BVT Windpark Emlichheim
GmbH & Co. KG
Zetel van de vennootschap:
Begeleidende brief bij de vergunningsaanvraag Verklaring omtrent de overname van kosten Verzoek tot onmiddellijke uitvoering
Inhoudsopgave 1. Vergunningsaanvraag conform de Duitse federale wet inzake de
bescherming tegen emissies (BImSchG)
1.1 Vergunningsaanvraag
1.1.1 Locatie van het windpark
1.1.2 Bouwkosten
1.2 Korte beschrijving
2. Kaarten/plattegronden
2.1 Topografische kaart
2.2 Officiële kaart
2.3 Kadastrale kaart
2.4 Officieel meetplan
2.5 Uittreksel uit het geldige bestemmingsplan
3. Windturbine en bedrijf
3.1.1 Technische gegevens
3.1.2 Specificaties
3.1.3 Beschrijving van het fundament
3.1.4 Beschrijving van de toren
3.1.5 Prefab betontoren
3.1.6 Afmetingen van de gondel
3.1.7 Doorsnede van de gondel
3.1.8 Eigen behoefte
3.2 Opbouw van de windturbine
3.3 Bedrijfsgebouw
4. Emissies en immissies
4.1 Geluidsniveau
4.2 Formulier voor de geluidsemissie
4.3 Prognose voor de geluidsemissie
4.4 Analyse van de slagschaduw
BVT Windpark Emlichheim
GmbH & Co. KG
6. Veiligheid van de windturbine
6.1 Technische beschrijving van de veiligheid van de windturbine
6.2 Technische beschrijving van de bliksembeveiliging
6.3 Technische beschrijving van het ijsdetectiesysteem
7. Arbeidsveiligheid
7.1 Arbeidsveiligheid
7.2 Arbeidsveiligheid, bescherming van personen en brandbeveiliging
8. Bedrijfsinstelling
8.1 Maatregelen bij de bedrijfsinstelling
8.2 Raming van de ontmantelingskosten
8.3 Ontmantelingsverplichting
9. Afval
9.1 Hoeveelheid afval tijdens de opbouw
9.2 Hoeveelheid afval in de toren
9.3 Hoeveelheid afval na de inbedrijfstelling
9.4 Afvoer
11. Omgang met waterverontreinigende stoffen
11.1 Waterverontreinigende stoffen
11.2 Gegevensbladen over waterverontreinigende stoffen
12. Documenten bij de aanvraag van de omgevingsvergunning en
brandbeveiliging
12.1 Aanvraag van de omgevingsvergunning
12.1.1 Bewijs van bevoegdheid voor het indienen van een
omgevingsvergunning
12.2 Typekeuring
12.3.1 Brandbeveiliging
12.3.2 Brandbeveiligingsconcept 12.4 Berekening van de grensafstand
12.5 Vergunningsaanvragen luchtvaartobstakels
13. Natuur, landschap & bodembescherming
13.1 Formulier natuurbescherming
13.2 Vakartikel over broedvogels en gastvogels
13.3 Vakartikel over vleermuizen
14. Milieuverdraagzaamheid
14.1 Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschaps-
behoud
15. Expertiserapport turbulentie
16. Expertiserapport bouwgrond
BVT Windpark Emlichheim
GmbH & Co. KG
1.2 Korte beschrijving van het project
BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG, vertegenwoordigd door de beherende vennoot, BVT Energie
Anlagen GmbH, is initiatiefnemer voor de opbouw van 6 windturbines in de deelgemeente Laar (perceel
105, 106 en 107) in het gemeentelijke samenwerkingsverband Emlichheim in het district Grafschaft
Bentheim. Het windpark zal ten noordoosten van het dorp Emlichheim ontstaan. De 10 aanwezige
windturbines van het type Tacke TW 1.5s (GE Wind) zullen, op twee windturbines na, tot de voltooiing
van de werkzaamheden in het kader van de opbouw van de nieuwe windturbines ontmanteld worden.
1.2.1 Regionale ruimtelijke ordening en bestemmingsplan
Voor het opstellen van de regionale programma's voor de ruimtelijke ordening, in de Duitse deelstaat
Nedersaksen "Regionale Raumordnungsprogramme" (afkorting: RROP) genoemd, zijn de districten
evenals de regio Hannover en het samenwerkingsverband regio Braunschweig als bevoegde instantie
voor de regionale planning verantwoordelijk. Dienovereenkomstig heeft het district Grafschaft
Bentheim in 2001 een regionaal programma voor de ruimtelijke ordening opgesteld dat sinds 2002 van
kracht is. Dit regionale programma voor de ruimtelijke ordening bevat echter geen gedetailleerde
bepalingen en afzonderlijk aangewezen gebieden voor de opwekking van energie met behulp van
windturbines, en is dientengevolge niet relevant voor de planning van windturbines. Met de
actualisering van het regionale programma voor de ruimtelijke ordening werd in 2012 begonnen. Het
bijgewerkte programma dient gedetailleerde informatie over de opwekking van energie met behulp van
windturbines alsmede over voorkeursgebieden te bevatten, dient bij de planning echter geen
marktafschermende effecten te hebben. Het geactualiseerde regionale programma voor de ruimtelijke
ordening wordt momenteel niet voor 2018 verwacht.
Van doorslaggevend belang voor de planning van de locatie van het project is het gemeentelijke
bouwbeleid met het bestemmingsplan van het gemeentelijke samenwerkingsverband Emlichheim
(stand 14 november 2014).
Afbeelding 01: Fragment uit het bestemmingsplan van het gemeentelijke samenwerkingsverband
Emlichheim voor het windpark Emlichheim Nord.
BVT Windpark Emlichheim
GmbH & Co. KG
1.2.2 Informatie over de windturbine
De initiatiefnemer van het project is voornemens 6 windturbines van de firma ENERCON van het type E-
115-1 G2 op te bouwen. Bij dit type windturbine gaat het om een windturbine met driebladige rotor,
actieve bladverstelling (pitchregeling), bedrijf met een variabel toerental en een nominaal vermogen van
3000 kW. De windturbine heeft een rotordiameter van 115,71 m en een naafhoogte van 149,08 m. De
totale hoogte van de windturbine bedraagt 206,86 m vanaf de bovenkant van het terrein.
Na beëindiging van de startprocedure van de E-115-1 G2 draait de windturbine in automatisch bedrijf
(normaal bedrijf). Tijdens bedrijf worden de windkarakteristieken continu berekend en worden het
rotortoerental, de bekrachtiging van de generator en het vermogen van de generator geoptimaliseerd.
De gondelpositie wordt dienovereenkomstig aangepast aan de windrichting en alle sensortoestanden
worden geregistreerd. Bij windsnelheden van minder dan 2,5 m/s kan geen stroom in het
elektriciteitsnet worden gevoed. De windturbine bevindt zich in dit geval in schommelbedrijf. Dit
betekent, dat de rotorbladen zoveel mogelijk uit de wind zijn gedraaid en de rotor langzaam draait of bij
volledige windstilte stil blijft staan. Vanaf een windsnelheid van 2,5 m/s en < 12 m/s draait de
windturbine in deellastbedrijf. Hierbij wordt het maximaal mogelijke vermogen aan de wind onttrokken.
Op of boven een windsnelheid van 12 m/s houdt de windturbine in vollastbedrijf het toerental van de
rotor door middel van de bladverstelling op de nominale waarde (ca. 12,4 omw./min.), en beperkt
hierdoor het vermogen tot de nominale waarde van 3000 kW. Vanaf een windsnelheid van 28 m/s
treedt de stormregeling in werking.
De windturbine E115-1 G2 beschikt over diverse veiligheidstechnische inrichtingen die de windturbine
continu in een veilig bedrijfsbereik houden. Naast de componenten voor een veilige stop van de
windturbines maakt ook een complex sensorsysteem deel uit van de veiligheidstechnische inrichtingen.
Dit sensorsysteem registreert continu alle relevante bedrijfstoestanden van de windturbine, en stelt
deze informatie via het afstandbewakingssysteem ENERCON SCADA ter beschikking. Als
veiligheidsrelevante bedrijfsparameters zich buiten een toegestaan bereik bevinden, draait de
windturbine met een gereduceerd vermogen of wordt de windturbine stopgezet.
Parameters van de windturbine ENERCON E-115-1 G2:
Nominaal vermogen: 3,0 MW
Naafhoogte: 149 m
Rotordiameter: 115 m
Toren: Prefab betontoren met stalen sectie
Fundamentoppervlak: 452 m²
De windturbine ENERCON E-115-1 G2 beschikt over een systeem voor de netaansluiting. Met behulp van
dit systeem wordt de door de generator opgewekte elektrische energie overeenkomstig de
voorschriften van de elektriciteitsbedrijven omgezet in wisselstroom.
Het gemiddelde benodigde oppervlak inclusief stelvlak van de kraan bedraagt ca. 3.517 m² per
windturbine.
BVT Windpark Emlichheim
GmbH & Co. KG
1.2.3 Infrastructuur en ontsluiting
Het aangewezen gebied wordt via de rijksweg B403 en de Volzeler Feldweg ontsloten. De aanwezige
landbouwwegen zorgen voor de verdere ontsluiting van het gebied.
De aansluiting op het elektriciteitsnet van Westnetz wordt tot stand gebracht via een
transformatorstation. Tussen de windturbines en het netknooppunt worden ondergrondse 30 kV-kabels
geplaatst.
1.2.4 Brandbeveiliging
Voor de windturbines van ENERCON is een uitgebreid veiligheidsconcept opgesteld.
De brandweer kan de windturbines in geval van brand via de uitgebouwde toegangswegen goed bereiken.
1.2.5 Emissies
Met betrekking tot de geluidsisolatie is een geluidstechnisch onderzoek bijgevoegd dat de naleving van
de immissiegrenswaarden aantoont. De geplande 6 windturbines zijn, met het oog op de geluidsisolatie
en met inachtneming van de Duitse norm inzake geluidshinder (TA-Lärm), vergunningsplichtig.
In het kader van de regelmatig uit te voeren onderhoudswerkzaamheden dient de exploitant er zorg
voor te dragen dat de door het bedrijf van de windturbines veroorzaakte veranderingen van de
emissiewaarden snel vastgesteld en zo spoedig mogelijk verholpen worden. Indien tijdens de
bedrijfsduur van ca. 20 jaar onverwachts een overschrijding van de immissierichtwaarden wordt
vastgesteld, dient een wijziging c.q. aanpassing van de besturing van de turbine (beperking van het
maximale nominale vermogen c.q. reductie van het toerental van de rotor) op korte termijn uitkomst te
bieden tot andere, emissieverlagende maatregelen van technische aard gerealiseerd kunnen worden.
Om aan te tonen dat de aanbevolen richtwaarde voor de slagschaduw van 30 uur per jaar c.q. 30
minuten per dag met betrekking tot de invloed hiervan op woon- en kantoorruimten wordt
aangehouden, is een prognose bijgevoegd. In geval van een overschrijding van deze waarden zorgt een
in de windturbine gemonteerd en dienovereenkomstig geprogrammeerd automatisch
uitschakelsysteem ervoor dat de richtwaarden aangehouden worden.
1.2.6 Milieuvriendelijkheid en milieueffectbeoordeling
In verband met de voor de opbouw en het bedrijf van het windpark onvermijdbare ingrepen in natuur
en landschap alsook met het oog op de hieruit voortvloeiende compensatie- en herstelmaatregelen
wordt aan het voorstel een milieueffectrapport toegevoegd. In dit milieueffectrapport worden de
belangen van de bescherming van natuur en landschap uitgebreid onderzocht en worden de
vermoedelijke effecten op de relevante beschermde gebieden bepaald en beoordeeld. De reikwijdte van
het onderzoek is inhoudelijk en ruimtelijk o.a. op 29 februari 2016 in het kader van een verkennende
bijeenkomst vastgelegd.
In algemene zin dient opgemerkt te worden dat de door de opschaling van het windpark Emlichheim
Nord veroorzaakte ingrepen in natuur en landschap door de in het expertiserapport genoemde
maatregelen gecompenseerd kunnen worden. Het aanhouden van de wettelijke immissiegrenswaarden
BVT Windpark Emlichheim
GmbH & Co. KG
ter bescherming van personen tegen de door de windturbines veroorzaakte milieueffecten is
gewaarborgd.
17 juni 2016
Repowering Windpark Emlichheim-Nord
in het gemeentelijke samenwerkingsverband Emlichheim,
district Grafschaft Bentheim
Milieueffectrapport
met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud
Aanvrager:
BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG
Tölzer Straße 2
82031 Grünwald
Duitsland
Dense & Lorenz
Büro für angewandte Ökologie
und Landschaftsplanung
Herrenteichsstraße 1
49074 Osnabrück
Duitsland
Tel. : (+49) 0541 / 27233 Fax : (+49) 0541 / 260902
Aanvrager: BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG
Tölzer Straße 2
82031 Grünwald
Duitsland
Auteur: Dense & Lorenz
Büro für angewandte Ökologie und Landschaftsplanung GbR
Herrenteichsstraße 1
49074 Osnabrück
Duitsland
Tel.: (+49) 0541 - 27233 | Fax: (+49) 0541 - 260902
Bewerking: Dipl.-Ing. Kay Lorenz (projectleiding)
Dipl.-Biol. Carsten Dense (fauna)
M. Eng. Eileen Müller (GIS)
Bron kaarten : Uittreksel uit de geografische basisgegevens van het Nedersaksische
Kadaster (Niedersächsische Vermessungs- und Katasterverwaltung), © 2016
Osnabrück, 17 juni 2016
Dipl.-Ing. Kay Lorenz
Landschaftsarchitekt bdla
BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord
Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud
Dense & Lorenz GbR 2
0 Niet-technische samenvatting
0.1 Resultaten van het milieueffectrapport
Naar aanleiding van de formele vergunningsprocedure met openbare bekendmaking conform § 4 in
verbinding met § 10 van de Duitse federale wet inzake de bescherming tegen emissies (Bundes-
Immissionsschutzgesetz, BImSchG) dient een milieueffectrapport (MER) opgesteld te worden. De
aanvrager van de vergunning, BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG, legt hiermee en in
overeenstemming met § 6 van de Duitse wet inzake milieueffectrapportages (Gesetz über die
Umweltverträglichkeitsprüfung, UVPG) de hiervoor relevante documenten met betrekking tot de
milieueffecten bij aanvang van de procedure voor.
Het projectgebied bevindt zich nabij de Nederlandse grens. Dientengevolge reiken enkele effecten van
het project tot op het Nederlandse grondgebied. In het bijzonder geldt dit voor de te beschermen
aspecten fauna (soortengroepen vogels en vleermuizen, biologische diversiteit), landschap (visuele
effecten) en mens (huisvesting, leefomgeving, landschappelijk herstel). In het kader van de
beschouwing van de te beschermen aspecten worden de inventarisatie alsmede de prognose van de
effecten derhalve zowel voor het Duitse als voor het Nederlandse effectgebied verricht. De samenvatting
van de te verwachten grensoverschrijdende milieueffecten van het project kan worden geraadpleegd
onder punt 0.2.
Projectbeschrijving:
BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG is voornemens zes nieuwe windturbines in de gemeente Laar
(gemeentelijk samenwerkingsverband Emlichheim in het district Grafschaft Bentheim) op te bouwen en te
exploiteren. In het kader van dit project dienen acht reeds bestaande windturbines ontmanteld te worden.
Twee windturbines zullen verder worden geëxploiteerd (zie kaart 1).
Voor het project zullen windturbines van het type E-115 van ENERCON worden gebruikt met een
naafhoogte van 149 meter, een rotordiameter van 115 meter en een totale hoogte van 206,50 meter. De
geplande windturbines beschikken over een vermogen van elk maximaal 3 MW. De reeds aanwezige
windturbines van het type Tacke met een naafhoogte van 85 m hebben een vermogen van elk maximaal
1,5 MW, zodat het windpark in staat is om een totaal maximaal vermogen van 21 MW op te wekken.
Milieueffecten, preventie, compensatie:
Naast een milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud zijn, met het oog op de van
toepassing zijnde soortenbescherming, aan de vergunningsaanvraag onder andere een vakartikel over
broed- en gastvogels (MOORMANN 2016) en een vakartikel over vleermuizen (DENSE & LORENZ 2016)
toegevoegd. Het onderhavige rapport heeft betrekking op deze documenten, de relevante uitspraken met
betrekking tot de soortenbescherming en de vereiste preventieve maatregelen worden eveneens
behandeld en toegelicht.
Voor de opbouw van de windturbines wordt primair intensief bewerkt akkerland en grasland gebruikt. Door
de fundamenten van de windturbines alsmede door de toegangswegen en de stelvlakken van de kranen
worden bepaalde delen van het oppervlak continu belast. De aan te brengen fundamenten zorgen voor
een volledige verzegeling van de grond. De stelvlakken van de kranen en de toegangswegen daarentegen
worden met een waterdoorlatend mineraal mengsel verhard.
BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord
Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud
Dense & Lorenz GbR 3
Mogelijke verboden handelingen met betrekking tot de regelgeving inzake de soortenbescherming
kunnen door de realisatie van geschikte maatregelen worden verholpen. Hiertoe behoren onder andere
tijdelijk begrensde uitschakeltijden (vleermuizen) en tijdelijke regelingen voor de uitvoering van
bouwwerkzaamheden (vleermuizen, vogels). De met de realisatie van het project gepaard gaande
habitatverliezen en verstoringen van vogels worden door soortspecifieke onderhoudsmaatregelen en de
aanleg van grasland gecompenseerd. Hiervoor is een oppervlak van 2 ha op een afstand van ca. 1.000
meter beschikbaar.
Bij het onderzochte gebied betreft het geen Natura 2000-gebied. Het dichtstbijzijnde habitat-
/vogelbeschermingsgebied is het Natura 2000-gebied 033 "Bargerveen" (nummer NL2000002 (VR) +
NL2000002 (HR)) op Nederlands grondgebied, dat zich op een afstand van ca. 11 km ten noordoosten
van de projectlocatie bevindt.
Het noordelijke deelgebied van de voorkeurslocatie is op regionaal niveau van betekenis voor
broedvogels, het zuidelijke deelgebied is op lokaal niveau van betekenis. De onderzochte locaties ten
noordoosten van de Grens Aa (Nederland) zijn op nationaal niveau van betekenis, de locaties ten
noordwesten van de Grens Aa zijn op lokaal niveau van betekenis. De deelgebieden aan weerszijden van
het westelijke gedeelte van het Coevorden-Piccardiekanaal zijn op regionaal niveau van betekenis.
Voor gastvogels zijn delen ten noorden van de Grens Aa, voornamelijk bestaande uit agrarische gebieden
c.q. landbouwgrond, op regionaal niveau van betekenis voor kieviten en zilverreigers. Een deelgebied ten
zuidoosten van de voorkeurslocatie is op lokaal niveau van betekenis voor de toendrarietgans. De
betekenis van de overige oppervlakken van het onderzochte gebied, in het bijzonder de volledige
voorkeurslocatie, dient lager ingeschaald te worden.
In het onderzochte gebied kon de aanwezigheid van minimaal zes vleermuissoorten worden aangetoond.
Hierbij dient met name op de aantoonbare aanwezigheid van de kleine dwergvleermuis gewezen te
worden. De onderzoeken toonden een vrij geringe vleermuisactiviteit aan, lokaal kon echter ook, met
name bij verticale structuren, een verhoogde activiteit van enkele vleermuissoorten worden vastgesteld.
De met het project gepaard gaande effecten op het te beschermen aspect fauna worden, in het bijzonder
met betrekking tot de verstoring en het verlies van habitats voor weidevogels en tot het significant
verhoogde sterfterisico voor vleermuis- en vogelsoorten als gevolg van aanvaringen, als wezenlijk
ingeschat.
Onder dien voorwaarde dat de preventieve maatregelen voor vleermuizen en vogels worden
gerealiseerd, worden de met het project gepaard gaande milieueffecten op deze soortengroepen als niet
wezenlijk in de zin van de Duitse wet inzake milieueffectrapportages (Gesetz über die
Umweltverträglichkeitsprüfung, UVPG) beoordeeld. Evenmin is er sprake van wezenlijke beperkingen met
betrekking tot de natuurcompensatieregeling.
Aan het bouwproject zijn bijkomende milieueffecten verbonden. Vanwege het onvermijdbare landgebruik
en het verlies van biotopen zijn naast het te beschermen aspect fauna ook de te beschermen aspecten
bodem en flora betroffen. Bij de opbouw van de windturbines worden de te beschermen aspecten bodem
en flora met een totaal oppervlak van 3,32 hectare belast. Een bodemoppervlak van 2.712 m² wordt door
de aan te brengen fundamenten van de windturbines volledig verzegeld, een oppervlak van 30.516 m²
wordt gedeeltelijk verzegeld voor de aanleg van nieuwe toegangswegen en stelvlakken. Na aftrek van de
door de ontmanteling van acht reeds bestaande windturbines ontstaande oppervlakken is er sprake van
een uitbreiding van het (gedeeltelijk) verzegelde oppervlak met 1,82 hectare.
BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord
Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud
Dense & Lorenz GbR 4
De compensatiebehoefte voor het te beschermen aspect bodem komt voor de zes windturbines overeen
met een totaal oppervlak van 8.343 m². Voor het te beschermen aspect flora ontstaat dientengevolge een
compensatiebehoefte van 7.926 m². Deze compensatie wordt gerealiseerd door het behoud en de
extensieve beweiding van grasland in de nabijheid van water op perceel nummer 3, kavel 104 in de
deelgemeente Laar. De installatie van vier buizensystemen voor de toegangswegen leidt, in
overeenstemming met de natuurcompensatieregeling, tot compensatieplichtige maatregelen voor het te
beschermen aspect bodem. De compensatie geschiedt in het kader van de hierboven genoemde
maatregelen.
Aanvullend moeten struik-/boomhagen over een lengte van 143 meter vervangen worden. In samenspraak
met de stichting natuurbescherming Grafschaft Bentheim wordt, ten behoeve van een functionele
compensatie, een haagbeplanting op een alternatieve locatie uitgevoerd. De beraamde kosten worden
door de aanvrager overgenomen.
Met betrekking tot het te beschermen aspect water komt het door ontwateringsmaatregelen in de
bouwputten tijdens de bouwfase van de zes windturbines tot tijdelijke, niet wezenlijke dalingen van het
grondwaterniveau in de omgeving van de locatie van de windturbines.
De bouw van de meer dan 200 meter hoge windturbines zal het karakter van het landschap veranderen
en zodoende tot beperkingen van het landschapsgezicht leiden. De te verwachten milieueffecten worden
op basis van de richtlijn inzake natuurbescherming en windenergie (Naturschutz und Windenergie) van
de provincieraden van de deelstaat Nedersaksen (NLT 2014) bepaald. Hierbij wordt rekening gehouden
met reeds aanwezige windparken in het effectgebied van het projectoppervlak (ca. 3 km). Door het
project zullen landschappelijke eenheden beperkt worden die over een zeer geringe, een geringe of een
gemiddelde landschappelijke waarde (waardeniveau) beschikken. Er zijn geen beschermde landschappen
of gebieden betroffen die van bijzondere betekenis zijn voor het landschapsgezicht. Aangezien reeds
windturbines aanwezig zijn, is er sprake van een voorbelasting van het landschap. Het project veroorzaakt
daarom geen wezenlijke nadelige milieueffecten in de zin van de Duitse wet inzake
milieueffectrapportages (Gesetz über die Umweltverträglichkeitsprüfung, UVPG) die verder reiken dan
de gebruikelijke omvang van de projectspecifieke milieubeperkingen van een windpark . In de zin van de
natuurcompensatieregeling dient van wezenlijke beperkingen van het landschapsgezicht uitgegaan te
worden. De functieverliezen die verband houden met het project, worden in het kader van de
natuurcompensatieregeling in aanmerking genomen en gecompenseerd.
Naar opvatting van de provincieraden van de Duitse deelstaat Nedersaksen (NLT 2014) is een
compensatie c.q. een landschappelijke herstructurering (zie § 15, lid 2 van de Duitse federale wet inzake
natuurbescherming (BNatSchG)) van de wezenlijke beperkingen van het landschapsgezicht gezien de
geselecteerde bouwhoogten en de hiermee gepaard gaande impact van windturbines niet mogelijk.
Wezenlijke beperkingen van het landschapsgezicht worden derhalve gecompenseerd door middel van
een vergoeding conform § 15, lid 6 van de Duitse federale wet inzake natuurbescherming (BNatSchG).
Met inachtneming van het vastgelegde percentage van de vergoeding voor wezenlijke beperkingen van
het landschapsgezicht (1,08 % van de investeringskosten) bedraagt het totaal voor alle zes windturbines
€ 400.041,00. Voor één windturbine bedraagt het aandeel € 66.673,00.
BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord
Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud
Dense & Lorenz GbR 5
Aanzienlijke effecten op het te beschermen aspect mens kunnen worden uitgesloten. Ter beoordeling van
de visuele effecten (slagschaduw, lichtreflecties, optische overlast) en de geluidsemissies zijn
afzonderlijke onderzoeken uitgevoerd (E-WIKOM GMBH 2016a+b; DENSE & LORENZ 2016). Dankzij
geschikte maatregelen (uitschakeling van de windturbine 's nachts) kunnen de wettelijke richt- en
grenswaarden met betrekking tot gebruik in kwetsbare omgevingen aangehouden worden. Bovendien
kan ervan worden uitgegaan dat de geplande windturbines de recreatieve functie van het gebied, dat
voornamelijk agrarisch gebruikt wordt en verkeersinfrastructureel vrijwel niet ontsloten is, niet wezenlijk
zullen beperken.
Wezenlijke effecten op de te beschermen aspecten klimaat en lucht kunnen worden uitgesloten.
Archeologische monumenten of vindplaatsen in de omgeving van de projectlocatie zijn niet bekend. De
voorschriften van de Duitse Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (Denkmalschutzbehörde) met
betrekking tot de meldingsplicht bij archeologische vondsten tijdens de graafwerkzaamheden worden
tijdens de planning en de uitvoering in acht genomen en behartigd (te beschermen aspecten
cultuurgoederen en overige materiële goederen).
Conclusie:
Geen van de vastgestelde milieueffecten vormt een dusdanige wezenlijke beperking dat de
milieuverdraagzaamheid van het project in het geding komt. De effecten kunnen door geschikte
preventieve, compenserende en vervangende maatregelen gecompenseerd worden, waardoor de
milieuverdraagzaamheid op basis van het deskundigenoordeel gewaarborgd is.
Met het oog op de bescherming tegen emissies dient de aanvrager in het kader van de
vergunningsprocedure aan te tonen dat aan de randvoorwaarden met betrekking tot de projectrealisatie
en de vermijding c.q. beperking evenals de compensatie van de milieueffecten, die voortvloeien uit het
milieueffectrapport en het begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud, wordt voldaan.
BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord
Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud
Dense & Lorenz GbR 6
0.2 Grensoverschrijdende te verwachten milieueffecten van het project
Projectbeschrijving:
BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG is voornemens zes nieuwe windturbines in de gemeente Laar
(gemeentelijk samenwerkingsverband Emlichheim in het district Grafschaft Bentheim) op te bouwen en te
exploiteren. In het kader van dit project zullen acht bestaande windturbines ontmanteld worden. Twee
windturbines zullen verder worden geëxploiteerd (zie kaart 1).
Voor het project zullen windturbines van het type E-115 van ENERCON worden gebruikt met een
naafhoogte van 149 meter, een rotordiameter van 115 meter en een totale hoogte van 206,50 meter. De
geplande windturbines beschikken over een vermogen van elk maximaal 3 MW. De reeds aanwezige
windturbines van het type Tacke met een naafhoogte van 85 meter hebben een vermogen van elk
maximaal 1,5 MW. Het windpark is in staat om een totaal maximaal vermogen van 21 MW op te wekken.
Samenwerking bij de uitvoering van grensoverschrijdende milieueffectrapportages:
In de gemeenschappelijke verklaring inzake de samenwerking bij de uitvoering van grensoverschrijdende
milieueffectrapportages en grensoverschrijdende strategische milieubeoordelingen in de Duits-
Nederlandse grensregio door het Nederlandse Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het Duitse
Ministerie van Milieu, Natuurbescherming en Nucleaire Veiligheid (Bundesministerium für Umwelt,
Naturschutz und Reaktorsicherheit der Bundesrepublik Deutschland) uit 2013 is vastgelegd dat de
betrokkenheid van de openbaarheid van het betroffen buurland op basis van geschikte documenten
gerealiseerd dient te worden die, indien toepasbaar, een eigen paragraaf "Grensoverschrijdende te
verwachten milieueffecten van het project" bevatten.
Het projectgebied bevindt zich nabij de Nederlandse grens. Derhalve reiken enkele effecten van het
project tot op het Nederlandse grondgebied. Dit geldt in het bijzonder voor de te beschermen aspecten
fauna (soortengroepen vogels en vleermuizen, biologische diversiteit), landschap (visuele effecten) en
mens (huisvesting, leefomgeving, landschappelijk herstel). In het kader van de beschouwing van de te
beschermen aspecten worden de inventarisatie alsmede de prognose van de effecten derhalve zowel
voor het Duitse als voor het Nederlandse effectgebied verricht.
Beschermde gebieden in het Nederlandse deel van het onderzochte gebied
In het onderzochte deelgebied op Nederlands grondgebied konden geen Europese of nationale
beschermde gebieden vastgesteld worden. Het dichtstbijzijnde habitat-/vogelbeschermingsgebied is het
Natura 2000-gebied 033 "Bargerveen" (nummer NL2000002 (VR) + NL2000002 (HR)), dat zich op een
afstand van ca. 11 km ten noordoosten van de projectlocatie bevindt. Hierbij gaat het om een hervernat
hoogveengebied met waardevolle flora en vogelpopulaties.
Het gebied maakt bovendien deel uit van de Nederlandse "Ecologische Hoofdstructuur". De EHS, een
centraal onderdeel van de Nederlandse natuurbeschermingsstrategie, beschrijft het idee van een
landelijk en samenhangend netwerk van natuurgebieden, dat belangrijke biotopen met elkaar dient te
verbinden.
Negatieve effecten op het te verwezenlijken beschermingsdoel van het bovengenoemde Europese
vogelbeschermingsgebied (zie punt 1.4.3) door de windturbines zelf of door het bedrijf hiervan kunnen
niet uit de onderzoeken worden herleid.
Voor het Nederlandse deel van het onderzochte gebied van het Windpark Emlichheim Nord is in het
geoportaal van de provincie Drente de volgende verwijzing naar het belang als gebied voor weidevogels
te vinden: "gebied van belang voor weidevogels (stand 20 november 2008). Status: compleet".
BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord
Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud
Dense & Lorenz GbR 7
Te beschermen aspect dier:
In het kader van karteringen konden in het onderzochte gebied minstens 6 vleermuissoorten, 72
broedvogelsoorten en 20 gastvogelsoorten in kaart worden gebracht. Met betrekking tot de vogelsoorten
kan vastgesteld worden dat 53 van de 72 geregistreerde broedvogelsoorten in het onderzochte gebied
niet betroffen zijn. De onderzochte gebieden ten noordoosten van de Grens Aa (Nederland) zijn op
nationaal niveau van betekenis voor broedvogels, verder in westelijke richting zijn de gebieden slechts op
lokaal niveau van betekenis. Van waarde zijn hier de aanwezige populaties van grutto's, wulpen,
kieviten en veldleeuweriken. Voor gastvogels zijn delen ten noorden van de Grens Aa, voornamelijk
bestaande uit agrarische gebieden c.q. landbouwgrond, op regionaal niveau van betekenis voor kieviten en
zilverreigers (zie kaart 3 in bijlage 2).
Vogelsoorten met een verhoogde aanvaringskans zijn naast de veldleeuwerik veertien van de
aangetoonde gastvogelsoorten (zie tabel 12 en MOORMANN 2016). De realisatie van geschikte preventieve
maatregelen leidt echter tot een daling van het aanvaringsrisico tot onder de soortspecifieke significante
drempels.
Aanleg en gebruik van de toegangswegen en van de windturbines kunnen bovendien tot habitatverliezen
en verstoringen van vogels leiden. Om een verslechtering van de behoudenswaardige toestand van de
betroffen populaties te vermijden, worden ook te dezer zake geschikte maatregelen genomen. In het
bijzonder worden, ten behoeve van een duurzaam behoud van de lokale populatie van de kievit, voor
twee gedevalueerde gebieden geschikte compensatiegebieden beschikbaar gesteld (zie punt 5.2 en
5.4.5).
In het onderzochte gebied kon de aanwezigheid van minstens zes vleermuissoorten worden aangetoond.
De onderzoeken in een omtrek van 1.000 meter aan Nederlandse kant toonden een zeer geringe
totale activiteit. Er konden in totaal vier baltsplaatsen van de ruige dwergvleermuis, een vleermuissoort
met een hoger aanvaringsrisico, gedocumenteerd worden. In de omgeving van de Grens Aa kon bij wijze
van uitzondering ook een hogere intensiteit van vliegbewegingen van dwergvleermuis en
breedvleugelvleermuis worden vastgesteld. De significante verhoging van het sterfterisico voor
dwergvleermuizen, ruige dwergvleermuizen en rosse vleermuizen door een aanvaring / barotrauma
vormt het fundament voor de toepassing van geschikte preventieve maatregelen. Voor deze soorten kan
het aanvaringsrisico dankzij de vastlegging van uitschakeltijden tot onder de significante drempel
verlaagd worden.
Te beschermen aspect mens inclusief menselijke gezondheid:
Als door het milieu veroorzaakte effecten op de mens dienen in eerste instantie mogelijke beperkingen van
de gezondheid beschouwd te worden. Hierbij wordt de nadruk gelegd op geluidsemissies en optische
beperkingen (slagschaduw, lichtreflecties, dagbebakening, gevarenbebakening, optische overlast).
Wezenlijke effecten op het te beschermen aspect mens kunnen worden uitgesloten. Ter beoordeling van
de visuele effecten en de geluidsemissies werden onderzoeken uitgevoerd (E-WIKOM GMBH 2016a+b;
DENSE & LORENZ 2016). Voor emissiepunten op Nederlands grondgebied zijn vanuit geluidstechnisch
oogpunt geen aanvullende maatregelen noodzakelijk om aan de wettelijke richt- c.q. grenswaarden te
voldoen. Het dichtstbijzijnde woongebouw bevindt zich op een afstand van ca. 1.000 meter van
windturbine 01.
Bovendien kan ervan worden uitgegaan dat de geplande windturbines de recreatieve functies van het
gebied, dat voornamelijk agrarisch gebruikt wordt en verkeersinfrastructureel vrijwel niet ontsloten is, niet
wezenlijk zullen beperken.
BVT Windpark Emlichheim GmbH & Co. KG - Repowering Windpark Emlichheim-Nord
Milieueffectrapport met begeleidingsplan inzake het landschapsbehoud
Dense & Lorenz GbR 8
Te beschermen aspecten cultuurgoederen en overige materiële goederen
De uitspraken voor de ten noorden van de Grens Aa gelegen gebieden van de Nederlandse gemeente
Coevorden zijn ontleend aan het bestemmingsplan voor het buitengebied van de gemeente Coevorden
(zie afbeelding 6). De doelstelling met primaire betekenis is in kleinere gebieden het behoud en de
bescherming van archeologische waarden, bijv. van oude voorden, zandduinen of uitblazingen. In zijn
geheel bestaat een overlappende preventieve functie voor archeologische waarden. Met betrekking tot
de aanwezige archeologische waarden zijn geen grensoverschrijdende milieueffecten te verwachten.
Te beschermen aspect landschap:
De bouw van de meer dan 206 meter hoge windturbines zal het karakter van het landschap veranderen
en zodoende tot beperkingen van het landschapsgezicht leiden. De te verwachten milieueffecten worden
op basis van de richtlijn inzake natuurbescherming en windenergie (Naturschutz und Windenergie) van de
provincieraden van de deelstaat Nedersaksen (NLT 2014) bepaald. Hierbij wordt rekening gehouden met
reeds aanwezige windparken in het effectgebied van het projectoppervlak (ca. 3 km).
Door het project zullen landschappelijke eenheden beperkt worden die over een zeer geringe, een
geringe of een gemiddelde landschappelijke waarde (waardeniveau) beschikken. Er zijn geen beschermde
landschappen of gebieden betroffen die van bijzondere betekenis zijn voor het landschapsgezicht.
Aangezien reeds windturbines aanwezig zijn, is er sprake van een voorbelasting van het landschap. Het
project veroorzaakt daarom geen wezenlijke nadelige milieueffecten in de zin van de Duitse wet inzake
milieueffectreportages (Gesetz über die Umweltverträglichkeitsprüfung, UVPG) die verder reiken dan de
gebruikelijke omvang van de projectspecifieke milieubeperkingen van een windpark. In de zin van de
natuurcompensatieregeling dient van wezenlijke beperkingen van het landschapsgezicht uitgegaan te
worden. De functieverliezen die verband houden met het project, worden in het kader van de
natuurcompensatieregeling in aanmerking genomen en gecompenseerd.
Wezenlijke effecten op de te beschermen aspecten flora, bodem, klimaat en lucht kunnen uitgesloten
worden.
Conclusie:
Geen van de vastgestelde milieueffecten vormt een dusdanige wezenlijke beperking dat de
milieuverdraagzaamheid van het project in het geding komt. De effecten kunnen door geschikte
preventieve, compenserende en vervangende maatregelen gecompenseerd worden, waardoor de
milieuverdraagzaamheid op basis van het deskundigenoordeel gewaarborgd is.
Met het oog op de bescherming tegen emissies dient de aanvrager in het kader van de
vergunningsprocedure aan te tonen dat aan de randvoorwaarden met betrekking tot de projectrealisatie
en de vermijding c.q. beperking evenals de compensatie van de milieueffecten, die voortvloeien uit het
milieueffectrapport, wordt voldaan.
Top Related