. Het was de Facebookpagina van de Vlaamse Verdedigings Liga die het artikel over de
dood van de jongen postte met bijhorende commentaar: “Ziet een Vlaming er tegenwoordig zo
uit ??” die de bal aan het rollen bracht. Op facebook en twitter kwamen er honderden racistische
reacties op zijn dood. Mediaminister Sven Gatz noemde het ‘ziekelijk racisme’. De
mediakanalen spreken iedereen aan om ten alle tijden hun mening te spuien. Hoe extremer (of
zal ik zeggen ‘radicaler’), hoe beter, zo lijkt. Youssef Kobo, een medewerker van CD&V
verklaart de aggravaties van meningen en reacties aan de hand van de terreurdreiging, de
vluchtelingencrisis en de economische stagnatie. Met de opmerking dat mensen zich steeds
minder generen, is alles gezegd. De directeur van het minderhedenforum Wouter Van
Bellingen, wijst met een vernietigende vinger naar de regering die te weinig onderneemt tegen
racisme, ondanks het actieplan Racisme en Discriminatie van 2001 en de beloften na de
racistische moordpartij door Hans Vanthemsche (bvb, 2016; gjs & say, 2016). Op Twitter wordt
opgeroepen om racistische uitlatingen te rapporteren en alzo de nodige sancties (het verwijderen
van de racistische opmerking en eventueel blokkering van het profiel) te nemen. Indien iemand
slachtoffer wordt van dergelijke uitspraken of iemand kent die slachtoffer is, kan dit gemeld
worden aan het Interfederaal Gelijkekansencentrum (Eraly, 2016).
De Belgische Grondwet is zeer duidelijk over deze kwestie: artikel 11: ‘Het genot van de
rechten en vrijheden aan de Belgen toegekend moet zonder discriminatie verzekerd worden. Te
dien einde waarborgen de wet en het decreet inzonderheid de rechten en vrijheden van de
10 Men oordeelt minachtend over hen.
12
ideologische en filosofische minderheden.’ De wet mondde verder uit in de Belgische
antiracismewet en de antidiscriminatiewet.
Socioloog Elchardus spreekt over mislukte integratie en de uitzondering die moslims vormen
op een hogere opleiding, en de gevolgen die dit heeft voor de angst t.a.v. hen. In samenspraak
met de migratiecrisis en het terrorisme wordt de angst gevoed. Het wantrouwen voor de islam
leeft niet enkel meer onder laagopgeleiden maar bekruipt ook de hoger opgeleiden. Maar
belangrijker is dat de vervreemding wederzijds is. 50% van de Belgische bevolking zou negatief
staan t.a.v. moslims. Echter als je de moslims dezelfde vraag stelt geeft ook 50% aan negatief
te staan t.a.v. de autochtonen (Eraly, 2016).
Intussen wordt er met modder naar elkaar gegooid. Kobo acht sommige politici
verantwoordelijk voor de polarisatie van de maatschappij. Op een moment dat de bevolking
bang is moet ze worden toegesproken en moeten er bruggen worden gebouwd om het probleem
aan te pakken (bvb, 2016).
1.4.2 Vooroordelen
Vooroordelen zijn negatieve gevoelens t.o.v. anderen. Deze kunnen ook gevormd worden door
een combinatie van meningen van andere personen waar men ontzag voor heeft of enige waarde
aan hecht en beelden die openbaar over anderen worden opgehangen. Vooroordelen kan men
aanpakken door elkaar beter te leren kennen en samen naar een gemeenschappelijk doel toe te
werken (Brehm et al., 2006; Klein & Pohl, 2007).
De meest voorkomende vooroordelen over de vluchtelingen worden later in deze paper
besproken.
1.4.3 Stereotypering (Vries & Pligt, 1991)
Bij stereotypering gaat men groepen bepaalde (meestal negatieve) eigenschappen toeschrijven.
We doen onbewust aan categorisering. Lippman beschreef ze ooit als volgt: Een vereenvoudigd
beeld dat opgehangen wordt over mensen. Ze dient als een short-cut om snel een oordeel te
vellen. Vooringenomen ideeën en verwachtingen bepalen de visualisatie van een bepaalde
groep mensen (Lippmann, 1921).
Sociale categorisatie maakt het mogelijk om snelle impressies en oordelen te vormen van een
persoon die tot een bepaalde groep behoort. Men maakt bijgevolg ook een verschil tussen ‘Wij’
en ‘Zij’; de groep waar men zelf toe behoort, de ‘ingroep’ en de ‘uitgroep’. Over de uitgroep
ontstaat de foute redenering dat iedereen hetzelfde is, dit noemt men het
‘uitgroephomogeniteitseffect’. Zo kan men ze gemakkelijk over één kam scheren. Het beeld dat
13
in de media wordt opgehangen van een bepaalde groep kan bijdragen tot stereotypering. Het
grote probleem bij stereotypering is dat de perceptie en interpretatie van gedrag van de
groepsleden vervormd wordt.
Stereotypen hebben de neiging om halsstarrig overeind te blijven ook al worden ze weerlegd.
Daarnaast zijn ze ook moeilijk tegen te gaan doordat ze vaak onbewust worden geactiveerd
(Brehm et al., 2006). Het is niet enkel een ‘gemakkelijkheid’ maar onbewust ook een
verdedigingsmechanisme. We vinden onszelf behoren tot een bepaalde groep waar we tevreden
mee zijn en distantiëren ons van de ‘outgroup’ die inferieur is aan de ‘ingroup’. Er is sprake
van een uitgroepsvijandigheid. Linville en Jones verklaren dat groepen over elkaar
gepolariseerde percepties hebben. Personen van eenzelfde groep gaan vele onderlinge
verschillen waarnemen binnen de groep, doordat ze hieraan deelnemen. Ze zijn echter niet op
de hoogte van de verschillen binnen andere groepen die niet tot die van hen behoren. Met als
gevolg dat ze de andere groepen veralgemenen en geen individueel onderscheid maken. Dat is
de zogenaamde blootstellingshypothese. Een bijkomende verklaring hangt af van de aard en
omvang van een bepaalde groep. Men gaat bepaalde situaties, tradities, plaatsen linken aan een
bepaalde groep o.b.v. de enkele personen die men kent binnen die situatie. Een andere
interessante verklaring die ook toegepast kan worden op de selectie van mediaberichten, is de
‘confirmatory bias’. Men gaat als het ware info zoeken die de ideeën bevestigen. Quatrone en
Jones spreken over de ‘wet van de kleine getallen’. Velen lopen snel in de valkuil om bij gebrek
aan informatie een overhaaste generalisatie te maken. Rothbart en Park deden systematisch
onderzoek naar de ontkrachting van foute assumpties. Negatieve eigenschappen worden snel
aangeleerd maar veel moeilijker afgeleerd dan positieve stereotypekenmerken ( Klein & Pohl,
2007; Vries & Pligt, 1991).
1.5 SAMENHANG TUSSEN DE CONCEPTEN Alle centrale begrippen hangen samen. Het feit dat er in de media gecommuniceerd wordt over
terrorisme en terreurdreiging (feiten of insinuaties dat een vluchteling een terrorist zou kunnen
zijn) draagt bij tot het vormen van een beeld over de vluchtelingen. Men kan reeds een opinie
of vooroordelen hebben gehad hierover. Uit onderzoek is duidelijk gebleken dat het bijstellen
van een negatieve opinie naar een meer gematigde of positieve opinie een zeer moeilijk gegeven
is. Hier is enorme uitgebreide informatie voor nodig, die in de media maar beperkt wordt
weergegeven. Vooroordelen, stereotypering en stigmatisering hebben negatieve invloeden op
mensen, daarom is het zeker van belang na te gaan in hoeverre deze gedachten en reacties
aanwezig zijn en opinies wijzigen.
14
2 ACTUELE VLUCHTELINGENCRISIS
Ik schets hieronder de omvang van de vluchtelingencrisis a.d.h.v. cijfers van het Commissariaat
Generaal voor de Vluchtelingen en het Internal Displacement Monitoring Centre. De cijfers
hebben betrekking op het jaar 2015 en sommige rapporten maken een verslag van het eerste
trimester van 2016.
2015 was goed voor een extra 27,8 miljoen ontheemden (Bilak et al., 2015). De zogenaamde
‘Internally Displaced People’ (IDP’s) zijn op de vlucht in hun eigen land. Van zodra ze de
landsgrenzen oversteken, zijn het vluchtelingen (United Nations High Commissioner for
Refugees [UNHCR], z.d.). Het Global Report on Internal Displacement geeft een weergave per
land met het aantal personen in problemen ten gevolge van de natuur of oorlogen en conflicten.
IDP’s zijn hun woonst en andere materiële goederen verloren. Hieraan verbonden zijn er ook
op andere levensdomeinen problemen. In totaal brengt dit het aantal op een geschatte 40,8
miljoen IDP’s ten gevolge van een conflict of geweld. 19,2 miljoen van de extra groep in 2015
kan toegeschreven worden aan natuurrampen verspreid over 113 landen. De overige 8,6 miljoen
is door toedoen van oorlog en conflicten in 28 landen. Het is de natuur die het meeste aantal
slachtoffers maakt aangezien ze zeer onvoorspelbaar en verwoestend kan optreden. De landen
die het meeste slachtoffers van IDP’s kennen zijn Jemen11, Syrië12 en Irak13. Zij zijn goed voor
de helft van het totale aantal IDP’s. Met betrekking tot conflicten komen het Midden-Oosten
en Noord-Afrika naar voren. De Arabische Lente in 2010 en de opkomst van de Islamitische
Staat hebben hierin hun aandeel. Zij waren goed voor 4,8 miljoen IDP’s. We moeten steeds
rekening houden met een ‘black number’. Dit door een verkeerde definitiehantering, gebrek aan
data en consequente beeldvorming, het onder de radar blijven van deze groep mensen,… In
deze paper zal het uiteraard louter over de vluchtelingen gaan, doch dient de lezer er attent op
gemaakt te worden dat niet enkel conflict en oorlog voor slachtoffers en vluchtelingen zorgt
(Bilak et al., 2015).
In totaal werden tot juli 2016 zo’n 59,5 miljoen mensen gedwongen hun huis te ontvluchten.
UNHCR’s peilingen tonen een wereldwijd aantal van 19,5 miljoen vluchtelingen en 10 miljoen
staatlozen (UNHCR, 2015).
11 Ten gevolge van luchtaanvallen van Saudi-Arabië. 12 Reeds 6 jaar burgeroorlog. 13 Sinds begin 2014 met de opkomst van Islamitische Staat.
15
Slechts een kleine minderheid vlucht naar Europa. Het merendeel blijft in het land zelf of in
naburige landen in de hoop ooit te kunnen terugkeren naar huis (UNHCR, 2015).
De Commissaris-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS), Dirk Van den
Bulck, spreekt over een verdubbeling van het aantal asielaanvragen in 2015 in vergelijking met
2014. Daarnaast kreeg de helft een positief advies wegens hun herkomst uit conflictgebieden.
De asielcrisis nam enorme proporties aan vanaf de zomer van 201514. Men spreekt dan vooral
van Afghanen, Syriërs en Irakezen. In 2013 erkende België nog 29,4% vluchtelingen, dit steeg
tot 46,8% in 2014 om in 2015 te pieken met een percentage van 60,7%. Waarvan 50,5% van
het aantal erkenningen de toekenning van een vluchtelingenstatus omvat. De overige 10,2%
betreft een subsidiaire bescherming indien er een reëel risico op ernstige schade van de fysieke
en psychische integriteit bestaat (Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen
[CGVS], 2016c).
Hoewel we over een vluchtelingencrisis spreken kunnen we niet aangeven dat dit de grootste
vluchtelingengroep in de geschiedenis is. De Conventie van Genève is er in de eerste plaats
gekomen door de massa oorlogsslachtoffers na de tweede wereldoorlog. Oorspronkelijk stond
ze in voor Europese vluchtelingen en werd ze later uitgebreid naar de hele wereld. Sinds de
metingen (Het CGVS ontstond in 1988) werden in 1994, 35.778 aanvragen ingediend als gevolg
van de toenmalige oorlog in Joegoslavië (Center for Big Data Statistics, 2015). In de 21ste eeuw
wordt een record opgemeten van 42.691 asielaanvragen in het jaar 2000 (De Lobel, 2015). Het
jaar 2015 kent in vergelijking ‘slechts’ 35.476 aanvragen. Sedert 2016 krijgen we de inzet van
een daling. In januari werden 2842 asielzoekers geregistreerd. Vanaf februari duiken de cijfers
opnieuw onder de 2000 aanvragen (CGVS, 2016d).
2.1 DEELBESLUIT De vluchtelingencrisis anno 2015-2016 is niet de grootste ooit, al neemt ze wel een grote
omvang aan. De komst van de ‘nieuwkomers’ brengt veel vragen met zich mee. Het symbolisch
interactionisme richt zich op de publieke opinie over deze kwestie. Vooroordelen en stereotypes
zijn alomtegenwoordig, en aldus een gevaar voor de integratie van de asielzoeker. De
terreurdreiging brengt extra spanningen met zich mee die hier een invloed op zouden kunnen
14 In de eerste 4 maanden van 2015 blijven de cijfers gelijk lopen met dezen van het jaar ervoor. Om vervolgens
in mei een verdubbeling waar te nemen t.o.v. de maand mei in 2014. In juni en juli werden er meer dan 2000
aanvragen ingediend. Vanaf augustus wordt tot op het einde van 2015 niet meer onder de 4000 aanvragen
gegaan. September kopt met 5512 inzendingen.
16
hebben. Met de verschillende definities in het achterhoofd worden de opinies van de Vlaamse
burger en het beleid onder de loep genomen.
17
3 CENTRALE PROBLEEMSTELLING A: DE TERREURDREIGING HEEFT INVLOED
OP DE PERCEPTIE OVER VLUCHTELINGEN
3.1 INLEIDING In de huidige maatschappij worden meningen zeer snel gevormd. Dat is ook niet anders over
de thema’s van de vluchtelingencrisis en de terreurdreiging. De argumenten die vaak als
vooroordelen of stereotypen kunnen geklasseerd worden, worden gevormd door de angst die er
bestaat voor het onbekende. Het ‘binnenhalen’ van de onbekende factor ‘vluchtelingen’
betekent een risico voor de maatschappij. De impact op het dagelijkse leven en het algemeen
onveiligheidsgevoel dat heerst door de terreurdreiging (de zichtbaarheid van soldaten in het
straatbeeld, de bommeldingen, nieuws over buitenlandse aanslagen, de aanvallen op IS, etc.)
biedt ruimte om denkfouten te maken en aldus de onbekende in hetzelfde kadertje te trekken
als de terroristen. De media die tenslotte aan komt dralen met titels als “IS smokkelt strijders
op vluchtelingenboten naar EU (redactie, 2015c)” en “20.000 IS-terroristen tussen Syrische
vluchtelingen (redactie, 2015a)” laten weinig aan de verbeelding over. Ze zorgen snel voor
reacties zoals “De grote stroom vluchtelingen brengen terrorisme binnen in Europa, Hongarije,
Polen en Griekenland zijn dus de verstandigste landen, als je ze niet toelaat op je grond gebied
heb je er ook geen last van later, […] (Hindryckx, 2016)” De mens trekt zijn conclusies uit de
info die hem gegeven wordt. Het nieuws dat aanslagplegers, zoals die in Würzburg en Beieren
(Duitsland) asielzoekers waren (Verhaert & Temmerman, 2016), bevestigd hun gelijk.
De publieke opinies over de vluchtelingen, de gevolgen van het terrorisme en het tenslotte in
één zin benoemen van deze twee verschillende thema’s worden hieronder besproken.
Studiemateriaal wijst vervolgens op de effecten die uit de situatie voortkomen en om af te
sluiten haal ik de resultaten uit mijn eigen kwalitatieve verkennende (niet-representatieve)
onderzoek aan.
18
3.2 GEVOLGEN VAN DE VLUCHTELINGENCRISIS EN TERREUR Als we de kranten en de onderzoeken moeten geloven zou bij een afname door de
veiligheidsmonitor in België, een verhoogd onveiligheidsgevoel uit de bus komen. Uiteraard
heeft dit alles te maken met de maatschappelijke gebeurtenissen die plaatsvinden. Binnen het
onveiligheidsgevoel vindt men verschillende componenten terug met elk zijn kenmerken. Als
men het heeft over de cognitieve component meent men een risico te lopen. De affectieve
component is het effectieve gevoel van onveiligheid. Een stap verder is de gedragsmatige
component waar men zich door zijn gevoelens gaat laten leiden en vermijdingsgedrag gaat
stellen. Deze componenten zijn voorlopig moeilijk te onderscheiden binnen mijn studie. Al kan
men de cognitieve component terugvinden in elk interview. Voor de andere twee componenten
is extra onderzoek, waaronder observatie, vereist (Brehm et al., 2006).
Hieronder beschrijf ik enkele gevolgen, voornamelijk reacties, die voortkomen uit deze
componenten.
3.2.1 Publieke bedenkingen over vluchtelingen
De komst van de grote vluchtelingenstroom zorgde voor vele speculaties. Enkele van die
speculaties werden vooroordelen. Ik som de meest voorkomende hieronder op. De titels
omvatten een omschrijving van de algemene bekommernissen die er leven.
3.2.1.1 Ze blijven komen!
Een veelgehoorde reactie, zo zal ook later uit mijn interviews blijken, slaat op de toename en
vrees voor een niet te stoppen tendens van asielzoekers in België. Het is een vooroordeel dat er
toe leidt te concluderen dat men toch niet iedereen kan helpen en de grenzen maar moet sluiten.
Als we de cijfers erop na slaan kan dit sterk ontkracht worden.
Wie er de krantenberichten op naleest kan een afname opmerken in het aantal vluchtelingen dat
België binnenkomt. In september 2015, een piekmaand, werden 6.360 asielzoekers
geregistreerd. In mei 2016 komen we aan 836 registraties. De daling werd niet meteen voorzien
en zorgt er ook voor dat het opgestelde spreidingsplan om aan de constante toevloed te kunnen
voorzien, terug in de kast verdwijnt. In plaats van opvangplaatsen te creëren worden centra
gesloten (Francken, 2016e). Het beeld van de asielzoeker (zoals we die kennen met het
tentenkamp in het Maximiliaanpark te Brussel) ebt stilaan weg, dat valt ook in de media op.
3.2.1.2 Is de migratie schadelijk voor de Europese economie?
Tot enkele jaren terug werden buitenlanders en economische vluchtelingen op eigen vraag
aangetrokken in België te komen werken. Ze werkten in de mijnen, namen jobs in die niet
19
ingevuld werden door Belgen of zorgden voor nieuwe innovaties door hun kennis te delen.
Ondanks de stop op deze toevoer hoeft de toestroom van asielzoekers geen negatief einde te
kennen voor de economie. Ze kan zorgen voor groei, innovatie en ondernemerschap. Ze kan
opnieuw hiaten opvullen en een ondersteuning bieden aan de vergrijzing die zich de laatste
jaren in België voordoet. Migratie is een belangrijke factor voor demografische ontwikkeling
(De Ruyter, 2016; Stepstone, z.d.). Heel wat vluchtelingen beschikken over diploma’s en zijn
bereid verder te studeren. Vluchtelingen die naar hier komen zijn slechts zelden ongeschoold,
zo blijkt uit cijfers uit het Jaarverslag 2014 van NARIC Vlaanderen15(NARIC, 2015). In eerste
instantie lijkt het een dure zaak om nieuwe mensen op de arbeidsmarkt te brengen en waar
nodig op te leiden. Op lange termijn betekent dit echter wel een gunstige investering
(Delepeleire, 2016). Ook Amnesty International probeert enkele vooroordelen hieromtrent te
ontkrachten (Amnesty International, 2015a). Een vluchteling heeft niet automatisch recht op
een uitkering16 of werk. Het enige recht dat ze hebben is het verkrijgen van dringende medische
hulp en het Bed-Bad-Brood zoals men dat noemt. Van zodra men erkend is als vluchteling heeft
men recht op toegang tot de arbeidsmarkt of tot een leefloon. Ze beklemtoont nogmaals dat de
migranten hier vaak, ondanks hun diploma’s, ‘minderwaardige’ jobs uitoefenen die door de
Belgen niet worden ingevuld. Ze vullen m.a.w. hiaten op in het werkveld. Bijkomend zorgen
ze ook voor de creatie van nieuwe jobs. Daarnaast betalen ze net als ieder andere werkende
Belg belastingen. Na zoveel jaren blijft discriminatie nog steeds een heikel punt op de
werkvloer. Vele bedrijven verschuilen zich achter de benodigde competenties, zo blijkt uit een
enquête van de krant De Standaard (Stepstone, z.d.; Tanghe, 2016; De Cort, 2016).
Hiertegenover staat het marktonderzoek van de Nationale Bank van België waarbij wordt
voorspeld dat tegen 2020 21.000 van de 58.000 vluchtelingen een baan zal hebben. De reden
voor deze lage resultaten kan gezocht worden bij het opleidingsniveau van de asielzoeker (er
zijn meer laaggeschoolden dan vroeger doordat het voornamelijk om zeer jonge mannen gaat
(Delepeleire, 2016)); meer dan de helft is jonger dan 25 jaar volgens het Agentschap
Inburgering en Integratie; geen erkenning van hun vaardigheden; gebrek aan kennis van een
van de landstalen; het zich niet kunnen aarden in het gastland en de steeds weerkerende factor
van discriminatie spelen een rol. Naarmate de allochtonen langer in het land verblijven worden
de verschillen tussen de autochtonen en allochtonen kleiner. De bevolkingsgroep die eventueel
wel schadelijke gevolgen ondervindt zijn de laag geschoolde studenten (De Ruyter, 2016).
15 NARIC is een bedrijf dat de gelijkwaardigheid van diploma’s controleert. 16 Leefloon door OCMW uitgereikt.
20
3.2.1.3 De crisis is te kostelijk
Een andere verontrusting is de volgende: “Kost immigratie ons te veel?”. Er gelden in België,
een land dat reeds bekendstaat om haar vele belastingen (De Greef, 2016) en heel wat
besparingen. Hetgeen niet onlogisch klinkt wanneer men met een staatsschuld van rond de 420
miljard euro kampt (Staatsschuldmeter, 2016). Dan blijkt er een immens probleem waar heel
wat geld voor nodig is om eraan tegemoet te komen, zich op te dringen. Na het vergelijken
tussen enkele cijfers kan ‘geruststellend’ het volgende worden geconcludeerd:
alles tezamen genomen wordt er veel meer geïnvesteerd in het bewaken van de grenzen en
terugkeerbeleid, dan in asielprocedures. M.a.w. voorstanders voor een gesloten grenzenbeleid
maken beter een kostenberekening op. De opvang kost ongeveer 40 Euro per dag, per
asielzoeker. Maar aan deze kosten worden tegemoetgekomen door de creatie van nieuwe jobs
en aldus nieuwe economische inkomsten (De Ruyter, 2016; De Smet, 2015).
3.2.1.4 Er dreigt een cultuurclash
Een andere bezorgdheid omvat de vreemde cultuur, religie, gewoonten die overgebracht
worden naar hier. Kunnen ze zich hier wel aanpassen aan onze cultuur of gaan ze hun waarden
en normen aan ons opdringen? Bij sommige Belgische vrouwen leeft er de vrees om later
verplicht een hoofddoek te moeten gaan dragen (Unia, 2016). Ook sociale media staan vol van
deze toekomstvoorspellingen. De regering en de opvangcentra bewaken nauwgezet de
Belgische cultuur. Er worden initiatieven genomen, zoals lessen en sancties, om de
‘nieuwelingen’ onze waarden en normen te helpen begrijpen. Dit zonder afbreuk te doen aan
hun eigen cultuur en religie. Een evenwicht tussen beide culturen wordt nagestreefd (UNRIC,
IOM, UNHCR, UNDP, & OHCHR Brussels, 2015). Daarbij komt nog dat erkende asielzoekers
sinds 29/02/2016 in Vlaanderen verplicht een inburgeringscursus dienen te volgen17
(Agentschap Integratie & Inburgering, 2016a, 2016c; Kruispunt Migratie-Integratie, z.d.). Er
zijn verschillende organisaties die de vluchtelingen hierin bijstaan. Zoals onafhankelijke
cursussen die door vrijwilligers gegeven worden in de centra (leraar Nederlands), het OCMW
en Ciré (Coordination et initiatives pour réfugiés et étrangers [Ciré], 2015)).
3.2.2 Voortvloeiingen uit het terrorisme
3.2.2.1 Impact op het algemene veiligheidsgevoel
Het menselijke lichaam reageert instinctief op angst. Bij terreuraanslagen worden de drie
premisses: een onverwachte gebeurtenis, betekenisloosheid en machteloosheid t.o.v. de situatie,
vervuld. Bijgevolg komt een angstgevoel vrij. Psychiater Damian Denys spreekt tevens over
17 M.u.v. Brussel, deze materie wordt nog steeds geregeld maar is een complexe aangelegenheid.
21
het besef van de mogelijkheid dat ieder van ons slachtoffer kan worden van zulk een
terreurdaad. Professor Kurt Audenaert legt de sleutel bij het controleverlies. Sommige mensen
overwinnen die angst, terwijl anderen die daarom niet zelf rechtstreeks slachtoffer moeten zijn,
een posttraumatische stresstoornis overhouden. De truc bestaat erin alles te relativeren en in de
juiste context te bekijken. Zo viel 78% van de slachtoffers in landen als Afghanistan, Syrië,…
Het vergelijken met cijfers dichter bij huis, zoals de kans op een auto-ongeval, stelt alles in een
ander daglicht. Angst is selectief waardoor we minimale risico’s veel te hoog gaan inschatten.
Het is uiteraard juist op dit gegeven dat terroristen rekenen. Ze willen middels minimale
inspanningen een maximaal resultaat behalen. We leven in een angstcultuur ondanks de veilige
maatschappij. De media kan hier aangewezen worden als medeschuldige. Zij brengt slecht
nieuws vanuit heel de wereld over, terwijl ons brein hier niet tegen bestand is. We betrekken
alles op onszelf. Andere boosdoeners zijn te vinden op de andere domeinen en de geschiedenis
die de wereld kent: een oliecrisis, financiële crisis, klimaatcrisis, eurocrisis en recent de
vluchtelingencrisis. Het gevaar bestaat erin zich te laten leiden door die angst. Het vermijden
van drukke openbare plaatsen, het afschaffen van voetbalmatchen wegens dreiging, militairen
op straat,…ze werken eerder contraproductief en voeden de angst, aldus Denys. Audenaert pleit
ervoor geen grote beslissingen te nemen na aanslagen, aangezien ze instinctief gebeuren en
schade toebrengen aan andere aspecten in het leven. We moeten ons ook niet wegstoppen, maar
durven tegenstand te bieden op een doordachte manier en alles bespreekbaar maken, zo zegt de
Britse socioloog Furedi (Declerck & Schoofs, 2015).
3.2.2.2 Impact op de economie
Niet alleen tijdens het verhoogde terreurdreigingsniveau of net na een aanslag werd er schade
opgelopen, ook nu nog is de impact merkbaar (FOD Economie Middenstand en Energie, 2016).
Zoals hierboven reeds vermeld lokten sommige grootschalige evenementen minder volk en
werden zaken afgeschaft wegens ‘te groot risico’ (Belga, 2016b, 2016c; AFP, 2016b, 2016c;
lej, 2016; RVE, 2016; Staes, 2016; VTM Nieuws, 2016b). Het openbaar vervoer is een drempel
die in het begin opnieuw genomen moest worden na de aanslagen in het metrostation van
Maalbeek en op de luchthaven van Zaventem. Hieruit vloeien neveneffecten voort. Zo voelen
de horeca en voornamelijk hotels een daling in hun inkomsten (Redactie, 2016d). De medische
verzorging, de materiële en morele schadevergoeding, de heropbouw van vernielde gebouwen,
het optrekken van de veiligheid en bijkomende economische verliezen zorgde voor een schade
van 2,3 miljard euro (Gabel, 2016). In bijlage II zijn de cijfers over de verliezen terug te vinden.
Ook in het buitenland is de economie, ondermeer in Tunesië (Redactie, 2015) (aanslag op
22
Bardomuseum, strand Sousse en kazernes), nog steeds niet stabiel en kent ze nog steeds zware
verliezen door het wegblijven van toeristen (Paelinck, 2015a). Men tracht de reizen opnieuw
aanlokkelijk te maken (Metsu, 2015d). Echter zolang er sprake zal zijn van IS zullen de mensen
niet op springen staan het vliegtuig te nemen naar de landen die zich in het oog van de storm
bevinden (Cinjee, 2016). De prijzen om naar die landen te gaan zijn dan ook drastisch
gekelderd. Vele hotels moesten zelfs de boeken sluiten. Ook reisbureaus raden aan, indien men
er toch heen gaat, drukke plaatsen zoveel mogelijk te vermijden aangezien er nog steeds een
verhoogd risico op terroristische aanslagen bestaat (Beernaert, 2015; Lutgendorff, 2016;
Redactie, 2015, 2016d; Rijksoverheid, 2016). Men verwachtte dat de negatieve gevolgen snel
zouden wegebben, echter het is pas sedert oktober dat er een verbetering optreedt. Aldus
hoofdeconoom Edward Roosens en Pieter Timmermans van werkgeversorganisatie VBO, zij
voorspellen een normale economische groei tegen maart 2017. De enige sector die ongehavend
deze toestand overleefde en er zelfs kon van profiteren was, de bewakingssector (Gabel, 2016).
3.2.2.3 Gelieerde criminaliteit
Het terrorisme speelt natuurlijk andere criminele middens in de hand. Denken we maar aan de
lucratieve praktijken van mensensmokkelaars, die reeds 1000den doden op hun geweten hebben
door radeloze mensen een overtocht te bieden naar een beter land. Maar ook leveranciers van
illegale goederen zoals wapens en valse papieren bevinden zich in een markt met explosieve
groei (Belga, 2015). De overheid zit met de handen in het haar en tracht haar best te doen dit in
te binden met behulp van samenwerking met andere staten en organisaties.
3.2.2.4 Slachtoffers
Bij de aanslagen vallen dodelijke slachtoffers, gewonden, maar ze brengt ook psychologische
gevolgen voor de omstanders en de indirecte slachtoffers met zich mee. Ze kent een impact op
het dagelijkse leven van het land. Hulpdiensten, beleid, openbaar vervoer, evenementen,
toerisme, dagelijks leven ondervinden er de gevolgen van. Daarnaast wordt iedereen door
afschuw, verslagenheid, verdriet en angst overmand. De schok ebt weg maar de angst blijft
steeds op de loer liggen. Het doelwit van IS richt zich misschien op de ‘ongelovigen’ (zij die
niet in het Kalifaat geloven, christelijke en Westerse wereld), toch heeft ze ook heel wat
moslims (plaatselijk alsook Europees) als slachtoffers (bladna, 2016; redactie, 2016c, 2016g).
Moslims moeten vandaag niet enkel vrezen voor kwade blikken of wantrouwen vanuit de
richting van andersgelovigen. De vrijzinnige of andersgelovige ex-moslims, ‘de afvalligen’
zoals ze door IS worden aangeduid, moeten vrezen voor excommunicatie of aanval vanuit hun
eigen familie en kenniskringen. Moslim-afkomstigen die ongelovig zijn durven ook in dit
23
decennium nog steeds niet openlijk uit te komen voor hun vrijzinnigheid. Dit is logisch als je
weet dat er in de landen zoals Saudi-Arabië, Qatar en Jemen hiervoor de doodstraf op je wacht.
Dit is echter niet langer logisch als je je op ‘veilige’ bodem bevindt zoals in Europa of België.
In hun cultuur echter is niet-geloven nog steeds een taboe (Koppen, 2016).
3.2.2.5 Indirecte criminaliteitsdaling
Tegengesteld aan wat tegenstanders soms beweren blijkt er zich een tendens voor te doen van
criminaliteitsdaling. Door meer politieaanwezigheid en militairen op straat is er een significante
daling van de criminaliteit op te merken. Cijfers van de Federale politie geven dit duidelijk
weer. De daling heeft ook te maken met de Gaudi-campagnes die door de politie in
samenwerking met de DVZ gevoerd worden. Ze focust zich op delinquente illegalen (gauw- en
winkeldieven). Er zijn m.a.w. wel personen die crimineel gedrag stellen. Er valt wel een daling
op te merken omdat deze groep specifiek geviseerd wordt, waar ze voorheen een gevoel van
straffeloosheid ondervond. Ontrading en verhoogde pakkansen blijven hun effect bewijzen.
Francken benadrukt het belang van een effectieve repatriëring, omdat het recidivismecijfer
hoog zou liggen. Het succes van de campagnes wordt bijgelicht met enkele cijfers. Zo zou op
één jaar tijd in Antwerpen het aantal gauwdiefstallen met een derde zijn gedaald. Ook in
Brussel, Gent en Luik (deelnemende steden) daalde ze met een vijfde (Francken, 2016a; Metsu,
2015b; redactie, 2016e).
3.3 SAMENLOOP VAN OMSTANDIGHEDEN (LOUATI, 2016) Het doel van dit onderzoek ligt erin na te gaan in welke mate de twee met elkaar verbonden
worden. Volgende vooroordelen zinspelen hier op.
3.3.1 De gelegde link tussen vluchtelingen en terrorisme
3.3.1.1 Potentieel risico
We weten niet met 100% zekerheid wie de persoon die asiel aanvraagt nu werkelijk is. Er
bestaat een angst voor het onbekende18.
3.3.1.2 Vrees voor terroristen onder de vluchtelingen
Salah Abdeslam pikte zijn twee kompanen op aan een station in Boedapest. Vermoedelijk
hadden ze zich onder de vluchtelingen gemengd. Want ook enkele anderen waren via een
vluchtelingenroute langs Griekenland binnengeraakt (redactie, 2015e). Verscheidene
onderzoeken, waaronder de Terrorismemonitor, bevestigen intussen dat tientallen terroristen
onder de vermomming van vluchteling Europa zijn binnengekomen (Belga, 2015; CNN, 2016b;
18 Prof Loobuyck (Pano, 2016).
24
Feenstra, 2016; Terrorisme Monitor, 2015a, 2015b). Om de inmenging zoveel mogelijk in te
dijken worden de veiligheidsmaatregelen ingesteld, die worden verder in 4.5.4.1. behandeld.
Hieronder vallen de strenge controles en de opleiding van centrumpersoneel dat in contact komt
met vluchtelingen om radicale voortekenen op te vangen. Staatssecretaris Theo Francken
hamert op een strikt veiligheidsbeleid en is zich bewust dat een volledige waterdichtheid
onmogelijk is.
Tegenstanders van opvang hebben voldoende aan deze uitleg en maken snel de rekensom:
Indien er slechts een procentueel aantal terroristen onder de vluchtelingen zit dan komt men al
snel, bij een 10 % op 1 miljoen, aan een duizendtal mogelijke terreurzaaiers.
3.3.1.3 Het in één zin benoemen van ‘vluchtelingen’ en ‘terreur’
Zoals hierboven aangetoond zijn er bewijzen dat terroristen zich als vluchteling hebben
voorgedaan om ongemerkt Europa binnen te komen. Daarbij is het ook van belang de
klemtonen correct te leggen. Een verkeerde uitspraak of definiëring kan verstrekkende gevolgen
hebben voor de desbetreffende partij. Een terrorist vermomd als vluchteling is nog niet
hetzelfde als een vluchteling die terrorist is. Ook al lijkt ze zo voor de publieke opinie. Deze
misvatting is voer voor vooroordelen, stereotypering, stigmatisering en islamofobie. Deze
denkfouten sluipen onverwacht binnen. Duits minister van binnenlandse zaken Thomas de
Maizière en ook Europese Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker waarschuwen die fout
niet te maken. Dat één terrorist zich onder de asielzoekers heeft gemengd betekent niet dat alle
asielzoekers op gelijke voet met daders moeten gesteld worden. Ze zijn net voor deze
aanslagplegers op de vlucht. We mogen geen algemeen wantrouwen krijgen na de
gebeurtenissen (Redactie, 2016b; redactie, 2016f).
3.3.1.4 Verdachtmakingen worden ongewild bevestigd
Spijtig genoeg worden voor sommigen hun bedenkingen ook bevestigd wanneer een enkeling,
een asielzoeker, effectief dader blijkt te zijn van een voorval. Dit was het geval bij de aanval
met een bijl op een trein in Duitsland. De Afghaanse vluchteling liet een filmpje achter waarin
hij beweert een soldaat van IS te zijn en de ongelovigen te zullen afslachten in hun eigen huis.
IS was vervolgens zeer snel paraat om de aanslag op te eisen (Verhaert & Temmerman, 2016).
Enkele dagen later waren er opnieuw voorvallen van ‘een vluchteling’ die mensen aanviel op
straat met een mes en één iemand die zichzelf opblies net buiten een festival (Spiegel, 2016;
Redactie, 2016c). In Frankrijk viel een voorval op te merken waar een man met Marokkaanse
roots een moeder en 3 kinderen aanviel met een mes in een vakantiepark omdat ze te schaars
gekleed gingen (Ibo, 2016). Deze éénmansacties lokten heel wat kritiek uit op de aanpak van
25
bondskanselier Merkel. Ze verdedigt zichzelf en blijft trouw aan haar standpunt: ‘Wir schaffen
das’. De terroristen willen net dat we ons keren tegen de vluchtelingen, we mogen ze niet laten
winnen door eraan toe te geven, zegt ze (Redactie, 2016a). Niet enkel Duitsland en Parijs maar
ook België kon een aanslag verwachten. Op 7/08/2016 werden twee agentes in Charleroi voor
het politiecommissariaat aangevallen met een machete. De dader was van Algerijnse afkomst
en verbleef illegaal in ons land, ondanks twee bevelen om het grondgebied te verlaten (Alen,
2016). Deze affaire deed de discussie omtrent effectieve uitvoering van bevelen en correcte
controle opnieuw oplaaien. Francken beloofde de gedwongen terugkeer van illegalen te
verhogen (De Schamphelaere,2016; Radio 1, 2016).
De negatieve berichten krijgen steeds meer bijval en worden sneller gehoord en onthouden.
Hier kan ik opnieuw de ‘confirmation bias’ op betrekken. De berichten springen met grote
koppen in het oog. Berichtgeving waarbij vluchtelingen positief in de media komen (vb.: al
zingend Nederlands leren; het opkuisen van de gemeente; vrijwilligerswerk; …) worden algauw
vergeten of genegeerd.
3.3.2 De studies
Het fenomeen vluchtelingen is zeker geen nieuw begrip maar iets dat de mens al eeuwen kent.
Er zijn dan ook wel al enkele onderzoeken gedaan omtrent deze specifieke groep. Al te vaak
met het oog om na te gaan hoe het hen vergaat, wat hun gevoelens zijn en hoe hun aanvaarding
in de maatschappij verloopt. Zo zijn er enkele onderzoeken gebeurd die de marktpositie
onderzoeken (Warmerdam & van den Tillaart, 2002); de opvang (Druten, 2009); uiteraard ook
verscheidene barometers, zoals de integratiebarometer (Klaver & van der Welle, 2009). Als
men de studies overloopt werd er voornamelijk veel gepubliceerd en onderzocht door
Nederland (Kuiper, 1992). Ook de asielprocedure en terugkeer, het psychische en fysische
welzijn werd meermaals onderzocht aan de hand van interviews (Muus & Muller, 1999). Een
belangrijke studie gaat onder meer over de manier waarop vluchtelingen omgaan met hun
situatie (Engelhard & Goorts, 2005).
Er zijn m.a.w. talrijke studies uitgevoerd over het wel en wee van de asielzoekers en
vreemdelingen, over hun toekomstperspectieven en er werden tal van hypothesen onderzocht
(vaak i.f.v. achterstand en criminaliteit). Een zwakkere groep wordt al snel als schuldige
aangewezen, bijgevolg is ze regelmatig onderwerp van studie.
Nooit eerder drongen de thema’s vluchtelingen en terrorisme zich zo fel op als deze periode.
De gebeurtenissen dwongen onderzoekers er toe de twee thema’s met elkaar te combineren.
26
Bijgevolg zijn de onderzoeken redelijk recent van datum. Velen, zoals ook mijn onderzoek, zijn
van verkennende aard en gebruiken kwalitatieve methoden of online enquêtes om zicht te
krijgen op de publieke opinie over deze thema’s en de combinatie ervan. Hieronder worden
enkele resultaten weergegeven die voortkomen uit de maatschappelijke gebeurtenissen.
3.3.2.1 Verhoogde bezorgdheid binnen Europa
Een recente representatieve internetstudie van het Amerikaanse Pew Research Center (2016)
peilde naar de bezorgdheid bij Europeanen over de risico’s die vluchtelingen met zich
meebrengen. Ze ondervroegen landen die het leeuwendeel van de Europese bevolking
uitmaken19: Duitsland, Zweden, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Frankrijk, Italië,
Griekenland, Polen en Hongarije. In de meeste landen legt meer dan de helft van de bevolking
de link dat de vluchtelingen het risico op terrorisme verhoogt. In Hongarije en Polen, twee
landen die het minst aantal vluchtelingen opvangen, staat respectievelijk 76% en 71% van hun
bevolking achter deze stelling. In Duitsland (de studie werd gemeten van voor de aanslagen en
aanvallen in de week van 18 juli 2016) ging het om 61%. Italië, 60% en de Britten 52%. Het
tot nu toe hardst getroffen land, Frankrijk, lijkt het beste te scoren. De helft gelooft dat er geen
link gelegd kan worden. Ze zijn lichtjes gestegen t.o.v. 2014. Daarnaast klinkt bij velen ook de
bezorgdheid dat de vluchtelingen een ‘last’ zouden zijn die hun banen en sociale voordelen
zouden afnemen. Het economische motief blijft hardnekkig opduiken in studies. Het algemene
beeld over moslims lijkt in Oost- en Zuid-Europa veel negatiever te zijn dan in Noord- en West-
Europa. Daarnaast is het opmerkelijk dat in ieder land dat onderwerp van studie was, 6 op de
10 mensen ervan overtuigd zijn dat moslims zich niet willen aanpassen aan hun maatschappij20.
Blijkbaar heeft slechts een minderheid (om en bij de 35%) angst dat de reeds aanwezige
moslims zich zouden radicaliseren en zich tot IS zouden keren. Uiteraard heeft de politieke
voorkeur een impact op de mate waarin men meegaat met deze stellingen. Personen die eerder
een rechtse koers varen zijn sneller tegenstander van de opvang van vluchtelingen; dit komt
ook overeen met de standpunten van de partij die ze aanhangen. Niet enkel politiek, maar zeker
ook sociaaleconomische factoren spelen een rol in hun oordeel die ze vellen. Oudere mensen
en laagopgeleiden uiten zich negatiever over vluchtelingen en minderheden. Een algemene
tendens die opduikt, is de afkeuring van culturele diversiteit. Ze heeft volgens het merendeel
19 In totaal 11.494 respondenten. De survey situeert zich tussen de maand april en mei 2016, voor de Brexit en de
aanslagen op de Atatürk luchthaven in Turkije. 20 Let ook op de veralgemeningen die gemaakt worden.
27
van de bevraagden geen enkele impact op de kwaliteit van leven, integendeel, volgens een deel
van de respondenten maakt het sommige zaken erger (Wike et al., 2016).
Een wereldwijde maandelijkse enquête afgenomen door het Online Panel Ipsos (2016) in 25
landen21 geeft inzicht in de bezorgdheden die er per land leven.
Verrassend, ondanks de terreurdreiging, haalt dit onderwerp de top 5 niet. De top 5 wordt
ingevuld door respectievelijk werkloosheid, financiële en politieke corruptie, armoede en
sociale ongelijkheid, criminaliteit en geweld en de gezondheidszorg. België lijkt zich met 38%
van de Belgen het meest zorgen te maken over terrorisme22. In de maand augustus 2016 was dit
nog 50%. We kunnen dus wel degelijk, naarmate de aanslagen verder in het achterhoofd
verdwijnen, een daling vaststellen in ongerustheid over een mogelijk aanslag. Andere landen
die zich hierover prioritair zorgen maken zijn Turkije, Frankrijk, Israël en de Verenigde Staten.
Onder de 24 bevraagden, staat België na Groot-Brittannië op de tweede plaats wat betreft
bezorgdheid over een stijging van het extremisme. Deze cijfers zijn het bewijs dat de angst nog
enigszins leeft (Ipsos, 2016c, 2016d).
Dat België zich zorgen blijft maken over terrorisme is nogmaals duidelijk in een andere studie
van Ipsos. In dit onderzoek wordt nagegaan hoe de mensen tegenover de stijgende immigratie
staan23. Algemeen genomen vinden de 22 deelnemende landen dat er te veel immigratie is en
ze negatieve gevolgen heeft, met name op vlak van economie. Hieruit komt naar voren dat 53%
van de Belgen zich zorgen maakt over een mogelijke infiltratie van terroristen binnen de
vluchtelingenstroom. Ze blijven over het algemeen redelijk negatief tegenover nieuwkomers.
Wel dient erbij vermeld te worden dat de houding niet zozeer veranderd is door de aanslagen
in ons land. Dat werd ook in de hier bovenstaande studie duidelijk. Deze angst lijkt ook in
Zweden, Polen, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, met 71% van de bevolking Duitsland,
Rusland, India, Hongarije, VS en uiteraard als koploper met 83% Turkije, zeer erg te leven. Uit
21 Argentinië, Australië, België, Brazilië, Canada, China, Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland, Hongarije,
India, Israël, Italië, Japan, Mexico, Peru, Polen, Rusland, Saoedi-Arabië, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Spanje,
Zweden, Turkije en de Verenigde Staten van Amerika. Volwassenen tussen de 18 en 64 jaar werden bevraagd
tussen 26 augustus en 9 september 2016. In België namen er ongeveer 500 respondenten deel aan de enquête. Er
werd een representatieve steekproef afgenomen die de demografische bevolking moet weerspiegelen. De studie
kent een foutenmarge van tussen de 3 en 4.5%. 22 Op de tweede plaats met 35% staat de zorg om armoede en sociale ongelijkheid. Met 34% uit men
bezorgdheid over werkloosheid. 23 De cijfers zijn oorspronkelijk gebaseerd op the Global @dvisor Immigration tracker 2011-2016. In totaal
werden 16040 interviews afgenomen tussen 24 juni en 8 juli 2016 onder een bevolking van 16-64 jaar. Volgende
22 landen participeerden: Argentinië, Australië, België, Brazilië, Canada, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië,
Hongarije, India, Italië, Japan, Mexico, Polen, Rusland, Saoedi-Arabië, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Spanje,
Zweden, Turkije en de VS. Er namen ongeveer 500 mensen deel in België. Er is een foutenmarge van 0.5 tot
3.5%.
28
de poll werd de stelling van infiltratie door 31% als volledig akkoord beantwoord; 30% als
akkoord. 26% was niet of totaal niet akkoord met deze stelling. Hieruit blijkt een algemeen
wantrouwen bij de meerderheid van de bevolking. Verder toegespitst op België, vindt 38% dat
een volledige sluiting van de grenzen een must is. Desondanks deze cijfers blijkt de Belg wel
nog vertrouwen te hebben in de integratie. Terwijl de rest van Europa zeer wantrouwig hierover
staat. 55% van de Belgen twijfelt of vluchtelingen wel echt op de vlucht zijn. Men verdenkt ze
ervan economische vluchteling te zijn (Ipsos, 2016a, 2016b).
3.3.2.2 Werd er ten gevolge de terreurdreiging een kloof geslagen tussen de blanke Vlaming en de
moslim Vlaming?
Pano (2016) ging met het oog op het verkrijgen van een antwoord op de vraag of de
terreuraanslagen in ons land een invloed hebben gehad op de kloof tussen de blanke Vlaming
en de moslim Vlaming op onderzoek uit. Dit deed ze d.m.v. een experiment in de Vlaamse
gemeente Tremelo, waar louter 0,5% moslim is, op te zetten. Een in scene gezette nieuwe
interieurzaak dat geopend wordt door een moslimkoppel, bepaalt de setting waar verborgen
camera’s de reacties van buurtbewoners registreren. De reportage wordt bijgestaan door de
onderbouwde uitleg van professor moraalfilosofie Loobuyck. Hij onderzoekt al jaren de
vooroordelen tussen moslims en niet-moslims.
Startten doet hij alvast met de uitleg dat iedere mens angst heeft voor het vreemde (xenofobie
(Van Dale, 2016)) en specifiek naar moslims toe, verdenkt de Vlaming ze van
complottheorieën. Alles wat ze doen is berekend om uiteindelijk de Westerse wereld over te
nemen en de democratie ten gronde te brengen. De vooroordelen en stereotypes die hiermee
gepaard gaan zorgen ervoor dat de autochtoon de moslims verdenkt zich niet te willen
integreren; dit speelt het gevoel bij de moslims in de hand dat ze zich niet mogen integreren.
De professor spreekt ook over het feit dat de moslims zelf zich snel persoonlijk aangesproken
voelen, waar dit niet steeds zo hoeft te zijn.
Doorheen de reportage werden enkele resultaten voorgelegd uit een enquête die onder 1000
Vlamingen werden afgenomen. De vragen peilen naar de algemene aanvaarding van moslims
in de Vlaamse gemeenschap. Zo meent de helft dat de moslimcultuur een verrijking kan zijn;
77% heeft geen bezwaar tegen een moslim als buur. Met betrekking tot mijn specifieke
onderzoeksvraag blijkt 38% van de Vlamingen meer wantrouwen te hebben t.a.v. moslims sinds
de aanslagen (Pano, 2016).
Moraalfilosoof Loobuyck spreekt over een frequente link die er is tussen moslim, islam, terreur
en de vluchtelingencrisis. “En die manier van denken zorgt ervoor dat mensen intuïtief,
29
spontaan, negatief gaan reageren op alles wat met Islam of moslims te maken heeft” (Pano,
2016).
Relativering is nodig bij het bekijken van zulk een reportage. Doch kan men er niet omheen dat
er zowel voor- als tegenstanders zijn en er sowieso negatieve kritieken gebruikt werden om een
beeld te schetsen. Deze weergave doet geen afbreuk aan de algemene resultaten die uit de
enquête naar voren kwamen.
Deze resultaten kan ik dan ook deels gebruiken om mijn resultaten voortkomende uit mijn
interviews te ondersteunen. Ik bevraag immers de visie op de vluchtelingen maar ben me er
tevens van bewust dat ook de moslimgemeenschap nadelen ondervindt van de terreuraanslagen.
3.3.2.3 Gemakkelijkheidshalve stereotyperen
Het valt alsmaar meer op dat sommige mensen, gemakkelijkheidshalve, hele
bevolkingsgroepen over één kam scheren. Ook al kent men zelf personen van een andere
origine, deze is dan de zogenaamde uitzondering op de regel. Er worden geregeld studies
afgenomen om te peilen naar de verdraagzaamheid van andere godsdiensten of
bevolkingsgroepen in de maatschappij. Een recent onderzoek gebeurde door een enquête van
het onderzoeksbureau iFop bij Fransen en Duitsers. Men hanteerde een steekproef van om en
bij de 1.000 man ouder dan 18 jaar. De enquête streefde naar een peiling van de animositeit
t.a.v. de islam. Men kon een vergelijking maken met de cijfers die men had verkregen in 2010.
Algemeen kan men concluderen dat er meer afstand is t.a.v. de islam t.o.v. vroeger (men heeft
ook cijfers van 1989) en er dus sprake is van een globale verwerping van die godsdienst.
Frankrijk is iets extremer in zijn denken t.a.v. moslims. Hoewel toch ook 43% van de Duitsers
de moslimgemeenschap als een bedreiging zien van de Duitse identiteit. Er bestaat dan ook heel
wat verzet tegen de bouw van moskeeën in de twee landen. Opnieuw wordt met de vinger
gewezen naar gebrekkige integratie in de samenleving (Guénois, 2016; Ifop, 2015a, 2015b,
2016).
Jérôme Fourquet, directeur van het departement publieke opinie, geeft zelf een verklaring voor
deze stijgende cijfers: De aanslagen van 13 november hebben de vijandigheid uiteraard ietwat
vergroot, maar de belangrijkste factor is de Franse maatschappij die verhardt. Dit blijkt ook uit
de kiescijfers (Front National, rechts) (Express, 2016; Ifop, 2015a, 2015b, 2016) .
30
3.3.2.4 Stijging van discriminatiemeldingen bij Unia
Unia of beter gekend als, het Interfederaal Gelijkekansencentrum24 is dé organisatie bij uitstek
wat betreft discriminatie. In haar jaarverslag 2015 stelt Unia enkele problemen aan de kaak. De
naweeën van de aanslagen in België zorgden voor vele vragen en confrontaties die
verdachtmakingen en haatboodschappen voortbrengen. Internet en media zijn handige kanalen
om deze boodschappen te verspreiden en werken stigmatisering en aldus discriminaties in de
hand. Na de aanslagen in Parijs op 13 november, kwamen er enorm veel oproepen binnen over
discriminatie, islamofobie, racistische uitspraken tot zelfs vandalisme op moskeeën. De analyse
was al snel zeer duidelijk voor Unia: de aanslagen hebben vooroordelen en stigmatiseringen
aangesterkt t.a.v. de moslimgemeenschap. Politiemensen worden meer op de vingers getikt
door de organisatie wegens ‘etnische profilering’. De antiracismewet en
antidiscriminatiewetten zouden te weinig gekend en toegepast worden. Iedereen werkt met een
verhoogde paraatheid en zoals in verschillende studies is bewezen (ik denk maar aan de
Impliciete Associatie Test) blijven blanke mensen zwarten sneller verdacht vinden. Uit de
cijfers blijkt dat discriminatie in 38% van de gevallen met raciale factoren te maken heeft. In
19% van de gevallen kent ze geloofs- of levensbeschouwelijke motieven. Tevens twee criteria
die samen met ‘handicap’ in de top 3 staan. Wat de cijfers voor geloofsuitingen betreffen, is er
een stijging van 11% t.o.v. 2014. 91% van de dossiers handelt over de Islam.
Unia wijst op een belangrijk hiaat binnen onze strafwetgeving. Zo is het aanzetten tot haat of
geweld strafbaar voor de correctionele rechtbank. Ook andere antisemitische uitspraken vallen
hieronder volgens de antiracismewet. Wanneer iemand slecht praat of zelfs beweert dat homo’s
of moslims er allemaal aan moeten, kan de persoon de facto echter niet vervolgd worden. Ook
persmisdrijven zijn opgenomen in artikel 150 van de Belgische Grondwet. Zij worden door het
Hof van assisen behandeld. Omwille van deze logge procedure werd het mogelijk gemaakt om
de persvrijheid toch ruimte te geven en kwamen rechtszaken zelden voor. Echter, met de nieuwe
middelen en wegen van sociale media (Facebook, Twitter, blogs, …) die ook onder de categorie
‘pers’ vallen, is het duidelijk dat deze regel bestraffing van haatdragende uitspraken belemmert.
In deze tijden van terreur kan een eventuele wijziging geen slechte zaak zijn. Uiteraard worden
personen die islamofobe of andere extreme uitspraken doen (i.f.v. verheerlijkingen aanslagen
van IS…) extra gemonitord. Nagaande dat men maar een beperkte capaciteit heeft en dus niet
iedereen 24/7 opgevolgd kan worden, durven er wel eens ‘(al-dan-niet) gevaarlijke’ tussen de
mazen van het net te glippen (Unia, 2016). Directeur Els Keytsman geeft een verklaring voor
24 Voorheen: Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor racismebestrijding.
31
de ‘boom’ van islamofobische incidenten: 'We merken dat de islamofobie dit jaar, na de
aanslagen in Brussel en Zaventem, nog verder is toegenomen' en ‘Mensen zijn vooral op sociale
media veel harder en gemener in hun uitlatingen. De grens van het toelaatbare wordt vaak
overschreden. Je leest de meest grove dingen. Ook de vluchtelingenproblematiek heeft veel
angst en bezorgdheid veroorzaakt. Dat komt natuurlijk ook door de manier waarop er over
vluchtelingen wordt gepraat en geschreven. We zijn erg bezorgd over de toename van de
moslimhaat (Mooijman, 2016,§4).(Sturtewagen, 2016)’ Op 28/07/2016 kwam er opnieuw
nieuws naar buiten van incidenten tegen moslims in België. Zo werd er 26 juli een brand
gesticht in een moskee in Tubeke; ging er een petitie rond in Anderlecht om moslims buiten te
krijgen (Arnoudt,2016); kregen twee Turkse families een anonieme dreigbrief … Bram
Sebrechts van Unia spreekt over een verharding van de toon en steeds concretere dreigingen.
De actualiteit speelt daar een grote rol in. Na elke aanslag zien we een piek in islamofobe
incidenten. (Tagtik, 2016)”
3.3.2.5 Meer islamofobie merkbaar?
Het begrip ‘Islamofobie’ deed midden jaren ‘90 voor het eerst zijn intrede in de academische
wereld in het rapport van de Britse NGO: Runnymede Trust: “Islamophobia. A challenge for
us all”. De definitie luidt als volgt: ‘een historisch-maatschappelijke ideologie die met behulp
van beelden, symbolen, teksten, feiten en interpretaties een negatieve betekenis geeft aan ‘de
islam’ en aan ‘moslims’.’ Ze beoogt met name een uitsluiting van moslims.
De terroristen plegen aanslagen in naam van de Islam en raken ook daarmee aan de waarden
van zij die de godsdienst beleven. Met als triest gevolg dat de Islam steeds meer onder vuur
komt te liggen. Enkele onderzoeken tonen aan dat vooral na de aanslagen “de Islamofobie
boomt…(Mooijman, 2016)”. Op een jaar tijd blijkt een verdubbeling van gevallen van
Islamofobie op te merken. Waar er in 2011 nog 95 gevallen waren van Islamofobie zijn dit er
in 2015 al 201. Bovendien worden de gevallen steeds ernstiger. De aanslagen van de afgelopen
jaren wakkeren de moslimhaat aan, zo bleek ondermeer uit een analyse van het Collectif Contre
l’Islamophobie en Belgique (CCIB) en het Interfederaal Gelijkekansencentrum Unia. De vele
aanslagen zouden weldegelijk een aandeel hebben gehad in de stijging van de voorvallen. Het
gaat dan over inbreuken op de antidiscriminatiewetgeving; het lastigvallen van moslims en
moslima (met hoofddoek) op straat, geweldplegingen en vandalisme, net zoals op de
infrastructuur (moskeeën). Het feit dat mensen in een gechoqueerde toestand snelle, voor de
hand liggende uitspraken doen helpt hier zeker niet bij. Ook politici laten zich hier vaak aan
vangen en houden slechts zelden rekening met de draagkracht van zo’n anti-uitspraak. In
32
paniekreacties wordt zoals steeds naar een schuldige gezocht en in dit geval was het voor de
hand liggend dat de godsdienst opnieuw als oorzaak beschouwd zou worden van al het onheil
(CCIF,2016; Unia, 2016).
3.3.2.6 Geweldpleging ten opzichte van vluchtelingen stijgt
Uiteraard zijn het aantal feiten van terrorisme-activiteiten de lucht in gegaan. Er valt ook meer
geweldpleging op te merken tegen vluchtelingen en moslims. De reden hiervoor kan gezocht
worden bij de terroristen die de godsdienst van de islam gebruiken om hun daden goed te
spreken. Ze zijn op zoek naar het zuivere kalifaat en plegen in naam van Allah aanslagen.
‘Allahoe Akbar’ was voorheen een teken van respect voor God maar is een afschuwelijk en
schrikwekkende uitspraak geworden. Ondanks het tegengewicht dat geleverd wordt door
voorname personen zoals de paus, ministers, premiers en presidenten en ook openlijke
distantiëringen door moslimbewegingen valt er een stijging op te merken in aanvallen gericht
tegen moslims en vluchtelingen (AFP,2015; die Welt, 2015; Lambrecht, 2015; redactie, 2015b:
wle, 2016) .
In het begin van de vluchtelingencrisis was er tegenstand, voornamelijk uit extreemrechtse
groeperingen, tegen de vluchtelingencentra. Er werden betogingen (en tegenbetogingen)
gehouden, spandoeken en pamfletten ontbraken niet. Sommige centra kregen te maken met
vandalisme, maar al bij al bleef de schade beperkt in België (Didden, 2015; Fiers, 2016; Metsu,
2015a). Hetzelfde kon niet gezegd worden over de brandstichtingen en vernielingen die in
Duitsland en Nederland gebeurden (Lambrecht, 2015). Ook Zweden ondervindt enkele
agressieve acties die tegen de opvang van de vluchtelingen gericht is (VTM Nieuws, 2015b).
Sinds het sluiten van de Balkanroute is de vluchtelingenstroom afgenomen, al lijkt dit voor de
vluchtelingen aan de grens met Hongarije negatief uit te pakken. De migranten bevinden zich
in erbarmelijke levensomstandigheden en worden aan geweld en gevaarlijke smokkelroutes
blootgesteld, aldus Artsen Zonder Grenzen (2016). Ook seksueel misbruik van vrouwen en
kinderen op de vlucht is nog steeds een prangend probleem volgens UNHCR (Gaynor &
Clayton, 2015).
In Duitsland, Nederland, Frankrijk en ook België valt een stijging van homofoob en xenofoob
geweld op te merken. Ook de islamofobie boomt na de verscheidene aanslagen (Mooijman,
2016). Daarbij moeten we de kanttekening maken dat het hier gaat om aangiftes van geweld.
We krijgen te maken met een black number, van zij die geen aangifte doen om verschillende
33
redenen. Dit kan gaan om de angst hun vluchtelingenstatus te verliezen, het wantrouwen in
overheidsdiensten zoals de politie, het niet geloven in een oplossing, …
3.4 DEELBESLUIT Het is duidelijk dat het menselijke brein gestuurd wordt door angsten. In dit geval een angst
voor het onbekende. Het hanteren van foutieve denkbeelden helpt ons erbij snel een beeld te
schetsen van de situatie en de personen. Het gevaar voor stigmatisering, stereotypering en
standvastige vooroordelen loert om de hoek. De verschillende studies hierboven, leveren een
bewijs aan dat de Islam, de moslims, op meer afkeur kunnen rekenen dan dat vroeger het geval
was. Tengevolge de terreurdreiging wordt al sneller een link gelegd met de vluchtelingen zo
blijkt onder meer uit de bezorgdheidspoll van het American Pew Research Center, Ipsos en
Pano. Meldingen van discriminatie en stigmatisering rijzen. De angstcultuur moet doorbroken
worden. Alles heeft zijn voor- en nadelen. Uiteraard worden die nadelen al snel uitvergroot
binnen de media. Al kunnen problemen ook aanzien worden als opportuniteiten, om datgene
wat fout loopt in de toekomst te kunnen verbeteren.
34
4 CENTRALE PROBLEEMSTELLING B: EEN VERANDEREND BELEID TEN
GEVOLGE VAN DE TERREURDREIGING? WELKE IMPACT BRENGT ZE MET
ZICH MEE VOOR DE VLUCHTELINGEN?
4.1 INLEIDING De federale overheid streeft in haar beslissingen het algemeen belang na. Dat is niet anders in
haar aanpak van de vluchtelingencrisis en de reacties op de terreuraanslagen. Het beleid dat zij
uitstippelt zijn richtlijnen die gevolgd worden door de betrokken instanties in die beschreven
situatie. Ze zorgt voor een wettelijk kader waar men op kan terugvallen om bepaalde
beslissingen te verdedigen (Belgische Federale Overheidsdiensten [BFOD], 2016a). Hieronder
beschrijf ik bondig de standpunten van enkele Europese landen alsook het Belgisch
vluchtelingenbeleid - uiteraard. Wat de reacties betreft beschrijf ik de genomen maatregelen
om tegemoet te komen aan de vluchtelingencrisis, de standpunten van de Vlaamse zetelende
partijen in de Federale regering, alsook de inzichten van het Vlaams Belang en Pegida op de
situatie. Verder worden de maatregelen voor de terreurdreiging opgesomd. Tot slot volgt een
deelbesluit over de twee probleemstellingen.
4.2 BESLUITVORMINGSPROCES VAN DE BELEIDSMAKERS Politici maken wel degelijk gebruik van wetenschappelijke resultaten om het immigratiebeleid
in België vorm te geven, zo blijkt uit een gevalstudie die tot stand kwam uit een samenwerking
tussen de universiteiten van Brussel, Leuven en Luik (Brans et al., 2004).
Uit de conclusie van het onderzoek blijkt wel degelijk dat de onderzoeksresultaten een invloed
uitoefenen op het beleid. Beleidsmakers raadplegen experten uit het werkveld en analisten om
hun beleid wetenschappelijk te onderbouwen. Dit werd ook door de politici aangehaald. Toch
lijken ze naar de buitenwereld toe nog steeds in hun ivoren toren te zitten.
De sociale wetenschappen (sociaal doordat ze betrekking hebben op het menselijke in de
samenleving) oefenen indirect een invloed uit die een rol speelt in de kennisvergaring van
maatschappelijke thema’s zoals migratie. Heel wat maatschappelijke actoren zijn betrokken in
het proces dat leidt tot een aan het probleem aangepast beleid. De politici zijn slechts een
klankbord om de ideeën, voorstellen en nieuwe wetsontwerpen naar voren te brengen. Achter
deze mensen waakt een heel team over de belangen van de partij en het volk (Brans et al., 2004).
Voorvallen en crisissen die de maatschappij schade toe brengen bepalen de agendasetting. Dit
werd eens te meer ook duidelijk met de vluchtelingencrisis. Er werd in spoedtempo vergaderd
35
met alle betrokken partijen. Nieuwe initiatieven voor opvang, registratie en grenzen werden
genomen en ook nieuwe of aangepaste wetsvoorstellen lieten niet lang op zich wachten (Brans
et al., 2004).
Het beleid wordt daarnaast gestuurd door specifieke politieke factoren zoals veranderingen in
verkiezingsuitslagen, administratie of parlement. Maar ook zeker en vast door de internationale
context waarin men zich op dat moment bevindt. Van groot belang en een grote hulp voor de
opstelling van het beleid en de uitvoering ervan zijn de zogenaamde ‘politieke entrepreneurs’.
Zij vormen een brug tussen het werkveld, de wetenschap en de politiek. Het is vooral hier dat
overleg tussen de actoren noodzakelijk is om ook wetenschappelijke resultaten te kunnen
meenemen in de beslissingen. Door regelmatig overleg te voeren met elkaar en steeds een
proces van trial and error te gaan toepassen, kan duidelijk worden waar er nog hiaten zijn en of
er een gebrek aan transparantie is. Gebreken kunnen ontdekt worden en er kan getracht worden
een oplossing te vinden. Ook de uitvoering dient een regelmatige controle te ondergaan.
Efficiëntie en effectiviteit kunnen waar nodig verbeterd worden. M.b.t. de internationale
context en transparantie kan logischerwijs een link gelegd worden naar de samenwerking met
buitenlandse actoren. Welke maatregelen nemen zij in acht en wat zijn de resultaten? Rekening
houdend met de verschillende contexten waarin ze worden toegepast, kan geopteerd worden
om soortgelijke maatregelen toe te passen en een gezamenlijk overleg aan te gaan, over de
grenzen heen. Vooral m.b.t. de problematiek van de vluchtelingencrisis lijkt het niet ondenkbaar
de omringende buurlanden te betrekken. Ook zij kampen met eenzelfde probleem. In deze crisis
is eens te meer het belang van een gemeenschappelijk forum, zoals de Europese Unie, gebleken.
Er is een coördinerende instantie nodig om alles in goede banen te leiden.
Elke maatregel heeft zijn weerslag en is grond van discussie (denk maar aan de aanpassing van
de wetgeving omtrent huiszoekingen, de gsm-tap, … hetgeen een inbreuk is op de privacy. Er
worden afwegingen door experts gemaakt om te bepalen in welke mate afbreuk gedaan kan
worden aan een recht om het grotere goed te beschermen.). Net zoals ‘gewone’ criminelen,
zoals rondtrekkende dadergroepen, zijn terroristen en mensensmokkelaars zich bewust van de
jacht die op hen gemaakt wordt. Ze passen hun werkwijze aan naargelang de acties die tegen
hen ondernomen worden. Amnesty International ziet de nadelen. Smokkelaars zijn op de hoogte
van deze controles, proberen ze bijgevolg te omzeilen door gevaarlijkere routes te nemen, alzo
worden meer levens geriskeerd (Claeys, 2016).
36
4.3 EUROPEES VLUCHTELINGENBELEID Europa heeft sinds de start van de migratiecrisis talrijke voorstellen gedaan om de vlucht in te
dijken en de problemen aan te pakken. Er werden door verschillende partners en over
staatsgrenzen heen afspraken gemaakt en initiatieven werden genomen om het probleem van
de crisis aan te pakken. Ik geef hieronder een kort overzicht sinds de start in mei 2015.
Een noodopvang werd opgezet om de grote toestroom te kunnen opvangen. Er werd
oorspronkelijk een systeem opgesteld met quota, waaraan ieder land diende te voldoen. Vooral
in Italië en Griekenland kwamen de meeste vluchtelingen terecht, de quota moesten de regio’s
beter ontlasten. Na heel wat discussie en tegenstand van verscheidene landen werd besloten de
quota vrijwillig toe te passen. Einde 2015 werd een Europese grens- en kustwacht opgericht om
alles in goede banen te leiden (Europa Nu, 2016c).
Ondanks de lichte verbeteringen was men nog niet volledig ontlast en tevreden over de
verdelingen. Een van de laatste voorstellen bedroeg een compromis met Turkije. De illegalen
die in Europa toekomen worden per boot veilig teruggestuurd naar Turkije, waar ze legaal terug
kunnen keren naar een land in Europa dat hen aangewezen wordt. Dit werd goedgekeurd en
toegepast sinds maart 2016. Deze regeling lag onder vuur omwille van gebrekkige opvang,
schending van rechten door Turkije en het zogenaamd gevangenhouden van vluchtelingen in
plaats van hen op te vangen. Intussen zijn de gemoederen bedaard en werden er bijkomende
afspraken met Turkije gemaakt. De samenwerking leek aanvankelijk zijn vruchten af te werpen,
de vluchtelingenstroom kon beter onder controle gehouden worden. In augustus 2016 valt er
helaas opnieuw een verdubbeling van het aantal vluchtelingen op te merken die via Turkije naar
Griekenland gaan, althans in vergelijking met de voorgaande maanden (Europa Nu, 2016c). We
moeten er ook rekening mee houden dat de slag om Mosul25, alsook andere operaties, mogelijks
een nieuwe vluchtelingenstroom met zich kan meebrengen (Terzake, 2016).
4.3.1 België en zijn buurlanden26
België past haar asielbeleid strikt toe en nam haar verantwoordelijkheid in de opvang van
asielzoekers. Het Europees Migratienetwerk (EMN) screende 23 EU-lidstaten en Noorwegen
op hun organisatie van de opvang voor asielzoekers. België wordt als toonaangevend voorbeeld
aangehaald in het syntheserapport. Ze wordt bekroond omwille van haar soorten
25 Mosul wordt aanzien als de hoofdstad van IS. Het Iraakse leger, Koerdische Peshmerga strijders, de VS en de
coalitietroepen onder leiding van de VS trachten de stad terug in handen te krijgen. Ze voeren een gezamenlijke
strijd tegen terreurorganisatie IS. 26 Groot Hertogdom Luxemburg werd niet opgenomen aangezien hier slechts weinig info over te vinden valt en
zij niet veelbesproken is in de media.
37
opvangstructuren en de verdeling hierbinnen, doelgroepgerichte begeleiding, individuele
evaluatie, werkt op snellere procedures en sensibilisering van vrijwillige terugkeer i.p.v.
uitbreiding van plaatsen, kwaliteit en flexibiliteit (bufferplaatsen) (European Migration
Network [EMN], 2013, 2014; Fedasil, 2014b).
4.3.1.1 Duitsland
Duitsland, onder bondskanselier Merkel, staat bekend om de ‘Wir shaffen das’ politiek, waar
heel veel ongenoegen over kwam onder de bevolking. De enkele feiten die zich voordeden,
waarbij asielzoekers dader waren, zorgden voor nog meer tegenstand (Europa Nu, 2016b,
2016c).
4.3.1.2 Nederland
Nederland past een strenger asielbeleid toe dan België. Zo is Nederland ondermeer tegen
gezinshereniging en zou de behandeling van migranten beter kunnen. Ze werd omwille hiervan
herhaaldelijk berispt (Europa Nu, 2016b, 2016c).
4.3.1.3 Frankrijk
Frankrijk werd vooral in het nieuws gebracht door de aanslagen in Parijs en in Nice.
Frankrijk vangt minder asielzoekers op omdat ze als land niet populair is bij vluchtelingen. Dit
wordt verweten door de beperkte opvangcapaciteit en overdreven lange termijnen (16-19
maanden) van asielprocedures. Ook de quota van erkenning liggen veel lager dan het Europees
gemiddelde. Het Franse volk zou niet klaar zijn om meer of blijvend vluchtelingen op te vangen.
De Franse politicoloog Pascal Perinneau wijt dit aan het klimaat in het land. “Het Franse volk
denkt dat de Franse identiteit ter discussie staat door de komst van migranten, en met name
moslims. De mensen hier zijn diep getraumatiseerd door de aanslagen van januari en november
in 2015 door Franse moslims. Dat verklaart de terughoudendheid van de regering en de
president ten opzichte van de vluchtelingenstroom (AFP, 2016a §7)”. Ook politiekers spreken
hun onrust uit en trekken de politiek van bv. Merkel ernstig in twijfel: “Wat gaat er gebeuren
de komende maanden? Vanaf de lente zal de migratiestroom weer doorgaan. En tussen de
vluchtelingen bevinden zich potentiële terroristen. Het gaat hier om de veiligheid van Europa.
Zij kunnen angst creëren, aanslagen plegen en onze landen politiek destabiliseren. Strategisch
was dit een grote politieke fout van de Bondskanselier.(AFP, 2016a §8)” Aldus Malek Boutih,
parlementslid van de parti socialiste. Het zijn deze uitspraken die het ‘gewone’ volk aanhaalt
(AFP, 2016a).
38
4.3.2 Zuid-Europa
De Zuid-Europese landen stemmen algemeen voor een gemeenschappelijk asielbeleid. Zij
ondervinden de meeste last van de crisis doordat hun ligging aan zee de vluchtelingen toelaat
daar te stranden. Net daarom zijn ze voorstander om de lasten te verdelen over het volledige
Europese grondgebied. Het gaat hier voornamelijk om landen zoals Spanje, Malta, Griekenland
en Italië (Europa Nu, 2016b, 2016c).
4.3.3 De Balkan en voormalige Oostbloklanden27
De landen die zich in en rond de Balkan- en Oostbloklanden28 bevinden zijn dan weer stevig
gekant tegen opvang. Zij wensen zich te vrijwaren van dergelijke problemen die de opvang met
zich zou kunnen meebrengen en hanteren een zeer streng asielbeleid met gesloten grenzen
(Europa Nu, 2016b, 2016c).
4.4 SCHENGEN ONDER VUUR Het belang van een eenvormig beleid binnen de EU is onmiskenbaar met het oog op de
bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, terrorisme en illegale asielzoekers. Het
wegvallen van de grenscontroles sinds het Verdrag van Schengen29 vereist een goede
samenwerking en strikte afspraken om deze problemen zo veel mogelijk onder controle te
houden. Duitsland, Oostenrijk, Zweden en Denemarken zagen zich omwille van de onhoudbare
toestroom genoodzaakt tijdelijk opnieuw grenscontroles in te stellen. De steeds vaker
voorkomende terroristische aanslagen beklemtonen deze noodzakelijkheid. Sinds de aanslagen
in Parijs en Brussel zijn de controles aan de binnengrenzen geïntensiveerd (Europa Nu, 2016a,
2016e). Het Verdrag van Schengen wordt in vraag gesteld en heel wat landen nemen nationale
maatregelen om hun grenzen te beschermen. De Europese Commissie hoopt op een herstel van
het verdrag tegen het einde van 2016. Intussen krijgen talrijke instanties30 een uitbreiding van
hun takenpakket om alles zo efficiënt mogelijk in goede banen te leiden. Europol, kreeg sinds
mei 2016 meer bevoegdheden inzake de aanpak van terrorisme (Europa Nu, 2016d). Het
Europese grensbewakingsagentschap Frontex doet ook zijn duit in het zakje door sinds 6
oktober 2016 ondersteuning te bieden bij de bewaking van de buitengrenzen van de EU en een
controle uit te voeren op de vluchtelingenstroom (Europa Nu, 2016c). Eurosur verschaft op zijn
27 Roemenië, Slovenië, Moldavië, Hongarije, Albanië, Bosnië-Herzegovina, Macedonië, Kroatië, Montenegro,
Servië, Kroatië. 28 Zoals Oostenrijk, Polen en Hongarije die op vlak van tegenstand als koplopers kunnen aanzien worden. 29 Oorspronkelijk akkoord tussen België, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Frankrijk in 1985. Het Schengen-
acquis is intussen uitgebreid naar 26 landen. 30 Zoals Eurosur
39
beurt real time informatie aan Frontex in de hoop snel te kunnen ingrijpen op levensbedreigende
situaties op zee.
4.5 BELGISCH VLUCHTELINGENBELEID Wanneer een vreemdeling in België toekomt kan deze ofwel bescherming inroepen van de
overheid, zich in de illegaliteit ophouden of asiel aanvragen in Brussel. In het laatste geval
dienen er verschillende fasen te worden doorlopen waarbij de asielzoeker tweemaal zijn verhaal
kan doen. Op basis van de Conventie van Genève van 1951 wordt door de Dienst
Vreemdelingenzaken (DVZ) van de FOD Binnenlandse zaken en ten slotte door het CGVS
beslist hem al dan niet een status te verlenen. Dit kan de status van Vluchteling zijn of een status
van subsidiaire bescherming. Indien er geen erkenning volgt wordt de persoon verzocht het land
terug te verlaten en zal deze terugkeren naar zijn land van herkomst (Fedasil, 2014a). De
asielprocedure in België berust op de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Zij werd laatste
gewijzigd door de wet van 15 september 2006 (FOD BuZa, 2016).
Tot zover de algemene procedure.
De Belgische geschiedenis heeft het asielbeleid gevormd zoals ze vandaag is. Bij de
onafhankelijkheid was er nog geen vreemdelingenbeleid uitgewerkt. Tolerantie was het key-
woord. Iedereen werd aanvaardt en had dezelfde rechten en plichten als de Belg zolang men
zich aan de regels hield (openbare orde niet verstoren, overtredingen, etc.). Met het
doordrukken van de wet op sociale bijstand in 1891 en het algemeen meervoudig stemrecht
voor mannen in 1894 werd de nationaliteit een belangrijk criterium. De eerste
vreemdelingenwet liet dan ook niet lang op zich wachten (1897). Hierin kreeg de uitvoerende
macht het recht om vreemdelingen uit te wijzen, zonder mogelijkheid op beroep aantekening.
Bij het uitbreken van Wereldoorlog I vluchten ruim anderhalf miljoen Belgen naar buurlanden
Nederland, Frankrijk en Engeland. Een internationaal vluchtelingenprobleem was het gevolg.
De Noor Nansen richt de Organisatie voor Internationale Hulp aan vluchtelingen op te Genève.
Hieruit kwam het zogenaamde nansenpaspoort voort voor mensen zonder papieren. Na zijn
overlijden werd een internationaal vluchtelingebeleid gevormd. Voor het eerst kwam er een
definitie voor een vluchteling: personen zonder bescherming van hun nationale autoriteit.
België laat zich gelden binnen de Volkenbond (1919) en neemt het voortouw in humanitaire
kwesties. In het binnenland wordt er zwaar gewaakt over de Belgische nationaliteit en de
economie. In 1918 werd de identiteitskaart ingevoerd, 1921 het vreemdelingenregister. De
40
werkgelegenheid voor migranten beperkte zich tot jobs in de mijnen, landbouw of als
huispersoneel. De concurrentie tussen migranten en ‘Belgen’ werd zo klein mogelijk gehouden.
Daarnaast waren niet alle migranten toegelaten. Personen van Oost-Europese achtergrond,
Noord-Afrika of linkse activisten werden niet toegelaten ter bescherming van de maatschappij.
‘Echte’ vluchtelingen kregen humanitaire uitzonderingen op die regel. Bij het aan de macht
komen van Hitler als kanselier kwamen heel wat Duitsers naar België en andere buurlanden
gevlucht. Hier waren nog geen regels voor opgesteld. Ieder buurland van Duitsland deed dit
voor zichzelf. Het principe van eerste asielland en non-refoulement was geboren. Ook een
persoonlijk onderzoek en individuele erkenning waren nieuw in de regels. Om tegemoet te
komen aan de gruwelijkheden van de tweede wereldoorlog werden twee categorieën van
vluchtelingen uitgewerkt. De politieke activisten kregen asiel, waar de Joden slechts tijdelijke
bescherming ontvingen. Op het dieptepunt van de oorlog kwam België tussen twee vuren te
staan door haar bescherming aan Joden. Uiteindelijk werden de grenzen gesloten, de personen
die reeds op het grondgebied verbleven, bleven daar. Nederland daarentegen deporteerde
vluchtelingen zonder visa. Aan de grens werden afspraken gemaakt met de Duitsers die toen
aan de macht waren. Zij mochten Joden zonder visa aan de grens arresteren en wegvoeren naar
concentratiekampen. De hele procedure bracht een heel netwerk van mensensmokkel teweeg.
De druk werd te groot en uiteindelijk werd er overgegaan tot het criminaliseren van de
vreemdelingen. De instelling van een vreemdelingenpolitie moest de straten vrijhouden van
linkse radicalen en Joden in illegaal verblijf. Dit was een administratieve maatregel die later
verschrikkelijke gevolgen zou krijgen. Na de invasie van Duitsland werden de administratief
geïnterneerden met de zogenaamde ‘spooktreinen’ naar Frankrijk gevoerd, waar ze op haar
beurt opnieuw werden opgesloten. De hele historie deed inzien dat er een degelijk uniform
asielbeleid uitgewerkt diende te worden. Dit resulteerde in de Conventie van Genève in 1951
en het UNHCR (Caestecker, & Adriaens, 2010; Goethals, 2014).
Vandaag zijn heel veel procedures terug te schrijven op de historische gebeurtenissen van toen.
We leven in een context waar de Europese Unie een rol speelt, globalisering groot is en er heel
wat oorlogen woeden. Niet-EU migranten blijven toegang zoeken om het systeem binnen te
geraken. 20% van de vluchtelingen zoekt toegang tot Europa en vraagt asiel aan. Daarnaast zit
men met een Fort Europa, men wil zo min mogelijk migratie (tenzij gecontroleerde voor werk),
wat leidt tot mensensmokkel en criminalisering van migranten en vluchtelingen. Ondanks de
afname van het aantal asielaanvragen blijft er nog steeds werk aan de boeg om de problemen
41
van mensensmokkel en criminalisering aan te pakken (Caestecker, & Adriaens, 2010; Goethals,
2014).
België is onmiddellijk in overleg getreden met de buurlanden tijdens de huidige
vluchtelingencrisis om de opties te bespreken en te komen tot een voorlopige oplossing.
Algemeen heeft ze een vrij streng asielbeleid waar ze correct optreedt tegen personen die
illegaal in het land verblijven of misdrijven begaan.
4.5.1 Maatregelen vluchtelingencrisis
In augustus 2015 was er een heuse piek in het aantal asielaanvragen bij de DVZ. De cijfers van
de afgelopen maanden en de komende maanden ondersteunden de hypothese van een ware
vluchtelingencrisis in zowel België als heel Europa. Maatregelen dienden dan ook in volle
spoed genomen te worden om aan de noden te kunnen voldoen.
Als eerste werd onderdak aangeboden via provisoire opvangcentra en bijkomend een
programma van Bed, Bad, Brood onder de leiding van Fedasil in samenwerking met het Rode
Kruis. De opvangcentra breiden zich gedurende ongeveer een jaar uit. Er werd beroep gedaan
op vrijwilligers om deze centra te laten functioneren. In sommige steden en gemeenten werden
Lokale of Stedelijke Opvanginitiatieven opengesteld voor de opvang van een klein aantal
asielzoekers, gedurende hun asielprocedure. Intussen werd onderhandeld over het verdere
verloop hiervan. Tot op een gegeven moment werd gesproken over een verdeelsleutel, waarbij
iedere gemeente of stad die dit kon, en in overeenstemming met de oppervlakte en
bevolkingsgraad, een afgesproken aantal vluchtelingen diende op te vangen. Het spreidingsplan
werd afgevoerd nadat de instroom afnam. Sinds februari nam de crisis weer af en ging dit
gepaard met een geleidelijke sluiting van de opvangcentra (Fedasil, 2014c; Agentschap
Integratie&Inburgering, 2016b; CGVS, 2016a, 2016b; redactie, 2016a).
Gedurende de hele periode werden andere initiatieven en maatregelen opgestart om de
vluchtelingen zo veel mogelijk te ondersteunen tijdens hun verblijf in België. Zo werden
taallessen geïntroduceerd en kwam er een verplichte inburgeringscursus voor zij die een
erkenningsstatus ontvangen. Men kon als vluchteling zelf ergens gaan helpen (bv. Ivago
vuilopruiming, organiseren van een buurtfeest (De Spiegeleir, 2016; SP.A, 2016), …). Er
werden verschillende initiatieven ondernomen om de asielzoekers dichter bij de Belg te brengen
en de cultuur en waarden te leren kennen (Kruispunt Migratie-Integratie, z.d.; Paelinck, 2015b).
42
4.5.2 De standpunten van de Vlaamse zetelende partijen
De volgorde van de partijen zijn louter willekeurig. Ik start weliswaar wel met de Vlaamse
regerende partijen in de federale regering Michel I (2014-2019)31. Deze regering bestaat uit 3
Vlaamse partijen (N-VA, CD&V en Open-Vld) en slechts 1 blauwe Franstalige partij, de MR.
Ze staat omwille van de partijkleuren bekend als de Zweedse regering en heeft een zeer
belangrijke rol te vervullen op federaal vlak als het op veiligheid en hulp aankomt. De
vluchtelingencrisis en de terreurdreiging en aanslagen in België brachten de federale regering
en de bekende hoofdpersonen32(BFOD, 2016b) frequent naar voren in de media. De betrokken
Vlaamse partijen, die tevens in regering Bourgeois I zetelen, staan mee in om naast het federale
ook het Vlaamse grondgebied van de nodige bestuursbeslissingen te voorzien. Aangezien mijn
thesis zich richt op de Vlaamse kant van de zaak behandel ik hieronder kort de standpunten van
deze partijen. Het is interessant hun motieven te begrijpen aangezien ze in samenspraak met
plaatselijke instanties beslissingen nemen over onder andere opvanginitiatieven voor
vluchtelingen (Belgische Politiek, 2016). Vervolgens geef ik ook de standpunten van het
Vlaams Belang en Pegida weer, beide partijen staan bekend om hun tegenstand voor migratie.
4.5.2.1 N-VA
N-VA is de kopgroep m.b.t. de vluchtelingenproblematiek. Theo Francken is de desbetreffende
Staatssecretaris van Asiel- en Migratie binnen de federale regering Michel I.
De N-VA pleit voor een consequent asiel-, migratie- en inburgeringsbeleid, zonder
achterpoortjes. Wie voldoet aan de voorwaarden mag blijven; voldoet men niet, keert men
terug. Ze wil een wederzijds voordeel halen uit deze problematiek. Dit kan enkel en alleen door
een verplichte inburgering (Francken, 2016d; N-VA, 2016a). Ze wil niet dat de nieuwkomers
hun identiteit afgeven of geloof opgeven, maar om een cultuurclash te voorkomen (een vrees
van sommigen), stuurt ze aan op een samengaan van de twee culturen. De taal leren is alvast
een eerste stap om in de samenleving opgenomen te worden. Ze willen de kloof tussen een
‘oude’ en een ‘nieuwe’ Vlaming verkleinen (N-VA, 2016a).
De partij is voorstander van een actieve migratie. Ze wil daarom het evenwicht herstellen tussen
de passieve (Het gaat dan over binnenkomst via omwegen: gezinshereniging, regularisatie,
asiel) en de actieve migratie. Zij stuwde de verstrengde wet op de gezinshereniging en schafte
31 Het vluchtelingenvraagstuk en de terreurdreiging zijn federale beleidsmateries. Ik richt me op de Vlaamse
partijen, waarvan N-VA, CD&V en Open-Vld tevens in de Vlaamse regering Bourgeois I zetelen. 32 Premier Charles Michel m.b.t. veiligheidskwesties in het land. Alsook de collega’s van de Veiligheid van de
Staat, OCAD, minister van binnenlandse zaken Jan Jambon,… Op vlak van de vluchtelingencrisis kon heel
België van dichtbij kennis maken met staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Theo Francken.
43
de snel-Belgwet af. De illegale criminelen kunnen op geen begrip rekenen, zij horen hier niet
thuis, aldus de partij (Francken, 2015b, 2016c).
4.5.2.2 CD&V
CD&V heeft voor de aanpak van de vluchtelingenproblematiek een 16-puntenplan opgesteld.
Haar slogan: “Waar een wij is, is een weg” slaat dan ook zonder problemen op de vluchtelingen
en de opvang die ze nodig hebben (CD&V, 2015b).
Met de boodschap en een filmpje (CD&V, 2015c): ‘Waar een wij is, is een weg naar solidariteit
met mensen die de oorlog ontvluchten’ wil ze zoveel mogelijk mensen overtuigen om hulp te
bieden. Haar 16-puntenplan wordt als een leidraad aanzien. Ze wil een beheersing van de
instroom, opvang voor zij die het nodig hebben mits de zelfredzaamheid gewaarborgd blijft en
hecht een belangrijke rol aan integratie via onderwijs, werk, etc. De partij brengt begrip op voor
de bezorgdheid die leeft onder de burgers door de vele terreuraanslagen en dreigingen. De vrees
onder de burgers dat er zich terroristen onder de vluchtelingen bevinden, of dat er meer
criminaliteit wordt binnengehaald wordt ook door de partij opgemerkt. Ze pleit dan ook om
verkeerde veronderstellingen met correcte informatie tegen te gaan om vooroordelen te
ondermijnen. Ze wijst stigmatisering volledig af: ‘een oorlogsvluchteling is géén terrorist’.
Deze uitspraak kan door de toepassing van systematische screenings hard gemaakt worden. In
het algemeen wil CD&V aansturen op voldoende draagvlak binnen de bevolking (CD&V,
2015a, 2015b, 2015c).
Ze draagt veiligheid hoog in het vaandel en pleit voor een goede informatie-uitwisseling tussen
alle betrokken diensten. Ook de asielzoekers zelf dienen beschermd te worden tegen xenofoben,
mensensmokkelaars, jihadisten en radicale invloeden (CD&V, 2015a).
4.5.2.3 Open Vld
Open Vld heeft om te beginnen kritiek op het beleid. Ze spreekt over een naïeve politiek die
leidt tot catastrofes. Mits een georganiseerde aanpak van deze problematiek kunnen er wel
degelijk voordelen uit gehaald worden. Ze spreken dan over economische, creatieve, culturele
en sociale kruisbestuivingen. Nieuwkomers zijn welkom mits ze zelf voldoende inzet tonen en
zich volop concentreren op integratie in onze samenleving.
Opvallend is de zwijgzaamheid van de partij omtrent verdenkingen die mensen uiten over de
vluchtelingen in deze tijden van terreur. Tevens de veiligheid die opgeschroefd dient te worden
en de gevaren die de asielzoekers mogelijk met zich meebrengen komen niet aan bod in hun
‘Nota asiel en migratie’ van 2016 (Open Vld, 2013).
44
4.5.3 Fervente tegenstanders
4.5.3.1 Vlaams Belang
Deze partij is tegen alles wat geen voorrang geeft aan het Vlaamse volk.
‘Islamterreur ondergaan of terugslaan’ is één van de slogans die het Vlaams Belang uithangt.
Opvallend is ook het meldpunt voor asieloverlast dat ze op haar site ter beschikking stelt
(Vlaams Belang, z.d. b). Dit ruikt lichtjes naar stereotypering en vooroordelen, openlijk en bloot
weergegeven.
In hun beginselverklaring pleit ze voor een complete aanpassing van de vreemdeling aan onze
waarden, normen, cultuur en rechten. Voor zij die dit zouden afwijzen moet een
terugkeerpolitiek worden uitgedacht (Vlaams Belang, z.d. a).
Ze is een voorstander van de opzegging van het Schengenverdrag. Ze zou namelijk een zege
betekenen voor duizenden illegale vreemdelingen, mensenhandelaars en rondtrekkende bendes.
Er moet een eigen asiel- en immigratiebeleid gevoerd worden. Onder hoofdstuk 5 ‘Baas in
eigen land’ in haar programma voor de verkiezingen heeft ze het over de asielcrisis. Ze keurt
de inwijking af. Vreemdelingen brengen met name criminaliteit, werkloosheid, armoede en
conflicten met zich mee, aldus de partij. Indien er opvang komt, moet het in gesloten centra;
afschaffing van dubbele nationaliteit; een proefperiode en test waarvoor kandidaat-burgers
moeten slagen; de Belgische nationaliteit moet verdiend worden en kan pas vanaf een 10-jarig
verblijf in het land; … Tot slot waarschuwt ze voor het toenemend moslimsextremisme door de
islamisering die zich voltrekt in ons land. Het is de belangrijkste dreiging voor de openbare
orde en de vrede in ons land. Ze verwijt de regering deze islamisering gesubsidieerd te hebben.
‘Uiteraard moet godsdienstvrijheid gewaarborgd blijven, maar de erkenning van de islam moet
ingetrokken worden.’ Een hoofddoekverbod voor overheidspersoneel, verbod op onverdoofd
ritueel slachten en een algemene bouwstop voor nieuwe moskeeën; zijn nog enkele maatregelen
die ze wil bekomen. Om haar woorden kracht bij te zetten geeft ze nog enkele cijfers mee. Zo
is 1 op de 2 gedetineerden een vreemdeling en 30 % van onze totale gevangenispopulatie wordt
ingevuld door illegale criminelen. Het open beleid in België heeft geleid tot deze massale
import van misdadigers (Vlaams Belang, 2014).
4.5.3.2 Pegida
Deze partij is vrij onbekend. Ze worden namelijk zo veel mogelijk gemeden en zo min mogelijk
op de voorgrond geplaatst. We krijgen hen wel te zien wanneer ze een protestmars houden in
45
Brussel of aan de poorten staan van een opvangcentrum voor asielzoekers met pamfletten en
leuzen. Ook na de aanslagen in Brussel werd er opnieuw vanuit die hoek gescandeerd:
“Terrorisme moe? Grenzen toe!” In Knack worden ze afgeschilderd als een ‘extreemrechtse
populistische beweging’, De Standaard heeft het zelfs over xenofobie en anti-islamgevoelens.
Een medewerkster van Stad Gent spreekt over hun aanwezigheid op infodagen: Het zijn
vriendelijke mensen die enkel een ander ideaalbeeld voor ogen hebben (Van de Kerckhove,K,
2016; Dierick, 2015).
‘Pegida is een protestbeweging die demonstreert tegen de 'islamisering' van Duitsland en
Europa, de sharia dus, en tegen het falend immigratie- en asielbeleid. Het ijvert voor het
beschermen van de Duitse identiteit en de joods-christelijke cultuur van het Avondland, meer
geld en mankracht voor politie, een verbod op salafisme. Tegelijk wil Pegida behoud van het
asielrecht voor oorlogsvluchtelingen en politiek vervolgden, maar ook nultolerantie voor
criminele migranten. Het wil ook een wettelijk verankerde plicht tot integratie voor
immigranten. Het integratiebeleid van landen als Zwitserland, Canada en Australië is hun
voorbeeld. (Dierick, 2015 §7)’
In de media wordt Pegida simplistisch afgeschilderd. Nu is het zo dat Pegida voor wat meer
staat en de betekenis, het doel en de argumenten diepgaander zijn dan de loutere strijd tegen de
zogenaamde Islam. Het is niet de Islam, alswel het salafisme dat door hen afgekeurd en
bestreden wordt: alles wat met de Sharia gedachte te maken heeft. Ze strijden voor hun eigen
waarden en rechten en vrezen, wanneer ze dit niet zouden doen, een overheersing van de Islam
die onverzoenbaar is met onze gekende democratische rechtsstaat (Pegida Vlaanderen, z.d.).
Na de recente aanslag in Nice (14/07/2016) uitte ze haar medeleven aan de slachtoffers en deed
ze een oproep om samen vreedzaam naar de Franse ambassade te wandelen om hun steun te
betuigen (redactie, 2016c). Ze zeggen er zelf bij dat racisten en neonazi’s niet welkom zijn. Zij
schaden Pegida’s gedachtegoed en bedoelingen. M.a.w. ze distantiëren zich openlijk (Pegida
Vlaanderen, z.d.).
4.5.4 Maatregelen terreur
Wat het beleid op vlak van terrorisme betreft neemt België deel aan de samenwerking op
Europees en internationaal niveau. De instanties van de FOD Buitenlandse Zaken en een
netwerk van diplomatieke en consulaire Belgische posten zijn hierbij betrokken. Ze veroordeelt
steeds openlijk iedere vorm van terrorisme of schendingen van het internationaal humanitair
recht en biedt haar hulp waar ze kan (FOD BuZa, 2016b). In de strijd tegen IS zet ze F16’s in
46
(cv, 2015; wer, 2016). Daarnaast voert ze in eigen land antiterreuracties en worden
programma’s opgestart die zich focussen op het bestrijden van extremisme en radicalisme onder
jongeren. België hanteert een resoluut holistische aanpak in de strijd tegen het terrorisme. Ze
wordt in die aanpak aangeklaagd door het Human Rights Watch. De antiterreurwetten zouden
te breed zijn, mensenrechten komen hiermee in het gedrang (wetten die langdurige eenzame
opsluiting mogelijk maken; discussie in kwestie privacy wanneer telecombedrijven verplicht
worden informatie te verschaffen aan de overheid; verkrijgen van tweederangsburgers door de
Belgische nationaliteit te ontnemen bij personen met dubbele nationaliteit; politiegeweld,…).
Minister van Binnenlandse Zaken verdedigt de wetgeving, ze is er namelijk na een parlementair
proces gekomen. De gevallen van politiegeweld moeten ook in perspectief geplaatst worden
(Human Rights Watch, 2016; Vervaeke, 2016). Toch kan men er niet omheen dat er ondanks
terreurdreiging enige voorwaarden blijven behouden. De mensenrechten zijn met gegronde
reden opgesteld. Waar men de grens trekt valt moeilijk te bepalen. Het tramdilemma is hier een
goede toepassing op. Een poll onder 4663 lezers gaf deze moeilijke discussie bijklank. 43%
vindt het namelijk niet erg om mensenrechten te schenden in de aanpak van terrorisme. Slechts
57% is het hiermee oneens (Vervaeke, 2016). Dit zijn dilemma’s die steeds zullen blijven
bestaan en na iedere antiterreuractie opnieuw zullen leven.
De aanslagen in Parijs waren het begin van een verhoogd aantal maatregelen en verhoogde
dreigingsniveaus. Het was reeds een jaar eerder op 24 mei 2014 dat de eerste aanslag in België
viel, een schutter doodde 4 mensen in het Joods museum (De Redactie, 2014). De eerste maal
dat IS op ons grondgebied opdook, zo lijkt het. Op dat moment werd het dreigingsniveau
specifiek voor de joodse gemeenschap opgetrokken naar niveau 4. Dit voorval verhoogde de
alertheid voor vertrekkende en terugkerende Syriëstrijders. België neemt proportioneel het
meeste aantal Syriëstrijders voor zijn conto volgens jihadexpert, historicus en arabist Pieter Van
Ostaeyen (ICSR, 2016; redactie, 2014; Van Ostaeyen, 2014, 2015). Na deze aanslag
weerklonken er waarschuwingen. Er wordt gevreesd dat er meer aanslagen van dezelfde soort
zullen volgen. Europees coördinator voor de strijd tegen het terrorisme, Gilles de Kerckhove
gelooft niet in grootschalige aanslagen zoals 9/11 maar wel in aanvallen van individuen die
meerdere slachtoffers tegelijk willen maken (BELGA, 2014). Een jaar later lijkt die vrees te
worden bevestigd met de aanslagen op Charlie Hebdo en Parijs.
Premier Charles Michel kondigde een verhoogde waakzaamheid en extra
veiligheidsmaatregelen in alle politiezones af. Grenscontroles met Frankrijk, extra fouilleringen
bij publieke plaatsen (zo werd het meenemen van bagage afgeraden op evenementen) waren de
47
eerste maatregelen die werden ingevoerd. Er zouden geen specifieke maatregelen genomen zijn
in steden of gemeenten waar er vluchtelingen worden opgevangen (Andries & Claes, 2015;
wver, lla & lbo, 2015). Wel werden er cursussen onderricht aan het personeel van opvangcentra,
om kenmerken van radicalisering snel op te sporen en hier preventief en repressief op in te
spelen (Van den Bogaert, 2016).
Een opsomming van de maatregelen die genomen werden(msn & wwi, 2015; Metsu, 2015c;
Michel, 2015):
- Extra budget voor veiligheidsmaatregelen en terrorismebestrijding.
- Verhoogde politieversterking aan de grenzen.
- Herziening van het wetboek van strafvordering inzake de bijzondere
opsporingsmethoden en gebruik van nieuwe technologieën.
- Herziening van de voorlopige hechtenis in de grondwet. 72 uur voorlopige hechtenis
voor terroristische daden i.p.v. 24 uur.
- Herziening Plan Radicalisme 2005 en een herziening van de circulaire Foreign Fighters
2014.
- Teruggekeerde Syriëstrijders worden opgesloten in de gevangenis. Vervolgens werd
deze regel verstrengd naar: het ontnemen van het verblijfsrecht en repatriëring
(Francken, 2015).
- Versoepeling van de regels der huiszoekingen in kader van terroristische activiteiten.
24 uur op 24 uur mogelijkheid.
- Elektronische enkelband voor personen die bekend zijn bij dreigingsanalysediensten.
- Belgische PRN, registratie van alle passagiers in transportmiddelen zoals vliegtuigen en
hogesnelheidstreinen (n.a.v. verijdelde aanslag op de TGV d.d. 21/08/2015).
- Haatpredikers worden uitgesloten (zero tolerance) en onder huisarrest geplaatst. Er geldt
een verstrengd toezicht op moskeeën.
- Plaatsen waar jihadisme wordt verspreid worden ontmanteld. (In Frankrijk en Tunesië
werden reeds salafistische moskeeën op slot gedraaid en anderen worden gemonitord.
Ook Nederland overweegt om moskeeën die het salafistische gedachtegoed, de ‘zuivere
islam’ verspreiden, te sluiten (De Redactie, 2016).
48
- Actieplan Sint-Jans-Molenbeek (VTM Nieuws, 2015c).
- In samenhang met Molenbeek volgt het Kanaalplan. M.o.o. de tegemoetkoming aan
verscheidene uitdagingen voor de komende 20 jaar en prioritair het inperken van
radicaliseringsmogelijkheden in de 8 kanaalgemeenten rond Brussel (Degreef, 2016;
stedenbouw.brussels, z.d.).
- Meer ANPR-camera’s.
- Evaluatie van de noodtoestand, dit kreeg een vervolg met de onderzoekscommissie
n.a.v. de aanslagen in Brussel op 22 maart 2016.
- Intensere screening voor gevoeligere jobs.
- Websites die haat prediken worden van het net gehaald.
- Deelname aan de internationale strijd tegen IS.
- Verstrengde aanpak van criminele illegalen en terroristen (zie de Gaudi-campagnes en
de uitwijzingen).
- De Taskforce radicalisme wordt in het leven geroepen.
- Deradicalisering is als prioriteit opgenomen in het Nationaal Veiligheidsplan 2016.
- Verhoogde waakzaamheid voor radicalisme in de opvangcentra.
- Anti-propagandacampagne
Na de aanslagen in Brussel op 22 maart 2016 ging Brussel meteen in Lock Down, de Brusselse
treinstations en de metro werden gesloten, Thalys en Eurostar werden geschrapt en keerden op
hun route terug en iedereen werd afgeraden naar Brussel te komen. Het terreurniveau werd
opgetrokken tot het maximum en 225 extra militairen werden opgeroepen naar de hoofdstad te
trekken. De kerncentrales zijn een zwak punt in België en kregen meteen extra bewaking. De
grenscontroles werden nog maar eens verscherpt (VTM Nieuws, 2015a).
Het merendeel van deze maatregelen zijn van repressieve aard. Dit is ook nodig om tegemoet
te komen aan het gewelddadig extremisme. Voorwaarde op een effectieve impact is de
proportionaliteit en de redelijkheid die aan de dag dient gelegd te worden bij de uitvoering
ervan.
49
De verspreiding van anti-propagandamateriaal om aan te tonen dat IS gevaarlijk is, is verre van
voldoende volgens Italiaanse experte en auteur Loretta Napoleoni (2015) om het terrorisme de
deur uit te helpen. Ze pleit voor een inzet op vlak van integratie. Het zijn inderdaad die jongeren
en mannen die zich niet thuis voelen in de maatschappij, die extra kwetsbaar zijn en zich laten
verleiden door de lokroep van het kalifaat. De politiek wil zich echter op korte termijn van
antwoord verschaffen en houdt te weinig rekening met de lange termijn doelstellingen en
gevolgen.
Wat de strijd tegen het terrorisme betreft blijft er volop gebrainstormd worden en worden
nieuwe voorstellen gedaan (zoals goederenbevriezing van terroristen, opheffing
beroepsgeheim,…) (ibz crisiscentrum, 2016).
Een steeds verdere verharding, visering en verstrenging van de regels dient zich aan.
4.5.4.1 Veiligheidsscreening asielzoekers
DVZ haalt de vingerafdrukken van de asielzoeker door de Europese databanken (Eurodac) om
eventuele seiningen (SIS) na te gaan of te controleren dat de persoon niet reeds elders asiel
heeft aangevraagd. Is dit wel zo dan valt men onder de Dublin II verordening. De andere lidstaat
is bijgevolg verantwoordelijk voor de afhandeling van het asielverzoek. Dat één lidstaat de
verantwoordelijkheid draagt voorkomt een ‘landshopping’ probleem. Het verder trekken naar
een ander land tot de voordelen het grootst zijn en de nadelen het minst voor die persoon. Is, in
casu, België het eerste land van binnenkomst en aanvraag dan zal er een interview volgen met
het CGVS. Naast DVZ, de Veiligheid van de Staat en de Militaire Inlichtingendienst, screent
ook de politie het profiel van de asielzoeker. Om aan de verscherpte controles te kunnen
voldoen, werd extra personeel aangeworven bij de Veiligheid van de Staat33 en vinden er
nieuwe rekruteringen plaats bij de politie. Er werd een ‘taskforce radicalisme’ opgestart die
controle voert op de belangrijkste smokkelroutes en toezicht houdt op de screening. Het doel is
de veiligheid te garanderen, het asielsysteem te beschermen en op tijd de eerste tekenen van
radicalisme op te vangen. Zijn ze wel de persoon die ze beweren te zijn? Worden ze nergens
gezocht? Zijn het geen criminelen? Hebben ze banden met terreurcellen? Zijn ze aanhanger van
een radicaal gedachtegoed? Deze diensten waken erover geen vluchtelingenstatuten te verlenen
aan personen die een gevaar kunnen betekenen. Dit uitgangspunt wordt ondersteund door
artikel 1.E. van het vluchtelingenverdrag. Personen die zich schuldig hebben gemaakt aan
misdrijven tegen de menselijkheid, een ernstig niet-politiek misdrijf hebben gepleegd, of zich
33 Of ‘Staatveiligheid’ in volksmond
50
schuldig hebben gemaakt aan handelingen die in strijd zijn met de VN -doelstellingen worden
uitgesloten van het recht op een vluchtelingenstatuut (Francken, 2016c; N-VA, 2016b).
4.6 DEELBESLUIT Ondanks de schijn van een ivoren toren waar onze politici zich in bevinden, blijkt uit onderzoek
van verschillende universiteiten in ons land, dat de regering zich laat bijstaan door
wetenschappelijk onderzoek en expertise uit het werkveld om hun beslissingen te sturen. Het
gevoerde beleid en de organisatie van de opvang voor asielzoekers is hier een resultaat van. Na
de aanslagen in Parijs luidde de klok 5 voor 12 en werden sindsdien talrijke maatregelen m.b.t.
veiligheid, deradicalisering en terrorisme op tafel gelegd. Sommige van deze maatregelen zijn
nog steeds onderwerp van overleg. Ze worden door een team uitgewerkt om in de praktijk te
kunnen toepassen. De moeilijkheid ligt erin de privacy en mensenrechten zo goed mogelijk te
bewaren i.f.v. een integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid. Na de aanslagen in Duitsland zet
Francken de reeds genomen veiligheidsmaatregelen nog even op een rijtje (Van den Bogaert,
2016): er zijn 4 screenings i.p.v. één (in het begin), duizenden asielmedewerkers kregen een
opleiding om radicalisering te detecteren (intussen zijn er reeds 20 gevallen bekend die
onderzocht worden (Belga, 2016a)) en er is een meldpunt opgericht. Wat de impact betreft op
de asielzoekers kunnen we kort zijn. De controles werden verscherpt en centra worden door
private bewakingsfirma’s bewaakt (dit is een maatregel die door de gemeente/ stad zelf werd
genomen). Daarnaast kreeg het centrumpersoneel een opleiding om tekenen van radicalisering
op te merken. Het verscherpte toezicht wordt in de hele samenleving opgemerkt (meer blauw
en ‘leger’ op straat; geen rugzakken toegelaten in openbare recreatieplaatsen, tassencontrole op
festivals, …). Men kan de controles maar zo goed als mogelijk uitvoeren, maar een 100%
waterdichtheid bestaat er niet. Er zijn steeds voor- en tegenstanders voor asielopvang. Dat geldt
ook binnen de politiek, waar ze elk hun standpunten en aanpak kennen voor de problematiek.
51
DEEL III METHODOLOGIE
5 TOELICHTING BIJ HET ONDERZOEK
Dit onderzoek richt zich voornamelijk op de subjectieve beleving van de vluchtelingenstroom
die zich in de zomer van 2015 inzette gekoppeld aan de terreurdreiging die een impact kan
hebben op die publieke opinie over de vluchtelingen. Ik ging hiervoor willekeurig bij burgers
ten rade en liet me ook bijstaan door professionals uit het werkveld. Ik hanteerde voor beide
groepen een andere semigestructureerde vragenlijst om tot mijn bevindingen te komen. In dit
onderdeel beschrijf ik de wijze waarop ik te werk ben gegaan. Ik geef een uiteenzetting over de
doelstelling en probleemstelling en licht de methodologie voor dit onderzoek toe. Op de
bevragingsmethoden en vragenlijsten zullen nader ingegaan worden. Men moet in acht nemen
dat de asielproblematiek een probleem van alle tijden is en dat ze ook voortdurend aan
verandering onderhevig is. Hetzelfde geldt voor het terrorisme. De terreurdreiging is
alomtegenwoordig en valt niet meer weg te denken. Op het moment dat mijn bevindingen
worden neergeschreven, vallen er elders in de wereld aanslagen, die de perceptie op vele zaken,
net zoals de vluchtelingen, kan beïnvloeden. Dit onderzoek werd gevoerd tussen november
2015 en augustus 2016. De interviews vonden plaats in de periode van februari t.e.m. april
2016. Het overgrote deel van de interviews dateren van voor de aanslagen in Brussel op 22
maart 2016. Men moet dus rekening houden dat de meningen en de gevoelens betrekking
hebben op de aanslagen in Parijs en de Brusselse Lockdown. Ik doe m.a.w. een beroep op het
geheugen van de burger. Aangezien de interviews anoniem afgenomen werden, kon ik geen
second opinion vragen mits enkele uitzonderingen die ik opnieuw kon contacteren en bereid
waren hier opnieuw kort op in te gaan.
5.1 DOELSTELLING De doelstelling in het eerste deel bestaat erin om na te gaan of de terreurdreiging een impact
heeft op de perceptie over vluchtelingen. A.d.h.v. de onderzoeksvraag en deelvragen tracht ik
d.m.v. diepte-interviews met burgers een antwoord te formuleren. De deelvragen, een rode
draad die ik stap voor stap hier verder oplos, zijn de volgende:
1) Hoe luidt de mening van de Vlaamse burger? (De publieke opinie in Vlaanderen)
2) Welke argumenten worden opgeworpen om hun mening te staven?
3) Wijzen deze argumenten op vooroordelen of stereotyperingen?
52
4) Is de mening gewijzigd?
5) Heeft deze wijziging te maken met de terreurdreiging in en rond het land?
Het tweede onderdeel behandelt het beleidsvraagstuk. Ik ging te rade bij enkele key informants
om na te gaan of er beleidsveranderingen gebeurd zijn die een impact op de vluchtelingen zou
kunnen betekenen. De volgende deelvragen werden gebruikt om hierop een antwoord te kunnen
leveren:
1) Welk asielbeleid wordt in Europa gevoerd?
2) Hoe staat België t.o.v. opvang en hulp aan vluchtelingen? Welk asielbeleid voert zij?
3) Welke maatregelen werden door België genomen om tegemoet te komen aan de
vluchtelingencrisis?
4) Wat zijn de standpunten van de Vlaamse zetelende partijen in de Federale regering
Michel I?
5) Welke maatregelen werden genomen na de verschillende terreurdreigingen en de
terreuraanslagen?
6) Welke impact betekenen de beleidsmaatregelen voor de vluchtelingen?
5.1.1 Kwalitatief doel
Ik wil benadrukken dat ik met dit onderzoek geen representatief beeld tracht te schetsen van de
opinie van de Vlaamse bevolking. Hiervoor was de tijdspanne te kort. Ik hanteerde bijgevolg
geen steekproef om mijn respondenten te selecteren. Dit onderzoek is louter verkennend
(Decorte & Zaitch, 2010 p81). Ik tracht een aanzet te geven tot verder onderzoek en maak op
het einde van dit document enkele aanbevelingen hiervoor.
5.2 ONDERZOEKSMETHODEN
5.2.1 Literatuuronderzoek
Vooraleer ik aan het empirisch onderzoek begon deed ik een goede poging me zoveel mogelijk
in te lezen in de materie (Decorte & Zaitch, 2010 p91). Ik keek krantenberichten na, volgde
nieuwsverslagen op, bekijk relevante documentaires, ging me verdiepen in de wetgeving, … In
het geval van reeds gedane wetenschappelijke onderzoeken, kwam ik hier meestal op uit via
53
kranten of andere mediabronnen. Ik ging op zoek naar de originele bron om er vervolgens zelf
mijn conclusies uit te trekken. Bijgevolg werd het projecteren van deze resultaten op mijn
interviews makkelijker en kon ik al dan niet gelijkenissen onderscheidden. Ik probeerde met
een kritische blik al dit leesmateriaal te doorspitten en stelde me vragen over de integriteit van
de bron. Deze studie wordt vooral gekenmerkt door mediabronnen. Niet zo verwonderlijk
aangezien ik dezelfde weg van informatie wou volgen die mijn respondenten ook raadpleegden.
Verder paste ik de strategie van de datatriangulatie toe (er moest een selectie gemaakt worden)
(Decorte & Zaitch, 2010 p134). Vertrekkende vanuit de theorie van het symbolisch
interactionisme kwam ik onderweg verscheidene tekenen van stereotypering, stigmatisering en
vooroordelen tegen. Naarmate ik ook in de interviews vorderde kon ik nieuwe bronnen ter
ondersteuning raadplegen.
5.2.2 Semi-gestructureerd face to face interview (Decorte & Zaitch, 2010 H6)
Het symbolisch interactionisme kan je enkel op gepaste wijze onderzoeken via diepte-
interviews (Decorte & Zaitch, 2010,p203). Een samenvatting van de woordelijke transcripties
kan je terugvinden onder bijlage V.
5.2.2.1 Selectie ven respondenten
Er werden geen specifieke steekproeven getrokken omdat ik geen veralgemening wil maken
over de hele populatie. Ik trachtte een gevarieerd publiek te bereiken om verschillende
antwoorden te ontvangen. Mijn respondentengroep omvatte iedere volwassen leeftijdsgroep
(van 20 tot 80 jaar); ze bestreek een groot deel van Vlaanderen (Brussel, Vlaams-Brabant, Oost-
Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, West-Vlaanderen) en verschillende SES34. In totaal werden
30 interviews afgenomen. Mijn saturatiepunt werd al na een 20tal interviews bereikt, doch
kwam ik onverwacht nog in contact met enkele personen die ik graag nog kort interviewde
(Decorte & Zaitch, 2010, p100-103, p212). In bijlage III kan u de respondentenlijst terugvinden.
De burgers contacteerde ik waar ik kon persoonlijk. Ik sprak wat kennissen, collega’s, familie
aan en vroeg rond wie er geïnteresseerd was in een interview met mij. Vervolgens vroeg ik hen
om ook wat rond te vragen. Ik paste een sneeuwbaltactiek toe, met meerdere sneeuwballen op
eenzelfde moment. Mijn interviews vielen dan ook allemaal zeer kort na elkaar (Decorte &
Zaitch, 2010, p212).
Bij de interpretatie van de resultaten dient rekening gehouden te worden met het feit dat de
respondenten nog niet in contact kwamen met vluchtelingen, alleszins toch niet bewust
34 Sociaal Economisch Statuut
54
(Decorte & Zaitch, 2010, p225). Aangezien ik willekeurig personen heb aangesproken uit eigen
kring en via een sneeuwbalsteekproef werkte, kunnen uit deze resultaten ook conclusies
getrokken worden. Met name het feit dat maar weinig mensen rechtstreeks in contact komen,
dit dan wel doen wanneer ze hier uitdrukkelijk naar zoeken (via bezoek aan opvangcentrum,
rondleiding op een opendeurdag, vrijwilligerswerking). Deze groep is bijgevolg een heel pak
kleiner dan de groep die nog geen rechtstreeks contact had. Het kan opnieuw interessant zijn de
ene groep hun opinies en meningen met de andere te vergelijken. Om de eerste groep, zij met
contact of die ooit contact hadden, te bereiken moet men hen persoonlijk gaan contacteren of
aanspreken. Hier moet men dan weer gaan rekening houden met talrijke aspecten. Zoals de
privacy die gerespecteerd wordt (het verkrijgen tot toegang van personen die vrijwilligerswerk
doen) en de bereidheid die er bestaat al dan niet hun mening anoniem te willen geven. Een
eventuele oproep via sociale media of flyers in dergelijke hulppunten is een andere optie al
maakt het de drempel groter om te participeren (Pauwels, 2013, p355).
De burgers liet ik zelf kiezen waar ze het liefst hun interview wilden doen. Bij sommigen
gebeurde dit thuis. Omdat ik aangewezen was op openbaar vervoer werd er vaak een regeling
getroffen en ontmoetten we elkaar op een private plaats (vaak plaats van tewerkstelling tijdens
de pauze). Hier konden we vrij spreken zonder gestoord te worden. (Decorte & Zaitch, 2010,
p221). De interviews varieerden qua duurtijd afhankelijk van de uitweiding, kennis en interesse
van de respondent in de bevraagde materie. Dit ging van 15 minuten tot soms zelfs 1 uur lang.
Gemiddeld werden er interviews van zo’n 30 minuten afgenomen. Tijdens het gesprek liet ik
ze vrijuit praten en tracht hen zo min mogelijk te onderbreken. Ik nam notities en schreef vragen
op over zaken waar ik later wat dieper op in wilde gaan. Ik bleef zo neutraal mogelijk en bracht
respect op voor ieder zijn mening. Uiteraard drong ik er wel op aan deze mening voldoende te
motiveren en hier en daar voorbeelden te geven die dit konden staven (Decorte & Zaitch, 2010,
p218).
Om het onderzoek niet onnodig te belasten, besloot ik mijn gebied te beperken tot Vlaanderen,
inclusief de hoofdstad Brussel (Decorte & Zaitch, 2010, p87-90; Pauwels, 2013, p68). Brussel
nam ik er graag bij aangezien men hier de meeste nationaliteiten en culturen kan terugvinden.
Dit werd dan ook snel aangegeven door de respondenten die in Brussel wonen. Zij refereren
naar de gemakkelijkheid in de omgang met andere nationaliteiten en culturen omdat ze dit ook
gewoon zijn vanuit hun leef- of werkomgeving. Al is het wel aangewezen in de toekomst een
enquête in te stellen voor heel België aangezien het hier een federale materie betreft.
55
Voor het tweede onderdeel van mijn studie, de bevraging naar het beleid, contacteerde ik enkele
key informants die me meer inzicht konden geven hieromtrent. Hun ervaring was het
belangrijkste element dat ik wilde nastreven. Zo lang mogelijk ervaring, al dan niet in dezelfde
job, maar wel in de werking of het contact dat ze rechtstreeks of onrechtstreeks hebben met de
vluchtelingen. Doordat ik hier de informatie uit eerste hand kreeg leek het me niet nodig om
tientallen interviews af te nemen.
Via sites van de overheid of persoonlijke contacten kwam ik (soms via een omweg) bij key
informants terecht die bereid waren tijd voor mij te vrij maken (Decorte & Zaitch, 2010). Ik
bereikte enkele verantwoordelijken van opvangcentra (WTC III Brussel, OC Steenokkerzeel en
OC Erezée), een ex-medewerker bij DVZ, hoofdinspecteur Danny Geens van de Politiezone
Vilvoorde-Machelen, burgemeester Hans Bonte van Vilvoorde (ideaal daar hij vaak in het
nieuws komt wat betreft de vertrekkers naar Syrië en zijn deradicaliseringscampagne)
fractiemedewerker CD&V Jan De Meyer (naaste medewerker van experte Nahima Lanjri) en
medewerkster Stad Gent – integratiedienst, Kathleen Van de Kerckhove. Daarnaast ging ik, op
uitnodiging van schepen Dirk Philips, op bezoek voor een rondleiding door de centrumdirecteur
Sven Van der Straeten van het OC Zaventem. Personen die stuk voor stuk in contact komen
met de materie of de vluchtelingen zelf. Een lijst van de gesproken key informants kan
teruggevonden worden onder bijlage III.
Wat de key informants betreft is het van enig belang om de interviews af te nemen op hun
werkplek. Zo worden ze geconfronteerd met hun job inhoud en de (on)rechtstreekse link met
het onderwerp. Ik krijg tevens een beeld van de plaats en nabijheid die zij hebben t.a.v. de
vluchtelingen. Ik ging met een gezonde interesse voor het onderwerp en een kleine
voorbereiding naar de contactpersoon.
A.d.h.v. een gestructureerde vragenlijst kon ik de nodige informatie verkrijgen en waar nodig
doorvragen. Gemiddeld duurden de interviews zo’n 45 minuten lang. Sommige key informants
legden ook een limiet op aangezien ze het druk hadden en nog andere afspraken dienden na te
komen. Hier werd dan met het volste begrip rekening mee gehouden. Eventuele verdere vragen
mochten steeds per mail gesteld worden. Over het algemeen kwam ik toe met de tijd die ik
toebedeeld kreeg om mijn vragen te stellen en grondige antwoorden te verkrijgen.
5.2.2.2 Semi-gestructureerde vragenlijst
In bijlage IV vind je de vragenlijst die als richtlijn diende tijdens de interviews (Decorte &
Zaitch, 2010, p206).
56
5.2.2.2.1 Burgers
Om een algemeen beeld over de respondent te krijgen en het ijs te breken laat ik ze zichzelf
kort voorstellen d.m.v. demografische kenmerken. Vervolgens ga ik van heel algemene vragen
naar specifiekere (Decorte & Zaitch, 2010, p210). Zijn ze op de hoogte van de asielcrisis? Op
welke manier? Wat vinden ze van de mediaberichtgeving? Wordt er opvang in hun gemeente
georganiseerd? Om tot slot te komen tot hun mening en na te gaan of er een link met de
terreurdreiging gelegd wordt.
Uit de gesprekken kwamen niet zelden de gekende vooroordelen en stereotypen naar voor die
hun mening stuurden.
De demografische kenmerken waren louter informatief om ten eerste een zo gevarieerd
mogelijk publiek na te streven op basis van leeftijd, beroep, geslacht en woonplaats. Secundair
kon ik op basis van deze gegevens na gaan of enkele hypothesen of vermoedens klopten met de
resultaten die ik verkreeg. Bedenkingen zoals: zijn oudere mensen niet sneller geneigd om
negatiever te zijn t.a.v. de vluchtelingen? Of juist omgekeerd en halen ze de oorlogen aan als
argument tot verdraagzaamheid? Uiteindelijk bleek eerder het tweede het geval te zijn. Al zijn
de uitspraken wel vaak harder en blijken ze algemeen begrip te hebben voor de situatie, mits ze
zich houden aan de voorwaarden die opgelegd worden (tot inburgering, zoals werk en
taalkennis). Ik kon op deze manier ook andere zaken gaan vergelijken zoals bv. Het feit of er al
dan niet vluchtelingen in de gemeente of stad worden opgevangen. Hoewel omwille van de
beperkte respondentengroep geen eenduidige resultaten naar voren komen. Zo is het ook niet
bepaald mogelijk na te gaan of er anders gedacht wordt in de stad of op het platteland. Voor
zulke gevolgtrekkingen dient men een representatieve en grootschaligere steekproef te trekken.
Vervolgens tracht ik a.d.h.v. een open vraag na te gaan wat ze precies weten en vanwaar ze de
kennis halen over de vluchtelingencrisis (Decorte & Zaitch, 2010, p2016). Op basis van deze
antwoorden kon ik de vragen meer preciseren en via probing (Decorte & Zaitch, 2010, p209)
tot een zo volledig mogelijk beeld komen die de respondent heeft over de vluchteling en de
samenhang met terreur in kwestie. Elke respondent was op de hoogte via de media. Sommigen
gingen ook extra op zoek naar informatie of lazen effectief ieder bericht dat over de materie te
vinden valt, waar de meesten het hoogstnodige weten en de extra berichtgeving in kranten of
online nieuwskanalen liever aan zich lieten voorbijgaan. De reden voor deze specifieke
‘ontwijking’ klonk bij allen dezelfde: er wordt te veel over bericht, er is al zoveel kwaad en
ongeluk in de wereld dat ik het allemaal niet meer hoef te zien. Binnen deze
bronnenondervraging wou ik tevens peilen of men de media neutraal genoeg vindt. Dit is echter
57
een zeer moeilijke vraag en kon niet eenduidig beantwoord worden. Steeds opnieuw kwam ik
terecht bij de redenering dat het nieuws sensationeel hoeft te zijn en aldus sneller negatieve
zaken zal berichten die in sommige gevallen de vluchtelingen in een slecht daglicht stellen. Een
moeilijke kwestie. Daarom heb ik besloten om de materie van de media wat meer op de
achtergrond te laten daar zij meer onderzoek vereist en een studiematerie op zich kan betekenen.
De vraag (Decorte & Zaitch, 2010, p211) of er kennis is over een opvanginitiatief in de
woonplaats van de respondent peilt ernaar na te gaan of dit gecommuniceerd werd door de
gemeente en/of er actief naar gekeken werd door de respondent. Onder mijn respondentengroep
was de overgrote meerderheid zich niet bewust van enige opvang. In de meeste woonplaatsen
werd er ook effectief niet opgevangen. Echter daar waar dit wel zo was, met uitzondering van
de grote steden die in het nieuws komen, was men meestal niet op de hoogte, laat staan de plaats
en hoeveelheid van de opvang. Dit kan men wijten aan het (on)bewuste niet communiceren
door de gemeente of stad of de non-interesse van de betrokken respondent. Een voorzichtige
redenering die men ook kan maken is het gebrek aan bereidwilligheid tot hulp van de betrokken
respondent. Zo kwam respondent Sara meteen in actie, door het schenken van huisraad en
dergelijke, wanneer zij op de hoogte was van een toekomstig lokaal opvanginitiatief in de stad.
Eén van de hoofdvragen in deze semigestructureerde vragenlijst bedroeg een meningsvraag.
Namelijk, hun persoonlijke opinie over de vluchtelingen (Decorte & Zaitch, 2010, p211). Er
werd bijkomend om voldoende argumentatie gevraagd om deze mening te staven. Vervolgens
werd er gepeild naar de standvastigheid van deze mening. Is ze steeds dezelfde gebleven of is
ze veranderd t.o.v. vroeger? Indien veranderd, waarom dan wel? Dit laatste probeert
onherroepelijk aan te sluiten aan de materie van de terreurdreiging in het land. Op basis van de
antwoorden kwam men hier specifiek op uit en kon ik stiekem juichen (hoewel dit meestal
negatief uitpakt voor de kijk op vluchtelingen). Zo niet werd hen apart gevraagd wat de impact
van de terreurdreiging is op hen en of ze eventueel toch een invloed zou hebben op die mening.
Personen die geen enkele link leggen tussen de vluchtelingen en terreur vroeg ik naar hun
mening over het feit dat deze link wel gemaakt wordt.
Tot slot peil ik via enkele toekomstvragen naar de verdere evolutie van de situatie. Mag er nog
opvang komen? Komen er problemen voor België die een deel van de argumentering bedragen
van de respondent? Hoe staan ze t.o.v. inburgering? …
Al deze vragen willen uiteindelijk peilen naar een al dan niet spontane link die gelegd wordt
tussen de vluchtelingen en de terreurdreiging. Het is uiterst interessant de denkwijze van de
58
respondent te achterhalen en zijn argumenten (die vaak vooroordelen bevatten) te begrijpen.
Het zijn namelijk die argumenten die de respondent er in sommige gevallen toe leiden dé
vluchteling (want deze wordt meestal als één groep aanzien) als goed of slecht te bekijken.
5.2.2.2.2 Key informants
Afhankelijk van de specifieke functie van de key informant klonken de vragen anders. De
omschrijving van hun functie en de mate van raakpunten met de vluchtelingenmaterie was
belangrijk om na te gaan in hoeverre deze persoon zicht heeft op het veranderende beleid en de
opinie van de burger. Via de vragen wou ik te weten komen of er gevolgen voor de
vluchtelingen zijn. Het opzoeken van de opvangcentra moest voornamelijk antwoord bieden op
aanpassingen in bestuur en dagelijks beleid in de centra, en hun visie op de hulpaanbiedingen
en opinies van omwonenden. De semi-gestructureerde vragenlijst is opgenomen onder bijlage
IV-b.
5.2.2.3 Informed Consent
Voorafgaandelijk aan een interview stelde ik mezelf en de opzet van mijn onderzoek voor. Ik
gaf nadere uitleg over de behandeling van de verkregen gegevens (opslag van de data op pc en
transcriptie van hun interview) en overhandigde hen een informatieblad waar alles nogmaals
kort en bondig stond opgeschreven. Ik verzekerde de geïnterviewde dat deze geen schade
oploopt, de privacy gerespecteerd35 wordt en dat hij voldoende geïnformeerd wordt over het
onderzoek. Iedere respondent werd gewezen op de vrijwilligheid en anonimiteit bij zijn
deelname; men kon pauzeren of stoppen indien men dit wenste. Bijkomende vragen mochten
steeds gesteld worden. Op die manier kan de persoon beslissen deel te nemen of hieraan toch
te verzaken. Bij het afronden van de interviews kregen de respondenten de mogelijkheid op de
hoogte te willen gehouden worden van de resultaten. Ik zal dan ook naar zij die dit wensten en
hun e-mailadres achterlieten, een digitaal exemplaar opsturen. Tot slot werd een informed
consent blad getekend, waarin ze zich akkoord verklaren voor de verwerking van deze gegevens
(Pauwels, 2013, p358).
Het informed consent blad voor dit onderzoek is terug te vinden onder bijlage VI.
5.2.2.4 Kwetsbaarheid van het onderzoek
Uit mijn eerste contacten en sneeuwbalsteekproef kwam ik gematigde respondenten tegen. Om
echter een correct beeld te kunnen verkrijgen moest ik meer actief op zoek gaan naar personen
die tegen de opvang van vluchtelingen zijn. Soms liet ik me meedragen in de redenering van de
35 Wettelijk verplicht sinds de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van 8 december 1992.
59
respondent. Het gebeurde dan ook dat ik me inleefde in hun standpunt en bijgevolg in de valkuil
trapte door iets suggestievere vragen te gaan stellen36. Toch hoeft dit geen ramp te zijn noch
mijn resultaten in gevaar te brengen. Het meegaan in hun verhaal zorgde voor sommigen ervoor
dat ze opener en relaxter gingen praten doordat ze zich begrepen voelden. Objectiviteit is altijd
geboden om spontaan argumenten en standpunten te verkrijgen. Ik kan dan ook concluderen
dat ik na afloop van alle interviews voldoende objectief gebleven ben, maar louter hier en daar
ben meegegaan in hun mening. Bij de analyse van de resultaten moest ik mezelf ook steeds
voor ogen houden dat het louter om een verkennend onderzoek ging (Decorte & Zaitch, 2010,
p210; Pauwels, 2013, p250-268).
36 Dit leek op sommigen een positieve invloed te hebben. Ze gingen sneller over op de orde van de dag en lieten
hun nog meer gaan in hun ‘bewijsvoering’.
60
DEEL IV RESULTATEN
6 ANALYSE VAN HET KWALITATIEF ONDERZOEK
6.1 ANALYSE INTERVIEWS BURGERS Het gros van de gesprekken namen plaats voor de aanslagen in Brussel. Zoals voorheen
aangegeven kon ik omwille van de anonimiteit en de sneeuwbaltechniek die gebruikt werd geen
tweede bevraging organiseren. Personen die ik een tweede maal kon bereiken waren niet steeds
tot (omwille van interviewmoeheid of tijdsgebrek) een follow-up gesprek bereid. De enkelingen
die ik wel bereikte, wilden hun vorige opinie niet bijschaven.
Alle deelnemers zijn op de hoogte van de twee problematieken door de massamedia. ‘Ja, ge
kunt daar moeilijk naast kijken. Vanaf het moment dat ge de radio aanzet of ge zet de televisie
open dan is dat elke dag derover hé.’ [Ingrid] De meeste respondenten zijn op de hoogte maar
gaan niet specifiek op zoek naar extra nieuws of informatie over de vluchtelingenproblematiek.
Waar de ene zegt dat er te veel over bericht wordt, vindt de ander dat er net te weinig info is.
Dit is afhankelijk van interesse. Het overgrote deel is zich bewust van de invloed die de media
uitstraalt en gaan dus kritischer met de berichtgeving om (dit geldt uiteraard niet voor iedereen).
Het merendeel van de respondenten had geen idee of er al dan niet vluchtelingen in hun
gemeente werden opgevangen. Maar hoe herken je een vluchteling? Ik zie daar een andere
huidskleur lopen ma weet ni of da vluchtelingen zijn?’ [Ingrid] Er is nog niemand van de
respondenten onder de burgers rechtstreeks in contact gekomen met vluchtelingen. Ze moeten
zich dus richten op assumpties en informatie uit verschillende bronnen. Bijgevolg kan niemand
spreken over het feit ooit problemen te hebben gehad met vluchtelingen en ook in hun
woonplaats werd er (buiten enkele uitzonderingen die niet persoonlijk op hen van toepassing
waren) nog geen melding gemaakt van incidenten.
Heel veel respondenten maken automatisch de link met het verleden. 'Eigenlijk uit onze, uit
onze contreien zijn ooit zelf vluchteling geweest. Dus euh, ten tijde van de eerste en tweede
wereldoorlog bijvoorbeeld.' [Guy]
Men gaat de situatie dus op zichzelf projecteren en komt tot het besef (m.u.v. de zeer verwoede
tegenstanders [Arjon & Siegfried]) dat er hulp zou geboden moeten worden in de mate van het
mogelijke. ‘Wij zijn een stuk gedetermineerd van bij de geboorte. In de zin van, ge bepaalt ook
zelf ni, in welk gezin da gij wordt geboren. Ik heb ni bepaald da mijn ma, da da mijn ma is.’
61
[Ken] De meesten zouden zelf een kleine bijdrage (in de vorm van kledij, huisraad, centje,
soepbedeling) leveren moest dit hun gevraagd worden. Slechts enkelen hebben al geholpen. De
uitkomst verschilt dan weer wel, van sommigen (zij die er eerder tegen zijn) mogen ze hier
blijven tot zolang het probleem niet opgelost is in hun thuisland. Voor de rest gaat iedereen er
mee akkoord dat er aan inburgering gedaan moet worden. Steeds dezelfde voorwaarden komen
terug:
- De taal kunnen spreken, liefst Nederlands.
- Waarden en normen aanvaarden.
- Eigen geloof en gewoonten mag, maar niet in openbaar prediken. Mag niet opgelegd
worden aan anderen. Er moet respect zijn voor zij die ‘anders’ zijn.
- Ze moeten lessen volgen en later kunnen bijdragen in de maatschappij.
Over het algemeen klinkt er toch wat onrust door. Dit heeft grotendeels te maken met de
terreurdreiging.
6.1.1 De opinie van de respondenten onder de loep
Hieronder worden enkele uitspraken37 van de respondenten opgesomd die men d.m.v.
codificering van de interviews kan onderverdelen in de verschillende thematieken. Er werden
vooroordelen opgemerkt, bevindingen over het gevoerde beleid, etc. Er wordt tevens per
specifieke groep respondenten (gepensioneerden, tegenstanders van opvang van vluchtelingen,
moslims, (ex)-vluchtelingen) nagekeken hoe zij tegenover deze probleemstelling staan.
6.1.1.1 Vooroordelen
Van alle bevraagden zijn er geen interviews voorgekomen zonder de gekende vooroordelen
over de vluchtelingencrisis. Hetzij, respondenten die volledig in de vooroordelen geloven,
hetzij de kennisname van deze vooroordelen en bijgevolg de ontkrachting of minimalisering (à
la, er zijn uitzonderingen) ervan. Uiteraard vallen de tegenstanders binnen de eerste groep. Zij
staan volledig achter de vooroordelen en steken hun hand niet in het vuur om er soms nog een
schepje bovenop te doen en hun standpunten bij te zetten met verhalen of media ‘bewijzen’.
'da da aan Europa verschrikkelijk viel geld kost. En da stekt aan de mensen allemaal
tegen ze. Ah ja... Het geld van Europa gaat voor 60 of 70% duurnatoe.' [Jean]
37 De uitspraken zijn letterlijk geciteerd (dialect werd overgenomen). Onder ieder citaat wordt naar de betrokken
persoon gerefereerd tussen vierkante haakjes.
62
‘[…]sommige vluchtelingen zijn die zich ni, ni deftig gedragen ook hé.’
‘Ah maja,die gasten waren ma 16-17 jaar ze, die die maskes daar aanvalden ze.’ [Jean]
‘Ik zou geen durven opnemen, ik zou ze ni betrouwen, de vluchtelingen. Da zou mijn
gedacht zijn. Op de 10 zijn er misschien 7 wel te vertrouwen ma dander 3 dan ni.’
[Yvonne]
"We moeten al zoveel besparen, we moeten al zoveel afgeven, en nu moeten we ook nog
zorgen voor zoveel mensen dat binnenkomen. Hoe gaan we dat klaar krijgen?" [Umut]
En ze moeten nu meer geld gaan uitgeven aan die vluchteling terwijl dat dat al bespaard
moest worden en dat geld moet ergens vandaan komen, dus dan zouden we nog meer
moeten besparen op dinges. [Tessa]
'Mensen die het egt nodig hebben moeten recht hebben op hulp maar 90% komt
hierheen voor het geld anders zouden ze in hun thuisland vechten voor vrijheid.' [Arjon]
‘Opvang zorgt voor o.a. eisen van geld (dat aan onze ouderen toebehoort). Agressie
tegen alles wat geen Islam is (homo, christenen enz.). Verder zorgen ze voor overlast
(vuil) betalen niks (openbaar vervoer, ziekte e.d.)’ [Arjon]
‘Het opvangen van vluchtelingen zoals het er nu aan toe gaat is het slechtste wat men
kan doen, men importeert niet alleen mensen die op de vlucht zijn voor oorlog in hun
thuisland, men importeert ook mensen die onze cultuur niet respecteren, men importeert
de "de islam", dit is geen geloof maar een politieke voorkeur die een gevaar vormt voor
onze vrijheid, onze democratie, vrouwonvriendelijk is, een gevaar is voor onze kinderen
(pedofilie), niet past in onze Westerse samenleving.’ [Siegfried]
Ook zijn wij, het Belgisch volk, dat deze vluchtelingen moeten onderhouden. Ze krijgen
dan een bed en dan eisen ze nog betere omstandigheden omdat het niet goed is terwijl
in andere landen ze helemaal niks doen en niet welkom zijn.’ [Lise]
'Het begint proporties aan te nemen waarvan je begint schrik van te krijgen zo van, ...
het blijft maar toestromen, ze blijven maar komen.' 'Want een land is maar beperkt in
zijn capaciteiten om op te vangen [...]'.
‘Wij beschouwen het als zijnde: 'ja, gaat dat een impact hebben op onze sociale
zekerheid of dit of hoeveel gaat dat kosten, of...'. Ja, de impact voor ons persoonlijk, als
zijnde ja, het is ons probleem.’ [Steven]
63
‘[…] ik heb schrik dat er tussen de vele onschuldige ook vluchtelingen zitten met slechte
bedoelingen.’ [Lise]
Hier wordt door enkelen prompt op gereageerd dat: 'Tussen ons Belgen zitten ook
slechten hé. Da is zo ze.' [Ingrid] Ook respondente Hilde geeft aan dat men die
vergelijking onder geen beding mag maken: ‘Ja, en inderdaad er zijn heel veel mensen
uit Europa naar Syrië getrokken om mee te vechten. En er zullen er wel zijn die effectief
gaan terugkomen. Met slechte bedoelingen. Ma da zijn geen vluchtelingen hé! Da zijn
mogelijke terroristen! Het onderscheid moet ge wel kunnen maken. [Hilde] 'Maar ik ken
ook niet allemaal veralgemeningen, je kan ook niet zeggen alle Syriërs zijn terroristen
of alle Iraniërs zijn terroristen. Dat kant ge niet zeggen. Omdat ge overal goed en
slechte mensen.' [Payman]
‘De mensen schieten in een kramp en dan is elke moslim met een baard een terrorist
hé.' [Veerle]
'Ge hebt ook, hier hebt ge ook van die gasten dat vrouwen verkrachten of... En ik denk
dat dat van, 'ahja', dan denkte van, zo de media, 'ah da zijn vluchtelingen, kom we
vergroten dat nog eens extra'. En dan staat er zo 'Marokkaan of Syriër heeft vrouw
verkracht'. Ma ze gaan nooit zeggen, als er nen Belg een vrouw heeft verkracht 'Blanke
Belg heeft vrouw verkracht'. Dus.' [Aisha]
Er zijn m.a.w. heel wat bedenkingen over de komst van de vluchtelingen. Zoals je kan
opmerken worden de bedenkingen in alle segmenten van de samenleving geuit. De
demografische gegevens van de respondenten (die worden tussen vierkante haakjes
weergegeven) zijn terug te vinden onder bijlage III. Mensen kijken steeds naar hun eigen
situatie en willen hun manier van leven liever niet bedreigd zien. Ze zijn hun luxe gewoon en
willen zeker geen privileges afstaan ten voordele van anderen. Over het algemeen wordt er niet
zo snel nagedacht over de voordelen die de nieuwe situatie met zich kan meebrengen. Het glas
is sneller halfleeg dan halfvol.
Iedereen is er zich van bewust dat er potentiële terroristen onder de vluchtelingen kunnen zitten.
De voorstanders relativeren dit en hebben meer vertrouwen in het veiligheidssysteem dan de
tegenstanders. Zij hameren namelijk op het gevaar en de criminaliteit die ze zullen meebrengen.
Dit heeft als effect dat iedereen over dezelfde kam geschoren wordt. De ‘Vlaamse’
maatschappij mag onder geen beding risico’s lopen ondermijnd te worden of gevaar te lopen,
aldus het denkbeeld binnen mijn respondentengroep. Het afgeven van eigen luxe of privileges
64
in ruil voor zorg aan anderen, is een moeilijke stap om te nemen. Ik bevroeg de respondenten
steeds over de mate waarin ze al dan niet hulp zouden bieden. Hieruit kwam duidelijk naar
voren dat materiële hulp (goederen die men zelf kan missen) vrij snel gegeven zou worden.
Over het doneren van geld heeft men bedenkingen. Het argument luidt vaak dat men het zelf
voldoende nodig heeft en er niet met zekerheid kan gezegd worden waar het geld aan besteed
wordt. Ook persoonlijke hulp bieden, zoals gaan helpen als vrijwilliger of soepbedeling konden
sommigen zich ook voorstellen te doen. Het daarentegen onderdak verlenen aan iemand was
voor niemand van de respondenten denkbaar. Allereerst verdedigen ze zich in die keuze door
hun gezin of de beperktheid van de woning aan te leveren als argumenten. Het gebrek aan een
persoonlijke relatie met de persoon speelt ook een grote rol. Er wordt gespeculeerd over
negatieve gevolgen.
6.1.1.2 Publieke visie op het beleid
Er moet eensgezind opgetreden worden in Europa. Het probleem moet in Syrië en de landen
daaromringend aangepakt worden. De meeste respondenten zijn zich van de problemen bewust
die mensen ertoe aanzetten te vluchten, maar denken dat het voor hen beter zou zijn in de buurt
te kunnen blijven tot wanneer de oorlog stopt. Niemand kan echter voorspellen wanneer dit
moment er komt, en eenmaal het er is moet men rekening houden met een jarenlange
rehabilitatie van het land.
Er is nood aan structureel beleid in het buitenland voor ontwikkelingssamenwerking. Er wordt
heel wat kritiek gespuid. Men vindt dat de regeringen (niet louter Belgische, maar tevens kritiek
op Europese Unie en diens algemene aanpak) te laks zijn geweest in het verleden. Eensgezinde
afspraken zijn vereist om samen deze problemen op te lossen, aldus de respondenten.
‘Ze lopen achter de feiten aan en hadden van int begin een veel strenger beleid moeten
voeren nu ist veel te laat en je ziet wat er nu gebeurd is...’ [Lise]
‘En dat Europa er niet in slaagt daar goede afspraken over te maken. Om aan de
buitengrenzen daar een heel goed beleid rond te voeren. Ik vind dat echt het 'failliet'
van Europa.’ [Hilde]
‘Ik blijf altijd zeggen als links progressieven: 'Laat ons niet dezelfde fout maken met de
vluchtelingencrisis als met wat we gedaan hebben met de multiculturele wereld'. ‘Kom
binnen, ja. ' En da noemden we de multiculturele samenleving die tan vooral bestond
van: 'kijkt ne keer hoe leuk da da is!’ [Karin]
65
6.1.1.3 De oudere generatie
Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat oudere mensen sneller geneigd zijn racistische
opmerkingen te maken. Dit wordt door onderzoeken bevestigd. ‘[…] hier moede 's avonds ni
allien op straat lopen ze. 'Da is hier ne winkel van vremden, ik kom der 's avonds ni ma dein
durpel deije, zit van tijd 's avonds, hoor ik zeggen hé, vol van dei gasten allemaal.' [Jean &
Yvonne] 'Bij ons in de scholen, in de lagere school, 256 nationaliteiten. Allemaal door elkaar.
Ik zeg het, ik heb het al dikwijls gezegd, binnen een jaar of 5 wonen wij in het buitenland; Das
waar ze.' [Rudi] 'Wij hemn het Sanatorium dat altijd volzit me vanalles. Me vreemden en
zwetten.'[Jean]
Dit kan eraan liggen doordat ze niet mee opgegroeid zijn in deze multiculturele maatschappij
waarin we vandaag leven. ‘Ik denk dat kinderen van 7 en 9 daar minder problemen mee hebben
dan wij, denk ik. Als je ziet, daar zitten er twee zwarte kinderen in hun klas, daar zitten er twee
Turkse kinderen in de klas. Ze worden daar beter, ... ze worden daar beter ingerold.’ [David]
De oudere generatie is nog van ‘den ouden stempel’ zoals ze dat wel eens durven zeggen. Zij
spreken nog over ‘den Belg’. Er wordt veel makkelijker overgegaan tot het praten in ‘zij’ en
‘wij’. Ze zijn akkoord met het geven van opvang, hoewel ze het toch liever niet in hun
gemeente/stad willen. Onder de voorwaarden om hier te mogen blijven, komt steeds opnieuw
de uiting van hun religie en het kunnen spreken van de taal naar boven. 'Dak wel vind da als ze
in België willen wonen da ze hun moeten aanpassen, da ze moeten doen gelijk de Belgen. Niks
op hun hoofd. Da ze hun moeten kleden gelijk as wij, de Belgen.' [Marie-Jeanne]
6.1.1.4 De tegenstanders
De tegenstanders zijn ervan overtuigd dat er veel verzwegen wordt door de media. 'de media
geeft niet correct weer wat de migratiestroom met zich meebrengt, het politieke correcte
systeem dat men handhaaft is er om de eigen bevolking het zwijgen op te leggen en om
medelijden te bekomen bij de eigen bevolking, de media schuift een veel te positief beeld naar
voren.' [Siegfried]
Daarnaast wordt er gekeken naar de impacts die ze teweegbrengt t.a.v. van het ‘eigen volk’.
‘Ja, met elke asielzoeker die men opvangt moet een hulpbehoevende van ons eigen volk langer
wachten op hulp.'[Siegfried] 'Ben er niet zo blij mij, brengt volgens mij criminaliteit mee
(inbraken e.d.). 'Vluchtelingen brengen ook ziektes mee, zijn barbaars (verkrachtingen).' [Karin
II] ‘Opvang zorgt voor o.a. eisen van geld (dat aan onze ouderen toebehoort). Agressie tegen
alles wat geen Islam is (homo, christenen enz.). Verder zorgen ze voor overlast (vuil) betalen
niks (openbaar vervoer, ziekte e.d.)’ [Arjon]
66
Er valt bij sommigen begrip op te merken, doch is dit in beperkte mate: 'Ik begrijp dat mensen
vluchten om een beter leven op te bouwen. Maar het is onmogelijk iedereen op te
vangen.'[Carine II] De ontevredenheid is meestal niet enkel op de vluchtelingen gericht, maar
trekt zich al snel door naar alle allochtonen. 'Als je op het straatbeeld nu al ziet, bv. in
Antwerpen, 1 op 2 zijn bijna allochtonen'.[Karin II] Indien ze toch zouden blijven moeten ze
aan strenge inburgeringsvoorwaarden voldoen. Minimumvereisten zijn: het leren van
Nederlands, zich volledig aanpassen en het afdoen van hun hoofddoek.
Een lid van het Vlaams Belang, Arjon begrijpt niet waarom ze naar hier zouden moeten komen
en al helemaal niet waarom ze dan nog zouden opgevangen moeten worden. ‘Mensen die het
egt nodig hebben moeten recht hebben op hulp maar 90% komt hierheen voor het geld anders
zouden ze in hun thuisland vechten voor vrijheid.'' [Siegfried]
Arjon is zeer kort: 'Kort en bondig: Terug met die hele handel. Vroeger op school als er iets
gebeurde met de klas en de leraar wist niet wie het gedaan had, kon ook de hele klas straf
verwachten dus alles terug en wel zo snel mogelijk.' [Arjon] Hij scheert ze dus zonder enige
rancune over één en dezelfde kam.
Ook collega Siegfried kent geen terughoudendheid wanneer hij spreekt over de Islam. ‘men
importeert de "de islam", dit is geen geloof maar een politieke voorkeur die een gevaar vormt
voor onze vrijheid, onze democratie, vrouwonvriendelijk is, een gevaar is voor onze kinderen
(pedofilie), niet past in onze Westerse samenleving.’ [Siegfried]
De vooroordelen, stereotyperingen en stigmatiseringen volgen elkaar in ijltempo op.
6.1.1.5 Ondervindingen van moslims
Umut, een Belg met ouders van Turkse afkomst kan meer inzicht bieden in de manier waarop
er naar de Turkse gemeenschap wordt gekeken, na de aanslagen en problemen met de
vluchtelingen, en vice versa, hoe de gemeenschap reageert. Hijzelf beseft dat niet alle migranten
evengoed geïntegreerd zijn in de maatschappij, met alle problemen en slechte integratie tot
gevolg. Met de komst van de vluchtelingen vrezen ze dat de inspanningen die ze wel geleverd
hebben om zich te integreren teniet gedaan zullen worden. 'oei, en ze zijn hier afgekomen en nu
gaan ze denken van: "alle migranten op één lijn"'
'[...]algemene perceptie bij de mensen dat alles wat te maken heeft met het Midden-Oosten of
landen die daartoe gegroepeerd zijn, dat dat alleen maar kwaad brengt en niets goeds eigenlijk.
Dat beeld begint zich wel te vormen. Er zijn wel altijd mensen die dat nuanceren, die goed
kunnen nadenken. Maar je hebt nu eenmaal een groep die zich door alles laat doen wat in de
67
media verschijnt. Euh, ja bij hen gaat dat natuurlijk wel twijfels oproepen en meer vooroordelen
opwekken.’ ‘Omdat wij ons kunnen uitdrukken, omdat wij ons kunnen verdedigen, omdat wij
ons verhaal kunnen doen slagen wij er wel in om de vooroordelen te ontkrachten.'
Er worden veel te snel conclusies getrokken. Ge moet de waarden en de normen in dat land
respecteren. Waar ge ook zijt.' U hoeft daarvoor uw identiteit helemaal niet op te geven hé. Uw
geloof ook niet op te geven.'
Hij en de gemeenschap vinden het vreselijk dat hun geloof, want de Islam is volgens hen
vredevol, misbruikt wordt om terroristische daden goed te keuren. De terreur heeft een voelbare
invloed op de Turkse gemeenschap. ‘Wat denkt de omgeving over hen. Snap je? Een constante
onzekerheid.’ [Umut]
Fatima, een moslima van Marokkaanse afkomst heeft nog geen problemen ondervonden. Ze
verklaart dit aan het feit dat ze geen hoofddoek draagt. Ze heeft hier zelf kritiek op: 'ik ben ja,
moderne moslim. Oké, sommige worden geforceerd maar de meesten kiezen daar toch zelf
voor.' 'Das meestal zo in kleine dorpen.' 'Daar wordt wel scheef naar mensen met een hoofddoek
gekeken.’ Ze is wel al in contact geweest met een tegenstander, haar buurman. ' “Ja da ze maar
daar blijven, ik heb hier een pistool in huis” zegt hij. En dat is normaal echt een sociale man
hé!'
Er kunnen inderdaad ‘slechten’ meekomen onder de vluchtelingen, daarom vindt ze een goede
screening ook zo belangrijk. Ook zij vindt het jammer dat haar godsdienst misbruikt en
misbegrepen wordt. ‘Ik denk in elke godsdienst is een godsdienst die streeft naar vrede'. Haar
moeder en diens vriendinnen vrezen dat ze zelf slachtoffer kunnen worden van personen die
tegen de islam zijn. Ze ondervinden beiden onrechtreeks toch wat angst en onrust t.g.v. de
terreurdreiging.
6.1.1.6 De (ex-)vluchtelingen
Nelson, leeft ten volle mee met de vluchtelingen omdat hij het zelf ook ooit meegemaakt heeft.
Hij is volledig geïntegreerd, spreekt Nederlands en werkt als polyvalent centrumassistent in het
opvangcentrum van Zaventem. Hij was ook persoonlijk betrokken bij de aanslagen op
Zaventem. 'En voor eerste keer heb ik geweend voor vreemdelingen.'
Hij beklaagt de moslims die de dupe zijn van het misbruik van hun godsdienst.
Payman, een Iraniër die als kind vluchtte met zijn ouders voor de oorlog tussen Irak en Iran en
volledig geïntegreerd is in België, heeft ooit wel eens te maken gekregen met racisme, maar
geen specifieke problemen ondervonden t.g.v. de vluchtelingencrisis of terreurdreiging. Zijn
68
vrouw komt ook uit Iran en moest een inburgeringscursus volgen. Hij is hier zelf enorme
voorstander van en vond het spijtig dat hij destijds zijn plan moest trekken. Er moeten
aanpassingen gebeuren om een volledige integratie te kunnen garanderen. Ik zie ook mensen
dat er hier al jaren geboren zijn en een paar jaar wonen of hier geboren zijn, die hun traditie
nog behouden. Zoals in bepaalde wijken in Brussel, dat kun je zien. Ik vind dat je, als je zoiets
doet dan, de integratie zal moeilijker lopen.' Hijzelf werd als kind verplicht de godsdienst te
volgen tegen zijn wil in. Net als zijn ouders is hij ongelovig. 'En uw eigen mentaliteit moet je
thuis laten. En het geloof moet je ook voor je eigen houden en ook niet gaan proberen en
iedereen gaan verplichten. Dat is beter. Dat is persoonlijks, dat moet voor u blijven.’ De strenge
regels die in hun land gelden zijn nog maar moeilijk uit te oefenen in een land als België, waar
zoveel vrijheid is. Natuurlijk in Europa, de mensen zijn vrij, ze dragen kledijen die ze graag
willen. Als het ietske te kort is en die mensen zien dat soms. Ze kunnen zich niet controleren
jammer genoeg. En ja, dat is één van die zaken die ze moeten misschien beter aanleren. Ik denk
dat daar, dat dat daardoor komt.' Je kan ook vergelijkingen maken en iedereen van een
bepaalde groep verwijten ‘terrorist’ te zijn. Je hebt altijd ‘goede’ en ‘slechten’.
Shabir, heeft sinds februari asiel aangevraagd in België. Hij heeft zijn familie achtergelaten in
Afghanistan en hoopt ze op een veilige manier naar België te laten overkomen. Hij spreekt met
veel moed over de horror die hem overkomen is: 'C'est la vie'
Ten tijde van het interview was hij nog maar enkele weken in België en sprak al een verrassend
mondje Nederlands. Over de aanslagen in Brussel spreekt hij met veel medeleven: 'At first I
thought I, that I got away for attacks in Afghanistan and why it starts in here? Unfortunately, I
was so sad for that.' 'It was a bad day for Belgium.' Hij staat achter zijn geloof ondanks het
misbruik ervan door de terroristen: And I respect very my religion. And I'm proud of myself that
I am a muslim. And I have not any problem with other, because they choose another religion.
It's the right of everybody to choose.'
Uit de 3 casegevallen blijkt een grote inzet van integratie, al kan men dit daarom nog niet
veralgemenen naar alle vluchtelingen. Ze hebben nog geen problemen van afkeer gekend
(m.u.v. Payman) maar dit ligt aan hun persoonlijke situaties. Shabir is tijdelijke resident in het
OOC Zaventem en vindt de Belgen voor zover hij contact heeft, zeer vriendelijk.
6.1.1.7 Meningsverandering
Er is over het algemeen geen verandering in mening naar de vluchtelingen toe, wel heerst er
meer een gevoel van angst.
69
Tom merkte als enige een verrassende verandering op in zijn mening. ‘Ik merk bij mezelf dat ik
vroeger meer afkerig stond t.o.v. de Islam.’ ‘De openlijke afwijzing van de moslimgemeenschap
voor de terreur heeft volgens mij gezorgd voor een afname van de kloof tussen moslim en niet
moslim. Het heeft duidelijk gemaakt dat we mensen beter opdelen in mensen van goede wil en
mensen van kwade wil i.p.v. op basis van geloof.’ ‘Vroeger had ik het idee dat de Islam heel
erg tegen de Westerse waarden gekeerd was.’ De aanslagen boezemen angst in: ‘Maar wat me
echt het meeste angst aanjaagt is de polarisering die dit allemaal teweegbrengt, alsook de
verrechtsing van onze maatschappij en het zoeken naar een zondebok.’
6.2 DEELBESLUIT Dat er bezorgdheid heerst en heel veel vragen is een feit. Dat heel wat vragen gebaseerd zijn op
vooroordelen is tevens een feit dat ook door de andere onderzoeken naar voren kwam. De
vooroordelen worden door iedere groep opgeroepen, al lijkt de een er sneller komaf mee te
maken dan de andere. Voornamelijk de oudere generatie alsook de fervente tegenstanders
wijken niet af van hun meningen die vluchtelingen in een slecht daglicht stellen. Ze zijn
regelmatig onderhevig aan de zogenaamde confirmatiebias. De tegenstanders zijn overtuigd
van de slechte rol van de Islam. Bij de oudere generatie (60+) kunnen we de racistische reacties
(hoewel zij dit niet als racistisch aanzien) eventueel wijten aan het niet gewoon zijn op te
groeien in een multiculturele maatschappij. De schrik om een cultuurclash wordt bij alle
respondenten geuit al lijkt het merendeel wel vertrouwen te hebben in de integratie38. Opnieuw
een gegeven dat overeenkomt met een enquête die onder de Vlaamse bevolking werd
afgenomen door Pano magazine (2016). Men heeft in het algemeen schrik voor het vreemde en
dit wordt ook openlijk toegegeven. Professor Loobuyck beaamt deze logische reactie. Is er nu
tengevolge de terreuraanslagen en dreiging een verandering qua houding of opinie? Uit de
interviews zelf kan ik afleiden dat de respondenten zelf geen weet hebben van enige
verandering, op een nuancering van de mening na dan. Hierbij moet wel nogmaals worden
gemeld dat ze nog geen rechtstreeks contact hadden met asielzoekers en zich dus baseren op
assumpties en info die ze uit de media krijgt. Allen zijn overtuigd dat de opvang enige risico’s
met zich kan meebrengen. Er wordt wel onmiddellijk genuanceerd dat dit daarom nog niet wil
zeggen dat er meer terreur zal zijn. Je hebt altijd ‘goede’ en ‘slechten’, maar dat geldt ook voor
de Belgen, aldus enkele respondenten. Deze resultaten krijgen bijval door de enquêtes die in
verschillende landen werden afgenomen. Het American Pew Research Centre, Ipsos, Ifop,
38 De nodige voorwaarden worden algauw opgesteld. Taal staat in de interviews op de eerste plek, gevolgd door het naleven en respecteren van cultuur en waarden.
70
Pano, … ondersteunen deze resultaten. Wel is het zo dat er enkele respondenten schrik hebben
voor een verdergaande polarisering in de maatschappij. Het wij- en zij-gevoel wordt groter en
zeker wanneer het gaat over groepen zoals ‘De Belg/Vlaming’ en ‘de vreemde’, waar al snel de
moslim onder gecategoriseerd wordt. Ook de vrees op een linksere politiek wordt regelmatig
geuit. Of deze bedenkingen ook gerechtvaardigd zijn, zal de toekomst uitwijzen, al blijken
bepaalde zaken zich nu reeds te uiten. Een verhoogd aantal discriminatiemeldingen bij Unia op
basis van raciale en geloofscriteria, de verharding en verrechtsing van de maatschappij dat blijkt
uit cijfers waarbij men meer dan vroeger negatief staat tegenover migratie, meer meldingen van
islamofobie, maar ook toekomstige voorspellingen voor bv. verkiezingen in Duitsland waar
Frauke Petry en Marine Le Pen in Frankrijk veel aanhang krijgen, zijn allemaal tekenen aan de
wand (kdr, 2015). Er moet opgelet worden met snelle uitspraken van zowel personen, politici
als media. De ondervraagde moslims zijn zich ook bewust van een stillaan veranderende
maatschappij. Draag je een hoofddoek, wordt je al sneller scheef bekeken. Men beseft dat niet
iedereen evengoed geïntegreerd is of zal zijn, maar hopen dat dit hun goede inspanningen niet
ongedaan maken. Iedereen ondervindt dus wel wat angst. De ene uit dit verbaal tegen bv een
moslim, de ander treedt in discussie met kennissen om grip te krijgen op de omvang van de
twee thema’s.
Algemeen kan gesteld worden dat de meningen van de respondenten in deze studie niet
veranderd zijn t.a.v. de vluchtelingen. Ze is louter genuanceerder geworden doordat men bijna
verplicht was zich een mening te vormen. Men moet enige voorzichtigheid aan de dag leggen
bij de interpretatie van de interviews. Er kunnen subtiele verschillen optreden waar ook de
respondent zich niet bewust van is. De resultaten zijn afhankelijk van verschillende factoren.
De mening wordt mee gevormd door de interesses van de persoon, de kennissengroep waarmee
deze zich inlaat en de politieke voorkeur. De meeste respondenten zijn van mening dat hulp
bieden een plicht is. Ze ondersteunen dit d.m.v. zelfreflectie of een verwijzing naar de hulp die
de Belgen destijds met de wereldoorlog kreeg. Sommigen onder hen proberen zich snel te
beroepen op het NIMBY-fenomeen (Not In My Backyard). Helpen moet of mag maar toch
liever niet in hun gemeente of stad. Een felle aanpassing van houding of opinie door de
terreurdreiging lijkt dus niet voor te komen in mijn respondentengroep. Wanneer we enkele
cijfers vergelijken, zien we wel een stijging van veranderende houdingen bij belangrijke
71
gebeurtenissen. De foto’s van Aylan39 brachten een golf van hulpaanbiedingen teweeg. Terwijl
na de aanslagen van Parijs meer tegenstand was tegen de opvang of hulp aan vluchtelingen.
6.3 ANALYSE INTERVIEWS KEY INFORMANTS De key informants werden geselecteerd op basis van hun expertise of rechtstreekse
betrokkenheid met het vluchtelingen- of terrorismethema. Ik kreeg het genoegen kennis te
maken met volgende personen:
- Coördinator steundiensten OOC Steenokkerzeel, Joris Uyttendaele
- Ambtenaar op rust bij DVZ, Guy Pornel
- Hoofdinspecteur Politiezone Vilvoorde-Machelen, Danny Geens
- Adjunct Centrummanager WTCIII, Karl De Winne
- Centrumdirecteur OC Erezée, Jo Rousseau
- CD&V fractiemedewerker en adviseur BiZa, Jan De Meyer
- Burgemeester van Vilvoorde, Hans Bonte
- Rondleiding OC Zaventem Centrumdirecteur, Sven Van der Straeten + onderdirecteur
Koen Van Rompaey
- Beleidsmedewerker Integratiedienst Stad Gent, Coördinatie rond vluchtelingen,
Kathleen Van de Kerckhove
- Casemanager radicalisering Stad Gent, Hannes Schotte
6.3.1 Over terrorisme en radicalisering
Het is belangrijk om als burgemeester, ambtenaar, organisatie,… goede bindingen te hebben in
de samenleving. Zo kan geprobeerd worden via sociale maatregelen, het sociale netwerk van
de potentieel geradicaliseerde persoon rechtsreeks te betrekken en een positieve invloed uit te
oefenen. Tot dit netwerk behoren de scholen, de jeugdbewegingen, familie, vrienden en
voornamelijk de geloofsgemeenschap. De imams spelen een alles betekenende rol. Er moet
mogelijkheid zijn voor de jongere om te gaan praten en om gehoord te worden. Hij moet
opnieuw vertrouwen in de maatschappij krijgen (redactie, 2016c). [Hans Bonte, Danny Geens]
39 De peuter die aanspoelde op een Turks strand.
72
Er komen nog positieve zaken voort uit het grote vertoon van de politiemachten op straat:
‘... Wat wel een positief gegeven is, dat is dat wij sinds de dreiging echt wel minder
woninginbraken hebben, minder autodiefstallen hebben. [Danny Geens].
Dit wordt door de statistieken bevestigd.
‘Ik vind het vluchtelingen debat staat een stuk los van de veiligheidsproblematiek en dus, ik,
ik... Alé, het is gevaarlijk om die twee te vermengen. Uiteraard is er ne link naar het radicaal
Islamisme. Maar eh, wa we, waar de ene de oorzaak van is en het ander eigenlijk de gevolgen
hier die we ervan hebben.’ [Jan de Meyer]
6.3.2 Inzicht op publieke opinie volgens key informants
De opvang van de vluchtelingen kon op reacties rekenen in beide kampen. Vrijwilligers
kwamen zich spontaan aanmelden. En ook buurtbewoners kwamen tweedehandskledij, lakens,
potten en pannen aanleveren. Op vele plaatsen werden op lucratieve wijze een inzamelactie
gehouden ten voordele van de vluchtelingen. De positieve kant werd echter niet zo veel
uitgesmeerd in de media, als wel de tegenstanders van de opvang. Dit zijn voornamelijk
personen uit extreemrechtse groeperingen die betoogden en petities opstartten. Die betogingen
liepen niet steeds vlekkeloos, zo was er sprake van vandalisme (met graffiti haat teksten, Hitler-
tekens, racistische uitspraken, gespoten op gebouwen die gelinkt zijn met de opvang) al bleef
de schade beperkt. Er was geen sprake van een georganiseerde onderneming. Op hetzelfde
moment kwamen voorstanders ook op straat. Door toedoen van de politie kwam het nooit tot
een rechtstreekse confrontatie.[Hans Bonte, Kathleen Van de Kerckhove]. In Gent kwam ook
Pegida protesteren tijdens de informatieavond over de Reno (woonboot). Alé, Gent heeft altijd
ook wel zoiets van 'om t'even wie betoogt, betogingen kunnen, zolang dat ze op een fatsoenlijke
manier'. Iedereen mag er komen maar ge moet wel elkaars mening, iedereen laten
uitpraten.’[Kathleen Van de Kerckhove]
Mensen hebben angst voor al wat nieuw en vreemd is. Ze trekken zich niets aan van de feiten
zolang ze zich maar ver van hun bed afspelen. ‘Not in my Backyard. We moeten ze helpen maar
liefst niet hier.’ [Jan de Meyer] De vergelijking wordt gemaakt met de ring van Antwerpen.
Waar tegenstanders van een brug, als puntje bij paaltje kwam, ook niet akkoord waren met een
tunnel die onder hun huis zou komen. ‘Er is heel veel onwetendheid. Ik heb soms de indruk dat
de meeste mensen het ook niet willen weten. Men blijft in een eigen gelijk zitten.’ [Jan de Meyer]
Onbewust wordt cognitieve dissonantie toegepast ‘Vaak willen, horen mensen wat ze willen
horen en horen ze niet wat ze niet willen, alé, wat niet in hun denkkader past.’. [Jan De Meyer]
Ze gaan vaak op voorhand al conclusies trekken en assumpties maken.
73
Er weerklinken steeds dezelfde vooroordelen en bedenkingen onder de bevolking, zo merken
ook de key informants op:
'ja, gaan die bij ons komen stelen, komen inbreken?' Wordt er ergens een inbraak
gepleegd, gaan ze al gauw de schuld bij de asielzoekers leggen. [Danny Geens]
Wie gaat die onderhouden? Wie gaat die betalen?’ [Danny Geens]
‘En das zo, de kansarmen worden een beetje benadeeld. Alé, ni benadeeld, ma ja, 'al
het geld ga na de die en ni naar ons' [Jo Rousseau]
‘[…] as ze daar nen andere gekleurde zien of 2-3 tezamen zien: ' ‘T zijn asielzoekers,’
t zijn asielzoekers'.’ [Jo Rousseau]
Het beeld van het lijkje van de kleuter Aylan op de Turkse kust wordt steeds aangehaald om de
ernst van het probleem en de emoties die ermee gepaard gaan uit te beelden. ‘[…] Dat moogt
ge mij binnen 10 jaar vragen, ja... dat is een beeld dat bijblijft. Dat is een beeld dat bijblijft. Ik
vergelijk het altijd met de beelden van den Harold of Free Enterprise, […] Dat is een beeld dat
op het netvlies gebrand staat, awel dit beeld zal dat ook blijven.’ [Danny Geens] De beelden en
het nieuws dat in de media gebracht wordt kneden de publieke opinie in zekere mate. Het
Observatie- en oriëntatiecentrum van minderjarige asielzoekers in Steenokkerzeel merkte een
daling of stijging van hulpaanbiedingen op, afhankelijk van de negatieve of positieve
berichtgeving over de asielzoekers. Het ging dan om grote zaken zoals Aylan en de
aanrandingen in Keulen.
In Gent worden zowel positieve als negatieve berichten weergegeven. Afhankelijk van de
manier waarop een kop in de krant komt kan het een andere reactie uitlokken. Anderzijds bv. er
zijn gevallen vastgesteld van tbc. Enne, da ge weet van gevallen van tbc en schurft. Da gebeurt
in elk asielcentrum. Ma da wordt dan 'Tbc en schurft vastgesteld'. Ja, als je dat zo poneert dan
weet je ook dat dat mensen afschrikt. Het was al onder controle, en... zie je.’
‘Ik begrijp ook dat de media natuurlijk met koppen mensen wilt laten kijken.’ ‘[…], onderschat
ook niet de beeldvorming die je meegeeft over mensen ook een impact heeft op de mensen zelf.’
[Kathleen Van de Kerckhove]
Niet iedereen heeft een uitgesproken mening, of toont deze in het openbaar. ‘Tgoh, ik denk dat
er veel, veel onderhuidse ontevredenheid is bij de mensen. Ik denk als de drank is in de man,
en ik zeg da van mijn eigen ook, dan durven ze al rap is etwa zeggen. En dan gaat da op café
74
nogal dikwijls eens wa rapper gebabbeld worden over 'die' enzovoort. 'En da kost geld, en da
doe si, en da doet da...' [Jo Rousseau]
‘De visie van de mensen wordt krampachtiger, krachtdadiger. Ze willen rapper afsluiten, weten
hoe het zit. Het begint tegen te steken voor de mensen.’ [Jo Rousseau]
REACTIES OP SAMENVLOEIING VAN DE TWEE THEMA’S
‘Terwijl dat eigenlijk, as ge het bekijkt. Ja, het is niet de vluchteling die terroristische aanslagen
pleegt, maar het zijn meestal mensen, tweede, derde generatie die hier opgegroeid zijn. En die,
die hier al g'heel hun leven wonen bij manier van spreken.’ ‘Maar voor de mensen is dat één
amalgaam.’ [Jan De Meyer]
De key informants beamen dat er onder de vluchtelingen terroristen kunnen zitten. Dit is dan
ook bewezen en moet niet stellig ontkend worden, vinden ze. De nodige nuances moeten wel
gelegd worden.
‘We weten dat er in die stroom van mensen en vooral de stroom die destijds via Libië kwam,
dus over Lampedusa, dat IS die in handen had en dat IS daar ook, ja,... dat zijn geen fabeltjes.
Dat weet iedereen.’ [Jan De Meyer]
Volgens Hannes Schotte, casemanager radicalisering, zijn er in Gent nog geen specifieke
meldingen binnengelopen die de vluchtelingen linken aan het terrorisme. De mensen zijn sinds
de aanslagen meer alert geworden en gaan zaken veiligheidshalve sneller gaan melden. [Hannes
Schotte] Ook Kathleen Van de Kerckhove merkt een stijging op in het aantal meldingen. ‘Ik
heb gehoord dat er 20 meldingen al gebeurd zijn. Maar dat zijn vaak meldingen van mensen
die iets zien. Maar daarom is er niets. Dus het is eigenlijk vooral informeren dat belangrijk is.’
[Kathleen Van de Kerckhove]
NA DE AANSLAGEN VAN PARIJS EN BRUSSEL
‘En zeker ongerust naar alles wat anders en vreemd is. En zeker ongerust naar mensen die
direct of indirect gelinkt worden met Syrië. Dus het maatschappelijk draagvlak voor opvang
van asielzoekers dat zal enkel nog maar geërodeerd zijn, na Parijs, na Brussel. Daar moet ik
geen tekening bij maken.’ ‘Maar je moet niet veel tentakels hebben in de samenleving om zeer
goed te voelen dat de vijandigheid, de gereserveerdheid, de aversie, de afstandelijkheid van de
ganse groep mensen die we aan het opvangen zijn in het land aan het toenemen is.’ [Hans
Bonte]
Er werden geen materiële uitingen hiervan ondervonden in Vilvoorde-Machelen.
75
Er kan een stijging van stigmatisering opgemerkt worden.
‘Wat je wel, wat ze wel getuigen is een toenemende afstandelijkheid, is nog het positiefste,
maar in elk geval soms ook agressiviteit vanuit, vanuit traditionele Vlaamse groepen ten
aanzien van hen. Ze hebben een etiket gekregen hé. De Racistische incidenten gaan ook weer
fors toenemen hé.’ [Hans Bonte]
Na de aanslagen in Brussel was het de moslimgemeenschap en de Sikh tempel in Vilvoorde die
als eerste hulp aanboden. Ook op de stille wake viel op te merken dat het overgrote deel van de
aanwezigen moslims waren. [Hans Bonte]
‘En dan kunt ge 2 dingen doen, ofwel laat ge u daardoor leiden, en zegt ge van, we gaan niet.
En bang wezen. Ofwel zegt ge van, ja neen ik trek het mij niet aan en doe het toch.’ [Danny
Geens]
Uit de toerismecijfers is gebleken dat er toch heel wat mensen zijn thuisgebleven van grote
evenementen. De hoofdinspecteur in kwestie geeft toe hier persoonlijk zelf over te twijfelen.
Vanuit het centrumpersoneel was er ongerustheid voor de bewoners: 'hopelijk worden die
mensen nu niet aangekeken of verantwoordelijk gehouden voor dat soort feiten.' Er werden
gesprekken aangegaan voor zij die dit wensten: 'van kijk, ge moet niet verantwoordelijk zijn
voor de daden van andere mensen hé. Ook al zijn dat mensen die claimen hetzelfde geloof aan
te hangen dan dat gij doet. Dat wil ook niet zeggen dat ge een gedeelde verantwoordelijk heb.’
[Karl De Winne]
6.3.3 Problemen
Er zijn buiten enkele provocaties nog geen problemen geweest tussen burger en asielzoeker.
[Hans Bonte] Nachtlawaai, dronkenschap of een winkeldiefstal zijn een paar uitzonderingen.
[Danny Geens]
Ook binnen de centra zelf gaat het er zeer kalm aan toe. Het personeel tracht proactief op te
treden. Indien er zich strubbelingen voordoen gaan ze met de betrokkenen praten en proberen
de lucht te klaren. Personen krijgen voor ‘overtredingen’ een eerste waarschuwing. Bij een
tweede waarschuwing of bij zaken die niet door de beugel kunnen zoals intimidaties, geweld,
bedreigingen, wordt de betrokken persoon uit het centrum verwijderd. Hij wordt naar een ander
centrum overgebracht of bij zware fouten die overeenkomstig het Belgisch strafwetboek
bestraft kunnen worden, kan zijn asielprocedure worden stopgezet en wordt de betrokkene
gerepatrieerd. De duurtijd van het verblijf heeft uiteraard een invloed op de gemoederen. Men
mag niet vergeten dat men met wildvreemden van verschillende nationaliteiten en met
76
verschillende overtuigingen in een centrum zit. [Karl De Winne, Joris Uyttendaele, Sven Van
der Straeten]
Niet alle centra zijn in het centrum gelegen, dit scheelt qua contact met de andere inwoners.
Veel hangt af van de plaats waar de asielzoekers opgevangen worden. Zo ligt het
opvangcentrum in de Ardennen, vzw Belle Vue wel in het centrum van Erezée, maar wonen
daar slechts een 10-tal mensen. [Jo Rousseau] WTC III ligt strategisch aan de andere kant van
de straat waar DVZ zetelt, m.a.g. dat de asielzoekers zich ongemerkt in het multiculturele leven
daar kunnen mengen. Ze staan dan ook niet echt in contact met de buurtbewoners omdat het
een zakelijke buurt is waar veel verkeer is van mensen. Ook de hoeveelheid asielzoekers die
worden ondergebracht heeft een effect op het contact en de zichtbaarheid van de asielzoekers
in de stad/gemeente. [Hans Bonte, Karl De Winne]
6.3.4 Beleidsaanpassingen
Op vlak van terreur werden verhoogde veiligheidsmaatregelen ingevoerd:
Militairen op straat sinds dreigingsniveau 3 van kracht is. [allen]
Het Kanaalplan werd opgestart. Dit plan moet zorgen voor en ‘opkuis’ van de Brusselse
deelgemeenten zoals Molenbeek, Schaarbeek en Vilvoorde. Daarnaast richt ze zich
specifiek op radicaliserende jongeren. [Hans Bonte, Danny Geens]
Er werden extra agenten geleverd aan Molenbeek (#50) en Vilvoorde (#20) voor
terreurbestrijding en monitoring van geradicaliseerden. [Danny Geens]
Extra beveiliging voor politieagenten: Verplicht dragen van een kogelwerende vest;
altijd met twee op straat; beveiliging van het commissariaat met omheining, camera’s,
veiligheidssas, controle identiteitskaart. [Danny Geens]
Op vlak van vluchtelingencrisis werden enkele wetten verstrengd wat betreft de asielprocedure:
Het onbeperkt verblijfsrecht dat men verkreeg bij een vluchtelingenstatuut wordt
beperkt tot 5 jaar (verlengbaar), door de grote hoeveelheid asielaanvragen (Francken,
2015a). [Jan de Meyer]
De key informants hadden hiernaast geen weet over andere aanpassingen die gemaakt werden
na de aanslagen in Parijs. [allen]
In de opvangcentra werd het personeel opgeleid om tekenen van radicalisering in een zo vroeg
mogelijk stadium op te merken [Joris Uytendaele].
77
In Vilvoorde werd conform de Foreign terrorist Fighters-richtlijn een lokale en integrale
veiligheidscel opgestart. Hierin worden casemanagers aangesteld die op gevoelige situaties bij
mogelijks radicaliserende jongeren kunnen inwerken. Het gaat om een ‘meer
sociaalpsychologische problematiek. Ook dikwijls zeer kwetsbare mensen. Die je beter kunt
opvolgen via sociaal werk en via onderwijs en via school en via gezinsbegeleiding of
jeugdpolitie als dat nodig is.’ [Hans Bonte]
6.3.5 Kritiek op de regering
Sommige beloftes na de aanslagen in Parijs werden nog steeds niet ingelost. Dit konden we
voorheen al vaststellen met de maatregelen die door de regering op tafel werden gelegd, maar
waarvan er nog enkele onderwerp van discussie zijn. Burgemeester Bonte klaagt over het
gebrek aan een eenmanstoegangspoort aan de Asiat opvangsite. Voorlopig moet men het maar
stellen met politiebewaking of private bewaking op initiatief van de gemeente/stad zelf. De
parlementaire onderzoekscommissie kwam slechts 7 van de 18 keer samen. [Hans Bonte]
‘Want de correcte agenda volgens mij, is er om te zorgen dat de veiligheidsdiensten alle
veiligheidsmaatregelen naar voor schuiven, expliciet toegepast worden op het lokale niveau.
Want nogmaals, terreur is een wereldwijd probleem maar dat je wel gaat verliezen of winnen
op het lokale niveau. En zolang dat dat niet goed marcheert, zolang dat Brussel niet op een
efficiënte manier ook toezicht probeert te houden op zijn geradicaliseerden. Gaan we risico's
nemen.’ [Hans Bonte]
Voorheen heeft men voor een afbouwing gezorgd in asielcentra (ondanks de waarschuwing dat
er een mogelijkheid bestond dat er binnenkort opnieuw een vluchtelingengolf kon optreden:
Wij hebben in 2014 een regeerakkoord onderhandeld, gewaarschuwd van, men zat toen nog in
de euforie totale afbouw natuurlijk. En de dalende cijfers in asiel. Eum, ... We hebben toen ook
gezegd van 'ja, pas daar toch maar mee op gezien de internationale context’ [Jan De Meyer])
die vervolgens allen opnieuw aan een recordtempo geopend moesten worden. De bestaande
centra kregen, waar dit kon, een capaciteitsverhoging. Men moest in alle ijl extra personeel
gaan aanwerven en vrijwilligers kwamen voor bepaalde taken als geroepen. Door de plotse
heropening van centra (waar voorheen al het personeel ontslagen werd) was het op sommige
plaatsen niet mogelijk onder dezelfde leidinggevende te blijven werken. Er werden heel veel
gebouwen uitgeleend aan het Rode Kruis of Fedasil. [Jan de Meyer, Jo Rousseau, Karl De
Winne, Hans Bonte, Guy Pornel]
78
Hetzelfde probleem deed zich voor bij het aantal politiemanschappen. Er gebeurden enkele
afvloeiingen, waar deze op korte tijd plots opnieuw moesten ingevuld en aangevuld worden
omwille van de terreurdreiging die zich na het Joods museum al voordeed (dan werden reeds
maatregelen aangevoerd, maar blijkbaar waren deze nog niet allemaal in werking ten tijde van
de aanslagen in Parijs) en er pas echt alarm werd geslagen toen er met de inval in Verviers,
plannen gevonden werden waar politie doelwit van aanslagen waren. Eind december werd het
dreigingsniveau voor politie en militairen opgetrokken naar niveau 3 nadat twee verdachten
opgepakt werden die een aanslag beraamden op de grote markt en het hoofdcommissariaat in
Brussel. In januari 2016 zakte het opnieuw naar niveau 2. In augustus 2016 stond ze op 2+,
verhoogde waakzaamheid ondanks de aanval op de 2 politieagentes in Charleroi. Er klonk toen
heel wat onbegrip in hogere regionen. De dato (november) staan we op niveau 3, mogelijke
dreiging (FOD BiZa, 2016).
Daarnaast klaagt hoofdinspecteur Danny Geens het gebrek aan variatie aan binnen het
politiekorps. Zijn reactie valt goed in te beelden in deze multiculturele maatschappij. Vilvoorde
kent ook een groot aantal allochtonen. ‘Hoe komt da we zo weinig mensen hebben die, die
Marokkaan en Turk zijn in onze pol, ... we hebben dat wel in onze samenleving maar we hebben
dat niet in onze politielandschap.’ ‘We hebben in Vilvoorde, ja, ene Marokkaan en oké, das
nen Belg maar van Marokkaanse origine. Maar die geraakt wel bij die mensen, die geraakt
daar wel thuis, die kan wel met hun over die situatie praten. Die wordt natuurlijk ook optimaal
gebruikt en die zit ook in die bestuurlijke cel bij die 2 mensen. Die krijgt enorm veel informatie
maar hij kan daar wel, hij is daar toegankelijk.’ [Danny Geens]
Ook het tekort aan diversiteit binnen belangrijke functies ontbreekt. ‘As ge nu ziet, waar hebde
hier een België nen Turk die burgemeester is, waar hebde gij ne neger die burgemeester is of
parlementair. Hoeveel hedder? Ahja, zo hier en daar mogen ze op een lijst staan. Ze mogen op
de lijst staan as ze ze nodig hebben voe da volk aan te trekken voor de verkiezing. [Jo Rousseau]
Ondanks het duwtje dat we van Dutroux ongewild in onze rug kregen om het land eindelijk
wakker te schudden en een hele politiehervorming door te voeren (een geïntegreerde politie op
twee niveaus: lokaal en federaal) is het politielandschap nog steeds op sommige punten te veel
gesegmenteerd. Dit is één van de kritieken die burgemeester Bonte heeft. Dit is uitermate een
probleem want het is die politie die onze veiligheid moet garanderen en i.f.v. de problematiek
een overzicht moet houden op radicaliserende jongeren, teruggekeerde Syriëstrijders en
potentiële terroristen. In Brussel loopt het allemaal nogal stroef, Bonte wijst met de vinger naar
het gesegmenteerde politiesysteem en een gebrekkige communicatie (alsook tussen de
79
Brusselse gemeenten en tussen de Vilvoordse politie en de Brusselse). In Brussel zijn 19
burgemeesters, die alvorens er iets doorgevoerd kan worden door een politiezone door allen
geraadpleegd moeten worden. De frustratie valt inderdaad te begrijpen als je weet dat men kort
op de bal moet spelen en een uniform beleid noodzakelijk is. Burgemeester Bonte geeft een
fictief voorbeeld van de stad Gent, zij zijn goed georganiseerd en hebben de beschikking over
de nodige databanken om overzicht te houden op geradicaliseerde jongeren. ‘Wat betekent dat
als die man morgen in Melle gaat gaan wonen?’ We ondervinden het gebrek aan samenwerken
over de gemeente/stadsgrenzen heen. [Hans Bonte]
De problemen over de controle over grenzen heen blijven opduiken: ‘En, dat is een beetje het
probleem van de lokale polities, ge kunt gij uw eigen mensen wel int oog houden maar wij
houden die van Vilvoorde int oog, maar wie zegt dat er in Zemst, Zaventem, of Grimbergen ni
ene juist aan de grens woont? Daar hebben we dan geen zicht op, alé dat is zo!! [*belachelijk].
Dat is eigenlijk absurd hé.’ [Danny Geens]
Er moet ook blijven gehamerd worden op de toepassing van de veiligheidsmaatregelen [Danny
Geens]
‘Ik zeg het, elk dreigingsniveau wordt op een bepaald moment wordt iets, wat abnormaal int
begin lijkt, als normaal aanzien.’ [Danny Geens]
Op niveau 4 worden er militairen ingezet, de mensen kijken er na een hele periode zelfs niet
meer van op dat deze in ons straatbeeld wandelen. [Danny Geens]
De motivatie voor sommige beleidsbeslissingen wordt te vaak onderbelicht. ‘Ik stoor mij een
beetje aan het feit alsof dat de burger, als ge die dan hoort spreken laat uitschijnen alsof wij
niet weten waar dat we mee bezig zijn.’ Justitie heeft nog steeds de reputatie om in een ivoren
toren te zitten. Men stelt zich vaak de vraag of er voldoende met experten gewerkt wordt en of
er met de gevolgen rekening gehouden wordt. CD&V fractiemedewerker Jan de Meyer
ontkracht nogmaals deze bedenkingen. Ze proberen het middenveld, zij die het dichtst bij de
problematiek betrokken zijn, te raadplegen. ‘[…] wekelijks hebben we vergaderingen met euh,
vluchtelingenwerk of we gaan op bezoek naar asielcentra of naar DVZ of we gaan naar, ... zien
mensen die bezig zijn met deelproblematieken van asiel en migratie.’ ‘Dus dat is eh, niet
theoretisch. Da wij, wij zitten hier echt niet in een ivoren toren. Da we heel nauw met die
verenigingen in samenwerking gaan.’ ‘Wij gaan ook altijd als het echt over de wetgeving gaat.
Aftoetsen bij die mensen die in het veld staan van 'wat heeft dat voor impact', of 'moet het
anders...' dus dat is wel.’ [Jan de Meyer]
80
Deze uitleg komt overeen met de resultaten uit de studie van de universiteiten.
Er komt toch wat kritiek op de media en de communicatievaardigheden van de centra. Het
wordt belangrijk geacht alles te vertellen wat er gebeurt in de centra. Zowel het positieve alsook
het negatieve. De bevolking heeft nood aan objectieve informatie om haar mening op een
correcte manier te kunnen vormen. Ja, maja, het probleem is ook. Da den helft ni verteld wordt
over wat er allemaal gebeurt in de verschillende centra. Fedasil legt daar ne stop op hé. Fedasil
is zo een beetje: 'Tout le monde, il est beau, tout le monde il est gentil'. 'Ze doen niks verkeerd'.
[Jo Rousseau]
Belang van inburgering wordt niet onderschat. Ook het principe dat er nu reeds een krapte op
te merken valt op de woningmarkt zorgt dat er naar alternatieven gezocht moeten worden.
Kathleen Van de Kerckhove geeft wat meer uitleg bij initiatieven die door de stad Gent worden
uitgewerkt. Zo trachten ze omliggende steden te stimuleren om vluchtelingen op te vangen, ze
doen aan hospitawonen, doorgangswonen en doen beroep op het CAW voor woonbuddies
Het is belangrijk dat iedereen aan hetzelfde zeel trekt om zo een consistent beleid te kunnen
voeren. ‘Je hebt de regelgeving: Europees, Vlaams, federaal, stedelijk, ... Om alles op mekaar
af te stemmen, das niet evident.’ [Kathleen Van de Kerkhove]
6.4 DEELBESLUIT De key informants merken vanuit hun job en omgeving enige tegenstand op als het op
vluchtelingenhulp aankomt. Buiten enkele eenzaten die onrust veroorzaken, enkele
tegenbetogingen werden er geen problemen gemeld tussen de burger en de asielzoekers. Het
contact blijft vaak wel beperkt door de ligging van het opvangcentrum. Ook van de asielzoekers
uit zijn er geen ernstige misdrijven voorgekomen (tot nu toe). Er doen veel vooroordelen de
ronde die ontkracht kunnen worden. Ze beklemtonen het belang van een goede communicatie
en een integrale en geïntegreerde samenwerking met verschillende diensten. Waarbij de basis
op het niveau van de geradicaliseerde jongere of de hulpbehoevende vluchteling moet liggen.
Informatie naar de buitenwereld toe is belangrijk om de inwoners op de hoogte te brengen van
alles. Hierbij is het ook aangeraden om alles weer te geven zoals het ook werkelijk is.
Na de aanslagen in Parijs kunnen er geen opmerkelijke veranderingen in de publieke opinie
opgemerkt worden, hieruit wordt de kracht van beelden beklemtoond. Vlak na de beelden van
Aylan kwamen er veel aanvragen binnen om hulp te bieden. Na Keulen, waar de asielzoekers
toch in een zeer negatief daglicht werden gesteld, merkte het OOC Steenokkerzeel wel een
81
daling in het aantal vrijwilligersaanbiedingen. Hij meent wel een evolutie op te merken wanneer
de media het thema positief of negatief belicht.
Het feit dat de vluchtelingenstroom risico’s met zich meebrengt, moet niet ontkracht worden.
De informanten wijzen op het bewijs hiervan maar beklemtonen het belang van nuancering, en
de kracht van het werken aan oplossingen voor tekorten of problemen op de verschillende
domeinen (woning-, werkmarkt, school,…).
Uit de studies (Unia, iFop) die hiervoor werden weergegeven, bleek dat er wel verhoogde
dreigingen zijn t.a.v. de asielzoekers. Dit werd door mijn selectie key informants niet
opgemerkt. Ook qua beleid bij de verhoogde terreurdreigingsniveaus werden de
veiligheidsmaatregelen opgeschroefd. Maar dit had geen onmiddellijk effect op de
vluchtelingen. In het kader van deradicalisering, kreeg het centrumpersoneel een cursus die
gericht was op het herkennen van radicaliseringstekens.
Ondanks de unanimiteit over de goede aanpak van de regering, klinkt er toch wel kritiek door.
Dit heeft in de eerste plaats te maken met de eerdere afbouw (ondanks voorspellingen van een
nieuwe vluchtelingencrisis) die zich voordeed binnen politie en asielbeleid. Het tweede issue
hangt vast aan de maatregelen die op de dag van vandaag nog steeds niet allemaal zijn
uitgevoerd of uitgevoerd kunnen worden. Het gebrek aan diversiteit in nationaliteiten op
sleutelplaatsen maakt de contacten in de samenleving naar andere groepen toe moeilijker. De
gebrekkige organisatie en communicatie binnen het Brusselse, maar ook de werking over de
grenzen heen in België worden aan de kaak gesteld. Ze beletten een degelijk veiligheidsbeleid
aldus de key informants. Er is nog werk aan de winkel.
82
DEEL V ALGEMENE CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN
In deze paper beoogde ik een beeld te krijgen over de publieke opinie t.a.v. de komst van de
vluchtelingen, gebonden aan de terroristische gebeurtenissen. Heeft dit een invloed op de
meningen en wat veranderde er op vlak van beleid? Ondanks de persoonlijke verwachting dat
de terreurdreiging een voelbare invloed zou hebben gehad op de vluchtelingen wijzen de
talrijke interviews, enkele enquêtes en onderzoeken aan dat de impact redelijk beperkt blijft.
Hoewel er rekening moet gehouden worden dat dit louter een verkennend onderzoek is en er
geen generalisaties kunnen gemaakt worden (er werd geen representatieve steekproef gebruikt),
blijken er geen grote wijzigingen aangebracht te zijn in de mening van de respondenten door
toedoen van de terreurdreiging.
De discussiepaper van het Radicalisation Awareness Center (2016) vat het allemaal mooi
samen. De samenloop van de vluchtelingencrisis en het terrorisme zorgen voor een verdere
polarisering in de maatschappij. Het is van groot belang deze polarisering (bijhorende
vooroordelen) de kop in te drukken want ze kan leiden tot radicalisering. Vooral de
vluchtelingen zijn een kwetsbare groep voor rekrutering. Zoals hierboven beschreven uit de
studies, maar ook de interviews, wordt er rekening gehouden met het feit dat terroristen de
vluchtelingenroutes infiltreren. Ze gaan ook niet stoppen de vluchtelingencrisis in hun
propaganda te gebruiken en de mensen angst aan te jagen door aan te geven dat er zich
inderdaad aanhangers onder de vluchtelingen bevinden. Daarnaast zijn er uit eigen ‘bloed’ ook
risico’s, met name de teruggekeerde Syriëstrijders. Het komt erop aan het probleem met een
holistische visie te bekijken. De personen die kwetsbaar zijn, zij die geradicaliseerd zijn of
teruggekeerd zijn op een persoonlijke aangepaste manier te benaderen, a.d.h.v. good practices,
engagement, samenwerking met lokale diensten, experts en de directe leefomgeving. Ook de
personen die terugkeerden en zich keren tegen elke vorm van terreur moeten hun stem kunnen
laten horen. Het is aan de regering prioriteiten te stellen en zich te richten op lokale preventie.
Er moet geïnvesteerd worden in programma’s die effectief blijken te zijn en er moet voldoende
ruimte zijn om expertise en capaciteiten in te winnen (RAN, 2016).
Uit de analyse van de gesprekken kwam duidelijk een algemene bezorgdheid naar voren. De
mensen stellen zich allerhande vragen over hoe het nu verder moet met de vluchtelingenopvang,
welke risico’s er aan verbonden zijn, in welke mate men nog veilig over straat kan lopen etc.
Allereerst werden er heel wat bedenkingen geuit die je kan terugbrengen naar bestaande
vooroordelen. Ze worden door zowel voor- als tegenstanders in de mond genomen. De eerste
83
groep reflecteert en discussieert er meer over en ontkracht de vooroordelen vaak zelf, waarbij
de tweede groep eerder overtuigd is van deze beweringen. De verhoogde bezorgdheid die door
het American Pew Research Center werd opgemeten en ook door Ipsos zo naar voren kwam, is
enigszins terug te vinden in de interviews. De helft meent in deze studies dat er een link bestaat
tussen vluchtelingen en het terrorisme. De respondenten spreken over een mogelijkheid, al
nuanceren ze dit. Met name: Het zijn terroristen die zich onder de vluchtelingen mengen; Het
zijn dus geen vluchtelingen die terroristen zijn. De oudere generatie leek wat harder te zijn in
de uitspraken over ‘vreemdelingen’. De respondenten met een lager diploma waren eerder
tegenstander van enige hulpverlening aan de vluchtelingen. Hieruit kan men echter geen
onmiddellijke conclusies trekken dat alle personen met een laag diploma (geen
universiteit/hogeschool) negatief reageren. Het is louter een voorzichtige opmerking die ik
maak over mijn respondentengroep. Wat de geografische verdeling betreft kan ik geen grote
verschillen opmerken tussen de verschillende steden of gemeenten.
De vooroordelen worden gevoed door verschillende factoren. Zo speelt de omgeving (de
kennissengroep) een grote rol, alsook de woonplaats en eventuele incidenten die reeds
gebeurden met vluchtelingen en de politieke voorkeur een rol bij de standvastigheid van die
vooroordelen. Opnieuw bleken de respondenten, die aanhanger zijn van het Vlaams Belang
(niet iedereen was bereid aan te geven welke partij zij aanhingen) vast te houden aan hun
mening.
De hoofddoelstelling bestond er in na te gaan of de meningen gewijzigd zijn. Hier kan men
aannemen dat ondanks de terreuraanslagen en terreurdreiging in het land geen grote wijzigingen
zijn opgetreden in de mening van de respondenten over de vluchtelingen. Uiteraard moeten we
voorzichtigheid aan de dag leggen dat men als ondervraagde zelf niet 100% met zekerheid kan
zeggen dat er geen wijziging is opgetreden. Vaak gebeurt dit subtiel en komt het eerder tot
uiting indien men in contact zou komen met vluchtelingen. Daarnaast valt het ook moeilijk te
vergelijken ten opzichte van bv. 10 jaar geleden. Het is een van de meest zware
vluchtelingencrisissen (recent dan) sinds de tweede wereldoorlog. De meningen zijn alleszins
genuanceerder geworden, aldus de respondenten, omdat ze als het ware bijna verplicht worden
zich een mening te vormen. Bijkomend zou men een groep moeten hebben die 10 jaar geleden
een enquête invulde die peilde naar hun mening, en deze zelfde groep die enquête vandaag
opnieuw laten invullen. In dat geval kan je mits een correcte steekproeftrekking die de volledige
Belgische of Vlaamse bevolking representeert, een zo goed als zeker antwoord geven over de
84
standvastigheid van die mening. De argumenten waarom er een verandering optreedt zijn
hoogst interessant om nadien te onderzoeken.
De vluchtelingenmaterie en het terrorisme zijn twee gevoelige thema’s die bijgevolg ook
voorzichtig dienen benadert te worden, maar waar nog heel veel onderzoek nieuw licht kan
laten schijnen over bepaalde situaties. De vergelijking van de cijfers werd min of meer
weergegeven door het online Panel Ipsos die zich hiervoor baseerde op cijfergegevens van
2015-2016 van the Global @dvisor Immigration Tracker. Ook uit deze studies lijkt de houding
niet echt veranderd te zijn door de aanslagen. Al kan dit lichtjes tegengesproken worden
wanneer we de cijfers van Unia erbij nemen. Zij tonen een stijging aan van discriminatie op
basis van raciale en geloofscriteria. Ook uit het onderzoeksmagazine Pano werd een grotere
polarisering in de samenleving duidelijk. De mensen staan argwanender t.a.v. moslims en alles
wat met de islam te maken heeft. Het over een kam scheren van vluchtelingen, vreemden,
moslims en terroristen gebeurt sneller bij de tegenstanders. Al kan een denkfout snel
binnensluipen in redeneringen. De tegenstanders zijn snel onderhevig aan een zogenoemde
confirmatory bias. Voorstanders spraken over een ‘plicht’ te helpen maar gingen voorwaarden
vooropstellen. Het NIMBY-fenomeen dook verschillende keren op in de interviews. Om verder
de cijfers te vergelijken kunnen ook de andere studies een stijgend wantrouwen van moslims
opmerken. Dit kon ik niet zo specifiek terugvinden in de analyses van mijn interviews. Hoewel
dit door sommige moslims wel als zo aanvoeld wordt, zij het echter in beperkte mate. Zij voelen
zich ook slachtoffer en potentieel doelwit van aanslagen en proberen de negatieve connotaties
te ontkrachten en zo veel mogelijk tegen te spreken door openlijk hun afkeur te betuigen aan de
terroristen.
De factor die naast terreur zelf, een belangrijke rol speelt is die van de media. Het Franse
onderzoeksbureau Ifop geeft duidelijk een verandering weer in opinie bij belangrijke
gebeurtenissen. Zo is na de verspreiding van de foto van het aangespoelde lijkje van Aylan een
piek op te merken in het aantal hulpaanbiedingen. Waar er na de aanslagen in Parijs een daling
op te merken valt. Hieruit blijkt wel dat terrorisme een bepaalde invloed heeft. Vraag is
uiteraard, hoe lang zij een effect heeft.
Wat het antwoord op het tweede deel van de onderzoeksvraag betreft kan men ook kort zijn.
Zoals in het begin van de conclusie, de RAN-discussiepaper zegt, is er nog heel wat werk voor
de boeg. Er werden heel wat maatregelen afgekondigd, vooral op vlak van veiligheid. Deze
werden nog niet allen ten uitvoer gebracht en ook de key informants beklagen zich hierover. Er
is een gebrek aan capaciteit, manschappen, diversiteit en vaak ook communicatie om de dingen
85
correct aan te pakken. Geen van de beleidsaanpassingen (m.u.v. de 5-jaren limiet voor een
vluchtelingenstatus) had een zichtbaar effect op de vluchtelingen.
86
Tot slot formuleer ik nog enkele aanbevelingen:
De maatschappelijke relevantie van dit thema beoogt verder blijvend onderzoek in de toekomst.
Beeldvorming is van uiterst belang om de situatie op te volgen. Daarnaast valt het aan te raden
regelmatig een evaluatie te maken van alle diensten die betrokken zijn bij de twee thema’s en
acties die ondernomen worden te controleren op effectiviteit en efficiëntie. Statistieken zijn
nodig om stijgingen of dalingen onmiddellijk op te merken. Hierbij zijn communicatie, een
conforme en consistente hantering van definities met consequente dataverzameling en een
goede samenwerking van belang.
Niet enkel de situatie dient gemonitord te worden, maar ook de gedragingen en gevoelens van
de Belgische bevolking. In Vlaanderen werd tot 2011 een Veiligheidsmonitor georganiseerd.
Deze peilde naar buurtproblemen, onveiligheidsgevoelens, contacten met de politie, … In deze
tijden van terreur, verhoogde waakzaamheid en ook de komst van zoveel nieuwe mensen kan
het interessant zijn hun standpunten in één enquête te gieten en er één statistiek uit te distilleren.
Daaruit kunnen lessen getrokken worden. Waar kan het beter? Welke opmerkingen komen
steeds terug? Het is dan wel geboden om de veiligheidsmonitor voldoende te herhalen in de
toekomst om evoluties te kunnen ontdekken.
In mijn studie is de media een klein onderdeel dat ook besproken wordt in mijn interviews. Het
was echter niet de hoofdvraag of hoofddoel van mijn opzet om een diep inzicht in de
berichtgeving te verkrijgen. Al zou het aangeraden zijn om eens na te gaan hoe de
mediaverslaggeving evolueert en beïnvloedt naarmate de crisis vordert.
De asielzoekers zijn een zeer kwetsbare groep die nauwlettend opgevolgd moet worden. Ze
hebben een hele reis achter de rug, hebben veel meegemaakt dat hen psychisch en fysisch
geraakt heeft. Opvolging door een psycholoog kan belangrijk zijn. Het welzijn van de
respondent gaat voor op het resultaat van het onderzoek. Het lijkt me interessant om in het kader
van een maatschappelijke gebeurtenis en tijdperk een groepje asielzoekers via een longitudinale
studie op te volgen. Via een verkennend gesprek overlopen wie ze zijn, wat hun verleden
inhoudt en hoe de opvang hier verloopt in België, ten slotte hun evoluties en belangrijke
levensgebeurtenissen. Waar komen de erkende asielzoekers, vluchtelingen, terecht in onze
samenleving? Hoe lang duurt het gemiddeld totdat men een vaste levensstijl met stabiel leven
en werk kan aannemen? Waar loopt het fout? Waar komen ze een jaar na de erkenning of
binnenkomst terecht? Heeft deze ‘nieuwe’ omgeving een effect? Er is tal van onderzoek gedaan
naar de toepassing van vele theorieën, zoals de anomietheorieën, de sociale-desorganisatie etc.
87
Met het oog op een nog betere dienstverlening in de toekomst en een betere toekomst in het
algemeen voor asielzoekers is het aanbevolen via een steekproef het parcours van vluchtelingen
op te volgen. Een longitudinale studie met follow-up is hierbij de uitgesproken manier. Zo kan
men eventuele evoluties zoals doorgroeimogelijkheden op het werk, studies van kinderen, inzet
en inbreng in de maatschappij, gemeenschapsgevoel, cultuur, politieke belangen,
godsdienstbeleving, ... opmerken. Tevens een navraag over discriminatie en tevredenheid
kunnen een klaar beeld scheppen over eventuele problemen die zij ondervinden.
Onder het moto: ‘er is altijd ruimte voor verbetering’ kan een vergelijking gemaakt worden met
andere (naburige) landen. Hoe stellen asielzoekers het daar? Op welke domeinen zijn
verschillen waar te nemen en in hoeverre hangt dit samen met een andere aanpak van dat
bestuur?
Mijn onderzoek was slechts een verkennende studie. Daarom kreeg ik niet de mogelijkheid om
de verschillen van mijn ondervraagde publiek en hun bijhorende antwoorden in kaart te
brengen. Het kan interessant zijn om hier verder op door te werken en aparte groepen in te
stellen binnen het ondervraagde publiek op basis van leeftijd, geslacht, beroep, opleidingsgraad,
… maar ook het feit of de gepensioneerde groep al dan niet als kind de oorlog heeft meegemaakt
kan een factor zijn die hun mening misschien vorm geeft. De SES40 is in vele studies een
belangrijke factor gebleken.
40 Beroepenstatus, opleidingsniveau, inkomensniveau,…
88
DEEL VI BIBLIOGRAFIE
AFP. (2015, oktober 09). Du Maizière beklagt mehr Gewalt gegen Flüchtlinge. Die Welt.
Geraadpleegd op 15 april, 2016 via
https://www.welt.de/politik/deutschland/article147403097/De-Maiziere-beklagt-mehr-
Gewalt-gegen-Fluechtlinge.html
AFP. (2016a, februari 18). Frankrijk: extra vluchtelingen? Non Merci. Nieuwsuur.
Geraadpleegd op 06 november, 2016 via http://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2087704-
frankrijk-extra-vluchtelingen-non-merci.html
AFP. (2016b, augustus 05). La braderie de Lille annulée pour raisons de sécurité. Le Monde.
Geraadpleegd op 09 augustus, 2016 via
http://www.lemonde.fr/societe/article/2016/08/05/la-braderie-de-lille-annulee-pour-
raison-de-securite_4978757_3224.html
AFP. (2016c, augustus 08). Risque d’attentat : annulations de festivités en cascade en France.
Le Monde. Geraadpleegd op 09 augustus, 2016 via
http://www.lemonde.fr/societe/article/2016/08/05/cet-ete-des-annulations-de-
festivites-en-cascade_4978962_3224.html?xtmc=festivals_annules&xtcr=1
Agentschap Integratie & Inburgering. (2016a). Brochure Juridische afbakening van de
Doelgroep van inburgering in Vlaanderen en Brussel. Geraadpleegd op 15 maart,
2016 via Kruispuntmigratie:
http://www.kruispuntmi.be/sites/default/files/bestanden/documenten/brochure_doelgro
ep_inburgering_20160229.pdf
Agentschap Integratie&Inburgering. (2016b). Monitoring asielinstroom: asielaanvragen,
capaciteit opvang en profiel van de opgevangen asielzoekers. Geraadpleegd op 21
november, 2016 via http://www.integratie-
inburgering.be/sites/default/files/atoms/files/20160114%20monitoring%20instroom%
20asiel.pdf
Agentschap Integratie & Inburgering. (2016c). Welk traject legt een asielzoeker af? Welke
rechten heeft een vluchteling of subsidiair beschermde? Geraadpleegd op 15 mei,
2016 via Agentschap Integratie en Inburgering: http://www.integratie-
inburgering.be/sites/default/files/atoms/files/Traject_asielzoeker_def2_1.pdf
Alen, S. (2016, augustus 06). Agenten aangevallen met machete in Charleroi: dader riep
‘Allahoe Akbar’. Het Laatste Nieuws. Geraadpleegd op 06 augustus, 2016 via
89
http://www.hln.be/hln/nl/957/Binnenland/article/detail/2823747/2016/08/06/Agenten-
aangevallen-met-machete-in-Charleroi-dader-riep-Allahoe-Akbar.dhtml
Amnesty International. (2015a). Alles wat je wil weten over vluchtelingen. [informatieboekje
openbaar verspreid] Antwerpen: Amnesty International.
Amnesty International. (2015b, juli 03). Vreemdeling. Ensie. Geraadpleegd op 17 mei, 2016
via https://www.ensie.nl/amnesty-international/vreemdeling
Andries, S., & Claes, D. (2015, november 16). De Belgische maatregelen na 13/11: van extra
grenscontroles tot meer politie op Winterland. Het Belang van Limburg. Geraadpleegd
op 17 mei, 2016 via http://www.hbvl.be/cnt/dmf20151116_01972499/de-belgische-
maatregelen-na-13-11-van-extra-grenscontroles-tot-meer-politie-op-winterland
Arnoudt, R. (2016, juli 27). Anderlecht opent onderzoek naar islamofobe petitie De Redactie.
Geraadpleegd op 28 juli, 2016 via
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/regio/brussel/1.2723618
Art 11 van de Gecoördineerde Grondwet, BS, 17 februari 1994.
Art 4 Wet 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vromen van discriminatie, BS.
Artsen Zonder Grenzen. (2016, juli 26). Veel meer geweld tegen migranten sinds sluiting
grenzen Balkan. Artsen Zonder Grenzen. Geraadpleegd op 04 augustus, 2016 via
http://msf-azg.be/nl/news/veel-meer-geweld-tegen-migranten-sinds-sluiting-grenzen-
balkan
AVE. (2015, oktober 21). Waarom vluchtelingen Frankrijk mijden. Knack. Geraadpleegd op
06 november, 2016 via http://www.knack.be/nieuws/wereld/waarom-vluchtelingen-
frankrijk-mijden/article-normal-619273.html
Beernaert, L. (2015, maart 19). Waarom jihadisten nu ook Tunesië in wurggreep houden. Het
Laatste Nieuws. Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/960/Buitenland/article/detail/2257527/2015/03/19/Waarom-
jihadisten-nu-ook-Tunesie-in-wurggreep-houden.dhtml
BELGA. (2014, juni 02). ‘EU moet bevreesd zijn voor gelijkaardige aanslagen’ De
Standaard. Geraadpleegd op 17 juli, 2016 via
http://www.standaard.be/cnt/dmf20140602_01126993
Belga. (2015, november 16). "Terroristen als vluchtelingen in Europa dankzij Turkse valse
paspoorten". De Morgen. Geraadpleegd op 05 april, 2016 via
http://www.demorgen.be/buitenland/-terroristen-als-vluchtelingen-in-europa-dankzij-
turkse-valse-paspoorten-bab48d6e/
90
Belga. (2016a, juli 27). Al 20 radicaliserende asielzoekers sinds maart. De Tijd. Geraadpleegd
op 05 augustus, 2016 via
http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_federaal/Al_20_radicaliserende_asielzoe
kers_sinds_maart.9792109-3136.art
Belga. (2016b, juli 21). Bal National trekt met 12.500 feestvierders beduidend minder volk
aan. De Redactie. Geraadpleegd op 23 juli, 2016 via
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/regio/brussel/1.2719013
Belga. (2016c, juli 22). Nationale feestdag lokt 100.000 mensen naar Brussel. De Redactie.
Geraadpleegd op 23 juli, 2016 via
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.2720139
Belgische Federale Overheidsdiensten. (2016a). De bevoegdheden van de federale overheid.
belgium.be. geraadpleegd op 22 november, 2016 via
http://www.belgium.be/nl/over_belgie/overheid/federale_overheid/bevoegdheden_fed
erale_overheid
Belgische Federale Overheidsdiensten. (2016b). Samenstelling en bevoegdheiudsverdeling
van de federale regering. belgium.be. geraadpleegd op 12 november, 2016 via
http://www.belgium.be/nl/over_belgie/overheid/federale_overheid/federale_regering/s
amenstelling_regering
Belgische Politiek. (2016). Federaal: uitvoerende macht. Belgische Politiek. Geraadpleegd op
12 november, 2016 via http://www.bpol.be/federaalUit.php
Benyaich, B. (2015). #radicalisme #extremisme #terrorisme. Uitgeverij: Van Halewyck.
Bergmans, E. (2015, november 16). Sint-Jans-Molenbeek,broeihaard van terrorisme. De
Standaard. Geraadpleegd op 05 mei, 2016 via
http://www.standaard.be/cnt/dmf20151115_01972372
Bilak, A., Cardona-Fox, G., Ginnetti, J., J.Rushing, E., Scherer, I., Swain, M., . . . Yonetani,
M. (2015). Global Report ON INTERNAL DISPLACEMENT 2016 (raport)
Geraadpleegd op 15 april, 2016 via http://www.internal-
displacement.org/globalreport2016/pdf/2016-global-report-internal-displacement-
IDMC.pdf
bladna. (2016, maart 26). Marrokaanse Loubna Lafquiri omgekomen bij aanslagen Brussel.
bladna.nl. Geraadpleegd op 28 maart, 2016 via http://www.bladna.nl/marokkaanse-
loubna-lafquiri-aanslagen-brussel,14269.html
91
Brans, M., Eric, F., Jacobs, D., Martiniello, M., Rea, A., Swyngedouw, M., & Van der
Straeten, T. (2004). Onderzoek en beleid: de gevalstudie van immigratie in België.
Gent: Academia Press.
Brehm, S., Kassin, S., Fein, S., Van Hiel, A., & Mervielde, I. (2006). Sociale psychologie:
Academia Press.
bvb. (2016, augustus 03). Minderhedenforum: “Politiek doet te weinig om racisme aan te
pakken”. Het Nieuwsblad. Geraadpleegd op 04 augustus, 2016 via
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160803_02410071
Caestecker, F., & Adriaens,W. (2010). Vluchtelingenbeleid in de 19de en 20ste eeuw, een
terugblik. Journal of Belgian History, 3, 299-312.
CD&V. (2015a). 16 voorstellen voor een geïntegreerde en duurzame aanpak van de
vluchtelingencrisis. Geraadpleegd op 20 juli, 2016 via
http://www.cdenv.be/sites/default/files/20151213_zestien_voorstellen_voor_een_geint
egreerde_en_duurzame_aanpak_van_de_asielcrisis_l.pdf
CD&V. (2015b, december 13). CD&V heeft 16-puntenplan: Pleidooi voor toekomstgerichte
aanpak vluchtelingenproblematiek. CD&V. Geraadpleegd op 20 juli, 2016 via
http://www.cdenv.be/artikel/cdv-heeft-16-puntenplan-pleidooi-voor-toekomstgerichte-
aanpak-vluchtelingenproblematiek
CD&V. (2015c, december 13). Wij vluchten niet. [filmpje]. You Tube. Geraadpleegd op 20
juli, 2016 via https://www.youtube.com/watch?v=SY7-rGYDPvw&feature=youtu.be
Center for Big Data Statistics. (2015, januari 28). Aantal asielzoekers fors toegenomen. CBS
Geraadpleegd op 15 april, 2016 via https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/05/aantal-
asielzoekers-fors-toegenomen
Cinjee, D. (2016, januari 25). Nederlanders vermijden ‘onrustige’ landen. TravelPro.
Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via http://www.travelpro.nl/2016/01/nederlanders-
vermijden-onrustige-landen/
Ciré. (2015). Le CIRÉ pour "Coordination et Initiatives pour Réfugiés et Étrangers". Ciré.
Geraadpleegd op 16 mei, 2016 via https://www.cire.be/le-cire/presentation/le-cire-
pour-coordination-et-initiatives-pour-refugies-et-etrangers
Claeys, A. (2016, maart). De vluchtelingencrisis in cijfers. Lezing te Gent.
Clerix, K. (2015, november 17). Why are terrorists drawn to Belgium? The Guardian.
Geraadpleegd op 05 mei, 2016 via
https://www.theguardian.com/commentisfree/2015/nov/17/terrorists-belgium-paris-
attacks
92
CNN. (2016a). Homeland Sec. Chairman: ISIS infiltrating refugees. CNN. Geraadpleegd op
06 april, 2016 via http://edition.cnn.com/videos/tv/2016/03/24/senator-ron-johnson-
homeland-security-committee-on-terror-attacks-lead-interview.cnn
CNN. (2016b). ISIS infiltrates the migrant route in Libya. CNN. Geraadpleegd op 06 april,
2016 via http://edition.cnn.com/videos/world/2016/05/20/libya-smuggler-migrants-
paton-walsh-sdg-orig.cnn/video/playlists/migrant-exodus-italy/
Collectif Contre L’Islampohobie en France. (2016). Rapport 2016 (Onderzoeksrapport).
Geraadpleegd op 09 mei, 2016 via
http://www.islamophobie.net/sites/default/files/Rapport-CCIF-2016.pdf
Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen. (2016a) Alle cijfers.
Geraadpleegd op 22 november, 2016 via CGVS website:
http://www.cgvs.be/nl/cijfers?field_cijfers_month_year_value%5bvalue%5d&page=1
Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen. (2016b) Asielstatistieken
oktober 2016. Geraadpleegd op 22 november, 2016 via CGVS website:
http://www.cgvs.be/nl/actueel/asielstatistieken-oktober-2016
Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen. (2016c) Asielstatistieken -
overzicht 2015. Geraadpleegd op 05 mei, 2016 via CGVS website:
http://www.cgvs.be/sites/default/files/asielstatistieken_december_2015.pdf
Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen. (2016d). Cijfers. CGVS.
Geraadpleegd op 05 mei, 2016 via http://www.cgvs.be/nl/cijfers
Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Wet van 8 december 1992
voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking
van persoonsgegevens. [De Privacywet].
Coordination et initiatives pour Refugiés et Étrangers. (2008). Gids van de asielprocedure in
België. Geraadpleegd op 21 december, 2016 via Brussel: CIRÉ website
http://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=3&ved=
0ahUKEwjCqPHUy93JAhUJvRQKHbewC0AQFggnMAI&url=http%3A%2F%2F
www.cire.be%2Fguides%2F210-guide-de-procedure-nederlands-
nl&usg=AFQjCNFW9IyXfW2Ranu45VoNC4yvGbkTfg
cv. (2015, november 20). ‘Is met de grond gelijkmaken’. De Standaard, p5.
De Cort, G. (2016, oktober 26). Migratie goed voor groei. De Standaard, p.24.
93
De Greef,J. (2016, april 12). België heeft hoogste belastingdruk in de OESO. De Redactie.
Geraadpleegd op 15 mei, 2016 via
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/economie/1.2627205
De Lobel, P. (2015, oktober 07). Hoogste aantal asielaanvragen in vijftien jaar. De Standaard.
Geraadpleegd op 05 mei, 2016 via
http://www.standaard.be/cnt/dmf20151006_01906666
De Redactie. (2014, mei 24). Aanslag Joods Museum. De Redactie.be. Geraadpleegd op 12
november, 2016 via http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/regio/brussel/2.33642
De Redactie. (2016, augustus 02). In Frankrijk gaat de salafistische moskee gewoon op slot.
De Tijd. Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via http://www.hpdetijd.nl/2016-08-
02/frankrijk-salafistische-moskee-op-slot/
De Ruyter, K. (2016, januari 02). ‘Migratie is geen bedreiging voor onze welvaart, maar een
kans’ De Standaard. Geraadpleegd op 15 mei, 2016 via
http://www.standaard.be/cnt/dmf20160101_02045513
De Schamphelaere, J. (2016, augustus 08). 'Dader Charleroi was illegaal in ons land' De Tijd.
Geraadpleegd op 15 augustus, 2016 via
http://www.tijd.be/politiek_economie/belgie_algemeen/Dader_Charleroi_was_illegaal
_in_ons_land.9796091-4002.art?ckc=1&ts=1470777331
De Smet, D. (2015, september 05). Migranten vergroten de welvaart (als de arbeidsmarkt
soepel genoeg is) De Standaard. Geraadpleegd op 15 mei, 2016 via
http://www.standaard.be/cnt/dmf20150904_01851356
De Spiegeleir, Y. (2016, mei 17). Vluchtelingen Renoponton trakteren buurt op Muidfeesten
“Feest verbindt mensen overal”. Het Laatste Nieuws. Geraadpleegd op 23 mei, 2016
via http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-gent/-feest-verbindt-mensen-overal-a2705939/
De Verenigde Naties. (1951, juli 28). Internationaal verdrag betreffende de status van
vluchtelingen. Geraadpleegd via
http://www.cgvs.be/sites/default/files/content/download/files/verdrag_van_geneve.pdf
Declerck, G., & Schoofs, N. (2015, november 21). De terreur van de angst. De Tijd, p.48.
Decorte, T., & Zaitch, D. (2010). Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie.
Leuven: Acco.
Degreef, C. (2016, februari 10). Kanaalplan uitgelicht: Geen fusie, wel integratie. Bruzz.
Geraadpleegd op 17 mei, 2016 via Bruzz actua website:
http://www.bruzz.be/nl/nieuws/kanaalplan-uitgelicht-geen-fusie-wel-integratie
94
Delepeleire, Y. (2016, mei 14). Nieuwkomers lager geschoold dan verhoopt. De Standaard.
Geraadpleegd op 15 mei, 2016 via
http://www.standaard.be/cnt/dmf20160513_02288974
Didden, S. (2015, oktober 18). Meteen betoging tegen komst asielcentrum. Het Laatste
Nieuws. Geraadpleegd op 12 november, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/957/Binnenland/article/detail/2494012/2015/10/18/Meteen-
betoging-tegen-komst-asielcentrum.dhtml
Dierick, R. (2015, januari 08). Wat leert Pegida ons? Actualiteit Opiniëring BRON.
Geraadpleegd op 20 juli, 2016 via http://de-bron.org/content/wat-leert-pegida-ons
die Welt. (2015, november 04). Gewalt gegen Flüchtlinge nimmt stark zu. die Welt.
Geraadpleegd op 15 april, 2016 via
https://www.welt.de/print/die_welt/article148456803/Gewalt-gegen-Fluechtlinge-
nimmt-stark-zu.html
Dillen, J. (2015, november 19). ‘Niet alle moslims zijn terroristen. Knuffel mij’ Het
Nieuwsblad. Geraadpleegd op 14 april, 2016 via
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20151119_01978978
Druten, T. (2009). De opvang van Hongaarse vluchtelingen in 1956. Een onderzoek naar de
betrokken actoren bij de opvang van vluchtelingen: Doctoraalscriptie Sociale
Geschiedenis. Universiteit Leiden (niet gepubliceerd).
Elbagir, N., Naik, B., & Ben Allal, L. (2016, maart 24). Why Belgium is Europe's front line in
the war on terror. CNN. Geraadpleegd op 05 mei, 2016 via
http://edition.cnn.com/2016/03/21/europe/belgium-terror-fight-molenbeek/
Engelhard, D., & Goorts, I. (2005). God zal voor mij zorgen: religieuze coping van
vluchtelingen met gezondheidsproblemen. Utrecht: Pharos.
Eraly, F. (2016, augustus 02). If you see something, say something: oproep om Facebook-
pagina vol racistische reacties op dood 15-jarige Vlaming te rapporteren.
Newsmonkey. Geraadpleegd op 04 augustus, 2016 via http://www.msn.com/nl-
be/nieuws/nationaal/if-you-see-something-say-something-oproep-om-facebook-
pagina-vol-racistische-reacties-op-dood-15-jarige-vlaming-te-rapporteren/ar-
BBv9I0w?li=BBqiQ9V
Europa Nu. (2016a). Akkoord van Schengen. Europa Nu. Geraadpleegd op 06 november,
2016 via https://www.europa-nu.nl/id/vh7dowjo3mzi/akkoord_van_schengen
Europa Nu. (2016b). Asiel- en migratiebeleid. Europa Nu. Geraadleegd op 12 juli, 2016 via
https://www.europa-nu.nl/id/vh1aly4653wh/asiel_en_migratiebeleid
95
Europa Nu. (2016c). Europese aanpak migrantenstromen. Europa Nu. Geraadpleegd op 12
juli, 2016 via https://www.europa-
nu.nl/id/vhcmelu5xgfm/europese_aanpak_migrantenstromen?ksel=n3#up
Europa Nu. (2016d). Grensoverschrijdende criminaliteit, terrorisme en illegale migratie.
Europa Nu. Geraadpleegd op 06 november, 2016 via https://www.europa-
nu.nl/id/vhu4eb6eg0y3/grensoverschrijdende_criminaliteit
Europa Nu. (2016e). Schengen onder druk. Europa Nu. Geraadpleegd op 12 juli, 2016 via
https://www.europa-nu.nl/id/vjxejzh2cepg/schengen_onder_druk
European Migration Network. (2013). The organisation of Reception Facilities in Belgium.
(studierapport). Geraadpleegd op 15 november, 2016 via
http://www.emnbelgium.be/sites/default/files/publications/be_ncp_emn_focussed_stu
dy_on_reception_version_30_august_2013_0.pdf
European Migration Network. (2014). De organisatie van opvangstructuren voor asielzoekers
in België en de EU (EMN). Geraadpleegd op 15 november, 2016 via
http://www.emnbelgium.be/nl/publication/de-organisatie-van-opvangstructuren-voor-
asielzoekers-belgi%C3%AB-en-de-eu-emn
Europol. (2016). Changes in modus operandi of islamic state (IS) revisited
(Onderzoeksrapport). Geraadpleegd op 5 december, 2016 via Europol website:
https://www.europol.europa.eu/publications-documents/changes-in-modus-operandi-
of-islamic-state-revisited
Express. (2016, april 28). De Fransen en Duitsers keren zich tegen de islam. Dat blijkt uit een
enquête die de Franse krant Le Figaro publiceert op basis van cijfers die het
onderzoeksbureau iFop verzamelde bij 1.008 Fransen en 989 Duitsers. Express.
Geraadpleegd op 28 april, 2016 via http://www.msn.com/nl-be/nieuws/wereld/fransen-
en-duitsers-keren-zich-tegen-de-islam/ar-BBsoxnC?li=BBqiQ9V
Fedasil. (2014a). Asiel in België. Fedasil. Geraadpleegd op 05 november, 2016 via
http://fedasil.be/nl/inhoud/asiel-belgie
Fedasil. (2014b, februari 13). Lof voor het Belgische opvangmodel. [Persbericht]. Fedasil.
Geraadpleegd op 15 november, 2016 via https://5042.fedimbo.belgium.be/nl/press-
release/lof-voor-het-belgische-opvangmodel
Fedasil. (2014c). Opvang asielzoekers. Fedasil. Geraadpleegd op 05 november, 2016 via
http://fedasil.be/nl/inhoud/opvang-asielzoekers
Feenstra, E. (2016, juli 11). Vluchtelingenroutes naar Europa 'veelvuldig door IS gebruikt'.
[Blogpost] Wereldnieuws.blog. Geraadpleegd op 12 augustus, 2016 via
96
http://wereldnieuws.blog.nl/terrorisme/2016/07/11/vluchtelingenroutes-naar-europa-
veelvuldig-door-is-gebruikt
Fiers, D. (2016, februari 21). Betogingen voor en tegen vluchtelingen in Gent De Redactie.
Geraadpleegd op 05 mei, 2016 via
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/regio/oostvlaanderen/1.2578832
FOD Binnenlandse Zaken DVZ. (2013). Asiel procedure (vanaf 01/09/2013 in werking).
Vreemdelingenzaken. Geraadpleegd op 20 april, 2016 via Gids van de procedures.
https://dofi.ibz.be/sites/dvzoe/NL/Gidsvandeprocedures/Pages/Asielprocedure.aspx
FOD Binnenlandse Zaken. (2016). Dreigingsniveau België. Geraadpleegd op 08 december,
2016 via http://dreigingsniveau.be/
FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. (2016a).
Asiel. Geraadpleegd op 20 april, 2016 via
http://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/beleidsthemas/naar_een_mondiale_en_solidaire
_samenleving/asiel_en_migratie/asiel
FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. (2016b).
Terrorisme. Geraadpleegd op 20 april, 2016 via
http://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/beleidsthemas/vrede_en_veiligheid/terrorisme
FOD Economie Middenstand en Energie. (2016). Impactstudie terreurdreiging in Brussel.
Geraadpleegd op 15 mei, 2016 via
http://economie.fgov.be/nl/binaries/Impactstudie_terreurdreiging_in_Brussel-
maart_2016_tcm325-277632.pdf
Francken, T. (2015a, december 18). Staatssecretaris Francken voert tijdelijk verblijfsrecht in
voor vluchtelingen [Persbericht]. N-VA. Geraadpleegd op 24 april, 2016 via
http://www.n-va.be/nieuws/staatssecretaris-francken-voert-tijdelijk-verblijfsrecht-in-
voor-vluchtelingen
Francken, T. (2015b, juni 25) Staatssecretaris Francken wil levenslang verblijfsverbod voor
Syriëstrijders [Persbericht]. N-VA. Geraadpleegd op 27 juli, 2016 via http://www.n-
va.be/nieuws/staatssecretaris-francken-wil-levenslang-verblijfsverbod-voor-
syriestrijders
Francken, T. (2016a, april 04) Fors minder diefstallen door kordate aanpak van delinquente
illegalen [Persbericht]. N-VA. Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via http://www.n-
va.be/nieuws/fors-minder-diefstallen-door-kordate-aanpak-van-delinquente-illegalen
97
Francken, T. (2016b). Nieuws. N-VA. Geraadpleegd op 20 juli, 2016 via
http://www.theofrancken.be/
Francken, T. (2016c, juli 07) Terugsturen van criminele vreemdelingen wordt gemakkelijker
[Persbericht]. N-VA. Geraadpleegd op 20 juli, 2016 via http://www.n-
va.be/nieuws/terugsturen-van-criminele-vreemdelingen-wordt-gemakkelijker
Francken, T. (2016d, april 01) Theo Francken op VTM Nieuws: “We moeten duidelijk
zeggen waar wij voor staan” [Persbericht]. N-VA. Geraadpleegd op 20 juli, 2016 via
http://www.n-va.be/nieuws/theo-francken-op-vtm-nieuws-we-moeten-duidelijk-
zeggen-waar-wij-voor-staan
Francken, T. (2016e, juni 03) Theo Francken: “Spreidingsplan wordt niet geactiveerd”
[Persbericht]. N-VA. Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via http://www.n-
va.be/nieuws/theo-francken-spreidingsplan-wordt-niet-geactiveerd
Gabel, H. (2016, december 3-4). Terreur was ook t€rr€ur. Het Laatste Nieuws, p.4.
Gaynor, T., & Clayton, J. (2015, oktober 23). UNHCR concerned at reports of sexual violence
against refugee women and children. UNHCR. Geraadpleegd op 21 maart, 2016 via
Retrieved from http://www.unhcr.org/news/latest/2015/10/562a3bb16/unhcr-
concerned-reports-sexual-violence-against-refugee-women-children.html
gjs., & say. (2016, augustus 02). Weerzinwekkende reacties op overlijden: “Ziekelijk
racisme” Het Nieuwsblad. Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160802_02408696
Goethals, J. (2014, oktober). Vluchtelingen IN België vroeger en nu. Powerpoint van AZIZ,
De Semse, UNHCR, Zemst. Geraadpleegd op 12 juli, 2016 via
http://www.aziz.be/Vluchtelingen%20in%20Belgie%20vroeger%20en%20nu.pdf
Guénois, J. (2016, april, 29). L’image de l’Islam se dégrade en France et en Allemagne. Le
Figaro. Geraadpleegd op 12 juli, 2016 via http://www.lefigaro.fr/actualite-
france/2016/04/28/01016-20160428ARTFIG00353-l-image-de-l-islam-se-degrade-en-
france-et-en-allemagne.php?redirect_premium
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. (1950). Europees verdrag voor de Rechten
van de Mens. Geraadpleegd via
http://www.echr.coe.int/Documents/Convention_NLD.pdf
Hindryckx,F. (2016, juli 11). Europeanen linken vluchtelingen aan terrorisme. [Facebook
comment]. Geraadpleegd op 18 juli, 2016 via http://nieuws.vtm.be/buitenland/198675-
europeanen-linken-vluchtelingen-aan-terrorisme
98
Hjarvard, S. (2008a). The mediatization of religion: A theory of the media as agents of
religious change. Northern Lights: Film & Media Studies Yearbook, 6(1), 9-26.
Human Rights Watch. (2016). Reden tot bezorgdheid – De Belgische
Terrorismebestrijdingsmaatregelen na de Aanslagen in Parijs en Brussel. Human
Rights Watch. Geraadpleegd op 12 november, 2016 via
https://www.hrw.org/nl/report/2016/11/03/295818
hv. (2015, december 21). “Mijn naam is Isra Mohammed. Ik ben moslim, en ik ben geen
terrorist” De Morgen. Geraadpleegd op 14 april, 2016 via
http://www.demorgen.be/buitenland/-mijn-naam-is-isra-mohammed-ik-ben-moslim-
en-ik-ben-geen-terrorist-bad4a370/
Ibo. (2016, juli 19). Man steekt moeder en drie dochtertjes neer in vakantiepark “omdat ze te
schaars gekleed waren”. Het Nieuwsblad. Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160719_02391309
ibz crisiscentrum. (2016, april 19). Waakzaamheid tegen terrorisme blijft. FOD BiZa
Crisiscentrum. Geraadpleegd op 17 mei, 2016 via
http://crisiscentrum.be/nl/news/crisisbeheer/waakzaamheid-tegen-terrorisme-blijft-0
ICSR. (2016, maart 24). ICSR Analysis on Brussels Attack. ICSR. Geraadpleegd op 25 maart,
2016 via http://icsr.info/2016/03/icsr-analysis-brussels-attack/
Ifop. (2015a). Le rapport des Français à l’Islam en France (Rapport JF N°113500).
Geraadpleegd op 15 maart, 2016 via ifop website :
http://www.ifop.com/media/poll/3218-1-study_file.pdf
Ifop. (2015b). Les réactions des Français aux attentats du 13 novembre (Rapport JF/EP
N°113492). Geraadpleegd op 15 maart, 2016 via ifop website :
http://www.ifop.com/media/poll/3202-1-study_file.pdf
Ifop. (2016). Regards croisés sur l’Islam en France en Allemagne (JF N°113870).
Geraadpleegd op 12 juli, 2016 via ifop website:http://www.ifop.com/media/poll/3373-
1-study_file.pdf
Interfederaal Gelijkekansencentrum. (2016). Jaarverslag 2015 - Samenleven op scherp.
(Onderzoeksrapport) Geraadpleegd op 09 mei, 2016 via Unia website:
http://unia.be/nl/publicaties-statistieken/publicaties/jaarverslag-2015-samenleven-op-
scherp
Ipsos. (2016a). Global Study Shows Many Around the World Increasingly Uncomfortable
with Levels of Immigration. Geraadpleegd op 10 november, 2016 via Ipsos website:
99
https://www.ipsos.com/global-study-shows-many-around-world-increasingly-
uncomfortable-levels-immigration
Ipsos. (2016b, juli). Global Views on Immigration and the Refugee Crisis. [Powerpoint
Presentatie]. Geraadpleegd op Ipsos website:
https://www.ipsos.com/sites/default/files/2016-08/Immigration_and_Refugees-
July_2016.pdf
Ipsos. (2016c, september). What worries the world? [Powerpoint presentatie]. Geraadpleegd
op 27 juli, 2016 via https://www.ipsos.com/sites/default/files/2016-
10/What_Worries_the_World-Sep_2016.pdf
Ipsos. (2016d). What Worries the World – September 2016. Geraadleegd op 27 juli, 2016 via
Ipsos website: https://www.ipsos.com/what-worries-world-september-2016
kdr. (2015, oktober 26). Migratiecrisis duwt Europa naar rechts. De Standaard. p19.
Kern, S. (2016, maart 23). Why Belgium is Ground Zero for European Jihadis. Gatestone
Institute International Policy. Geraadpleegd op 05 mei, 2016 via
https://www.gatestoneinstitute.org/7677/belgium-jihadists
Klaver, J. F. I., & van der Welle, I. (2009). Vluchtelingenwerk integratiebarometer 2009: een
onderzoek naar de integratie van vluchtelingen in Nederland. Vluchtelingenwerk
Nederland.
Klein, O., & Pohl, S. (2007). Psychologies des stéréotypes et des préjugés. Labor.
Koppen. (2016, juli 08). Geloof in Allah verloren [televisiereportage]. Één. Geraadpleegd op
15 juli, 2016 via http://www.een.be/programmas/koppen/geloof-in-allah-verloren
Kruispunt Migratie-Integratie. (z.d.). Wie mag of moet inburgeren? Kruispunt Migratie-
Integratie. Geraadpleegd op 16 mei, 2016 via
http://www.kruispuntmi.be/thema/inburgering-en-integratiebeleid/inburgering/wie-
mag-of-moet-inburgeren
Kuiper, H. L. (1992). Een eeuw ruimhartig beleid: een vergelijkend onderzoek naar de
gastvrijheid van Nederland ten aanzien van vluchtelingen en asielzoekers. Erasmus
Universiteit Rotterdam.
Lambrecht, K. (2015, december 11). Vluchtelingenbus aangevallen in Oosten van Duitsland.
De Tijd. Geraadpleegd op 06 juni, 2016 via
www.tijd.be/dossier/Europareeks/Vluchtelingenbus_aangevallen_in_oosten_van_Duit
sland.9709388-3140.art?ckc=1&ts=1450625616
100
lej. (2015, november 21). Concerten afgelast, monumenten gaan dicht: de gevolgen van
terreurdreiging 4. De Standaard. Geraadpleegd op 09 augustus, 2016 via
http://www.standaard.be/cnt/dmf20151121_01982532
Lippmann, W. (1921). Public Opinion (1921). Geraadpleegd via
http://wps.pearsoncustom.com/wps/media/objects/2429/2487430/pdfs/lippmann.pdf
Louati, Y. (2016). The impact of the Paris attacks on security measures and how they affect
minority communities. Geraadpleegd op 15 juli, 2016 via CCIF:
http://www.islamophobie.net/articles/2016/05/02/impact-paris-attacks-security-
measures-and-how-they-affect-minority-communities
Lutgendorff, A. (2016, januari 06). RIU definitief weg uit Tunesië. TravelPro. Geraadpleegd
op 05 augustus, 2016 via http://www.travelpro.nl/2016/01/riu-definitief-weg-uit-
tunesie/
Merton, R.K. (1948). The Self-Fulfilling Prophecy. The Antioch Interview, 8(2), 193-210.
Metsu, K. (2015a, september 07). 200 op Pegida-betoging tegen asielopvang in Sint-Niklaas.
Knack. Geraadpleegd op 05 mei, 2016 via http://www.knack.be/nieuws/belgie/200-op-
pegida-betoging-tegen-asielopvang-in-sint-niklaas/article-normal-603381.html
Metsu, K., (2015b, juli 15). Daling criminaliteit zet zich voort: 'Meer blauw op straat werkt'.
Knack. Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via
http://www.knack.be/nieuws/belgie/daling-criminaliteit-zet-zich-voort-meer-blauw-
op-straat-werkt/article-normal-587241.html
Metsu, K. (2015c, november 19). Deze maatregelen neemt regering in strijd tegen terrorisme.
Knack. Geraadpleegd op 19 mei, 2016 via http://www.knack.be/nieuws/belgie/deze-
maatregelen-neemt-regering-in-strijd-tegen-terrorisme/article-normal-626819.html
Metsu, K., (2015d, april 10). Tunesiërs vragen toeristen om hun land niet te mijden. Knack.
Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via http://www.knack.be/nieuws/wereld/tunesiers-
vragen-toeristen-om-hun-land-niet-te-mijden/article-normal-561093.html
Michel, C. (2015, november 19). Strijd tegen terrorisme - maatregelen van de federale
regering & toespraak [Persbericht]. Charles Michel. Geraadpleegd op 19 november,
2016 via http://premier.be/nl/strijd-tegen-terrorisme-%E2%80%93-maatregelen-van-
de-federale-regering-toespraak
Miles, R., & Brown, M. (1989). Racism. In J.Solomos (Red.), John Solomos. Race and
Racism in Modern Britain. Londen: Palgrave.
Mooijman, R. (2016, juni 21). Islamofobie boomt na aanslagen. De Standaard, p11.
101
msn, & wwi. (2015, november 19). De 18 maatregelen tegen terrorisme. Het Nieuwsblad.
Geraadpleegd op 19 mei, 2016 via
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20151119_01978702
Muus, P. J., & Muller, P. H. A. M. (1999). Beeldvorming onder (uitgeprocedeerde)
asielzoekers en vluchtelingen over terugkeer-en remigratie (beleid). Geraadpleegd op
05 mei, 2016 via European Research Center On Migration and Ethnic Relations via
https://www.wodc.nl/binaries/98.099-volleditge-tekst_tcm28-74792.pdf
Napoleoni, L. (2015). De terugkeer van het kalifaat. Balans.
NARIC. (2015) Jaarverslag 2014. Geraadpleegd op 15 mei, 2016 via NARIC website:
http://www.ond.vlaanderen.be/naric/nl/publicaties/jaarverslag2014/naric-in-cijfers/
N-VA. (2016a). Inburgering. N-VA.. Geraadpleegd op 20 juli, 2016 via http://www.n-
va.be/standpunten/inburgering
N-VA. (2016b). We pakken radicalisme aan door: [Infografiek]: N-VA. Geraadpleegd via
http://www.n-va.be/sites/default/files/generated/images/news-
infographic/infografiek_radicalisering-1400.png
Open Vld. (2013, november 22). Visietekst migratie - een humane en realistische aanpak.
Open Vld. Geraadpleegd op 20 juli, 2016 via
https://mi.addemar.com/files/a_nationaal/data/File/Nota-asiel-en-migratie.pdf
Paelinck, G. (2015a, augustus 05). Aanslagen op Bardo Museum en strand in Sousse "sterk
gelinkt". De Redactie. Geraadpleegd op 06 april, 2016 via
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/2.39705
Paelinck, G. (2015b, januari 07). Francken verplicht cursus “omgaan met vrouwen” voor
asielzoekers. De Redactie. Geraadpleegd op 06 april, 2016 via
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.2540276
Paelinck, G. (2015c, november 20). Twee kamikazes van Parijs kwamen via Griekenland. De
Redactie. Geraadpleegd op 06 april, 2016 via
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/1.2501778
Pano. (2016, oktober 12). Hoe kijkt de Vlaming naar moslims? [Reportage van Libert,M;
Vaes,S, & Mertens, M.] één. Eindredactie Seynhaeve,P, & Delcour,L.
Pauwels,L. (2013). Kwantitatieve criminologie. Gent:Academia Press.
Pegida Vlaanderen. (z.d.). STOP de Leugenpers. Pegida Vlaanderen. Geraadpleegd op 20
juli, 2016 via https://pegidavlaanderen.wordpress.com/stop-leugenpers/
102
Radio 1. (2016, augustus 08). Aanslag Charleroi: Francken bevestigt: dader Charleroi was
illegaal in ons land. [Radio Interview] Radio 1. Geraadpleegd op 15 augustus, 2016
via https://radio1.be/francken-bevestigt-dader-charleroi-was-illegaal-ons-land
RAN. (2016). Discussion Paper RAN HLC – 09 november, 2016.
redactie. (2014, augustus 23). Meeste Syriëstrijders komen uit België. Het Laatste Nieuws.
Geraadpleegd op 25 maart, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/960/Buitenland/article/detail/2005999/2014/08/23/Meeste-
Syriestrijders-komen-uit-Belgie.dhtml
redactie. (2015a, september 15). “20.000 IS-terroristen tussen Syrische vluchtelingen”.
HLN.BE. Geraadpleegd op 06 april, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/33982/Islamitische-
Staat/article/detail/2456363/2015/09/15/20-000-IS-terroristen-tussen-Syrische-
vluchtelingen.dhtml
redactie. (2015b, december 15). Duidelijke toename van misdrijven tegen asielzoekers in
Duitsland. Het Laatste Nieuws. Geraadpleegd op 06 april, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/922/Nieuws/article/detail/2557026/2015/12/15/Duidelijke-
toename-van-misdrijven-rond-asielzoekers-in-Duitsland.dhtml
redactie. (2015c, mei 17). “IS smokkelt strijders op vluchtelingenboten naar EU”. HLN.BE.
Geraadpleegd op 06 april, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/960/Buitenland/article/detail/2324573/2015/05/17/IS-
smokkelt-strijders-op-vluchtelingenboten-naar-EU.dhtml
redactie. (2015d, november 23). "Minstens 4 'topterroristen' kwamen naar België tussen
vluchtelingenstroom". Het Laatste Nieuws. Geraadpleegd op 06 april, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/33982/Islamitische-
Staat/article/detail/2533065/2015/11/23/IS-terroristen-kwamen-Europa-binnen-als-
vluchtelingen.dhtml
redactie. (2015e, november 14). "Ook tweede dader kwam via Griekenland Europa binnen".
HLN.BE. Geraadpleegd op 06 april, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/35524/Aanslagen-
Parijs/article/detail/2524181/2015/11/14/Ook-tweede-dader-kwam-via-Griekenland-
Europa-binnen.dhtml
redactie. (2016a, maart 03). Aantal asielaanvragen daalde fors in winter. Het Laatste Nieuws.
Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via
103
http://www.hln.be/hln/nl/34662/Vluchtelingencrisis/article/detail/2642980/2016/03/10
/Aantal-asielaanvragen-daalde-fors-in-de-winter.dhtml
redactie. (2016b, maart 22). Bonte: “Aanpak radicalisme en georganiseerde misdaad moet
efficiënter”. Het Laatste Nieuws. Geraadpleegd op 28 maart, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/957/Binnenland/article/detail/2654701/2016/03/22/Bonte-
Aanpak-radicalisme-en-georganiseerde-misdaad-moet-efficienter.dhtml
redactie. (2016c, juli 28). Het menselijke gezicht van terreur: 61 procent van slachtoffers in
maart waren moslims. Het Laatste Nieuws. Geraadpleegd op 08 augustus, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/36484/Aanslagen-
Brussel/article/detail/2814097/2016/07/28/Het-menselijk-gezicht-van-terreur-61-
procent-van-slachtoffers-in-maart-waren-moslims.dhtml
redactie. (2016d, juli 24). Hotels in Vlaamse kunststeden zien minder klanten na aanslagen.
Het Laatste Nieuws. Geraadpleegd op 09 augustus, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/2/Reizen/article/detail/2806952/2016/07/24/Hotels-in-
Vlaamse-kunststeden-zien-minder-klanten-na-aanslagen.dhtml
redactie. (2016e, januari 19). Nog nooit zo weinig criminaliteit in België. Het Laatste Nieuws.
Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/957/Binnenland/article/detail/2589256/2016/01/19/Nog-
nooit-zo-weinig-criminaliteit-in-Belgie.dhtml
redactie. (2016f, januari 11). Vluchtelingen steeds vaker in één zin met criminaliteit en
terreur: zijn de mazen van het net dan echt zo groot? Het Laatste Nieuws.
Geraadpleegd op 14 april, 2016 via http://www.hln.be/hln/nl/32616/Terreurdreiging-
in-Belgie/article/detail/2581168/2016/01/11/Vluchtelingen-steeds-vaker-in-een-zin-
met-criminaliteit-en-terreur-zijn-de-mazen-van-het-net-dan-echt-zo-groot.dhtml
redactie. (2016g, augustus 09). Zwaarst verminkte slachtoffer Charleroi is zelf moslima. Het
Laatste Nieuws. Geraadpleegd op 15 augustus, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/957/Binnenland/article/detail/2825677/2016/08/09/Zwaarst-
verminkte-slachtoffer-Charleroi-is-zelf-moslima.dhtml
Redactie. (2015, juni 26). Jetair haalt reizigers terug, Thomas Cook schrapt Tunesië tot eind
augustus. Het Laatste Nieuws. Geraadpleegd op 09 augustus, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/33982/Islamitische-
Staat/article/detail/2377231/2015/06/26/Jetair-haalt-reizigers-terug-Thomas-Cook-
schrapt-Tunesie-tot-eind-augustus.dhtml
104
Redactie. (2016a, juli 28). Angela Merkel herhaalt: "Wir schaffen das". Het Laatste Nieuws.
Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/960/Buitenland/article/detail/2814403/2016/07/28/Angela-
Merkel-herhaalt-Wir-schaffen-das.dhtml
Redactie. (2016b, juli 25). Duitse minister waarschuwt voor stigmatisering van vluchtelingen.
Het Laatste Nieuws. Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/922/Nieuws/article/detail/2808546/2016/07/25/Duitse-
minister-waarschuwt-voor-stigmatisering-van-vluchtelingen.dhtml
Redactie. (2016c, juli 25). Syrische vluchteling blaast zich op bij festival in Duitsland: 15
gewonden. Het Laatste Nieuws. Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via
http://www.hln.be/hln/nl/960/Buitenland/article/detail/2807972/2016/07/25/Syrische-
vluchteling-blaast-zich-op-bij-festival-in-Duitsland-15-gewonden.dhtml
Rijksoverheid. (2016, februari 08). Reisadvies Tunesie. Rijksoverheid. Geraadpleegd op 09
december, 2016 via
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/reisadviezen/inhoud/tunesie
RVE. (2016, juli 22) Minder dan de helft bezoekers voor Zuidfoor op nationale feestdag.
Bruzz Actua. Geraadpleegd op 09 augustus, 2016 via
http://www.bruzz.be/nl/actua/minder-dan-de-helft-bezoekers-voor-zuidfoor-op-
nationale-feestdag
Schmid, P.A. (2012). The Revised Academic Consensus Definition of Terrorism.
Perspectives on Terrorism, 6(2).
Smooshi-Popette on se réveille. (2015, november 18). Je suis musulman mais je ne suis pas
terroriste”… [video] You Tube. Geraadpleegd op 14 april, 2016 via
https://www.youtube.com/watch?v=HL63c23rtJk
SP.A. (2016, mei 23). Positieve actie vluchtelingen krijgt vervolg… samen gent. Graadpleegd
op 23 mei, 2016 via http://gent.s-p-a.be/fractie/positieve-actie-vluchtelingen-krijgt-
een-vervolg/
Spiegel. (2016, juli 24). Mann greift Menschen mit Machete an- eine Tote, mehre Verletzte.
Der Spiegel. Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via
http://www.spiegel.de/panorama/justiz/reutlingen-macheten-angriff-offenbar-eine-
tote-und-verletzte-a-1104483.html
Staatsschuldmeter. (2016). De Staatsschuld stijgt met 507 euro per seconde! Geraadpleegd op
01 december, 2016 via Staatsschuld Meter.be website:
http://www.staatsschuldmeter.be/
105
Staes, B. (2016, juli 17). Ook tweede dag van Gentse Feesten lokte minder volk. Het
Nieuwsblad. Geraadpleegd op 09 augustus, 2016 via
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160717_02388308
stedenbouw.brussels. (z.d.). Het kanaalplan. stendenbouw.brussels. Geraadpleegd op 17 mei,
2016 via https://stedenbouw.irisnet.be/spelregels/de-strategische-plannen/masterplan-
voor-het-kanaalgebied
Stepstone. (z.d.). Wat betekent de vluchtelingencrisis voor onze arbeidsmarkt? Stepstone.
Geraadpleegd op 15 mei, 2016 via http://www.stepstone.be/Carriere-Tips/Tips-
Trucs/wat-betekent-de-vluchtelingencrisis-voor-onze-arbeidsmarkt.cfm
Sturtewagen,B. (2016, februari 24). Waakzaamheid bij het bereiken van een grens. De
Standaard, p2.
Tagtik. (2016, juli 28). Moslims in België worden bedreigd na aanslagen Tagtik.
Geraadpleegd op 28 juli, 2016 via http://www.msn.com/nl-
be/nieuws/nationaal/moslims-in-belgi%c3%ab-worden-bedreigd-na-aanslagen/ar-
BBuYB4z?li=BBqiQ9V
Tanghe,N. (2016, december 01). Hoe migranten onze economie kunnen redden. De
Standaard, p.28.
Terrorisme Monitor. (2015a, november 25). België: Honderden terroristen tussen
vluchtelingen [Press release]. Terrorisme Monitor. Geraadpleegd op 06 april, 2016 via
https://terrorismemonitor.nl/belgie-honderden-terroristen-tussen-vluchtelingen/
Terrorisme Monitor. (2015b, september 02). President Eurojust: Routes van
mensensmokkelaars geïnfiltreerd door ISIS. Terrorisme Monitor. Geraadpleegd op 06
april, 2016 via https://terrorismemonitor.nl/president-eurojust-routes-van-
mensensmokkelaars-geinfiltreerd-door-isis/
Terzake. (2016, oktober 17). De slag om Mosul? Canvas. Geraadpleegd op 12 november,
2016 via https://www.canvas.be/video/terzake/najaar-2016/maandag-17-oktober-
2016/over-de-slag-om-mosul
United Nations High Commissioner for Refugees. (2015). Figures at a glance. UNHCR.
Geraadpleegd op 05 mei, 2016 via http://www.unhcr.org/figures-at-a-glance.html
United Nations High Commissioner for Refugees. (z.d.). Ontheemden. UNHCR.
Geraadpleegd op 05 mei, 2016 via http://www.unhcr.nl/over-unhcr/wie-helpen-
we/ontheemden.html
106
UNRIC., IOM., UNHCR., UNDP., & OHCHR Brussels (2015, april 11). Myths, Facts and
Answers about Refugees and Migrants. IOM. Geraadpleegd op 15 februari, 2016 via
https://weblog.iom.int/myths-facts-and-answers-about-refugees-and-migrants
Van Dale. (2016). Xenofobie [betekenis uit woordenboek].
Van Daele,S., Vander Beken,T., & De Ruyver,B. (2008). Rondtrekkende dadergroepen: een
empirische toets. Panopticon, 29.
Van den Bogaert, D. (2016, juli 25). "Duits scenario niet simpel te voorkomen"
[Nieuwsreportage met Theo Francken]: VTM Nieuws.
Van Ostaeyen, P. (2014, augustus 21). Belgian Fighters in Syria ~ July 2014.
pietervanostaeyen-Musings on Arabism, Islamicism. History and current affairs.
Geraadpleegd op 17 juli, 2016 via https://pietervanostaeyen.com/2014/07/27/belgian-
fighters-in-syria-july-2014/
Van Ostaeyen, P. (2015). Belgian Fighters in Syria and Iraq ~ October 2015.
pietervanostaeyen-Musings on Arabism, Islamicism. History and current affairs.
Geraadpleegd op 17 juli, 2016 via https://pietervanostaeyen.com/2015/10/11/belgian-
fighters-in-syria-and-iraq-october-2015/
Verhaert, W., & Temmerman, T. (2016, juli 19). Dader van aanval met bijl op trein: “Wraak
nemen op ongelovigen”. Het Nieuwsblad. Geraadpleegd op 05 augustus, 2016 via
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160718_02390827
Verschelden, W. (2015, november 16). België slaat vreselijk figuur, internationale pers is
terecht vernietigend: "A playground for terrorism". Newsmonkey. Geraadpleegd op 05
mei, 2016 via http://newsmonkey.be/article/60784
Vervaeke, L. (2016, november 04). ‘België slaat door in strijd tegen terrorisme’ De
Volkskrant. Geraadpleegd op 12 november, 2016 via
http://www.volkskrant.nl/buitenland/-belgie-slaat-door-in-strijd-tegen-
terrorisme~a4408433/
Vlaams Belang. (2014, mei 25). Verkiezingsprogramma - Uw stok achter de deur. Vlaams
Belang. Geraadpleegd op 20 juli, 2016 via
https://www.vlaamsbelang.org/files/20140318ProgrammaVerkiezingen2014.pdf
Vlaams Belang. (z.d.a). Beginselverklaring Vlaams Belang. Vlaams Belang. Geraadpleegd op
20 juli, 2016 via https://vlaamsbelang.org/beginselverklaring/
Vlaams Belang. (z.d.b). Meldpunt asieloverlast. Vlaams Belang. Geraadpleegd op 20 juli,
2016 via https://vlaamsbelang.org/meldpunt/
107
Vries, N. K., & Pligt, J. (1991). Cognitieve sociale psychologie. Sectie.
VTM Nieuws. (2015a, maart 22). Deze maatregelen treft België na terreur. [Nieuwsreportage
-dossier aanslagen Brussel] VTM Nieuws.
VTM Nieuws. (2015b, november 02) Weer Duits geweld tegen vluchtelingen [Persbericht].
VTM Nieuws. Geraadpleegd op 21 maart, 2016 via
http://nieuws.vtm.be/buitenland/164950-weer-duits-geweld-tegen-vluchtelingen
VTM Nieuws. (2015c, november 14). Jan Jambon: "Ik ga Molenbeek opkuisen".
[Nieuwsreportage met Jan Jambon- dossier aanslagen Parijs]: VTM Nieuws.
VTM Nieuws. (2016, augustus 05). EK wielrennen in Nice gaat niet door. Geraadpleegd op
09 augustus, 2016 via http://nieuws.vtm.be/sport/201882-ek-wielrennen-nice-gaat-
niet-door
Warmerdam, J., & van den Tillaart, H. (2002). Arbeidspotentieel en arbeidsmarktloopbanen
van vluchtelingen en asielgerechtigden. Labour potential and careers in the workforce
of refugees and successful asylum seekers), ITS Nijmegen, OSA publication A, 189,
184.
wer. (2016, mei 11). 30.000 militairen, maar slechts 2.000 ‘inzetbaar’. De Standaard, p5.
Wigboldus, E. H. M. (2002). Opvoedend handelen in een justitiële jeugdinrichting.
(doctoraat), Rijksuniversiteit Groningen, Groeningen. Geraadpleegd op 07 april, 2016
via http://www.rug.nl/research/portal/files/14523488/h3.pdf
Wike, R., Stokes, B., & Simmons, K. (2016). Europeans Fear Wave of Refugees Will Mean
More Terrorism, Fewer jobs (Onderzoeksrapport). Geraadpleegd op 15 juli, 2016 via
Pew Research Center website: http://www.pewglobal.org/2016/07/11/europeans-fear-
wave-of-refugees-will-mean-more-terrorism-fewer-jobs/
Wle. (2016, mei 28). Vluchtelingen in Duitsland vaker slachtoffer van agressie. Het
Nieuwsblad. Geraadpleegd op 17 juli, 2016 via
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160528_02312669
wver, lla, & lbo. (2015, november 14). Dit zijn de gevolgen voor België na de aanslagen in
Parijs. Het Nieuwsblad. Geraadpleegd op 17 mei, 2016 via
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20151114_01970119
Top Related