Download - Festivalkrant AlbaNova 2014

Transcript
Page 1: Festivalkrant AlbaNova 2014

Vorig jaar vond in Alden Biesen de laatste Dag Oude Muziek plaats. Met de muziek van de mid-deleeuwse minnezanger Hendrik Van Veldeke werd een memorabel orgelpunt geplaatst op een rijke traditie. Na dertig edities dienen zich nieuwe uitdagingen aan. Hoe kan muziek van lang vervlogen tijden de muziekmakers en het publiek van morgen blijven inspi-reren?

De oude muziekbeweging heeft de afgelopen decennia ons oor op het verleden verrijkt. Een terugkeer naar de bronnen, naar oorspron-kelijke speeltechnieken en bezet-tingen leverde nieuwe inzichten en vooral een ‘authentieker’ klank-beeld. Het onderzoek is niet af, maar uitvoeringspraktijken die een kwarteeuw geleden nog omstreden waren, zijn intussen – gelukkig - algemeen aanvaard.

Toch gaan ook vandaag muzikan-ten op zoek naar nieuwe beteke-nis, naar nieuwe connecties tus-sen muzikaal erfgoed en een veranderende wereld. Het besef groeit dat er meer nodig is dan historische reconstructie. “Je moet op een bepaald moment durven toe-geven dat we simpelweg niet in staat zijn om de muziek écht te laten klin-ken zoals ze toen geklonken heeft,” zegt David Catalunya. Met zijn fascinerende ‘new hammered clavisimbalum’ overstijgt hij moeiteloos het onderscheid tus-sen reconstructie en fictie.

Muzikaal erfgoed koesteren, vraagt meer dan het oproepen van een herkenbaar klankidioom. Muzikale overtuigingskracht, dat is waar het uiteindelijk om draait. En daarbij is de inbreng van de muzikant cruciaal. Misschien is het wel net in de verloren kennis, in de talrijke gaten en openingen die de oude muziek laat, dat ze inspirerend en betekenisvol wordt. De laatste Dag Oude Muziek le-verde daar mooie voorbeelden van. Van de twaalfde-eeuwse wereld van Veldeke bleven nauwelijks muzikale sporen bewaard. Maar die leegte bleek de creativiteit en fantasie van muzikanten, onder-zoekers en kunstenaars alleen maar aan te wakkeren. Veldeke

weerklonk in vernuftige recon-structies, maar ook in hedendaag-se hertalingen en multimediale creaties. Het resultaat klonk ver-frissend divers en deed verlangen naar meer.

Met AlbaNova willen we daarom de verbinding tussen heden en verleden, tussen creatie en histori-sche muziek versterken. We kiezen voor muzikaal erfgoed als een in-spirerend vertrekpunt voor di-verse benaderingen: historische uitvoeringspraktijk naast heden-daagse hertaling, maar ook multi-disciplinaire voorstellingen, instal-

latiekunst en nieuwe geluiden. De bijdragen komen soms uit onver-wachte hoek. TipToe Company parafraseert oude muziek in nieu-we composities van de Italiaanse componist Maurizio Pisati, het elektrische gitaarkwartet ZWERM zet op eigenzinnige wijze oude muziek onder stroom.

Creatie en ontwikkeling een kans geven, vraagt tijd en ruimte. “Op AlbaNova krijgen we opnieuw de zoekende artiest te zien”, zegt Jurgen De bruyn, artistiek leider van Zefiro Torna en ook programma-adviseur bij deze eerste editie. Met

de AlbaNova Labo’s brengen we dat in de praktijk en geven we mu-zikanten de kans om te experimen-teren, zonder meteen een afge-werkt product te verwachten.

AlbaNova wil luisteren naar wat muzikanten vandaag zelf bezig-houdt en inspelen op die dyna-miek. Daarom kiezen we niet voor een jaarlijks wisselende thematiek, maar streven we naar onderhuidse verbindingen en intrigerende con-frontaties. Wat is het verband tus-sen de renaissance-improvisaties van le Chant sur le Livre, de cul-turele smeltkroes van Ensemble

Lucidarium en de Slavische mu-ziekculturen die de muziek van Iva Bittova, Tcha Limberger en Dick van der Harst inspireren? Het is de relatie tussen de menselijke stem, orale tradities en improvisa-tie. Ingrediënten die aan de basis liggen van zowat elke muzikale cultuur, en die vandaag ook in het muziekonderwijs en de conserva-toria stilaan opnieuw de aandacht krijgen die ze verdienen. Musica werkt er intensief aan mee, en de eerste resultaten kan u horen in de Tiendschuur, met een vrij toegan-kelijk en permanent aanbod van historisch geïnspireerde jamses-sies. Een primeur!

De recente aandacht voor impro-visatie in de oude muziek, typeert een tendens waarbij de focus ver-schuift van het klinkende resultaat naar de creatieprocessen en prak-tijken die eraan vooraf gaan. Zo betrekt Psallentes het publiek in de uitvoering van het Tsgrooten manuscript (een Vlaams topstuk), en laat daarmee het gregoriaans beleven als de gedeelde praktijk die het vroeger was. “Wat we gaan doen is eigenlijk historischer dan wan-neer we de klassieke opdeling tussen uitvoerder en luisteraar zouden ma-ken, “ zegt artistiek leider Hendrik Vanden Abeele. Het kan symbool staan voor de ontmoetingen die we met AlbaNova creëren.Ontmoetingen tussen muziek van vroeger en nu, maar ook tussen professionele muzikanten en ama-teurs, tussen muziekmakers en publiek. We wensen u een boeiende festivaldag in de Landcommanderij Alden Biesen.

Paul CraenenDirecteur Musica,

Impulscentrum voor Muziek

MIDZOMERFESTIVAL VOOR CREATIE EN MUZIKAAL ERFGOED

ZONDAG 29 JUNI 2014 LANDCOMMANDERIJ ALDEN BIESEN

BILZEN

BESTE LEZER, LUISTERAAR, BEZOEKER,A L B A N O V A ?

De alba was een middeleeuwse dichtvorm van Occitaanse troubadours waarin de nakende scheiding van geheime gelief-den bij het aanbreken van de dag werd bezongen. De Duitse Minnesänger ontwikkelden onder invloed van de alba een gelijkaardig genre, het ‘Tagelied’, terwijl een parallel genre bij de noord-Franse trouvères ‘Aube’ werd genoemd, wat naast ‘dageraad’ ook een ‘soort zang’ betekent. Daarvan afgeleid is overigens het genre van de aubade: een ochtendlijke lofzang.

De etymologische wortels van AlbaNova, samen met de baseline ‘midzomerfestival voor creatie en muzikaal erfgoed’, vatten de missie en de inhoudelijke focus van het festival samen. AlbaNova wil muzikaal erfgoed nieuw benaderen en zet daar-bij sterk in op ontmoeting, avontuur en creatie.De initiatiefnemende partners willen met de dag en alles wat eraan vooraf gaat een artistieke impuls geven aan de wereld van oude en nieuwe muziek.

Baude Cordiers driestemmige rondeau Tout par compas suy composés (Codex Chantilly) geconcipieerd volgens de principes van een kompas, het instrument bij uitstek waarmee men zich probeert te oriënteren in een onbekend landschap.

Deze grafische compositie is het uitgangspunt voor het AlbaNova Labo van Jurgen De bruyn en Zefiro Torna.

Paul

Cra

enen

Page 2: Festivalkrant AlbaNova 2014

2 M I D Z O M E R F E S T I V A L V O O R C R E A T I E E N M U Z I K A A L E R F G O E D

Jurgen De bruyn, luitist en artistiek leider van Zefiro Torna, was nauw betrokken bij het ontstaan van AlbaNova. Hij werkte mee als advi-seur bij de programmatie en hielp de jonge honden van Zwerm een eind op weg in hun verkenning van het Engelse renaissancerepertoire. Hij heeft on-dertussen een kleine twintig jaar er-varing in de omgang met oude muziek op de teller staan: genoeg stof voor een gesprek. Met Micro/kosmos, zijn eer-ste solovoorstelling, gaat hij bovendien zelf op onderzoek uit. Jarenlang stond hij als artistiek directeur aan het roer van een team, nu laat hij voor de eer-ste keer zijn persoonlijke inspiratie de vrije loop. “Het voelt als een sabbati-cal en een groot avontuur tegelijk,” vertelt hij. Work in progress waar-van u op AlbaNova de eerste resultaten te zien krijgt.

Was oude muziek voor jou een roeping?

De keuze voor luit was eerder toe-vallig. Maar de vele mogelijkheden die dit instrument me boden om met andere mensen samen te spe-len, trokken me wel direct aan. Ik kwam toen ik afstudeerde bijna vanzelf in het oude muziek-circuit terecht. Ik kreeg de kans om me aan te sluiten bij een hele bewe-ging en daar heel wat expertise op te doen. Tegelijk groeide ook de fascinatie voor alles wat er rond die muziek zit: de rijke cultuur-historische context. Ik heb vroeger lang getwijfeld of ik architectuur of muziek zou gaan studeren. Die brede interesse vertaalde zich ook in de vriendenkring die ik op-bouwde tijdens mijn studies: je maakt vrienden die ook ruimer durven te kijken. Met een paar van die gelijkgezinden richtten we Zefiro Torna op. We werden heel snel opgepikt in het circuit van culturele centra en dat heeft voor een groot stuk onze artistieke route bepaald. Spelen voor cultu-rele centra vraagt immers een heel andere communicatie, je moet contact maken met een ander soort

van publiek dan wanneer je bij-voorbeeld in grote barokproduc-ties meespeelt. Dat heeft een be-langrijke rol gespeeld in hoe we producties gingen vormgeven: muziek werd bij ons altijd deel van een groter verhaal.

Is jullie manier van werken vandaag louter het gevolg van dat ‘gat in de markt’ toen?

Dat is dubbel. Er was een opening waar we ons in konden nestelen door ons zo te profileren, maar tegelijk interesseerde die manier van werken ons heel erg. Het be-gon allemaal als een experiment maar kreeg ook snel weerklank. Mooie kansen dienden zich aan waarbij we oude muziek een rol konden laten spelen in producties met hedendaagse muziek, dans, beeldende kunst, klankinstalla-ties… In het begin gebeurde dat allemaal eerder intuïtief. Pas na

een tijd stelden we ons de vraag: wat betekent dat nu? Nu verwoor-den we het zo: we willen in elke productie symbolen aanraken, waarrond we een zinnebeeldende muzikale sfeer willen creëren, van-uit alle mogelijke artistieke samen-werkingen, met totale vrijheid in repertoirekeuze. Dat parcours is me door de jaren heen alleen maar meer gaan fascineren. En het blijft volgens mij ook nodig. We mogen niet vergeten dat een groot deel van het repertoire dat we brengen voor veel mensen nog altijd heel hermetisch aandoet. Het reper-toire verdient het om op heel veel verschillende manieren vertaald te worden naar een hedendaags pu-bliek.

Is een festival als AlbaNova nodig? Staat oude muziek teveel stil?

Eigenlijk staat de wereld van de oude muziek helemaal niet stil. Je merkt dat er veel vernieuwende energieën aanwezig zijn, maar die geraken vaak net niet binnen in de programmatie van de grote festi-vals. En dat is jammer. Een festival moet in mijn ogen een uitstalraam zijn, waar nieuwe dingen getoond worden. Veel festivals spelen op veilig en halen telkens opnieuw de geijkte formules van stal. Dat re-sulteert in een hele behoudsge-zinde dynamiek. Vooral in de wereld van de barok stoort me dat. De grote barokorkesten verschaf-fen natuurlijk werk aan een hele-boel muzikanten. Maar ergens voel je dat het artistiek bijna te mak-kelijk wordt: men is alleen nog maar bezig met het reproduceren van bekende werken en nauwelijks nog met het creëren van een nieuw geluid. Die cultuur van ‘het reper-toire’ in de barokwereld doet soms bijna negentiende-eeuws aan – net datgene waar de pioniers zich des-tijds tegen verzetten. Op AlbaNova krijgen we opnieuw de zoekende artiest te zien en niet alleen maar afgeborstelde producten. Dat vind ik mooi.

Je gaat tijdens dit festival ook zelf op onderzoek uit. Had je daar nood aan?

Als artistiek leider van een muziek-ensemble denk je altijd in functie van een groter geheel: je zet de lijnen uit voor een hele groep. Op een bepaald moment vroeg ik me af: wat heb ik nu zelf als individu te betekenen? Vandaar is het idee ontstaan om een solovoorstelling te creëren. Of je nu denkt aan de macrokosmos van een groot en-semble, of aan de microkosmos van één instrument: eigenlijk is dat allemaal met elkaar verbonden. Die gedachte werd het uitgangs-punt. Zo kan je een vijfstemmig chanson zingen met vijf stemmen, maar je kan dat ook samenbrengen op de snaren van je luit. Uiteindelijk breng je hetzelfde verhaal. De luit

wordt trouwens traditioneel be-schouwd als een weerspiegeling van de macrokosmos.

Dus breng je in je eentje de kosmos tot klinken?

Ja, de mens als de maat van alle dingen werd ons vertrekpunt. Maar die mens staat natuurlijk nooit los van de sfeer of de sferen om hem heen. Hoe verhoudt de individuele mens zich ten opzich-te van de grote context die hem omringt, hoe verloopt de wissel-werking tussen beiden? We zijn op zoek gegaan naar mooie symbolen voor die verbinding tussen macro- en microkosmos in allerlei vroege filosofieën. Maar het meest ontroe-rende beeld komt misschien wel uit onze eigen tijd: een schilderij van Anselm Kiefer met de titel

MICRO/KOSMOS:IEDER ZIJN

EIGEN hEMEL

Zefiro Torna / inTerview meT Jurgen De bruyn

Jurg

en D

e br

uyn

© S

ebas

tian

Bol

esch

EE

n f

Es

tiv

al

mo

Et

in

mij

n o

gE

n E

En

uit

st

al

ra

am

zij

n,

wa

ar

niE

uw

E d

ing

En

gE

to

on

d w

or

dE

n

Page 3: Festivalkrant AlbaNova 2014

3Z O N D A G 2 9 J U N I 2 0 1 4 / L A N D C O M M A N D E R I J A L D E N B I E S E N – B I L Z E N

Jeder Mensch steht unter seiner Himmelskugel. De idee van een al-lesbepalend mens- en wereldbeeld telt vandaag niet meer. Iedereen creëert zijn eigen geloof, samen-gesteld door zijn eigen percepties en zijn eigen theorieën. Dat doe je als artiest uiteindelijk ook wanneer je iets maakt: je hebt een bepaalde bagage en bepaalde inzichten die je probeert te verwerken tot iets nieuws.

Hoe vertaalt zich dat allemaal naar muziek?

Samen met componist Paul Craenen en dramaturg Tom Hannes zijn we op zoek gegaan naar een klankmatige omgeving voor al die ideeën. Uiteindelijk kwamen we uit bij een mono-luidspreker, een beetje een donker

gedrocht, die in de voorstelling mijn anonieme gesprekspartner en klankbord wordt. Microfoons re-ageren op wat ik speel, triggeren bepaalde reacties, maar leggen me soms ook muzikale antwoorden op. Ze zijn als het ware een gro-tere sfeer waartoe je je als muzi-kant verhoudt. De klank van zo een mono-luidspreker is echt maf. Stereo-luidsprekers creëren een bepaalde ruimtelijkheid: het lijkt alsof de muzikant in het centrum van het universum staat. Maar de klank van een mono-luidspreker doet bijna een aparte identiteit ont-staan: het is alsof je tegen een schi-zofrene afspiegeling van jezelf staat te praten. Qua muziekkeuze put ik uit mijn eigen bagage als luitist en muzikant. Mijn eigen geschiedenis is als het ware de rode draad door-

heen de voorstelling: ik selecteerde vooral stukken die naar mijn aan-voelen het repertoire overstijgen en iets universeels te vertellen hebben.

Jullie voorstelling steunt op een solide dramaturgie. Gebeurt dat in de wereld van de oude muziek van-daag te weinig?

Voor mij is zo een dramaturgie belangrijk om een bepaalde urgen-tie te creëren: waarom ga je die oude muziek oprakelen? Waarom wil je dit verhaal delen met een publiek? Ik vind dat evident. Maar misschien gebeurt het inderdaad nog te weinig. Podiumplaatsen worden steeds schaarser, maar groepen die sterke verhalen bren-gen, komen toch nog altijd boven-drijven. In de hedendaagse mu-

ziek-scène lijkt die attitude meer vanzelfsprekend aanwezig. Denk bijvoorbeeld aan Zwerm: voor hen is zelf creëren, een eigen verhaal vertellen heel vanzelfsprekend. Ik heb hen op weg geholpen in het repertoire van de oude muziek, maar het is mooi om te zien hoe ze daar een heel eigen geluid bij creëren. Ik kreeg opeens zin om zelf terug gitaar te gaan spelen. Ik ben destijds gestopt met gitaar omdat het repertoire me te beperkt was en er zo weinig mogelijkheden waren om te concerteren. Maar als ik zie wat zij met hun gitaren doen en welke vrijheid zij zichzelf toe-eigenen, dan ben ik misschien wel een heel klein beetje jaloers (lacht).

Zefiro Torna - Micro/kosMos

installatie doorlopend toegankelijk.

Toonmoment om 12.00 en 16.00

rochow / Gratis

Page 4: Festivalkrant AlbaNova 2014

4 M I D Z O M E R F E S T I V A L V O O R C R E A T I E E N M U Z I K A A L E R F G O E D

AlbaNova wil dwarsverbindingen smeden tussen oude partituren en hedendaagse klanken. In Electric Consort gaan de vier jonge gitaristen van Zwerm total loss op de bloedmooie consortmuziek van onder andere Tallis en Byrd. Ook composities van Dowland – de bluesy god van de 17de-eeuwse melancholie – en folkdeuntjes van Thomas Ravenscroft zoeken kra-kend, zacht ruisend, of frivool f lui-tend hun weg door de gitaarverster-kers. Uit bijna niets een nieuwe klankwereld creëren: dat is zowat het handelsmerk van het eigenzinnige Zwerm. Wie hen al eens bezig zag, weet dat ze moeilijk onder één noemer thuis te brengen zijn: stoere gitaar-helden, computernerds met een voor-liefde voor knoppen, of doodgewone klassieke-muziek-seuten? Kobe Van Cauwenberghe maakt ons wegwijs in de wereld van Zwerm.

Wat is Zwerm en wat doen jullie?

Zwerm begon in de geest van een klassiek kwartet - we hebben ook alle vier eerst klassieke gitaar ge-studeerd - maar tegelijk wilden we allesbehalve een klassiek kwartet zijn. De elektrische gitaar was daar ons antwoord op. Voor die bezet-ting bestaat natuurlijk nauwelijks repertoire en dus zijn we van in het begin op zoek gegaan naar hoe we zelf repertoire konden creëren. Je zou kunnen zeggen dat we van de nood een deugd gemaakt heb-ben: er bestaan zo weinig partitu-ren voor onze bezetting, dat het weinig zin heeft om alleen maar vanuit partituren te werken. In plaats van telkens een componist aan te spreken voor een grote com-positieopdracht, zijn we meer en meer zelf muziek gaan maken. Onze laatste cd Underwater Princess vertrekt bijvoorbeeld vanuit ‘One-Page Pieces’, dat zijn een korte composities van maximum één bladzijde lang met alleen maar summiere aanwijzingen. Al de rest creëren we er zelf rond.

Vier elektrische gitaren, dat ruikt naar rock en pop, maar dat klopt in jullie geval niet. Vallen jullie buiten alle hokjes?

Ik vind het goed dat je op Zwerm geen label kan plakken. Langs de ene kant zijn we nog vaak op een klassieke manier met muziek bezig. Anderzijds willen we die muziek graag op een nieuwe manier pre-senteren: we spelen even graag in een rock-club als in een klassieke zaal. We meanderen tussen ver-schillende werelden en dat op zich is erg boeiend, want dan ontmoet je ook telkens een ander publiek.

Hoe ben je zelf bij de hedendaagse muziek beland?

Tijdens mijn conservatoriumtijd had ik moeite met de mentaliteit die daar heerste: erg gesloten en conservatief, het woord conserva-torium op zich zegt al genoeg. Nu denk ik daar veel genuanceerder over: er moeten voldoende klassiek geschoolde muzikanten zijn om de

orkesten te bevolken en om het klassieke repertoire, de canon, te kunnen blijven uitvoeren. En er zitten in die canon natuurlijk ook heel wat stukken waar ik erg van houd en vaak naar luister. Daar is dit project misschien wel het beste voorbeeld van. Maar toen voelde ik sterk de nood om te ontsnappen aan die toch wat enge kijk op mu-ziek. Toen ik voor de eerste keer ChampdAction aan het werk hoorde met een creatie van Serge Verstockt was voor mij de trein vertrokken.

Wat sprak je precies aan in die scene?

Het gevoel dat die muzikanten op een heel brede, open manier met kunst bezig waren. De gesprekken gingen zeker niet alleen over mu-ziek, maar ook over andere kunst-vormen. Een klassieke opleiding focust zo sterk op het métier, op het perfect reproduceren, dat al de rest onderbelicht blijft. Als artiest moet je werken ook historisch kun-nen plaatsen, je moet iets van de context kunnen begrijpen, je moet

verder kunnen kijken dan alleen maar ‘een stuk spelen’.

Met Electric Consort boren jullie oude muziek aan. Waarom?

Met Popcorn creëerden we onze eigen muziek vertrekkende vanuit popsongs en ineens bedacht ik: zouden we hetzelfde procedé niet eens proberen toe te passen op oude muziek? Ik liep al een tijdje rond met het idee en we waren heel blij verrast dat zowel AlbaNova als het MAfestival onmiddellijk en-thousiast waren. Het verbaasde ons dat er vanuit de wereld van de oude muziek direct zoveel inte-resse was voor onze manier van werken.

Wist je direct vanuit welk repertoire jullie wilden vertrekken?

Neen, eigenlijk niet. AlbaNova bracht ons in contact met luitist Jurgen De bruyn. Hij introdu-ceerde ons in het repertoire van de consortmuziek en dat sloeg meteen aan. Inderdaad, dachten

inTerview meT Kobe van Cauwenberghe

VAN DOwLAND TOT JIM JARMUSCh:

ZwERMEN hET

ELECTRIC CONSORT

Kobe

Van

Cau

wen

berg

he

Page 5: Festivalkrant AlbaNova 2014

5Z O N D A G 2 9 J U N I 2 0 1 4 / L A N D C O M M A N D E R I J A L D E N B I E S E N – B I L Z E N

we: we zijn een consort, een groep van dezelfde muziekinstrumenten. Daar is het idee van Electric Consort geboren. Een van de rode draden doorheen het programma is dan ook het In Nomine. De allerbeste Britse componisten van toen schre-ven variaties op die cantus firmus: Tye, Taverner, Byrd, Tallis – echt eersteklasrepertoire. De cantus firmus van het In Nomine wordt voor ons een nieuw ‘One Page Piece’, waarop we onze eigen va-riaties kunnen creëren.

Melancholie is een ander thema dat we aan bod willen laten komen. Jurgen wees ons op de melancholie-cultus in het Elizabethaanse Engeland, waarvan Dowland na-tuurlijk de grootmeester was. Dat muziek het meest geschikt werd geacht om melancholie op te wek-ken én om haar te genezen, fasci-neerde ons onmiddellijk. We kwamen uiteindelijk terecht bij de compositie Semper Dowland semper dolens: supertriest maar toch met een knipoog. Ik voel er naast alle melancholie ook wat typisch

Britse humor in.Daarnaast is er nog één belang-rijke rode draad in het program-ma. Via het repertoire van de consort songs stuitten we op de Engelse componist Thomas Ravenscroft. Hij verzamelde in 1611 een heleboel volksliedjes uit zijn tijd, waaronder een lied over een kikker die met een muis wil trou-wen. Datzelfde lied vonden we terug in de American Anthology of Folk Music - dat is zowat de basis van alle popmuziek van van-daag. Artiesten als Bob Dylan, Led Zeppelin en the Rolling Stones putten allemaal uit de Amerikaanse folk en de elektri-sche gitaar is natuurlijk nauw met die geschiedenis verbonden. Zo werd het nummer over de kikker, Frog Went A-Courting, gecoverd door o.a. Woody Guthrie, Bob Dylan, Elvis Presley, en zelfs re-cent nog door Nick Cave.

Hoe gaan jullie met die oude muziek om?

De partituren ‘letterlijk’ spelen is niet onze eerste bekommernis. Er

zijn andere hedendaagse muziek-groepen, zoals BL!NDMAN, die dat al met groot succes gedaan hebben. We willen in de eerste plaats een eigen klankwereld cre-eren, als een commentaar op die oude partituren. Zo speelt Only Lovers Left Alive, een vampieren-film van Jim Jarmusch, een be-langrijke rol in onze ideeën over dit project. Eén van de personages, een muzikant, is een hedendaagse versie van de melancholische mi-santroop uit het Elizabethaanse Engeland. Hij leidt een terugge-trokken bestaan in Detroit en maakt een soort van alternatieve post-punk-rockmuziek. Detroit lijkt in de film wel een moderne ruïne en ook de soundtrack druipt van de nostalgie: vol gesatureerde klanken, met veel feedback. Die sound willen we binnenbrengen in het Electric Consort. Een elek-trische gitaar kan een heel breek-bare klank voortbrengen die net niet of net wel begint te feedbac-ken, heel laag en bijna klagend. Je kan het eigenlijk niet beschrijven. Er zit een scene in de film waarin

het personage een vintage elek-trische gitaar koopt en die gitaar ook een naam geeft: William Lawes, een17de-eeuws componist. Die scene leidde ons naar ons uitgangspunt: zou Dowland, moest hij vandaag geleefd heb-ben, een Fender Telecaster ge-bruikt hebben om zijn bluesy composities op te spelen?

Van de In Nomine’s, naar Dowland en zijn melancholie naar de American Anthology of Folk Music: is eclectisme jullie handelsmerk?

Ja, eclectisme is voor ons een vorm van vrijheid. Alles moet mogelijk zijn. Alles kan en mag een invloed uitoefenen op onze muziek. Ook in de hedendaagse muziek-scène zijn er nog altijd veel taboes. Dat willen we doorbreken. Je kan als 21ste-eeuwse muzikant toch niet beslis-sen om een heel stuk van het reper-toire links te laten liggen enkel en alleen omdat het niet het label ‘klassiek’ draagt? Natuurlijk blijven we met kritische blik kijken, com-

merciële cross-over is niet wat we zoeken. Alles kan, in theorie, maar we moeten er iets moois van kun-nen maken.

Hoe weet je dat het goed zit?

Misschien weet je dat nooit. Twijfel is eigen aan elk creatieproces. Soms knutselen we een halve dag aan iets dat we daarna weer in de prullenmand gooien. Ook dat is heel anders dan wat een klassieke muzikant doormaakt: je partituur is je referentie, je weet naar welk eindresultaat je streeft. Maar net dat was één van mijn frustraties, want dan ligt alles eigenlijk op voorhand al vast.

zo

u D

ow

la

nD

, m

oe

st

hij

va

nD

aa

g g

el

ee

fD

he

bb

en

,

ee

n f

en

De

r t

el

ec

as

te

r g

eb

ru

ikt

he

bb

en

om

zij

n b

lu

es

y c

om

po

sit

ies

te

sp

el

en

?

ZwerM - elecTric consorT

12.00 / 15.00

rijschool / Betalend

Zwer

m o

p de

Ten

ace

boot

© M

ark

Rie

tvel

d

Page 6: Festivalkrant AlbaNova 2014

6 M I D Z O M E R F E S T I V A L V O O R C R E A T I E E N M U Z I K A A L E R F G O E D

Van middeleeuwse ballades uit West-Europa tot Turkse minnestrelen, van Tuvaanse keelgezangen tot Centraal-Aziatische epen: Osuna reist van West naar Oost op het oude lied van verlan-gen. Het ensemble van eigen bodem combineert snaarinstrumenten uit alle windstreken. Zoals een bard dich-tend van dorp tot dorp volgen Raphael De Cock en co een bochtig improvisa-torisch parcours langs oude culturen en muzikale tradities: “Of het nu om een melodie uit Siberië, Turkije of van Sefardische oorsprong gaat: door ze uit te voeren op onze instrumenten en met ons trio loopt er als vanzelf een rode draad doorheen.”

Jullie concerten zijn een combinatie van gecompo-neerde en geïmproviseerde muziek. Hoe belangrijk is het voor jullie om los te komen van geschreven bronnen?

Dat is voor mij een heel moeilijke en tegelijkertijd heel makkelijke vraag: ik ben met dat soort muziek opgegroeid. […] Improviseren, het spelen op gehoor, kunnen inter-preteren met een grote vrijheid in ornamentatie, de mogelijkheid krijgen om te variëren: dat is es-sentieel voor mij. Binnen de tradi-tionele muziek is dat variëren net de kunst: iemand die steeds het-zelfde deuntje speelt, wordt niet erg hoog ingeschat — ik vind dat zelf ook nogal saai, want waar is dan het verhaal? Wij werken met melodische geraamten waarbin-nen je als uitvoerder min of meer

kan doen wat je wil, zolang de basis maar herkenbaar blijft. Die manier van musiceren is overal ter wereld terug te vinden: van Scandinavië over Ierland tot in de flamenco!

Hoe komt jullie muziek tot stand?

Moeilijk te zeggen, alles gebeurt zo organisch! Het samenspelen op een gezellig moment, voelen dat iets werkt en dat basisidee trachten te behouden: zo begint het meestal. Ik zet bijvoorbeeld op mijn Sibe-rische citer een thema aan dat in die cultuur traditioneel wordt ge-bruikt bij het vertellen van verha-len, van daaruit ontstaat een wis-selwerking met Emre (Gültekin) op de Turkse luit en op een bepaald moment blijken wij een melodisch tapijt te hebben geweven waarop Thomas (Baeté) solistisch kan im-

proviseren. Als hij weer terecht-komt bij het hoofdthema kunnen we ervoor kiezen om dat luikje af te ronden en door te gaan naar een volgende sectie met ander basisma-teriaal. Maar heel weinig daarvan ligt vast: soms spreken we wel af welke melodie we gaan volgen, welke tegenstem we daarmee zullen combineren etc. Maar het gaat bo-venal om de magie van het muzi-kale moment, het aanvoelen van elkaars verhaal, de verstandhou-ding die soms met één enkele blik wordt overgebracht: nu ga ik iets doen — geven jullie me de ruimte?

Is het dan niet lastig om zo’n spontane praxis, zulke momenten van gestolde inspiratie tot een concert-programma te smeden?

Waarschijnlijk is zo’n flexibele invulling van een concertprogram-

ma niet gebruikelijk in de klas-sieke muziek? Bij Osuna doen de musici telkens wat anders; onze gemoedstoestand, onze energie en onze verhalen verschillen immers elke keer weer — het is dus zelfs niet evident om met vaste titels te werken, want wie weet of hetgeen we uiteindelijk spelen nog onder diezelfde noemer te vatten is. Eigenlijk blijft het voor onszelf ook altijd een beetje een verrassing wat er precies op het podium zal ge-beuren!

Interview Sofie Taes, met dank aan Festival van

Vlaanderen-Mechelen

Het Italiaanse ensemble Lucidarium werkt voor de voorstelling Dīwān samen met twee jonge, Palestijnse muzikanten. Hun programma biedt een confrontatie tussen de Arabisch-Palestijnse traditie en het Italiaans middeleeuwse repertoire. De muzi-kanten gaan op zoek naar de overeen-komsten en verschillen tussen deze twee poëtische en muzikale talen.

De Italiaanse geschiedenis is gete-kend door de invloed van uitheem-se volkeren en culturen. In de middeleeuwen waren de contacten tussen het schiereiland en het Midden-Oosten zeer intens. De Italiaanse havens van Pisa, Venetië en Genua waren doorvoercentra voor tarwe en zeldzame goederen uit Noord-Afrika, het Oosten en ook het Islamitische Sicilië.Sicilië werd immers twee eeuwen geregeerd door emirs en kende in die periode een ongeëvenaarde rijkdom in kunst en cultuur. In de twaalfde eeuw grepen de Noor-mannen de macht over het eiland.

Ze waren zo gefascineerd door de schoonheid en rijkdom van de cultuur, dat ze zich de gewoonten en de manier van leven van het grotendeels Islamitische volk toe-eigenden.De Italiaanse kunst uit de Middeleeuwen toont aan dat niet alleen goederen en ideeën de hele Middellandse Zee afreisden, maar ook muziekinstrumenten. In fresco’s en schilderijen vinden we talloze muzikanten, engelen en hovelingen met Oosterse instru-menten in de hand. De toenma-lige Italiaanse muziek toont een complexiteit in de melodie-op-bouw en vrijheid in structuur die de invloed van Arabische muziek verraadt.

ensemble luciDariumeen iTalia ans -arabisChe onTmoeTing

Osu

na ©

Sas

cha

Gri

mm

OSUNAmuzikale oDyssee langs De

zijDeroute

Dīw

ān

inTerview meT r aphael De CoCK

osuna - HasreT

14.00

kapel / Betalend

enseMBle lucidariuM - dīwān

10.00 / 15.00

kerk / Betalend

Page 7: Festivalkrant AlbaNova 2014

7Z O N D A G 2 9 J U N I 2 0 1 4 / L A N D C O M M A N D E R I J A L D E N B I E S E N – B I L Z E N

Le chant sur le livre: zingen uit een boek waarin slechts één melodie neer-geschreven staat. Al de rest bedenk je er zelf bij. Ter plekke. De luisteraars zitten al klaar. Wat voor muzikanten uit de middeleeuwen en de renais-sance de normaalste zaak van de we-reld was, lijkt voor de meesten van ons nu op zijn best hogere wiskunde. De heren van Le Chant sur le Livre maak-ten er hun specialiteit van. Het Festival de Musique Improvisée in Lausanne daagde deze zangers en muziektheoretici uit om hun klasloka-len te verlaten en hun kennis over het geïmproviseerde contrapunt naar het podium te vertalen. Een behoorlijke uitdaging die de heren deed zweten: “Het is gelukt toen, maar spannend was het wel,” vertelt Pierre Funck, de bariton van het gezelschap. “Maar met de jaren zijn we er alleen maar beter in geworden.”

Hoe gaat de techniek van het ‘cantus super librum’, of ‘le chant sur le livre’, precies in zijn werk?

Er is telkens één zanger die de cantus firmus zingt, een gregori-aanse melodie die in lange noten-waarden gepresenteerd wordt. Dat is de melodie die je in onze parti-turen ziet staan. Daar voegen zich één, twee of drie andere stemmen bij, in een contrapuntische bewe-ging. Om dat te realiseren zijn er een heleboel verschillende tech-nieken waarvan je je kan bedienen. Die staan beschreven in 15de- en 16de-eeuwse handboeken: het zijn als het ware recepten die we pro-beren zo goed mogelijk toe te pas-sen. Jean-Yves Haymoz is daarin onze leider, hij heeft de recepten verzameld en uitgedokterd. Je kan bijvoorbeeld als volgt te werk gaan: de baslijn volgt de tonen van de cantus firmus afwisselend een terts en een kwint lager. Op die manier ontstaat een harmonie waar de andere zangers zich op kunnen richten bij het uitwerken van hun eigen lijn. Nog een veel-gebruikte techniek is de canon. Bovenop de cantus firmus bedenkt één zanger een nieuwe melodie, een andere zanger begint een maatdeel later en kopieert die-zelfde melodie.

Dat vraagt behoorlijk wat denkwerk, lijkt me.

Inderdaad, je moet goed nadenken vooraf en je moet de regels van het contrapunt door en door kennen en begrijpen. Het is echt niet toe-vallig dat bijna alle leden van ons ensemble contrapunt doceren. In eerste instantie is het dus allemaal

heel beredeneerd en voelt het niet echt alsof je muziek aan het maken bent. Maar door het veel te doen, ontwikkel je na verloop van tijd een zekere intuïtie en dan kan je er wel je muzikale inspiratie in kwijt. Maar je moet er echt vol-doende tijd voor vrijmaken. Voor het eerste concert hebben we bijna twee weken aan één stuk geoefend – dat is echt veel. Nu nog proberen we voor elk concert een paar dagen te repeteren. Het lijkt op het aan-leren van een nieuwe taal: in het begin ben je vooral bezig met de grammatica, maar na een tijdje verdwijnt dat naar de achtergrond.

Blijft er met al die spelregels nog ruimte over voor eigen initiatief?

Als ik het zo vertel, lijkt het alsof het een heel rigide gedoe is, met veel regels. Maar dat klopt niet, je kan ook heel wat vrijheid nemen. Bijvoorbeeld wanneer één enkele stem improviseert tegen een cantus firmus. In de canon heeft de stem die voorop loopt dan weer veel vrijheid. In het algemeen geldt dat hoe meer stemmen er meedoen, hoe minder vrijheid elke stem heeft. Maar dan nog is er altijd ruimte voor muzikale inventiviteit. Bij een canon geeft de eerste stem de richting aan, hij kan echt de kleur en de richting van de impro-visatie bepalen.

Hoe courant was deze praktijk destijds?

Veel couranter dan we doorgaans denken. We weten het niet met zekerheid, maar het is zeer wel mogelijk dat uitgeschreven com-posities alleen maar gebruikt

werden voor de speciale gelegen-heden en dat al de rest van de gebruiksmuziek geïmproviseerd werd. Zeker in de kerkmuziek moet deze improvisatiepraktijk dagelijkse kost geweest zijn. Zangers bezaten toen een heel repertoire aan improvisaties, een

beetje zoals jazzmuzikanten van-daag: allemaal stukken waarbij ze wisten wat hun te doen stond, maar waarvan ze geen partituur hadden. De overgeleverde com-posities, het repertoire waar zowat alle oude muziek-ensembles zich tot nu toe mee hebben bezig ge-houden, zijn zo beschouwd alleen maar het topje van een gigantisch grote ijsberg. Wat niet wil zeggen dat onze geïmproviseerde muziek even goed, of zelfs beter klinkt dan gecomponeerde muziek uit die tijd. De muziek van compo-nisten als Josquin Desprez of Pierre de la Rue is nog altijd van een heel ander allooi dan wat wij bij elkaar improviseren op een concert.

Als leren improviseren net zoiets is als een taal verwerven, dan kan je er maar beter jong aan beginnen, of niet?

Inderdaad. Het is ook niet toeval-lig dat alle grote polyfonisten uit die tijd afkomstig waren uit de-zelfde streek. Dat had alles met de opleiding te maken. Improvisatie maakte bij al die grote componis-ten al vanop erg jonge leeftijd deel uit van het curriculum. Kinderen leerden eerst improviseren en al-leen zij die daar talent voor hadden mochten later ook compositieles-sen volgen. Eigenlijk leerden zij dus eerst de taal zelf, vooraleer ze die moesten leren neerschrijven. In ons muziekonderwijs vandaag is het net omgekeerd. Wij leren onze kinderen eerst schrijven en lezen en dan misschien, een beetje, improviseren. Dat vind ik echt jammer.

Blijven jullie altijd netjes in de stijl, of laten jullie de boel ook wel eens ontsporen?

We proberen altijd zo goed mo-gelijk trouw te blijven aan de re-naissancestijl. We zijn als zangers allemaal meer dan vertrouwd met het repertoire, we weten dus echt wel hoe die muziek zou moeten klinken en hoe niet. Af en toe halen we er om te lachen wel eens een moderne melodie bij, die we dan omzetten in een cantus fir-mus. Maar zelfs dan blijven onze improvisaties binnen de krijtlijnen van de renaissancepolyfonie. Een ‘accident de parcours’ kan natuur-lijk altijd voorvallen, mislukken is deel van het spel. Maar grappig genoeg moet dat vroeger ook af en toe zijn gebeurd. Zo waar-schuwde de muziektheoreticus Johannes Tinctoris bijvoorbeeld dat ‘le chant sur le livre’ altijd kon ontsporen en dat zangers dan opeens teveel dissonanten na el-kaar opstapelden. Doorgaan alsof er niets is gebeurd, is dan de boodschap.

Heeft je ervaring met geïmproviseerd contra-punt je visie op het gecomponeerde repertoire uit die tijd veranderd?

Vooral omdat je veel duidelijker kan zien dat veel gecomponeerde muziek uit de 16de eeuw eigenlijk uitgeschreven improvisaties zijn. Je begrijpt veel beter waarom er staat wat er staat, omdat je de tech-nieken herkent en je de melodische wendingen veel beter kan plaatsen.

Wat ervaar je precies wanneer jullie op die manier improviseren?

Je bent gefascineerd omdat de mu-ziek die je aan het zingen bent, ontstaat op het moment zelf. Dat is voor mij de ongelofelijke aantrek-kingskracht van elke mogelijke vorm van improvisatie. We zijn er ook allemaal erg van overtuigd dat improvisatie vandaag niet de plaats inneemt die ze werkelijk verdient. Het is uiteindelijk de meest natuur-lijke en de meest primaire manier van muziek maken.

LE ChANT SUR LE LIVREDe Top van De iJsberg:

geïmproviseerDe ConTrapunT TiJDens De miDDeleeuwen en De renaissanCe

WIJ

LE

RE

n o

nZ

E k

InD

ER

En

EE

Rs

T s

CH

RIJ

VE

n E

n L

EZ

En

E

n D

An

MIs

sC

HIE

n,

EE

n B

EE

TJ

E,

IMP

Ro

VIs

ER

En

.

inTerview meT pierre funCK

le cHanT sur le livre

concert: 13.30 / kerk / Betalend

workshop zangers:10.00 / roelants du vivier Betalend / Toegankelijk voor publiek

Pier

re F

unck

Page 8: Festivalkrant AlbaNova 2014

8 M I D Z O M E R F E S T I V A L V O O R C R E A T I E E N M U Z I K A A L E R F G O E D

eerste episoDe

Een vraag van Bart Demuyt, di-recteur van AMUZ. Of ik het zie zitten om met een aantal jongeren terug het podium op te gaan in het kader van twintig jaar Laus Polyphoniae? Ik pols bij de jeugd of zij er zin in hebben. De reactie is unaniem: ja! Plots besef ik dat deze jonge mensen intussen een eigen artistieke visie of parcours aan het ontwikkelen zijn. Ik twijfel niet langer.

tweeDe episoDe

Een voorstelling tijdens het festival in augustus 2013 kan niet: herexa-mens van de jongeren liggen op de loer. We maken er een jaartra-ject van: één met zeven bijeenkom-sten. En zo geschiedt. DerDe episoDe

De fragiele, melancholische mu-ziek van John Dowland (1563-1626),

spilfiguur in de twintigste editie van Laus Polyphoniae, is het verplichte startnummer. Muziek die door de meeste deelnemers nog ontdekt moet worden. De titel HIGHLANDS-DOWLANDs volgt meteen. De invulling kan beginnen: van de woeste hoog-vlakten uit Schotland tot de in-tieme muziek van Dowland, over alle bergen en dalen van het le-ven heen. Talent en kennis ge-noeg in deze groep jonge studen-ten en pas afgestudeerden. Ik wil dat álle talenten worden ingezet. Hoe zit dat met die tranen? Wat is een traan? Waarom wenen /lachen we? Wie is Dowland? Waarom is zijn muziek zo me-lancholisch? Ben je een melan-cholicus als je soms melancho-lisch bent? Waarom kleeft de muziek van Dowland aan ons l ijf ? Huiswerk voor al deze studenten.

vierDe episoDe

De keuze om Dowlands muziek liefst zo zuiver en puur mogelijk te houden komt van de jongeren zelf. We houden het wel niet strikt HIP (historically informed perfor-mance), want we hebben geen ‘HIPPE’ maar wel eens zo fijne muzikanten in de groep. Inspirerend zijn ook kunstwerken, kunstwerken met een weerhaakje, kunstwerken die verder dan de realiteit gaan, die ‘bevreemden’. Wij willen ook ‘bevreemden’, op een dwaalspoor zetten, verrassen, ontroeren.

vijfDe episoDe

Het wordt een wisselwerking tus-sen wat ik hén aan input geef, en hun reactie hierop. Zij doen voor-stellen, werken zelfstandig be-paalde delen uit. Dansen, zingen en filmen zijn altijd vaste ingredi-enten geweest. We kunnen het niet

laten. Finaal doel: onze aller artis-tieke grenzen verleggen.

zesDe episoDe

Zeven jaar na de laatste jongeren-voorstelling tijdens Laus Poly-phoniae staan de intussen jongvol-wassenen opnieuw als groep op het podium. Ze zijn niet meer naïef, ze weten wat het leven te bieden heeft: hoogtes en laagtes, intense geluksmomenten en tegen-slagen. De metafoor van de koffer. Nu al dragen ze een koffer met herinneringen maar kijken reik-halzend uit naar wat nog moet komen. zevenDe episoDe

Ziehier een bescheiden voorstelling, bekeken doorheen ... een traan: glazig en troebel maar wel intens. HIGHLANDS-DOWLANDs, zoals het leven zelf. Setting: studenten in een denkbeeldige aula.

Onderwerp van de les: What’s in a tear? Wit is de klinische kleur van al wat exact is. Zwart is de etymologische kleur van melan-cholie. De doos (niet die van Pandora) gaat open en melancho-lie krijgt de vrije loop. De muziek maakt een vreemde blend van associaties, beelden, sferen, her-inneringen en gedachten. Zijn er nog vragen? Altijd weer: zijn er nog vragen?

liesbeT vereerTbrugghen

over heT onTsTa ansproCes van JongerenproDuCTie

hIGhLANDS-DOwLANDSuiT heT leven van een Traan. in Zeven episoDes.

HiGHlands/dowlands

14.00

cuvelier / Gratis met reservatie

Page 9: Festivalkrant AlbaNova 2014

9Z O N D A G 2 9 J U N I 2 0 1 4 / L A N D C O M M A N D E R I J A L D E N B I E S E N – B I L Z E N

Bittová’s muziek beschrijven is net zo moeilijk als uitleggen wat zien betekent aan iemand die blind is geboren. De Tsjechische violiste en stemkunstenares laat zich in geen enkel hokje dwingen. In haar muziek klinken de volksmuziek van haar moederland, de grillig-heid van jazz, de speelsheid van populaire muziek en een klassieke virtuositeit. Zelf spreekt ze graag over ‘haar eigen volksmuziek’, een persoonlijke muzikale taal die ge-kleurd wordt door haar schitte-rende stem en virtuoze vioolspel.“Mijn viool is een spiegel voor mijn dromen en fantasieën” zegt Bittová. Om deze te kunnen uiten, veegt ze haar voeten aan klassieke speel- en zangtechnieken. Iva Bittová ka-

kelt, kraait, tsjirpt en gromt op het podium. Tegelijk strijkt, tokkelt en trommelt ze op haar viool en be-weegt ze met haar hele lichaam. “Ook de klassieke componisten waren mensen met gevoelens en persoonlijk-heid. Deze moet je als muzikant tot uiting brengen.”De manier waarop ze zich beweegt tussen muziekstijlen, de onnavolg-bare wijze waarop haar stem en viool in dialoog gaan, het lijkt al-lemaal zo eenvoudig en natuurlijk. Niets is minder waar: “Het is het resultaat van ontzettend veel disci-pline. Oefening geeft je de vrijheid om naar buiten te brengen wat je vanbin-nen hoort.” Bittová groeide op in een muzikaal nest. Haar vader, die allerlei instrumenten kon bespelen,

leerde haar op jonge leeftijd noten lezen en musiceren. Jazz, klassieke muziek en volksmuziek werden haar met de paplepel ingegeven. “Dit is wellicht de reden waarom er voor mij geen grenzen zijn tussen genres.”Iva Bittová speelt al meer dan 30 jaar wereldwijd voor uitverkochte zalen. Ook haar concert op AlbaNova zal niemand onberoerd laten. Wees getuige, en bewonder!

iva bittová

Hendrik van Veldeke kennen we al-lemaal als de eerste dichter van ons taalgebied. Dat hij ook minnezanger was, weten veel minder mensen. Ten onrechte, Veldeke was zelfs de aller-eerste minnezanger en werd geprezen door al wie na hem kwam. Naar aan-leiding van Dag Oude Muziek 2013 werd een onderzoek gestart naar de verloren muziek van Hendrik van Veldeke. De bevindingen werden ge-bundeld in een prachtig boek. “Een fascinerende teletijdmachine die de vroegst-beroemde Limburger uit de nevelen laat herrijzen”, aldus Stefan Grondelaers in Staalkaart.

Hoewel er al heel veel inkt vloeide over de f iguur Hendrik Van Veldeke, blijven een aantal raadsels overeind. De negen auteurs laten vanuit verschillende disciplines hun licht schijnen op de dichter-muzikant en reiken daarbij zoveel mogelijk verifieerbare gegevens aan. Vooraleer te komen tot de muziek, schetst het boek de maat-schappelijke en cultuurhistorische context van de 12de eeuw. Ook de taal- en dichtkunst van Veldeke komt uitgebreid aan bod. Uiteindelijk komen we tot het be-langrijkste vraagstuk: hoe heeft de muziek van Veldeke geklonken? Benjamin Bagby (Sequentia) en musicus-musicoloog Mark Lewon gingen met musici uit binnen- en buitenland aan de slag in labo’s om Veldekes muziek te reconstru-eren. Ze schreven elk hun bevin-dingen neer in een essay.

Dit vlot leesbare en fraai geïllus-treerde boek zet een belangrijke stap in het zoeken naar de roots van de eerste minnezanger. Een zoektocht die ongetwijfeld een vervolg zal krijgen.

Uitgegeven bij AlamireOnder leiding van Herman BaetenMet bijdragen van: Benjamin Bagby, Elizabeth den Hartog, Jan Goossens, Jozef Janssens, Marc Lewon en Frank Willaert

Boek te koop tijdens

Albanova of via

uitgeverij Alamire:

[email protected]

tel. +32 11 610 510

nieuw boeK

‘hENDRIK VAN VELDEKE

EN ZIJN MUZIEK’

jo

an

na

ba

ilie

auDiovisuele insTallaTie

op De grens Tussen KunsT en realiTeiT

vioolvirTuoZe en sTemKunsTenares

iva BiTTová

17.00

kerk / Betalend

Waar gaat een neutrale weergave van de werkelijkheid over in kunst? Deze vraag staat centraal in de installatie van componiste en ge-luidskunstenares Joanna Bailie. Een verduisterde kamer functio-neert als een enorme camera obscura: via een gaatje in één van de wan-den wordt het Voorhof van de Landcommanderij ondersteboven weerspiegeld op een scherm. Op die manier toont Bailie een omge-keerde ‘live stream’ van wat er zich

buiten afspeelt.De eeuwenoude techniek van de camera obscura, die al in de Oudheid ontdekt werd, krijgt in de instal-latie van Bailie ook een auditieve vertaling. Bij de beelden hoor je geluiden die ze live opneemt op het Voorhof. Net als de omge-keerde projectie is ook deze op-name geen volledig getrouwe weergave van de realiteit: klanken worden bevroren of gemanipu-leerd, korte momentopnames wor-

den aangehouden tot een statisch akkoord. Hiermee balanceert Bailie op het fragiele punt waar objectieve representatie overgaat in kunst.

Joanna Bailie

foyer rijschool

doorlopend toegankelijk,

behalve tijdens de concerten

van Zwerm

Page 10: Festivalkrant AlbaNova 2014

10 M I D Z O M E R F E S T I V A L V O O R C R E A T I E E N M U Z I K A A L E R F G O E D

ANTIFONARIUM TSGROOTENOpNIEUw IN ACTIE

psallenTes / inTerview meT henDriK vanDen abeele

In 2008 kocht de Vlaamse Overheid het Antifonarium Tsgrooten aan: een fabelachtig muziekmanuscript met gregoriaanse koorliederen uit de 16e eeuw. Het werk is versierd met de mooiste miniaturen en initialen. Psallentes vatte het plan op om het antifonarium te laten klinken als vanouds. En net als vroeger willen ze het publiek betrekken bij de uitvoe-r ing. Gregor iaanse gezangen te moeilijk? Niet zo volgens Hendrik Vanden Abeele: “Bepaalde grego-riaanse melodieën zitten onmid-dellijk in je hoofd, je wil ze met-een meezingen.” Hendrik Vanden Abeele, vanwaar de titel ‘Antifonarium Tsgrooten in Actie’ ?‘Antifonarium Tsgrooten in Actie’ is niet zomaar een catchy titel. Het geeft aan dat in dit project het Antifonarium Tsgrooten centraal staat, en dat het boek ‘geactiveerd’ wordt. Niet alleen is er het demon-stratie-aspect waarbij getoond wordt hoe antifonen en responso-ria tot leven komen. Nog meer is het de bedoeling dat het publiek aan dit activeren meehelpt. Ze kijken over de schouders van de zangers naar het grote boek, krij-gen in een ‘speeddate’ met het ma-nuscript een reeks instructies, en vervolgens doen we terstond een soort toonmoment.

Dat lijkt iets nieuws of minstens ongebruikelijks.Bekeken vanuit de doorsnee heden-daagse concertstijl is het inderdaad ongebruikelijk. Meestal is er toch een zekere barrière tussen uitvoer-ders en publiek. Maar historisch bekeken ligt het heel anders. Voor wie was dat gregoriaans eigenlijk? Wie zong het en wie luisterde? Een boeiende vraag, waarop het korte antwoord is: zangers en publiek waren één. Je had natuurlijk altijd de voorzangers of een groep solis-ten, maar de hele gemeenschap nam aan ‘uitvoeringen’ deel. Het waren dan ook geen echte uitvoe-ringen, het was een collectief over-

wegen, waarbij eenieder vroeg of laat zijn of haar stem moest verhef-fen. In die zin is wat we gaan doen dus bijna historischer dan wanneer we de klassieke opdeling tussen uitvoerder en luisteraar zouden maken.

Hoe ga je hierbij te werk, dan?

Het mooie aan gregoriaans is dat het via vaak eenvoudige verklan-king van Latijnse tekst heel toe-gankelijk is. Zeker de eenvoudiger antifonen zijn makkelijk te leren, en aan de geheugensteun van het handschrift heb je vaak meer dan genoeg. Ik bedoel dat er weinig instructies in staan over hoe pre-cies dat gregoriaans uit te voeren. Op heel korte termijn (de sessie duurt een uur) kun je natuurlijk zelfs de geoefende zanger niet zo-maar alles aanleren. Daarom gaan we het publiek laten deelnemen op

een manier waarbij het genoegen van het zingen voorop staat. Dat kan alleen als we inspelen op wat bij gregoriaans zo opvallend is: de deuntjes. Dat klinkt misschien oneerbiedig, maar het is de reali-teit: bepaalde melodieën zitten direct in je hoofd, en je wil ze met-een meezingen. Dat basisverlangen van een niet alleen meeluisterend maar ook (minstens inwendig) meezingend publiek, dat is onze garantie op succes.

Wat is er zo bijzonder aan het Antifonarium Tsgrooten?

De prijs misschien (lacht) ? Het Antifonarium Tsgrooten werd in 2008 door de Vlaamse overheid aangekocht voor €400.000. Het was lang in bezit geweest van de familie De Merode. Na de kritiek bij de verkoop aan Den Haag van het Gruuthusemanuscript, wou de

cultuurminister nu graag snel han-delen om een topstuk als het Antifonarium Tsgrooten in Vlaamse handen te houden. Meteen is over het manuscript een uitstekende website gemaakt, waar het boek ook te doorbladeren is: www. antifonarium-tsgrooten.be. Het is een heel mooie en interes-sante bron voor het gregoriaans van de zestiende eeuw. Het boek werd genoemd naar de opdracht-gever Abt Antonius Tsgrooten, en het werd in 1522 afgeleverd aan de Abdij van Tongerlo. De schrijver was Franciscus van Weert, een scribent die met de Abdij van Averbode verbonden lijkt te zijn geweest, en zeker meer in het al-gemeen met de Norbertijnse ab-dijen in de Lage Landen. Er zijn verschillende manuscripten van zijn hand bekend, ook voor de Park Abdij in Heverlee. In een graduale dat nu bewaard wordt in

de British Library noemt hij zich-zelf ‘Lovanii residentem’ — wonende in Leuven. In de Lilly Library (Bloomington, Indiana) is de laat-ste folio bewaard gebleven van een graduale dat Franciscus van Weert afwerkte in 1523, ook in opdracht van Abt Tsgrooten. Daarin schrijft hij ‘…in vigilia Pasche Lovanii feli-citer completum’. Hij is blij het werk afgemaakt te hebben te Leuven, aan de vooravond van Pasen. Wij zijn blij en trots dat we met dit prachtige boek aan de slag kun-nen, en we kijken er naar uit te zien en te horen hoe het publiek op actieve deelname zal reageren.

PsallenTes /

anTifonariuM TsGrooTen

11.00 / 15.50

cuvelier / Betalend

Hen

drik

Van

den

Abe

ele

Page 11: Festivalkrant AlbaNova 2014

11Z O N D A G 2 9 J U N I 2 0 1 4 / L A N D C O M M A N D E R I J A L D E N B I E S E N – B I L Z E N

In het muziekcafé van de Tiendschuur nemen een zevental musici u mee op een muzikale reis van barok, over klas-siek en romantiek tot jazz. Welkom in de muzikale keuken van de muzikant. Schuif aan tafel wanneer het je past, ga weg wanneer je voldaan bent. Proef met eigen oren hoe dezelfde ingrediën-ten tot uiteenlopende gerechten leiden. Laat je verleiden door de oude kunst van het variëren, en ontdek wat com-poneren en uitvoeren met elkaar ge-meen hebben.

In het Europa van de 19de eeuw, en tot lang daarna, voltrok zich op en rond de concertpodia iets bijzon-ders. Het etiket ‘klassieke muziek’ bestond niet voor 1830. Concert- en operahuizen programmeerden nau-welijks muziek uit het verleden. Maar musici bestudeerden die mu-ziek wel. In 1780 bedroeg in Frankrijk de verhouding tussen werk van levende of dode compo-nisten 3 tegen 1. In het midden van de negentiende eeuw was dat nog slechts 1 tegen 3. De tendens zette zich in heel Europa door tot ver in de 20ste eeuw. Dat had een belang-rijk gevolg: er ontstond een steeds dieper wordende kloof tussen wie een partituur componeerde, en wie haar tot klinken bracht.

Steeds meer richtte een opleiding tot musicus zich op het nauwkeu-rig reproduceren van bestaande muziek. Het ontstaan van de ca-non van de westerse klassieke muziek ging gepaard met de slui-pende teloorgang van precies die muzikale vaardigheden waarvan de oude meesters doordrongen waren: de kunst van het variëren. Een goeie honderd jaar geleden was die transformatie een feit en richtte de opleiding aan de conser-vatoria zich nog uitsluitend op het afleveren van virtuozen. In de klas-sieke muziekopleidingen van de

20ste eeuw verschrompelde het aandeel van improvisatie en creatie verder tot niet meer dan kers op de taart.

Net op het moment dat in Europa de vaardigheid van het improvise-ren grotendeels was verdampt, ontstond aan de andere kant van de Atlantische oceaan, en in een compleet andere context, vanuit gospel en blues een nieuwe traditie gebaseerd op improvisatie en vari-atie: de jazz. Wat heeft deze mu-ziekstijl gemeen met de vaardig-heden waarmee ook Beethoven een publiek voor zich won? En is deze vraag relevant?

Nu in de 21ste eeuw opnieuw heel wat zekerheden op de helling staan, kunnen we ons afvragen: wat verstaan we onder musician-ship? Over welke vaardigheden moet de muzikant van de toekomst beschikken? Welke rol kan het verleden daar in spelen? In de Tiendschuur spiegelen we het mu-zikale heden aan de dynamiek van het verleden. Hoor met eigen oren hoe de tonale muziek van de laat-ste driehonderd jaar zich geleide-lijk een nieuw kleedje aanmat, maar hetzelfde spingaren bleef gebruiken.Ook al beschouwen we Bach, Mozart, Beethoven en Chopin

graag als prototypes van het mu-zikale genie, musicologen hebben overtuigend aangetoond dat hun ambacht geen ongrijpbare gave van de Muzen was. Hun kunst paste in een erg praktijkgerichte traditie. Die koppelde van bij aanvang het oor aan de vingers. Muziek creëren ging hand in hand met het verwerven van instrumen-tale vaardigheid. Noem het muzikaal ambacht pur sang, gecombineerd met een flinke dosis eigenzinnig-heid en avontuur. Geen reproduc-tie, maar creatie!

Het programma van de Tiend-schuur zet dit verband tussen cre-atief inzicht en vaardigheid op het klavier opnieuw op de kaart. Niet toevallig is dit idee doorheen het hele programma van AlbaNova onderhuids aanwezig: van de in-teracties met kleine kinderen op de binnenkoer, de improvisaties van le Chant sur le Livre tot de eigenzinnige capriolen van Iva Bittovà, Dick Van der Harst en anderen. Creatie is de essentie van evolutie, en van kunst tout court.

Geïnspireerd op de oude traditie van het partimento, de kunst van het improviseren uit de 17de en 18de eeuw, stellen we in de marge van het gebeuren in de Tiend-schuur Tonal Tools aan u voor. Musica’s antwoord op de vernieuw-de inzichten ter zake richt zich naar het klavieronderwijs van nu. Dit boek met bijhorende app ver-bindt het oude met het nieuwe. Het reikt sleutels aan voor een meer auditieve en creatief-inzich-telijke benadering van tonale mu-ziek vanaf het begin. Meer nog dan het reproduceren van hun werken, is dit misschien het groot-ste eerbetoon dat we de oude mees-ters kunnen geven.

jazz avant la lettre /baroQue music

revisiteD

13.00 ––> 13.40: boekvoorstelling en panelgesprek o.l.v. Jan Hautekiet

Naar aanleiding van de nieuwe publicatie Tonal Tools/Tonaal Gereedschap gaat Jan Hautekiet in gesprek met Lieven Strobbe (auteur Tonal Tools), Luc Ponet (inspecteur DKO), barokspecialist Ewald Demeyere en jong jazztalent Maarten Lingier.

Tonal Tools biedt klavierspelers en -leerkrachten het gereedschap om op een meer creatieve manier aan de slag te gaan met tonale muziek.En dat vanaf de eerste muziekles. Een babbel over zin en onzin van idiomatisch improviseren op het klavier voor muzikanten van nu. Of, hoe de kunst van het variëren stilaan terug is van (n)ooit weggeweest.

overZicHT HisToriscHe JaMsessies TiendscHuur

De KeuZe van

zwermDe vier jonge, elektrische gitaris-ten van Zwerm bouwen een mooi hedendaags repertoire op. Erg diverse, weloverwogen keuzes. Electric Consort is verrassend en wekt de nieuwsgierigheid? Benieuwd hoe Dowland, Tallis, Byrd en Campion op elektrische gitaar gaan klinken. Hoe Zwerm die muziek naar hun hand zet. Wellicht met veel respect, maar niet altijd met f luwelen hand-schoentjes. Een aanrader voor wie in is voor een beetje avontuur en niet in shock gaat bij vrije bewer-kingen van oude meesters.

JOOST FONTEyNEdirEctEur fEstival van

vl a andErEn KortrijK

workshopsIk vind het belangrijk dat we ons cultureel erfgoed, dus ook ons muzikaal erfgoed, in ere houden. Die boodschap wil ik ook over-brengen aan mijn dochter, maar dan niet met opgeheven vinger. Het verheugt me dat workshops als “Toeten en blazen” een plaats krijgen in het programma van AlbaNova, naast de concerten en performances. Zulke workshops geven kinderen goesting in mu-ziek en wekken hun interesse in oude instrumenten. Het feit dat ze tijdens het slotmoment van het festival even zelf muzikant mogen zijn, is een prachtige beloning.

De KeuZe van

IGOR phILTJENSgEdEputEErdE voor cultuur ,

provinciE l imburg

hisTorisChe Jamsessies en boeKvoorsTelling Tonal Tools

10.00 ––> 13.00 en 14.00 ––> 17.30: HistoriscHe Jamsessies (doorlopend)

• Barok met Ewald Demeyere, Jeroen Malaise en Edward Vanmarsenille

• Klassiek met Tobias Cramm en Alma Deutscher (9 jaar)

• Romantiek met Anthony Romaniuk

• Jazz met Maarten Lingier

Joha

nn S

ebas

tian

Bac

h

Liev

en S

trob

be

Page 12: Festivalkrant AlbaNova 2014

12 M I D Z O M E R F E S T I V A L V O O R C R E A T I E E N M U Z I K A A L E R F G O E D

David Catalunya en zijn ‘hammered clavisimbalum’ – laat het ons voor de gemakkelijkheid een middeleeuwse piano noemen – vormen een onafschei-delijk duo. Half ontsproten aan de geschiedenis, half aan zijn eigen fan-tasie: dit unieke instrument geeft zijn artistieke identiteit vleugels. Op AlbaNova geeft hij vrij spel aan de verbeelding met improvisaties op basis van composities uit de Codex Faenza en het Buxheimer Orgelbuch. David begon zijn studies vij ftien jaar geleden als klavecinist, met de bedoe-ling zich te verdiepen in barokmuziek. Maar zijn leven draaide anders uit. “Toen ik voor de eerste keer trecento-muziek hoorde, wist ik niet wat er gebeurde. Het was bijna irrationeel. Ik heb er echt geen woorden voor.” Het was dat ‘iets’ en de fantasieën die dat ‘iets’ opriepen die zijn carrière vanaf dan bepaalden, als uitvoerder én als onderzoeker.

Zijn beide carrières even belangrijk voor jou?

Het ene kan voor mij niet zonder het andere. Ik kan muziek niet uitvoeren zonder er eerst onder-zoek naar gedaan te hebben, maar het omgekeerde geldt evengoed: musicologisch onderzoek dat niet gevoed wordt vanuit de praktijk blijft voor mij persoonlijk beteke-nisloos. Een partituur is altijd het vertrekpunt voor een zoektocht. Zelfs als je een moderne transcrip-tie in je handen hebt, stroomt je hoofd als vanzelf vol met vragen. Waar komt die muziek vandaan? Wie heeft dit gecomponeerd? Hoe is de partituur tot bij ons geko-men? Het verlangen om meer te weten te komen stopt eigenlijk nooit. Maar dat wil niet zeggen dat je je als artiest in een keurslijf moet laten hijsen door de weten-schap. Eens je op het podium staat, ben je in de eerste plaats artiest. En wat je daar doet, kan je niet altijd beredeneren. Als ik mu-ziek maak, ben ik alleen nog maar daarmee bezig en denk ik helemaal niet aan alle vragen die daarvoor door mijn hoofd spookten.

Hoe omschrijf je de verhouding tussen compo-sitie en improvisatie in de muziek die je brengt?

Je moet ervan uitgaan dat bijna elk middeleeuws manuscript func-tioneert als een open tekst. Niet alleen nu, maar ook toen. We wer-ken immers met partituren die per definitie onvolledig zijn: de con-tratenor, de derde stem, moest je er zelf bij componeren en je moest sowieso versieringen toevoegen. Improvisatie is dus een wezenlijk deel van die muziek. Kijk bijvoor-beeld naar het Buxheimer Orgelbuch: een groot deel van het manuscript bestaat uit louter improvisatie-oefeningen met formules die je nadien zelf kan toepassen op de composities uit het manuscript. Die composities staan heel sche-matisch neergeschreven en klinken eerder saai als je ze in hun kale versie laat horen. Maar wanneer je begint te improviseren, krijgen ze opeens een heel levendig gelaat.

Terwijl je aan het spelen bent, heb je heel even de indruk dat je zelf de componist bent van hetgeen je hoort. Dat is een bijzondere erva-ring. Je voelt dan dat de grens tussen compositie en uitvoering in dit repertoire heel dun is.

Geef je er soms een meer moderne draai aan?

Het resultaat is sowieso altijd per-soonlijk en modern – want je speelt het nu. Je moet de stijl natuurlijk goed kennen en je probeert iets te spelen dat min of meer coherent lijkt. De improvisatieformules uit de 15de-eeuwse handschriften hel-pen daarbij, maar tegelijk moedi-gen ze je ook aan om een meer persoonlijke stijl te ontwikkelen. Want je voelt heel duidelijk dat elke componist destijds een geheel eigen stijl had en dat dus ook de improvisaties heel divers en per-soonlijk moeten zijn geweest.

Waar kwam het idee voor dit nieuwe instrument, het ‘hammered clavisimbalum’, vandaan?

Als klavecinist – en daarin sta ik vast niet alleen – voelde ik me vaak gefrustreerd omdat ik nooit met dynamiek kon spelen. Ik kende al een hele tijd de passage in het ma-nuscript van Arnaut de Zwolle waarin hij wijst op het bestaan van een klavecimbel met hamertjes, een kleine 15de-eeuwse piano dus. Dat idee heeft me altijd aangetrok-ken, net omdat zo een instrument heel wat meer expressieve moge-lijkheden zou hebben dan gelijk welk instrument met plectra. Op een bepaald moment heb ik beslist dat ik het idee een kans wilde ge-ven. Samen met Paul Poletti, de bouwer van het instrument, heb-ben we anderhalf jaar lang ge-brainstormd en telkens nieuwe modellen getekend. Daarna duur-de het nog een vol jaar om het instrument te maken. En cours de route ontdekten we allerlei techni-sche problemen waar we oplos-singen voor moesten zien te vin-den. Om bepaalde mechanismen

EEN VERGEEFSE ZOEKTOChTNAAR EENVERLOREN

wERELDosuna - HAsreTMuziek is meer dan alleen maar klank. Voor mij is muziek ook een manier om contact te voelen met oude ideeën en vervlogen bescha-vingen. Of met beschavingen die vandaag nog altijd bestaan, maar ver van ons af lijken te staan. Ik ben zelf peter van een kindje van ouders van Turkse komaf. Muziek heeft mij geholpen om nog beter te begrijpen dat we zoveel gemeen hebben. Het is écht de gemeen-schappelijke taal bij uitstek. Daarom is het geen verrassing dat de mensen van Osuna muziek uit de buik van de geschiedenis en hedendaagse improvisatie over alle windstreken heen samen kunnen brengen, alsof het nooit anders bedoeld is.

DaviD catalunya - From FAenzA To BuxHeimVoor veel pianisten is het een ma-nier om stoom af te laten bij het studeren: heerlijk hengsten op die diepe, luide basnoten zodat de klank lekker door de kamer beukt. Haaa, dat kan opluchten! Maar hoe vol en rijk een basnoot van een moderne concertvleugel ook klinkt, de piano was van oorsprong helemaal niet zo’n macho. De kla-vecimbel was een instrument dat bij uitstek paste in de woonkamer, en ook andere instrumenten met aangeslagen of getokkelde snaren waren vooral elegant en zacht. Ik ben dan ook benieuwd naar de frêle klanken van de middeleeuwse piano die David Catalunya ontwik-kelde, speciaal om intieme muziek te spelen die meer dan een half millennium oud is.

inTerview meT DaviD CaTalunyaDe KeuZe van

ThOMAS VANDERVEKENprEsEntator En muziK ant

luciDariumHet programma van het ensemble Lucidarium brengt een confronta-tie tussen de Arabisch-Palestijnse traditie en het Italiaans middel-eeuwse repertoire. Die wisselwer-king heeft me altijd geboeid. Arabische muziek heeft een heel eigen toonsysteem en vooral een rijk uitgewerkte melodie, terwijl de Westerse muziek geleidelijk evolueerde naar polyfonie. Hoe werd uit deze confrontatie een ei-gen muziek geboetseerd? Het be-nieuwt me erg hoe Lucidarium dit gaat reconstrueren.

le chant sur le livre Ook naar Le Chant sur le Livre kijk ik uit. Het staat vast dat er heel veel werd geïmproviseerd in middeleeuwen en renaissance. Uitvoerders vertrokken dikwijls vanuit een basismelodie, een

cantus firmus waarop ze dan im-proviseerden. Het is zonder meer fascinerend dat door de wol ge-verfde uitvoerders van histori-sche muziek dit vandaag opnieuw vanuit improvisatie durven aan-pakken.

De KeuZe van

hERMAN BAETENvoorzit tEr musica

En bEziElEr dag oudE muziEK

vE

rg

El

ijK

hE

t m

Et

hE

t w

Er

K v

an

En

ar

ch

Eo

lo

og

: j

E z

iEt

al

lE

En

ma

ar

EE

n p

ot

sc

hE

rf

, m

aa

r j

E v

Er

mo

Ed

t

EE

n h

El

E w

Er

El

d a

ch

tE

r d

iE

po

ts

ch

Er

f E

n n

Et

da

t

fa

sc

inE

Er

t o

ns

ma

tE

lo

os

.

Page 13: Festivalkrant AlbaNova 2014

13Z O N D A G 2 9 J U N I 2 0 1 4 / L A N D C O M M A N D E R I J A L D E N B I E S E N – B I L Z E N

Het arrangeren van muziek uit het verleden voor nieuwe instrumen-ten is een praktijk die al eeuwen-lang bestaat. De Italiaanse com-ponist Maurizio Pisati gaat nog een stap verder. Hij verweeft flar-den muziek van John Dowland, Dominico Scarlatti en Antonio Viv a ld i in een org a n i sch klankweefsel. Pisati spreekt liever over ‘parafrase’ dan over een con-ventionele ‘transcriptie’. Oude en nieuwe praktijken vullen elkaar aan en verrijken elkaar.Pisati speelt met verrassende in-strumentencombinaties en laat twee muzikanten samen hetzelfde instrument bespelen. Humor en

theater zijn nooit ver weg. Dit is gesneden koek voor Tiptoe Company, die actuele kamermu-ziek brengt met instrumenten die doorgaans in de schaduw staan, zoals akoestische gitaar, contrabas, blokfluit, harp of cello. Op de ‘tip-pen van de tenen’ verkennen zij artistieke grenzen. Soms heel sub-tiel en nauwelijks hoorbaar, dan weer onversneden en intens.

te reconstrueren zijn we zelfs gaan grasduinen in Arnaut de Zwolles geschriften over horlogerie. Het was echt een avontuur, maar nu het instrument er is, beschouw ik het als één van de meest bevredi-gende projecten uit mijn carrière.

Wie jou al op dit instrument meemaakte, hoorde een nieuwe David Catalunya. Klopt het dat je simpelweg een instrument gecreëerd hebt waarop je eigen artistieke identiteit zo goed mogelijk uit de verf komt?

Inderdaad, dat is zeker zo en het zou dom zijn om dat niet te willen toegeven. Voor een stuk is dit in-strument geboren uit pure fantasie, het hele project steunt uiteindelijk op slechts één duidelijke referentie. En tegelijk biedt het het perfecte antwoord op mijn eigen artistieke verlangens. In de oude muziektra-ditie leeft nog altijd een sterke hang naar historische reconstruc-

tie. Maar je moet op een bepaald moment durven toegeven dat we simpelweg niet in staat zijn om de muziek écht te laten klinken zoals ze toen geklonken heeft. Eens je dat beseft komt er enorm veel ruimte vrij waarin je je eigen artis-tieke identiteit kan vormgeven en vrij spel kan geven aan de fantasie. Wie onderzoek doet, ziet wat we wel weten, maar ziet des te scher-per wat we helemaal niet weten. Hoe meer onderzoek je doet, hoe meer je je realiseert dat de manier waarop we vandaag middeleeuwse muziek uitvoeren echt niets te ma-ken heeft met de historische wer-kelijkheid.

Is dat niet paradoxaal?Neen. Het verleden willen recon-strueren is een heel hedendaags verlangen. Daar moet je je van bewust blijven. In het geval van de middeleeuwse muziek ligt dat verleden zo ver weg, dat we er nooit in zullen slagen om het echt te leren kennen. 18de-eeuwse mu-

ziek ligt heel wat dichter bij ons en er zijn er veel meer aspecten die we wel met zekerheid te weten kun-nen komen. Maar de 14de en de 15de eeuw moet je beschouwen als een verloren wereld, een verzonken universum waar we maar een heel klein stukje van kunnen zien.

Wat boeit ons zo aan die verloren wereld?Vergelijk het met het werk van een archeoloog: je ziet alleen maar een potscherf, maar je vermoedt een hele wereld achter die potscherf en net dat fascineert ons mateloos. Dat ene spoor zet de verbeelding in gang. In ons geval is de pot-scherf een manuscript en alleen al aan dat manuscript kunnen we zien dat de muziek extreem spec-taculair moet zijn geweest.

tiptoecompany

DRIEhONDERD JAAR OUDE MUZIEK VERTAALD

NAAR DE 21E EEUw

david caTalunya

11.00 / 16.00

Bocholtz / Betalend

TiPToe coMPany

13.00

Bocholtz / Gratis, met reservatie

Dav

id C

atal

unya

Page 14: Festivalkrant AlbaNova 2014

14 M I D Z O M E R F E S T I V A L V O O R C R E A T I E E N M U Z I K A A L E R F G O E D

Raphael De Cock, zanger en multi-instrumentalist, is van bijzonder veel markten thuis. Hij speelt onder an-dere doedelzak en Ierse fluit, maar ook de Turkse saz en de Siberische chat-kan. Daarenboven beheerst hij ver-schillende etnische zangstijlen. Op AlbaNova laat hij wie wil kennisma-ken met de eerste principes van de Tuvaanse boventoonzang. Een unieke kans om te ontdekken dat er veel meer klanken in onze stem huizen dan we op het eerste gezicht soms denken.

Wat is nu precies boventoonzang?

Het begint allemaal met de vast-stelling dat in elke natuurlijke toon, of die nu gezongen, gestre-ken, geblazen of getokkeld wordt, niet alleen een duidelijk hoorbare grondtoon zit, maar ook een hele resem boventonen. Hoeveel boven-tonen er precies meeklinken en in welke verhouding of schakering, bepaalt mee de kleur of het timbre van een stem of een instrument. Zonder de boventonen zouden dus alle instrumenten en stemmen precies hetzelfde klinken: droog en schraal. Op sommige instru-

menten kan je door bepaalde tech-nieken de boventonen versterken: denk bijvoorbeeld aan flageolet-tonen op een strijk- of een blaasin-strument. Welnu, dat kan je met de stem ook. Bij boventoonzingen klinken de boventonen zo sterk dat ze als een duidelijke afzonderlijke toon waargenomen worden. Je kan dan nu eens de ene, dan weer de andere boventoon gaan bena-drukken. Dat doe je door te spe-len met je mondstand of de vorm van je keelholte, of zelfs door je tongstand te veranderen. En dan hoor je uiteindelijk het resultaat van de typische, traditionele bo-ventoonzang: één grondtoon met daarboven een melodietje van boventonen.

Hoeveel tonen kan een Tuvaanse boventoonzanger tegelijk zingen?

Vier is zowat het maximum: één grondtoon en drie boventonen. Maar het gekke is dat de meeste westerlingen, tenzij je er echt in getraind bent, het verschil tussen één, twee of drie boventonen ei-genlijk bijna niet horen. Wij zijn

in het westen zo getraind om al-leen maar naar de grondtoon te luisteren dat veel mensen zelfs die eerste boventoon vaak niet horen. Behalve misschien bij de meest spectaculaire technieken, waarbij je echt een fluitje boven de stem hoort zweven. Tuvanen stammen uit een nomadische herderscul-tuur, intens luisteren naar de na-tuur is voor hen heel gewoon. Misschien komt het daardoor. In westerse theorieën beschouwt men boventoonzingen als een vorm van meerstemmigheid, maar het is ook heel belangrijk om te snappen dat zij dat zelf helemaal niet zo zien: voor hen is de stem als een soort van regenboog, waarin de boven-tonen de verschillende kleuren zijn. Soms kan je de ene, dan weer de andere kleur wat meer laten doorschijnen.

Hoe ben je zelf in contact gekomen met de techniek?

Ik ben zelf al spelend en experi-menterend met muziek begonnen. Rond mijn zestiende raakte ik ge-interesseerd in Keltische muziek en ben ik doedelzak beginnen

spelen. Toen hoorde ik op de radio toevallig een stukje Tuvaanse keel-zang en herkende ik daar hetzelfde principe in: net als bij een doedel-zak hoorde ik een bourdontoon en daarboven een melodie. Het feit dat je dat effect ook met een stem kon bereiken, fascineerde me ma-teloos. Samen met een school-vriend probeerden we ons de techniek al doende eigen te maken. Na een paar maanden was er toe-vallig een concert met Tuvaanse zangers. We zijn dan na het con-cert met die jongens gaan babbe-len, we kenden gelukkig iemand die wat Russisch sprak, zij gaven ons tips en zo geraakten we weer wat verder. Ik heb nooit echt cur-sussen gevolgd, maar heb vooral heel veel geluisterd en gereisd.

Wat mogen de deelnemers verwachten van je workshop?

Eerst bekijken we kort hoe het principe van de boventonen fy-sisch in elkaar zit. Daarna raken we twee belangrijke technieken aan die je het makkelijk maken om boventonen te leren filteren. Dan

nemen we voldoende tijd om te werken aan de typische keelklank bij de boventoonzang. De meeste traditionele boventoonzangtech-nieken maken gebruik van keel-zang om de boventonen nog dui-delijker te laten horen. Met een westerse zangstem kan je ook gaan boventoonzingen, maar dat is im-mens veel moeilijker. Die keelzang op zich is een belangrijke stap, omdat de meesten onder ons dat helemaal niet gewoon zijn. Maar als je het op de juiste manier aan-pakt, is het eigenlijk niet zo moei-lijk. En om af te sluiten leer ik meestal een eenvoudig Mongools liedje aan. Alles bij elkaar meer dan genoeg om thuis zelf mee aan de slag te gaan.

EEN REGENBOOGwAARIN VERSChILLENDE KLEUREN

DOORSChIJNEN

worKshop bovenToonZ ang / inTerview meT r aphael De CoCK

Tu

VA

nE

n s

TA

MM

En

uIT

EE

n

no

MA

DIs

CH

E H

ER

DE

Rs

Cu

LT

uu

R,

InT

En

s L

uIs

TE

RE

n n

AA

R D

E n

AT

uu

R

Is V

oo

R H

En

HE

EL

gE

Wo

on

.

osuna /

worksHoP BovenToonZanG

15.50 tot 17.20

kapel / Betalend Toegankelijk voor publiek

Osu

na ©

Sas

cha

Gri

mm

Rap

hael

De

Coc

k

Page 15: Festivalkrant AlbaNova 2014

15Z O N D A G 2 9 J U N I 2 0 1 4 / L A N D C O M M A N D E R I J A L D E N B I E S E N – B I L Z E N

Avontuurlijk

Zwerm – Electric ConsortHet eigenzinnige kwartet Zwerm brengt een ode aan oude meesters. Op hun elektrische gitaren zetten ze Engelse renaissancemuziek on-der stroom.

Zefiro torna – Micro/kosmos (voorstelling/installatie)De mens als maat van alle dingen. Met behulp van een mono-luid-spreker en een interactief geluids-systeem gaat luitist Jurgen De bruyn (Zefiro Torna) op zoek naar een symbiose tussen individu en omgeving. Een voorstudie van wat zijn eerste solovoorstelling moet worden. Gratis toonmoment, met reservatie

tiptoe CompanyEen creatieve vertaling van de muziek van Dowland, Scarlatti en Vivaldi. Tiptoe Company kneed flarden muziek tot een nieuw ge-heel, speelt met instrumentatie en laat twee muzikanten hetzelfde instrument bespelen. Humor en theater zijn nooit ver weg!Gratis voorstelling, met reservatie

Highlands-DowlandsIn John Dowlands muziek druipt melancholie uit iedere noot. Een onuitputtelijke inspiratiebron voor deze jongerenvoorstelling vol mu-ziek, fotografie, film, dans, woord en drama. Verlangen is smachten en duisternis is troef, maar wel met de nodige (zwarte) humor.Gratis voorstelling, met reservatie

osuna – HasretOsuna volgt het oude lied van verlangen. Maak je klaar voor een muzikale reis langs de Zijderoute met asymmetrische Balkanritmes, Tuvaanse keelzangers, Turkse min-nestrelen en middeleeuwse ballades

iva BittovaIva Bittova wordt wereldwijd ge-roemd voor haar eigen muzikale taal, gekleurd door haar prachtige stem die ze op onnavolgbare wijze laat samengaan met haar vioolspel. Ze beweegt zich sierlijk tussen jazz, folk en klassiek. Kom kijken en bewonder!

HistorisCH

Ensemble lucidarium - DīwānHet Italiaanse ensemble Lucida-rium gaat samen met jonge Palestijnse muzikanten op zoek naar de raakpunten en verschillen tussen hun beider culturen. Een klinkende confrontatie tussen twee poëtische en muzikale talen.

Psallentes – Antifonarium tsgrooten in actieHet gregoriaanse ensemble Psallentes laat het Vlaamse top-stuk ‘Antifonarium Tsgrooten’ opnieuw klinken als weleer. Het publiek werpt een blik over de schouder van de zangers en zingt zelf mee uit dit wonderbaarlijke manuscript.

David Catalunya – From Faenza to BuxheimDavid Catalunya bouwde zijn ei-gen instrument, het ‘new hamme-red clavisimbalum’. Een soort middeleeuwse piano met een bril-jante, zeer krachtige klank die toelaat om de meest virtuoze mid-deleeuwse muziek uit te voeren.

le Chant sur le livreBij Le Chant sur le Livre is het publiek getuige van een volstrekt unieke gebeurtenis: de zangers improviseren volgens principes uit de middeleeuwen en renais-sance. Het concert ontstaat wer-kelijk ter plekke.

vrijE gEluiDEn

Historische jamsessies In het muziekcafé van de Tiend-schuur nemen musici je mee op een muzikale reis van barok, over klas-siek en romantiek tot jazz. Welkom in de muzikale keuken van de mu-zikant. Schuif aan tafel wanneer het je past, ga weg wanneer je vol-daan bent. Proef met eigen oren hoe dezelfde ingrediënten tot uit-eenlopende gerechten leiden.

spiral ConsortSpiral Consort musiceert op een wel erg ongebruikelijk instrument: de zeeschelp. Je staat versteld van de muziek die het ensemble uit haar schelpen tovert.

Massive CentralEen blazerscollectief dat je volko-men wegblaast. Ze maken vlam-mende muziek voor hoofd, hart en buik. Het ene moment waan je je in de middeleeuwen, dan weer in Catalonië of aan de andere kant van de Middellandse Zee.

CornettoconsortMarleen Leicher en Eva Goddard brengen - samen met leerlingen van de muziekacademie – de fami-lie van de zinken opnieuw bij el-kaar. En het serpent is ook wel-kom. Net als in de renaissance laten ze deze merkwaardige bla-zers opnieuw samenklinken. Een niet te missen familiefeestje.

Boekvoorstelling tonal toolsHet boek Tonal Tools/Tonaal Gereedschap biedt klavierspelers handig gereedschap voor een meer creatieve benadering van tonale muziek. Eenvoudig toepasbaar voor zowel beginnende als gevor-derde muzikanten.

instAllAtiEs

joanna Bailievoorhof van de landcommanderij Alden BiesenOoit al een camera obscura met je eigen ogen gezien? In de Foyer van de Rijschool staat een reuzengroot exemplaar. Eentje waar je kan bin-nenlopen. Ervaar de werkelijkheid op zijn kop.

Zefiro torna – Micro/kosmos (voorstelling/installatie)Zie onder ‘Avontuurlijk’Installatie doorlopend toegankelijk

PArtiCiPAtiE

Workshop Cantus super librum – met le Chant sur le livreDe muzikanten van Le Chant sur le Livre dompelen gevorderde zangers onder in de historische improvisatiepraktijk ‘cantus super librum’. Ook toegankelijk voor niet-deelnemers.

Workshop boventoonzang – met raphaël De Cock (osuna)Boventoonzang, ook wel bekend als keelzang, is een fascinerende zangtechniek die vooral in Azië gebruikt wordt. Tijdens deze work-shop ondervinden zangers dat er veel meer klanken in onze stem huizen dan ze op het eerste gezicht zouden denken. Ook toegankelijk voor niet-deelnemers.

kinderworkshop Toeten en BlazenNeem een bad in de wereld van de blaasinstrumenten. Koperblazers of houtblazers? Rieten mondstuk-ken, kelkjes of fluiten? Zoek uit welk type instrument jou het beste ligt. Even later ben je muzi-kant tijdens het slotmoment van AlbaNova.Voor kinderen van 6 tot 12 jaar

kinderworkshop iva BittovaIva Bittova, grande dame van Tsjechische muziekwereld, vindt het heerlijk om samen met kinde-ren te zingen en te musiceren. Ontdek volksliedjes zoals Huljet Huljet, Lomir en Rosenka. En wie weet mag je zelfs met haar het po-dium op!Voor kinderen van 6 tot 12 jaar

kinderworkshop Muzikale DialogenMuzikanten gaan muzikaal in dia-loog met de allerkleinsten. De kinderen worden uitgedaagd om mee te kraaien, te zingen en te bewegen met al hun ledematen.Voor kinderen van 0 tot 5 jaar

praktische informatie

EEt– En drinkgElEgEnhEid:Restaurant op het Buitenhof: drankgelegenheid vanaf 9.30u en een zelfbedieningsrestaurant vanaf 11.30u.

EhBO: Er is een dokter aanwezig, wend je tot een medewerker.

BaBy –En kindErOpvang:Voor kinderen van 0 tot 6 jaar is er gratis opvang, verzorgd door de Gezinsbond. Zuidelijke Voorburcht: 10.00 – 18.00

pEndEldiEnst:

Elk uur rijdt er gratis een shuttle tussen station Bilzen en de Landcommanderij Alden Biesen.

Vertrek Station Bilzen:09.15, 10.15, 11.15, 12.15, 13.15, 15.00, 16.00, 17.00, 18.00

Vertrek Alden Biesen: 09.45, 10.45, 11.45, 12.45, 13.45, 15.30, 16.30, 17.30, 18.30

slothappening op het buitenhofOm 17.30 wordt AlbaNova feestelijk afgesloten met een muzikale slothappening. Op het Buitenhof verzamelen onder andere Iva Bittova,

Tcha Limberger, Massive Central, Marleen Leicher, Jon Birdsong en Spiral Consort, deelnemers van de kinderworkshops, enz. Mis dit toetje niet!

Page 16: Festivalkrant AlbaNova 2014

16 M I D Z O M E R F E S T I V A L V O O R C R E A T I E E N M U Z I K A A L E R F G O E D

v o o r s T e l l i n G e n o P e n l u c H T

cuvelier kerk riJscHool BocHolTZ kaPel roelanTs oranGerie erekoer TiendscHuur BuiTenHof foyer rocHow du vivier riJscHool

9:409:5010:0010:1010:2010:3010:4010:5011:0011:1011:2011:3011:4011:5012:0012:1012:2012:3012:4012:5013:0013:1013:2013:3013:4013:5014:0014:1014:2014:3014:4014:5015:0015:1015:2015:3015:4015:5016:0016:1016:2016:3016:4016:5017:0017:1017:2017:3017:4017:50

LEGEndE: “BASiSAAnBod / ALGEmEEn toEGAnGStickEt” GRAtiS, mEt RESERVAtiE BEtALEnd

Redactie: Gilles Helsen, Geert Sannen, Paul Craenen, Hans Van Regenmortel

Grafisch ontwerp: Koen Bruyñeel

Interviews: Annemarie Peeters

AlbaNova is een organisatie van Musica, Impulscentrum voor Muziek en Landcommanderij Alden Biesen, cultuurcentrum van de Vlaamse overheid

In samenwerking met B-Classic, Festival van Vlaanderen - Limburg

Met steun van:

Mediapartners:

PSALLEntES11.00 - 12.00

HiGHLAndS-dowLAndS14.00 - 14.50

PSALLEntES15.50 - 16.50

LucidARium10.00 - 10.40

LE cHAntSuR LE LiVRE13.30 - 14.20

LucidARium15.00 - 15.40

iVA BittoVA17.00 - 17.50

ZwERm12.00 - 12.40

ZwERm15:00-15:40

dAVidcAtALunyA11.00 - 11.40

tiPtoEcomPAny13.00 - 13.40

dAVidcAtALunyA16.00 - 16.40

oSunA14.00 - 14.40

woRkSHoPBoVEntoon-ZAnG15.50 - 17.20

woRkSHoPLE cHAnt SuR LE LiVRE10.30 - 12.00

muZikALEdiALoGEn14.00 - 14.40

muZikALEdiALoGEn16.00 - 16.40

kindER-woRkSHoPiVA BittoVA13.30 - 15.00

woRkSHoPtoEtEn En BLAZEn15.30 - 16.30

mASSiVE cEntRAL11.40 - 12.00

coRnEttoconSoRt12.40 - 13.00

SPiRAL conSoRt15.20 - 15.40

SPiRAL conSoRt16.40 - 17.00

coRnEttoconSoRt17.10 - 17.30

HiStoRiScHEjAmSESSiES(dooRLoPEnd)

HiStoRiScHEjAmSESSiES(dooRLoPEnd)

BoEkVooR-StELLinGtonAL tooLS13.00 - 13.40

mASSiVE cEntRAL9.40 - 10.00

coRnEttoconSoRt10.40 - 11.00

SPiRAL conSoRt11.20 - 11.40

mASSiVE cEntRAL13.00 - 13.30

SPiRAL conSoRt14.30 - 14.50

coRnEttoconSoRt15.40 - 16.00

mASSiVE cEntRAL16.50 - 17.10

joAnnABAiLiE(inStALLAtiE)

joAnnABAiLiE(inStALLAtiE)

joAnnABAiLiE(inStALLAtiE)

micRo/ koSmoS(inStALLAtiE)

ZEfiRotoRnA12.00 - 12.40

micRo/koSmoS(inStALLAtiE)

micRo/koSmoS(inStALLAtiE)

ZEfiRo toRnA16.00 - 16.40

7

2

10

8

64

1

93

5

11

1. CuveLIer

2. KerK

3. rIJSChOOL (+ FOyer)

4. BOChOLTz

5. KApeL

6. rOeLANTS du vIvIer

7. OrANgerIe

8. ereKOer

9. TIeNdSChuur

10. BuITeNhOF

11. rOChOw

TOILeT