"Een Copernicaanse revolutie" interview van Freddy Van den Spiegel
“Nicolaas Copernicus is bekend geworden door zijn heliocentrische theorie over het zonnestelsel. Deze gedachten
betekenden 60 jaar na zijn dood een omwenteling in het wetenschappelijk denken en in ons wereldbeeld (de
copernicaanse revolutie).”
Freddy Van den Spiegel is economisch adviseur bij BNP
Paribas Fortis. Hij is tevens hoogleraar aan de Vrije
Universiteit Brussel, waar hij doceert in financieel
management, financiële markten en financiële instellingen.
Sinds 1992 is hij een externe Professor aan de Universiteit
van Warschau en een aantal andere Europese en
Amerikaanse universiteiten. Als econoom heeft hij zich
gespecialiseerd in de effecten van Europese integratie en
wereldwijde globalisering in de financiële markt en de
risico’s die daar aan gerelateerd zijn.
Viktorija Proskurovska: Tijdens uw rijke loopbaan in het bankwezen, bent u getuige geweest van een
aantal economische en financiële crises. Wat maakt deze crisis anders dan de anderen?
Freddy Van den Spiegel: Inderdaad, om de 5 tot 7 jaar is er een crisis. Het begint altijd met een schok,
een onaangename verrassing, wat leidt tot het verlies van vertrouwen, waardoor iedereen zich
voorzichtig gedraagt. Dit veroorzaakt een neerwaartse cyclus in de markt. Normaal gesproken herstelt
de markt na één tot anderhalf jaar, dat is op het moment wanneer de martkdeelnemers de wijzigingen
begrepen hebben. Dit brengt het vertrouwen weer terug in de markten, en brengt de economie in een
nieuwe fase van economische stabiliteit.
Deze crisis is anders en begon in 2007, in een relatief kleine markt; subprime hypotheken in de VS - maar
op dit moment zitten we dicht tegen de 5de verjaardag van de crisis aan.
Deze crisis is als een virus: het is getransformeerd van de ene crisis naar een totaal andere crisis, vanuit
een technisch incident in complexe financiële producten naar een wereldwijde bank-crisis, naar een
wereldwijde economische crisis, naar een soevereine crisis, naar een monetaire crisis en nu naar een
volledige politieke crisis, zeker in Europa. Daarom noem ik het niet een normale crisis, maar een
wisseling van het regime. Het effect en de impact gaan zo diep in het sociale leven, de politiek en
financiën, dat elk aspect van de maatschappij – op één of andere manier – betrokken is in deze crisis,
waardoor gedrag beinvloed wordt. En dat is de revolutionaire omgeving van een wisseling van het
regime.
Viktorija Proskurovska: Kunnen we al lessen trekken uit deze crisis of is het daar nog te vroeg voor?
Freddy Van den Spiegel: Er zijn veel verschillende meningen over de oorzaken van de crisis, maar naar
mijn mening is één van de belangrijkste de golf van globalisering en deregulering, die begon aan het
einde van de jaren 1980 en waaruit een aantal wereldwijde niet-duurzame economische en financiële
onevenwichtigheden zijn ontstaan. Dankzij de hoogmoedige gedachte dat de vrije markten zichzelf
zouden aanpassen en reguleren werd politieke interventie als contra productief beschouwd.
En inderdaad, voor meer dan 20 jaar, draaide de wereldeconomie goed. De inflatie was onder controle
dankzij de lage loonkosten in de opkomende economieën. De rente daalde gestaag, waardoor de
westerse wereld verslaafd werd aan rendement met dubbele cijfers op beleggingen. Dit is ook het milieu
waarin de banken en de financiële markten bloeiden. Het monetaire beleid was over het algemeen zeer
vrij daar de inflatie laag bleef. Risicobewustzijn verdween en overmoed in complexe risicomodellen gaf
de indruk dat alle risico's onder controle waren. In werkelijkheid raakte de Westerse wereld verslaafd
aan krediet-en het financiële systeem werd steeds meer kwetsbaar.
Dat is de omgeving waarin een probleem in een betrekkelijk klein marktdeel een krachtige catalysator
werd en bijna een volledige financiële meltdown veroorzaakte. De belangrijkste les die reeds getrokken
kan worden is, dat risico nooit volledig onder controle is, dat de modellen niet altijd het volledige beeld
geven van alle dimensies van risico, dat de complexiteit een risico op zich is, en dat de financiële
systemen van nature instabiel zijn en specifiek toezicht vereisen ten behoeve van de stabiliteit. Vooral
de focus op stabiliteittoezicht is een Copernicaanse revolutie in de vormgeving van het financiële
toezicht.
Viktorija Proskurovska: Hoe ziet u de veranderingen in het landschap van het Europese bankwezen, en
ziet u het universele bankmodel overleven, of dient het aangepast te worden aan deze nieuwe context?
Freddy Van den Spiegel: In momenten van complete verwarring, transformeert gebrek aan vertrouwen
in paniek. Paniek is erg gevaarlijk, ongeacht of het paniek van de beleggers, banken, politici of
toezichthouders is. Op zulke momenten willen mensen eenvoudige oplossingen en vaak zijn die gericht
op het bestrijden van symptomen in plaats van het zorgvuldig analyseren van de oorzaken van het
probleem. Het raken van de bank-industrie met een tsunami van nieuwe regelgeving, is een combinatie
van "het goede, het slechte en het lelijke ". Een deel is zeker gerechtvaardigd. Aangeven dat de
liquiditeit van banken omhoog moet lijkt heel logisch. Daar het transformeren van kortlopende
deposito's in langetermijn leningen duidelijk een risicovolle activiteit was, is het normaal dat de
liquiditeit van nu af aan beter geregeld moet zijn. Maar ook de indirecte effecten van deze nieuwe
regelgeving op het functioneren van het financiële systeem en op de economie als geheel dient in acht
te worden genomen. Indien men tracht om een "risico-vrij" banksysteem te creëren, kan dat het einde
van de economie betekenen. Ook het universele bank-model, een combinatie van retail en
groothandelactiviteiten onder een dak, staat onder druk. De VS en het UK zijn al groothandelactiviteiten
van retailbanken aan het beperken. Maar het blijft onduidelijk wat de impact zal zijn op de kwaliteit en
kosten van financiële diensten voor KMO's en andere operatoren. In werkelijkheid heeft deze crisis laten
zien, dat veel grote universelebanken veerkrachtig waren dankzij de diversificatie effecten van hun
business model. Natuurlijk dienen banken niet te veel risico’s te ondernemen, maar er zijn andere, meer
subtiele manieren om dat te bereiken en Basel III beperkt al sterk het vermogen van banken om teveel
risico’s te nemen.
Viktorija Proskurovska: In het kader van het uitbreiden van regelgeving en toezicht, hoe kunnen banken
evenwicht vinden tussen stabiliteit, wat natuurlijk het doel van de authoriteiten is, en efficiëntie?
Freddy Van den Spiegel: Een van de grootste problemen waar banken vandaag mee geconfronteerd
worden is de mondiale onzekerheid. Niemand weet echt hoe het toekomstige regelgevingskader
functioneerd en in dergelijke omstandigheden is het vrijwel onmogelijk om lange termijn strategie te
ontwikkelen. In die onzekerheid is, overleven tot morgen de lange-termijn visie van dit moment.
Voordat de banken echt kunnen nadenken over wat ze willen in de toekomst, dienen ze inzicht in de
omgeving van de toekomst te krijgen. De regelgeving heeft een enorme impact voor het ontwerp van
het bankwezen en op bank-strategieën. Daarnaast dienen probleembanken nog steeds de slechte activa
van de crisis te verwerken. In de tussentijd krijgen ze echter nieuwe slechte activa uit onverwachte
hoek, zoals soevereine risico’s in de eurozone. Twee jaar geleden zou niemand je serieus genomen
hebben indien je zou aangeven dat staatsobligaties van een land uit het eurogebied (een OESO-land!)
riskant zouden zijn. En nu kunnen plotseling, de overheidsobligaties net zo giftig als subprime
hypotheken zijn. Hoe kan men een bank op dergelijk manier beheren? Dat is op dit moment het grote
probleem: het is bijna onmogelijk om lange-termijn strategie te ontwikkelen.
Gaëlle Marques: In oktober 2011, heeft het Financial Stability Board de aanbevelingen ten behoeve van
regelgeving voor schaduwbankieren gepubliceerd, en deze werd opgevolgd door een Green Paper van
de Europese Commissie. Wat wordt vandaag de dag beschouwd als schaduwbankieren? Wat zou het
effect van regelgeving voor schaduwbankieren zijn op de financieringscapaciteit van de Europese
banken?
Freddy Van den Spiegel: Schaduwbankieren heeft altijd bestaan. Het wordt nu omschreven door de FSB
als kredietbemiddeling buiten de gereguleerde banksector. Volgens de FSB, wordt kredietbemiddeling
een potentiële bedreiging als het wordt gecombineerd met leveraging, maturity transformatie-,
liquiditeits-transformatie en onvolledige overdracht van kredietrisico’s. Indien je die definitie hanteert,
is elke groot bedrijf een schaduwbank. Grote bedrijven hebben trading rooms, ze zijn actief binnen hun
corporate group, en ze voeren financiële operaties uit met andere marktpartijen. Zij ondernemen
risicovolle transfers en leveraging. Maar met deze ruime definitie is het moeilijk voor te stellen hoe het
toezicht van het schaduwbanksysteem ingericht dient te worden. Het tweede probleem van deze
benadering is dat het de indruk wekt dat schaduwbankieren gevaarlijk is, terwijl in werkelijkheid veel
schaduwbanking activiteiten niet gevaarlijk zijn en juist waarde toevoegen aan de economie. Het derde
risico van de FSB definitie is dat vanuit het punt van regelgeving gezien een one-size-fits-all benadering
gesuggereerd kan worden. Daarom pleiten steeds meer analisten ervoor om de focus op de gevaarlijke
activiteiten buiten het bankwezen te plaatsen, zonder dat er gekeken wordt naar de juridische structuur.
Met andere woorden, schaduwbankieren moet gaan over activiteiten, en niet over instellingen of
entiteiten. Hoe meer toezichthouders de banken willen controleren om ze minder riskant te maken, des
te meer toezicht plaats zal vinden, d.w.z. dezelfde activiteiten worden uitgevoerd buiten het
gereguleerde banksysteem. Het uitbreiden van het regelgevend kader voor banken is op zich goed en
gerechtvaardigd, echter dient ook als een stimulans om meer financiële activiteiten buiten het
banksysteem te ontwikkelen. Ik denk dat de wens van instanties en toezichthouders om
schaduwbanking activiteiten te monitoren gerechtvaardigd is, maar een benadering van one-size-fits-all
dient vermeden te worden en er moet duidelijk worden erkend dat een deel van de schaduw bancaire
activiteiten niet per definitie gevaarlijk is.
Gaëlle Marques: Wat is de primaire rol van de interbancaire markt in normale tijden?
Freddy Van den Spiegel: Nou, in normale tijden heb ik altijd de interbancaire markt als het balancing
mechanisme voor de activiteiten van de martkdeelnemers van de banken beschouwd. Iedere bank heeft
te kampen met wisselend vraag en aanbod van fondsen: deposito's aan de aanbodzijdekant en leningen
aan de vraagzijde. Maar uiteindelijk dient de balans in evenwicht te zijn. De interbancaire markt is het
eerste mechanisme om dat te bereiken. Banken met een overschot zullen dit storten bij banken met een
tekort. Als de interbancaire markt niet in evenwicht is in het geval dat bijvoorbeeld de totale vraag
hoger is dan het totaal beschikbare aanbod, dan dienen marktdeelnemers zich in de laatste instantie te
wenden tot de Centrale Bank als geldschieter, die in het uiterste geval geld kan creëren om de financiële
economie weer in balans te brengen. Uiteraard zullen centralebanken niet passief wachten op wat er
gebeurt in de banksector. Zij zullen met hun monetaire beleidsmiddelen, vraag en aanbod actief
beheren, met behulp van de rentetarieven en andere instrumenten om aanbod en vraag naar geld in de
economie te beïnvloeden.
Het is dus een aanpak in drie stappen:
1. banken dienen samen met elkaar een oplossing te vinden,
2. banken kunnen zich wenden tot de Centrale Bank voor liquiditeit,
3. het monetair beleid is van invloed op het gedrag van marktpartijen met betrekking tot hun
vraag en aanbod van geld.
De eerste stap is de rol van de interbancaire markt, althans in theorie. In praktijk is het veel complexer.
De financiële markten integreren, waardoor meer internationale kapitaalstromen gegenereerd worden,
en niet te vergeten alle complexe producten, die geen financiele stromen generen maar invloed
uitoefenen op tarieven en de hoogte van de rente zoals opties, futures en swaps. Al deze ontwikkelingen
vervagen die zeer eenvoudig technische rol van de interbancaire markt. En natuurlijk betekent meer
complexiteit ook meer risico's.
Gaëlle Marques: In de afgelopen jaren is de traditionele rol van de Europese Centrale Bank van het
handhaven van stabiliteit geëvolueerd. Denkt u dat de herhaalde liquiditeits verruimende transacties
(LTROs) van het ECB voldoen aan de doelstelling van het handhaven van tegoeden en, uiteindelijk, het
instandhouden van de economische activiteit?
Freddy Van den Spiegel: Ja en nee. In de eerste plaats: ja, omdat er geen alternatief is. Indien de
centrale banken, zoals de Fed en de ECB, niet gedaan zouden hebben wat zij deden, zouden we geen
banksector meer hebben. Het is te gemakkelijk om te zeggen: Dit is niet volgens het boekje gegaan en is
slecht of gevaarlijk en leidt tot inflatie, etc. Dat is inderdaad zo, maar in de diepe crisis van vandaag de
dag, is het prioriteit om ervoor te zorgen dat we morgen nog steeds een goed functionerend financieel
systeem hebben. Het wordt een luxe om je zorgen te kunnen maken over wat het effect over vijf jaar is.
De Fed begreep al zeer snel dat de situatie gevaarlijk was en begon meteen met het versoepelen van
kwantitatieve. Voor de ECB was het veel moeilijker om te reageren omdat de activiteiten dienen te
passen binnen de complexiteit van de Europese verdragen en ze hebben daarnaast te maken met de
uiteen lopende politieke standpunten van de lidstaten. De verantwoordelijkheid van de ECB is nauw
omschreven als het onder controle houden van de inflatie.
Het redden van banken of de lidstaten die in de problemen zitten is niet de rol van de ECB. In
werkelijkheid dient de centrale bank altijd een belangrijke rol te spelen in dergelijke crisissituaties. Het
werd slechts zeer geleidelijk geaccepteerd en aanvaard dat de ECB "onconventionele maatregelen"
moest gebruiken, zoals het opkopen van staatsobligaties van zwakkere lidstaten om daarmee haar rol
als liquiditeits verschaffer voor het bankwezen uit te breiden. Toen het vertrouwen tussen de banken
verdween tijdens de crisis, droogde de interbancaire markt volledig op. Banken met overschotten gaven
de voorkeur om deze bij de ECB te deponeren voor een zeer lage rente, in plaats van deze over te
dragen aan banken met een tekort. De enige manier om het financieringstekort van die banken het
hoofd te bieden was de directe financiering vanuit de ECB. Op een bepaalde manier, werd de ECB de
centrale tegenhanger van de interbancaire markt. Toen later in de crisis de lidstaten van de eurozone in
de problemen kwamen en de financieringcapaciteit van de banken in die landen snel opdrogen, was het
opnieuw aan de ECB om die banken liquiditeit te bieden. Elke nieuwe fase in de crisis dwong de ECB om
dingen te doen die niet waren voorzien in de verdragen en daarvoor als onmogelijk werd beschouwd.
De langer lopende herfinancieringstransacties (LTRO) zijn slechts een volgende stap. Eind 2011 werd de
ECB opnieuw geconfronteerd met ernstige liquiditeitsproblemen van het bankwezen, in combinatie met
meer lidstaten die onder druk stonden. Om te voorkomen dat er een nieuwe ineenstorting van het
financiële systeem zou plaatsvinden, gaf de ECB onbeperkte liquiditeit voor 3 jaar aan alle banken. Ook
dit initiatief verlaagde directe druk op het banksysteem. Maar het voorziet niet in een volledige
oplossing van de fundamentele problemen die bestaan uit een onevenwichtige macro-economisch
beleid, te hoge schulden en het gebrek aan concurrentievermogen van sommige lidstatenstaten.
Gaëlle Marques: Nu de effecten van de LTRO’s aan het vervagen zijn en de interbancaire markt ver van
herstel is, wat dient nu de volgende zet van de ECB te zijn?
Freddy Van den Spiegel: Ik denk dat de ECB altijd, heel terecht gezegt heeft dat de banken in Europa
twee problemen hebben: de liquiditeit en solvabiliteit. Liquiditeit is het domein waar de ECB de macht
heeft om iets doen, daar de ECB geld kan bijdrukken of leveren zoveel als er liquide nodig is. Maar de
solvabiliteit is niet de rol van een centrale bank. Dit zorgt vaak voor een heet politiek debat in Europa:
wie dient de banken te herkapitaliseren? De ECB heeft gelijk als het zegt dat eerst de particuliere
aandeelhouders hiervoor verantwoordelijk zijn, en alleen wanneer die niet bereid zijn of kunnen volgen
dienen de overheden deze taak op zich te nemen. Maar een aantal van deze overheden kunnen zich het
niet veroorloven om hun banken te herkapitaliseren, gezien het niveau van hun schulden. Daarom was
een Europees mechanisme nodig om bijvoorbeeld de Spaanse banken te herkapitaliseren. Indien de
crisis nog enige tijd aanhoud, en ik hoop natuurlijk niet dat we dat mee gaan maken, kan ik mij
voorstellen dat er nog meer "uitzonderlijke maatregelen" genomen worden, met betrokkenheid van de
ECB. Daar de ECB uiteindelijk de enige instelling is die in staat is om geld te creëren, dient het een steeds
grotere rol te spelen zodra de crisis verergert.
Gaëlle Marques: Hoe zit het met de derde stap in de monetaire stromen die je eerder noemde?
Freddy Van den Spiegel: Ja, het monetair beleid. Het monetaire beleid is de kern verantwoordelijkheid
van de centralebank. De prioriteit zou moeten liggen bij het creeeren van stabiliteit ten behoeve van de
inkoopkracht van valuta (inflatie / deflatie?) en economische groei. In normale tijden is het mechanisme
van het monetaire beleid relatief eenvoudig: indien de economie over verhit raakt als gevolg van
overmatige groei kan de decentrale bank de rente opschroeven. Dat zal de economische groei vertragen
en de inflatoire druk verminderen. Bij onvoldoende groei, zal een lagere rente helpen. En het
bankwezen is het transmissiekanaal van het monetaire beleid van de centrale bank naar de economie.
Maar de huidige situatie is nu helaas complexer. Door de overmatige schuldenlasten is de economie toe
aan het verminderen van die schulden. Maar het verminderen van schulden leidt tot een lagere groei.
Een lagere groei is echter een probleem voor de financiële stabiliteit van landen met teveel schulden.
Tegelijkertijd is schuldafbouw met behoud van groei uitermate moeilijk.
Europese politici zijn het niet met elkaar eens. Een aantal van hen is ervan overtuigd dat de eerste stap
het afbouwen van die schuldenlast moet zijn en dat hierna de groei van de economie automatisch komt.
Anderen denken dat je eerst moet groeien voordat we het ons kunnen veroorloven om schulden af te
lossen. En enige inflatie zou zelfs kunnen worden ingezet als een instrument om de waarde van de
schulden te verminderen. De complexe realiteit van dit kip en ei verhaal is dat er geen duidelijke
oplossing is. Vallen en opstaan is de enige weg naar voren. De dagen van eenvoudig en duidelijk
monetaire beleid is hoe dan ook voorbij totdat het ontschuldingsproces achter de rug is en de schulden
weer duurzaam zijn.
Gaëlle Marques: Wat zijn volgens u de belangrijkste uitdagingen waar banken mee geconfronteerd
zullen worden in de komende maanden / jaren?
Freddy Van den Spiegel: Banken dienen drie stappen te ondernemen: (1) het verteren van de erfenis
van de crisis, (2) voldoen aan het nieuwe regelgevende kader, en (3) het ontwikkelen van nieuwe
businessmodellen. Dat zijn geen gemakkelijke taken.
1. Banken worstelen nog steeds met de gevolgen van de crisis. Hun balansen zijn niet volledig in
evenwicht, ze zijn nog steeds afhankelijk van steun of garanties van de overheid, en ze rekenen
op de liquiditeitssteun van de centrale banken. Ze dienen intern te reorganiseren en de kosten
aan te passen aan de lagere inkomensniveaus.
2. Banken dienen te voldoen aan nieuwe regelgeving, die helaas nog steeds niet helemaal duidelijk
is. Hoe dan ook, het vinden van meer eigen vermogen en het vinden van financiering op langere
termijn zal voor de meeste banken hoog op de agenda staan. Maar ook het op een ordelijke
manier wegwerken van schulden is een belangrijk instrument om zich aan te passen aan de
nieuwe regels.
3. Banken dienen nieuwe creatieve business modellen te ontwikkelen voor groei en
winstgevendheid. En het nemen van meer risico zal geen optie zijn, gezien de nieuwe regels.
Deze nieuwe business-modellen dienen rekening te houden met nieuwe concurrentie van niet-
banken, nieuwe verwachtingen van klanten, en de mogelijkheden van technologische innovatie.
Beheer van al deze processen zal een enorme uitdaging blijken en zal veel tijd en inspanning
vergen. Het is echter de enige manier om het bankwezen opnieuw uit te vinden voor de
toekomst.
Geïnterviewd door Gaëlle Marques, adviseur Euribor-EBF, Viktorija Proskurovska, adviseur van European
Banking Federation.
Origineel interview: http://www.zyyne.com/zf3/56089
http://www.euribor-ebf.eu/euribor-ebf-eu/newsletter.html
Vertaald door Jeroen Spaander (met behulp van google translate ☺ ). Mocht u van mening zijn dat ik
fouten in de vertaling gemaakt heb dan kunt u dat kenbaar maken via de contact pagina op onze site.
Hieronder heb ik een samenvatting weergegeven van zaken die ik relevant vond en daaraan mijn eigen
vragen en ongevraagde mening gekoppeld. Mijn mening en advies is niet gebaseerd op jaren van
universitaire studies.
Zoals veel Nederlanders zijn we in de praktijk in aanraking gekomen met een woekerpolis van de ING
(NN) en bijvoorbeeld de ABN AMRO bank die opeens afspraken niet nakwam en de rente omhoog
schroefde toen ze ons in een afhankelijke positie geplaatst hadden.
Na het Liborschandaal van halverwege 2012 vond ik het tijd om de huidige stand van zaken op een rijtje
te zetten en na het lezen van o.a. dit interview ben ik van mening dat er wat moet gebeuren en dat wij
daar allemaal aan mee moeten werken.
Of de financiele experts nu wel of niet weten waar ze mee bezig zijn, gezien de problemen die het ons als
burgers oplevert dienen wij ze z.s.m. onder curatele te stellen. Het kan niet de bedoeling zijn dat wij
opdraaien voor gegraai of gepruts!
Samenvatting & uitgelicht:
Oorzaak huidige crisis:
“…de golf van globalisering en deregulering, die begon aan het einde van de jaren 1980 en waaruit een
aantal wereldwijde niet-duurzame economische en financiële onevenwichtigheden zijn ontstaan…”
Huidige stand van zaken:
“..Door de overmatige schuldenlasten is de economie toe aan het verminderen van die schulden. Maar
het verminderen van schulden leidt tot een lagere groei. Een lagere groei is echter een probleem voor de
financiële stabiliteit van landen met teveel schulden. Tegelijkertijd is schuld afbouw met behoud van
groei uitermate moeilijk…”
Hoe komen we weer uit de crisis:
“..Banken dienen drie stappen te ondernemen: (1) het verteren van de erfenis van de crisis, (2) voldoen
aan het nieuwe regelgevende kader, en (3) het ontwikkelen van nieuwe businessmodellen…”
De belangrijkste les die we kunnen leren uit deze crisis:
“… risico zijn nooit volledig onder controle, modellen geven niet altijd het volledige beeld van alle
dimensies van risico, de complexiteit is een risico op zich, en dat de financiële systemen van nature uit
instabiel zijn en specifiek toezicht vereisen ten behoeve van de stabiliteit…”
Uitgelicht:
“…De solvabiliteit is niet de rol van een centrale bank. Dit zorgt vaak voor een heet politiek debat in
Europa: wie dient de banken te herkapitaliseren? De ECB heeft gelijk als het zegt dat eerst de
particuliere aandeelhouders hiervoor verantwoordelijk zijn, en alleen wanneer die niet bereid zijn of
kunnen volgen (!?) dienen de overheden deze taak op zich te nemen…”
“…Eind 2011 werd de ECB opnieuw geconfronteerd met ernstige liquiditeitsproblemen van het
bankwezen, in combinatie met meer lidstaten die onder druk stonden. Om te voorkomen dat er een
nieuwe ineenstorting van het financiële systeem zou plaatsvinden, gaf de ECB onbeperkte liquiditeit
voor 3 jaar aan alle banken (!?) …”
Mijn vragen en mening:
Fenomeen crisis:
“…om de 5 tot 7 jaar is er een crisis. Het begint altijd met een schok, een onaangename verrassing, wat
leidt tot het verlies van vertrouwen, waardoor iedereen zich voorzichtig gedraagt. Dit veroorzaakt een
neerwaartse cyclus in de markt. Normaal gesproken, herstelt de markt na één tot anderhalf jaar…”
Een crisis voor de duur van maximaal één tot anderhalf jaar om de vijf tot zeven jaar is de norm (en
acceptabel?). De huidige crisis is echter uitzonderlijk.
“…Eind 2011 werd de ECB opnieuw geconfronteerd met ernstige liquiditeitsproblemen van het
bankwezen…”
Indien je in plaats van de oorzaak van die crisis aan te pakken om de vijf tot zeven jaar extra geld van de
burger in de economie pompt dan hoef je geen economisch expert te zijn om te begrijpen dat dit niet
eindeloos goed kan gaan en dat er een moment komt dat de rek eruit is.
Juist het feit dat er elke vijf tot zeven jaar een crisis voor de deur staat betekent volgens mij dat de
financiele sector nog steeds niet in staat is om het probleem op te lossen of regels weet af te dwingen
die een crisis voorkomen.
Blijkbaar is Basel één, twee en drie niet voldoende geweest om het gepruts en / of gegraai te
voorkomen. De financiele sector heeft naast het vertrouwen en respect ook het recht verspeeld om te
klagen over beperkende regelgeving.
Huidige stand van zaken:
“…Europese politici zijn het niet met elkaar eens…”
• “…Een aantal van hen is ervan overtuigd dat de eerste stap het afbouwen van die schuldenlast
moet zijn en dat hierna de groei van de economie automatisch komt…”
• “…Anderen denken dat je eerst moet groeien voordat we het ons kunnen veroorloven om
schulden af te lossen…”
Wie is er aan het winnen in dit kip en ei verhaal?
Alternatieve oplossing voor deze crisis:
In het interview benadrukt de heer Van den Spiegel meerdere keren dat er geen enkele andere optie
was en is als het overeind houden van de banken ten koste van alles en iedereen, zonder dat de risico’s
op langere termijn besproken worden of er nu toe doen.
De Staatsschuld is de afgelopen paar jaar met miljarden gegroeid om banken te redden terwijl de
financiele positie van de burgers en onze bedrijven alleen maar verslechterd.
Hadden we die miljarden niet beter kunnen gebruiken om garant te staan voor onze burgers en
bedrijven in plaats van de banken op zich?
Kunnen we de bankmedewerkers laten vallen die teveel risico hebben genomen met ons geld inclusief
de aandeelhouders die daar toe aangezet hebben, vervolgens een Eerlijke Nederlandse Bank (ENB)
oprichten met de niet besmette restanten en personeel, waar we onze ‘standaard’ bankzaken kunnen
onderbrengen, en voor de dagelijkse financiele transacties garant staan vanuit onze Staatsschuld?
Op die manier zijn we niet meer in gijzeling van die bankmedewerkers die teveel risico hebben genomen
met ons geld ten gunste van hun eigen bonus en het divident van de aandeelhouders.
Verantwoordelijke en schuldige personen:
Het lijkt erop dat de top van de bankensector in het belang van de aandeelhouders en hun eigen bonus
bewust veel risico heeft genomen met het geld van de burgers die dit in goed vertrouwen en op verzoek
van de Staat bij de bank belegt hebben.
Nu het kaartenhuis inéén stort mag de burger doormiddel van een Staatsschuld nog eens extra
opdraaien voor het onverantwoordelijke gedrag van de bankensector en aandeelhouders.
De heer Van den Spiegel geeft de ECB gelijk wanneer het zegt dat eerst de particuliere aandeelhouders
verantwoordelijk zijn om een bank van kapitaal te verschaffen, mocht er een probleem zijn ten behoeve
van de solvabiliteit, en alleen wanneer die niet bereid zijn of kunnen leveren (!?) dient de overheid deze
taak op zich te nemen.
Daarna geeft de heer Van den Spiegel aan dat dit onderwerp vaak voor een heet politiek debat zorgt.
Hij geeft echter geen duidelijke uitleg waarom in deze crisis de aandeelhouders van de banken niet
opdraaien voor het redden van die banken.
Op dit moment zijn er banken zoals de ABN AMRO die nog steeds leningen en garanties van het Rijk
nodig hebben terwijl er wel divident wordt uitgekeerd aan aandeelhouders.
Hoe kan dat?
De heer Van den Spiegel geeft niet aan Wie er schuldig is aan deze uitzonderlijke crisis.
Het lijkt er op alsof hij gelooft dat deze verlengde crisis, die anders is dan een ‘normale’ crisis niet te
voorzien was en hij gaat volledig voorbij aan het feit dat een grote groep mensen in de financiele wereld
ons geruime tijd heeft gewaarschuwd voor deze specifieke crisis en de gevolgen daarvan.
Ik denk dat heel veel mensen willen weten of de bankensector bewust gekozen heeft om die
waarschuwingen in de wind te slaan.
Wie kan of had dit moeten controleren?
Het lijkt erop dat de financiële wereld de crisis stuurt en misbruikt om voordeel te behalen.
De heer Van den Spiegel geeft bijvoorbeeld het volgende aan:
“…kan de decentrale bank de rente opschroeven. Dat zal de economische groei vertragen en de inflatoire
druk verminderen…”
“…En enige inflatie zou zelfs kunnen worden ingezet als een instrument om de waarde van de schulden te
verminderen…”
“…Een lagere groei is echter een probleem voor de financiële stabiliteit van landen met teveel
schulden…”
We hebben de afgelopen weken het Liborschandaal voorbij zien komen, en mogen daar uit concluderen
dat een flink aantal grote banken er geen enkel probleem mee heeft om burgers en overheden te
duperen indien ze daar zelf voordeel bij hebben.
Is het nog realistisch om van de bankensector te verwachten dat zij eerlijk en op tijd aangeven of een
bepaalde keuze enkel in het belang van de bank en aandeelhouders is en ten koste gaat van de burgers
of een overheid?
Indien dit niet het geval is, wie heeft momenteel die kennis, motivatie, mogelijkheid en mandaat dan
wel?
“…Er is geen duidelijke oplossing,.. en.. , de weg vooruit is met vallen en opstaan…”
Wie adviseerd de overheid en wie kan garanderen dat het advies niet teveel in het voordeel van de
banken en aandeelhouders is?
Met andere woorden; wie lobbyt er voor de burger en overheid?
Wie controleerd dit?
Rol ECB:
“…Om te voorkomen dat er een nieuwe ineenstorting van het financiële systeem zou plaatsvinden, gaf de
ECB onbeperkte liquiditeit voor 3 jaar aan alle banken (!?)…”
Ik sta daar flink van te kijken en de volgende vergelijking komt in me op:
Wij geven iemand waarvan we weten dat hij veel risico neemt en vaker misbruik van het
financielesysteem heeft gemaakt een creditcard. Zodra hij zoveel schulden heeft gemaakt dat hij het
bijna onmogelijk in zijn leven terug kan betalen verliest hij zijn baan. Om ervoor te zorgen dat hij niet
meteen failliet wordt verklaard (omdat we anders kunnen fluiten naar ons geld?) geven we hem voor de
komende drie jaar een lening met onbeperkt budget in de hoop dat hij daarmee zijn leven weer op orde
brengt en alsnog gaat afbetalen.
Is dat niet heel naief?
Wat als?
Wat gaat er gebeuren indien alle stimulatie maatregelen en nieuwe regelgeving niet het gewenste effect
heeft en daarmee het vertrouwen instort, waardoor de economie op zijn gat gaat?
Ik vraag mij af of de heer Van den Spiegel en zijn collega’s zich daar enigszins verantwoordelijk voor
zouden voelen.
Mijn mening:
Ik heb sterk de indruk dat een flink aantal mensen in de financiële sector heel bewust aan struisvogel
politiek doen met als resultaat dat zijzelf daar beter van worden terwijl zij hun klanten en de burgers
duperen.
Indien mijn vermoeden correct is dienen die mensen daarvoor gestraft te worden.
Mocht u mijn mening delen dan kunt u uw stem uitbrengen op de volgende website waarmee de EU
Finance regulator, Michel Barnier aan de slag kan om die heren ook daadwerkelijk achter tralies te
zetten: (meer dan zeshonderdvijftigduizend bezorgde en boze burgers gingen u voor op het moment
van schrijven)
http://www.avaaz.org/en/bankers_behind_bars_f/?fbb
Top Related