WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
1
Monumentale boerderijen in Westeraam
Inleiding door F.J.G. Hoogveld
op de Westeraam-avond op 15 januari 2007
(geactualiseerd 6 janauri 2009)
Historische Vereniging Marithaime
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
2
Inleiding
In de 2de
wereldoorlog is er in Aam hevig gevochten, waardoor er veel vernield
is. De snelweg, de defensiedijk, de defensiekolk en de industrieterreinen hebben
de rest van het oorspronkelijke Aam daarna bijna onherkenbaar verminkt. Toch
zijn er nog een viertal oude boerderijen bewaard gebleven, Zij staan op de
monumentenlijst en ze zijn het onderwerp van mijn praatje.
Eerst een kleine inleiding:
Totdat er met de bouw van de grote woonwijk Westeraam werd begonnen was
het Aam overwegend agrarisch gebied. Vanaf de ontginning van dit gebied tot
aan WO II had deze grond uitsluitend een agrarische bestemming en hielden de
bewoners zich bijna alleen bezig met landbouw, tabaksteelt of veehouderij. Het
aantal bewoners was niet groot, rond 1900 stonden er een 12tal huizen op dit
moment ca 20.
Het gebied, waar het merendeel van de nieuwe woningen in de nieuwe wijk
Westeraam gebouwd wordt, was leeg en onbewoond. Er zijn maar een paar
woning gesloopt voor deze en dat nog voornamelijk voor de reconstructie van de
Aamse straat.
De voornaamste bebouwing vinden wij in het "centrum" van Aam een rond
lopend weggetje het Landaspad, een stukje Aamsepad en een stukje Lingestraat.
Dit ligt achter het complex van Intratuin. Oorspronkelijk was dit een brede
strook, “gemene grond” genaamd, eigendom van de gezamenlijke boeren. Op
deze strook stonden vroeger nog enkele schamele hutjes van dagloners, zij
hadden met toestemming van de boeren waarvoor zij werkten een “getimmerte”
op die grond gebouwd.
De twee grote boerderijen die buiten dit gebiedje liggen zijn “Rijzenburg” ten
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
3
noorden en “Westeraam” ten westen.
Rijsenburg ten noorden, Westeraam ten zuiden en Landasoord in het centrum,
drie grote boerderijen en de “Ronde Burg een kleine boerderij ofwel hofstede
genoemd in de Betuwe.
Wij zullen hier deze vier monumentale panden nader bekijken maar eerst enige
informatie geven over de Betuwse boerderij, een type waartoe alle vier de
behuizingen behoren .
Op onderstaande kaart zijn de locaties van de vier beschreven monumentale
boerderijen aangegeven.
Afb.1 kaart met situering van de panden
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
4
Het hallehuis
De Betuwse boerderijen behoren tot het hallehuistype.
Afb.2 Hallehuis voorkant
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
5
Afb. 3 Hallehuis achterkant
Vroeger, in de middeleeuwen vond men dit type in heel Nederland maar
geleidelijk bleven ze alleen bestaan in het midden van het land, in de
Achterhoek, op de Veluwe en in het Rivierengebied. Dit type boerderij ontleent
zijn naam aan het feit dat de vier belangrijkste hoofdfuncties van het
boerenbedrijf te weten: het wonen, de stalling van de dieren, de opslag van de
oogst, en de ruimte voor het dagelijkse werk allemaal onder één dak en in één
ruimte te vinden was. Het hallehuis is een grote ruimte, in zijn oorspronkelijke
vorm zonder binnenmuren, helemaal van hout en met ankerbalkgebinten als
dragende constructie. Mensen en dieren leefden vroeger samen in een ruimte,
het los hoes, later kwam er een brandmuur tussen het woongedeelte en de stal.
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
6
Afb.4 Ankerbalkgebinten detail
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
7
Afb. 5 Ankerbalkgebinten totaal
Het oorspronkelijke type heeft een rechthoekige plattegrond, een strooien of
rieten dak, lage zijmuren en binnenin een dragende houtconstructie. Het had
relatief lage muren, een groot dak meestal van riet of stro met twee afgeplatte
einden: wolfseinden genoemd.
Het achterhuis: de deel had twee grote inrijdeuren.
Toen de boerderijen in de 18de
en vooral de 19de
eeuw meer gingen opleveren
werd het hallehuis steeds vaker uitgebreid met er naast geplaatste schuren om
het ruimtetekort op te heffen.
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
8
De T-boerderij
Om meer woonruimte te verkrijgen werd het voorhuis er soms dwars voor de
deel gezet, het grondvlak krijgt dan een T-vorm en men spreekt wel van een
T-boerderij.
De zolder van het voorhuis wordt nog steeds gebruikt als opslagruimte voor de
oogst:
Afb. 6 T-boerderij
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
9
Herenboerderij
Rijkere boeren bouwden nog later herenhuizen als dwarshuis. Meestal in laatste
helft van de 19de
eeuw. De schuren hebben nog steeds het model van het
hallehuis. Van alle hierboven genoemde typen is er in Aam een voorbeeld
bewaard gebleven.
Ouderdom
Geen enkele van de deze boerderijcomplexen en het hallehuis stamt geheel uit
de zelfde tijd. Zoals bijna altijd het geval is, zijn de verschillende delen van een
boerderijcomplex op verschillende tijdstippen gebouwd of is een pand in de loop
van de tijd vaak ingrijpend verbouwd. Behalve uit gevelstenen of sluitstenen in
de korfboog boven de grote inrijdeuren waarin vaak het bouwjaar stond
gebeiteld is de ouderdom van de verschillende delen van het woon- en
bedrijfsgedeelte vaak te herleiden uit sommige details
Met een aantal afbeeldingen zal dit worden geïllustreerd.
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
10
Hofstede de Ronde Burg, Landaspad 1
Dit boerderijtje is een goed voorbeeld van het eenvoudigste type van een
hallehuis, waarbij zich alles onder een dak bevindt. Het is oorspronkelijk
gebouwd in het begin van de 18de
eeuw.
Afb.7 de Ronde Burg
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
11
Afb. 8 de Ronde Burg
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
12
Afb. 9 Schuur/achterkant De Ronde Brug
Er lag oorspronkelijk ongeveer een hectare grond bij en men leefde van de
tabaksteelt, de moestuin en wat los werk bij de boeren in de buurt. In de eerste
helft van de twintigste eeuw woonde daar de familie Otters. Zij weidden twee
koeien bij een boer in de buurt en in ruil daarvoor deden zij los werk op het land
of hielpen met het dorsen en zo. Ook hadden ze wat varkens en klein fruit zoals
bessen en dergelijke.
De woning was zeer eenvoudig, je viel met de deur in huis, tegen de achtermuur
was de stookplaats met een paar stoelen daarom heen, voor het raam stond een
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
13
hoog tafeltje ook met een paar stoelen. Zoals alle oude behuizingen in
Westeraam staat het op een lage terp, zodat bij een eventuele overstroming de
ramp minder groot was. De muren zijn grijs gepleisterd, de ankers in de
voorgevel vormen het jaartal 1706, maar in de loop van de jaren is er wel het een
en ander aan veranderd. Het uiterlijk stamt uit het midden van de 19e eeuw. De
voordeur zit opzij van het midden. Het middenraam is een keer gewijzigd het is
kleiner dan het oorspronkelijk was. De kelder, die maar voor de helft in de grond
zit, bevindt zich onder de hogere opkamer, rechts in de voorgevel zit daarvan het
wat hoger geplaatste kleine schuifraam. Onder het wolfseind zien wij het
zolderraam. De zolder werd alleen gebruikt voor de opslag van de oogst en niet
voor bewoning. In de zijgevels vinden wij de gietijzeren stalramen.
Aan de achterkant had de deel grote inrijdeuren met daarboven het houten
hooiluik. De lage zijmuren en de grote wolfseinden wijzen op een grote
ouderdom.
Het huis is later volledig verbouwd tot een burgerwoning, daarbij zijn op het
voor- en achterhuis dakkapellen aangebracht.
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
14
Boerderij Landasoord, Aamsepad 1
Deze boerderij is veel groter dan de vorige en er staan ook nog enkele schuren
naast.
Ook dit complex heeft een bewogen bouwgeschiedenis er is veel aan verbouwd
en bijgebouwd. Landasoord was oorspronkelijk een hallehuis van hetzelfde type
als het vorige maar het ging goed met de argrarische sector in de eerste helft van
de 19de
eeuw en het huis werd vergroot, om die reden is in de loop van de 19e
eeuw uitgebreid met een dwarshuis, het bestaande voorhuis werd gedeeltelijk
afgebroken en aan beide zijkanten werden er twee vleugels uitgebouwd waarvan
de nok van het dak haaks op die van de het achterhuis staat. Het dwarshuis heeft
een schilddak dat vroeger waarschijnlijk met riet gedekt was of met
Oudhollandse pannen.
Afb.10 Landasoord
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
15
Afb. 11 Landasoord
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
16
Afb.12 Landasoord
In de tweede helft van de 19de
eeuw werd er gewerkt aan verbetering van
landbouwmethoden, stalinrichting etc. Een van de toenmalige verbeteringen was
de ontwikkeling van de vaaltstal. Het bleef een omstreden type stal omdat deze
redelijk kostbaar was. Rijke adellijke grootgrondbezitters die als hobby zich met
de landbouw bemoeide en niet erg economisch dachten waren voornamelijk de
bouwers van dit soort stallen. Het principe van de vaaltstal was als volgt: de stal
had luiken in de zijmuren en een verdiepte vloer, door de luiken of deurtjes werd
de mest uit de aangrenzende stallen in de vaaltstal gegooid. Het jongvee en
ander koeien die niet gemolken werden liepen los rond in deze stal en trapten
hun eigen en de bijgevoegde mest stevig aan. De vloer van de stal kwam steeds
hoger te liggen, in de herfst, als het niveau te hoog werd dan werd de mest er uit
gehaald en op het land gereden. De vaaltstal diende dus een dubbel doel het was
een veestalling en tegelijkertijd een overdekte mestopslag.
De middelste schuur van Landasoord was oorspronkelijk een vaatstal.
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
17
Afb.13 Schuur Landasoord
De boerderij was lang eigendom van de baronnen Sweerts de Landas vandaar
ook de naam. Het was een pachtboerderij waar veel verschillende pachters
gewoond hebben. Om er een paar te noemen: Holleman, van Empel, van
Beijnum en Lammers. De schilderachtigste bewoner was zonder twijfel Gerrit
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
18
van Beijnem, hij was vrijgezel en woonde er met zijn zuster Anneke. Zij rookte
sigaren en reed rond op een motorfiets. Gerrit was een tijdje vanwege de
Boerenpartij gemeenteraadslid. Hij had zijn aanhangers voornamelijk onder de
boeren natuurlijk, maar ook onder de bezoekers van de plaatselijke tapperijen
die hij veelvuldig bezocht, zo veelvuldig dat hij tijdens de gemeenteraad
vergadering meestal in slaap viel.
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
19
Boerderij Westeraam,
Deze veeboerderij ligt zoals alle monumenten in Aam op een terp. Het is een
groot complex met een interessante bouwgeschiedenis. De T-boerderij bestaat
uit een woongedeelte met daaraan een achterhuis en een tweetal bijschuren. Alle
hiergenoemde onderdelen zijn in een verschillende tijd gebouwd. In de 17de
en
18de
eeuw was de opbrengst van de grond aanzienlijk minder dan tegenwoordig.
De gebouwen waren kleiner en er stonden minder schuren bij een boerderij,
enkele hooibergen volstonden meestal om de oogst te bergen. Omdat het land
steeds meer opbracht werden de oude kleinere gebouwen afgebroken en er
steeds meer schuren bijgebouwd.
De middelste schuur is het oudst, deze stamt uit 1807. Het achterhuis aan de
linkerkant ernaast is gebouwd in 1850, het daarbij behorende woongedeelte is in
1907 afgebroken en vervangen door het bestaande voorhuis. Dit woongedeelte is
een villa die aan de Velperweg in Arnhem of de St. Annastraat in Nijmegen niet
zou misstaan.
Afb. 14 Voorhuis Westeraam
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
20
Rond 1900 werd er goed verdiend door de grote boeren en in die tijd zijn er
meer van dit soort villa-achtige voorhuizen neergezet. Lang niet iedereen was
het hiermee eens, puristen vonden dat eenvoud en soberheid de landman sierden
en dat op het platteland zo een zo protserige behuizing met een verhoogd
middenstuk, een balkon of veranda, een hardstenen stoep en dubbele voordeur
niet thuishoorde.
De bewoner van deze boerderij was eigenaar en heeft zich van dit soort kritiek
niets aangetrokken. Vele generaties lang was dat het geslacht Breunissen.
Afb. 15 Westeraam
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
21
Afb.16 Westeraam
De derde schuur is nog later en in de 20ste
eeuw gebouwd. Duidelijk is aan
allerlei details de verschillende leeftijd van de gebouwen af te lezen. Het oudste
stuk: de middenschuur, heeft de laagste zijmuren en een oudere constructie van
de deeldeur, vooral de rechter 20 eeuwse schuur heeft hoge zijmuren en een
rechte geveltop in plaats van een wolfseind zoals de rest.
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
22
Toen de grond onteigend werd, een deel van de nieuwe wijk is op die grond
gebouwd, vertrok de laatste Breunisse en is zijn de gebouwen verbouwd tot de
“Thermen de Lingetuin”.
Er is eigenlijk niet veel veranderd, vroeger, de hele winter, moesten de arbeiders
met dorsvlegels op de deel van de schuren het koren dorsen en werkten zij zich
daarbij in het zweet, en gezweet wordt er nog steeds, zij het dan onder wat luxer
omstandigheden.
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
23
Afb. 17 Westeraam
Afb. 18 Westeraam
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
24
Boerderij Rijzenburg, Rijksweg Noord 86 – 88
De huidige boerderij stamt uit ca. 1900, de oorspronkelijk boerderij werd door
brand verwoest.
De vrijstaande schuur op enige afstand van het hoofdgebouw maakte deel uit
van de eerdere boerderij en is rond 1850 gebouwd. Het huis heeft een mansarde
dak ook wel “gebroken kap” genoemd, een dakvorm die in de eerste helft van de
20ste eeuw zeer populair was. Er zijn in de Betuwe talloos vele boerderijen,
hofsteden en huizen met een dergelijk dak te vinden.
Oorspronkelijk stonden er voor het huis een drietal hooibergen die pas rond
1980 zijn afgebroken.
Afb. 19 Rijzenburg
WERKDOCUMENT 02 boek WESTERAAM 8 januari 2009
25
Afb. 20 Rijzenburg
Het woongedeelte is groot en werd in 1933 gesplitst en er kwamen twee
zwagers te wonen. De rechter bijschuur stamt waarschijnlijk uit die tijd en
diende als veestalling voor Mocking die de rechterhelft bewoonde, het bestaande
achterhuis was de stalling van Ebskamp die de linkerzijde bewoonde. Voor het
huis staan een aantal grote en oude bomen.
Daarvoor heeft er lang de familie Erdkamp gewoond die in het ruime voorhuis
ook een logement hielden. Toen het Tolhuis niet meer als herberg dienst deed
stopte hier in de eerste helft van de 19de
eeuw ook de postkoetsen die reden van
Arnhem naar Nijmegen.
Het kapitale boerderij complex was goed bewaard gebleven. Strubbelingen met
de projectontwikkelaar hebben er toe geleid dat het gebouw in kwaliteit wel is
achteruitgegaan maar het is tot de dag van vandaag restauratie meer dan waard.
Het kan een mooie entree van Elst vormen in een omgeving die vanwege
verwoestingen in WO II toch al niet rijk is aan oudere bebouwing.
Top Related