1
de Hebreeën-brief (7)
donderdag 2 mei 2013vanaf Hebreeen 314
2
HET VOORGAANDE:
de Hebreeën aangespoord te zien op de Zoon van God:• hoger dan de engelen (hfst.1)• hoger dan Adam (hfst.2)• hoger dan Mozes (hfst.3)
3
vanaf 37
het voorbeeld van Israëls woestijnreisals type van de generatie van de Hebreeën
4
Hebreeën 314 want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden.
5
Hebreeën 314 want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden.
lett. aanname
6
Zie ook 1Korinthe 10.5 En toch heeft God in het merendeel van hen (= in de woestijn) geen welgevallen gehad, want zij werden neergeveld in de woestijn. 6 Deze gebeurtenissen zijn ons ten voorbeeld geschied, opdat wij geen lust tot het kwade zouden hebben, zoals zij die hadden. (...)12 DAAROM, wie meent TE STAAN, zie toe, dat hij niet valle. 13 (...) En GOD IS GETROUW, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt...
7
Hebreeën 315 Als er gezegd wordt: Heden, indien gij zijn stem hoort, verhardt uw harten niet zoals bij de verbittering.
namelijk door David in Psalm 95
8
Hebreeën 315 Als er gezegd wordt: Heden, indien gij zijn stem hoort, verhardt uw harten niet zoals bij de verbittering.
9
Hebreeën 316 wie waren het dan, die, hoewel zij de stem gehoord hadden, God verbitterden? Waren dat niet allen, die onder Mozes uit Egypte waren uitgegaan?
"God" staat er niet.
10
Hebreeën 316 wie waren het dan, die, hoewel zij de stem gehoord hadden, God verbitterden? Waren dat niet allen, die onder Mozes uit Egypte waren uitgegaan?
11
Hebreeën 317 En van wie heeft Hij een afkeer gehad, veertig jaren lang? Was het niet van hen, die gezondigd hadden en wier lijken in de woestijn lagen?
12
Hebreeën 317 En van wie heeft Hij een afkeer gehad, veertig jaren lang? Was het niet van hen, die gezondigd hadden en wier lijken in de woestijn lagen?
13
Hebreeën 318 Aan wie anders zwoer Hij, dat zij tot zijn rust niet zouden ingaan, dan aan hen, die ongehoorzaam geweest waren?
lett. stoppen met werk, staken> sabbat
14
Hebreeën 318 Aan wie anders zwoer Hij, dat zij tot zijn rust niet zouden ingaan, dan aan hen, die ongehoorzaam geweest waren?
lett. de weerspannigen, ongezeggelijken
15
Hebreeën 319 Zo zien wij, dat zij niet konden ingaan wegens hun ongeloof.
in Paulus' brieven niet anders...
16
Kolosse 1.22 ... om u heilig en onbesmet en onberispelijk voor Zich te stellen, 23 INDIEN GIJ slechts WEL GEGROND en STANDVASTIG blijft IN HET GELOOF en u niet laat afbrengen van DE HOOP VAN HET EVANGELIE, dat gij gehoord hebt en dat verkondigd is in de ganse schepping onder de hemel, en waarvan ik, Paulus, een dienaar geworden ben.
17
Efeze 6.10 Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. 11 Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen STANDHOUDEN tegen de verleidingen des duivels...
lett. de strategieën van de diabolos
18
Hebreeën 41 Laten wij daarom op onze hoede zijn, dat niemand van u, terwijl nog een belofte van tot zijn rust in te gaan bestaat, de indruk zou wekken achter te blijven.
19
Hebreeën 41 Laten wij daarom op onze hoede zijn, dat niemand van u, terwijl nog een belofte van tot zijn rust in te gaan bestaat, de indruk zou wekken achter te blijven.
20
Hebreeën 42 Want ook ons is het evangelie verkondigd evenals hun, maar het woord der prediking was hun niet van nut, omdat het niet met geloof gepaard ging bij hen, die het hoorden.
21
Hebreeën 42 Want ook ons is het evangelie verkondigd evenals hun, maar het woord der prediking was hun niet van nut, omdat het niet met geloof gepaard ging bij hen, die het hoorden.
22
Hebreeën 42 Want ook ons is het evangelie verkondigd evenals hun, maar het woord der prediking was hun niet van nut, omdat het niet met geloof gepaard ging bij hen, die het hoorden.
andere handschriften: (zie Telos)... daar zij niet verbonden waren met hen die in geloof hoorden.
23
Hebreeën 43 Want wij gaan tot de rust in, wij, die tot geloof gekomen zijn, zoals Hij gesproken heeft: gelijk Ik gezworen heb in mijn toorn: Nooit zullen zij tot mijn rust ingaan, en toch waren zijn werken van de grondlegging der wereld af gereed.
lett. die geloven
24
Hebreeën 43 Want wij gaan tot de rust in, wij, die tot geloof gekomen zijn, zoals Hij gesproken heeft: gelijk Ik gezworen heb in mijn toorn: Nooit zullen zij tot mijn rust ingaan, en toch waren zijn werken van de grondlegging der wereld af gereed.
25
Hebreeën 43 Want wij gaan tot de rust in, wij, die tot geloof gekomen zijn, zoals Hij gesproken heeft: gelijk Ik gezworen heb in mijn toorn: Nooit zullen zij tot mijn rust ingaan, en toch waren zijn werken van de grondlegging der wereld af gereed.
lett. ofschoon de werken vanaf [de] nederwerping der wereld gebeuren
26
Hebreeën 44 Want Hij heeft ergens van de zevende dag aldus gesproken: En God rustte op de zevende dag van al zijn werken;
Genesis 2:2; Exodus 20:11
27
Hebreeën 44 Want Hij heeft ergens van de zevende dag aldus gesproken: En God rustte op de zevende dag van al zijn werken;
lett. stopte, staakte
28
Hebreeën 45 en hier wederom: Nooit zullen zij tot mijn rust ingaan.
in Psalm 95, in de dagen van David
29
Hebreeën 45 en hier wederom: Nooit zullen zij tot mijn rust ingaan.
INDIEN zij tot mijn rust zullen ingaan...
rust ingaan <=> geloof
30
Hebreeën 46 Aangezien nog te wachten is, dat sommigen tot die rust zullen ingaan, en zij, die het evangelie eerst ontvangen hebben, niet ingegaan zijn wegens hun ongehoorzaamheid,
de belofte van DE sabbat staat nog steeds
31
Hebreeën 46 Aangezien nog te wachten is, dat sommigen tot die rust zullen ingaan, en zij, die het evangelie eerst ontvangen hebben, niet ingegaan zijn wegens hun ongehoorzaamheid,
aan wie eerder geëvangeliseerd was
32
Hebreeën 46 Aangezien nog te wachten is, dat sommigen tot die rust zullen ingaan, en zij, die het evangelie eerst ontvangen hebben, niet ingegaan zijn wegens hun ongehoorzaamheid,
ongezeggelijkheid
33
Hebreeën 47 stelt Hij wederom een dag vast, heden, als Hij door David na zo lange tijd spreekt, zoals boven gezegd werd: Heden, indien gij zijn stem hoort, verhardt uw harten niet.
eeuwen na de intocht
34
Hebreeën 47 stelt Hij wederom een dag vast, heden, als Hij door David na zo lange tijd spreekt, zoals boven gezegd werd: Heden, indien gij zijn stem hoort, verhardt uw harten niet.
35
Hebreeën 48 Want indien Jozua hen in de rust gebracht had, zou Hij niet meer over een andere, latere dag gesproken hebben.
36
Hebreeën 48 Want indien Jozua hen in de rust gebracht had, zou Hij niet meer over een andere, latere dag gesproken hebben.
Psalm 95 werd vele eeuwen ná de intocht geschreven
37
Hebreeën 49 Er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God.
ook de dagen van David en Salomo waren slechts een schaduw van het koninkrijk van DE Zoon van David
38
Hebreeën 410 Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne.
ingaat (tegenw.tijd)
39
Hebreeën 410 Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne.
stopt /rust -
40
Hebreeën 410 Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne.
> "dode werken"; 6:1; 9:14> Judaïsme
41
Hebreeën 410 Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne.
42
Hebreeën 410 Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne.
43
Hebreeën 411 Laten wij er dus ernst mede maken om tot die rust in te gaan, opdat niemand ten val kome door dit voorbeeld van ongehoorzaamheid te volgen.
44
Hebreeën 411 Laten wij er dus ernst mede maken om tot die rust in te gaan, opdat niemand ten val kome door dit voorbeeld van ongehoorzaamheid te volgen.
45
Hebreeën 412 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten;
46
Hebreeën 412 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten;
47
Hebreeën 412 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten;
48
Hebreeën 413 en geen schepsel is voor Hem verborgen, want alle dingen liggen open en ontbloot voor de ogen van Hem, voor wie wij rekenschap hebben af te leggen.
49
Hebreeën 413 en geen schepsel is voor Hem verborgen, want alle dingen liggen open en ontbloot voor de ogen van Hem, voor wie wij rekenschap hebben af te leggen.
zelfde woorden als in :12"het Woord..."=> God zoekt in ons zijn Woord!
50
Top Related