Rapport van het inspectiebezoek aan
Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en Woonzorgcentrum Oldenhove in Losser
en Woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Utrecht, juni 2019
V2011322
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 2 van 22
Inhoud
1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding bezoek 3 1.2 Doel en werkwijze 3 1.3 Beschrijving Sint Maarten en locaties Oldenhove en Sint Theresia 3
2 Conclusie en vervolgacties 6 2.1 Conclusie bezoek 6 2.2 Vervolgacties 6 2.2.1 De vervolgactie die de inspectie van Stichting Zorggroep Sint Maarten
verwacht. 6 2.2.2 Vervolgactie van de inspectie 6
3 Resultaten Woonzorgcentrum Oldenhove in Losser 7 3.1 Persoonsgerichte zorg 7 3.2 Deskundige zorgverlener 9 3.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid 11 3.4 Medicatieveiligheid 12
4 Resultaten Sint Theresia 14 4.1 Persoonsgerichte zorg 14 4.2 Deskundige zorgverlener 16 4.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid 18 4.4 Medicatieveiligheid 19
Bijlage 1 Overzicht wet- en regelgeving, veldnormen, circulaires en
rapporten 21
Bijlage 2 Beoordeelde documenten 22
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 3 van 22
1 Inleiding
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd sprak op 6 maart 2019 met de raad
van bestuur en de raad van toezicht van Stichting Zorggroep Sint Maarten
(hierna: Sint Maarten).
Aansluitend bracht de inspectie een onaangekondigd bezoek aan Woonzorgcentrum
Oldenhove (hierna: Oldenhove) in Losser. Op 7 maart 2019 bracht de inspectie een
onaangekondigd bezoek aan Woonzorgcentrum Sint Theresia (hierna: Sint Theresia)
in Joure.
1.1 Aanleiding bezoek
De inspectie bezoekt alle zorgaanbieders die intramurale ouderenzorg leveren op
grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw).
1.2 Doel en werkwijze
Het inspectiebezoek bestaat uit een gesprek met de raad van bestuur en de raad
van toezicht. Dit gesprek gaat over de besturing van de organisatie. Daarna bezoekt
de inspectie één of meerdere locatie(s). Waar de inspectie naar kijkt, ligt vast in een
toetsingskader. Bij de gesprekken, de rondleiding, de observaties en de eventuele
documenten die zij inzien, letten de inspecteurs op een aantal normen uit de
thema’s: persoonsgerichte zorg, deskundige zorgverlener, sturen op kwaliteit en
veiligheid en medicatieveiligheid.
De inspectie toetst of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in
wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde
kwaliteitskaders. Zij beoordeelt daarnaast de samenhang tussen de informatie uit
het gesprek met de raad van bestuur en de raad van toezicht en de bevindingen uit
het locatiebezoek.
Op basis van de bevindingen tijdens dit inspectiebezoek bepaalt de inspectie of er
vervolgtoezicht nodig is en in welke vorm.
1.3 Beschrijving Sint Maarten en locaties Oldenhove en Sint Theresia
Sint Maarten
Sint Maarten biedt verpleeghuiszorg, verzorging, thuiszorg, tijdelijke zorg,
revalidatie, palliatieve en terminale zorg, eerstelijnsbehandeling, dagbesteding,
dagactiviteiten en kraamzorg.
Sint Maarten heeft zeventien locaties, verspreid over de provincies Friesland,
Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant. Het management bestaat tijdelijk uit een
éénhoofdige raad van bestuur. Twee leden van de raad van bestuur, waar onder de
voorzitter, hebben de organisatie in 2018 verlaten. Sint Maarten heeft een raad van
toezicht bestaande uit vijf leden.
Vijftien locaties zijn ondergebracht in vijf leefwerkgemeenschappen. Iedere
leefwerkgemeenschap (LWG) wordt aangestuurd door een gemeenschapsmanager.
Deze gemeenschapsmanagers leggen verantwoording af aan de raad van bestuur.
Zelf sturen de gemeenschapsmanagers de teamcoaches functioneel aan. De
procesmanagers sturen de teamcoaches aan op resultaatafspraken. Procesmanagers
voeren functioneringsgesprekken met de teamcoaches. De teamcoaches werken
binnen een leefwerkgemeenschap op één of meerdere locaties en zijn in principe
verantwoordelijk voor één van de vier processen. De teamcoaches zijn coachend
leidinggevenden van teams die op locatie werken.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 4 van 22
Organisatieontwikkelingen
Sint Maarten introduceert in 2017 een matrixstructuur. Er zijn vier procesmanagers.
Iedere procesmanager heeft een eigen proces waarvoor hij verantwoordelijk is. Dit
zijn de processen behandeling, ambulant, 24-uurszorg en wonen.
Twee locaties in Noord-Brabant en Utrecht zijn niet ondergebracht in een
leefwerkgemeenschap. Sint Maarten heeft besloten beide locaties af te stoten en
onder te brengen bij een andere zorgaanbieder.
Sint Maarten introduceert zelforganiserende teams in 2018, waarbij
verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd. De twee
locaties in Friesland lopen ten opzichte van de andere locaties achter op de
implementatie van zelforganiserende teams.
De raad van bestuur wordt per 1 april 2019 uitgebreid met een tweede lid. De
huidige bestuurder wordt dan voorzitter raad van bestuur.
Locatie Oldenhove
Oldenhove is een locatie met acht afdelingen voor cliënten met psychogeriatrische
problemen (PG) en twee afdelingen voor cliënten met somatische problemen
(somatiek). Ook biedt Oldenhove Eerstelijns Verblijf (ELV) hoog en laag complex.
Ten tijde van het bezoek ontvangen 74 cliënten zorg. De cliënten hebben
zorgprofielen (VV) die variëren van 5 VV tot en met 8 VV. In Oldenhove verblijven
ook cliënten met een ELV-indicatie.
De inspectie bezocht twee pg-afdelingen. Deze afdelingen hebben een aanmerking
in het kader van de Wet Bopz.
De zorg in Oldenhove wordt verleend door 124 zorgverleners. Het zorgteam bestaat
uit verpleegkundigen niveau 4, verzorgenden niveau 3, helpenden niveau 2,
helpenden niveau 1 en een aantal leerlingen. Ook werkt er voor de hele locatie één
verpleegkundige niveau 5. Tot slot werken en leren er vijftien leerlingen/stagiaires
niveau 2 tot en met 5 in Oldenhove.
Een teamcoach 24–uurszorg stuurt de pg-afdelingen op Oldenhove aan. Ook is er
een teamcoach wonen binnen Oldenhove.
Op Oldenhove zijn verschillende disciplines betrokken, waaronder een psycholoog,
een ergotherapeut, fysiotherapeut, logopedist, muziektherapeut, geestelijke
verzorger, bewegingsagoog en een diëtist. De specialist ouderengeneeskunde (SO)
is eindverantwoordelijk voor de medische zorg.
Locatie Sint Theresia
Sint Theresia is een locatie van Sint Maarten in Joure. Sint Theresia hoort samen
met locatie Mariënbosch bij de leefwerkgemeenschap Friesland. De locatie heeft vier
kleinschalig-wonen-afdelingen voor PG, met elk negen cliënten. Deze afdelingen
hebben geen aanmerking in het kader van de Wet Bopz. Daarnaast biedt de D-toren
huisvesting aan cliënten met een somatische zorgbehoefte. In totaal ontvangen 49
cliënten zorg vanuit de WLZ. Cliënten hebben zorgprofielen die variëren van VV 3 tot
en met VV 7. Een meerderheid van deze cliënten heeft zorg met behandeling. De
locatie biedt ook dagbesteding.
De inspectie bezocht de pg-afdelingen. De zorg op deze afdelingen wordt verleend
door 39,7 fte zorgverleners. Het zorgteam bestaat uit verpleegkundigen niveau 4,
verzorgenden niveau 3, helpenden niveau 2, helpenden niveau 1 en een aantal
leerlingen. Een verpleegkundige niveau 5 verdeelt haar tijd over beide locaties van
de LWG Friesland. Een coördinator welzijn coördineert de activiteiten op de locatie.
Dagelijkse aansturing vindt plaats door een ad interim teamcoach.
Zij is tot juni 2019 twee dagen per week aanwezig. Daarnaast is twee dagen per
week haar ondersteuner aanwezig in Sint Theresia. Een vacature voor een vaste
teamcoach staat open. Ook zijn een procesmanager en een LWG-manager betrokken
bij de locatie.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 5 van 22
Verschillende disciplines zijn betrokken waaronder een SO, een psycholoog en
overige disciplines. Sint Theresia huurt de behandeldienst in bij een andere
zorgaanbieder. De SO is eindverantwoordelijk voor de medische zorg van de cliënten
die zorg met behandeling ontvangen.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 6 van 22
2 Conclusie en vervolgacties
2.1 Conclusie bezoek
De inspectie constateert dat de geboden zorg op Oldenhove en op Sint Theresia nog
niet voldoet aan alle getoetste normen. Binnen Oldenhove voldoen zeven van de
tien getoetste normen (grotendeels). Binnen Sint Theresia voldoen zes van de tien
getoetste normen (grotendeels). De inspectie heeft op dit moment nog onvoldoende
vertrouwen in de wijze waarop Stichting Zorggroep Sint Maarten stuurt op de
kwaliteit en veiligheid van zorg. De inspectie ziet dat er verschillen zijn tussen het
beeld dat de raad van bestuur heeft en de beelden die het management en
zorgverleners hebben over de organisatie per locatie. De inspectie concludeert dat
er vervolgtoezicht nodig is.
2.2 Vervolgacties
In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Stichting Zorggroep Sint Maarten
verwacht. Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit
bezoek.
2.2.1 De vervolgactie die de inspectie van Stichting Zorggroep Sint Maarten verwacht.
De zorgaanbieder moet voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en
veldnormen.
De inspectie verwacht dat Stichting Zorggroep Sint Maarten verbetermaatregelen
doorvoert op beide locaties en binnen zes maanden voldoet aan alle normen.
De inspectie vraagt Stichting Zorggroep Sint Maarten een resultaatverslag op te stellen
voor alle normen die (grotendeels) niet voldoen (zie hoofdstuk 3 van het rapport) en dit
resultaatverslag uiterlijk 12 december 2019 aan haar te sturen.
De inspectie gaat ervan uit dat de zorgaanbieder controleert of de zorg, die overige
locaties of teams bieden, ook aan de normen voldoet. De inspectie verwacht dat
Stichting Zorggroep Sint Maarten daar waar nodig verbetermaatregelen treft.
2.2.2 Vervolgactie van de inspectie
Na ontvangst en beoordeling van het resultaatverslag zal de inspectie besluiten of zij
opnieuw een bezoek brengt aan één van uw locaties.
Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader. Het kan zijn dat de
inspectie tijdens een volgend bezoek meer of andere normen toetst.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 7 van 22
3 Resultaten Woonzorgcentrum Oldenhove in Losser
Hieronder staan de oordelen per norm en een toelichting daarop. Het oordeel geeft
aan in welke mate de betreffende norm is gerealiseerd.
De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de
vierpuntschaal hebben de volgende betekenis.
Donkergroen: De locatie voldoet aan de norm.
De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten
Lichtgroen: De locatie voldoet grotendeels aan de norm.
De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.
De instelling is goed op weg; verbetering is mogelijk.
Geel: De locatie voldoet grotendeels niet aan de norm.
De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve
punten.
Rood: De locatie voldoet niet aan de norm.
De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve
punten.
Blauw: De norm is niet getoetst
3.1 Persoonsgerichte zorg
Norm 1.2
Zorgverleners kennen de cliënt zijn wensen en behoeften.
Volgens de inspectie voldoet Oldenhove grotendeels aan deze norm.
Uit observaties en gesprekken blijkt dat zorgverleners de zorgbehoefte,
mogelijkheden en beperkingen van de cliënten kennen.
Een zorgverlener vertelt de inspectie dat een cliënt bijna elke dag buiten een sigaret
wil roken. De zorgverlener geeft de cliënt haar jas. Ook helpt zij de cliënt bij het
vinden van haar sigaretten in haar tas. Daarna gaat de cliënt zelfstandig een sigaret
roken.
De inspectie ziet tijdens het dekken van de tafel dat cliënten elkaar de borden
doorgeven. De zorgverlener vertelt dat cliënten niet meer willen doen. Ook hoort de
inspectie dat er één cliënt is die altijd helpt met tafeldekken. Deze cliënt wil
vandaag in de eigen kamer eten. De zorgverleners respecteren deze wensen.
Uit observaties en gesprekken met zorgverleners blijkt dat de fysieke leefomgeving
van de woonkamer aansluit bij de belevingswereld van de cliënten. De inspectie ziet
in de woonkamer een grote eettafel staan waar alle cliënten van de afdeling samen
kunnen eten. In de woonkamer is een huiselijke sfeer, er staat een bank met
fauteuils rondom de elektrische openhaard. Naast de woonkamer is een terras waar
cliënten naar toe kunnen gaan. De inspectie hoort van cliënten dat zij de
woonkamer gezellig vinden.
Verschillende medewerkers vertellen dat maatschappelijk werkers in het kader van
wachtlijstbegeleiding de cliënten thuis bezoeken. De toekomstige
contactverzorgende, een verpleegkundige of een verzorgende IG doet het
opnamegesprek met de cliënt en de familie. Gesprekspartners vertellen dat ze op
beide momenten zo veel mogelijk informatie over de cliënt proberen te verzamelen.
Tijdens de dossierinzage ziet de inspectie dat in verschillende cliëntdossier de
levensloop en wensen summier beschreven zijn.
Zo ziet de inspectie dat op het intakeformulier in de dossiers beperkte informatie
staat over de levensloop van cliënten. Er staat bijvoorbeeld wel dat iemand weduwe
is. Informatie over bijvoorbeeld hobby’s of bezigheden uit het verleden ontbreekt.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 8 van 22
Ook de wensen staan niet altijd in het cliëntdossier beschreven. Zo hoort de
inspectie dat een cliënt met de voornaam aangesproken wil worden. Dit staat niet in
het cliëntdossier van deze cliënt.
Norm 1.3
Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over leven en welbevinden.
Volgens de inspectie voldoet Oldenhove grotendeels aan deze norm.
Uit gesprekken en observaties blijkt dat zorgverleners de eigen regie van cliënten in
wisselende mate versterken.
De inspectie hoort tijdens een observatie dat een cliënt na de maaltijd naar haar
kamer wil om te breien. De zorgverlener ondersteunt de cliënt naar behoefte tijdens
de wandeling naar haar kamer. De inspectie ziet bij de rondleiding deze cliënt in de
gang zitten. De zorgverlener vertelt dat deze cliënt vandaag graag in de gang wilde
breien.
De inspectie hoort van zorgverleners en cliënten dat zij hun eigen kamer mogen
inrichten. Alleen het bed is van Oldenhove. Iedere cliënt heeft een eigen badkamer.
Zorgverleners vertellen dat cliënten zelf mogen bepalen wanneer zij opstaan of naar
bed gaan. Ook bepalen cliënten zelf of zij in hun kamer eten of in de woonkamer.
Cliënten hebben weinig eigen regie over de keuze voor de maaltijd. De inspectie ziet
tijdens de observatie in de woonkamer dat cliënten tijdens het eten van de warme
maaltijd kunnen eten wat er op het menu staat. Er is geen keuze. De zorgverleners
vertellen de inspectie dat de meeste cliënten van Hollandse kost houden.
Ook ziet de inspectie dat een zorgverlener na het eten eerst de tafel afruimt en de
keuken opruimt. De twee cliënten die zichtbaar graag naar hun kamer willen,
moeten wachten totdat de keuken is opgeruimd.
De teamcoaches en zorgverleners vertellen dat in Oldenhove vooral
groepsactiviteiten en minder individuele activiteiten aangeboden worden aan
cliënten. Vrijwilligers begeleiden soms individuele activiteiten.
Cliënten
Norm 1.4
Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met
respect behandeld.
Volgens de inspectie voldoet Oldenhove aan deze norm.
De cliënten voelen zich gezien en gehoord. Zorgverleners gaan respectvol en
liefdevol met cliënten om. Zij passen daar waar nodig hun tempo aan. De inspectie
hoort een gesprek tussen een zorgverlener en een cliënt over een groepsactiviteit.
De zorgverlener vraagt een cliënt wat voor activiteiten zij heeft gedaan. Zij kijkt de
cliënt liefdevol aan en wacht rustig op het antwoord van de cliënt. De cliënt vertelt
dat zij in de ochtend naar de activiteit is geweest. Daarna hebben de zorgverlener
en de cliënt een gesprek over de activiteit. De cliënt voelt zich zichtbaar op haar
gemak.
Ook hoort de inspectie een cliënt in een rolstoel zeggen dat zij naar haar kamer wil.
De zorgverlener zegt tegen de cliënt dat zij haar hoort en loopt naar de cliënt toe.
Daarna bukt zij zodat zij de cliënt aankijkt en glimlacht. Ook legt zij een hand op de
schouder van de cliënt. Zij vraagt de cliënt of zij naar haar kamer wil. De
zorgverlener wacht rustig totdat de cliënt knikt met het hoofd dat het goed is.
Daarna duwt de zorgverlener de cliënt in de rolstoel naar haar kamer.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 9 van 22
3.2 Deskundige zorgverlener
Norm 2.1
Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en
ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften,
mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.
Volgens de inspectie voldoet Oldenhove grotendeels niet aan deze norm.
De inspectie hoort van zorgverleners dat een aantal cliënten in Oldenhove een
vrijheidsbeperkende maatregel (VBM) hebben. In de cliëntdossiers leest de inspectie
geen professionele afwegingen over de inzet van VBM’s. De zorgverleners die de
inspectie spreekt kunnen niet vertellen waar de professionele afwegingen wel staan
in het cliëntdossier.
Zo leest de inspectie dat een cliënt een bewegingsmelder naast het bed heeft staan
omdat er risico tot vallen is in de nacht. Niet duidelijk is of en welke alternatieven
zijn overwogen. Bij een andere cliënt is een kast op de eigen kamer op slot. De
verzorgende noemt het een beschermende maatregel. Een afweging bij of evaluatie
van deze maatregel staat niet in het zorgdossier. De verzorgende geeft aan dat
beschermende maatregelen wel altijd worden geëvalueerd.
Uit gesprekken en dossierinzage blijkt dat zorgverleners onvoldoende professionele
afwegingen maken over geaccepteerde en niet geaccepteerde risico’s voor cliënten.
In een zorgleefplan van een cliënt staat dat deze cliënt depressief kan zijn.
Eventuele acties staan niet benoemd. Ook is de betrokkenheid van bijvoorbeeld een
psycholoog niet zichtbaar. Voor de zorgverlening is niet duidelijk wanneer zij welke
actie moeten doen bij signalen van depressie.
De inspectie hoort dat de SO ieder kwartaal alle VBM’s evalueert. De inspectie ziet
dit niet terug in het cliëntdossier. De inspectie hoort van de zorgverleners dat de
verslaglegging hiervan mogelijk in het medisch dossierstaat. Wel ziet de inspectie
dat er ieder halfjaar tijdens de zorgleefplanbespreking een evaluatie van de VBM’s
plaatsvindt.
De inspectie ziet ook goede voorbeelden. Zo is bij een cliënt met een valrisico, in
samenspraak met SO en familie, besloten dat dit een geaccepteerd risico is. Dit is
vastgelegd in het zorgdossier.
Van zorgverleners en management hoort de inspectie dat er iedere maand een
gedragsoverleg is waarbij de SO en de psycholoog aanwezig zijn. Hier bespreken de
behandelaren samen met de zorgverleners de gedragsinterventies.
De zorgaanbieder geeft in haar reactie op het conceptrapport aan dat het medisch
dossier onderdeel is van het ECD. De medische voorgeschiedenis is toegankelijk
voor verzorgenden. Praktijkverpleegkundigen en coördinerend verpleegkundigen
hebben toegang tot het medisch dossier. De professionele afweging met betrekking
tot de VBM staat in het medisch dossier. Het beleid ten aanzien van risico-
inventarisaties is dat deze gemaakt en vastgelegd moeten worden in het ECD.
Norm 2.2
Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het
cliëntdossier.
Volgens de inspectie voldoet Oldenhove grotendeels niet aan deze norm.
Uit gesprekken en dossierinzage blijkt dat er onvoldoende samenhang is in het
cliëntdossier. Oldenhove werkt met verschillende systemen waarin cliëntgegevens
staan. Alle cliënten beschikken over een elektronisch cliëntdossier (ECD). Een
gedeelte van het ECD bestaat uit een web-omgeving met daarin gescande
documenten van de cliënt, zoals de zorgovereenkomst of het intakeformulier. De SO
gebruikt een eigen medisch dossier. Zorgverleners hebben geen toegang tot dit
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 10 van 22
dossier. Ook is relevante informatie uit het medisch dossier niet altijd opgenomen in
het zorgdossier.
Zorgverleners vertellen de inspectie dat zij werken in het cliëntdossier lastig vinden
omdat het uit veel onderdelen bestaat. De inspectie ziet dat zorgverleners soms
moeite hebben om informatie in het cliëntdossier terug te vinden. Teamcoaches
herkennen dit.
Risico’s worden voorafgaand aan de zorgleefplanbespreking niet aantoonbaar
geëvalueerd of opnieuw geïnventariseerd. Risico’s bij cliënten zijn niet altijd in
beeld. In de verslagen van de zorgleefplanbesprekingen is daarnaast te lezen dat
risico’s soms wel en soms niet worden besproken. Voor de zorgverlening is niet
duidelijk wat hiervan de reden is.
De zorgleefplannen die de inspectie inziet, hebben veel doelen. Zorgverleners geven
aan dat zij veel doelen maken omdat ze bang zijn iets te vergeten. Doelen en acties
over dagbesteding en activiteiten zijn vaak summier ingevuld. De maatschappelijk
werker verzamelt informatie bij een cliënt over wensen en behoeften voor
dagbesteding en dagindeling. Deze informatie is volgens de zorgverleners niet altijd
voldoende om hierop doelen en acties te kunnen maken.
Zorgverleners rapporteren niet altijd op doel. Zo ziet de inspectie nauwelijks
rapportages terug op doelen over mentaal welbevinden en activiteiten. Sommige
zorgverleners gebruiken de SOAP-methodiek voor rapportage en andere
zorgverleners doen dit niet. Zorgverleners vertellen dat zij graag duidelijke
richtlijnen zouden willen hebben voor het omgaan met het dossier en de wijze van
rapporteren.
De inspectie ziet ook goede voorbeelden. Rapportages van de SO en psycholoog
staan in het zorgdossier. Opdrachten van deze behandelaren worden duidelijk
geformuleerd en opgevolgd. Zo is er bij een cliënt de opdracht van de SO aan de
zorgverlening om bloedsuiker te prikken en de stemming te observeren.
Zorgverleners rapporteren hier dagelijks over in het dossier.
De zorgleefplannen worden twee keer per jaar in de zorgleefplanbespreking
geëvalueerd. Daarna wordt het zorgleefplan als het nodig is aangepast. Dit ziet de
inspectie in de dossiers terug.
Norm 2.5
De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn,
afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.
Volgens de inspectie voldoet Oldenhove grotendeels aan deze norm.
Uit de gesprekken en documentinzage blijkt dat de bezetting van zorgverleners
voldoende is voor het uitvoeren van de dagelijkse zorg.
Iedere afdeling heeft negen bewoners. Elke ochtend starten twee zorgverleners de
zorg, waarvan een minimaal niveau verzorgende IG (tot 15.15 uur) en de ander een
helpende niveau 2. De helpende niveau 2 is tot circa 10.30 uur aanwezig. Er werken
twee zorgverleners extra in de dagdienst tussen 7.30 en 13.30 uur, verdeeld over
alle afdelingen binnen Oldenhove. Dit om op piekmomenten de teams te
ondersteunen.
Van ongeveer 09.00 tot 14.00 uur is ook een helpende niveau 1 op de huiskamer
aanwezig. Vanaf 15.00 uur start een zorgverlener minimaal niveau 3. Ook is er van
15.00 uur tot 21.30 uur minimaal een helpende niveau 2 aanwezig op de afdeling.
In de nacht werken in Oldenhove vier ViG-ers. Zij ondersteunen elkaar bij
piekmomenten. Wanneer er geen verpleegkundige in de nachtdienst werkt, is er een
verpleegkundige in de achterwacht.
Op Oldenhove werkt sinds 2018 een verpleegkundige niveau 5. Deze
verpleegkundige niveau 5 ondersteunt elke dagdienst extra in de zorg. Zij let dan
o.a. op kwaliteit en veiligheid. Zij kan feedback geven aan collega’s.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 11 van 22
De teamcoach vertelt dat met het huidige aantal zorgverleners de teamroosters
conform plan ingevuld worden.
Uit gesprekken met zorgverleners en management en uit documentinzage blijkt dat
Oldenhove zorgt voor een passend aanbod van scholing. Sint Maarten heeft de eigen
Sint Maarten Academie die verschillende trainingen aanbiedt. Verpleegkundigen
krijgen deskundigheidsbevordering via de Sint Maarten Academie. Oldenhove heeft
een eigen opleidingsprogramma. Daarin staan alle aangeboden (verplichte)
opleidingen. In het scholingsplan 2019 staat voor zorgverleners o.a. een training
dementie, een training onbegrepen gedrag en een training rapporteren op het
programma.
De inspectie ziet een opleiding voor het analyseren van incidenten voor Oldenhove
in de opleidingsjaarplannen 2018 en 2019 staan. Niet duidelijk is of deze heeft
plaatsgevonden of wanneer deze gaat plaatsvinden.
Gesprekspartners vertellen dat er onvoldoende tijd is voor begeleiding van
individuele activiteiten bij cliënten. In het kwaliteitsplan 2019 staat benoemd dat er
structureel welzijnsmedewerkers moeten komen om individuele en
groepsactiviteiten te organiseren die aansluiten bij de wensen van cliënten.
Het management vertelt dat er binnen de locatie een aanzet is gedaan tot
zelforganisatie. Voor zorgverleners is de status hiervan niet duidelijk. De inspectie
hoort wisselende verhalen over of de teams al dan niet zelf organiserend werken. De
bestuurder geeft aan dat zij niet naar zelfsturende teams wil maar naar teams die
eigenaarschap hebben en ruimte om als professional te werken.
3.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid
Norm 3.2
De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en
veiligheid van de zorg.
Volgens de inspectie voldoet Oldenhove grotendeels niet aan deze norm.
Sint Maarten heeft een kwaliteitsdashboard. De raad van bestuur geeft aan dat zij
werken aan een zorgmonitor. Door de introductie van een digitaal
incidentensysteem heeft de raad van bestuur en de raad van toezicht meer zicht
gekregen op de meldingen. Daarnaast heeft de organisatie inzicht in de
cliënttevredenheid en de medewerkerstevredenheid.
De raad van toezicht geeft aan dat de rapportage vanuit de raad van bestuur vooral
financieel gericht is geweest. Streven van de bestuurder is om naast de harde
informatie ook over zachtere informatie te kunnen beschikken.
De leefwerkgemeenschappen leveren per kwartaal rapportages aan bij de raad van
bestuur. Deze worden in een kwartaalgesprek besproken.
De inspectie ziet dat Oldenhove nog onvoldoende werkt met een terugkerend
patroon van planning, uitvoering, controle en bijstelling van werkzaamheden. De
inspectie ziet geen auditverslagen van 2018. De laatste audit, uitgevoerd over o.a.
de afhandeling van (bijna)incidenten in Oldenhove, is van november 2017. Een van
de uitkomsten is dat de terugkoppeling na analyse van incidenten beter kan. Een
PDCA-cyclus ziet de inspectie hierin niet terug. Ook in andere processen is de PDCA-
cyclus niet altijd zichtbaar. Zo is er een andere audit: een ‘Checkbuster Vragenlijst
introductie’ uit 2017. Voor de inspectie is niet duidelijk wat er met de hierin
genoemde verbetermogelijkheden of geconstateerde risico’s is gebeurd.
Zorgverleners in Oldenhove werken met een digitaal systeem voor het melden van
incidenten. De inspectie ziet een document ‘mic-analyse kwartaalrapportage
kwartaal 1 2019’. Hierin staan aantallen meldingen en type meldingen per locatie.
Een analyse naar basisoorzaken is niet zichtbaar. Ook ontbreekt een inhoudelijke
analyse van de MIC-meldingen op locatie- en teamniveau en daarmee ontbreken
ook passende verbetermaatregelen.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 12 van 22
In de procesbeschrijving van Sint Maarten staat beschreven dat er per gemeenschap
een MIC-commissie is. In deze commissie zit een afhandelaar MIC van iedere
locatie, een kwaliteitsmedewerker en een behandelaar. Deze commissie komt ieder
kwartaal bijeen nadat de kwartaalrapportage beschikbaar is. De terugkoppeling van
de analyse moet volgens het proces plaatsvinden tijdens de teamvergaderingen van
zorgverleners. De inspectie hoort van zorgverleners dat het bespreken van de
analyses van de MIC-meldingen nog niet structureel gebeurt.
De raad van bestuur vertelt de inspectie dat de thema’s medicatieveiligheid en
middelen en maatregelen specifieke aandacht hebben in 2019. Het
kwaliteitssysteem is operationeel is en ISO9001 gecertificeerd. De raad van bestuur
loopt ongeveer iedere twee weken mee op een locatie
De inspectie hoort van de raad van bestuur dat Sint Maarten heeft een CCR heeft
waarmee periodiek overleggen zijn. Ieder van de vijf werkleefgemeenschappen
levert twee leden voor de CCR. De inspectie hoort van de raad van bestuur en de
raad van toezicht dat de CCR betrokken is en op de hoogte is van
verbeterprocessen.
De raad van toezicht geeft aan zij ongeveer één keer per twee weken één van de
zeventien locatie bezoeken om een beter beeld te krijgen van de kwaliteit van zorg.
Zes keer per jaar vindt de vergadering van de raad van toezicht plaats op een van
de locaties.
De zorgaanbieder geeft in haar reactie op het conceptrapport aan dat binnen de
locatie prisma-light getrainde medewerkers de MIC-meldingen bekijken en
afhandelen.
Norm 3.3
De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en
verbeteren.
Volgens de inspectie voldoet Oldenhove grotendeels aan deze norm.
Uit gesprekken met de raad van bestuur, raad van toezicht en zorgverleners blijkt
dat er binnen Sint Maarten en Oldenhove een aanspreekcultuur is. Zorgverleners
vertellen de inspectie dat zij elkaar aanspreken. Uit de gesprekken met
zorgverleners en management blijkt ook dat zorgverleners open zijn over fouten en
incidenten en deze melden. Zorgverleners kunnen, als dit lastig is, ondersteuning
van een teamcoach vragen.
De raad van bestuur en raad van toezicht vertellen de inspectie dat Sint Maarten
een lerende organisatie is waarin open en transparant gecommuniceerd wordt. De
bestuurder krijgt als enige jaarlijks een 360 graden feedback. De raad van bestuur
vertelt dat zij per twee weken een locatie bezoekt om met cliënten en zorgverleners
te praten over wat goed gaat en beter kan.
Uit gesprekken met de raad van bestuur hoort de inspectie dat Sint Maarten
deelneemt aan een lerend netwerk.
Zorgverleners vertellen de inspectie dat zij graag een goed kader willen van
Sint Maarten over wat zij als zelforganiserende teams wel of niet mogen. De
inspectie hoort van zorgverleners dat zij onvoldoende tijd krijgen om te reflecteren
op de zorg die zij bieden. Zij hebben één uur per maand per medewerker tijd voor
een teamoverleg. Volgens de zorgverleners is er dan onvoldoende tijd over om
samen te reflecteren op het eigen werk.
3.4 Medicatieveiligheid
Norm 4.3
Zorgverleners beschikken over een actueel medicatieoverzicht en actuele toedienlijst
van de apotheek
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 13 van 22
Volgens de inspectie voldoet Oldenhove grotendeels aan deze norm.
De inspectie ziet dat zorgverleners de toedienlijsten niet zelf maken of aanpassen.
Zorgverleners controleren elkaar wekelijks of de voorraad en de bestelling van de
medicatie klopt.
Zorgverleners beschikken voor elke cliënt die medicatie gebruikt over een actuele
toedienlijst van de apotheek. Deze lijst staat in een digitaal systeem. Een
zorgverlener geeft aan dat de cliënt een toedienlijst krijgt als hij/zij naar het
ziekenhuis gaat.
Gesprekspartners vertellen dat een actueel medicatieoverzicht ook in dit systeem
beschikbaar is. Dit is bij de zorgverleners niet altijd bekend.
Norm 4.8
De zorgverlener parafeert de toegediende of aangereikte medicatie per medicijn en
toedientijd op de toedienlijst.
Volgens de inspectie voldoet naam Oldenhove aan deze norm.
De zorgverlener parafeert de toegediende of aangereikte medicatie per medicijn en
per toedientijdstip op de toedienlijst. De inspectie ziet dat zorgverleners per
toedientijd de medicatie aftekenen. De inspectie ziet dat de tweede controle is
uitgevoerd op de toedienlijsten
Het is traceerbaar wie de controle uitvoert.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 14 van 22
4 Resultaten Sint Theresia
Hieronder staan de oordelen per norm en een toelichting daarop. Het oordeel geeft
aan in welke mate de betreffende norm is gerealiseerd.
De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de
vierpuntschaal hebben de volgende betekenis.
Donkergroen: De locatie voldoet aan de norm.
De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten
Lichtgroen: De locatie voldoet grotendeels aan de norm.
De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.
De instelling is goed op weg; verbetering is mogelijk.
Geel: De locatie voldoet grotendeels niet aan de norm.
De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve
punten.
Rood: De locatie voldoet niet aan de norm.
De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve
punten. Je scoort rood om de hoge urgentie aan te geven.
Blauw: De norm is niet getoetst
4.1 Persoonsgerichte zorg
Norm 1.2
Zorgverleners kennen de cliënt zijn wensen en behoeften.
Volgens de inspectie voldoet Sint Theresia grotendeels aan deze norm.
Zorgverleners kennen de wensen en de behoeften van de cliënten op de pg-afdeling.
Tijdens de observatie ziet en hoort de inspectie dat de zorgverleners hierop
inspelen. Zo stimuleert een zorgverlener een cliënt om met een activiteit door te
gaan, die dat ook vol enthousiasme doet. Een zorgverlener spreekt een andere
cliënt zachtjes toe. De zorgverlener geeft aan dat specifiek deze cliënt heel rustig
benaderd moet worden. Op een huiskamer is een huiskamermedewerker aanwezig.
Tijdens de observatie hoort de inspectie dat zij alle cliënten bij naam en kent en
weet wat de wensen en behoeften zijn.
Maatschappelijk werkers bezoeken in het kader van wachtlijstbegeleiding de cliënten
thuis. De toekomstige contactverzorgende, een verpleegkundige of een verzorgende
IG doet het opnamegesprek met de cliënt en de familie. Gesprekspartners vertellen
dat ze op beide momenten zoveel mogelijk informatie over de cliënt proberen te
verzamelen.
De inspectie ziet dat de fysieke leefomgeving aansluit bij de wensen en zorgvragen
van cliënten. De inrichting is sfeervol en warm, op de gang klinkt zachte muziek. Op
de gangen zijn hoekjes ingericht waar cliënten kunnen zitten. Bij een van deze
hoekjes staat een open bak met stro en plastic eten voor het stoffen konijn.
Cliënten vertellen dat er van alles te doen is op de locatie. De inspectie ziet tijdens
de observatie dat zowel individuele als groepsactiviteiten plaatsvinden. Een cliënt
vertelt dat ze gisteren naar de bingo is geweest en dat dit erg leuk was. Op iedere
afdeling is naast een huiskamer een familiekamer, waarvan bewoners en familie
naar behoefte gebruik kunnen maken.
Informatie over de levensloop van de cliënt is niet altijd of summier terug te vinden
in het cliëntdossier. Ook zijn de wensen en behoeften niet altijd terug te vinden in
het dossier.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 15 van 22
Norm 1.3
Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over leven en welbevinden.
Volgens de inspectie voldoet Sint Theresia grotendeels aan deze norm.
Uit gesprekken en observaties blijkt dat zorgverleners de eigen regie van de cliënt
versterken. Zorgverleners proberen cliënten zoveel mogelijk zelf te laten doen. Een
aantal bewoners helpt bijvoorbeeld graag mee met huishoudelijke taken en die
mogelijkheid wordt altijd geboden, aldus een zorgverlener.
De inspectie ziet dat zorgverleners cliënten zoveel mogelijk keuzevrijheid geven.
Cliënten bepalen zelf aan welke activiteiten zij willen deelnemen. Een zorgverlener
vertelt dat een cliënt eigenlijk altijd meedoet met de sportactiviteit die op dat
moment bezig is. Vandaag had ze hier geen zin in en heeft de zorgverlener een
individuele creatieve activiteit aangeboden. De cliënt is hiermee enthousiast bezig.
Zo zijn cliënten ook vrij om de dag naar wens in te delen. Zorgmomenten sluiten
zoveel mogelijk aan bij de wensen van de cliënt. Een cliënt zit om half twaalf aan
een cracker. De cliënt vertelt dat zij deze ochtend graag in bed wilde blijven.
Zorgverleners respecteren een dergelijke keuze.
Cliënten kunnen hun appartement met eigen meubels en naar eigen smaak
inrichten.
Zorgverleners vertellen dat ze de keuze voor het eten zoveel mogelijk in overleg
met de cliënten doen. Per dag is er een vast menu. Zorgverleners geven aan dat alle
bewoners alles wel lekker vinden. Meer keuze is volgens hen niet nodig.
Bewoners kunnen zelf naar buiten. De deuren naar de trap zijn alleen toegankelijk
met een code. De code staat (in kleine cijfers) vermeld bij de deur. De cliënten
kunnen de liften zonder code gebruiken. Zorgverleners vertellen dat niet alle
bewoners de lift zelf willen of kunnen gebruiken. Als een cliënt dat wel wil, bieden
zij de mogelijkheid. Zo gaat een cliënt iedere dag koffiedrinken met haar man. Zij
wordt hier zo nodig bij ondersteund. Afspraken hierover zijn terug te vinden in het
zorgdossier. Zorgverleners vertellen dat er geen beleid is vanuit de organisatie als
het gaat om het versterken van de eigen regie van cliënten.
De missie van Sint Maarten is dat ieder mens waardevol is en recht heeft op zorg,
liefde en aandacht. De zorgverleners helpen cliënten om de kwaliteit van leven te
behouden of te verbeteren.
De inspectie ziet in twee dossiers niet staan of cliënten wel of niet gereanimeerd
willen worden. Zorgverleners vertellen dat zij dit ook niet wisten.
Norm 1.4
Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met
respect behandeld.
Volgens de inspectie voldoet Sint Theresia aan deze norm.
Uit gesprekken en observaties blijkt dat zorgverleners cliënten op een persoonlijke
en respectvolle manier aandacht geven. Zorgverleners spreken sommige cliënten in
het Fries, anderen in het Nederlands aan. De zorgverleners vertellen de inspectie
dat zij precies weten welke cliënten in het Fries aangesproken willen worden.
Een zorgverlener complimenteert een cliënt die bezig is met een creatieve opdracht.
De inspectie ziet dat zorgverleners warm en liefdevol met cliënten omgaan.
Regelmatig raakt een zorgverlener een cliënt even aan of maakt een grapje. Een
aantal cliënten vertelt aan de inspectie dat ze zich heel fijn voelen in Sint Theresia.
Uit observaties blijkt ook dat de benadering door zorgverleners passend is bij de
cliënt. De inspectie hoort dat zorgverleners cliënten wisselend met voor- of
achternaam aanspreken. Een zorgverlener vertelt dat dit in samenspraak is met
familie en de cliënt. De afspraak ziet de inspectie terug in het ECD.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 16 van 22
4.2 Deskundige zorgverlener
Norm 2.1
Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en
ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften,
mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.
Volgens de inspectie voldoet Sint Theresia grotendeels niet aan deze norm.
Bij de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen vindt niet altijd een navolgbare
afweging plaats. Zorgverleners geven aan dat alle VBM’s ieder kwartaal worden
geëvalueerd. Dit is niet altijd terug te vinden in het cliëntdossier. Gesprekspartners
vertellen dat dit mogelijk in het medisch dossier staat.
Een aantal zorgverleners geeft aan dat ze graag meer ondersteuning zouden willen
krijgen in de wijze van benadering van een cliënt met complex gedrag. De
psycholoog is bij deze cliënt nog niet betrokken.
Actuele risico’s van de cliënt zijn niet altijd in beeld bij de zorgverlening. Bij één
cliënt die sinds een aantal weken verblijft in Sint Theresia zijn de risico’s nog niet
geïnventariseerd. Wel is er een voorlopig zorgplan aanwezig.
Iedere bewoner op de pg-afdeling wordt maandelijks gewogen. Hierbij vindt geen
risico-afweging plaats. Een zorgverlener vertelt dat als iemand het wegen echt heel
vervelend vindt, het niet hoeft.
De inspectie hoort ook dat er twee keer per jaar een zorgleefplanbespreking
plaatsvindt met de cliënt en/of zijn familie of vertegenwoordiger. Zorgverleners
vertellen dat de contactverzorgende hierbij ook de VBM’s bespreekt. Dit ziet de
inspectie niet altijd terug in de dossiers. Gesprekspartners vertellen dat de SO de
zorgleefplanbesprekingen voor zit.
De inspectie ziet ook goede voorbeelden. Zo eet een deel van de cliënten op dit
moment in de huiskamer. En een ander deel van de cliënten eet in een andere
ruimte. Dit om een cliënt die op dit moment minder prikkels kan verdragen, iets
meer rust te geven.
De zorgverlening heeft voor een cliënt met een aandoening binnen het autistisch
spectrum en vergevorderde dementie gezocht naar mogelijkheden voor
ontspanning. Uiteindelijk heeft men een oplossing gevonden. De cliënt krijgt een
koptelefoon met klassieke muziek als hij onrustig wordt.
Norm 2.2
Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het
cliëntdossier.
Volgens de inspectie voldoet Sint Theresia grotendeels niet aan deze norm.
Zorgverleners werken nog onvoldoende methodisch. Volgens het management is dit
ook nog een van de punten van aandacht.
De inspectie ziet dat de informatie voor zorgverleners niet makkelijk terug te vinden
in het cliëntdossier. Informatie over bijvoorbeeld wensen en behoeften van cliënten
ten aanzien van activiteiten is versnipperd en op diverse plaatsen terug te vinden.
De SO rapporteert in het dossier. De inspectie merkt dat de artsenrapportages voor
de zorgverlening moeilijk terug te vinden zijn.
Het zorgleefplan heeft vaste rubrieken: behoeften, doel, actie. Veelal is hierbij een
vaste standaardregel zichtbaar, niet altijd met toelichting. Zo staat er in een
zorgleefplan bij actie alleen ‘levensbeschouwelijke zorg’. Wat dit concreet betekent
voor de betreffende cliënt is voor de zorgverlener niet duidelijk.
De inspectie ziet ook dat de cliëntdossiers veel doelen bevatten.
In een verslag van een zorgleefplanbespreking staan de beschermende maatregelen
opgesomd: hansop, sensor. In hoeverre deze besproken zijn en wat de afspraken
hierover zijn, staat in dit verslag niet vermeld.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 17 van 22
Eventuele risico’s zijn in wisselende mate vastgelegd in het dossier. Zo is er bij een
cliënt een valrisico geconstateerd. Hierop is een doel en een actie in het zorgleefplan
gemaakt. Bij een andere cliënt is valrisico aanwezig. Het betreffende formulier is
deels ingevuld. Voor de zorgverlening is niet duidelijk wat de status hiervan is. In
het zorgleefplan staan geen doelen op dit vlak.
De inspectie ziet ook dat er twee keer per jaar een zorgleefplanbespreking
plaatsvindt met de cliënt en/of zijn familie of vertegenwoordiger. In het gesprek
bespreekt de contactverzorgende alle doelen van het zorgleefplan. Op basis van
deze bespreking past de contactverzorgende het zorgleefplan aan. De
zorgleefplannen die de inspectie inziet zijn in wisselende mate actueel. Er zijn
zorgleefplannen die zijn bijgewerkt na een zorgleefplanbespreking. De inspectie ziet
ook zorgleefplannen die niet zijn bijgewerkt. De inspectie hoort van zorgverleners
dat zij niet altijd genoeg tijd hebben om de zorgleefplannen actueel te houden.
Afspraken over de manier van rapporteren zijn niet eenduidig. Sommige
zorgverleners geven aan dat de afspraak is om op doel te rapporteren. Dit ziet de
inspectie niet altijd terug in de cliëntdossiers. Anderen vertellen dat het de
bedoeling is om volgens de SOAP-methode te rapporteren. Hiervan ziet de inspectie
geen voorbeelden in de cliëntdossiers.
Zorgverleners rapporteren in algemene zin weinig op welbevinden. Rapportages zijn
vooral somatisch van aard.
Norm 2.5
De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn,
afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.
Volgens de inspectie voldoet Sint Theresia grotendeels aan deze norm.
Uit gesprekken en documentinzage blijkt dat de bezetting van zorgverleners
voldoende is voor de uitvoering van de dagelijkse zorg.
Iedere afdeling met negen bewoners heeft twee contactverzorgenden. Elke ochtend
starten twee zorgverleners de zorg, waarvan de een minimaal niveau verzorgende
IG is (tot 15.00 uur) en de ander een helpende niveau 2. De helpende niveau 2 is
tot circa 10.00 uur aanwezig. Van ongeveer 9.00 tot 14.00 uur is ook een helpende
niveau 1 op de huiskamer aanwezig. Vanaf 15.00 uur start een zorgverlener
minimaal niveau 3. Vanaf 16.00 uur tot 21.00 uur is er een helpende niveau 2
aanwezig op de afdeling. In de nacht zijn een verpleegkundige of een verzorgenden
IG aanwezig samen met een helpende niveau 2. Als een verzorgende IG aanwezig
is, is een verpleegkundige hierbij nog achterwacht.
Wanneer er geen verpleegkundige in de nachtdienst werkt, is er een
verpleegkundige in de achterwacht.
Een verpleegkundige niveau 5 met coördinerende taken is aanspreekpunt voor de
verschillende afdelingen voor vragen van de zorgverlening.
Gesprekspartners geven aan het voor de locatie lastig is om vacatures te vervullen.
Samen met andere zorgaanbieders in de regio probeert Sint Theresia naar een
gezamenlijke oplossing voor het probleem te kijken. Men experimenteert met
sociale media, open dagen en speeddaten.
Daar waar noodzakelijk maakt de locatie gebruik van uitzendkrachten van een
zorgorganisatie in de buurt.
De inspectie leest de opleidingsjaarplannen van 2018 en 2019 voor LWG Friesland.
Dit overzicht bevat een groot aantal verplichte scholingen. Er zijn ook trainingen
zoals een opleiding voor een digitaal systeem voor afhandelaren, training palliatieve
zorg, decubitus en mondzorg voor aandachtsvelders.
De inspectie hoort dat een psycholoog een keer bij een teamoverleg van de
zorgverlening is aangesloten om een cliënt te bespreken. Zorgverleners vertellen
dat ze dit als heel prettig en ondersteunend ervaren en vaker zouden willen.
Gesprekspartners vertellen dat een aantal zorgverleners de GVP-opleiding doet
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 18 van 22
De inspectie ziet daarnaast geen scholingen op de agenda staan met betrekking tot
omgaan met mensen met onbegrepen gedrag of dementie. Ook zijn er geen
scholingen met betrekking tot methodisch werken. In 2018 zijn alleen
intervisiebijeenkomsten geweest voor kartrekkers familiezorg.
Zorgverleners vertellen dat ze er niet altijd aan toekomen om individuele activiteiten
met cliënten te doen. Ook vertellen zorgverleners de inspectie dat zij geen tijd
krijgen voor extra taken die zij als aandachtsvelders en contactverzorgenden uit
voeren.
Het management vertelt dat er binnen de locatie een aanzet is gedaan tot
zelforganisatie. Voor zorgverleners is de status hier van niet duidelijk. De inspectie
hoort wisselende verhalen over het al dan niet zelf organiserend werken van de
teams. De bestuurder geeft aan dat zij niet naar zelfsturende teams wil maar naar
teams die eigenaarschap hebben en ruimte om als professional te werken.
4.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid
Norm 3.2
De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en
veiligheid van de zorg.
Volgens de inspectie voldoet Sint Theresia grotendeels niet aan deze norm.
Sint Maarten heeft een kwaliteitsdashboard. De raad van bestuur geeft aan dat zij
werken aan een zorgmonitor. Door de introductie van een digitaal systeem hebben
de raad van bestuur en de raad van toezicht meer inzicht gekregen in alle
meldingen. Daarnaast heeft de organisatie inzicht in de cliënttevredenheid en de
medewerkerstevredenheid.
De raad van toezicht geeft aan dat de rapportage vanuit de raad van bestuur vooral
financieel gericht is geweest. Streven van de bestuurder is om over naast de harde
informatie ook over zachtere informatie te kunnen beschikken.
De werkleefgemeenschappen leveren per kwartaal rapportages aan bij de raad van
bestuur. De inspectie ziet dat in de kwartaalrapportage van werkleefgemeenschap
Friesland een alinea staat over de kwaliteitsnormen. Dit betreft een algemene
omschrijving. Een PDCA-cyclus ziet de inspectie hierin niet terug. Ook in andere
processen is de PDCA-cyclus niet altijd zichtbaar. Zo ziet de inspectie een
rapportage Medicatie quickscan september 2018. De scan is op basis van de 45
normen van de ‘Veilige principe in de medicatieketen’ uitgevoerd. LWG Friesland
behaalde tien normen, tien normen deels en 25 niet. Voor de inspectie is niet
duidelijk welke verbeteracties zijn uitgezet op basis van de scan. Een aantal risico’s
en acute verbeterpunten staan vermeld. Wat de verbetermaatregel inhoudt en wie
hiervoor verantwoordelijk is, staat in het document niet beschreven.
De inspectie ziet dat zorgverleners werken met een checklist medicatieveiligheid.
Zorgverleners vertellen dat ze wekelijks een check uitvoeren en de checklist
invullen. Voor de zorgverleners is niet duidelijk wat er met de ingevulde formulieren
gebeurt.
Zorgverleners in Sint Theresia werken met een digitaal systeem voor het melden
van incidenten. De inspectie ziet een document MIC-analyse van maart 2019. Hierin
staan aantallen meldingen en typen meldingen. Zo staat er bij agressie-incidenten
een 1. Een analyse naar basisoorzaken is niet zichtbaar. Een analyse van de MIC-
meldingen op team- of locatieniveau en bijpassende verbetermaatregelen ontbreken
eveneens.
Uit de stukken blijkt dat voor zorgverleners niet altijd duidelijk is wat ze moeten
melden. In een van de documenten staat ook dat ‘het beeld van de afhandelaren is
dat lang nog niet alles gemeld wordt’.
In verslagen van teamvergaderingen van verschillende teams leest de inspectie in
wisselende mate dat de bespreking van de MIC-analyse op de agenda staat.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 19 van 22
De raad van toezicht geeft aan dat zij ongeveer per twee weken één van de
zeventien locatie bezoekt om een beter beeld te krijgen van de kwaliteit van zorg.
Zes keer per jaar vindt de vergadering van de raad van toezicht plaats op een van
de locaties. De bestuurder vertelt dat zij gaat meelopen op de verschillende locaties.
De inspectie hoort van de raad van bestuur dat Sint Maarten een CCR heeft
waarmee periodiek overleggen zijn. De CCR is betrokken en op de hoogte van de
verbeterprocessen. Ieder van de vijf leefwerkgemeenschappen levert twee leden
voor de CCR.
Norm 3.3
De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en
verbeteren.
Volgens de inspectie voldoet Sint Theresia grotendeels aan deze norm.
Zorgverleners geven aan dat er binnen de locatie een goede sfeer heerst. Men kan
elkaar makkelijk aanspreken en om hulp vragen. Uit de gesprekken met
zorgverleners en management blijkt dat zorgverleners open zijn over fouten en
incidenten en deze melden.
De inspectie hoort ook dat er elke week een verpleegkundig overleg is. Hierin
bespreken de verpleegkundigen de bijzonderheden in het team.
De raad van toezicht heeft een keer per jaar intervisie, begeleid of onbegeleid. De
raad van toezicht deelt ook kennis en ervaring uit andere raden van toezicht. Ook
maken zij gebruik van de NVTZ-portal voor opleidingen.
De bestuurder krijgt jaarlijks 360 graden feedback. Zij is op dit moment de enige
die deze vorm van feedback krijgt. Het management geeft aan dat zorgverleners het
soms nog lastig vinden om elkaar feedback te geven.
Sint Maarten is onderdeel van een lerend netwerk.
De SO is elke week een dag in St. Theresia. Zorgverleners kunnen ook op afroep de
hulp in roepen van een psycholoog. De SO en de psycholoog kunnen advies geven
bij onbegrepen gedrag van een cliënt.
Gesprekspartners vertellen dat er nog geen formele structuur is voor intervisie en
reflectie. Dit hoort de inspectie ook terug van zorgverleners. Deze geven aan dat zij
onvoldoende de tijd en de ruimte krijgen om te reflecteren op de zorg die zij bieden.
Zo geeft een zorgverlener aan dat de teamoverleggen recent zijn verkort en dat er
weinig tijd overblijft om over cliënten te spreken.
4.4 Medicatieveiligheid
Norm 4.3
Zorgverleners beschikken over een actueel medicatieoverzicht en actuele toedienlijst
van de apotheek
Volgens de inspectie voldoet Sint Theresia grotendeels aan deze norm.
Zorgverleners beschikken voor elke cliënt die medicatie gebruikt over een actueel
medicatieoverzicht en in de meeste gevallen een actuele toedienlijst van de
apotheek. De apotheek maakt en levert de medicatieoverzichten en de toedienlijsten
van cliënten die medicatie gebruiken. De medicatieoverzichten zitten in het digitale
systeem. De inspectie ziet dat zorgverleners in een enkel geval de toedienlijsten
aanpassen. Bijvoorbeeld door ’medicatie is gestopt’ te noteren. Dit betreft medicatie
in eigen beheer.
Ook ziet de inspectie dat zorgverleners de medicatie voor een cliënt malen en met
appelmoes aan de cliënt geven. De zorgverlener vertelt de cliënt hierbij dat deze
medicatie krijgt. Op de toedienlijst staat niet vermeld dat de medicatie van deze
cliënt gemalen moet worden. De zorgverlener vertelt de inspectie dat de logopedist
van deze cliënt opschrijft dat de medicatie gemalen moet worden. De zorgverlener
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 20 van 22
vertelt dat zij niet weet dat de apotheek eerst toestemming moet geven voor het
malen van medicatie.
Norm 4.8
De zorgverlener parafeert de toegediende of aangereikte medicatie per medicijn en
toedientijd op de toedienlijst.
Volgens de inspectie voldoet Sint Theresia grotendeels niet aan deze norm.
De zorgverlener parafeert de toegediende of aangereikte medicatie per medicijn en
per toedientijdstip op de toedienlijst.
De tweede controle (niet GDS-medicatie) wordt niet altijd bekwaam uitgevoerd.
Zorgverleners vertellen dat ze proberen om een collega te laten meekijken. Soms
zet een zorgverlener medicatie klaar. De volgende dienst controleert de medicatie
en geeft deze aan de cliënt. De tweede controle vindt echter niet altijd plaats. Soms
staan twee dezelfde handtekeningen bij een moment.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 21 van 22
Bijlage 1 Overzicht wet- en regelgeving, veldnormen, circulaires
en rapporten
Wetgeving:
Wet langdurige zorg (Wlz).
Zorgverzekeringswet (Zvw).
Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz).
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).
Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO): Wijzigingswet
Burgerlijk Wetboek.
Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ).
Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz).
Besluit langdurige zorg.
Uitvoeringsbesluit Wkkgz.
Besluit klachtenbehandeling Bopz.
Besluit rechtspositieregelen Bopz.
Besluit middelen en maatregelen Bopz.
Besluit patiëntendossier Bopz.
Besluit vaststelling van de minimumeisen voor de (verplichte) meldcode huiselijk
geweld en kindermishandeling.
Veldnormen:
Kwaliteitskader verpleeghuiszorg, 2017.
Toetsingskader IGJ, 2017.
Governancecode zorg, 2017.
Kader Toezicht op goed bestuur, 2016.
Convenant preventie seksueel misbruik, VGN, Chronisch Zieken en
Gehandicaptenraad, MEE Ned., Landelijk Steunpunt Cliëntenraden, CNV Publieke
Zaak, Nu91, ABVA/KABO FNV, F.B.Z., 2007.
Handreiking werkvoorraad geneesmiddelen, Actiz, GGZ Nederland, VGN, 2010.
Handreiking seksualiteit en seksueel misbruik, VGN, Kennisplein
gehandicaptenzorg, 2011.
Landelijke instructie voor Toediening Gereedmaken van medicatie in verpleeg-
en verzorgingshuizen, V&VN, 2008.
Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, januari 2015.
Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten, ActiZ, GGZ Ned., IGZ,
KNMG, KNMP, LEVV, LHV, NFU, NHG, NICTIZ, NPCF, NVVA, NVZ, NVZA, Orde,
V&VN, VWS,ZN, FNT, NMT en VGN, 2008.
Risicovolle medicatie in verband met dubbele controle, KNMG, 2013.
Circulaires en rapporten:
Bulletin ‘Het mag niet, het mag nooit: seksuele intimidatie door hulpverleners in
de gezondheidszorg’, IGZ, augustus 2004.
Cultuuromslag terugdringen vrijheidsbeperking bij kwetsbare groepen in
langdurige zorg volop gaande, duidelijke ambities voor 2011 nodig, IGZ,
december 2010.
De dagelijkse bezetting en kwaliteit van zorg in instellingen voor langdurige
zorg, Nivel, 2012.
Extra inspanning noodzakelijk voor terugdringen vrijheidsbeperking in langdurige
zorg, IGZ, 2012.
Medicatieveiligheid flink verbeterd in herbeoordeelde instellingen langdurige zorg
en zorg thuis, IGZ, 2011.
Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zorggroep Sint Maarten in Oldenzaal en locatie Woonzorgcentrum
Oldenhove in Losser en locatie woonzorgcentrum Sint Theresia in Joure op 6 en 7 maart 2019
Pagina 22 van 22
Bijlage 2 Beoordeelde documenten
- Kwaliteitsplan Zorggroep Sint Maarten 2019;
- Kwaliteitsverslag 2017 Zorggroep Sint Maarten;
- Overzicht van zorgprofielen cliënten van de bezochte locaties;
- Overzicht fte’s/dienstroosters zorgverleners en behandelaars op de bezochte
locaties;
- Opleidingsjaarplan 2018 LWG Losser en LWG Friesland;
- Opleidingsjaarplan 2019 LWG Losser en LWG Friesland;
- Notulen werkoverleggen in januari en maart 2019 Sint Theresia;
- Kwartaalrapportage LWG Friesland Q4 2018;
- Maandrapportage MIC-analyse Friesland; februari 2019;
- Kwartaalrapportage MIC-analyse Losser; kwartaal 1 2019;
- Rapportage Sint Maarten na medicatiescan 2018;
- Checkbuster Vragenlijst introductie Oldenhove; 22 november 2017.
Top Related