Buitengewoon Buitenveldert De buurt die een 7,8 scoort
De zomer van 2014Fotoverslag uit onze buurten
Een woensdag in Het GetijEen bakkie en een spelletje
Huurdersmagazine Stadgenoot Zevende jaargang | oktober 2014 nummer 3
Buiten in de stadGroene vingers brengen kleur in de buurt
Stuur je ’stadste‘ zomerfoto in en
WINzie pagina 16
inhoud
woord vooraf
Buurt in Beeld Buitenveldert:
saai of fraai?
De zomer in beeld
Vrolijke foto’s uit
de buurt
6
16
Grieks avondje uit
Eten, dansen, muziek
bij Plato10How are you?
Aafs do’s en don’ts
van klantgerichtheid11Gezellige boel Buren ontmoeten
elkaar in Het Getij12
De portieken in
Vaklieden nemen werk
van huismeesters over20Groene vingers
Huurders tonen hun
tuin en geven tips23 28Mevrouw Zwart‘Een beetje klassiek
en antiek’
Een hete zomerDe zomer ligt weer achter ons. Hij
was lang en heet en dan heb ik het
niet alleen over het weer. De wereld
stond in brand. Van de Balkan tot
het Midden-Oosten, van Rusland tot
de Verenigde Staten. Overal werd
ruzie gemaakt en gevochten en dat
is nog niet voorbij. Nederland werd
ook geraakt. Een vliegtuig naar
Maleisië vloog op het verkeerde
moment over de verkeerde plek.
Er kwamen 298 mensen om, onder
wie 196 Nederlanders. Aan boord
twee huurders van Stadgenoot. Een
jong stel dat net verhuisd was naar
Argentinië, ons nieuwbouwcomplex
aan het IJ. Het wereldleed kwam
plotseling wel heel dichtbij.
Komkommertijd was het alleen voor
wie groenten kon verbouwen, in de
eigen tuin bijvoorbeeld. In de grote
stad is zo'n stukje groen maar voor
weinigen weggelegd. Wie een tuin-
tje heeft, maakt daar gek genoeg
vaak geen gebruik van. Het is dan
een smoezelige plek waar oude
rommel wordt gedumpt. Dat mag,
zo lang je buren er maar geen last
van hebben, maar leuk is anders.
Een tuintje brengt zo veel kleur en
sfeer in de buurt. Je zou willen dat
iedereen er wat van maakte. In deze
Stadleven zetten we ze in het zon-
netje, onze huurders die hun eigen
oase hebben gebouwd. De buren
genieten mee.
Ik heb de zomer gebruikt om te
verhuizen. Van oost naar west ging
de reis, van Wittenburg naar de
Hoofdweg, vlakbij het Suriname-
plein. Wat een heerlijke buurt. En
wat spannend om de stad van een
heel andere kant te leren kennen.
De parken van Vondel en Rembrandt
op loopafstand. Winkels en terrasjes
all over the place. Zoon Willem in
de draagdoek, de barbecue binnen
handbereik. We hebben genoten.
Eigenlijk was de hele stad een fijne
plek om te zijn. De thuisblijvers had-
den gelijk dit jaar. In dit nummer
van Stadleven een fotoreportage die
dat bewijst. Kinderen die zwem-
men in de Amstel. Feestvierders die
juichen om het Nederlands elftal.
Mensen in de Diamantbuurt die
samen een hapje eten op de
stoep. Er lag een grauwe sluier
over de stad, maar voor de
meeste Amsterdammers was
het gelukkig summertime en
the living was easy.
Pim de Ruiter
Manager Communicatie
Stadgenoot
mijn Geuzenveld
Fotografie Jan Freriks
Olga Mohan woont sinds 2001 in Geuzenveld Zuid. Ze is altijd bijzonder actief in haar eigen buurtje. Daar voelt ze zich thuis. ‘Het is een prachtig stukje Amsterdam. Ik voel me er vrij.’Tekst Yvonne Polman | Fotografie Wout Jan Balhuizen
Reageren? Mail naar [email protected]
1 Binnentuinen Teixeira de Mattosstraat
‘Ik heb een fijne benedenwoning, met een voortuin en achtertuin. Heerlijk in het groen
dus. Geuzenveld bevalt me prima. Het is er ruimtelijk, rustig en er rijden een stuk minder
auto’s dan binnen de ring. Ik ben graag buiten en daarom vind ik het zo leuk dat Stadge-
noot onze binnentuin aan het opknappen is. Ze plaatsen er nieuwe planten en struiken,
een picknicktafel en plantenbakken zodat bewoners kunnen tuinieren.’
2 Sloterpark
‘Een heerlijke plek om te zijn, vind ik. Er is van alles te doen en te zien. Zoals het Ruige Riet,
vroeger ook wel Vogeleiland genoemd. Dit is een gebied vlakbij het Geuzeneiland dat zich
sinds de jaren vijftig heeft ontwikkeld tot natuurterrein. Ook is er een aantal kunstwerken,
zoals het Groot Landschap. Maar gewoon lekker op een bankje zitten en om me heen kijken
naar de mooie natuur, vind ik ook heerlijk. Soms kom ik bekenden tegen.’
3 Lambertus Zijlpleinmarkt
‘Op maandag ga ik wel eens naar de Lambertus Zijlpleinmarkt. Ik vind het leuk om te snuf-
felen bij de kraampjes. Maar ik ga alleen als ik veel tijd heb, want ik wil ook gezellig kunnen
kletsen met de marktkooplui. Ik ben altijd nieuwsgierig naar hoe het met hen gaat.’
4 De Nijkamptuin
‘Tijdens de open schooltuindagen in de Nijkamptuin help ik met koffie en thee schenken. Ik
geniet van het contact met de mensen daar, die ik meestal alleen zie tijdens de open dag.
Ik vind de Nijkamptuin een erg leuk initiatief, het is belangrijk dat kinderen uit de stad iets
leren over de natuur.’
5 Het Pluspunt
‘Hier kom ik eens per maand op zaterdag en dan assisteer ik bij de rommelmarkt in het
Pluspunt. We hadden eerst alleen de bovenverdieping van het pand tot onze beschikking,
dat was erg lastig voor mensen in een rolstoel of met een rollator. Samen met de initia-
tiefnemer van de rommelmarkt, heb ik me ingezet om ook de benedenverdieping erbij te
krijgen. Dat is gelukt! De rommelmarkt is nu toegankelijk voor iedereen.’
Wilt u ook graag vertellen hoe leuk uw buurt is? Mail naar [email protected]
‘Ik geniet van het contact met de mensen’
2 Stadleven 3 | 2014 3Stadgenoot
2
1
1
3
3
4
5
5©Google
4
2
kort nieuws kort nieuws
Parlementaire enquête
PrikactieElke dinsdag trekt huismeester Rutger Zaal,
vaak vergezeld door buurtbewoonster Ans
Uiterwijk en een groep van zo’n tien cliënten
van dagcentrum De Elzen, ten strijde tegen
lokaal zwerfafval. De prikactie in Zuidwest
Kwadrant (Osdorp) wordt georganiseerd
door Recycle Valley. ‘De buurt was behoorlijk
vervuild toen de groep een half jaar geleden
begon met schoonmaken’, vertelt Rutger. De
mensen gaan positiever denken over hun leef-
omgeving, merkt hij. Buurtbewoners knikken
regelmatig goedkeurend als ze de groep bezig
zien. ‘Ze zien dat huismeesters niet alleen
maar aan het regelen zijn, maar zich ook actief
inzetten, en dat de cliënten van De Elzen iets
terugdoen voor de buurt.’
Volg ons ook op Twitter: @stadgenoot
Facebookpagina: www.facebook.com/stadgenoot
4 5StadgenootStadleven 3 | 2014
Wie het nieuws een beetje volgt, is het niet
ontgaan. Een parlementaire enquêtecommis-
sie doet onderzoek naar het functioneren van
woningcorporaties. De openbare verhoren
hebben we gehad, op 30 oktober wordt het
rapport gepresenteerd. Aanleiding was een
hele reeks incidenten met corporaties. Fraude
bij Rochdale. Een miljoenendebacle met het
schip de SS Rotterdam. Financiële misstanden
bij Vestia. De meeste corporaties hebben zich
gelukkig keurig gedragen, maar de vraag blijft
hoe er zo veel mis heeft kunnen gaan. Het is
spannend wat het onderzoek zal opleveren.
We gaan het laatste gat aan de Zuidelijke
IJ-oever dichten. Op 1 oktober slaan we de
eerste paal. Samen met Altera Vastgoed gaat
Stadgenoot hier 159 huurwoningen bouwen.
Er komt een gebouw te staan met 66 vrijesec-
torwoningen (ontwikkeld door Altera) en
93 sociale huurwoningen (door Stadgenoot).
Op de begane grond komt 400 m2 broedplaats
voor kunstenaars. Het is het laatste blok van
het project Argentinië, schuin tegenover
club Panama aan de Oostelijke Handelskade.
De eerste twee blokken – in opvallende
neo-klassieke stijl – werden twee jaar
geleden opgeleverd. Het sluitstuk van het
project krijgt een veel soberder aanzien.
Het ontwerp van Studio NineDots sluit
naadloos aan bij de stoere vormen van de
andere nieuwbouw in de buurt.
Konijnen zijn lief. Nauwelijks voor te stellen
dat die aaibare beestjes voor overlast kunnen
zorgen. Maar dat doen ze wel. Ze graven
lange gangen waardoor grasveldjes, stoepen
en straten verzakken. Dat levert gevaarlijke
situaties op.
In de Borrendammerbuurt in Osdorp lagen de
tuinen er op een gegeven moment treurig bij.
Zodra een roos haar blaadjes had geopend,
knaagde een konijn de bloem eraf. Stadgenoot
wilde de konijnen op een diervriendelijke
manier weg krijgen en won advies in bij Duur-
zaam Fauna Advies. Samen met hoveniersbe-
drijf Van Ginkel en de GGD is het probleem nu
opgelost, zonder gif te gebruiken of de diertjes
op een andere manier dood te maken. Om
te voorkomen dat ze terugkomen, is er een
hek om de tuinen geplaatst en zijn de tuinen
opnieuw aangelegd. Het resultaat: de tuinen
zijn konijnvrij en zien er weer mooi uit.
En de konijnen? Die zijn verhuisd naar onder
andere het Botteskerkpark.
Daar huppelen ze nu
vrolijk rond. De Dieren-
bescherming is blij
met de manier waarop
Stadgenoot de konijnen
uit de tuinen heeft geweerd.
Laurens van der Graaff en zijn vriendin
Karlijn Keijzer huurden een woning van
Stadgenoot in het nieuwbouwcomplex
Argentinië aan de Oostelijke Handels-
kade. In juni vorig jaar werd Laurens
nog geportretteerd in Stadleven. Hij
vertelde enthousiast over de nieuwe
woning en de toekomstplannen die
hij met Karlijn had. Hun vlucht met de
MH17 van Malaysian Airlines maakte
op 17 juli een wreed einde aan alle
dromen. Onze aandacht gaat uit naar
hun familie en vrienden.
Vóór 1 juli publiceert Stadgenoot altijd zijn jaarverslag over het voor-
gaande jaar. Een heel boekwerk is dat. Je moet er echt even voor
gaan zitten. Voor wie geïnteresseerd is: alle jaarverslagen staan op
www.stadgenoot.nl. Er wordt ook een handzaam en leesbaar boekje
van gemaakt, rijk geïllustreerd en boordevol overzichtelijke graphics.
Onze zakelijke relaties ontvangen dat automatisch.
Wilt u dit boekje ook ontvangen? Stuur dan een mailtje aan
Laatste fase Argentinië
Dierenbescherming blij met Stadgenoot
Twee huurders omgekomen bij rampvlucht
Jaarboekje 2013
Artist Impression
buurt in beeldbuurt in beeld
7Stadgenoot
De naam zegt het al: Buiten-veldert. In de jaren 50 hield de stad hier op. Hier was je buiten. Hier fietste je langs de Amstel richting Ouderkerk, hier was het niemandsland tussen Amsterdam-Zuid en Amstelveen. Anno 2014 heeft Buiten-veldert een wat saai imago. Toch scoort de wijk bij bewoners een 7,8. Wat is er zo buitengewoon aan Buitenveldert? Tekst Gijs Coffeng | Fotografie Hans van der Vliet
Grotere woning, met een doucheWie de snelweg afrijdt – afslag Rai – draait
de Europaboulevard op. Kantoren, flats en ho-
tels bepalen hier het straatbeeld. Naar rechts
de Boelelaan op is het al niet anders. Aan
het einde doemen de torens van de Zuidas
op. Daar tegenover liggen de karakteristieke
galerijflats waar Buitenveldert vol mee staat.
Het is makkelijk om deze buurt te bekijken als
een eentonig stukje Amsterdam. Tekstschrij-
ver Michel van der Plas schreef eind jaren
60 het nummer ‘Zondagmiddag Buitenvel-
dert’ voor zanger/cabaretier Frans Halsema.
Hij dichtte onder andere: ‘Zondagmiddag,
eindeloos, in blokkendoos na blokkendoos.’
Maar toch is de buurt altijd populair geweest
als woonbuurt. Dezelfde Van der Plas schreef
in hetzelfde nummer: ‘Het weer is net wat
opgehelderd, ’t is zondagmiddag Buitenvel-
dert, de flats zijn hoog en goed gebouwd.’
En dat is het precies. Ga maar eens praten
met een bewoonster van het eerste uur. Joke
Moviat weet nog dat het zand lag opgespo-
ten waar je met een slee vanaf kon glijden. In
1963 kwam ze hier wonen. De eerste wonin-
gen werden opgeleverd. Buitenveldert was
een stadsuitbreidingsgebied. Joke betrok er
met haar broers en ouders een vierkamerap-
partement. ‘Mijn moeder kwam uit Brabant,
mijn tweede vader uit Friesland’, vertelt ze.
‘Het waren geen stadsmensen. Toen ze de
kans kregen om naar de rand van de stad te
verhuizen, zijn ze meteen gegaan. Bovendien
kregen we hier een grotere woning, met een
douche. Dat hadden we niet in de Majuba-
straat in Oost.’
Je zit zo in het bosZe woont er nog steeds in Loevestein, met
een korte onderbreking, meer dan vijftig jaar.
‘Ik vind het hier enig. Je zit zo in het bos, zo
in het park. En je hebt alles bij de hand. Het
is een heerlijke buurt om te wonen.’ Dat vindt
ook Ron Heering. De oud-brandweerman
woont ook al dertig jaar in Buitenveldert.
‘Ja, voor vertier moet je naar de stad. Maar
met de sneltram ben daar zo. Verder heb-
ben we hier een rustige, nette buurt. Het
Buitengewoon Buitenveldert
>
Het GelderlandpleinDit overdekte winkelcentrum aan de
A.J. Ernststraat is echt de plek om te
shoppen. Alle ketens zitten er, maar
ook een paar bijzondere winkels, zoals
de Japans-Koreaanse speciaalzaak, die
de vele Aziaten in de buurt bedient.
‘De hele buurt ligt ingesloten tussen groen’
buurt in beeld buurt in beeld
Amstelpark is vlakbij, het Amsterdamse Bos
ligt aan de andere kant. En we hebben het
Gijsbrecht van Aemstelpark. De hele buurt ligt
ingesloten tussen groen. Wat ik jammer vind,
is dat alle sportvelden zijn verdwenen door de
komst van de Zuidas. Je had hier van alles. Nu
heb je alleen nog voetbalclub AFC en Buiten-
veldert. Er is veel groen weg.’
Blij dat je naar me luistertHuismeester Patrick Zeelen is twee dagen in
de week in Buitenveldert. De andere dagen
werkt hij in de Westerpark-buurt. ‘Daar vlieg
ik van hot naar her. Maar hier is het rustig,
hoor. Ik zie mijn rol hier vooral als de sociale
huismeester. Ik loop over de galerij, dan gaat
er altijd wel ergens een deur open, mensen
willen een praatje maken, ik vervang eens
een lampje. Ik geef zelfs adviezen over verze-
keringen. Laatst kreeg ik nog een compliment
van meneer Kramer. Die meneer woont hier
alleen, zoals veel oudere bewoners hier al-
leen wonen. Hij zei: ik ben blij dat jij naar me
luistert. Dat is toch mooi?’
De jonge generatieBuitenveldert is vergrijsd. Als we even voor de
deur van Oldengaarde staan, loopt de ene na
de andere senior naar buiten. ‘Het leven gaat
hier zijn gangetje’, zegt Patrick. ‘Er zijn geen
problemen. Misschien komt dat wel doordat
de mensen hier al zo lang wonen. Kijk om je
heen, alles is hier keurig. De portieken, de
galerijen.’ Stadgenoot heeft in Buitenveldert
niet heel veel bezit. Alle corporaties doken
indertijd op het stadsuitbreidingsgebied,
de buit is verdeeld. Die buit bestaat vooral
uit driekamer- en vierkamerappartementen,
veelal ondergebracht in VvE’s. ‘Komt er een
woning vrij, dan wordt die verkocht’, zegt Pa-
trick. Langzaam druppelt er dus een nieuwe,
jonge generatie de wijk binnen. ‘Leuk toch’,
zegt Ron Heering. ‘Zo is het leven. De oude
generatie gaat dood, of verhuist naar een be-
jaardenwoning. En de jonge generatie brengt
weer nieuw leven in de buurt. Er komen
steeds meer studenten en starters. Ach, ik
snap wel dat ze geen tijd hebben voor allerlei
activiteiten, zoals onze bewonerscommissie.
Die jonge mensen moeten veel te lang wer-
ken. Dus dat doet de grijze massa. Onze bewo-
nerscommissie houdt bijvoorbeeld één keer
in de maand een spreekuur.’ Hij lacht. Joke is
er inmiddels vandoor. Zij moet nog een hond
uitlaten van een van de buren. ‘Ik heb een
hele rits sleutels’, zegt ze voor ze wegrent. ‘Ik
heb mijn hele leven in de verpleging gewerkt.
En dat gaat gewoon door. Ik kom bij heel veel
oude mensen thuis die hulp nodig hebben. Zo
gaat dat hier.’
‘Langzaam druppelt er een nieuwe generatie de wijk binnen’
Ron Heering en Joke Moviat
De RiekermolenDateert uit 1686 en stond oorspronkelijk
in de Riekerpolder bij Sloten. In 1961 is de
molen herbouwd langs de Kalfjeslaan aan
de rand van Buitenveldert. Voor de molen
staat een standbeeld van Rembrandt die
langs de Amstel veel schilderijen maakte.
Het Amstelpark Werd in 1972 aangelegd voor de Floriade,
een tuinbouwtentoonstelling. Het park
heeft een prachtige rozentuin, een Rodon-
dendronvallei, een grote speeltuin en een
smalspoortreintje.
Amsterdamsche Football Club (AFC)Samen met SC Buitenveldert (foto) is AFC
de enige overgebleven sportvereniging aan
de Zuidas. In 1962 streek de oudste voetbal-
club van Amsterdam hier neer. Een middagje
AFC levert je leuk voetbal, een enkele
bekende voetballer op de tribune en een
prachtig carillon op.
Het Amsterdamse Bos Werd in de jaren 30 en tijdens de oorlog
aangelegd door werkloze Amsterdammers
als recreatievoorziening. Het bos was in
1964 gereed en is bekend vanwege de Bos-
baan (de roeibaan), het openluchttheater,
de museumtram en de geitenboerderij.
9Stadgenoot8 Stadleven 3 | 2014
Wie Makis Konstadopulos (51)
Wat eigenaar Grieks restaurant Plato Waar Nieuw-West
Sinds wanneer ‘In 1988 was het al een
Grieks specialiteitenrestaurant, in 1998
werd ik eigenaar’
‘De kwaliteit van ons eten en de gastvrijheid
die we bieden zijn allebei even belangrijk.
Al serveer je nog zo’n lekkere maaltijd, wan-
neer je een chagrijnig gezicht op zet, komt
er natuurlijk niemand meer. Ook mensen
van buiten Amsterdam komen speciaal naar
Plato om er een van onze specialiteiten te
proeven. Zoals Kleftiko, een ovengerecht
met lamsvlees, spinazie en feta. Het zijn
specialiteiten uit de regio waar ik vandaan
kom, dat is Centraal Griekenland, ofwel
Sterea Ellada zoals wij Grieken dat noemen.
Zelf sta ik regelmatig in de keuken, maar
ook in de bediening. Eigenlijk vind je me
overal in het restaurant, ook als gastheer.
Het leukst vind ik het om net dat beetje
extra te doen voor onze gasten. Bijvoor-
beeld wanneer iemand jarig is. Dan zorgen
wij voor vuurwerk, zingen we ‘Lang Zal Ze
Leven’ en maken we een leuke foto, die we
meteen op onze Facebook-pagina zetten.
Elke eerste zaterdag van de maand treedt er
een dansgroep op, met traditionele Griekse
kostuums. Dat is feest! We nodigen gasten
uit om mee te doen, maar ze mogen natuur-
lijk ook gewoon kijken. Elke derde zaterdag
van de maand is er live muziek. Op deze
manier is eten bij ons echt een avondje uit.
Als alles zo goed blijft gaan als nu, blijven
we hier de komende tien jaar nog wel zit-
ten. Het bevalt me prima.’
Stadgenoot geeft ondernemers de ruimte.
Kijk op www.stadgenoot.nl of bel:
020 - 511 80 00 (optie 2).
de ondernemer
Gia mas!*
*Proost!
10
Klantgerichtheid is, vermoed ik, niet een feno-
meen dat in Nederland is uitgevonden. Wel in
Amerika. Daar staat bij de deur van de winkel al
een persoon op vrolijke toon ‘How ARE you?’ te
roepen, daar pakken speciale supermarktmede-
werkers je boodschapjes in in bruine papieren zak-
ken en loopt er desnoods iemand mee naar je auto
om de boel in te laden, daar hebben flatgebouwen
een doorman die niet alleen de post aanneemt
en de lift voor je vasthoudt, maar die ook je sto-
merijspulletjes in ontvangst neemt, een taxi voor
je aanhoudt en een grote paraplu voor je heeft
klaarstaan als het regent.
Althans, dat van die doorman is voor de rijken
weggelegd. Maar dat van ‘How are you?’ en de
bruine papieren zakken kan iedereen verwachten die in Amerika zijn inkopen doet.
Heerlijk is die klantvriendelijkheid, al heb ik er bij een uitgebreide winkelronde in New York ook wel-
eens schoon genoeg van gekregen om de ‘how are you’-vraag bij elke entree weer te beantwoorden
met een al even zonnig ‘Fine!!! THANKS!’
En zelf maak ik stiekem ook het verschil tussen echte klantvriendelijkheid en klantvriendelijkheid
met een duister randje eraan. Echt klantvriendelijk waren bijvoorbeeld de twee mensen die vroeger
de Bruna bij mij om de hoek bestierden, en die altijd zeiden: ‘Komt later wel,’ als mijn pinpas het niet
deed. Of de vrouw van de delicatessenzaak ook om de hoek, die aanbood om die moeilijk te verkrij-
gen quinoavlokken even voor me te bestellen bij de groothandel. De barista bij de Coffee Company
die mijn vaste bestelling (kleine latte) heeft onthouden – ook klantvriendelijk. Of de fietsenmaker
die, naast het plakken van mijn band, ook mijn remmen en lichten checkt.
Maar, terug naar Amerika, daar heeft al die overdreven klantvriendelijkheid ook een keerzijde. In
Miami is mijn vader, die, moet ik toegeven, een zeer slechte fooiengever was, een keer tot buiten
achtervolgd door een schreeuwende serveerster die precies wilde weten wat ze verkeerd had gedaan
om zijn in haar ogen te kleine fooi te verdienen.
En mijn zus, die al jaren in Boston woont, en zich daar bij winkelpersoneel populair maakt door haar
grote liefde voor kleren kopen, postte onlangs een foto op Facebook. De dame van haar favoriete
Juicy Couture-winkel, waar zij een spijkerbroek en een sjaal had gekocht, had haar op haar huisadres
een handgeschreven ansichtkaart gestuurd met bedankjes voor haar aankopen en de belofte dat ze
die ene spijkerbroek die ze niet in haar maat hadden, wel even bij een ander filiaal zou opsporen.
‘It was a pleasure meeting you the other day,’ begon het kaartje van deze Katie.
Dan weet je dat je ergens teveel geld uitgegeven hebt, concludeerde mijn zus.
column
(1975) is columniste en schrijfster.
In haar vaste column in Stadleven
schrijft ze over haar leven in de stad.
Aaf Brandt Corstius
11Stadgenoot
Tekst Wendy Dekker | Fotografie Wout Jan Balhuizen
Stadleven 3 | 2014
Kom gezellig proeven van de Griekse sfeer in restaurant Plato! Lever deze bon in en geniet van een gratis heerlijk dessert: Griekse yoghurt met honing en walnoten.
Deze speciale Stadgenoot-actie is geldig van 1 oktober tot 1 november 2014.
GRATIS DESSERT
reportage reportage
Een gezellige boel is het, woensdagochtend en woensdagavond in Het Getij. In het appartemen-tencomplex aan de Savornin Lohmanstraat in Geuzenveld-Slotermeer komt dan een groepje bewoners bij elkaar voor een bakkie en een spelletje. Stadgenoot regelde de ruimte, twee kunstenaressen maakten er samen met de bewoners iets moois van. Tekst Erwin Rooyakkers | Fotografie WJ Balhuizen
>
Buren maken het zelf gezellig
‘Eerst nog een keer sjoelen met Cor. Revanche nemen voor laatst.’
Foto boven Vaste bezoekers op de woensdag. Achter de tafel: Marrie en Nel. Voor de tafel:
Cynthia, Anny, Frie en Cor Foto links Anny, Frie en Toon
13Stadgenoot12 Stadleven 3 | 2014
Wachten op elkaarIn het gebouw uit 2010 heeft Stadgenoot op de begane grond een ont-
moetingsruimte gemaakt voor bewoners. De eerste jaren stond die leeg.
Anny Postma, een van de bewoners, vertelt waarom: ‘Wij zaten te wach-
ten tot Stadgenoot ons zou vertellen wat we daar konden gaan doen.
En volgens mij zat Stadgenoot juist te wachten op een initiatief vanuit
de bewoners.’ Maar begin dit jaar gebeurt er wat. Kunstenaars Wil van
Blokland en Mirjam Bakker gaan in de ontmoetingsruimte met bewoners
aan de slag om de twee entrees van Het Getij op te vrolijken.
KleurenpaletDe kunstenaars hingen eerst een palet met 105 verschillende kleuren op.
Daaruit kozen de bewoners hun lievelingskleur. Vervolgens gingen ze met
die kleur als uitgangspunt aan de slag om met verschillende materialen
een eigen kunstwerk te maken. Ook maakten Wil en Mirjam van alle
gekozen kleuren twee levensgrote ‘streepjescodes’; één voor elke entree.
Hoe vaker de kleur gekozen was, hoe breder de strook. Misschien nog wel
het allerleukste, vindt kunstenares Wil, is dat bewoners elkaar door het
kunstproject hebben ontmoet en leren kennen. ‘Ze hebben een officiële
opening van de ruimte georganiseerd en ze komen er sindsdien regelma-
tig samen. Een onverwacht cadeau!’
DoorzettenWoensdagochtend en woensdagavond zijn de vaste momenten waarop de
ontmoetingsruimte gevuld is met gesprekken, gelach, de geur van koffie
en de sfeer van gezellig onder elkaar zijn. Cynthia Alebregtse is net als
Anny een van de vaste bezoekers: ‘Ik leerde deze ruimte kennen tijdens
het kunstproject. Toen we hier zo aan het werk waren, had ik iets van:
nu moeten we doorzetten, nu moeten we ervoor zorgen dat dit ook
‘Nog wat koffie, buurman?’
‘Lekker, meis. Heb je er nog zo’n lekker koekje bij. Die krijg ik thuis niet.’
(...)
‘Wij gaan een potje kaarten. Doen jullie mee?’
‘Eerst nog een keer sjoelen met Cor. Ik moet revanche nemen voor laatst.’
‘Zei je dat vorige week ook al niet?’
Er klinkt gelach in de ontmoetingsruimte van Het Getij. Acht bewoners
weten elkaar hier sinds mei iedere woensdag te vinden. De ruimte
bestaat al een paar jaar, dus waarom gebeurde dat niet al eerder?
reportage
14
Klantenservice
Stadleven 3 | 2014
echt een ontmoetingsruimte wordt.’ Zo gezegd, zo gedaan. Er werd een
avond geprikt, in de gang verschenen uitnodigingen en sindsdien komt er
een groepje bewoners twee keer per week bij elkaar. ‘Er is ook nog heel
even een handwerkclubje geweest, maar dat is niet goed van de grond
gekomen. Best jammer, eigenlijk.’
AankloppenDe koffieochtenden en spelletjesavonden zorgen niet alleen op de woens-
dag voor een betere sfeer in Het Getij. Het werkt ook verder door. Coby
Postma: ‘Ik kende hier eerst alleen mijn zus Anny. Maar door de koffieoch-
tenden en spelletjesavonden heb ik veel meer buren leren kennen. Voor-
heen zei je wel hallo als je elkaar tegenkwam, maar daar bleef het bij. Nu
maken we even een praatje en weet je ook wat je wel en niet tegen elkaar
kan zeggen.’ ‘En als er wat is’, valt haar zus bij, ‘kunnen we op elkaar reke-
nen. We komen verder niet bij elkaar over de vloer. Maar heb je hulp nodig,
dan kunnen we altijd bij iemand aankloppen. Dat is echt een heel prettig
gevoel.’ Cynthia is het daarmee eens. ‘Er is nu meer sociale controle.’
AfvalDe man van Anny gaat daar nog een stapje verder in. Elke ochtend loopt
hij een rondje rond het gebouw om alle rommel op straat op te ruimen.
Anny: ‘Af en toe werkt hij nog. Maar zelfs dan, als ie om zes uur ’s och-
tends de deur uitgaat, maakt hij zijn rondje. Er liggen vaak lege frisdrank-
blikjes en ander afval. De laatste tijd lijkt het trouwens alsof er minder
afval zomaar op de grond gegooid wordt. Misschien dat de kinderen uit
de buurt en hun ouders eindelijk doorhebben dat het niet normaal is om
je afval gewoon te laten vallen.’ De buren praten, sjoelen, kaarten en
lachen nog een tijdje door. ‘En heb je inmiddels je revanche, buurman?’
‘Volgende week, dan win ik zeker.’
‘Heb je hulp nodig, dan kunnen we altijd bij elkaar aankloppen’
De zomer ligt achter ons. Tijd om ons voor
te bereiden op de herfst en de winter. Tijd
om kennis te maken met Mijn Stadgenoot.
Via Mijn Stadgenoot kunt u altijd bij ons
terecht. 24 uur per dag, 7 dagen per week.
Voor vragen, klachten, reparatieverzoeken,
noem maar op. Uw kwestie wordt direct in
behandeling genomen. Wel zo’n fijn idee, als
u ooit een lekkage hebt of ander ongemak
wilt melden.
Nog niet ingelogd? Doe het vandaag nog.
Handig voor als er écht iets aan de hand is.
Ga naar www.stadgenoot.nl en klik
op het blokje rechtsboven in het scherm.
Inloggegevens kwijt? Geen probleem. Ga
naar www.stadgenoot.nl/mijn. U ontvangt
uw gegevens zo snel mogelijk opnieuw.
15Stadgenoot
Niks aan de hand?Activeer
Mijn Stadgenoot
Wordt uw initiatief gesteund?Heeft u een leuk idee om samen met uw buren iets gezelligs te
organiseren. Laat het ons weten en misschien kunnen we uw idee
ondersteunen. Mail naar: [email protected]
Cynthia Alebregtse (rechts) met vaste bezoekster Gerda
Coby en Frie
Cor
’t Is weer voorbijreportage reportage
Hoe beleefden huurders van Stadgenoot de afgelopen zomer? Fotograaf Hans van der Vliet reed rond op zijn fiets en maakte een reportage. Fotografie Hans van der Vliet
Buitenveldert
In het Amstelpark wordt deze zomer door het bedrijf Stadshout een
nieuw muziekpaviljoen gebouwd met timmerhout dat is gemaakt van
>
16 17StadgenootStadleven 3 | 2014
31
2
1 Osdorp
Tijdens de pauze even naar buiten. Verpleger
Abdel Boazza en collega’s Suenny en Zippora
Coutinho wandelen door stadspark Osdorp.
2 Oud-West
Liam speelt met zijn kat Charlie in een zandbak
bij de 2e Constantijn Huygensstraat. Tania en
Eddie Westbroek komen hier graag met hun
zoontje.
3 Nieuwendam
Op het WK hebben we Spanje verpletterend
verslagen. Nieuwendam juicht. Als Nederland
speelt, vind je hier de mooist versierde straten
van Amsterdam.
4 Buitenveldert
Joy Mulumba woont samen met haar
kinderen al jaren in Doddendaal in
Buitenveldert, populaire woonbuurt
in Amsterdam-Zuid (zie p6).
5 Noord
Zina Kisch en Karlijn Hamer bij hun mobiele
café de Lucky Star Spot. Ze staan deze zomer
bij de Noorderparkkamer in Amsterdam-Noord.
6 Diamantbuurt
Peter van Maren (rechts op de foto) is al jaren
het stralende middelpunt van de Diamant-
buurt. Hij organiseert van alles voor de jeugd
en regelt soms een buurtbarbecue.
7 Diamantbuurt
De aanlegsteiger van Roeicentrum Berlagebrug
is in de zomer een zandloos stadsstrand waar
mensen uit de hele buurt komen zonnen en
zwemmen.
8 Centrum
Wie niet bang was voor een spatje regen
juichte de jongens en meisjes van de Canal
Parade toe.
WINMail je ’stadste‘
zomerfoto en win een bioscoopbon
reportage reportage
18 19StadgenootStadleven 3 | 2014
86
54 7
interview interview
Een drangertje afstellen, een naamplaatje bevestigen, een lampje vervangen. Als het aan Richard Kröber en Linda Schalkwijk van Stadgenoot ligt, hoort dat in de toekomst tot de taken van de vaklieden, en niet meer bij de klusjes die de huismeester verricht. Een proef in Nieuw-West moet uitwijzen of huismeesters en vaklieden efficiënter kunnen worden ingezet. In het belang van de huurder.Tekst Gijs Coffeng | Fotografie Jan Freriks
’De portieken in, de verhalen horen‘
‘Onze huismeesters moeten meer sociaal beheer gaan uitvoeren’, zegt
Richard Kröber (manager Dagelijks Onderhoud). ‘We zien nu een bewe-
ging dat corporaties terug gaan naar de kerntaak, sociale verhuur. Maar
dat gaat verder dan het verhuren van stenen. De sociale leefbaarheid
zien wij ook als een belangrijke taak van de corporatie, een taak die
vooral ligt bij onze huismeesters. Zij zijn de ogen en de oren van de wijk.
Het weghalen van de kleine klusjes moet de huismeesters meer tijd op-
leveren om de straat op te gaan.’ ‘We moeten kritischer kijken naar waar
we onze capaciteit inzetten’, zegt Linda Schalkwijk (manager Gebieds-
beheer). ‘We hebben verschillende gebieden benoemd. Gebieden waar
het goed gaat en waar wij alleen een goede huisbaas hoeven te zijn,
gebieden waar we actief moeten inzetten op leefbaarheid. Schoon, heel
en veilig zijn voor ons drie uitgangspunten van de Basiskwaliteit, zeg
maar de minimumeisen waaraan leefbaarheid moet voldoen.’
>
Edson Nielo: ‘Ik pak dat meteen wel even mee’
‘We moeten geld inleveren en toch willen we er zijn’
Meer van het sociale‘Het idee spreekt me zeker aan’, zegt huismeester Dariusz Zurek, die aan
de pilot deelneemt. ‘Ik ben zelf meer van het sociale, techniek is niet zo
mijn ding. Ik zou heel graag weer meer tijd willen hebben om de buurt
in te kunnen en met mensen te praten, mensen helpen. Vroeger had
ik 800 woningen, dat was goed te behappen. Maar sinds we er meer
wijken bij hebben gekregen, kom ik er gewoon niet meer aan toe. Maar
ik mis het wel. Wij moeten de portieken in, de verhalen horen. Als er
achter een voordeur huiselijk geweld plaatsvindt, komen mensen dat
echt niet hier op kantoor vertellen. Maar als je langsloopt en je komt de
buurman tegen in de portiek, dan wil hij je zo’n verhaal nog wel eens
toefluisteren. Nu gebeurt het wel eens dat ik een gesprek moet afkap-
pen omdat ik te weinig tijd heb.’
EfficiënterElke dag rond 12.00 uur komen de huismeesters en de vaklieden in
Nieuw-West bijeen. In een kort onderonsje worden de extra klussen
doorgenomen. Wie doet wat? ‘Ik kom daar toch in de buurt’, zegt onder-
houdsmonteur Edson Nielo. ‘Ik pak dat meteen wel even mee.’ ‘Prima’,
zegt huismeester Jerry Duim. ‘Dan zet ik jouw naam daarbij.’ Een uur
extra hebben ze in de planning gekregen voor het uitvoeren van deze
kleine klusjes. Zijn de deelnemers enthousiast? ‘We zijn net begonnen’,
zegt Dariusz. ‘De proef loopt tot het eind van het jaar. We ervaren nu
dat we best veel handelingen moeten doen. Mail sturen, bonnummer
krijgen, bespreken, terugkoppelen. Het kan allemaal nog wel efficiënter.’
Efficiency en klanttevredenheid zijn ook belangrijke doelen van deze
pilot. Richard Kröber zegt: ‘In een testfase moet je veel vastleggen. We
moeten inzichtelijk krijgen of wat we willen haalbaar is. Dus dan moet
je registreren.’ ‘Zoals ik al zei: deze pilot gaat ook over bewustwording
van waar we onze middelen het beste kunnen inzetten’, zegt Linda. ‘Wij
moeten geld inleveren, hebben dus minder capaciteit en toch willen we
er zijn voor onze huurders. Dan moet je de zaken slimmer aanpakken.’
‘Als we de dit straks over heel Amsterdam gaan uitrollen, zal het minder
een papierwinkel zijn’, zegt Richard. ‘Dan zullen de jongens in de praktijk
merken dat ze meer tijd gaan overhouden. En zullen onze huurders
merken dat er sneller wordt gereageerd op hun reparatieverzoek. Soms
binnen een dag.’
Eigen verantwoordelijkheidDe pilot vraagt van huismeesters en vaklieden andere vaardigheden.
Edson Nielo: ‘Wij krijgen er meer werkzaamheden bij en moeten breder
inzetbaar zijn. Alle monteurs moeten allround servicemonteur worden.’
Maar behalve dat wordt van hen ook een signalerende rol verwacht. Linda Schalkwijk en Richard Kröber
21Stadgenoot20 Stadleven 3 | 2014
‘Het moet een wisselwerking zijn’, zegt Richard Kröber. ‘De huismees-
ters gaan de straat op, onze vaklieden komen bij de mensen thuis. Zij
zijn dagelijks aanwezig op de plekken waar onze huurders wonen. Zij
zien vervuiling, dichtgeplakte ramen, eenzaamheid.’ ‘Zij melden nu ook
al dit soort zaken’, vult Linda aan. ‘Maar het zou mooi zijn als het meer
wordt.’ Richard: ‘Dat vraagt ook meer eigen verantwoordelijkheid en
zelfstandigheid. We gaan kijken of dat werkt. Of monteurs inderdaad op
een andere manier naar de wijk kunnen kijken. Of ze een aanspreekpunt
kunnen zijn. Daarom monitoren we veel. We willen echt luisteren naar
de jongens. Zij maken de pilot mogelijk, hun ervaringen zijn belangrijk
om het systeem steeds beter te maken.’ ‘Een heel praktisch ding waren
de werkbonnen’, zegt Edson Nielo. ‘Die moeten een bonnummer heb-
ben. Normaal worden die pas ’s middags aangemaakt. Maar voor de
proef hebben we voor 12.00 uur een bonnummer nodig. De opdrachten
krijgen nu een aparte code mee, zodat ze voorrang krijgen.’
Betrokken bewonersEr is nog een aspect dat meespeelt in deze pilot en wat in de hele
maatschappij op dit moment speelt. Mensen moeten zelfredzaam zijn.
‘Dat geldt ook voor onze bewoners’, zegt Linda. ‘Corporaties hebben
jarenlang alles uit handen genomen. Het netjes houden van het por-
tiek en klein herstel uitvoeren is de verantwoordelijkheid van onze
huurders. Maar de afgelopen tientallen jaren is dat meestal uitbesteed
aan professionele schoonmaakbedrijven of huismeesters. Nu vragen
we van huurders om zelf hun weg te zoeken als er iets kapot is. Lost hij
dat drangertje zelf op, prima. Zo’n betrokken bewoner, die zelf verant-
woordelijkheid neemt, gaat ook beter om met de buurt.’ Richard: ‘Dat
nieuwe gedrag gaat natuurlijk niet van de ene op de andere dag. De
huismeester in zijn nieuwe rol kan daar bij helpen. Reparatieverzoeken
kunnen via de Klantenservice en via Mijn Stadgenoot worden doorge-
geven of door het huismeesterkantoor binnen te lopen. Maar in alle
gevallen zal de aanvraag bij één van de vaklieden terecht komen en zal
het niet meer de huismeester zijn die de lampen vervangt.’
De proef loopt tot eind van dit jaar. Tussendoor wordt de balans opge-
maakt. Volgens Richard Kröber is dit de voorloper van een beweging die
heel Stadgenoot gaat maken. ‘Efficiënter, klantgerichter, socialer.’
De proef in het kort Vaklieden nemen klusjes van de huismeesters over
De huismeester krijgt meer tijd voor sociaal beheer
Zo kan Stadgenoot klantgerichter en efficiënter werken
portretserieinterview
Ook zo genoten van al dat groen en die kleurige bloemen in de stad? Aan bruggen, in bermen,
plantsoentjes, rondom bomen; de natuur is overal. En natuurlijk ook in tuintjes, op balkons
en op dakterrassen. Leuk voor de bewoners zelf én voor de buren. Want die genieten er ook van. Wilt u ook meer groen in de buurt? Laat u inspireren door drie van onze huurders, die elk op hun eigen manier kleur in de stad brengen.
Tekst Erwin Rooyakkers | Fotografie Jan Freriks
Groene vingers brengen
kleur
22
>>
Stadleven 3 | 2014
Dariusz Zurek: ‘Ik ben zelf meer van het sociale’
23Stadgenoot
portretserie portretserie
25Stadgenoot24
Zaden en stekjes uit de tuin van Huik Moes (66) vinden regelmatig hun weg naar andere tuinen in de buurt. ‘Met de bewonerscommissie zijn
we een buurtkrant aan het opzetten. Ik ga
daarin een rubriek verzorgen over tuinieren.
Dat is een mooie manier om tips te geven.
Over onkruidverdelging, bijvoorbeeld. Twee
jaar geleden had Stadgenoot een tuinen-
project hier in de buurt, in Gein. Mensen
die niet van tuinieren houden, konden er
toen voor kiezen een zeil in de tuin te laten
leggen, met daarop witte kiezelstenen. Maar
het onkruid groeit door het zeil heen. Hoe
voorkom je dat? Mijn schoonzus vertelde
me dat lavendelschoonmaakazijn een goede
remedie is. Goed sproeien, en je hebt er een
halfjaar geen last van. Voor dat tuinenpro-
ject heeft Stadgenoot een boekje gepubli-
ceerd. Daarin staat wat je allemaal wel en
niet mag met je tuin.’ >> pagina 27
Stadleven 3 | 2014
‘Mooie tuinen geven de straat een prettige uitstraling’
‘Zomers gebruik ik de kas om tomaten en paprika’s te kweken’
Marise Clason (net met pensioen) toverde een totaal verwilderde en overwoekerde buitenplaats om tot een oogstrelende tuin.‘Vreselijk was de tuin, toen ik hier in 2004
kwam wonen. Echt heel erg. Een zee van
zevenblad, longkruid en ander gewoeker.
En zes dennenbomen namen al het licht in
huis weg. Mijn hemel, dacht ik nog, waar
begin ik aan? Maar ik wilde dolgraag een
tuin. En voor deze woning stond ik plots
op nummer 1, dus ik heb mijn kans toch
gegrepen. Gelukkig maar. Het heeft me wel
behoorlijk wat gekost om van die puinzooi
een toonbare tuin te maken. Eerst hebben
drie mannen zes dagen lang de basis op orde
gemaakt; alle woekerplanten en struiken
eruit en daarna worteldoek en grind erin.’
>> pagina 27
>> Huik ‘Waar
het op neer komt:
je tuin moet een
verzorgde indruk
maken, zodat
ook de straat als
geheel ervan pro-
fiteert. Daar ben
ik het helemaal
mee eens. Mooie tuinen geven de straat een
prettige uitstraling. Met een paar bewoners
kwamen we toen op het idee om die boekjes
te gebruiken om met onze buren in gesprek
te raken over hun voortuin. We zijn van deur
tot deur gegaan, om ze uit te delen. Tijdens
een praatje vroegen we onze buurtgenoten of
ze hulp of ideeën nodig hadden om wat leuks
van hun tuin te maken. Ook vertelden we dat
ze bij de huismeester tuingereedschap kunnen
lenen. Het was erg leuk dat je, niet zoveel
later, inderdaad mensen met kruiwagen, hark
en snoeischaar over straat zag lopen.
Ikzelf woon op een hoek en heb daarom een
flinke voortuin. Tot twee jaar geleden stonden
er bomen en hoge struiken in. Met de hulp van
huismeester Marcel Berlijn zijn die allemaal
weggehaald. Ik mocht dus helemaal opnieuw
beginnen met mijn tuin. Veel kleur, wilde ik.
Bloemen dus. Ik heb gezaaid, bollen geplant,
planten gekocht, van buren gekregen. Een
tuin geeft zoveel plezier. En het is heel sociaal:
regelmatig blijven mensen die langslopen even
staan. Ze vragen dan hoe een plant heet, of
of ze wat zaadjes of een stekje mogen meene-
men. Prachtig, vind ik dat.’
Jenny Korthoff, de overbuurvrouw
‘Zo jammer dat niet iedereen zijn tuin
goed onderhoudt. Als je in een straat
komt met mooie tuinen, doet je dat
toch plezier. Veel beter dan een tuin
met akelige rotzooi. Dat is armoe troef,
om te zien. Gelukkig valt dat hier wel
mee. In de straat zijn aardig wat mooie
tuinen, waaronder die van Huik.’
>> Marise ‘Ik
begon mijn tuin
mooi te maken
met planten in
potten. Toen ben
ik gaan nadenken
over wat ik zou
willen. Liefst een
zwembad natuur-
lijk, haha. Maar
dat kon natuurlijk niet. Er stond trouwens ook
een idioot hoge esdoorn. Zo’n boom van drie
verdiepingen hoog, met takken van zeven me-
ter. Die liet zoveel blad vallen, dat wil je niet
weten. Heerlijk, dat ik die nu kwijt ben. Zoals
je kunt zien, is mijn tuin enorm. 22 meter diep,
en omdat ik op een hoek woon, is ie breder
dan mijn huis. Wat doe ik met al die ruimte,
dacht ik in het begin even. Een jaar of wat later
heb ik een tuinhuisje laten neerzetten.
Je moet weten dat mijn vorige huis 60 vier-
kante meter was. Hier heb ik er maar 38. Ik mis
nog steeds die doorloop naar een derde kamer.
Maar goed, een paar maanden per jaar is het
goed toeven in mijn tuinhuis. Het liefst had ik
het tegen mijn woning aan laten zetten, als
een uitbouw, maar dat mocht niet. Eens in de
zoveel tijd moeten ze de boel hier schilderen.
En dan zou dat huisje in de weg staan voor de
steigers. Ja, jammer.
Een paar jaar geleden heb ik ook een kas laten
bouwen. Daar kweek ik een en ander op, dat
ik later in mijn moestuin zet. Achter in de tuin
staan drie bakken waar ik boontjes, bieten,
uien, worteltjes en dat soort spul kweek. Zo-
mers gebruik ik de kas om tomaten en paprika
te laten groeien.
Mijn tuintip? Beperk het aantal plantensoor-
ten. Ik begon ook met eenjarigen. Maar daar
ben ik helemaal vanaf gestapt. Vaste planten
zijn veel makkelijker. En daarin is ook genoeg
keus. Je hebt heel veel mooie vaste bloeiers.’
>> Jeanette ‘Die
bakken hebben we
zelf gemaakt. Er
staan ook overal
wat kleinere pot-
ten tussen, maar
grote bakken
hebben we het
liefst. Dat is het
meest praktisch;
die houden nou eenmaal meer water vast. De
daktuin is van ons allemaal; het pand bestaat
uit dertig woningen en ateliers. In de prak-
tijk maken vooral de bewoners van de acht
woningen die aan het terras grenzen er gebruik
van. Die doen ook het onderhoud. In het begin
hadden we daar geen afspraken over gemaakt.
Nu trouwens nog steeds niet, alleen maak ik
wel elk jaar een schema voor het watergeven.
Elke buurman of -vrouw is daar steeds een
week lang verantwoordelijk voor. Zo voorko-
men we dat de planten te weinig water krijgen.
We hebben twee regentonnen, maar ik zou er
graag nog een paar extra hebben. In het voor-
en najaar zijn die twee tonnen wel voldoende,
maar in de zomer bij lange na niet. Gelukkig
hebben we een kraan op het terras.
Zo’n daktuin is een uitstekend sociaal bindmid-
del. Buren ontmoeten elkaar hier. Wie gezellig
wil kletsen, zoekt elkaar op. En als je liever
even op jezelf bent, is daar ook genoeg ruimte
voor. Dan ga je in een hoekje zitten met een
boek. Geregeld ontstaan er spontane ideeën
voor een feestje. Als het groepje bewoners dat
een moestuin heeft in de Beemster met hun
oogst thuiskomt, bijvoorbeeld. Dan roept al
snel iemand: we gaan barbecueën!
Een tip voor wie ook groen op het terras,
balkon of in de tuin wil: experimenteer met
zaadjes en wilde plantjes. Een stuk goedkoper
dan de planten van het tuincentrum.’
portretserie portretserie
‘Vaste planten zijn veel makkelijker’
‘Azijn is een goede remedie tegen onkruid’
‘Al snel roept iemand: we gaan barbecueën’
27Stadgenoot26
‘De daktuin is van ons allemaal’
Stadleven 3 | 2014
Zodra het maar een beetje mooi weer is, zijn bewoners uit de woongroep van Jeannette De-cades (51) op hun gezamenlijke dakterras te vinden. ‘Voordat ik hier in 1993 kwam wonen,
was dit een woongroep waarbij ieder een
eigen kamer had en onder andere keuken
en huiskamer deelde. Na de verbouwing
begin jaren negentig had ieder zijn eigen
appartement. Als woongroep delen we een
dakterras van zo’n 200 m2. En wat voor
één! Ik ben hier komen wonen vanwege
de mensen. Dat enorme terras was een
prettige bijkomstigheid. Met alle bewo-
ners samen hebben we er een daktuin van
gemaakt. In het begin gebruikten we vooral
van die grote, zwarte speciekuipen - je kent
ze wel. Dat werkte prima, alleen vonden we
die op een gegeven moment niet zo mooi
meer. Er staan er nu nog een paar, maar de
meeste zijn vervangen door houten bakken
>> volgende pagina
zo woon ik zo woon ik
Mevrouw Zwart is een echte Amsterdamse en woont al 35 jaar in de Kinkerbuurt. Na 30 jaar Kinkerstraat verhuisde ze vijf jaar geleden naar een seniorenwoning aan de Da Costakade. ‘Het voelde meteen goed.’
Mevrouw Zwart • Da Costakade, Oud West •
Drie kamers • Seniorenflat • Vanaf 2009
Mevrouw Zwart: ‘Ik kom van de Wittenkade, waar
ik ben geboren. Het was een mooie tijd daar in de
Staatsliedenbuurt. Jaren later verhuisde ik naar de
Kinkerstraat, waar ik dertig jaar heb gewoond. Vijf
jaar geleden gingen ze de buurt renoveren en moest ik
mijn woning uit. Gelukkig kreeg ik van Stadgenoot een
woning in dezelfde buurt, want dat wilde ik graag. Ik
kan nu gelukkig de boodschappen doen bij mijn oude
groenteboer, visboer en supermarkt. Mijn nieuwe wo-
ning voelde meteen goed. Het is een seniorenwoning
op de Da Costakade, met een groot balkon en prachtig
uitzicht op het water. Er is ook een fijne binnentuin,
waar ik af en toe kom. De woning heeft mooie details,
zoals een ronding met raampjes in de keuken en de hal
staat in verbinding met de woonkamer en keuken. Je
kunt hier de polonaise lopen als je wil, mijn klein-
kinderen vinden het altijd geweldig om hier rond te
huppelen.
Een paar jaar geleden ben ik op mijn heup gevallen,
waardoor ik nu slecht ter been ben. Maar in huis heb
ik daar geen last van omdat de thuiszorg mijn woning
heeft aangepast met onder andere een loopplank in de
gang en een beugel in de badkamer.
De fijnste plek thuis vind ik de slaapkamer. Die is heel
ruim zodat mijn grote bed, waar ik erg aan ben ge-
hecht, erin past. Ik vind dat bed erg mooi en heb het al
35 jaar. Ooit gekocht van Blonde Sien, de eigenaresse
van Café Rooie Nelis in de Jordaan. Als het niet in mijn
slaapkamer had gepast, was ik op zoek gegaan naar
een andere woning. Ik heb ook tv in de slaapkamer.
Het liefst ga ik ’s avonds vroeg naar bed, zodat ik lek-
ker relaxed televisie kan kijken.
In de woonkamer ben ik ook graag. Er staan spullen
waar ik erg aan ben gehecht, zoals de houten kast
die van mijn moeder is geweest. Mijn moeder en ik
hadden dezelfde smaak; een beetje klassiek en antiek.
Ik hou van dat soort meubels, het geeft mijn huis
veel sfeer. Net zoals de schilderijen aan de muren. In
de gang hangen een paar ingelijste borduurwerken,
die heeft mijn moeder gemaakt. Maar het liefst kijk
ik naar de twee ingelijste foto’s van mijn ouders.
Die hangen in de woonkamer boven de bank, en zijn
onbetaalbaar.’
Tekst Yvonne Polman | Fotografie Hans van der Vliet
‘Je kunt hier de polonaise lopen’
Wilt u ook vertellen over uw woning? Mail naar
29Stadgenoot28 Stadleven 3 | 2014
Stadgenoot verkooptmijn werk
‘Het is een sport om iedereen
zo snel mogelijk te helpen’
Tekst Erwin Rooyakkers | Fotografie Jan Freriks
30
Marianne: ‘Ons werk is zo leuk, omdat geen dag
hetzelfde is. Wij hebben zelf geen contact met onze
klanten, maar zorgen ervoor dat onze medewerkers
Klantenservice hun werk goed doen en goed kunnen
doen. Daar hebben we ook onze collega’s van andere
afdelingen voor nodig. Zij voorzien ons van de brood-
nodige informatie. Over de jaarlijkse huurverhoging,
de afrekening van de servicekosten, onderhoudsprojec-
ten, noem maar op.’
Mirjam: ‘Als de telefoon hier roodgloeiend staat na
een flinke stortbui, is het een sport om ervoor te zor-
gen dat onze medewerkers iedereen zo snel en zo goed
mogelijk kunnen helpen. Dat is wat mij zo trekt in dit
werk: puur het werken mét mensen, vóór mensen.’
Spin in het web Mirjam: ‘Als supervisor Klantenservice hebben we een
omvangrijk takenpakket. We sturen onder andere de
dames en heren aan die telefonisch, schriftelijk en aan
de balie contact hebben met onze klanten en relaties.’
Marianne: ‘We wonen ook veel overleggen bij. We zijn
verantwoordelijk voor personele zaken, zoals het roos-
ter en de planning. En daarnaast voor nog duizend-en-
een dingen.’
Mirjam: ‘We zien het echt als een uitdaging om zo’n
spilfunctie te hebben binnen ons team. Wij moeten
het met elkaar fiksen; de supervisors kunnen het niet
alleen. Wij zijn bijzonder trots op ons team. De sfeer is
open, prettig en ongedwongen.’
Hoofd koel houdenMarianne: ‘Om ons werk goed te kunnen doen, moet
je vooral jezelf zijn. En het hoofd koel houden bij
calamiteiten. Als supervisor moet je flexibel, alert en
creatief zijn.’
Mirjam: ‘Bij Stadgenoot loopt nu een project “De klant
centraal”. Maar de klant stond en staat altijd centraal
bij de Klantenservice. Dit is voor ons niet nieuw.’
Marianne: ‘Natuurlijk is het wel heel prettig dat
klanten nu ook ’s avonds of in het weekend hun zaken
kunnen regelen op internet, via Mijn Stadgenoot. Dat
is een extra stukje service.’
Mercatorplein: the place to be
Sfeervol pleinDe Mercatorpleinbuurt is een sfeervolle plek
geworden waar mensen uit de hele stad naar
toe trekken. Dat er het een en ander veranderd
is, weet ook Bianca de Ridder, medewerker
binnendienst bij de afdeling Verkoop. ‘Nu ons
verkoopkantoor hier aan het Mercatorplein zit,
met uitzicht op het drukke café Zürich, ervaar ik
zelf elke dag hoe divers de buurt is geworden.
Jong, oud, hip, alternatief, student of stellen.
Deze buurt is in trek, dat merken we aan de
verkoop.’
Alles in de buurtArno heeft vorig jaar bij Stadgenoot een huis
gekocht aan de Hoofdweg. ‘Ik zit hier perfect’,
vertelt hij met een brede glimlach. ‘In de zomer
ontspan ik na het werk met een koud biertje
in het Rembrandtpark of het Erasmuspark. Ik
spreek hier ook vaak af met mijn vrienden. We
drinken of eten wat bij café Cook of Radijs. Of we
doen mee aan de pubquiz in de Baars, dan wor-
den we heel fanatiek! Ik fiets bijna altijd, maar
kan wanneer nodig voor de deur op de tram
stappen. Je bent zo in de Jordaan of op de Dam.’
De Jan EefNaast alle cafés en restaurants biedt de buurt
ook genoeg winkelmogelijkheden. De ‘Jan
Eef’ (Jan Evertsenstraat) is een begrip in de
buurt. Naast een goede visboer, bakker en de
reguliere drogisten en supermarkten, vind je
hier ook speciale winkeltjes, zoals White Label
Coffee, waar de scherpe geur van versgebrande
koffie je tegemoet komt. Of Knotsknetter, waar
je wordt verwelkomd met kleurige baby- en
kinderspulletjes. Lekkere en goed betaalbare
wijnen haal je bij The Wine Spot.
Betaalbaar koopaanbod‘We verkopen regelmatig tweekamerapparte-
menten van circa 55 m², vertelt Bianca de Rid-
der tenslotte. ‘Ze kosten rond de € 150.000,-.
De Starters Renteregeling is vaak mogelijk,
hierdoor wordt het kopen van een woning voor
staters bereikbaar. En soms bieden we de wo-
ning ook ‘WoonKlaar’ aan: we hebben er een
vloer in gelegd en de wanden zijn gewit.’
Kijk voor ons actuele aanbod:
www.stadgenoot.nl/kopen
Informatie over de Starters Renteregeling:
www.stadgenoot.nl/startersrenteregeling
‘Wij hebben een serieus vak,’ vindt Mirjam Langedijk (links). ‘Maar humor op de werkvloer is wel heel belangrijk’, reageert Marianne Bouwman. De goed-geluimde dames zijn de twee supervisors Klantenservice.
Mirjam over Marianne:
‘Marianne heeft een
zonnig en open karakter.
En ze is erg goed met
cijfers.’
Marianne over Mirjam:
‘Mirjam is erg scherp en
to-the-point. Ontzettend
knap, vind ik dat.
Het grootste misver-
stand is ... dat medewer-
kers Klantenservice alleen
maar doorverbinden.
Integendeel, ze beant-
woorden zelf tachtig
procent van alle vragen
(telefonisch en schriftelijk).
Stadleven 3 | 2014 31Stadgenoot
De kenmerkende bouwstijl van de beroemde Amsterdamse School zie je door heel Amsterdam terug: veel baksteen met accenten van natuursteen en versieringen in de sprekende gevels. In deze bouwstijl werden tussen 1910 en 1930 prachtige panden gebouwd in de Mercatorpleinbuurt. Stadgenoot heeft hier indertijd aan meegebouwd. Nu, vele jaren later, verkopen we regelmatig aantrekkelijke en betaalbare appartementen in deze buurt.
Tekst Mirella Bhagwandin | Fotografie Jan Freriks
Mercatorpleinbuurt
fotostrip
Win winNina & Ype
contactgegevenscolofon
Hoofdredactie Pim de Ruiter
Eindredactie Gijs Coffeng - Linea Recta
Vormgeving Milja Oortwijn
Coverbeeld Jan Freriks
Medewerkers Wout Jan Balhuizen, Aaf Brandt Corstius, Wendy Dekker,
Ype Driessen, Jan Freriks, Yvonne Polman, Erwin Rooyakkers, Hans van der Vliet
Drukker Lecturis
Stadleven is een uitgave van Stadgenoot. Het huurdersmagazine verschijnt
vier keer per jaar. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming
van Stadgenoot worden gekopieerd en/of gebruikt. Aan de inhoud van dit
magazine kunnen geen rechten worden ontleend.
Klantenservice 020 - 511 80 00
E-mail [email protected]
Website www.stadgenoot.nl
Bezoekadres Sarphatistraat 370, 1018 GW Amsterdam
Postadres Postbus 700, 1000 AS Amsterdam
Top Related