N+
N+N+ N+N+
Cl- Cl- Cl- Cl- Cl-
COOH
NH2OH
COOH
NH2OH
OH COOH
O
O
NH
n
Cosmetica:
een wetenschap op zich
Cosmetica:
een wetenschap op zichPostbus 914, 3700 AX Zeist 030 6049480 W 030 6049999
www.cosmetica.nl
de brancheorganisatie van fabrikanten en importeursvan producten voor de persoonlijke verzorging
Cosmetica: een wetenschap op zich ...
Cosmetica zijn producten voor de persoonlijke verzorging zoals shampoo,
tandpasta, doucheproducten, deodorant en natuurlijk ook make-up en par-
fum. Cosmetica worden met zorg samengesteld uit meerdere ingrediënten.
Vaak gaat hieraan jaren van research vooraf. Cosmetica kenmerken zich dan
ook door hun innovatieve karakter. Bij de ontwikkeling staat voor de fabri-
kant altijd de veiligheid voorop.
In dit boek wordt verteld hoe ons lijf in elkaar zit en hoe cosmetica daarop
inspelen, door te reinigen, verzorgen of mooi te maken.
Het boek is opgebouwd uit drie delen: een deel over de huid, een over de
mond en een over het haar. Ieder deel start met een beschrijving van enke-
le biologische kenmerken aan de hand van duidelijke illustraties. Daarna
volgt uitleg over de producten: de samenstelling, de functie voor de ingre-
diënten en hoe het gemaakt wordt. Dit boek biedt meer diepgaande infor-
matie voor lezers met interesse voor de chemie van de producten. Door de
speciale opmaak is het overzichtelijk en handig.
Tevens bevat het boek informatie over de wetgeving voor cosmetica en een
verklaring van de ingrediëntendeclaratie op de verpakking.
Kortom een handig boek voor iedereen met belangstelling voor cosmetica
én de wetenschap die daarachter zit!
‘Cosmetica: een wetenschap op zich ...’ is een uitgave van de Nederlandse
Cosmetica Vereniging.
Cosm
etica: een w
etenschap o
p zich ...
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Cosmetica:
een wetenschap op zich
Cosmetica:
een wetenschap op zich
Uitgever: Nederlandse Cosmetica Vereniging
Postbus 914, 3700 AX Zeist
www.cosmetica.nl
Auteur: H. van Yperen – Lumnos, Rotterdam
Met ondersteuning van de Technische Commissie en de producerende leden
van de Nederlandse Cosmetica Vereniging, de heer J. Jansen (DROM
Fragrances International), de heer H. de Jager (Jan Dekker International) en de
heer J. Burfeindt (IKW, Frankfurt)
Vormgeving: L. Budding – Bud Design, Driebergen
Illustraties: De illustraties op de pagina’s 18, 19, 86, 100, 101, 103 en 104 zijn in bruikleen
van Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart.
L. Budding – Bud Design, Driebergen
Foto’s: Digital Vision, EyeWire, PhotoDisc
Eindredactie: J. Lagendijk, R. van Welie
Dit boek is met de grootste zorg tot stand gekomen. De Nederlandse Cosmetica Vereniging kan echter geen
aansprakelijkheid aanvaarden voor fouten en/of onvolledigheden met betrekking tot de inhoud. Met sug-
gesties of over onvolkomenheden kunt u contact opnemen met de NCV.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-
kopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de
uitgever.
No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means
without written permission from the publisher.
© 2003 Nederlandse Cosmetica Vereniging, Zeist
2e herziene druk, februari 2004
ISBN 90-9017329-3
Cosmetica: een wetenschap op zich
‘COSMETICA: EEN WETENSCHAP OP ZICH’ IS EEN UITGAVE VAN DE NEDERLANDSE COSMETICA
VERENIGING, DE BRANCHEORGANISATIE VAN FABRIKANTEN EN IMPORTEURS VAN PRODUCTEN VOOR DE
PERSOONLIJKE VERZORGING.
MEER INFORMATIE OVER DE VERENIGING TREFT U AAN OP WWW.COSMETICA.NL
Nederlandse Cosmetica Vereniging
inhoud
VOORWOORD 1
COSMETICA: EEN WETENSCHAP OP ZICH 4
HUIDCOSMETICA 14
MONDCOSMETICA 82
HAARCOSMETICA 98
STOFFENLIJST (LIJST VAN STOFFEN EN HUN INCI-NAMEN) 128
Cosmetica: een wetenschap op zich …
Voorwoord
Na je geboorte word je ingesmeerd met babyolie, na je eerste
tandjes word je geleerd deze te poetsen met tandpasta, je mag het
strand niet op zonder anti-zonnebrandmiddel, in je pubertijd begin
je lichaamgeurtjes te maskeren en probeer je ouder te lijken, je
maakt je op voor je eerste “afspraakje” en naarmate je ouder wordt
doe je er alles aan om jonger te lijken. Cosmetica gebruikt iedereen.
Het zal dan ook geen verbazing wekken dat veel mensen zich met
cosmetica bezig houden.
Dagelijks krijgt de Keuringsdienst van Waren diverse en uiteen-
lopende vragen over cosmetica. Consumenten willen weten wat ze
op hun lichaam smeren, schoonheidsspecialisten en andere profes-
sionals willen weten waar ze elke dag mee werken, klagers willen
weten of bepaalde componenten wel zijn toegestaan, (huid)artsen
willen weten of er mogelijke componenten in zitten die bijeffecten
kunnen veroorzaken, importeurs willen weten aan welke wetgeving
ze moeten voldoen, scholieren willen weten hoe een product is
opgebouwd en “hoe het werkt” omdat ze een werkstuk moeten
maken en controleurs willen zich breed verdiepen in hun vakgebied.
Daarnaast wil natuurlijk iedereen weten of een product veilig is.
Dat betekent dat de behoefte aan informatie over cosmetica
groot is. Informatie die natuurlijk altijd wel ergens te vinden is, maar
nooit daar waar je het zoekt. Als je eindelijk de informatie gevonden
hebt, blijkt dat deze moeilijk leesbaar is en ook nog eens verspreid
is over meerdere boeken in uiteenlopende talen. Dit boek brengt
1
Nederlandse Cosmetica Vereniging
daar verandering in. Het is bedoeld als naslagwerk voor mensen die
iets willen opzoeken over cosmetica.
Het boek laat zich makkelijk lezen door een breed publiek. Dat is
verrassend te noemen, aangezien meerdere deskundigen hebben
meegewerkt aan de totstandkoming van de verschillende hoofd-
stukken en de onderwerpen niet altijd even makkelijk zijn. De onder-
werpen beperken zich niet alleen tot kennis over cosmetica, maar
omvatten ook zaken als werking in of op het lichaam, de bouw van
het menselijk lichaam en de wetgeving die er voor cosmetica is. Per
onderwerp is de tekst helder en algemeen van opbouw, aangevuld
met moeilijker wetenschappelijke informatie. Deze wetenschappe-
lijke informatie is merendeels chemisch van aard, waarbij menigeen
zich zal afvragen of hij of zij niet beter op had moeten letten tijdens
de scheikunde lessen. Maar zelfs zonder deze chemische weten-
schap geheel te doorgronden blijft de verhaallijn duidelijk voor
iedereen.
Ik hoop dat dit boek brengt wat u er van verwacht, het antwoord
op een vraag of een verbreding van uw kennis. Een waarschuwing is
hier wel op zijn plaats, indien u nog niet gegrepen bent door de
wetenschap omtrent cosmetica, dan zal daar nu verandering in
komen.
Drs. R.D. van Buuren
VWA / Keuringsdienst van Waren, afdeling non-food chemie
Cosmetica: een wetenschap op zich … VOORWOORD
2
3
Cosmetica: een wetenschap op zich
De chemie achter cosmetica
We gebruiken allemaal elke dag cosmetica. Eigenlijk kunnen we onze badkamer
niet meer voorstellen zonder producten voor de persoonlijke verzorging, zoals
zeep, douchegel, shampoo, tandpasta, deodorant, anti-zonnebrandmiddel, bodylo-
tion, eau de toilette, mascara en scheerschuim.
Onder de naam ‘cosmetica’ vallen allerlei producten. De meeste producten voor
de persoonlijke verzorging zijn mengsels van verschillende stoffen, die samen voor
een bepaald resultaat moeten zorgen. Ze moeten onze huid of haar schoonmaken,
een lekker luchtje geven of ons mooi maken. Elk product heeft een eigen doel en is
vaak ook bedoeld voor een speciale groep consumenten. Er is bijvoorbeeld verschil
tussen producten om ons haar mee te wassen en producten om make-up van onze
huid te halen. Er is reinigen en reinigen.
Cosmetica moeten datgene doen waarvoor ze gemaakt zijn en ze moeten dat
goed doen. Dat noemen we de werkzaamheid van het product. Cosmeticaproducten
moeten natuurlijk ook veilig zijn. U moet er blind op kunnen vertrouwen dat cos-
metica geen negatieve effecten hebben op uw gezondheid. De producten mogen
niet bederven in de winkel, tijdens gebruik, of als ze bewaard worden nadat de ver-
pakking is geopend. Dat betekent niet alleen dat de stoffen die in het product wor-
den gestopt zuiver moeten zijn, maar ook dat er hygiënisch moet worden gewerkt
in de fabriek en dat de verpakkingen goed moeten zijn ontworpen.
Om cosmetica te kunnen maken is kennis nodig op verschillende wetenschap-
pelijke gebieden. Bij de productie van cosmetica wordt gebruik gemaakt van che-
mie, microbiologie en milieukunde. Ook is er kennis nodig over de productiepro-
cessen bij het maken van de producten en de arbeidsomstandigheden voor de men-
sen die de producten maken. In dit boekje komen niet al deze onderwerpen aan de
orde. Dit boekje gaat over de stoffen die in cosmetica zitten en hoe die stoffen zor-
gen voor de werking van een product. Er wordt ook uitgelegd hoe cosmetica
gemaakt wordt. Kortom, in dit boekje lichten we een tipje van de sluier op van de
chemie achter cosmetica.
LeeswijzerDe cosmeticaproducten zijn ingedeeld in drie hoofdcategorieën. Er is een deel
over cosmetica voor de huid, voor het haar en voor de mond. In elk deel wordt een
Cosmetica: een wetenschap op zich …
4
korte inleiding gegeven over de bijzonderheden van respectievelijk onze huid, haar
of mond. Daarna wordt dieper ingegaan op de producten. Van iedere productgroep
kunt u lezen welke ingrediënten er worden toegepast en waarom. Voor wie meer wil
weten over de chemie, is in de kaders aanvullende informatie te lezen. Achterin
vindt u een verklarende woordenlijst, een trefwoordenregister en een lijst met alle
stoffen die besproken zijn.
Wetgeving voor cosmetica
Cosmetica mogen in Europa niet zomaar op de markt worden gebracht. De
regels waar aan cosmetica moeten voldoen staan in de Europese Cosmetica
Richtlijn (76/768/EEG). In Nederland zijn deze regels overgenomen in de Warenwet
(Warenwetbesluit kosmetische produkten. Staatsblad 519 in 1995).
Wat is cosmetica?Eén van de belangrijkste bepalingen in de wet is de definitie van cosmetica1.
Daarmee wordt bepaald wat cosmetica is en wat het niet is. De definitie zegt iets
over de functie die het product mag hebben en over de plaats waar het product op
het menselijk lichaam mag worden toegepast.
Plaats van toepassing Functies• Huid (alleen op de huid, dus niet eronder) • Reinigen
• Haar (op het hoofd en op de rest van het lichaam) • Parfumeren
• Nagels • Het uiterlijk wijzigen
• Lippen • Lichaamsgeuren corrigeren
• Uitwendige geslachtsorganen • Beschermen
• Tanden en kiezen en de mondslijmvliezen • In goede staat houden
Een product is cosmetica als én de functie én de plaats van gebruik binnen de
definitie in de wet vallen. Shampoo valt binnen de definitie, want het wordt toege-
past op het haar én het heeft een reinigende werking. Hondenshampoo reinigt wel-
iswaar ook, maar is niet bedoeld voor gebruik op het menselijk lichaam en valt
daarom buiten de wetgeving voor cosmetica.
VeiligheidDe wet zegt ook heel duidelijk dat cosmetica altijd veilig moeten zijn voor
gebruik2. Het is de verantwoordelijkheid van de fabrikant om hiervoor te zorgen.
Alleen veilige producten mogen in Europa en in Nederland op de markt worden
gebracht. Om er zeker van te zijn dat het product aan alle eisen voldoet, moet de
5
Nederlandse Cosmetica Vereniging
1 Warenwetbesluit kosmetische produkten, artikel 1, lid a. 2 Warenwetbesluit kosmetische produkten, artikel 3, lid 1.
fabrikant een veiligheidsbeoordeling uitvoeren3. Hierbij moet rekening worden
gehouden met de eigenschappen van alle ingrediënten en met de samenstelling
van het hele product (omdat sommige stoffen mogelijk op elkaar reageren) maar
ook met allerlei andere zaken. Het is bijvoorbeeld belangrijk wie de gebruiker is
(een volwassene of een baby), hoe het product wordt toegepast (spoel je het af of
blijft het op de huid zitten) en of het product bestand is tegen het bewaren in bij-
voorbeeld een warme badkamer. Al dit soort zaken moeten van een product worden
getest en vastgelegd. Daar kan de overheid op controleren. In Nederland is het de
Keuringsdienst van Waren die erop toeziet dat cosmetica aan de wet voldoen.
Stoffen die wel en niet gebruikt mogen wordenDe Europese Cosmetica Richtlijn heeft een aantal bijlagen. Hierin staan regels
waaraan ingrediënten van cosmetica moeten voldoen. Sommige ingrediënten
mogen nooit worden gebruikt in cosmetica, andere mogen alleen onder bepaalde
voorwaarden worden toegepast, bijvoorbeeld tot een maximale hoeveelheid. Ook
mag slechts een beperkt aantal conserveermiddelen worden gebruikt in cosmetica.
De Nederlandse Warenwet verwijst rechtstreeks naar deze bijlagen (Warenwet-
regeling nadere eisen cosmetische producten uit 1997).
ActualiteitDe wetgeving voor cosmetica in Nederland is vrijwel altijd up-to-date en voldoet
aan hoge kwaliteitseisen. De wet wordt continu aangepast. Wanneer er nieuwe
wetenschappelijke inzichten zijn over bepaalde ingrediënten, worden de bijlagen
van de Europese Richtlijn gewijzigd. Dit heet een ‘Aanpassing aan de Technische
Vooruitgang’. Deze Aanpassingen gelden dan automatisch ook voor de Nederland-
se Warenwet. Aanpassingen aan de Technische Vooruitgang verschijnen gemiddeld
één keer per jaar.
Soms moet de wet ingrijpend worden veranderd. Dan is een zogenaamde Wijzi-
ging nodig. Met uitgebreide procedures worden de Europese Cosmetica Richtlijn en
de Nederlandse Warenwet dan veranderd.
Claims op CosmeticaDe verpakking van cosmetica producten en de reclame hierover spreken altijd
een belofte uit, maar doet een product wat het beloofd? De Europese wetgeving
schrijft voor dat bedrijven in hun product dossier de door hen gevoerde claims
onderbouwen. Er zijn verschillende manieren om dit te doen. De onderbouwing van
cosmetica claims kan variëren van een uitspraak op basis van literatuurstudies tot
paneltesten waarbij gebruik wordt gemaakt van de modernste technieken. Ook
claim onderbouwing is een wetenschap op zich.
Cosmetica: een wetenschap op zich …
6
3 Warenwetbesluit kosmetische produkten, artikel 6, lid 1.
Meer over claim onderbouwing kunt u lezen in de door de NCV uitgegeven bro-
chure ‘Richtlijnen voor de beoordeling van de werkzaamheid van cosmetica’.
Ingrediënten op de verpakking
Elke fabrikant is verplicht op cosmeticaproducten te vermelden uit welke ingre-
diënten ze zijn samengesteld4. Om verwarring te voorkomen wordt in alle landen in
Europa en de Verenigde Staten gebruik gemaakt van dezelfde namen voor de ingre-
diënten. Hiervoor is een lijst met meer dan 10.000 namen beschikbaar. Omdat over-
al dezelfde namen worden gebruikt, kan iedereen zien welke ingrediënten een pro-
duct bevat, ook als het product uit het buitenland komt.
Op alle cosmeticaU kunt dus op de verpakking de samenstelling van het product terugvinden. Dat
is heel belangrijk als u bijvoorbeeld allergisch of overgevoelig bent voor bepaalde
stoffen. Het is ook handig voor mensen die beroepsmatig met cosmetica werken.
Kappers, schoonheidsspecialisten, huisartsen en dermatologen kunnen hun cliën-
ten en patiënten adviseren over het wel of niet gebruiken van bepaalde cosmeti-
sche producten. Er zijn speciale regels waaraan die ingrediëntenvermelding moet
voldoen (zie kader).
Ingewikkelde namen, simpele stoffenEen etiket kan er soms heel ingewikkeld uitzien, met veel moeilijke namen. Alle
ingrediënten worden namelijk benoemd volgens de zogenaamde International
Nomenclature Cosmetic Ingredients (INCI). De namen noemen we ook wel ‘INCI-
namen’. INCI-namen zijn vaak in het Engels. Voor de namen van bloemen, planten
en vruchten worden Latijnse namen gebruikt. Ook eenvoudige ingrediënten, zoals
water, bijenwas of ei, worden in het Latijn benoemd.
Om dit boekje in het Nederlands begrijpelijk te laten zijn, wordt hier geen
gebruik gemaakt van de INCI-namen. In de recepten in de diverse hoofdstukken,
leest u steeds de Nederlandse chemische namen van stoffen. Wel is voor de duide-
lijkheid hier en daar een officiële ingrediëntendeclaratie met INCI-namen naast een
recept met Nederlandse namen gelegd. Tevens kunt u achter in het boek een lijst
vinden waarin van elke stof zowel de chemische als de INCI naam is opgenomen.
INCI-checkAls u meer wil weten over de ingrediëntendeclaratie en allergie, kunt u kijken op
de NCV website (www.cosmetica.nl). Hier staat onder andere een zoekmachine
waarmee u kan nakijken wat de INCI-naam van een bepaald ingrediënt is. Dat is
7
Nederlandse Cosmetica Vereniging
4 Warenwetbesluit kosmetische produkten, artikel 4, lid 1, sub i.
handig als u bijvoorbeeld van een dermatoloog een chemische naam heeft gekre-
gen van een ingrediënt waarvoor u allergisch of overgevoelig bent. U kunt daar dan
de INCI-naam bij opzoeken, zodat u vervolgens op de verpakkingen kunt lezen in
welke cosmeticaproducten het ingrediënt zit. Ook staat op deze website actuele
informatie over ingrediënten.
Cosmetica: een wetenschap op zich …
8
9
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Alles op een rijtje
IngrediëntenDe ingrediëntenvermelding wordt altijd voorafgegaan door het
Nederlandse ‘Ingrediënten’ of het Engelse woord ‘Ingredients’. Dan vol-
gen de verschillende gebruikte stoffen. De lijst begint met de stof met
het hoogste gehalte in het product en gaat verder met de rest met een
steeds lager gehalte. Ingrediënten die voor minder dan 1% voorkomen,
volgen aan het einde in willekeurige volgorde. Tenslotte worden (als ze
gebruikt zijn) ook nog de kleurstoffen genoemd.
INCI-namenVoor alle gebruikte ingrediënten, meer dan 10.000 in totaal, worden
internationaal dezelfde namen gebruikt: de INCI-namen, waarbij INCI
staat voor International Nomenclature Cosmetic Ingredients.
Melk en honingIn cosmetica worden ook heel ‘alledaagse’ stoffen verwerkt. Deze ver-
trouwde ingrediënten hebben in cosmetica eveneens INCI-namen.
Bijvoorbeeld:
Water = aqua
Melk = lac
Ei = ovum
Honing = mel
Bijenwas = cera alba
Zeezout = maris sal
Geur en smaakAls een product geurstoffen bevat, dan leest u parfum op de ingrediën-
tenvermelding. Staat er aroma op het etiket, dan geeft dit het gebruik
van smaakstoffen aan.
LatijnVoor planten, vruchten en bloemen (en delen of extracten hiervan) wor-
den de Latijnse namen gebruikt. Bevat een shampoo bijvoorbeeld avo-
cado, dan staat op het etiket ‘persea gratissima’ te lezen.
10
Kan … bevattenSommige producten (met name make-up, nagellak, haarkleuringen,
e.d.)
worden samengesteld uit een reeks van kleuren. Om niet voor iedere
nieuwe tint van bijvoorbeeld lippenstift, een apart etiket te hoeven
maken, mogen alle voorkomende kleuren in één ingrediëntenvermel-
ding worden genoemd.
Dit kan worden aangegeven door de zinsnede ‘Kan ... bevatten’ of ‘May
contain ...’ of ‘[+/- ...]’. Dat wil dus niet zeggen dat alle vermelde kleur-
stoffen in één bepaald product zijn verwerkt.
CI-nummerKleurstoffen herkent u aan de kleuren-indexnummers (Color
Indexnumber in het Engels, vandaar de afkorting CI). Bijvoorbeeld:
CI 75300 of CI 69800.
HandjeEr zijn producten waarvan de verpakking zo klein is, dat er
geen ruimte is voor de ingrediëntenvermelding. In derge-
lijk geval kan het symbool van een handje in een open
boek of een tekstje verwijzen naar deze informatie. De
ingrediënten kunnen dan afgedrukt staan op een aparte kaart of folder
bij het product. Deze moet dan wel in de winkel waar het product ver-
kocht wordt, aanwezig zijn.
11
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Cosmetica: een wetenschap op zich …
12
13
Nederlandse Cosmetica Vereniging
H U I D C O S M E T I C AH U I D C O S M E T I C A
14
Huidcosmetica
1. De huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
1.1 De opbouw van de huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
1.1.1 De opperhuid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
1.1.2 De lederhuid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
1.1.3 De onderhuid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
1.1.4 Bloedvaten en zenuwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
1.1.5 Talgklieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
1.1.6 Zweetklieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
1.2 De functies van de huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
1.2.1 Bescherming tegen uitdroging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
1.2.2 Bescherming tegen bacteriën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
1.2.3 Bescherming tegen UV-straling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
1.2.4 Warmteregulatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
1.3 Veranderingen in de huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
1.3.1 Veroudering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
1.3.2 Verstoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
2. Zeep, bad- en doucheproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
2.1 Werkzame stoffen in zeep, bad- en doucheproducten . . . . . . .28
2.1.1 Oppervlakteactieve stoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
2.1.2 Terugvetters en hydraterende bestanddelen . . . . . . . . . . . . . .28
2.1.3 Stoffen in cosmetica die bederf tegen gaan . . . . . . . . . . . . . . .29
2.1.4 Hulpstoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
2.2 Natuurlijke zeep en synthetische zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
2.2.1 Samenstelling van natuurlijke zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
2.2.2 Samenstelling van synthetische zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
2.2.3 Soorten zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
2.2.4 Het bereidingsproces van zeep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
2.3 Bad- en doucheproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
2.3.1 Samenstelling van bad- en doucheproducten . . . . . . . . . . . . . .35
2.3.2 Soorten bad- en doucheproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
2.3.3 Het bereidingsproces van bad- en doucheproducten . . . . . . . .37
3. Gezichtsreinigings- en gezichtsverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . .40
3.1 Werkzame stoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
3.1.1 Emulgies en emulgatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
3.2 Gezichtsreinigingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
3.2.1 Samenstelling van gezichtsreinigingsproducten . . . . . . . . . . . .41
3.2.2 Soorten gezichtsreinigingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
15
Nederlandse Cosmetica Vereniging
3.3 Gezichtsverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
3.3.1 Samenstelling gezichtsverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . .42
3.3.2 Soorten gezichtsverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
4. Hand- en voetverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
4.1 Samenstelling van hand- en voetverzorgingsproducten . . . . .48
4.2 Soorten producten voor hand- en voetverzorging . . . . . . . . . .48
5. Anti-zonnebrandmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
5.1 Zonlicht en de huid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
5.1.1 UV-straling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
5.1.2 Reactie van de huid op UV-straling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
5.2 De werking van anti-zonnebrandmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . .54
5.2.1 De beschermingsfactor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
5.2.2 Samenstelling van anti-zonnebrandmiddelen . . . . . . . . . . . . . .55
5.2.3 Soorten anti-zonnebrandmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56
6. Deodorants en anti-transpiratieproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
6.1 Samenstelling van deodorants en anti-transpiratieproducten 60
6.2 Soorten deodorants en anti-transpiratieproducten . . . . . . . . .61
6.3 Het bereidingsproces van deodorants . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63
7. Scheerproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
7.1 Producten voor nat en droog scheren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
7.1.1 Samenstelling van producten voor nat en droog scheren . . . .66
7.1.2 Soorten producten voor nat en droog scheren . . . . . . . . . . . . .66
7.2 Aftershaveproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67
7.2.1 Samenstelling van aftershaveproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . .68
7.2.2 Soorten aftershaveproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .68
7.3 Het bereidingsproces van scheerproducten . . . . . . . . . . . . . . .68
8. Decoratieve cosmetica . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72
8.1 Samenstelling van decoratieve cosmetica . . . . . . . . . . . . . . . . .72
8.1.1 Gezichts- en oogmake-up . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72
8.1.2 Lippenstift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
8.1.3 Nagellak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
8.2 Soorten decoratieve cosmetica . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74
8.3 Het bereidingsproces van decoratieve cosmetica . . . . . . . . . .75
9. Parfums . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78
9.1 Samenstelling van parfums . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78
9.2 Soorten parfums . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
16
17
1. DE HUID
Onze huid is de buitenste laag van ons lichaam. Als je de huid zou kunnen uitsprei-
den, zou hij een oppervlakte hebben van 1 tot bijna 2 vierkante meter. Hij weegt 4
tot 7 kilo, dat is ongeveer 7% van ons totale lichaamsgewicht. De huid heeft aller-
lei belangrijke functies. Hij beschermt onze organen en spieren tegen stoten en
schaven. Ook beschermt hij ons lichaam tegen uitdroging en regelt hij onze tempe-
ratuur. Verder zorgt hij ervoor dat schadelijke bacteriën niet in ons lichaam kunnen
doordringen.
1.1 DE OPBOUW VAN DE HUID
Onze huid is opgebouwd uit verschillende lagen. De buitenste laag wordt de opper-
huid genoemd, de tweede laag heet de lederhuid en daaronder ligt de onderhuid.
De huid is op sommige plaatsen heel dun (1 mm), zoals op ons voorhoofd en de
oogleden. Op andere plaatsen, zoals de voetzolen en handpalmen, is onze huid
juist dik (4 mm).
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
18
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
De opbouw van de huid:
1. hoornlaag
2. kiemcellenlaag
3. basaalcellenlaag
4. haarschede
5. porie
6. druklichaampje
7. warmtelichaampje
8. lamellairlichaampje
9. koudelichaampje
10. zenuw
11. zweetklier
12. talgklier
13. bloedvaten
14. onderhuidsvetweefsel
15. haarwortel
1.1.1 De opperhuidDe opperhuid bestaat uit huidcellen die in laagjes op elkaar gestapeld liggen.
Nieuwe huidcellen ontstaan onderin de opperhuid en schuiven dan langzaam naar
de oppervlakte. Daar doen ze twee tot vier weken over. Als ze de oppervlakte heb-
ben bereikt, sterven ze af en vormen ze het buitenste laagje van de opperhuid, de
hoornlaag. De hoornlaag heeft een belangrijke taak bij het regelen van het vocht-
gehalte en de soepelheid van onze huid.
opbouw opperhuid (epidermis)
Van buiten naar binnen worden aangetroffen:
• stratum corneum (hoornlaag)
• stratum lucidum (heldere laag)
• stratum germinitivum (kiemcellenlaag) dat op zijn beurt bestaat uit:
• stratum granulosum (korrellaag)
• stratum spinosum (stekelcellaag)
• stratum basale (basaalcellenlaag)
DE HOORNLAAG BESTAAT UIT KERATINE EN CELRESTEN (58%), VETTEN, FOSFATIDEN EN ANDERE LI-PIDEN (20%), WATEROPLOSBARE STOFFEN (15%) EN WATER (7%). TUSSEN DE HOORNLAAGCELLEN
(CORNEOCYTEN) ZIT CELKIT. DIT IS EEN VETTIGE SUBSTANTIE DIE WERKT ALS CEMENT. CELKIT VER-BINDT DE CELLEN ALS STENEN IN EEN MUUR. DAAROM KAN WATER NIET GEMAKKELIJK DE HUID BIN-NENDRINGEN OF ERUIT VERDAMPEN. CELKIT BESTAAT UIT CHOLESTEROL, VRIJE VETZUREN EN CERAMI-DES. TIJDENS DE RIJPING SCHEIDEN DE HUIDCELLEN (KERATINOCYTEN) FOSFOLIPIDEN EN SFINGOMYE-LINE UIT. DEZE STOFFEN WORDEN IN HET STRATUM GRANULOSUM OMGEZET IN DE STOFFEN DIE DE
CELKIT VORMEN.
19
Nederlandse Cosmetica Vereniging
1
2
3
4
5
6
7
8
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
Opbouw opperhuid:
1. hoornlaag
2. heldere laag
3. korrellaag
4. stekelcellaag
5. basaalcellenlaag
6. melanosyte
7. opening zweetklier
8. kiemcellenlaag
stenen en cementmodel (bricks and mortar model)
Onderin de opperhuid, waar de jonge huidcellen worden aangemaakt, liggen cellen
van ons afweersysteem. Deze cellen beschermen ons tegen het binnendringen van
bijvoorbeeld bacteriën. Onderin de opperhuid liggen ook pigmentcellen. Dat zijn de
cellen die de huidkleurstof melanine maken. Melanine geeft ons onze huidskleur en
beschermt tegen UV-straling. Het zorgt dat we “bruin worden” als we in de zon
komen.
DE KLEURSTOF MELANINE WORDT GEVORMD IN DE PIGMENTCELLEN (MELANOCYTEN) IN DE BASAAL-CELLENLAAG. DE MELANOCYTEN MAKEN PAKKETJES MELANINE (MELANOSOMEN) EN ‘INJECTEREN’DEZE IN DE JONGE HUIDCELLEN (KERATINOCYTEN). DE KERATINOCYTEN NEMEN DE KLEURSTOF VER-VOLGENS MEE NAAR DE OPPERVLAKTE VAN DE HUID.
WE HEBBEN TWEE SOORTEN MELANINE. DE VERHOUDING WAARIN DEZE TWEE SOORTEN IN ONZE HUID
AANWEZIG ZIJN, BEPAALT ONZE HUIDKLEUR. MENSEN MET EEN BRUINE EN ZWARTE HUID HEBBEN
MEER EUMELANINE, MENSEN MET EEN LICHTE HUID, ROOD HAAR EN SPROETEN HEBBEN VOORAL
PHAEOMELANINE.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
20
celkitwatercorneocyte
1.1.2 De lederhuidDe tweede laag van de huid heet de lederhuid en bestaat vooral uit elastische
vezels. De vezels worden gemaakt door de cellen die in de lederhuid liggen, en zor-
gen voor de veerkracht van onze huid. In de lederhuid liggen verder bloedvaatjes,
talgklieren, haarzakjes, huidspiertjes, zenuwen en zweetklieren. Deze worden ver-
derop in dit hoofdstuk besproken. Over haren, die natuurlijk ook op de huid worden
aangetroffen, wordt in het hoofdstuk ‘Haarcosmetica’ meer verteld.
DE CELLEN VAN DE LEDERHUID (DERMIS) HETEN FIBROBLASTEN. ZE MAKEN DRIE SOORTEN VEZELS:COLLAGEEN VEZELS, DIE VOOR DE STEVIGHEID VAN DE HUID ZORGEN, ELASTISCHE VEZELS, DIE VOOR
DE REKBAARHEID ZORGEN, EN RETICULAIRE VEZELS DIE MET HUN NETACHTIGE STRUCTUUR VOOR STE-VIGHEID EN WONDHELING ZORGEN. TUSSEN DE VEZELS HANGEN FIBROBLASTEN EN IMMUUNCELLEN
(GRANULOCYTEN, MESTCELLEN, LYMFOCYTEN). DE CELLEN ZIJN AAN DE VEZELS BEVESTIGD DOOR HET
EIWIT FIBRONECTINE.
DE FIBROBLASTEN MAKEN OOK DE ZOGENAAMDE GRONDSUBSTANTIE (EXTRACELLULAIRE MATRIX)WAARIN DE VEZELS ZIJN INGEBED. DE GRONDSUBSTANTIE BEPAALT DE SPANNINGSTOESTAND VAN DE
HUID EN WEERSTAND TEGEN DRUK (TURGOR). HIJ BESTAAT UIT EEN COMPLEX VAN HYALURONZUUR,PROTEOGLYCANEN EN GLYCOPROTEINEN.
1.1.3 De onderhuidDe derde laag is de onderhuid of het onderhuids vetweefsel. Dit is een netwerk van
vezels en vetcellen. De onderhuid is een warmte-isolerende laag en beschermt ons
tegen afkoeling. In de vetcellen wordt het reservevet van ons lichaam opgeslagen,
zodat de onderhuid ook een energie-opslagplaats is. Hij dient verder als stootkus-
sen en beschermt onze spieren en botten tegen stoten van buitenaf.
1.1.4 Bloedvaten en zenuwenNet als andere delen van het lichaam heeft ook de huid voedingsstoffen nodig.
Deze krijgt hij via de bloedvaatjes die in de lederhuid en de onderhuid lopen. De
huid heeft ook nog een ander soort bloedvaten, die speciaal bedoeld zijn om de
warmte van onze huid te regelen. Hoe dit werkt, wordt uitgelegd in de paragraaf
“Warmteregeling”.
In de huid lopen twee soorten zenuwen. De gevoelszenuwen waarschuwen ons
voor pijn, kou, warmte en aanraking. De andere zenuwen, die onwillekeurige zenu-
wen worden genoemd, regelen de werking van onze bloedvaten en huidspiertjes.
Deze zenuwen zorgen bijvoorbeeld dat we kippenvel krijgen als we het koud heb-
ben of ergens van schrikken. De haartjes op de huid gaan dan rechtop staan.
21
Nederlandse Cosmetica Vereniging
1.1.5 TalgklierenIn de huid vinden we bijna overal talgklieren, alleen op onze handpalmen en voet-
zolen komen ze niet voor. Op ons gezicht, schouders en rug zitten de meeste talg-
klieren. Talgklieren maken talg, ook wel huidvet genoemd. Huidvet beschermt de
huid tegen uitdroging en tegen de groei van bacteriën. Als de talgklieren erg actief
zijn, ontstaat een “vette huid”. Als ze juist niet actief zijn, ontstaat een “droge
huid”. Veel mensen hebben een zogenaamde “gemengde huid”, waarbij de huid op
voorhoofd, neus en kin vet is en op de wangen droog. Als talgklieren verstopt raken,
ontstaan er puistjes.
TALG BESTAAT VOORNAMELIJK UIT TRIGLYCERIDE, VETZUREN EN SQUALEEN. OP DE HUID WORDEN DE
TRIGLYCERIDEN DOOR BACTERIËN OP DE HUID (HUIDFLORA) GEHYDROLYSEERD TOT VETZUREN.
Squaleen
Triglyceride
TRIGLYCERIDE: GLYCEROL DIENT ALS KAPSTOK VOOR DE DRIE VETZUURKETENS. BACTERIËN ZETTEN DE
TRIGLYCERIDEN OP DE HUID OM IN VETZUREN.
PER DAG MAKEN WE 2 GRAM TALG AAN. DIT IS EERST VLOEIBAAR EN VERVET LATER. IN TALG DIE AAN
DE OPPERVLAKTE VAN DE HUID WORDT UITGESCHEIDEN, ZIT OOK AFVALMATERIAAL VAN CELLEN.HOEVEEL TALG IEMAND MAAKT IS ERFELIJK BEPAALD. DOOR UV STRALING NEEMT DE TALGPRODUCTIE
AF.
1.1.6 ZweetklierenZweetklieren komen bijna overal in de huid voor. Er zijn twee soorten zweetklieren.
De ene soort heet eccriene zweetklieren. Deze maken een waterig zweet dat zich als
een laagje over ons hele lichaam verdeelt, vooral op de handpalmen en voetzolen,
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
22
C
CH
CH2
CH2
O
O
O C
C
O
O
O
het voorhoofd en in de oksels. Dit zweet dient om ons lichaam af te koelen, als we
in een warme omgeving zijn, of als we sporten. Vers zweet is reukloos. Na enige tijd
zetten bacteriën, die op onze huid leven, het zweet om in geurstoffen en treedt de
typische zweetlucht op.
VERS ZWEET BESTAAT UIT 99% WATER, 0,5% ZOUT EN 0,5% “AFVALSTOFFEN” VAN DE HUID. PAS
ALS HUIDBACTERIËN DEZE AFVALSTOFFEN OMZETTEN ONTSTAAT “ZWEETLUCHT”.
De andere soort heet apocriene zweetklieren. Deze vinden we alleen in de oksels,
op de tepels en de geslachtsorganen. Ze maken een ander soort zweet, dat vet
bevat en onze persoonlijke lichaamsgeur bepaalt. Als het vers is, is ook dit zweet
geurloos. De typische “mensen-zweet-lucht” ontstaat als onze huidbacteriën het
zweet omzetten in bepaalde geurstoffen.
Bij mannen komen andere bacteriën op de huid voor dan bij vrouwen. Daarom ruikt
zweet van mannen anders dan van vrouwen.
DE ZWEETLUCHT VAN VROUWEN WORDT VEROORZAAKT DOOR MICROCOCCEN DIE ISOVALERIAANZUUR
MAKEN. BIJ MANNEN WORDEN DOOR CORNEOBACTERIËN DE STOFFEN 5-ALPHA-ANDROSTENON, 5ALFA-ANDROSTENOL EN 3-METHYL-2-HEXEENZUUR GEMAAKT. DIT MAAKT DAT HET ZWEET VAN MAN-NEN EN VROUWEN ANDERS RUIKT.
1.2 DE FUNCTIES VAN DE HUID
1.2.1 Bescherming tegen uitdroging Onze huid beschermt ons tegen uitdroging van het lichaam. De buitenste laag van
de huid, de hoornlaag, bestaat uit dicht opeengepakte huidcellen die aan elkaar zit-
ten vastgeplakt met zogenaamde celkit. De hoornlaag lijkt wel wat op een muur,
waarbij de stenen (de huidcellen) aan elkaar vastzitten met cement (de celkit). De
hoornlaag kan maar een klein beetje water opnemen of afgeven. Zo kan er niet
teveel vocht uit het lichaam verdwijnen. Andersom kunnen water en andere stoffen
ook niet zomaar de huid binnendringen. Ook dieper in de huid zijn de cellen zo aan
elkaar geplakt dat water niet zomaar door de huid kan heendringen. Daarom kun-
nen we zwemmen of een bad nemen zonder dat onze huid liters water opzuigt. Dat
de huid wel een beetje water opneemt zien we als we lang in bad zitten. We krijgen
dan rimpelvingers en – tenen omdat de hoornlaag opzwelt. Door het opzwellen van
de hoornlaag wordt de “muur” minder dicht. Er kan dan meer vocht verdampen.
23
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Daarom droogt onze huid uit als we te lang baden.
CELKIT VORMT EEN BARRIÈRE VOOR WATEROPLOSBARE STOFFEN, MAAR KAN OOK DOOR VETOPLOSBA-RE STOFFEN MOEILIJK GEPASSEERD WORDEN. OOK IN HET STRATUM LUCIDUM (DE HELDERE LAAG) ZIJN
DE DICHTOPEENGEPAKTE CELLEN VERBONDEN DOOR DIT CEMENT.
Talg en zweet vormen een vetlaagje op onze huid. Dit vetlaagje, dat hydrolipidefilm
heet, is erg belangrijk. Het bevat, net als de hoornlaag eronder, stoffen die de huid
soepel houden. Deze stoffen worden “natuurlijke hydraterende stoffen” genoemd.
Ze zorgen dat de huid een beetje vocht kan opnemen uit de omgeving en soepel
blijft. Omdat het vetlaagje zure stoffen bevat, kunnen schadelijke bacteriën niet op
de huid groeien.
DE HYDROLIPIDEFILM BESTAAT UIT ZWEET, TALG EN VERHOORNINGSPRODUCTEN EN BEVAT KERATINE,WATEROPLOSBARE ZUREN, ZOUTEN, EN WATER. DE PH WAARDE (ZUURGRAAD) IN DE HYDROLIPIDE-FILM LIGT TUSSEN 5 EN 6. STOFFEN MET EEN PH ONDER 7 ZIJN ZUUR (ZOALS AZIJN), STOFFEN MET
EEN PH BOVEN 7 ZIJN BASISCH (ZOALS SODA). DE HYDROLIPIDEFILM IS ZUUR. DIT KOMT DOOR MELK-ZUUR, DIVERSE AMINOZUREN, VETZUREN UIT TALG EN ZOUTEN. DE STOFFEN IN DE HYDROLIPIDEFILM
KUNNEN ZOWEL ZURE ALS BASISCHE STOFFEN DIE OP DE HUID KOMEN NEUTRALISEREN. DAARDOOR
KUNNEN DE MEESTE STOFFEN DIE OP DE HUID KOMEN DE ZUURGRAAD NIET AANTASTEN.DE ZURE OMGEVING IS GESCHIKT VOOR DE MICRO-ORGANISMEN DIE VAN NATURE OP DE HUID THUIS-HOREN. DEZE HUIDBACTERIËN BESCHERMEN HET LICHAAM TEGEN ZIEKMAKENDE MICRO-ORGANIS-MEN.
NATUURLIJKE HYDRATERENDE STOFFEN (NATURAL MOISTURIZING FACTORS, NMF) ZIJN AMINOZUREN,AMMONIUMZOUTEN, UREUM, GLUCOSAMINE, MELKZUUR, CITROENZUUR EN HYALURONZUUR.
1.2.2 Bescherming tegen bacteriënIn de opperhuid zitten cellen van ons afweersysteem. Schadelijke bacteriën, die
ondanks het vetlaagje toch in de huid weten door te dringen, worden aangepakt
door deze afweercellen. Dit is een ingewikkeld proces. Er ontstaat bijvoorbeeld een
ontstekingsreactie waarbij allerlei stoffen vrijkomen die de bacteriën onschadelijk
maken.
In het afweerproces gaat soms iets mis. Dan kan er allergie of overgevoeligheid ont-
staan. Bij een allergie reageert het afweersysteem heftig op stoffen of micro-orga-
nismen. Er ontstaat dan bijvoorbeeld hooikoorts of een andere reactie waar het
hele lichaam aan meedoet.
Overgevoeligheid is niet hetzelfde als allergie. Het is een oppervlakkige irritatie van
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
24
de huid als daar bepaalde stoffen op komen. Deze stoffen veroorzaken irritatie bij
sommige mensen en bij anderen helemaal niet. Bij de mensen die wel irritatiever-
schijnselen krijgen, spreken we van overgevoeligheid.
1.2.3 Bescherming tegen UV-stralingZonlicht is in het algemeen goed voor ons. Door zonlicht op onze huid kan ons
lichaam bijvoorbeeld vitamine D vormen. Maar zonlicht heeft ook een aantal nade-
len. Zonlicht bestaat uit UV-straling en dit is schadelijk voor de huid. Door teveel
UV-straling veroudert onze huid sneller dan normaal het geval zou zijn. Ook kunnen
huidziektes en kanker ontstaan. Onze huid heeft een paar mogelijkheden om zich-
zelf te beschermen tegen UV-straling. Zo kan hij meer pigment maken en huidcellen
sneller laten groeien, zodat de huid wat dikker wordt. Maar deze maatregelen zijn
niet genoeg. In het hoofdstuk over anti-zonnebrandmiddelen wordt hier nader op
ingegaan.
1.2.4 WarmteregelingAls de bloedvaatjes in de lederhuid wijder worden, neemt de bloedtoevoer toe en
kan ons lichaam overtollige warmte kwijtraken. De huid wordt dan rood. Dit gebeurt
automatisch als iemand in een warme omgeving komt of zich inspant. Het kan ook
gebeuren als iemand zich ongemakkelijk voelt en bloost.
Als de bloedvaatjes nauwer worden, stroomt er minder bloed doorheen. Ons
lichaam gebruikt dit om te voorkomen dat we teveel warmte verliezen, bijvoorbeeld
in een koude omgeving. De huid wordt dan bleek. Dit kan ook gebeuren als iemand
ergens van schrikt.
Ook door te zweten kan de huid gekoeld worden. Zweet vormt een laagje water op
de huid dat langzaam verdampt en zo voor verkoeling zorgt. Via de zweetklieren
kunnen we meerdere liters vocht per dag uitzweten. Onze zweetklieren reageren
niet alleen op warmte en inspanning, maar ook op emoties en scherpe smaken in
het eten.
NORMAAL GESPROKEN IS DE ZWEETPRODUCTIE 0,5 TOT 1 LITER PER DAG, MAAR DEZE KAN BIJ HOGE
INSPANNING TOENEMEN TOT 1,5 TOT 2 LITER PER UUR, IN EXTREME GEVALLEN KAN DIT OPLOPEN TOT
4 LITER PER UUR. DAAROM IS HET BELANGRIJK VOLDOENDE WATER TE DRINKEN.
25
Nederlandse Cosmetica Vereniging
1.3 VERANDERINGEN IN DE HUID
1.3.1 VerouderingTussen ons 25e en 30e levensjaar begint onze huid te verouderen. De huid verliest
dan langzaam zijn rekbaarheid en soepelheid en er ontstaan rimpels. Dit komt
doordat de elastische vezels hun structuur en normale vorm gaan verliezen. Op den
duur wordt de huid dunner en slapper, kan minder goed water vasthouden en her-
stelt zich minder goed. De talgproductie neemt af en de huid wordt droger. Op
hogere leeftijd neemt het aantal talg- en zweetklieren in onze huid af. De doorbloe-
ding en vernieuwing van de huid wordt minder. Deze natuurlijke veroudering is niet
te stoppen. Stress, verkeerde voeding, teveel drinken, roken en teveel zonlicht zor-
gen dat de huid sneller oud wordt dan normaal het geval zou zijn. De invloed van
UV-straling is het grootst.
1.3.2 VerstoringEen belangrijke verstoring van de huid kan optreden bij wassen. Door wassen met
water en zeep wordt het vetlaagje op de huid weggespoeld. De huid voelt dan
droog en strak aan en er ontstaat jeuk. Het duurt enige tijd voordat de huid het vet-
laagje weer heeft opgebouwd. Als de ontvetting heel erg is, kan er zelfs eczeem ont-
staan.
In de puberteit verandert de activiteit van de huid. Dit is het gevolg van de veran-
deringen in de hormonen van het lichaam. Er wordt in de puberteit meer talg aan-
gemaakt, waardoor een vette huid ontstaat. De uitgangen van de talgklieren kun-
nen verstopt raken, waardoor de afvoer van celafval en talg verstoord raakt. In een
verstopte talgklier kunnen bacteriën groeien, de klier ontsteekt en een puistje is het
gevolg.
Een huidafwijking die vooral bij vrouwen veel voorkomt, is de sinaasappelhuid of
cellulitis. Door veranderingen in de vetcellen ontstaan putjes en bobbeltjes op de
huid van billen en dijen. Het ontstaan van een sinaasappelhuid heeft niet zoveel te
maken met hoe dik iemand is. Er is niet veel tegen te doen, behalve een dieet, mas-
sage en lichaamsbeweging.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
26
27
2. ZEEP, BAD- EN DOUCHEPRODUCTEN
Zeep en bad- en doucheproducten zijn bedoeld om vuil, huidschilfers en zweet van
onze huid te wassen. Daarnaast verzorgen ze de huid.
2.1 WERKZAME STOFFEN
2.1.1 Oppervlakteactieve stoffen in zeep, bad- en douche-productenMet water alleen kunnen we vuil en vet niet goed wegwassen, omdat vet niet oplost
in water. Daarom bevatten reinigingsproducten voor onze huid zogenaamde opper-
vlakteactieve stoffen. De bekendste oppervlakteactieve stof is zeep.
Oppervlakteactieve stoffen hebben zowel een vetoplosbaar als een wateroplosbaar
deel. Ze hechten met hun ene kant in het vuil en met hun andere kant in water. Zo
zorgen ze ervoor dat vet en vuil van de huid spoelen, met het water mee.
WERKING OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN: OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN VERLAGEN DE OPPERVLAK-TESPANNING TUSSEN TWEE NIET-MENGBARE FASEN, ZOALS WATER EN VETTIG VUIL. ZE VORMEN MICEL-LEN.
2.1.2 Terugvetters en hydraterende bestanddelenEen groot nadeel van oppervlakteactieve stoffen en zeep is dat ze niet alleen vuil,
maar ook gedeeltelijk het natuurlijke vetlaagje van onze huid meenemen. Om dat
tegen te gaan, worden terugvetters en hydraterende stoffen aan de producten toe-
gevoegd.
Terugvetters zijn stoffen die tijdelijk een kunstmatig vetlaagje op de huid aanbren-
gen, totdat onze huid zijn natuurlijke vetlaagje heeft hersteld.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
28
oppervlakteactieve stof
vettig vuil
micel
Met het natuurlijke vetlaagje verdwijnt ook een deel van de natuurlijke hydrateren-
de stoffen, de vochtinbrengers van de huid. Hydraterende bestanddelen in zeep,
bad- en doucheproducten vervangen tijdelijk de natuurlijke vochtinbrengers van de
huid. Ze houden water vast en zorgen dat de huid soepel blijft.
VOORBEELDEN VAN TERUGVETTERS IN NATUURLIJKE ZEEP ZIJN LANOLINE EN DERIVATEN, VETZUUR,VETALCOHOL EN LECITHINE.
VOORBEELDEN VAN HYDRATERENDE STOFFEN ZIJN GLYCERINE, GLYCOL, SORBETH EN POLYETHYLENE
GLYCOL.
2.1.3 Stoffen in Cosmetica die bederf tegen gaanCosmetica moeten tegen een stootje kunnen. Ze worden bewaard in vochtige bad-
kamers, worden meegenomen in de auto, liggen in de zon of gaan mee de bergen
in. Bovendien zitten we met onze vingers aan de producten en blijven tubes en pot-
jes ook wel eens zonder dop liggen. Toch mogen cosmetica uiteraard niet bederven.
Daarom worden aan cosmetica speciale stoffen toegevoegd die zorgen dat de pro-
ducten onder al deze omstandigheden vers blijven en hun werk blijven doen.
1. Conserveermiddelen
Alle producten op waterbasis kunnen bederven als er bacteriën in groeien. Water-
in-olie emulsies zijn daar minder gevoelig voor, net als producten die alcohol en
zeep bevatten.
Conserveermiddelen gaan de groei van bacteriën en schimmels tegen. In de
Europese Cosmetica Richtlijn is vastgelegd welke stoffen hiervoor in cosmetica
gebruikt mogen worden. Er worden ook cosmetica zonder conserveermiddelen
gemaakt. Bij deze producten werken de hoge concentraties oppervlakteactieve
stoffen of parfum als conserveermiddel of ze bevatten zo weinig water dat bacteriën
er niet in kunnen groeien.
VOORBEELDEN VAN CONSERVEERMIDDELEN ZIJN BENZOËZUUR, NATRIUMBENZOAAT, SALICYLZUUR,THIMEROSAL, 2-BROOM-2-NITROPROPAAN-1,3-DIOL EN IMIDAZOLIDINYLUREUM.
2. Anti-oxidanten
Ook door contact met de buitenlucht kunnen cosmetica bederven. Dit heet oxida-
tief bederf. Om dit te voorkomen worden zogenaamde anti-oxidanten toegevoegd.
29
Nederlandse Cosmetica Vereniging
ANTI-OXIDANTEN VANGEN ZUURSTOFRADICALEN WEG.VOORBEELDEN VAN ANTI-OXIDANTEN ZIJN VITAMINE E (TOCOFEROL) EN DIBUTYLHYDROXYTOLUEEN,ASCORBINEZUUR EN BUTYLHYDROXYANISOL.
3. Complexeringsmiddelen
In de cosmeticaproducten kunnen hele kleine verontreinigingen met zware metaal-
ionen voorkomen. Als dat het geval is, kunnen oxidatief bederf of bacteriegroei nog
sneller optreden dan normaal het geval is. Daarom worden zogenaamde complexe-
ringsmiddelen, ook wel metaal-ionenbinders genoemd, toegevoegd. Deze stoffen
binden aan de eventueel aanwezige zware metaal-ionen en zorgen dat ze geen
schade kunnen aanrichten aan het product.
EEN VOORBEELD VAN EEN METAAL-IONENBINDER IS EDTA
2.1.4 HulpstoffenHulpstoffen die aan zeep en bad- en doucheproducten worden toegevoegd zijn par-
fum, kleurstoffen, stoffen die zorgen dat het product een bepaalde dikte heeft en
stoffen die zorgen dat de producten niet kunnen bederven.
Voorbeeld van een ingrediëntendeclaratie van een reinigende gezichtslotion
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
30
oppervlakte actieve stof
conserveermiddel
terugvetter
schuimstabilisator
schuimvormer/terugvetterterugvetter
INGREDIENTS: Aqua, Decyl glucoside, Cocamidopropyl betaine,Sodium lauroyl sarcosinate, Hexylene glycol, Silicone quaterni-
um-8, Caprylic/Capric triglyceride, Sodium lauroyl lactylae,Polyquaternium-7, Glycerin, Tocopheryl acetate, Retinyl palmi-tate, Anthemis nobilis, Camellis oleifera, Aloe barbardensis, C12-15 alkylbenzoate, Prunus amygdalus amara, Pentadecalactone,Anisaldehyde, Zea mays, Mannitol, Butylene glycol, Propyleneglycol, BHT, DMDM hydantoin, Iodopropynyl butylcarbamate
2.2 NATUURLIJKE ZEEP EN SYNTHETISCHE ZEEP
2.2.1 Samenstelling van natuurlijke zeepZeep is een product dat we al eeuwen gebruiken om ons mee te wassen. Het is de
bekendste oppervlakteactieve stof. De ouderwetse, natuurlijke zeep wordt
gemaakt uit dierlijk of plantaardig vet. Daar is een scheikundige reactie voor nodig,
die verzepingsreactie heet. Natuurlijke zeep kan vast zijn of vloeibaar, dat hangt af
van de stoffen die worden gebruikt bij de verzepingsreactie.
a) Verzeping van een vet (triglyceride)
b) Verzeping van vetzuren
c) Verzeping van een vetzuurmethylester
De R in de reacties staat voor een koolstofketen die 12 tot 18 atomen lang is
(R=C12-C18).
EEN VERZEPINGSREACTIE IS EEN REACTIE TUSSEN EEN VET OF VETZUUR EN EEN LOOG (EEN BASISCHE
STOF). ALS UITGANGSSTOF BIJ VERZEPING KAN EEN NEUTRAAL VET (TRIGLYCERIDE) GEBRUIKT WOR-DEN, EEN VETZUUR OF EEN VETZUURMETHYLESTER. IN DE VERZEPINGSREACTIE VAN EEN NEUTRAAL VET
KOMT GLYCERINE VRIJ, BIJ VERZEPING VAN EEN VETZUURMETHYLESTER KOMT METHANOL VRIJ.
31
Nederlandse Cosmetica Vereniging
NaOH RC O2Na
C H-2C H-
OH
C H-2
OH
OH
C H2
C HC OR
OC OR
C H2OC OR
+ 3 3 +
Vet Natronloog Zeep+ + Glycerine
RCO2H NaOH RCO2Na OH
2+ +
Vetzuur + Natronloog Zeep + Water
RCO2CH 3 NaOH RCO2Na CH3OH+ +
Vetzuurmethylester + Natronloog Zeep + Methanol
VOOR HET MAKEN VAN GOEDE ZEEP HEBBEN VETZUREN MET EEN LANGE KETEN (C12-18) DE VOOR-KEUR. ALS DE ZEEP MOET SCHUIMEN, KAN EEN MENGSEL MET KOKOSOLIE OF PALMKERNOLIE WORDEN
GEBRUIKT. DEZE OLIËN BEVATTEN VEEL LAURINEZUUR, DAT VOOR SCHUIMONTWIKKELING ZORGT.VOOR HET MAKEN VAN VASTE ZEPEN WORDT NATRONLOOG GEBRUIKT (NAOH), VOOR VLOEIBARE
ZEPEN KALILOOG (KOH).
2.2.2 Samenstelling van synthetische zeepSynthetische zeep wordt gemaakt van synthetische vetten. Ook deze zepen bevat-
ten oppervlakteactieve stoffen die zorgen dat de huid schoon wordt. In het alge-
meen reinigen synthetische zepen grondiger dan natuurlijke zepen en ze kunnen in
allerlei milde variaties worden samengesteld.
VOORBEELDEN VAN OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN IN SYNTHETISCHE ZEPEN ZIJN VETZUUR-ISOTHIO-NAAT, SULFOSUCCINATEN, VETZUUR-N-METHYLTAURIDE, ZWAVELBARNSTEENZUUR-ALKYL-HALFESTER,VETALCOHOLSULFAAT EN COCAMIDOPROPYL BETAÏNE. COCAMIDOPROPYL BETAÏNE IS EEN AMFOTERE
OPPERVLAKTEACTIEVE STOF, DAT WIL ZEGGEN DAT HET ZOWEL EEN POSITIEVE ALS EEN NEGATIEVE
LADING HEEFT.
Vetalcoholsulfaat
Betaïne
N-lauryl-1,3-diaminopropaan-N-tricarboxymethaan
Oppervlakteactieve stoffen in synthetische zepen: een vetalcoholsulfaat en betaïne.
2.2.3 Soorten zeepEr zijn veel soorten zeep op de markt. Toiletzepen zijn gemaakt met vetzuren uit
kokosolie. Ze bevatten terugvetters en geurstoffen. Meestal bevatten ze ook kleur-
stoffen.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
32
O SO3- Na+
CH3– N+–CH2COO- |CH3
CH3 |
N
O
H
N+CH2–COOH
CH2 COOCH2 COOH
C–
–
–
DE TERUGVETTERS IN TOILETZEPEN BESTAAN UIT VETZUREN ZOALS STEARINEZUUR, UIT LANOLINE,LECITHINE, PLANTAARDIGE OLIËN ZOALS AVOCADO-OLIE, EN ANDERE VETACHTIGE SUBSTANTIES.TOILETZEPEN BEVATTEN GLYCERINE OF LACTAAT OM UITDROGING VAN DE ZEEP TEGEN TE GAAN. HET IS
BIJ DEZE ZEPEN MEESTAL NIET NODIG CONSERVERINGSMIDDELEN TOE TE VOEGEN.
VOORBEELDRECEPT TOILETZEEP: MAX. 60% NATRIUMZEEP UIT TALG; MAX. 27% NATRIUMZEEP UIT
KOKOSOLIE; MAX. 3% PARFUM; MAX. 2% GLYCERINE; MAX. 1% NATRIUMCHLORIDE. REST: SPECI-FIEKE INGREDIËNTEN, GEUR- EN KLEURSTOFFEN, WATER.
Variaties op toiletzeep zijn luxe-zepen, die veel parfum bevatten, en crèmezepen
die veel terugvetters bevatten. Babyzeep bevat veel terugvetters en bevat weinig
parfum. Deo-zepen remmen de groei van bacteriën die lichaamszweet omzetten en
voor de typische zweetlucht zorgen.
Vloeibare zepen bevatten minder oppervlakteactieve stoffen dan vaste zepen.
Hand- en gezichtswaslotion bevatten een licht parfum en vrijwel geen kleurstoffen.
De producten voor het wassen van handen worden vaak in een pompje verpakt.
VOORBEELDRECEPT VLOEIBARE ZEEP: MAX. 15% KOKOSVETZUUR; MAX. 5% GLYCERINE; MAX. 3%PARFUM EN KALIUMOLEAAT; MAX. 2% PEG-12 GLYCERYL DISTEARAAT; MAX. 1% GLYCERYLSTEARAAT.REST: SPECIFIEKE INGREDIËNTEN, COMPLEXEERMIDDELEN, GEUR- EN KLEURSTOFFEN, WATER.
33
Nederlandse Cosmetica Vereniging
1 2
3
4 5
2.2.4 Het bereidingsproces van zeepVoor het maken van zeep zijn drie stappen nodig. De eerste stap is de verzepings-
reactie. Dit gebeurt in een grote ketel. Tijdens het verzepen worden de conserveer-
middelen en dergelijke al toegevoegd. Aan het einde van deze stap is er een wate-
rige zeepmassa, die gedroogd moet worden.
OM DE ZEEP BETER VERWERKBAAR TE MAKEN WORDEN HYDRATERENDE STOFFEN (VOCHTVASTHOU-DERS) TOEGEVOEGD, ZOALS GLYCERINE OF NATRIUMCHLORIDE. NA DE VERZEPINGSREACTIE BLIJFT ER
EEN VLOEIBARE ZEEPMASSA OVER DIE VOOR 63% UIT GEBONDEN VETZUREN BESTAAT EN 32%WATER BEVAT. DE OVERIGE 5% VAN DE ZEEPMASSA ZIJN HYDRATERENDE STOFFEN EN ANDERE TOE-VOEGINGEN.
Het drogen, de tweede stap, vindt meestal plaats in een vacuüm getrokken cilinder
(vacuüm wil zeggen dat er geen lucht bij kan komen). De zeepmassa is daarna een
korrelige pap, die granulaat heet. Het granulaat moet 24 uur rusten voor het verder
verwerkt kan worden.
BIJ VACUÜMDROGING WORDT DE ZEEPMASSA VERHIT IN BUIZEN EN OP DE BINNENWAND VAN EEN
ONDER VACUÜM STAANDE CILINDER GESPROEID. EEN DEEL VAN HET WATER VERDAMPT EN NA HET
PROCES BEVAT DE ZEEPMASSA NOG 13% WATER.
De derde stap heet confectioneren. Aan het granulaat worden parfums en kleur-
stoffen toegevoegd. Dan wordt het granulaat tot een lange sliert gekneed en door
een machine in porties verdeeld. De afzonderlijke stukjes worden in vormen
gedrukt en zien er dan uit zoals de stukken zeep die in de winkel komen. De zeep-
stukken worden apart verpakt voor de verkoop.
Het confectioneringsproces van natuurlijke zeep:
1. zeepgranulaat in silo; 2. doseerpomp voor kleur- en geurstoffen; 3. mixer; 4. kneedmachine;
5. snijmachine; 6. zeeppers; 7. verpakkingsmachine; 8. verpakkingsmachine; 9. pallet met zeep.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
34
6 7 8 9
2.3 BAD- EN DOUCHEPRODUCTEN
Net als zeep zijn bad- en doucheproducten bedoeld om vet en vuil van de huid te
wassen. Dit moeten ze doen zonder de huid te veel uit te drogen. Ze zijn ook
bedoeld om een fris gevoel te geven en de huid te stimuleren.
2.3.1 Samenstelling van bad-en doucheproductenBad- en doucheproducten bevatten oppervlakteactieve stoffen om de huid schoon
te maken. Andere ingrediënten zijn, net als bij zeep, terugvetters en hydraterende
bestanddelen. Verder bevatten ze kleur- en geurstoffen en conserveermiddelen.
VOORBEELDEN VAN OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN IN BAD EN DOUCHEPRODUCTEN ZIJN CARBOXY-LAAT, VETALCOHOLETHOXYLAAT EN VETZUURMONOETHANOLAMIDE.
OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN ALS VETALCOHOLETHERSULFAAT SCHUIMEN HET MEEST.
VOORBEELDEN VAN TERUGVETTERS IN BAD EN DOUCHEPRODUCTEN ZIJN GLUCOSIDE, TRIGLYCERIDE,VETZUURESTER EN MONO- EN DIGLYCERIDE VAN VETZUUR, ALKANOLAMIDE, VETALCOHOL EN LANOLINE
EN LECITHINE DERIVATEN. BIJ SCHUIMENDE PRODUCTEN WORDT GEËTHOXYLEERD VETZUUR GEBRUIKT
OMDAT DIT DE SCHUIMVORMING NIET BEÏNVLOEDT.
VOORBEELDEN VAN HYDRATERENDE BESTANDDELEN IN BAD- EN DOUCHEPRODUCTEN ZIJN AMINO-ZUREN, GLYCERINE, NATRIUM/KALIUMACETAAT, PYRROLIDONE CARBOXYLIC ACID, MELKZUUR EN
SORBITOL.
Bad- en doucheproducten zijn vloeibaar, maar mogen niet te waterig zijn. Dan zou-
den ze te snel van de handen of een washandje afspoelen. Ze bevatten daarom ver-
dikkingsmiddelen die voor de stroperigheid zorgen. Verder bevatten bad- en dou-
cheproducten schuimstabilisatoren en parelglans- en vertroebelingsmiddelen.
Deze toevoegingen zijn vooral bedoeld om de producten er mooi uit te laten zien.
VOORBEELDEN VAN VERDIKKINGSMIDDELEN IN BAD- EN DOUCHEPRODUCTEN ZIJN VETALCOHOL-ETHOXYLAAT, CHLORIDEN EN SULFATEN, POLYSACCHARIDE, CARBOXYVINYLPOLYMEER. OOK NATRI-UMCHLORIDE IS EEN VERDIKKINGSMIDDEL.
BEPAALDE OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN KUNNEN OOK ALS VERDIKKINGSMIDDELEN WORDEN
GEBRUIKT. ANDERE OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN WORDEN ALS SCHUIMSTABILISATOREN GEBRUIKT,BIJVOORBEELD ALKANOLAMIDE. DEZE HEBBEN TEVENS EEN TERUGVETTENDE WERKING.
35
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Voorbeeld van een ingrediëntendeclaratie voor een badschuim
2.3.2 Soorten bad- en doucheproducten
Badschuim bevat veel oppervlakteactieve stoffen en is stroperig. Het schuim ont-
staat door de oppervlakteactieve stoffen en wordt stevig gehouden door schuim-
stabilisatoren.
VOORBEELDRECEPT BADSCHUIM: MAX. 10% C12-14 VETALCOHOLSULFAAT; MAX. 5% KOKOSVET-ZUURMONOGLYCERIDE; MAX. 4% LAURYLALCOHOLCARBOXYLAAT; MAX. 2% KOKOSAMIDEBETAÏNE-DIACETAAT, KOKOSMONOETHANOLAMIDE EN PARFUM. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEUR-STOFFEN EN STOFFEN DIE DE PH REGELEN.
Doucheschuim lijkt op badschuim, maar is vloeibaarder en bevat minder opper-
vlakteactieve stoffen en parfum. Doucheproducten zijn zuur. Hierdoor tasten ze het
vetlaagje op de huid niet aan.
VOORBEELDRECEPT DOUCHESCHUIM: MAX. 8% C12-14 VETALCOHOLSULFAAT; MAX. 4% C12-14VETALCOHOLSULFOSUCCINAAT; MAX. 3% KOKOSVETZUURMONOGLYCERIDE; MAX. 2% KOKOSAMIDE-BETAÏNE EN GLYCERINE MONOLAURAAT; MAX. 1% EIWITHYDROLYSAAT,POLYETHYLEENGLYCOL-DISTEARAAT EN PARFUM. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEURSTOFFEN EN STOFFEN OM PHTE REGELEN
Crèmedouchebaden (ook wel 2 in 1 baden genoemd) zijn een combinatie van een
douche- of schuimbadproduct en een verzorgende lotion. Ze lijken in grote lijnen op
schuimbaden, maar bevatten meer terugvetters en huidverzorgende stoffen.
Badoliën schuimen niet en laten een laagje achter op de huid. Ze beschermen
tegen uitdroging en maken de huid gladder. Badoliën kunnen als een film op het
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
36
verdikkingsmiddel
terugvetter
oppervlakte actieve stof en schuimvormer
conserveermiddelkleurstof
parelglansmiddel
stabilizator
oppervlakte actieve stof en schuimvormer
verdikkingsmiddel
verdikkingsmiddel
INGREDIENTS: Aqua, Sodium laureth sulfate, Lauramidopropyl betaine,Cocamide MEA, PEG-7 glyceryl cocoate, Glycol stearate, Aloe vera,Parfum, Cocoyl sarcosine, PEG-8, Methylparaben, Diazolidinyl urea,Disodium EDTA, Propylparaben, CI 42053, CI 19140
wateroppervlak liggen. Ze zijn meestal geparfumeerd.
VOORBEELDRECEPT BADOLIE: MAX. 25% ISOPROPYLMYRISTAAT; MAX. 20% PARAFFINE-OLIE EN 2-OCTYLDODECANOL; MAX. 10% LAURYLALCOHOL EN C8-10 VETZUURTRIGLYCERIDE; MAX. 3% PAR-FUM. REST: OVERIGE INGREDIËNTEN, KLEURSTOFFEN.
Badkristallen, badparels of –tabletten zijn niet echt bedoeld om de huid schoon te
maken, maar meer om het water kleur en geur te geven. Badtabletten bevatten stof-
fen die zorgen dat ze uit elkaar vallen. Zodra ze in aanraking komen met water komt
er een beetje kooldioxide of zuurstof vrij en gaan ze bruisen.
EEN KOOLZUURBADTABLET BEVAT NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT EN CITROEN- OF WIJNSTEENZUUR.KOOLSTOFDIOXIDE KOMT VRIJ DOOR DE REACTIE VAN NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT MET WIJNZUUR
ALS DE TABLET OPLOST IN WATER. EEN ZUURSTOFBADPRODUCT BESTAAT UIT NATRIUMPERBORAAT OF
–PERCARBONAAT MET BARNSTEENZUUR OF ADIPINEZUUR. DOOR DE COMBINATIE VAN PEROXOVER-BINDINGEN KOMT BIJ CONTACT MET WATER ZUURSTOF VRIJ.
BADTABLETTEN BEVATTEN ALS BINDMIDDEL TALK, SILICAAT OF ZETMEEL. DE PRODUCTEN VALLEN UIT
ELKAAR ALS ZE IN CONTACT MET WATER KOMEN. ALS “SPRINGMIDDEL”, DAT ERVOOR ZORGT DAT HET
PRODUCT MET KRACHT UIT ELKAAR VALT, WORDEN NATRIUMCARBOXYMETHYLCELLULOSE, GELATINE EN
PECTINE GEBRUIKT.
2.3.3 Het bereidingsproces van bad- en doucheproductenDe bereiding van bad- en doucheproducten is eenvoudig. De verschillende ingre-
diënten worden in een ketel door elkaar gemengd met behulp van een industriële
mixer. Meestal is dit een koud proces en hoeft er niet verwarmd te worden.
De volgorde waarin de ingrediënten worden toegevoegd is belangrijk, omdat het
product niet te stroperig mag worden. Sommige verdikkers worden daarom meest-
al aan het begin van het proces toegevoegd, andere juist aan het eind.
Omdat er oppervlakteactieve stoffen worden toegevoegd bevat het mengsel eerst
altijd lucht. Dit verdwijnt na enige tijd. Daarom laat men het mengsel enkele uren
rusten voordat het in flesjes wordt verpakt.
VERDIKKERS DIE AAN HET BEGIN VAN HET PROCES MOETEN WORDEN TOEGEVOEGD ZIJN XANTHAAN
(EEN NATUURLIJKE VERDIKKER) EN CARBOMER (EEN SYNTHETISCHE VERDIKKER). DIT ZIJN VERDIKKERS
IN POEDERVORM DIE NIET GOED OPLOSSEN ALS ER BEPAALDE ANDERE INGREDIËNTEN AL IN HET MENG-SEL AANWEZIG ZIJN. VERDIKKERS DIE AAN HET EIND VAN HET PROCES MOETEN WORDEN TOEGEVOEGD
ZIJN ZOUT EN ETHYLEENGLYCOLETHERS VAN LAURYLALCOHOL (B.V. LAURETH-2).
37
Nederlandse Cosmetica Vereniging
38
39
3. GEZICHTSREINIGINGS- EN GEZICHTSVERZORGINGSPRODUCTEN
3.1 WERKZAME STOFFEN
3.1.1 Emulsies en emulgatorenIn gezichtsreinigingsproducten en gezichtsverzorgingsproducten zitten zowel wate-
rige stoffen als olie-achtige stoffen. Omdat water en olie van nature niet mengen,
zijn de producten vaak een “emulsie”. Dit zijn speciale mengsels waarin deze stof-
fen toch samen in één product kunnen zitten.
Producten waarbij hele kleine olie-druppeltjes zweven in een waterige substantie
worden olie-in-water (o/w) emulsies genoemd. Producten waarbij waterdruppeltjes
zweven in de olie-achtige basis heten water-in-olie (w/o) emulsies. Mayonaise is
een olie-in-water emulsie, een mengsel van eigeel (waterig) en olijfolie (olie). Om
een emulsie te maken zijn speciale stoffen nodig die emulgatoren heten.
Emulgatoren zijn stoffen met een wateroplosbaar en een vetoplosbaar deel. Ze
trekken daarom met hun ene kant waterige stoffen aan en met de andere kant olie-
achtige stoffen aan. Ze vormen een brug tussen de twee soorten stoffen. Ze zorgen
dat in een o/w emulsie de vetdruppeltjes in een waterige omgeving kunnen blijven
zweven. In een w/o emulsie zorgen ze juist dat waterdruppeltjes in een olie-achti-
ge omgeving blijven zweven.
VOORBEELDEN VAN EMULGATOREN ZIJN GLYCERINE MONODISTEARAAT, SORBITAANVETZUREN EN
POLYSORBATEN. IN O/W EMULSIES WORDEN EMULGATOREN GEBRUIKT DIE OVERWEGEND WATEROP-LOSBAAR ZIJN, BIJ W/O EMULSIES WORDEN JUIST EMULGATOREN GEBRUIKT DIE OVERWEGEND VETOP-LOSBAAR ZIJN. EIGENLIJK BEPAALT DE EMULGATOR OF EEN EMULSIE EEN W/O OF EEN O/W PRODUCT
WORDT.
VOORBEELDEN VAN EMULGATOREN IN O/W EMULSIES ZIJN ZEPEN, VETALCOHOLEN, PEG-ESTERS VAN
VETZUREN, MONO- EN DIALKYLETHERFOSFAAT. IN W/O EMULSIES WORDEN MEESTAL VETZUURESTERS
VAN POLYGLYCERINE OF PEG-ESTERS VAN VETZUREN GEBRUIKT, OF CHOLESTEROL EN STEARINEN.
ER BESTAAN OOK O/W/O SYSTEMEN. HIERBIJ IS DE O/W EMULSIE OPNIEUW IN EEN OLIE VERWERKT
(MET BEHULP VAN EEN W/O EMULGATOR). HET PRODUCT HEEFT DAN DRIE FASEN. OP DIE MANIER
KUNNEN OOK W/O/W SYSTEMEN GEMAAKT WORDEN. HET VOORDEEL VAN DRIE-FASEN PRODUCTEN IS
DAT WERKZAME STOFFEN OVER EEN LANGERE TIJD VRIJ KUNNEN KOMEN. OOK KUNNEN OP DEZE
MANIER INGREDIËNTEN IN EEN PRODUCT VERWERKT WORDEN DIE ANDERS ELKAARS WERKING TENIET
ZOUDEN DOEN.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
40
3.2 Gezichtsreinigingsproducten
Om onze gezichtshuid goed te verzorgen is het erg belangrijk dat we de huid goed
schoonmaken. Alleen op een schone huid kunnen de verzorgingsproducten hun
werk doen. Met gewone zeep kunnen we vuil en afvalstoffen, zoals talg, niet volle-
dig wegwassen. Daarom zijn er speciale reinigingscrèmes en –melk voor het
gezicht.
In de puberteit neemt de talgproductie toe en wordt onze huid vet. De talgklieren
kunnen verstopt raken, zodat er puistjes ontstaan. Om deze “probleemhuid” te rei-
nigen zijn er speciale producten.
3.2.1 Samenstelling van gezichtsreinigingsproductenGezichtstonics bevatten alcohol, plantenextracten, ingrediënten die de huid kalme-
ren, stoffen die de groei van bacteriën remmen en stoffen die de huid samentrek-
ken en glad maken.
In producten die speciaal zijn bedoeld voor een vette huid met puistjes, zitten syn-
thetische zepen en stoffen die de groei van bacteriën remmen en ontstekingen
tegengaan. Het zijn meestal emulsies op olie-in-water basis of vetvrije gels.
3.2.2 Soorten gezichtsreinigingsproductenGezichtsreinigingscrèmes zijn bedoeld voor mensen met een droge huid, en om
zware make-up mee te verwijderen.
Reinigingsmelk kan worden gebruikt bij een normale huid en om lichte make-up
weg te wassen.
VOORBEELDRECEPT GEZICHTSREINIGINGSPRODUCT: MAX. 12% PARAFINEOLIE; MAX. 8% ISOPROPYLSTEARAAT ; 5% PROPYLEENGLYCOL, GLYCERYLSTEARAAT; MAX. 3% VASELINE; MAX. 2%LANOLINE ALCOHOL, EIWIT-VETZUUR CONDENSAAT; MAX. 1% POLYACRYLZUUR, TRIETHANOLAMINE,STEARINE ZUUR. REST: WATER, PARFUM, ANTI-OXIDANTEN, CONSERVERINGSMIDDELEN.
Er zijn ook gezichtsreinigingsproducten die de huid verzorgen en kalmeren.
Reinigingslotions en -tonics verwijderen make-up resten en stimuleren de opbouw
van het natuurlijke beschermende laagje van de huid.
VOORBEELDRECEPT GEZICHTSTONIC: MAX. 15% ALCOHOL; MAX. 5% SORBITOL, HAMAMELIS
EXTRACT; MAX. 1% PANTHENOL, CAMPHER. REST: WATER, PARFUM.
41
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Er bestaan speciale reinigingsproducten voor de probleemhuid.
REINIGINGSPRODUCTEN VOOR DE PROBLEEMHUID HEBBEN EEN LICHT ZURE PH (5) OM DE BACTERIE-GROEI TE REMMEN EN DE HUID LICHT UIT TE DROGEN. ZE BEVATTEN VETALCOHOLETHERSULFATEN,SULFOSUCCINATEN EN BETAÏNEN.
Werkzame stoffen in gezichtreinigingsproducten voor de probleemhuid:
3.3 GEZICHTSVERZORGINGSPRODUCTEN
Gezichtsverzorgingsproducten zijn bedoeld om de huid van het gezicht soepel te
houden. Ze zorgen dat de huid zijn natuurlijke beschermende laagje houdt en bren-
gen vocht in de huid. Ze beschermen de huid tegen weersinvloeden, water en UV-
straling. Er zijn speciale producten voor een vette of een droge huid, de rijpere huid
en de gevoelige huid. In producten voor de gevoelige huid zitten bijvoorbeeld geen
parfum en kleurstoffen. Veel crèmes bevatten vitamines, mineralen en UV-filters.
Om de “probleemhuid”, een vette huid met puistjes, te verzorgen zijn er speciale
producten.
3.3.1 Samenstelling van gezichtsverzorgingsproducten
Verzorgende bestanddelen
De verzorgende ingrediënten van huidverzorgingsproducten zijn vaak een mengsel
van olie, vet en was. Ze houden de huid soepel en maken het product smeerbaar.
Nachtcrèmes zijn meestal moeilijker uit te smeren dan dagcrèmes en vormen een
dikker laagje op de huid.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
42
OH
C OOH S O
NH2NH2
Cl
ClO
Cl
OH
C H3
CH3
CH3OH
CH3
NH
NH
O O
NH
NH2
O
Salicylzuur Zwavel Ureum Triclosan
Alpha-bisabolol Allantoine
Hydraterende stoffen
Hydraterende bestanddelen zijn stoffen die vocht vasthouden en de huid soepel
houden. Stoffen die van buitenaf op de huid worden aangebracht, werken voorna-
melijk op de bovenste lagen van de huid. “Huidvoedende” producten bevatten vita-
mines en hydraterende stoffen.
HYDRATERENDE STOFFEN ZIJN SORBITOL, UREUM OF PYROGLUTAMINEZUUR. DEZE STOFFEN VOORZIEN
DE HUID VAN WATERBINDING TOT MAXIMAAL 5 UUR. HYALURONZUUR EN POLYSACCHARIDEN GAAN EEN
BINDING AAN MET HET KERATINE IN DE HOORNLAAG. HIERDOOR BEWAREN DEZE STOFFEN HUN WER-KING VOOR MINSTENS 12 UUR.
Stoffen die de opname door de huid vergemakkelijken
Als de huid wordt afgedekt en warm is, kunnen stoffen beter in de huid worden
opgenomen. Daarom worden sommige producten als “masker” aangebracht en na
enige tijd weer afgespoeld. Aan allerlei cosmetica worden bepaalde stoffen toege-
voegd die de opname door de huid verbeteren.
DE BUITENSTE HUIDLAGEN WORDEN LOSSER ALS ZE MEER WATER BEVATTEN. HETZELFDE EFFECT
WORDT BEREIKT DOOR BIJVOORBEELD SALICYLZUUR EN ANDERE STOFFEN DIE DE HOORNLAAG EEN
BEETJE OPLOSSEN.
Liposomen
Liposomen zijn microscopisch kleine bolletjes. Aan de buitenkant bestaan ze uit
vette stoffen en in de kern hebben ze wateroplosbare werkzame stoffen. Ze hech-
ten zich op en een beetje in de buitenste laag van de huid. Dan laten ze de werkza-
me bestanddelen los. Zo kunnen stoffen in de huid komen die anders zouden wor-
den tegengehouden door de hoornlaag.
OMDAT DE WATEROPLOSBARE BESTANDDELEN ZITTEN OPGESLOTEN IN DE LIPOSOMEN, KUNNEN ZE
NIET BEDERVEN EN HOEVEN ER GEEN CONSERVEERMIDDELEN TE WORDEN TOEGEVOEGD.
Overige toevoegingen
Aan huidverzorgingsproducten worden allerlei stoffen toegevoegd, zoals bijvoor-
beeld UV-filters en anti-oxidanten. Deze stoffen beschermen de huid tegen de
schadelijke invloed van UV-straling. Over UV-straling en de huid wordt meer uitge-
legd in het hoofdstuk over anti-zonnebrandmiddelen.
Andere stoffen die worden toegevoegd zijn bijvoorbeeld fruitzuren. Deze verwijde-
ren de losse hoorncellen van de huid en stimuleren de groei van nieuwe huidcellen.
43
Nederlandse Cosmetica Vereniging
ANDERE TOEVOEGINGEN ZIJN VITAMINEN DIE DE HUID VERZORGEN, ALLANTOINE (MAAKT EEN RUWE
HUID GLADDER), BISABOLOL (KALMEERT DE HUID) EN PLANTENEXTRACTEN (KUNNEN DE DOORBLOE-DING VERBETEREN).
Verder worden conserveermiddelen toegevoegd, stoffen om de zuurgraad te rege-
len, verdikkingsmiddelen en parfum.
ZUREN EN BASEN DIE WORDEN GEBRUIKT OM DE ZUURGRAAD VAN HET PRODUCT TE REGELEN
ZIJN CITROENZUUR EN NATRONLOOG. POLYACRYLAAT, CELLULOSE EN GELATINE ZIJN VERDIKKINGSMID-DELEN.
Voorbeeld van een ingrediënten declaratie voor een gezichtscrème
3.3.2 Soorten gezichtsverzorgingsproducten De meeste gezichtsverzorgingsproducten zijn olie-in-water verbindingen. Ze trek-
ken snel in de buitenste huidlaag en kunnen met water worden afgewassen of met
een watje worden afgenomen. Ze zijn geschikt voor de jonge, vette huid en worden
gebruikt in dagcrèmes. Ze bevatten conserveermiddelen.
VOORBEELDRECEPT OLIE-IN-WATER CRÈME: MAX.15% PARAFFINEOLIE; MAX. 4% CAPRYLCAPRINE-ZUURTRIGLYCERIDE; MAX. 3% CETYLALCOHOL, GLYCERINE EN VASELINE; MAX. 2% GLYCERINE
MONOSTEARAAT, OCTYLDODECANOL, KOKOSVET; MAX. 1% CETYLFOSFAAT REST: WATER, NATRIUM-HYDROXIDE, PARFUM, CONSERVEERMIDDELEN.
Water-in-olie producten zijn geschikt voor de droge huid en worden gebruikt als
nachtcrèmes. Ze zijn niet zo gevoelig voor bederf door bacteriën, maar wel voor
bederf aan de lucht; als het potje blijft openstaan zouden ze ranzig kunnen worden.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
44
hydraterend bestanddeel
conserveermiddel
emulgator
verdikkingsmiddelconserveermiddel
INGREDIENTS: Aqua, Glycerin, Cetylpalmitate, Cetylalcohol,Quaternium-22, Glyceryl hydroxy stearate, Dimethicone, Stearicacid, Cyclomethicone, Dimethiconol, Steareth-100, Octyldodecylmyristate, Potassium hydroxide, DMDM hydantoin,Iodopropynyl butylcarbamate, Carbomer, Parfum, TetrasodiumEDTA, Acrylates/C10-30 alkyl acrylate crosspolymer
Om dit te voorkomen bevatten ze anti-oxidanten.
VOORBEELDRECEPT WATER-IN-OLIE CRÈME: MAX. 9% VASELINE; MAX. 5% TRIGLYCERIDE; MAX. 4%RICINUSOLIE, OZOKERIT EN PARAFFINEOLIE; MAX. 3% BIJENWAS; MAX. 2% GLYCERINE EN LANOLINE;MAX. 1% MAGNESIUMSULFAAT. REST: WATER, PARFUM, CONSERVEERMIDDELEN.
Verder bestaan er huidverzorgingsoliën, die plantenolie bevatten, zoals amandel
en avocado-olie. Deze producten bevatten geen water. Ze bevatten anti-oxidanten
om te voorkomen dat de producten ranzig worden.
Hydrogels zijn transparant en bestaan uit wateroplosbare ingrediënten en verdik-
kingsmiddelen. Er bestaan ook hydrogels waaraan vloeibare vetten zijn toege-
voegd. Deze producten heten hydrodispersie-gel.
Er bestaan speciale verzorgende crèmes voor de probleemhuid.
IN DE VERZORGINGSPRODUCTEN MOGEN GEEN STOFFEN GEBRUIKT WORDEN DIE HET ONTSTAAN VAN
“MEE-ETERS” STIMULEREN, ZOALS ISOPROPYLMYRISTAAT OF NATRIUMLAURYLSULFAAT. IN PLAATS
DAARVAN BEVATTEN ZE PARAFFINE, SILICONENOLIE, ACETYL- EN STEARYLALCOHOL, GLYCERINE EN PRO-PYLEENGLYCOL.
45
Nederlandse Cosmetica Vereniging
46
47
4. HAND- EN VOETVERZORGINGSPRODUCTEN
De huid van onze handen en voeten heeft het zwaar te verduren. Met onze handen
zitten we vaak in het water, bijvoorbeeld als we afwassen of onze handen wassen.
Onze voeten zitten de hele dag opgesloten in schoenen en sokken. Voor de verzor-
ging van de huid van handen en voeten zijn speciale cosmetische producten op de
markt.
4.1 SAMENSTELLING VAN HAND- EN VOETVERZORGINGS-PRODUCTEN
Verzorgingsproducten voor de handen bevatten vette bestanddelen, conserveer-
middelen en geurstoffen. Ze moeten snel in de huid trekken en deze glad en soepel
maken, zonder een vettig laagje achter te laten. Ze bevatten meestal zowel wateri-
ge als vettige stoffen en zijn daarom vaak verwerkt in een emulsie. In het hoofdstuk
over gezichtsverzorgingsproducten wordt uitgelegd wat een emulsie is.
Verzorgingsproducten voor de voeten reinigen en verfrissen de huid en maken hem
zacht en glad. Op onze voeten en voetzolen hebben we veel zweetklieren. Omdat
voeten meestal opgesloten zitten in sokken en schoenen kunnen bacteriën gemak-
kelijk groeien. De bacteriën zetten zweet om in geurstoffen en kunnen zo voor voe-
tengeur zorgen. Daarom bevatten veel voetverzorgingsproducten deodorant en
stoffen die de ontwikkeling van zweet tegengaan. Voeten kunnen beter niet met
gewone zeep worden gewassen. Zeep is basisch (het tegenovergestelde van zuur)
en zorgt voor een omgeving waarin bacteriën harder gaan groeien. Verzorgende
producten voor de voeten, zoals voetbaden, zijn daarom licht zuur.
De ontwikkeling van zweet kan geremd worden door stoffen die de huid samen-
trekken. Voorbeelden zijn aluminiumsulfaat, aluminiumchloorhydraat, natrium-
chloride, aluin, en magnesiumsulfaat.
Stoffen die de hoornhuid zachter maken zijn natriumwaterstofcarbonaat , natrium-
metafosfaat en salicylzuur. Stoffen met een antibacteriële werking zijn bijvoorbeeld
cetylpyridinium chloride en ethylparaben.
4.2 SOORTEN PRODUCTEN VOOR HAND- EN VOET-VERZORGING
Handcrèmes bevatten veel water en waterbindende stoffen. Verder bevatten ze vet-
ten die een beschermend, maar niet vet laagje achterlaten op de huid.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
48
WATERBINDENDE STOFFEN ZIJN GLYCEROL, SORBITOL EN PROPYLEENGLYCOL. BESCHERMENDE VETTE
STOFFEN ZIJN SILICONENOLIE, VETZUREN, VASELINE EN PARAFFINE.
Voor de verzorging van onze voeten bestaan er voetbaden, crèmes, poeder, deodo-
rant en anti-transpiratieproducten. Deodorants en anti-transpiratieproducten voor
de voeten remmen de ontwikkeling van zweet en gaan de omzetting van zweet in
geurstoffen tegen. Voetpoeders doen dit ook.
Voetcrèmes en -balsems verzorgen de huid en kunnen worden gebruikt bij voet-
massage. Ze zijn bedoeld om direct na het wassen aan te brengen. Ze beschermen
tegen het ontstaan van blaren en eelt en gaan bacteriegroei tegen. Voetcrèmes
bevatten water, voetbalsems niet.
VOORBEELDRECEPT VOETBALSEM: MAX. 85% VASELINE; MAX. 5% PARAFFINE ; MAX. 3% LANO-LINE EN METHYLSALICAAT; MAX. 2% KAMFER; MAX. 1% MENTHOL EN EUCALYPTUSOLIE.
Voetbaden zijn bedoeld voor het reinigen van de huid en het verbeteren van de
doorbloeding. Ze kunnen desinfecterend zijn. Ze zijn licht zuur, reguleren de zweet-
ontwikkeling en maken de huid zachter. Er bestaan ook deo-voetbaden.
VOORBEELDRECEPT VOETBADZOUT: MAX. 40% NATRIUMCARBONAAT; MAX. 30% NATRIUMWATER-STOFCARBONAAT; MAX. 15% NATRIUMSULFAAT; MAX. 8% KRUIDENEXTRACTEN EN PARFUM; MAX.5% NATRIUMPERBORAAT; MAX. 2% NATRIUMLAURYLSULFAAT.
Voetpoeder wordt op de voeten aangebracht na het voetbad. Het remt de ontwik-
keling van zweet, en zweetgeur. Verder gaat het schimmelinfecties tegen.
Voetpoeder maakt de huid glad en werkt verkoelend.
VOORBEELDRECEPT VOETPOEDER: MAX. 88% TALK; MAX. 8% ALUMINIUMCHLOORHYDRAAT; MAX.3% SILICIUMDIOXIDE; MAX. 2% SALICYLZUUR.
49
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
50
51
Nederlandse Cosmetica Vereniging
5. ANTI-ZONNEBRANDMIDDELEN
De zon heeft veel positieve effecten op ons. Van zonlicht worden we vrolijk en krij-
gen we een kleurtje. Ons lichaam heeft zonlicht nodig om vitamine D aan te maken.
Zonlicht heeft echter ook negatieve effecten. Het bevat UV straling die onze huid
rood en pijnlijk verbrandt en sneller laat verouderen. Teveel UV-licht kan zelfs huid-
ziekten, zoals kanker, veroorzaken. Als we de schadelijke effecten van UV-straling
willen voorkomen moeten we verstandig zonnebaden. Daarnaast hebben we spe-
ciale cosmetica nodig, de anti-zonnebrandmiddelen.
5.1 ZONLICHT EN DE HUID
5.1.1 UV-stralingZonlicht bestaat uit verschillende soorten straling. Onze ogen kunnen alleen stra-
ling zien met een golflengte tussen 400 en 800 nm, het zichtbare licht. Het grootste
gedeelte van de zonnestraling heeft een andere golflengte en is onzichtbaar voor
ons. Dit is bijvoorbeeld infraroodstraling en ultraviolette (UV) straling.
ER ZIJN DRIE SOORTEN UV-STRALING, WAARVAN UV-A EN UV-B STRALING VOOR ONS VAN BELANG
ZIJN. UV-A STRALING HEEFT EEN GOLFLENGTE VAN 320 TOT 400 NM, UV-B VAN 280 TOT 320 NM.ER BESTAAT OOK UV-C STRALING MET EEN GOLFLENGTE VAN 100 TOT 280 NM, MAAR DEZE WORDT
DOOR DE OZONLAAG IN DE ATMOSFEER TEGENGEHOUDEN EN BEREIKT HET AARDOPPERVLAK NIET.
De voor ons onzichtbare UV-B straling zorgt dat we bruin worden en “verbranden”.
Bij een lichte zonnebrand wordt de huid rood, bij een ernstige zonnebrand krijgen
we blaasjes en blaren. Zonnebrand zie je niet meteen terwijl je in de zon ligt, maar
pas na 4 tot 6 uur. Als mensen vaak verbranden, vooral als dat in hun kinderjaren
is gebeurd, hebben ze meer kans huidkanker te krijgen. Dit komt doordat bij zon-
nebrand een beschadiging optreedt van het erfelijk materiaal (DNA) in de huidcel-
len. Ook raakt door zonnebrand het immuunsysteem verzwakt.
UV-A straling zorgt voor een snelle veroudering van onze huid, veel sneller dan door
natuurlijke veroudering zou gebeuren.
UV-B STRALING WORDT DEELS TERUGGEKAATST DOOR DE HOORNLAAG, DEELS OPGENOMEN DOOR
HET HUIDPIGMENT MELANINE EN DEELS VERSPREID IN DE HUID. DE VERSPREIDE STRALING ZORGT DAT
VRIJE RADICALEN ONTSTAAN. DIT ZIJN REACTIEVE STOFFEN DIE DE STRUCTUREN VAN DE HUID KUNNEN
BESCHADIGEN. ZE ZORGEN VOOR VERVROEGDE VEROUDERING VAN DE HUID. OOK KUNNEN ZE HET
DNA VAN DE HUIDCELLEN BESCHADIGEN EN KANKER VEROORZAKEN.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
52
5.1.2 Reactie van de huid op UV-stralingOnze huid kan zich op verschillende manieren beschermen tegen UV-straling. Een
manier is het verdikken van de huid. Door UV-straling gaan de huidcellen zich snel-
ler delen. Op gedeeltes van de huid die veel in de zon komen kan de hoornlaag wel
10 keer zo dik worden als op huiddelen die nooit in de zon komen. Deze verdikking
van de hoornlaag, (“zonne-eelt”) zorgt ervoor dat onze huid op die plekken minder
gevoelig is voor UV-B straling.
Een andere manier waarop de huid zichzelf beschermt tegen UV-straling is het bruin
worden. De pigmentcellen in de huid maken dan meer pigment (melanine). Het pig-
ment wordt meegegeven aan de huidcellen die zich naar de hoornlaag verplaatsen.
Na enkele dagen krijgt onze huid een bruine kleur, die enkele weken blijft zitten.
Deze bruine kleur beschermt ons vooral tegen UV-A straling.
EERST IS HET PIGMENT KLEURLOOS, NA ENKELE DAGEN KLEURT HET BRUIN. DIT HEET INDIRECTE PIG-MENTERING. ER BESTAAT IS OOK EEN DIRECTE PIGMENTERING. DE KLEURLOZE VOORLOPERS VAN MEL-ANINE DIE AL IN DE HUID AANWEZIG WAREN, WORDEN DOOR UV-A STRALING OMGEZET IN EEN DON-KER PIGMENT. DEZE BRUINE KLEUR ZIE JE AL NA ENKELE MINUTEN IN DE ZON. HET IS EEN TIJDELIJKE
REACTIE DIE ZORGT VOOR EEN KORTDURENDE BRUINHEID. DEZE BRUINE KLEUR VERDWIJNT WEER ALS
WE EEN TIJDJE UIT DE ZON BLIJVEN.
DOOR UV-B-STRALING WORDT HET ENZYM TYROSINASE GEACTIVEERD. TYROSINASE ZORGT ERVOOR
DAT TYROSINE WORDT OMGEZET IN 3-(3,4-DIHYDROXYPHENYL)-ALANINE (DOPA), DAARNA IN
DOPA-CHINON EN VERVOLGENS IN MELANINE.
Omzetting van tyrosine in het pigment melanine
Tyrosine 3,4-Dihydroxyphenylalanine (DOPA) Melanine
Onze huid bevat twee soorten melanine, en de verhouding waarin ze aanwezig zijn
bepaalt onze huidkleur. Mensen met een donkere huidkleur hebben meer eumela-
nine. Eumelanine beschermt tegen UV-straling. Mensen met een lichte huid hebben
meer phaeomelanine. Dit soort melanine beschermt veel minder goed tegen UV-str-
aling. Daarom beschadigt de huid van mensen met een lichte huid eerder door UV-
straling, en hebben ze meer kans op het krijgen van huidkanker.
53
Nederlandse Cosmetica Vereniging
NH2OH
COOH
NH2OH
OH COOH
O
O
NH
n
MELANINE KAN EEN DEEL VAN DE VRIJE RADICALEN WEGVANGEN. DAARNAAST GAAT MELANINE IN DE
CEL ALS EEN PARASOL BOVEN DE CELKERN MET HET DNA LIGGEN EN VERHINDERT ZO DAT DE
UV-STRALING HET DNA DIRECT KAN BEREIKEN EN BESCHADIGEN.
De natuurlijke beschermingsmechanismen van onze huid zijn belangrijk, maar niet
voldoende om ons te beschermen tegen UV-straling. Zonnebaden moeten we niet
te lang doen en als extra bescherming gebruiken we anti-zonnebrandmiddelen.
Anti-zonnebrandmiddelen moeten we minstens 15 minuten voordat we in de zon
komen opsmeren. Vooral kinderen hebben extra bescherming nodig tegen de zon.
5.2 DE WERKING VAN ANTI-ZONNEBRANDMIDDELEN
5.2.1 De beschermingsfactorOp de verpakking van anti-zonnebrandmiddelen staat een getal. Dit is de “bescher-
mingsfactor” of SPF (sun protection factor). Dit getal geeft aan hoe sterk het anti-
zonnebrandmiddel het zonlicht wegfiltert. Een SPF van 4 betekent dat we met het
anti-zonnebrandmiddel op onze huid 4 keer langer in de zon kunnen zitten zonder
te verbranden, dan wanneer we zonder zonnebrandmiddel in de zon zouden gaan
zitten.
EEN VOORBEELD: IEMAND DIE ZONDER ANTI-ZONNEBRANDMIDDEL NA EEN HALF UUR IN DE ZON EEN
RODE HUID KRIJGT, KAN, ALS HIJ EEN ANTI-ZONNEBRANDMIDDEL MET EEN SPF VAN 4 GEBRUIKT, TWEE
UUR IN DE ZON ZITTEN VOORDAT HIJ ROOD WORDT.
DE SPF WORDT BEREKEND AAN DE HAND VAN DE MED (MINIMALE ERYTHEMALE DOSIS), DAT IS DE
DOSIS ZONLICHT WAARBIJ EEN RODE VERKLEURING VAN DE HUID OPTREEDT. DE SPF GEEFT IN DE
LAGERE BESCHERMINGSFACTOREN EEN SNELLE STIJGING VAN DE HOEVEELHEID WEGGEVANGEN UV-STRALING TE ZIEN, DIE AFNEEMT BIJ DE HOGERE SPF’S. ZO VANGT EEN MIDDEL MET SPF 2 AL 50%VAN DE STRALING WEG, MET SPF4 IS DAT 75% EN MET SPF 10 IS HET 90%, SPF 20 VANGT 95%WEG EN BIJ SPF 50 IS HET 98%.
Als we een anti-zonnebrandmiddel en een beschermingsfactor kiezen, moeten we
weten hoe gevoelig onze eigen huid is voor zonnebrand. De ene persoon heeft een
anti-zonnebrandproduct met een factor 8 nodig, de ander heeft in dezelfde zon een
factor 12 of misschien zelfs 20 nodig.
Het is daarom belangrijk te weten welk huidtype we hebben. Ook is het belangrijk
of onze huid al gewend is aan de zon en zelf al een bescherming heeft opgebouwd
(door pigment aan te maken en dikker te worden, zoals hierboven is beschreven).
Het is ook vooral belangrijk te weten hoe sterk de zon is. Dat hangt af van waar we
op de wereld zijn en in welk jaargetijde.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
54
ALS WE LANGER DAN DRIE UUR IN DE ZON WILLEN ZITTEN, HEBBEN WE EEN HOGERE BESCHERMINGS-FACTOR NODIG. ALS WE KORTER IN DE ZON WILLEN ZIJN, KUNNEN WE EEN LAGERE FACTOR GEBRUIKEN.
STEL: HET IS ÉÉN VAN DE EERSTE ZONNIGE DAGEN IN NEDERLAND. DE ZONKRACHT (UV-INDEX) OP
ZO’N DAG IS ONGEVEER 6. WE WILLEN MET ONZE ONGEBRUINDE HUID DRIE UUR IN DE ZON GAAN ZIT-TEN. WELKE BESCHERMINGSFACTOR HEBBEN WE DAN NODIG?
Beschermingsfactor voor 3 uur zonnen bij zonkracht 6
Persoonlijke kenmerken Gebruik dan deze
beschermingsfactor
Kinderen (tot 15 jaar), alle huidtypen 20 – 30
Mensen die zeer snel verbranden en niet bruin
worden, met een zeer lichte huid, vaak met sproeten, 18 – 20
rossig of lichtblond haar en lichte ogen (= huidtype 1)
Mensen die snel verbranden en langzaam bruin
worden, met een lichte huid, blond haar en lichte 10 – 12
ogen (= huidtype 2)
Mensen die zelden verbanden en gemakkelijk bruin
worden, met een licht getinte huid, donker tot bruin 5 – 7
haar en vrij donkere ogen (= huidtype 3)
Mensen die bijna nooit verbranden en zeer goed
bruinen, met een getinte huid, donker haar en 4 – 6
donkere ogen (= huidtype 4)
5.2.2 Samenstelling van anti-zonnebrandmiddelenIn anti-zonnebrandmiddelen zitten stoffen die zorgen dat UV-straling de huid niet
bereikt, zoals UV-filters en pigmenten. Ook bevatten ze stoffen die de schadelijke
gevolgen van UV-straling die toch in de huid doordringt, kunnen verminderen.
Verder bevatten anti-zonnebrandmiddelen allerlei hulpstoffen. Ze moeten bestand
zijn tegen hoge temperaturen, bijvoorbeeld in een warme auto of direct in de zon
op het strand. Ook moeten ze tegen lage temperaturen kunnen, bijvoorbeeld bij de
wintersport in de bergen. De producten moeten stabiel zijn, niet klonteren of schif-
ten en ze mogen niet bederven.
UV-filters zijn stoffen die UV-straling opnemen en omzetten in minder schadelijke
straling. De meeste UV-filters beschermen tegen UV-B straling, slechts een aantal
beschermen tegen UV-A. Anti-zonnebrandmiddelen bevatten een mengsel van deze
filters.
55
Nederlandse Cosmetica Vereniging
VEEL GEBRUIKTE UV-FILTERS ZIJN: 4-AMINOBENZOIC ACID, 2-FENYLBENZIMADOZOL-5-SULFONZUUR,2-HYDROXY-4-METHOXYBENZOFENON EN 3-BENZYLIDENE CAMPHOR.
Structuurformules para-aminobenzoezuur en 2-hydroxy-4-methoxybenzofenon
Pigmenten en micropigmenten zijn stoffen die de UV-straling terugkaatsen, zodat
dit niet tot de huid doordringt. Ze nemen ook een beetje UV-straling op. Ze worden
vooral gebruikt in producten die een hoge beschermingsfactor moeten hebben.
VEEL GEBRUIKTE PIGMENTEN ZIJN TITAANDIOXIDE EN ZINKOXIDE. OOK MAGNESIUMOXIDE WORDT
GEBRUIKT. VOOR DE WERKING IS DE DEELTJESGROOTTE VAN BELANG. PIGMENTEN MET EEN DEELTJES-GROOTTE VAN TUSSEN DE 140 EN 200 NM WERKEN TEGEN UV-A EN UV-B STRALING. HOE KLEINER
DE DEELTJES ZIJN, DES TE BETER WERKEN ZE TEGEN UV-B STRALING. ER MOET EEN JUISTE BALANS IN
DE DEELTJESGROOTTE GEVONDEN WORDEN EN DE PIGMENTEN MOGEN NIET SAMENKLONTEREN.
Anti-oxidanten
Als UV-straling in onze huid doordringt, ontstaan er stoffen die “vrije radicalen”
heten. Door deze vrije radicalen wordt onze huid rood en verouderd ze. Vrije radi-
calen spelen ook een rol bij het ontstaan van huidkanker. Onze huid bevat van natu-
re vitamine C en E, die vrije radicalen kunnen wegvangen en onschadelijk kunnen
maken. Deze vitamines worden “anti-oxidanten” genoemd. In anti-zonnebrandpro-
ducten zitten extra anti-oxidanten, om onze huid een handje te helpen.
VITAMINE E (TOCOFEROL) REAGEERT MET DE ZUURSTOFRADICALEN, ZODAT DEZE GEEN CELSTRUCTU-REN KUNNEN AANTASTEN. VITAMINE E IS IN OLIE OPLOSBAAR. VITAMINE C (ASCORBINEZUUR) DOET
HETZELFDE EN ZORGT BOVENDIEN VOOR DE OMZETTING VAN HET VITAMINE E DAT GEREAGEERD HEEFT
MET ZUURSTOFRADICALEN, IN OPNIEUW BRUIKBAAR VITAMINE E. VITAMINE C IS IN WATER OPLOS-BAAR.
5.2.3 Soorten anti-zonnebrandmiddelenAnti-zonnebrandmiddelen kunnen olie, crème, stiften en sprays zijn. De bescher-
mende factor (SPF) varieert van 2 tot 30. Er zijn ook producten die een SPF van 50
en meer hebben.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
56
H2N C
OH
O
OH
CH3-O C
O
Voor anti-zonnebrandoliën worden verschillende soorten olie vermengd met UV-fil-
ters en parfumstoffen. De oliën moeten goed vet zijn en goed over de huid te ver-
delen zijn. Ze mogen niet kleverig zijn, moeten lucht en zweet doorlaten en voor een
zachte huid zorgen.
VEEL GEBRUIKTE OLIËN ZIJN PARAFFINEOLIE EN VETZUURTRIGLYCERIDEN (UIT PINDA, SESAMZAAD OF
AVOCADO), DIE VERMENGD WORDEN MET ISOPROPYLPALMITAAT EN SILICONENOLIE ZOALS POLY-DIMETHYLSILOXAAN.
Anti-zonnebrand-milks zijn olie-in-water producten. Ze zijn goed over de huid uit te
smeren, trekken snel in en kleven niet. Ze beschermen de huid tegen uitdrogen
door water, wind en zon. Een nadeel is dat ze bij het zwemmen snel afspoelen. Er
zijn ook water-resistente milks, deze bevatten speciale hulpstoffen. Zonnebrand-
milks bevatten meestal verdikkingsmiddelen en stoffen die de hechting van de UV-
filters aan de huid verbeteren. Daarnaast bevatten ze conserveermiddelen en anti-
oxidanten.
DE OLIE- EN VETHOUDENDE COMPONENTEN ZIJN PARAFFINEOLIE, VETZUREN, VETALCOHOL EN VET-ZUURESTERS. HET VOCHTHOUDENDE BESTANDDEEL (DE WATERFASE) IS MEESTAL GLYCERINE OF PRO-PYLEENGLYCOL. ALS VERDIKKINGSMIDDELEN WORDEN POLYACRYLATEN, MAGNESIUMALUMINIUM-SILICAAT GEBRUIKT. OM DE HECHTING VAN DE UV-FILTERS AAN DE HUID TE VERBETEREN, WORDEN
POLYMEREN, BIJVOORBEELD OP BASIS VAN N-VINYLPYRROLIDON TOEGEVOEGD.
VOORBEELDRECEPT ZONNEBRANDMILK OP BASIS VAN EEN OLIE-IN-WATER VERBINDING: MAX. 5%ZINKOXIDE EN DIOCTYLETHER; MAX. 4% CAPRYL-/CAPRINEZUUR-TRIGLYCERIDE; MAX. 3% GLYCERYL-STEARAAT, ETHYLHEXYL METHOXYCINNAMATE, 4-METHOXY-KANEELZUUR-ISOAMYLESTER, MINERALE
OLIE EN GLYCERINE; MAX. 1% CETEARYLALCOHOLDIMETHYLSILICONE, 4-METHYLBENZYLIDEEN-CAMPHER EN 2-HYDROXY-4-METHOXY-BENZOFENON, MAGNESIUMALUMINIUMSILICAAT, HYDROXY-ETHYLCELLULOSE. REST: CONSERVEERMIDDELEN, WATER.
Anti-zonnebrand-crèmes zijn water-in-olie verbindingen. Deze zijn wat moeilijker
gelijkmatig op de huid aan te brengen dan milks. Ze zijn vetter en beschermen de
huid beter tegen uitdrogen. Ze zijn waterafstotend en blijven op de huid zitten bij
het zwemmen. Ze bevatten conserveermiddelen en geurstoffen.
DE VETHOUDENDE COMPONENTEN ZIJN DEZELFDE ALS IN ZONNEBRANDOLIE EN –MILKS. DE WATER-HOUDENDE COMPONENTEN ZIJN GLYCERINE, PROPYLEENGLYCOL OF SORBITOL. VOOR DE STABILISE-RING WORDT VAAK MAGNESIUMSULFAAT OF NATRIUMCHLORIDE GEBRUIKT. ALS EMULGATOREN WOR-DEN GLYCERINESORBITAN-VETZUURESTER, POLYGLYCERINEVETZUURESTER OF CHOLESTEROL GEBRUIKT.
57
Nederlandse Cosmetica Vereniging
“Tropicals” zijn producten met weinig of geen stoffen die tegen UV-licht bescher-
men. Ze zijn bedoeld voor mensen die al erg bruin zijn en niet meer verbranden. Ze
beschermen alleen tegen uitdroging door zon, water en wind. Ze bevatten plant-
aardige vetten en olie. Het kunnen water-in-olie of olie-in-water producten zijn. Ook
zijn er producten die alleen uit olie bestaan. Tropicals zijn meestal “tropisch” gepar-
fumeerd met een kokos- of vanille-geur.
Producten met een hoge beschermingsfactor zijn bedoeld voor mensen met een
licht getinte huid die langere tijd in de zon verblijven. Deze producten hebben een
SPF van 40 en meer.
Aftersun-producten worden gebruikt na het zonnen. Ze verkoelen en verzorgen de
huid. Het zijn vaak vloeibare olie-in-water emulsies met een beetje vet. Verder
bevatten ze vochtvasthoudende stoffen en stoffen die de huid tot rust brengen.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
58
59
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
60
6. DEODORANTS EN ANTI-TRANSPIRATIE-PRODUCTEN
Onze zweetklieren scheiden voortdurend zweet af. In een warme omgeving, of als
we ons inspannen zweten we meer. Vers zweet is reukloos, maar als de bacteriën
die op onze huid leven het zweet omzetten in geurstoffen, ontstaat de typische
zweetlucht. Om te voorkomen dat we naar zweet gaan ruiken, kunnen we deodo-
rants of anti-transpiratieproducten gebruiken.
6.1 SAMENSTELLING VAN DEODORANTS EN ANTI-TRANSPIRATIEPRODUCTEN
Deodorants werken op verschillende manieren. Ze bevatten stoffen die zich binden
aan zweetgeurstoffen en zo zorgen dat ze niet meer te ruiken zijn. Daarnaast bevat-
ten ze, als ondersteuning, parfums die zweetgeuren afdekken. In deodorants wor-
den ook stoffen gebruikt die de groei van huidbacteriën remmen. Verder kunnen ze
stoffen bevatten die de omzetting van zweet in geurstoffen remmen.
BACTERIEREMMENDE MIDDELEN ZIJN TRICLOSAN, CHLOORHEXIDINE EN 3,4,4’-TRICHLOORCARBANILI-DE. OOK VEEL ETHERISCHE OLIËN (MENTHOL, THIJM) HEBBEN BACTERIEREMMENDE EIGENSCHAPPEN.ANDERE STOFFEN ZIJN FARNESOL EN FENOXYETHANOL. DIGLYCERINEMONOCAPRINAAT WERKT SPECI-FIEK OP CORYNEBACTERIËN (DIE VOORAL BIJ MANNEN OP DE HUID LEVEN). ER WORDT VAAK EEN COM-BINATIE VAN STOFFEN GEBRUIKT DIE ELKAARS WERKING VERSTERKEN. STOFFEN DIE DE OMZETTING
VAN ZWEET IN GEURSTOFFEN TEGENGAAN, ZIJN ENZYMREMMERS. ZE GRIJPEN VOORAL AAN OP LIPASE-ENZYMEN, ZONDER DE BACTERIËN TE BESCHADIGEN. VOORBEELDEN ZIJN DIETHYLCITRAAT EN ZINK-GLYCINAAT.
Anti-transpiratieproducten werken anders. Deze middelen blokkeren de uitgangen
van de zweetklieren, zodat er minder zweet wordt uitgescheiden. Als er minder
zweet is, kunnen de huidbacteriën minder goed groeien en ontstaat er minder
zweetgeur.
VOORBEELDEN VAN STOFFEN DIE SAMENKLONTEREN EN DE UITGANGEN VAN ZWEETKLIEREN BLOKKE-REN ZIJN ALUMINIUMCHLOORHYDRAAT (ACH) EN ALUMINIUM-ZIRKONIUM-TETRACHLORO-GLYCINE
COMPLEX (ZAG). ACH IS EEN FIJN POEDER DAT GOED IN WATER OPLOST. DE STOF VORMT EEN ZURE
OPLOSSING EN REMT OP DIE MANIER DE GROEI VAN BACTERIËN.
Daarnaast bevatten deodorants en anti-transpiratieproducten hulpstoffen, zoals
stabilisatoren en schuimremmers.
61
Nederlandse Cosmetica Vereniging
6.2 SOORTEN DEODORANTS EN ANTI-TRANSPIRATIE-PRODUCTEN
Deosprays zijn deodorants die met een spuitbus of vernevelaar op de oksel worden
aangebracht. De meeste deosprays zijn producten op alcoholbasis. Ze bevatten
terugvetters en stoffen die zorgen dat het product zich op de huid hecht.
DE DRIJFGASSEN ZIJN MEESTAL PROPAAN, BUTAAN OF ISOBUTAAN. OOK DIMETHYLETHER WORDT
GEBRUIKT. STOFFEN DIE HET PRODUCT AAN DE HUID FIXEREN ZIJN HOGERE ALCOHOLEN, LANGKETEN
VETZUURESTERS EN GLYCOLEN.
Schematische voorstelling van de
opbouw van een spuitbus, gevuld met
n-butaan. Het vloeibare n-butaan (1)
kan, na indrukken van het sproeikopje
(5), uit de houder ontwijken via het
stijgbuisje (3). Direct nadat het n-
butaan de houder verlaat, verdampt
het en gaat over in een fijne nevel (4).
Omdat er vloeistof uit de houder ver-
dwijnt, wordt de kopruimte in de hou-
der (2) groter. Een klein deel van het
vloeibare n-butaan gaat over in gas-
vorm, waardoor de druk in de houder
gelijk blijft.
VOORBEELDRECEPT DEOSPRAY: MAX. 60% DRIJFGASSEN, MAX. 39% ETHANOL; MAX. 1% FARNE-SOL, FENOXYETHANOL EN 2-OCTYLDODECANOL
Deodorant in een pompje is meestal een product op water/alcoholbasis.
WATER VERMINDERT DE OPLOSBAARHEID VAN PARFUM EN WERKZAME STOFFEN. DAAROM WORDEN
AAN DEZE PRODUCTEN EMULGATOREN TOEGEVOEGD EN STOFFEN DIE DE OPLOSBAARHEID VERBETE-REN. ALS FIXERENDE STOF WORDT GLYCOL GEBRUIKT.
Anti-transpiratieproducten in verstuivers zijn meestal watervrij, maar er zijn ook
anti-transpiratieproducten op waterbasis.
(4) nevel sproeikop (5)
(2) houder
normaalbutaan (1)
(3) stijgbuis
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
62
VOORBEELDRECEPT ANTI-TRANSPIRATIE-POMPSPRAY: MAX. 56% WATER; MAX. 30% ETHANOL;MAX. 10% ALUMINIUMCHLOORHYDRAAT; MAX. 2% POLYETHYLEENGLYCOL; MAX. 1% PARFUM EN
STOFFEN OM OPLOSBAARHEID TE VERGROTEN.
Deodorant-rollers bevatten stoffen die vloeibaar zijn en gemakkelijk op de huid
kunnen worden verdeeld. Vaak worden gel en olie-in-water emulsies gebruikt.
VOORBEELDRECEPT DEOROLLER-GEL: MAX. 55% WATER; MAX. 40% ETHANOL; MAX. 3% STOFFEN
DIE OPLOSBAARHEID VERGROTEN; MAX. 1% PARFUM, FARNESOL EN HYDROXYETHYLCELLULOSE.
VOORBEELDRECEPT DEOROLLER OLIE-IN-WATER EMULSIE: MAX. 70% WATER; MAX. 10% ETHANOL;MAX. 5% 2-OCTYLDODECANOL EN GLYCERINE; MAX. 4% GLYCERYLSTEARAAT; MAX. 3% CETEARYL-ALCOHOL; MAX. 1% GLYCERINE MONOLAURAAT, PARFUM EN POLYACRYLAAT.
Anti-transpiratieproducten voor rollers zijn meestal watervrij. De werkzame stof-
fen zijn dan als een fijn poeder in een drager opgelost. Ze bevatten verdikkers. Anti-
transpiratieproducten voor rollers die wel water bevatten, zijn gels of olie-in-water
emulsies.
VOORBEELDRECEPT ANTITRANSPIRATIE PRODUCT (WATERVRIJE SUSPENSIE) IN EEN ROLLER: MAX.20% ALUMINIUMCHLOORHYDRAAT; MAX. 77% SILICONENOLIE; MAX. 1% 2-OCTYLDODECANOL, 1%AEROSIL (KIEZELZUUR) EN PARFUM.
Deosticks zijn deodorants in een vaste vorm. Deze producten worden uitgesmeerd
door ze licht op de huid te drukken.
OM DEOSTICKS SMEERBAAR TE MAKEN, WORDEN ZEEPGLYCOL-GELS GEBRUIKT. DEZE WORDEN
GEVORMD DOOR GLYCERINE TE LATEN REAGEREN MET NATRIUMSTEARAAT TOT EEN TRANSPARANTE GEL
DIE ZOWEL WATER ALS ALCOHOL KAN OPNEMEN.
VOORBEELDRECEPT DEOSTICK: MAX. 50% 1,2-PROPYLEENGLYCOL; MAX. 30% ETHANOL; MAX. 7%NATRIUMSTEARAAT; MAX. 6% WATER; MAX. 4% STOFFEN DIE DE OPLOSBAARHEID VERGROTEN; MAX.1% DIGLYCERINEMONOCAPRINAAT EN PARFUM.
Bij anti-transpiratie-sticks zijn de werkzame stoffen opgelost in was-achtige dra-
gers. Ze bevatten oppervlakteactieve stoffen om een betere verdeling te krijgen als
het product in contact komt met huidvocht.
63
Nederlandse Cosmetica Vereniging
6.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN DEODORANTS
Voor deospray worden de ingrediënten gemengd in speciale roertanks en daarna
opgeslagen in roestvrijstalen tanks. De vloeistof wordt in spuitbussen afgevuld.
Vervolgens worden drijfgassen toegevoegd en worden de bussen afgesloten. De
spuitbussen worden in een waterbad van 50˚C gedompeld om eventuele lekkages
op te sporen.
Bij het maken van deopompspray worden de ingrediënten gemengd, waarna de
vloeistof twee weken moet “rijpen”. Vervolgens wordt de vloeistof bij een tempera-
tuur van 4˚C gefilterd en verpakt in flesjes, die worden afgesloten met een pompje.
Bij het bereiden van deorollers worden de olie en de waterfase apart gemengd en
daarna samengevoegd. Vervolgens wordt het product in flesjes met een roller ver-
pakt.
Voor het maken van deosticks worden de ingrediënten in een verwarmde ketel
gemengd. De massa is vloeibaar bij 60-70˚C en wordt in de verpakking gedaan.
Daarna worden de sticks langzaam afgekoeld, waarbij ze ondersteboven hangen
om een mooie top te krijgen.
64
65
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
66
7. SCHEERPRODUCTEN
Scheerproducten worden gebruikt om het gezicht, de benen, oksels en bikinilijn te
ontharen. In dit hoofdstuk gaan we alleen in op scheerproducten die bedoeld zijn
om het gezicht te scheren.
7.1 PRODUCTEN VOOR NAT EN DROOG SCHEREN
Baardharen hebben een dikte van 0,1 tot 0,25 mm en zijn ongeveer twee keer zo dik
als ons hoofdhaar. Bij het scheren worden baard- en snorharen zo dicht mogelijk bij
de gezichtshuid afgeschoren. Met “nat” scheren wordt bedoeld het scheren met
een scheermes, met “droog” scheren bedoelen we het scheren met een elektrisch
scheerapparaat. Bij allebei de methoden wordt cosmetica gebruikt om het scheren
te vergemakkelijken.
7.1.1 Samenstelling van producten voor nat en droogscherenScheerproducten voor nat scheren maken de baardhaartjes zacht, zodat het sche-
ren gemakkelijker gaat. Producten voor nat scheren zijn scheerzeep, scheercrème
en scheerschuim in een spuitbus. Ze worden aangebracht op het natte gezicht.
Haren worden zacht als ze water opnemen. Op de haren ligt een talglaagje en ze
kunnen pas water opnemen als dit laagje weg is. Scheerproducten voor nat scheren
bevatten daarom zeep-achtige stoffen, die het talglaagje verwijderen.
Scheerproducten voor droog scheren worden pre-shaveproducten genoemd. Ze
worden op het droge gezicht aangebracht voordat het met een scheerapparaat
wordt geschoren. Voor droog scheren moeten de baardharen juist droog en stevig
zijn. Daarom bevatten de producten alcohol; dit onttrekt water uit de baardhaar.
Doordat het talglaagje van het haar wordt verwijderd, kan de huid te stroef worden
om te scheren. Daarom worden aan producten voor droog scheren olie-achtige stof-
fen toegevoegd en stoffen die talg oplossen.
7.1.2 Soorten producten voor nat en droog scherenScheerzeep is een mengsel van verschillende zepen en bevat terugvetters. Andere
ingrediënten zijn vochtvasthoudende stoffen, geurstoffen en conserveermiddelen.
HET GROOTSTE DEEL VAN DE VETZUREN IN SCHEERZEEP IS STEARINEZUUR, DAT WORDT GEWONNEN
UIT KOKOS- EN PALMKERNOLIE. ALS VOCHTVASTHOUDEND MIDDEL WORDT GLYCERINE GEBRUIKT EN
ALS TERUGVETTER MEESTAL LANOLINE.
67
Nederlandse Cosmetica Vereniging
VOORBEELDRECEPT VOOR SCHEERZEEP: MAX. 50% STEARINEZUUR; MAX. 18% KALIUMHYDROXIDE;MAX. 11% NATRIUMHYDROXIDE; MAX. 9% KOKOSOLIE; MAX. 6% GLYCERINE EN WATER; MAX. 1%LANOLINE EN PARFUM.
Schuimende scheercrème bevat meer water dan scheerzeep. Verder bevat het des-
infecterende middelen en menthol, dat een verkoelend effect geeft.
ALS VETZUUR WORDT MEESTAL STEARINEZUUR GEBRUIKT. OM TE ZORGEN DAT DE CRÈME NIET HARD
WORDT BIJ LAGE TEMPERATUREN, KAN STEARINEZUUR VERVANGEN WORDEN DOOR ISOPALMITINE-ZUUR. ALS DESINFECTIEMIDDEL WORDT VAAK BOORZUUR GEBRUIKT. ANDERE STOFFEN DIE KUNNEN
WORDEN TOEGEVOEGD ZIJN BORAX (DIT ONTHARDT HET WATER), EN VETZUURISOTHIONAAT OF –TAU-RIDE (BRENGT KALKZEEP IN OPLOSSING).
Scheerschuim in een spuitbus is eigenlijk een speciaal bewerkte schuimende
scheercrème waar drijfgassen aan zijn toegevoegd. Schuimende scheergels zitten
ook in een spuitbus, maar schuimen pas bij het aanbrengen op de huid. Ze bevat-
ten verdikkingsmiddelen.
AAN SCHUIMENDE SCHEERGEL WORDEN GEETHOXYLEERDE ALCOHOLEN TOEGEVOEGD. ALS VERDIK-KINGSMIDDELEN WORDT CARBOXYVINYLPOLYMEER GEBRUIKT. ANDERE STOFFEN ZIJN POLYVINYLPYR-ROLIDON IN WATER EN ALCOHOL.
VOORBEELDRECEPT SCHEERSCHUIM: MAX. 79% WATER; MAX. 6% STEARINEZUUR EN
PROPAAN/BUTAAN; MAX. 4% TRIETHANOLAMINE; MAX. 2% MYRISTINEZUUR; MAX. 1% CETYLALCO-HOL, PARAFFINEOLIE, GEACETYLEERDE LANOLINE, PROPYLEENGLYCOL EN PARFUM.
Droogscheermiddelen of pre-shaveproducten bevatten alcohol en olie. Ze zijn
bedoeld voor het scheren met een scheerapparaat en worden aangebracht op de
droge huid.
VOORBEELDRECEPT DROOGSCHEERMIDDEL: MAX. 80% ETHANOL; MAX. 2% ISOPROPYLMYRISTAAT
EN CYCLISCH DIMETHYLSILOXAAN; MAX. 1% SILICONENOLIE, POLYVINYLPYRROLIDON EN PARFUM.REST: WATER, KLEURSTOFFEN, SACCHARINE.
7.2 AFTERSHAVE-PRODUCTEN
Na het scheren worden producten gebruikt die de huid tot rust brengen.
Voorbeelden van deze producten zijn aftershave-lotion, aftershave-gel en aftersha-
ve-balsem.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
68
7.2.1 Samenstelling van aftershave-productenAftershave-producten bevatten stoffen om scheerzeep te neutraliseren, terugvet-
ters en stoffen die de groei van bacteriën remmen.
7.2.2 Soorten aftershave-producten Aftershave-lotion trekt de huid samen en verkoelt.
DE STOFFEN IN AFTERSHAVE LOTION HEBBEN MEERDERE FUNCTIES. GLYCERINE OF POLYETHYLEENGLY-COL BRENGEN VOCHT IN DE HUID. AZULEEN STIMULEERT DE BLOEDCIRCULATIE EN PLANTENEXTRACTEN
DIENEN OM BACTERIEGROEI TE REMMEN. MENTHOL EN CAMPHER ZORGEN VOOR SAMENTREKKING VAN
DE HUID EN VOOR VERKOELING. ANDERE VEEL GEBRUIKTE STOFFEN ZIJN EEN BUFFER BESTAANDE UIT
MELKZUUR EN NATRIUMLACTAAT, HYALURONZUUR, ALCOHOL, BISABOLOL, PANTHENOL, FENOLVERBIN-DINGEN EN QUATERNAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN.
VOORBEELDRECEPT AFTERSHAVE-LOTION: MAX. 70% ALCOHOL; MAX. 2% PARFUM. REST: WATER
EN KLEURSTOFFEN.
Aftershave-balsem is een olie-in-water emulsie en bevat dezelfde stoffen als afters-
have-lotion. Balsem bevat minder alcohol dan lotion en is speciaal voor na het nat
scheren bedoeld. Aftershave-balsem bevat daarnaast conserveermiddelen.
Aftershave-gel bevat stoffen die langzamer verdampen dan de stoffen in aftersha-
ve-lotion. Het verkoelende effect van aftershave-gel is daarom langer. De samen-
stelling lijkt verder op die van aftershave-lotion.
7.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN SCHEERPRODUCTEN
Scheerzeep wordt bereid door een verzepingsreactie (zie ook het hoofdstuk over
zeep, bad- en doucheproducten). Daarna wordt de zeepmassa gedroogd en worden
de overige ingrediënten toegevoegd. De massa wordt glad gemengd en tot een
cilinder geperst. Daarna wordt het product in de vorm van een stift gesneden of in
een bakje geperst. Soms wordt het product gekoeld om het te laten uitharden.
Bij de verzepingsreactie van schuimende scheercrème is een sterke roermachine
nodig en mogen geen luchtbellen ontstaan. Na toevoegen van de andere ingre-
diënten ontstaat een crème. Voordat het product in een aluminium tube wordt ver-
pakt, wordt het eerst enkele weken in opslag gehouden, waardoor de stroperigheid
en de glans toeneemt.
69
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Scheerschuim wordt als waterige oplossing in de spuitbus gedaan. Dan worden,
onder vacuümdruk, drijfgassen toegevoegd. De naschuimende scheergel bevat
zijn eigen drijfgassen en wordt met een speciale techniek in bussen verpakt waar-
bij de drijfgassen niet verloren mogen gaan. Meestal gebeurt dit in drukvaten of in
een koelinstallatie.
Voor het maken van aftershave-lotion worden de ingrediënten vermengd. Daarna
wordt de vloeistof gekoeld, 24 uur opgeslagen en gezeefd. Vervolgens wordt de
lotion verpakt in flessen.
70
71
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
72
8. DECORATIEVE COSMETICA
Mensen gebruiken al eeuwenlang middelen om er mooier uit te zien. We gebruiken
producten om ons gezicht kleur te geven en te verfraaien en om bijvoorbeeld puist-
jes en moedervlekken te maskeren. Tegenwoordig noemen we die producten make-
up of decoratieve cosmetica. Decoratieve cosmetica zijn gekleurde gezichtscrèmes
en make-up, oogschaduw, lippenstift en dergelijke. Ze bevatten kleurstoffen en
stoffen die de huid verzorgen en beschermen.
8.1 SAMENSTELLING VAN DECORATIEVE COSMETICA
8.1.1 Gezichts- en oogmake-upGezichtsmake-up is een gekleurde crème of emulsie die zorgt dat onze huid er
egaal uitziet. Er is ook watervrije make-up en make-up op poederbasis. Het bevat
witte en gekleurde pigmenten, UV-filters, stoffen die vocht vasthouden en verzor-
gende vetten. Verder worden stoffen toegevoegd die zorgen dat de make-up niet
bederft.
IN GEZICHTSMAKE-UP WORDEN WITTE PIGMENTEN EN (AN)ORGANISCHE KLEURSTOFFEN GEBRUIKT.VOORBEELDEN VAN WITTE PIGMENTEN ZIJN ZINKOXIDE EN TITANIUMDIOXIDE. KLEURPIGMENTEN ZIJN
EEN MENGSEL VAN VOORNAMELIJK IJZEROXIDE EN ORGANISCHE KLEURSTOFFEN.
VOORBEELDEN VAN VOCHTVASTHOUDENDE STOFFEN ZIJN SORBITOL, GLYCERINE, PROPYLEENGLYCOL
EN EIWIT. VERZORGENDE BESTANDDELEN ZIJN VITAMINEN EN LIPIDEN ZOALS CERAMIDE. ALS VERDIK-KINGSMIDDELEN WORDEN NATRIUM-MAGNESIUMSILICAAT, MAGNESIUM-ALUMINIUMSILICAAT EN
NATRIUMCARBOXYMETHYLCELLULOSE GEBRUIKT.
IN GEZICHTSPOEDERS, ROUGE EN OOGSCHADUW ZITTEN BINDMIDDELEN, ZOALS ISOSTEARYLISOSTE-ARAAT, ISOPROPYLISOSTEARAAT, PARAFFINEOLIE, LANOLINEALCOHOL, CETYLACETAAT EN OCTYLDODE-CYLSTEAROYLSTEARAAT.
Voor het opmaken van de ogen kunnen we oogschaduw, mascara, eyeliner en oog-
en wenkbrauwpotloden gebruiken. Deze producten bevatten witte en gekleurde
pigmenten, UV-filters, stoffen die vocht vasthouden en verzorgende bestanddelen.
Verder bevatten ze conserveermiddelen, bindmiddelen en stoffen die zorgen dat
het product waterafstotend is.
73
Nederlandse Cosmetica Vereniging
VERZORGENDE STOFFEN ZIJN BIJENWAS, PARAFFINEWAS, RICINUSOLIE, LANOLINEALCOHOL, PARAFFI-NE- EN SILICONENOLIE. STOFFEN DIE DE WATERBESTENDIGHEID VERGROTEN, DE ZOGENAAMDE FILM-VORMERS, ZIJN VINYLPYRROLIDONCOPOLYMEREN EN POLYACRYLATEN.GEKLEURDE ANORGANISCHE PIG-MENTEN ZIJN IJZEROXIDE, ULTRAMARIJN EN MANGAANVIOLET. ANDERE KLEURSTOFFEN ZIJN PAREL-MOERPIGMENTEN, ZOALS BISMUTOXYCHLORIDE EN MICA’S DIE MET EEN LAAGJE TITANIUMDIOXIDE ZIJN
BEDEKT.
8.1.2 Lippenstift De huid van onze lippen heeft een dunne hoornlaag. Door de dunne hoornlaag heen
kunnen we de lederhuid zien, daarom zijn onze lippen rozerood van kleur. De lippen
worden vochtig gehouden door het speeksel. Ze hebben geen vetlaagje zoals de
rest van de huid en drogen snel uit door weersinvloeden. Een lippenstift moet daar-
om verzorgend zijn.
Lippenstift wordt gebruikt om de lippen te kleuren en eventueel de vorm te veran-
deren. Met lip gloss kan een glimmend laagje aangebracht worden. Lippenstift
bevat verzorgende bestanddelen, kleurstoffen en stoffen die het bederf tegengaan.
LIPPENSTIFT BEVAT BESTANDDELEN DIE ZORGEN VOOR DE STEVIGHEID VAN DE STIFT, ZOALS BIJENWAS,CARNAUBAWAS, CANDELILLAWAS EN OZOKERIT. ALS BINDMIDDEL WORDT CETYLALCOHOL GEBRUIKT.ANDERE VEELGEBRUIKTE BESTANDDELEN ZIJN LANOLINE, ISOPROPYLLANOLAAT, CETYLACETAAT EN
MYRISTYLLACTAAT, RICINUSOLIE, PARAFFINEOLIE EN OLEYLALCOHOL. ALS KLEURSTOFFEN WORDEN
ORGANISCHE EN ANORGANISCHE PIGMENTEN, WAARONDER PARELMOERPIGMENTEN, GEBRUIKT.
8.1.3 NagellakOnze nagels bestaan uit speciale cellen. Nagels zijn 0,3 tot 0,8 mm dik en groeien
3 tot 4 mm per maand. De nagels van de vingers doen er 5 tot 6 maanden over om
zich te vernieuwen, bij de teennagels duurt dat 7 tot 12 maanden. De nagel zelf is
witgrijs van kleur. Doordat het nagelbed goed doorbloed is en de nagels deels door-
zichtig zijn, zien onze nagels er roze uit.
Nagellak wordt gebruikt om de nagels een kleur te geven. Het bevat kleurstoffen,
stoffen die zorgen dat de lak hecht aan de nagel en oplosmiddelen.
VOOR BINDING VAN DE LAK AAN DE NAGEL WORDT EEN COMBINATIE VAN NITROCELLULOSE EN TOLU-EENSULFONAMIDE-FORMALDEHYDE GEBRUIKT. TOLUEENSULFONAMIDE ZORGT VOOR DE BINDING AAN
DE NAGEL, NITROCELLULOSE ZORGT VOOR DE GLANS. OM TE ZORGEN DAT DE LAK SOEPEL BLIJFT EN
NIET VAN DE NAGEL AFBREEKT, WORDEN WEEKMAKERS GEBRUIKT (ACETYL TRIBUTYL CITRAAT).VOORBEELDEN VAN KLEURSTOFFEN ZIJN IJZEROXIDE, TITAANDIOXIDE, ORGANISCHE PIGMENTEN EN
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
74
PARELMOERPIGMENTEN. ER WORDEN STOFFEN TOEGEVOEGD DIE DE VISCOSITEIT REGELEN EN STOF-FEN DIE ZORGEN DAT DE INGREDIËNTEN OOK ONDER INVLOED VAN LICHT STABIEL BLIJVEN. ALS OPLOS-MIDDELEN WORDEN BUTYL- EN ETHYLACETAAT, ISOPROPYLALCOHOL EN N-BUTYLALCOHOL GEBRUIKT.
8.2 SOORTEN DECORATIEVE COSMETICA
Er bestaat gezichtsmake-up op basis van water en op watervrije basis.
VOORBEELDRECEPT GETINTE DAGCRÈME: MAX. 10% WATER; MAX. 5% GLYCERINE, CETYLSTEARYL-OCTANOAAT, PROPYLEENGLYCOL EN PARAFFINEOLIE; MAX. 4% GLYCERINE MONOSTEARAAT EN TALK;MAX. 3% OCTYLPALMITAAT; MAX. 2% STEARINEZUUR EN TITAANDIOXIDE; MAX. 1% CETYLALCOHOL,IJZEROXIDE, XANTHAAN, MAGNESIUM-ALUMINIUMSILICAAT EN PARFUM. REST: WATER, CONSERVEER-MIDDELEN.
VOORBEELDRECEPT WATERVRIJE CRÈME-MAKE-UP: MAX. 15% PARAFFINEOLIE; MAX. 12% TITAAN-DIOXIDE EN MYRISTYLLACTAAT; MAX. 9% BIJENWAS EN OLEYLALCOHOL; MAX. 7% OZOKERIT; MAX.5% LANOLINEALCOHOL EN RICINUSOLIE; MAX. 4% CARNAUBAWAS; MAX. 3% IJZEROXIDE, POLY-ETHOXYSORBITAAN-MONOOLEAAT, SORBITAANOLEAAT; MAX. 1% PARFUM. REST: KAOLINE, CONSER-VEERMIDDELEN, ANTI-OXIDANTEN
Gezichtspoeders kunnen los zijn, of geperst. Rouge en oogschaduw zijn voorbeel-
den van geperste poeders.
VOORBEELDRECEPT LOS GEZICHTSPOEDER: MAX. 15% TALK; MAX. 11% PARELMOERPIGMENTEN;MAX. 5% KAOLINE; MAX. 2% ZINKSTEARAAT, IJZEROXIDE EN PARFUM. REST: TALK, CONSERVEER-MIDDELEN.
VOORBEELDRECEPT ROUGE: MAX. 35% GLITTERENDE STOFFEN; MAX. 22% TALK; MAX. 8% TITAAN-DIOXIDE; MAX. 5% ZINKSTEARAAT; MAX. 4% GEKLEURDE PIGMENTEN; MAX. 3% LANOLINEALCOHOL,DIMETHYLPOLYSILOXAAN EN PARAFFINEOLIE; MAX. 1% PARFUM. REST: CONSERVEERMIDDELEN, ANTI-OXIDANTEN.
Mascara en eyeliner zijn vloeibare producten. In plaats van eyeliner kan ook een
oogpotlood gebruikt worden. Ook voor de wenkbrauwen zijn er potloden.
VOORBEELDRECEPT MASCARA: MAX. 13% BIJENWAS; MAX. 10% KLEURSTOFFEN; MAX. 6% GLYCE-RINEMONOSTEARAAT; MAX. 3% CARNAUBAWAS, CANDELILLAWAS EN AMMONIUMACRYLAAT-COPOLY-MEER; MAX. 2% STEARINEZUUR EN PROPYLEENGLYCOL; MAX. 1% TOCOFEROLACETAAT EN PANTHE-NOL. REST: WATER, ANTI-OXIDANTEN, CONSERVEERMIDDELEN.
75
Nederlandse Cosmetica Vereniging
VOORBEELDRECEPT OOGPOTLOOD: MAX. 35% IJZEROXIDE; MAX. 22% PLANTENOLIE; MAX. 14%STEARINEZUUR; MAX. 12% CARNAUBAWAS; MAX. 8% CETYLPALMITAAT; MAX. 5% TALK EN
PARAFFINEOLIE. REST: CONSERVEERMIDDELEN, ANTI-OXIDANTEN.
Lippenstift kan puur decoratief zijn, of kan daarnaast ook verzorgende bestandde-
len bevatten.
VOORBEELDRECEPT LIPPENSTIFT (DECORATIEF): MAX. 12% ISOSTEARINEZUUR-KALIUMISOSTEARAAT;MAX. 12% KLEURSTOFFEN; MAX. 8% PARELMOERPIGMENTEN/TITAANDIOXIDE; MAX. 6% MYRISTYL-LACTAAT EN LANOLINE; MAX. 3% BIJENWAS, CARNAUBAWAS; MAX. 2% CANDELILLAWAS, OZOKERIT
EN PARAFFINEOLIE; MAX. 1% TOCOFEROL EN PARFUM. REST: RICINUSOLIE, CONSERVEERMIDDELEN.
VOORBEELDRECEPT LIPBALM (VERZORGEND): MAX. 10% LANOLINE; MAX. 7% BIJENWAS EN CAN-DELILLAWAS; MAX. 3% LANOLINEALCOHOL, CARNAUBAWAS EN OZOKERIT; MAX. 2% VITAMINE-E-ACETAAT; MAX. 1% BISABOLOL, PANTHENOL, PARFUM, VET OPLOSBAAR ALOË-EXTRACT EN
DIMETHICONE COPOLYOL. REST: RICINUSOLIE, ANTI-OXIDANTEN.
Er zijn verschillende soorten producten voor de nagels, zoals lak die onder de
nagellak wordt aangebracht, transparante lak, crème-lak, nagelverharder, parel-
moerlak, verzorgende nagelcrème en nagellak-verwijderaar.
VOORBEELDRECEPT NAGELLAK: MAX. 23% BUTYLACETAAT; MAX. 19% NITROCELLULOSE / ISOPRO-PANOL; MAX. 16% PROPYLACETAAT; MAX. 11% TOLUEENSULFONAMIDE-FORMALDEHYDEHARS; MAX.10% METHYLACETAAT EN ETHYLACETAAT; MAX. 5% TRIETHYL CITRAAT OF ACETYL TRIETHYL CITRAAT ;MAX. 2% POLYACRYLAAT; MAX. 1% N-BUTYLALCOHOL, STEARALKONIUMHEKTORIET, TITAANDIOXIDE
EN KLEURSTOFFEN.
VOORBEELDRECEPT NAGELLAK-VERWIJDERAAR: MAX. 53% ACETON; MAX. 35% ETHYLACETAAT ;MAX. 11% WATER; MAX. 1% DI-ISOPROPYLADIPAAT EN PARFUM.
8.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN DECORATIEVE COSMETICA
Voor het maken van dagcrème en emulsie-make-up worden de kleurstoffen
gemengd in de vochtvasthoudende stoffen en water. De hulpstoffen (verdikkers,
conserveermiddelen en oliën) worden apart gemengd. Deze twee mengsels worden
verhit tot 75˚C en vervolgens bij elkaar gevoegd. Daarna worden de andere (vette)
stoffen toegevoegd en wordt een emulsie gemaakt (een mengsel van waterige en
vette stoffen). De massa wordt vervolgens gekoeld tot 40˚C. Dan wordt de parfum
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
76
toegevoegd. Als de crème is afgekoeld wordt hij in tubes verpakt.
Voor het bereiden van poeders, rouge en oogschaduw worden de kleurstoffen eerst
gemalen en gemengd met talk. Dan worden de oliën en de stoffen die het bederf
tegengaan toegevoegd. De poeder wordt los in dozen verpakt of in vormpjes
geperst en dan verpakt.
Bij het maken van mascara worden de kleurstoffen in de oliën gemengd en gema-
len. Het mengsel wordt verhit tot 75˚C, en daarna geroerd. Als de massa is afge-
koeld tot 40˚C wordt hij in mascara-flesjes gedaan.
Voor met maken van wenkbrauw- en oogpotloden worden aan de gesmolten was
en olie kleurstoffen toegevoegd. Vervolgens wordt het product glad gemalen. Er
worden dunne stiften van geperst die in houten hulzen worden gebracht om potlo-
den te vormen.
Voor de bereiding van decoratieve lippenstift worden alle kleurstoffen gemalen,
vermengd met olie en verwarmd tot 70˚C. De andere ingrediënten worden gesmol-
ten bij 80˚C. De beide mengsels worden bij elkaar gevoegd en gemengd. Daarna
wordt de parfum toegevoegd. Voor lipbalm worden alle ingrediënten, behalve de
parfum, gemengd en verwarmd tot 80 tot 85˚C. Het product wordt afgekoeld en in
vormpjes gegoten.
De bereiding van de grondstoffen voor nagellak gebeurt in speciale fabrieken.
Nitrocellulose is namelijk een explosieve stof en oplosmiddelen zijn licht ontvlam-
baar. De meeste cosmeticafabrikanten kopen de grondstoffen als kant en klare
basis en voegen de overige ingrediënten toe. De oplossing moet een nacht rusten
en wordt dan gefiltreerd. Vervolgens worden de kleurstoffen toegevoegd en wordt
de lak in flesjes afgevuld.
77
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
78
9. PARFUMS
In ons dagelijks leven spelen geuren een belangrijke rol. Ons eten proeven we deels
met onze tong, maar voor een belangrijk deel met onze neus. Geur is ook belang-
rijk in onze contacten met andere mensen. We zijn ons er niet zo van bewust, maar
we gaan in de meeste gevallen af op onze neus om te beslissen of we iemand aar-
dig vinden of niet. Parfums gebruiken we om lekker te ruiken, voor onszelf, maar
ook voor de omgeving.
MENSEN KUNNEN ALLEEN STOFFEN RUIKEN DIE VLUCHTIG ZIJN BIJ KAMERTEMPERATUUR EN EEN MOLE-CUULMASSA HEBBEN VAN MINDER DAN 300.
9.1 SAMENSTELLING VAN PARFUMS
Er worden ongeveer 3500 geurstoffen gebruikt in parfums. Een eenvoudig parfum,
zoals bijvoorbeeld wordt gebruikt in schoonmaakmiddelen, bevat al 20 tot 30 com-
ponenten. Een ingewikkeld parfum kan meer dan 120 ingrediënten bevatten.
Er worden verschillende soorten geurstoffen gebruikt. Er zijn geurstoffen die recht-
streeks uit natuurlijke producten, zoals bloemen, worden gehaald. Er zijn ook syn-
thetische geurstoffen die precies lijken op natuurlijke geurstoffen. Daarnaast zijn er
synthetische geurstoffen die niet lijken op stoffen uit de natuur.
Een klein deel, ongeveer 400 geurstoffen, wordt gemaakt uit planten. Vroeger wer-
den ook wel dierlijke geurstoffen gebruikt, zoals muskus. Tegenwoordig wordt deze
geur nagemaakt door verschillende andere geurstoffen te combineren.
Plantaardige geurstoffen, zoals menthol of citrus, heten etherische oliën. Ze wor-
den op verschillende manieren uit delen van planten gewonnen.
ETHERISCHE OLIËN BEVATTEN TERPENEN (ZOALS MENTHOL) EN AROMATISCHE VERBINDINGEN (ZOALS
VANILLINE).
MENTHOLOLIE EN ROZENOLIE WORDT UIT PLANTEN VERKREGEN DOOR STOOM-DESTILLATIE. DOOR DE
WATERDAMP WORDEN DE ETHERISCHE OLIËN, DIE MEESTAL SLECHTS LICHT WATEROPLOSBAAR ZIJN,MEEGENOMEN. DE OLIËN WORDEN DAN DOOR CONDENSATIE VAN HET WATER GESCHEIDEN.CITRUSOLIE KAN OOK OP DEZE MANIER WORDEN GEWONNEN, OF KAN WORDEN VERKREGEN DOOR HET
PERSEN VAN VRUCHTENSCHILLEN. BLOEMENGEUREN WORDEN MET EEN UITGEBREID PROCES VAN
DROGEN, UITLOGEN EN VERSCHILLENDE ANDERE VERWERKINGSSTAPPEN GEWONNEN. EEN VOORBEELD
79
Nederlandse Cosmetica Vereniging
IS EXTRACTIE MET VET (ENFLEURAGE A FROID). HIERBIJ WORDEN DE BLOEMEN TUSSEN GLASPLATEN
GEPERST DIE MET VET ZIJN INGESMEERD. DE VETOPLOSBARE GEURSTOFFEN TREKKEN IN HET VET EN
WORDEN DAAR LATER MET ETHANOL WEER UIT GE-EXTRAHEERD. HARSACHTIGE GEURSTOFFEN WOR-DEN DOOR MIDDEL VAN OPLOSMIDDEL-EXTRACTIE GEWONNEN. ALS OPLOSMIDDELEN WORDEN BEN-ZEEN, HEPTAAN OF HEXAAN GEBRUIKT. INSTABIELE GEURSTOFFEN WORDEN MET VLOEIBARE KOOL-STOFDIOXIDE OF BUTAAN GE-EXTRAHEERD.
SYNTHETISCHE GEURSTOFFEN KUNNEN WORDEN GEMAAKT UIT PUUR SYNTHETISCHE GRONDSTOFFEN
OF DOOR NATUURLIJKE GEURSTOFFEN TE BEWERKEN.
Parfums worden samengesteld door mensen met een bijzonder goed reukvermo-
gen. Een parfumsamensteller wordt “neus” genoemd. Uit verschillende basisgeu-
ren maakt een neus een nieuwe geur, een parfum.
Een parfum bevat 40 tot 100 bestanddelen. Als we een parfum opbrengen op onze
huid ruiken we al deze geuren niet tegelijkertijd, maar in verschillende fasen. Die
fasen worden “noten” genoemd. Eerst ruiken we de “topnoot” (vaak citrusgeuren),
dan de “hartnoot” (vaak bloemengeuren). De basis van het parfum, de “grond-
noot”, bepaalt het karakter van de geur. Vaak zijn dit houtige geuren in een combi-
natie met synthetische (‘dierlijke’) geurstoffen.
Verandering van geurwaarneming bij verstrijken van de tijd.
PARFUMS BEVATTEN 3-30% GEURSTOFFEN DIE IN GEURLOZE ETHANOL ZIJN OPGELOST. ETHANOL
GEEFT EEN “LIFT” AAN HET PARFUM, DOORDAT DE TOPNOOT WORDT “UITGELICHT”, ZODAT WE HEM
BETER KUNNEN RUIKEN.
tijd
topnoot
hartnoot
grondnoot
geur
Cosmetica: een wetenschap op zich … HUIDCOSMETICA
80
9.2 SOORTEN PARFUMS
Eau de cologne bevat 3 tot 5% geurstoffen, eau de toilette 5 tot 10 % en parfum 15
tot 30%. Eau de parfum is een tussenvorm van parfum en eau de toilette en bevat
10 tot 15% geurstoffen. Dit zijn parfums op basis van alcohol.
Er bestaan ook parfums op basis van olie- of was. Dit zijn parfumoliën of parfum-
crèmes.
Parfums worden onderverdeeld naar geursoort en worden “bloemig”, “kruidig-aro-
matisch”, “oriëntaals”, “aldehyde”, “groen” en “chypre” genoemd.
Bloemige parfums zijn uit geuren samengesteld die uit bloemen zijn gewonnen.
Kruidig-aromatische geuren zijn afkomstig van bijvoorbeeld lavendel en sandel-
hout. Ze worden vaak voor herengeuren gebruikt. Oriëntaalse geuren zijn zwaar en
zoet en bevatten vaak muskgeurstoffen. Aldehydeparfums ruiken naar bloemen,
maar zijn niet uit bloemen gemaakt. Groene parfums zijn ook fris en meestal
gemaakt uit synthetische geuren in combinatie met natuurlijke plantaardige geur-
stoffen. Chypre-parfums bevatten citrusgeuren, gecombineerd met kruidige geur-
stoffen.
Overzicht etherische oliën met omschrijving van de geursoort
Etherische olie Deel van de plant Plantennaam Omschrijving van geur
Rozenolie Bloemblaadjes Roos Bloemig
Jasmijnolie Jasmijn
Neroli-olie Sinaasappelboom
Patchouli-olie Bladeren Patchouli Bloemig
Petitgrain-olie Sinaasappelboom Kruidig
Dennennaalden-olie Naalden Fijn spar Kruidig
Vetiver Wortels Grassoort Houtig
Anijs-olie Zaden Anijs Aromatisch
Sandelhout-olie Hout Sandelboom Zoet
Cederhout-olie Amerikaanse Ceder Houtig - Zoet
Kaneel-olie Schors Kaneelboom Houtig - Zoet
Mirre Hars Mirre Orientaals - Houtig
Galbanum-olie Galbanum
Sinaasappel-olie Schil Sinaasappelboom Fruitig - Fris
Bergamot-olie
Vanilline Vrucht Vanille Aromatisch
81
Nederlandse Cosmetica Vereniging
M O N D C O S M E T I C AM O N D C O S M E T I C A
82
Mondcosmetica
1. De mond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84
1.1 De opbouw van de mondholte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84
1.1.1 Mondslijmvlies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84
1.1.2 Speekselklieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84
1.2 De opbouw van tanden en kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .85
1.2.1 Glazuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86
1.2.2 Tandbeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87
1.2.3 Tandwortel en parodontium . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87
1.2.4 Tandvlees . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87
1.3 Veranderingen in het gebit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
1.3.1 Plak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
1.3.2 Tandsteen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
1.3.3 Cariës . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89
1.3.4 Gevoelige tanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89
2. Tandpasta . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
2.1 Samenstelling van tandpasta . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
2.1.1 Polijstmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
2.1.2 Oppervlakteactieve stoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
2.1.3 Stoffen tegen tandsteenvorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91
2.1.4 Stoffen die de opbouw van glazuur bevorderen . . . . . . . . . . . .91
2.1.5 Fluoride . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91
2.1.6 Hulpstoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92
2.1.7 Stoffen in whitening tandpasta’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93
2.2 Soorten tandpasta . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93
2.3 Het bereidingsproces van tandpasta . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .94
3. Mondwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .95
3.1 Samenstelling van mondwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .95
3.2 Soorten mondwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .95
83
Nederlandse Cosmetica Vereniging
1. DE MOND
De mond is een belangrijk onderdeel van ons lichaam. Met onze mond proeven we
ons eten en brengen we de spijsvertering op gang. Onze tanden en kiezen verma-
len het eten en zorgen samen met de tong dat we het door kunnen slikken. In de
mond heerst een evenwicht tussen de buitenwereld en de binnenkant van ons
lichaam. De mond en de gezichtsspieren rond de mond zijn verder de lichaamsde-
len die het sterkst uitdrukking geven aan onze gevoelens.
1.1 DE OPBOUW VAN DE MONDHOLTE
De mondholte is de ruimte tussen het verhemelte, de wangen en de mondbodem.
Achter de tanden begint de eigenlijke mondholte. De bovenkant van de mondholte
wordt gevormd door het verhemelte, dat achterin de mond overgaat in de huig en
de keelamandelen.
Onze tong zit vast aan de mondbodem. Op de tong hebben we smaakpapillen waar-
mee we ons eten kunnen proeven. De smaakpapillen zorgen er ook voor dat er
speeksel vrijkomt en dat de maag alvast spijsverteringssappen aanmaakt, nog vóór
we ons eten doorslikken. De tong kan goed voelen wat voor vorm en structuur ons
eten heeft en hoe we het op de juiste manier kunnen doorslikken.
1.1.1 MondslijmvliesDe mondholte is bekleed met mondslijmvlies. Er zijn drie soorten slijmvlies, die elk
een eigen functie hebben. De ene soort ligt op de kaken, de andere op de lippen,
wangen en mondbodem. De derde soort slijmvlies, waarin smaakpapillen liggen,
vinden we op de tong.
HET MONDSLIJMVLIES (MUCOSA) IS OPGEBOUWD UIT EEN EPITHEELLAAG EN EEN BINDWEEFSELLAAG
(LAMINA PROPRIA MUCOSA), MET DAARTUSSEN EEN BASAALMEMBRAAN. OP DIVERSE PLAATSEN IS ER
OOK EEN LAAG MET VETWEEFSEL, SPEEKSELKLIEREN EN BLOEDVATEN (LAMINA SUBMUCOSA).
1.1.2 SpeekselklierenOns speeksel zorgt voor een “gezonde” mond. Mensen die weinig speeksel aanma-
ken, kunnen bijvoorbeeld makkelijker gaatjes (cariës) krijgen.
Overal in de mond zitten grote en kleine speekselklieren. De kleine kliertjes dienen
om de ruimte tussen de wangen en de tanden vochtig te houden. De speekselklier-
tjes op de tong zorgen dat de smaakstoffen uit ons eten over de smaakpapillen wor-
den gespoeld, zodat we ze kunnen proeven.
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
84
We hebben aan weerszijden in de mond drie grote speekselklieren. De speeksel-
klieren onder de kaak en onder de tong maken slijmerig speeksel aan. Dit speeksel
ligt als een film over onze tanden en kiezen en beschermt het glazuur tegen zure
stoffen uit ons eten.
HET SPEEKSEL UIT DE KLIEREN ONDER DE KAAK EN ONDER DE TONG IS RIJK AAN EIWITTEN (GLYCO-PROTEÏNEN).
De speekselklieren bij de kiezen, ter hoogte van de oren, maken waterig speeksel.
Dit speeksel zorgt voor verdunning van stoffen uit ons eten en voor een snelle
afvoer van onder andere suikers, zodat deze geen tijd krijgen onze tanden aan te
tasten.
HET SPEEKSEL VAN DE KLIEREN ONDER DE OREN (GLANDULA PAROTIS) BEVAT CALCIUMFOSFAAT,NATRIUMWATERSTOFCARBONAAT EN ANORGANISCHE ZUREN. DIT SPEEKSEL NEUTRALISEERT VRIJE
ZUREN UIT VOEDSEL EN GISTINGSZOUTEN UIT TANDPLAK. HET SPEEKSEL ZORGT VOOR EEN CONSTAN-TE ZUURGRAAD IN DE MOND.
’s Nachts maken we veel minder speeksel aan dan overdag. Als we op iets kauwen,
maken we tien tot twintig keer meer speeksel aan dan wanneer we niets in onze
mond hebben.
DE SPEEKSELPRODUCTIE BEDRAAGT ’S NACHTS 20 ML IN 7 TOT 8 UUR. OVERDAG IN RUST WORDT 20ML PER UUR GEPRODUCEERD. BIJ KAUWEN NEEMT VOORAL DE PRODUCTIE VAN WATERIG SPEEKSEL
TOE; ER WORDT DAN GEMIDDELD 1 ML PER MINUUT UITGESCHEIDEN.
1.2 DE OPBOUW VAN TANDEN EN KIEZEN
Volwassen mensen hebben verschillende soorten tanden en kiezen. Vooraan in het
gebit liggen de vier snijtanden, waarmee we ons eten kunnen afbijten. Naast de
snijtanden ligt aan weerszijden een hoektand. De hoektanden sturen de zijwaartse
beweging van onze kaken. Achter de hoektanden liggen twee soorten kiezen. Aan
elke kant liggen twee kleine kiezen en drie gewone kiezen waarmee we ons eten
vermalen.
Kinderen hebben een melkgebit met minder kiezen. Het melkgebit gaat hoogstens
20 jaar mee. Meestal “wisselen” we al ver voor ons 20e. Het melkgebit valt dan
geleidelijk spontaan uit om plaats te maken voor volwassen tanden en kiezen.
85
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Onze tanden zijn belangrijk bij het eten. Ze voelen aan hoe hard er gekauwd moet
worden op verschillende etenswaren en sturen de kauwspieren aan.
Onze tanden zitten met hun wortels vast in het kaakbot. De kaak en een deel van
onze tanden zijn bekleed met tandvlees. Het zichtbare gedeelte van onze tanden en
kiezen wordt de kroon genoemd.
De buitenste laag van de kroon bestaat uit tandglazuur. Onder het glazuur ligt het
tandbeen en binnenin ligt het tandmerg, waarin de tandzenuw loopt. De glazuur-
laag loopt door tot waar de tand omgeven wordt door het tandvlees. Op de over-
gang van tandkroon naar tandwortel ligt het tandvlees als een ring om de tand
heen. Dit gedeelte heet tandhals. De rest van de tand, de tandwortel, ligt in de kaak
en is niet van buitenaf zichtbaar.
1.2.1 GlazuurTandglazuur is het hardste materiaal dat ons lichaam kan maken. Op de kauwvlak-
ken van onze kiezen en op de snijvlakken van de tanden is het glazuur 2 tot 3 mm
dik, op de tandhals is het veel dunner. Het heeft een grijze, blauwe of gele kleur,
maar is voornamelijk doorzichtig. De kleur die onze tanden hebben, is vooral afhan-
kelijk van de kleur van het tandbeen dat onder het glazuur ligt. Tandbeen heeft een
gelige kleur. De kleur kan variëren en daarom heeft de ene persoon van nature wit-
tere tanden dan de ander.
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
86
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
De opbouw van de tand:
1. tandkroon
2. tandhals
3. tandwortel
4. glazuur
5. tandbeen
6. tandholte met tandmerg
7. tandvlees
8. wortelcement
9. kaak
10. tandbed
11. zenuwen en bloedvaten
12. tandgroef
GLAZUUR BESTAAT VOOR 95% UIT HYDROXYLAPATIET, VOOR 2% UIT WATER EN VOOR 3% UIT ANOR-GANISCH MATERIAAL ZOALS NATRIUM, KALIUM, SELENIUM EN FLUOR.
Calciumhydroxylapatit
Ons glazuur slijt en wordt steeds weer opgebouwd. Het speeksel voert hiervoor de
bouwstoffen aan. Er is steeds een uitwisseling van stoffen aan de gang tussen het
speeksel en het glazuur.
ER VINDT EEN CONTINUE UITWISSELING PLAATS VAN CALCIUM-IONEN EN FOSFAAT-IONEN TUSSEN HET
TANDGLAZUUR EN HET SPEEKSEL.
1.2.2 TandbeenTandbeen lijkt op onze botten. Als het bloot zou liggen, zou het snel worden aan-
getast door zuren en bacteriën. Het wordt daarom bij de tandkroon beschermd door
de glazuurlaag.
TANDBEEN BESTAAT VOOR 70% UIT HYDROXYLAPATIET, 15% WATER EN 15% ORGANISCHE
BESTANDDELEN. OP DE GRENS TUSSEN TANDBEEN EN TANDMERG LIGT EEN CELLAAG VAN ODONTO-BLASTEN, CELLEN DIE TANDBEEN AANMAKEN. DE CELLEN LIGGEN IN ZOGENAAMDE DENTINEKANALEN.
1.2.3 Tandwortel en parodontiumDe tandwortel wordt vanaf de glazuurgrens tot de wortelpunt bedekt door een laag
die wortelcement heet. Als het wortelcement bloot komt te liggen, bijvoorbeeld
door terugtrekkend tandvlees, kan het worden aangetast door bacteriën en schade-
lijke stoffen.
De wortel ligt vast verankerd in het kaakbot. De structuren waarmee de wortel in de
kaak vastzit heten samen het parodontium.
HET PARODONTIUM BESTAAT UIT WORTELCEMENT, DE WORTELHUID WAARIN BLOEDVAATJES LOPEN, DE
KAAK ZELF EN HET TANDVLEES.
1.2.4 TandvleesGezond tandvlees ligt in een scherpe hoek tegen onze tand en kiezen aan, is bleek-
roze en heeft net zulke bobbeltjes als de schil van een sinaasappel. Rond de tand-
87
Nederlandse Cosmetica Vereniging
3 Ca3(PO4)2 . Ca(OH)2
halzen vormt het tandvlees een dichte ring. Die dichte ring tandvlees voorkomt dat
allerlei bacteriën uit de mondholte in contact komen met de tandwortels en het
wortelcement.
1.3 VERANDERINGEN IN HET GEBIT
Om ons gebit gezond te houden moeten we tenminste tweemaal per dag onze tan-
den poetsen. Als de tanden niet goed worden schoongehouden, kunnen er proble-
men en ziektes van het gebit ontstaan.
1.3.1 PlakOns speeksel beschermt onze tanden, maar is ook een voedingsbodem voor bacte-
riën, die in de mond leven. Vooral in de ruimte tussen de tanden en het tandvlees,
en in de kauwgroeven op de kiezen kunnen bacteriën ongestoord groeien. De bac-
teriën vormen een aanslag op de tanden die tandplak wordt genoemd. Als er teveel
plak op onze tanden zit, kan het speeksel niet meer in contact komen met het tand-
glazuur en kan er geen uitwisseling van bouwstoffen meer plaatsvinden. Het gla-
zuur wordt dan afgebroken. Als tanden en de ruimten eromheen onvoldoende wor-
den schoongehouden, groeien de bacteriën razendsnel. De plak breidt zich uit, het
glazuur wordt zwakker en er kunnen steeds gemakkelijker gaatjes ontstaan. Als
plak lange tijd niet wordt verwijderd, gaat het tandvlees ontsteken.
EERST BESTAAT DE BACTERIE-POPULATIE VOORNAMELIJK UIT RONDE BACTERIËN (COCCEN), NA ENKE-LE DAGEN KOMEN ER VOORAL ACTINOMYCETEN, LACTOBACILLEN EN SPIROCHETEN VOOR.
1.3.2 TandsteenTandplak die niet goed wordt weggepoetst, wordt hard en verandert in tandsteen.
Dit proces treedt al snel op. Op tandsteen kan gemakkelijk opnieuw plak ontstaan.
Zo groeit tandsteen steeds verder aan. Door tandsteen kunnen ontstekingen van
het tandvlees en het tandbed ontstaan.
DE OMZETTING VAN PLAK IN TANDSTEEN VINDT PLAATS DOOR MINERALISATIE. DE PLAK RAAKT VERZA-DIGD MET ANORGANISCHE ZOUTEN, ZOALS CALCIUMSULFAAT, UIT HET SPEEKSEL. DE MEESTE TAND-STEEN WORDT DAN OOK AANGETROFFEN BIJ DE UITGANGEN VAN DE GROTE SPEEKSELKLIEREN, ZOALS
OP DE (BINNENKANT VAN DE) SNIJTANDEN IN DE ONDERKAAK EN DE (BUITENKANT VAN DE) KIEZEN VAN
DE BOVENKAAK.
Tandsteen is niet weg te poetsen met een tandenborstel en moet professioneel
worden verwijderd door de tandarts of mondhygiënist.
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
88
1.3.3 CariësDe bacteriën in tandplak zetten de suikers uit onze voeding om in zuren die het
tandglazuur aantasten. Hierdoor ontstaan gaatjes. Deze aandoening heet cariës.
Gaatjes ontstaan het gemakkelijkst in de ruimten tussen de tanden, op de tandhal-
zen en in de kauwgroeven op de kiezen.
OP DE GRENS TUSSEN TANDBEEN EN TANDMERG LIGGEN CELLEN DIE TANDBEEN AANMAKEN (ODON-TOBLASTEN). DEZE CELLEN LIGGEN IN DENTINEKANALEN. BIJ CARIËS KUNNEN BACTERIËN VIA DEZE
KANALEN TOT IN HET TANDMERG DOORDRINGEN.
Ons tandglazuur is niet gevoelig voor pijn, maar het tandbeen en tandmerg zijn dat
wel. Beginnende gaatjes in het glazuur voelen we daarom eerst niet. Zodra het
tandbeen wordt bereikt krijgen we pijn. Gaatjes moeten worden gevuld door de tan-
darts, omdat de bacteriën anders de hele tand of kies aantasten.
DE BACTERIËN PRODUCEREN STOFFEN (ENDOTOXINEN) DIE ONTSTEKINGEN VAN HET TANDVLEES
(GINGIVITIS) VEROORZAKEN EN DE STRUCTUREN WAARMEE DE TAND IN DE KAAK ZIT AANTASTEN
(PARODONTITIS). TANDEN EN KIEZEN GAAN LOSZITTEN EN VALLEN UIT.
1.3.4 Gevoelige tandenOns glazuur en ons tandvlees beschermen het gevoelige deel van onze tanden
tegen invloeden van buitenaf. Als het glazuur wegslijt, of als het tandvlees niet
goed aansluit op de tandhalzen, kunnen prikkels van buiten de tandzenuw berei-
ken. We krijgen dan pijnscheuten bij koud of warm, zoet en zuur eten. We noemen
dit gevoelige tanden.
89
Nederlandse Cosmetica Vereniging
2. TANDPASTA
Om gaatjes en ontstekingen van het tandvlees te voorkomen moeten we minstens
twee maal per dag plak wegpoetsen. Hiervoor gebruiken we water en tandpasta.
Tandpasta zorgt daarnaast voor een schoon gevoel en een frisse adem. Behalve
tandpasta bestaan er ook poeder, gel en vloeibare crème om de tanden mee te
poetsen.
2.1 SAMENSTELLING VAN TANDPASTA
De werkzame stoffen in tandpasta zijn bedoeld om plak te verwijderen en om te zor-
gen dat er geen tandsteen ontstaat. Verder helpen de stoffen bij de vorming van het
glazuur. Voor mensen met gevoelige tanden zijn er tandpasta’s die een bescher-
mend laagje op de tanden maken zodat er minder pijn optreedt. Verder bevatten
tandpasta’s verschillende hulpstoffen.
2.1.1 Polijstmiddelen Polijstmiddelen zijn een soort schuurbolletjes. Doordat we met de tandenborstel
poetsbewegingen maken, schuren de polijstmiddelen de plak los. Tandpasta kan
voor 15 tot 60% uit polijstmiddelen bestaan. Polijstmiddelen moeten zo min moge-
lijk schuren, maar wel zoveel mogelijk plak weghalen.
POLIJSTMIDDELEN ZIJN ANORGANISCHE STOFFEN, DIE NIET IN WATER OPLOSSEN EN EEN DEELTJES-GROOTTE HEBBEN VAN 15 MICROMETER. VOORBEELDEN ZIJN ALUMINIUMHYDROXIDE, CALCIUM-CARBONAAT, CALCIUMWATERSTOFFOSFAAT, NATRIUMALUMINIUMSILICAAT EN WATEROPLOSBAAR NATRI-UMWATERSTOFCARBONAAT. DE LAATSTE STOF LOST LANGZAAM OP IN SPEEKSEL.
2.1.2 Oppervlakteactieve stoffenTandpasta bevat oppervlakteactieve (zeepachtige) stoffen die plak oplossen en zor-
gen dat het met water weggespoeld kan worden. Ze zorgen ook voor de schuim-
werking en voor een gelijkmatige verdeling van de tandpasta bij het poetsen.
VOORBEELDEN VAN OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN ZIJN NATRIUMLAURYLSULFAAT, NATRIUM-N-LAUROYLSARCOSINAAT, NATRIUMLAURYLSULFOACETAAT, KOKOSVETZUUR-MONOGLYCERIDESULFONAAT
EN BETAÏNES.
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
90
Structuurformule natrium-N-lauroylsarcosinaat
NATRIUM-N-LAUROYLSARCOSINAAT REMT TEVENS DE ENZYMEN WAARMEE TANDPLAKBACTERIËN DE
TANDEN AANTASTEN.
2.1.3 Stoffen tegen tandsteenvormingAan tandpasta worden stoffen toegevoegd die zorgen dat plak minder snel in tand-
steen verandert.
STOFFEN DIE DE VORMING VAN TANDSTEEN TEGENGAAN ZIJN BIJVOORBEELD BIFOSFONATEN,AZACYCLOHEPTAAN-2,2-DIFOSFONAAT EN BEPAALDE ZINKVERBINDINGEN.
2.1.4 Stoffen die de opbouw van glazuur bevorderenEr vindt een continue uitwisseling plaats van bouwstoffen tussen ons speeksel en
ons glazuur. Als het tandglazuur een beetje is aangetast door zuren in het eten,
kunnen de stoffen in ons speeksel het glazuur weer herstellen. Dit werkt alleen op
schone tanden. In tandpasta zitten stoffen die zorgen dat het speeksel zijn herstel-
lende werk kan doen. De bekendste van deze stoffen is fluoride.
ANDERE REMINERALISERENDE STOFFEN ZIJN CALCIUMGLYCERINEFOSFAAT, CALCIUMWATERSTOF-FOSFAAT EN NATRIUMTRIMETAFOSFAAT.
2.1.5 FluorideAan tandpasta wordt fluoride toegevoegd om het ontstaan van gaatjes te helpen
voorkomen en het glazuur stevig te houden. Tandpasta voor volwassenen mag
maximaal 0,15 % fluoride bevatten. De meeste tandpasta’s bevatten wat minder. In
kindertandpasta moet het gehalte fluoride veel lager zijn, namelijk 0,075-0,05%,
omdat kinderen de neiging hebben tandpasta door te slikken en anders teveel fluo-
ride binnen zouden krijgen.
ER ZIJN AANWIJZINGEN DAT FLUORIDE OP VERSCHILLENDE MANIEREN WERKT. FLUOR-IONEN WORDEN
INGEBOUWD IN TANDGLAZUUR EN MAKEN HET GLAZUUR MINDER GEVOELIG VOOR DE AFBRAAK DOOR
ZUREN. DAARNAAST ZORGEN ZE VOOR EEN SNELLE OPBOUW VAN GLAZUUR. OOK VERMINDERT
FLUORIDE DE ZUURPRODUCTIE VAN TANDPLAK-BACTERIËN.
91
Nederlandse Cosmetica Vereniging
N CH2–COO–
C
CH3
O
Na+
H23C11
MEESTAL WORDT NATRIUMFLUORIDE IN TANDPASTA GEBRUIKT. DIT KAN NIET IN EEN FORMULERING
WORDEN TOEGEPAST SAMEN MET CALCIUMZOUTEN, OMDAT DAN HET ONWERKZAME CALCIUMFLUORI-DE ONTSTAAT. DIT TREEDT BIJVOORBEELD OP ALS DE TANDPASTA POLIJSTMIDDELEN BEVAT DIE UIT CAL-CIUMCARBONAAT OF CALCIUMWATERSTOFFOSFAAT BESTAAN. NATRIUMFLUORIDE KAN WEL GEBRUIKT
WORDEN IN COMBINATIE MET POLIJSTMIDDELEN VAN KIEZELGEL. EEN FLUORIDEVERBINDING DIE WEL
IN COMBINATIE MET VAN POLIJSTMIDDELEN OP BASIS VAN CALCIUM KAN WORDEN GEBRUIKT IS
NATRIUMMONOFLUORFOSFAAT. OOK AMINFLUORIDE WORDT VEEL TOEGEPAST.
2.1.6 HulpstoffenIn tandpasta’s worden verschillende hulpstoffen gebruikt. Om de pasta een goede
structuur te geven worden verdikkingsmiddelen gebruikt. Om te voorkomen dat de
tandpasta uitdroogt worden stoffen toegevoegd die vocht kunnen vasthouden.
VOORBEELDEN VAN VERDIKKINGS- OF BINDMIDDELEN ZIJN ALGINAAT, CARRAGEEN, GUARAN, EN
XANTHAAN.
VOORBEELDEN VAN VOCHTVASTHOUDENDE STOFFEN ZIJN GLYCERINE, SORBITOL EN XYLITOL.
Aan tandpasta worden verder smaakstoffen toegevoegd om de smaak van de tand-
pasta te verbeteren en een frisse smaak achter te laten na het poetsen. Kleurstoffen
dienen om het product er mooi uit te laten zien.
ALS ZOETSTOF WORDT MEESTAL SACCHARINE OF ASPARTAAM GEBRUIKT.
Structuurformule aspartaam
VOORBEELDEN VAN SMAAKSTOFFEN ZIJN PEPERMUNT, ANIJS, EUCALYPTUS EN MENTHOL.
Om te voorkomen dat tandpasta bederft, worden conserveermiddelen toegevoegd.
VOORBEELDEN VAN CONSERVEERMIDDELEN IN TANDPASTA ZIJN DE ESTERS VAN P-HYDROXYBENZOË-ZUUR), NATRIUMBENZOAAT, SORBINEZUUR, KALIUMSORBAAT EN CHLOORHEXIDINEDIGLUCONAAT.
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
92
O
N
CH2
CH3
O
HNH2
HOOCCH2
HC
C CH C
O
Structuurformules van sorbinezuur en p-hydroxybenzoëzuur
2.1.7 Stoffen in whitening tandpasta’sKoffie, thee, rode wijn, drop en nicotine kunnen een gekleurde aanslag op de tan-
den veroorzaken. Om deze verkleuringen weg te poetsen bestaan er speciale “whi-
tening” tandpasta’s. Er bestaan whitening tandpasta’s die geschikt zijn voor dage-
lijks gebruik en er zijn ook producten die af en toe naast het tandenpoetsen
gebruikt kunnen worden.
Whitening tandpasta’s kunnen op verschillende manieren werken. Sommige pro-
ducten bevatten extra stevige polijstmiddelen, die meer schuren dan een gewone
tandpasta doet. Andere producten bevatten speciale stoffen die de gekleurde aan-
slag oplossen, zodat deze gemakkelijker weggepoetst kan worden.
EEN VOORBEELD VAN STOFFEN DIE DE STRUCTUUR VAN DE AANSLAG VERBREKEN EN OPLOSSEN ZIJN
TRIPOLYFOSFATEN.
Met de naam whitening tandpasta, wat letterlijk betekent “witmakende tandpas-
ta”, wordt bedoeld dat deze tandpasta’s zorgen dat de eigen witte kleur van onze
tanden weer tevoorschijn komt. Hoe wit de eigen kleur van onze tanden is, hangt af
van de kleur van het tandbeen, dat onder het glazuur ligt. Whitening tandpasta’s
veranderen de eigen kleur van de tanden niet.
Het is overigens wel mogelijk de basiskleur van de tanden lichter te maken. Tanden
kunnen behandeld worden met een blekende gel.
2.2 SOORTEN TANDPASTA
Normale anti-cariës en anti-tandsteen tandpasta bevat meestal fluoride om het
ontstaan van gaatjes tegen te gaan en de opbouw van glazuur te stimuleren. Verder
bevatten ze stoffen tegen de vorming van tandsteen.
VOORBEELDRECEPT ANTI-CARIËS TANDPASTA: MAX. 38% WATER; MAX. 35% CALCIUMCARBONAAT;MAX. 20% SORBITOL; MAX. 3% SILICIUMDIOXIDE; MAX. 2% NATRIUMLAURYLSULFAAT EN NATRIUM-CARBOXYMETHYLCELLULOSE; MAX. 1% SACCHARINE-NATRIUM, NATRIUMMONOFLUORFOSFAAT EN
AROMA.
93
Nederlandse Cosmetica Vereniging
COOH HO COOH
Tandpasta voor gevoelige tanden bevat stoffen die een beschermend laagje om de
tandhalzen vormen, waardoor pijnprikkels de zenuwen van de tanden niet meer
kunnen bereiken.
STOFFEN DIE EEN BESCHERMEND LAAGJE VORMEN ZIJN ONDER ANDERE KALIUMNITRAAT, KALIUM-CHLORIDE, STRONTIUMCHLORIDE, STRONTIUMACETAAT, NATRIUMCITRAAT, CITROENZUUR EN HYDROXY-LAPATIET.
Tandpasta voor tandvleesproblemen bevat, naast stoffen die effectief tandplak
verwijderen, ook verzorgende stoffen die zorgen dat het tandvlees weer in een
goede conditie komt.
VOORBEELDEN VAN VERZORGENDE STOFFEN ZIJN ONDER ANDERE ALLANTOINE, AZULEEN, CARBAMIDE,PANTHENOL, VITAMINE A, ZEEZOUT EN PLANTENEXTRACT (ARNICA, MIRRE, SALIE, KAMILLE).
VOORBEELDRECEPT TANDPASTA VOOR TANDVLEESPROBLEMEN: MAX. 45% CALCIUMCARBONAAT;MAX. 31% WATER; MAX. 15% SORBITOL; MAX. 5% CARBAMIDE; MAX. 1% METHYLCELLULOSE,SACCHARINE-NATRIUM, NATRIUMBENZOAAT, BISABOLOL, SALIE-EXTRACT, AROMA, METHYLPARABEN.
2.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN TANDPASTA
In een grote tank worden eerst de verschillende vochtvasthoudende stoffen
gemengd. Tijdens het roeren wordt het bindmiddel toegevoegd. Achtereenvolgens
worden water, zoetstoffen, fluorideverbindingen en conserveermiddelen toege-
voegd. Het roeren duurt ongeveer 15 minuten.
Vervolgens worden, onder vacuüm, polijstmiddelen en oppervlakteactieve stoffen
toegevoegd. Er wordt voortdurend geroerd. De oppervlakteactieve stoffen worden
zo laat mogelijk toegevoegd omdat deze schuimen. Tenslotte worden smaakstoffen
toegevoegd.
Dan wordt de massa, nog steeds onder vacuüm, glad geroerd. Er wordt een mon-
ster uit genomen om te controleren of alle werkzame stoffen in de juiste hoeveel-
heden aanwezig zijn.
De tandpasta-massa komt in een opslagtank en wordt dan naar de vulmachine
geleid en in tubes geperst.
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
94
95
Nederlandse Cosmetica Vereniging
3. MONDWATER
Mondwaters zijn vloeibare producten om de mond mee te spoelen. Mondwater kan
ook de plaatsen waar de tandenborstel niet gemakkelijk komt, bereiken en schoon-
maken.
Sommige mondwaters worden gebruikt vóór het tandenpoetsen, andere juist erná.
Er bestaan ook 2-in-1 producten, die een combinatie van tandpasta en mondwater
zijn. Er zijn mondwaters die onverdund worden gebruikt, maar er zijn ook gecon-
centreerde producten die eerst in water worden opgelost.
De meeste mondwaters verfrissen de mond en gaan een slechte adem tegen.
Gewoon mondwater verwijdert zelf geen plak. Er bestaan ook mondwaters die spe-
ciaal werken tegen plak, tandvleesontsteking of cariës.
3.1 SAMENSTELLING VAN MONDWATER
De meeste mondwaters bestaan voor het grootste deel uit water en alcohol. Ze
bevatten daarnaast oppervlakteactieve stoffen. Deze zorgen dat het product
schuimt en dat de aanslag beter van de tanden gepoetst kan worden. Verder bevat-
ten mondwaters een kleine hoeveelheid stoffen die de groei van plakbacteriën rem-
men. Deze stoffen breken de plak-resten af die na het tandenpoetsen zijn achter-
gebleven.
VOORBEELDEN VAN STOFFEN DIE DE GROEI VAN PLAKBACTERIËN REMMEN ZIJN CETYLPYRIDINIUM-CHLORIDE, CHLOORHEXIDINE, HEXETIDINE, TRICLOSAN EN NATRIUMBENZOAAT.
Mondwaters bevatten verder smaakstoffen en stoffen die zorgen dat het product
prettig aanvoelt in de mond.
3.2 SOORTEN MONDWATER
Mondwater dat vóór het tandenpoetsen wordt gebruikt, zorgt ervoor dat plak zacht
wordt, zodat het gemakkelijker weggepoetst kan worden.
Mondwaters die ná het tandenpoetsen worden gebruikt, remmen de vorming van
nieuwe plak en zorgen voor een frisse adem. Ze bevatten meestal veel alcohol of
isopropanol, etherische olie (menthol, tijm, eucalyptus), vruchtenaroma’s en har-
sen.
VOORBEELDRECEPT MONDWATER VOOR FRISSE ADEM: MAX. 80% ETHANOL; MAX. 17% WATER;MAX. 4% AROMA; MAX. 1% NATRIUMCYCLAMAAT EN KLEURSTOFFEN.
Mondwater dat actief de vorming van nieuwe tandplak remt en het glazuur ver-
stevigt, bevat meestal fluoride.
VOORBEELDRECEPT MONDWATER MET FLUORIDE: MAX. 78% WATER; MAX. 12% GLYCERINE; MAX.7% ETHANOL; MAX. 2% EMULGATOR EN NATRIUMFOSFAAT; MAX. 1% NATRIUMFLUORIDE, SORBINE-ZUUR, SACCHARINE-NATRIUM, AROMA EN KLEURSTOFFEN.
Cosmetica: een wetenschap op zich … MONDCOSMETICA
96
97
Nederlandse Cosmetica Vereniging
98
H A A R C O S M E T I C AH A A R C O S M E T I C A
99
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Haarcosmetica
1. Het haar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100
1.1 De opbouw van de haar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100
1.1.1 Haarkleur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102
1.2 De groei van het haar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102
1.3 Veranderingen in het haar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .103
2. Shampoo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106
2.1 Samenstelling van shampoo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .106
2.2 Soorten shampoo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .107
2.3 Het bereidingsproces van shampoo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .109
3. Haarverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .110
3.1 Samenstelling van haarverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . .110
3.2 Soorten haarverzorgingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .111
3.3 Het bereidingsproces van haarverzorgingsproducten . . . . . . .111
4. Haarverstevigingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .112
4.1 Samenstelling van haarverstevigingsproducten . . . . . . . . . . .112
4.2 Soorten haarverstevigingsproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .113
4.3 Het bereidingsproces van haarverstevigingsproducten . . . . .114
5. Haarkleurmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .115
5.1 Samenstelling van blondeerproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .115
5.1.1 Soorten blondeerproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .116
5.2 Samenstelling van haarkleurmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .117
5.2.1 Soorten haarkleurmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .119
6. Producten om het haar te permanenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .122
6.1 Samenstelling van permanentproducten . . . . . . . . . . . . . . . . .123
6.1.1 Reductiestap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .123
6.1.2 Oxidatiestap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124
6.1.3 Hulpstoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124
6.2 Soorten permanentproducten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .125
6.2.1 Producten voor de reductiestap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .125
6.2.2 Producten voor de oxidatiestap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .126
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
100
1. HET HAAR
Op ons hele lichaam, behalve op onze lippen, handpalmen en voetzolen, hebben we
haar. Op veel plaatsen zijn het donshaartjes die nauwelijks zichtbaar zijn. De mees-
te dieren hebben haar om zich te beschermen tegen kou en andere weersinvloeden.
Sommige diersoorten ‘voelen’ met hun haren, zoals bij de snorharen van een kat
het geval is. Bij mensen zijn al die functies verminderd; alleen ons hoofdhaar
beschermt ons tegen kou en UV-straling, en de kleine haartjes in onze neus en oren
zorgen dat er geen stof kan binnendringen.
1.1 DE OPBOUW VAN DE HAAR
Een haar bestaat uit een wortel, die in de huid vast ligt, en een schacht. De schacht
is het zichtbare deel van de haar. De haarwortel zit vast in een haarfollikel, een
soort zakje in de huid. Bij de haar horen talgklieren en spiertjes. De haar ligt schuin
in de huid, en kan door de haarspiertjes rechtop worden gezet, zoals dat gebeurt
als we kippenvel hebben. De haren worden verzorgd door bloedvaten die voe-
dingsstoffen aanvoeren. Zenuwbanen zorgen ervoor dat we voelen dat ons haar
wordt aangeraakt of dat de wind erdoorheen waait.
DE TALGKLIEREN MAKEN TALG AAN DIE VOOR 32% UIT TRIGLYCERIDEN BESTAAT, VOOR 28% UIT VRIJE
VETZUREN EN 14% UIT WAS.
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
De opbouw van de haar:
1. haarschacht
2. hoornlaag
3. opperhuid (epidermis)
4. kiemcellenlaag
5. lederhuid
6. onderhuid
7. bloedvaten
8. haarwortel
9. talgklier
10. haaroprichtspiertje
101
Nederlandse Cosmetica Vereniging
De hele haar (wortel en schacht) is van binnen naar buiten opgebouwd uit merg,
schors en een geschubde laag. Om de haarwortel ligt een wortelschede. Bij de
mens is het haarmerg maar heel dun, de schors is het dikste deel van de haar.
Opbouw haarschacht
DE SCHORS (CORTEX) BESTAAT UIT LANGGEREKTE CELLEN DIE STRENGEN VORMEN, DE ZOGENAAMDE
MACRO- EN MICROFIBRILLEN. DE FIBRILLEN WORDEN BIJ ELKAAR GEHOUDEN DOOR EEN KITSUBSTAN-TIE (MATRIX). ZE WORDEN VAN ELKAAR GESCHEIDEN DOOR CELMEMBRANEN. DE GESCHUBDE BUI-TENSTE LAAG VAN DE HAAR (DE CUTICULA) IS OPGEBOUWD UIT 6 TOT 10 LAGEN DUNNE PLAATACHTI-GE CELLEN, CUTICULACELLEN. DE CUTICULA HOUDT DE HAAR BIJ ELKAAR EN IS BESTAND TEGEN
MECHANISCHE INVLOEDEN (BORSTELEN EN KAMMEN) EN TEGEN VELE CHEMISCHE STOFFEN.CUTICULACELLEN ZIJN 0,5 TOT 1 MICROMETER DIK EN 45 MICROMETER LANG EN BREED. ZE BEVAT-TEN VEEL CYSTEÏNE.
Het haar bestaat vooral uit het eiwit keratine. Het is elastisch en kan water opne-
men. Als het haar nat wordt, verandert de structuur tijdelijk. Het haar wordt dan,
zolang het nat is, steiler en langer. Als het haar droogt neemt het weer zijn oor-
spronkelijke vorm aan.
Peptidespiraal(α-Helix)
Protofibril
Microfibril
Macrofibril
Schors (Cortex)
Geschubde buitenlaag(Cuticula)
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
102
KERATINE IS EEN EIWIT DAT VOOR EEN GROOT DEEL IS OPGEBOUWD UIT HET AMINOZUUR CYSTEÏNE.CYSTEINE BEVAT EEN ZWAVELATOOM. DE ZWAVELATOMEN IN DE KERATINEKETEN VORMEN CHEMISCHE
VERBINDINGEN MET DE ZWAVELATOMEN IN ANDERE KERATINEKETENS. DEZE VERBINDINGEN WORDEN
ZWAVELBRUGGEN GENOEMD. ZIJ GEVEN HET HAAR STRUCTUUR EN FLEXIBILITEIT.
EEN WATERSTOFBRUG IS EEN VERBINDING WAARBIJ KOOLSTOF, WATERSTOF EN STIKSTOF EEN CHEMI-SCHE VERBINDING AANGAAN MET SOORTGELIJKE MOLECULEN IN DE ANDERE KETENS. ALS HET HAAR
NAT WORD, WORDEN DE WATERSTOFBRUGGEN TIJDELIJK VERBROKEN.
ER BESTAAT α EN β KERATINE. α KERATINE IS SPIRAALVORMIG EN LOOPT PARALLEL AAN DE LENGTE-RICHTING VAN HET HAAR. BIJ ONTVOUWING DOOR VERBREKING VAN DE WATERSTOFBRUGGEN, ZOUT-BINDINGEN EN CYSTEÏNE BINDINGEN VOUWT HET ZICH UIT TOT β KERATINE.
structuurformule cysteine
1.1.1 HaarkleurIn de haarschors zitten kleurstoffen, melanine, die voor de kleur van ons haar zor-
gen. De kleur wordt onderin de haarwortel gemaakt door pigmentcellen en schuift
met de groei van het haar mee naar buiten. Er zijn twee soorten melanine die in ver-
schillende verhoudingen in het haar voorkomen. Mensen met donker haar hebben
meer eumelanine, mensen met blond of rood haar hebben meer phaeomelanine.
DE PIGMENTEN LIGGEN TUSSEN DE FIBRILLEN IN DE SCHORS.
1.2 DE GROEI VAN HET HAAR
Ons haar groeit en vernieuwt zich voortdurend. Onderin de haarwortel, in de haar-
papil, worden steeds nieuwe cellen gevormd. De nieuwe cellen verplaatsen zich
naar de oppervlakte van de huid. Onderweg veranderen ze. Uiteindelijk verhoornen
ze en vormen de haarschacht. De haarschacht, het deel van de haar dat we zien, is
eigenlijk het dode deel van de haar.
Een haar groeit in verschillende fasen. We onderscheiden een groeifase, over-
gangsfase en een rustfase. Hoe lang elke fase duurt, hangt af van de plek op het
lichaam waar de haar groeit. Zo groeien baardharen sneller dan hoofdhaar.
CH2SH
H2N H
COOH
C
103
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Wenkbrauwen groeien veel minder snel. De duur van de groeifase van ons hoofd-
haar verschilt per persoon en kan variëren van 2 tot 7 jaar. Als we ons haar laten
doorgroeien zal de ene persoon uiteindelijk langer haar krijgen dan de ander. In de
groeifase groeit het haar ongeveer 1 cm per maand. Het overgangsstadium duurt
een paar weken en de rustfase duurt 3 tot 4 maanden.
In de rustfase vormt de haarpapil alweer een nieuwe haar. Na de rustfase gaat de
nieuwe haar over in een groeifase, en wordt de oude haar afgestoten. Oude haren
vallen vanzelf uit.
Groeifasen van een haar:
a) De anagene fase (groei-
fase) duurt twee tot zes jaar;
in de haarmatrix worden
nieuwe cellen aangemaakt.
b) De katagene fase (over-
gangsfase) duurt twee
weken; de haar en de haar-
papil gaan van elkaar los.
c) De telogene fase (rust-
fase) duurt drie tot vier
maanden; de haar rust in de
follikel.
Van de 100.000 tot 150.000 haren op ons hoofd bevindt zich steeds 10-15% in rust-
fase. We verliezen normaal gesproken iedere dag 50 tot 80 haren. Hoofdharen
groeien 0,35 mm per dag, baardharen 0,38 mm en wenkbrauwen 0,16 mm.
1.3 VERANDERINGEN IN HET HAAR
Vet haar ontstaat als de talgklieren in de hoofdhuid teveel talg maken en droog haar
ontstaat als de talgklieren juist te weinig talg aanmaken.
Tijdens de zwangerschap veranderen de hormoonspiegels in het lichaam. Hierdoor
blijft elke haar langer op het hoofd. Na de bevalling veranderen de hormoonspie-
gels weer en gaan veel haren tegelijkertijd over in de rustfase. Hierdoor vallen tij-
delijk meer haren tegelijkertijd uit.
Bij het ouder worden neemt de melanineproductie in het haar af en wordt het haar
wit of grijs.
Roos, losse huidschilfers in het haar, ontstaat meestal door een te snelle groei van
een bepaalde gistsoort die bij iedereen op de hoofdhuid voorkomt. Bij mensen met
a) b) c)
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
104
roos worden de huidcellen sneller afgestoten dan normaal, waardoor de gist beter
kan groeien. De afgestoten cellen en de gist plakken aan elkaar en vormen schil-
fers.
Het haar kan beschadigd raken door kammen en borstelen, door de invloed van UV-
straling van de zon en door kleuren en permanenten. Beschadigd haar heeft een
onregelmatige geschubde laag en gespleten haarpunten.
Oppervlak van een gezonde haar Oppervlak van een sterk beschadigde geschubde laag
© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003© Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart 2003
105
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
106
2. SHAMPOO
In ons haar komen elke dag vet (talg), huidschilfers, vuil en geuren uit de omgeving
terecht. Om het haar te wassen gebruiken we shampoo. Gewone zeep is daar niet
geschikt voor, omdat het ons haar dof maakt. Een shampoo reinigt en verzorgt het
haar.
2.1 SAMENSTELLING VAN SHAMPOO
Shampoo bevat oppervlakteactieve stoffen die voor de reiniging zorgen, zonder het
haar te veel te ontvetten.
OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN IN SHAMPOO MOETEN PH NEUTRAAL OF LICHT ZUUR ZIJN.ALKYLETHERSULFATEN WORDEN HET MEEST GEBRUIKT. ANDERE VOORBEELDEN ZIJN ALKYLSULFAAT,EIWIT-VETZUUR-CONDENSAAT EN COCAMIDOPROPYLBETAÏNE.
Er zitten in shampoo stoffen die de geschubde laag platleggen zodat het haar beter
kambaar is. Shampoo bevat verder verschillende hulpstoffen. Dit zijn bijvoorbeeld
stoffen die de werking van de oppervlakteactieve stoffen ondersteunen, terugvet-
ters, vochtvasthoudende stoffen en schuimstabilisatoren. Daarnaast bevat sham-
poo stoffen die de vloeibaarheid regelen. Shampoo mag niet zo dik zijn dat we hem
niet goed over het haar kunnen verdelen, maar ook niet zo dun dat hij meteen weg-
spoelt.
VOORBEELDEN VAN TERUGVETTERS ZIJN NATUURLIJKE OLIËN, VETZUURESTERS EN ALKANOLAMIDES.VOCHTVASTHOUDENDE STOFFEN ZIJN PROPYLEENGLYCOL, GLYCERINE EN SORBITOL. STOFFEN DIE DE
SHAMPOO VERDIKKEN ZIJN NATRIUMCHLORIDE EN NATRIUMSULFAAT OF AMMONIUMCHLORIDE EN
AMMONIUMSULFAAT. OOK ALKANOLAMIDE, VETALCOHOLEN, ZOALS DIETHYLEEN GLYCOL MONO
(NONYLPHENYL)ETHER EN WORDEN GEBRUIKT. VERDUNNERS ZIJN PROPYLEENGLYCOL EN GLYCERINE.ALS SCHUIMSTABILISATOREN WORDEN ALKANOLAMIDEN EN ANORGANISCHE FOSFATEN GEBRUIKT.
In shampoo kunnen UV-filters zitten die het product beschermen tegen de invloed
van licht. Daarnaast bevat shampoo parfum, kleurstoffen, (parel)glansmiddelen en
stoffen die bederf tegengaan. Andere ingrediënten zijn stoffen die de zuurgraad
regelen en stoffen, die zorgen dat de ingrediënten goed mengen.
107
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Voorbeeld van een ingrediëntendeclaratie op een shampoo
2.2 SOORTEN SHAMPOO
Er bestaan shampoos die bedoeld zijn voor bepaalde soorten haar, zoals vet haar,
haar met roos en babyhaar.
Shampoos voor normaal haar zijn alleen bedoeld om het haar te reinigen en niet
teveel te ontvetten.
VOORBEELDRECEPT SHAMPOO VOOR NORMAAL HAAR: MAX. 50% ALKYLETHERSULFAAT; MAX. 3%EIWITHYDROLYSAAT EN DIETHYLEENGLYCOL LAURYL ETHER; MAX. 1% PROPYLEENGLYCOL. REST:WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEUR- EN GEURSTOFFEN, BUFFERS EN ANDERE HULPSTOFFEN.
Shampoos voor vet haar bevatten speciale oppervlakteactieve stoffen die het haar
reinigen en licht ruw maken. Ze bevatten weinig terugvetters.
VOORBEELDRECEPT SHAMPOO VOOR VET HAAR: MAX. 45% ALKYLETHERSULFAAT; MAX. 5% EIWIT-ABIETINEZUURCONDENSAAT; MAX. 3% EIWITHYDROLYSAAT EN DIETHYLEENGLYCOL LAURYL ETHER;MAX. 1% PROPYLEENGLYCOL EN KRUIDENEXTRACT. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEUR- EN
GEURSTOFFEN, BUFFERS EN ANDERE HULPSTOFFEN.
Shampoos voor droog en beschadigd haar bevatten veel verzorgende bestandde-
len en oliën. Ze kunnen het haar niet meer volledig herstellen, maar wel in een bete-
re conditie brengen. Ze bevatten stoffen die het haar beter kambaar maken.
VOORBEELDEN VAN VERZORGENDE BESTANDDELEN ZIJN PLANTAARDIGE OLIE, LECITHINE, LANOLINE EN
EIWITHYDROLYSAAT. VOCHTVASTHOUDENDE STOFFEN ZIJN PANTHENOL, GLYCERINE, SORBITOL EN
PYRROLIDONCARBONZUUR-ZOUTEN.
verdikkingsmiddelterugvetter
oppervlakte actieve stof
conserveermiddelpH-regelaarconserveer-middel
terugvetter
kleurstof
INGREDIENTS: Aqua, Sodium laureth sulfate, Sodium chloride,Cocamide DEA, Polyquaternium 11, Parfum, Cocamidopropyl
betaine, Phenoxyethanol, Methylparaben, Ethylparaben,Propylparaben, Citric acid, Sodium styrene acrylates copolymer,Trideceth-7, CI 15985
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
108
2-in-1 Shampoos bevatten zowel een shampoo als een conditioner, die samen in
een ‘emulsie’ verwerkt zijn. De conditioner zweeft dan als kleine druppeltjes in de
shampoo. Na het wassen blijven deze verzorgende druppeltjes op het haar achter.
Antiroos-shampoo bevat dezelfde bestanddelen als shampoo voor normaal haar,
plus een aantal specifieke werkzame stoffen. Deze toevoegingen gaan de groei
tegen van de gistsoort die roos veroorzaakt.
VOORBEELDEN VAN STOFFEN DIE DE GISTGROEI REMMEN, ZIJN SELENIUMDISULFIDE, ZINKPYRITHION,CLIMBAZOL EN PIROCTON OLAMINE.
Seleniumdisulfide
1-hydroxy-4-methyl-6(2,4,4-trimethyl-2-pyridon)
ethanolamine
Structuurformules van Seleniumdisulfide en Pirocton Olamine, actieve stoffen tegen roos. Piroctone olamine is het ethanolaminezout van 1-Hydroxy-4-methyl-6-(2,4,4-trimethylphenyl)-2(1-H)-pyri-don)
VOORBEELDRECEPT ANTIROOS-SHAMPOO: MAX. 50% ALKYLSULFAAT; MAX. 3% EIWITHYDROLYSAAT;MAX. 2% ALKANOLAMIDE EN ZINKPIRITHION; MAX. 1% MAGNESIUM-ALUMINIUMSILICAAT EN HYDR-OXYPROPYLMETHYLCELLULOSE. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN, KLEUR- EN GEURSTOFFEN,BUFFERS EN ANDERE HULPSTOFFEN.
Babyshampoo bevat milde reinigende oppervlakteactieve stoffen en verzorgende
bestanddelen. Ook worden alleen de mildste conserveermiddelen en geur- en
kleurstoffen gekozen.
MILDE OPPERVLAKTE-ACTIEVE STOFFEN ZIJN SORBITAANESTERS.
SeS2
N
CH3
O
OH
H2N_CH2_CH2
_OH
CH3 CH3
| |H3C_C_CH2
_CH_CH2
| CH3
109
Nederlandse Cosmetica Vereniging
2.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN SHAMPOO
Shampoos worden bereid door de ingrediënten te mengen in een industrieel roer-
vat. Soms worden de stoffen daarbij verwarmd, soms worden ze bij kamertempera-
tuur gemengd. De stoffen die een poeder- of wasvorm hebben, worden eerst
gesmolten en opgelost in water. De stoffen die de zuurgraad regelen en de geur- en
kleurstoffen worden als laatste toegevoegd.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
110
3. HAARVERZORGINGSPRODUCTEN
Ons haar raakt gemakkelijk beschadigd door kammen, borstelen, zonlicht, kleuren
en permanenten. Haarverzorgingsproducten beschermen het haar tegen schadelij-
ke invloeden en zorgen ervoor dat het haar niet uitdroogt door het wassen. Er zijn
producten die na het wassen worden aangebracht en meteen weer worden uitge-
spoeld. Er zijn ook spoelingen, conditioners en haarverzorgingsproducten die na
het wassen worden aangebracht en in het haar blijven. Dit is het geval bij produc-
ten die worden gebruikt als voorbehandeling bij permanenten en bij haarwater
tegen roos.
3.1 SAMENSTELLING VAN HAARVERZORGINGSPRODUCTEN
Haarverzorgingsproducten bevatten stoffen die zorgen dat het haar niet statisch
wordt, die het haar beschermen tegen invloeden van buiten, het haar verzorgen of
roos tegengaan. Verder worden plantenextracten en vitaminen toegevoegd. De
belangrijkste verzorgende bestanddelen in haarverzorgingsmiddelen zijn vetten,
wassen, oliën en oplosmiddelen.
DE VERZORGENDE BESTANDDELEN ZIJN GEURLOOS, MET UITZONDERING VAN LAURYLALCOHOL. ZE ZIJN
MEESTAL NIET OPLOSBAAR IN WATER, MAAR KUNNEN HIER WEL EEN EMULSIE MEE VORMEN.CETYLALCOHOL WORDT HET MEEST GEBRUIKT. WAS IS EEN VETZUURESTER. DE BEKENDSTE WAS-SOORT IS BIJENWAS. VOOR HAARVERZORGINGSPRODUCTEN WORDT MEESTAL SYNTHETISCHE WAS
GEBRUIKT.
SPECIFIEKE WERKZAME STOFFEN ZIJN BIJVOORBEELD QUARTERNAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN.DEZE ZORGEN DAT HET HAAR BETER KAMBAAR IS EN NIET STATISCH WORDT.
Voorbeelden van quarternaire ammoniumverbindingen:
Cetrimonium chloride
Trimethyl cellulose ammoniumchloride
—N+—CH3 CL-CH3|
|CH3
O
O
O
O OO
OO O
O
O
O OO
OO —N+—CH3
CH3|
|CH3
111
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Poly-(n,n-dimethyl-3,4-methyleenpyrrolidiniumchloride
Er worden stoffen toegevoegd die zorgen dat de ingrediënten beter met elkaar men-
gen (emulgatoren). Verder bevatten haarverzorgingsproducten verdikkingsmidde-
len en geur- en kleurstoffen. Ze bevatten UV-filters om het product te beschermen
tegen de invloed van licht en er worden stoffen toegevoegd die bederf tegengaan.
3.2 SOORTEN HAARVERZORGINGSPRODUCTEN
Haarspoelingen en conditioners zijn olie-in-water emulsies. Ze zijn meestal op
bepaalde haartypen afgestemd (normaal, fijn of droog haar). Ze worden na het was-
sen aangebracht en vervolgens weer uitgespoeld.
VOORBEELDRECEPT HAARSPOELING VOOR DROOG HAAR: MAX. 5% VETALCOHOLEN; MAX. 3%QUARTAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN; MAX. 1% MINERALE OLIE, EMULGATOREN, PLANTENOLIE EN
PARFUM. REST; WATER, CONSERVERINGSMIDDELEN EN KLEURSTOFFEN
Haarwater wordt gebruikt om het haar te verzorgen en om roos tegen te gaan.
Producten voor de voorbehandeling voor permanenten beschermen het haar tegen
de agressieve permanentvloeistof.
3.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN HAARVERZORGINGS-PRODUCTEN
Haarspoelingen worden onder vacuümdruk bereid, bij temperaturen van 70˚C. De
olie- en de waterfasen worden apart bereid en daarna samengevoegd. De massa
moet voorzichtig worden afgekoeld, zodat hij de goede structuur behoudt.
Bij het maken van voorbehandelproducten voor permanenten en haarwaters wor-
den de ingrediënten door het oplosmiddel geroerd. Daarna wordt het product
gezeefd.
N+
N+N+ N+N+
Cl- Cl- Cl- Cl- Cl-
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
112
4. HAARVERSTEVIGINGSPRODUCTEN
Haarverstevigingsproducten houden het haar in model. Er zijn schuimverstevigers
en vloeibare verstevigers. Deze worden op het vochtige haar aangebracht om het
beter in model te kunnen brengen, bijvoorbeeld met rollers. Ook crèmes, gels en
pommades werken op die manier. Haarsprays worden op het haar gespoten als het
al in model is gebracht.
4.1 SAMENSTELLING VAN HAARVERSTEVIGINGS-PRODUCTEN
Vloeibare verstevigers en schuimverstevigers bevatten stoffen die een laagje
(“film”) op het haar vormen. Deze filmvormers zijn microscopisch kleine korreltjes
die als een onregelmatig laagje op het haar gaan liggen. Ze beschadigen het haar
niet, maar maken het “stroef”, zodat het niet uit model kan glijden. Haarverste-
vigers bevatten verder hulpstoffen die de werking ondersteunen, parfum om de
geur van de ingrediënten af te dekken en kleurstoffen om het product er mooi uit te
laten zien. Verder kunnen ze UV-filters bevatten om het haar te beschermen tegen
UV-licht.
DE EIGENLIJKE WERKING VAN VERSTEVIGINGSPRODUCTEN BERUST OP HET EFFECT VAN WATER. WATER
VERBREEKT DE WATERSTOFBRUGGEN IN HET HAAR. ALS HET VOCHTIGE HAAR OP ROLLERS WORDT
GEZET VORMEN DE BRUGGEN ZICH OPNIEUW OP ANDERE PLAATSEN ALS HET HAAR DROOGT.HAARVERSTEVIGERS VERKORTEN DE DROOGTIJD.
Haarsprays worden op het kapsel gespoten om het tegen zon, wind en vocht te
beschermen en het haar in model te houden. Ze bestaan uit stoffen die zorgen voor
een gelijkmatige verdeling over het haar en uit stoffen die zorgen dat de haarlak
soepel blijft. Ze moeten het haar beschermen tegen vocht, maar ze moeten ook
goed uit het haar te wassen zijn. Haarverstevigingsproducten en haarsprays bevat-
ten verzorgende bestanddelen.
FILMVORMERS ZORGEN VOOR EEN GELIJKMATIGE VERDELING VAN DE LAK OVER HET HAAR. HET ZIJN
POLYMEREN UIT VINYLPYRROLIDON EN VINYLACETAAT OF UIT VINYLACETAAT EN CROTONZUUR, OF
OCTYLACRYLAMIDE EN BUTYLAMINOETHYLMETHACRYLAAT.
WEEKMAKERS ZORGEN DAT DE LAK SOEPEL BLIJFT EN NIET “BROKKELT” OP HET HAAR. VOORBEELDEN
ZIJN POLYETHYLEENGLYCOL, CETRYL TRIMETHYL AMMONIUM CHLORIDE, DISTEARYL DIMETHYL
AMMONIUM CHLORIDE.
113
Nederlandse Cosmetica Vereniging
4.2 SOORTEN HAARVERSTEVIGINGSPRODUCTEN
Haarverstevigers zijn onder te verdelen in producten met zwakke, matige of sterke
werking. Daarnaast zijn er haarverstevigingsproducten en haarsprays voor nor-
maal, vet of droog haar. De producten voor vet haar hebben sterke filmvormers die
bij het uitkammen van het haar vet en talg meenemen.
Haarcrèmes zijn olie-in-water of water-in-olie emulsies die bedoeld zijn om het haar
soepel te maken en het kapsel in model te houden. Crèmes, gels en pommades
kunnen op zowel droog als vochtig haar worden gebruikt om het beter in model te
houden. Pommade is een watervrij product.
VOORBEELDRECEPT HAARCRÈME (OLIE-IN-WATER EMULSIE): MAX. 30% WAS, VETZUURESTERS;MAX. 10% PARAFFINEOLIE EN EMULGATOREN; MAX. 1% CONSERVEERMIDDELEN EN PARFUM. REST:WATER, KLEURSTOFFEN.
VOORBEELDRECEPT GEL: MAX. 3% FILMVORMERS; MAX. 1% VERDIKKINGSMIDDELEN, STOFFEN DIE
DE INGREDIËNTEN IN OPLOSSING HOUDEN, CONSERVEERMIDDELEN, PARFUM. REST: WATER, KLEUR-STOFFEN.
VOORBEELDRECEPT POMMADE: MAX. 75% VASELINE; MAX. 13% EMULGATOREN; MAX. 7% PARAF-FINE; MAX. 4% VETALCOHOL; 1% PARFUM.
Schuimverstevigers bevatten dezelfde ingrediënten als vloeibare verstevigers.
VOORBEELDRECEPT SCHUIMVERSTEVIGER (SPRAY) VOOR NORMAAL HAAR: MAX. 86% WATER; MAX.10% PROPAAN/BUTAAN; MAX. 4% PVP/VA; MAX. 1% POLYETHYLEENGLYCOL, CETYLTRIMETHY-LAMMONIUMCHLORIDE EN PARFUM.
Haarsprays drogen snel, omdat ze vrijwel geen water bevatten.
VOORBEELDRECEPT HAARSPRAY VOOR NORMAAL HAAR: MAX. 40% OPLOSMIDDELEN; MAX. 3% PVP/VA; MAX. 1 % PARFUM. REST: PROPAAN/BUTAAN.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
114
4.3 HET BEREIDINGSPROCES VAN HAARVERSTEVIGINGS-PRODUCTEN
Om gels te maken, worden de ingrediënten door het water geroerd totdat de gel-
vorming plaatsvindt. Daarna moeten de overige stoffen op een speciale manier
door de gel geroerd worden om te voorkomen dat er lucht bellen in het product
komen.
Pommades worden bereid bij 80˚C. De meeste ingrediënten worden door de vase-
line geroerd. De massa wordt afgekoeld tot 60˚C, waarna de emulgatoren en geur-
stoffen worden toegevoegd. Als de massa 45˚C is, moet hij uit de ketel verwijderd
worden, omdat hij anders te hard wordt.
115
Nederlandse Cosmetica Vereniging
5. HAARKLEURMIDDELEN
Onze haarkleur wordt bepaald door de hoeveelheid pigment (melanine) die we van
nature in ons haar hebben. Mensen met donker haar hebben vooral veel eumelani-
ne, mensen met blond en rood haar veel phaeomelanine. We kunnen ons haar kleu-
ren om grijze haren te verbergen, om onze natuurlijke haarkleur te veranderen of
om onze eigen kleur lichter of donkerder te maken.
Met blondeerproducten kunnen we de haarkleur veel lichter maken, met haarkleur-
middelen kunnen we de haarkleur helemaal veranderen.
5.1 SAMENSTELLING VAN BLONDEERPRODUCTEN
Blondeermiddelen zorgen voor een chemische afbraak van het haarpigment. Het
haarpigment ligt onder de schubbenlaag van de haar, in de schors. Blondeerpro-
ducten bevatten stoffen die zorgen dat het product bij het haarpigment kan komen,
zoals ammoniak, en stoffen die het haarpigment veranderen.
BLONDEERMIDDELEN BESTAAN UIT WATERSTOFPEROXIDE EN AMMONIAK OF UIT ANDERE ALKALISCHE
STOFFEN ZOALS ETHANOLAMINE, PEROXIDISULFATEN EN PEROXIDEN. OM HET MELANINE TE BEREIKEN
WORDT AMMONIAK GEBRUIKT; AMMONIAK LAAT DE HAARVEZELS OPZWELLEN EN MAAKT ZE TOEGAN-KELIJK VOOR DE ANDERE INGREDIËNTEN. AMMONIAK ZET DAARNAAST WATERSTOFPEROXIDE OM IN
ACTIEVE ZUURSTOF. DE ACTIEVE ZUURSTOF OXIDEERT HET HAARMELANINE, ZODAT HET KLEURLOOS
WORDT. BLONDEERMIDDELEN WORDEN GESTABILISEERD MET FOSFORZUUR, ACETANILIDE OF EDTA.
ER ZIJN OOK OXIDERENDE EMULSIES WAARBIJ EMULGATOREN, VETALCOHOLEN, ALKYLSULFAAT EN
ALKYLETHERSULFAAT WORDEN GEBRUIKT.
VOOR INTENSIEVE BLONDERING WORDEN PEROXYDISULFATEN GEBRUIKT, MET NAME AMMONIUM-PEROXYDISULFAAT.
BLONDEERMIDDELEN BEVATTEN MEESTAL AMMONIA OF AMMONIUMZOUTEN EN WORDEN VOOR HET
AANBRENGEN GEMENGD MET EEN WATERSTOFPEROXIDE BEVATTEND PRODUCT.
Tijdens de omzetting van het haarpigment door de blondeerstoffen verandert de
structuur van het haar. Daarom is geblondeerd haar ruwer en moeilijker te kammen.
Het neemt ook gemakkelijker vocht en kleurstoffen op. Blondeermiddelen bevatten
daarom verzorgende stoffen.
VERZORGENDE STOFFEN ZIJN LANOLINE EN LECITHINE. ALS VERDIKKINGSMIDDEL WORDT VAAK
CELLULOSE GEBRUIKT.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
116
5.1.1 Soorten blondeerproductenOplichtende shampoos zijn schuimende shampoos met ammoniak. Ze worden,
voordat ze worden gebruikt, vermengd met een crème-emulsie die waterstofpe-
roxide bevat (de ontwikkelaar).
VOORBEELDRECEPT OPLICHTENDE SHAMPOO: MAX. 80% WATER; MAX. 8% VETALCOHOLEN
(C16/18); MAX. 7% AMMONIAK; MAX. 4% VETALCOHOLEN (C12/14); MAX. 2% LAURYLALCOHOL;MAX. 1% EDTA EN PARFUM.
SAMENSTELLING VAN DE ONTWIKKELAAR (PH 3-4): MAX. 89% WATER; MAX. 12% WATERSTOF-PEROXIDE; MAX. 3% HEXADECYLALCOHOL; MAX. 1% VETALCOHOL (C12/18) EN VETALCOHOL-SULFAAT (C16/18); MAX. 1% FOSFORZUUR EN ACETANILIDE.
Ook blondeercrèmes worden vlak voor het aanbrengen op het haar vermengd met
een waterstofperoxideoplossing (ontwikkelaar).
VOORBEELDRECEPT BLONDEERCRÈME: MAX. 65% WATER; MAX. 14% VETALCOHOLEN (C12/18);MAX. 8% AMMONIAK; MAX. 5% EIWITHYDROLYSAAT; MAX. 3% ALKYLGLUCOSIDE C12/20 EN
CETEOLETH-6; MAX. 2% 2-OCTYLDODECANOL; MAX. 1% AMMONIUMCHLORIDE, NITRILOTRIAZIJN-ZUUR EN PARFUM.
SAMENSTELLING VAN DE ONTWIKKELAAR (PH 3-4): MAX. 80% WATER; MAX. 12% WATERSTOF-PEROXIDE; MAX. 4% VETALCOHOLEN (C12/18); MAX. 3% ALKYLETHERSULFAAT; MAX. 1% PARAFFI-NEOLIE, LANOLINEALCOHOL, FOSFORZUUR EN ACETANILIDE.
Blondeerpoeder is bedoeld voor sterke bleking. Vlak voor het aanbrengen wordt
het poeder tot een papje gemengd met een waterstofperoxideoplossing.
BLONDEERPOEDERS BEVATTEN KALIUM-, NATRIUM- OF AMMONIUMPEROXYDISULFAAT, EN SOMS
MAGNESIUMOXIDE. ZE HEBBEN EEN HOGE PH.
VOORBEELDRECEPT BLONDEERPOEDER: MAX. 30% AMMONIUMPEROXODISULFAAT EN KALIUMPE-ROXODISULFAAT; MAX.18% NATRIUMMETASILICAAT; MAX. 10% NATRIUMSTEARAAT; MAX. 8%MAGNESIUMCARBONAAT; MAX. 3% NATRIUMCARBOXYMETHYLCELLULOSE; MAX. 1% EIWIT-HYDROLYSAAT EN EDTA
SAMENSTELLING VAN DE ONTWIKKELAAR: MAX. 75% WATER; MAX. 12% WATERSTOFPEROXIDE;MAX. 1% FOSFORZUUR, ACETANILIDE
117
Nederlandse Cosmetica Vereniging
5.2 SAMENSTELLING VAN HAARKLEURMIDDELEN
Met haarkleurmiddelen kunnen we onze haarkleur niet alleen lichter maken, maar
ook veranderen. De kleurstoffen in haarkleurmiddelen kunnen uit planten worden
gemaakt, maar meestal zijn ze synthetisch. Synthetische haarkleurmiddelen zijn er
in verschillende soorten.
Tijdelijke haarkleurmiddelen zijn met shampoo uit te wassen. Het zijn lotions op
basis van water en alcohol en ze bevatten soms verzorgende bestanddelen. Ze
brengen een laagje kleur aan op de buitenkant van het haar en dringen niet in de
haar zelf. Voor deze kleurmiddelen worden dezelfde kleurstoffen gebruikt als in de
wol- en textielindustrie.
VOORBEELDEN VAN TIJDELIJKE KLEURSTOFFEN ZIJN AZO-, TRIFENYLMETHAAN-, ANTHRACHINON-, EN
INDAMINE KLEURSTOFFEN.
Semi-permanente haarkleurmiddelen blijven langer in het haar zitten. Ze worden
in vijf tot zes wasbeurten uitgewassen. De verfstoffen dringen de haar binnen, maar
veranderen de structuur niet. Ze worden gebruikt om de haarkleur te verdiepen en
grijze haren af te dekken.
VOORBEELDEN VAN SEMI-PERMANENTE VERFSTOFFEN ZIJN NITROAMINOFENOL, AZO- EN
CHINONIMINE KLEURSTOFFEN MET QUARTERNAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN. ALS OPLOSMIDDELEN
WORDT GLYCOLETHER OF PROPYLEENGLYCOL GEBRUIKT.
Permanente haarkleurmiddelen kunnen niet worden uitgewassen, maar moeten
uit het haar groeien. Ze zijn bestand tegen de inwerking van licht en shampoo. Deze
haarkleurmiddelen bevatten waterstofperoxide en ammoniak. Dit zijn stoffen die
zorgen dat de verfstoffen in de haar terechtkomen. De verfstoffen worden in de haar
ingebouwd met een aantal chemische reacties.
DOOR AMMONIAK ZWELLEN DE HAARVEZELS OP, ZODAT DE VERFSTOFFEN IN HET HAAR KUNNEN DOOR-DRINGEN. OXIDERENDE KLEURSTOFFEN HEBBEN IN HUN UITGANGSTOESTAND GEEN KLEUR. DE
ACTIEVE ZUURSTOF DIE VRIJKOMT BIJ DE OMZETTING VAN WATERSTOFPEROXIDE OXIDEERT HET HAAR-MELANINE EN ZET TEVENS DE KLEURLOZE VOORLOPERS VAN DE VERFSTOFFEN OM IN PIGMENTEN.ER WORDEN ANTI-OXIDANTEN TOEGEVOEGD OM DE CHEMISCHE REACTIES NIET TE SNEL TE LATEN VER-LOPEN.
VOORBEELDEN VAN ANTI-OXIDANTEN ZIJN NATRIUM SULFIET, THIOGLYCOLZUUR, EN ASCORBINEZUUR.
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
118
OXIDERENDE KLEURSTOFFEN ZIJN AROMATISCHE VERBINDINGEN EN WORDEN VERDEELD IN ONTWIK-KELAARS EN KOPPELAARS. VOORBEELDEN VAN ONTWIKKELAARS ZIJN P-FENYLEENDIAMINE EN
P-AMINOFENOL. EN P-TOLUEENDIAMINE WORDEN HET MEEST GEBRUIKT. VOORBEELDEN VAN KOPPE-LAARS ZIJN M-AMINOFENOL EN RESORCINOL.
DE VORMING VAN VERFSTOF VERLOOPT IN TWEE FASEN. DE ONTWIKKELAAR WORDT DOOR OXIDATIE
MET WATERSTOFPEROXIDE OMGEZET IN EEN CHINON-MONO-IMINE OF EEN CHINON-DI-IMINE. DEZE
IMINES REAGEREN MET EEN KOPPELAAR TOT EEN DIFENYLAMINE, DAT VERVOLGENS WORDT GEOXI-DEERD TOT KLEURSTOF.
Omzetting van kleurloze voorlopers tot verfstof
Haar dat is gekleurd met permanente haarkleurmiddelen is, net als geblondeerd
haar, ruwer van structuur. Daarom bevatten haarkleurmiddelen verzorgende be-
NH2 NH2
H2O2
NH NH
NH2
NH
NH2 NH2 NH2
NH
NH2 OH OH
NH
NH2 OH
NH2
NH2
NH2
OH
OH
OH
NH2
N
NH2 NH OH
N
NH2 ONH2
N
NH2 O
NH
NH2NH2
N
NH2 NH
NH
NH2NH2
N
NH2 O
NH
NH2OH
N
NH2 O
Chinodimine
(Waterstofperoxide)
(CDI)
+CDI
Oxidatie
Blauw
Oxidatie Oxidatie
OxidatieRood Rood
PolymeerbruinBlauwviolet Groen
+CDI +CDI
+
+
+
1,4 diaminobenzol
Bruin
p-Phenylene diamine Resorcinol
119
Nederlandse Cosmetica Vereniging
standdelen. Er bestaan ook niet-blekende haarkleurmiddelen die minder of geen
ammoniak bevatten. Deze beschadigen het haar minder.
NIET-BLEKENDE HAARKLEURMIDDELEN BEVATTEN ETHANOLAMINE EN MINDER DAN 3% WATERSTOF-PEROXIDE.
Natuurlijke haarkleurmiddelen lijken het meest op semi-permanente haarkleurmid-
delen. Henna, kamille en indigo zijn kleurstoffen die veel worden gebruikt. Henna
kan deels uit het haar worden gewassen, maar er blijft altijd een restje achter.
Donker haar wordt kastanjebruin, maar grijs haar wordt oranje als het met henna
wordt gekleurd. De verfstof in indigo zorgt voor een intense donkere kleur, die niet
door wassen kan worden verwijderd. Kamille geeft het haar een gelige tint en is
goed uit te wassen.
DE KLEURSTOF IN HENNA IS 2-HYDROXY-1,4-NAFTOCHINON. DE OPLICHTENDE STOFFEN IN KAMILLE
ZIJN WAARSCHIJNLIJK CHAMAZULEEN EN APIGENINE.
2-Hydroxy-1,4-naftochinon Chamazuleen Apigenine
5.2.1 Soorten haarkleurmiddelenTijdelijke haarkleurmiddelen kunnen verwerkt worden in bijvoorbeeld shampoo of
haarverstevigers, mousse, of spray.
VOORBEELDRECEPT HAARVERSTEVIGER MET UITWASBARE KLEURSTOF: MAX. 72% WATER; MAX.25% ETHANOL; MAX. 3% VINYLACETAAT/VINYLPYRROLIDON-COPOLYMER; MAX. 1% KATIONOGEEN
POLYMEER, CETYLTRIMETHYLAMMONIUMCHLORIDE EN KLEURSTOFFEN
O
O
OHH5C2
CH3
CH3
O
OH
O
OH
OH
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
120
Semi-permanente haarkleurmiddelen kunnen als verzorgende lotion gebruikt
worden.
VOORBEELDRECEPT VERZORGENDE LOTION MET SEMI-PERMANENTE KLEURSTOFFEN: MAX. 4% CETYL-TRIMETHYLAMMONIUMCHLORIDE; MAX. 3% CETYLALCOHOL; MAX. 1% PARAFFINEOLIE, RICINUSOLIE,KLEURSTOFFEN, PARFUM. REST: WATER, CONSERVEERMIDDELEN.
Crèmehaarkleuringen bevatten verzorgende bestanddelen en stoffen die het haar
beter kambaar maken. Ze worden voor het gebruik vermengd met een ontwikke-
laaremulsie.
Verzorgende bestanddelen zijn kationogene polymeren of lanolinederivaten.
Stoffen die het haar beter kambaar maken zijn vetalcoholen, vetamiden of plante-
nolie.
VOORBEELDRECEPT CRÈMEHAARKLEURING MET PERMANENTE KLEURSTOFFEN: MAX. 7% VETALCOHO-LEN (C12-18) EN AMMONIAK; MAX. 2% LANOLINE EN VETALCOHOLEN (C12-18); MAX. 1% LANOLI-NEALCOHOL, KATIONOGENE POLYMEREN, AMMONIUMSULFAAT, NATRIUMSULFIET, EDTA, 2-AMINO-METHYL-4-AMINOFENOL DIHYDROCHLORIDE, 5-AMINO-2-METHYLFENOL, 2,5-DIAMINOTOLUEENSUL-FAAT, RESORCINOL EN PARFUM.REST: WATER.
Haarkleurgel is een olie-achtige vloeistof met oppervlakteactieve stoffen. Deze
wordt gemengd met waterstofperoxide en vormt dan een gel.
VOORBEELDRECEPT HAARKLEURGEL: MAX. 13% NONOXYNOL-1; MAX. 12% ISOPROPANOL; MAX.8% 2-AMINO-2-METHYLPROPANOL; MAX. 7% LAURYLALCOHOL; MAX. 6% 1,2-PROPYLEENGLYCOL;MAX. 5% ALKYLETHERSULFAAT EN EIWITHYDROLYSAAT; MAX. 1% NITRILOTRIAZIJNZUUR, NATRIUM-SULFIET, AMMONIUMSULFAAT, 2-AMINOMETHYL-3-AMINO-6-METHOXYPYRIDINEDIHYDROCHLORIDE,1,4-DIAMINOBENZEEN, RESORCINOL, 4-CHLOORRESORCINOL, 2-METHYLRESORCINOL. REST: WATER.
121
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
122
6. PRODUCTEN OM HET HAAR TE PERMANENTEN
Ons haar is opgebouwd uit het eiwit keratine. Deze stof geeft het haar zijn typische
eigenschappen: ons haar is elastisch en kan water opnemen. De keratine “bouw-
stenen” zijn met elkaar verbonden door chemische bindingen, die waterstofbrug-
gen en zwavelbruggen worden genoemd.
Als ons haar nat wordt, wordt het tijdelijk steiler en langer. Dat komt doordat de
waterstofbruggen tijdelijk worden verbroken. Zodra ons haar opdroogt, neemt het
weer zijn oorspronkelijke vorm aan. Als we het natte haar op krullers zetten, droogt
het op in een andere vorm, namelijk met krullen. Deze krullen zijn niet blijvend;
zodra het haar vochtig wordt, verdwijnen ze weer.
Om het haar blijvend te vervormen (te permanenten of juist te ontkrullen) moeten
de zwavelbruggen worden verbroken. Daar zijn speciale stoffen voor nodig. De stof-
fen die voor permanenten worden gebruikt, verbreken de zwavelbruggen en her-
stellen deze weer op een andere plaats, zodra het haar de gewenste vorm heeft.
DE ZWAVELBRUGGEN (DISULFIDEBRUGGEN) VERBINDEN 2 CYSTEÏNE MOLECULEN TOT EEN CYSTINE-MOLECUUL. HET VERBREKEN VAN DISULFIDEBRUGGEN IS EEN REDUCTIE-REACTIE, HET OPBOUWEN EEN
OXIDATIEVE REACTIE. VOOR HET VERBREKEN WORDT MEESTAL THIOGLYCOLAAT GEBRUIKT, VOOR HET
OPBOUWEN WATERSTOFPEROXIDE.
Het openen en sluiten van disulfidebruggen
HN
NH
O
OCH2
S
S
CH2
HN
NH
CH2 CO2-2HS
O2H2
......
......
+
+
Reductie
+Oxidatie
HC
CH
R|CH
R|CH
C
O
C
C
O
C
HN
NH
O
OCH2
SH
SH
CH2
HN
NH
......
......
HC
CH
R|CH
R|CH
C
O
C
C
O
C
-O2C–CH2–S|
-O2C–CH2–S
123
Nederlandse Cosmetica Vereniging
HET VOCHTIGE HAAR WORDT OP ROLLERS GEZET EN DOORDRENKT MET REDUCTIEMIDDEL. BIJ DE
REDUCTIESTAP WORDT 20 TOT 30% VAN DE DISULFIDEBRUGGEN VERBROKEN. HET HAAR ZWELT OP,WORDT TWEE KEER ZO DIK, EN KRIMPT 2%. DE GEOPENDE BRUGGEN VERSCHUIVEN EN VINDEN NIEU-WE “PARTNERS”. HET REDUCTIEMIDDEL WORDT UITGESPOELD MET WATER. VERVOLGENS WORDT HET
HAAR DOORDRENKT MET OXIDATIEMIDDEL. HIERDOOR WORDEN 90% VAN DE GEOPENDE BRUGGEN
WEER GESLOTEN, MET NIEUWE PARTNERS. VERVOLGENS WORDT EEN NABEHANDELVLOEISTOF OP HET
HAAR GEBRACHT. DIT IS EEN ZURE STOF DIE DE CHEMICALIËN NEUTRALISEERT, DE WATERSTOFBRUG-GEN HERSTELT EN ALS KERATINEVERHARDER OPTREEDT.
Gepermanent haar staat inwendig onder “spanning” en zal na verloop van tijd zijn
oorspronkelijke vorm weer aan willen nemen. Het permanent wordt losser.
Gepermanent haar neemt ook meer vocht op. Vochtige lucht en vaak wassen ver-
snellen het “uitzakken” van het permanent.
Er bestaan ook producten om kroezend haar te ontkrullen. Deze heten relaxers. Ze
werken in principe op dezelfde manier als producten om juist krullen te maken. Ook
hierbij worden de zwavelbruggen verbroken. Het haar wordt in de gewenste vorm
gestrekt en daarna worden de zwavelbruggen weer opgebouwd.
6.1 SAMENSTELLING VAN PERMANENTPRODUCTEN
Om het haar te permanenten wordt het haar op rollers gewikkeld. Daarna zijn twee
stappen nodig. De eerste heet de reductiestap. Deze is nodig om de zwavelbrug-
gen, die het haar zijn eigen vorm geven, te verbreken. De tweede heet de oxidatie-
ve stap. Deze is nodig om op een nieuwe plek de zwavelbruggen weer te laten ont-
staan, zodat het haar in de nieuwe vorm blijft zitten.
6.1.1 ReductiestapVoor het verbreken van zwavelbruggen wordt een zogenaamde reductieve stof
gebruikt.
ALS REDUCTIEVE STOF WORDT MEESTAL THIOGLYCOLZUUR GEBRUIKT EN SOMS THIOMELKZUUR,CYSTEÏNE EN CYSTEAMINE.
Thioglycolzuur
OM DE PERMANENTVLOEISTOF ALKALISCH TE MAKEN, WORDT MEESTAL AMMONIAK GEBRUIKT, SOMS
OOK ETHANOLAMINE OF DIGUANIDINIUMCARBONAAT. OM DE PH CONSTANT TE HOUDEN WORDT ALS
BUFFER AMMONIUMWATERSTOFCARBONAAT GEBRUIKT.
HS CH2 COOH
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
124
Permanentmiddelen voor de reductiestap bevatten stoffen die zorgen dat de per-
manentstoffen goed in de haar kunnen doordringen. De stoffen in permanentpro-
ducten hebben in het algemeen geen aangename geur, daarom worden geurstoffen
toegevoegd. De producten bevatten oppervlakteactieve stoffen om het haar gelijk-
matig te kunnen bevochtigen en stoffen die de kambaarheid van het haar verbete-
ren. Tot slot bevatten ze troebleermiddelen en kleurstoffen om het product er mooi
uit te laten zien.
OM DE PERMANENTMIDDELEN IN DE HAARSCHACHT DOOR TE LATEN DRINGEN WORDT UREUM OF
GLYCOLETHER GEBRUIKT.
DE EMULGATOREN DIE ZORGEN DAT DE GEURSTOFFEN IN WATER OPLOSSEN ZIJN MEESTAL VETALCOHO-LEN. VERTROEBELINGSMIDDELEN ZIJN WATERIGE POLYMEERDISPERSIES VAN BIJVOORBEELD POLYACRY-LATEN EN VINYLACETAAT-ETHYLEEN-COPOLYMEER.
6.1.2 OxidatiestapDe stoffen die de zwavelbruggen herstellen zodat het haar een nieuwe vorm krijgt,
worden oxidatieve stoffen of fixeermiddelen genoemd. Permanentmiddelen voor de
oxidatiestap bevatten oxidatoren, stabilisatoren en stoffen om de zuurgraad te
regelen. Verder bevatten ze geurstoffen, emulgatoren, kleurstoffen en stoffen die
de kambaarheid van het haar verbeteren.
ALS OXIDATOR WORDT MEESTAL WATERSTOFPEROXIDE GEBRUIKT IN CONCENTRATIES VAN 1 TOT 4%.DIT TREKT SNEL IN HET HAAR EN GEEFT EEN SNELLE REACTIE. EEN NADEEL IS DAT WATERSTOFPEROXI-DE EEN INSTABIELE STOF IS EN ER DUS STABILISATOREN NODIG ZIJN DIE DE PH TUSSEN 2 EN 4 HOU-DEN. ALS STABILISATOREN WORDEN FOSFORZUUR, EDTA EN ACETANILIDE GEBRUIKT.
OOK KALIUM- EN NATRIUMBROMAAT KUNNEN ALS OXIDATOR GEBRUIKT WORDEN, IN CONCENTRATIES
VAN 6 TOT 12%. EEN NADEEL IS DAT DE STOFFEN LANGZAAM IN HET HAAR TREKKEN EN EEN LANGZA-ME REACTIE GEVEN. EEN VOORDEEL IS DAT DE STOFFEN STABIEL ZIJN EN HET HAAR NIET BLEKEN.
6.1.3 HulpstoffenAls hulpstoffen in permanentproducten worden kleurstoffen gebruikt om de mid-
delen met verschillende sterkten uit elkaar te kunnen houden. Anders zou per
ongeluk een verkeerd middel kunnen worden gebruikt en het haar beschadigd kun-
nen raken. Verder worden er geurstoffen, vertroebelingsmiddelen, emulgatoren en
verzorgende stoffen toegevoegd. Ook bevatten de producten stoffen die zorgen dat
het product beter over het haar kan worden verdeeld.
125
Nederlandse Cosmetica Vereniging
6.2 SOORTEN PERMANENTPRODUCTEN
6.2.1 Producten voor de reductiestapDe permanentproducten voor de reductieve stap kunnen zuur, neutraal of alkalisch
(het tegenovergestelde van zuur) zijn. De producten kunnen helder of ondoorzich-
tig zijn. Ze zijn er in verschillende vormen, zoals gel, crème of schuim in een spuit-
bus.
Alkalische producten kunnen alleen gebruikt worden bij sterk en gezond haar.
Middelmatig alkalische producten worden het meest gebruikt. Zure en neutrale
producten permanenten minder sterk en kunnen worden gebruikt bij beschadigd
haar.
Er zijn ook sulfiethoudende producten, deze ruiken neutraal. Ze zijn echter alleen
geschikt voor sterk en gezond haar.
ALKALISCHE PRODUCTEN HEBBEN EEN PH VAN 9 TOT 10. ZE BEVATTEN 9% THIOGLYCOLZUUR EN VEEL
AMMONIAK.
MIDDELMATIG ALKALISCHE PRODUCTEN HEBBEN EEN PH VAN 7,5 TOT 9. DE WERKING VAN DEZE PRO-DUCTEN IS GOED IN DE HAND TE HOUDEN DOOR DE KAPPER, OMDAT ER EEN BUFFERSYSTEEM MET
AMMONIUMWATERSTOFCARBONAAT WORDT GEBRUIKT.
ZURE EN NEUTRALE PRODUCTEN HEBBEN EEN PH VAN 6,5 TOT 7,5. SULFIETHOUDENDE PRODUCTEN
HEBBEN EEN PH ROND DE 7.
Schuimproducten worden met een spuitbus aangebracht. Ze bevatten veel opper-
vlakteactieve stoffen. De kans op beschadiging van het haar is bij deze producten
wat groter.
VOORBEELDRECEPT PERMANENTPRODUCT VOOR NORMAAL HAAR: MAX. 77% WATER; MAX. 14%AMMONIUMTHIOGLYCOLAAT; MAX. 5% AMMONIUMWATERSTOFCARBONAAT; MAX. 2% PROPYLEEN-GLYCOL; MAX. 1% AMMONIAK EN PARFUM.
Permanentproducten voor beschadigd haar bevatten dezelfde ingrediënten als die
voor normaal haar, maar in lagere concentraties. Ze bevatten meer water.
Twee-fasen producten worden gebruikt om de haarpunten minder te belasten en
het haar vlakbij de hoofdhuid goed te krullen. Fase 1 is een vloeistof die weinig
reductiemiddel bevat en die voor het rollers indraaien op de haarpunten wordt aan-
Cosmetica: een wetenschap op zich … HAARCOSMETICA
126
gebracht. Fase 2 is een gel die veel reductiemiddel bevat en die na het zetten van
de rollers alleen op het haar vlak bij de hoofdhuid wordt gebracht.
6.2.2 Producten voor de oxidatiestapPermanentproducten voor de oxidatie-stap worden fixeermiddelen genoemd.
OXIDATIEVE STOFFEN ZIJN WATERSTOFPEROXIDE OF NATRIUMBROMAAT.
VOORBEELDRECEPT FIXEERMIDDEL OP BASIS VAN WATERSTOFPEROXIDE: MAX. 93% WATER; MAX.2% WATERSTOFPEROXIDE; MAX. 1% LAURYLALCOHOLSULFAAT, TETRASODIUMETIDRONATE, FOSFOR-ZUUR, EDTA, CETRIMONIUMCHLORIDE, PARFUM
127
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Stofnaam Naam op product (INCI-naam*)1,2-propyleenglycol allantoin
1,4-diaminobenzeen p-phenylene diamine /CI 76060
2, 2-broom-2-nitropropaan-1,3-diol 2-bromo-2-nitropropane-1,3-diol
2,5-diaminotolueensulfaat toluene-2,5-diamine sulfate
2-amino-2-methylpropanol dimethylamino methyl propanol
2-aminomethyl-3-amino-6-methoxy- 6-methoxy-2-methylamino-3-aminopyridine HCL2-aminomethyl-
pyridinedihydrochloride 4-aminofenol^, dihydrochloride2-aminomethyl-p-aminophenol
HCL
2-fenylbenzimadozol-5-sulfonzuur phenylbenzimidazole sulphonic acid
2-hydroxy-1,4-naftochinon lawsone
2-hydroxy-4-methoxybenzofenon benzophenone-3
2-methylresorcinol 2-methylresorcinol
2-octyldodecanol octyldodecanol
3,4,4’-trichloorcarbanilide trichlorocarban
3,4,4'-trichloorcarbanilide triclocarban
3-benzylidene camphor 3-benzylidene camphor
4-aminobenzoic acid (PABA) PABA
4-chloorresorcinol 4-chlororesorcinol
4-methoxy-kaneelzuur-isoamylester isoamyl-p-methoxycinnamate
4-methylbenzylidene camphor 4-methylbenzylidene camphor
5-amino-2-methylfenol 4-amino-2-hydroxytoluene
acetanilide acetanilid
aceton acetone
acetyl tributyl citraat acetyl tributyl citrate
acetyl triethyl citraat acetyl triethyl citrate
adipinezuur. adipic acid
aerosil (kiezelzuur) silica
alcohol alcohol
alginaat alginate / algin
alkanolamide Groep condensatie producten van vetalkohol met ethanol amide
vnl. oppervlakte actieve stoffen met ook schuimvormende en ver-
dikkende eigenschappen, vb. cocamide DEA en lauramide MEA.
alkylethersulfaat Belangrijkste groep oppervlakte actieve stoffen met ook schuim-
vormende eigenschappen, vb. sodiumlaurylethersulfate.
alkylglucoside C12/20 C12-20 alkyl glucoside
alkylsulfaat Groep stoffen oppervlakte actieve stoffen, die ook in de functie
van emulgator gebruikt kunnen worden. vb. ammonium myristyl-
sulfate en natriumC12-15 alkylsulfate.
allantoine allantoin
aloë-extract aloë barbardensis
aluin aluminum sulfate
aluminiumchloorhydraat (ACH) aluminum chlorohydrate
aluminiumhydroxide aluminum hydroxide
aluminiumsulfaat aluminum sulfate
aluminium-zirkonium-tetrachloro-
glycine complex (ZAG) aluminum zirconium tetrachlorohydrex gly
aminfluoride amonium fluoride
aminozuren Groep stoffen aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten, vb.
cystein en alanin.
Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST
128
129
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Stofnaam Naam op product (INCI-naam*)ammoniak ammonia
ammoniumacrylaat-copolymeer acrylamide / ammonium acrylate copolymer
ammoniumchloride ammonium chloride
ammoniumperoxydisulfaat ammonium persulfate
ammoniumsulfaat ammonium sulfate
ammoniumthioglycolaat ammoniumthioglycolate
ammoniumwaterstofcarbonaat ammonium bicarbonate
ammoniumzouten Zouten die ontstaan door de reactie van ammonia met verschil-
lende zuren, vb. ammoniumchloride.
anijs pimpinella anisum
anorganische fosfaten Groep van fosfaten, vb. sodiumphosphate.
apartaam aspartame
arnica arnica chamissonis of arnica montana
aroma aroma
ascorbinezuur sorbic acid
avocado olie persea gratissima
azacycloheptaan-2,2-difosfonaat (AHP) disodium azacycloheptane diphosphonate
azuleen azulene
barnsteenzuur succinic acid
benzoëzuur benzoic acid
bergamot-olie citrus aurantium bergamia
betaine betain
bifosfonaten Groep stoffen die zorgt o.a. voor het voorkomen van tandsteen.
bijenwas cera alba
bisabolol bisabolol
bismutoxychloride bismuth oxychloride
boorzuur boric acid
borax sodium borate
butaan butane
butylacetaat butyl acetate
butylhydroxyanisol BHA
C12-14 vetalcoholsulfaat oppervlakte actieve stof
C12-14 vetalcoholsulfosuccinaat oppervlakte actieve stof
C8-10 vetzuurtriglceride caprylic/capric triglycerides
calciumcarbonaat calcium carbonate
calciumglycerinefosfaat calcium glycerophosphate
calciumwaterstoffosfaat calcium dihydrogen phosphate
campher camphor
candelillawas candelilla cera
capryl- /caprinezuur-triglyceride caprylic/capric triglycerides
carbamide urea
carbomer carbomer
carboxylaten Groep stoffen die in de chemische structuur een carboxylaat
groep bevatten.
carboxyvinylpolymeer carbomer
carnaubawas cera carnauba
carrageen chondrus crispus (carrageenan)
cederhout-olie cedrus atlantica of juniperus mexicana of juniperus virginiana
cellulose cellulose
Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST
130
Stofnaam Naam op product (INCI-naam*)ceramide. ceramide 1a, 2, 3, 4, 5, 6 (II)
cetearyl alcohol cetearyl alcohol
cetoleth-6 ceteoleth-6
cetrimoniumchloride cetrimoniumchloride
cetryl trimethyl ammonium chloride cetrimonium chloride
cetylacetaat cetyl acetaat
cetylalcohol cetyl alcohol
cetylfosfaat cetyl phosphate
cetylpalmitaat cetyl palmitate
cetylpyridinium chloride cetylpyridinium chloride
cetylstearyloctanoaat cetearyl ethylhexanoate
chamazuleen chamazulene
chloorhexidine chlorhexidine
chloorhexidinedigluconaat chlorhexidine digluconate
cholesterol cholesterol
citroenzuur citric acid
climbazol climbazole
cocamidopropylbetaine cocamidopropylbetaine
crotonzuur crotonic acid
cyclisch dimethylsiloxaan cyclomethicone
cysteamine cysteamine HCl
cysteine cysteine
dennennaalden-olie pinus palustris of pinus pinaster
dialkyletherfosfaat alkyl phenyl ether phosphate
dibutylhydroxytolueen BHT
diethyl citraat diethyl citrate
diethyleen glycol mono
(nonyl-phenyl)ether nonoxynol-2
diethyleenglycol lauryl ether laureth-2
diglyceride van vetzuren Ester van glycerine met op twee OH-plaatsen een vetzuur; deze
vetzuren kunnen verschillend zijn, vb. glyceryldistearate.
diglycerinemonocaprinaat polyglyceryl-2-carpylate
diguanidiniumcarbonaat guanidine carbonate
di-isopropyladipaat diisopropyl adipate
dimethicone copolyol dimethicone copolyol
dimethylpolysiloxaan dimethicone
dimethylsilicone dimethicone
dinatriummonofluorfosfaat sodium monofluorophosphate
dioctylether dicaprylyl ether
distearyl dimethyl ammonium chloride distearyldimonium chloride
EDTA EDTA
eiwit onder andere stofnamen die eindigen op protein
eiwit-abietinezuurcondensaat Reactieprodukt van eiwit en abietinezuur, vb. kaliumabietoyl-ge-
hydrolyseerd soja eiwit.
eiwithydrolysaat Mengsel van gehydrolyseerde eiwit produkten, vb. gehydroly-
seerd caseïne.
eiwit-vetzuur-condensaat Stoffen die onstaan uit de reactie van eiwit met een vetzuur.
131
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Stofnaam Naam op product (INCI-naam*)esters van p-hydroxybenzoezuur
(parabenen) ethylparaben, methylparaben, propylparaben, butylparaben
ethanol alcohol
ethanolamine ethanolamine
ethylacetaat ethyl acetate
ethylalcohol alcohol
ethylhexylmethoxycinnamate ethylhexylmethoxycinnamate
ethylparaben ethylparaben
eucalyptusolie eucalyptus globulus en eucalyptus citriodora
farnesol farnesol
fenolverbindingen Aromatische verbindingen met een OH-groep direct aan de
benzeenring, vb. 6-amino-o-cresol.
fenoxyethanol phenoxyethanol
fosforzuur phosphoric acid
galbanum-olie ferula gabaniflua
geacetyleerde lanoline acetylated lanolin
geethoxyleerde alcoholen Alcoholen waarin een of meer ethoxy groepen zijn ingebouwd, vb.
laureth-9.
geëthoxyleerde vetzuren Vetzuren waarin een of meer ethoxy groepen zijn ingebouwd.
gelatine gelatin
glucosamine glucosamine
glucosiden Gucosederivaten met een acetaal groep, vb. ascorbylglucoside.
glycerine glycerin
glycerine monodistearaat glyceryl distearate
glycerine monolauraat glyceryl laurate
glycerine monostearaat glyceryl stearate
glycerinesorbitan-vetzuurester Heterocyclische ether gevormd door dehydratie van sorbitol. Aan
deze ring zijn twee van de de 4 beschikbare plaatsen bezet met
een glycerine- en een vetzuurestergroep, vb. PEG-5 sorbitan
isostearate.
glycerol glycerin
glycerylstearaat glyceryl stearate
glycol glycol
glycolether Groep verbindingen met een -O-O- functie.
guaran paullinia cupana
hammamelis extract hammamelis virginiana
henna lawsonia inermis
hexadecylalcohol cetyl alcohol
hexetidine hexetidine
hyaluronzuur hyaluronic acid
hydroxyethylcellulose hydroxyethylcellulose
hydroxylapatiet hydroxyapatite
hydroxypropylmethylcellulose hydroxypropyl methylcellulose
imidazolidinyl ureum imidazolidinyl urea
isobutaan isobutane
isopalmitinezuur isopalmitic acid
isopropanol isopropyl alcohol
isopropylalcohol isopropyl alcohol
isopropylisostearaat isopropyl isostearate
Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST
132
Stofnaam Naam op product (INCI-naam*)isopropyllanolaat isopropyl lanolate
isopropylmyristaat isopropyl myristate
isopropylpalmitaat isopropyl palmitate
isopropylstearaat isopropyl stearate
isostearinezuur-kaliumisostearaat isostearic acid / potassium isostearate
isostearylisostearaat isostearyl isostearate
jasmijnolie jasminum officinale
kalium- en natriumbromaat sodium bromate potassium bromate
kaliumchloride potassium chloride
kaliumhydroxide potassium hydroxide
kaliumnitraat potassium nitrate
kaliumoleaat potassium oleate
kaliumperoxydisulfaat potassium persulfate
kaliumsorbaat potassium sorbate
kamfer camphor
kamille anthemis nobilis
kaneel-olie cinnamomum cassia, cinnamomum loureirii of cinnamomum
zeylanicum
kaoline kaolin
kiezelgel silica
kokosmonoethanolamide cocamide DEA
kokosolie cocos nucifera
kokosvet cocos nucifera
kokosvetzuur coconut acid
kokosvetzuurmonoglyceride cocoglycerides
kokosvetzuur-monoglyceridesulfonaat cocomonoglyceride sulfonate
lactaat lactate
lanoline lanolin
lanolinealcohol lanolin alcohol
laurylalcohol lauryl alcohol
laurylalcoholcarboxylaat Vetalkoholen met een ingebouwde carboxylgroep, vb. natrium-
laureth-14 carboxylaat.
lecithine lecithin
magnesium-aluminiumsilicaat magnesium aluminum silicate
magnesiumcarbonaat CI 77713
magnesiumoxide magnesium oxide of CI 77711
magnesiumsulfaat magnesium sulfaat
m-aminofenol m-aminophenol
mangaanviolet CI 77742
melkzuur lactic acid
menthol menthol
menthololie menthol
methyl paraben methyl paraben
methylacetaat methyl acetate
methylcellulose methylcellulose
methylsalicaat methylsalicylate
mica Mica is een mengsel van mineralen, meestal silicaten. De ver-
zamelnaam in Mica.
minerale olie paraffinum liquidum
133
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Stofnaam Naam op product (INCI-naam*)mirre commiphora myrrha
monoglyceriden van vetzuren Ester van glycerine met een vetzuur op één van de drie OH-groe-
pen, dit ter onderscheid van di-glyceriden en tri-glyceriden.
myristinezuur myristic acid
myristyllactaat myristyl lactate
natriumacetaat sodium acetate
natriumaluminiumsilicaat sodium silicoaluminate
natriumbenzoaat sodium benzoate
natriumcarbonaat sodium carbonate
natriumcarboxymethylcellulose cellulose gum
natriumchloride sodium chloride
natriumcitraat sodium citrate
natriumcyclamaat sodium cyclamate
natriumfluoride sodium fluoride
natriumfosfaat sodium phosphate
natriumhydroxide sodium hydroxide
natriumlactaat sodium lactate
natriumlaurylsulfaat sodium lauryl sulfate
natriumlaurylsulfoacetaat sodium lauryl sulfoacetate
natrium-magnesiumsilicaat sodium magnesium silicate
natriummetafosfaat sodium metaphosphate
natriummetasilicaat sodium metasilicate
natriummonofluorfosfaat sodiummonofluorophosphate
natrium-N-lauroylsarcosinaat sodium lauroyl sarcosinate
natriumperboraat sodium perborate
natriumpercarbonaat sodium carbonate peroxide
natriumperoxidisulfaat sodium persulfate
natriumstearaat sodium stearate
natriumsulfaat sodium sulfate
natriumsulfiet sodium sulfite
natriumtrimetafosfaat sodium trimetaphosphate
natriumwaterstofcarbonaat sodium bicarbonate
natronloog sodium hydroxide
n-butylalcohol n-butyl alcohol
neroli-olie citrus aurantum amara of citrus aurantum dulcis
nitrilotriazijnzuur nitrilotriacetic acid
nitroaminofenol 2-amino-3-nitrophenol
nonoxynol-1 nonoxynol-1
octyldodecylstearoylstearaat. octyldodecyl stearoyl stearate
octylpalmitaat ethylhexyl palmitate
oleylalcohol oleyl alcohol
ozokerit ozokerite
p-aminofenol p-aminophenol
panthenol panthenol
panthenol panthenol
paraffine paraffin
paraffineolie paraffinum liquidum
paraffinewas paraffin
Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST
134
Stofnaam Naam op product (INCI-naam*)patchouli-olie pogestemon cablin
pectine pectin
PEG-12 glyceryl distearaat PEG-12 glyceryl distearate
PEG-esters van vetzuren Vetzuren met ingebouwd één of meer ethyleenglycol moleculen.
pepermunt mentha piperita
peroxiden Groep stoffen die een zuurstof- zuurstof verbinding bevat. Een
dergelijke verbinding is zwak en er ontstaan gemakkelijk radica-
len, die kunnen reageren met andere componenten in een meng-
sel, vb. waterstofperoxide (H202).
peroxidisulfaten Combinatie van peroxide groep met een zuur. Dergelijke stoffen
worden gebruikt in haarkleurmiddelen of huidbleekmiddelen, vb.
natriumpersulfaat.
petitgrain-olie citrus aurantum amara
p-fenylenediamine p-phenylene diamine
pirocton olamine piroctone olamine
polyacrylaten Deze stoffen behoren tot de klasse synthetische polymeren.
Synthetische polymeren zijn grote moleculen opgebouwd uit klei-
nere chemische eenheden, die monomeren genoemd worden.
Tijdens de synthese reageren de monomeren met elkaar tot een
groter molecuul. Wanneer meer dan twee verschillende compo-
nenten met elkaar reageren dan wordt dit een polymeer ge-
noemd. Bij een reactie tussen twee verschillende componenten
heet dit een copolymer, vb. ammonium polyacrylate.
polyacrylzuur polyacrylic acid
polydimethylsiloxaan Groep van lineaire of cyclische polymeren, waarbij het skelet be-
staat uit alternerende silicium en zuurstof atomen. Aan dit skelet
kunnen verschillende zijgroepen worden 'opgehangen', vb.
PEG-8 cetyl dimethicone.
polyethoxysorbitaan-monooleaat Deze groep stoffen ontstaat door het ethoxyleren van sorbitaan,
aan de sorbitaan zit een oleaat groep als een van de zijketens.
polyethyleenglycol bv. PEG-8
polyglycerinevetzuurester Glycerine samen met een vetzuur vormt een zich herhalende
ester, vandaar de naam poly glycerine vetzuurester, vb. poly-
glyceryl-4 isostearate.
polysacchariden Groep suikers, die veel voorkomen in planten zoals bijvoorbeeld
sucrose, agrose, echinacin.
polysorbaten Het product van de verestering van sorbitan is een polysorbaat,
vb. polysorbate-20.
polyvinylpyrrolidon PVP
propaan propane
propaan/butaan propane/butane
propylacetaat propyl acetate
propyleenglycol propylene glycol (PG)
p-toluleendiamine toluene-2,5-diamine
PVP/VA Copolymeer PVP/VA Copolymer
pyrrolidoncarbonzuur-zouten PCA heeft een ringstructuur, met hieraan een -COOH groep, in het
geval van een zout splitst de waterstof af en zijn er positief gela-
den deeltjes in oplossing die de negatieve lading compenseren,
vb. magnesium PCA.
135
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Stofnaam Naam op product (INCI-naam*)pyrrolidone carboxylic acid PCA
quartaire ammoniumverbindingen Deze groep stoffen worden ook wel quats genoemd. De algemene
structuur bestaat uit een positief geladen stikstofatoom met
daaraan 4 ketens. Quats zijn altijd positief geladen ongeacht hun
pH, vb. dilaurylmonium chloride en polyquaternium-7
resorcinol resorcinol
ricinusolie ricinus communis
rozenolie rosa canina of rosa centifolia
saccharine saccharin
saccharine-natrium sodium saccharin
salicylzuur salicylic acid
salie salvia officinalis
sandelhout-olie amyris balsamifera of fusanus spicatus
seleniumdisulfide selenium sulfide
silicaat silica
siliciumdioxide quartz
siliconenolie mengsel van verschillende siliconenverbindingen
sinaasappel-olie citrus aurantium amara of citrus aurantium dulcis
sorbinezuur sorbic acid
sorbitaanesters Heterocyclische ether gevormd door dehydratie van sorbitol. Aan
deze ring kunnen 4 groepen van stoffen 'gehangen' worden, vb.
PEG-20 sorbitan cocoate en sorbitan laureate.
sorbitaanoleaat sorbitan oleate
sorbitol sorbitol
stearalkoniumhektoriet stearalkonium hektorite
stearinezuur stearic acid
stearylacohol stearyl acohol
strontiumacetaat strontium acetate
strontiumchloride strontium chloride
sulfosuccinaten Barnsteenzuur derivaten met een zwavel atoom ingebouwd, vb.
dinatriumdeceth-6sulfosuccinaat.
talk talc
thijm thymus serpillum en thymus citriodorus
thimerosal thimerosal
thioglycolzuur thioglycolic acid
thiomelkzuur thiolactic acid
titaandioxide titanium dioxide
tocoferolacetaat tocopheryl acetate
tolueensulfonamide-formaldehyde hars tosylamide / formaldehyde resin
triclosan triclosan
triethanolamine (TEA) triethanolamine
triethylcitraat triethyl citrate
triglyceride Ester van glycerine met op alle drie OH-plaatsen een vetzuur;
deze vetzuren kunnen verschillend zijn, vb. glyceryltristearaat.
ultramarijn Complex polysulfide van natriumaluminiumsilicaat. De samen-
stelling hangt af van de kleurstelling die men wil bereiken.
Variatie in de kleuren blauw, groen, roze, rood en paars zijn moge-
lijk, vb. CI 77001.
Cosmetica: een wetenschap op zich … STOFFENLIJST
136
Stofnaam Naam op product (INCI-naam*)ureum ureum
vaniline vanilla planifolia
vaseline petrolatum
vaseline petrolatum
vetalcoholen Vetalcoholen onstaan uit olieen en vetten, door de reductie van
het vetzuur. De algemene structuur is R-OH, vb. coconut alcohol
en stearyl alcohol.
vetalcoholethersulfaten Groep van stoffen die ontstaan door het sulfateren van het ge-
ëthoxyleerde vetalcohol. De algemene structuur formule is
R(OCH2CH2)nOSO3- M+, vb. natriumlaurethsulfaat.
vetalcoholethoxylaat Groep van esters die ontstaan door de reactie tussen een alcohol
met een alkylene oxide (ethyleen- of propyleenoxide), vb.
ceteareth-2, C13-C15 pareth-21.
vetalcoholsulfaat Afgeleiden van vetzuur, waarbij de waterstof van de OH groep is
omgezet in een SO3- groep. Een gemiddeld vetalcoholsulfaat
molecuul heeft een lengte tussen de 11 en 17 C-atomen, bv.
natriumstearylsulfaat.
vetiver vetiveria zizanoides
vetzuren Groep carboxyzuren die door hydrolyse van dierlijke of plantaar-
dige vetten zijn ontstaan. De algemene structuur formule is
R-COOH. Vetzuren kunnen verzadigd zijn, vb. palmitinezuur of
onverzadigd, vb.oliezuur
vetzuuresters Vetzuuresters zijn afgeleid van carboxyzuren. De structuurformu-
le bestaat uit RCO-OR' , vb. butylacetaat.
vetzuuresters van polyglycerine Een vetzuurester in combinatie met een polyglycerine levert deze
groepstoffen op, vb. polyglyceryl-10 myristaat.
vetzuur-isothionaat Natriumzouten van vetzuuresters. Een anionisch tenside bestaat
meestal uit een mengsel van vertzuuresters, die 12 tot 18
C-atomen lang zijn, vb. lauroyl-Isothionaat.
vetzuurmonoethanolamide Groep condensatie producten van vetzuur met ethanol amide, vb.
cocamide MEA.
vetzuurtriglyceriden De glyceryl esters van vetzuren, worden gewonnen uit planten of
(uit pinda, sesamzaad of avocado) dieren. Bestaat uit een mengsel van mono-, di- en triglyceriden
tezamen, bv. peanutglycerides, cocoglycerides.
vinylacetaat VA of vinyl acetate
vinylacetaat/vinylpyrrolidon-copolymer VP/VA copolymer
vinylacetaat-ethyleen-copolymeer ethylene/VA copolymer
vinylpyrrolidon copolymeer van vinylpyrrolidon afgeleide ingredienten
vitamine A retinol
vitamine C (ascorbinezuur). ascorbic acid
vitamine E (tocoferol) tocopherol
vitamine-E-acetaat tocopheryl acetate
water aqua
waterstofperoxide hydrogen peroxide
wijnsteenzuur tartaric acid
wijnzuur tartaric acid
xanthaan xanthan gum
xylitol xylitol
Stofnaam Naam op product (INCI-naam*)zeezout maris sal
zetmeel starch (gevolg door de naam van de plant)
zinkglycinaat zinc glycinate
zinkoxide zinc oxide
zinkpyrithion zinc pyrithione
zinkstearaat zinc stearate
zinkverbindingen Meerdere namen mogelijk.
* Voor zover mogelijk zijn de INCI-namen vermeld.
Alle INCI-namen zijn te vinden op Internet.
Voor een toelichting op het gebruik van INCI-namen zie pagina 8.
137
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Nederlandse Cosmetica Vereniging
Cosmetica: een wetenschap op zich …
N+
N+N+ N+N+
Cl- Cl- Cl- Cl- Cl-
COOH
NH2OH
COOH
NH2OH
OH COOH
O
O
NH
n
Cosmetica:
een wetenschap op zich
Cosmetica:
een wetenschap op zichPostbus 914, 3700 AX Zeist 030 6049480 W 030 6049999
www.cosmetica.nl
de brancheorganisatie van fabrikanten en importeursvan producten voor de persoonlijke verzorging
Cosmetica: een wetenschap op zich ...
Cosmetica zijn producten voor de persoonlijke verzorging zoals shampoo,
tandpasta, doucheproducten, deodorant en natuurlijk ook make-up en par-
fum. Cosmetica worden met zorg samengesteld uit meerdere ingrediënten.
Vaak gaat hieraan jaren van research vooraf. Cosmetica kenmerken zich dan
ook door hun innovatieve karakter. Bij de ontwikkeling staat voor de fabri-
kant altijd de veiligheid voorop.
In dit boek wordt verteld hoe ons lijf in elkaar zit en hoe cosmetica daarop
inspelen, door te reinigen, verzorgen of mooi te maken.
Het boek is opgebouwd uit drie delen: een deel over de huid, een over de
mond en een over het haar. Ieder deel start met een beschrijving van enke-
le biologische kenmerken aan de hand van duidelijke illustraties. Daarna
volgt uitleg over de producten: de samenstelling, de functie voor de ingre-
diënten en hoe het gemaakt wordt. Dit boek biedt meer diepgaande infor-
matie voor lezers met interesse voor de chemie van de producten. Door de
speciale opmaak is het overzichtelijk en handig.
Tevens bevat het boek informatie over de wetgeving voor cosmetica en een
verklaring van de ingrediëntendeclaratie op de verpakking.
Kortom een handig boek voor iedereen met belangstelling voor cosmetica
én de wetenschap die daarachter zit!
‘Cosmetica: een wetenschap op zich ...’ is een uitgave van de Nederlandse
Cosmetica Vereniging.
Cosm
etica: een w
etenschap o
p zich ...
Top Related