Download - Lets talk about you and me

Transcript
Page 1: Lets talk about you and me

Let’s talk about you & me!

Een inventarisatie van methodieken

op het gebied van mannenemancipatie

Auteurs:

Ariana Ortet Vigelandzoon (Dona Daria, centrum voor emancipatie en participatie)

Teana Boston-Mammah (Scala, expertisecentrum voor emancipatie en participatie)

Eindredactie:

Ellis Sintnicolaas (Scala, expertisecentrum voor emancipatie en participatie)

In opdracht van: de Dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving

Page 2: Lets talk about you and me

Inhoudsopgave

Voorwoord door Adrienne Burgess, Hoofdonderzoeker van het Fatherhood Institute in Londen

Inleiding

Hoofdstuk 1: Landelijk en Rotterdams emancipatiebeleid & internationale ontwikkelingen en beleid

Hoofdstuk 2: Analyse van de methodieken

Hoofdstuk 3: Centrale vragen, conclusies en aanbevelingen

Hoofdstuk 4: Inventarisatie van diverse methodieken op het gebied van mannenemancipatie

Bijlagen

Bijlage I: Projecten, activiteiten, trainingen en cursussen die door Scala en Dona Daria ontwikkeld zijn

Bijlage II: Netwerken en platforms ten behoeften van mannenemancipatie

Bijlage III: Organisaties die met mannen werken

Bijlage IV: Literatuurlijst

Page 3: Lets talk about you and me

2

InleidingVoor u ligt een onderzoek/inventarisatie van projecten op het gebied van mannenemancipatie. In deze inleiding vertellen wij over de aanleiding van deze inventarisatie, de centrale vragen die gesteld zijn in het kader van dit onderzoek en de door ons gehanteerde werkwijze. Aan het einde van deze inleiding wordt de inhoud van de hoofdstukken toegelicht in een leeswijzer.

Aanleiding

De organisaties Dona Daria, centrum voor vrouwen en emancipatie en Scala, expertisecentrum voor emancipatie en participatie, richten zich op de emancipatie en de structurele positieverbetering van vrouwen en meisjes in Rotterdam. Vanaf 2006 zijn beide organisaties zich tevens gaan richten op vraagstukken op het gebied van mannenemancipatie. In eerste instantie gebeurde dit vanuit de behoeften van de vrouwen zelf die aangaven dat ook mannen bij de emancipatie van de vrouw betrokken moesten worden. De rol van de man werd genoemd als knelpunt, of als belangrijke randvoorwaarde voor een succesvolle emancipatie van de vrouw en in de verhalen van de “carrière-tijgers” werd de rol van de man als een van de factoren van het succes van de vrouw genoemd.

In de loop van de tijd hebben zowel Dona Daria als Scala zich afgevraagd wat de rol van vrouwen -organisaties kan zijn in het emancipatieproces van mannen. Hiervoor is gekeken naar de behoeften van mannen zelf; als man, als vader en/of als echtgenoot. Dit heeft geleid tot diverse projecten, trainingen en onderzoeken. 1

Zowel in Rotterdam als op landelijk niveau zijn succesvolle methodieken en ‘good practices’ te vinden op het gebied van mannenemancipatie. In opdracht van de Dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving van de Gemeente Rotterdam hebben Dona Daria en Scala een inventarisatie van deze methodieken gemaakt onder de noemer Let’s talk about you and me. Het doel van Let’s talk about you and me is het in kaart brengen en analyseren van de methodieken en ‘good practices’ op het gebied van man-nenemancipatie in Nederland.

Werkwijze

Uitgangspunt van onze inventarisatie is het landelijk emancipatiebeleid van het Ministerie van Onder-wijs, Cultuur en Wetenschap (OCW, 2007). Ook hebben wij een blik geworpen op mannen-emancipatie-projecten op internationaal niveau. Vervolgens keken wij hoe het landelijk emancipatiebeleid vertaald werd naar gemeentelijk niveau en hoe dat vervolgens in “het veld” uitgevoerd werd. Hiervoor hebben wij geïnventariseerd welke organisaties zich bezig houden met mannenemancipatie, wat ze doen en welke resultaten deze organisaties bereiken.

1 Bijlage I geeft een overzicht van dit aanbod weer

Page 4: Lets talk about you and me

2

Wij hebben gefocust op methodieken die schriftelijk beschikbaar zijn voor gebruik door externe organisaties. Tijdens het onderzoek viel het ons op dat er veel initiatieven zijn in de vorm van een platform of een netwerk. Deze initiatieven hebben wij niet geanalyseerd voor ons onderzoek aangezien deze niet voldoen aan de door ons opgestelde onderzoekscriteria. De criteria zijn benoemd in bijlage II.

De methodieken die in de inventarisatie opgenomen zijn, zijn geanalyseerd volgens een vooraf bepaald kader. Op basis van deze inventarisatie hebben wij een analyse gemaakt in hoeverre deze activiteiten en projecten een antwoord geven op de problematiek genoemd in de Landelijke Emanci-patienota2 en het Rotterdamse Uitvoeringsprogramma Emancipatie & Sociale Mobiliteit.

Tenslotte hebben wij antwoord gegeven op onze centrale vragen, conclusies getrokken en aanbeve-lingen gedaan.

Centrale vragen

In Let’s talk about you and me!, staan de volgende vragen centraal:

Wat is mannenemancipatie?Is er een mannenemancipatiebeleid?Indien ja, bevordert het emancipatiebeleid de emancipatie van mannen? Indien ja, hoe komt dit tot uitdrukking en hoe wordt dat uitgevoerd?Wat kunnen wij leren van de bestaande methodieken? Wat zijn de belangrijke conclusies en welke aanbevelingen kunnen we voor de Gemeente Rotterdam formuleren?

Let’s talk about you and me! is een inventarisatie van de methodieken om met mannen te werken.

Leeswijzer

In hoofdstuk 1 vindt u een weergave van zowel het landelijke als het Rotterdams beleid op het gebied van mannenemancipatie. Ook worden voorbeelden genoemd van internationale ontwikkelingen en beleid. In hoofdstuk 2 analyseren wij de resultaten van de inventarisatie volgens de vooraf bepaalde criteria. In hoofdstuk 3 geven wij antwoord op de centrale vragen, trekken wij de conclusies en bieden wij aanbevelingen die ter ondersteuning dienen voor het maken van een nieuw beleid. Ten gunste van de leesbaarheid presenteren wij de inventarisatie van de verschillende methodieken in het vierde en laatste hoofdstuk. In dit hoofdstuk vindt u tevens de criteria die gebruikt zijn om de methodieken te filteren.

2 Nota Meer kansen voor vrouwen, 2008-2011 (ministerie van OCW)

Page 5: Lets talk about you and me

2

Hoofdstuk 1

Landelijk en Rotterdams Emancipatiebeleid

1.1 Het landelijk Emancipatiebeleid

De algemene doelstelling van het landelijk emancipatiebeleid luidt: ‘Het bevorderen van gelijke rech-ten, kansen, vrijheden en (sociale) verantwoordelijkheden in de Nederlandse samenleving voor vrouwen en mannen’ (OCW 2007).

Meer specifieke doelstellingen zijn te vinden in de emancipatienota Meer kansen voor vrouwen, Emancipatiebeleid 2008-2011 die richtinggevend zijn voor de huidige kabinetsperiode. Deze nota vervangt het Meerjarenbeleidsplan Emancipatie 2006-2010 (tk 2005/2006a).

1.1.1. Landelijk emancipatiebeleid voor vrouwen

De beleidsnota Meer kansen voor vrouwen omvat de volgende vier hoofddoelstellingen:

1. Het verhogen van de arbeidsparticipatie van vrouwen; 2. Het bieden van kansen aan en het benutten van talenten van vrouwen en meisjes uit etnische

minderheidsgroepen;3. Het vergroten van de veiligheid;4. Een bijdrage leveren aan het (wereldwijd) uitbannen van alle vormen van discriminatie van

vrouwen, en de positie van vrouwen structureel bevorderen

Het kabinet (Balkenende IV) wil de zelfredzaamheid en persoonlijke ontwikkeling van vrouwen en meisjes uit etnische minderheidsgroepen vergroten. Hiervoor worden coaches en mentoren ingezet om de talenten van vrouwen en meisjes uit etnische minderheidsgroepen beter tot hun recht te laten komen. Dit is nodig omdat in de visie van het kabinet traditionele opvattingen (vooral van mannen) over de positie van vrouwen hun persoonlijke ontwikkeling belemmeren.

1.1.2. Landelijk emancipatiebeleid voor mannen

De doelstelling van de vorige beleidsnota emancipatie (2006-2010) dat mannen 40% van de zorg-taken op zich zullen nemen, is in de nieuwe emancipatienota (2008-2011) geschrapt. In de nieuwe nota is de emancipatie van mannen en jongens genoemd zonder dat er beleidsmaatregelen aan ge-koppeld worden. Dit heeft gezorgd voor een breed gedragen kritiek in de Tweede Kamer.

Page 6: Lets talk about you and me

2

In het debat over de emancipatienota is door verschillende woordvoerders van de politieke partijen aangegeven dat de rol van de man in het emancipatieproces in de nota onderbelicht is gebleven en meer aandacht behoeft. Dit leidde ertoe dat toenmalig Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Minister Plasterk het actieplan Plan van de Man3 heeft opgesteld waarin tien punten aan de orde komen ter bevordering van de emancipatie van de man. In het plan worden geen streefcijfers genoemd; wel wordt onder meer een herziening van het stelsel van verlofregelingen aangekondigd.

De andere doelstellingen in het actieplan hebben betrekking op seksuele vorming van jongens waarbij respect voor meiden een belangrijk punt is. Verder is er aandacht voor roldoorbrekende initiatieven zoals mannen in de mantelzorg en in traditionele vrouwenberoepen. Tenslotte vond Minister Plasterk het wenselijk nieuwe mannelijke rolmodellen in beeld te brengen. Om dit te bevorderen is er de ‘Uit het keurslijf Prijs’ in het leven geroepen voor organisaties of personen die een zichtbare rol spelen in het bevorderen van de emancipatie van de man.

Een andere landelijke ontwikkeling is wel meegenomen in de nota Meer kansen voor vrouwen, namelijk de seksuele en relationele vorming van meisjes en jongens en vergroting van hun weerbaar-heid tegen (seksueel) geweld. De aanpak bestaat onder andere uit het ontwikkelen van lespakketten seksuele vorming voor jongeren op basisscholen en het middelbaar onderwijs. Ook worden jongeren geleerd om te gaan met de boodschappen en beelden waarmee zij dagelijks in de diverse media worden geconfronteerd (mediawijsheid). In de discussie die gaande is over de seksualisering van de samenleving wordt aangegeven dat ook de emancipatie van mannen en jongens bevorderd moet worden; hoe dit moet gebeuren, is nog onduidelijk.

Allochtone vrouwen en mannen moeten meer de dialoog met elkaar aangaan over onderwerpen die nu nog in de taboesfeer liggen. In het verlengde hiervan ligt het streven om de emancipatie van mannen en jongens uit etnische minderheidsgroepen te bevorderen. In een aparte brief had Minister Plasterk de Tweede Kamer geïnformeerd over de emancipatie van mannen en vrouwen uit migranten-groepen. De essentie van zijn argumentatie is dat traditionele opvattingen van mannen uit traditionele milieus de emancipatie, participatie en integratie van vrouwen belemmeren. Via de opvoeding oefenen mannen invloed uit op de emancipatieprocessen van het hele gezin. Daarom is er in samenwerking met de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie een bedrag van 2,4 miljoen euro uitgetrokken voor het opzetten van vadercentra voor de emancipatie van allochtonen mannen.

Het landelijke beleid rond het thema vaderbetrokkenheid wordt bepaald door twee beleidslijnen, namelijk het gezins- en het emancipatiebeleid. De kracht van het gezin, nota gezinsbeleid4 (2008) geeft aan wat het beleid is van de overheid rond het gezin en wat de maatregelen zijn om vaders en moeders te ondersteunen bij een goede combinatie van werk en zorg voor kinderen.

3 Brief aan de Tweede Kamer (kenmerk DE/32735) d.d. 14 augustus 2008, Den Haag4 Min. van Jeugd en Gezin, Den Haag

Page 7: Lets talk about you and me

2

Samenvatting mannenemancipatiebeleid

Het doorbreken van traditionele beroepskeuzes onder jongeren (seksesegregatie)Seksuele en relationele vorming van jongens Verlofregelingen aanpassenNieuwe mannelijke rolmodellen Vadercentra

1.2 Het lokale emancipatiebeleid Rotterdam

In het Uitvoeringsprogramma Emancipatie & Sociale Mobiliteitemancipatiebeleid, de nota ‘v/m vooruit’ (2008), is het uitgangspunt van het Rotterdamse beleid als volgt geformuleerd:

“Emancipatie betekent: gelijke kansen vrijheden en verantwoordelijkheden en vooral keuzemogelijk-heden voor iedereen in onze samenleving. Voor vrouwen en mannen, allochtone en autochtone, hetero en homo.”

Mannen moeten betrokken worden in het algemene emancipatiebeleid. Opvallend is dat mannen als één groep genoemd wordt terwijl de doelgroep vrouwen wel specifiek omschreven wordt: alleenstaande vrouwen, vrouwelijke vluchtelingen en immigranten, (jonge) vrouwen in een achterstandspositie, vrouwen en meiden met een diverse culturele achtergrond en tenslotte (allochtone) homoseksuelen waaronder biseksuele en transgender personen.

1.2.1. Het lokale emancipatiebeleid voor vrouwen

In het Rotterdamse beleid verstaat men onder emancipatie meer dan economische zelfstandigheid alleen. Het streven is vrije keuzemogelijkheid en het doel is empowerment en het bevorderen van de sociale mobiliteit (waaronder ook door arbeid). Bijbehorende emancipatiekaders zijn: empowerment, bewustwording en het wegnemen van belemmeringen. De Rotterdamse ambities zijn gericht op de versterking van de maatschappelijke positie van vrouwen door acht emancipatiedoelen op te stellen5.

1.2.2. Het lokale emancipatiebeleid voor mannen

Mannen fungeren in het lokale emancipatiebeleid louter als steun voor de vrouw. Het betrekken van mannen in het emancipatieproces van hun vrouw is een cruciale factor in het slagen van het proces. In het streven naar de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen is het uitermate van belang om mannen als partners in het emancipatieproces te zien. “Wij willen ook mannen emanciperen om zo het emancipatieproces van zussen, dochters en moeders te versnellen, ” aldus ‘v/m vooruit’ (zie blz. 18))

5 Zie ‘v/m vooruit’ p. 15 t/m 19(http://www.jos.rotterdam.nl/Docs/emancipatie/Emancipatie_vm-vooruit-NL_DEF.pdf)

Page 8: Lets talk about you and me

2

Als het om jongens gaat, wordt er ingezet op verschillende gebieden: genderbewuste opvoeding, jongens en meiden stimuleren om samen activiteiten op te zetten (om de gelijkwaardigheid te stimu-leren en om samen het emancipatieproces in te gaan) en het begeleiden van jongens (en meiden) in een vrije partnerkeuze.

Het Rotterdamse College heeft een aantal maatregelen getroffen om de emancipatie van mannen en vrouwen te bevorderen. Deze maatregelen zijn uitgewerkt in de nota ‘v/m vooruit!. In de nota staan de afspraken die gemaakt zijn met een aantal gesubsidieerde organisaties (Dona Daria, Sezer Consult en Scala). Dit zijn afspraken om jaarlijks 200 mannen te trainen met de bedoeling zich te emanciperen maar ook om ervoor te zorgen dat hun gezin en omgeving emanciperen.

De volgende activiteiten staan vermeld in de nota v/m vooruit:

Dialoog in de wijken helpen opzetten over ‘man/vrouw-verhouding in het kader van stadsburgerschap over normen en waarden’Meedoen met het landelijke pilotproject ‘Emancipatie en maatschappelijke activering van allochtone mannen'. Het resultaat van het project zal zijn ‘dat de positie van de vrouw en de kinderen in het gezin verbetert’, aldus het ministerie van OCW.Afspraken met de gesubsidieerde organisaties om vadergroepen op te zetten in de wijken en jaarlijks 150 vaders te bereiken.

1.3 Internationale ontwikkelingen en beleid

Halverwege de jaren negentig zijn er wereldwijd twee conferenties gehouden.6 Deze conferenties signaleerden een kentering in perspectieven op de rol die mannen kunnen spelen in het emancipatie-vraagstuk. Deze kentering werd zichtbaar door aandacht te besteden aan de rol van mannen en jongens en hun bijdrage in het streven naar gelijkheid tussen man en vrouw. Op internationaal niveau wordt er vanuit een perspectief van gendergelijkheid7 gewerkt. Er wordt in termen van gender relations en gender order gesproken. Belangrijk in deze is om gendergelijkheid te creëren. Om dit te realiseren, horen de behoeften, wensen en prioriteiten van mannen en vrouwen bekend te zijn. Tevens is het zaak om rekening te houden met de diversiteit die er bestaat binnen de doelgroep mannen en vrou-wen. Verschillen tussen mannen onderling en vrouwen onderling bijvoorbeeld op basis van etniciteit, leeftijd, opleidingsniveau, familie samenstelling en seksuele voorkeur worden steeds meer benadrukt omdat zij een grote impact hebben op de sociaal maatschappelijke positie van mannen.

6 UN Internationale Conference on Population and Development (1994) & de Vierde Wereld Vrouwen Conferentie (1995)

7 Gender staat voor de sociaal-culturele aspecten van het man- of vrouw zijn.

Page 9: Lets talk about you and me

2

Internationale aanbevelingen betreffen het betrekken van mannen bij emancipatiekwesties. Beleids-aanbevelingen in dit kader komen voort uit tal van internationale bijeenkomsten die de afgelopen tien jaar zijn gehouden.

Operationalisering van de betrokkenheid van mannen (vaak met de term engaging men aangeduid) in emancipatiekwesties gebeurt door te focussen op een aantal onderwerpen. Hieronder vatten wij de hoofdlijnen en thema’s samen waarop engaging men is gebaseerd. Overstijgende doelstellingen zijn gedrag- en attitudeveranderingen teweegbrengen bij mannen en mannen mobiliseren als emancipatieambassadeurs waar ongelijkheid zich voordoet.

Belangrijke internationale thema’s zijn:

Geweld tegen vrouwen: geweld door mannen verminderen. Gezondheid: seksuele en reproductieve gezondheid van vrouwen bevorderen.Vaderschap: vaderschap training, inclusief beleid voor vaders in diverse instellingen zoals kraamzorg, centra voor jeugd en gezin, huisartsen en verloskundigen. Arbeidsparticipatie van mannen: zorg en huishoudelijk taken, gedeelde verantwoordelijkheden onder mannen en jongens. Jongens: genderbewust opvoeden van jongens stimuleren om stereotype beeldvorming tegen te gaan en probleemgedrag en -gewoonten te voorkomen. Het belang van onderwijs in het bewust maken van gender stereotype gedrag door middel van boeken en ander lesmateriaal.

Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de sociaal-culturele veranderingen, de impact op manne-lijkheid en de gevolgen voor beleid. Waar bijvoorbeeld definities van masculiniteit gebaseerd zijn op ‘kostwinnerschap’ en ‘sterk zijn’ kunnen mannen zich bedreigd voelen door vrouwen die een opleiding gevolgd hebben en zich vervolgens op de arbeidsmarkt richten. Continue sociaaleconomische ontwikkelingen stimuleren veranderingen in ideeën omtrent masculiniteit en relaties tussen mannen en vrouwen onderling. Met name verschillen in omvang, samenstelling en type gezin, oplopende werk-loosheid onder mannen, een toename van de arbeidsparticipatie van vrouwen, en de ontwikkeling van internet (dat een grote rol speelt in het verspreiden van verhalen en beelden van jongeren uit diverse culturen) kunnen leiden tot het doorbreken van traditionele rolpatronen. Geconstateerd wordt dat sommige mannen hier last van hebben8.

8 United Nations, Division for the Advancement of Women, Dept. of Economic and Social Affairs. (2008) Women 2000 and beyond: The Role of Men and Boys in Achieving Gender Equality.

Page 10: Lets talk about you and me

2

In deze veranderende context liggen er mogelijkheden en kansen om het draagvlak onder mannen te vergroten door hen zelf een rol te geven in het emancipatieproces. Hierdoor kunnen zij hun gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen versterken. De maatschappij kan hieraan een bijdrage leveren door allianties, partnerschap, stakeholders te zoeken die dit proces kunnen ondersteunen oftewel het in internationale beleidsdocumenten genoemde framework for action 9 te gaan implementeren.

In dit hoofdstuk hebben wij getracht een beeld te schetsten van respectievelijk het landelijke, het Rotterdamse en het internationale beleid ten aanzien van het mannenemancipatie. Deze schets vormt het kader van de analyse die in het volgende hoofdstuk gepresenteerd wordt.

9 Het framework for action is in de UN Commission on the Status of Women (2004) te lezen

Page 11: Lets talk about you and me

2

Hoofdstuk 2

AnalyseIn dit hoofdstuk worden de verschillende methodieken geanalyseerd aan de hand van een aantal kaders. Ook werden de landelijke emancipatienota en het Rotterdamse emancipatiebeleid bestudeerd. In de loop van onze analyse ontdekten wij twee beleidsprogramma’s die niet onder het mannenemancipatiebeleid vallen maar onder het landelijk gezinsbeleid en het Rotterdamse lokaal onderwijsbeleid. Het betreft de landelijke nota Gezinsbeleid (2008) en de Rotterdamse nota Ouderbetrokkenheid van de afdeling onderwijs van de dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JOS). Omdat deze twee beleidslijnen aanleiding zijn voor nieuwe activiteiten en projecten op het gebied van mannenemancipatie waarop methodieken ontwikkeld zijn, komen ze ook aan de orde in dit verslag.

De kaders

Er zijn vijf kaders aan de hand waarvan de methodieken zijn geanalyseerd. Het eerste kader heeft betrekking op de totstandkoming van de methodiek oftewel de aanleiding tot het ontwikkelen van de methodiek. Hierbij wordt de volgende vraag beantwoord: wat was de aanleiding van de organisatie om de methodiek te ontwikkelen? Het tweede kader geeft inzicht in de organisaties die expliciet vanuit een emancipatiekader werken. In het derde kader wordt aandacht besteed aan de doelgroep waar de methodiek voor bestemd is. Het vierde kader geeft antwoord op de vraag hoe het landelijk emancipatiebeleid op gemeentelijk niveau (Rotterdam) vertaald is en hoe dat door het veld (de Rotterdamse organisaties) uitgevoerd wordt. Tenslotte analyseren wij in het vijfde kader in hoeverre deze activiteiten en projecten een antwoord geven op de problematiek zoals genoemd in de Landelijke Emancipatienota en het Rotterdamse Uitvoeringsprogramma Emancipatie & Sociale Mobiliteit.

2.1 Kader 1 De aanleiding tot de methodiekontwikkeling

In dit kader hebben wij de volgende vraag gesteld: wat was de aanleiding van de organisatie om de methodiek te ontwikkelen? Wij kunnen een aantal criteria onderscheiden van waaruit organisaties hun methodiek ontwikkelen.

Criterium 1: sociaaleconomische achterstand

De aanleiding van veel van de methodieken is dat bepaalde type mannen (zie doelgroepen op pagina 13) buiten de boot vallen in onze maatschappij. Deze mannen kunnen de aansluiting naar werk en vervolgens naar de Nederlandse samenleving en hun gezin moeilijk maken. Het zijn mannen voor wie de eisen van de huidige arbeidsmarkt te hoog zijn.

Page 12: Lets talk about you and me

2

Deze mannen hebben hun traditionele rol als kostwinner verloren. Voor hun gevoel hebben deze mannen weinig te bieden, wat hun zelfvertrouwen ondermijnt. Mannen hebben over het algemeen hun gevoel van eigenwaarde gekoppeld aan werk. Vanuit dit perspectief veroorzaakt het niet hebben van een goed betaalde baan een deuk in het gevoel van mannelijkheid. Mannen voelen zich namelijk financieel verantwoordelijk voor het gezin. Onderzoek uit allerlei landen bevestigt deze wereldwijde trend.10

De methodieken die ontwikkeld zijn naar aanleiding van sociale en economische achterstand richten zich op het weer activeren van deze mannen met als doel participatie in de maatschappij zoals toeleiding naar een vervolgtraject of vrijwilligerswerk maar het liefst naar een betaalde baan. Zie Man Actief en de diverse vadercentra.

Criterium 2: behoeften van vrouwen

Een ander kader van waaruit methodieken tot stand komen wordt gevormd door vrouwen en het gezin. Tijdens taallessen, inburgeringscursussen, activiteiten vanuit ouderkamers op school en in gesprekken met hulpverleners geven vrouwen aan dat hun mannen thuis hun emancipatorische groei verhinderen. Vrouwen geven enerzijds aan dat mannen bepaalde denkbeelden hebben en zijn in hun houding niet meegegroeid met de tijd. Vrouwen vragen organisaties om de informatie die zij krijgen over de Nederlandse maatschappij en opvoedingskennis ook aan mannen door te geven. Op deze manier kunnen zij thuis een dialoog voeren vanuit een gezamenlijke begrippenkader die dediscussie gemakkelijker kan maken. Anderzijds ervaren vrouwen problemen met mannen die positief tegenover de arbeidsparticipatie van hun vrouw staan, die hun eigen rol niet ter discussie openstellen en bijvoorbeeld negatief staan tegenover en gelijke verdeling van arbeids- en zorgtaken. Methodieken die een antwoord geven op deze behoeften van vrouwen zijn indirect verwerkt in trainingen en cursussen voor ouders, dus ook voor vaders. Deze zijn ontwikkeld in het kader van opvoedingsondersteuning, ouderbetrokkenheid en mannen bewust maken van hun rol als opvoeder. Het beleidsprogramma dat deze activiteiten ondersteunt, valt zowel onder onderwijs als onder emancipatiebeleid. De methodieken die betrekking hebben op deze criteria zijn o.a.: Mijn vader is de beste!, Vaders doen mee, Vaders van nu, Vaders aan zet, De kracht van vaders.

Criterium 3: sociale isolatie en een intern gericht netwerk

Deze methodieken zijn ontwikkeld vanuit een groeiende besef dat er een groep mannen is die een tamelijk geïsoleerd leven lijdt. Ze hebben beperkte sociale contacten en hun netwerk reikt niet verder dan hun eigen groep.

10 United Nations, Division for the Advancement of Women, Dept. of Economic and Social Affairs. (2008) The Role of Men and Boys in Achieving Gender Equality: pagina 8

Page 13: Lets talk about you and me

2

Voor deze groep mannen is de aansluiting naar de Nederlandse maatschappij niet altijd mogelijk. Vaak voelen deze mannen zich gediscrimineerd en kunnen zij geen plek veroveren binnen de Nederlandse samenleving. Dit leidt tot het opzoeken van een veilige haven met gelijkgestemden. De methodieken ten behoeve van deze doelgroep richt zich op het stimuleren en motiveren in het aangaan van verbindingen. Een betere verbinding met de Nederlandse samenleving heeft tot gevolg dat deze mannen hun gevoel van eigenwaarde kunnen versterken. De methodieken die betrekking hebben op deze criteria zijn o.a.: Man Actief, Assertiviteit Allochtone Mannen en de Vadercentra.

Criterium 4: het hulpverleningsvraagstuk

Hulpverleners zijn al jaren bezig met vraagstukken over mannen en jongens en met het zoeken naar geschikte methoden in de gezondheidszorg. Door deze behoeften van hulpverleners zijn onderzoeken gedaan naar wat werkt in de contacten en behandelingen van mannelijke klanten. De methodieken die gebruikt worden door hulpverleners geven inzicht in hoe mannen in het leven staan en hoe met mannen gewerkt kan worden. Veel gezondheidsproblemen van mannen zijn direct te herleiden aan hun gezinssituatie, hun rol als vader en hun rol als partner en echtgenoot.

Criterium 5: vanuit het perspectief van de mannen zelf

Organisaties die nadrukkelijk bezig zijn om activiteiten te organiseren vanuit de behoefte van mannen zelf en organisaties waar mannen zelf initiatieven nemen zijn beperkt in aantal. De activiteiten worden niet direct georganiseerd vanuit een beleidskader mannenemancipatie maar vinden meestal plaats in het kader van sociale activering. Eén van deze initiatieven, Vader centrum Adam, werd als ‘good practices’ benoemd in het Pariteia-project Men and women active for gender equality.

Ondanks het feit dat er nog geen duidelijk methodieken ontwikkeld zijn (zowel op landelijk als op lokaal niveau), worden er wel diverse initiatieven vanuit de mannen zelf genomen. Die resulteren in activiteiten verankerd bij een vadercentrum of een mannenplatform.

Criterium 6: onderzoek naar vaderschap

Onderzoeksresultaten van diverse wetenschappers hebben de rol van vaderschap over het maat-schappelijk voetlicht gebracht. Kort samengevat gaat het hier om de impact van de vader op de ontwikkeling van zijn kind(eren). De invloed van de vader is van groot belang voor de ontwikkeling van een kind. Een kind kan zich optimaal ontwikkelen wanneer er een veilige hechtingsrelatie tussen vader en kind bestaat.

Page 14: Lets talk about you and me

2

Bovendien zetten vaders jonge kinderen aan tot autonomie en exploratie, zij hebben een belangrijke rol in de ontwikkeling van de gender-identiteit van hun kind, zij leren kinderen met name fysieke bezigheden en spel en zij zijn tot slot meer prestatiegericht in hun opvattingen over opvoeding11. Verder kan de impact van vaders op hun kinderen op twee manieren onderscheiden worden: direct en indirect. Met directe beïnvloeding wordt het gedrag en houding van de vader naar zijn kind toe bedoeld, bijvoorbeeld wat voor boodschappen hij het kind geeft12. Hoe de band van een kind met zijn of haar vader is, heeft gevolgen voor de lange termijn. Deze vaderband heeft namelijk invloed op de romantische relaties die het kind later, in de adolescentie en wanneer het volwassen is, al dan niet zal hebben. Op de lange termijn heeft de band van het kind met de vader effect op de manier waarop kinderen in de adolescentie met hun leeftijdsgenoten omgaan13. Met indirecte beïnvloeding wordt bedoeld hoe de vader bijvoorbeeld omgaat met zijn vrouw, hoeveel hij verdient en of hij tevreden is met zijn werk.De methodieken die betrekking hebben op deze criteria zijn: die met vaders als hun primaire doelstelling, namelijk Vaders aan zet, Vaders van nu, Vaders doen mee, Trotse vaders, de Kracht van vaders en zoon.

2.2 Kader 2 Visie op emancipatie

Een gerichte en expliciet visie op mannenemancipatie is niet in alle methodieken terug te vinden. Wij constateren dat mannenemancipatie een “bijproduct” is van veel methodieken.

Voor vrouwen zijn de landelijke emancipatiekaders helder; economische zelfstandigheid voert de boventoon. Voor mannen ligt dat anders. Hier komt de nadruk op taakverdeling te liggen en in het bijzonder op de zorg voor kinderen. Hierin moeten mannen een grotere verantwoordelijkheid gaan nemen. De inventarisatie van de methodieken geeft aan dat deze ingang verreweg de meeste populaire is. De focus op het versterken van de rol van de vader is een duidelijk waarneembare trend.

De nadruk op de rol van de man als vader wordt bij sommige organisaties gezien als compensatie voor het verlies van de rol als kostwinner. Bij andere organisaties is men van mening dat een actieve rol van de man als vader de ontwikkeling van het hele gezin bevordert. Vaderschap is dan een sleutel issue geworden om met mannen te kunnen werken.

11 Van Dijken & Tavecchio (1998); Veendrick et al. (2004); Fagot (1995); Rispen et al. (1996); Duindam (1997) (2002)

12 Lamb, 2004;13 Lamb(2004)

Page 15: Lets talk about you and me

2

De ideeën die hieraan ten grondslag liggen, komen overeen met de onderzoeksresultaten over de meerwaarde van een betrokken vader voor het gezin (zie criteria 5 kader 1). Sterker nog, door de betrokkenheid van vaders op de opvoeding wordt er verwacht dat vrouwen meer gaan participeren op de arbeidsmarkt.

Wat namelijk niet in deze methodieken ter sprake komt maar wat wel van belang is volgens des-kundigen, is het feit dat de oud-Hollandse cultuur vrouwen niet stimuleerde om een betaalde baan te ambiëren. Gevolg hiervan is dat de emancipatiegolf in vergelijking met andere landen hier tamelijk laat op gang is gekomen. Tot in de jaren zestig werkten Nederlandse vrouwen amper. Het feit dat vrouwen aan een andere dagindeling toe zijn, heeft invloed op mannen. In het oude emancipatiebeleid van 2006-2010, had het kabinet als doel in 2010 een zorgaandeel van 40% van mannen bewerkstelligd te hebben. Die doelstelling is in het huidige beleid losgelaten. Dit geeft wel aan hoe moeilijk zo’n doel te behalen is. Het werken met vaders biedt wel kansen om inzicht te krijgen in hoe mannen de taken het liefst willen verdelen. Dit betekent dat er onder mannen een potentieel aangeboord kan worden, als wij tenminste weten hoe.

Aan organisaties die ons de methodieken aangereikt hebben, hebben wij de volgende vragen gesteld: In hoeverre is mannenemancipatie ingebed in beleid binnen de organisaties die met mannen werken of willen werken? Wij hebben bij de organisaties geen duidelijke schriftelijk visie kunnen vinden op mannenemancipatie. Op basis van onze analyses kunnen we twee soorten organisaties identificeren:

Type 1 Waar individuele projectmedewerkers signalen en inzichten die verkregen zijn uit concrete projecten vertalen naar activiteiten voor mannen en dan voornamelijk voor vaders.

Type 2 Waar individuen vanuit een bepaald beleidskader een vertaalslag maken naar projecten en activiteiten voor een bepaalde doelgroep. De vraag bij dit type organisatie is: in hoeverre geven deze activiteiten en projecten antwoord op de vraagstelling in de beleidsstukken.

Uit ons onderzoek blijkt dat er organisaties zijn die zich al jaren bezighouden met mannen, namelijk met vaders, maar dat ze zich niet specifieke bezighouden met mannenemancipatie.

2.3. Kader 3 Doelgroepen

In de geïnventariseerde methodieken worden de doelgroepen veelal onderverdeeld in drie categorie-ën. Tevens zijn deze doelgroepen terug te vinden in de landelijke beleidskaders.

1. Turkse en Marokkaanse mannen van de eerste generatie; 2. (Allochtone) Vaders;3. Werkloze mannen en mannen met een taalachterstand (vaker allochtone).

Page 16: Lets talk about you and me

2

Opvallend is dat in een aantal methodieken ouders benoemd worden. De ervaring leert echter dat als ouders als doelgroep benoemd worden, de deelnemers van de activiteiten toch voornamelijk vrouwen zijn. Projecten en activiteiten die specifiek op de emancipatie van mannen gericht zijn, zijn in aantal beperkt.

Daarnaast merkten wij op dat als over mannenemancipatie gesproken wordt, er alleen over een bepaalde doelgroep gesproken wordt. Autochtonen mannen, Afrikanen uit de Diaspora of Chinese mannen worden bijvoorbeeld nauwelijks genoemd. Dezelfde geldt voor hoogopgeleid allochtonen, laagopgeleid autochtonen en autochtonen mannen in het algemeen. Wij vragen ons af of ook deze mannen behoefte hebben aan emancipatie. In het kader bijvoorbeeld van sociale isolement is het wel bewezen dat 26% van Nederlanders, 41% van gescheiden mensen, 12% van laagopgeleid en 47% van weduwen, sociaal geïsoleerde zijn.14 In de verdere analyse van de doelgroep constateren wij dat de doelgroep jongeren amper in beeld komt. Zij zijn vaak niet de primaire doelgroep van organisaties. Wel zijn ouders, vaders en/of moeders in beeld. Dit gebeurt echter niet vanuit het emancipatiebeleid maar vanuit het onderwijsbeleid in het kader van ouderbetrokkenheid en opvoedingsondersteuning. Door middel van het empoweren van vaders wordt bijvoorbeeld beoogd dat de kinderen, voornamelijk jongens, minder traditionele en/of stereotype opvattingen krijgen over de man - vrouw verhoudingen.

2.4 Kader 4 Landelijk en gemeentelijk emancipatiebeleid.

In dit kader gaat het om hoe het landelijk emancipatiebeleid op gemeentelijk niveau (Rotterdam) vertaald is en hoe dat in het veld (door de organisaties) uitgevoerd wordt.

Als het gaat om de link tussen het landelijke en het lokale beleid en de uitvoering door het veld, merken wij drie tendensen op:

1. Mannen worden gezien als ondersteunende factor in de emancipatie van vrouwen;2. De doelgroep is niet gevarieerd van samenstelling maar bestaat grotendeels uit eerste generatie

Turkse en Marokkaanse mannen, allochtone vaders, werkloze mannen en mannen met een taal achterstand.

3. Een expliciete en duidelijk visie op mannenemancipatie ontbreekt.

2.5 Kader 5 De landelijke nota en het Rotterdamse Uitvoeringsprogramma

In dit kader gaat het om in hoeverre de activiteiten en projecten gericht op de emancipatie van man-nen een antwoord geven op de problematiek die genoemd staat in de Landelijke Emancipatienota en het Rotterdamse Uitvoeringsprogramma Emancipatie & Sociale Mobiliteit.

14 R. Hortulanus, A. Machielse & L. Meeuwesen (2003) Sociaal Isolement. Een studie over sociale contacten en sociaal en sociaal isolement in Nederland.

Page 17: Lets talk about you and me

2

Als wij de speerpunten van het landelijk emancipatiebeleid voor mannen en de activiteiten en projecten die wij geïnventariseerd hebben op een rijtje zetten, is onze belangrijkste conclusie dat alleen de speerpunt vadercentra antwoord geeft op de vraag vanuit het landelijk beleid. Als wij kijken naar de overige speerpunten, de projecten en activiteiten die ontwikkeld zijn, geven antwoord op de versterking van de relatie vader- kind en vader- gezin. Het doorbreken van traditionele beroepskeuzes onder jongeren (seksesegregatie), seksuele en relationele vorming van jongens en verlofregelingen aanpassen, hebben wij niet kunnen vinden in de methodiek dat wij hebben geanalyseerd. Wat kan dat betekenen? Volgens Dona Daria en Scala kunnen wij dit op vier manieren interpreteren:

1. Wij missen bepaalde methodieken op de bovengenoemde gebieden.

2. Het kan ook betekenen dat het landelijk beleid niet een adequate weerspiegeling is van de werkelijkheid van professionals. Het werkveld ontwikkelt producten die antwoorden geven op de signalen die zij ontvangen vanuit hun doelgroep.

3. Organisaties zijn nog niet zo ver en hebben hun activiteiten nog niet vertaald naar overdraagbare methodieken. Deze organisaties zijn waarschijnlijk in de fase van kennisvergaring en zijn nog niet in de fase van kennis verspreiding.

4. Organisaties die activiteiten en projecten hebben ontwikkeld, hebben het niet gedaan vanuit een Mannenemancipatiebeleid maar vanuit andere beleidsprogramma’s zoals gezins- en onderwijsbeleid.

Page 18: Lets talk about you and me

2

Hoofdstuk 3

Centrale vragen, conclusies en aanbevelingenIn dit hoofdstuk geven wij antwoord op de centrale vragen die in de inleiding van dit document zijn gesteld. Tevens worden de belangrijkste conclusies en aanbevelingen vermeld.

De centrale vragen luidden:

Wat is mannenemancipatie?Is er een mannenemancipatiebeleid?Indien ja, bevordert het emancipatiebeleid de emancipatie van mannen? Indien ja, hoe komt dit tot uitdrukking en hoe wordt dat uitgevoerd?Wat kunnen wij leren van de bestaande methodieken? Wat zijn de belangrijke conclusies en welke aanbevelingen kunnen we voor de Gemeente Rotterdam formuleren?

Wat is ‘mannenemancipatie’?Op basis van ons onderzoek kunnen we concluderen dat wat benoemd wordt als mannenemancipatie

bestaat uit alle soorten activiteiten en projecten die de ontwikkeling van mannen direct bevordert en

indirect de emancipatie van vrouwen. De initiatieven stimuleren de actieve participatie van mannen in

de samenleving, ze vragen mannen om een betere betrokken rol in het gezin te gaan spelen, ze

bevorderen zelfreflectie op het geleerde gedrag en attitudes en geven inzicht in genderverhoudingen

en hoe je die kan verbeteren.

Mannenemancipatie methodieken zijn gekenmerkt door middel van meer doen elementen zoals sport,

quiz’s, oefeningen en activiteiten, waardoor het niet altijd vanzelfsprekend is dat het over

emancipatorische kwesties gaat. Dit beschouwen wij als een grote kracht van de methodieken

alhoewel dit op

beleidsniveau wel de kaders kan bemoeilijken.

Is er een mannenemancipatiebeleid?Bevordert het huidige emancipatiebeleid de emancipatie van mannen? Indien ja, hoe komt dit tot uitdrukking en hoe wordt dat uitgevoerd?

Op de vraag, is er een mannenemancipatiebeleid, kunnen wij gedeeltelijk met ja beantwoorden. Het landelijk mannenemancipatiebeleid zoals dat nu gepresenteerd wordt, is naar onze mening beperkt.

Page 19: Lets talk about you and me

2

Het gaat slechts over de emancipatie van een beperkte groep mannen waarbij organisaties (b.v. vadercentra) voornamelijk focussen op activiteiten zoals cursussen en trainingen die mannen activeren en toeleiden naar een vervolgtraject als een opleiding, vrijwilligerswerk of een betaalde baan. De andere speerpunten die in het beleid benoemd worden, hebben wij niet direct terug kunnen vinden in de doelstellingen van de methodieken. Aan de andere kant, op lokaal niveau (Rotterdam) is naar onze mening geen direct mannenemancipatiebeleid. Het algemeen lokaal emancipatiebeleid waar mannen benoemd worden, staan de mannen op zich niet centraal maar in het kader van de emancipatie van vrouwen.

Op de vraag of het huidig landelijk emancipatiebeleid de emancipatie van mannen bevordert, zeggen wij enerzijds wel maar anderzijds hebben wij vragen daarover. Ja, omdat er projecten zijn en activiteiten die antwoord geven aan de beleidsvragen, onze vraag is waarom niet alle projecten en activiteiten antwoord geven aan alle speerpunten van het beleid?

Op de vraag op welke manier het landelijk beleid tot uitdrukking komt, is onze antwoord dat de emancipatie als specifieke doel van de methodieken die wij geanalyseerd hebben, weinig voor komt. Veel van de lokale activiteiten dragen wel bij aan de emancipatie van mannen maar zijn niet vanuit een emancipatorisch kader geschreven. Dat geldt meestal voor projecten en activiteiten voor de doelgroep vaders. Vaders worden gestimuleerd om een bijdrage te leveren aan de opvoeding van hun kinderen en worden bewust gemaakt van hun rol als opvoeders en het vervullen van een voorbeeldfunctie voor hun kinderen. Deze initiatieven worden niet uitgevoerd vanuit het mannenemancipatiebeleid maar vanuit een onderwijsbeleid waar de betrokkenheid van ouders centraal staat en in dit geval de betrokkenheid van de vader. Vanuit het emancipatiebeleid is een beperkt aantal organisaties die de laatste jaren bezig zijn met mannenwerk. De tendens is toch methodieken te ontwikkelen voor vaders. Wij geloven dat vanuit het Rotterdamse emancipatiebeleid er nog meer projecten en activiteiten te vinden zijn in het kader van mannenemancipatie. Het punt is dat deze niet allemaal terug te vinden zijn in de methodieken die wij geïnventariseerd hebben.

Initiatieven die komen uit het gezondheidskader staan weer los van emancipatiebeleid voor mannen of onderwijsbeleid. Deze initiatieven uit de gezondheidssector zijn ontstaan vanuit de behoeften van hulpverleners aan een richtlijn in de behandeling van mannen. Desondanks kunnen wij concluderen dat deze initiatieven voldoende informatie geven over wat mannen in hun leven nodig hebben om optimaal in de samenleving te kunnen functioneren. Het gaat namelijk om informatie die direct te maken heeft met het individualiseringsproces van mannen en dat bevordert indirect het welzijn van hun gezin en omgeving.

Wat kunnen wij leren van de bestaande methodieken?

De ervaring leert dat er methodieken zijn die effectief zijn en goed aansluiten op de vraag van de mannen. Dit wordt aantoonbaar gemaakt door het aantal deelnemers aan de activiteit en de

Page 20: Lets talk about you and me

2

aansluiting van het aanbod op de vraag. Er zijn ook methodieken die zich nog in een experimenteel stadium bevinden met afwisselend succes. Deze methodieken bieden nog te weinig of te onduidelijke informatie om te concluderen of ze het gewenste resultaat en effect bereikt hebben.

De conclusie kan getrokken worden dat organisaties die methodieken ontwikkelen, dit los van elkaar doen. Er is geen overleg of afstemming over de methodiek tussen de verschillende organisaties. Methodieken die al jaren in gebruik zijn en hun effect bewezen hebben, zouden naar onze mening, handvatten kunnen bieden voor de ontwikkeling van nieuwe methodieken. Op de vraag waarom organisaties niet op de hoogte zijn van elkaars methodieken zodat ze van elkaars kennis kunnen profiteren, is het antwoord dat er geen duidelijke lijn is op dit thema. Er is geen gezamenlijk beleid tussen de verschillende disciplines welzijn, onderwijs en gezondheid.

Wat zijn de belangrijke conclusies en welke aanbevelingen kunnen we voor de Gemeente Rotterdam formuleren?

Conclusies

In onze zoektocht naar methodieken op het gebied van werken met mannen in het kader van mannen-emancipatie zijn ons een aantal dingen opgevallen. Ten eerste zijn er een aantal platforms en netwerken die bezig zijn op het gebied van mannenemancipatie. Daar zijn echter weinig methodieken terug in te vinden aangezien het hier gaat om de belangen, behoeften en problemen die de mannen zelf ondervinden waarop zij vervolgens zelf een netwerk zoeken of opstarten. Ten tweede zijn er organisaties waar wel methodieken te vinden zijn, deze zijn echter niet in het kader van mannenemancipatie ontwikkeld of in het emancipatiebeleid terug te vinden. Deze methodieken vallen namelijk onder sociale activering en het terugdringen van sociale isolatie. Tot slot zijn er organisaties die al jarenlang bezig zijn met vaders, maar niet vanuit het kader mannenemancipatie maar vanuit ervaringsdeskundigheid of vanuit de pedagogie. In dit geval praten wij over vaderschap. Deze organisaties trainen dus vanuit een andere beleidsperspectief, namelijk onderwijs en opvoeding

Aanbevelingen

Organisaties: denk eens buiten de bestaande kaders om. Er zijn andere partners en instellingen die al verder zijn op dit gebied zodat gebruik gemaakt kan worden van de deskundigheid van deze partners.

Page 21: Lets talk about you and me

2

Beleidsmakers van diverse kaders moeten bij elkaar komen om over beleid op het gebied van mannenemancipatie te praten. Op die wijze komt er een duidelijk beleid tot stand waarin de ondersteuning van mannen tot zijn recht kan komen.

Beleid gericht op mannen moet tot stand komen vanuit het perspectief van mannen zelf. Belangrijk hierin is dat mannen niet als emancipatiemiddel voor de vrouwenemancipatie gezien moet worden. De emancipatie van mannen moet gezien worden als een doel op zich.

Good practises beginnen vanuit het perspectief van gericht zoeken naar projecten en activiteiten waar mannen centraal staan.

De titel van dit project geeft aan wat wij met elkaar moeten doen. Dit is onze belangrijkste aanbeveling gericht aan beleidsmakers en uitvoerders van de velden onderwijs, welzijn, emancipatie, gezondheids-zorg, opvoeding en participatie: Lets’ talk, praat met elkaar, ook over de schutting (lees: de beleids-kaders) heen.

Hoofdstuk 4

Een inventarisatie van diverse methodieken

Titel en organisatieAssertiviteit Allochtone Mannen (2008) Methodiekbeschrijving & handleidingUitvoerende organisatie: ACB Kenniscentrum, Amsterdam

Doelgroep Allochtone mannen, met name Turkse en Marokkaanse. Leeftijd 35 t/m 60 jaar1e generatie met een grote afstand tot de Nederlandse samenleving.

Doelstellingen Assertiviteit en maatschappelijke participatie van allochtone mannen bevorderen.

Methodiek De methodiek bestaat uit; een groepsgerichte training (4 modules); parallel aan de training individuele coaching; nazorg in groepen of individueel.

Gebruikers Uitvoerende organisaties, reguliere instellingen, vrijwilligersorganisaties. Trajecten die gericht zijn op de activering van allochtone mannen.

ResultatenKennis, inzicht en vaardigheden om assertiever in het leven te staan.Vooral reflectie, grenzen stellen, duidelijk aangeven wat ze zelf willen verbeteren. Weten wat de relatie zelf in de omgeving met ze doet.

Succesfactoren Investeer aan het begin van training in het winnen van vertrouwen van de

Page 22: Lets talk about you and me

2

deelnemers. Zorg dat alle betrokken aanwezig zijn op de voorlichtingavond om een eerste bindingsmoment te stimuleren.

Titel en organisatieMannen en intake.Auteur: Jack van der Loo, april 1997 (TransAct). Derde druk 2001.Uitvoerende organisatie: Movisie (TransAct)

Doelgroep Mannen en jongeren

Doelstellingen Mannen en Intake geeft antwoorden op de vraag hoe mannen in het leven staan en hoe de hulpverlening daar meer recht aan kan doen – te beginnen in de intake.

Methodiek

De intake vormt, als eerste kennismaking en als eerste stap in het hulpverleningsproces, een cruciale fase in het contact met cliënten. Een effectieve intake van mannelijke cliënten sluit aan bij de manier waarop mannen hun klachten en problemen beleven en presenteren. Een seksspecifieke benadering waarbij de hulpverlener werkt vanuit een basishouding van erkenning van mannen en mannelijkheid.

Page 23: Lets talk about you and me

2

Gebruikers

Mannen en intake is bedoeld voor intakers in de eerste-, tweede- en derdelijns geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijk dienstverlening. Ook biedt de beschreven seksespecifieke benadering aanknopingspunten voor de eerstelijns somatische zorg.

ResultatenInzicht in ‘typische’ mannenproblemen en- klachten. Mannen en intake geeft aan hoe het werken vanuit een seksespecifieke visie hier concrete aankondigingpunten voor biedt.

Succesfactoren

Mannen en intake biedt inzicht hoe mannen in het leven staan en hoe de hulpverlening daar meer recht aan kan doen, door uit overzicht studies en registratiegegevens de probleemgebieden te destilleren, die juist voor mannen en jongens van belang zijn, en deze te plaatsen in het kader van de sekse- socialisatie.

Titel en organisatie Man Actief.Uitvoerende organisaties: Movisie en Visyon

Doelgroep Allochtone mannen in een kwetsbare positie

Doelstellingen Het sociaal isolement van mannen uit deze doelgroep verminderen, hun zelfrespect te bevorderen en actieve deelname aan de maatschappij te realiseren.

Methodiek

Op basis van 4 pilots15 is een methodiek geschreven. Aan de hand van kernvragen denken mannen na over hun houding en positie in gezin en maatschappij. De methodiek bestaat uit:

een cursus van 10 weken waarin de volgende thema’s aanbod komen: identiteit en cultuur, identiteit en samenleving, man zijn, het gezin, religie, gezondheid en arbeid.WerkbezoekenEen persoonlijk actieplan Een bijeenkomst met vrouwen

Gebruikers Gemeenten, deelgemeenten, gemeentelijke organisaties, lokale welzijnsorganisaties en buurthuizen.

15 De pilots zijn in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht uitgevoerd.

Page 24: Lets talk about you and me

2

Resultaten

50% van de deelnemers stroomde door naar vrijwilligerswerk of een ander vervolgtraject. Mannen werven inzicht in hun rol binnen het gezin en de maatschappij wat leidt tot een positieve attitude- en gedragsverandering.

Succesfactoren

Betrokkenheid van de organisaties in de pilot.Mannen werven door ze persoonlijk aan te spreken in een-op-een gesprekken (ga er niet van uit dat vrouwen hun mannen kunnen motiveren).Voorafgaand aan de cursus een bijeenkomst met de vrouwen/partners organiseren.De uitvoerende organisatie is bekend met de buurt en de doelgroep.Kennis van en ervaring met de sociale kaart.De bijeenkomsten vinden plaats op een toegankelijke locatie.Doorstroom mogelijkheden zijn beschikbaar.Het traject afsluiten met een certificaatuitreiking.

Titel en organisatie Trotse vadersUitvoerende organisaties: Sezer Consult, PBR en Dona Daria.

Doelgroep Vaders met schoolgaande kinderen (basisschool). De vaders uit de doelgroep hebben verschillende culturele achtergronden.

Doelstellingen

Het project streeft ernaar om diverse vaders aan te spreken op hun kwaliteiten als vader vanuit hun culturele achtergrond. Daarom is ernaar gestreefd zoveel mogelijk vaders van diverse etnische afkomst bij dit project te betrekken, inclusief Nederlandse vaders.

Methodiek

In het project Trotse Vaders zijn verschillende elementen samengebracht. Het contact tussen enerzijds ouderconsulenten van verschillende basisscholen en vaders en anderzijds tussen vaders en kinderen onderling is versterkt. Ook zijn de vaders op de basisschool van hun kinderen samengekomen met andere vaders en hebben zij gebrainstormd over activiteiten die zij konden uitvoeren met hun kinderen.

Gebruikers Scholen, (zelf)organisaties

Resultaten Op de basisschool van hun kinderen komen vaders samen met andere vaders en brainstormen ze over activiteiten die zij met hun kinderen kunnen uitvoeren.

Page 25: Lets talk about you and me

2

Succesfactoren Vaders bewust maken van het belang dat ze zelf activiteit organiseren om samen met andere vaders uit te uitvoeren.

Titel en organisatie

Mijn vader is de beste! 16 Uitvoerende organisatie: Dona Daria heeft een aangepaste versie van de familiespelshow “Mijn vader is de beste” gecreëerd voor vaders en kinderen van het voortgezet onderwijs.

Doelgroep Direct: vaders en kinderen van het voortgezet onderwijs.Indirect: onderwijzeres

Doelstellingen Doel van de bijeenkomst is vaders bewust maken van hun rol als opvoeders.

Methodiek

De vaders zijn degenen die het spel spelen, de kinderen assisteren of moedigen aan. Door middel van sportieve oefeningen en inhoudelijke vragen over school, thuis en vrije tijd strijden ze voor de titel Mijn vader is de beste!. De vaders moeten over behoorlijk wat kennis en kracht beschikken om de diverse spelrondes te kunnen winnen. Na vijf enerverende en soms uitputtende rondes wordt er duidelijk wie de sterkste, snelste, slimste en meest dappere vader is. Andere vaders en moeders die aanwezig zijn worden door de vragen indirect bewust gemaakt van hun rol als opvoeders en het belang van ouderbetrokkenheid.

Gebruikers Scholen en organisaties die met vaders werken zoals instellingen op het gebied van sport en recreatie en welzijn.

Resultaten De betrokkenheid van vaders bij de school en opvoeding van hun kinderen is vergroot. Vaders worden zich bewust van hun rol als opvoeder.

Succesfactoren Samenwerking tussen welzijn instanties en scholen.Vaders en kinderen leren elkaar beter kennen door een speelwijze manier.

16 Dit is een nieuwe familiespelshow van de TROS (zaterdag, 19.00, NL3). In elke aflevering gaan vier vaders tot het uiterste zodat hun zoon of dochter na afloop kan zeggen: 'Mijn vader is de beste!'.

Page 26: Lets talk about you and me

2

Titel en organisatie Vader Centrum Uitvoerende organisatie: Vader Centrum Adam

Doelgroep Mannen van alle sociaal-culturele, economisch en religieuze achtergrond.

Doelstellingen

Het fundament is: de kracht van mannen.Het Centrum gaat er van uit dat elke man die daar komt, iets kan. Iedereen neemt een bepaalde ervaring mee uit zijn leven. Die ervaring wordt ingezet. Pijler 1: Iedereen wordt in staat gesteld om mee te denken, mee te beslissen, mee te doen. Iedereen die meedoet, mag ook meedenken en mee beslissen.Pijler 2: Er is een open aanbod wat niet voor jaren vast ligt. Dat betekent dat men heel snel kan inspelen op de behoefte van de doelgroep. Het aanbod kan een breed terrein beslaan.Pijler 3: Coachend vaderschap: vaardigheden aanbieden om dingen samen met de kinderen te doen. Zo wordt ondersteund dat mannen een wezenlijke invulling kunnen geven aan hun vader zijn.Pijler 4: Werk en zorg zichtbaar maken. Om het vadercentrum effectief te laten verlopen, moet er veel zorg worden verricht. Voor elkaar koken, spullen weggeven, activiteiten met kinderen ondernemen, helpen iemands problemen op te lossen, dat is voor elkaar zorgen. In het Vadercentrum kan dit geoefend worden , waarna de nieuwe vaardigheden meegenomen kunnen worden in het dagelijks handelen.

Methodiek Het modelhuis Vadercentrum (de methodiek gesimplificeerd in een huismodel)Het dak: Mannen ondersteunen elkaars leiderschap. Het gaat er niet om je boven de ander op te stellen, maar je open te stellen voor elkaars ervaringen en van daar uit opvattingen en standpunten van een ander leren begrijpen.

Er zitten twee ramen in het huis: het eerste raam was vroeger multiculturaliteit. Dit is in de loop van de tijd diversiteit geworden. Omdat klassen verbinden eigenlijk nog veel interessanter is dan culturen verbinden. De tegenstelling tussen de klassen is soms veel groter dan die tussen een Haagse vrachtwagenchauffeur en een Turkse kassenwerker.

Het tweede raam is: integrale aanpak. Je mag hier zijn met al je aspecten. Je werkaspect, je kinderen, of je zorgen over bijvoorbeeld geld. Op al deze terreinen kunnen er activiteiten worden ondernomen.

De deur is het netwerk: het Vadercentrum werkt samen met veel verschillende

Page 27: Lets talk about you and me

2

organisaties. Dagelijks worden samen met andere instellingen initiatieven genomen op het terrein van leefbaarheid, kunst, veiligheid, voorlichting, onderzoek, educatie, politiek, sport en spel, gezondheid, armoedebestrijding, enz. Op deze wijze wordt het mogelijk gemaakt dat de deelnemers daadwerkelijk maatschappelijk kunnen participeren. De wijkagent, politici, ambtenaren, journalisten, de voorlichtster van de GGD, de wijkpredikant of een theaterregisseur, allemaal dragen ze daadwerkelijk bij aan het proces, dat zich dagelijks in de ontmoetingsruimte afspeelt.

Gebruikers Andere vadercentra

ResultatenMannen ondersteunen elkaars leiderschap. Iedereen wordt in staat gesteld om mee te denken, mee te beslissen, mee te doen. Mannen worden ondersteund om een wezenlijke invulling te kunnen geven aan hun vader zijn.

Succesfactoren

Het Vadercentrum werkt samen met veel verschillende organisaties. Dagelijks worden samen met andere instellingen initiatieven genomen op het terrein van leefbaarheid, kunst, veiligheid, voorlichting, onderzoek, educatie, politiek, sport en spel, gezondheid, armoedebestrijding, enz. Op deze wijze wordt het mogelijk gemaakt, dat de deelnemers daadwerkelijk maatschappelijk kunnen participeren. De wijkagent, politici, ambtenaren, journalisten, de voorlichtster van de GGD, de wijkpredikant of een theaterregisseur, allemaal dragen ze daadwerkelijk bij aan het proces, dat zich dagelijks in de ontmoetingsruimte afspeelt.

Titel en organisatie De kracht van vaders en zonenUitvoerende organisatie: Stichting de Meeuw

Doelgroep Islamitische vaders met zonen in de leeftijd van 10 tot 14 jaar.

DoelstellingenDe leefwereld van vaders en zonen dichter bij elkaar brengen en de onderlinge verbondenheid vergroten. Door vaders en zonen te stimuleren met elkaar in gesprek te gaan en dingen met elkaar te doen

Methodiek 5 à 7 bijeenkomsten, afhankelijk van de groep en het programma. Enkele bijeen-komsten zijn alleen voor vaders, enkele alleen voor zonen en enkele zijn gezamenlijk. Werkvormen zijn gericht op doen en minder op informeren.

Gebruikers Zelforganisaties

Page 28: Lets talk about you and me

2

Resultaten

De vaders kunnen meer met hun kinderen doen. Ze zijn in staat de communicatie met hun kind in de overgangsfase van de basis naar de middelbare school te verbeteren. Zowel vader als zoon weet waarom de communicatie soms stokt en hoe ermee om te gaan.

Succesfactoren

Integrale aanpak waarbij vaders en zonen samen leren met elkaar te communiceren. Praktische opdrachten worden samen uitgevoerd. Deze insteek is laagdrempelig en niet bedreigend en in het bijzonder geschikt is voor migrantenorganisaties. Uitgangspunt is een positieve benadering van opvoeden (hoe doe jij dat nou?) in plaats van uit te gaan van problemen of te moraliseren. Kwaliteit van de begeleiding door te werken aan veiligheid in de groep en een open sfeer waarin iedereen wordt uitgenodigd mee te doen. (Inter)actieve activiteiten en creatieve werkvormen die leuk en aantrekkelijk zijn.

Titel en organisatie Vaders aan zetUitvoerende organisatie: Stichting de Meeuw

Doelgroep Vaders

Doelstellingen Vaders meer betrekken bij de opvoeding van hun kinderen

Methodiek

Vier bijeenkomsten voor vaders over opvoeden. De thema’s: wat voor opvoeder ben ik, tijd voor mijn kind, communiceren met mijn kind, leiding geven aan mijn kind. Tijdens elke bijeenkomst voeren vaders opdrachten uit en is er ruimte voor het uitwisselen van ervaringen. Vaders krijgen suggesties voor praten en spelen met hun kind. Na afloop krijgt men informatie mee naar huis.

Gebruikers Groepen vaders, zelforganisaties en scholen

Resultaten

Aanleren en toepassen van het 3-S communicatie model, opvoedvaardigheden aanpassen op de leeftijdsfasen van de kind(eren). Mannen werven inzicht in hun rol binnen het gezin en de maatschappij die leidt tot positieve attitude- en gedragsverandering.

Succesfactoren

Positieve benadering van opvoeden. Deze insteek is laagdrempelig en niet bedreigend, en in het bijzonder geschikt is voor migrantenorganisaties.Aandacht voor en investeren in contact met ouders.Kwaliteit van de begeleiding, door te werken aan veiligheid in de groep en een open sfeer waarin iedereen wordt uitgenodigd mee te doen. (Inter)actieve activiteiten en creatieve werkvormen, die leuk en aantrekkelijk zijn.

Page 29: Lets talk about you and me

2

Titel en organisatie Vaders doen meeUitvoerende organisatie: Scala

Doelgroep Vaders uit verschillende culturen met een (klein)zoon in leeftijd van 6 tot 13 jaar. Mannen die vader (willen) worden.

Doelstellingen

Bewustwording van mannen over hoe belangrijk hun rol als vader in de opvoeding van hun zonen is.Het op gang brengen van een dialoog tussen verschillende bevolkingsgroepen.Actieve participatie van vaders in de opvoeding en in maatschappelijke instellingen, zoals oudercommissies.Het inzicht bij vaders in verschillen en overeenkomsten van opvoedingsstijlen en culturen vergroten.

Methodiek

Een cursus bestaande uit drie bijeenkomsten: 1. inventarisatie visies over opvoeden met aandacht voor thuissituatie, wie

voedt op, rol vader, verwachtingen omgevingen en cultuuraspecten vergelijken van verschillende cultuurvisies over opvoeden in een interactieve discussie

2. straffen & belonen, behandeling van praktische casussen3. gastspreker over het 4-S model, een communicatiemodel17 in subgroepen

voortzetting bespreking van de begrippen uit het 4-S model. Er wordt in subgroepen en plenair gewerkt.

Gebruikers Organisaties, instellingen, zelforganisaties, scholen, buurthuizen,

ResultatenMannen verwerven inzicht in het belang van hun rol binnen het gezin en de maatschappij. Dit inzicht leidt tot positieve attitude- en gedragsverandering. Vaders leren de opgedane opvoedvaardigheden in de praktijk toe te passen.

17 Steunen van een initiatief van de zoon, Samenwerken bij activiteiten van de zoon, Sturen van gewenst gedrag en houding in contact met anderen, zoals school en vereniging en Stimuleren van zelfinitiatief en zelfstandigheid

Page 30: Lets talk about you and me

2

Succesfactoren

Investeren in het ‘binnenhalen’ van vaders. Door het vooruitzicht van een bios-coopbon voor vader en zoon is deelname aan de cursus aantrekkelijk gemaakt. Voor enkele vaders was dit de reden om mee te doen. Zoek persoonlijk contact met vaders voor deelname. Bel vaders die zich hebben opgegeven maar niet aanwezig zijn om hen te stimuleren de volgende bijeenkomst alsnog te komen.Praktische cursus, de casussen zijn praktisch.Het 4-S model slaat goed aan bij de vaders en is in alle casussen toegepast. De trainer is een rolmodel waar vaders zich in kunnen herkennen bij voorkeur van soortgelijke culturele achtergrond.

Titel en organisatie Vaders van nuUitvoerende organisatie: Scala en Context

Doelgroep Vaders, aantaande vaders, opa’s en ooms.

Doelstellingen

Bevorderen van mannenemancipatie en -participatie.Bewustwording van de rol van mannen in de maatschappijBewustwording van mannen in hun rol als man en vader.Vergroten van de weerbaarheid en assertiviteit van mannen

Methodiek

Vaders van Nu is een uitwerking van Vaders doen mee. Het traject bestaat uit maximaal tien bijeenkomsten. De eerste drie bijeenkomsten staan in het teken van kennismaking, vertrouwen opbouwen en mannen erbij krijgen. Daarna is er aandacht voor praktische casussen. Als stimulans krijgen vaders na deze drie bijeenkomsten een bioscoopbon om met hun kind naar de bioscoop te gaan.

De overige bijeenkomsten staan in het teken van verdieping. Daarin komen onderwerpen zoals weerbaarheid, assertiviteit en de kwaliteiten van mannen aan bod. De uitwerking hiervan is afhankelijk van de behoeften die in de eerste bijeenkomsten naar voren komen.

Gebruikers Instellingen, organisaties, scholen.

Resultaten

Mannen besteden meer tijd aan het huishouden. Mannen nemen de zorg voor hun kinderen actiever op. Ze zijn bewust geworden van hun rol als rolmodel en handelen daarna. De mannen zorgen beter voor zichzelf door meer aan sport en ontspanning te doen. Mannen leren assertief te zijn en grenzen stellen.

Succesfactoren Werving is een onderdeel van de methodiek, waar net zo veel (of zelfs meer tijd)

Page 31: Lets talk about you and me

2

in zit dan in de uitvoering van de bijeenkomsten zelf. Neem ruim de tijd om te werven. Maak bij de werving gebruik van een breed netwerk, zoals sleutelfiguren binnen scholen en moskeeën.

Geef persoonlijke informatie over het project. Zoek een locatie die neutraal en laagdrempelig is. Houd bij het vaststellen van het tijdstip van de bijeenkomsten rekening met het leefpatroon van de vaders. Gebruik bij een wervingstekst positieve bewoordingen, benadruk de positieve kanten van het vaderschap en hanteer een kort en krachtig taalgebruik. Zoek trainers die wat (culturele) achtergrond betreft aansluiten bij de doelgroep. Geef vaders de ruimte om in eerste instantie te klagen over wat niet goed is/gaat. Zij hebben hier behoefte aan en het is nodig om hun bij de groep te houden.

Begin pas als er een groep van minimaal twaalf vaders is, een grote groep (bij voorkeur 20 deelnemers) geeft veel enthousiasme.

Stel een beloning in voor positief gedrag en stel die ter beschikking aan de deelnemers die alle bijeenkomsten bijwonen. Deze beloning kan bestaan uit een bioscoopbon of iets anders waarmee de vaders samen met hun kinderen iets kunnen ondernemen.

Titel en organisatie Mannen hogeropUitvoerende organisatie: Impulse, Amsterdam

Doelgroep Mannen die verder willen komen in hun leven maar hier zelf geen mogelijkheden voor zien en het gevoel hebben dat ze vastlopen.

Doelstellingen

Emancipatie van mannen. Indirect komt ook het versterken van de vaderrol van mannen aan bod.Mannen ondersteunen om hogerop te komen.Het stimuleren van een nieuwe manier van denken, waardoor mannen zich bewust zijn van hun wensen en mogelijkheden.

Page 32: Lets talk about you and me

2

Methodiek

Mannen hogerop is een individueel traject voor mannen. Het begint met een uitgebreide intake met daarin aandacht voor alle levens-gebieden (zoals wonen, werk, financiën en familie/gezin). In de intake wordt gekeken wat de vraag van de man is en wat nodig is om dat te bereiken. Vervolgens vindt gedurende drie maanden een training plaats. In verschillende bijeenkomsten komen onder andere aan bod: bewustwording: (wie ben ik/wat wil ik/wat kan ik?), grenzen aangeven, jezelf presenteren, instanties bellen.

Afhankelijk van de vraag van mannen kunnen zij de bijeenkomsten volgen die voor hen relevant zijn. In de praktijk blijkt dat de mannen de gehele training willen volgen.

Gebruikers Individuele mannen.

ResultatenMannen in dit traject kunnen ingezet worden als vrijwilliger, bijvoorbeeld binnen een mannencentrum. De mannen hebben een groter vertrouwen in hun eigen kwaliteiten.

Succesfactoren

Het is individueel traject dat mogelijkheden op maat zoekt. Er wordt uitgebreid ingegaan op wat mannen willen en nodig hebben. Mannen worden na afloop niet ineens ’los’ gelaten. Voor die mannen die dat nog nodig hebben, wordt naar een alternatief gezocht. De individuele begeleiding wordt gegeven door een man. Deze komt zelf uit de doelgroep en fungeert daardoor als rolmodel voor de mannen. Hij kan mannen aanspreken op basis van eigen ervaring en bereikt daardoor dingen die anders die niet bereikt zouden worden. Naast de training wordt individuele begeleiding aangeboden.

Titel en organisatie VaderweekUitvoerende organisatie: Stichting de Meeuw

Doelgroep

Primaire doelgroep: organisaties in Rotterdam die werken met ouders in het algemeen (en vaders in het bijzonder), zoals scholen, peuterspeelzalen, migrantenorganisaties, kinderdagverblijven, welzijnsorganisaties.Secundaire doelgroep: ouders (zowel vaders als moeders).

Doelstellingen Aandacht voor vaders vragen. Benadrukken van het belang van de rol van vaders in de opvoeding

Methodiek De Meeuw is de aanjager en initiator van de Vaderweek. In de periode

Page 33: Lets talk about you and me

2

voorafgaand aan de Vaderweek benadert De Meeuw circa 350 organisaties in Rotterdam om hen te informeren over de Vaderweek en op te roepen hier aandacht aan te besteden. De Meeuw draagt ideeën voor activiteiten aan en kan adviseren bij de opzet van activiteiten. De Meeuw geeft via een vadermanifestatie stedelijke bekendheid aan de Vaderweek. In die manifestatie vinden presentaties en workshops over het thema vaders plaats. De Meeuw organiseert deze manifestatie samen met andere organisaties in Rotterdam.

Gebruikers Gemeenten en instellingen

Resultaten

Gedurende de vaderweek organiseren deelnemende organisaties activiteiten voor vaders en moeders. Voorbeelden zijn: knutselen met vaders en zonen (familiewapen of schilden tekenen), een speurtocht voor vaders en zonen in de wijk, een voetbalwedstrijd met vaders en zonen of bijeenkomsten voor vaders en moeders op school.

Succesfactoren Het succes blijkt uit de deelname van een groot aantal instellingen en dat al zeven jaar lang.

Titel en organisatie Vader CentrumUitvoerende organisatie: VMC-Zuidwest, Vader-moedercentrum

Doelgroep Vaders

DoelstellingenMensen dichter bij elkaar brengen en ervaringen uit wisselen. Ze een kans op de arbeidsmarkt bieden door ze te helpen met bijvoorbeeld sollicitaties en vragen over belastingen.

Methodiek

De activiteiten in het vadercentrum worden georganiseerd door en voor mannen zelf. Denk daarbij aan begeleiding bij het vinden van werk, gezondheidsvoorlichting, themamiddagen, speelgoed uitleen, kinderoppas, sportactiviteiten, vader-kind zwemmen en de weggeefwinkel. Verder krijgen de bezoekers trainingen gericht op het versterken van eigen kwaliteiten en vaardighedenzoals computercursussen, opvoedingsondersteuning en taallessen.

Gebruikers Andere vadercentra

Page 34: Lets talk about you and me

2

Resultaten

Mannen krijgen meer zelfvertrouwen door het organiseren van allerleiactiviteiten. Ze maken planningen, verzorgen workshops en organiseren vergaderingen. In het centrum doen ze werkervaring en vaardigheden op. Zo leren ze samenwerken in teamverband en zorgtaken en verantwoordelijkheden met elkaar te delen. Daarnaast wordt er gewerkt aan het verbeteren van de eigen sociale en economische positie.

SuccesfactorenHet centrum levert een directe bijdrage aan de versterking van de socialesamenhang in de buurt. Bijvoorbeeld de versterking van de multiculturele contacten door ontmoeting en de samenwerking tussen verschillende culturen.

Vader CentrumUitvoerende organisatie: Vader centrum AtlasAmersfoort

Doelgroep Vaders

Doelstellingen

Vadercentrum Atlas Amersfoort richt zich op de emancipatie van mannen. Het is een centrum waar vaders van alle leeftijden, culturen en achtergronden elkaar kunnen ontmoeten. Het is een plek om te ontspannen en vooral een plek om aan de slag te gaan.

MethodiekAllerlei activiteiten zijn er te doen waar mannen zich zelf sterker door maken. Dat is de kracht van het Vadercentrum: mee denken, mee beslissen en mee doen. Voor en door mannen.

Gebruikers Andere vadercentra

ResultatenDit centrum is nog maar net begonnen waardoor er nog geen echte resultaatmeting heeft plaatsgevonden. Wel is merkbaar dat de mannen het fijn vinden om bij elkaar te komen.

Succesfactoren Nog niet echt van toepassing.

Page 35: Lets talk about you and me

2

Titel en organisatie Vader CentrumUitvoerende organisatie: Man–kindcentrum Amersfoort

Doelgroep Vaders

Doelstellingen

De stichting Man-kindcentrum houdt zich bezig met alles dat te maken heeft met het vaderschap en opvoeding voor alle nationaliteiten. Het is een brede organisatie die gespecialiseerd is in emancipatie en integratie. Het adviseert onder andere reguliere hulpverleningsinstellingen in hoe om te gaan met opgroeiende kinderen en het vaderschap. Belangrijk is het vergroten van het maatschappelijk draagvlak voor het gelijkwaardig ouderschap.

Methodiek

Het vaderkenniscentrum richt zich op het ontsluiten van informatie en kennis. Het gaat daarbij om de kennis die noodzakelijk is om de rol van mannen en vaders bij de opvoeding van kinderen op de juiste waarde te schatten. Tevens richt het vaderkenniscentrum zich op het onderwijs. Dit dient met overheidsbeleid ondersteund te worden op een wijze die aan de inzet, betrokkenheid en gelijkwaardigheid van vaders recht doet.

Gebruikers Andere vadercentra

Resultaten

Het centrum is zeer gefocust op het feit dat mannen meer met hun kinderen moeten kunnen doen en zet zich daarvoor in om dat te kunnen bereiken. Activiteiten worden voor mannen en vrouwen georganiseerd en daarbij probeert men proberen vrouwen meer bewust te maken van de rol van de mannen.

SuccesfactorenStreven naar meer gelijkheid voor mannen is de drijfveer. Dit word dan ook sterk als een factor gezien voor het succes dat zij nu hebben. Veel mannen die bij de organisatie aanschuiven voelen zich begrepen.

Titel en organisatie Vader CentrumUitvoerende organisatie: Vadercentrum Roermond

Doelgroep Vaders

Doelstellingen Het Vadercentrum gaat uit van de kracht van de mannen. Elke man die binnenstapt, wordt gezien als deskundige. Deze deskundigheid kan hij inzetten voor anderen en hij kan profiteren van wat andere mannen te bieden hebben.

Hierbij gaat men uit van een filosofie die te vergelijken is met een huis met vier

Page 36: Lets talk about you and me

2

pijlers. Deze pijlers ondersteunen het huis en vormen het fundament voor het gebouw. De inhoud van deze pijlers moet gerelateerd zijn aan de behoeftes, mogelijkheden en persoonlijke ontwikkeling van de mannen. (zie voor de pijlers ook Vadercentrum Adam)

Methodiek

Het SVR is van en voor mannen/vaders, die er werken of op bezoek komen. Het biedt mannen respect, ontmoeting, vriendschap, steun, een luisterend oor, uitdagingen om zich in te zetten en om te leren. Het is er gezellig. Op het SVR biedt men mannen de gelegenheid om nieuwe vaardigheden te ontdekken en te leren. Zo kunnen de mannen bijvoorbeeld leren koken, hulp bij en informatie over het opvoeden van kinderen krijgen, leren omgaan met e-mail en internet of wellicht een nieuwe hobby ontdekken.

Gebruikers Andere vadercentra

Resultaten Geen informatie beschikbaar

Succesfactoren Geen informatie beschikbaar

Titel en organisatieMannencentrum Uitvoerende organisatie: Stichting Impuls samen met wooncorporatie Ymere

Doelgroep Mannen vanaf 18 jaar

Doelstellingen

Bewustwording van mannen van het feit dat zij deel uitmaken van de maatschappijBevorderen van ontwikkeling en participatie van mannen aan de maatschappij op diverse terreinen, zoals werk, gezin, sociaal netwerk, wijk. Het doel van het mannencentrum komt deels overeen met Mannen hogerop. Het verschil is echter dat Mannen hogerop een individueel traject is en het mannencentrum groepsgericht.

Methodiek

Het SVR is van en voor mannen/vaders, die er werken of op bezoek komen. Het biedt mannen respect, ontmoeting, vriendschap, steun, een luisterend oor, uitdagingen om zich in te zetten en om te leren. Het is er gezellig. Op het SVR bieden we mannen de gelegenheid om nieuwe vaardigheden te ontdekken en te leren.

Zo kunnen de mannen bijvoorbeeld leren koken, hulp bij en informatie over het opvoeden van kinderen krijgen, leren omgaan met e-mail en internet of wellicht

Page 37: Lets talk about you and me

2

een nieuwe hobby ontdekken.

Gebruikers Andere vader- en mannencentra

Resultaten Geen informatie beschikbaar

Succesfactoren Geen informatie beschikbaar

Titel en organisatie Taalbal Uitvoerende organisatie: Stichting Doen Doet

Doelgroep Allochtone mannen vanaf 18 jaar met weinig kennis van de Nederlandse taal.

Doelstellingen

Nederlands durven spreken en ervoor zorgen dat de cursisten ook na het Taalbaltraject Nederlands blijven spreken.Beter Nederlands leren spreken. Participatie en emancipatie. Lichamelijke gezondheid bevorderen.

Methodiek

Een cursus Taalbal bestaat uit 10 lessen. Elke les behandelt een praktisch onderwerp. Een Taalballes bestaat uit twee delen: theorie en praktijk: Het praktische deel van Taalbal bestaat uit voetbaltraining en een korte wedstrijd. Bij iedere beweging roepen de cursisten een Nederlands woord uit het theoretische deel van de cursus. Op deze wijze ontstaan combinaties van bewegingen en woorden die steeds herhaald worden. Zo leren cursisten per les 8 à 10 Nederlandse woorden. De lichamelijke activiteit maakt het mogelijk langer op een woord te focussen. Tijdens de Taalballessen worden alledaagse problemen besproken. De docent stimuleert de cursisten om zelf oplossingen aan te dragen. In het kader van emancipatie worden onder andere de volgende thema’s besproken: Zorg taken thuis, de taakverdeling Opvoedtaken en omgang kinderen

Gebruikers Individuele mannen, groepen, zelforganisaties

Page 38: Lets talk about you and me

2

Resultaten

Mannen beseffen dat het niet raar is om hun eigen deel in de huishouding te nemen en dat ze daarmee hun vrouw een groot plezier doen. De mannen realiseren dat zij een rol hebben in het actieve opvoeden van hun kinderen. Daarnaast leren zij dat ze prima kunnen organiseren en geen afwachtende houding aan hoeven te nemen als ze iets willen. Tenslotte is er een verbetering in de Nederlands taal te zien.

Succesfactoren

Het leren van bepaalde vaardigheden combineren met voetbaltraining, dit maakt het leren sneller en leuker. Bijkomend voordeel is de gezonde lichaamsbeweging. Taalbal versterkt de taalvaardigheid en stimuleert maatschappelijke participatie en emancipatie.

Page 39: Lets talk about you and me

2

Bijlage I

Projecten, activiteiten, trainingen en cursussen die door Scala

en Dona Daria ontwikkeld zijn

Projecten Scala in het kader van mannenemancipatie Papa Consult

Rotterdamse vaders: 010 openhartige gesprekken

Tienervaders! Een vergeten groep

Mannen in de Spotlight i.s.m. PBR

Trainingen Scala in het kader van mannenemancipatie Vaders doen mee

Vaders van nu

Respect man !

Arbeid en Zorg: kun je combineren

Projecten Dona Daria in het kader van mannenemancipatie Mijn vader is de beste!

Trotse vaders i.s.m. Sezer Consult en PBR

Man actief i.s.m. Sezer Consult

Mudawwanah voor Turks en Marokkaanse mannen i.s.m. landelijk werkgroep Mudawwanah

Vadercentrum i.s.m. Melanchthon College (i.v.)

Trainingen Dona Daria in het kader van mannenemancipatie

Page 40: Lets talk about you and me

2

Omgaan met pubers

Gender bewust opvoeden

Eergerelateerd geweld voor mannen

Vaders begeleiden hun kinderen op school

Betrokken vaders op school

Bijlage II

Netwerken en platforms ten behoeve van mannenemancipatie

Het Mannen Platform Delfshaven,

De Keukentafel www.kitchentable.nl Vitamine V http://vitaminevader.wordpress.com/about/

Platform Mannen en Emancipatie

E-Team Rotterdam

www.menengage.org

Stichting Huismannen www.huismannen.nl

Linkedin groep: Mannenemancipatie nieuwe stijl

Page 41: Lets talk about you and me

2

Bijlage III

Organisaties die met mannen werken

St. de Meeuw, Rotterdam

St. Cleopatria, Rotterdam

Platform Buitenlanders Rijnmond, Rotterdam

Context, centrum voor GGZ preventie, Rotterdam

Sezer Consult, Rotterdam

Movisie, centrum voor kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling, Utrecht

E-quality, kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit, Den Haag

Enzovoort, expertisecentrum voor innovatie en emancipatie, Arnhem

Welzijnsorganisatie Impuls, Steunpunt Steunmannen, Amsterdam

St. Doen Doet, Amsterdam

St. Jarabee, Hengelo

St. Vrouwenfederatie Milli Görüs, Amsterdam

St. Welstede, Ede

St. Cumulus, Utrecht

St. Emanuel, Rotterdam

JSO Gouda, Gouda

Man–kind–centrum Amersfoort, Amersfoort

Vader Centrum Adam, Den Haag

Vadercentrum Roermond, Roermond

Vader centrum Atlas Amersfoort, Amersfoort

Vader-moedercentrum VMC-Zuidwest, Den Haag

Vadercentrum Haarlem, Haarlem

Vadercentrum Utrecht, Utrecht

Vadercentrum Dharma, Zaandam

Vadercentrum Virtus, Amsterdam

Page 42: Lets talk about you and me

2

Bijlage IV

Literatuurlijst

Rode, A, Reijnen, A (2004) Emancipatiemonitor Rotterdam 2004, Rotterdam: Centrum voor

Onderzoek en Statistiek

Emancipatieweb (2006), Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

http://www.emancipatieweb.nl/home, verkregen op 24 oktober

Merens, A, Hermans, B (2009) Emancipatiemonitor 2008, Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau &

Centraal Bureau voor de Statistiek

United Nations, Division for the Advancement of Women, Dept. of Economic and Social Affairs. (2008)

women 2000 and beyond: The Role of Men and Boys in Achieving Gender Equality, UN Publications,

New York

Gemeente Rotterdam (2008) ‘V/M Vooruit’: Uitvoeringsprogramma Emancipatie en Sociale Mobiliteit,

2006-2010

Min. van Sozawe, Meerjarenbeleidsplan Emancipatie 2006-20010 ()

Min. van OCW, Meer Kansen voor Vrouwen, Emancipatiebeleid 2008-2011 (2007)

Tijdschrift voor Genderstudies 2, jaargang 10 (2007) Meer emancipatie? Nederlands uitgeversbond

R. Hortulanus, A. Machielse & L. Meeuwesen (2003) Sociaal Isolement. Een studie over sociale

contacten en sociaal en sociaal isolement in Nederland.

M. Talib, (2010) Vaders betrekken: een wens of een noodzaak? Een onderzoek naar de activiteiten

van Stichting de Meeuw rondom vaderbetrokkenheid. Master Pedagogiek/Urban education