Ieder apparaat verbruikt energie ! JE MOET IN STAAT ZIJN OM DE
HOEVEELHEID TOEGEVOERDE ENERGIE TE KUNNEN BEREKENEN Hiervoor staat
op ieder apparaat het VERMOGEN (Power) in Watt vermeld Vermogen =
100 W Vermogen = 180 kW (180000 W)
Dia 2
Het vermogen van 1 Watt (W) betekent 1 Joule (J) per seconde
(s) aan energie De eenheid van energie is de Joule W = J/s Dus een
lampje van met een vermogen van 40W verbruikt Een waterkoker met
een vermogen van 400W verbruikt Een stofzuiger met een vermogen van
1,2 kW verbruikt Hoeveel energie heeft ieder apparaat na 30 minuten
verbruikt? 30 minuten = 30 x 60 seconden = 1800 Verbruikte energie
Lamp = 40 x 1800 = 72000 J Verbruikte energie waterkoker = 400 x
1800 = 720000 J Verbruikte energie stofzuiger = 1200 x 1800 =
2160000 J 40J per seconde 400J per seconde 1200J per seconde
Dia 3
Herhaling berekeningen in WsWsWs Energie = vermogen x tijd =
Joule Voorbeeld 5:Een lamp van 150 W brand gedurende 1,5 h (uur)
Bereken de hoeveelheid energie die het lampje verbruikt in Joule
(J) in 150W 1,5 x 60 x 60 s 810000Ws Energie = vermogen x tijd =
Joule
Dia 4
RENDEMENT Ieder apparaat is gebouwd om iets te doen = nuttige
energie Hiervoor gebruikt het apparaat energie = toegevoerde
energie Boormachine Lamp Fhn Televisie Beweging Licht Warmte Licht
+ Geluid Elektriciteit Het apparaat wat het beste doet waarvoor het
gemaakt is heeft de beste opbrengst = RENDEMENT HELAAS WORDT ER OOK
ALTIJD TOEGEVOERDE ENERGIE OMGEZET NAAR IETS WAT NIET NUTTIG IS
(dit wordt ten onrechte verloren energie genoemd) + warmte + licht
+ warmte Dit wordt bij veel duurdere apparaten aangegeven met een
energielabel (eenheid energie = Joule)
Dia 5
Rendement Het gedeelte (in procenten) van de totale energie wat
nuttig gebruikt wordt Voorbeeld 1:Een gloeilamp heeft een rendement
van 40%. Bereken hoeveel procent er in warmte wordt omgezet.
Elektrische energie + licht warmte 40 %60 % 100 % Voorbeeld 2:Een
boormachine heeft een verlies van 20 % aan warmte. Bereken het
rendement. Elektrische energie + beweging warmte 80 %20 % 100
%
Dia 6
Herhaling berekeningen Een spaarlamp met een vermogen van 40 W
staat 5 W af aan warmte. Bereken zijn rendement. Elektrische
energie + licht warmte 35 W5 W 40 W Dus nuttig wordt 35 W van de 40
W gebruikt dit is 0,875 87,5 % Een aggregaat levert een elektrisch
vermogen van 2000 W en heeft een rendement van 80%. Bereken welk
vermogen er verloren gaat. Bereken hoeveel het totale vermogen is.
Bio-energie + elektriciteit warmte 2000 W . 80 % 20 %100 % 500 W
2500 W Voorbeeld 3: Voorbeeld 4: