Lading zekeren
1
Lading zekeren
Lading zekeren
2
Dagindeling
Welkom op de nascholing Code95
Theorie 1 t/m 8………………3uur Pauze Theorie 9 t/m 14……………3 uur Theorie oefentoets…..…….1/2 uur
Praktijkoefening……..……..1/2 uur
Lading zekeren
3
Leerdoelen;
Uitleg geven over de krachten die ontstaan tijdens rijden met een vrachtauto. (kennisdoel)
Uitleg geven over de technische gegevens van het voertuig of de voertuigen die vermeld staan op het kentekenbewijs deel 1A, zoals het ledig gewicht, het laadvermogen en het toegestaan maximummassa. (kennisdoel)
Aangeven op welke wijze de lading moet worden geladen, zodanig dat het geen overbelading ontstaat tijdens het vervoer. (vaardigheidsdoel)
Berekenen welk krachten ontstaan tijdens het optrekken, het afremmen of het nemen van een bocht. (kennisdoel)
Lading zekeren
4
Leerdoelen;
Aangeven op welke wijze de lading moet worden gezekerd, rekening houdend met de krachten die ontstaan tijdens het vervoer. (vaardigheidsdoel)
Heeft voldoende kennis over de zekeringsmiddelen die hem ter beschikking staan. (kennisdoel)
Kan berekenen hoeveel zekeringsmiddelen nodig zijn tijdens het vervoer om de lading zonder enig risico te vervoeren.(kennisdoel)
Aangeven welke zekeringsmiddelen mogen worden gebruikt om hiermee ladingzekering te mogen toepassen. (vaardigheidsdoel)
Uitleg geven over de informatie die terug te vinden is op de labels van de zekeringsmiddelen.
Lading zekeren
5
Leer onderdelen;
1. De krachten tijdens het rijden
2. Strafrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
3. Civielrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
4. Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren
5. Waarom lading zekeren
6. Wrijvingscoëfficiënt
7. Gewichtsverdeling
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
9. Sjorpunten aan voertuigen
10. Spanbanden
11. Spankettingen
12. Methodes van zekeren
13. Vormen van lading zekeren
14. Voor u gaat laden
Lading zekeren
6
Voorwoord;
De groeiende complexiteit van het nationale en internationale verkeer
stelt hoge eisen aan de vakbekwaamheid van vrachtautochauffeurs.
Het kwaliteitsniveau van chauffeurs is niet alleen van groot belang voor de verkeersveiligheid, maar ook voor de concurrentiepositie van het bedrijfsleven en van vervoersondernemingen.
Lading zekeren
7
Hoofdstuk 1
De krachten tijdens het rijden
Lading zekeren
8
1. De krachten tijdens het rijden
Tijdens het rijden krijgt u te maken met een aantal krachten
Zijwaartse kracht
Voorwaartse krachtOp-en-neergaande kracht
Zijwaartse kracht
Lading zekeren
9
1. De krachten tijdens het rijden
Voorwaartse kracht
=
Flink moet remmen omdat de verkeerssituatie dit nodig maakt
Lading zekeren
10
1. De krachten tijdens het rijden
Zijwaartse kracht (ook wel centrifugaal kracht genoemd)
=
Een bocht met te hoge snelheid in gaat
Lading zekeren
11
1. De krachten tijdens het rijden
Op-en-neergaande kracht (ook wel dansen van de lading genoemd)
=
Hoogte verschil in het wegdek
Lading zekeren
12
1. De krachten tijdens het rijden
Uit onderzoek blijkt dat zo’n 70% van het transport niet of nauwelijks gezekerd is.
Lading zekeren
13
Hoofdstuk 2
Strafrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
Lading zekeren
14
2. Strafrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
De wettelijke voorschriften zijn vastgelegd in de Wegenverkeerswet van 1994 en de Regeling voertuigen
Lading zekeren
15
2. Strafrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
Kapstokartikel
=
Iedereen die betrokken is bij de ontstane onveilige risicovolle
situatie
Lading zekeren
16
2. Strafrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
Aansprakelijkheid
=
Een ieder kan aansprakelijk gesteld worden
Lading zekeren
17
2. Strafrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
Regeling voertuigen
=
Als niet voldaan wordt aan de eisen van het gebruik van het voertuig
Lading zekeren
18
Hoofdstuk 3
Civielrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
Lading zekeren
19
3. Civielrechtelijke voorschriften inzake lading zekeren
Op het moment dat een afzender een lading wil laten vervoeren naar de geadresseerde.
Op dat moment zijn de Algemene Vervoercondities 2002 (AVC) van toepassing op het binnenlands beroepsvervoer.
Het Burgerlijk Wetboek is onder meer van toepassing op het moment dat partijen met elkaar een overeenkomst aangaan.
Lading zekeren
20
Hoofdstuk 4
Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren
Lading zekeren
21
4. Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren
In de vervoerovereenkomst, hetgeen een civielrechtelijke aangelegenheid is, hebben dus zowel de afzender als de vervoerder een verantwoordelijkheid in het lading zekeren en de goede uitvoering van het transport.
Lading zekeren
22
4. Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren
De afzender is; verantwoordelijk voor het zekeren van de lading. is verplicht om de vrachtauto te laden, te stuwen en te
lossen. De eindverantwoordelijke ook bij uitbesteding.
Lading zekeren
23
4. Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren
De chauffeur, ‘centrale punt’;
De chauffeur heeft een aantal verplichtingen tijdens het transport, ook al heeft hij deze lading niet zelf geladen.
1. voor aanvang van het transport zelf controleert;
2. voordat hij wegrijdt, controleert of de lading goed
verdeeld is over de laadvloer, zodat er geen
overschrijding van de aslasten ontstaat.
3. controleert onderweg voorts regelmatig of de
lading nog steeds goed vaststaat.
4. rijstijl, de chauffeur moet zelf begrijpen dat een
zware lading bij het remmen de neiging heeft om
door te gaan.
Lading zekeren
24
4. Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren
Zijn de laadruimtes reeds gesloten om de lading te inspecteren en is de afzender niet bereid om de laadruimte weer te openen, dat is het zeer verstandig om op de vrachtbrief
te vermelden dat hij de lading niet heeft kunnen controleren.
U tekent dan ‘onder voorbehoud’ met de vermelding van de afwijking.
Laat ook de afzender zijn naam vermelden en ondertekenen,
ten teken dat hij dit bevestigd.
Lading zekeren
25
4. Wie is nu verantwoordelijk voor lading zekeren
De vervoerder / werkgever
De vervoerder heeft ondermeer de taak om de werknemers te instrueren in de uitvoering van hun werkzaamheden.
Dit staat vermeld in de Arbeidsomstandighedenwet.
Lading zekeren
26
Hoofdstuk 5
Waarom lading zekeren?
Lading zekeren
27
5. Waarom lading zekeren?
Lading zekeren moet worden toegepast voor normale verkeerssituaties. Bij deze normale verkeerssituaties horen ook
- volle remmingen;
- plotselinge uitwijkmanoeuvres;
- slecht wegdek, en
- slechte weersomstandigheden.
Lading zekeren
28
5. Waarom lading zekeren?
Voorwaartse kracht (Fq)
Als een vrachtauto gaat remmen, zal de lading naar voren schuiven. De kracht die in de voorwaartse richting wordt gedrukt komt overeen met 80 % van het gewicht van de lading.
Lading van 10.000 kg x 80% = 8.000 kg (de kracht van het remmen) 0,8 Fg.
Lading zekeren
29
5. Waarom lading zekeren?
Zijwaartse kracht (centrifugale kracht)
Op het moment dat een vrachtauto met vrij hoge snelheid door een bocht rijdt, hebben we te maken met de zijwaartse kracht. De kracht die in deze zijwaartse richting wordt gedrukt is 50 % van het gewicht van deze lading.
Lading van 10.000 kg x 50% = 5.000 kg (druk naar de zijkant) 0,5 Fg.
Lading zekeren
30
5. Waarom lading zekeren?
Achterwaartse kracht (Fq)
Ontstaat door het felle optrekken met de vrachtauto. De lading heeft dan de neiging, als deze niet goed vast staat, om achterover te vallen.
De kracht die in deze achterwaartse richting wordt gedrukt is 50 % van het gewicht van deze lading.
Lading van 10.000 kg x 50% = 5.000 kg (druk naar achteren) 0,5 Fg.
Lading zekeren
31
5. Waarom lading zekeren?
Gewicht
Gewicht ontstaat door de aantrekkingskracht van de aarde. Als deze aantrekkingskracht er niet zou zijn, zouden we zweven net zoals de astronauten dat doen als ze in de ruimte zijn.
Het gewicht van een lading drukt dus op de laadvloer. Hoe zwaarder het gewicht, hoe moeilijker het door de chauffeur verplaatsbaar is. Denk dan niet dat een zware betonnen balk van 10 ton, die vervoerd moet worden, niet verplaatsbaar is. Op het moment dat deze los op de vrachtauto ligt, en de chauffeur moet remmen, zal ook deze betonnen balk gaan schuiven.
Lading zekeren
32
Hoofdstuk 6
Wrijvingscoëfficiënt
Lading zekeren
33
6. Wrijvingscoëfficiënt
Op het moment dat twee oppervlakken op elkaar drukken ontstaat er ‘micro-vertanding’. Hoe gladder beide oppervlakken zijn die op elkaar drukken, hoe minder microvertanding er ontstaat. Dus hoe ruwer beide oppervlakten zijn hoe stroever het wordt.
We spreken hier over ‘wrijvingscoëfficiënt’.
Bij een ruw oppervlak zal de lading dus veel minder snel gaan schuiven, terwijl op een gladde vloer een gladde lading al heel snel zal gaan schuiven.
Lading zekeren
34
6. Wrijvingscoëfficiënt
Tabel wrijvingscoëfficiënt.
Antislipmatten
Lading zekeren
35
Hoofdstuk 7
Gewichtsverdeling
Lading zekeren
36
7. Gewichtsverdeling
Het kentekenbewijs deel 1a vermeldt onder meer de navolgende gegevens:
- massa ledig gewicht;
- laadvermogen;
- toegestane maximummassa;
- maximum last as, zoals hier nummer (1) en (2)
Lading zekeren
37
7. Gewichtsverdeling
Houd altijd rekening met:
- Het toegestane maximummassa in z’n geheel.
- Het toegestane maximummassa op de vooras.
- Het toegestane maximummassa op de achteras.
Lading zekeren
38
Hoofdstuk 8
Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Lading zekeren
39
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
De vrachtautofabrikanten moeten bij de productie van hun vrachtauto’s, aanhangwagens en opleggers met een maximummassa van meer dan 3.500 kg, die na april 2002 zijn gebouwd, rekening houden met de Europese richtlijnen.
Deze richtlijnen staan vermeld in de Europese constructienorm
EN 12642 ‘Code L’.
Lading zekeren
40
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Het kopschot van de vrachtauto
In deze richtlijn staan dus de eisen van het draagvermogen van onder meer het kopschot, de achterwand en de zijwanden van een vrachtauto, aanhangwagen of oplegger zonder dat er misvorming is.
Dat wil zeggen dat het kopschot in staat moet zijn weerstand te bieden aan een kracht die gelijk is aan 40 % van het laadvermogen, maar niet meer dan 5000 kg, voorwaarts gericht en gelijk is verdeeld over het kopschot zonder overmatige blijvende vervorming..
Lading zekeren
41
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
De zijwanden van de vrachtautoDe zijwanden van de vrachtauto, aanhangwagen of oplegger met een toegestaan maximummassa van meer dan 3.500 kg moeten minstens ontworpen zijn volgens de norm EN 12642 hetgeen betekent dat de wandenin staat moeten zijn weerstand te bieden aan de kracht van 30 % van het laadvermogen, zijdelings gericht en gelijkmatig verdeeld over de gehele zijwand, zonder noemenswaardige vervormingen.
Lading zekeren
42
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
De achterwanden van de vrachtauto
De achterwanden moeten zodanig zijn ontworpen, uiteraard conform de norm EN 12642, dat ook de achterwand in staat is om weerstand te bieden aan een kracht die gelijk is aan 25 % van het laadvermogen van de vrachtauto, aanhangwagen of oplegger, maar niet meer dan 3.100 kg, naar achteren gericht en gelijkmatig verdeeld over de achterwand, zonder dat daardoor noemenswaardige vervorming ontstaat.
Lading zekeren
43
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
De zijwanden voor de huifopbouw
Voor een huiftrailer stel de norm EN 12642 de eis dat de onderzijde met boordwanden bestand moeten zijn tegen een kracht van 24 % van het laadvermogen en de bovenzijde, met huif en insteekplanken, tegen 6 % van het laadvermogen van de trailer.
Lading zekeren
44
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
De zijwanden met schuifzijlopbouw
Voor de zijkanten van voertuigen met schuifzijlen geldt 0 %. Dat wil dus zeggen dat voor deze zijwanden totaal
geen draagkracht mag worden toegepast.
Lading zekeren
45
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
EN 12642 XL
Sedert 2007 wordt er ook gewerkt met de code ‘EN 12642 XL’. Hierbij is de opbouw zodanig versterkt dat er nog hogere krachten kunnen worden toegepast op de opbouw van het voertuig. Hierbij gelden de navolgende normen:•Het kopschot: 50 % van het laadvermogen;•De zijwanden: 40 % van het laadvermogen;•De achterwand: 30 % van het laadvermogen..
Lading zekeren
46
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Voorbeeld 1U moet een lading vervoeren met een gewicht van 20.000 kg, de wrijvingscoëfficiënt is daarbij 0,4.De vraag is nu of u deze lading nog extra moet gaan zekeren.Dat moet u dus zelf kunnen berekenen. U krijgt namelijk niet of nauwelijks informatie van de werkgever of van de afzender. U staat er dus op dat moment alleen voor.
Hoe gaat u, bij de toepassing van deze berekening, te werk?
Inventariseer de gegevens:
Laadvermogen: 20.000 kg.Naar voren gerichte kracht 16.000 kg (80 % van het laadvermogen).Draagvermogen kopschot 40 % 8.000 kg (EN 12642, code L).Wrijvingscoëfficiënt 0,4, is 40 % 8.000 kg.
Lading zekeren
47
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Als u vormsluitend laadt, is de lading naar voren dus sluitend, dat wil zeggen dat deze lading naar voren voldoende gezekerd is.
Hoe gaat u, bij de toepassing van deze berekening, te werk?
Lading zekeren
48
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Als u vormsluitend laadt, is deze lading in dit geval niet voldoende gezekerd en moet u zelf nog extra zekeren tot ten minste 4.000 kg.
Lading zekeren
49
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Voorbeeld 2
Hetzelfde verhaal kunnen we ook toepassen op de zijwanden. We nemen een vrachtauto met een gesloten opbouw met een laadvermogen van 20.000 kg., maar nu met een wrijvingskracht van 0,3.
U rijdt met deze vrachtauto met vrij hoge snelheid door een scherpe bocht. Dan heeft u op dat moment te maken met de zijwaartse krachten die op die lading van toepassing zijn.
Bij de zijwaartse kracht zagen we dat u rekening moet houden met een percentage van 50 % van de lading.
Inventariseer de gegevens:
Laadvermogen: 20.000 kg.
Naar de zijkant gerichte kracht 10.000 kg (50 % van het laadvermogen).
Draagvermogen zijwand 30 % 6.000 kg (EN 12642, code L).
Wrijvingscoëfficiënt 0,3, is 30 % 6.000 kg.
Lading zekeren
50
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
,
Lading zekeren
51
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
We hebben inmiddels kennisgemaakt met de wrijvingskracht. Dit heeft dus alles te maken met het materiaal waaruit de lading of de verpakking bestaat en waaruit het materiaal van de laadvloer bestaat.
Hoe hoger de wrijvingskracht, hoe minder moeite de chauffeur heeft om een goede ladingzekering te bereiken. De wrijvingskracht wordt dus aangegeven door het ‘wrijvingscoëfficiënt.
Als het wrijvingscoëfficiënt vrij laag is, is het verstandig om bijvoorbeeld ‘antislipmatten’ te gebruiken. De matten zorgen ervoor dat het wrijvingscoëfficiënt wel 0,6 kan zijn, waardoor er veel minder gezekerd hoeft te worden.
Lading zekeren
52
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
De curtainsider
Dit is een vrachtauto die ook wel een ‘tautliner’ wordt genoemd. Zoals de naam al aangeeft is dit een laadruimte die aan de zijkant wordt afgeschermd door een ‘curtain’ of wel een gordijn.
Lading zekeren
53
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Wissellaadbakken
Een wissellaadbak is een uitwisselbare (intermodale) voertuigopbouw voor het vervoer van lading. Wissellaadbakken zijn genormeerd en kunnen zonder verdere ter plaatse aanwezige technische hulpmiddelen afgezet en opgepikt worden. Zij worden met name in het gecombineerde weg-/railvervoer ingezet.
Lading zekeren
54
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Iso containers
Ook containers moeten aan een aantal eisen voldoen. Volgens de iso-norm moeten zowel de voor- als de achterzijde aan weerstaand kunnen bieden aan de druk van de lading, die gelijk of hoger is dan 40 % van het laadvermogen. Uiteraard wanneer de druk over de gehele zijde wordt uitgevoerd.
Lading zekeren
55
8. Voertuigeisen omtrent lading zekeren
Rongen
Rongen voor rolvormige lading zijn verticale balken aan de zijkanten van een platte open vrachtwagen of oplegger.
De rongen dienen als bevestiging en opsluiting van de lading, maar kunnen afgenomen of weg geklapt worden voor laden en lossen. Ze worden toegepast waar platte wagens met klapbare zijschotten minder geschikt zijn voor de ladingsvorm, zoals buizen, staalplaten, balken en rondhout. Oorspronkelijk werden rongen gebruikt bij hooiwagens in de oogsttijd.
Lading zekeren
56
Hoofdstuk 9
Sjorpunten aan voertuig
Lading zekeren
57
9. Sjorpunten aan voertuig
Sedert juli 2000 moeten in alle Europese Unie-landen de voertuigopbouwen voorzien zijn van zogenaamde sjorpunten. Dit is vastgelegd in de norm EN 12640. In deze norm worden de minimum eisen gesteld aan de sjorpunten op de vrachtauto, met een toegestaan maximummassa van meer dan 3.500 kg, die worden gebruikt voor het vervoer van stukgoederen.
Lading zekeren
58
9. Sjorpunten aan voertuig
Dit sjorpunt of hijsoog geeft de gelegenheid om te hijsen. De maximale hijsbelasting wordt hierop dus aangegeven en is 6,7 ton. Als deze wordt gebruikt voor lading zekeren mag het dubbele worden toegepast dan wat is aangegeven.
Dus, de maximale hijsbelasting is 6,7 ton, terwijl bij lading zekeren 14,4 ton gegarandeerd is.
Lading zekeren
59
Hoofdstuk 10
Spanbanden
Lading zekeren
60
10. Spanbanden
Een spanband is samengesteld uit drie componenten, namelijk de spanner, de eindfittingen en het bandweefsel.
Alle elementen worden steeds getest op breeksterkte.
Een spanband wordt gebruikt om lading vast te zetten en via een sjorpunt te verbinden.
EN 12195, deel 2. Deze normen zijn van kracht sedert februari 2001 en de Europese normen zijn voorgeschreven
Lading zekeren
61
10. Spanbanden
Uitleg etiket dat aan de spanband hangt.
Spanbanden moeten voorzien zijn van een rechthoekig en duurzaam etiket.
Hierop treft u dus een aantal belangrijke gegevens aan.
Vermelding van de norm EN 12195, deel 2.
Lading zekeren
62
10. Spanbanden
STF (Standard Tension Force)voorspankracht van het spanmiddel in rechte lijn. Dit is de kracht die door handkracht, opgebouwd en als blijvende voorspankracht in de spanband blijft.
SHF(Standard Hand Force)de normale handkracht. Dit is de kracht die voor het spannen van de spanband uitgeoefend moet worden en deze kracht wordt op basis van ergonomie vastgesteld op ongeveer 50 daN, ongeveer 50 kg.
LC (Lashing Capacity); de toegestane trekkracht in rechte lijn. Op dit etiket treft u Lashing Capacity van 2000 daN aan, dus ongeveer 2.000 kg. Zoals ook op het label wordt aangegeven is de toegestane trekkracht in de rechte lijn 2000 daN, dus ongeveer 2.000 kg.
Lading zekeren
63
10. Spanbanden
Wat bij spanbanden zeker niet is toegestaanU mag slechts alleen die spanbanden gebruiken die onbeschadigd zijn. Dus controleer altijd de spanband en de onderdelen daarvan voordat u deze in gebruik neemt.Gebruik de spanbanden nooit om daarmee iets op te tillen. Daar zijn ze niet voor bedoeld.U mag geen spanbanden gebruiken als deze zijn ingesneden of bij weefselbreuk, indien de insnijding of breuk méér bedraagt dan 10 % van de bandbreedte of – dikte.Belast de spanbanden nooit boven het op het etiket aangegeven ‘Lashing Capacity’.Gebruik nimmer spanbanden die door hitte zijn vervormd of door chemicaliën zijn aangetast.
Lading zekeren
64
10. Spanbanden
Wat bij spanbanden zeker niet is toegestaanEr mogen ook nimmer knopen zitten in de gebruikte spanbanden.Meerdere spanbanden aan elkaar knopen is niet toegestaan.U mag op spanbanden geen andere lading plaatsen.Span de banden ook nooit over scherpe randen, maar gebruik daarvoor beschermhoeken.Spanbanden die zijn ingescheurd, of dat nu in de lengte of in de breedte is, mogen niet meer worden gebruikt.Ratelverlengers te gebruiken om nog meer kracht te zetten om aan te spannen. De ratel is daar niet op berekend en kan worden overbelast en wellicht uit elkaar klappen.Als de haakopening meer dan 5 % is verwijd, door welke omstandigheden dan ook, mag deze niet meer worden gebruikt.
Lading zekeren
65
10. Spanbanden
Praktisch gebruik spanbandenRol het overtollige gedeelte van de spanband op het moment van laden goed op en voorkom dat dit gedeelte gaat slingeren of uitwaaien.Gebruik de banden waarvoor ze bedoeld zijn.Zorg ook dat deze banden niet gedraaid zitten als u ze aanspant.Vervang verouderde spanbanden tijdig. Door inwerking van vocht en vuil vermindert de sterkte.
Lading zekeren
66
10. Spanbanden
Europese norm EN 12195-2
Deze norm vereist nog een aantal andere veiligheden.
Het bandweefsel van de spanbanden. Deze kennen een veiligheidsfactor van 1: 3, dat wil zeggen dat de band minimaal drie keer zo sterk moet zijn als waarvoor hij mag worden gebruikt.De eindfittingen of eindhaken kennen een veiligheidsfactor van 1: 2, hetgeen wil zeggen dat deze elementen pas vervormen of breken wanneer er een kracht wordt toegelaten die minimaal twee keer zo groot is als waarop deze is goedgekeurd.
Lading zekeren
67
Hoofdstuk 11
Spankettingen
Lading zekeren
68
11. Spankettingen
Spankettingen
Spankettingen zijn rondstalen kettingen met een knevelspanner of ratelspanner.
Bij spankettingen ten behoeve van ladingzekeren is kwaliteitsklasse 8 minimaal vereist.
Kettingdikte LC in daN klasse 8 LC in daN klasse 10
6 mm 2.200 daN 3.000 daN
8 mm 4.000 daN 5.000 daN
10 mm 6.300 daN 8.000 daN
13 mm 10.000 daN 13.000 daN
16 mm 16.000 daN 20.000 daN
Lading zekeren
69
11. Spankettingen
Wat is er bij spankettingen zeker niet toegestaan
Aan de gebruikte spankettingen dient altijd een kenmerklabel te zijn aangebracht. Is deze niet (meer) aanwezig dan mag deze spanketting niet worden gebruikt.
Als blijkt dat de spankettingen zijn verwrongen door overbelasting is het niet meer toegestaan deze kettingen voor ladingzekeren te gebruiken.
De spankettingen mogen geen hogere belasting hebben dan volgens de LC waarde is toegestaan.
De spanketting mogen nimmer worden geknoopt. De spankettingen mogen niet worden gebruikt voor het hijsen van
ladingen. Er mogen geen ladingen worden geplaatst op spankettingen.
Lading zekeren
70
Hoofdstuk 12
Methodes van zekeren
Lading zekeren
71
12. Methodes van zekeren
Vastzetten met twistlocks
De duizenden containers die we dagelijks vervoeren over de Europese wegen worden op het chassis van de vrachtauto of aanhangwagen gezekerd door middel van twistlocks die op elke hoek van de container terug te vinden zijn.
OpsluitenOpsluiten doen we door de lading zodanig te stuwen dat deze tegen de voor- of zijwand wordt opgesloten. Er zit dus geen tussenruimte tussen de lading en de wanden of tussen de lading onderling.
Lading zekeren
72
12. Methodes van zekeren
Opsluiten met vulmiddelen
Als de lading de ruimte tussen de zij- en achterwanden niet volledig opvult, zullen deze ruimtes moeten worden opgevuld met vulmiddelen om een goede vormsluiting te krijgen.
Zorg als chauffeur ook altijd dat u voldoende middelen bij u heeft om de lading te zekeren.
Enkele vulmiddelen die daarvoor veelvuldig worden gebruikt zijn:PalletsLuchtkussensKlembalkenOpsluiten met drempels of panelenFixeren- met keggenKrimp- wikkelfolie
Lading zekeren
73
Hoofdstuk 13
Vormen van lading zekeren
Lading zekeren
74
13. Vormen van ladingzekeren
Welke middelen worden bij ladingzekeren toegepast?
Middelen om lading vast te zetten;Hiermee wordt onder andere bedoeld middelen die geschikt zijn om het schuiven van de lading in de vrachtauto te voorkomen zoals:vergrendelstangen;klemstangen;keggen;houtconstructies;spanbanden.
Lading zekeren
75
13. Vormen van ladingzekeren
Welke middelen worden bij ladingzekeren toegepast?
Middelen om lege ruimtes op te vullen
Voorbeelden hiervan zijn:stuwzakken;pallets;keggen;hardschuimvulling.
Lading zekeren
76
13. Vormen van ladingzekeren
Middelen om lading tegen te houden
Voorbeelden hiervan zijn middelen ter afdekking van bijvoorbeeld losgestorte goederen, zoals netten en zijlen.
LadingzekerenEr zijn in feite vier vormen van lading zekeren. Al deze vormen kennen daarin hun voor- en hun nadelen. De lading kan worden gezekerd tegen schuiven en kantelen door gebruik te maken van een aantal mogelijkheden.1.U kunt gebruik maken van de stevigheid van het voertuig om krachten op te vangen, zoals het kopschot en de zijwanden.2.Ook de wrijving tussen de laadvloer en de lading kunnen een gedeelte van de krachten opvangen.3.De kracht die ontstaat bij gebruikmaking van een handbediende ratel van een spanband om de lading naarbeneden te drukken om daarmee de wrijvingskracht te verhogen.4.Het verhogen van de wrijvingsweerstand door gebruikmaking van antislipmatten.
Lading zekeren
77
13. Vormen van ladingzekeren
Neerzekeren
Een van de vormen die veel worden toegepast bij ladingzekeren is ‘neerzekeren’.
Als u gebruik maakt van ‘neerzekeren’ dan gaat u de wrijvingskacht verhogen, die van toepassing is tussen de lading en de laadvloer. U gebruikt dan bijvoorbeeld spanbanden die u zo vast mogelijk aantrekt waardoor u de
lading naar beneden drukt. Als de wrijvingskracht sterk wordt verhoogd, zal het langer duren voordat de lading gaat schuiven. Dit wordt veroorzaakt door de microvertanding, waar al eerder over gesproken werd.
Lading zekeren
78
13. Vormen van ladingzekeren
Vormzekeren
Zoals de naam als doet vermoeden, wordt de lading tegen de wanden of tegen andere lading geplaatst zodat deze niet verschuiven kan. Deze lading wordt, qua vorm, dus zo geplaatst dat alles precies tegen elkaar staat, waardoor er geen loze tussenruimtes zijn, die de lading de gelegenheid geeft te schuiven. Deze vorm van ladingzekeren is zeer effectief. U hoeft dan niet allerlei middelen te gebruiken om de lading vast te zetten.
Lading zekeren
79
13. Vormen van ladingzekeren
We gebruiken dus het kopschot en de zijwanden om lading tegen aan te plaatsen waardoor er vormsluiting ontstaat.
Hieraan zijn een aantal voorwaarden verbonden:De lading moet aansluiten tegen het kopschot.Er is een maximale vrije ruimte toegestaan van 8 cm in de breedte van de laadruimte.Er is een maximale vrije ruimte toegestaan van 8 cm in de lengte van de laadruimte.Het kopschot, de zijwanden en achterwand moeten voldoende stevig zijn om krachten op te vangen.Als er vrije ruimtes ontstaan, moeten deze worden opgevuld met vormvast opvulmateriaal.
Lading zekeren
80
13. Vormen van ladingzekeren
Direct zekeren
Bij direct zekeren kan gebruik worden gemaakt van meerdere mogelijkheden..
Schuin verbinden Diagonaal verbinden Kop verbinden Bocht verbinden En hulpmiddelen, wand of vloerrails
Lading zekeren
81
13. Vormen van ladingzekeren
“Sealen “ van de lading
Bij Sealen van de lading kennen wij verschillende vormen;
Strechtfolie Krimfolie Omspanning van lading
Lading zekeren
82
14. Voor dat u gaat laden
Voordat u begint met laden, pas dan de volgende tien regels steeds weer toe om zodoende te voorkomen dat u risico’s loopt.
1. Controleer, de laadvloer geen gebreken vertoont, daarna de voertuigopbouw. 2. Zorg ervoor dat de lading zodanig gezekerd is, niet kan wegschuiven, wegrollen,
zich verplaatsen door trillingen. 3. Bepaal vervolgens wat de beste zekeringmethode is die kan worden toegepast,
rekening houdend met de kenmerken van de lading. 4. Volg de adviezen van de fabrikant van het voertuig en van het materiaal op.5. Controleer of het materiaal waarmee de lading wordt vastgezet is afgestemd op
de omstandigheden. 6. Let op, controleer, wanneer de lading wordt geladen, gelost of opnieuw verdeeld,
of de lading nog in orde is. Let hierbij op overbelading/gewichtsverdeling. 7. Zorg ervoor dat de lading zodanig is verdeeld dat het zwaartepunt van de totale
lading zo dicht mogelijk bij de lengteas ligt en zo laag mogelijk wordt gehouden: zwaardere goederen onderaan, lichtere goederen bovenaan.
Lading zekeren
83
14. Voor dat u gaat laden
Voordat u begint met laden, pas dan de volgende tien regels steeds weer toe om zodoende te voorkomen dat u risico’s loopt.
8. Kijk de zekering van de lading regelmatig na tijdens de reis, overal waar mogelijk. De eerste controle kan het best gedaan worden na enkele kilometers te hebben gereden, op een plaats waar veilig kan worden gestopt. Daarnaast moet de zekering ook worden gecontroleerd na hevig remmen of andere abnormale situaties tijdens het rijden.
9. Gebruik overal waar dat mogelijk is materiaal dat de ladingzekering ondersteunt, zoals antislipmatten, banden, hoekstukken, enz. Zorg ervoor dat de middelen waarmee de lading wordt gezekerd de lading niet kan beschadigen.
10. Rij rustig en ontspannen, dat wil zeggen: pas uw snelheid aan de omstandigheden aan om bruuske veranderingen van rijrichting en hevig remmen te vermijden.
Lading zekeren
84
Vragen
Top Related