Uitvoeringsprogramma
bodemsanering en ondergrond
2017-2020
Vastgesteld door het College van B&W op 30 mei 2017
(onder zaaknummer 33360852)
Afdeling Ondernemen en Ontwikkelen,
Team Expertise en Ontwerpen
Registratienr: 33421533 Behandelaar: Patrick Meuken
Revisienummer: 1.0 Status: definitief
Datum: 30 mei 2017 Beveiliging: geen
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 2/24
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING ................................................................................................................................... 4
1.1 Aanleiding en doel ......................................................................................................... 4 1.2 Leeswijzer ...................................................................................................................... 4
2. FINANCIERING UITVOERINGSPROGRAMMA ........................................................................ 6
2.1 Middelen ........................................................................................................................ 6 2.1.1 Inzet Rijksmiddelen ........................................................................................ 6 2.1.2 Inzet gemeentelijke middelen ......................................................................... 6
2.2 Dekking periode 2017-2020 ........................................................................................... 7 2.3 Bijdragen van derden middels cofinanciering ................................................................ 7 2.4 Financieringsmethodiek ................................................................................................. 8
2.4.1 Prioritering financiering uit Rijksmiddelen ...................................................... 8 2.4.2 Doelstelling sanering bij (co)financiering uit de Rijksmiddelen ...................... 9 2.4.3 Dynamiek en verantwoording ......................................................................... 9
2.5 Het Kostenmodel LDB 2004 .......................................................................................... 9
3. PRIORITERING WERKVOORRAAD EN AANPAK THEMA’S ................................................10
3.1 Werkvoorraad en volgorde .......................................................................................... 10 3.2 Afhandeling spoedlocaties ........................................................................................... 11
3.2.1 Afspraken in convenant voor de aanpak spoedlocaties ............................... 11 3.2.2 Afname spoedlocaties .................................................................................. 11
3.3 Afhandeling niet-spoedlocaties .................................................................................... 12 3.3.1 Historisch Onderzoek (HO) .......................................................................... 12 3.3.2 Oriënterend onderzoek (OO) ........................................................................ 12 3.3.3 Nader onderzoek (NO) ................................................................................. 13 3.3.4 Acties na het NO .......................................................................................... 14 3.3.5 Nazorg of monitoring .................................................................................... 14
3.4 Thema’s ....................................................................................................................... 14 3.5 Geothermie .................................................................................................................. 15
3.5.1 Wat is geothermie......................................................................................... 15 3.5.2 Rol gemeente Helmond ................................................................................ 15 3.5.3 Green Deal Geothermie ............................................................................... 15 3.5.4 Budget .......................................................................................................... 15
3.6 Reservering risicolocaties (vangnet Wet bodembescherming) ................................... 16 3.7 Overige saneringen...................................................................................................... 16
4. RESULTATEN AANPAK WERKVOORRAAD IN 2016 ...........................................................17
4.1 Aanpak werkvoorraad .................................................................................................. 17 4.2 Financiën ..................................................................................................................... 17
5. PROGRAMMERING 2017.........................................................................................................18
5.1 Algemeen ..................................................................................................................... 18 5.2 Invulling uitvoeringsprogramma en kostenraming ....................................................... 18
6. PROGRAMMERING 2018-2030 ...............................................................................................19
6.1 Algemeen ..................................................................................................................... 19 6.2 Uitwerking periode 2018-2020 ..................................................................................... 19
6.2.1 Jaarschijf 2018 ............................................................................................. 19 6.2.2 Jaarschijf 2019 ............................................................................................. 20 6.2.3 Jaarschijf 2020 ............................................................................................. 20
6.3 Doorloop 2018-2030 .................................................................................................... 20
7. LINK MET DE GEMEENTELIJKE BEGROTING .....................................................................22
7.1 Algemeen ..................................................................................................................... 22 7.2 Begroting 2017 ............................................................................................................. 22 7.3 Totale begroting ........................................................................................................... 23
7.3.1 Noodzakelijk budget (bijdrage Rijksmiddelen) ............................................. 23 7.3.2 Beschikbaar budget (bijdrage Rijksmiddelen) .............................................. 23
8. COLOFON .................................................................................................................................24
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 3/24
BIJLAGE: Locatielijst UP
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 4/24
1. INLEIDING
1.1 Aanleiding en doel
Voor u ligt het nieuwe Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond voor de jaren 2017-2020
(UP). In de afgelopen jaren is elk jaar het UP bodemsanering vastgesteld met hierin de verant-
woording en planning van de bodemsaneringsoperatie die de gemeente Helmond als bevoegd gezag
Wet bodembescherming (Wbb) uitvoert. Vanaf dit jaar is dit UP uitgebreid met het thema ondergrond.
Reden hiervoor is dat zowel lokaal als landelijk de keuze is gemaakt om rondom het thema bodem en
ondergrond niet alleen te denken in beperkingen vanwege bodemverontreinigingen, maar ook in
mogelijkheden om de bodem en ondergrond duurzaam en efficiënt te gebruiken. Voor Helmond
specifiek speelt hierbij bijvoorbeeld het thema Geothermie een grote rol.
Dit UP kent dus twee hoofdthema’s:
- Bodemsanering, met accent op aanpak spoedlocaties:
De gemeente Helmond is als bevoegd gezag Wbb verantwoordelijk voor de aanpak van de
werkvoorraad bodemsanering. Dit betreft locaties waar een eventueel aanwezige bodem-
verontreiniging nog moet worden onderzocht en/of zo nodig gesaneerd. Accent ligt hierbij op de
aanpak van spoedlocaties. Voor Helmondse spoedlocaties geldt dat dit risico wordt veroorzaakt
door een omvangrijke en ongecontroleerde verspreiding van de verontreiniging naar het
grondwater. Risico’s voor mensen of het ecosysteem zijn de afgelopen jaren reeds weggenomen.
- Ondergrond met accent op geothermie:
De gemeente Helmond heeft een duidelijke ambitie op het gebied van duurzaamheid. Onderdeel
hiervan is de inzet van geothermie in de regio. In dit UP worden de ambities op dit vlak kort
toegelicht en vindt de (financiële) verantwoording plaats van dit thema voor zover deze zijn
gedekt uit de middelen vanuit de DU-bodem
Het UP vormt de basis voor:
- De jaarlijkse aanvraag voor bodemsaneringsbudget (programmabegroting) door het college van
B&W aan de gemeenteraad;
- Het programmabeheer en -bewaking door het college (planning, prioritering en budgetverdeling);
- De jaarlijkse verantwoording van bestedingen door het college aan de gemeenteraad.
1.2 Leeswijzer
Het UP bevat grofweg de volgende onderdelen:
- Verantwoording werkzaamheden 2016
De werkzaamheden die in 2016 zijn uitgevoerd worden beschreven. Hierbij wordt een koppeling
gemaakt met de plannen die er waren voor 2016 en de besteding van de financiën.
- Programmering 2017
De in 2017 uit te voeren werkzaamheden zijn concreet gemaakt. Per locatie wordt aangegeven
wat er wordt gedaan, wat de daaraan verbonden kosten zijn en wie ze betaalt.
- Verwachte werkzaamheden 2018 en later
Ook voor de jaarschijven 2018 en later zijn ramingen gemaakt voor de locaties waar in de
betreffende jaarschijf een actie wordt opgestart. Ook wordt hier een prognose gegeven van de
vervolg acties en kosten die volgen op deze werkzaamheden (de doorloopkosten)
- Thema’s
Naast de geprogrammeerde aanpak van de werkvoorraadlocaties zijn in dit UP ook een aantal
thema’s benoemd die geprogrammeerd worden via dit UP, waarom het thema geothermie.
- Financiën
Aangegeven wordt welke budgetten beschikbaar zijn voor de uitvoering van het UP, welke
uitgaves er zijn gedaan hoe de ambities zich verhouden tot de beschikbare middelen.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 5/24
In hoofdstuk 2 worden eerst de uitgangspunten van de financiering van de bodemsaneringsoperatie
beschreven alsmede het model waarmee de kosten worden geraamd. In hoofdstuk 3 wordt
vervolgens de wijze van prioritering van de werkvoorraad aan te onderzoeken en saneren locaties
besproken en wordt de diverse thema’s nader toegelicht, waaronder geothermie.
In hoofdstuk 4 worden de resultaten uit het jaar 2016 besproken. Hoofdstuk 5 laat de programmering
voor het jaar 2017 zien. In hoofdstuk 6 is de programmering in periode 2018 en later weergegeven.
Tot slot wordt in hoofdstuk 7 de link met de gemeentelijke begroting besproken.
Als bijlage 1 is de locatielijst (de werkvoorraad) toegevoegd waaruit blijkt:
- om welke locaties of thema’s het gaat;
- of het een (potentiële) spoedlocatie betreft;
- wat de eerste actie is die zal worden uitgevoerd en wanneer;
- hoe groot de kosten zijn van de eerste actie en de verwachte doorloop ervan;
- wie er gaat betalen;
- wanneer de doorloopactie zal worden opgestart.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 6/24
2. FINANCIERING UITVOERINGSPROGRAMMA
2.1 Middelen
De mogelijkheden en beperkingen om een uitvoeringsprogramma op te stellen en daadwerkelijk uit te
voeren, worden in belangrijke mate bepaald door de financiële middelen die de gemeente Helmond
ter beschikking heeft.
2.1.1 Inzet Rijksmiddelen
De financieringsregelingen voor bodemsanering vanuit het Rijk zijn:
- Decentralisatie-uitkeringen Bodem
Dit is de belangrijkste financieringsbron van het UP. Het Rijk zegt voor een langere looptijd
financiering toe in de vorm van een “decentralisatie-uitkering” (DU) in het Gemeentefonds.
- Project subsidie via Decentralisatie-uitkeringen Bodem
De gemeente kan aanspraak maken op incidentele middelen. Hieruit kunnen projecten
gefinancierd worden waarvoor binnen de overige financieringsregelingen geen middelen
gevonden kunnen worden. Wanneer de aanvraag wordt gehonoreerd worden ook deze middelen
via het Gemeentefonds uitgekeerd.
- Bedrijvenregeling
Hieruit wordt de bodemsanering op bedrijfsterreinen betaald. De gemeente verstrekt namens het
Rijk subsidie. De gemeente schiet deze middelen voor, bijvoorbeeld uit de decentralisatie-
uitkering, en kan ze na afronding van de sanering doorbelasten aan het Rijk.
- Projectsubsidie
Dit zijn ook rijksmiddelen bestemd voor de bodemsanering op bedrijfsterreinen. Een door het Rijk
aangewezen en gefinancierde uitvoeringsorganisatie verstrekt hiervoor subsidie. De gemeente
Helmond staat hier verder buiten en is alleen bij de sanering betrokken als bevoegd gezag
(vergunningverlening, toezicht en handhaving).
2.1.2 Inzet gemeentelijke middelen
De gemeente Helmond zet in haar rol als bevoegd gezag Wet bodembescherming alleen
Rijksmiddelen in voor bodemonderzoek en -sanering. De gemeente als "marktpartij" voert ook
bodemonderzoeken en –saneringen uit. In die gevallen kan de gemeente wel eigen middelen inzetten,
bijvoorbeeld via de grondexploitatie. Deze randvoorwaarde is al in 2003 door de gemeenteraad
opgelegd bij de acceptatie van de bevoegd gezag taken Wet bodembescherming.
Dit UP (her)bestemt daarom alleen de middelen uit de Decentralisatie-uitkeringen (en de voorgangers
van die uitkeringen). Van deze middelen is het college van B&W als bevoegd gezag Wet bodem-
bescherming zelf de budgethouder. Deze rijksmiddelen zijn door de raad volledig bestemd voor de
aanpak van de werkvoorraad bodemsanering1.
De geraamde kosten ten laste van de Rijksmiddelen in het eerstvolgende jaar worden in de begroting
opgenomen onder programma 12 Milieu. De kosten die de gemeente als marktpartij maakt voor
bodemsanering worden wel geraamd in dit UP, maar begroting en verantwoording ervan vindt elders
plaats.
1 Raadsbesluit 5, 12 januari 2010 en Raadsbesluit 26, 1 maart 2011
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 7/24
2.2 Dekking periode 2017-2020
Voor de dekking van de geraamde uitvoeringskosten van dit UP wordt naast de reeds uitgekeerde
middelen (tot en met 2015) ook rekening gehouden met de middelen die voor de periode 2016-2020
aan de gemeente Helmond zijn toegezegd via het Convenant bodem en ondergrond 2016-2020.
In dat convenant zijn door het Rijk en de decentrale overheden (IPO, VNG en UvW) afspraken
gemaakt over de verdere ontwikkeling naar een duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van bodem
en ondergrond. In dit UP zijn de afspraken van het convenant zover als van toepassing vertaald naar
de Helmondse praktijk.
In 2015 hebben wij een projectsubsidie aangevraagd voor het thema Geothermie. Een deel van deze
middelen zijn door het Rijk inmiddels toegezegd en zijn als dekking aan het UP toegevoegd.
De praktijk leert dat de daadwerkelijke uitkeringen aan het Gemeentefonds door het Rijk met enige
regelmaat (naar beneden) bijgesteld worden. Indien dit het geval is wordt dit in een volgend UP
gecorrigeerd.
2.3 Bijdragen van derden middels cofinanciering
In bepaalde gevallen kan bodemsanering alleen bewerkstelligd worden door cofinanciering. Dat wil
zeggen dat de gemeente Helmond als bevoegd gezag een deel van de saneringskosten betaalt. De
overige kosten worden dan gedragen door de formele probleembezitter, die vaak eigenaar van de
betreffende (bedrijfs)locatie is.
Bijdrage door de gemeente vind enkel plaats na een gedegen juridische beoordeling. De beoordeling
is de basis voor het bepalen van de verdeelsleutel. Zoals aangegeven vind dekking van de
gemeentelijke bijdrage plaats uit ter beschikking gestelde Rijksmiddelen.
Afhankelijk van de specifieke situatie wordt per project besloten wie initiatiefnemer is. Soms neemt de
probleembezitter het initiatief en draagt de gemeente bij, in andere gevallen neemt de gemeente het
initiatief en draagt de probleembezitter bij. Dit laatste is vaak het geval wanneer de probleembezitter
weinig expertise heeft om de betreffende sanering zelfstandig te initiëren.
In dit laatste geval wordt een samenwerkingsovereenkomst opgesteld, waarin onder andere de
financiële afspraken zijn vastgelegd. Immers er is sprake van een bijdrage van de probleembezitter
richting de gemeente Helmond. Via de overeenkomst wordt tevens voorkomen dat sprake is van
onrechtmatige staatssteun.
De gemeente verhaalt via de samenwerkingsovereenkomst vooraf een deel van de onderzoeks- en/of
saneringskosten bij de probleembezitter. Dit kostenverhaal heeft specifiek betrekking op de aanpak
van het betreffende geval van ernstige en vaak spoedeisende bodemverontreiniging. De opbrengsten
ervan zijn nodig voor de dekking van de kosten van het bevoegde gezag Wet bodembescherming. In
de situatie van kostenverhaal vooraf is dus geen sprake van "nieuwe middelen", maar is sprake van
middelen welke door de raad reeds volledig zijn bestemd voor de aanpak van de werkvoorraad
bodemsanering.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 8/24
2.4 Financieringsmethodiek
Jaarlijks worden acties en bijbehorende kosten voor de aanpak van de werkvoorraad bodemsanering
bepaald. Daarbij wordt de totale werkvoorraad, in dit geval van de peildatum 13 oktober 2016,
geprioriteerd. Vervolgens wordt de verdeling bepaald over de diverse financieringsbronnen (Rijk,
gemeente als marktpartij, derden).
2.4.1 Prioritering financiering uit Rijksmiddelen
Het Rijk stelt onvoldoende middelen beschikbaar om alle ernstig verontreinigde bodemlocaties te
saneren met Rijksmiddelen. Daarom worden er keuzes gemaakt voor de inzet van deze middelen.
Hieronder wordt gemotiveerd in welke volgorde de beschikbare middelen worden ingezet:
1: Sanering spoedlocaties
De sanering van de zogenaamde spoedlocaties heeft de hoogste prioriteit. Op deze locaties is sprake
van een (potentieel) risico voor mens of milieu. Echter de meeste spoedlocaties betreffen
bedrijfslocaties. Voor deze locaties is vaak voldoende financiering via de Bedrijvenregeling of via
eigen middelen voorhanden. Inzet van Rijksmiddelen vindt vooral plaats bij spoedlocaties, niet zijnde
bedrijfslocatie, of op bedrijfslocaties via een co-financieringsregeling. Hierbij geldt overigens ook het
uitgangspunt dat de sanering zoveel als mogelijk door de veroorzaker, eigenaar of gebruiker moet
worden betaald.
2: Bodemonderzoeken
De gemeente Helmond financiert een groot deel van het archief- en veldonderzoek op de locaties
waar mogelijk sprake is van een geval van ernstig bodemverontreiniging. Belangrijkste doel daarvan is
met een relatief geringe financiële inspanning snel duidelijkheid te verkrijgen over de daadwerkelijke
bodemkwaliteit en noodzakelijke vervolgaanpak. Deze (co)financiering leidt namelijk tot minder
stagnatie door terreineigenaren die niet willen (mee)betalen. Weigeren eigenaren desondanks
medewerking te verlenen, dan kan afhankelijk van de situatie het juridische (bevels)instrumentarium
worden ingezet en zal de eigenaar als dat mogelijk is voor de volle 100% opdraaien voor de kosten.
3: Geothermie
Binnen dit UP zijn middelen gereserveerd voor het thema Geothermie. Deze middelen betreffen ten
minste 1:1 de extra toegezegde middelen uit de projectsubsidie van 2016. Uitgangspunt is dat deze
toegekende middelen ook beschikbaar blijven voor dit thema en niet worden ingezet voor de reguliere
bodemsaneringsoperatie.
4: Overige saneringen
Indien na de programmering van de spoedsaneringen en de bodemonderzoeken en de andere
thema’s budget over is, dan wordt dat ingezet voor de sanering van de overige niet spoedeisende
gevallen van bodemverontreiniging voor projecten waarvan de gemeente Helmond zelf (mede)
initiator is. Daarbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- Financiering vindt alleen plaats voor die projecten waar de aanwezigheid van de bodem-
verontreiniging leidt tot stagnatie van ruimtelijke ontwikkelingen of waarbij sprake is van een
zwaarwegend maatschappelijk belang.
- Bij gebiedsontwikkeling dient sprake te zijn van een onrendabele top veroorzaakt door de
bodemverontreiniging.
- De bijdrage is in principe niet hoger dan 25% van de netto bodemsaneringskosten.
Het beschikbare budget voor deze saneringen wordt verdeeld over de verschillende jaarschrijven,
zonder dat daar vooraf specifieke projecten aan gekoppeld hoeven te zijn. Het toekennen van
middelen aan specifieke projecten gebeurd op basis van de hierboven benoemde uitgangspunten.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 9/24
Hierbij geldt vanzelfsprekend dat wanneer blijkt dat extra financiële inzet nodig is voor
spoedsaneringen of bodemonderzoeken dit ten kosten gaat van de inzet voor niet spoedeisende
saneringen.
2.4.2 Doelstelling sanering bij (co)financiering uit de Rijksmiddelen
Wanneer sprake is van (co)financiering uit de Rijksmiddelen, geldt als uitgangspunt dat de sanering
zo sober en doelmatig mogelijk moet worden uitgevoerd. Dat wil zeggen dat de verontreiniging in
principe niet geheel wordt verwijderd, maar dat wordt volstaan met het wegnemen van risico's. Deze
risico's worden conform landelijke afspraken bepaald aan de hand van het zogenaamde
Saneringscriterium2. De saneringslocatie wordt op die manier alleen geschikt gemaakt voor het
huidige, of op korte termijn, beoogde gebruik ervan. Dit houdt in dat aanvullende sanering voor
rekening van de initiatiefnemer nodig kan zijn als het gebruik van het terrein in de toekomst wijzigt.
2.4.3 Dynamiek en verantwoording
De bodemsaneringsoperatie en haar werkvoorraad hebben een dynamisch karakter. Er kan
bijvoorbeeld een extra geval van bodemverontreiniging worden ontdekt en op locaties die al onderdeel
zijn van de werkvoorraad kan de verontreiniging mee- of tegenvallen. Het college kan het programma
daarom naar believen wijzigen, zolang de kosten gedekt kunnen worden binnen de jaarschijf in de
begroting. Als dat niet het geval is zal de gemeenteraad tussentijds om een begrotingswijziging
worden gevraagd.
Na afloop van elk jaar wordt over dat jaar verantwoording afgelegd via het nieuwe UP. Bij de
actualisatie van het UP worden de nog niet afgeronde projecten uit de voorgaande jaarschijf gewoon
weer meegenomen. Uitgangspunt daarbij is uiteraard dat het eventuele restant aan middelen uit de
voorgaande jaarschijf weer beschikbaar is voor de vervolgaanpak.
2.5 Het Kostenmodel LDB 2004
Niet voor alle locaties is een locatie specifieke kostenraming gemaakt. Voor de locaties waar dit niet
het geval is wordt gebruikt gemaakt van het kostenmodel Landsdekkend Beeld 2004 dat is ontwikkeld
in opdracht van het ministerie van VROM.3
In het model wordt rekening gehouden met doorloop van locaties naar volgende fasen van onderzoek
en sanering. Het aantal locaties dat doorgaat naar een volgende fase in het onderzoeks- en
saneringstraject is bepaald op basis van de doorloopcijfers zoals die landelijk bij de nulmeting
Werkvoorraad in 2004 zijn bepaald.
2 Zie Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013, Staatscourant 2013-16675
3 Zie de rapportage ‘Kostenmodel Landsdekkend Beeld. Eindrapportage’ 14 juni 2004, ARCADIS/ReGister
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 10/24
3. PRIORITERING WERKVOORRAAD EN AANPAK THEMA’S
3.1 Werkvoorraad en volgorde
In 2004 is door de gemeente Helmond in het kader van het project Landsdekkend Beeld een overzicht
gemaakt van alle locaties op het gemeentelijk grondgebied waar een bodemverontreiniging is
aangetoond of waar op basis van historische activiteiten een ernstige bodemverontreiniging wordt
vermoed. Alle locaties waar nog vervolgacties noodzakelijk zijn om een ernstige verontreiniging in
beeld te brengen en/of te saneren worden beschouwd als de werkvoorraad.
Toelichting:
Op locaties waar de bodem wel verontreinigd is maar niet ernstig, bestaan per definitie geen risico’s voor de
volksgezondheid of het milieu. Het Rijk noch de gemeente in haar rol als bevoegd gezag Wbb hebben budget
voor de sanering van deze (licht tot matig) verontreinigde bodems. De aanpak wordt daarom overgelaten aan de
markt. Dit houdt in dat de bodemverontreiniging op deze locaties pas wordt aangepakt als dat vanuit een ander
kader nodig is, bijvoorbeeld bij verkoop of bij bouwactiviteiten.
Deze werkvoorraad wordt per locatie in een vaste volgorde aangepakt:
Uitvoeren Historisch en dossier onderzoek (HO)
Uitvoeren bodemonderzoek (OO/NO)
Uitvoeren saneringsonderzoek (SO/SP)
Uitvoeren sanering
Uitvoeren saneringsevaluatie
Nazorg restverontreiniging
Toelichting:
De bovenomschreven vervolgacties staan in volgorde van aanpak. Na elke actie kan blijken dat geen vervolg
meer nodig is. De gebruikte afkortingen zijn:
- Historisch vooronderzoek (HO): vaststellen of de verdenking van bodemverontreiniging terecht is.
- Oriënterend bodemonderzoek (OO): vaststellen of de locatie ernstig verontreinigd kan zijn.
- Nader onderzoek (NO): de ernst en omvang van de tijdens het OO aangetoond bodemverontreiniging
vaststellen.
- Saneringsonderzoek/saneringsplan (SO/SP): plannen van de werkzaamheden die nodig zijn om de risico's
weg te nemen en de noodzaak tot gebruiksbeperkingen en nazorgmaatregelen te minimaliseren.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 11/24
3.2 Afhandeling spoedlocaties
Op spoedlocaties is de verontreiniging van de bodem zodanig dat het gebruik van de bodem of de
mogelijke verspreiding van de verontreiniging kan leiden tot onaanvaardbare risico's voor mens, plant
of dier. Om deze reden heeft van aanpak van deze locaties de hoogste prioriteit en zijn op landelijk
niveau afspraken gemaakt over de aanpak ervan.
3.2.1 Afspraken in convenant voor de aanpak spoedlocaties
De gemeente Helmond hanteert, in lijn met het Convenant bodem en ondergrond 2016-2020 de
volgende doelstellingen voor de aanpak van de spoedlocaties, hierbij is per doelstelling aangegeven
wat de stand van zaken in Helmond is:
- Uiterlijk 2016 is, zover dat juridisch mogelijk is, van alle spoedlocaties de formele status
vastgelegd in een "beschikking op ernst en spoed".
o Dit is gebeurd, voor 1 locatie wordt op dit moment de beschikking ambtelijk
voorbereid. Verwacht wordt dat deze begin 2017 wordt vastgesteld.
- Spoedlocaties op basis van humane risico’s zijn uiterlijk in 2016 gesaneerd of de risico's van deze
locaties zijn dan in elk geval beheerst.
o Dit is gebeurd, betreffende locaties zijn gesaneerd, op 1 locatie zijn de risico’s
vooruitlopend op de sanering weggenomen met een tijdelijke beheersmaatregel.
- Spoedlocaties op basis van ecologische- en/of verspreidingsrisico’s zijn uiterlijk in 2020
gesaneerd, of de risico's van deze locaties zijn dan in elk geval beheerst.
o De saneringen van deze locaties zijn op dit moment in uitvoering, in afronding of in
voorbereiding. Uitgangspunt is dat de doelstelling van 2020 wordt gehaald.
- Wanneer een nieuwe potentiele spoedlocatie wordt ontdekt wordt de formele status hiervan zo
mogelijk uiterlijk in 2016, en anders zo spoedig mogelijk hierna, vastgelegd in een "beschikking op
ernst en spoed".
o Op dit moment zijn er geen “nieuwe” spoedlocaties bekend.
- Nieuwe spoedlocaties zijn uiterlijk in 2020 gesaneerd, of de risico's van deze locaties zijn in 2020
in elk geval beheerst. Indien dit niet haalbaar is, wordt zo spoedig mogelijk hierna met de sanering
of risicobeheersing gestart.
o Op dit moment zijn er geen “nieuwe” spoedlocaties bekend.
Samengevat:
Op alle spoedlocaties (zie de locatielijst in bijlage 1) is het onderzoekstraject afgerond. De formele
beschikkingen zijn of worden genomen uiterlijk in 2017. De uiterste startdatum voor de sanering wordt
daarbij vastgesteld op maximaal vier jaar na afgifte van de beschikking. Waar nodig zijn of worden
tijdelijke beveiligingsmaatregelen getroffen om de risico’s weg te nemen totdat het moment van
sanering is aangebroken.
Voor twee voormalige stortlocaties geldt dat het onderzoek weliswaar is afgerond, maar dat
aanvullende monitoring nodig is om de ontwikkeling van de aangetroffen grondwater verontreiniging
de komende jaren in de gaten te kunnen houden. Deze monitoringsplannen worden dit jaar opgesteld
en in gang gezet.
3.2.2 Afname spoedlocaties
Momenteel zijn er in totaal 12 (potentiële) spoedlocaties (zie de locatielijst in bijlage 1). Per peildatum
1 augustus 2016 was er in drie gevallen nog geen definitieve aanpak geformuleerd. Inmiddels is het
nagenoeg zeker dat al deze drie locaties op korte termijn afvallen als spoedlocaties. Er blijven dan
geen locaties over waarvoor nog geen aanpak is geformuleerd voor de aanpak van de betreffende
spoedlocatie.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 12/24
In onderstaande tabel is de afname van het aantal nog te saneren of beheersen locaties met label
spoed binnen de werkvoorraad aangegeven.
Tabel 1: afname spoedlocaties
jaar aantal spoedlocaties, nog in behandeling
(peildatum 1 augustus)
2008 125
2009 78
2010 46
2011 19
2012 7
2013 13
2014 8
2015 9
2016 3
3.3 Afhandeling niet-spoedlocaties
De overige werkvoorraadlocaties moeten voor 2030 zijn aangepakt.
De gemeente Helmond heeft met betrekking tot de overige werkvoorraad de ambitie om alle locaties
tot en met een nader bodemonderzoek te onderzoeken. Na uitvoering van een nader onderzoek is
immers pas duidelijk of sprake is van onacceptabele risico's voor de volksgezondheid of het milieu.
Ook kunnen de vervolgkosten nauwkeuriger geraamd worden als een nader onderzoek is uitgevoerd.
De laatste reden om locaties tot het niveau van het nader onderzoek te onderzoeken is dat het dan
mogelijk is de status van de verontreiniging formeel vast te stellen via een "beschikking op ernst en
spoed" waarmee bodemsanering zo nodig afgedwongen kan worden.
3.3.1 Historisch Onderzoek (HO)
De afgelopen jaren is een groot aantal HO’s uitgevoerd. Het gaat dan om locaties waar nog helemaal
geen onderzoeksgegevens van bekend zijn, maar die wel verdacht zijn met betrekking tot de
aanwezigheid van bodemverontreiniging. Op dit moment zijn bijna alle HO locaties onderzocht. Wel
komen er lopende de bodemsaneringsoperatie steeds weer nieuwe locaties bij waar een historisch
onderzoek uitgevoerd dient te worden. Uitgangspunt is om alle nieuwe HO locaties direct, uiterlijk in
het eerst volgende jaar te onderzoeken.
Indien uit het HO blijkt dat de locatie (mogelijk) sterk verontreinigd is, zal aansluitend een oriënterend
bodemonderzoek uitgevoerd worden en indien noodzakelijk een nader bodemonderzoek. Indien
hierbij nog aanvullende (potentiële) spoedlocaties naar voren komen, zullen deze naar het
spoedtraject worden verplaatst en met voorrang worden aangepakt.
3.3.2 Oriënterend onderzoek (OO)
Wanneer uit een HO, of andere gegevens, blijkt dat een locatie mogelijk verontreinigd is dient een OO
uitgevoerd worden. Doel van een OO is om te bepalen of op een locatie daadwerkelijk een sterke
bodemverontreiniging aanwezig is. Aangezien de gemeente Helmond de ambitie heeft om op alle
locaties in de werkvoorraad te bepalen of sprake is van ernstige bodemverontreiniging, wordt de
eerstvolgende stap (OO) in principe in de komende jaarschijf uitgevoerd. Op deze wijze is snel
duidelijk bij welke locaties de volgende fase (nader onderzoek) noodzakelijk is. De omvang van de
voorraad OO locaties is daarom ook zeer beperkt.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 13/24
3.3.3 Nader onderzoek (NO)
De grootste groep locaties in de werkvoorraad heeft als vervolgactie ‘uitvoeren NO’. Op deze locaties
zijn bij bodemonderzoek al sterke verontreinigingen aangetoond. Doel van het NO is het vaststellen
van de omvang van de verontreiniging en de risico's die daarmee samenhangen.
De gemeente Helmond is voornemens om voor alle locaties in de werkvoorraad het NO te initiëren.
Dit NO kan bestaan uit het uitvoeren van een bodemonderzoek. In verschillende aantal gevallen
volstaat echter een afhandeling via een ambtelijke beoordeling. Hierbij wordt op een gestructureerde
wijze de status van de locaties bepaald op basis van alle beschikbare onderzoeksgegevens. Dit kan
resulteren is het afronden van de locatie, zonder dat aanvullend veldonderzoek ter plaatse
noodzakelijk is.
Na het uitvoeren van deze stap kan, wanneer dit wenselijk is, de gemeente Helmond als bevoegd
gezag de status van een locatie in een beschikking formeel vaststellen en is de status en de mogelijke
noodzakelijke vervolgaanpak voor eenieder duidelijk. Hiernaast zorgt deze aanpak ervoor dat nu nog
niet bekende spoedeisende locaties worden opgespoord.
Indien uit het NO en de formele beschikking blijkt dat sprake is van een saneringsplicht, zal direct
onderzocht worden welke partij dan het initiatief moet nemen en wie moet betalen.
Het uitvoeren van een nader bodemonderzoek is in veel gevallen een complexe operatie die vaak ook
fasegewijs uitgevoerd moet worden, dit samen met noodzakelijke toestemming van terreineigenaren
maakt het lastig om doorlooptijden vooraf goed in te schatten. Uit de praktijk blijkt dat onder deze
condities jaarlijks een beperkt aantal NO kunnen worden geïnitieerd door de gemeente. Om die reden
wordt de uitvoering van de totale werkvoorraad NO uitgesmeerd over meerdere jaren.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 14/24
3.3.4 Acties na het NO
Voor een deel van de locaties in de werkvoorraad is reeds in een NO vastgesteld dat een ernstige
verontreiniging aanwezig is zonder noodzaak tot spoedige sanering. Verdere aanpak van deze
locaties is pas nodig als het gebruik van het terrein zou wijzigen. Het initiatief voor verdere aanpak ligt
dan bij de eigenaar van het terrein.
In de komende periode zal de status van de bodemverontreiniging op deze locaties, voor zover dat
nog niet gebeurd is, worden vastgelegd in:
- een formele "beschikking op ernst en spoed", of in
- een ambtelijke beoordeling.
Uitgangspunt in beide situaties is dat de status van de bodemverontreiniging eenduidig en voor
derden kenbaar is vastgelegd. Behalve de registraties bij het Kadaster wordt daarvoor ook het
gemeentelijk bodeminformatiesysteem gebruikt dat deels ontsloten is via de website
www.bodemloket.nl/kaart.
3.3.5 Nazorg of monitoring
Indien na de sanering restverontreiniging in de bodem achtergebleven is, zijn soms
nazorgmaatregelen nodig ter voorkoming van een vermindering of bedreiging van de functionele
eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier.
Bij locaties waar nazorgmaatregelen genomen worden, worden vooraf de nazorgkosten geraamd en
wordt daarvoor financiële zekerheid verlangd. Er zijn momenteel geen locaties waar het bevoegde
gezag financieel moet bijdragen aan de kosten voor de nazorg. Voor deze locaties zijn daarom verder
geen acties geprogrammeerd in het kader van de aanpak werkvoorraad (wel het reguliere toezicht en
handhaving).
Hiernaast is het mogelijk dat op een locatie monitoring van de bodemkwaliteit plaatsvindt. Hiervan kan
sprake zijn zonder dat er actief gesaneerd is, of dat sprake is van een formele saneringsnoodzaak.
Een monitoringsmaatregel wordt genomen als het noodzakelijk is om de invloed van een aanwezige
verontreiniging op de omgeving te bewaken.
3.4 Thema’s
Naast de geprogrammeerde aanpak van de werkvoorraadlocaties zijn in dit UP ook vier thema’s
benoemd die geprogrammeerd worden via dit UP. Het betreft de volgende thema’s:
- Geothermie
- Reservering Risicolocaties
- Overige saneringen
Deze thema’s worden in de volgende paragraven toegelicht.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 15/24
3.5 Geothermie
In aansluiting op onze gemeentelijke doelstelling “Helmond klimaat neutraat in 2035” heeft de
gemeente Helmond forse ambities op het gebied van duurzame gebruik van de ondergrond en dan
met name via geothermie. Dit thema sluit aan op het Convenant bodem en ondergrond 2016-2020
waar in paragraaf 2.2 over is gesproken.
3.5.1 Wat is geothermie
Geothermie (ook wel aardwarmte) is warmte die van nature aanwezig is diep in de aarde. Hoe dieper
we de aarde ingaan, hoe warmer het wordt. Hier bevindt zich heet water dat kan worden opgepompt
om woningen te verwarmen en bedrijven te laten produceren, met warm water of via stoom. Er moet
geboord worden tot een diepte van minimaal 2.700 meter, hier is water aanwezig van ongeveer
tachtig graden. Dit water wordt opgepompt, waarna met een warmtewisselaar de warmte uit het water
wordt gehaald. Het afgekoelde water wordt terug de bodem ingepompt. Geothermie is schoon,
betrouwbaar en duurzaam. En de ondergrond onder Helmond is waarschijnlijk geschikt voor de
toepassing hiervan. De aanleg van een geothermie-installatie vergt een grote investering aan de
voorkant. Onderzoek naar de juiste locatie en diepte is kostbaar, evenals de noodzakelijke diepe
boring. Om die reden is het noodzakelijk om samen met partners en leveranciers op te trekken om
geothermie installaties ook daadwerkelijk aangelegd te krijgen.
3.5.2 Rol gemeente Helmond
Vaststaat dat geothermie een forse bijdrage kan leveren aan onze klimaatdoelstellingen. Daarom is de
gemeente Helmond voortrekker en regisseur om geothermie projecten in onze regio van de grond te
krijgen. Hierbij kijken we over onze eigen gemeentegrenzen heen en zetten ons ook in voor de
realisatie van installaties buiten Helmond. Dit is ook noodzakelijk omdat de locatie sterk wordt
beïnvloed door de aanwezigheid van grootverbruikers en de gesteldheid van de bodem. We richten
ons nu op vijf geothermie locaties in Brabant. Eén van die bronnen is gepland in (regio) Helmond. Het
is de bedoeling om het de stadsverwarming in Brouwhuis en Rijpelberg aan te sluiten op geothermie,
en deze 100% duurzaam te maken. Daarnaast wordt onderzoek uitgevoerd naar een bron in Lieshout
(bij bierbrouwer Bavaria) en in Asten/Someren (voor de verwarming van kassen). De overige twee
bronnen zijn gepland in de regio Tilburg/Breda.
3.5.3 Green Deal Geothermie
Op 14 april 2016 heeft wethouder Smeulders namens 14 Brabantse partijen een convenant met het
ministerie van Economische zaken gesloten: Green Deal Geothermie Brabant Breed. Middels deze
deal is verdergaand bodemonderzoek voor de regio Helmond/Zuidoost-Brabant vastgelegd en worden
de vijf genoemde projecten binnen Brabant ook daadwerkelijk opgetuigd.
In 2017 wordt onder andere seismologie onderzoek uitgevoerd om te bepalen wat in de regio de beste
locaties zijn voor de geothermiebronnen. Gemeente Helmond betaalt als ondertekenaar van de Green
Deal Geothermie mee aan dat onderzoek. Dekking van deze kosten vindt plaats via de middelen die
via dit UP beschikbaar zijn gesteld.
3.5.4 Budget
Door het Rijk is extra budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van taakstellingen die verwoord
zijn in het convenant bodem en ondergrond 2016-2020. Duurzaam gebruik van de ondergrond,
waaronder geothermie, maakt hier onderdeel van uit. Eind 2015 heeft de gemeente Helmond een
beroep gedaan op deze extra middelen voor een bijdrage aan de haalbaarheidsstudie voor
geothermie in de regio.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 16/24
Onze aanvraag heeft geresulteerd in een toekenning van aanvullend budget voor een bedrag van
€ 322.000,-. Deze middelen worden in vier jaarschijven via het gemeentefonds uitgekeerd en op basis
van een eerder raadsbesluit (zie paragraaf 2.1.2) toegevoegd aan de middelen voor de uitvoering van
dit UP. Dit totale toegezegde bedrag blijft binnen dit UP gereserveerd voor het thema geothermie.
In 2017 zal het grootste deel van dit budget (circa € 210.000,-) worden geïnvesteerd in een bijdrage
aan het eerder genoemde vooronderzoek. Aan dit onderzoek dragen tevens de Provincie , Brabant
Water en het Ministerie van Economische zaken bij en voor een kleiner gedeelte de betrokken
marktpartijen.
Het restant budget wordt in de jaren daarna besteed voor de verdere implementatie van geothermie in
de regio, de daadwerkelijke besteding is onder andere afhankelijk van de uitkomst van het
vooronderzoek.
3.6 Reservering risicolocaties (vangnet Wet bodembescherming)
In het UP is rekening gehouden met een forse bijdrage door marktpartijen voor de uitvoering van
bodemsaneringen. In principe is er alleen sprake van een bijdrage uit Rijksmiddelen voor een
spoedeisende sanering op een niet bedrijfslocatie. De geraamde bijdrage bedraagt dan 50% van de
saneringskosten. Overige saneringen dienen geheel door marktpartijen te worden betaald.
Vast staat dat de marktpartijen niet in alle gevallen formeel verplicht kunnen worden tot een
(relevante) bijdrage in de saneringskosten. Het bevoegde gezag moet in deze situatie fungeren als
financieel vangnet, dit kan tot aanzienlijke kosten voor de gemeente Helmond leiden. Op basis van
een analyse van de locaties op de werkvoorraad bodemsanering is een inschatting gemaakt van dit
financiële risico in de komende jaren. Dit is opgenomen als thema in de locatielijst van het UP.
Dit risico blijft aanwezig in de werkvoorraad zolang nog niet voor alle spoedlocaties formeel een
probleembezitter is aangewezen en de sanering financieel is afgerond. Tot die tijd zal dit thema in het
uitvoeringsprogramma worden gehandhaafd.
3.7 Overige saneringen
Vanuit het UP ligt de eerste prioriteit bij de aanpak en sanering van de spoedlocaties. Hiernaast
worden er in Helmond ook locaties gesaneerd die wel ernstig zijn verontreinigd, maar niet spoed-
eisend zijn. Deze saneringen worden uitgevoerd vanwege dynamiek op de locatie of vanwege andere,
vaak maatschappelijke, redenen.
Zolang de programmering van de onderzoeken en de sanering van de spoedlocaties het toelaat,
wordt in dit UP ook budget gereserveerd voor de sanering van deze locaties. Vanwege het beperkte
budget en de potentieel grote vraag dienen projecten wel aan een aantal criteria te voldoen. Deze zijn
beschreven in paragraaf 2.4.1.
Het beschikbare budget voor de overige saneringen wordt in dit UP verdeeld over een aantal
jaarschrijven zonder dat daar vooraf specifieke projecten aan gekoppeld hoeven te zijn. Hierdoor
wordt enerzijds inzichtelijk wat de verwachte budgetruimte is voor de komende jaren en anderzijds
kan binnen de lopende jaarschrijf direct budget worden ingezet wanneer dit vanwege de dynamiek
wenselijk is. De afweging hiervoor wordt ambtelijk gemaakt op basis van de criteria beschreven in
paragraaf 2.4.1.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 17/24
4. RESULTATEN AANPAK WERKVOORRAAD IN 2016
4.1 Aanpak werkvoorraad
Uit onderstaande tabel volgt dat de totale werkvoorraad in 2016 is afgenomen met 35 locaties. Dit is in
lijn met de vooraf opgestelde programmering.
Tabel 2: afname werkvoorraad
vervolgactie 2009 2010 2011 2012 2013 2016 2015 2016
uitvoeren HO 225 182 12 6 9 7 1 1
uitvoeren OO 128 75 81 37 33 18 11 7
uitvoeren NO 376 350 312 292 134 75 47 31
opstellen SO/ SP 40 38 12 3 6 6 5 3
uitvoeren sanering 14 26 18 18 14 13 12 4 uitvoeren (sanerings-) evaluatie 13 7 8 7 3 12 11 5
nazorg restverontreiniging 13 12 4 2 0 0 1 0
totale locaties in de werkvoorraad 809 690 447 365 199 131 88 51
aantal nog aan te pakken spoedlocaties 78 46 19 7 13 8 5 3
4.2 Financiën
In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de financiële stand van zaken per 13 november
2016 voor de jaarschijf 2016.
Tabel 3: Financiën 2016
Omschrijving Kosten
Beschikbaar budget € 2.037.563
Realisatie (incl. verplichting) € 330.363
Saldo 2016 € 1.707.200
Zoals uit tabel 3 blijkt is in 2016 minder geld uitgegeven dan vooraf geprogrammeerd, dit heeft de
volgende redenen:
- het beschikbare budget voor 2016 is gebaseerd op een raming die is opgesteld in 2014. Gezien
de grote dynamiek van het UP en het verschil is tijd loopt deze oude prognose vaak niet in lijn met
de daadwerkelijke uitgave in 2016.
- Voor 2016 was circa 1,5 miljoen euro gereserveerd voor de sanering van diverse spoedlocaties.
Deze projecten zitten nog in de opstartfase, in 2016 zijn hiervoor nog geen uitvoeringskosten
gemaakt. Dit budget is doorgeschoven naar de periode 2017-2019.
- Een groot aantal locaties op de werkvoorraad kon in 2016 administratief afgehandeld worden met
enkel dossieronderzoek en een ambtelijke beoordeling. Het uitvoeren van duur bodemonderzoek
was anders dan geprogrammeerd, in deze gevallen niet noodzakelijk.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 18/24
5. PROGRAMMERING 2017
5.1 Algemeen
De uitvoering van de werkzaamheden in het jaar 2017 wordt de “harde werkvoorraad” genoemd. Voor
dit jaar zijn per locatie de werkzaamheden met de daaraan verbonden kosten weergegeven. Deze
jaarschijf vorm de basis voor de uitvoering van de werkzaamheden voor de aanpak van de
bodemsaneringsoperatie.
Voor de kosten van saneringen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- Voor sanering van bedrijfsterreinen moet een beroep gedaan worden op de Bedrijvenregeling of
financiering uit eigen middelen.
- Saneringskosten van spoedlocaties (niet zijnde bedrijfslocaties) worden in principe voor maximaal
50% uit Rijksmiddelen betaald.
- Voor locaties zonder noodzaak tot spoedige sanering worden voor de sanering geen
Rijksmiddelen gereserveerd, tenzij sprake is van sanering van een locatie op gemeentelijk
initiatief, zoals verwoord in paragraaf 2.4.1.
- Voor saneringen waar de gemeente Helmond fungeert als "vangnet", dient mogelijk meer dan
50% betaald te worden uit Rijksmiddelen. Wanneer hier zicht op is, is in dit UP rekening gehouden
met de reële raming van de saneringskosten.
5.2 Invulling uitvoeringsprogramma en kostenraming
In onderstaande tabel zijn de onderdelen uit het uitvoeringsprogramma bodemsanering weergegeven
die in 2017 worden uitgevoerd inclusief de geraamde kosten en de dekking ervan. Voor een nadere
specificatie van de betreffende locaties wordt verwezen naar de Locatielijst UP in bijlage 1.
Tabel 4: Jaarschrijf 2017
kosten
VERVOLG WBB samenvatting aantallen Rijk Derden Gemeente
uitvoeren HO 1 € 307
uitvoeren OO 4 € 8.400
uitvoeren NO 17 € 131.000
opstellen SO/ SP 3 € 267.462
uitvoeren sanering 4 € 289.794 € 3.107.699 € 20.000
uitvoeren (sanerings-) evaluatie 5 € 166.414 € 659.977
nazorg/ monitoring 2 € 20.000
thema geothermie
€ 210.000
thema reservering risicolocaties
€ 100.000
thema overige saneringen
€ 125.000
Eindtotaal 36 € 1.318.376 € 3.767.676 € 20.000
toelichting: - Rijk = Decentralisatie-uitkeringen aan het gemeentefonds.
- Derden = Middelen van derden (marktpartijen, niet zijnde de gemeente).
- Gemeente = Gemeentemiddelen niet zijnde Rijksmiddelen (gemeente als marktpartij).
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 19/24
6. PROGRAMMERING 2018-2030
6.1 Algemeen
In hoofdstuk 5 is jaarschijf 2017 concreet weergegeven in aantallen te onderzoeken locaties per fase
met de daaraan verbonden kosten. De programmering loopt echter door ook na 2017. In deze periode
zullen nog verschillende locaties worden opgepakt. Bovendien zal op een deel van de locaties waar
onderzoek loopt of die worden opgepakt in 2017 “doorloop” (verder onderzoek) ontstaan in de periode
tot uiterlijk 2030. Om deze reden is voor de programmering na 2017 alleen een prognose te geven,
deze wordt in dit hoofdstuk uitgewerkt.
Op een deel van de locaties die wordt opgepakt zal verder onderzoek noodzakelijk zijn (doorloop). Of
dit het geval is blijkt pas na afronding van de eerste vervolgstap. Dit betekent dus dat het daad-
werkelijke aantal te onderzoeken locaties in 2018 en verder waarschijnlijk hoger is dan in dit hoofdstuk
weergegeven
6.2 Uitwerking periode 2018-2020
In onderstaande tabellen worden per jaarschijf de werkzaamheden tot en met 2018 weergegeven met
geraamde kosten en dekking. Het gaat hier om de op te starten projecten, dus exclusief de doorloop
uit voorgaande jaren.
6.2.1 Jaarschijf 2018
In onderstaande tabel zijn de onderdelen uit het uitvoeringsprogramma bodemsanering weergegeven
die in 2018 worden uitgevoerd inclusief de geraamde kosten en de dekking ervan. Voor een nadere
specificatie van de betreffende locaties wordt verwezen naar de Locatielijst UP in bijlage 1.
Tabel 5: Jaarschrijf 2018
kosten
onderdeel aantallen Rijk Derden Gemeente
uitvoeren HO
uitvoeren OO 3 € 6.300
uitvoeren NO 7 € 58.800
opstellen SO/ SP
uitvoeren sanering
uitvoeren (sanerings-) evaluatie
nazorg/ monitoring
thema geothermie
€ 60.000
thema reservering risicolocaties
€ 450.000
thema overige saneringen
€ 125.000
Totaal 10 € 700.100 € 0 € 0
toelichting:
- Rijk = Decentralisatie-uitkeringen aan het gemeentefonds.
- Derden = Middelen van derden (marktpartijen, niet zijnde de gemeente).
- Gemeente = Gemeentemiddelen niet zijnde Rijksmiddelen (gemeente als marktpartij).
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 20/24
6.2.2 Jaarschijf 2019
In onderstaande tabel zijn de onderdelen uit het uitvoeringsprogramma bodemsanering weergegeven
die in 2019 worden uitgevoerd inclusief de geraamde kosten en de dekking ervan. Voor een nadere
specificatie van de betreffende locaties wordt verwezen naar de Locatielijst UP in bijlage 1.
Tabel 6: Jaarschrijf 2019
kosten
onderdeel aantallen Rijk Derden Gemeente
uitvoeren HO
uitvoeren OO
uitvoeren NO 7 € 58.800
opstellen SO/ SP
uitvoeren sanering
uitvoeren (sanerings-) evaluatie
nazorg/ monitoring
thema geothermie
€ 62.226
thema reservering risicolocaties
€ 2.330.000
thema overige saneringen
€ 125.000
Totaal 7 € 2.576.026 € 0 € 0
toelichting:
- Rijk = Decentralisatie-uitkeringen aan het gemeentefonds.
- Derden = Middelen van derden (marktpartijen, niet zijnde de gemeente).
- Gemeente = Gemeentemiddelen niet zijnde Rijksmiddelen (gemeente als marktpartij).
6.2.3 Jaarschijf 2020
Vooralsnog worden voor de jaarschijf 2020 en verder alleen werkzaamheden voorzien die betrekking
hebben op de doorloop, dat wil zeggen de vervolgacties die voortkomen uit de werkzaamheden die
worden uitgevoerd tussen 2017 en 2020. Deze worden specifiek beschreven in de volgende
paragraaf.
6.3 Doorloop 2018-2030
Op een deel van de locaties die in de periode 2017-2020 wordt opgepakt, zal na de eerste stap verder
onderzoek noodzakelijk blijken. Dit noemen we "doorloop", en de kosten ervan zijn in voorgaande
paragrafen nog niet in de ramingen meegenomen. Dit is wel nodig om in te kunnen schatten of de DU
voldoende middelen bevat voor afronding van de bodemsaneringsoperatie.
Op dit moment is onbekend welke locaties leiden tot doorloop, alleen de totale doorloopkosten kunnen
met het kostenmodel worden geraamd. In onderstaande tabel is op basis van expert judgement een
grove verdeling van de doorloopkosten gemaakt voor de periodes tot en met 2030.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 21/24
Tabel 7: Doorloopkosten
financier 2018 2019 2020 2021-2030 totaal
Rijk € 1.027.721 € 13.457
€ 1.041.178
Derden € 6.441.710 € 617.868 € 359.142
€ 7.418.720
Gemeente als marktpartij € 325.670 € 0 € 143.657
€ 469.327
Totaal € 7.795.101 € 631.325 € 502.799 € 0 € 8.929.225
toelichting:
- Rijk = Decentralisatie-uitkeringen aan het gemeentefonds.
- Derden = Middelen van derden (marktpartijen, niet zijnde de gemeente).
- Gemeente = Gemeentemiddelen niet zijnde Rijksmiddelen (gemeente als marktpartij).
Uit deze tabel blijkt dat wordt verwacht dat voor de totale doorloopkosten (2018-2030) nog € 1.041.178 nodig is aan Rijksmiddelen. Dit komt dus bovenop de kosten zoals genoemd in paragraaf 6.2.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 22/24
7. LINK MET DE GEMEENTELIJKE BEGROTING
7.1 Algemeen
Sinds 2010 is de bodemsaneringsoperatie opgenomen in de exploitatie. Het college legt behalve via
de begrotingscyclus ook via het jaarlijks bij te stellen uitvoeringsprogramma verantwoording af en
maakt daarbij meteen een nieuwe (meerjaren)raming voor het vervolg. In dit hoofdstuk is de relatie
tussen dit uitvoeringsprogramma en de gemeentelijke begroting weergegeven.
7.2 Begroting 2017
In de begroting voor 2017 (programma 12 Milieu) is een bedrag opgenomen van
€ 2.045.713
ter dekking van het UP. Uit het onderliggende UP blijkt dat dit voldoende is ter dekking van de
geraamde kosten met betrekking tot de Rijksbijdrage.
Tabel 8: link met begroting 2017
Omschrijving Kosten
Totale kosten uit Rijksbijdrage in 2017 € 1.318.376
in programmabegroting 2017 € 2.045.713
overschot € 727.337
Het budget dat opgenomen is in de programmabegroting is hoger dan het noodzakelijke budget.
Reden hiervan is dat het bedrag in de programmabegroting 2017 is gebaseerd op een raming uit
2016. In de tussenliggende periode is de programmering voor 2017 aangepast.
Het grootste deel van het bedrag in de programmabegroting 2017 betreft reserveringen voor het
uitvoeren van complexe bodemsaneringen bij derden. De voorbereidingen van deze saneringen duurt
langer dan in 2016 verwacht. Dit hangt sterk samen met het feit dat wij vaak geen eigenaar zijn van de
locatie en voor de uitvoering dus sterk afhankelijk zijn van de medewerking van derden. Voor deze
saneringen blijft de reservering staan, maar het moment van uitgave is in het huidige UP van 2017
verschoven naar de volgende jaren.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 23/24
7.3 Totale begroting
7.3.1 Noodzakelijk budget (bijdrage Rijksmiddelen)
In onderstaande tabel is het noodzakelijk budget voor het gehele uitvoeringsprogramma
weergegeven. Deze kosten hebben alleen betrekking op de kosten van de gemeente als bevoegd
gezag. Deze worden volledig uit de Rijksmiddelen voor bodemsanering gedekt. Dekking van dit
budget vindt plaats via programma 12 Milieu van de gemeentebegroting.
Tabel 9: noodzakelijk budget
jaarschijf 2017 2018 2019 2020 2021-2030 totaal
kosten eerste stap € 1.318.376 € 700.100 € 2.576.026 € 0 € 0 € 4.594.503
kosten doorloop
€ 1.027.721 € 13.457 € 0 € 0 € 1.041.178
totaal € 1.318.376 € 1.727.821 € 2.589.483 € 0 € 0 € 5.635.681
7.3.2 Beschikbaar budget (bijdrage Rijksmiddelen)
In onderstaand overzicht zijn de voor bodemsanering beschikbare Rijksmiddelen weergegeven.
Tabel 10: beschikbaar budget
Omschrijving Bedrag
Beschikbare Rijksmiddelen per 1-1-2017 € 5.642.209
noodzakelijke bijdrage uit Rijksmiddelen € 5.635.681
Overschot € 6.529
Uit deze tabel blijkt dat er voldoende Rijksmiddelen beschikbaar zijn voor de uitvoering van de
bodemsaneringsoperatie.
Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Status: definitief 24/24
8. COLOFON
Opdrachtgever: S. Visser, manager team Expertise en Ontwerpen
Dossier: Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
Omvang: 24 pagina's, excl. bijlagen
Auteur: P. Meuken, team Expertise en Ontwerpen
Bijdrage: F. Van den Boomen, M. Nass
Datum: 30 mie 2017
Bijlage bij Uitvoeringsprogramma bodemsanering en ondergrond 2017-2020
BIJLAGE 1
Locatielijst UP
Bijlage 1: Locatielijst UP Bodemsanering 2017-2020
Locatiecode Naam Actie Spoed Jaarschijf Rijk Derden Gemeente Totaal Jaarschijf Rijk Derden Gemeente totaal Rijk Derden Gemeente Totaal
AA079400021 Hoogeindsestraat-Suytkade EVA JA 2017 € 166.414 € 659.977 € 0 € 826.391 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 166.414 € 659.977 € 0 € 826.391
AA079400022 Binnen Parallelweg 27, Vlisco EVA JA 2017 € 0 € 0 € 0 € 0 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
AA079400036 Churchill-laan 201 NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079400095 Kanaaldijk N.W. 71-73 (Nedschroef) NO JA 2017 € 5.000 € 0 € 0 € 5.000 2018 € 0 € 3.800.000 € 0 € 3.800.000 € 5.000 € 3.800.000 € 0 € 3.805.000
AA079400100 Kanaaldijk Z.W. 1 (Keijzer) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079400104 Kanaaldijk Z.W. 9 (Lavans) NAZ JA 2017 € 0 € 0 € 0 € 0 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
AA079400200 NAVOS Groot Goor NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 0 € 71.828 € 71.828 € 8.400 € 0 € 71.828 € 80.228
AA079400206 NAVOS Oude AA (Kanaaldijk N.O. 96-104B) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400
AA079400213 NAVOS Leemkuilen STD en Leemkuilen fout 2017 € 10.000 € 0 € 0 € 10.000 2018 € 100.000 € 0 € 0 € 100.000 € 110.000 € 0 € 0 € 110.000
AA079400226 Molenstraat 169-173 NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079400227 NAVOS Stipdonkseweg (I)/ Nieuwe Aa fout 2017 € 10.000 € 0 € 0 € 10.000 2018 € 100.000 € 0 € 0 € 100.000 € 110.000 € 0 € 0 € 110.000
AA079400348 Keizerin Marialaan 3 NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079400378 Marktstraat 27 SAN JA 2017 € 0 € 12.500 € 0 € 12.500 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 12.500 € 0 € 12.500
AA079400380 Montgomeryplein 6 (Atlant) EVA JA 2017 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
AA079400390 Churchill-laan 202A NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079400409 Medevoort 23 NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079400642 Mierloseweg 169 (vml. Raaymakers) EVA JA 2017 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
AA079400653 Zuiddijk 10 NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079400687 Europaweg 16 NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079400707 Meester Strikstraat 8 (Meulendijks/ MGV vastgoed) SO/SP JA 2017 € 118.731 € 0 € 0 € 118.731 2018 € 0 € 1.670.000 € 0 € 1.670.000 € 118.731 € 1.670.000 € 0 € 1.788.731
AA079400885 Achterdijk 11 / Zuiddijk 10 OO 2017 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2018 € 4.486 € 38.356 € 0 € 42.842 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942
AA079401090 Heistraat 90 (-108) chem. wasserij SAN JA 2017 € 230.000 € 0 € 0 € 230.000 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 230.000 € 0 € 0 € 230.000
AA079401107 Hoofdstraat 54 NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079401626 Scheepstal (oude loc. 6) OO 2017 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2018 € 4.486 € 38.356 € 0 € 42.842 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942
AA079401914 Kanaaldijk N.O. 106-110 NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079402118 Gasthuisstraat 19-21 NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079402170 Montgomerystraat 12 (Berendsen Textiel services) SAN JA 2017 € 0 € 3.095.199 € 0 € 3.095.199 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 3.095.199 € 0 € 3.095.199
AA079402690 Veestraat 2-4 SO/SP JA 2017 € 30.000 € 0 € 0 € 30.000 2018 € 15.000 € 0 € 0 € 15.000 € 45.000 € 0 € 0 € 45.000
AA079402912 Rooseindsestraat 45 OO 2017 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2018 € 4.486 € 38.356 € 0 € 42.842 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942
AA079403105 Molenstraat 127 NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079403135 Mierloseweg 14 SO/SP JA 2017 € 118.731 € 0 € 0 € 118.731 2018 € 788.500 € 100.000 € 0 € 888.500 € 907.231 € 100.000 € 0 € 1.007.231
AA079403258 Lieshoutseweg 67-71 NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079403355 Keersluisweg (motorcrossterrein) OO 2017 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2018 € 4.486 € 0 € 38.356 € 42.842 € 6.586 € 0 € 38.356 € 44.942
AA079403483 Houtsestraat 56 OO 2018 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2019 € 4.486 € 38.356 € 0 € 42.842 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942
AA079403546 Hoofdstraat 130A NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079403718 Europaweg 101 NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079403861 Dijksestraat 39 NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079408010 Noorddijk 7 (autobedrijf) OO 2018 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2019 € 4.486 € 38.356 € 0 € 42.842 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942
AA079408045 Kanaaldijk Z.O. 108-120 en Engelseweg 1-7 (Cacaofabriek) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 0 € 71.828 € 71.828 € 8.400 € 0 € 71.828 € 80.228
AA079408155 Kanaaldijk Z.W. 5 (DWZ / De Wit) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079408209 Kanaaldijk Z.W. 5A,B,D,E (Keijzer) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079408220 Geldropseweg 6a (vml.) - autosloperij NO 2018 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2019 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079408240 Kruisschot (ABdK) NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 0 € 71.828 € 71.828 € 8.400 € 0 € 71.828 € 80.228
AA079408363 Twentehof 166 NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079408483 Steenweg (VOCl-verontreiniging) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 0 € 71.828 € 71.828 € 8.400 € 0 € 71.828 € 80.228
AA079408599 De Bundertjes NO 2017 € 0 € 0 € 0 € 0 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
AA079408635 Ruwe Putten (STH, Sectie B, nr 1323) NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079408637 Medevoort (HMD, sectie U, nr 2192) OO 2018 € 2.100 € 0 € 0 € 2.100 2019 € 4.486 € 38.356 € 0 € 42.842 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942
AA079408660 Oxrooi NO 2019 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2020 € 0 € 0 € 71.828 € 71.828 € 8.400 € 0 € 71.828 € 80.228
AA079408793 Haagse Beemdweg achter Kanaaldijk Z.W. 5A-E NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 0 € 71.828 € 71.828 € 8.400 € 0 € 71.828 € 80.228
AA079408847 Brandevoortsedreef, perceel U 05251 HO 2017 € 307 € 0 € 0 € 307 2018 € 6.279 € 38.356 € 0 € 44.635 € 6.586 € 38.356 € 0 € 44.942
AA079408857 Churchill-laan ong (F 610), stort harsberg NO 2017 € 8.400 € 0 € 0 € 8.400 2018 € 0 € 71.828 € 0 € 71.828 € 8.400 € 71.828 € 0 € 80.228
AA079408898 Beemdweg - strook rondom woonwagenlocatie SAN 2017 € 59.794 € 0 € 20.000 € 79.794 2018 € 0 € 0 € 0 € 0 € 59.794 € 0 € 20.000 € 79.794
NVT Geothermie 2017 GEO 2017 € 210.000 € 0 € 0 € 210.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 210.000 € 0 € 0 € 210.000
NVT Geothermie 2018 GEO 2018 € 60.000 € 0 € 0 € 60.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 60.000 € 0 € 0 € 60.000
NVT Geothermie 2019 GEO 2019 € 62.226 € 0 € 0 € 62.226 € 0 € 0 € 0 € 0 € 62.226 € 0 € 0 € 62.226
NVT reservering risicolocaties 2017 SAN 2017 € 100.000 € 0 € 0 € 100.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 100.000 € 0 € 0 € 100.000
NVT reservering risicolocaties 2018 SAN 2018 € 450.000 € 0 € 0 € 450.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 450.000 € 0 € 0 € 450.000
NVT reservering risicolocaties 2019 en verder SAN 2019 € 2.330.000 € 0 € 0 € 2.330.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 2.330.000 € 0 € 0 € 2.330.000
NVT reservering overige saneringen 2017 SAN 2017 € 125.000 € 0 € 0 € 125.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 125.000 € 0 € 0 € 125.000
Eerstvolgende actie Doorloop Totaal werkvoorraad
Bijlage 1: Locatielijst UP Bodemsanering 2017-2020
Locatiecode Naam Actie Spoed Jaarschijf Rijk Derden Gemeente Totaal Jaarschijf Rijk Derden Gemeente totaal Rijk Derden Gemeente Totaal
Eerstvolgende actie Doorloop Totaal werkvoorraad
NVT reservering overige saneringen 2018 SAN 2018 € 125.000 € 0 € 0 € 125.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 125.000 € 0 € 0 € 125.000
NVT reservering overige saneringen 2019 en verder SAN 2019 € 125.000 € 0 € 0 € 125.000 € 0 € 0 € 0 € 0 € 125.000 € 0 € 0 € 125.000
€ 4.594.503 € 3.767.676 € 20.000 € 8.382.179 € 1.041.178 € 7.418.720 € 469.327 € 8.929.225 € 5.635.681 € 11.186.396 € 489.327 € 17.311.404
Top Related