Biologie – H3 SamenvattingPARAGRAAF 1 - WortelFuncties van de wortel:
Het opnemen van water & mineralen Verankering Opslag van reservestoffen
Bouw van de wortel: (van buiten naar binnen) Schorsweefsel
Bescherming, stevigheid, opslag voor reservestoffen en hulp bij de opname van mineralen.
HoutvatenVervoeren water en mineralen naar boven.
ZeefvatenVervoeren bouwstoffen en reservestoffen naar beneden.
DeelweefselMaakt nieuwe cellen zodat de wortel dikker en langer word.
MergweefselHelpt met vervoer van stoffen en bied stevigheid.
Soorten wortels: Hoofdwortel
Grote wortel in het midden van de plant. Zijwortel
Aftakking van de hoofdwortel. Bijwortels
Een bos van allemaal kleine worteltjes.
Met wortelharen zuigt de plant voedingstoffen uit de grond.Mineralen zijn de voedingstoffen voor planten.
Wortelknolletjes zijn kleine dikke worteltje die vol zitten met reserve stoffen.Penwortels zijn langwerpige wortelknolletjes.
Een knol is officieel een stengel onder de grond waarin voedingstoffen worden opgeslagen. Zoals een aardappel. Als je een aardappel een tijdje laat liggen groeit er een stengel uit.Een bol is officieel een bos verdikte bladeren onder de grond waarin voedingstoffen worden opgeslagen. Zoals een ui.PARAGRAAF 2 – StengelFuncties van de stengel:
Transport (vervoer van voedingstoffen) Stevigheid (houd de plant overeind) Bescherming (hard, stekels) Maken van voedingstoffen Opslag van reservestoffen (knol)
Bouw van de stengel: Zijstengel (tak bij houtachtige)
Vertakkingen van de stengel. Knoop
De plaats waar een blad aan de stengel vast zit. Bladoksel
Hoek tussen blad en stengel. Okselknop
Beginsel van een zijstengel in een bladoksel. Eindknop
Okselknop aan de top van de plant. Stengellid
Stukje stengel tussen twee knopen.
Bij een stengel liggen de zeefvaten, deelweefsel en houtvaten bij elkaar, Dat noem je een vaatbundel.
Een knol is een dikke stengel onder de grond die voedingstoffen opslaat. Zoals een aardappel. Als je een aardappel lang laat liggen groeit er vanzelf een nieuwe wortel uit.
Kruidachtige planten krijgen door water in de stengel hun stevigheid.Houtachtige planten krijgen stevigheid door houtstof in de cellen. Bij houtachtige planten noem je de stengel ook wel de stam.
De stam van houtachtige planten word elk jaar dikker. Het deelweefsel zit aan de buitenkant en de boom groeit daardoor een nieuwe laag vaatbundels. In de lente groeit de boom: lentehout. In de zomer gaat die groei langzaam verder: zomerhout. Lentehout is veel lichter dan zomerhout. Lentehout en zomerhout van één jaar vormen samen een jaarring.
PARAGRAAF 3 – BladFuncties van het blad:
Het maken van voedingstoffen.
Gaswisseling (koolstofdioxide omzetten in zuurstof). Bescherming (hard blad, stekels) Opslag van reservestoffen (bol) Zorgen dat water naar boven stroomt. De bladeren zorgen voor
een zuigkracht door verdamping van water. De waterdamp ontsnapt uit kleine openingen in het bladoppervlak: de huidmondjes.
Bouw van het blad (binnenkant): Opperhuid
Dun laagje cellen aan de bovenkant en onderkant van het blad. Vetlaagje
Waterafstotend laagje op de opperhuid. Huidmondjes
Vooral aan de onderkant, opening tussen twee opperhuid cellen. Regelt de hoeveelheid gas uit het blad ontsnapt.
BladmoesEen laag met palissadeparenchym en sponsparenchym waar veel bladgroen korrels zitten.
PalissadeparenchymBovenste laag van het bladmoes, cellen dicht op elkaar.
SponsparenchymOnderste laag van het bladmoes, cellen verder van elkaar.
Bouw van het blad (buitenkant): Bladsteel Bladschijf Bladrand Hoofdnerf Zijnerf
Vaatbundels kan je aan de buitenkant van het blad zien als bladnerven.Bladmozaïek is het gebruikmaken van al het zonlicht door bladeren.
PARAGRAAF 4 – BloemBouw van de bloem:
Kelkbladeren Beschermen de bloem als hij nog in de knop zit. Kroonbladeren Honingmerk
Extra kleurtjes, groefjes of streepjes op de kroonbladeren. Leiden het insect naar de nectar klieren.
MeelradenMannelijke geslachtsorgaan.
Stuifmeel (pollen)Het stof dat de mannelijke geslachtscellen bevat.
StamperDe stijl stempel en het vruchtbeginsel samen.Vrouwelijks geslachtsorgaan.
Stempel Stijl Vruchtbeginsel Zaadbeginsel
Veel bloemen zijn tweeslachtig. Ze hebben zowel mannelijke hormonen als vrouwelijke hormonen. Bloemen die eenslachtig zijn hebben hormonen van maar één geslacht.
Nectar is een zoete stof waar insecten dol op zijn. Een bloem gebruikt deze om insecten te lokken.
De bloeiwijze is de manier waarop de bloemen inde plant gegroepeerd zijn.
PARAGRAAF 5 – LevensproccesenFotosynthese vind plaats in de bladgroenkorrels. Hier past de formule van fotosynthese zich toe:
Overdag word glucose omgezet in zetmeel. S’ Nachts word dit omgezet in suiker.
De plant zet de suiker om in bouwstoffen als eiwitten om zich groter en steviger te maken.
Factoren zijn omstandigheden die een roll spelen in het levens proces van een plant.
Top Related