Veranderingen op de werkvloer • Innovatie • VGN Jaarboek 2010 1
Jaar.boek 2011 Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland in.no.va.tie (v.) [<Lat. innovatio], 1 invoering van iets nieuws; 2 nieuwigheid; 3 technische, industriële vernieuwing: de VGN ondersteunt de innovat ie in de gehandicaptensectorin.no.ve.ren (innoveerde) [<Fr. innover], 1 (overg.; h. geïnno-veerd ) als nieuwigheid invoeren; 2 (onoverg.; is geïnnoveerd) zich vernieuwen: de gehandicaptensector innoveert voortdurend.
2 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Missie
Missie De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) is de branchevereniging van professionele zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg.
De VGN vertegenwoordigt de branche in het publieke debat. Uitgangspunten daarbij zijn de visie en waarden die binnen de vereniging breed gedeeld worden.
De VGN bevordert dat de condities aanwezig zijn om de aangesloten organisaties in staat te stellen om verantwoorde zorg en ondersteuning te leveren. Zij doet dit met name door de dialoog aan te gaan met maatschappelijke partijen en andere relevante stakeholders en door leden te faciliteren en te ondersteunen op het terrein van inhoud van de zorg, werkgeverschap en financiering.
Inhoud • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 3
Inhoud Missie 2
Voorwoord 4
WelbevindenDomotica 6Waarvan hangt succes innovatie af? 7Innovatieve architectuur 10Vrijheidsbeperkende maatregelen 14Aangepaste kleding 15 Sociale participatieOndersteuning van allochtone mensen met een verstandelijke beperking 18Mensen met een verstandelijke beperking helpen demente ouderen 19Burenhulp 23Centra voor Arbeid & Training 26NAH-woonvoorziening 27
Persoonlijke regieLiving Lab 30Bejegeningskoffer 31Kantelsluiting schuifdeuren 34Auto-mobiliteit 37Mijn plan in beeld 38
Organigram 43
Bestuur en directie 45
Adviescommissies 46
Colofon 48
4 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Voorwoord
Voorwoord Wie denkt aan innovatie in de zorg, zal niet in eerste instantie denken aan de gehandicaptensector, maar ook daar wordt hard en veel aan vernieuwing gewerkt. Deze innovaties dragen bij aan de zelfredzaamheid, de zelfstandigheid en het welbevinden van de cliënten. En daar hecht de VGN grote waarde aan. Vandaar dat we mooie voorbeelden willen laten zien in dit boek.
In dit jaarboek leest u over allerlei vormen van innovatie. Bijvoorbeeld over buurten waar mensen met een beperking écht samenleven met hun buren. Of over loopbaanprojecten waarin mensen met een beperking werken aan hun competenties, of over gebouwen waar met domotica gezorgd wordt dat cliënten zich weer veilig voelen. En ’s nachts kunnen slapen.
De techniek kan veel … Veel innovatieve oplossingen zijn gebaseerd op techniek. Zo kan ICT helpen om de regie of communicatieve mogelijkheden van cliënten te vergroten. Tenminste: als die cliënt dat zelf ook wil. Ook kan met techniek de zorg op een andere manier georganiseerd worden, bijvoorbeeld door cliënten ’s nachts op afstand te monitoren.
… maar de mensen moeten het maken Aan mede-werkers worden andere eisen gesteld als ze op een innovatieve manier zorg verlenen. Ze zijn niet alleen meer bezig met ondersteunen, begeleiden en zorgen; het vergt nieuwe competenties, zoals het vinden van
Voorwoord • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 5
creatieve oplossingen op het gebied van domotica en andere ICT.
Innovatie kan op deze manier werkdruk verlagen of arbeidsproductiviteit vergroten. Dat is belangrijk in een tijd dat de zorgbehoefte stijgt en gekwalificeerde beschikbare werknemers schaars zijn. Bovendien kan voor hetzelfde geld meer zorg geboden worden, of geld worden bespaard. Innovatie is daarom een van de speerpunten in het beleid van de VGN voor 2011. We ondersteunen onze leden bij het omzetten van hun innovatiekracht in daden. Dit doen we onder meer door de VGN stevig te positioneren in innovatienetwerken. Daarnaast is ons doel dat onze leden ook voldoende regelruimte krijgen.Bijvoorbeeld met de beleidregels Innovatie en Zorg op Afstand. We verspreiden innovatieve kennis in de branche en verankeren deze door het organiseren van ledenbijeenkomsten. Ten slotte willen we het gebruik, de kwaliteit en de effectiviteit van e-learning toepassingen vergroten.
Mooie voorbeelden op acht domeinen In ge-handicaptensector is de kwaliteit van zorg en ondersteuning gebaseerd op de acht domeinen voor kwaliteit van bestaan volgens Schalock en Verdugo. In dit jaarboek geven we een aantal voorbeelden van innovaties op die domeinen. We hebben ze voor de overzichtelijkheid geclusterd tot drie: Welbevinden (dit zijn de domeinen Lichamelijk welbevinden, Psychisch welbevinden, Materieel welzijn), Sociale participatie (Interpersoonlijke relaties, Deelname aan
de samenleving) en Persoonlijke regie (Persoonlijke ontwikkeling, Zelfbepaling, Belangen).
De voorbeelden in dit boek vormen slechts een selectie (waarvan vele met een prijs zijn onderscheiden). Bent u benieuwd naar meer voorbeelden? Kijk dan gerust op onze site www.vgn.nl/innovatie.
Prof. dr. H.M. (Heleen) Dupuis, voorzitter
J. (Hans) Schirmbeck, directeur
6 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Welbevinden
‘Domotica moet een middel z i jn, geen doel op z ich’
Welbevinden • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 7
Domotica is een prachtig middel vinden ze bij
het Zwolse Frion. Maar alleen als de cliënt er
ook echt iets aan heeft. Vanuit die visie won
de instelling een stimuleringsbijdrage van het
ministerie van VWS. Resultaat: nog meer cliënten
kunnen met domotica meer regie over hun leven
krijgen.
Voorbeelden te over van wat je met domotica allemaal kunt. Herman Brandwagt, assistent van de Raad van Bestuur van Frion: ‘Een cliënt met een ernstig meervoudige beperking die zelf zijn gordijnen open en dicht kan doen of iemand met epilepsie die sensoren in zijn bed heeft, waardoor er een melding binnenkomt als hij een aanval krijgt. Of een enkelbandje, waardoor de deur van een woning niet
Waarvan hangt succes innovatie af?
Hanneke Knibbe, werkzaam bij
onderzoeksbureau LOCOmotion,
won in mei 2010 de Amerikaanse
Bernice Owen Award, een prijs voor
vernieuwend wetenschappelijk
onderzoek op het gebied van
ergonomie in de zorg. Ze is
verbonden aan diverse innovatieve
projecten van het programma
Zorg voor Beter. Hanneke: ‘De
gehandicaptenzorgsector blinkt uit in
het zelf een eigen invulling geven aan
innovaties.’
Hanneke ziet graag meer
praktijkgericht onderzoek. ‘Want’,
zo zegt ze, ‘de werkelijkheid in de
zorg is zo vaak complexer en dan >>
Foto boven: Domotica: het nachtzorgsysteem [PB]
Foto links: Herman Brandwagt, assistent van de Raad van Bestuur
van Frion [PB]
8 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Welbevinden
meer op slot hoeft te doen en je toch weet waar een cliënt is. Allemaal hartstikke mooi, tenminste: als de regie van de cliënt erdoor vergroot wordt. Want dat is de kern van onze dienstverlening, zo hebben we het ook in onze missie en visie staan: wij gaan ervan uit dat een cliënt zijn eigen leven moet leiden. Ook al heb je een beperking, toch heb je de regie. De kunst is een cliënt daarbij te helpen, bijvoorbeeld met domotica, zonder dat je de regie ook uit handen neemt.’
Bang voor iemand in je kamer Hoe je dat doet, daar weten ze bij Frion veel van. De instelling legde het vast in een maatschappelijke businesscase, waarin werd beschreven hoe domotica ingezet kon worden in de nachtzorg. Later wordt het project ook uitgebreid met domotica in de brede zin. En daarmee kwam de instelling in aanmerking voor een stimuleringsbijdrage: Kleinschalig Wonen met
Foto links: Projectleider George Wink (Frion) [PB]
Foto onder: Hanneke Kribbe
Foto rechts: Centrale domotica-unit op een kamer [PB]
>> werkt het vaak net even anders.’
De gehandicaptenzorgsector vindt
ze innovatief op het gebied van het
goed inpassen van innovaties in de
eigen werkwijze. Als voorbeeld noemt
ze het project Verzorgend wassen.
Hierbij worden cliënten gewassen
met geïmpregneerde washandjes of
doekjes, zodat handdoeken, water en
zeep overbodig zijn. Hanneke: ‘Iets
soortgelijks zie je ook in ziekenhuizen
en verpleeghuizen. Vooral op
afdelingen waar de tijdsdruk hoog
is, bijvoorbeeld op de intensive care.
Het gevaar van verzorgend wassen
in de gehandicaptenzorg zou kunnen
zijn dat cliënten niet de aandacht
krijgen die ze nodig hebben. Maar
het tegendeel is waar. Ik heb gezien
hoe begeleiders met volle aandacht
en dan rustiger dan voorheen hun
cliënten wassen en er een activiteit
van maken in plaats van een puur
hygiënische handeling. En het ook
passend maken binnen de zorg die
iemand nodig heeft. Iemand die
zichzelf deels kan wassen, mag dat
deel zelf doen. Begeleiders nemen
niet klakkeloos de werkwijze van
verpleeg- of ziekenhuizen over, maar
maken er hun eigen maatwerk van.
Die eigen invulling van innovaties
vind ik knap en ook wel specifiek
voor de gehandicaptenzorg.’
Het succes van innovaties hangt
Welbevinden • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 9
Domotica (KWmD) van het ministerie van VWS. Syntens en andere organisaties ondersteunen en begeleiden het traject van voorbereiding en implementatie. Brandwagt: ‘De kracht van ons plan is dat we domotica niet gebruiken om een efficiencyslag te kunnen maken op personeel. Maar om een antwoord te bieden op de vraag van de cliënt. Dat is een andere redenering dan die je veel ziet: we zetten een gebouw neer, die hangen we vol met technische snufjes, waardoor het veiliger is.’
Projectleider George Wink: ‘We zijn begonnen met de vraag: op welke manieren is de nachtzorg nu georganiseerd en hoe wordt dat door cliënten ervaren? Via een nachtwensenonderzoek hebben we cliënten gevraagd: wat heb jij nodig om je in de nacht veilig te voelen en rustig te kunnen slapen? Dan bestaat natuurlijk het risico dat betrokkenen meteen in middelen gaan denken: doe mij maar een camera boven mijn bed. Terwijl dat misschien helemaal niet nodig is. En in ieder geval niet gunstig vanuit het privacyoogpunt. Daarom hebben we andere vragen
volgens Hanneke voor 75% af van de
mate waarin begeleiders het product
of project een plek geven in de eigen
werkwijzes en organisatie. Dus ook
echt eigen maken en inpassen in de
zorg voor de cliënt. Hanneke: ‘Goede
innovaties kennen een vliegwieleffect.
Zijn begeleiders enthousiast? Dan
vertellen ze het voort en staan ze zelf
weer open voor meer innovaties. Dan
wordt innoveren een soort sport en
pas dán werkt het goed. Managers
die denken dat ze van bovenaf wel
even wat innovaties kunnen loslaten,
hebben het mis. Succesvol innoveren
anno 2011 is innovatie waar mensen
op de werkvloer zèlf van meet af aan
bij betrokken zijn.’
10 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Welbevinden
Groenten verbouwen op een eilandje
vlakbij je woonwerkvoorziening. En
ze vervolgens in een stalletje langs
de kant van de weg verkopen aan in-
woners van het dorp. Zodat je ervaart
dat je nuttig werk doet en contact
hebt met omwonenden. Dat is wat de
cliënten van zorginstelling Scorle-
wald (onderdeel van de Raphaëlstich-
ting) in Broek op Langedijk doen.
Scorlewald biedt een bijzondere
woonwerkvoorziening aan de bewo-
ners van Oosterheem. Twaalf mensen
met een verstandelijke beperking
onderhouden hier de groentetuinen
van zeven eilanden in het waterrijke
Oosterdelgebied, dat grenst aan hun
woonwerkvoorziening. De eilanden
Wonen, werken en deel uitmaken van de gemeenschap
[PB]
Welbevinden • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 11
gesteld: wat is jouw behoefte met betrekking tot veiligheid en nachtrust? Dan komen er antwoorden die je vervólgens vertaalt in middelen. Sommige mensen zijn bang voor brand, anderen dat er iemand hun kamer binnenkomt. Het gaat bijna altijd om beleving.’
Domotica als onderdeel van het zorgplan De re-sultaten van het nachtwensenonderzoek worden ingevuld door de cliënt/vertegenwoordiger en de ondersteuner. En vervolgens geanalyseerd door de projectleider. Deze analyse gaat naar de manager en gedragskundige. Zij leggen hun conclusie vervolgens weer terug bij de cliënt en zijn ondersteuner: hebben we je zo goed begrepen? De conclusies en voorstellen voor domotica worden daarna vastgelegd in het zorgplan. Brandwagt: ‘Wensen van cliënten kunnen veranderen. Door domotica onderdeel te maken van het zorgplan, maak je er een cyclisch proces van, met ruimte om te evalueren en bij te stellen.’De inzet van domotica heeft volgens Frion niet alleen
zijn alleen per boot bereikbaar. De
verbouwde groenten worden in het
werkgebouw opgeslagen en ver-
werkt.
Het project is ontwikkelt door vier
partijen: Stichting Veldzorg, Scor-
lewald, woningbouwcorporatie
de Wooncompagnie en gemeente
Langedijk. Stichting Veldzorg wilde
het Oosterdelgebied in dezelfde staat
brengen als in de zestiger en zeventi-
ger jaren. Ze benaderden Scorlewald
met de vraag of zij als zorgaanbieder
iets wilde betekenen in het beheer
van het Oosterdelgebied. Dat wilde
zij wel, maar er was één voorwaarde:
er moest een mogelijkheid tot wonen
gerealiseerd worden. >>
Foto boven: Klimaatregelingsunit op een kamer [PB]
Foto onder: Woonwerkvoorziening Oosterdel, Broek op Waterland
12 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Welbevinden
>> Een woonwerkvoorziening biedt
de bewoners volgens Scorlewald veel
veiligheid en overzichtelijkheid. Door-
dat vier partijen samenwerkten, lukte
iets wat anders bijna onmogelijk was.
De gemeente voorzag in grond en
de nodige vergunningen, de woning-
bouwvereniging gaf opdracht voor de
bouw. Veldzorg stelde de werkplek-
ken ter beschikking en Scorlewald de
begeleiding en zorg.
Het project kreeg een eervolle ver-
melding bij de Hedy d’Anconaprijs
voor excellente zorgarchitectuur
2010.
te maken met de visie op de cliënt, maar ook op de nachtrust. Wink: ‘We willen voorkomen dat de nachtdienst drie keer per nacht met een tillift bij EMG-cliënten de kamer inkomt om te kijken of hij nog droog is, en het bed eventueel te verschonen. Dat betekent drie keer een onderbreking van de slaap. Het kan zijn dat een cliënt dat belangrijk vindt, maar het is de moeite waard om te kijken of dat niet anders kan. Bijvoorbeeld met bednatmelders of ander incontinentiemateriaal.’Het uitgangspunt bij Frion is: De nacht is om te slapen of uit te rusten. Wink: ‘En in principe heb je als je slaapt geen enkele ondersteuning nodig. Dát is ons vertrekpunt. Natuurlijk is de kans groot dat onze cliënten door hun beperking wel een of andere vorm van assistentie kunnen gebruiken. Maar het uitgangspunt is heel anders dan: deze mensen zijn beperkt, dus voorzien we het huis van alle mogelijke domotica.’Brandwagt: ‘Dat heeft nog een ander groot voordeel: door ons goed te richten op de functie van slaap, kunnen we problemen overdag voorkomen. Als jij en ik een tijd lang slecht slapen, gaan we naar de dokter.
Welbevinden • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 13
Want daar krijgen we last van. We kunnen ons niet meer concentreren, worden chagrijnig, of misschien wel depressief. Dat geldt voor onze cliënten net zo goed.’ Wink: ‘Daarom gaan we onze nachtdienst ook opleiden in de fysiologie van de slaap. Zodat zij als dat nodig en wenselijk is – met behulp van domotica – kunnen zien hoe vaak en op welke momenten een cliënt ’s nachts wakker is. Door dáár wat aan te doen, kun je het welzijn van een cliënt helpen verbeteren.’Risico’s heeft het ook, het werken met domotica. Wink: ‘Het gevaar van te veel inzet, of te zware inzet blijft ook bij ons op de loer liggen. Domotica
Foto boven: Domotica: veiligheidssysteem om het water af te
sluiten {PB]
Foto linksboven: Domotica: noodsysteem om hulp van collega’s [PB]
Foto links: Bewoners van Oosterdel aan het werk
levert informatie op over de cliënt, daarbij moet je je afvragen: wie heeft om deze informatie gevraagd en wat gaan we nu met die gegevens dóén? Want als er geen duidelijk plan mee is, heb je er niks aan. Dan is domotica een doel geworden, in plaats van een middel.’ Brandwagt: ‘Domotica moet mensen niet beperken, maar juist meer vrijheid geven. Dat lukt alleen als je met cliënten in gesprek blijft en blijft verantwoorden wat je doet.’
14 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Welbevinden
Welbevinden • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 15
De band in de ban
In zes jaar tijd van 28 naar nul cliënten in de
Zweedse band. Het gebeurde bij De Zijlen. Zij
werkten met het project ‘De band in de ban’.
Sandra de Wit, verpleegkundig specialist, was
leider van het project. ‘We dachten: ‘Heeft deze
cliënt twaalf jaar in de band gelegen, terwijl er
gewoon een alternatief was?’
Waarom wilden jullie van de Zweedse band af?
‘In 2002 zagen we een inspectierapport, waarin stond dat er veel risico’s waren verbonden aan het gebruik van de band. En dat maar weinig professionals konden inschatten hoe groot die risico’s waren. Naar aanleiding daarvan vroeg het management van De Zijlen mij hoeveel van die Zweedse banden op onze locatie Sintmaheerdt gebruikt werden. Ze hadden namelijk geen idee, net zo min als ik. Het bleken er 28 te zijn. Meer dan 10% van onze cliënten zat ’s nachts vastgebonden. Dat was best schrikken voor mij. Ik ging doorvragen bij het personeel: ‘Waarom zitten deze mensen vast? Is er afbouw mogelijk? Zijn er alternatieven?’ Vaak kreeg ik te horen: ‘Het kan nou eenmaal niet anders.’ Maar daar nam ik geen genoegen mee. Het kan altijd anders. En dat bleek.’
Met welke alternatieven kwam je? ‘We zijn 28 miniprojecten gestart, voor elke cliënt één. Wie is hij? Waarom ligt hij vast? Wat zijn de risico’s als we
Kleding moet comfortabel zijn, ook voor mensen met een beperking
Aangepaste kleding levert een
positieve bijdrage aan de kwaliteit
van zorg en leven voor cliënten. Dat
is de uitkomst van een businesscase
die in 2006 werd uitgevoerd door
LOCOmotion. Miranda van Waerdt-
van den Hurk is op een innovatieve
manier met deze resultaten aan de
slag gegaan. Ze zegde haar werk >>
Foto links: Sandra de Wit, verpleeg-
kundig specialist, De Zijlen [PB]
16 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Welbevinden
hem uit de band halen? Dit bespraken we met een team waarin de wettelijk vertegenwoordiger van de cliënt ook een belangrijke rol had. Door de risico’s te inventariseren wisten we ook welke maatregelen we moesten nemen. Een voorbeeld: een cliënt was aan één zijde verlamd. Met zijn andere zijde probeerde hij zich steeds overal aan vast te houden waardoor hij te hard trok en uit bed kon vallen. Daarom moest hij ’s nachts worden vastgelegd. Maar door zijn bed te draaien en tegen de muur te plaatsen kon hij enkel nog richting de muur trekken. De valkans was er dus niet meer. En dus hoefde de cliënt niet meer aan banden te worden gelegd. Zo hebben we dat voor elke cliënt bekeken. Soms stonden we met het schaamrood op onze kaken. Dat we dachten: ‘Heeft deze cliënt twaalf jaar zo gelegen, terwijl er gewoon een alternatief was?’
Wat zijn de resultaten zonder band? ‘Cliënten slapen beter door en hebben weer zin om te slapen. Het bed wordt weer een prettige plek voor ze. We merkten dit pas toen ze eenmaal van de band af waren. Zo was er
>> als woonbegeleidster bij Reinaerde
op en begon het online bedrijf
Adjustforyou.
Het bedrijf ontwerpt en levert
aangepaste onderkleding voor
volwassenen. Zoals slips, rompers
en body’s. Miranda kwam hiervoor
op het idee toen ze vanuit haar werk
zag dat veel kleding van mensen
met een beperking niet comfortabel
zat. Miranda: ‘Veel cliënten
dragen incontinentiemateriaal.
Maar door het volume van het
incontinentiemateriaal kwamen
veel slips maar tot halverwege de
billen. Zo niet, dan waren het meteen
‘tenten’. Hetzelfde geldt voor mensen
die rolstoelafhankelijk zijn. Als zij
zitten, komt hun hemd tot halverwege
hun rug. Het sluit gewoon niet aan.
Ik besloot zelf een ondergoedlijn
voor deze mensen op te zetten. Met
comfortabele stoffen die meerekken,
goed aansluiten en makkelijk zijn aan
te trekken.’
Miranda is nauw betrokken bij het
proces. Ze zocht ruim een jaar
naar de beste materialen en zorgt
ervoor dat de modellen nauwkeurig
worden getest. Zo kwam ze er
bijvoorbeeld achter dat de knoopjes
op de rompers en body’s erg laag
zaten. Ze werden door Miranda
hoger geplaatst, zodat cliënten er
Welbevinden • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 17
een meneer die ’s avonds de gewoonte had om andere cliënten te knijpen. Heel vervelend. We dachten dat dat gewoon bij hem hoorde, maar toen hij zonder band sliep, kneep hij ook niet meer. Het knijpen was waarschijnlijk zijn manier van stress uiten. Stress over het feit dat hij in de Zweedse band moest.’
Is het niet risicovol om zonder banden te werken?
‘Je kunt nooit alle risico’s bannen. Ook niet met band. Het is zelfs zo dat de Zweedse band vaak nog meer risico’s met zich meebrengt. Cliënten kunnen zich indraaien en zo lichamelijk letsel oplopen. Een gescheurde milt bijvoorbeeld. Wat je wel kunt doen, is risico’s zoveel mogelijk voorkomen. Door elke nieuwe situatie te beoordelen. Wat zijn de risico’s en hoe gaan we er mee om? We willen allemaal goede en veilige zorg leveren. Soms is het moeilijk om in te schatten wat veiligheid of schijnveiligheid biedt. De Zweedse band biedt mijns inziens schijnveiligheid.
zelf vanuit zittende positie beter
bij kunnen en het voor begeleiders
makkelijker aan te trekken is. Ook
voelen de cliënten de drukknoopjes
niet tijdens het zitten. De mensen
reageren positief op de kleding.
Miranda: ‘Er is veel vraag naar mijn
ontwerpen. Verzorgers zijn minder
lang bezig met het aantrekken van de
kleding. De kleding zit prettig en blijft
lang mooi. Ook na vele keren wassen.
Ik vind dat iedereen recht heeft op
comfortabele kleding. Het zou een
goed idee zijn als zorginstellingen
standaard aangepaste kleding in hun
assortiment opnemen.’
Gelukkig denkt de Inspectie voor de Gezondheidszorg er net zo over en moet de Zweedse band uiterlijk in 2011 zijn uitgebannen.’
Foto links: Risico’s zoveel mogelijk voorkomen
18 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Sociale part ic ipat ie
Sociale part ic ipat ie • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 19
Het verborgen leed van al lochtone mensen met een beperking
Een allochtone vrouw komt bij de huisarts.
Alweer. In slecht Nederlands en nauwelijks
verstaanbaar probeert ze duidelijk te maken dat
het niet goed met haar gaat. De huisarts begrijpt
het niet. ‘Duidelijk geval van een taalprobleem’,
denkt hij. De echte reden van haar onduidelijkheid
is haar verstandelijke beperking. Maar niemand
die het doorheeft. Behalve Dünya Dichterbij.
Dünya Dichterbij is een samenwerking tussen het Inter-lokaal en Dichterbij. Het Inter-lokaal zet zich in voor alle mensen in een kwetsbare sociaal-economische positie en krijgt veel mensen van allochtone komaf op zijn spreekuur. Dichterbij is een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke
Mensen met een beperking helpen demente ouderen
Een win-winsituatie: zo kun je het
project Irene Dekkerswald van
Pluryn wel noemen. Hierbij helpen
cliënten met een verstandelijke
handicap dementerende ouderen in
verpleeghuis Irene Dekkerswald. De
cliënten voelen zich hierdoor nuttig
en de ouderen krijgen meer aandacht
en verzorging. Het project werd in >>
Foto links: (v.l.n.r.) Mevrouw en de heer
Kanynakci, hun huidige begeleider
Fatih Özcan en stagiaire Anouk Litjens
[PB]
20 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Sociale part ic ipat ie
beperking. Het project is ontstaan nadat beide partijen concludeerden dat veel zorgvragen van allochtone mensen niet de juiste aandacht kregen. Deels omdat er onder allochtonen een taboe heerst op het hebben van een beperking. En deels omdat hulporganisaties niet weten hoe ze deze doelgroep moeten benaderen. Jan Joore is programmamanager bij Dichterbij. Hij vertelt: ‘Het valt op dat er weinig allochtone cliënten gebruik maken van diensten van zorginstellingen. Toch zijn ze er wel degelijk, was de conclusie van onze medewerkster Saadet Büyükkaya-Kaya. Ze deed onderzoek naar het verborgen leed van allochtone mensen met een beperking. En concludeerde dat veel van deze mensen tussen wal en schip vielen. Dat was erg confronterend voor Dichterbij. We zeggen wel: ‘We zijn er voor iedereen’, maar sloten onbewust toch mensen uit doordat we geen oog hadden voor hun problematiek. Daarom zijn we in 2007 gestart met Dünya. Dünya werkt buiten de bestaande structuren van Dichterbij en het Inter-lokaal. Hierdoor ontstaat ruimte voor het ontwikkelen van werkwijzen die wèl aansluiten op de vraag achter de vraag van kwetsbare doelgroepen. Bij Dünya
>> mei 2010 onderscheiden met de
Innovation Prize 2010 van European
Platform for Rehabilitation (EPR).
Veel mensen met een verstandelijke
beperking willen een zo normaal
mogelijk leven leiden. Meedoen in
de samenleving en zichzelf nuttig
maken, is daarbij belangrijk. Bij Irene
Dekkerswald krijgen cliënten de
kans hun competenties in praktijk
te brengen en ondersteunend
bezig te zijn met en voor andere
mensen. Ze helpen met koffie- en
theeschenken, het brengen van
maaltijden, wandelen en bieden
assistentie bij vervoer. Ook zorgen ze
voor een sociale factor door geregeld
Sociale part ic ipat ie • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 21
werken mensen die weten hoe ze met allochtone mensen moeten omgaan, hoe ze signalen moeten herkennen en die hun taal spreken. Zodat hulp op maat wordt gegeven.’
Ik ben niet gek! Cheko Büyükkaya en Miloud El Abdi zijn begeleider bij Dünya. Ze bezoeken allochtone mensen van wie ze vermoeden dat ze een verstandelijke beperking hebben, maar ook allochtone cliënten die al een indicatie hebben. Volgens Miloud is de communicatie met allochtone cliënten wezenlijk anders dan die met autochtone. ‘Veel van onze cliënten hebben de neiging om ja te knikken als je vraagt of ze het begrijpen. Terwijl ze het vaak helemaal niet begrijpen. Zo iemand komt dan bij een uitkeringsinstantie en doet alsof hij snapt wat hij moet doen. Vervolgens blijkt dat hij constant de verkeerde formulieren opstuurt. En die uitkeringsinstantie maar denken: die man weigert om mee te werken, dus korten we hem op zijn uitkering. Wij letten op signalen waaruit blijkt dat ze ons niet begrijpen. Of gaan gewoon met ze mee naar zo’n
een praatje te maken met de oudere
bewoners. Doordat ze op deze manier
het reguliere personeel werk uit
handen nemen, heeft zij meer ruimte
om zich bezig te houden met extra
taken. Wat de zorg ten goede komt.
De cliënten van Pluryn zijn
volwaardige leden van het
begeleidingsteam van het
verpleeghuis. Ze dragen
bedrijfskleding, gaan mee met
personeelsuitjes en worden door
bewoners aangesproken met
‘zuster’ of ‘broeder’. Ook krijgen
ze praktische, taakgerichte
ondersteuning van de begeleiders.
En er is dagelijks een begeleider van
Pluryn aanwezig op de werkvloer.
De EPR vindt Pluryn de terechte
winnaar van de innovatieprijs
vanwege haar bereidheid tot
samenwerken en innovatieve
benadering.
Foto links: Pluryn-cliënten helpen cliënten van Irene Dekkerswald
[PB]
22 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Sociale part ic ipat ie
[PB]
Sociale part ic ipat ie • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 23
instantie. We helpen ze verder.’ Cheko vult aan: ‘Ook zijn we voorzichtig met het stellen van een diagnose. Als je tegen een Marokkaanse man zegt: ‘je hebt een verstandelijke beperking’, zal hij kwaad weglopen met de woorden ‘ik ben niet gek’. En zie je hem nooit meer terug. In veel culturen is het normaal om de schijn op te houden voor de buitenwereld. Je bent normaal of je bent gek. Een beperking is niet normaal. Voor ons is het dus belangrijker om gepaste hulp in gang te zetten, dan de beperking te benoemen.’
Dünya helpt Meneer Kanynakci is van oorsprong Turks, maar woont al veertig jaar in Nederland. Toch spreekt hij nauwelijks Nederlands. En zijn vrouw evenmin. Hij kwam bij Dünya terecht, nadat zij van een welzijnsorganisatie voor senioren hoorde over zijn problemen. En medewerkers van Dünya het vermoeden hadden dat hij een verstandelijke beperking heeft. Sindsdien bezoekt Cheko de man regelmatig. Vandaag komt hij langs om gewoon even te kletsen. Kanynakci heeft financiële- en huwelijksproblemen. Ook leeft hij in een sociaal
Mensen met een beperking zijn in
toenemende mate afhankelijk van
mensen die betaald worden om
ondersteuning te bieden, signaleerde
Triade. Daarom werkt de organisatie
aan innovatieve manieren om de
zelfredzaamheid en het sociale
netwerk van cliënten te vergroten.
De Goede Buren Buurt is één van die
manieren. ‘Deze nieuw te bouwen
buurt in Almere telt ongeveer
130 woningen, voor ongeveer 300
mensen. Van hen hebben maximaal
dertig een beperking’, vertelt Katja
Moesker, projectleider bij Triade.
‘De bewoners van de wijk kennen
elkaar al. Ze hebben samen plannen
gemaakt voor de buurt. Zo hebben >>
Begeleiding van de buren
Foto onder: Buren bewonderen de maquette van de
Goede Buren Buurt [Studio Kasterman]
24 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Sociale part ic ipat ie
band. We bezoeken de mensen, praten met ze en helpen ze waar mogelijk. Doordat vele van ons de taal van deze mensen spreken, is het makkelijker om contact te maken. Ook denken we buiten kaders. Zo gaan we graag met onze cliënten mee naar instellingen of organisaties. We geven onze cliënten het gevoel naast hen te staan. Ook als we daarvoor grenzen over moeten gaan.’ Jan Joore is een voorstander van dit grensverleggend werken: ‘Dünya gaat in tegen bestaande structuren. We doen wat nodig is om lijden om te zetten in leiden. En kiezen daarbij voor een netwerkbenadering in plaats van een hiërarchische structuur. Wat Dünya doet, is het in praktijk brengen van de nieuwe stijl van zorg. We combineren kennis van welzijn met zorg en cultuur. En spreken mensen voortdurend aan als individu. We brengen de mensen niet naar de zorg, maar de zorg naar de mensen. Innovatie is namelijk ook van de gebaande weg durven gaan.’
isolement. ‘Hoe gaat het vandaag?’, vraagt Cheko hem in het Turks. Kanynakci geeft aan dat het goed gaat, maar dat hij erg zit met de problemen met zijn vrouw. Hij heeft erg behoefte aan een luisterend oor. Dat is Cheko voor hem. Kanynakci is blij met de hulp van Dünya. ‘Ze helpen me met het lezen en schrijven van brieven en gaan met me mee naar instanties en de huisarts. Door hen begrijp ik alles beter. Ook is onze schuld bijna weg. Het was eerst heel erg. Alles liep door elkaar en ik stond er helemaal alleen voor. Ik probeerde wel wat op te bouwen, maar het lukte niet. Als mensen als Cheko er niet waren, was ik allang uit huis gezet. Zij hebben dit tegengehouden en daar ben ik ze dankbaar voor. Hij kan natuurlijk niet alles, de problemen die ik met mijn vrouw heb, kan hij niet oplossen. Maar ik zie hoe hij zijn best doet. Cheko is daarom als een zoon voor me. Ik voel me niet langer alleen en heb vertrouwen in hem.’
Grensverleggende zorg Vertrouwen is een sleutelwoord bij Dünya. Cheko: ’Al voor de officiële indicatie beginnen we met het opbouwen van een
>> ze zich gebogen over de vraag: hoe
zorg je ervoor dat mensen bij elkaar
op bezoek kunnen komen? Dan moet
je meer doen dat het huis van een
cliënt rolstoeltoegankelijk te maken.
Dan moet ook het huis van de buren
aangepast worden.’
In de opzet van de buurt zijn
verbindende elementen opgenomen:
barbequeplaatsen, gezamenlijke
tuinen en een buurthuis bijvoorbeeld.
Katja: ‘Daarnaast hebben de
bewoners samen gekeken naar de
sociale structuur. Vanuit de gedachte:
iedereen kan íéts doen. Ook mensen
met een beperking. En we merken
dat ze ook graag willen bijdragen.’
En dus kunnen in de nieuwe
Sociale part ic ipat ie • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 25
buurt mensen met een beperking
bijvoorbeeld de hond van de buren
uitlaten, terwijl gezinnen zonder
beperking bij toerbeurt het vangnet
vormen in de begeleiding van mensen
met een beperking. Katja: ‘Zo worden
relaties tussen buurtgenoten meer
wederkerig. En dat is wat iedereen
wil.’
[PB]
26 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Sociale part ic ipat ie
Sociale part ic ipat ie • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 27
Leren, sol l ic i teren en werken
Een mooie loopbaan/carrière. Dat zou voor
mensen met een beperking net zo vanzelf-
sprekend moeten zijn als voor mensen zonder.
De vraag is alleen: hoe faciliteer je dat? Ipse de
Bruggen ontwikkelde een antwoord: een leer-
loopbaan-keten.
Bij Ipse de Bruggen werkt men al jaren aan het doorontwikkelen van de arbeidsmatige dagbesteding. Brenda Hengst, beleidsmedewerker Arbeid: ‘We vinden het heel belangrijk dat cliënten iets te kiezen hebben, en dat er doorstroom in hun loopbaan zit, ook als hun beperking het niet toelaat om bijvoorbeeld in een sociale werkvoorziening aan de slag te kunnen. Wij willen carrière maken, maar dat geldt voor onze cliënten net zo goed.’ Cliënte Joke van Apeldoorn: ‘Mijn doel is helpen kinderen te begeleiden, dat wil ik heel erg graag.’ En daarom ging de organisatie systematisch aan de slag. Eerst met het bundelen van alle werksoorten en diensten, zoals dagcentra voor volwassenen en arbeidscentra. Hierdoor werd de expertise van de verschillende eenheden krachtiger. Vervolgens werd het aanbod uitgebreid, zodat cliënten in elke regio keuze hadden. Er kwamen banen en projecten op het gebied van horeca, kunst, ambachtelijk werk, productie en dienstverlening. Brenda: ‘We creëerden een aanbod op drie niveaus: allereerst onze eigen arbeidscentra, vervolgens beschutte werkplekken, waarin een groep cliënten samen met een begeleider buiten de instelling werkt
NAH Woonvoorziening: een brug tussen revalidatie en de chronische fase
Voor sommige mensen met Niet
Aangeboren Hersenletsel (NAH) is de
stap van de klinische revalidatiefase
naar de chronische fase te groot.
Deze conclusie trok gz-psychologe
Margé Jacobs nadat ze ruim negen
jaar in de revalidatie werkzaam was.
Samen met collega’s van Gemini zorg
en dienstverlening ontwikkelde >>
Foto links: Brenda Hengst,
beleidsmedewerker Arbeid
Ipse de Bruggen [PB]
28 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Sociale part ic ipat ie
en ten slotte de begeleide werkplek. Dat komt het dichtst in de buurt van een reguliere baan. Onze cliënten werken bij een gewone organisatie en krijgen daarbij ondersteuning van een jobcoach.’
Arbeidsgerelateerde trainingen Hoe goed het aanbod ook stond, van echte doorstroom tussen de drie niveaus was nog geen sprake. ‘Wat gaat er mis?’ vroegen we ons af. En we ontdekten dat er bij veel cliënten een tekort was aan educatie. Vandaar dat we arbeidsgerelateerde trainingen zijn gaan aanbieden. En die hebben we ondergebracht bij de arbeidscentra. Dat was zó’n nadrukkelijke taakuitbreiding dat we de arbeidscentra omgedoopt hebben tot centra voor arbeid en training.’
Sociale vaardigheden En nog was de doorgroei niet optimaal. Brenda: ‘We kwamen erachter dat naast
>> zij de NAH Woonvoorziening, die
een brug slaat tussen beide fasen.
Binnen de NAH Woonvoorziening
kunnen maximaal acht volwassenen
met NAH wonen. Zij worden
gemiddeld een jaar getraind in hun
zelfstandigheid en zelfredzaamheid
op het gebied van wonen. Enerzijds
kunnen dit mensen zijn die recent
een NAH hebben opgelopen en nog
in een (neurologische) herstelfase
verkeren. Anderzijds richt de
NAH Woonvoorziening zich op
volwassenen met een NAH waarbij
het hersenletsel langer geleden is.
Voor beiden geldt dat de cliënt een
gerichte hernieuwde trainingsvraag
heeft, specifiek op het gebied van
wonen.
De trainingen binnen de NAH
Woonvoorziening richten zich met
name op vier aandachtsgebieden:
praktische trainingsvragen
(bijvoorbeeld koken, geld beheren),
het sociaal emotioneel functioneren
(bevorderen van het ziekte-inzicht en
leren omgaan met NAH), eventuele
ondersteuning van poliklinische
revalidatiedoelen en het begeleiden
van het systeem (familie, vrienden)
om de cliënt heen.
Het doel van de NAH Woonvoor-
ziening is het optimaliseren van de
zelfstandigheid en zelfredzaamheid
van de cliënt en het samen
Foto links: Cliënte Joke van Apeldoorn (Ipse de Bruggen) [PB]
Foto onder: Cliënte mevrouw Snijders (NAH Woonvoorziening)
Sociale part ic ipat ie • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 29
de vakinhoudelijke kennis ook werkgerelateerde sociale vaardigheden getraind moesten worden. Onderwerpen als weerbaarheid en persoonlijke hygiëne zouden daarin aan de orde moeten komen. Zo hebben we de training Brug naar werk ingekocht. Joke: ‘Ik volg Brug naar werk helemaal, alle modules. Ik heb nu sociale vaardigheden afgerond met certificaat. Over luisteren en je voorstellen. Maar ook over kritiek. Dat vond ik best moeilijk, maar dat hoort er nu eenmaal ook bij. Nu doe ik de module arbeidshouding. Daarom mag ik solliciteren naar een stageplek bij Kind&Zo. Vanmorgen heb ik mijn sollicitatiebrief geschreven en meteen naar de brievenbus gebracht. Het geeft me een goed gevoel, maar het is ook spannend.’
Echt iets te kiezen Inmiddels staat het programma van Ipse de Bruggen. De Banenkrant is ontwikkeld waarin vacatures gepubliceerd worden. Als cliënten solliciteren, wordt gekeken of ze de competenties hebben die nodig zijn voor de functie. Zo niet: dan worden ze eerst geschoold. Resultaat: de doorstroom
is vergroot en cliënten hebben écht iets te kiezen. Joke: ‘Ik ben nu bijna door. Mijn collega Karin is pas begonnen met cateringwerk. Ze werkt nu twee dagen in de week en heeft het prima naar haar zin.’ De eerste cliënten zijn al doorgestroomd naar een begeleide baan binnen een regulier bedrijf.
ontdekken welke woonomgeving
in de toekomst het beste aansluit
bij zijn/haar mogelijkheden. Door
uitgebreid aandacht te besteden aan
een goed eindadvies en een gedegen
voorbereiding op zelfstandigheid,
wordt voorkomen dat mensen met
een NAH vastlopen en opnieuw een
(duur) hulpverleningstraject ingaan.
Bijvoorbeeld doordat ze thuis te
snel geconfronteerd worden met
hun onzelfstandigheid en zodanig in
paniek raken dat een crisissituatie
ontstaat. De NAH Woonvoorziening
laat hen naar dit proces toegroeien.
30 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie •Persoonli jke regie
Persoonli jke regie • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 31
Een laboratorium op microniveauSandra Gosselink en Janet Hoen zijn naast
begeleider van mensen met een ernstig
meervoudige beperking ook mede-ontwerpers
van zorgtechnologie binnen Talant. Dankzij het
nieuwe project ‘Living Lab’ voeren zij geen
plannen uit die bedacht zijn door managers, maar
zijn ze zelf bedenker en uitvoerder ineen. Met als
doel: een beetje meer zelfredzaamheid voor de
cliënt.
Op Grasland, een woonlocatie van Talant in Drachten, verblijven cliënten met een ernstige meervoudige be-perking (EMB). Deze cliënten hebben een IQ dat lager is dan 25 en ze hebben een ontwikkelingsleeftijd tot 2 jaar. EMB-cliënten kunnen niet praten of lopen en zijn daardoor in hun dagelijkse leven volledig afhankelijk van hun begeleiders. Ruud Tap is beleidsadviseur van het Kennis- en Onderzoekscentrum van Talant. En boog zich over de vraag: ‘Hoe kunnen we EMB-cliën-ten die zo afhankelijk zijn van hun omgeving toch een klein beetje meer zelfregie geven? En zo hun kwaliteit van leven vergroten.’ Samen met TNO bedacht Talant het ‘Living Lab’ project. Een project waarbij het draait om de kennis op de werkvloer van Talant beter te
Samenwerken aan bejegening
Het lijkt zo vanzelfsprekend: een
juiste bejegening. Toch is dat niet
altijd het geval. Binnen Gemiva–SVG
Groep gaven cliënten met een
lichamelijke beperking en een niet
aangeboren hersenletsel aan dat ze
behoefte hebben aan meer aandacht
voor dit thema. Het resultaat: de
bejegeningskoffer >> ‘
Foto links: Door te observeren
proberen te bepalen wat de cliënt nou
echt fijn vindt. [PB]
32 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Persoonli jke regie
benutten voor technologische ontwikkelingen. TNO ondersteunt het project met hun kennis van techniek en innovatie in de zorg. Doel is dat medewerkers in staat zijn zelf technologische mogelijkheden in hun werkomgeving te integreren en dat medewerkers een minder afstandelijke relatie krijgen met techno-logie. Ruud: ‘Je ziet vaak dat technologie buiten een zorgorganisatie wordt bedacht. Begeleiders zijn soms helemaal niet enthousiast om de nieuwe technologie toe te passen, omdat het niet past bij hun dagelijkse zorgpraktijk. Omdat zij een cliënt dagelijks zien, weten zij het best wat goed of niet goed is voor hem of haar. Daarom dachten we: ‘wij doen het anders’. Bij ons bepaalt de begeleider welke technologische mogelijkheden een cliënt kunnen helpen. Om ze ver-volgens zelf toe te passen.’
Muziek aan of uit Sandra en Janet filmen een mannelijke cliënt in een rolstoel. Sandra zet een muziekapparaatje bij hem neer. Legt hij zijn handen of ellebogen om het apparaat? Dan klinkt een deuntje. Haalt hij ze er weer vanaf? Dan is het stil.
‘Hoe kunnen we EMB-cliënten die zo afhankelijk zijn van hun omgeving toch een klein beetje meer zelfregie geven?’
>> Ben ik in beeld?’. Gemaakt voor en
door cliënten.
Lenie Turk werkt bij Gemiva–SVG
Groep en was nauw betrokken
bij de totstandkoming van de
bejegeningskoffer: een koffer met
daarin onder andere een film, een
gespreksspel en een boekje met
persoonlijke verhalen. Alle bedoeld
om een dialoog over bejegening
te starten. Bijvoorbeeld door een
discussie aan te gaan over hoe je
feedback aan je begeleider geeft.
Of over wat de grens is tussen
begeleiding en betutteling. Lenie
vertelt: ‘Vaak zit het hem niet in een
verkeerde bejegening, maar in de
Foto: De bejegeningskoffer
(Gemiva-SVG groep)
Persoonli jke regie • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 33
De man lijkt door te hebben hoe het werkt en plaatst zijn elleboog op het apparaat. Na het deuntje twee minuten te hebben aangehoord, wordt hij ineens boos. Hij haalt zijn elleboog van het apparaat en kijkt moedwillig de andere kant op. Het is duidelijk dat hij de muziek beu is.
Sandra: ‘Deze cliënt kan zelf aangeven of hij wel of niet muziek wil horen. Stel dat we iets soortgelijks in de douche kunnen bouwen. Zodat hij beseft dat hij door het aanraken van een sensor bijvoorbeeld de waterstraal harder of zachter kan zetten. Of het licht kan dimmen. Op die manier kunnen we hem net iets
vanzelfsprekendheid van bejegening.
Aan cliënten wordt niet altijd
gevraagd hoe ze benaderd willen
worden. Vooral voor mensen met
een niet aangeboren lichamelijke
beperking is zoiets moeilijk. Konden
ze in het verleden alles zelf, nu
beslissen anderen ineens voor hen.
Aandacht voor bejegening is op
zichzelf niet zo zeer vernieuwend,
maar wel voortdurend nodig.
De echte innovatie zit hem bij
dit project in de samenwerking
tussen cliënt en begeleider. De
bejegeningskoffer is een initiatief van
de cliënten zelf. Zij waren betrokken
bij het gehele productieproces.
Van brainstorm tot vormgeving: ze
hebben overal over meegedacht.
Zodat het echt hun product werd.
Dat meedenken vergroot de
eigenwaarde.’ Op 13 oktober 2009
is de eerste bejegeningskoffer
gepresenteerd. Op dit moment zijn
er zo’n tachtig van in de omloop.
Niet alleen binnen Gemiva–SVG
Groep, maar binnen ruim vijfendertig
verschillende organisaties. De
bejegeningskoffer kreeg een
aanmoedigingsprijs in de categorie
beste praktijkproduct in het kader van
de Gehandicaptenzorgprijs 2010.
Foto boven: Via een sensor de waterstraal harder of zachter zetten [PB]
34 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Persoonli jke regie
Creatief, maar klein denken In het project wordt niet gewerkt vanuit een groots masterplan. Ruud: ‘We hebben er bewust voor gekozen om het plan open te houden. Het einddoel ligt nog niet vast, het project wordt beetje bij beetje gevormd, afhankelijk van wat de begeleiders bedenken.’ Niet alleen de begeleiders zijn betrokken bij het project. Een multidisciplinair
meer zelfregie geven. De reden dat we dit filmen, is dat we door samen met ons team ernaar te kijken, kunnen proberen om te bepalen wat de cliënt nou echt fijn vindt. Door samen te kijken, krijg je ook nieuwe ideeën. Bovendien kijk je op een scherm toch even anders naar een situatie dan tijdens je dagelijkse werkzaamheden.’
Nooit meer een open wc-deur met de kantel-sluiting
[PB]
Persoonli jke regie • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 35
team, bestaand uit onder andere een fysiotherapeut, logopedist en een arts kijkt regelmatig mee met de filmpjes. Projectleider Ali Pit is blij met deze manier van werken. ‘Met elkaar komen we steeds een stapje verder. Iedereen kijkt vanuit zijn of haar eigen kennis en deskundigheid. We zetten elkaar steeds weer aan het denken over hoe het nog beter kan voor de cliënt. Daarbij staat creatief en open denken voorop. We zeggen niet bij voorbaat ‘dat kan niet’ of ‘dat is vast te duur’, maar redeneren vanuit de kansen die er liggen. Problemen kun je namelijk altijd nog oplossen. Ruud voegt daaraan toe dat redeneren vanuit kansen iets anders is dan alleen maar groot denken. Vooral waar het gaat om technologische hulpmiddelen. ‘Wij zoeken het ook in hele kleine verbeteringen. Denk bijvoorbeeld aan technologische oplossingen, zoals een parasol die met de zon meedraait, waardoor een cliënt langer buiten kan zitten. Het zoeken naar kleine verbeteringen hangt samen met het niveau van de EMB-cliënt, bij deze cliënten is het maken van een klein stapje al een enorme sprong vooruit.’
‘Het is constant puzzelen en observeren om erachter te komen wat iemand daarvoor nodig heeft.’
Iedereen heeft het wel eens
meegemaakt: je zit op het toilet en
de deur kan niet op slot. Waarna
deze door iemand anders wordt
opengetrokken. Mensen met een
lichamelijke beperking hebben hier
regelmatig mee te maken. Vooral
als zij een verminderde hand- of
armfunctie hebben. Hubert Schledorn
van InteraktContour kwam met een
innovatieve oplossing: de schuifdeur
met kantelsluiting. En won hiermee
de Innovatieprijs 2010.
De kantelsluiting is toepasbaar in alle
ruimtes, maar is specifiek bedoeld
voor ‘natte’ ruimtes, zoals badkamer
en toilet. De reden is simpel: hier
is de privacy het meest gewenst.
De sluiting werkt heel gemakkelijk.
Hij is zelfs nog met je elleboog te
openen. En dat maakt hem geschikt
voor mensen met een verminderde
motoriek. Ook aan de veiligheid van
de cliënt is gedacht: de schuifdeur
is in geval van nood gemakkelijk te
openen van buitenaf.
Met de kantelsluiting sleepte
InteraktContour de innovatieprijs
voor het beste idee in 2010 in de
wacht. De Innovatieprijs is een
initiatief van Vilans, kenniscentrum
langdurende zorg, en Firevaned,
branchevereniging hulpmiddelen.
Met deze onderscheiding worden
grensverleggende ideeën, >>
36 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Persoonli jke regie
Elke stap richting zelfregie is er één Voor de begeleiding is de nieuwe manier van werken ‘anders op een leuke manier’. Sandra: ‘In eerste instantie dachten we als team ‘nee hè, niet weer een of ander onderzoek’. Maar nu zijn we allemaal erg enthousiast. Ik heb het gevoel dat we ergens naartoe werken. We zitten in ons team nu zelf aan het roer. Onze functie is dan ook echt veranderd. We begeleiden de cliënten niet alleen, we observeren ze ook. En bedenken plannen die we zelf mogen uitvoeren.’ Janet: ‘Ik vind het prettig dat we onze cliënten meer regie geven. We deden altijd wat we dachten dat zij fijn vonden. Wij bepaalden of we de radio aan of uitzetten, of ze naar bed brachten. Natuurlijk blijven ze altijd afhankelijk, maar elk kleine stapje richting meer zelfregie is er één. Het is constant puzzelen en observeren om erachter te komen wat iemand daarvoor nodig heeft. De filmpjes helpen ons daarbij, omdat je met andere ogen naar de situatie kijkt. Al is het soms ook confronterend.’ Janet: ‘Bijvoorbeeld een filmpje met daarin het springkussen dat we hebben aangeschaft. Het leek ons heel leuk, alleen kunnen onze cliënten hem niet zelfstandig gebruiken, omdat ze er niet op kunnen komen. Dat beeld met een cliënt in een rolstoel, kijkend naar dat grote luchtkussen zei meer dan woorden. Namelijk dat je er op deze manier niks aan hebt en beter naar alternatieven kunt zoeken. Op die manier geven de filmpjes ons inzicht. We onderzoeken nieuwe mogelijkheden. ‘Als ik dit doe, wat gebeurt er dan?’ Net als in een echt lab.’
>> ontwerpen en mooi vormgegeven
consumentenproducten beloond die
bijdragen aan zelfredzaamheid en
participatie.
Op dit moment is de kantelsluiting
enkel in gebruik binnen
InteraktContour zelf. De productie
ligt in handen van cliënten van
InteraktContour. Het is dus een
product vóór en dóór cliënten. Er
wordt gewerkt aan een manier om de
productie zo te professionaliseren dat
andere instellingen ook een beroep
kunnen doen op de kantelsluiting.
Foto links: De kantelsluiting (Interakt Contour)
Foto rechts: De bioptische telescoop (Visio)
Persoonli jke regie • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 37
Ondanks slechtziendheid toch kun-
nen autorijden. Sinds 27 april 2009
kan het met behulp van het bioptisch
telescoopsysteem. Dit is een kleine
telescoop die bovenin het rechter- of
linker brillenglas geplaatst wordt.
Hierdoor kunnen slechtzienden twee
tot vier keer zo goed waarnemen op
afstand. Visio heeft het mede moge-
lijk gemaakt dat de bioptische teles-
coop is toegevoegd aan de wettelijke
lijst van toegestane hulpmiddelen.
In de Verenigde Staten is het rijden
met een bioptische telescoop heel
normaal. Daar zijn al meer dan 4.000
‘bioptic drivers’. Visio nam het initia-
tief om het rijden met een bioptische
telescoop in Nederland in praktijk te
brengen en kwam met het proef-
project AutO-Mobiliteit. Samen met
het Universitair Medisch Centrum
Groningen (voor het wetenschappe-
lijk onderzoek) en het CBR (voor de
wetgeving) wist zij de overheid ervan
te overtuigen dat het veilig is om
slechtzienden te laten rijden met de
bioptische telescoop. Mits zij aan een
bepaald eisenpakket voldoen en hun
rijbewijs halen met telescoop.
Autorijden met een bioptische telescoop
Het resultaat mag er zijn: de over-
heid stelde een wetswijziging in en
sinds 2009 rijden er al negen mensen
rond met een bioptische telescoop.
Omdat rijden met dit hulpmid-
del niet makkelijk is, verzorgt Visio
trainingen onder de naam AutO-
Mobiliteit. Mensen die de training
volgen, krijgen een kijktraining en
leren omgaan met hun nieuwe bril
met telescoop. Zodat ze weten hoe
ze de telescoop kunnen gebruiken
voor zowel veraf als dichtbij. Na deze
training kunnen ze officieel rijlessen
volgen en examen doen bij het CBR.
Het is overigens niet zo dat mensen
met een visuele beperking met een
bioptische telescoop gegarandeerd
auto mogen rijden. Er zijn strenge
toelatingseisen tot de autorijlessen.
Maar voor diegenen die slagen, is het
volgens Visio en de geslaagden een
hele verbetering, omdat autorijden
een belangrijk onderdeel is in het
zelfstandig kunnen functioneren.
38 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Persoonli jke regie
Persoonli jke regie • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 39
Mijn plan in beeld: zelfregie v ia de computer
Als je moeilijk in staat bent om duidelijk te
maken waaraan je behoefte hebt, geeft dat
een gevoel van onmacht. Je hebt minder regie
over je eigen leven en bent afhankelijk van
anderen. Veel mensen met een verstandelijke
beperking kampen met dit probleem. ’s Heeren
Loo komt met een oplossing: ‘Mijn plan in
beeld’. Een computerprogramma waarmee
cliënten via foto’s en pictogrammen kunnen
aangeven wat hun wensen zijn. Rick Lukassen is
medeverantwoordelijk voor het project en stelt:
‘Mijn plan in beeld’ is uniek.
‘Het idee voor ‘Mijn plan in beeld’ ontstond naar aanleiding van een frustratie van mijn collega Suzanne Verheijden. Ze baalde ervan dat wij begeleiders zoveel bepaalden voor onze cliënten. Ze zei: ‘We spreken vaak tijdens besprekingen óver de cliënt, terwijl praten mét de cliënt veel beter zou kunnen. Ik zou graag zien dat cliënten meer zelfregie krijgen en minder afhankelijk zijn.’ Medewerkers en directie van ’s Heeren Loo deelden haar mening en
Foto links: Rick Lukassen
(’s Heeren Loo) [PB]
40 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Persoonli jke regie
gezamenlijk zochten ze of er een programma bestond dat mensen met een verstandelijke beperking meer regie over hun eigen leven kon geven. Bijvoorbeeld door ze aan de hand van pictogrammen aan ons te laten zien waar ze behoefte aan hebben. Wat willen ze eten? Wie willen ze zien? Tot onze verbazing bestond zoiets niet vanuit een methodisch aanpak. Daarom hebben we het zelf ontwikkeld.’
Rode koffiemok = koffie drinken ’Mijn plan in beeld’ is ingedeeld in negen domeinen, gebaseerd op de kwaliteiten van bestaan van Schalock. Zo is
er het domein Communicatie & Omgang en het domein Verzorging. Elk domein heeft een eigen kleur. Het unieke aan ‘Mijn plan in beeld’ is dat het plan niet wordt vormgegeven door professionals, maar door de cliënt zelf. Hij bepaalt zelf welke foto’s en pictogrammen in zijn plan komen. Zo kan elke cliënt zelf of met behulp van een begeleider eigen foto’s toevoegen. Bijvoorbeeld van zijn moeder. Op die manier kan hij aangeven dat hij deze week behoefte heeft om zijn moeder te zien. Of een foto van zijn eigen rode koffiemok. Dat kan nuttig zijn, want sommige cliënten associëren een plaatje van een witte koffiemok niet met hun eigen mok. Zo’n foto
[PB]
Persoonli jke regie • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 41
is dan te abstract. Alleen de eigen rode koffiemok staat voor sommige synoniem voor koffie drinken. ‘Mijn plan in beeld’ is dus aan te passen aan wat de cliënt het meest aanspreekt. Bovendien is het overal raadpleegbaar. Het programma staat op internet en is bereikbaar via een persoonlijke inlog. Cliënten kunnen het dus ook thuis met hun ouders gebruiken. Het plan in tekst blijft natuurlijk wel bestaan, maar wordt pas gemaakt nadat eerst de wensen van de cliënt zelf in het computerprogramma verwerkt zijn in beeldmateriaal.’
Innovatieprijs 2010 ‘Het plan bevindt zich nu nog in de testfase. Het testpanel bestaat onder andere uit de cliënten zelf. Want zij moeten er straks mee kunnen werken. We hopen dat ‘Mijn plan in beeld’ eind 2010 echt in gebruik wordt genomen. Tot het zover is, doen we er alles aan om het te perfectioneren. Financieel hebben we hier de mogelijkheden voor, omdat we in januari 2010 de ’s Heeren Loo Zorg Innovatie Prijs 2010 wonnen. Dit leverde ons een wisseltrofee en een bedrag van € 10.000 op. Dit geld besteden we aan verdere ontwikkeling van het plan. De prijs is voor ons een waardevolle erkenning voor de zorg die we leveren. Vooral omdat hij is toegekend door mensen uit het werkveld zelf. Sowieso krijgen we veel waardering uit ons vakgebied. Diverse externe zorginstellingen hebben laten weten interesse in het product te hebben. Hoe leuk zou het zijn als ‘Mijn plan in beeld’ straks in heel Nederland gebruikt wordt? Zelfregie is namelijk iets wat we alle mensen met een verstandelijke beperking gunnen. Niet alleen onze eigen cliënten.’
‘Mijn plan in beeld’ is aan te passen aan wat de cliënt het meest aanspreekt. Bovendien is het overal raadpleegbaar.
Foto boven: ‘Mijn plan in beeld’ in de praktijk
42 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie
Organigram • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 43
Organigram
44 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie
Bestuur, direct ie en commissies • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 45
Bestuur en direct ieSituatie per 1 januari 2011
BestuurMevrouw prof. dr. H.M. Dupuis (voorzitter)De heer P. de Kroon (vice-voorzitter) De heer drs. R.J.M. de Jong (secretaris/penningmeester)De heer drs. P.E. de la ChambreDe heer drs. B.E. van den DungenDe heer drs. J. FidderDe heer drs. R.A. HelderDe heer drs. R.E.C.S. HoogmaMevrouw H. de With
DirectieDe heer J. Schirmbeck
46 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Bestuur, direct ie en commissies
Advies-commissiesSituatie per 1 december 2010Voor de actuele stand van zaken zie www.vgn.nl
Onderhandelingsdelegatie CAO GehandicaptenzorgDe heer drs. J. Fidder (voorzitter)De heer F. KuikDe heer mr. drs. J.A.P.M. MaasDe heer drs. E.F.F. van Schijndel
Adviescommissie voor Arbeidszaken (AVA)De heer mr. drs. J.A.P.M. Maas (voorzitter)De heer drs. E.F.F. van Schijndel (secretaris)De heer drs. J.M. de DreuDe heer drs. J. Fidder (waarnemend lid)De heer W. HadderinghDe heer A.J.D. HendriksDe heer F. KuikDe heer H.J. LarosDe heer H.J. Prins
Adviescommissie Financieel-Economische Aangele-genheden (AFEA)De heer drs. D.J. van Bruggen RA (voorzitter)De heer drs. H. Cosijnse (secretaris)De heer G.A. BornDe heer T. van den Broek RAMevrouw J.M.A. Buijks-Schmitz RA MGADe heer M.H.G. HesselinkDe heer drs. M.M.C. KootDe heer F. KuikDe heer A.A.A. MockingMevrouw drs. A.A. OldhoffMevrouw drs. J.A.M. SchiphorstDe heer ing. G. de WaterDe heer R. Wieten
Bestuur, direct ie en commissies • Innovatie • VGN Jaarboek 2011 47
Adviescommissie Jeugd (AJ)De heer W. de Gooyer (voorzitter)De heer drs. J. Visscher (secretaris)De heer drs. J.A.M.J. BartelsMevrouw M.H. Bold MHAMevrouw drs. G.A. van den BrinkDe heer drs. F.J. Broekhuizen MBAMevrouw A. de BruinDe heer J.G.A. van HoekMevrouw A. van KalsbeekDe heer H.J. PrinsMevrouw J.H.M. SchilderinckDe heer drs. R.H.J.M. StegenMevrouw drs. M.J. VolleberghDe heer dr. P.L. VriesemaDe heer drs. R.F. Zwier
Adviescommissie Kwaliteit van zorg en Onderzoek (AKO)De heer drs. P.M.W. Quaedvlieg (voorzitter)Mevrouw drs. M.E.A. Blom (secretaris)Mevrouw drs. J.H. Ellenkamp MHADe heer dr. A. van GeffenDe heer drs. A.J.M. van den HanenbergDe heer drs. J.W.D. HielMevrouw drs. J. KooimanMevrouw drs. M.E. Loot-HeidewegMevrouw drs. J.E.A.M. NoorenMevrouw drs. M.A. StetDe heer A.J.G. Triepels MHA
Adviescommissie Planning en Bouw (APB)De heer drs. D. Kooistra (voorzitter)De heer drs. F. Mul (ambtelijk secretaris)De heer mr. J.E. BauerDe heer ir. N. BoomerDe heer J.C.M. GravenDe heer J.J.M. HelgersDe heer D. baron van HogendorpDe heer drs. W.J. KosDe heer E. PierDe heer D.S. VenemaDe heer drs. J.W.A. WaardenburgDe heer R. Brouns
48 VGN Jaarboek 2011 • Innovatie • Colofon
ColofonGrafisch ontwerp Reinoud van Hasselt, Amsterdam
Tekst Rieke Veurink en Chantal Visser, Veurinc, Hattem
Fotografie Patrick Beckers fotografie, Amersfoort [PB]Overige foto’s met dank aan de VGN-leden
Druk Drukkerij Spinhex & Industrie, Amsterdam
In opdracht van:Vereniging Gehandicaptenzorg NederlandOudlaan 4Postbus 4133500 AK UtrechtTelefoon 030 27 39 741Fax 030 27 39 387www.vgn.nl
Voor reacties en informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Communicatie van de VGN: telefoon 030 27 39 741, e-mail [email protected]
ISBN/EAN 978-90-5620-111-1
VGN-publicatie 711.213
januari 2011
Innovatie in de vormgeving
Ook bij de vormgeving van dit
jaarboek is gedacht aan innovatie.
Zo is voor het binnenwerk gebruik
gemaakt van papier van Arctic Paper.
Deze papierproducent stelt
zich ten doel de impact van het
papierproductieproces op het
milieu zo klein mogelijk te maken.
Bijvoorbeeld door gebruik te maken
van pulp uit gecertificeerde bossen,
door energieverbruik te verminderen,
water te hergebruiken of vrijwel
geheel te zuiveren voor lozing,
uitstoot in de lucht te verminderen
en afvalproducten te recyclen of
anderszins bruikbaar te maken.
Meer innovaties
In dit jaarboek staat een selectie van
innovaties in de gehandicaptenzorg.
Kijk op www.vgn.nl/innovatie voor een
actueel overzicht van innovaties van
VGN-leden.
Top Related