DE SLAG AAN DE SABIS
(DBG.II 15-28)
Caesar: de slag aan de Sabis 1
HET PUIK DER BELGEN (Caesar, DBG. II. 15)
Eorum fines Nervii attingebant.
Quorum de natura moribusque Caesar cum quaereret, sic
reperiebat:
nullum esse aditum ad eos mercatoribus;
nihil pati vini reliquarumque rerum ad luxuriam pertinentium inferri,
quod his rebus relanguescere animos eorum et remitti virtutem
existimarent;
esse homines feros magnaeque virtutis;
increpitare atque incusare reliquos Belgas, qui se populo Romano
dedidissent patriamque virtutem projecissent;
confirmare sese neque legatos missuros neque ullam condicionem
pacis accepturos.
Eorum : van de Ambiani
natura: wezen, aard, natuur,
natuurwet
virtus: wilskracht, energie
relanguescere: verslappen
increpitare: uitschelden
incusare: verwijten
proicere: vooruitwerpen,
verwerpen, wegwerpen,
prijsgeven, uitstellen
Caesar: de slag aan de Sabis 2
IN HINDERLAAG ACHTER DE STROOM (Caesar,DBG. II. 16)
Cum per eorum fines triduum iter fecisset,
inveniebat ex captivis Sabim flumen a castris suis non amplius
milibus passuum decem abesse;
trans id flumen omnes Nervios consedisse adventumque ibi
Romanorum exspectare una cum Atrebatibus et Viromanduis,
finitimis suis (nam his utrisque persuaserant uti eandem belli
fortunam experirentur);
exspectari etiam ab iis Atuatucorum copias atque esse in itinere;
mulieres quique per aetatem ad pugnam inutiles viderentur in
eum locum conjecisse quo propter paludes exercitui aditus non
esset.
triduum: (tijd van) drie dagen
fortuna: toeval, kans, lot, geluk,
toestand, fortuin
Caesar: de slag aan de Sabis 3
SCHRANDER STRIJDPLAN (Caesar, DBG. II. 17)
His rebus cognitis, exploratores centurionesque praemittit,
qui locum castris idoneum deligant.
Cum ex dediticiis Belgis reliquisque Gallis complures Caesarem
secuti una iter facerent,
quidam ex his, ut postea ex captivis cognitum est, eorum dierum
consuetudine itineris nostri exercitus perspecta, nocte ad Nervios
pervenerunt atque his demonstrarunt inter singulas legiones
impedimentorum magnum numerum intercedere, neque esse
quicquam negotii, cum prima legio in castra venisset reliquaeque
legiones magnum spatium abessent, hanc sub sarcinis adoriri;
qua pulsa impedimentisque direptis, futurum ut reliquae contra
consistere non auderent.
dediticius: onderworpen
sarcinae: bagage
adoriri: overvallen
diripere: plunderen
contra consistere: weerstand
bieden
IMPEDIMENTA
Dit is de term voor de legerbagage of de tros. We maken onderscheid tussen de tros van een legioen
en de feitelijke legertros. Tot de tros van een legioen behoorden de tenten voor de soldaten, de
handmolens, de voorraden werpsperen en wapens, kampbenodigdheden en de persoonlijke bagage
van de soldaten voor zover ze die niet zelf moesten dragen. Gewoonlijk was één ezel voorzien per 8
soldaten. Elk legioen beschikte over een 1200 à 1500 lastdieren om deze bagage te dragen. Tot de
tros van het leger behoorden de bezittingen van de imperator en de hogere officieren, voorraden
graan en levensmiddelen, de ateliers voor leerlooiers, smeden, pottenbakkers, etc., de
belegeringstuigen en het grof geschut. Een legio heet impeditus wanneer het vergezeld is van zijn
eigen tros. Vooral wanneer men de vijand nadert, sluit men de legioenen aaneen om bij een
verrassingsaanval gemakkelijker te kunnen reageren. In dat geval sluit de tros van het legioen aan bij
de legertros die meestal achteraan volgt. In zo'n geval heet het legioen expeditus, d.i. niet gehinderd
door zijn tros, gevechtsklaar.
Caesar: de slag aan de Sabis 4
SARCINAE
Ook in een legio expedita draagt de soldaat zijn eigen bagage: sarcinae. Het betreft de persoonlijke
bagage die niet tot de legioentros behoort. Een dergelijk soldaat heet sub sarcinis. Tot de sarcinae
behoort: het scutum of schild, één of meer pila of werpspiezen, de pugio of dolk, de gladius of het
zwaard, de galea of helm, vaandels en standaarden, gamellen, een slaapmatras, een deken, rantsoen
voor een dag, enkele werktuigen (spade, bijl, zaag, twee schanspalen). Men schat dat de bagage
tussen de 40 en 45 kg woog. Een miles impeditus is een soldaat die sub sarcinis is, een miles
expeditus daarentegen is een soldaat die paraat is voor de strijd. In een legio expedita heb je dus nog
altijd milites impediti.
Caesar: de slag aan de Sabis 5
PANORAMA (Caesar, DBG. II. 18)
In hoofdstuk 17b beschrijft Caesar het terrein waar hij met zijn leger doortrok: om aanvallen van
vijandelijke ruiterij af te slaan hadden de Nerviërs de open plaatsen in hun gebied aangeplant met
jonge bomen waartussen ze braam- en doornstruiken plaatsten. Dergelijke ondoordringbare hagen
bemoeilijkten natuurlijk de manoeuvers van de oprukkende legioenen. Bovendien vormden ze een
prima uitvalsbasis voor verrassingsaanvallen. In hoofdstuk 18 beschrijft hij nu het strijdperk.
Loci natura erat haec, quem locum nostri castris delegerant.
Collis ab summo aequaliter declivis ad flumen Sabim, quod supra
nominavimus, vergebat.
Ab eo flumine pari acclivitate collis nascebatur adversus huic et
contrarius,
passus circiter ducentos ab infima parte apertus,
ab superiore parte silvestris,
ut non facile introrsus perspici posset.
Intra eas silvas hostes in occulto sese continebant;
in aperto loco secundum flumen paucae stationes equitum
videbantur.
Fluminis erat altitudo pedum circiter trium.
aequaliter: gelijkmatig
declivis ad: glooiend naar, naar
beneden hellend naar
vergere, -o: hellen
acclivitas: helling, glooiing
(naar boven)
nasci: zich verheffen
adversus: tegenover
ab infima parte: onderaan
apertus: open, onbegroeid
ab superiore parte: bovenaan
silvestris: bebost
introrsus perspicere:
erdoorheen kijken
in occulto se continere: zich
verborgen houden
secundum + acc.: langs
pauci: enkele, enige
statio: wachtpost
Caesar: de slag aan de Sabis 6
EEN ANDERE MARSORDE (CAESAR, DBG. II. 19a)
Caesar, equitatu praemisso, subsequebatur omnibus copiis;
sed ratio ordoque agminis aliter se habebat ac Belgae ad Nervios
detulerant.
Nam quod hostibus appropinquabat, consuetudine sua Caesar
sex legiones expeditas ducebat;
post eas totius exercitus impedimenta collocarat;
inde duae legiones quae proxime conscriptae erant, totum agmen
claudebant praesidioque impedimentis erant.
ratio ordoque: de organisatie
se habere: esse
aliter … ac: anders dan
appropinquare: naderen
expeditus: gevechtsklaar
conscribere: lichten
ITER
De iter of dagmars was ongetwijfeld het zwaarste karwei voor de soldaten. Normaal vertrekt een leger
bij zonsopgang om even na de middag de voorzien kampplaats te bereiken. Een iter justum of
gewone dagmars bedraagt 20 à 25 km, een iter longum 30 à 40 km. Caesar stond bekend voor de
snelheid waarmee hij optrad. Zijn record is een dagmars van 75 km, afgelegd in een dikke 24 uur.
AGMEN
Men heeft berekend dat een legioen met bijbehorende ruiterij, tros, hulptroepen en entourage een
colonne vormde van ongeveer 6 km. Welnu, Caesar beschikt in het jaar 57 over 8 legioenen. Het
ganse leger vormde dus een colonne van 48 km. Een dagmars bedroeg gemiddeld ongeveer 30 km.
Dat betekent dat wanneer de eerste manschappen met het optrekken van het nieuwe kamp
begonnen, zich nog een derde van de troepen in het oude kamp bevond. Het moet een
indrukwekkende parade geweest zijn wanneer men de troepen van Caesar voorbij zag trekken.
Caesar: de slag aan de Sabis 7
DE HEL BREEKT LOS (Caesar, DBG. II. 19b)
Equites nostri cum funditoribus sagittariisque flumen transgressi,
cum hostium equitatu proelium commiserunt.
Cum se illi identidem in silvis ad suos reciperent ac rursus ex
silva in nostros impetum facerent, neque nostri longius quam
quem ad finem loca aperta pertinebant, cedentes insequi
auderent, interim legiones sex quae primae venerant, opere
dimenso, castra munire coeperunt.
Ubi prima impedimenta nostri exercitus ab iis qui in silvis abditi
latebant visa sunt, quod tempus inter eos committendi proelii
convenerat, ita ut intra silvas aciem ordinesque constituerant,
subito omnibus copiis provolaverunt impetumque in nostros
equites fecerunt.
His facile pulsis ac proturbatis,
incredibili celeritate ad flumen decucurrerunt,
ut paene uno tempore et ad silvas et in flumine et jam in manibus
nostris hostes viderentur.
Eadem autem celeritate adverso colle ad nostra castra atque eos
qui in opere occupati erant, contenderunt.
funditor: slingeraar
sagittarius: boogschutter
proelium committere: de strijd
aanbinden
identidem: herhaaldelijk
se recipere: zich terugtrekken
dimetiri: uitmeten, afmeten
abditus: verscholen
provolare: vooruitsnellen
proturbare: in wanorde
voortjagen
contendere: oprukken
Caesar: de slag aan de Sabis 8
GEÏMPROVISEERD VERWEER (CAESAR,DBG. II. 20)
Caesari omnia uno tempore erant agenda:
vexillum proponendum, quod erat insigne, cum ad arma concurri
oporteret;
ab opere revocandi milites;
qui paulo longius aggeris petendi causa processerant arcessendi;
acies instruenda;
milites cohortandi;
signum tuba dandum.
Quarum rerum magnam partem temporis brevitas et incursus
hostium impediebat.
His difficultatibus duae res erant subsidio,
scientia atque usus militum, quod superioribus proeliis exercitati
quid fieri oporteret non minus commode ipsi sibi praescribere
quam ab aliis doceri poterant,
et quod ab opere singulisque legionibus singulos legatos Caesar
discedere nisi munitis castris vetuerat.
Hi propter propinquitatem et celeritatem hostium nihil jam
Caesaris imperium exspectabant, sed per se quae videbantur
[administranda] administrabant.
vexillum proponere: de vlag
hijsen
insigne: signaal
opus: "schansarbeid"
agger: materiaal (om de wal te
versterken)
arcessere: halen, roepen, laten
komen, ontbieden
tuba: krijgstrompet
incursus: toeloop
subsidium: steun, hulp
usus: gebruik, nut, ervaring
superior: hoger, vroeger
exercitare: oefenen, trainen,
drillen
oportet: het is nodig
non minus commode: even
gemakkelijk, even goed
docere: erop wijzen
opus: "schansarbeid"
singuli: respectievelijk
legatus: commandant
discedere: weggaan, zich
verwijderen
castra munire: een versterkt
kamp opslaan
propinquitas: nabijheid
imperium: gezag, bevel
per se: uit eigen beweging
administrare: regelen,
maatregelen nemen
Caesar: de slag aan de Sabis 9
Belangrijk is de omwalling van het kamp. Een palissade of vallum vormt het
vast onderdeel van de versterking. Elke soldaat brengt twee palen aan met
een diameter van 12 cm en een lengte van 180 cm. Ze worden 60 cm diep
geheid en in het midden aan elkaar gesjord. Soms graaft men over de gehele
omtrek een gracht, de fossa. Met de opgehoopte aarde wordt een dam
gemaakt, de agger, waarop men de palissade aanbrengt.
Het vexillum was de rode vlag die boven de veldheerstent werd gehesen ten teken
van alarm. Daarnaast waren er nog andere vexilla, vierkante vaandels die op een
horizontale stang waren bevestigd en als standaard dienden voor de ruiterij, de
hulptroepen of onderdelen van het legioen met een speciale missie.
LEGERLEIDING
Een imperator werd bijgestaan door enkele legati. Aantal en aanstelling gebeurde door de senaat,
maar er werd rekening gehouden met de wensen van de imperator. Zo kreeg Caesar tien legaten
toegewezen i.p.v. de gebruikelijke drie. Meestal kwamen ze uit de senatoriale stand en waren ze
gebonden aan de bevelen van de opperbevelhebber. Bij veldslagen voerden zij het bevel over
bepaalde afdelingen van het leger (bijv. Labienus in de slag bij de Sabis) of stonden voor langere tijd
aan het hoofd van een legioen. Het welslagen van Caesars militaire ondernemingen is mede te
danken aan de bekwaamheid van zijn legaten.
Aanvankelijk had elk legioen zes tribunen die elk gedurende twee maanden het legioen aanvoerden.
In Caesars tijd betrof het meestal jonge mannen, veelal uit de stand van de equites of de ridders, die
gedurende een tweetal jaar in het leger dienden om ervaring op te doen. Daarom had Caesar het
bevel over de legioenen bij de tribuni weggehaald en toevertrouwd aan de meer ervaren legati. Nu
werden ze meer tussenpersonen tussen de opperbevelhebber en het legioen. De tibunen leidden het
leger op mars en voerden het commando over kleine contingenten, bijv. bij verkenningsopdrachten.
Verder zorgden zij voor de opstelling en de controle van de wachtposten en voor de graantoevoer. Ze
namen deel aan de krijgsraad en vergezelden de imperator of zijn legati bij de onderhandelingen met
de vijand.
Caesar: de slag aan de Sabis 10
ELK STRIJDT ZIJN EIGEN STRIJD (Caesar,DBG. II. 23)
Legionis nonae et decimae milites, ut in sinistra parte aciei
constiterant, pilis emissis, cursu ac lassitudine exanimatos
vulneribusque confectos Atrebates (nam his ea pars obvenerat)
celeriter ex loco superiore in flumen compulerunt et transire
conantes insecuti gladiis magnam partem eorum impeditam
interfecerunt.
Ipsi transire flumen non dubitaverunt et in locum iniquum
progressi, rursus resistentes hostes redintegrato proelio in fugam
conjecerunt.
Item alia in parte diversae duae legiones, undecima et octava,
profligatis Viromanduis, quibuscum erant congressae, ex loco
superiore, in ipsis fluminis ripis proeliabantur.
At totis fere castris a fronte et a sinistra parte nudatis, cum in
dextro cornu legio duodecima et non magno ab ea intervallo
septima constitisset, omnes Nervii confertissimo agmine duce
Boduognato, qui summam imperii tenebat, ad eum locum
contenderunt;
quorum pars ab aperto latere legiones circumvenire, pars
summum castrorum locum petere coepit.
nonus: negende
sinister: links
pilum: speer
lassitudo: vermoeidheid
exanimatus: buiten adem
iniquus: ongelijk, onrechtvaardig,
onredelijk, ongunstig, gevaarlijk
redintegrare: hernieuwen
diversus: van elkaar gescheiden
profligare: overweldigen
proeliari: strijden
sinister: links
confertus: dicht opeengepakt
contendere: oprukken
ab aperto latere: langs de
onbeschermde flank (d.i. de
flank die niet door het schild
gedekt is …)
VRAGEN
1. De legioenen strijden op verschillende fronten. Normaal strijdt een Romeins leger als
een geheel. Hoe komt het dat Caesar hier gedwongen is anders te vechten?
2. Hoe verloopt de strijd op de verschillende fronten? Gebruik de kaart hieronder.
Caesar: de slag aan de Sabis 11
Caesar: de slag aan de Sabis 12
PANIEK (Caesar, DBG II. 24)
Eodem tempore equites nostri levisque armaturae pedites,
qui cum iis una fuerant, quos primo hostium impetu pulsos
dixeram,
cum se in castra reciperent,
adversis hostibus occurrebant ac rursus aliam in partem fugam
petebant;
et calones, qui ab decumana porta ac summo jugo collis nostros
victores flumen transire conspexerant, praedandi causa egressi,
cum respexissent et hostes in nostris castris versari vidissent,
praecipites fugae sese mandabant.
Simul eorum qui cum impedimentis veniebant clamor fremitusque
oriebatur, aliique aliam in partem perterriti ferebantur.
Quibus omnibus rebus permoti equites Treveri, quorum inter
Gallos virtutis opinio est singularis, qui auxilii causa a civitate
missi ad Caesarem venerant, cum multitudine hostium castra
[nostra] compleri, legiones premi et paene circumventas teneri,
calones, equites, funditores, Numidas diversos dissipatosque in
omnes partes fugere vidissent, desperatis nostris rebus, domum
contenderunt.
Romanos pulsos superatosque, castris impedimentisque eorum
hostes potitos civitati renuntiaverunt.
armatura: bewapening
pedes, peditis: infanterist
calo: kampknecht
decumana porta: de
achterpoort van het kamp
jugum: juk, rug (van een heuvel)
praedari: plunderen, roven
fugae se mandare: op de
vlucht slaan
fremitus: geschreeuw, geraas
perterritus: hevig verschrikt
ferri, -or: ijlen, vliegen
permotus: hevig bewogen
singularis: uitzonderlijk
complere: vullen
calo: kampknecht
funditor: slingeraar
Numidae: de Numidische
(boogschutters)
dissipare: verstrooien
contendere: zich begeven
renuntiare: melden
Caesar: de slag aan de Sabis 13
CAESAR, DE ROTS IN DE BRANDING (Caesar,DBG. II. 25)
Caesar ab decimae legionis cohortatione ad dextrum cornu profectus,
ubi suos urgeri,
signisque in unum locum collatis,
duodecimae legionis confertos milites sibi ipsos ad pugnam esse
impedimento vidit,
quartae cohortis omnibus centurionibus occisis signiferoque interfecto,
signo amisso, reliquarum cohortium omnibus fere centurionibus aut
vulneratis aut occisis, in his primipilo P. Sextio Baculo, fortissimo viro,
multis gravibusque vulneribus confecto, ut jam se sustinere non
posset,
reliquos esse tardiores et nonnullos a novissimis proelio excedere ac
tela vitare,
hostes neque a fronte ex inferiore loco subeuntes intermittere et ab
utroque latere instare et rem esse in angusto vidit,
neque ullum esse subsidium quod submitti posset,
scuto ab novissimis [uni] militi detracto, quod ipse eo sine scuto
venerat,
in primam aciem processit centurionibusque nominatim appellatis
reliquos cohortatus milites signa inferre et manipulos laxare jussit,
quo facilius gladiis uti possent.
Cujus adventu spe illata militibus ac redintegrato animo,
cum pro se quisque in conspectu imperatoris etiam in extremis suis
rebus operam navare cuperet,
paulum hostium impetus tardatus est.
decimus: tiende
cohortatio: aansporing
duodecimus: twaalfde
confertus: dicht
opeengepakt
quartus: vierde
signifer: vaandeldrager
novissimi: de achterhoede
non intermittere
subeuntes: zonder
onderbreking uit de diepte
komen
angustus: nauw
submittere: te hulp zenden
nominatim: bij naam
manipulus: manipel
laxare: verwijden
redintegrare: hernieuwen
operam navare: zich
inspannen
tardare: vertragen
SIGNA
De signa of veldtekens hadden een heilig karakter. Ze werden in een kapel nabij het praetorium
bewaard. In de strijd duidden ze de plaats van opstelling aan. Het verlies van het veldteken gold voor
het betrokken legeronderdeel voor vernederend. Om de troepen aan te sporen dapper te vechten gaf
men soms het bevel om het veldteken tot in de rangen van de vijanden te gooien! Wie door lafheid het
veldteken in de steek liet of het door eigen schuld verloor, werd zonder pardon onthoofd.
Caesar: de slag aan de Sabis 14
Het signum legionis was sedert Marius een aquila met gespreide vleugels boven op een vergulde
stang. In zijn klauwen hield hij soms een zilveren of gouden bliksem. De drager heette de aquilifer en
werd door de centuriones gekozen uit de moedigste mannen van het legioen. Boven helm en harnas
droeg de aquilifer een leeuwenvel. De positie van het legioen in de acies werd aangeduid door dit
signum legionis.
Het signum manipuli bestond uit een stang die uitliep op een uitgestrekte hand (manus) waaronder
verschillende ronde metalen platen waren bevestig. Het werd gedragen door de signifer die er in zijn
berenvel wreed en afschrikwekkend uitzag. Het signum manipuli duidde de positie van de manipulus
aan in het legioen. De cohorten en de centuriën hadden geen specifiek signum.
PRIMIPILUS
De centuriones vormden het corps van onderofficieren. Zij hadden als
eenvoudig soldaat dienst genomen en waren met de tijd wegens hun
verdiensten bevorderd tot de rang van honderdman. Zij waren voor het
leger van onschatbare waarde. Zij stonden zeer dicht bij de soldaten
voor wie ze een modelfunctie hadden en vertegenwoordigden voor de
imperator een kapitaal aan kennis en ervaring.
De honderdmannen van een legioen stonden niet allemaal op dezelfde
voet, maar kenden een eigen hiërarchie. Op de laagste trap vond je de
centurio van de 6de centurie van de 10de cohorte. De hoogste rang of
ordo was die van de 1ste centurie van de 1ste cohorte. Deze centurio
kreeg de titel van primipilus. Hoewel hij als centurio tot de lagere officieren behoorde, was de
primipilus ongetwijfeld een man met een belangrijke stem in de krijgsraad. Ook zijn aanzien bij de
soldaten was zeer groot. Hij was immers een van hen en had, meestal na een lange carrière, alle
moeilijke momenten van een soldatenleven meegemaakt én overleefd. Vandaar dat de wedijver
Caesar: de slag aan de Sabis 15
onder de centuriones om een rang of ordo op te schuiven heel groot was en hen stimuleerde om goed
te presteren.
DE SITUATIE KLAART OP (Caesar, DBG. II. 26)
Caesar zag dat het zevende legioen, dat zich naast het twaalfde
had opgesteld, eveneens door de vijand in het nauw gedreven
was. Daarom waarschuwde hij de tribunen ut paulatim sese
legiones conjungerent et conversa signa in hostes inferrent.
De legioenen voerden dit manoeuver uit en omdat ze elkaar nu
hulp boden en geen angst meer hadden ne aversi ab hoste
circumvenirentur begonnen ze moediger weerstand te bieden
en dapperder te vechten. Interim milites legionum duarum
quae in novissimo agmine praesidio impedimentis fuerant,
proelio nuntiato, cursu incitato in summo colle ab hostibus
conspiciebantur, et T. Labienus castris hostium potitus et ex
loco superiore quae res in nostris castris gererentur
conspicatus decimam legionem subsidio nostris misit. Bij het
zien van de vluchtende ruiters en oppassers beseften ze quo in
loco res esset quantoque in periculo et castra et legiones et
imperator versaretur. Daarom haastten ze zich zo snel mogelijk
naar de overkant.
paulatim: geleidelijk
signa inferre: aanvallen
in novissimo agmine: in de
achterhoede
cursum incitare: toesnellen
geri: zich afspelen
in quo loco: in welke toestand
versari: vertoeven, verkeren,
zijn
Caesar: de slag aan de Sabis 16
TOT DE LAATSTE MAN (Caesar, DBG. II. 27)
Horum adventu tanta rerum commutatio est facta,
ut nostri, etiam qui vulneribus confecti procubuissent, scutis innixi
proelium redintegrarent,
calones perterritos hostes conspicati,etiam inermes armatis
occurrerent,
equites vero, ut turpitudinem fugae virtute delerent, omnibus in locis
pugnae se legionariis militibus praeferrent.
At hostes, etiam in extrema spe salutis, tantam virtutem praestiterunt,
ut, cum primi eorum cecidissent, proximi jacentibus insisterent atque ex
eorum corporibus pugnarent,
his dejectis et coacervatis cadaveribus qui superessent ut ex tumulo
tela in nostros conicerent et pila intercepta remitterent:
ut non nequiquam tantae virtutis homines judicari deberet ausos esse
transire latissimum flumen, ascendere altissimas ripas, subire
iniquissimum locum; quae facilia ex difficillimis animi magnitudo
redegerat.
procumbere:
voorovervallen
redintegrare: hernieuwen
calo: stalknecht
conspicari: bemerken
inermis: ongewapend
delere: doen vergeten
praestare: overtreffen,
verschaffen, blijk geven
van, beter zijn
coacervare:opeenstapelen
cadaver: lijk
pilum: speer
intercipere:onderscheppen,
wegnemen, opvangen
"bijgevolg moet men
denken dat zo'n dappere
mensen het niet zonder
kans op slagen aangedurfd
hebben…"
ascendere: beklimmen
Caesar: de slag aan de Sabis 17
CAESAR GROOTMOEDIG (Caesar, DBG. II. 28)
Hoc proelio facto et prope ad internecionem gente ac nomine
Nerviorum redacto,
majores natu, quos una cum pueris mulieribusque in aestuaria ac
paludes conjectos dixeramus,
hac pugna nuntiata,
cum victoribus nihil impeditum, victis nihil tutum arbitrarentur,
omnium qui supererant consensu legatos ad Caesarem miserunt
seque ei dediderunt;
et in commemoranda civitatis calamitate
ex sescentis ad tres senatores,
ex hominum milibus sexaginta vix ad quingentos, qui arma ferre
possent, sese redactos esse dixerunt.
Quos Caesar, ut in miseros ac supplices usus misericordia
videretur, diligentissime conservavit suisque finibus atque oppidis
uti jussit et finitimis imperavit ut ab injuria et maleficio se suosque
prohiberent.
Na afloop van deze veldslag en
toen de stam en de naam van
de Nerviërs … (1)
stuurden de stamoudsten, van
wie ik had gezegd dat ze … (2)
toen (de afloop van) de
veldslag gemeld werd en ze
meenden dat er voor de
overwinnaars … (3) en voor de
overwonnenen … (4) met
instemming van alle
overlevenden gezanten naar
Caesar en … (5).
Bij het gedenken van de ramp
die hun stam getroffen had,
zeiden ze dat ze herleid waren
van … (6) 3 "senatores" en
van … (7) strijdbare mannen
tot … (8).
supplex: smekeling
diligens: zorgvuldig
injuria: onrecht (t.o.v.
personen)
maleficium: slechte daad,
vergrijp (t.o.v. eigendommen)
Caesar: de slag aan de Sabis 18
Bespreking van "De slag aan de Sabis"
1. Caesar beging in zijn opmars tegen de Nervii één onvergeeflijke onvoorzichtigheid.
Welke?
2. a) Ga na hoe hij om die te verdoezelen uitvoerig alle voorzorgsmaatregelen vermeldt
die hij treft. Gebruik bijv. hoofdstuk 17.
b) Wie beschuldigt hij bij deze voorbereidende actie stilzwijgend van een zekere
nalatigheid?
c) Welke verwijtende woorden gebruikt hij in hoofdstuk 27? Zoek de Latijnse woorden.
3. a) Op het einde van hoofdstuk 27 stelt hij de aanval bovendien voor als werkelijk niet te
voorzien. Maar hoe legt hij nu uit dat de aanval dan toch gebeurd is? Lees daartoe
hoofdstuk 19 b.
b) Door welke stijlfiguur wordt de snelheid van de vijand hier in de verf gezet?
4. Vat het verloop van de slag samen, zodat de verschillende strijdfasen duidelijk naar
voor komen.
5. a) Hoe heeft Caesar het 12de legioen gered?
b) En het 7de?
c) Wiens verdienste op dat kritieke ogenblik was misschien even groot?
d) Laat Caesar dat ook uitkomen? Waarom (niet)?
6. De slag aan de Sabis is misschien de meest dramatische episode uit de Gallische
oorlog; ook Caesars stijl, anders zo rustig, zindert nog onder de spanning.
De meest lyrische zin uit het hele Bellum Gallicum vinden we aan het einde van de slag
(II 27);
a) de eerste helft is zeer realistisch: hoe slaagt Caesar erin ons een concreet beeld
voor ogen te spiegelen van de ongelooflijke dapperheid der Belgen?
b) Hoe suggereert Caesar dat ze eigenlijk blijven vechten?
Caesar: de slag aan de Sabis 19
Top Related