Is uw vereniging
toekomstbestendig en voorbereid
op de Generatie XYZ?
Onderzoek onder branche- en
beroepsorganisaties en verenigingen
Zoetermeer , 6 juni 2013
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of
teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan
mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke
vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na
schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or
text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned.
No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means,
or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia
does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
3
Voorwoord
Vier generaties op de werkvloer: voorwaar geen sinecure. Ook voor
branche- en beroepsorganisaties en verenigingen vraagt dit een andere
blik en nieuwe antwoorden. De huidige gure economische
omstandigheden geven ook geen wind in de rug. Geen wonder dat de
twee VM seminars in april van Sarah Sladek goed bezocht werden. Ook
ik heb één van deze seminars meegemaakt. Ter plekke hebben Gees
Wymenga en ik besloten de seminars een vervolg te geven. Dit
onderzoek is daar het eerste resultaat van.
Ik wens u veel leesplezier toe en wil iedereen die de vragenlijst heeft
beantwoord nogmaals bedanken.
Hans Donkers
Directeur
Panteia
079 – 322 20 00
http://nl.linkedin.com/in/donkershans
5
Inhoudsopgave
Voorwoord 3
Samenvatting 7
1 Inleiding 9
2 Ontwikkeling ledenbestand 11
3 Samenstelling naar leeftijd 13
4 Werven en vasthouden van leden 15
5 Betrekken van jongere leden 17
6 Toegevoegde waarde en verdienmodellen 19
7 ICT communicatiemiddelen 21
8 Samenwerking 23
Bijlagen 25 Bijlage 1 Wat doet Panteia in branches en sectoren? 25
7
Samenvatting
In april zijn twee succesvolle seminars voor verenigingen gehouden door
Sarah Sladek (auteur van ‘The end of membership as we know it’.
Centrale vraag van deze seminars was: hoe toekomstbestendig zijn
verenigingen en zijn ze klaar voor de Generatie XYZ?
In samenwerking met VM heeft Panteia als follow up een
internetenquête opgesteld om de huidige situatie bij Nederlandse
verenigingen in kaart te brengen. 196 verenigingen hebben de
internetvragenlijst volledig ingevuld.
Ontwikkeling ledenbestand
De helft van de ondervraagde verenigingen heeft minder dan 950
betalende leden. De verenigingen zijn behoorlijk conjunctuurbestendig.
Bij ongeveer een derde is het aantal leden de afgelopen vijf jaar
afgenomen en bij een derde is het aantal leden toegenomen.
In 2012 heeft de situatie zich wel verscherpt. Het instroompercentage
van nieuwe betalende leden was in 2012 6,3 procent, het
uitstroompercentage 5,7 procent. Gemiddeld genomen is het aantal
betalende leden dus nog toegenomen in 2012. Een prestatie op zich.
Samenstel l ing naar leeft i jd
Het aandeel van de Generatie X (30 tot 50 jarigen) onder de leden is
met 45 procent het grootste, gevolgd door de Babyboomers (50 jaar en
ouder) met 41 procent. Ook de instroom van nieuwe leden wordt
gedomineerd door de Generatie X (aandeel van 51 procent), hoewel de
Generatie YZ (jonger dan 30 jaar) al een aandeel van 22 procent heeft.
De uitstroom van leden bestaat voor 48 procent uit Babyboomers, maar
ook voor 15 procent uit de generatie YZ. Verenigingen verjongen wel,
maar dit gaat langzaam. Bovendien stappen de jongeren ook sneller op.
Medewerkers van de bureaus van de verenigingen zijn gemiddeld
genomen iets jonger van samenstelling dan de leden. Dit geldt niet voor
de algemeen besturen. De Babyboomers bezetten nog 56 procent van de
plekken en de Generatie YZ is in de ‘boardroom’ nog nauwelijks
aanwezig.
Werven en vasthouden van leden
Verenigingen vinden zichzelf beter in het vasthouden van nieuwe leden
dan in werven van leden. Maar ruim één op de vijf verenigingen zegt
goed te zijn in het werven van nieuwe leden en 37 procent zegt op dit
punt slecht tot matig te presteren. Ook bij het inspireren en verbinden
van leden zit verbeterpotentieel.
Seminars Sarah
Sladek in april
Internetenquête
ingevuld door 196
verenigingen
Helft heeft minder
dan 950 leden en is
behoorlijke
conjunctuurbestendig
Aantal betalende
leden in 2012 is per
saldo nog
toegenomen
Generatie X heeft
het grootste aandeel
onder de leden
Verenigingen
verjongen
mondjesmaat
Algemene besturen
worden
gedomineerd door
Babyboomers
Verenigingen zijn
beter in vasthouden
dan werven van
leden
8
Betrekken van jongeren bij de vereniging
Ongeveer een kwart van de verenigingen heeft een speciale sectie voor
jongere leden. Een derde van de verenigingen geeft aan speciale
activiteiten gericht op jongeren te ontplooien. Meer dan de helft van de
verenigingen geeft wel aan te worstelen met de wijze waarop men
jongere ondernemers bij de vereniging kan betrekken.
Toegevoegde waarde en verdienmodellen
Maar één procent van de verenigingen geeft aan uitstekend de
toegevoegde waarde van het lidmaatschap te kunnen overbrengen en
iets minder dan één derde vindt zich hier goed in. Lang niet alle
verenigingen die van mening zijn duidelijke strategische keuzes te
hebben gemaakt, slagen er ook in dit goed over het voetlicht bij de
leden te krijgen.
Bedenken van nieuwe lidmaatschap- en verdienmodellen is een aspect
waar meer dan de helft van de verenigingen zichzelf slecht tot matig op
vindt presteren.
Gebruik moderne ICT communicatiemiddelen
Verenigingen vinden zichzelf goed in het toepassen van moderne ICT
communicatiemiddelen. 84 procent van de verenigingen heeft een
afgeschermd gedeelte van de eigen website voor leden, 75 procent is
actief op Twitter en 65 procent heeft één of meer LinkedIn-groepen. De
toegevoegde waarde van het afgeschermde gedeelte van de website
voor leden, wordt als hoog ervaren.
Op dit moment maakt één op de vijf verenigingen gebruik van een eigen
community op internet. Degenen die dit doen zijn hier wel zeer
enthousiast over en beoordelen de toegevoegde waarde hiervan nog
hoger dan een afgeschermd deel van de website voor leden.
Samenwerking
Bijna driekwart overweegt in de toekomst nauwer te gaan samenwerking
met andere verenigingen. Het gaat hierbij vooral om samenwerking op
het terrein van belangenbehartiging, op enige afstand gevolgd door
samenwerking op secretariaatswerkzaamheden.
De helft worstelt
met de wijze waarop
jongeren betrokken
kunnen worden
Overbrengen
toegevoegde waarde
lidmaatschap blijft
een kunst
Nieuwe
lidmaatschaps- en
verdienmodellen nog
vooral een
vraagteken
Verenigingen vinden
zichzelf goed in het
toepassen van
moderne ICT
communicatiemiddel
en
eigen communities
hebben de meeste
toegevoegde waarde
73 procent
overweegt nauwere
samenwerking in de
toekomst
9
1 Inleiding
De werkvloer wordt op dit moment bevolkt door vier generaties. De
babyboomers (geboren tussen 1940 en 1964) gaan in de komende jaren
langzaam uitstromen. Generatie X (1965-1981) heeft inmiddels haar
plek gevonden en Generatie Y (1982-1995) probeert in het huidige gure
economische klimaat een plek te krijgen. Ten slotte, zet Generatie Z
(geboren na 1995) de eerste stappen op de arbeidsmarkt. Deze
generaties hebben allemaal andere karakteristieken, normen en
waarden, motivaties en verwachtingen. Wilden Babyboomers zich graag
verbinden en ergens bij horen, de XYZ generaties denken daar heel
anders over. Een vraagstuk waar verenigingen mee worstelen, gezien de
grote opkomst bij de twee seminars begin april die werden verzorgd
door Sarah Sladek (auteur van het boek ‘The end of membership als we
know it’).
Om de huidige situatie bij Nederlandse verenigingen in kaart te
brengen, heeft Panteia samen met VM een internetvragenlijst opgesteld.
De uitnodiging om deel te nemen is verzonden aan de deelnemers aan
de twee seminars en aan het VM bestand van directeuren/secretarissen
van verenigingen. Tevens is een link naar de vragenlijst geplaatst op de
website van VM. Uiteindelijk hebben bijna 200 verenigingen de
vragenlijst compleet ingevuld.
figuur 1.1 Aantal verenigingen dat de internetvragenlijst volledig heeft ingevuld naar
sector in procenten (n=196)
Bron: Panteia
In figuur 1.1 is de verdeling van de verenigingen naar sector
opgenomen. In de categorie overig zitten de verenigingen die niet naar
sector, maar bijvoorbeeld naar activiteit (bv. inkoop) zijn georganiseerd.
Eén op de vijf deelnemende verenigingen is actief in gezondheidszorg en
welzijn.
20%
13%
11%
11%
11%
10%
7%
6%
5%
5%
4%
4%
4%
3%
3%
3%
21%
Gezondheidszorg en welzijn
Cultuur, sport en recreatie
Not-for-profit dienstverlening
Bouw en bouwnijverheid
Zakelijke diensten
Industrie
Transport en vervoer
Detailhandel
Groothandel
Landbouw, bosbouw en…
Energie en milieu
Financiële dienstverlening
Persoonlijke dienstverlening
Communicatie
Onderwijs
Horeca
Overig
Vier generaties op
de werkvloer
Internetvragenlijst
is ingevuld door 196
verenigingen
10
11
2 Ontwikkeling ledenbestand
Aantal betalende leden
De ondervraagde verenigingen opereren op zeer verschillende schaal.
De kleinste vereniging (die mee heeft gedaan) heeft 15 betalende leden
en de grootste 4 miljoen. De helft van de verenigingen heeft minder dan
950 leden.
Ontwikkeling ledenbestand tussen 2007 tot en met 2012
Nederlandse verenigingen blijken redelijk conjunctuurbestendig te zijn.
Een derde van de verenigingen kende nog een groei van het aantal
leden in de afgelopen vijf jaar en bij een derde nam het aantal leden af.
Het zijn vooral de grotere verenigingen die onder druk staan. De
kleinere verenigingen lijken iets beter in staat om hun leden te blijven
binden en boeien.
figuur 2.1 Ontwikkeling van het aantal leden tussen 2007 en 2012 en in 2012 (n=196)
Bron: Panteia
Ontwikkeling ledenbestand in 2012
De situatie lijkt zich wel wat te verscherpen. In 2012 rapporteert 40
procent een ledenverlies en ongeveer 39 procent een ledenwinst. Het
aandeel verenigingen waar het aantal leden stabiel blijft, neemt af.
Het instroompercentage (aantal nieuwe leden gedeeld door het totaal
aantal leden) was in 2012 ruim 6,3 procent. Het uitstroompercentage
(aantal beëindigingen gedeeld door het aantal leden) was 5,7 procent.
Gemiddeld genomen is nog wel sprake van een lichte groei. Een
prestatie op zich in het huidige economische klimaat.
Verenigingen waar het aantal leden stijgt, hebben een instroom-
percentage van ruim 10 procent. Dit is meer dan twee keer zo hoog als
dat bij verenigingen waar het aantal leden stabiel blijft of daalt
(instroompercentage van ruim 4 procent). Verenigingen waar het aantal
leden daalt, hebben een uitstroompercentage dat twee keer zo hoog ligt
als bij de verenigingen met een stabiel of stijgend ledenbestand
(uitstroompercentage van ruim 4 procent).
31%
40%
34%
21%
34%
39%
2007 tot en met 2012
2012
Afgenomen Ongeveer gelijk Toegenomen
Helft verenigingen
heeft minder dan
950 leden
Nederlandse
verenigingen zijn
redelijk
conjunctuurbestendig
Verscherping
ontwikkeling in 2012
Instroompercentage
van nieuwe leden
van 6,3
Uitstroompercentage
van 5,7 procent
13
3 Samenstelling naar leeftijd
Generatie X maakt 45 procent van het ledenbestand uit
De Generatie X maakt inmiddels 45 procent van het ledenbestand van
verenigingen uit en overtroeft hiermee het aandeel van de
Babyboomers. De Generatie Y en Z heeft een aandeel van 14 procent in
het aantal leden. Bij verenigingen die in 2012 per saldo leden hebben
verloren is het aandeel Babyboomers hoger (47 procent). Bij
verenigingen die groeien is het aandeel van Generatie Y en Z bijna 16
procent en het aandeel Babyboomers 36 procent.
Ruim de helft van de nieuwe leden in 2012 kwamen uit de
leeftijdscategorie 30 tot 50 jarigen. Het aandeel van de Babyboomers in
de nieuwe leden is overigens nog hoger dan dat van de X en Y
generatie. Van de leden die hun lidmaatschap hebben beëindigd is 48
procent een Babyboomer, 15 procent van de beëindigers is jonger dan
30 jaar. Binden van de jongere leden is dan ook één van de
vraagstukken waar verenigingen een antwoord op moeten hebben.
figuur 3.1 Samenstelling ledenbestand verenigingen naar generatie en leeftijd (n=196)
Bron: Panteia
14%
22%
15%
17%
1%
45%
51%
37%
54%
43%
41%
27%
48%
30%
56%
Samenstelling ledenbestand
Instroom nieuwe leden
Uitstroom leden
Samenstelling bureau
medewerkers
Samenstelling dagelijks
bestuur
Jonger dan 30 jaar Ouder dan 50 jaar 30 tot 50 jaar
Generatie YZ Generatie X Babyboomers
Jonger dan 30 jaar Ouder dan 50 jaar 30 tot 50 jaar
Generatie YZ Generatie X Babyboomers
Aandeel Generatie X
van het aantal leden
is met 45 procent
het grootst
51 procent van de
nieuwe leden in
2012 behoort tot de
Generatie X
14
Samenstel l ing verenigingsbureau naar leeft i jd
De medewerkers bij de verenigingsbureaus zijn gemiddeld genomen wat
jonger dan de leden. Van de medewerkers behoort meer dan de helft tot
de Generatie X en 17 procent tot de generatie YZ. De Babyboomers zijn
hier op hun retour. Van de verenigingen die de vragenlijst hebben
ingevuld had de helft minder dan 10 medewerkers in dienst en driekwart
minder dan 25 medewerkers.
Samenstel l ing algemeen bestuur naar leeft i jd
Op bestuursniveau ziet de situatie er geheel anders uit. De
Babyboomers bezetten in de algemeen besturen nog 56 procent van de
plekken. Bij de helft van de ondervraagde verenigingen bestaat het
algemeen bestuur gemiddeld uit 8 leden. Bestuursleden onder de 30
jaar komen maar in zeer beperkte mate voor. Ruim de helft van de
verenigingen geeft ook aan (grote) moeite te hebben met het
interesseren van jongere leden voor een bestuursfunctie en is van
mening dat men hier maar matig tot slecht in presteert.
De bureaus van de
verenigingen zijn
gemiddeld genomen
van jonger van
samenstelling dan
de leden
Algemene besturen
worden nog
gedomineerd door
de Babyboomers
15
4 Werven en vasthouden van leden
Verenigingen vinden zichzelf beter in het vasthouden van nieuwe leden
dan in werven van leden. Maar ruim één op de vijf verenigingen zegt
goed te zijn in het werven van nieuwe leden en 37 procent zegt op dit
punt slecht tot matig te presteren.
figuur 4.1 Hoe goed is uw vereniging in: (n=196)
Bron: Panteia
Ook in het inspireren en verbinden van leden zit het nodige verbeter-
potentieel, evenals bij het actief luisteren en betrekken van de leden bij
de vereniging. Overigens geeft 13 procent van de ondervraagde
verenigingen aan dit laatste punt uitstekend georganiseerd te hebben.
6%
2%
1%
3%
31%
20%
22%
18%
41%
30%
35%
34%
20%
38%
33%
32%
2%
11%
9%
13%
Werven van nieuwe leden
Vasthouden van nieuwe leden
Inspireren en verbinden van
leden
Actief luisteren naar en
betrekken
van de leden bij de vereniging
Slecht Matig Voldoende Goed
Uit-
stekend
Verenigingen vinden
zichzelf beter in het
vasthouden van
nieuwe leden dan in
werven van leden
17
5 Betrekken van jongere leden
Betrekken van jongere leden bij de vereniging
Ongeveer een kwart van de verenigingen heeft een speciale sectie voor
jongere leden. Een derde van de verenigingen geeft aan speciale
activiteiten gericht op jongeren te ontplooien. Dit loopt van
bedrijfsbezoeken tot speciale netwerkbijeenkomsten en virtuele
netwerken en trainingen en cursussen.
Meer dan de helft van de verenigingen geeft wel aan te worstelen met
de wijze waarop men jongere ondernemers bij de vereniging kan
betrekken en geeft zich op dit punt geen voldoende.
figuur 5.1 Hoe goed is uw vereniging in: (n=196)
Bron: Panteia
Dit geldt in nog grotere mate voor de mate waarin verenigingen er in
slagen om jongeren te interesseren voor bestuursfuncties. Maar liefst 60
procent van ondervraagde verenigingen geeft zich op dit punt een slecht
tot matig als oordeel.
11%
12%
44%
48%
28%
25%
15%
12%
3%
3%
Betrekken van jongeren
bij de vereniging
Interesseren van jongeren
voor bestuursfuncties
Slecht Matig Voldoende Goed Uit-
stekend
Een kwart van de
verenigingen heeft
een speciale
sectie/afdeling voor
jongeren
Meer dan de helft
worstelt wel met
betrekken van
jongeren
En zeker met het
interesseren van
jongeren voor
bestuursfuncties
19
6 Toegevoegde waarde en
verdienmodellen
Overbrengen toegevoegde waarde
De mate waarin verenigingen erin slagen hun toegevoegde waarde over
te brengen op (potentiële) leden, wordt divers beantwoord. Maar 1
procent van de verenigingen geeft aan dit uitstekend te kunnen en iets
minder dan één derde vindt zich hier goed in. Eveneens één derde van
de verenigingen zegt hier matig tot slecht in te slagen.
Keuzes maken
Eén van de adviezen uit het boek van Sarah Sladek is als vereniging
duidelijke keuzes te maken van waar je als vereniging in wil uitblinken.
Op dit punt geven iets meer verenigingen aan dit uitstekend te kunnen.
Anderzijds geeft ook op dit punt één derde van de verenigingen aan dit
slecht of matig te doen.
Het kunnen overbrengen van de toegevoegde waarde en het maken van
keuzes zijn natuurlijk sterk met elkaar verbonden. Wel is het zo dat ook
de verenigingen die duidelijke keuzes hebben gemaakt er ook niet
allemaal in slagen dit goed over het voetlicht bij de leden te krijgen.
figuur 6.1 Hoe goed is uw vereniging in: (n=196)
Bron: Panteia
Bedenken van nieuwe l idmaatschap- en verdienmodellen is een
belangrijk vraagstuk
Een andere mogelijkheid om andere en jongere doelgroepen te
interesseren is het differentiëren in lidmaatschaps- en verdienmodellen.
54 procent van de ondervraagde verenigingen geeft zich op dit punt
een onvoldoende. Anderzijds zegt 4 procent hier uitstekend in te slagen.
Kortom, op dit terrein kunnen verenigingen nog wel het een en ander
van elkaar leren.
6%
3%
8%
27%
31%
46%
36%
34%
25%
30%
27%
17%
1%
5%
4%
Overbrengen van de
toegevoegde waarde
van het lidmaatschap aan
(potentiële) leden
Maken van keuzes over waar
de vereniging
echt in wil uitblinken
Nieuwe lidmaatschaps- en
verdienmodellen
Slecht Matig Voldoende Goed
Uit-
stekend
Overbrengen
toegevoegde waarde
lidmaatschap niet
voor alle
verenigingen even
makkelijk
Bedenken van
nieuwe
lidmaatschap- en
verdienmodellen is
een belangrijk
vraagstuk
21
7 ICT communicatiemiddelen
Toepassen van moderne ICT communicatiemiddelen
Een belangrijk hulpmiddel voor het bereiken van onder meer jongeren is
de inzet van moderne ICT communicatiemiddelen als blog’s, video’s,
social media en online communities. Op dit punt zijn verenigingen best
te spreken over de wijze waarop ze dit hebben opgepakt. Maar liefst 43
procent van de verenigingen kwalificeert zich als goed tot uitstekend op
dit terrein. Ongeveer een derde is overigens van mening dat ze dit
minder goed voor elkaar hebben.
figuur 7.1 Hoe beoordeelt u uw vereniging op het inzetten van moderne ICT
communicatiemiddelen? (n=196)
Bron: Panteia
Een groot deel van de verenigingen heeft extra content voor de leden op
een afgeschermd deel van de eigen website. Ook is driekwart van de
verenigingen actief op Twitter en is het zakelijke netwerk LinkedIn
populairder dan Facebook. Een minderheid publiceert blog’s of zet
video’s op Youtube. Eén op de vijf verenigingen maakt gebru ik van
andere of eigen online communities.
figuur 7.2 Aantal verenigingen dat gebruik maakt van moderne ICT communicatiemiddelen
in procenten (n=196)
Bron: Panteia
9% 23% 25% 30% 13% Inzetten van moderne
ICT middelen
Slecht Matig Voldoende Goed Uit-
stekend
20%
35%
40%
50%
65%
75%
84%
Andere/eigen online
community
YouTube
Blog(s)
(verenigingsaccount)
(verenigingsgroep(en))
Afgeschermd deel
website voor leden
Verenigingen vinden
zichzelf goed in het
toepassen van
moderne ICT
communicatie-
middelen
Afgeschermd deel
website voor leden
wordt het meest
toegepast
22
De zelf opgezette communities hebben wel de meeste toegevoegde
waarde voor de verenigingen gevolgd door het afgeschermde deel van
de eigen website. Ook Twitter en LinkedIn hebben als
communicatiekanalen richting de leden een behoorlijke toegevoegde
waarde. Dit geldt in mindere mate voor Facebook en de zelf
gepubliceerde blog’s.
figuur 7.3 Toegevoegde waarde van moderne ICT communicatiemiddelen voor
verenigingen in procenten (n=196)
Bron: Panteia
De bandbreedte van het aantal volgers op Twitter, LinkedIn, Facebook
en eigen online communities is groot. De helft van de verenigingen heeft
minder dan 1.000 volgers op Twitter, minder dan 500 connecties op
LinkedIn, minder dan 420 volgers op Facebook en minder dan 400 leden
van de eigen online community.
3%
3%
4%
5%
5%
2%
13%
13%
16%
14%
24%
21%
21%
33%
22%
46%
47%
64%
47%
49%
38%
48%
27%
31%
5%
26%
28%
17%
14%
8%
4%
2%
2%
Andere/eigen online
community
Afgeschermd deel website
voor leden
LinkedIn (eigen
verenigingsgroep(en))
YouTube
Facebook (eigen
verenigingsaccount)
Blog(’s)
Geen Gering Enige Veel
Zeer
veel
Zelf opgezette
communities hebben
de meeste
toegevoegde waarde
23
8 Samenwerking
Bijna driekwart van de verenigingen geeft aan in de komende jaren
nauwer te willen gaan samenwerken met andere verenigingen. Dit gaat
vooral plaatsvinden op het terrein van gezamenlijke
belangenbehartiging. Vier van de vijf verenigingen die aangeven nauwer
te willen samenwerken hebben dit op het oog. Dit heeft ongetwijfeld te
maken met de groeiende complexiteit van de samenleving en de
toenemende branchevervaging. Op de tweede plaats komt het
gezamenlijk uitvoeren van de secretariaatswerkzaamheden. Dit gaat
vooral plaatsvinden vanuit het oogpunt van efficiëntie en
kostenbesparingen.
figuur 8.1 Overweegt uw vereniging in de komende jaren nauwere samenwerking met
andere verenigingen? (n=196)
Bron: Panteia
Overigens geven enkele verenigingen aan nog een stap verder te willen
zetten in de samenwerking door met andere verenigingen te fuseren.
73%
83%
48%
38%
38%
34%
28%
24%
Overweegt samenwerking,
namelijk op:
Belangenbehartiging
Secretariaatswerkzaamheden
Individuele dienstverlening
aan leden
Delen van pand
Inkoop van diensten
ICT
Andere terreinen
Driekwart van de
verenigingen
overweegt nauwere
samenwerking in de
toekomst
Vooral op het terrein
van gezamenlijke
belangenbehartiging
Enkelen willen zelfs
fuseren
25
Bijlagen
Bijlage 1 Wat doet Panteia in branches en
sectoren?
26
Top Related