Tijdens Prinsjesdag zijn de voornemens van het kabinet om belastingverlaging in
te voeren officieel bekendgemaakt. Zoals verwacht vonden er voor u als mkb-
ondernemer geen grote wijzigingen plaats. Toch brengen wij u graag op de
hoogte van wat deze wijzigingen voor u kunnen betekenen en vooruitlopend
dragen wij een aantal oplossingsrichtingen aan.
Aan de hand van dit kennisdocument worden de belangrijkste maatregelen uit
het Belastingplan voor u uiteengezet. Wees uzelf ervan bewust dat we het hier
vooralsnog hebben over voornemens. De komende maanden moeten de plannen
nog worden goedgekeurd door zowel de Tweede als de Eerste Kamer. We
houden u vanzelfsprekend op de hoogte!
1. Belasting op inkomen
Wijziging box 3 per 1 januari 2017Het kabinet wil de box 3-heffing wijzigen. De effectieve belastingheffing bedraagt nu nog 1,2%
ongeacht de hoogte van het vermogen. Vanaf 1 januari 2017 bedraagt de effectieve heffing 0,87%
tot 1,65% afhankelijk van de hoogte van uw vermogen.
De huidige regeling is als volgt: na aftrek van het heffingvrije vermogen van € 21.330 wordt een
forfaitair rendement van 4% verondersteld. Dit rendement wordt belast tegen een uniform tarief
van 30%. Dit leidt tot een effectieve heffing van 1,2%.
Kennisdocument
Belastingplan 2016 -
Overzicht
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 2 van 15
Vanaf 1 januari 2017 is het forfaitaire rendement afhankelijk van de hoogte van het vermogen. Het
forfaitaire rendement zal jaarlijks worden aangepast aan de hoogte van behaalde rendementen op
spaargelden en beleggingen. Het tarief blijft 30%.
De verwachting is dat vanaf 1 januari 2017 de forfaitaire rendementen als volgt zijn:
Schijf Box 3 vermogen per 1 januari 2017 Heffingvrij vermogen Forfaitair rendement
1 € 0 - € 100.000 € 25.000 2,90%
2 € 100.000 - € 1.000.000 4,70%
3 > € 1.000.000 5,50%
Dit leidt tot een effectieve heffing van 0,87% tot 1,65%.
Wilt u meer weten over de gevolgen en mogelijkheden van deze wijziging in belastingheffing van
box 3, dan verwijzen wij u naar het artikel ‘Belastingheffing Box 3: rechtvaardiger?’
Opnemen kinderalimentatie in box 3Per 1 januari 2015 is de aftrek van levensonderhoud kinderen afgeschaft. Doordat er geen recht
meer bestaat op aftrek, mag een belastingplichtige zijn onderhoudsverplichting voor kinderen als
schuld opnemen in box 3. Het recht om de onderhoudsverplichting op te nemen in de aangifte
van het kind is echter niet aanwezig.
Vanaf 1 januari 2017 mogen periodieke verplichtingen vanuit familieverhouding niet meer worden
gewaardeerd in box 3. Dit betekent dat ook de onderhoudsverplichtingen dan niet meer mogen
worden opgenomen als schuld in box 3. In 2015 en in 2016 kan de schuld uit hoofde van de
kinderalimentatie dus nog wel als schuld in box 3 worden aangegeven.
KinderopvangtoeslagHet kabinet trekt vanaf 2016 structureel bijna €300 miljoen per jaar extra uit voor de
kinderopvangtoeslag. Doel is om de combinatie werk en gezin voor ouders gemakkelijker en
betaalbaarder te maken. Zo wordt de kinderopvang voor een gezin met een inkomen van
ongeveer € 50.000 en twee kinderen die drie dagen per week naar de kinderopvang gaan, ruim €
100 per maand goedkoper. Gaan de kinderen twee hele dagen naar de opvang, dan is het
voordeel ongeveer € 70 per maand.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 3 van 15
Afkoop lijfrente: afschaffing minimumwaarderingsregelingAfkoop van een lijfrente (verzekering of spaarproduct) leidt tot belastingheffing in box 1 over de
werkelijke waarde van de lijfrente. Indien de lijfrente nog niet tot uitkering is gekomen, wordt de
werkelijke waarde echter minimaal gesteld op de betaalde lijfrentepremies. Dit kan ertoe leiden
dat meer belasting is verschuldigd dan het bedrag van de afkoopsom van de lijfrente,
bijvoorbeeld bij beleggingsverliezen. Dit wordt door de regering onwenselijk geacht. Het voorstel
is dan ook om deze zogenoemde ‘minimumwaarderingsregeling’ te laten vervallen. Vooruitlopend
op de wetgeving is onlangs goedkeurend beleid verschenen.
Let op! Afkoop van een lijfrente kan naast belastingheffing ook tot revisierente leiden.
€ 100.000 schenken voor aflossing lening eigen woningAan uw kinderen of hun partners in de leeftijd van 18 tot 40 jaar kunt u in 2016 € 53.016 (2015: €
52.752) schenken. De schenking moet ten goede komen aan de verwerving of verbouwing van
een eigen woning, de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot
die woning dan wel voor de aflossing van de eigenwoningschuld of een restschuld van de
vervreemde eigen woning.
Vanaf 1 januari 2017 wordt het structureel mogelijk om eenmalig € 100.000 te schenken aan een
kind of een derde in de leeftijd van 18 tot 40 jaar.
Er geldt een overgangsrecht voor eerder gedane schenkingen voor de eigen woning.
Sanctie niet nakomen aflossingseis eigenwoningschuld
verzachtVoor de eigenwoningschuld geldt sinds 2013 een annuïtaire aflossingseis. Als niet aan de
aflossingseis wordt voldaan, ontstaat een aflossingsachterstand. Daar staat momenteel een strenge
sanctie op. Als de achterstand niet op tijd wordt ingehaald, gaat de schuld waar de achterstand
op is ontstaan over naar box 3. Hierdoor bestaat definitief geen recht meer op renteaftrek binnen
de eigenwoningregeling.
Deze sanctie wordt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2013 verzacht. De schuld waarvoor
de aflossingsachterstand geldt, gaat nog steeds over naar box 3, maar die overgang hoeft niet
langer permanent te zijn. Hierdoor bestaat (eventueel) slechts tijdelijk geen recht meer op
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 4 van 15
renteaftrek binnen de eigenwoningregeling. Voldoet de belastingplichtige met deze schuld weer
aan de eisen van de eigen woninglening, dan verhuist de lening van box 3 naar box 1 en mag de
rente weer in aftrek worden gebracht.
Vereenvoudiging informatieverplichting eigen woningWie voor de aankoop of verbetering van een eigen woning niet leent van de bank, maar van een
familielid, van de eigen besloten vennootschap of van iemand anders, moet de Belastingdienst
hierover informeren. Deze informatieplicht geldt ook als de voorwaarden voor de lening worden
gewijzigd. Wanneer hier niet aan wordt voldaan, dan is er geen recht op aftrek van de
hypotheekrente totdat het verzuim is hersteld.
In de praktijk blijkt de informatieplicht te ingewikkeld. Er wordt niet altijd aan voldaan of deze
wordt zelfs vergeten. Hierdoor krijgt de belastingplichtige onbedoeld te maken met (tijdelijke)
renteaftrekbeperkingen. Daarom wordt de informatieverplichting met ingang van 2016
vereenvoudigd. De verplichting wordt dan opgenomen in de aangifte inkomstenbelasting, en zal
zoveel mogelijk vooringevuld worden. Er bestaat dan alleen recht op renteaftrek als alle vragen
zijn beantwoord. Het opsturen en invullen van een formulier is dan niet meer nodig.
Onderhoudskosten buitenlandse monumentenwoningOnderhoudskosten aan de eigen woning en aan woningen die tot box 3 behoren, zijn normaal
gesproken niet aftrekbaar. Een uitzondering geldt voor monumentenwoningen, die als
rijksmonument zijn aangemerkt. Onderhoudskosten van dergelijke panden kunnen voor 80% als
persoonsgebonden aftrek in de aangifte inkomstenbelasting worden opgevoerd. Tot nu toe geldt
deze aftrek alleen voor monumentenpanden die in Nederland zijn gelegen.
In een beleidsbesluit is goedgekeurd dat, onder voorwaarden, ook aftrek van uitgaven voor
monumentenpanden wordt toegestaan voor een monumentenpand dat in een andere EU-lidstaat
is gelegen. Het monumentenpand mag zelfs gelegen zijn in een land dat behoort tot de Europese
Economische Ruimte. Een voorwaarde is dat het monumentenpand een element vormt van het
Nederlands cultureel erfgoed. Per 1 januari 2016 is het beleidsbesluit formeel vastgelegd in de
Wet inkomstenbelasting 2001.
Daarnaast kunnen ook in het buitenland gelegen landgoederen onder de Natuurschoonwet 1928
worden gebracht. Er geldt al een goedkeuring, die per 1 januari 2016 in de wet wordt
opgenomen.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 5 van 15
Onbelaste vergoedingen UWVHet Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) verstrekt op basis van de sociale
zekerheidswetgeving diverse voorzieningen aan uitkeringsgerechtigden en aan personen met een
beperking om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren of te behouden. Het gaat daarbij om
voorzieningen die zijn gericht op het verwerven van een startpositie op de arbeidsmarkt of re-
integratie na langdurige ziekte of werkloosheid. Te denken valt aan jobcoaches, arbofaciliteiten,
scholing, hulpmiddelen op de werkplek (zoals een brailleleesregel) en een doventolk. Ook
vervoersvoorzieningen voor het bereiken van de werkplek of opleidingslocatie vallen onder de
regeling.
Om te voorkomen dat deze door het UWV verstrekte vergoedingen en verstrekkingen met
inkomstenbelasting worden belast als periodieke uitkeringen, wordt per 1 januari 2016 in de Wet
inkomstenbelasting 2001 een vrijstelling opgenomen.
Tarieven 2016
Inkomstenbelasting: lagere tarievenIn 2016 veranderen de tarieven in de inkomstenbelasting, wat een belastingverlaging oplevert. Het
belastingpercentage van de tweede en derde schijf daalt naar 40,15% en de derde schijf wordt
verlengd met € 8.548.
Voor particulieren die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, worden de tarieven
als volgt:
Tarieven inkomstenbelasting
Belastbaar inkomen
Meer dan Maar niet meer dan Tarief
1e schijf € 0 € 19.922 36,55%
2e schijf € 19.922 € 33.715 40,15%
3e schijf € 33.715 € 66.421 40,15%
4e schijf € 66.421 52,00%
Belastingplichtigen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, genieten in de eerste en
tweede schijf lagere tarieven. Voor belastingplichtigen geboren voor 1 januari 1946 geldt daarbij
een iets langere tweede schijf.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 6 van 15
Tarief renteaftrek eigen woningHet tarief voor de (rente)aftrek eigen woning wordt jaarlijks afgebouwd. In 2016 bedraagt het
tarief 50,5 %.
Algemene heffingskorting: snellere en volledige afbouwDe algemene heffingskorting wordt nog sneller afgebouwd dan eerder is aangekondigd, en wordt
bij een inkomen vanaf € 66.421 zelfs nihil.
Algemene heffingskorting
Inkomen 2015 2016 2017
€ 10.000 € 2.203 € 2.230 € 2.233
€ 20.000 € 2.199 € 2.226 € 2.233
€ 30.000 € 1.967 € 1.747 € 1.768
€ 40.000 € 1.735 € 1.267 € 1.288
€ 50.000 € 1.503 € 788 € 809
€ 60.000 € 1.341 € 308 € 329
€ 70.000 € 1.341 € 0 € 0
Arbeidskorting: verhogingOm werken te stimuleren gaat de arbeidskorting omhoog. Vooral werknemers met een
arbeidsinkomen tussen de € 9.000 en € 107.000 profiteren van deze verhoging.
Arbeidskorting
Inkomen 2015 2016 2017
€ 10.000 € 100 € 400 € 381
€ 20.000 € 2.220 € 3.103 € 3.312
€ 40.000 € 2.220 € 2.864 € 3.077
€ 60.000 € 1.811 € 2.064 € 2.277
€ 80.000 € 1.011 € 1.264 € 1.477
€ 90.000 € 611 € 864 € 1.077
€ 100.000 € 211 € 464 € 677
€ 110.000 € 184 € 64 € 277
€ 120.000 € 184 € 0 € 0
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 7 van 15
Inkomensafhankelijke combinatiekorting: verhogingHeeft u kinderen, dan kunt u recht hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Deze
korting wordt ook verhoogd.
Combinatiekorting
Inkomen 2015 2016
€ 5.000 € 1.039 € 1.046
€ 10.000 € 1.239 € 1.354
€ 20.000 € 1.639 € 1.970
€ 30.000 € 2.039 € 2.586
€ 40.000 € 2.152 € 2.769
€ 50.000 € 2.152 € 2.769
Ouderenkorting: eenmalige verhogingOm de koopkracht van AOW-gerechtigden te repareren, wordt in 2016 de ouderenkorting
eenmalig verhoogd. De maximale ouderenkorting bedraagt in 2016 € 1.187.
Overzicht heffingskortingen: overzichtAlle heffingskortingen, ook die geen wijziging hebben ondergaan, zijn voor u op een rij gezet.
Heffingskortingen
2015 2016
Maximum algemene heffingskorting onder de AOW leeftijd € 2.203 € 2.230
Maximum algemene heffingskorting boven de AOW leeftijd € 1.123 € 1.139
Minimale algemene heffingskorting onder de AOW leeftijd € 1.342 € 0
Minimale algemene heffingskorting boven de AOW leeftijd € 685 € 0
Maximum arbeidskorting € 2.220 € 3.103
Minimale arbeidskorting € 184 € 0
Maximum werkbonus € 1.119 € 1.119
Maximum inkomensafhankelijke combinatiekorting € 2.152 € 2.769
Jonggehandicapten korting € 715 € 719
Ouderenkorting bij een inkomen tot € 35.770 (2015) € 1.042 € 1.187
Ouderenkorting bij een inkomen hoger dan € 35.770 (2015) € 152 € 70
Alleenstaande ouderenkorting € 433 € 436
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 8 van 15
2. Auto
AutoHet kabinet heeft de afgelopen zomer de Autobrief II gepubliceerd, waarin een verkenning is
opgenomen vanaf 2017 ten aanzien van de autobelastingen. De uitwerking van deze Autobrief II
in een wetsvoorstel, komt op een later tijdstip naar de Tweede Kamer.
Voor 2016 worden de CO2-emissienormen voor de bijtelling van de auto verder aangescherpt. In
de onderstaande tabel zijn de bijtellingcategorieën opgenomen voor 2016 alsmede de mogelijke
bijtellingcategorieën die voortvloeien uit de verkennende Autobrief II. Ter vergelijk zijn de huidige
bijtellingcategorieën opgenomen.
Uitstoot 2015 2016 2017 2018 2019
0 gram/km 4% 4% 4% 4% 4%
1-50 gram/km 7% 15% 17% 19% 22%
51-82
gram/km
14% 21% 22% 22% 22%
83-106
gram/km
20% 21% 22% 22% 22%
107-110
gram/km
20% 25% 22% 22% 22%
Vanaf 110
gram/km
25% 25% 22% 22% 22%
Het bijstellingspercentage voor de auto geldt voor 60 maanden na de eerste ingebruikname
gelden. Voor auto’s die in 2015 en 2016 zijn aangeschaft of waarvan de lease aanvangt, blijft
volgens de staatssecretaris de hoge bijtelling van 25% ook gedurende 60 maanden gelden! Deze
berijders profiteren dus niet van het voordeel van het lagere bijtellingspercentage van 22% dat
vanaf 2017 gaat gelden! Of dit standpunt houdbaar is, zal de tijd leren, maar het is in elk geval
goed om hier rekening mee te houden bij de oriëntatie op koop of lease van een auto in 2015 of
2016.
Over de bijtelling voor zogenoemde youngtimers (15-plussers) is niets vermeld. Aangenomen
wordt dat die 35% over de waarde in het economisch verkeer zal blijven.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 9 van 15
Provinciale opcenten voor buitenlands ingezetenenEen niet-ingezetene die is onderworpen aan de heffing van motorrijtuigenbelasting, wordt tot op
heden geacht te wonen in de provincie die de hoogste provinciale opcenten heft. Uit recente
jurisprudentie blijkt dat deze regeling juridisch geen stand kan houden. Daarom heeft het kabinet
voorgesteld om de provinciale opcenten voor niet-ingezetenen vast te stellen op het laagste
provinciale tarief.
3. Dga
Emigratie dgaDe emigratie van een dga wordt per direct fiscaal ontmoedigd. Na emigratie wordt een
conserverende aanslag voortaan namelijk geheel of gedeeltelijk ingevorderd bij iedere
winstuitdeling. Bovendien wordt een conserverende aanslag na tien jaar niet meer
kwijtgescholden.
Volgens het kabinet is onder de huidige wet een lek in de belastingheffing bij emigratie ontstaan.
Om dit emigratielek te bestrijden, leiden winstuitdelingen na emigratie voortaan in alle gevallen
tot belastingheffing of tot een (naar rato) intrekking van het uitstel van betaling. Ook wordt de
conserverende belastingaanslag niet meer louter als gevolg van tijdsverloop na tien jaar
kwijtgescholden. De maatregel heeft terugwerkende kracht tot en met 15 september 2015, 15.15
uur.
Wilt u meer weten over de achtergrond van deze bepaling, de gevolgen en de mogelijkheden?
Leest u dan ons artikel ‘Belastingontwijking emigrerende dga beperkt’.
Niet in belastingplan (verwacht maar niet gekregen)
Pensioen in eigen beheerOp 1 juli 2015 is de langverwachte brief over de toekomst van het pensioen in eigen beheer
verschenen. Hierin wordt een tweetal oplossingsrichtingen uitgewerkt.
In het Belastingplan wordt echter niet gerept over het pensioen in eigen beheer. Op 24 september
aanstaande staat een debat in de Tweede Kamer gepland over de voorgestelde
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 10 van 15
oplossingsrichtingen. De beoogde ingangsdatum van de voorstellen is 1 januari 2016. Onze
verwachting is dat de ingangsdatum van 1 januari 2016 niet zal worden gehaald.
4. Bv onderneming
Erfpacht(lease) en overdrachtsbelastingBij de verkrijging van een onroerende zaak onder voorbehoud van een recht van erfpacht is op dit
moment geen of minder overdrachtsbelasting verschuldigd door een grondslagvermindering. Het
kabinet wil deze grondslagvermindering schrappen.
Het voordeel van een erfpachtlease is dat heffing van overdrachtsbelasting geheel of gedeeltelijk
wordt voorkomen.
Bij verkoop van een onroerende zaak, waarbij de verkoper en de koper gelijktijdig een
huurovereenkomst sluiten (sale-and-leaseback), wordt daarentegen de overdrachtsbelasting niet
verminderd. Het kabinet stelt voor de economische vergelijkbare gevallen van sale-en-leaseback
en erfpachtlease gelijk te behandelen. Voorgesteld wordt dat in geval van erfpachtlease de
grondslag voor de overdrachtsbelasting niet meer wordt verminderd.
Wilt u meer weten over de achtergronden van dit voorstel en de mogelijkheden? Leest u dan het
artikel ‘Grondslagvermindering overdrachtsbelasting erfpacht geschrapt’.
Let op bij verkoop vennootschap met fiscale reservesHet kabinet wil de handel in vennootschappen met (fiscale en stille) reserves, zoals bijvoorbeeld
een herinvesteringsreserve, verder bestrijden. Daarom stelt zij voor de maatregelen te verruimen
die het mogelijk maken om een aandeelhouder die zijn aandelen in een dergelijke vennootschap
heeft overgedragen, aansprakelijk te stellen indien verhaal op de vennootschap niet meer mogelijk
is.
Bij een dergelijke aansprakelijkstelling heeft de aandeelhouder nu de mogelijkheid om de
aansprakelijkheid af te wenden indien hij bewijst dat het niet aan hem te wijten is dat het
vermogen van de verkochte vennootschap niet toereikend is om de vennootschapsbelasting te
voldoen.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 11 van 15
Het kabinet stelt nu voor om het leveren van dit bewijs uit te sluiten voor de gevallen waarin
vennootschapsbelasting is verschuldigd vanwege een herinvesteringsreserve of vanwege een
(stille) reserve die samenhangt met bezittingen van de vennootschap die binnen zes maanden na
de aandelenoverdracht worden vervreemd. Opvallend is dat voorgesteld wordt om deze
wetswijziging terug te laten werken tot 15 september 2015 15:15 uur, het moment dat het
Belastingplan 2016 en daarbij behorende overige fiscale maatregelen werden gepubliceerd.
5. Werkgever
Nieuwe premiekortingen voor werkgeversHet kabinet wil twee maatregelen invoeren die werkgevers moeten stimuleren om mensen met
een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Deze maatregelen bestaan enerzijds
in de vorm van loonkostenvoordelen en anderzijds in een zogenoemd lage-inkomensvoordeel.
Wilt u meer weten over de voordelen, dan ons artikel ‘Werkgeversvoordeel: nieuwe
premiekortingen’.
Aanscherping gebruikelijkheidscriterium werkkostenregelingHet kabinet heeft het gebruikelijkheidscriterium van de werkkostenregeling opnieuw geformuleerd.
Het gebruikelijkheidscriterium houdt nu in dat de omvang van de vergoeding of verstrekking
bepalend is bij de vraag of aan de voorwaarde van gebruikelijkheid is voldaan.
Op basis van de huidige wet- en regelgeving kunnen werkgevers grote bonussen onderbrengen in
de vrije ruimte. Als de vrije ruimte wordt overschreden is de werkgever hierover 80% eindheffing
verschuldigd. Deze eindheffing kan voordeliger zijn dan het verlonen van een grote bonus.
Het ‘spelen’ met het tarief vindt het kabinet ongewenst en daarom is het
gebruikelijkheidscriterium aangescherpt. Vanaf 2016 gaat het om de vergoeding of verstrekking
zelf. Als een vergoeding of versterking op zichzelf al ongebruikelijk is, dan is het aanwijzen ervan
als eindheffingsbestanddeel dat ook.
Werkgeversheffing ZVW per 2016 naar 6,75%De werkgeversheffing ZVW daalt naar verwachting per 1 januari 2016 van 6,95% naar 6,75%. De
werknemersbijdrage gaat opnieuw fors omhoog.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 12 van 15
In meeste gevallen moeten werkgevers over het loon van werknemers de werkgeversheffing ZVW
betalen. Daarbij geldt wel een maximum: het maximumbijdrageloon. Momenteel draagt de
werkgever over het loon van werknemers 6,95% van het loon tot € 51.976 af aan de
Belastingdienst. In de Macro Economische Verkenning 2016 van het Centraal Planbureau staat dat
deze werkgeversheffing per 2016 daalt naar 6,75%. Het maximumbijdrageloon voor 2016 wordt €
52.765.
Wanneer de werkgever niet de werkgeversheffing hoeft te betalen, komt de ZVW-bijdrage ten
laste van de werknemer. De volgende groepen betalen zelf de ZVW-bijdragen:
bepaalde uitkeringsgerechtigden;
ex-werknemers;
pseudo-werknemers;
en directeuren-grootaandeelhouders die niet verplicht verzekerd zijn voor de
werknemersverzekeringen.
Zij betalen in 2015 een inkomensafhankelijke bijdrage van 4,85% van hun brutoloon tot het
maximumbijdrageloon van € 51.976. In 2016 bedraagt het verschil tussen de werkgeversheffing en
de werknemersbijdrage 1,25%. Daaruit valt af te leiden dat de werknemersbijdrage ZVW in 2016
5,50% bedraagt.
Samenvoeging WBSO en RDATwee regelingen voor innovatie worden per 1 januari 2016 samengevoegd. De RDA wordt
namelijk opgenomen in de WBSO. De grondslag van de geïntegreerde WBSO-regeling wordt
versoberd door twee soorten werkzaamheden niet langer te laten kwalificeren en een andere
werkzaamheid in te perken.
Wilt u meer weten over de samenvoeging, leest u dan ons artikel ‘Samenvoeging
innovatieregelingen’.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 13 van 15
6. Internationaal
Internationaal: deelnemingsvrijstelling en verrekenprijzenOndernemingen die internationaal actief zijn, zullen rekening moeten houden met nieuwe anti-
misbruikwetgeving. Opvallend zijn de deelnemingsvrijstelling en de verrekenprijsdocumentatie.
Gelukkig wordt het mkb bij die laatste maatregel een beetje ontzien.
Wilt u meer weten over de wijzigingen op internationaal gebied? Leest u dan het artikel ‘Nieuwe
spelregels internationaal opererende ondernemingen’.
Juridische fusie en dividendbelastingBinnen het Nederlandse systeem van belastingheffing over vennootschappen, ontstaat een
belastingschuld onder de Wet Dividendbelasting in geval meer aan de aandeelhouder wordt
uitbetaald dan hij in de vennootschap als kapitaal heeft gestort.
Indien als gevolg van een juridische fusie een buitenlandse entiteit verkregen wordt, dan kan als
gevolg van het Nederlandse systeem een dividendbelastingclaim ontstaan over winstreserves van
die buitenlandse entiteit. Aangezien dit niet de bedoeling kan zijn, wordt voorgesteld dergelijke
belangen op te waarderen naar de waarde in het economisch verkeer in geval vermogen als
gevolg van een juridische fusie overgaat op de verkrijgende rechtspersoon in Nederland. Hierdoor
wordt geen dividendbelasting geheven over winsten waartoe Nederland niet gerechtigd zou zijn.
Deze opwaardering geldt niet voor de situatie waarin de verdwijnende vennootschap een
Nederlandse entiteit is, aangezien Nederland in dat geval al gerechtigd te heffen.
In Nederland is een civielrechtelijke grensoverschrijdende splitsing niet geregeld. De wetgever
verwacht dat dit in een aantal andere landen al wel mogelijk is. Daarom vindt ook in deze situatie
een opwaardering plaats waardoor er dus geen Nederlandse dividendbelastingclaim op bestaande
buitenlandse winstreserves gaat ontstaan.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 14 van 15
7. Diversen
Fiscaal procesrechtHet kabinet wil graag dat rechtsvragen die breed in de samenleving leven, sneller beantwoord
worden. Naast verbeteringen van de ‘massaalbezwaarprocedure’ stelt het kabinet in dat kader de
invoering van de ‘fiscale prejudiciële procedure’ voor. Dit biedt de belastingrechter de
mogelijkheid om lopende het geding een rechtsvraag voor te leggen aan de Hoge Raad.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015 Pagina 15 van 15
Meer informatie en inlichtingenDRV Bergen op Zoom
Joulehof 10, 4622 RG Bergen op Zoom
Postbus 982, 4600 AZ Bergen op Zoom
Telefoon: 0164 - 241850
E-mail: [email protected]
DRV Breda
Cosunpark 20, 4814 ND Breda
Postbus 5678, 4801 EB Breda
Telefoon: 076 - 5233033
E-mail: [email protected]
DRV Goes
Stationspark 51, 4462 DZ Goes
Postbus 117, 4460 AC Goes
Telefoon: 0113 - 200900
E-mail: [email protected]
DRV Hellevoetsluis
Bruggehoofd 7, 3223 DB Hellevoetsluis
Postbus 1048, 3220 BA Hellevoetsluis
Telefoon: 0181-322100
E-mail: [email protected]
DRV Middelburg
Park Veldzigt 1, 4336 DR Middelburg
Postbus 321, 4330 AH Middelburg
Telefoon: 0118 - 634000
E-mail: [email protected]
DRV Oud-Beijerland
Beetsstraat 1, 3261 PL Oud-Beijerland
Postbus 1602, 3260 BC Oud-Beijerland
Telefoon: 0186 - 642222
E-mail: [email protected]
DRV Roosendaal
Emmerblok 30, Oud Gastel
Postbus 1006, 4700 BA Roosendaal
Telefoon: 0165 - 573700
E-mail: [email protected]
DRV Rotterdam
Hoofdweg 52, 3067 GH Rotterdam
Postbus 8560, 3009 AN Rotterdam
Telefoon: 010 - 4212020
E-mail: [email protected]
DRV Sliedrecht
Trapezium 150, 3364 DL Sliedrecht
Postbus 5, 3360 AA Sliedrecht
Telefoon 0184 - 414766
E-mail: [email protected]
DRV Terneuzen
Willem Alexanderlaan 45, 4532 DB Terneuzen
Postbus 1100, 4530 GC Terneuzen
Telefoon: 0115 - 645645
E-mail: [email protected]
DRV Zierikzee
Karnemelksvaart 2, 4301 GX Zierikzee
Postbus 38, 4300 AA Zierikzee
Telefoon 0111 - 417155
E-mail: [email protected]
Top Related