Download - PUM Magazine winter 2010

Transcript
Page 1: PUM Magazine winter 2010

�������������������

Excellent EducationNieuwe rouwrituelen

in ColombiaMeer vrouwen bij PUM

Page 2: PUM Magazine winter 2010

Kennis beklijft

Wat een mens leert, beklijft. Een maatschappij waarin de lerende mens centraal staat, bestrijdt armoede, corruptie en onmacht en bevordert zelf-redzaamheid en welvaart.

Al meer dan 30 jaar stimuleert PUM zelfredzaamheid door ontwikkeling van de private sector in donorlanden. We lopen daarmee in de pas met de aanbevelingen van het WRR rapport ‘Meer pretentie, minder ambitie’. PUM besteedt slechts een fractie van de beschikbare fondsen aan onderwijs. Dat is jammer, want een succesvol bedrijfsleven kan niet zonder vakkundig geschoold personeel. In ontwikkelingslanden ontbreekt het daar vaak aan, omdat er geen of onvoldoende beroepsonderwijs is dat is afgestemd op de behoeften van het bedrijfsleven.

Hoger beroepsonderwijsMet het programma VEHICLE* werkt PUM nu aan verbetering van het be-roepsonderwijs in 33 partnerlanden. Dat is een geweldige uitdaging. PUM is gewend aan kortdurende projecten, maar nu hebben we te maken met meerjarige onderwijsprojecten waaraan honderden experts meewerken. PUMmers zetten zich enorm in om VEHICLE tot een succes te maken, maar een team van gespecialiseerde experts en een professionele projectorgani-satie zijn onontbeerlijk. In het thema-artikel op pagina 8 praten we hierover met Henk Brouwers, sectorcoördinator VEHICLE.

StraatjeugdOndertussen gaan de onderwijsprojecten die PUM van oudsher doet ge-woon door. Maar is dat genoeg? Samen met het bedrijfsleven een leerling-stelsel opzetten, of technisch onderwijs aanbieden in de hoogste klassen van het basisonderwijs zijn prachtige manieren om straatjeugd een vak te leren en aan een baan te helpen. Eigenlijk zou ook voor praktijkonderwijs een programma à la VEHICLE moeten worden ontwikkeld.

Ver weg en dichtbijDe WRR adviseert het aantal donorlanden te beperken en te focussen op sub-Sahara Afrika. Maar waarom zoeken we het niet dichter bij huis, bij-voorbeeld aan de grenzen van Europa? En wat te denken van scholing van achtergebleven bevolkingsgroepen in Nederland? Iets voor ervaren PUMmers?

PUM staat voor kennisoverdracht en dat kan op vele manieren. Van fi etsen maken in Bangladesh tot rouwrituelen in Colombia: deze uitgave van PUM Magazine laat een scala aan voorbeelden zien. Veel leesplezier!

Ria van Eck-Jennen* Vocational Education for Higher Categories and Levels

Ria van Eck introduceert het thema van deze editie van PUM Magazine: Kennisoverdracht.

Ria van Eck-Jennen (1941): sectorcoördinator

VEHICLE (2002-10), lid stuurgroep VEHICLE,

lid stuurgroep El Salvador; actief voor PUM

sinds 2000.

Opleiding: lerarenopleiding biologie, Univer-

siteit Utrecht; opleidingen en cursussen op

het gebied van (corporate) communicatie en

informatie, business English, management,

automatisering, fi nanciën, HRM, facilitaire

dienstverlening, kwaliteit, gender.

Werkervaring: zes jaar docent biologie; diverse

functies als manager informatie en communi-

catiefaciliteiten voor het beroepsonderwijs, met

focus op kwaliteitsmanagement (ISO 9001).

Voorwoord

6PUM Magazine is een uitgave van PUM

Netherlands senior experts. PUM is gelieerd

aan werkgeversorganisatie VNO/NCW.

Productie PUM Marketing en Communicatie

Tekst en redactieGabriëlle ten Bokkel Huinink, Dénise ten Bokum, Ria van Eck-Jennen, Leo Enthoven, Grisella Indemans, Karin Jensma, Kees van der Maas, Karin Overtoom, Frank Steverink, Corien Unger, Pim van Rooijen, Hans van de Veen, Karin Verhaak

Ontwerp en illustratieI DON/T BUY ITwww.idontbuyit.biz

Fotografi eDénise ten Bokum,Jeroen Poortvliet, privébezit

DrukDe Maasstad, Rotterdam

Bezuidenhoutseweg 122594 AV Den Haagt (0)70 349 05 55f (0)70 349 05 [email protected]

Inhoud

Colofon

Nieuwe rouwrituelen in Colombia

4Fietsfabriek in

Bangladesh

PUM terug inPalestina

Column

20Algerije

24

Watermanagementin Macedonië

28

Het gesprek met Bram van Ojik

16

Leren uit ervaring

Herman Nieuwen-huis over PUM

25Inspiratie en con-

tacten in Kenia

26

36Jong & Oud bij PUM

30

Voorwoord

3

8Meer vrouwen

bij PUM

12Excellent education

in de praktijk

8

2221

En verder:

‘Spanningen in Kirgizië’, ‘Franchising in het Onderwijs’, ‘Rugtassen in Vietnam’ en ‘Colombia in de lift.’

Laboratorium voor Mongolië

31

Page 3: PUM Magazine winter 2010

4 PUM Magazine winter 2010 5PUM Magazine winter 2010

“Inmiddels is de situatie wel verbeterd. Er is nu minder geweld. En mensen hadden over Nederland gehoord dat er de laatste twintig jaar veel nieuwe rituelen in gebruik zijn genomen rondom de dood en rouwverwer-king, mede door de multiculturele samenleving. En dat zelfs katholieken die nieuwe rituelen overnamen. Daar wilden ze meer over weten en ik werd als spreker uitgenodigd op een congres.”

Kees Coppens zat toen al twee weken in Colombia en had elke dag uitvaartondernemers en vrijwilligers in de sloppenwijken bezocht. “Ik kwam er achter dat ze op het gebied van rouwzorg graag meer wilden doen maar niet goed wisten wat. Een moord tussen twee kinderen - kindsoldaten - is er geen uitzondering. Die kinderen hebben niets anders dan geweld gezien, ze hebben hun vaders en broers zien sterven, er is zoveel mis in die hoofdjes. De grote uitvaartondernemingen hebben wel psychologen in dienst. Die wilden graag weten wat wij nu in Nederland doen.”

Tijd voor rouwverwerkingJarenlang is Kees Coppens vrijwilliger geweest bij Achter de Regenboog, een stichting voor rouwver-werking bij kinderen. Wat ze organiseren is eigenlijk gewoon lotgenotencontact, vertelt hij. In Nederland maken zo’n 7000 kinderen per jaar een overlijden mee van een vader, moeder, broer of zusje. Na aanmelding en intake mag het kind mee op een weekend met lotgenootjes. “Zo’n kind merkt dan dat er veel andere kinderen zijn die hetzelfde meemaken, hetzelfde gevoel hebben.”

Rouwverwerking bij kinderen draagt bij tot beter func-tioneren als ze volwassen zijn, is de overtuiging van Kees Coppens.

De psychologen in Colombia waren onder de indruk van wat er op dit vlak in Nederland gebeurt. In de opleiding in Colombia wordt er bijna geen aandacht besteed. Rouwverwerking kent men er al nauwelijks, en zeker niet bij kinderen.

Van kwaad naar mooiKees Coppens heeft ook heel praktische ‘tools’ aange-reikt. De ‘kwaadmuur’ bijvoorbeeld. Kinderen maken een tekening van iets kwaads, zoals dood, of een onge-luk, of ‘roken is slecht’. Die tekening mogen ze op een kwaadmuur plakken, een zeil dat tegen een muur is gespannen. Dan krijgen ze een dot klei om de tekening van de muur te gooien - hoe harder, hoe beter - om er vervolgens iets moois van te maken.

De kennis die Kees Coppens heeft overbracht wordt verder verspreid via opleidingen, ondernemingen en vrijwilligersstichtingen in Colombia. Voorjaar 2011 wil hij terug om verdere contacten te leggen tussen Neder-land en Colombia.

Thema Kennisoverdracht Thema Kennisoverdracht

K ees Coppens is uitvaartverzorger. Voor PUM ging hij naar Colombia, het

land dat geteisterd wordt door de oorlog met rebellenbeweging FARC en vetes

tussen drugsbendes. Uitvaartverzorging is er verworden tot massaproductie.

Hij leerde de Colombianen over het belang van rouwverwerking.

Kees Coppens begon op zijn achttiende in de uitvaartbranche. Na een eerste schrikreactie wekte het werk zijn interesse en hij doet het nu 35 jaar. Zijn schoonvader werkte bij een uitvaartonderneming en Kees Coppens begon daar met drukwerk verzorgen; hij had ervaring in de grafi sche sector. Vervolgens groeide hij allengs het vak in. Twintig jaar geleden werd de onderneming opgekocht door een landelijke speler. Dat was zijn stijl niet, vertelt Kees Coppens, en hij besloot voor zichzelf te beginnen.

In de uitvaartonderneming in het Brabantse Wouw werkt hij samen met zijn vrouw Anja. Zij runt een aparte afdeling, De Einderveer, gericht op rouwverwerking bij kinderen, jongeren en volwassenen. Zelf is Kees Coppens actief in de advies- en kwa-liteitsraad van Requiem, een brancheorganisatie. Tijdens een vergadering werd daar gezegd ‘we hebben vanavond misschien nog een reisje Colombia weg te geven’. PUM had een expert nodig.

Kees Coppens meldde zich aan en voerde een sollicitatiegesprek bij PUM. Ruim een jaar geleden vertrok hij naar Medellín om uitleg te geven over nieuwe rouwrituelen in de uitvaartzorg. Hij bezocht zo’n vijftien bedrijven om te bekijken hoe ze die nieuwe rituelen konden gebruiken.

Zo snel mogelijk begraven“De situatie verbaasde me wel,” zegt hij. “Van oorsprong is het een echt katholiek land met veel tradities. Maar door de ge-weldsspiraal die er is ontstaan – in Medellín waren er een jaar of twaalf terug gemiddeld zo’n 4000 moorden per jaar! – was de uitvaartplechtigheid verworden tot zo snel mogelijk begraven of cremeren, meestal binnen 24 uur na het overlijden.”

Nieuwe rouwrituelen voor Colombia

“Er zijn kinderen die alleen maar geweld hebben gezien. Dan

is er zoveel mis in die hoofdjes.”

Page 4: PUM Magazine winter 2010

6 PUM Magazine winter 2010

Thema Kennisoverdracht

Op missie bij een fiets-fabriek in Bangladesh waande PUM-expert Béjé van den Berg zich even terug in zijn jeugd. “Ik kom uit een fietsen-makersfamilie en zag een stuk geschiedenis voorbij schieten. Mijn vader was

directeur van Union. Zelf heb ik na mijn ingenieursop-leiding in Delft tien jaar bij Batavus gewerkt.”

De fietsfabriek in Bangladesh is vijf jaar geleden begon-nen en produceert stalen fietsonderdelen, zoals frames, vorken en spaken.

Het bedrijf heeft zo’n 80 medewerkers en wordt gerund door vader en zoon. Ze behoren tot de elite. Vader was accountant en heeft kapitaal gemaakt met onroerend goed. Zoon heeft een IT-bedrijf dat is gespecialiseerd in simkaarten. Ze verhuren meerdere flatgebouwen en het IT-bedrijf levert meer op dan de fietsfabriek. Maar de zoon wil de fietsfabriek tot een succes maken. Het gaat om de ontwikkeling van meer geschoolde werkgelegenheid. En om de eer van de familie.

Béjé van den Berg ging zes jaar geleden op 61-jarige leeftijd met pensioen en meldde zich meteen aan bij PUM.Als specialist in buisverwerking - de laatste tien jaar van zijn carrière leidde hij een kantoor- en schoolmeu-belfabriek - heeft hij inmiddels zes missies gedaan, in Tanzania, Kenia, Sri Lanka en Bulgarije.

Thema Kennisoverdracht

Een fietsfabriek met veel

potentieel, financieringsmo-

gelijkheden en goede kansen

op de exportmarkt - waar zit

het op vast? Wat is er nodig

om de eigenaren de sprong

naar succes te laten maken?

Hij vindt deze de mooiste. “Omdat ik zoveel kansen zie. Dit is een haalbare kaart, met een beetje hulp moet dit een succes kunnen worden. Maar dan moeten ze nu doorbijten.”

Durven concurrerenDe fietsfabriek moet eerst zijn thuismarkt opbouwen, constateerde de PUM-expert al snel. “Ze draaien nu hoofdzakelijk op de vervangingsmarkt voor riksha-on-derdelen. Ik wilde met de zoon naar Dhaka om daar bij fietsenwinkels te kijken wat de markt vraagt, maar vanwege onlusten door een opstand van textielarbeiders (tien procent loonsverhoging op een maandsalaris van zo’n 30 dollar...) ging dat niet. Zelf bezoeken ze alleen groothandels. Marketing is duidelijk een probleem. Ik heb geadviseerd foto’s van modellen te maken en potentiële klanten direct te benaderen.”

Béjé van den Berg ziet ook veel kansen voor export. Bangladesh hoeft geen import- of antidumpheffingen te betalen op de export van fietsen naar Europa. Dat betekent dat ze goedkoper kunnen leveren dan concurrerende landen die dat wel moeten. En er is een lucratieve markt dichtbij: Noordoost India. Een gebied met 40 miljoen inwoners dat geografisch geïsoleerd ligt van de talrijke producenten in India.

Om blijvend te concurreren, en zeker om aandeel op de exportmarkt te veroveren, moet de fabriek met modellen komen die gewild zijn en dus investeren in design.

Dat dat niet zo moeilijk hoeft te zijn heeft Béjé van den Berg gedemonstreerd door ze een paar modellen te laten maken op basis van meegebrachte folders.

Durven investerenDe fabriek draait nu net quitte maar zou zijn omzet bin-nen een jaar kunnen verdubbelen, stelt de PUM-expert. Dan moeten ze wel durven investeren. De financierings-mogelijkheden zijn er. Behalve voor machines, moeten ze ook willen betalen voor kennis. “Tijdens mijn missie heb ik een sollicitatiegesprek geleid met een technicus van een andere fietsfabriek die net ontslagen was,” vertelt Béjé van den Berg. “Precies wat de fabriek nodig heeft qua kennis. Maar er was aarzeling, want ook al wist die man feilloos hoe het moest, ze vonden het zo duur.”

De PUM-expert heeft een stappenplan opgesteld om de exportafzet te ontwikkelen, de kwaliteit te verbeteren en de efficiency te verhogen. Minder kosten, nieuwe machi-nes en meer kennis zijn de sleutelwoorden. Als het stappenplan wordt opgevolgd, komt er mogelijk een follow-up en een trainingsprogramma in Nederland voor de zoon.

Gaan vader en zoon de adviezen ook daadwerkelijk ten uitvoer brengen? Daarmee staat of valt het succes van de missie. “In gesprekken waarin ik de zwakke schakels van de onderneming benoemde, zag ik vader en zoon elkaar regelmatig even aankijken,” vertelt Béjé van den Berg. “Ik zag ze denken: ‘waarom hebben we daar zelf niet aan gedacht?’ De vader heeft het gevoel dat de zoon wil en kan. Dat is belangrijk, want over een jaar of drie trekt hij zich terug en moet de zoon de kar trekken. En die beseft dat de kennis nu ontbreekt.”

77PUM Magazine winter 2010

Page 5: PUM Magazine winter 2010

8 PUM Magazine winter 2010 9PUM Magazine winter 2010

Excellent education in

de praktijk | VEHICLE: doelgericht beroepsonderwijs

Voor wie het niet meer zo scherp op het netvlies heeft: VEHICLE* is ontstaan nadat de politiek PUM had verzocht een speciaal op het beroepsonderwijs gericht programma voor kennisoverdracht te starten. Onderwijs, vooral beroepsgericht onderwijs dat aansluit op de behoeften van het bedrijfsleven en met name het MKB, is vaak een zwakke schakel in de ontwikkeling van landen waar PUM actief is.

Henk Brouwers studeerde economie in Rotterdam. Hij heeft in allerlei functies in het onderwijs gewerkt. Een van zijn laatste functies was hoofd internationalisering bij de Hogeschool van Rotterdam. Sinds drie jaar is hij verbonden aan PUM. Hij was anderhalf jaar Business Link- en Trainingscoördinator en is nu anderhalf jaar coördinator VEHICLE. Als expert HRM/onderwijs heeft hij een missie in Jordanië gedaan. Later zou hij een onderwijsgerelateerd project doen in Bangladesh, maar hij had aanmerkingen op de inhoud van de missie. Uiteindelijk is die ook afgeblazen.

Kwaliteitsslag PUM“Dat is dé manier om op te vallen bij PUM,” zegt Henk Brouwers met een lachje. Hij werd gevraagd als Business Linkcoördinator en in 2008 maakte hij aan PUM-directeur Thijs van Praag zijn belangstelling kenbaar voor het op handen zijnde onderwijsprogramma. Hij was een beetje uitgekeken op het werk van Business Linkcoördinator. Niet alle bezoeken werden toen kritisch genoeg bekeken, zegt hij tussen de regels door.

Dat brengt ons op de kwaliteitsslag die PUM momenteel maakt. Dat we beter opletten wie zich aanmeldt, hoort daar ook bij. Dat is nuttige informatie voor de VEHICLE-coördinator. “Veel mensen in arme landen willen dolgraag naar Europa,” weet hij. “We zijn daar erg voorzichtig mee, zeker aan het begin van een samenwerkingsovereenkomst.”

Na het eerste jaar alleen “pionieren” werkt Henk Brouwers sinds een half jaar samen met collega Ellen Lems. Er zijn nu 24 VEHICLE-programma’s, vertelt hij. “Dat wil zeggen dat we met 24 onderwijsinstituten een samen-werkingsovereenkomst hebben gesloten waarbij we tussen de 6 en 10 keer een onderwijsexpert op missie sturen.” Dat gebeurt met nauw omschreven opdrachten en tijdsplannen.

Het programma richt zich op de 33 voorkeurslanden van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarbinnen, zo luidt de opdracht, zou de helft van alle missies in sub-Sahara Afrika uitgevoerd moeten worden. VEHICLE staat voor vocational education for higher categories & levels. Het is dus, in de visie van de sponsor, gericht op het hoger beroepsonderwijs. Maar, zegt Henk Brouwers, “in de praktijk kom je vaak tegen dat iets universiteit heet terwijl het in werkelijkheid MBO-niveau is.”

Criteria en grenzen“We zijn wat behoedzamer geworden in het hanteren van termen. We sturen een expert op ‘identificatiemis-sie’ als we een aanvraag krijgen. Die kijkt dan niet alleen naar de school maar ook naar de sector waarin de leerlingen later terecht moeten komen. Het lokale MKB dus. Wordt dat goed bediend door het betreffende opleidingsinstituut?”

“Ik hou van focussen,” vervolgt Henk Brouwers. “Het gaat om de beroepsopleidingen. Maar in een land als Mozambique zie je bijvoorbeeld toch een kruisbestuiving tussen een straatjongerenproject en beroepsopleidingen. Docenten zijn daar zzp-er en gaan op zoek naar hun eigen studenten. Ze leren ze auto’s repareren. Of kasten maken. Dat levert de docent wat op, die int de fees van de studenten. In de praktijk is het MBO.

Maar als er geen HBO is, dan schiet het MKB er niets mee op als wij onze regels opleggen.” Er zijn wel onder-grenzen: LBO-min is niet aan de orde. De ambitie moet MBO-plus zijn, richting HBO.

Project in wordingHet verhaal van VEHICLE wordt binnenkort beschreven in het magazine P+. Wat vindt Henk Brouwers parade-paardjes van het programma? “Het straatjongeren-project dat ik net noemde, Young Africa Mozambique. Daar zijn we nu een jaar mee bezig. En in Zuid-Amerika hebben we een goedlopend agrarisch opleidingstraject in Nicaragua.”

Het VEHICLE-programma is een project in wording. De PUM-organisatie is van oudsher gericht op korte missies, niet op langere, driejarige onderwijsprojecten. In die zin is het ook voor PUM een leerproces. Excellent education. Indeed.

Thema Kennisoverdracht Thema Kennisoverdracht

“In de praktijk kom je vaak tegen dat iets universiteit

heet terwijl het in werkelijkheid MBO-niveau is.”

Kennisoverdracht is het thema van deze uitgave

van PUM Magazine. Daarom spraken we met Henk

Brouwers, coördinator van het programma VEHICLE,

over onderwijsgerelateerde projecten. Specifieker:

‘excellent education’, een van de speerpunten van

PUM dit jaar, naast kwaliteitsverbetering (‘better

business’) en duurzaamheid (‘going green’).

* Vocational Education for Higher Categories and Levels

Page 6: PUM Magazine winter 2010

10 PUM Magazine winter 2010 11PUM Magazine winter 2010

VEHICLE voor betere vaklui

Page 7: PUM Magazine winter 2010

12 PUM Magazine winter 2010 13PUM Magazine winter 2010

“Stap over je onzekerheid heen”

— Veel vrouwen zijn meer expert dan ze denken —

Thema Kennisoverdracht Thema Kennisoverdracht

“Durf het. Ga gewoon.

Als het tegenvalt, heb je

het in elk geval gedaan.”

Vrouwen bij PUM - er zijn er niet genoeg, althans niet bij de experts.

Dat is al heel lang de verzuchting op de vijftiende verdieping van de

Haagse Malietoren. Wat is er aan te doen?

Zomer 2010 organiseerde PUM een vrouwennetwerk-dag. Bestuurslid Jeltje van Nieuwenhoven stelde de aanwezi-gen toen enigszins ‘gerust’ met de stelling dat 8 procent vrouwelijke experts bij PUM ‘in lijn’ is met het percen-tage vrouwelijke hoogleraren in Nederland. In PUM Magazine nu een gesprek tussen twee vrouwen die bij PUM hun draai helemaal gevonden hebben.

Mieke Schrijver heeft een arbeidsverleden als exportma-nager bij BASF. Tegenwoordig is ze landencoördinator Oost-Turkije. Jannie Benning is kaasmaakster. Op haar boerderij hadden ze jarenlang stagiaires uit het buitenland, tot Japan aan toe. In 2007 hoorde ze van haar broer, een PUM-expert, dat er een kaasmaker werd gezocht. Ze schreef zich in en is de afgelopen drie jaar van alle vrouwelijke ex-perts het meest uitgezonden, met name naar Armenië.

NieuwsgierigheidMieke Schrijver: “Ik ben nu bijna twee jaar bij PUM. Bij BASF was ik verantwoordelijk voor de verkoop van polymeren voor de drukinkt- en verfi ndustrie in Europa, Afrika en het Midden-Oosten.” Toen haar werk in verband met een reorganisatie stopte, kwam ze in contact met PUM. Er was een vacature voor een landencoördinator Turkije en dat is zij geworden. Maar eerst deed ze zelf een project in Vietnam, om het PUM-proces te leren kennen. “Als je experts begeleidt, moet je wel weten waar je het over hebt.”

Jannie Benning: “Ik ben geboren op een boerderij, getrouwd met een boer, en ik woon nog altijd op een boerderij. Een heel ander leven. Ik was wel nieuwsgierig naar de wereld, had de drang er meer van te zien.

Maar als je met een boer trouwt is dat heel moeilijk. Vakanties waren er wel. Als je wilt, kun je alles plannen, zeg ik altijd.”

Op haar boerderij kwamen de afgelopen decennia zo’n 40 stagiaires. Voor drie maanden, een half jaar, soms zelfs een jaar. Zo kwam de wereld bij haar binnen.

“En dat maakt ook nieuwsgierig,” denkt Mieke Schrijver. Inderdaad. Jannie Benning legde verschillende bezoeken in Europa af en ze verbleef een maand in Japan. “Dat is

ontzettend mooi,” vertelt ze. “Je komt bij de mensen thuis. Je ziet het leven echt

van binnenuit.”

In 1979 begon ze kaas te maken op de boerderij. Toen ze bij PUM kwam

was ze al 29 jaar kaasmaak-ster. Maar ze twijfelde of ze

voldoende bagage had. Ze had huishoudschool, haar

talenkennis had ze opgedaan via de stagiaires. Grammaticaal

vond ze zichzelf niet sterk, dat voelde als een belemmering. Een maand na de

kennismaking bij PUM werd ze gebeld om naar Armenië te gaan.

Ben ik wel goed genoeg?Mieke Schrijver: “Dat hoor ik vaker als ik met vrouwen praat. Die vragen zich blijkbaar toch af ‘ben ik wel goed genoeg?’ Mannen hebben dat niet. Ook niet als ze de taal bijvoorbeeld niet goed spreken. Vrouwen maken daar een punt van.”

12 PUM Magazine winter 2010

Page 8: PUM Magazine winter 2010

14 PUM Magazine winter 2010 15PUM Magazine winter 2010

Thema Kennisoverdracht

Jannie Benning: “Ik had graag willen studeren, maar dat zat er vroeger niet in. Dat voelde toch altijd als een tekortkoming van mezelf.” “Grappig dat vrouwen dat toch altijd meer hebben dan mannen,” reageert Mieke Schrijver. In Turkije heeft ze overigens nog nooit een vrouwelijke expert gehad.

Jannie Benning vertelt hoe ze op de boerderij ook aan agrotoerisme heeft gedaan. Halverwege de jaren negentig was de reputatie van de landbouw niet zo goed.Veel boeren werden daar kopschuw van, zij niet. Ze zette bewust de deuren open. Ze begon een winkel bij de boerderij en organiseerde meerdaagse wandelarrange-menten. Langs verschillende boerderijen, waar mensen koffie konden drinken en ook konden overnachten. Dat werd een ontdekkingsproces, ook voor de boeren zelf. Ze ontdekten allerlei beroepen waar ze niks van af wisten.

Kennis en vertrouwenJannie Benning is negen keer in Armenië geweest en een keer in Kosovo. In Armenië deed ze twee herhalings-missies. “Veel boeren hebben medio jaren 90 een paar hectare land en een paar koeien gekregen, terwijl ze geen kennis over veeteelt en landbouw hadden, of over hygiëne. Bij kaas maken is de reinheid van de melk cruciaal. In de koe is melk steriel, maar zodra er gemolken is krijg je problemen, als je niet oppast.’ Naar aanleiding van haar rapportages werken de sectorcoördinatoren zuivel en landbouw en de landencoördinator nu aan verbetering van de samenwerking tussen veeteelt en zuivelproductie. “Dat had ik niet kunnen bereiken als ik maar een keer gegaan was.”

Normaal gesproken verblijven PUMmers in een hotel of guesthouse, maar omdat Jannie Benning in zulke afge-legen landelijke regio’s terechtkwam, logeerde ze vaak bij de mensen thuis. Soms is dat wel eens belastend, zegt ze. “In het voorjaar is het er koud en dan wordt alleen de kamer waarin men leeft verwarmd. Aan de an-dere kant heb je meer uitwisseling. Je ziet in de keuken hoe het eten gekookt wordt. Er is sneller vertrouwen.”

Het gesprek komt op vrouwen bij PUM. Mieke Schrijver: “Ik heb eigenlijk nooit problemen ondervonden als vrouw bij PUM. Sinds kort hebben we een lokale vertegenwoor-diger in Van, helemaal in het oosten van Turkije. Dat is een erg traditioneel ingestelde regio. Ik vroeg me toen wel af wat ik kon verwachten. Maar het ging prima, hele warme mensen, supervriendelijk. Ik heb me er als vrouw nooit anders behandeld gevoeld dan elders. Je valt natuurlijk wel op. Iedereen wil een praatje met je maken.”

VeelzijdigheidIn het buitenland laten beide vrouwen politiek liever liggen als gespreksonderwerp. Maar als het er toch van komt, is het boeiend om te zien hoe mensen elders een totaal ander perspectief kunnen hebben dan wij in Nederland. “Behalve op Europa zijn Turken erg gericht op Rusland, waarmee van oudsher veel zaken wordt gedaan,” vertelt Mieke Schrijver. “Tegenwoordig is er ook veel activiteit met landen als Syrië, Jordanië en Iran, vooral sinds kortgeleden de visumplicht is afgeschaft.”Het leuke van landencoördinator zijn is dat je met veel verschillende sectoren in aanraking komt, vertelt ze. “Textiel, toerisme. Een bedrijf dat beurzen organiseert.

Veel landbouw. In Oost-Turkije zie je meer armoede. De wegen zijn daar slecht. De huizen zijn niet van onze standaard. Maar het gaat nu snel, de economie loopt er als een trein.”

Turkije is een ‘EZ-land’, het gaat dus meer om handelsbe-vordering dan om ontwikkelingssamenwerking. Business links zijn daarom erg belangrijk. “Voor ons zijn het partners. Soms is het wel eens moeilijk om experts daarvan te overtuigen. Die gaan het liefst naar echte arme landen toe.”

OnzekerheidEr zijn bij PUM weinig vrouwelijke experts. Wat is daar aan te doen? Mieke Schrijver: “Ik zou zeggen, kom eens praten bij PUM. Stap over je onzekerheid heen. Als je een eigen bedrijf hebt gehad of een positie als manager, dan kun je er bij PUM een succes van maken. Veel vrouwen zijn te onzeker over zichzelf.”

Ze is lid van de werkgroep Gender die meer vrouwen bij PUM wil betrekken. “Door gebruik te maken van netwer-ken, bijvoorbeeld.”

Jannie Benning: “Ik maak ook nog vaak mee dat mensen niet weten wat PUM is. En als ik vrouwen in organisaties over mijn missies voor PUM vertel, hoor ik altijd de vraag ‘ga je alleen?’ – dat is ook een vorm van onze-kerheid. Ik ben altijd prima behandeld, het werkt juist prettiger als je alleen bent, je hoeft nergens anders aan te denken. Alleen je eigen werk doen. Maar daar kan ik maar weinig vrouwen van overtuigen.”“Je moet wel een bepaalde instelling hebben om het

werk te kunnen doen,” zegt Mieke Schrijver. “Als je bang bent om alleen te reizen, vraag ik me af of je geschikt bent.” Jannie Benning: “Toch kom ik het vaak tegen, vrouwen waarvan je denkt: die hebben heel wat in hun mars; maar als ze alleen moeten, haken ze af.” In de praktijk vallen al die beren op de weg reuze mee. “Gewoon je gezonde verstand gebruiken. Je komt er altijd wel uit,” zegt Mieke Schrijver.

Open voor veranderingVrouwen zijn vaak ontvankelijker voor veranderingen, vindt Jannie Benning. Maar het lukt haar niet altijd om met vrouwen in contact te komen als ze op missie is. Met de vrouwen die melken, bijvoorbeeld, die verant-woordelijk zijn voor de reinheid van de melk. Dat lukt te weinig. Ook al omdat ze altijd via een tolk moet communiceren. “Ik zie soms aan de gezichten dat die vrouwen wel willen. Jonge boeren ook wel, maar de vader, die is dan zó conservatief...”

Thema Kennisoverdracht

Mieke Schrijver: “In Turkije probeer ik wel in contact te komen met vrouwennetwerken. De lokale vertegenwoor-diger doet speciaal zijn best om vrouwelijke ondernemers te vinden. Die willen ook wel vaak een vrouwelijke expert, en die is er dan niet.” Lachend: “Dan wordt het uit armoe toch weer een man...”

PUM is een rijke voedingsbodem voor nieuwsgierigheid naar andere culturen, andere volken. En het blijft altijd boeiend om met mensen om te gaan. “Ik woon in een dorp en de eerste keer dat je iets anders doet, kijkt ie-dereen je aan,” vertelt Jannie Benning. “Maar nu zijn ze er aan gewend. Als vrouw moet je je eigen leven maken, vind ik. Niet denken, ‘ik ben getrouwd’, of ‘mijn man vindt het vast niet goed’. Je moet zelf werken voor geluk en dat niet laten afhangen van je omgeving.”Mieke Schrijver: “Jonge mensen van nu doen dat uit zichzelf. Maar voor vrouwen van onze generatie is dat niet vanzelfsprekend.’

DurvenJannie Benning herinnert zich nog goed hoe ze na de huishoudschool zes weken op een uitwisseling naar de Achterhoek wilde. Haar vader vond het maar niks. ‘Zou je dat nou wel doen? Je bent ons enige meisje en we hebben zo lang op je gewacht.’ Uiteindelijk blies ze het af, en daar heeft ze nog spijt van. “Het heeft er toch altijd ingezeten.” Mieke Schrijver lacht: “Dat heb je dan ruimschoots ingehaald...”

Wat zouden ze tegen vrouwen die dit verhaal lezen wil-len zeggen?

Jannie Benning: “Durf het. Ga gewoon. Als het tegen mocht vallen, kun je in elk geval zeggen: ‘ik heb het gedaan’.”

Mieke Schrijver:”Het is gewoon heel erg leuk om als vrouw bij PUM te werken. Je doet er veel energie op.”

Page 9: PUM Magazine winter 2010

16 PUM Magazine winter 2010 17PUM Magazine winter 2010

Het gesprek

“De bodemloze put en de strijkstok zijn clichés”

Het gesprek

Bram van Ojik leidt de Directie Sociale Ontwikkeling (DSO)

van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Thijs van Praag sprak met hem over de veranderingen in

ontwikkelingssamenwerking, oude mythes en nieuwe kansen.

Thijs van Praag: Ontwikkelingssamenwerking is sterk in beweging. We hadden ‘gender’, toen kwam ‘institutions’ en nu lijkt ‘private sector ontwikkeling’ het toverwoord. Zie je het als een modegril of is er sprake van een wezenlijke verandering?

Bram van Ojik:“De consensus die we in Nederland heel lang hebben gehad over ontwikkelingssamenwerking behoort tot het verleden. Het idee dat het onomstreden is, dat we het er allemaal wel over eens zijn wat er in grote lijnen moet gebeuren, dat we niet al te kritisch moeten zijn omdat de intenties goed zijn... Dat, geloof ik, komt niet meer terug. Ontwikkelingssamenwerking is een onderwerp van politieke strijd geworden. Het is nogal wat om te zeggen dat de miljarden die Nederland uitgeeft niet bij-dragen aan armoedebestrijding. Voor alle duidelijkheid: ik geloof daar niks van.”

“Er is echt iets veranderd, in de publieke opinie en in de politiek. Het WRR-rapport en het regeerakkoord weer-spiegelen dat. Bijvoorbeeld: ‘Je mag het Nederlandse belang wel wat meer in de gaten houden, werk via het Nederlandse bedrijfsleven, dan pikken wij er ook nog een graantje van mee’. Of: ‘We moeten in veel minder landen zitten, we zijn veel te ambitieus.’”

“Sterker, er zijn fundamentele discussies gaande. Het is niet alleen: hulp heeft niet veel effect. Nee: hulp werkt averechts! Het houdt landen afhankelijk, het beloont slecht bestuur, het stelt noodzakelijke hervormingen uit. Ik kan me voorstellen dat de hulp zoals we die nu kennen, bilateraal, met NGO’s, over tien jaar niet meer bestaat. Vijf jaar geleden was dat nog moeilijk voorstel-baar. Dat neemt niet weg dat er modes kunnen zijn, nu misschien het bedrijfsleven en economische groei.”

Landen die nu een snelle ontwikkeling doormaken, zoals China en India, gooien de oude verhoudingen behoorlijk door de war. Ze gelden als de nieuwe voorbeelden - laat andere landen ze maar navolgen.

“Ook in ontvangende landen zijn bewegingen die kritiek hebben op de afhankelijkheid van hulp. Die zeggen: ‘We moeten meer op eigen ondernemerschap vertrou-wen dan op buitenlandse donoren.’ En: ‘We moeten verantwoording afleggen aan onze eigen bevolking.’ Dat versterkt de ontwikkeling die nu gaande is. Mijn angst is dat je oude schoenen weggooit voordat je nieuwe hebt. Ik ben helemaal niet zo negatief over wat hulp heeft opgeleverd. Er is bijvoorbeeld weinig onder-zoek dat het heersende cynisme over de millennium-doelen ondersteunt.”

Het verschilt alleen per land. Als je China en India even bui-ten beschouwing laat, is het beeld wel even anders. Er zijn landen die het prima doen en landen die terugvallen. “Dat klopt. Maar zelfs in de allerarmste landen wordt substantiële vooruitgang geboekt op basisindicatoren als onderwijs, gezondheid en drinkwater. Alleen, het gaat langzaam. En het gaat om landen die numeriek niet zo heel veel zoden aan de dijk zetten. Als je naar Afrika kijkt, zie je een paar notoire wanpresteerders, zoals Nigeria en Soedan. Met tekorten aan fondsen heeft dat niets te maken, er is daar geld genoeg. Kijk je naar landen waar we veel hulp aan geven, zoals Mali, Burkina Faso en Ghana, wat een succesverhaal is; maar ook Oeganda, Tanzania of Mozambique, dan ben ik altijd weer verrast hoeveel vooruitgang daar is op de basisindicatoren.”

Het gesprek

“Over de WTO horen we

niets meer, dat is absurd.”

17PUM Magazine winter 201016 PUM Magazine winter 2010

Page 10: PUM Magazine winter 2010

19PUM Magazine winter 2010

“Het gaat langzaam, ja, en je kunt er ontzettend veel op afdingen, maar toch. Worden die landen afhankelijker van hulp? Nee. De hulp neemt misschien niet zo snel af als je zou willen, maar de eigen belastinginkomsten nemen toe. Buitenlandse investeringen en handels-stromen: ze nemen toe. Is het glas half vol of half leeg? Gaat het snel genoeg? Dat is natuurlijk altijd de discussie.”

Wat vind je van Dambisa Moyo, de Tanzaniaanse schrijfster die ageert tegen hulpafhankelijkheid?

“Daar zijn weinig bewijzen voor als je kijkt naar de geld-stromen. Hulp doet wel iets met de mindset van mensen, maar het zal moeite kosten om landen te vinden die er aantoonbaar afhankelijker van zijn geworden. Afgezien van landen in een conflictsituatie, zoals Libe-ria of Somalië. Daar gebeurt niets en daar komt niets binnen, als er wat binnenkomt is het door buitenlandse hulp. Maar ik begrijp heel goed dat mensen zeggen: ‘we moeten ons lot in eigen handen nemen’ en kritische vragen stellen bij de eenzijdige gerichtheid op hulp.”

“Er zijn landen die proberen daar wat aan te doen, zoals Rwanda en Mozambique, die de regie naar zich toe wil-len trekken. Het feit dat die landen keuzes kunnen ma-ken, dat ze ook geld bij China, Saoedi-Arabië of de Gates Foundation kunnen halen, zal daar aan bijdragen. In de ontvangende landen is emancipatie gaande, en dat is een goede zaak. Het betekent wel dat een vanzelfspre-kendheid van vroeger, voorwaarden kunnen stellen op het gebied van goed bestuur en mensenrechten, steeds minder wordt. De leverage om dat af te dwingen in ontwikkelingslanden wordt steeds kleiner.”

Er is - de WRR let daar ook op - een gebalanceerde ontwik-keling nodig van een private sector die de economie ontwik-kelt, een maatschappelijk middenveld en een overheid die bestuurlijke zaken op orde houdt. In sommige landen zie je een economie die heel goed gaat, maar een achterblij-vende overheid en allerlei uitwassen, zoals corruptie. Met een slecht georganiseerde overheid die geen grip heeft op de economie, kun je die economie ook niet ontwikkelen. Hoe kijk je daar tegenaan?

“De vraag is of je alles in de hand kunt houden, of ontwikkeling maakbaar is. Wat leren we nu uit het verleden? Hoe effectief is hulp? Welke factoren leiden tot ontwikkeling? Als we proberen wetenschappelijk relaties te leggen levert dat teleurstellend weinig op.De verbanden tussen daling van kindersterfte en econo-mische groei of kwaliteit van bestuur zijn moeilijk hard te maken.

Je ziet dat kindersterfte daalt en dat is een belangrijke indicator voor ontwikkeling. Maar wat we echt weten over wat er werkt en hoe het werkt is betrekkelijk gering. Dat we wat minder pretenties moeten hebben, zoals de WRR ook zegt, is wel waar.”

“Er bestaan searchers en planners. Searchers vinden dat je ontwikkeling niet moet willen plannen. Het is een zoekproces. Elke keer als zich een mogelijkheid voor-doet, moet je daar op inspringen. Je moet de illusie van een planmatige aanpak los laten. Dus niet: de komende vijf jaar gaan we dit en dat doen, en dat zal leiden tot zus en zo. Dat klopt wel met de ervaringen die we in Nederland hebben. Wat komt er nu echt terecht van een regeerak-koord, achteraf bezien? En kijk eens hoe moeilijk het is om een einde te maken aan de wachtlijsten in de zorg. Of een regering te vormen. Dat noopt tot een zekere bescheidenheid in de internationale discussie.”

Bernard Wientjes van werkgeversorganisatie VNO-NCW heeft onlangs voorgesteld om met de vakbonden te praten over ontwikkelingssamenwerking. Wat vind je van dat idee?

“Nederland is voor 70 procent afhankelijk van het bui-tenland. De internationale oriëntatie van het bedrijfsle-ven koppelen aan ontwikkelingshulp zou heel goed zijn, het kan tot wederzijds voordeel strekken. Maar ik vind niet dat alles wat we tot nu toe hebben gedaan weinig effect heeft gehad. Ik geloof niet in een nieuw grand de-sign. Voor je het weet heb je een nieuw idee - weg met de NGO’s, we gaan het allemaal samen doen - maar ontken je wat er in de afgelopen jaren bereikt is.”

“Het idee leeft dat al die goedbedoelende NGO’s eigen-lijk niet functioneren en dat het bedrijfsleven het moet gaan doen.

Het gesprek

Maar we hebben allemaal gezien dat als het er echt op aankomt de overheid toch weer bij moet springen om de economie te redden. Ik vind het nu wel het moment om onszelf vragen te stellen. Er zijn dingen verschrik-kelijk fout gegaan en de wereld verandert. Maar we hebben nog geen nieuwe schoenen. We moeten behou-den wat de afgelopen vijftien jaar succesvol is geweest. Ik ben daar veel minder negatief over dan de stemmen die je nu hoort. Als je naar de cijfers kijkt valt het reuze mee met de bodemloze put en de strijkstok. Dat zijn echt clichés.”

Wordt de discussie te smal gevoerd? Over de wereldhandels-besprekingen in Doha hoor je niets meer. Als we daar een paar procent groei kunnen bewerkstelligen zou dat gigan-tisch schelen. Even verder kijken dan de eigen kortetermijn-belangen...

“Precies. In Amerika krijgen 25.000 boerenbedrijven 4 miljard dollar subsidie voor de katoenteelt. Terwijl daar in West-Afrika 10 miljoen mensen van leven. Die Ame-rikaanse boeren concurreren de Afrikaanse boeren van de wereldmarkt. Toen ik de Amerikaanse ambassadeur daar eens op aansprak, zei hij: ‘Die mensen in Afrika moeten ook helemaal geen katoen verbouwen maar iets waar wel een markt voor is.’

Noem eens wat? Het zijn families die al honderden jaren katoen verbouwen. Ik zou zeggen: stop met die oneerlijke subsidies! Over de hele WTO horen we niets meer, dat is absurd.”

“Het is een duidelijk voorbeeld van de noodzaak geba-lanceerd naar oplossingen te zoeken. Je moet een level playing field creëren. Als dan blijkt dat die Afrikaanse boer niet concurrerend kan produceren, okay. Het is een interessante tijd. We staan daar als ministerie niet de-fensief in. We snappen heel goed dat je de dingen niet altijd op dezelfde manier kan blijven doen.”

Wat vind je van het PUM progamma?

“Heel aantrekkelijk. In zijn betrekkelijke eenvoud - de formule is simpel, van mens tot mens - levert het heel concrete, direct zichtbare resultaten op. In alle discus-sies over bezuinigen heb ik nog nooit iemand horen zeggen dat PUM moet verdwijnen. PUM is een soort rots in de branding, al 32 jaar. Tegen alle modes in die ontwikkelingssamenwerking teisteren. Dat mag je op zichzelf al als een bewijs beschouwen dat het een goed programma is.”

‘ne Globetrotter voor PUM— Dertien jaar meubelmissies van Henk van Rijen

Hij reisde dertien jaar de wereld rond voor PUM en zette 39 projecten in 25 landen op zijn naam. Henk van Rijen, meubelbouwer uit het Brabantse Rucphen, heeft zijn vele belevenissen op al die trips anekdotisch beschreven en een selectie gebundeld in het boek ‘ne Globetrotter voor PUM.

Openhartig vertelt hij over wat de meubelbranche in verre oorden van zijn improvisatietalent vergde als hij hielp zoeken naar oplossingen voor de meest uiteenlopende problemen. Het gaat om twee dingen, stelt hij vast: “Gezond verstand en een goede verstandhouding met de mensen voor wie je advies bestemd is. Zonder die twee bereik je niet veel.”

De verhalen gaan over missies in de jaren 1993-2007. Ze geven een beeld van de pioniersperiode van PUM en de veranderingen in het uitzendwerk: korter, zakelijker. Met speelse en herkenbare bespiegelingen over de wereld verkennen en de verrijking die kennismaking met andere culturen in je leven kan brengen.

Henk van Rijen heeft de verschijning van zijn boek niet meer kunnen meemaken. Hij overleed op 10 april van dit jaar aan een slopende ziekte.

‘ne Globetrotter voor PUM’ is een uitgave in eigen beheer, te bestellen via e-mail: [email protected] Prijs € 26,50 exclusief verzendkosten.

Het gesprek

Actueel

18 PUM Magazine winter 2010

Page 11: PUM Magazine winter 2010

20 PUM Magazine winter 2010 21PUM Magazine winter 2010

Column

Ik weet nog goed dat ik als meisje van elf deel uitmaak-te van een groep van zo’n vijfendertig leerlingen. We bevolkten de zesde klas, tevens het laatste jaar van het lager onderwijs. Aan het begin van het schooljaar werd in de klas een aparte rij gemaakt voor de kinde-ren die naar het lyceum of gymnasium zouden gaan. Het was een opvallend kort rijtje voor een klas met vijfendertig kinderen. Ik meen me te herinneren dat we hooguit met zijn zessen in het rijtje zaten. Aan ons werd extra aandacht besteed. We kregen alvast Franse les en er waren extra lessen grammatica.

Toen al vroeg ik me af waarom het rijtje zo kort was en wat al die andere kinderen dan zouden gaan doen. Later begreep ik dat de keuzes die destijds gemaakt werden niet altijd objectief waren, om verschillende redenen. Redenen die vaak te maken hadden met omstandigheden waarin de betreffende leerlingen op-groeiden. Niet altijd vonden opvoeders het noodzakelijk om hun kind te laten leren. Soms ook waren kinderen voorbestemd om zo snel mogelijk in het familiebedrijf aan de slag te gaan. Dat had automatisch tot gevolg dat er slechts aan de leerplichtnorm werd voldaan.

Voor veel kinderen was de keuze die al op zo jonge leef-tijd voor hen werd gemaakt bepalend voor de jaren die volgden. De avond-hbs die destijds door veel jongens werd gedaan is daar een bewijs van. Ook denk ik meteen aan de eerste-, tweede- en derdegraads lerarenopleidingen die door velen in de avonduren, vaak na lange werkda-gen, alsnog werden gevolgd. Ik ken ze, die jongens. En ik ken ze, die meisjes. Voor de laatste groep bleef vaak niet meer toekomstperspectief over dan een korte loopbaan in de huishoudelijke of verzorgende sector. De bruidssluier was maar al te vaak een verademing: weg uit de niet vrijwillig gekozen beroepen.

Dat maatschappelijke status soms een rol speelde bij de begeleiding van leerlingen bleek ook in het vervolgon-derwijs. In mijn klas op het lyceum kwamen sommige derdejaars leerlingen met hun autootje naar school. Het leeftijdsverschil met hun klasgenoten was evident.

PUM-expert Karin Verhaak-Kersten is sinds 1980 werkzaam in de journalistiek.

Zij werkt als freelance journalist in binnen- en buitenland en was mede-eigenaar en

hoofdredacteur van Peel en Maas uitgevers, uitgever van vijf nieuwsbladen in Noord-

oost-Brabant. Sinds 2006 staat ze ingeschreven bij PUM. Onlangs debuteerde ze met

haar bundel ,,Blote Schoenen”, te bestellen bij Bol.com of via de boekhandels.

Waarom zo’n kort rijtje? Daarom!

Moeizaam behaalden sommigen dan toch hun diploma, op een- of twee-entwintigjarige leeftijd.

Dubbeltjes en kwartjesEen aantal jaren geleden was ik in Ghana om repor-tages te maken. Ik was een paar dagen te gast bij een hoogleraar, verbonden aan de universiteit in de hoofd-stad Accra. Hij had in Europa gestudeerd en was gepro-moveerd aan de Sorbonne in Parijs. Zijn gezin bestond uit zijn vrouw en twee eigen dochters en een aantal kinderen van familieleden die bij hem in huis woonden. Zijn eigen kinderen bezochten de lagere school van de universiteit. De kinderen van zijn familieleden waren verstoken van schoolse activiteiten. Ze werden gebruikt als kindslaven in de huishouding van zijn vrouw.

Toen ik hem daar op aansprak, was hij uitermate ver-baasd en zelfs behoorlijk geïrriteerd. Gezien zijn maat-schappelijke status was het logisch dat zijn kinderen naar de beste scholen gestuurd werden. De kinderen van zijn familieleden mochten allang blij zijn met het feit dat hij ze voedsel en onderdak verschafte. Als ze af en toe eens les kregen van deze of gene was dat meer dan toereikend.

Tijdens zijn studiejaren in Parijs kon hij de westerse ont-wikkelingen op onderwijsgebied goed begrijpen. Hij keerde terug naar Ghana met idealistische ideeën over gelijke kansen en goede opleidingen voor iedereen. Met als uiteindelijk doel een intelligentsia te creëren die het land en zijn volk ten goede zou komen. Eenmaal in Ghana kreeg de persoonlijke, intrinsieke cultuurbeleving alweer snel de overhand. Waarom zo’n kort rijtje? Daarom!

Karin Verhaak-Kersten

Project officer Grisella Indemans en

landencoördinator Jan Snel bezochten

Algerije voor een Country Team Meeting.

PUM is nog niet zo lang actief in Algerije;

het wordt pas sinds 2008 tot de PUM-

landen gerekend.

Grisella Indemans werkt al lang bij PUM. Zo lang dat ze moet nadenken. “Ik ben de tel kwijtgeraakt,” zegt ze. “Vanaf 1992”, volgt het dan snel. In die tijd heeft ze heel wat reizen gemaakt voor PUM, veelal voor de ondersteuning van een CTM, Country Team Meeting, in de vorm van een conferentie. “Die was er nu niet,” vertelt ze, “en dat maakte het anders. We zijn naar veel verschillende projecten geweest. En naar een onderne-mersvereniging. Goed voor de contacten, zoiets gene-reert weer veel nieuwe aanvragen. Experts kunnen er gerust naar toe gaan. Het is er veilig. En er is ontzettend veel te doen.”

Jan Snel: “Het is een heel apart land, met een men-gelmoes van culturele invloeden, van Arabieren, Phoeniciers en Romeinen tot Fransen en Ottomanen. De originele bewoners zijn de Berbers. Als je naar de ge-schiedenis kijkt, krijg je enorme bewondering voor wat er in het verleden is gedaan en opgebouwd. In de huidige samenleving gaapt een diepe kloof tussen werkvolk en bazen, die weinig vertrouwen in hun me-dewerkers hebben. Dat merken we aan de aanvragen, die gaan soms erg langzaam. De besluitvorming is niet democratisch en erg stroperig. En de overheid bemoeit zich overal mee. Makkelijk is het dus niet altijd, maar de mensen zijn erg vriendelijk en gastvrij.”

Lokale praktijkSamen met de lokale vertegenwoordigers van PUM in Algerije bezochten ze onder andere Algiers, Oran en Gardaia, 600 km ten zuiden van Algiers.

Een papierfabriek waar papier gerecycled wordt, net buiten Algiers, bijvoorbeeld. “Het is erg interessant om de projecten op locatie, in de praktijk te zien,” zegt Grisella Indemans. “Dan gaat alles natuurlijk veel meer leven dan aan je bureau met e-mail en telefoon.” De papierfabriek wil zich ook gaan richten op plasticre-cycling. Afrika komt om in de plastic zakken die overal rondslingeren en recycling is economisch maar ook vanuit milieu-oogpunt een goede zaak. Ze bezochten ook een plasticfabriek die onder andere biologisch af-breekbare tassen en zakken produceert.

Een project dat veel indruk maakte was La Maison du Lait, geleid door een vrouwelijke ondernemer die ook Engels spreekt. Een Nederlandse kaasmaker heeft haar geholpen om Goudse kaas te leren maken. Grisella Indemans: “Ze waren dolenthousiast en vroegen of de expert niet een tijd daar wilde wonen. Toen we kaas te proeven kregen, liet Jan Snel mij eerst proeven. Zeer ongebruikelijk in Algerije, vertelde de onderneemster. Vrouwen krijgen pas iets als de mannen gegeten hebben.”

Kennis en techniekJan Snel: “We hebben heel inspirerende projecten be-zocht, sommige zijn erg vooruitstrevend. Maar we heb-ben ook gezien dat men soms erg achter loopt. De werk-loosheid is hoog en er is een enorm grijs circuit. Er is geld, maar bij de happy few, en aan de basis ontbreekt het aan kennis en technische know-how. Waar we goed kunnen scoren is in land- en tuinbouw en veeteelt.”

Actueel

Werk aan de winkel in Algerije

20 PUM Magazine winter 2010

Onderneemster Wafaa Bouayad van La Maison du Lait

Page 12: PUM Magazine winter 2010

22 PUM Magazine winter 2010 23PUM Magazine winter 2010 23PUM Magazine najaar 2010

Actueel Actueel

Herman Nieuwenhuis, communicatiedeskundige, werkte het afgelopen jaar interim als hoofd Marketing & Communicatie bij PUM. Momenteel is hij betrokken bij het formuleren van de rol van PUM in de politieke en maatschappelijke discussie over ontwikkelingssa-menwerking. Daarbij onderstreept hij voortdurend het belang dat PUM hecht aan private sector ontwikkeling en het stimuleren van zelfredzaamheid door kennisover-dracht: “PUM doet al meer dan dertig jaar aan Private Sector Development.”“De bevindingen van de WRR zijn in brede kring goed ontvangen. Zowel politieke partijen als spelers in ons veld ‘kunnen er wel iets mee’, maar iedereen probeert het op zijn eigen manier uit te leggen. En heel veel orga-nisaties blijken ineens heel veel verstand te hebben van ontwikkeling van de private sector.”

DiscussieplatformHet ministerie van Buitenlandse Zaken had PUM ge-vraagd in een discussieronde te reageren op het WRR-rapport, samen met organisaties als Hivos en ICCO. Herman Nieuwenhuis: “De discussie ging begrijpelijker-wijs over een nieuwe kijk op, of zelfs een nieuw paradig-ma voor, ontwikkelingshulp. PUM heeft toen ook aandacht gevraagd voor het belang van draagvlak bij het grote publiek. Dat draagvlak moet continu vernieuwd en on-derhouden worden. In een wereld waarin steeds meer alles met alles samenhangt moeten we beter uitleggen dat het ook in ons eigen belang is om te investeren in oplossingen voor mondiale problemen. Als het gaat om economie en stabiliteit kun je internationale samenwer-king ook als investering zien, in plaats van kostenpost.”

Inmiddels is er een informeel platform ontstaan van partijen die zich bezighouden met private sector ontwik-keling: Agentschap NL, BIDNetwork, vakbonden CNV en FNV, DECP, FMO en PUM. Gezamenlijk wordt gesproken over de rol die deze specialisten in ‘economische struc-tuurversterking’ kunnen spelen in ontwikkelingssamen-werking nieuwe stijl. “Dit thema hoort bij uitstek bij PUM,” zegt Herman Nieuwenhuis. “Maar van het totale budget voor ontwikkelingssamenwerking wordt minder dan 15 procent aan private sector ontwikkeling uitgegeven. Onze boodschap aan de politiek is: begin nu eens met daar 40 procent van te maken.”

Nieuwe kennismakingMet het aantreden van de nieuwe regering is een periode van nieuwe kennismaking aangebroken. Herman Nieuwenhuis: “Er zijn andere woordvoerders voor ontwikkelingssamenwerking. Dat biedt kansen om het profi el van PUM scherp te stellen.”

Zo wordt er gepraat over de duur van de missies van PUM, vroeger tot wel drie maanden, nu in de regel twee weken. Ook het landenbeleid van PUM komt ter sprake. De nadelen die het WRR-rapport noemt over actief zijn in een groot aantal landen gelden voor PUM niet, of in veel mindere mate. PUM kijkt kritisch naar het aantal landen, maar heeft wel een bepaalde breedte nodig om optimaal te functioneren.

“We horen terug dat men het sympathiek vindt dat PUM grotendeels op vrijwilligers draait,” vertelt Herman Nieuwenhuis. “Minder bekend is hoeveel geld er met de activiteiten van PUM gemoeid is. Het totale budget van rond de 12 miljoen euro is betrekkelijk beperkt als je het vergelijkt met de reikwijdte van de activiteiten die PUM genereert.” Nieuwe rondeIn 2011 loopt de fi nancieringsperiode af waarvoor het budget van PUM is toegekend. Vanaf 2012 gaat er weer een nieuwe ronde in. Het is zaak te blijven nadenken hoe PUM zich kan verbeteren. Herman Nieuwenhuis: “PUM moet een sterk antwoord hebben op vragen over effectiviteit. Denk daarbij ook aan hoe je succesvolle missies meer uitstraling kunt laten hebben. Bijvoorbeeld door ondernemers er over te laten vertellen aan collega-on-dernemers, in de publiciteit, door reportages op internet.”

Zo werd in Nairobi een pilot georganiseerd voor een voorlichtingsbijeenkomst waarin het Afrikaanse netwerk Africa Report documentaires toont van PUM-advisering, zodat ook andere bedrijven op nieuwe ideeën worden gebracht. Herman Nieuwenhuis: “Je moet het verhaal blijven vertellen. Telkens opnieuw, telkens op een andere manier, maar de boodschap blijft staan: PUM staat voor kennisoverdracht en werkt aan zelfredzaamheid.”

WRR Wetenschappelijke Raad voor het RegeringsbeleidDGIS Directoraat Generaal Internationale SamenwerkingDECP Dutch Employers Cooperation ProgramFMO Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden

23PUM Magazine winter 2010

Nieuw denken vraagt nieuwe uitleg

Rondom ontwikkelingsamenwerking speelt op dit moment heel veel.

De WRR heeft een rapport gepubliceerd. Politieke partijen hebben uitgesproken

meningen over ontwikkelingssamenwerking. En er is een nieuwe staatssecretaris

die zeker een andere wind gaat laten waaien bij DGIS. We weten dus dat er het een

en ander gaat veranderen.” veranderen.” veranderen.

Overheidssubsidies voor PUM - laatste nieuwsInmiddels zijn de bezuinigingsoperaties in volle gang. In het kader daarvan heeft het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) de subsidie voor het PUM programma in ‘EZ landen’ (Belarus, Kazachstan, Oekraïne, Rusland, Servië en Turkije) ingetrokken. PUM is momenteel in gesprek met het Ministerie van EL&I om deze subsidie op een nette manier af te bou-wen. De subsidie voor het PUM programma in andere landen (gefi nancierd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) loopt nog tot eind 2011 door. Gezien de nadruk die de nieuwe regering legt op private sector ontwikkeling verwachten we daar geen grote wijzigingen. Volg het laatste nieuws op www.pum.nl.

22 PUM Magazine winter 2010

Page 13: PUM Magazine winter 2010

24 PUM Magazine winter 2010PUM Magazine winter 2010

Actueel

In de Keniaanse hoofdstad Nairobi werd, in samen-werking met de Nederlandse ambassade, lokale werk-geversorganisaties en Africa Report, een bijeenkomst gehouden voor lokale ondernemers in het kader van private sector ontwikkeling.

Succesvolle ondernemersAfrica Report maakt in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken documentaire videoportretten van succesvolle Afrikaanse ondernemers. Deze verhalen worden door lokale Afrikaanse televisiestations uitge-zonden. Een selectie ervan was op 9 november in Nairobi de aftrap voor een paneldiscussie. Geportretteerde ondernemers en entrepeneurs die waren gekomen om inspiratie en contacten op te doen gingen met elkaar in debat. Daarna was er gelegenheid om te netwerken met vertegenwoordigers van diverse private sector programma’s, investeerders en fi nanciële organi-saties.

PilotDe bijeenkomst was een pilot, licht het nieuwe hoofd Communicatie toe. “We gaan nog evalueren, want zoiets echt goed van de grond krijgen, vergt serieuze tijdsinvestering. Niet alleen van PUM, maar ook van bij-voorbeeld de Nederlandse ambassades en onze lokale vertegenwoordigers.”

De reis naar Kenia had nog meer doelen. Karin Jensma maakte kennis met lokale vertegenwoordigers en met bestaande en potentiële klanten van PUM. Zo krijgt haar werk, dat normaal gesproken vanuit het PUM hoofdkantoor in Den Haag wordt gedaan, zijn eigen dimensie in de praktijk. “Goed om mee te maken en inspirerend vooral.”

Profi elIn de toekomst wil ze onder meer de naamsbekendheid van PUM vergroten. “Dat is belangrijk voor een constante toestroom van nieuwe PUM-experts. Maar ook gezien de budgetten voor ontwikkelingssamenwerking die onder druk staan, is het van belang dat PUM een herkenbaar profi el heeft. Niet alleen in Den Haag, maar in het hele land.”

Inspiratie & contacten in Kenia

Karin Jensma volgde enige maanden geleden interim-manager

Herman Nieuwenhuis op als nieuw hoofd van de afdeling

Marketing & Communicatie. Inmiddels is ze voor veel

PUMmers al een bekend gezicht. In november ging ze op

haar eerste eigen PUM missie.

Lege flessen worden sieraden

PUM geeft ook u graag de gelegenheid kennis te maken met het Afrika Museum. Op vertoon van deze bon ontvangt u 50% korting op de entreeprijs. Deze aanbieding is geldig voor maximaal 4 personen, tot en met 31 augustus 2011.

Afrika MuseumPostweg 6, Berg en Dal (bij Nijmegen) www.afrikamuseum.nl

Een Ghanese ontwerpster en een PUM-expert zorgden afgelopen zomer voor een uniek project in het Afrika Museum in Berg en Dal.

Florence Asare, een vooraanstaande Ghanese kralenmaakster en ontwerpster gaf drie weken lang demonstraties en work-shops in het buitenmuseum. Zelf kreeg ze, onder begelei-ding van museummedewerkers en PUM-expert Anky Mulder een training in het geven van workshops en demonstraties aan bezoekers van het Afrika Museum.

Speciaal voor deze gelegenheid waren er twee lemen ovens gebouwd in het Ghana-dorp van het buitenmuseum. Florence Asare maakt haar kralen volgens de ‘powder glass’-methode. Stukjes glas worden vermalen tot een poeder, dat wordt gekleurd en in een mal wordt gegoten die de oven in gaat. De kralen worden verwerkt tot schitterende sieraden.

“Een goed huwelijk met inzet van beide kanten,” zo om-schreef Irene Hübner, directeur van het Afrika Museum, de samenwerking met PUM. Het publiek was erg enthousiast en er was veel interesse in de workshops van Florence Asare.

lezersaanbieding!

PUM terug

in Palestina

“Omdat de situatie er weer wat overzichte-lijker is, was ons gevraagd of we daar niet weer wilden beginnen,” vertelt hij. PUM was al eerder actief in Palestina, maar dat is al weer een fl ink aantal jaren geleden.

“De Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah heeft ons op sleeptouw genomen. We hebben veel mensen gesproken en verschillende bedrijven bezocht.”

PUM besloot om door te gaan in Palestina. In juni ging Coen van Haeringen er opnieuw naar toe. “Er zijn nu drie projecten waar we binnenkort mee aan de gang gaan en er staan een stuk of vijf, zes aanvragen uit. Ons eerste target was vijf projecten. Als het een beetje meezit hebben we die voor het einde van het jaar.”

Lokale vertegenwoordigersPUM heeft inmiddels twee lokale vertegenwoordigers in Palestina. Omdat een afstand van 50 kilometer twee à drie uur reistijd kan kosten vanwege alle checkpoints, is het ondoenlijk voor een enkele vertegenwoordiger. De eerste projecten betreffen een uitgeverij die een algemene kwaliteitsslag wil maken, een producent van snacks en een bierbrouwerij, de enige op de West Bank. “De brouwerij wordt gerund door christelijke Palestijnen. Ze willen een nieuw alcoholvrij bier produceren en heb-ben daar een expert voor gevraagd.”

‘We gaan er wat van maken’Ter plaatse is iedereen erg positief over PUM. De lokale vertegenwoordigers, Buitenlandse Zaken, maar vooral ook de Israëliërs en Palestijnen zelf. Coen van Haeringen: “Het beeld hier in Nederland is altijd gericht op wat er niet goed gaat. Maar er zijn daar een heleboel goede, directe contacten tussen Israëliërs en Palestijnen. De mensen die zeggen ‘we gaan er wat van maken’, daar hoor je eigenlijk weinig over. Maar ze zijn er wel degelijk!” In december 2010 worden de eerste drie projecten geëvalueerd.

Coen van Haeringen is landencoördinator voor Palestina. In april van dit jaar ging hij er samen met PUM-directeur Thijs van Praag naar toe voor een fact fi nding missie, op instigatie van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

ActueelActueel

24 PUM Magazine winter 2010 25PUM Magazine winter 2010

Page 14: PUM Magazine winter 2010

26 PUM Magazine winter 2010 27PUM Magazine winter 2010

Leren uit ervaring Leren uit ervaring

Vertrouwenvan de klantBasisvoorwaarde voor een succesvolle missie

Om een PUM-missie tot een succes te

maken, is een aantal zaken van belang.

Een is het vertrouwen van de partner

of klant winnen. Een andere is impro-

visatievermogen. PUM-expert Cees

Nieuwenhuizen heeft hier ervaring mee.

De eerste vraag die ik mezelf stel na het belletje van de coördinator is: heb ik de capaciteiten, kennis en ervaring? Daar moet je heel eerlijk over zijn. Niemand, de aanvrager helemaal niet, heeft er baat bij als jouw kennis tekortschiet. Ik heb om die reden één keer een project geweigerd. Het kan gebeuren dat een project aan de rand van je eigen kennisgebied ligt. Dan probeer ik via internet en mijn netwerk ontbrekende kennis op te doen.”

“Zodra ik een project aanneem zoek ik contact met de aanvrager, via e-mail of telefonisch. Om te beginnen verifieer ik de probleemstelling. Dan is er bijna altijd wel een website die je kunt bestuderen, of bekijken als je de taal niet machtig bent. Ik zoek positieve dingen. Elk be-drijf heeft die. Daar kun je de mensen mee complimen-teren. En je laat blijken dat je je in de aanvrager hebt verdiept. Dat helpt om vertrouwen te winnen en vanaf het begin een goede verstandhouding op te bouwen. Die heb je nodig om succes te boeken.”“Ik verdiep me ook in de geschiedenis van een land, de lokale samenleving, gebruiken en gewoonten.

Leren uit ervaring

Als ze ergens met hun handen eten dan eet ik ook met mijn handen. Dat is opletten, want in sommige cultu-ren gebruiken ze de linkerhand omdat de rechterhand als onrein gezien wordt. Enkele kleinigheidjes meene-men als cadeautje, stukken kaas bijvoorbeeld, ontmoet waardering.”

Wat doe je om het vertrouwen verder op te bouwen?“Na aankomst ga ik meteen om de tafel met de mensen die ertoe doen. Het is belangrijk de klant mee te nemen op de missie, in jouw werk- en denkproces. Het moet een gezamenlijke missie zijn. Minimaal ééns per dag rapporteer ik de positieve dingen en de zaken die voor verbetering vatbaar zijn. Daar koppel ik, als het kan, aanbevelingen aan. Op die manier is mijn lijstje aanbe-velingen in het eindrapport geen complete verrassing.”“In mijn eindrapport gebruik ik motiverende, begrijpe-lijke woorden. Ik vermijd agressieve termen. Natuurlijk vermeld ik positieve zaken. En ik besteed aandacht aan onderwerpen die eigenlijk buiten mijn missie vallen maar die dat verdienen: veiligheid, gezondheid, hygiëne. Bij aanbevelingen leg ik het ‘waarom’ uit en benadruk ik de positieve effecten voor de onderneming.”

“Mijn missie eindigt niet met de terugreis. Ik vertel de aanvrager dat ik beschikbaar blijf om vragen te beant-woorden of aanvullende adviezen te geven. Beloftes kom ik na. Anders verlies je heel snel vertrouwen. Ik monitor vorderingen. En ik schrijf twee rapporten, één voor PUM en een technisch, gedetailleerd rapport voor de klant.”

Hoe goed de voorbereiding ook is, iedere PUMmer kan verrast worden door onverwachte vragen, bij-voorbeeld hoeveel koeien ons land telt. Dat overkwam Cees Nieuwenhuizen. Wat hem ook overkwam was de nachtmerrie van menig PUMmer: accommodatie onder de nul sterren. “In Albanië bleef er bruin water uit de hotelkraan komen en liepen de kakkerlakken in flinke aantallen rond. Leg in zo’n situatie in voorzichtige be-woordingen uit dat de normen in Nederland anders zijn en koppel daar de vraag aan of er elders een kamer is. Het geeft geen pas om hoog van de toren te blazen dat je naar huis gaat als er geen alternatief is.”

Hoe ga je om met verrassingen?“In El Salvador ging ik op missie naar een bedrijf dat ladderprofielen maakt. Het bleek gevestigd te zijn in een soort nissenhut op het terrein van een afgegra-ven basaltmijn. Ik veronderstelde dat die hut voor de onderhoudsdienst was, of een opslagloods. Het was de productiehal.

Binnen en buiten was het een enorme rommel. Het vergde een week om het probleem te analyseren en een oplossing te vinden. Toen de eerste goede profielen van de productielijn kwamen, leidde dat tot grote opluchting en vreugde.”

“De mensen waren geweldig enthousiast en wilden meteen op vrij grote schaal commerciële productie gaan draaien. In die nissenhut, met één machine. Er was geen infrastructuur, geen plan van aanpak, geen goede organisatie; onderhoud bestond niet, kwaliteits-controle evenmin, en er was niet nagedacht over de op-slag van grondstoffen en van gefabriceerde producten. Over al deze zaken had niets in de aanvraag gestaan.”“Tijdens de laatste dagen van mijn verblijf hebben we een plan ontwikkeld en heb ik geprobeerd hun fantastische enthousiasme te kanaliseren. Er is nog steeds contact en het gaat de goede kant op, ondanks de economische crisis. Het bedrijf levert profielen aan drie klanten. En grondstoffen, eindproducten en on-derhoudsspullen worden nu opgeslagen in een tweede nissenhut.”

Wat doe je als de echte vraag een andere blijkt dan in de aanvraag?“In India kwam ik bij een bedrijf dat zich bezighoudt met de toevoeging van additieven aan kunststoffen, he-lemaal mijn straatje. Het wilde kwaliteitsverbetering en verbetering van de productie-efficiency. Dat leek redelijk simpel. Vervolgens ontstond discussie over een zogehe-ten dubbelschroefsextruder, die zorgt voor een betere vermenging en hogere opbrengst. Wat bleek? Het bedrijf beschikte over een moderne hal met zo’n installatie, computergestuurd, state of the art. Gebrek aan gekwalificeerd personeel verhinderde de inzet, was het verhaal.”

“De volgende dag biechtte de manager op dat de capa-citeit van de fabriek 10.000 ton was en de output 3.500 ton door gebrek aan afzetmarkten. Dat was de ware reden. Ik was gekomen om te helpen een technisch pro-bleem op te lossen maar er was een ander, zo mogelijk nog groter probleem: afzetmarkten vinden. Een sales- en marketingexpert van PUM heeft een vervolgmissie uitgevoerd. Ook is een Business Link opgezet. De directeur heeft Nederland bezocht, met positief resultaat. Er bestaan nu waardevolle contacten tussen het Indiase bedrijf en enkele Nederlandse ondernemingen.”

Leren uit ervaring

Na een carrière als chemisch technoloog en fabrieks-directeur meldde Cees Nieuwenhuizen zich in 2006 aan bij PUM. Hij heeft zes missies gedaan, in Albanië, Turkije, Moldavië, Rusland, India en El Salvador. Ook heeft hij twee Business Links opgezet en is hij be-trokken bij een vervolgproject.

Hoe begin je aan een missie?“Een missie heeft voor mij drie stadia: voorbereiding, uitvoering en natraject. Alle drie zijn belangrijk.

Page 15: PUM Magazine winter 2010

29PUM Magazine winter 2010

Synergie SynergieSynergie

Column

Petar Opic is afkomstig uit Kroatië, dat cultureel dicht bij Macedonië ligt. Hij kwam in de jaren tachtig naar Nederland voor een studie milieukunde aan de Universi-teit Wageningen en is hier getrouwd en gebleven. Hij is “generalist in hart en ziel” en heeft als specialist en coördinator gewerkt op het gebied van biotechno-logie, milieukunde en watermanagement, voor water-schappen en provincies.

“Ik ben er aan gewend om ruim te kijken,” zegt hij. “Niet alleen naar de prioriteiten, ook naar samenhangen. Naar aanleiding van de aanvraag uit Bosilovo heb ik een SWOT-analyse van de hele regio Strumica gemaakt. De gemeente alleen is te klein. Mijn conclusie was dat er een catastrofe dreigt voor mensen, waterbeheer en hulpbronnen. Er is geen visie voor de lange termijn en een gebrek aan kennis. Nadat ik een rapport had opge-steld ben ik partners gaan zoeken. Na een jaar kwam ik in gesprek met het waterschap Aa en Maas. Daar was ambtelijke en bestuurlijke bereidheid om hulp te bieden en een samenwerkingsverband aan te gaan.”

Bevlogen en betrokkenSamen met twee vertegenwoordigers van het water-schap Aa en Maas is Petar Opic in de zomer van 2010 opnieuw naar Macedonië gegaan. Tijdens dit bezoek is gesproken met de Nederlandse ambassade in Skopje, vertegenwoordigers van de Macedonische regering en de burgemeesters van de twaalf gemeenten in de regio Strumica. Petar Opic: “Een eye opener, voor iedereen. De betrokkenheid van bestuurders om de problematiek samen aan te pakken is enorm. Ze toonden zich zeer be-vlogen, trots op de parels in hun gebied en zich terdege bewust van de bedreigingen.”

Nu wordt er ingezet op training en kennisoverdracht. Niet alleen regionaal, ook nationaal. Daarvoor worden drinkwaterbedrijven, afvalwaterzuiveraars en overheids-instellingen samengebracht in een integraal project. Het waterschap Aa en Maas heeft een offi cieel positief besluit genomen voor een samenwerkingsverband met de regio Strumica. Een defi nitieve samenwerkingsover-eenkomst wordt in de eerste helft van 2011 ondertekend.

Netwerken, vertrouwen & luisteren— Krachten bundelen voor watermanagement in Macedonië —

De aanvraag kwam uit Bosilovo, een gemeente in de regio Strumica in het zuidoosten van Macedonië. Het door bergen omsloten gebied tegen de Bulgaarse en Griekse grens kampt met problemen met riolering en (afval)waterzuivering. Het waterbeheer, en zeker de integrale kijk erop, is er moeizaam, constateerde Petar Opic. Het is een gebied bij uitstek om de Nederlandse waterkennis te gebruiken.

Strumica is een landbouwgebied met intensieve tuinbouw onder plastic. De bevolking is arm en werkt hard, onder primitieve omstandigheden. Er zijn veel overstromingen, rivieren treden regelmatig buiten hun oevers. Voor de drinkwatervoorziening probeert iedere gemeente zelf iets te regelen. Mensen zijn veelal aangewezen op oppervlaktewater, maar daaraan is in de zomer tekort. Het zou beter zijn om grondwater te gebruiken, maar dat is verontreinigd door meststoffen en zware metalen.

In 2009 ging PUM-expert Petar

Opic op missie naar Macedonië.

Hij schrok van de waterproblema-

tiek die hij aantrof. Hij maakte een

analyse van de problemen en ging

op zoek naar partners om ze op te

lossen.

Griekenland

MACEDONIË

ItaliëAlbanië

Langdurig partnerschapWaterschap Aa en Maas heeft PUM gevraagd om, als initiator van het project, betrokken te blijven. PUM wordt mede-ondertekenaar van het samenwer-kingsverband. Als PUM-experts een rol kunnen spelen in de versterking van het watergebonden bedrijfsleven in de regio Strumica, zal PUM per gemeente missies uit-voeren. Dit, zoals gebruikelijk bij PUM, na de ontvangst van een aanvraag.

Eind 2010 komt er een derde missie, gericht op het invullen van een langdurig partnerschap, training, advisering, pilotprojecten en de vereiste instrumenten en fi nanciering. PUM en waterschap Aa en Maas willen daarvoor hun krachten bundelen met stakeholders en geïnteresseerden in Nederland.

Synergie

28 PUM Magazine winter 2010 29PUM Magazine winter 2010

Page 16: PUM Magazine winter 2010

30 PUM Magazine winter 2010 31PUM Magazine winter 2010

Ze schelen een halve eeuw in leeftijd, maar in hun enthousiasme voor

het werk van PUM doen ze niets voor elkaar onder.

Jong oud bij PUM

Thuisfront

Oud-journalist Kees van der Maas (73)

meldde zich dertien jaar geleden aan,

projectofficer Myrte Bomhoff (23) is

sinds afgelopen zomer actief voor PUM.

Boeiende reizenNa zijn vut gaf Kees zich op voor journalistieke projecten in het buitenland en medewerking aan uitgaven van PUM. Hij werd onmiddellijk gebeld door de toenmalige directeur. Jarenlang was hij coördinator bij de afdeling Communicatie, een klus waar hij zo’n drie dagen in de week mee bezig was. “Ik heb veel reportages en inter-views over PUM-projecten gemaakt. Ze waren bestemd voor publicatie in de periodieken van PUM, eigenlijk een soort evaluaties. Het waren altijd boeiende reizen.”

Myrte deed werkervaring op in Peru, Madrid en op de Argentijnse ambassade in Den Haag. Ze zocht een baan waarbij ze haar interesse voor ontwikkelingswerk kon koppelen aan de Spaanse taal die zij vloeiend spreekt.

Bij PUM heeft ze Midden-Amerika in portefeuille, maar ook Servië en Bosnië. “Het is geweldig om alle verhalen te horen van experts die terugkomen van een missie.”

Verschillende achtergrondenNa dertien jaar is Kees nog steeds enthousiast over het werk van PUM. “De directe aanpak is zeer effectief. Dat komt ook door de praktische instelling van de experts. Bovendien zit je met hulp aan het MKB midden in de lokale samenleving. En vergeet niet dat PUM heel goedkoop werkt door veel vrijwilligers in te zetten.” Myrte vindt de verschillende achtergronden van de experts fascinerend. “Ze komen uit allerlei bedrijfstakken, ik leer daar heel veel van.”

Tevreden klantenZe hoopt nog een hele tijd bij PUM te werken.“Pas ontving ik een bedankbriefje van een bedrijf uit Midden-Amerika - daar doe je het toch voor, nietwaar?” Kees nam op zijn zeventigste afscheid, maar drie maan-den later hing PUM weer aan de lijn. Of hij kon meewer-ken aan fact sheets over projecten voor de landen waar PUM actief is.

“Ik blijf zolang ze me nodig hebben.”

&

De apparatuur is ter beschikking gesteld door Defensie, Nederlandse ziekenhuizen en de stichting Medic. Deze organisatie is gespecialiseerd in tweedehands medische apparatuur die hier niet meer wordt gebruikt. Ze knappen alles helemaal op, met de garantie dat ap-paratuur die weggaat ook courant is. De fabrikant van de apparatuur heeft bijgedragen door vertalingen van de handleidingen in het Mongools te verzorgen.

Het rurale ziekenhuis in Mongolië beschikt nu over een compleet laboratorium, met apparatuur die nieuw zo’n 250.000 euro zou hebben gekost. Ruim 22.000 inwo-ners en 12.000 nomaden in de omgeving zijn er mee geholpen. Voorheen moesten mensen voor bloedtesten en monsters 500 kilometer naar de hoofdstad Ulaan Bator reizen, 12 uur heen en 12 uur terug. Dat kan nu ter plaatse. Net als het analyseren van ziektebeelden met behulp van echografie, risicofactoren van cardio-logische problemen onderzoeken en de urgentie voor behandeling in de hoofdstad bepalen.

Bij het project zijn een Nederlandse laborant en een radioloog betrokken. Binnenkort gaat een PUM-expert de apparatuur installeren en instructie geven. Voor de bevoorrading van het laboratorium is er een ‘lifeline’ tussen Nederland en Ulaan Bator. Onderhoud van de ap-paratuur is voor tien jaar gegarandeerd vanuit Nederland.

Fred de Boer ontmoette de directrice van het ziekenhuis tijdens een missie naar een Health- & Wellnessresort in Mongolië. Ze raakten in gesprek over risico’s van zomaar gezondheidsbehandelingen ondergaan en de wenselijkheid tenminste hart- en longfuncties vooraf te laten controleren door een arts.

De directrice legde de nood in haar ziekenhuis uit en vroeg Fred de Boer of hij kon helpen met het verkrijgen van apparatuur uit Nederland. Ze besloten te beginnen met een laboratorium.

Dat is binnen een jaar gelukt. Inclusief het transport via de Transsiberië Express en de niet geringe opgave de zending ingeklaard te krijgen. Fred de Boer weet al wat de volgende actie wordt: een stevige Mercedesbus die als ambulance kan dienen in het ruige landschap van Mongolië. “Waarom niet? In Macedonië rijdt een ambulance uit Kerkrade waar nog ‘GGD Zuid-Limburg’ op staat.”

Laboratoriumapparatuur

voor ziekenhuis Mongolië

Thuisfront

Expert Fred

de Boer deed

voor PUM

drie missies

in Mongolië. Op persoonlijke titel

deed hij nog veel meer: een zieken-

huis aan laboratoriumapparatuur

helpen.

Page 17: PUM Magazine winter 2010

32 PUM Magazine winter 2010 33PUM Magazine winter 2010

Luit Kelfkens is onlangs teruggekeerd

van een bezoek aan Kazachstan en

Kirgizië. Sinds drie jaar zet hij zich als

landencoördinator met hart en ziel

voor deze landen in. In zijn carrière

bij Phillips heeft hij veel verschillende

plekken van de wereld gezien en er

ook gewoond. Als vrijwilliger bij PUM

kwam hij juist op plekken waar hij nog

nooit was geweest. Kirgizië, ook wel

Kyrgyzstan genoemd, was voor hem

volslagen onbekend terrein.

Inmiddels kent hij het land door en door. Een bijzonder land, met 5,2 miljoen inwoners en een overweldigende natuur. “Hartverwarmend,” noemt hij de cultuur in Kirgizië. “De mensen hebben daar nog tijd voor elkaar en voor de familie. Werken met een agenda doen ze niet, maar aan het einde van de dag hebben ze net zoveel voor elkaar gekregen als ik, met mijn agenda.”

Donkere kantLuit Kelfkens werd echter ook geconfronteerd met een donkere kant van dit Kirgizië. In april van dit jaar braken er ernstige onlusten uit. Er vielen slachtoffers en doden bij gewelddadige betogingen, met een instabiele politieke situatie tot gevolg. Op dat moment waren er twee PUM experts in Kirgizië. De expert in Osh werd in allerijl geëvacueerd en kon via Moskou terugvliegen. De andere expert bevond zich in de hoofdstad Bisjkek en had zicht op de demonstraties en betogingen die zich afspeelden op slechts vijftig meter afstand van zijn hotelraam.

De eigenaar van het bedrijf waar de expert op bezoek was vond de situatie te dreigend en besloot actie te ondernemen. Hij reed met een grote vrachtwagen naar zijn bedrijf, nam de waardevolle spullen en zijn personeel mee en vertrok naar zijn huis in een veiliger gedeelte van de stad. De expert heeft daar samen met het personeel en de eigenaar een aantal dagen doorge-bracht en is uiteindelijk naar huis gevlogen. Het waren spannende tijden. Telefoonverbindingen werkten niet goed waardoor de communicatie gebrekkig verliep. PUM besloot vanwege het veiligheidsrisico de missies naar Kirgizië tijdelijk op te schorten.

Terug bij afDe situatie voor de bedrijven in Kirgizië is schrijnend. Een aantal bedrijven waar PUM missies heeft uitge-voerd bestaat niet meer. Luit Kelfkens: “Ben je op de goede weg met klanten, boek je vooruitgang, creëer je werkgelegenheid en dan gebeurt er zoiets. Bedrijven zijn nu terug bij af of houden zelfs op te bestaan. Eigenaren vinden het risico te groot of zijn bang geworden en willen weg uit Kirgizië.”

Spanningen in Kirgiziëeen land met twee gezichten

Veiligheid Veiligheid

Een voorbeeld is een bedrijf dat in walnoten handelde, vlakbij de stad Osh. Dit bedrijf heeft verschillende keren geprofiteerd van de expertise van PUM-experts. Het begon met tien werknemers en groeide in twee jaar tijd uit tot een goedlopend bedrijf met 100 werknemers. Maandelijks gingen er containers vol walnoten naar Europa. Vanwege de onrustige situatie en met name de corruptiepraktijken in het land zag de eigenaar zich ge-noodzaakt zijn bedrijf te sluiten. Hij is nu verhuisd naar Turkmenistan en probeert daar een nieuwe toekomst op te bouwen.

VerbeteringHet laatste bezoek van Luit Kelfkens aan Kirgizië was met name om te oordelen of de situatie inmiddels weer veilig genoeg is om de missies te hervatten. Na overleg met bedrijven, de lokale vertegenwoordigers, de Neder-landse consul en andere non-profitorganisaties ter plaatse bleek dat de situatie in de omgeving van Bisjkek weer stabiel genoeg is. De eerste experts zijn inmiddels alweer vertrokken naar de regio. De situatie in Osh is ook verbeterd, scholen en winkels gaan weer open. De spanning is echter nog niet helemaal uit de lucht.

PUM zal daarom voorlopig uit veiligheidsoverwegingen nog niet actief zijn in het zuidelijke deel van Kirgizië.Ondanks de soms gespannen situaties in Kirgizië geniet Luit Kelfkens nog volop van het vrijwilligerswerk bij PUM. “Op de golfbaan staan kun je altijd nog doen! Na een bezoek aan deze landen waardeer je weer wat je thuis hebt qua luxe en kun je weer meer genieten van dingen. Dat zijn stimulansen om er mee bezig te blijven.”

33PUM Magazine winter 2010

Page 18: PUM Magazine winter 2010

34 PUM Magazine winter 2010 35PUM Magazine winter 2010

Kunt u een korte omschrijving geven van uw project?In mei kreeg ik de vraag of ik een seminar voor entre-preneurs en salespersons van Vietnamese midden- en kleinbedrijven wilde organiseren. De klant is een bedrijf dat events en tentoonstellingen organiseert en zich bezighoudt met communicatie (in welke vorm dan ook). Ik heb een aantal presentaties voorbereid over marke-ting en selling. De uitdaging voor mij was dat ik geen notie had van het niveau van de deelnemers. Die informatie vergaar je normaliter vooraf aan de trai-ning, maar dat was in mijn geval onmogelijk. Een tweede uitdaging was dat ik als voorwaarde had gesteld dat ik de participatieve methode zou hanteren, hetgeen er simpel op neerkomt dat van cursisten een actieve bijdrage wordt verwacht. Dat is nieuw in Vietnam, is me verteld, meestal zitten cursisten in rijen en houden hun mond (al was het uit beleefdheid). Ik heb dat gewe-ten: de deelnemers zijn zo enthousiast over de aanpak dat ik iedere avond aan de bak kon op mijn hotelkamer om oefeningen en games te bedenken om ze een stap voor te blijven.

Was het bedrijf tevreden met uw hulp? Zijn uw adviezen overgenomen?De klant was zeer tevreden. Tot mijn verbazing merkte ze echter op dat ze nu zou wachten totdat ik weer zou komen om opnieuw de cursus te geven. Ik vertelde haar dat het nu juist de bedoeling is dat ze met het product verder kan. Gelukkig bleek het misverstand snel opgelost. In Vietnam wordt zwaar getild aan licenties, en zij was in de veronderstelling dat ze het programma niet kan uitvoeren doordat ze geen licentie heeft. Een vervolgstap is dan ook dat ik aan de medewerkers die voldoende kennis en ervaring hebben in marketing en selling een training voor trainers aanbied.

Bent u tevreden over hetgeen u bereikt heeft gedurende het project? Zijn er concrete resultaten te melden?Voor zover ik kan overzien, hebben de deelnemers van de informatie zeer veel opgestoken. Marktonderzoek wordt nooit gedaan. Het kostte me enige tijd voordat ze begrepen dat ze zelf verder aan het werk moeten en dat ik ze slechts de weg heb kunnen wijzen. Toen dat kwartje viel, was ik bijzonder opgelucht. Ze hebben in de vier dagen voldoende informatie gekregen om met enig inzicht in marketing en selling hun zoektocht voort te zetten.

Heeft u nog een leuke anekdote over uw reis, uw verblijf in het land of het project?In mijn werk in Mongolië, India en Namibië merk ik dat mensen op aarde wat hun basiswensen betreft, nauwelijks van elkaar verschillen: veiligheid, dak boven je hoofd, scholing voor je kinderen, eten en drinken: als aan die behoeften voldaan kan worden, zijn we allemaal tevreden. Als het gaat om cultuurverschillen, dan is het vaak lastig om er achter te komen of wat gezegd wordt ook gedacht wordt. Op zeker moment had ik als opdracht dat de groepjes een deodorant zouden ontwerpen en marketen. Toen greep de klant in. Voorzichtig meldde ze me dat in Vietnam over dergelijke zaken slechts besmuikt wordt gepraat. De ander zou wel eens kunnen denken dat hij of zij een slechte lucht verspreidt... De opdracht is vervolgens een rugzak geworden, en daar is met veel plezier aan gewerkt.

Een PUM-expert evalueert:

Input

NAAM EXPERT: Ineke Ouwehand | Project dates: 4 - 18 October 2010

34 PUM Magazine winter 2010 Hebt u een mening, suggestie of anekdote die u wilt delen met andere PUMmers?

Stuur uw mail voor publicatie naar [email protected]

Uw mening

Tom & JerryOp missie in Georgië brengt mijn nauwelijks Engels sprekende chauffeur Zurab me terug naar mijn hotel. Ik zit al in de auto, maar

hij treuzelt nog wat. Met een bezorgd gezicht kijkt hij van alle kanten onder de auto, ter hoogte van de motor. Ik begin te vrezen

dat het hotel het nog even zonder mij moet stellen.

Als hij instapt vraag ik: “Something wrong?”

“No, no, no, no...”

“Did you have an oil spil?”

“No, no, no, no...”

“Then what...?”

Hij denkt diep na: “Tom & Jerry? You know Tom & Jerry?”

“Yes I do know Tom & Jerry!”

Hij wijst met zijn rechter wijsvinger recht naar beneden en roept: “Tom!”

Er zat een kat onder de auto.

Jan Boeren

Sectorcoördinator Business Consultancy

Goede reis!Na het gouden huwelijksfeest van mijn zus en zwager, waarvoor ik mijn missie een dag heb verschoven, zijn we bijtijds op weg

naar Schiphol. Bij het inchecken doe ik mijn paspoort open en zie het portret van... mijn partner. Er is maar één mogelijkheid:

paspoort ophalen!

Het is 9:20 uur, het vliegtuig vertrekt om 11:20, inchecken kan tot 10:40, Amersfoort is ‘maar’ 50 kilometer en het is zondag.

Marijke blijft bij mijn koffer en de rollator die ik voor iemand meeneem. Ik hol naar de auto en ga racen. Onderweg bel ik buur-

man Herman: hij haalt het paspoort uit huis en brengt het naar hotel De Witte Bergen langs de A 1. De timing is perfect: we

komen tegelijk aan. Ik bedank Herman en race weer terug.

Marijke belt: ga naar het vertrekplateau ingang E, dan ruilen we daar de bagage met de auto. Het lukt, we hebben zelfs tijd

voor een afscheidskus en ik ben om 10:32 bij de incheckbalie!

Dan blijkt dat het inchecken voor mijn vlucht in het computersysteem te vroeg is gesloten. De medewerkster doet erg haar best:

ze belt continu dat het systeem weer geopend moet worden, rammelt op haar PC om te zien of het al werkt (nee), rent weg

voor overleg, komt terug en probeert haar PC weer en voert me vervolgens mee naar de incheckbalie voor bijzondere gevallen

(twee hele grote honden). Daar lijkt ze geen succes te hebben, ze holt weer weg, komt weer terug, loodst me door de business

class controle, laat me de koffer op de rollator zetten en zegt me zo hard mogelijk naar de gate te rennen. Ik bedank haar heel

hartelijk!

Alle andere passagiers zijn al binnen maar ik mag nog door. Koffer en rollator worden naar het ruim gebracht. Ik loop rustig

naar mijn raamplaats. De stoel naast me is leeg, daarnaast zit een Sikh met zwarte tulband die veel slaapt. Ik moet hem een

paar keer storen, maar hij zegt dat het niet erg is.

Willem Jan Idema

Expert Bouwontwerp en Architectuur

U W M E N I N G @ P U M . N L

Page 19: PUM Magazine winter 2010

Arie Pronk is sinds tweeënhalf jaar landencoördinator voor Colombia. Daarvoor ‘deed’ hij Centraal Ame-rika. Hij is econoom en werkte 35 jaar voor Philips. “Colombia is een emerging market, het is geen typisch ontwikkelingsland meer. Het land heeft de take off-fase duidelijk ach-ter zich gelaten en zit in de lift. In menig bedrijf tref je ondertussen een professionele ondernemerscul-tuur aan en brancheorganisaties zijn

relatief goed ontwikkeld. Mensen staan open voor advie-zen en onze aanbevelingen worden snel doorgevoerd; het rendement van de missies is bijgevolg groot.”

In de regio is het land politiek gezien enigszins op zich-zelf teruggeworpen, vertelt Arie Pronk. “Er zijn problemen met de buren.

Naar verluidt zijn er Farc-rebellen net over de grens in Venezuela en dat kan Colombia natuurlijk niet accepteren. Hopelijk worden de verhoudingen beter door recent her-nieuwde politieke contacten.”

“Nederland heeft een goede naam in Colombia. We doen er veel aan ontwikkelingshulp en hebben er een grote ambassade. PUM is het visitekaartje van de ambassade. Op dit moment lopen er vier VEHICLE-projecten en het aantal missies groeit gestaag. In 2010 komen we op circa 55-60 missies uit. De Colombianen vinden ecologie erg belangrijk, dat merken we ook in de aanvragen. En er zijn steeds vaker Busi-ness Links die uitmonden in opdrachten voor het Neder-landse bedrijfsleven.”

Bloemen uit KeniaBloemenkwekerij Zedgee Ltd werd zo’n vier keer bezocht door PUM-expert Aad van Dijk. In vier jaar heeft het be-drijf een enorme ontwikkeling doorgemaakt. PUM berichtte er 20 september al over op de website.

Het bedrijf ligt vlak buiten Nairobi. Karin Jensma, hoofd Marketing & Communicatie, ging er op bezoek tijdens haar eerste reis voor PUM, afgelopen november. “Ik was vooraf gewaarschuwd voor een cultuurshock. Het was de eerste keer dat ik Afrika zag. Maar afgezien van de situatie in sloppenwijken viel het me enorm mee. Het was er niet triest. Mensen doen er gewoon hun dingen. Ik vond de Afrikanen vooral vrolijk en de ondernemers enorm gepas-sioneerd. Het bedrijf dat we bezochten exporteert naar Europa. De bloemen op de foto waren binnen twee dagen in Nederland.”

Waar bent u geweest?De redactie zoekt foto’s van experts op bijzondere plekken in de wereld. Het leukste is als u er zelf met de PUM vlag op staat. Stuur uw foto naar [email protected].

Landenfocus

Altijd in contact

Er zijn momenten dat een vrijwilliger contact wil hebben met PUM. De vaste staf is altijd bereikbaar op kantoor voor vragen rond een missie.

Voor vragen over een land of een sector kunt u terecht bij de landen- en sectorcoördinatoren. Zij zijn doorgaans niet op het PUM kantoor

aanwezig. U kunt contact met hen opnemen via het algemene e-mailadres van PUM, [email protected].

PUM komt overal

Colombia: land in de lift