Download - BDW - editie 1340

Transcript
Page 1: BDW - editie 1340

N° 1340 VAN 16 TOT 23 AUGUSTUS 2012 ¦ WEEK 33: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: [email protected], WWW.BDW.BE

Oude diesels blijven welkom

L age-emissiezones bestaan al een hele tijd in tal van Euro-pese steden. Auto’s die veel

fi jn stof uitstoten, zijn er in bepaal-de wijken niet langer welkom, of ze worden zwaar belast. Lage-emissie-zones moeten de steden gezonder en leefbaarder maken.Ook in Brussel gingen er stemmen op om in sommige buurten een lage-emissiezone in te voeren. Het idee stond bijvoorbeeld in het ver-

kiezingsprogramma van regerings-partij Groen; het regeerakkoord maakt er melding van, en het ver-voersplan Iris 2 schuift het naar vo-ren als een mogelijke oplossing om de dagelijkse toevloed aan auto’s naar de hoofdstad in te dijken.De Europese wijk zou fungeren als proefproject. De Europese Commis-sie dringt er al langer bij het Brus-sels Gewest op aan om iets te doen aan het vervuilende autoverkeer

rond Schuman. De EU moet im-mers met schaamrood op de wan-gen toegeven dat wat ze zelf in heel Europa promoot – een duurzame mobiliteit –, in haar eigen wijk ver te zoeken is.Maar de lage-emissiezones komen er dus niet. Dat antwoordt minis-ter van Milieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo) op een schriftelijke vraag van parlementslid Anne-Charlotte d’Ursel (MR). Uit een rapport dat het Brussels Gewest bestelde bij het studiebureau Transport & Mobility Leuven, blijkt dat de effecten op het leefmilieu, maar vooral die op de mobiliteit, gering zijn.Lage-emissiezones zijn voorts om-

slachtig om in te voeren, brengen weinig geld in het laatje en zwenge-

len de autoverkoop aan. 75 procent van de voertuigen die de zones niet meer in mogen, zo blijkt uit voor-beelden in andere landen, wordt

vervangen, om toch toegang te krij-gen tot de zone. De impact op de mobiliteit is dus gering. “De echte oplossingen voor het luchtkwali-teitsprobleem,” zegt Huytebroeck, “zitten in andere maatregelen, zoals het gebruik van openbaar vervoer en een rationeel gebruik van de auto.”In Brussel liggen lage-emissiezones ook politiek gevoelig. Vooral de minder bemiddelde Brusselaars rij-den rond in oudere en vervuilende auto’s, en de Brusselse regering is er als de dood voor om die groep de toegang met de auto tot bepaalde wijken in de stad te ontzeggen. Steven Van Garsse

Lage-emissie-zones liggen ook politiek gevoelig

Milieu > Minister Huytebroeck: ‘Geen lage-emissiezones in Brussel’

TRAKTATIE OP DE ZUIDFOOR BRUSSEL – Een honderdtal arme Brusselse bejaarden kon vrijdag genieten van een muzikale middag in het bekende Huis Vandervaeren op de Zuidkermis. Ze kregen er gratis wafels, pannenkoeken en

smoutebollen geserveerd. Zangeres Eliane Robin zorgde voor de gezellige sfeer. De liefdadigheidsactie is een initiatief van De Stuiver van de Grijsaard, een organisatie die negentig jaar geleden werd opgericht door handelaars uit de Lakensestraat. De Stuiver van de Grijsaard organiseert zestig muzikale namiddagen in Brusselse rusthuizen, het jaar rond. De vereniging draait op giften van gulle mecenassen. DV

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

16 0812

© IVA

N P

UT

BRUSSEL – Er komen geen lage-emissiezones in Brussel. Dat zegt minister van Milieu Evelyne Huyte-broeck (Ecolo). Vervuilende auto’s bannen heeft volgens een studie te weinig effect op milieu en mobiliteit.

Page 2: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 2 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

Zondagmiddag hing er een Amerikaanse fifties vibe over de Kunstberg, met het festival Brockxelles 58. Schalkse dames in petticoats, maar ook getatoeëerde heren met een grommende V8 aan de voet. Vriendelijke jongens overigens, deze rockers uit Charleroi.

© JO

VOE

TS

DE WEEK IN BEELD DOOR JO VOETS

Roskam verkoopt Budabrug aan Amerika

Uitgelicht > Rundskop-regisseur mag proefepisode maken voor betaalzender HBO

I s  de  Budabrug,  een  referentie-punt  voor  automobilisten  en binnenschippers  die  Brussel 

vanuit  Vilvoorde  binnenrijden  of -varen,  straks  een  vertrouwd  beeld voor  de  liefhebbers  van  de  betere Amerikaanse  tv-serie?  Het  zou  zo maar even kunnen.De industriële hefbrug met een me-tershoge metalen constructie die in Neder-Over-Heembeek  het  Kanaal Brussel-Schelde  overspant,  staat centraal in de tv-serie die Michaël R. Roskam  mag  uitwerken  voor  HBO. Met series als The Wire, The Sopra-nos en Sex and the City zorgde deze Amerikaanse  betaalzender  ervoor dat tv-series niet langer beschouwd worden  als  het  kleine  broertje  van de bioscoopfilm.Voor  Roskam  gaat  het  pokkehard 

sinds  Rundskop  begin  vorig  jaar in  de  zalen  kwam.  De  film  over  de gefnuikte  liefde  van  een  getormen-teerde  vetmeester  lokte  een  half miljoen kijkers, hielp hoofdrolspeler Matthias  Schoenaerts  aan  een  in-ternationale  carrière  en  draaide  in verschillende  landen.  Het  vakblad Variety riep Roskam uit tot ‘director to watch’. Klap op de vuurpijl was de Oscarnominatie  voor  beste  buiten-landse film.In  de  marge  van  die  drukbekeken prijsuitreiking  ontmoette  de  in Brussel  aangespoelde  Limburger Roskam  Michael  Mann  (regisseur van Heat, Miami Vice en Public ene-mies)  en  Mark  Johnson  (producent van  Rain Man,  Donnie Brasco  en de  tv-serie  Breaking bad,  en  daar-naast ook verantwoordelijk voor het 

Foreign  Language-comité  van  de Oscars).Beide  prominenten  waren  onder  de indruk van Bullhead. Roskams idee 

voor een tv-serie bekoorde hen. “We zijn samen bij HBO langsgegaan en hebben hun de serie ‘verkocht’,” laat Roskam  weten.  Hij  krijgt  van  HBO nu de opdracht een bijbel uit te wer-ken: documenten die het opzet, het concept en alles wat cruciaal is voor 

de  look  en  de  sfeer,  verduidelijken. Daarnaast mag hij ook het scenario voor een proefaflevering uitwerken. Dat is de proloog die de personages introduceert en de situatie schetst.Als HBO het licht op groen zet, dan zal Roskam die aflevering zelf regis-seren. Valt de proef in de smaak, dan werkt de writers’ room, een bataljon scenaristen, de reeks volledig uit op basis  van  de  bijbel.  Michael  Mann 

en Mark Johnson houden als execu-tive producers een oog in het zeil. 

In alle rustMichaël  Roskam  tempert  zelf  het enthousiasme: “Uiteraard is dit fan-tastisch  nieuws.  Anderzijds  mogen 

BRUSSEL – Michaël R. Roskam trok zijn stoute schoenen aan en stelde de toonaangevende Amerikaanse betaalzender HBO een futuristische serie voor die zich in Brussel afspeelt. De zender heeft er wel oren naar en vraagt de regisseur van Rundskop nu een proefaflevering uit te schrijven. In Buda Bridge Bitch is Brussel een donkere hoofdstad die wegglijdt in morele en politieke chaos.

“Schrijven en gefocust blijven is nu de boodschap. Ik wil in alle rust kunnen werken”

EERST RENOVEREN, DAN SLUITEN

SCHAARBEEK – Half septem-ber wordt de eerste steen van het spoorwegmuseum Train World gelegd. Dat meldt de NMBS-Holding. Het station van Schaarbeek wordt een halte-plaats zonder loket, maar werd onlangs wel gerenoveerd.

Het station van Schaarbeek – dat in  feite  op  het  grondgebied  van Brussel  ligt  –  wordt  momenteel gerenoveerd  en  herschikt.  Het reizigersloket  is  verplaatst  naar het  oorspronkelijke  stationsge-bouwtje,  links  (met het plein in de rug) van de grote stationshal. De  grote  hal  zelf  staat  leeg  en wacht op renovatie en aanbouw van  het  spoorwegmuseum  op het  stuk  braakliggende  grond rechts  half  september.  Dat  mu-seum  zal  verhalen  over  de  ge-schiedenis van de ijzeren weg in België.Toch gaat het  loket ondanks de renovatie later dit najaar onher-roepelijk dicht. Er komen net als in andere kleine stations kaart-jesautomaten.

MetroHet  dossier  over  de  renovatie en  de  bouw  van  het  spoorweg-museum  is  complex.  De  over-koepelende  NMBS-Holding  is verantwoordelijk  voor  de  reno-vatie van het station en de bouw van  het  spoorwegmuseum, maar  de  loketten  ressorteren dan  weer  onder  NMBS-Reizi-gers. Dat verklaart de nogal on-logische keuze om eerst te reno-veren, en vervolgens te sluiten.Of  de  perrons  van  het  station worden  gerenoveerd,  is  dan weer  een  vraag  voor  Infrabel, de  component  van  de  NMBS-groep  bevoegd  voor  infrastruc-tuur. “De perrons zijn al voor de helft onder handen genomen en verhoogd,”  weet  Thomas  Bae-ken van Infrabel. “Of de andere helft  ook  wordt  gerenoveerd,  is nog niet zeker. We wachten ook de beslissing van het Hoofdste-delijk Gewest af of er een metro naar  Schaarbeek  komt,  want in  dat  geval  wordt  het  station waarschijnlijk  een  overstap-plaats  en  dan  zouden  werk-zaamheden  geen  zin  hebben. Ook  moet  nog  bekeken  worden of er wel middelen kunnen wor-den vrijgemaakt. Dat hangt dan weer af van het nieuwe investe-ringsplan  2013-2025,  waarover nog onderhandeld wordt.”Het  spoorwegmuseum  en  de renovaties  kosten  meer  dan  16 miljoen euro.� Christophe�Degreef

OPMERKELIJK

© B

DW

Page 3: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 3 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012 WEEKOVERZICHTWOENSDAG�8�AUGUSTUSCipiErS�SiNT-GilliS�STAkEN�vOOrT. De cipiers van de ge-vangenis van Sint-Gillis besluiten hun stakingsacties elke maandag en vrijdag voort te zetten. Het is al geruime tijd onrustig in de ge-vangenis, de cipiers eisen loonsopslag. Bemiddeling met de directie leverde totnogtoe niets op. De taken van de cipiers worden overgeno-men door de lokale politie.

rOSkAM�vErkOOpT�BUDABrUG�AAN�AMErikA.�De  Amerikaanse betaalzender HBO vraagt de Belgische regisseur Michaël R. Roskam (Rundskop) de eerste aflevering uit te schrijven van de serie Buda Bridge Bitch. Die serie speelt zich in Brussel af en schetst een donker beeld 

van een stad in moreel en politiek verval.

NiEUWSTrAAT�OpNiEUW�OpEN�NA�BrAND. Dinsdagavond woedt er een zware brand op het dak van H&M en Hema. Delen van dat gebouw worden gerenoveerd, en bouwmaterialen vatten vuur. De rookpluim is tot in Leuven te zien. Twee brandweerlui raken gewond. Wat de brand heeft veroorzaakt, is niet duidelijk. Woensdag gaat de Nieuwstraat opnieuw open voor voetgangers. Een woningcomplex van 97 appartementen in aanbouw dreigt door de brand vertraging op te lopen. Bij Hema blijft er gevaar voor instorting. Wanneer de winkels opnieuw kunnen openen, is niet duidelijk.

UplACE�Wil�vOOrUiT. De Raad van State verwerpt een aan-vraag van een consortium van projectontwikkelaars om het Ge-westelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (Grup) voor de Vlaamse Rand te schorsen. Dat schrijft De Standaard. Het consortium had bouw-plannen in de buurt van Machelen en voelt zich benadeeld door het geplande winkelcomplex Uplace. Uplace-woordvoerder Lorin Parys verklaart dat er al in 2013 gebouwd kan worden. Er loopt wel nog een procedure bij de Raad van State van acht stadsbesturen en milieuver-enigingen, die het Grup eveneens willen vernietigen.

DONDErDAG�9�AUGUSTUSMivB�Wil�pOOrTjES�iN�DE�hErfST. De MIVB wil metro-poortjes bij de uitgang van de stations testen in de herfst. Na die tests evalueert de openbaarvervoersmaatschappij het systeem en stelt ze een planning op om alle stations te sluiten voor zwartrijders. Nu zijn er al toegangspoortjes in 52 van de 69 (pre)metrostations.

vrijDAG�10�AUGUSTUS‘BrUSSEl�hEEfT�iMAGOprOBlEEM.’ Brussel verliest steeds meer terrein als toeristische bestemming. Tegenover 2011 verliest de hoofdstad zes plaatsen (tot plaats 23) op de European Cities Monitor, een internationale rangorde van Europese bestemmingen. Volgens reisbureaus heeft Brussel een imagoprobleem door berich-ten over onveiligheid en verkoopt de stad zichzelf slecht.

TE�WEiNiG�STUDENTENkAMErS. Zo goed als alle Br(ik-kamers zijn bij het naderen van half augustus al verhuurd. Er zijn er welgeteld nog tien vrij. De stormloop op koten in Brussel zou ver-klaard kunnen worden door het groeiende succes als studentenstad, en door een steeds vroeger startende zoektocht. Br(ik is de officiële organisatie die Nederlandstalige studenten begeleidt.

ZATErDAG�11�AUGUSTUSAGENTEN�GETUiGEN. De Standaard pakt uit met een groot artikel waarin zes Brusselse agenten vertellen over het gebrek aan respect voor hun werk. De agenten voelen zich in de steek gelaten door het gerecht, dat weinig of niet zou straffen en bedreigingen tegen agenten ook niet serieus zou nemen. Voor agenten van Marok-kaanse origine zouden de vernederingen nog groter zijn; zij worden gezien als verraders.

1.500�pv’S�vOOr�OvErDrEvEN�SNElhEiD. De politie con-troleert ’s avonds en ’s nachts op te snel rijden. Er worden maar liefst 1.500 processen-verbaal uitgeschreven op twintigduizend gecon-troleerde voertuigen. 65 rijbewijzen worden ingetrokken, negentien personen rijden onder invloed van alcohol, twee onder invloed van drugs.

ZONDAG�12�AUGUSTUS�SUCCESvOl�fESTivAl. Het Brussels Summer Festival kent succes door het mooie weer. Op het Paleizenplein pakken kleppers als John Cale en Iggy Pop het publiek in. Meer dan vijftigduizend mensen maken hun opwachting. Het festival loopt nog tot volgende week zondag.� Samengesteld�door�Christophe�Degreef

De Brusselse succesregisseur Michaël R. Roskam (inzetje) mag voor HBO het scenario voor een proefaflevering uitwerken voor een serie waarin de Budabrug een bijzondere rol speelt.

we  niet  te  hard  van  stapel  lopen. Beschouw dit als scenariosteun krij-gen  van  het  Vlaams  Audiovisueel Fonds (VAF).”Nog niet de helft van de bestelde pi-lots komt effectief op televisie. Veel series worden in de kiem gesmoord of verdwijnen geruisloos van de ra-dar. Het  is op dit moment nog niet duidelijk  of  en  voor  hoe  lang  het HBO-avontuur  Roskams  plannen verijdelt  om  Rundskop  op  te  volgen met een film noir over Brussel die Le fidèle zou kunnen gaan heten. Ros-

kam zelf wil geen verdere verklarin-gen meer afleggen of interviews ge-ven tot het vaststaat dat de serie ook echt  gedraaid  wordt.  “Schrijven  en gefocust blijven is nu de boodschap. Ik wil in alle rust kunnen werken.”

Donkere hoofdstadDe  futuristische série noire heet voorlopig  Buda Bridge Bitch  en speelt  zich  in  de  nabije  toekomst af  in  Brussel.  Een  geheimzinnige vrouw op de Budabrug, een toevloed aan gewelddadige misdaden en on-

orthodoxe  onderzoekstechnieken brengen  de  donkere  hoofdstad  van Europa  in  een  staat  van  morele  en politieke chaos.Op  internetfora  van  verschillende media  werd  meteen  gevreesd  dat Brussel  imagoschade  zou  lijden. Alsof New York twee toeristen min-der lokt wanneer het door een grote filmregisseur weer eens als een oord van verderf afgeschilderd wordt...

�� Niels�ruëll

Het zou billijk zijn als er de dag na de verkiezingen een Ecolo-burgemeester in Brussel zou zijn.”

Emily Hoyos, co-voorzitster van Ecolo, vindt dat haar partij goed werk heeft geleverd in de lokale gemeentebesturen (in La Libre Belgique).

Zodra onze agenten hun rug hebben gedraaid, gaat het handeltje weer verder.”

De Elsense politiecommissaris Patrick Thibou getuigt in Le Soir over de forse toename van illegale drugsverkoop op straat in Matonge.

De gemeente Sint-Pieters-Woluwe plant een sterretjes-weide op de gemeentelijke begraafplaats. Voortaan kun-nen foetussen die tussen vijftien weken en zes maanden zwangerschap  overlijden,  daar  begraven  worden.  Tot voor een paar jaar was dat alleen mogelijk bij sterfte na zes maanden zwangerschap, maar  in 2008 keurde het Brussels parlement een ordonnantie goed die foetussen 

vanaf  vijftien  weken  zwangerschap  officieel  erkent.  Ze krijgen dan ook een naam en een plek in het bevolkings-register.Voor  het  ontwerp  van  de  sterretjesweide  neemt  het gemeentebestuur  een  architect  in  de  arm.  Het  geheel wordt groen, zonder grafstenen, maar met witte sterren waar de namen van de kinderen op staan.� TDM

SterretjesweideHETWOORD

© M

IKA

RE

GO

LO

““

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP

SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF

© IV

AN

PU

T

Page 4: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 4 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

Zomerreeks (5/7) > Een reis door de wereld: de Amerikanen

In Brussels we trustBRUSSEL – Amerikaanse Brusselaars. Ze vinden Brussel open minded, maar ook een plek waar piep-kleine Coca-Cola’s niet eens automatisch worden bijgevuld. Het zijn alvast twee van hun echo’s. Maar wie zijn die mensen precies? Een verkenning.

O p de campus van de Univer-sité  Catholique  de  Louvain in  Sint-Lambrechts-Woluwe 

huurt  The  American  University een  verdieping.  Elk  semester  wor-den vanuit de Verenigde Staten een dertigtal  studenten  aangetrokken. ’s Nachts slapen ze bij Belgische ge-zinnen, overdag buigen ze zich over de werking van de Europese  instel-lingen. Jerome Sheridan stampte de infrastructuur in 1991 uit de grond en vult de lesprogramma’s in.“De Amerikaanse gemeenschap van Brussel  valt  uiteen  in  verschillende groepen  die,  elk  op  hun  eiland, relatief  weinig  met  elkaar  in  con-tact  komen,”  vertelt  Sheridan.  “De kring  van  militairen  leeft  redelijk op  zichzelf  in  de  legerbasissen  van Wallonië.  Dan  is  er  de  groep  van diplomaten.  Doorgaans  verblijven die  gemiddeld  drie  jaar  in  Brussel.  Voor  opvang,  huisvesting  en  oriën-tatie  vallen  ze  sterk  terug  op  de ambassade.  Door  het  toenemende belang van Europa  is hun aantal  in Brussel  de  laatste  twintig  jaar  ge-stegen.”“Vervolgens  heb  je  een  studenten-populatie  met  eigen  alumnivereni-gingen, én een groep van inmiddels gepensioneerde  Amerikanen  die ooit  besloten  hebben  om  in  Brus-sel  te blijven.  Meestal  zijn  die  laat-sten  aangesloten  bij  de  historisch gegroeide  clubs  van  Brussel.  The American  Club  of  Brussels  en  The American Women’s Club of Brussels zijn op dat vlak de twee belangrijk-ste  ijkpunten. En ten slotte  is er de grootste kring: de zakenmensen en werknemers  van  multinationals. 

Een  deel  hiervan  valt  terug  op  de historische verenigingen, maar een niet  te  onderschatten  deel  beweegt zich in een geheel eigen sociaal net-werk dat wordt opgebouwd rond de verschillende kerken en de twee in-ternationale scholen in Watermaal-Bosvoorde en Waterloo.” 

Final FridayZo’n  analyse  kan  tellen  als  eerste kennismaking!  Ik  bezocht  enkele van die eilanden. En al gauw blijken de  woorden  van  Sheridan  steek  te houden.

De president van The American Club of  Brussels,  Margaret  Nicholson, nodigt  me  uit  om  op  de  hoogste verdieping  van  het  Sheraton-hotel aan  het  Rogierplein  het  jaarlijkse Thanksgiving  bij  te  wonen.  Gigan-tische  gevulde  kalkoenen  worden 

bij hopen op diensttafels de zaal  in gerold.De Club werd in 1921 gesticht door Amerikaanse  zakenlui  die  na  de Eerste  Wereldoorlog  in  België  ble-ven  hangen.  Ze  is  een  van  dé  refe-renties  van  de  Amerikaanse  aan-wezigheid  in  de  stad.  Al  meer  dan negentig  jaar  blijft  de  ambitie  min of  meer  dezelfde:  zakenlui  oriën-teren  in  hun  nieuwe  leefomgeving en  tegelijk  een  platform  uitbouwen voor sociale contacten. “Elke laatste vrijdag  van  de  maand  organiseren we  bijvoorbeeld  een  Final  Friday  in het  Renaissance  Hotel,  vlak  bij  het Luxemburgplein.  Dat  zijn  drinks waar  oud-  en  nieuwkomers  elkaar op  een  heel  informele  manier  kun-nen ontmoeten,” zegt Nicholson.Vijftien  kilometer  verderop,  op  de grens  tussen  Ukkel  en  Sint-Gene-sius-Rode,  vind  je  de  vrouwelijke evenknie  van  The  American  Club. The  American  Women’s  Club  of Brussels  werd  in  1947  opgericht met  de  bedoeling  hooggeschoolde, maar  dikwijls  werkeloze  vrouwen uit  de  VS  met  sociale  en  culturele activiteiten  op  te  vangen.  De  ver-eniging komt hiermee tegemoet aan de  geheel  eigen  problematiek  van de trailing spouses,  (hoofdzakelijk) vrouwen  die  hun  echtgenoten  vol-gen  in  het  kader  van  een  werkcon-tract, maar zelf door hun gebrek aan talenkennis niet aan de bak komen.En dan heb je dat derde monument, op  de  rand  van  het  Zoniënwoud in  Watermaal-Bosvoorde.  Kort  na de  Tweede  Wereldoorlog  werd  het neoclassicistische  kasteel  van  ba-ron  de  Bisschofsheim,  een  tijdge-noot  van  Leopold  I,  gerecupereerd als  uithangbord  voor  The  Ame-rican  School,  die  echter  heel  snel evolueerde tot de ISB, de Internatio-nal School of Brussels. Trotse moe-der  Julie  leidt  me  er  rond.  Je  weet niet wat je ziet. Rond een statig pand groeide  een  schaduwrijke  campus 

met  gymnastiekzalen,  tennisvel-den, een klimmuur, een theaterzaal, moduleerbare  klassen,  sportvelden voor baseball en American football. Kraaknet,  soms  kamerbreed  tapijt in  de  lokalen.  Een  akoestiek  om  u tegen  te  zeggen.  En  bij  goed  weer zelfs  een  ingericht  openluchtklasje in het bos. “Afstuderen doe je op basis van een International  Baccalaureate.  Dat wordt  wereldwijd  erkend,”  vertelt Julie.  “Leerlingen  die  dichter  bij  het Amerikaanse curriculum willen blij ven,  kunnen  een  Advanced  Pla-cement behalen.”Hoewel  het  instituut  aanvankelijk 

‘American’  in zijn naam had,  is het geen  echte  Amerikaanse  school. Maar  de  geest  van  het  Amerikaan-se  onderwijsmodel  leeft  hier  wel sterk.  Dat  blijkt  uit  de  teamspirit en  het  onwaarschijnlijk  sterk  uit-gebouwde  net  van  buitenschoolse activiteiten.  Sportploegen  bekam-pen  hun  leeftijdgenoten  uit  andere internationale  scholen  in  Parijs, Frankfurt  of  Amsterdam.  Thea-ter-  en  muziekgroepen  treden  in-ternationaal op. Indirect schept dat ruimte  voor  de  ouders  om  elkaar 

tijdens  de  reizen  te  leren  kennen.De ISB is hiermee een reële concur-rent  van  de  clubs.  “Ik  ervaar  totaal geen noodzaak om me bij clubs aan te  sluiten,”  zegt  Julie.  “De  school biedt  alles.  Nieuwkomers  worden door  anciens  met  champagne  ont-haald.  Ze  kunnen  taallessen  Frans en  Nederlands  volgen  of  een  oriën-tatiecursus  die  hun  leert  dat  je  in Belgische supermarkten al een eeu-wigheid niet meer met cheques be-taalt, zoals dat in de VS gebruikelijk is.” Het  is  niet  dat  je  er  met  de  school en  de  twee  clubs  het  hele  gamma van  sociale  netwerken  door  hebt 

gedraaid. Maar je kunt dit trio toch wel als een historische heilige drie-vuldigheid beschouwen.

KinderloosIn de jaren 1950 was het nog vooral de  Antwerpse  haven  die  Amerika-nen  aantrok.  In  de  jaren  1960  en ’70 kenterde het zwaartepunt in het voordeel van Brussel. De twee clubs zagen  omstreeks  1975  hun  leden-aantallen pieken.Het  hoogtepunt  lijkt  nu  wel  voor-bij. Het einde van de Koude Oorlog 

Bij voorkeur worden er werknemers zonder kinderen gestuurd: een forse bezuiniging, met 32.000 euro schoolgeld per jaar

Het GBP: de bevolkingstoename is maar een excuus.

‘ER IS TE WEINIG NAGEDACHT OVER DE STAD’

BRUSSEL – Geen goed woord heeft de milieukoepel Inter-Envi-ronnement Bruxelles (IEB) voor het nieuwe gewestelijke bestem-mingsplan (GBP) van minister-president Charles Picqué (PS).

Het  openbaar  onderzoek  van  het nieuwe  GBP  is  afgelopen  en  IEB 

heeft  zijn  bevindingen  vrijgegeven in  een  dertig  pagina’s  tellend  do-cument.  Die  zijn  niet  mals  voor  de plannen  van  minister-president Picqué  (PS).  ‘Opportunistisch’,  ‘op maat van de vastgoedontwikkelaar’, ‘een  plan  voor  de  loftbewoner,  niet voor de Brusselaar’. IEB beschuldigt de  regering  zelfs  van  belangenver-

menging. Zo was een groot advoca-tenkantoor  tegelijk adviseur van de Brusselse  regering  en  van  een  be-langrijke vastgoedspeler aan Thurn & Taxis.Nieuw is dit soort kritiek niet, maar ze is dit keer wel goed onderbouwd. De belangrijkste stelling van IEB  is dat het nieuwe GBP er niet komt om de  stad  te  dienen  vanuit  een  ruim-telijke visie, maar om een oplossing te bieden voor aantal pregnante ste-denbouwkundige  problemen,  zoals de shoppingmall op de Heizel.IEB doorprikt de mythe dat het GBP 

moet dienen om de Brusselse bevol-kingsexplosie  op  te  vangen,  want, zo zeggen ze bij IEB, die bevolkings-toename zit vooral bij de kansarme bevolking,  en  die  heeft  geen  bood-schap  aan  de  luxewoningen  die dankzij het GBP aan het kanaal zul-len verrijzen.  Intussen doen grond-eigenaars  dankzij  het  GBP  gouden zaken.Het IEB stelt voorts dat de terreinen aan  het  kanaal  worden  opgeofferd voor lofts en dure appartementen in plaats  van  daar  op  industriële  ont-wikkeling te mikken. Die is volgens 

© M

AR

C G

YSE

NS

“Op oriëntatiecursus leer je dat je in Belgische supermarkten al een eeuwigheid niet meer met cheques betaalt”

De hele zomer lang gaat historicus Hans Vande-candelaere op wereldreis... in Brussel. Deze week brengt hij verslag uit van het reilen en zeilen binnen de Amerikaanse gemeenschap.

Page 5: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 5 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

ADVERTENTIE

deed  niet  alleen  militairen  vertrek-ken,  maar  ook  zakenmensen  die van het leger afhankelijk waren. De jaren 1980 waren nog topjaren, met  Amerikaanse bedrijven die effectief door  Amerikaanse  expats  werden geleid.  Vanaf  de  jaren  1990  werd echter steeds meer geopteerd om er Belgen voor in de plaats te zetten en op deze manier te besparen. Dit kon omdat  de  stock  aan  Belgen  die  in de VS ervaring hadden opgebouwd, voldoende  groot  was.  Bovendien konden  de  moederhuizen  dankzij nieuwe  technologieën,  zoals  inter-net, van een afstand controle uitoe-fenen.Een andere heel markante strategie was  om  bij  voorkeur  werknemers zonder  kinderen naar België  te  stu-ren.  Een  forse  bezuiniging,  als  je weet  dat  het  schoolgeld  van  de  In-ternational  School  –  32.000  euro per jaar – doorgaans door de multi-nationals wordt betaald. Momenteel lijkt er een stabilisering 

Plechtig moment op het jaarlijkse Thanksgiving-diner in het Sheraton: de kalkoen wordt aangesneden.

© H

AN

S VA

ND

EC

AN

DE

LA

ER

E

IEB  nochtans  broodnodig  voor  de banencreatie in het gewest.Ook  over  de  mobiliteit  is  te  weinig nagedacht,  oordeelt  IEB.  Zo  komen de nieuwe ontwikkelingsgebieden er op  plekken  die  matig  tot  slecht  be-reikbaar zijn met het openbaar ver-voer en juist erg goed bereikbaar met de  wagen.  “Sporen  en  waterwegen worden als een barrière voorgesteld, terwijl die  juist  een economisch  en industrieel potentieel hebben.”De  aanval  van  IEB  op  het  bestem-mingsplan is niet zo verwonderlijk. De  milieukoepel  verliet  een  klein 

jaar  geleden  de  voorbereidende werkgroepen  voor  het  Gewestelijk Plan  voor  Duurzame  Ontwikkeling (GPDO),  dat  andere  ruimtelijk  plan van  Picqué.  Sindsdien  is  de  kritiek op  de  regering-Picqué  niet  van  de lucht.Vraag is of de kritiek veel indruk zal maken.  De  regering  keurt  normaal gezien eind dit jaar het nieuwe GBP goed. De kans  is groot dat er  tegen dan nauwelijks een letter aan gewij-zigd zal zijn.

� Steven�Van�Garsse

Hans Vandecandelaere werkte als historicus twee jaar lang aan een lijvig boek over zestig jaar migratie naar Brussel. In Brussel – Een reis door de wereld verschijnt omstreeks begin november bij uitgeverij Epo. Een zeven-delige zomerreeks in BDW blikt vooruit met herziene, ingekorte voorpublicaties.

te  zijn.  “Wie  overbodig  was,  werd weggefilterd.  Zo  hou  je  een  residu over  dat  nog  moeilijk  verder  kan zakken. Wie er nog is, kan niet wor-den gemist,” beweert Jerome Sheri-dan.In  2008  verbleven  er  nog  ongeveer drieduizend  Amerikanen  in  Brus-sel. De dalende trend is merkbaar in de clubs. Het ledenbestand van The American  Women’s  Club  en  The American  Club  kelderde.  Mogelijk heeft  dit  voor  een  deel  met  de  op-komst van internet te maken, waar-

door  ze  een  stuk  van  hun  sociale werking verliezen. En ook in de ISB daalt  het  aandeel  Amerikanen.  In het  schooljaar  1967-’68  waren  850 van  de  997  leerlingen  Amerikaans, naast  twintig  andere  nationali-teiten.  In  2009-’10  zat  je  met  288 Amerikanen  op  een  leerlingenbe-stand  van  1.500,  van  zeventig  na-tionaliteiten.  Meteen  blijkt  hieruit de toenemende internationalisering van Brussel.De  gemiddelde  verblijfsduur  van Amerikaanse  Brusselaars  is  vijf 

jaar.  België  en  de  VS  werkten  op het niveau van de sociale zekerheid een  akkoord  uit  waarbij  expats  na een aantal jaar verplicht worden om te  kiezen  uit  twee  stelsels:  trouw blijven  aan  het  Amerikaanse  mo-del of overstappen op het Belgische systeem.  Dat  laatste  betekent  dan belastingen  in  België  betalen,  af-stand  doen  van  Amerikaanse  faci-liteiten en het paspoort aanpassen. Een kleine minderheid zet die stap.Amerikanen  komen  van  over  heel het  land  en  installeren  zich  voor-namelijk  in  de  beide  Woluwes, Overijse,  Waterloo,  Kraainem  en Sint-Genesius-Rode.  Wat  hen  in Brussel  kan  storen,  zijn  de  vroege sluitingsuren  van  de  winkels,  de trage  bediening  in  de  restaurants, het  vuil,  de  agressievere  rijstijl  en de  prijsverschillen  als  gevolg  van 

de koers van de dollar tegenover die van de euro. McDonald’s is in Brus-sel minstens dubbel zo duur. Peil je naar pluspunten, dan volgt het klas-sieke  rijtje  van  troeven:  het  inter-nationale  en  open  karakter  van  de stad, de uitstekende centrale ligging in Europa en de hogere levenskwali-teit. Amerikanen die door hun lange verblijfsduur in staat zijn om evolu-ties  te  onderscheiden,  zien  Brussel erop  vooruitgaan.  Properder,  meer gerenoveerd.  “De  Sint-Michiels-  en Sint-Goedelekathedraal staat al lang niet meer op instorten,” zegt Jerome Sheridan met een knipoog.

� Hans�Vandecandelaere

Met de steun van de Vlaamse overheid en Erfgoedcel Brussel

Volgende week: de Zuid-Amerikanenwww.brusselnieuws.be/reisdoordewereld

Page 6: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 6 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

L inks  van  de  ingang  van  de  Sint-Augustinuskerk  wijst on ze  gids  Michaël  Valke-

niers naar een  ijzeren plaatje.  “Een van  de  geodetische punten  van  het Nationaal  Geografisch  Instituut. Niet  honderd  meter  boven  de  zee-spiegel,  maar  102,338  meter  om precies  te  zijn,  en  eigenlijk  ligt  de hoogste  plek  van  Brussel  127,5 meter  hoog  in  het  Zoniënwoud.  Maar  van  hieruit  heb  je  natuurlijk het mooiste uitzicht, zeker als je ook nog eens de 54 meter hoge toren van de modernistische kerk bestijgt.” Hier en daar vind  je  in de stad nog oudere  hoogteaanduidingen.  “Die bronzen gevelplaten vind je bijvoor-beeld nog aan het parlement – 61,97 meter –, of aan restaurant François op de Baksteenkaai: 17,73 meter.”Geografisch  is  Brussel  alvast  geen losstaand geheel: “Brussel heeft het reliëf van het omringende Pajotten-

land.  Veel  valleitjes  dus,  waarin  de eerste  pre-industriële  activiteiten ontstonden,  terwijl  de  hellingen benut  werden  voor  bos,  graan  en zelfs  wijnranken.  In  de  Cité Mes-sidor verwijzen de straatnamen nog naar  de  wijnbouw.  Pas  vanaf  1900 werd de heuveltop rond het Hoogte Honderdplein door een grootgrond-bezitter verkaveld, daarvoor was het hier nog de boerenbuiten.”Valkeniers leest de stadsplannings-golven af aan de architectuur: belle époque,  art  deco,  jarenvijftigappar-tementen  op  de  flanken,  “op  de plaats waar in de negentiende eeuw buitenverblijven  werden  opgetrok-ken:  het  kasteel  van  Wilhelm  Du-den,  groothandelaar  in  kant,  is  er daar  nog  een  van.  Het  was  typisch voor  de  tweede  en  derde  genera-tie  rijken  om  te  bouwen  op  afgele-gen  plekken,  terwijl  de  eerste  ge-neratie  nog  had  willen  uitpakken 

langs  de  drukke,  centrale  lanen.”

HygiëneVanaf het Hoogte Honderdplein zet-ten we de afdaling in en belanden we op  de  Alsembergsesteenweg.  Vol-gens  de  gids  was  de  steenweg  een alternatief voor de weg  in de vallei, die  in  het  regenseizoen  vaak  on-bruikbaar  was.  Wie  de  Alsemberg-sesteenweg nam, moest dan weer de heuvels trotseren.Een  groen  doorsteekje  brengt  ons tot  in  de  Marconistraat  bij  enkele paviljoenen  van  het  oorspronkelij-ke  Molière-Longchampziekenhuis. “Een van de obsessies van eind ne-gentiende,  begin  twintigste  eeuw was  de  hygiëne,”  zegt  Valkeniers daarover.  “Sloegen  allerlei  plagen niet toe in de impasses van de stad? Ziekenhuizen  werden  voortaan  ge-bouwd waar nog veel licht, lucht en ruimte was: hoog dus.”

VORST/SINT-GILLIS – Dankzij het reliëf zul je niet gauw verdwalen in Brussel, maar met een gids van Klare Lijn ontdek je ook de verrassende kantjes van een hellende stad. De wandeling vertrekt op het Hoogte Honderdplein, zodat je met een gerust hart ‘de langste afdaling’ (want zo heet de geleide tocht) kunt inzetten.

Links boven: het geodetisch punt aan de Sint-Augustinuskerk op Hoogte Honderd in Vorst. Links onder: opvallende verspringingen in de rooilijn in de Marconistraat, een herinnering aan de oude landweg die deze straat ooit was. Rechts: het Pierre Paulusparkje in Sint-Gillis, een van de laatste plekken waar het oorspronkelijke reliëf van Brussel nog zichtbaar is.

© A

N D

EVR

OE

Reportage > Gidsenvereniging Klare Lijn komt met reliëfwandeling

Volg de berggidsHier vind je ook nog de oude moto-renfabriek Magnéto en drie sociale-appartementsgebouwen uit de jaren 1901-1905  netjes  naast  elkaar,  het ene  al  met  een  zwierigere  art-nou-veausignatuur  dan  het  andere.  In de  achterliggende  Rodenbachstraat hebben  de  appartementsblokken zelfs  het  voorkomen  van  een  kas-teel.In  de  Marconistraat,  die  net  zoals de  Rodenbachstraat  het  tracé  van een oude veldweg volgt, zijn ook nog enkele  oudere  arbeidershuizen  die uit  de  rooilijn  springen,  ‘op  mira-culeuze  wijze  bewaard’.  Tussen  de mondaine Molière- en de Albertlaan werden  de  arbeiderswijken  verwe-zen naar de zijstraten.De Molièrelaan volgde de mode van begin negentiende eeuw om nieuwe straten  een  bochtig,  pseudo-orga-nisch  tracé mee  te geven: “Een pit-toresk  kader  voor  de  bourgeoisie, die  pottenkijkers  kon  missen  als kiespijn.”Behalve  zieken  werden  ook  veroor-deelden naar de woeste hoogten ge-bracht. “Er kwam een gevangenis op de  hoogten  van  Sint-Gillis  waar  in 

de  jaren 1870-1880 nog bijna niets was. Hier waren ze ver genoeg ver-wijderd  van  hun  ‘crimineel  milieu’, een pas ontdekt begrip.”

Park voor hoog en laagVan  op  het  hogergelegen  deel  van het Park van Vorst heb je een mach-tig  vergezicht  op  de  vallei  van  de Zenne. “Leopold II liet het park aan-leggen  met  de  bedoeling  ontspan-ning  te bieden aan de arbeiders uit de  wijken  beneden  aan  het  spoor, maar ook aan wie zich een villa op de heuveltop kon veroorloven,” zegt Valkeniers.  “De  vrijstaande  wonin-gen  waren  echter  niet  zo’n  succes, zodat er ook rijhuizen kwamen – dat voelde wellicht veiliger. Aan de Jupi-terlaan kwamen in de jaren 1950 en ’60 appartementsgebouwen die een ware  ‘dijk  van  Vorst’  vormen:  met zicht  op  de  Zennevallei.  De  hoog-bouw kende een boost na de Tweede Wereldoorlog.  Een  eengezinswo-ning met alle comfort was duur, en nieuwe  bouwtechnieken  en  com-pactere  liften  maakten  hoogbouw aantrekkelijk.  Zelfs  Victor  Horta ging in een appartement wonen.”

Page 7: BDW - editie 1340

ADVERTENTIE

BDW 1340 PAGINA 7 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

We  dalen  af  door  het  park  langs paadjes waarvan er na iedere stort-bui minder lijken te zijn, en komen in steile, kronkelige straten terecht: “Dát is Sint-Gillis.”

Godin van de BocqEen  vader  laat  zijn  kinderwagen, met  kind,  uit  zichzelf  de  straat  af bollen.  Valkeniers  vertelt  dat  vóór de  waterleiding  de  waterdraagsters deze  hellingen  op  moesten  naar ‘Obbrussel’.  “In  1891  –  Brussel-Stad  had  dan  al  een  halve  eeuw leidingwater  –  stichtten  Sint-Gillis, Sint-Joost  en  Schaarbeek  de  eerste intercommunale.  Hun  water  werd vanaf  1899  over  tachtig  kilometer aangevoerd vanuit de Bocq, een zij-riviertje van de Maas. Dat droeg bij tot de verstedelijking van het hoger-gelegen deel van Sint-Gillis. Symbo-lisch voor die bloeitijd is het majes-tueuze stadhuis, met zijn voorgevel fier naar Brussel-Stad gericht.” Voor 

het  gebouw  staat  een  naaktfiguur van Jef Lambeaux die de godin van de  Bocq  voorstelt.  Het  beeld  werd ooit naar de catacomben verwezen: “De  natuurlijke  heuvels  mochten niet getoond worden.”

Strategische hoogteVanuit  veel  straten  van  Sint-Gillis zien  we  de  Hallepoort  in  de  diepte liggen,  waarmee  de  gids  duidelijk maakt  hoe  kwetsbaar  Brussel  aan die  kant  was.  “Sint-Gillis  kijkt  uit over Brussel, wat het strategisch be-langrijk  maakte.  Op  het  kruispunt van de Fort- en de Vestingstraat sta je in het hart van het vroegere Mon-tereyfort. In 1695 heeft dat zijn nut bewezen. De  troepen van Lodewijk XIV  moesten  uitwijken  naar  An-derlecht en Molenbeek om er vanuit een  moeilijkere  positie  Brussel  te beschieten. Dat heeft Brussel waar-schijnlijk  van  de  totale  vernieling gered.”En  dan  brengt  de  gids  je  onver-wachts  in  het  Pierre  Paulusparkje, een  van  de  laatste  plekken  die  nog een idee geven van het oorspronke-lijke reliëf van Sint-Gillis. Het ‘kas-teel  op  de  berg’,  een  buitenverblijf uit  1905,  staat  er  nog.  Het  parkje erbij werd ingericht als een romanti-sche Engelse rotstuin. Het landhuis zelf lijkt wel op de rotsen gebouwd, maar  het  zijn  neprotsen.  Een  man bestijgt  een pad: het  zou een berg-tafereel kunnen zijn.

An Devroe

Groepen kunnen de gegidste wandeling ‘De langste afdaling’ boeken bij Klare Lijn op 0493-50.40.60

P-PRAAT

CHIEN ÉCRASÉ

Het komt nooit meer goed tussen Brussels staatssecretaris Bruno De Lille (Groen) en MR-parlementslid Jacqueline Rousseaux. In de jongste commissie Infrastructuur in het Brus-sels parlement brak een gevecht uit op leven en dood tussen die twee over het nut van fiets en openbaar vervoer in de stad. Volgens Rousseaux hinderen Villo-fietsen voetgangers en worden ze niet gebruikt (althans pas à Uccle) en wordt de fiets door mensen als De Lille ‘bejubeld’. Rousseaux gaat door: “De fiets is voor geprivile-gieerden: gezonde mensen zonder evenwichts-problemen, handicap of pijn (...). Bij koud weer is de fiets niet populair (...). Wie het openbaar vervoer gebruikt, wordt regelmatig gegijzeld door stakend personeel.” Rousseaux spreekt zich ook uit over het openbaar vervoer: “Bui-ten de piekuren rijden abnormaal lange trams nagenoeg leeg rond, ze houden het verkeer op, er wordt abnormaal veel in geïnvesteerd en er worden bomen voor gekapt: absurd.” De blauwe dame geeft evenwel aan: “Ik ben niet tegen de fiets en het openbaar vervoer, maar een zeker evenwicht is nodig.”

Na deze frontale aanval had De Lille naar alle waarschijnlijkheid een massage nodig om de stress uit zijn lijf te krijgen.

Gelukkig heeft Brussels minister van Financiën d’Aller et de Retour Guy Vanhengel (Open VLD) de middenweg bedacht tussen fiets en gemoto-riseerd verkeer: de motor. Met zijn rode Ducati leukt hij twee volle pagina’s in de weekend-editie van De Standaard op, getiteld: ‘Een beetje motard heeft een Pirelli-kalender’. De Brusselse excellentie ging – zeer uitdagend – motorrijden naast de luchthaven van Zaventem, ‘Brussels Airport’ in de volksmond. Volgens het relaas in de krant viel hij daar met motor en al omver toen de fotograaf hem vroeg een wegje met kiezeltjes te nemen ‘voor de foto’. Dat gaat hard.

MIVB – De MIVB meldt dat La Compagnie du Plak’Art een week lang animatie en mysterie zal brengen in de Brusselse metro. Het is de eerste keer dat het gezelschap ondergronds gaat om promotie te maken voor het festival Théâtres Nomades eind augustus. “Drie groepen van tel-kens twee acteurs spelen korte sketches in mime in de metrostations van lijnen 1 en 5 tussen De Brouckère en Stokkel/Herrmann-Debroux. Een begeleider geeft tekst en uitleg aan de nieuwsgie-rige reizigers. De toneelgroep doet de metro aan buiten de spits, van 10 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur. Een audioboodschap kondigt de komst van deze vreemde figuren in de Brusselse ondergrondse aan,” luidt het in een persmededeling.

NOMADE – Théâtres Nomades, ze hadden geen betere naam kunnen vinden voor MIVB-gebrui-kers die hun Mobib-kaart niet valideren.  STRAATVEGERS – Is het u trouwens opgeval-len, beste lezer, dat er de jongste tijd heel wat straatvegers eveneens een nomadisch bestaan leiden in de Brusselse straten? Dat kan maar één ding betekenen: de verkiezingen komen eraan! Behalve in Schaarbeek; daar wordt de straat zonder bijbedoelingen elk uur van de dag geveegd. Maar in Sint-Gillis en Elsene, alsook in Vorst, duikt de eenzame veger op, slechts gewa-pend met borstel, vuilnisbak en een groot rood aureool boven zijn hoofd. Rood, jazeker.

PREVENTIE – Tiens, het valt ons nu ook op dat de  MIVB-preventiemedewerkers  een  rood  hesje dragen. Toeval?

VB uitgedund naar kiezer

‘Belgisch bedrijf onwaardig’

BRUSSEL – Vlaams Belang komt maar op in de helft van de gemeenten waar de partij in 2006 een lijst indiende.

Zes  jaar  geleden  kwam  het  Belang  in  twaalf Brusselse  gemeenten  op.  Nu  komt  de  par-tij  alleen  in  Anderlecht,  Brussel,  Jette,  Sint-Jans-Molenbeek,  Sint-Agatha-Berchem  en Schaarbeek  met  een  lijst,  zes  gemeenten dus.  “Misschien  komen  er  ook  nog  Vorst  en Watermaal-Bosvoorde  bij,”  zegt  Brussels partijvoorzitter  Frédéric  Erens.  Vorige  keer kwam de partij bijvoorbeeld ook op in Koekel-

berg, Ganshoren, Sint-Gillis en Evere. Net als op  andere  plekken  heeft  het  Vlaams  Belang moeite  om  kandidaten  te  vinden.  Heel  wat lijsttrekkers  van  vorige  keer  doen  niet  meer mee.  Brusselse  parlementsleden  Greet  Van Linter  (Ganshoren) en Johan Demol  (Schaar-beek),  Vlaams  parlementslid  Erik  Arckens (Brussel),  Valérie  Seyns  (verkozen  in  Molen-beek)  en  Christine  Pynket  (verkozen  in  Eve-re) keerden de partij de rug  toe. Anderlechts Belang-kopstuk Raymond Deroover overleed vorig jaar, en de lijsttrekker uit 2006 in Koe-kelberg, Erland Pison, is verhuisd.  HUB

HAREN – De vakbonden zijn woest op de directie van het callcenter Stefanini, omdat die aan de ontslagvergoedingen probeert te ontsnappen.

Stefanini  ontslaat  182  werknemers  omdat Belgacom, zowat de enige opdrachtgever, het contract niet  verlengt. Volgens de directie  is er  geen  geld  voor  ontslagvergoedingen.  “Ze wil  amper  500  euro  boven  het  wettelijk  mi-

nimum  geven  en  probeert  zelfs  daaronder uit  te komen door bij de  rechtbank bescher-ming tegen schuldeisers te vragen,” zegt Jan Meeuwens  van  BBTK.  De  bond  plant  geen verdere acties omdat ze de jobbeurzen van la-ter deze maand wil  afwachten. Belgacom en de vijf  andere  callcenters  verbonden  aan het telecombedrijf, hebben beloofd om bij nieuwe aanwervingen voorrang te geven aan de afge-dankte werknemers van Stefanini. HUB

Politiek > Partij is tal van kopstukken kwijt

Economie > Vakbond geschokt door houding Stefanini-directie

“Er kwam eengevangenis op de hoogten van Sint-Gillis: hier waren ze ver genoeg verwijderd van hun crimineel milieu”

Page 8: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 8 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

Deze week in Sint-Gillis > Samenhuizen wint aan populariteit

‘Zoektocht naar kamer lijkt wel sollicitatiegesprek’

Sofie Poncelet en Joris Vandecruys hebben het naar hun zin in hun gemeenschapshuis in Sint-Gillis. © IVAN PUT

Woensdagavond, halftien.Sofie Poncelet, die bij het Steunpunt Vakantiepar-

ticipatie bij Toerisme Vlaanderen werkt, heet ons welkom en ontkurkt een fles Spaanse wijn. Joris is op komst. De andere huisgenoten zul-len we vanavond niet zien, maar ze komen wel ter sprake. In afwachting gidst Sofie ons door hun statige ach-terhuis met mooie binnenplaats.Het huis telt drie verdiepingen. Op de gelijkvloerse verdieping is er een grote leefruimte, een keuken, was-hok en terras. Op de eerste verdie-ping liggen de kamers van de drie mannen des huizes. Daar zijn ook de twee badkamers. Op de zolderver-dieping met het schuine dak woont naast Sofie ook Annaïk. “Die zou hier vanavond ook zijn, maar ver-wittigde me daarnet dat ze laat moet doorwerken.”Terug beneden ontmoeten we Joris Vandecruys, die werkt voor de FOD

Financiën. Hij is 29 en woont hier al het langst. “Op 1 januari 2013 zal ik hier vijf jaar wonen. Ik nam de ka-mer over van iemand die andere oor-den opzocht. Deze woning was toen al ruim drie jaar een gemeenschaps-huis. Het verhaal doet de ronde dat de huisbazin eerst nogal sceptisch was om deze woning als gemeen-schapshuis te verhuren, maar dat ze gerustgesteld was toen ze vernam dat het Nederlandstaligen waren. Een halfjaar later trok Dieter hier in.”Ruim een jaar geleden vond Sofie hier haar stek. “Voordien pendelde ik tussen Sint-Truiden en Brussel, maar dat vond ik vervelend. Je zit dagelijks in dezelfde routine, hebt maar één rechtstreekse trein per uur. Mijn zoektocht naar een ge-schikte plek liep niet van een leien dakje. Het aanbod aan kamers is veel kleiner dan de vraag. Je moet constant online zijn (op gespeciali-

seerde websites als samenhuizen.be of appartager.be of op Facebook, TDM), en de goede plekken zijn direct weg. Soms is die zoektocht een echte concurrentiestrijd, bijna een sollici-

tatiegesprek. Ik was al een halfjaar op zoek toen ik op de advertentie van deze woning botste.”“Ondertussen sta ik aan de andere kant, en kwamen ook Thomas en Annaïk erbij. Als er een kamer vrij

komt, stellen we bepaalde data voorop en nodigen we geïnteres-seerden uit, waarna we gezamenlijk een beslissing nemen. Daarbij laten we ons gevoel spreken. Als we twij-felen, kijken we naar gemeenschap-pelijke interesses. We proberen ook het bestaande evenwicht tussen jongens en meisjes te bewaren.”“Thomas is een Franstalige Cana-dees, maar de gemeenschappelijke

huistaal is Engels. Niet iedereen spreekt namelijk even goed Frans. Voor praktische zaken hebben we een krijtbord. Daar schrijven we de meest dringende zaken op, want het gebeurt zelden dat we allemaal

tegelijk thuis zijn,” zegt Joris. We lezen op het bord bijvoorbeeld ‘Wat is het paswoord voor de wifi?’, of ‘Please guys, don’t leave the dirty dishes for the one who has to clean the house’. Er is ook een poetsschema. Alle gemeenschappelijke ruim-tes krijgen wekelijks een grondige beurt.

Ongedwongen sfeerEr wordt zelden samen gekookt. Daarvoor ligt het levensritme van de vijf huisgenoten te ver uiteen. Als iemand eten over heeft, kan er wel wat geregeld worden, maar los daar-van kookt iedereen zijn eigen potje. ‘Iedereen’, dat zijn gemiddeld een tweetal mensen per avond. Joris eet elke middag op zijn werk, Annaïk komt pas laat thuis en bereidt dan nog een snelle hap. Veel gezamenlijke activiteiten zijn er niet. Soms is er een etentje, trekken ze samen de stad in, of ze kijken een film.Sofie: “Hoewel de kamers niet alle-maal even groot zijn, betaalt ieder-een vierhonderd euro. Daarin zitten naast de huur ook alle gemeen-schappelijke kosten en basispro-ducten zoals olijfolie, toiletpapier en vuilniszakken.” Het krantenabon-nement wordt apart geregeld, want Thomas en Dieter lezen niet mee.In haar omgeving is Sofie een beet-je de vreemde eend in de bijt. De meeste van haar vrienden wonen in Limburg, het gros van haar collega’s pendelt. Ze is heel tevreden met haar keuze voor Brussel. “Het is een stad die wat moeite vergt, maar op deze manier is het fijn. Ik heb hier mijn eigen ruimte, maar als ik wil, is er altijd iemand om mee te praten. Ik zou ook een kleine studio kunnen zoeken, maar niet tegen deze prijs en met dit comfort. We hebben een terras in het midden van de stad, in Sint-Gillis!”Alle vijf zijn ze hier gedomicilieerd. Sofie vindt dat belangrijk, zo kan ze hier gaan stemmen. “Ik leef in Sint-Gillis en maak hier gebruik van al-lerlei gemeentediensten, dus dat is toch logisch.” Joris vindt het jammer dat er soms wel juridische belem-meringen zijn. Zo vraagt hij zich af of het wel nodig is om een gezins-hoofd aan te stellen als je met vijf jonge mensen samenwoont. Voorts vindt hij niet dat hij hier privacy moet opgeven. “Spanningen zijn er niet bepaald. En zelfs al zouden die er zijn, dan verkies ik die boven avonden alleen spenderen in een ap-partement.”� Tuur�De�Moor

“Brussel is een stad die wat moeite vergt, maar op deze manier is het fijn wonen. Ik heb hier mijn eigen ruimte, maar er is altijd iemand om mee te praten”

BD

W R

EGIO

SINT-GILLIS – Meer en meer studenten en jonge werkmensen kiezen ervoor om samen een huis of appartement te huren in de stad. Dat is een pak goedkoper dan alleen wonen, maar het heeft ook tal van andere voordelen. BDW ging langs bij vier Vlamingen en een Canadees in Sint-Gillis.

Page 9: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 9 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

BD

W R

EGIO

Op de Dikke-Beuklaan tussen het UZ Brussel en de Tentoonstellingslaan loopt straks de nieuwe tramlijn 9. Ergens middenin staat een beuk, een boom met een verhaal. De tram gaat rekening met hem houden.

De ‘nieuwe’ Dikke Beuk refereert aan zijn histori-sche voorvader, de Arbre Ballon, een eeuwenoude beuk die op 12 mei 1912 geveld werd (zie ons arti-kel van 10 mei 2012 op www.brusselnieuws.be). Even werd gevreesd dat ‘kleinzoon Beuk’ gekapt zou worden, maar dat blijkt niet het geval: de boom blijft staan, ook al staat hij niet op de inventaris-lijst van opmerkelijke bomen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. “Bij het ontwerp van groenvoorziening werd wel degelijk rekening gehouden met de beuk uit 1985 (geplant op 5 mei 1984, red.); er is ons verteld dat

die moest blijven staan,” zegt architecte Livia de Bethune van het bureau SumProject, dat samen met Mobiel Brussel de infrastructuurplannen uit-tekent. De Dikke Beuk is terug te vinden op de nieuwe middenberm naast de tramsporen. In het ver-lengde van de beuk komen nieuwe platanen. De eerste plataan wordt op elf meter geplant; tussen de platanen zelf komt negen meter ruimte. De Dikke Beuk krijgt dus ruimere groeikansen voor zijn kruin, en zal opvallen bij een voetgangers-doorgang. De nieuwe berm rond de boom waaiert zelfs meer uit dan in de huidige situatie.“Zolang er gewerkt wordt, zal de beuk beschermd moeten worden, net zoals bij de platanen op de Jetse laan zal gebeuren,” stelt De Bethune nog.�� Jean-Marie�Binst

Dikke Beuk mag blijven

De Dikke Beuk uit 1984, kleinzoon van de Arbre Ballon, wordt geïntegreerd in de groenaanleg van het traject van de nieuwe tramlijn 9.

© VA

N D

ER

EL

ST

In oktober ruilt Alexandre Vanautgaerden, conservator van het Erasmushuis, Anderlecht in voor Genève.

Vanautgaerden wordt conserva-tor van de Bibliothèque de Genève (BGE), een van de oudste biblio-theken van Europa, opgericht door theoloog en reformator Johannes Calvijn (1509-1564). “Ik ben hier nu achttien jaar conservator; het is tijd voor een nieuwe uitdaging,” zegt Vanautgaerden. “De Bibliothèque bezit een grote kunstverzameling, is gespecialiseerd in de zestiende eeuw en heeft honderdvijftig man in dienst.”Eerder dit jaar ging ook de Neder-landstalige adjunct-conservatrice Kathleen Leys weg: zij werkt nu als

diensthoofd Cultuur en Toerisme in Dilbeek. Leys werd samen met Vanautgaerden in 1994 aangesteld om het taalevenwicht te garande-ren in het gemeentelijke museum, in opvolging van conservator Jean-Pierre Vanden Branden, die veertig jaar aan het roer had gestaan.De functie van adjunct-conservator werd niet opnieuw ingevuld. Wel treden in september twee perso-neelsleden in dienst, betaald door de Franse Gemeenschap: een half-tijdse voor de Verzamelingen, een voltijdse voor Publieke Werking. Ook de onthaalbediende heeft haar overplaatsing gevraagd naar de ad-ministratie in het gemeentehuis. Pas in september schrijft de ge-meente de vacature voor een nieuwe conservator uit.� JMB

Grote personeelswissel in Erasmushuis

Anderlecht > Conservator vertrekt naar Genève

M�� �� ����� ��� ��� B������� H������������� G�����

www.fedsvk.be

02 412 72 44

Verhuur uw woning zorgeloos

Gegarandeerde huur elke maand

Verzekerd verhuurbeheer

Onderhoud van uw woning

Steun voor de renovatie

Fiscale voordelen

SOCIALE VERHUURKANTOREN

KOK BEENHOUWER / TRAITEUR

We zoeken een ambitieuze, ervaren kok met passie voor het vak. U wordt verantwoordelijke voor de traiteur-toonbank en dagschotels.

Pro� el:U hebt ondernemingszin en u legt de lat hoog, zowel voor de kwaliteit van uw product als voor de resultaten van uw werk.

Wij bieden:• Voltijds contract – 5dagen werkweek (geen weekendwerk) • Opleiding binnen de � rma • Modern ingerichte keuken • Werkzekerheid in een sta-biele werkomgeving.

Interesse?Stuur uw kandidatuur en motivatie naar [email protected]

VERKOPER/STER

We zoeken een commercieel talent voor versterking in de winkel. Samen met je team sta je in voor een klantvriendelijke bediening.

Pro� el: U bent vlot tweetalig en steekt graag de handen uit de mouwen.U hebt een verzorgd en vriendelijk voorkomen.

Wij bieden:• 5dagen werkweek (1 zaterdag op 2 werken) • Werkzekerheid in een stabiele werkomgeving.

www.peter-sabine.beSint-Pieters-Woluwe

T. 02 660 30 71

BEENHOUWER / TRAITEUR

Beenhouwer/traiteur gezocht met pas-sie voor het vak. Je draagt de verant-woordelijkheid voor de afdeling vers vlees/salades en panklare produkten.

Pro� el:• Je beschikt over een getuigschrift/diploma van beenhouwer/traiteur • Ervaring in het coachen en motive-ren van medewerkers • Je bent vlot in de omgang, positief ingesteld en klantvriendelijk • Je kan je werk en dat van je medewerkers organiseren in functie van de prioriteiten van het moment • Je bent bereid 1 zaterdag op 2 te werken • Hygiëne en netheid vind je vanzelfsprekend.

Wij bieden:• Werkzekerheid in een stabiele werkomgeving • De kans om in een moderne werkomgeving je stiel als beenhouwer/traiteur uit te oefenen.

Slager - Traiteur PETER & SABINEzoekt wegens uitbreiding:

ADVERTENTIEADVERTENTIE

Zondag heeft een handvol buurt-bewoners de tramsporen aan het Weldoenersplein opgeruimd.

De gemeente Schaarbeek en de MIVB kibbelen al sinds 2007 over wie verantwoordelijk is voor het on-derhoud van de tramhaltes aan het negentiende-eeuwse plein. Sinds-dien stapelt het zwerfvuil zich op. De bewoners hebben er genoeg van. Zondag gingen ze zelf aan de slag met handschoen en vuilnis-zak. Dat leverde vijf witte zakken en

een volle blauwe zak zwerfvuil op.De trambedding is ook vergeven van het ‘onkruid’, maar dat lieten de be-woners staan, omdat de soortenrijk-dom voor mooi groen zorgt tussen de sporen. Na het opruimen gingen de bewoners over tot een wildzaai-actie. Er werd lavendel, salie en citroenmelisse gezaaid in de tram-bedding.De bewoners vragen de MIVB en ge-meente de strijdbijl te begraven en duidelijke afspraken te maken.� SVG

Puin ruimen tussen de tramsporen

Schaarbeek > Bewonersactie tegen zwerfvuil

Page 10: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 10 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

De basisregel van ecodriving: schakel niet terug. © FLICKR / PauL NIChoLsoN

Mobiliteit > Rijinstructeur John Willemsen leert Brusselaars ecodriving

‘Vijftig per uur in vierde versnelling’

Ecodriving wordt al jaren toegepast. Sterker nog, voor veel landen is ecodriving de regel, niet de uitzon-dering. Ecodriving is de rijstijl die is aangepast aan de moderne auto en die optimaal gebruikmaakt van alle mogelijkheden om brandstof te be-sparen. Door ecodriving toe te pas-sen kan uw verbruik met gemak met twintig procent of meer dalen.Hoe werkt ecodriving? Het betekent dat je iets moet loslaten wat je hebt geleerd: terugschakelen. Ecodriving houdt in dat je niet meer terugscha-kelt. Nu hoor ik iedereen al zeggen: “Maar je móét terugschakelen!” Waarom? U hebt het zo geleerd, u bent het gewend, maar niet elke ge-woonte is een goede gewoonte...Wat is de bedoeling bij ecodriving? Simpel. Wanneer je moet afrem-

men, schakel je niet terug en druk je de koppeling niet in. Laat alleen het gas los, rem zo nodig bij, en laat de auto uitrollen in de versnelling waarin je staat. Doe dit dan ook zo vroeg mogelijk; hoe vroeger je dit doet, des te meer brandstof je be-spaart. Dit noemen we het rollend vermogen, de bewegingsenergie, de snelheid die de auto heeft. Om die energie in de auto te steken geef je gas en verbrand je dus brandstof. Dat kost geld. Maar waarom nog brandstof blijven verbruiken als het verkeerslicht verderop rood is, als er een voetganger oversteekt, er auto’s van rechts komen, enzovoorts? Zo gooit u geld weg!Nu kun je zeggen: “Dan zet ik hem in ‘de vrij’,” maar dan ben je ten eer-ste voor een deel de controle kwijt, wat nooit ideaal is. Ten tweede is dit een onnodige handeling die de aandacht afleidt, zeker bij begin-nende bestuurders, en ook tot min-

John Willemsen.

der (stuur)controle leidt. Ten derde moet de motor dan brandstof ver-bruiken om (stationair) te blijven draaien. Wanneer je echter het gas loslaat, zorgt de snelheid van de auto ervoor dat de motor blijft draaien. Natuurlijk moet je soms de koppeling indrukken. Maar dit is alleen nodig als de motor statio-nair draait en je nóg langzamer wilt gaan. Een deel van het ‘eco’-pakket van een auto is een toerenteller, juist zodat je dit kunt zien.Natuurlijk kun je niet altijd in de-zelfde versnelling blijven rijden. Dat is ook niet de bedoeling. Maar je schakelt simpelweg wanneer dat nodig is, en dan direct naar de

correcte versnelling. Dus in plaats van 5-4-3-2 kun je 5-2 schakelen. Omlaagschakelen via alle tussen-liggende versnellingen is compleet nutteloos. Je bespaart er niet door, het is onnodig en logischerwijs kun je niet betwisten dat je met één hand aan het stuur altijd minder controle hebt dan met twee handen.

Sportief?Ook belangrijk is anticiperen, wat van ecodriving een veilige rijstijl maakt. Om op de beschreven manier te kunnen besparen, moet je oplet-tend zijn, ver voor je uit kijken en vroeg reageren. Hoe verder je voor je uit kijkt, des te eerder je kunt reage-

ren en des te eerder je dus kunt be-ginnen besparen. Moeten remmen of stoppen kan immers altijd nodig zijn (ook onvoorzien) bij mogelijke conflictpunten, zoals kruispunten en zebrapaden. Die benader je dus best rustig, waardoor je jezelf direct meer tijd geeft om de situatie waar te nemen en beter – eerder – te reage-ren. Wanneer je ziet dat je moet af-remmen, doe je dat best vroeg, zodat stoppen bij voorkeur niet nodig is en je in de tweede versnelling door kunt rijden. Terugschakelen naar eerste is in principe alleen nodig bij snelhe-den onder vijf per uur.Opvallend genoeg is de grootste besparing juist te boeken binnen de bebouwde kom, en gebeuren de meeste ongelukken juist binnen die bebouwde kom, op diezelfde con-flictpunten... De toerenteller vertelt je bovendien wanneer je omhoog moet schakelen, namelijk rond 2.000 toeren. Schakel je vroeger, dan mist de auto kracht bij het op-trekken. Schakel je later, dan ver-bruik je meer brandstof dan nodig. Later schakelen is een kenmerk van een ‘sportieve’ rijstijl. Sportief – én brandstofverslindend...Nu gaat onze veiligheid natuurlijk altijd vóór besparen. Daarom mag u bij ecodriving soms best versnel-lingen overslaan als u omhoog schakelt; 3-5 is dan het meest voor-komend. Zo kunt u met voldoende snelheid invoegen, bijvoorbeeld als u wilt invoegen op een provinciale weg of op de autosnelweg.U zult ook moeten wennen aan an-dere versnellingen kiezen: derde voor 30, de vierde voor 50 en de vijf-de voor 70 kilometer per uur. Heeft uw auto een zesde, dan die vanaf 90 kilometer per uur.Tot slot, de tien belangrijkste princi-pes van ecodriving:1. Schakel zo vroeg mogelijk, tussen 2.000 en 2.500 toeren, naar een ho-gere versnelling.2. Rij zoveel mogelijk in de hoogste versnelling waarin de motor nog soepel loopt.3. Rijd 30 km/u in derde, 50 km/u in vierde en 70 km/u in vijfde versnel-ling.4. Kijk zo ver mogelijk vooruit en anticipeer op veranderingen in het verkeer.5. Houd voldoende afstand.6. Vermijd sterk optrekken en af-remmen.7. Ziet u dat u snelheid moet minde-ren of moet stoppen, laat dan op tijd het gas los, trap de koppeling niet in en laat de auto uitrollen in dezelfde versnelling.8. Houd u aan de snelheidslimiet.9. Zet de motor uit wanneer dat kan. Het loont al bij stops van ongeveer een halve minuut. Gebruik het start/stop-systeem als u dat hebt.10. Vermijd onnodig energiever-bruik door energievreters zoals de airconditioning en de achterruitver-warming.� John�Willemsen

John Willemsen is rijinstructeur in Brussel. Hij heeft een blog: geefjekindzelfrijles.joral.be, en geeft op 17 en 24 september en 1 oktober (19-22 uur) een driedelige cursus ecodriving in GC Den Dam in Oudergem (10 euro voor de reeks; meer op 02-663.89.50)

“Schakel direct naar de correcte versnelling. In plaats van 5-4-3-2 kun je 5-2 schakelen”BDWOPINIE

BRUSSEL – “Wilt u ook wel wat geld besparen? Wilt u een schoner milieu? Een veiliger verkeer? Minder stress tijdens het rijden? Die vier zaken bereikt u mak-kelijk door een rijstijl toe te passen die het autorijden eenvoudiger en ook nog eens goedkoper maakt.” John Willemsen leert u ecodriving.

Page 11: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 11 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

BDWOPINIEBij de les blijvendoor Danny Vileyn

Vorige week maandag werden twee homo’s in elkaar geslagen in het Anderlechtse Neer-pede. Een van de daders is hun buurman. De twee mannen durven niet meer buiten te komen.Volgens de slachtoffers is de dader alweer vrijgelaten, maar onderzoeksrechter Jean Coumans weigert elk commentaar, en ook het parket houdt de lippen stijf op elkaar. Een ondraaglijke gedachte voor slachtoffers van gaybashing, dat zwijgen. Waarmee de wereldvreemdheid van het gerecht nogmaals

aangetoond is. Wat ook aangetoond is: gaybashing is geen exclusief fenomeen van de Brusselse Anneessenswijk, en het is evenmin een exclusief allochtone aangelegenheid. Maar dat wisten we al.Toch is vanuit cultuurrelativistische hoek de tegenaanval ingezet. In een artikel in het weekblad Knack heet het dat de wereld nog wel door andere kwalen geteisterd wordt dan homofobie. Discriminatie, bijvoor-beeld. Armoede en uitbuiting. Enzovoort.Kijk, iedere vorm van discriminatie is verwerpelijk, en armoede en uitbuiting zijn afschuwelijk. Een hiërarchie van gevallen van onrecht opstellen is dat in dezen evenzeer. Een aanslag op de fysieke integriteit is van het ergste wat een mens kan meemaken. Omdat je homo bent. Of zwart. Of blank. Islamiet of katholiek. Het maakt niet uit.De zeer verdienstelijke reportage van Rits-studente Sofie Peeters dreigt hetzelfde lot te ondergaan. Peeters filmde hoe allochtone mannen in de Anneessenswijk haar de zwaarste verwensingen naar het hoofd slingerden en de grofste voorstellen deden. Niet meer, niet minder. Er was belangstelling tot over de landsgrenzen. Nu dreigt de discussie over te hellen naar zelfverwijt. Want het heet ondertus-sen dat de westerse wereld ook heel erg seksistisch is. Zie: bloot in de reclame. Zie: porno op internet. Dat kan allemaal best waar zijn. En ook die discussies mogen gevoerd worden. Maar kunnen we even bij de les blijven?In elkaar geslagen homo’s hebben geen boodschap aan cultuurrelati-vistische beschouwingen en waarschuwingen. Die willen dat de dader gestraft wordt en dat ze veilig over straat kunnen, dat is een primair recht. Net zoals westers geklede vrouwen die in wijken als Annees-sens wonen, zonder grove beledigingen (of erger) over straat moeten kunnen lopen. De Stad Brussel pakt vanaf september uit met gemeen-telijke administratieve sancties. Niet dat we daar alle heil van moeten verwachten; seksisme en homofobie woekeren al twintig jaar in de An-neessenswijk. Maar de GAS-boetes zijn een signaal. Het is een begin.

EVA HILHORST

BRIEVEN VAN LEZERS [email protected]

Nultolerantie

In Elsene is Delphine Bourgeois (MR) duidelijk in haar campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen: vanaf 2013 nultolerantie inzake netheid op straat. Daarbij vergeet ze dat zij ondertussen al zes jaar schepen van Netheid is en dat Elsene op dat punt in vergelijking met andere steden in ons land zonder meer achterop is ge-raakt. Uit rondvragen komt netheid telkens weer als de prioriteit naar voren inzake de stedelijke kwaliteit voor de bewoners. Maar toegegeven, in al zijn eenvoud is het is een sterk standpunt. Een rechts standpunt ook…Elsene verdient beter. Sommige politici denken blijkbaar nog dat een college van burgemeester en schepenen al-leen in staat is om de mentaliteit bij de bevolking bij te sturen, met verbaliserende ambtenaren (gemeentelijke administratieve boetes) en politie achter de hand. Wat Elsene en de andere Brusselse gemeenten nodig hebben, is een sociaal contract.De gemeente engageert zich naar de bevolking dat ze geregeld, bijvoorbeeld wekelijks, in elke straat opruimt. Daar staat tegenover dat ze zonder pardon verbaliserend optreedt tegen egoïstisch gedrag. Voor individuen die geen gebruik willen maken van de gemeentelijke service om gratis groot huisvuil aan huis op te halen, hoeven we als gemeenschap geen tolerantiebeleid te voeren. Ik hoor ook weinig klachten over de frequentie van de huis-vuilophalingen van Net Brussel.Zonder een mentaliteitswijziging bij de Elsenaars staat de politiek machteloos. Iedereen is vragende partij voor een duidelijk contract tussen de overheid en de inwo-ners. Een sociaal contract.

� Wouter�Bracquené,�Elsene

Fietspendelen

De bewegwijzering van de hst-route tussen Leuven en Brussel laat inderdaad te wensen over (‘Pendelen kan ook per fiets’, in BDW 1338 van 19 juli, p. 6-7), maar niet in Vlaams-Brabant, wel in het Brussels gewest.- Een wegwijzer is nodig die aanduidt dat de Generaal Wahislaan moet worden overgestoken.- Aan de overkant van de Wahislaan staat een wegwij-zer, maar die is haast onzichtbaar door de begroeiing (bovenste foto). - Vervolgens ontbreekt een wegwijzer rechtsaf naar de Papaverstraat.- Vervolgens ontbreekt een wegwijzer rechtsaf naar de Cambierlaan.- Aan de Prévost-Delaunaysquare word je richting

Generaal Eisenhowerlaan gestuurd. Dat is fout, het moet meer naar links, richting Jan Stobbaertslaan (on-derste foto).In afwachting van beterschap is de fietskaart van Brussel onmisbaar (GFR 1B), of de website van de provincie Vlaams-Brabant: www.routeyou.com/route/view/402117/fietsroute-hst-fietsroute-leuven-brussel.nl.

� Jo�Verwimp,�Asse

Tweetalig cultureel

In de aanloop van de verkiezingen pleit de Cultuurraad van de Stad Brussel voor een tweetalig cultuurbeleids-plan (opiniebijdrage van voorzitster Anne-Sophie Van Neste, in BDW 1339 van 9 augustus, p. 12). Men zou al kunnen beginnen met het aanstellen van een tweetalige schepen van Cultuur. Dit geldt trouwens ook voor het schepenambt van Onderwijs, dat onder meer bevoegd is voor de Nederlandstalige stadsscholen. � Werner�De�Bus,�Brussel

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar [email protected]. schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via [email protected]. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

MEER OPINIE DE HELE WEEK ROND OP

SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF

Page 12: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 12 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

VADROUILLEDE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

Interview > Directeur Mars Moriau over vijf seizoenen Zinnema

‘De stad is meer dan de Vijfhoek alleen’

Het is de opdracht van Zinnema om in-dividuen en groepen die in hun vrije tijd creatief zijn in wat voor artistieke

discipline dan ook, te ondersteunen, en tege-lijk een platform te zijn voor kwaliteitsproduc-ties van deze amateurkunstenaars uit Brussel en de Rand. Maar lukt dat ook? We vragen het aan Zinnema-directeur Mars Moriau.“Dat lukt zeker. We beginnen nu te oogsten wat we de laatste jaren hebben gezaaid. Wat mij toch verraste op ons slotfeest van vorig seizoen, is dat er zich toen liefst dertig pro-jecten zijn komen voorstellen waarmee we een band hebben opgebouwd. Die projecten zijn heel divers en de uitvoerders ervan zijn telkens vertegenwoordigers van een hele ach-terban van mensen die Zinnema hebben leren kennen. Ik denk echt dat onze impact groot is. Zes jaar geleden hebben we hier letterlijk de rolluiken opgehaald en nu ontvangen we van ’s morgens tot ’s avonds mensen.”

Als zich hier een man met een gitaar meldt, dan zoekt u een plek voor hem?Mars Moriau: “Bijna elke dag ontvangen we individuen die graag ergens bij aansluiten of die zelf een project hebben waarvoor ze nog mensen zoeken. Ons artistieke team zoekt daar dan de beste oplossing voor. We hebben ateliers, zoals het decoratelier, het muziek- of het dansatelier, die altijd naar een eindpro-duct toe werken. We schuwen daarbij de in-breng van professionals niet, want het behoort ook tot onze kernopdracht om de kwaliteit te laten aansluiten bij het professionele gebeu-ren.”“Gemiddeld hebben in Zinnema dertig acti-viteiten per week plaats, van repetities over creaties tot presentaties. Elk weekend zitten we ook met minstens één volle schouwburg van 360 mensen, maar dikwijls zijn dat er

zelfs twee of drie. Op jaarbasis vullen we twin-tigduizend stoeltjes.”

Wie zijn al die mensen?Moriau: “Dat gaat van het Brussels Volks-tejoêter (BVT) tot Afrikaanse dansgroepen. Zeven projecten zijn hier in residentie. Daar is het BVT bij, maar ook de twee scholen van de bekende koraspeler N’Faly Kouyaté, die nog bij Urban Trad heeft gespeeld en die hier om de hoek woont. Dat gaat dan om honderdvijftig à tweehonderd leerlingen, die hier drie keer per week komen repeteren. Dan heb je ook nog

dansgroep Monyama rond de Congolese cho-reograaf Josaphat Bawayi Balokola, die ook de Anderlechtse Zinnode van de Zinneke Parade leidt, Theater Erasmus, Cie Mannetje Blauw... Dat is al een serieuze onderbouw. Daarbij ko-men dan projecten als de Prijs Roger Van de Voorde of Muzinne. Muzinne is opgezet door de jonge muzikant Sebastien Paz, die hier uiteindelijk dertig muzikanten heeft binnen-gebracht die elke week muziek komen spelen. Tussen hun creaties zitten echte parels. Dat zijn de dingen waarvoor je het doet.”

Is het nu een voor- of een nadeel dat u in Anderlecht zit, en niet in het centrum?

Moriau: “Het heeft het nadeel dat je niet zo-als in het centrum over een publiek beschikt dat sowieso Nederlandstalig is en aansluiting heeft met de culturele instellingen die daar gevestigd zijn. Het voordeel is dat wij een veel grotere diversiteit in onze werking hebben, omdat we niet meteen worden ingepalmd door een specifieke groep. We krijgen de hele straat binnen, en vormen tegelijk de brug naar het Vlaamse hinterland. Daar liggen misschien nog veel grotere kansen, maar ik vrees dat we daarin een beetje tegen de politieke realiteit van Brussel op botsen. Vlaamse politici en media hebben nog meer dan hun Franstalige collega’s de neiging om Brussel te beperken tot de Vijfhoek. De rest staat zowel artistiek als anderszins veel minder op de agenda. Een gemeente als Anderlecht combineert nochtans de stedelijke functie met die van natuurlijke toegangspoort tot de zuidrand. De doorstro-ming van stad naar rand en omgekeerd is er te weinig. Het zou mooi zijn als Zinnema dat mee zou kunnen verhelpen.”

Buiten het centrum zak je ook sneller onder de kritische drempel inzake Nederlandstaligen. Is dat moeilijk werken?Moriau: “Het is een evenwichtsoefening die inderdaad niet gemakkelijk is. Guy Devroede, de vroegere directeur Onderwijs van de VGC, zei altijd: ‘Je mag niet kunnen twijfelen aan het taalkarakter van een Nederlandstalige instel-ling, maar intern moet je wel je klant bedienen zoals het hoort.’ Hier binnen worden alle talen van de wereld gesproken, maar zelf proberen we altijd de vertaling naar het Nederlands te maken. En als ons dat niet lukt, dan krijgen we snel kletsen om de oren.”

Is er misschien toch een groep die u niet bereikt?Moriau: “De sociaal achtergestelden vin-den niet spontaan de weg. Die komen binnen via organisaties in Kuregem, de Foyer in Molenbeek enzovoort. Maar An-derlecht en Brussel hebben zoveel pu-blieken dat je anderen zou uitsluiten door

ANDERLECHT – In 2007 veranderde het Centrum voor Amateur-kunsten van naam, van koers en van leiding. Directeur Mars Moriau is na vijf seizoenen Zinnema blij verrast door het artistieke werk, enthousiast over standplaats Anderlecht, maar wel een beetje bezorgd over de financiële toestand.

ÉTABLISSEmENT D’EN FACE VERhUIST NAAR RAVENSTEIN

BRUSSEL – het kunstenaarsplat-form Établissement d’en Face ver-huist naar de Ravensteinstraat. het platform, voortgedreven door ver-schillende vooraanstaande actuele beeldende kunstenaars zoals Sven Augustijnen, Olivier Foulon, harald Thys en michael Van den Abeele, zorgde tien jaar lang voor artistieke zuurstof in de Dansaertwijk, die mede daardoor uit het dal kroop.

Ook de nieuwe stek ligt in een niet zo evidente buurt. Directeur Etienne Wynants: “We wisten sinds vorig jaar dat ons contract in de Dansaertstraat niet verlengd zou worden: de eige-naar opent er een espressobar. Maar na tien jaar werd het ook tijd om het geweer eens van schouder te veran-deren. We hebben zowel in de boven- als in de benedenstad gezocht naar een pand dat rechtstreeks in contact staat met de straat. Wat de artiesten in het verleden met onze typische vi-trineruimte gedaan hebben, vond ik altijd interessant, we wilden dus geen loft in een oude industriële ruimte. Het mocht ook niet veel groter zijn, want we zijn geen instituut.”Toch is dit niet bepaald een buurt met veel galerieën en kunstenaarscafés. Of wordt Établissement d’en Face een voorpost van Bozar? Wynants: “Ho maar. We zullen ons niet laten opslokken, en we functioneren ook anders dan een commerciële galerie. De Kunstberg is een interessante plek, waar de kaalslag van de noord-zuidverbinding plaatsgemaakt heeft voor allerlei institutionele gebouwen. We kijken ernaar uit om in dat rare gebied iets te gaan betekenen, goed wetende dat er nauwelijks sociale be-weging is vanuit een kunstenaarsper-spectief, dat er niemand woont en dat er na de kantooruren inderdaad geen interessante cafés open zijn. Mis-schien herhaalt de geschiedenis van de Dansaertstraat zich hier.”Het nieuwe Établissement d’en Face opent op 8 september tijdens de Brus sels Art Days. MB

www.etablissementden­faceprojects.org, www.brusselsartdays.com

© G

OO

GL

E STR

EE

T VIEW

“De sociaal achtergestelden vinden niet spontaan de weg naar Zinnema, nee”

ADVERTENTIE

Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs

te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor

personen met een handicap

Handicap & informatie

Bezoeken enkel op afspraak

[email protected]

0800-15045�alle werkdagen van 9 tot 12u30,

maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30

Page 13: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 13 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

zwaar te focussen op een van die groepen.”

In uw slottoespraak van vorig seizoen had u het over een volle Zinnema-bak, maar een lege geldlade.Moriau: “De lade is inderdaad leeg omdat de overheid haar beloften niet nakomt. Wij hebben een overeenkomst met de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschaps-commissie waarin alle subsidiebedragen zijn bepaald. De infrastructuur wordt ons toever-trouwd door de Vlaamse Gemeenschap; wij betalen zelf onderhoud, personeel en werking met een bedrag dat zou worden aangepast aan de index. Maar dat is nooit gebeurd. Integen-deel: het bedrag voor 2010 werd onaangekon-digd en met terugwerkende kracht verminderd met 30.000 euro, op een totaal van 650.000 euro, en dat pas in juni 2011. Dan is het niet moeilijk dat het geld op raakt, want een lamp doen branden kost vandaag ook meer dan gis-teren. De VGC geeft 180.000 euro en we ko-men zelf aan zo’n 350.000 euro eigen inkom-

sten. Dat zijn mooie bedragen, maar alleen aan infrastructuur en energie ben je 300.000 euro kwijt. Als men wil dat je bestaat, dan moet daar een correct minimumbedrag tegenover staan. Als je onder een bepaalde grens zakt, dan moet je sluiten. En wij naderen die grens.”

Voorlopig kunt u in september gelukkig weer gewoon een openingsfeest organiseren: KampoKanall.Moriau: “We hebben altijd al iets gehad met ons kanaal. Het is een natuurlijke en ook de ‘meest rechte’ verbinding tussen de binnen-stad en Anderlecht. Bij de opening van Zin-nema zijn we ook van het centrum naar hier gevaren, en sindsdien organiseren we ons ope-ningsfeest aan het stukje poëtisch kanaal aan de Biestebroekkaai. We willen dat promoten bij de gemeente en het Gewest, want het heeft alle potentie om een recreatiegebied te worden. Tegelijk sluiten we aan bij de kermis en de jaar-markt.”“Op het feest geven we een voorzet voor wat volgend seizoen in de kijker staat bij Zinnema. Waar we vorig seizoen focusten op video, zal dat nu op schrijven zijn. We installeren een schrijfmuur en een schrijftent, een vertelcara-van en een aantal tipi’s met verhalen van Zin-nema-residenten en -projecten. We zingen het Kanaallied en organiseren de tentoonstelling Het beest in de mens met Beeldenstorm naar aanleiding van duizend jaar Sint-Guidofeesten. En ’s avonds leert Johan Verminnen het publiek rond het kampvuur nummers uit zijn nieuwe repertoire, om ze daarna samen te zingen.”

Michaël Bellon

KampoKanall, zaterdag 15 september om 15 uur aan de Biestebroekkaai (brug Pierre Marchantstraat). Meer op www.zinnema.be

Mars Moriau van Zinnema: “Zes jaar geleden hebben we hier letterlijk de rolluiken opgehaald, en nu ontvangen we van ’s morgens tot ’s avonds mensen. Onze impact is echt wel groot.”

“Als de overheid wil dat je bestaat, dan moet daar een correct minimumbedrag tegenover staan. Onder een bepaalde grens moet je sluiten. En wij naderen die grens”

© IVAN PUT

Page 14: BDW - editie 1340

In oktober 2009 kwam het Bruegel-huis in de Hoogstraat in het bezit van de federale Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Het ging om een legaat van Irène Heu-lens-Van der Meiren, die in 2007 overleed.Het museum ondernam meteen acties om het pand in te richten, en legde elke wijziging vast in een fotoarchief. Het is de bedoeling om het beschermde monument als mu-seumafdeling toegankelijk te maken en de historische context van het huis van Pieter Bruegel de Oude te evoceren. Regenpijpen, dakgoten, centrale verwarming, een brandbe-

veiliging en alarm zijn al in orde ge-bracht. Achter het huis wil men een zestiende-eeuwse tuin inrichten, maar daar zet een okkernotenboom (Juglans regia) het dossier een hak. De boom werd opgenomen in de inventaris van opmerkelijke bomen van het Gewest, op 25 november 2009, dus toen het huis al in handen was van het museum. Pas onlangs kwam de projectleider-conservator van het Bruegelmuseum dit te we-ten. De boom, elf meter hoog, heeft een forse wortelvertakking en zijn kruin waaiert op twee meter boven de stam flink uit. “Dit zorgt voor een schaduwtuin én voor wortels

BDW 1340 PAGINA 14 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

Het zijpad (1) > Oude wegels

‘Vertrappelen om te behouden’

BRUSSEL – Je loopt geen twee keer door dezelfde straat, de stad verandert nu eenmaal voort durend. Maar waar er nog voetwegen zijn, lijkt de stad toch langzamer te veranderen. Er hangt nog een sfeer van hoe er vroeger werd geleefd en hoe we misschien weer willen leven.

I n 1841 werden alle Belgische ge-meenten verplicht een atlas en een inventaris te maken van hun voies de communication, zowel de open-bare wegen als de privéwegen met openbare erfdienstbaarheid. Deze Buurtwegenatlassen uit de jaren 1840-1850 bevatten de ruggengraat van onze belangrijkste wegen. In Vlaanderen werden ze al gedigitali-seerd, in het Brusselse gewest is het voorzichtig bladeren op de steden-bouwkundige dienst van de verschil-lende gemeenten.Zo werden in de Atlas des chemins vicinaux de la commune d’Uccle uit 1844 bijvoorbeeld 152 buurtwegen opgetekend, waaronder 41 straten (chemins), breed genoeg voor een kar, en in stippellijntjes 111 voetwegen (sentiers) van ongeveer anderhalve meter breed. In de atlassen kregen ze een volgnummer, al vermeldde

de inventaris ook de volksnaam als er een was. Voetweg 67 in Ukkel werd zo de Stinckaertweg genoemd, wat de geschiedschrijving weer wat vooruit helpt. “In Evere zijn nog maar drie voetwe-gen overgebleven, en dan nog sterk ingekort,” zegt Jérôme Philippon, een straatschuimer zoals elke ge-meente die heeft. “Die drie zijn de Diegemvoetweg, de Konijnenweg (‘du chemin dit Oude Keulsche baen au Chemin dit Postweg’), en de Her-togenwegel, die begon aan de Ed-ward Stuckensstraat op de hoek met de herberg Bij den Boer.”De voetwegen verbreedden tot stra-ten, of ze verdwenen door verste-delijking of werden onwettig inge-palmd. Soms ontstonden er nieuwe voetwegen, zoals een relict van de Pampoelstraat in Ganshoren, on-langs herdoopt in Groen Hartwegje.

Strijd tegen de boerTot de huidige dag heeft de Buurt-wegenatlas kracht van wet om de grens tussen privé en publiek do-mein te bepalen, en zijn gemeenten verplicht om de voetwegen te onder-houden. Toch reken je in de praktijk beter op de gebruikers zelf, zoals Wim van der Elst uit Neder-Over-

Oudergem, opzij van de Oude Molenstraat: lage arbeidershuisjes die hun moestuin en toilet aan de overkant van het paadje hadden.

© A

N D

EVR

OE

Erfgoed > Merkwaardige notelaar hindert archeologisch onderzoek

Bruegel heeft harde noten te krakendie de tuinmuur optillen, een muur die moet worden bewaard,” legt de conservator uit. “Snoeien aan de beschermde boom mag niet, en niet snoeien doet de muren verder aftakelen – een complex dossier dus.”Het museum werkt aan een dos-sier om er een historische stadstuin aan te leggen. Middeleeuwse tuinen van landgoederen zijn voldoende bekend, maar over stadstuinen van toen is pas onlangs historisch mate-riaal gevonden. De plantenkeuze is beperkt omdat de notenboom alles in de schaduw zet. In het Antwerpse Rubenshuis staat ook een eeuwen-oude boom, een taxus; het plan is om te gaan kijken hoe daar werd gewerkt om een historische tuin in te richten.� Jean-Marie�BinstDeze Juglans regia herschiep de Bruegeltuin in een schaduwtuin.

© IVA

N P

UT

BRUSSEL – De plannen om een zestiende-eeuwse stadstuin aan te leg-gen achter het Bruegelhuis in de Marollen worden gedwarsboomd door... de oude notenboom in de tuin. De okkernoot staat op de lijst van opmer-kelijke Brusselse bomen.

Heembeek weet: “Ik herinner me dat mijn grootvader, een verwoed wandelaar, er een zaak van maakte om het paadje dat de boer ieder jaar mee omploegde en inzaaide, telkens weer genoeg te bewandelen om het opschietend gewas te vertrappelen en op die manier een oude erfdienst-baarheid te bewaren.”

Twee deurenEen man met een Ferrariskaart uit 1771, dat moet onze afspraak zijn. Louis Schreyers, straatschuimer in Oudergem, brengt ons naar de Oude Molenstraat, waar de toeristen nooit komen, “behalve als ik ze naar hier breng, laatst nog Chinezen.” Schreyers is lid van de Brusselse Greeters, een gidsenvereniging die belangstellenden de stad buiten de platgetreden paden leert kennen.“De Oude Molenstraat, die al op de Ferrariskaart stond en dus ook in de Buurtwegenatlas, leidde in de ene richting naar de Sint-Annapriorij van het Hertoginnedal en in de an-dere richting naar het Rood Kloos-ter. Het was dus logisch dat hier de mankracht voor deze abdijen woonde, zoals molenaars en hout-hakkers.”“Door de industrialisatie kwam hier ook veel volk werken in de bleke-rijen. Achter de Oude Molenstraat kwamen er rijtjes werkmanshuisjes bij, dwars op de straat. De moes-tuintjes en latrines lagen aan de overkant van het pad. Daaruit zijn allerlei koterijtjes gegroeid, en zelfs

Oude weggetjes, trage weggetjes, holle en uitgeholde weggetjes: waar in Brussel vind je ze nog?

Page 15: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 15 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

Soja is een vreemde boon. Een van de meest gekweekte gewassen op aarde. Maar voor de mens is soja niet te eten. Daarom maken we er sojascheuten van.

Hier en daar kunt u rauwe sojabonen vinden in de winkel. Glycine max is de wetenschappelijke naam, soja is een lid van de bonenfamilie. Maar u zult hard moeten zoeken. Waarom? Omdat sojabonen niet lekker zijn, slecht verteren en rauw zelfs giftig zijn voor de mens en voor de meeste dieren. Kippen gaan dood van soja, varkens ook. Alleen herkauwers kunnen er weg mee. Soja is dus beestenvoer, tenzij het vernuftig wordt bewerkt. Men maakt er ersatz-melk van en namaakkaas (tofu). Men laat hem gis-ten (sojasaus), beschimmelen (tempé), spruiten of perst er goedkope olie uit. Maar zo eten? Neen.Om er dus toch iets lekkers mee te doen, kiemt men de bonen tot sojascheuten. Na ze eerst te hebben doen weken, laat men de bonen in warme, donkere en vochtige kamers kiemen. Uit het oogpunt van de volksgezondheid is dit levensgevaarlijk, zeker als het op grote schaal gebeurt. De EHEC-epidemie van verleden zomer werd dan ook al snel gelinkt aan grote sojascheutfabrieken (sojascheuterijen?) in Duitsland. Later bleek de oorzaak elders te lig-gen, maar het toont wel dat deze industrie altijd verdacht is in de ogen van de voedingsinspectie.Sojascheuten kwamen onze stadscultuur binnen rond 1970. De Koninklijke Vlaamse Schouwburg in de Lakensestraat had ermee te maken. Mijn ou-ders hadden een seizoensabonnement. Het was de tijd dat gewone burgers nog naar het theater gin-gen, vandaag zitten daar alleen nog kunstcritici en de ouders van de acteurs. Maar in die tijd was het maandelijkse avondje theater een burgerlijk evene-ment, en na de voorstelling gingen de cultuurlief-hebbers ook nog iets drinken en eten. Ik zat thuis met de babysit, maar de volgende ochtend kreeg ik bij het ontbijt verslag van het theaterstuk en het eten achteraf. Avontuurlijk was dat. De theater-gangers ontdekten regelmatig nieuwe vormen van voedsel. Het duurde niet lang of ik begreep dat het post-thespisch gelag vaak interessanter was dan het stuk van die avond. Zo leerden ze de loempia

©

NICK TRA-

CHET

kennen. Die stond op de kaart van Café Waltra, naast het theater (het gebouw staat er nog, links van de KVS_Box). En in die loempia ontdekten ze

(een beetje) kip en (veel) sojascheuten. De Waltra, met zijn Vlaamse theatermin-

nende publiek, was het idee allicht in Amsterdam gaan halen. Niet veel la-ter pakten de supermarkten uit met

loempia: eerst in de vleesbediening, later in diepvries. Het werd een mode.

Nog even later kwamen er pakken soja-scheuten in de rekken.

De Brusselaar had de scheut ontdekt. Waar-om niet eerder? Sojascheuten zijn teer. Men

kan ze zomaar niet vanuit Azië importeren, dat zou te lang duren. Dus was het wachten op bedrij-

ven die de bonen importeerden om hier (of in Ne-derland) te laten kiemen. De jaren zeventig zorgden voor een ware voedselexplosie in onze stad.Sindsdien kennen we sojascheuten. En zo staat het ook op de verpakking van de lading scheuten op de foto. Ik kocht ze in de Chinese supermarkt. Maar er stond ook nog iets anders op: Germes de soja (ha-ricots mung) / Soyascheuten (mungbonen) . En op de ingrediëntenlijst: soyascheuten (sic) .Hola, wat zijn het nu, sojascheuten of mungscheu-ten? De mungboon is dan wel een boon, maar van een ander geslacht dan Glycine . De mungboon (of mungoboon) heet wetenschappelijk gesproken Vig-na radiata en is een soort die niet uit China, maar uit India stamt. Ik lees op verschillende plekken dat de mung fi jnere scheuten levert. De boon zelf is ook kleiner dan de soja, beter verteerbaar en minder giftig. Soja is dus in zijn eigen categorie wederom verslagen door andere gewassen. Sojabonen zijn niet geschikt om goede scheuten te leveren, die van de mungboon zijn beter. Maar taalkundig zitten we hier wel met een eigenaardig fenomeen. We blijven ze sojascheuten noemen, ook in het Frans, ook al zijn het er geen. En het is niet eens fraude, want iedereen doet het en het staat netjes op de verpakking ver-meld ook. Dat is zoals de zeepaling bij de visboer.

Zeepaling is altijd hondshaai, maar iedereen noemt het zeepaling , zelfs de voedselinspectie heeft zich daarbij neergelegd (twintig jaar geleden werden daarvoor nog pv’s opgesteld).‘Sojascheuten’ worden zo vers mogelijk gegeten. Ze moeten knappen tussen de vingers en krokant on-der de tand vallen. Bij voorverpakte letten we op de eindjes, die moeten wit rechtop staan en niet bruin liggen te verleppen. De zaadlobben zelf moeten eraf zijn. Die resten van de boon zijn immers taai en bit-ter in de mond. Het beste is nog om de bonen thuis zelf te laten kiemen, op een schaaltje in een donker hoekje van kelder of kast. Met nat keukenpapier om de bonen vochtig te houden, of in zo’n kiembakje dat daarvoor speciaal wordt verkocht, waar het water over spoelt maar ook draineert.Scheuten zijn nog het lekkerst rauw als slaatje, maar u weet dat ze evengoed gewokt kunnen worden. Ik zou u afraden om ze in stoofpotjes te gebruiken. Als ze slap worden, is de charme eraf. Smakelijk.

[email protected]

De hele reeks nalezen?www.brusselnieuws.be/trachet

Sojascheuten

BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Nick Trachet

een woning, die er nu nog altijd zijn.”Ook de halfl andelijke huizen op de Bergoje (berghuizen) aan de Waver-sesteenweg, de Luizenberg zoals hij vroeger genoemd werd omdat de ar-meluizen er woonden, zijn ook zo’n dorpje in de stad met alleen maar wegeltjes. In een van de ruige tuinen bevindt zich zelfs een vossenhol.In de Walckierslaan laat Schreyers ons zelf naar sporen van een oude voetweg zoeken, maar de tijd ca-moufl eert erg goed. “Is het niet raar dat dat huis twee voordeuren heeft? Achter een ervan was er een wegje, een servitude , dat naar een waterput voor de buurtbewoners leidde.”

High Line Dat Neder-Over-Heembeek pas laat

Erfgoed > Pandjeshuis richt wijnkelder in

De wijn van BarmhartigheidBRUSSEL – De Berg van Barmhar-tigheid, het eeuwenoude pandjes-huis van de Stad Brussel, beschikt sinds kort over een wijnkelder om in pand gegeven flessen in opti-male omstandigheden te bewaren.

Deze zomer zijn de grote kelders van het pandjeshuis in de Sint-Gisleins-straat heringericht. Een gedeelte waar een wijnhandelaar in de jaren 1970 wijnvaten opsloeg (hij huurde de kelder), doet voortaan dienst als wijnkelder. Het is de bedoeling dat de ‘betere wijn’ die in pand gegeven wordt, in de beste omstandigheden kan worden bewaard. Tot nu toe kreeg de openbare kredietinstelling enkel de vraag om wijn te verkopen. Minstens vijftig euro Voortaan zullen ook leningen wor-

den toegestaan voor wijnfl essen die in pand worden gegeven, bevestigt de communicatiedienst. Maar dan wel met het voorbehoud dat de fl es een schattingswaarde van minstens vijftig euro moet hebben, om een lening van dertig euro te krijgen. Dertig euro is het minimumbedrag voor een lening van zes maanden. “Met een kistje van 24 fl essen van vijf euro per stuk hoeven mensen niet bij ons aan te kloppen; die wijn blijft geen jaren goed,” zeggen ze bij de Berg van Barmhartigheid. Het merendeel van de voorwerpen die in pand worden gegeven (97 procent), zijn juwelen. Wijn valt in de categorie ‘bewaarbare voedings-middelen’. De wijnkelder werd inge-richt om honderd fl essen te bewa-ren.� JMB

Soja is beestenvoer, tenzij je hem bewerkt tot namaakmelk en -kaas (tofu) of hem laat gisten (sojasaus), beschimmelen (tempé) of spruiten. Maar zo eten? Neen

©

NICK TRA-

CHET

(een beetje) kip en (veel) sojascheuten. De

Nog even later kwamen er pakken soja-scheuten in de rekken.

De Brusselaar had de scheut ontdekt. Waar-om niet eerder? Sojascheuten zijn teer. Men

kan ze zomaar niet vanuit Azië importeren, dat zou te lang duren. Dus was het wachten op bedrij-

ven die de bonen importeerden om hier (of in Ne-derland) te laten kiemen. De jaren zeventig zorgden voor een ware voedselexplosie in onze stad.Sindsdien kennen we sojascheuten. En zo staat het ook op de verpakking van de lading scheuten op de foto. Ik kocht ze in de Chinese supermarkt. Maar er stond ook nog iets anders op:

Nick

© N

ICK

TRA

CH

ET

Heembeek, Kasteel Beyaerd-straat: zulke voetwegjes tussen de groentetuinen waren talrijk.

verstedelijkte, verklaart wellicht het grote fotoarchief van weggetjes. Wim van der Elst laat ons meege-nieten. “Vóór de grote veranderin-gen in de jaren 1960, toen grote straten zoals de Oorlogskruisenlaan werden aangelegd, was het wegen-net in Heembeek erg beperkt. Het werd aangevuld door een wirwar van veldweggetjes. De vele, erg ver-snipperde percelen voor groente- en bloementeelt werden ontsloten door vele tientallen kleine paden die gro-tendeels verdwenen zijn.”

Gemeengoed In de tuinwijken wil Watermaal-Bosvoorde het uitzonderlijke net-werk van de utopische paden op waarderen. Geograaf Erik Swyn-gedouw, een Vlaamse hoogleraar aan de universiteit van Manches-ter, vindt dat je met groene paden ook moet oppassen. “De succes-volle High Line in Manhattan is erg geslaagd als groene, stedelijke wandelweg, maar heeft de gentrifi -catie mee in de hand gewerkt, wat leidde tot een grotere ongelijkheid en verdringing van de economisch zwakkeren.” Hoe kan het dan wél werken? “Door ervoor te zorgen dat groene en andere gemeenschappe-lijke ruimten niet vrij worden gege-ven voor privé-eigendom en specu-latie, maar collectief eigendom zijn.”�� An�Devroe

Volgende week: trage wegen

Page 16: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 16 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

Marie Vennin, enthousiaste inwoonster van Sint-Gillis: “We hebben hier ons eigen dorpje. Ieder heeft zijn leven, maar we helpen elkaar als het maar even kan. Even een ei nodig? Aankloppen bij een buur is toch leuker dan naar de nachtwinkel lopen.”

H et theater, dingen beleven samen met anderen, Vennin had er als kind al de smaak van te pakken.

“Ik  verdeelde  mijn  tijd  tussen  school  en  de jeugdbeweging  –  de  gidsen,  vanaf  de  kabou-ters.  Die  liefde  voor  ‘samen  dingen  doen’ zette zich ook voort op de planken. In school-verband  én  in  het  Théâtre  Pré-Vert.  Ik  werd  daarin  gesteund  door  mijn  vader  en  moe der, die  mijn  broer  en  mij  altijd  hebben  aange-moedigd  om  te  doen  waar  we  ons  goed  bij voelen.” Vennins jeugd was onbezorgd. Toch leerde ze al  gauw dat niet  alle kinderen  in Brussel het even goed hebben. “Niet op school; daar waren de  leerlingen  van  vreemde  origine  kinderen uit  het  diplomatieke  milieu.  De  andere  kant van  de  medaille  zag  ik  doordat  mijn  moeder werkte  in een  tehuis voor uit huis geplaatste kinderen.  Kinderen  die  ook  wel  eens  bij  ons thuis kwamen. Dat contact met verschillende milieus  heeft  me  verrijkt,  het  heeft  zich  ook doorgezet in mijn verdere parcours.”Na de middelbare school wilde Vennin actrice worden. Maar er was ook zoiets als de zachte dwang van thuis: het zou toch jammer zijn als

je geen echt diploma had...  “Daar  had  ik  wel oren  naar;  ik  dacht  aan  de  normaalschool, want lesgeven zei me wel iets. Maar mijn ou-ders vonden dat ik toch de universiteit moest proberen.  Zo  ben  ik  in  Louvain-la-Neuve  be-land:  Romaanse  filologie  paste  heel  goed  bij mijn interesse in literatuur. Ik leefde daar als in een luchtbel, als op vakantie, omringd door generatiegenoten van de meest uiteenlopende nationaliteiten.  Er  was  zoveel  te  beleven,  en dat maakte het voor mij moeilijk om regelma-tig  in  mijn  boeken  te  duiken.  Gelukkig  maar dat  ik  thuis  tijdens  het  weekeinde  de  schade inhaalde.”“Ik  was  ondertussen  toneel  blijven  spelen, en  toen  ik  mijn  diploma  had,  zei  ik:  ‘Zo,  dat is achter de rug, nu zou ik toch wel echt mijn ding willen doen. Anders  is het misschien te laat.’ Mijn ouders respecteerden mijn ambitie, maar die studie moest ik zelf bekostigen. Mijn keuze viel op het conservatorium van Bergen, niet dat van Brussel, om de eenvoudige reden dat Frédéric Dussenne daar lesgaf, van wie ik ongelooflijk  veel  goeds  had  gehoord.  Hij  had het conservatorium van Brussel verlaten voor dat van Bergen, daarin gevolgd door de meeste 

van  zijn  studenten.  Om  maar  te  zeggen  hoe inspirerend  één  persoon  kan  zijn.  Het  geld verdiende ik in de horeca, en om te besparen woonde ik bij mijn ouders of trok ik een tijdje in bij vrienden.”“Dussennes  uitgangspunt  –  de  tekst  schept het  personage  –  was  voor  mij  één  dimensie, maar  ik was ook geïnteresseerd  in  lichaams-expressie. Daarom volgde ik tegelijk een oplei-ding  bij  de  Ligue  d’Improvisation.  Dat  stond haaks op wat Dussenne doceerde, maar vulde het tegelijk ook aan.” RoodkapjeVennins thuis is een bescheiden, maar knus-se  woning,  met  binnenplaatsje,  vlak  bij  het Bethlehemplein  in  Sint-Gillis,  waar  ze  haar geluk  beleeft  samen  met  haar  partner  Guil-laume  en  Charlie,  hun  zoontje  van  veertien maanden. Een  liefdesnestje, kleurrijk als een kinderboek. Knalrood zet de toon, aangevuld met helgeel en -groen. De gastvrouw zelf vult het  perfect  aan  met  een  rood-wit  gestreept T-shirt,  knalblauwe  tuinbroek  en  rode  gym-pen.  Rechtopstaande  haren  ook:  “Dat  is  de clown in mij. Een beetje een tegenwicht voor de grijsheid van de stad, de donkere dagen van het jaar.”“Wonen in Sint-Gillis was een bewuste keuze, ja.  Guillaume  en  ik  hadden  hier  al  elk  onze eigen  plek  toen  we  elkaar  leerden  kennen  en besloten  samen  te  gaan  wonen.  Het  is  een heel  levendige  omgeving,  die  goed  bij  mijn persoonlijkheid past, met mensen van allerlei 

nationaliteiten en van alle slag, van artiesten  tot  bobo’s.  Perfect  geschikt  om  Charlie  te laten opgroeien met een open blik op de we-reld.”“Leuk hier vind ik dat we als het ware ons ei-gen  dorpje  hebben.  En  net  als  in  een  dorpje is burencontact geen loos woord. We hebben allemaal ons leven, maar we helpen elkaar als het maar even kan. Liever dan naar de nacht-

Vennin met haar partner Guillaume Eustace in Le fil à linge (2010).

© MARC GYSENS

SINT-GILLIS – “Het prachtige aan theater is hoe het mensen samen-brengt. Telkens als ik aan een project begin, als lerares of als actrice, weet ik dat er magie zal gloren. Tegelijk besef ik dat het maar voor even is, dat iedereen achteraf weer zijn weg zal gaan.” Marie Vennin, opgegroeid in Sint-Pieters-Woluwe, beleeft haar liefde voor het thea-ter elke dag met ongebreideld enthousiasme.

© M

ICH

EL R

UE

SS

Page 17: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 17 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

FREDDI SMEKENS

KwaaitNet als in ons Algemeen Nederlands wordt er in het Brussels een onderscheid gemaakt tussen  iets verloren hebben  en  iets kwijt zijn. Bij  ons gaat het dus bijvoorbeeld  van “Ik ben eet kwaait” en  in het andere geval “Ik ben eet verlaure.”De lezer zal mij niet tegenspreken wanneer ik beweer dat het verschil eerder subtiel is. Maar het hoeft geen betoog dat we ons  in beide  gevallen  op  ons  ongemak,  dan  wel droevig  of  –  in  het  slechtste  geval  –  zelfs wanhopig  voelen.  Elk  van  ons,  waarde  le-zer,  kan  herinneringen  plakken  op  eet kwaait speile en eet verleeze. En die herin-neringen zijn we in de meeste gevallen lee-ver kwaait dan raaik.Veel heeft bij dat laatste te maken met het feit  dat  we  ervan  uitgaan,  althans  in  eer-ste  instantie,  nuut nemi wei te vinne wa we just kwaait gespeld zaain.  En  daarin ligt ook ergens het onderscheid tussen eet kwaait zaain en eet verlaure zaain. Zelf zie ik  het  zo  dat  eet verleeze  iets  onherroepe-lijks heeft. Het verlies van iemand die ons dierbaar is omdat de persoon in kwestie is overleden, kan hierbij als voorbeeld gelden. Maar ook in dat geval geeft de taal zich niet gewonnen wat subtiliteit betreft. Zo is het, althans  volgens  mij,  niet  ongepast  om  in voornoemd  geval  uit  te  pakken  met  “We zaain heu (of hem) vè goot kwaait.” Laat het me  gerust  zo  stellen  dat da toch ’n betche mier meileive inhaaft as “We zaain ervan af.”De  lezer  heeft  op  dit  ogenblik  van  mijn betoog  zeker  geen  ongelijk  wanneer  hij opmerkt da ’k het na genoeg auver tristige dinge hem gehad. Vandaar graag even over naar de meer praktische of, beter geformu-leerd,  de  meer  alledaagse  kanten  van  res-pectievelijk eet kwaait zaain en (wat in feite op  hetzelfde  neerkomt)  eet kwaait gespeld zaain.Waar  men  die  rare  combinatie  van  het werkwoord speile met kwaait  vandaan ge-haald  heeft,  is  mij  tot  hiertoe  een  raadsel gebleven, en dat zal waarschijnlijk ook al-tijd  zo  blijven.  Vermits  ik  ook  eet kwaait zaain  altijd  als  een  veeleer  nare  ervaring beschouwd  heb,  verkies  ik  de  uitdrukking 

“Ik ben eet kwaait gerokt” boven “Ik ben eet kwaait gespeld.”  In elk geval zal het onge-mak er  in beide gevallen, hoe men ze ook omschrijft, niet minder op worden. En mis-schien kan ik in dat geval wel weten waar-over  ik  spreek.  Verre  van  mij  om  te  gaan beweren dat eet kwaait speile of eet kwaait geroeke  als  mijn  handelsmerk  beschouwd moet worden. Dat mag uiteraard wel, maar ik wil de vriendelijke lezer hierbij toch vra-gen  die  omschrijving  aan  mezelf  over  te laten.Een en ander sluit echter niet uit dat ik mij bij het begin van de dag afvraag: “Wa goen ik vandoeg wei kwaait geroeke?” Tijdens be-paalde periodes, in mijn weliswaar jongere jaren, ben  ik  in díé mate dinge kwaait ge-rokt dat zelfs de vraag “Wa goen ik vandoeg wei weivinne?”  helemaal  niet  uit  den  boze was.Alvorens nog wat door te gaan over kwaait geroeke  sta  ik  toch  graag  even  stil  bij  de heuglijke gebeurtenis die alles met weivin-ne te maken heeft. Hoe ambetant eet kwaait geroeke of kwaaitspeile oek es,  zo  hartver-warmend  kan eet weivinne zijn.  Temeer omdat  weivinne  op  een  even  onvoorspel-bare manier als kwaaitspeile kan gebeuren.  Ik  denk  bijvoorbeeld  aan  het  terugvinden van een voorwerp waarnaar men jaren ge-leden al vloekend op zoek is geweest en dat nu  plots  uit  het  niets  en  het  nergens  op-duikt. Mijn eerste reactie in dat heuglijke geval is “Loete ligge woe dat het leit, anders ben ik het binne de keutste kiere wei kwaait!”  Ik moet daarbij toegeven, waarde lezer, dat ik geen  overschot  aan  zelfkennis  heb.  Maar wat eet kwaait geroeke betreft kan ik gerust mijn  mannetje  staan,  althans  met  het  re-lativeren  ervan.  Zo  durf  ik  er  bijvoorbeeld niet van uit te gaan alles wei te vinne wa da ’k uut zaain kwaaitgerokt. Natuurlijk zijn er dingen  dee ik ben kwaaitgerokt  waar  ik  af en toe met een vleugje nostalgie aan terug-denk. Maar de overgrote meerderheid is in de loop der tijden gelukkig in de vergeetput naast het geheugen beland. En zelfs mocht ik erin kunnen afdalen, dan nog betwaaifel ik of ik het zou doon.

winkel te lopen voor wat eieren, even aanklop-pen  bij  een  buur.  Even  op  de  kleine  passen? Geen  probleem.  We  zijn  met  zeven  gezinnen die op die manier een band hebben gekregen. Het  is  een  beetje  alsof  we  toch  de  behoefte hebben  om  zo  de  anonimiteit  van  de  stad  te ontstijgen.”“Van  vrouwonvriendelijk  gedrag,  waarover  je nu zoveel hoort klagen, heb ik weinig of geen last. Ik ben altijd nogal jongensachtig gekleed en mijn kapsel is ook al niet zo meisje-meisje, veeleer punk. Soms krijg ik weliswaar een op-merking, maar dan wel een van een heel an-dere soort dan het commentaar dat meisjes in luchtige  jurkjes  te  beurt  kan  vallen.  Meestal speels: ‘Kijk nu, Roodkapje!’ Het negatiefste is zowat: ‘Amai, ik wist niet dat het vandaag car-naval was.’ Dat stoort mij niet. Ook niet als ie-mand en passant zegt: ‘Bent u vrij, mevrouw?’ Vrijpostig?  Inderdaad. Maar  ik voel me daar-door niet aangevallen in mijn vrouw-zijn.” 

AvonturenIn  het  theater,  met  acteren  en  acteerlessen geven,  beleeft  Vennin  haar  grote  passie.  “Ik heb nooit zonder werk gezeten, nooit hoeven te zoeken.  Ik ben altijd gevraagd. Wat  ik ook doe, acteren of lesgeven, steeds is het een ge-weldig avontuur. Nu eens  improvisatielessen geven aan bevoorrechte jongeren in een prach-tig  landhuis, dan weer  in Vlaanderen Neder-landstaligen  inleiden  in  het  acteren  in  het Frans,  dan  weer  kinderen  van  nieuwe  immi-granten, die nauwelijks Frans spreken, onder 

mijn hoede krijgen. Ik geef nu ook al zes jaar lang zes uur per week les in een theaterschool in  Bergen,  aan  veertien-,  vijftienjarigen,  met wie  ik  aan  het  einde  van  elk  schooljaar  een stuk  opvoer.  Kinderen  uit  de  hele  provincie, die in een cultuurarm milieu zijn opgegroeid. Het is prachtig om te zien hoe ze zich uitleven op  het  podium,  en  hoe  hun  ouders,  die  mis-schien nog nooit een theater hebben bezocht, ervan genieten.”“Mijn  mooiste  ervaring  dit  jaar  was  met  de  organisatie Pierre de Lune, die opereert vanuit de Botanique en mensen naar scholen stuurt. In  mijn  geval  naar  het  gemeenteschooltje  Arc-en-Ciel  in  Molenbeek.  Daar  heb  ik  ge-werkt  met  zeventien  kinderen  uit  de  vijfde klas,  die  in  één  schooljaar  een  onvoorstelba-re  vooruitgang  hebben  geboekt  in  het  Frans, bijna uitsluitend door het stuk dat ik met hen heb opgezet.”“Ik geniet er enorm van mensen uit verschil-lende milieus en van verschillende nationali-teiten te ontmoeten, en te werken met gepas-sioneerde  mensen.  Klein  nadeel:  ik  ben  een maniak  in  het  bijhouden  van  allerlei  dingen die mogelijk van pas kunnen komen in de kos-tumering  of  als  rekwisiet.  En  dat  drijft  Guil-laume soms tot lichte wanhoop (lacht).”

� Karel�Van�der�Auwera

De hele reeks nalezen?www.brusselnieuws.be/ingesprekmet

‘Ik bied de stadse grijsheid tegenwicht’

Marie Vennin, actrice en dramadocente

“Het is geweldig om te zien hoe kinderen zich uitleven op het podium, en hoe hun ouders, die misschien nog nooit een theater hebben bezocht, ervan genieten”

ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: [email protected] (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, [email protected], www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer ([email protected]), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten ([email protected]), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman ([email protected]), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 70.490 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne ([email protected]). EINDREDACTIE Katrien Stroobants ([email protected]). REDACTIE Jean-Marie Binst ([email protected]), Christophe Degreef ([email protected]), Tuur De Moor ([email protected]), Bettina Hubo ([email protected]), Patrick Jordens ([email protected]), Steven Van Garsse ([email protected]), Danny Vileyn ([email protected]).REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele ([email protected]), Gerd Hendrickx ([email protected]). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Freddi Smekens, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vanden-bergh, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt ([email protected]). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh ([email protected]). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie ([email protected]). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Page 18: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 18 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

SCHAARBEEK – Het succes van een sport-carrière wordt afgemeten aan de zeges en de medailles. Jean-Pierre Wafflard (43) kwam een paar keer héél dicht bij het gegeerde eremetaal, maar greep er telkens net naast. Twee deelnamen aan de Olympi-sche Spelen verzachten de pijn enigszins.

“In mijn jeugd was karate populair door de films van Bruce Lee,” legt Jean-Pierre Waf-flard uit. “Op mijn negende ging ik een vecht-sportzaal in de Hoogstraat binnen om karate te leren, maar het bleek een worstelclub te zijn. De proefles die ik kreeg, kon me overtuigen, en zo ben ik ermee begonnen. Ik heb zo-wel vrije stijl als Grieks-Romeins gedaan, maar later heb ik me in het tweede gespecia-liseerd.”Al na een week had Wafflard zijn eerste wed-strijd, en die won hij meteen. Het bleek de voorbode van een knappe carrière.Worstelen lijkt op judo, maar is minder tech-nisch en vraagt meer fysieke kracht. De Brus-selaar is dan ook een imposante verschijning. “Ik had het geluk dat er veel sterke senioren in de club waren toen ik jong was. Ik heb veel van hen opgestoken door samen te trainen. Later ben ik naar Frankrijk en Nederland getrokken om daar met de beste worstelaars te trainen. Dat was belangrijk om concurrentie op te zoe-ken en te blijven groeien. Op dat moment vond ik in België geen sparringpartners meer van mijn niveau.”“Mijn ouders hebben er mee voor gezorgd dat ik mijn carrière heb kunnen ontplooien. Mijn vader nam me mee naar de buurlanden voor trainingen, terwijl ik lag te slapen. Ook financieel hebben ze me zwaar gesteund. Zo heeft mijn vader mijn reis naar Amerika be-taald, waar ik deelnam aan het wereldkam-

De erelijst van Jean-Pierre Wafflard mag gezien worden – alleen een echte topprijs heeft hij nooit gepakt. “Ach, ik weet niet waar het aan lag. Ik miste blijkbaar iets wat de toppers op de grote afspraken wél hadden.”

© MARC GYSENS

‘Alleen de medailles ontbreken’Worstelen > Jean-Pierre Wafflard kon olympische droom niet helemaal waarmaken

de CLUB

‘Saive is goed voor ons imago’Tafeltennisclub Logis, Oudergem

OUDERGEM – Tafeltennisclub Logis barst van de ambitie. Die zette de neo-eersteklasser kracht bij door de topper Jean-Michel Saive aan te trekken. De uitdrukking ‘The sky is the limit’ is op haar plaats.

“We willen Belgisch kampioen worden,” zegt sportief directeur Christophe Devaux (43) re-soluut. “We hebben de twee beste Belgische spelers en we gaan ervoor. Al weet je in de sport natuurlijk nooit. Ons ambitieuze project is een van de voornaamste redenen waarom we Jean-Michel Saive hebben kunnen binnenhalen.”Logis heeft al twee Belgische titels op zijn naam, maar die dateren van de jaren 1970. De club wil terug naar die gloriedagen en kan alvast rekenen op topinfrastructuur. “We be-schikken over meer dan dertig tafels. Dat is toch niet niets. Die zijn er voor iedereen: recreanten en competitiespelers. Wij bieden onze leden de kans om bij te trainen en zich te ontwik-kelen als speler, zonder daarvoor extra geld te vragen. We zijn een van de weinige clubs die spelers van alle niveaus een plaats geven. De meeste van die spelers zijn al jarenlang lid van

de club. De sfeer is dan ook heel gemoedelijk. Ondertussen hebben we zo’n tweehonderdvijf-tig leden, als ik de sympathisanten erbij tel.”Logis mag zich de beste tafeltennisclub van Brussel noemen. De kampioenen bij de jeugd-ploegen zijn niet op de vingers van een hand te tellen en de eerste ploeg heeft afgelopen

De komst van Saive is daarbij een grote stap – én een statement. De zevenvoudige olympiër lag er aan het begin van de Spelen uit in de tweede ronde en kan zich nu volledig toeleg-gen op zijn nieuwe club. “Het was niet een-voudig om hem aan te trekken. Door perikelen bij zijn club was hij pas op het einde van de transferperiode vrij, en verschillende clubs trokken al aan zijn mouw. Heel wat mensen van onze club hebben zich het vuur uit de slof-fen gelopen, en uiteindelijk hebben we hem kunnen overtuigen.”“Saive is goed voor het imago van je club. Hij is de Belg met het mooiste palmares, een lei-der en een voorbeeld. Hij kan voor een omslag zorgen. Wie weet kan hij ook na zijn spelers-carrière belangrijk worden voor onze club – maar dat is toekomstmuziek.”Een topper van dat formaat aantrekken vergt ook de nodige financiële inspanningen. Het is voor Logis een constante strijd om spon-sors en subsidies aan te trekken. Dat leidt tot frustratie door de zware concurrentie met onder meer voetbalclubs, maar ze blijven wel ijverig werken. “We moeten nu leren goed te beheren. We mogen niet hollen voor we kun-nen stappen: eerst dus voor een goede basis zorgen en stevig op onze benen staan, en dan zien of de sponsors en partners volgen. Maar ik ben er gerust op: dit project heeft alles. Mooi toch voor het imago van Brussel?” TS

www.logis-auderghem.be

Jean-Michel Saive: “Zegen voor onze club.”

© B

ELG

A

pioenschap voor cadetten. Toen ik alles op de Olympische Spelen van Barcelona (1992) zette en mijn baan daarvoor even opgaf, zijn ze ook bijgesprongen.” De financiële steun werd aangewend om op stage te gaan, naar

onder meer Bulgarije, Rusland en Cuba.Wafflard was een echt trainingsbeest. ’s Mor-gens nam hij nog de tram om van Schaarbeek naar zijn werk in Anderlecht te gaan, maar ’s avonds keerde hij al lopend terug alvorens

een fitnesssessie en een worsteltraining af te werken. “Dat heeft er mee voor gezorgd dat ik in de jeugdcategorieën zilver en brons heb behaald op wereldkampioenschappen. Dat motiveert je wel, je beseft dan dat niemand

seizoen de promotie naar de hoogste klasse af-gedwongen. Komend seizoen willen ze op dat elan doorgaan. “Ons doel is blijven groeien. Als we de titel of de beker winnen, dan willen we een ploeg samenstellen om Europees iets te be-tekenen. We willen onze plaats opeisen in het Belgische tafeltennis.”

Page 19: BDW - editie 1340

BDW 1340 PAGINA 19 - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 2012

in België je nog kan verslaan. Ik heb ook nog een dertigtal Belgische titels verzameld in de verschillende stijlen. In mijn tijd moest je daar nog voor zwoegen.”

Geen vitaminen“Ik trainde als een gek om internationaal medailles te behalen, maar ik heb er altijd naast gegrepen. Dat blijft een gemis. Ik heb nochtans olympische en wereldkampioenen verslagen. Soms zaten de omstandigheden gewoon tegen. Ik herinner me een halve fi-nale op het Europees kampioenschap in Tur-kije, tegen een Turk. Hopen mensen stonden daar op de mat, tot op twee meter van ons.

De security kon hen niet tegenhouden. Ze wa-ren zeer fanatiek en sloegen op de mat. Dat was best intimiderend. Ook voor de scheids-rechter, denk ik, want hij heeft toen een paar dubieuze beslissingen genomen.”Waar het gebrek aan medailles aan ligt, weet Wafflard niet. Al heeft hij na even nadenken toch een idee. “In Cuba zag ik de ploegdokter langskomen en zijn worstelaars een spuitje geven. Wat zat daarin? Dat waren geen vi-taminen, me dunkt. Op wedstrijden zag ik tegenstanders soms pilletjes nemen. Dat zal toch wel een rol gespeeld hebben. Ach, ik weet niet wat ik miste. Ik miste iets wat de toppers op de grote afspraken wél hadden.”

Twee keer olympischDe medailles ontbreken op zijn erelijst, maar

Wafflard kan wel pronken met twee deelna-men aan de Olympische Spelen: die van Bar-celona in 1992 en die van Atlanta in 1996. Al waren die niet echt succesvol. “Ik ben er telkens in de tweede ronde uitgevlogen, veel te snel. Een keer was dat tegen de latere bronzenmedaillewinnaar, met één schamel puntje. Een slechte loting kan je de das om-doen. Maar ja, dat is sport. Als je er eenmaal uit ligt, doet het natuurlijk wel meer pijn dan op een ander toernooi. Je hebt maar één kans om de vier jaar. Als het snel voorbij is, dan is dat heel zuur. Na mijn verlies moesten ze me een paar uur alleen laten. Ook mijn trainer moest me dan niet benaderen.”“Ik ben trots dat ik heb mogen deelnemen aan de Spelen, al heb ik er in mijn privéleven veel voor opzij moeten zetten. Als Belg is het heel moeilijk om een selectie te halen. Het BOIC maakt het sporters moeilijk, door de voorwaarden ontzettend streng te maken.”

FeestjeSportief waren de Olympische Spelen dan wel niet top, maar het hele gebeuren maakte gro-te indruk op Wafflard. Hij maakte een paar legendarische feestjes mee. “Het had iets ma-gisch. Het is ‘maar’ een sporttoernooi, maar wat ís het toch fantastisch! Je komt in een we-reld terecht met duizenden atleten, onder wie de besten van de wereld. Ik heb het Dream Team gezien, Carl Lewis, Ben Johnson, noem maar op.”“In de Belgische delegatie heerste een echte teamsfeer, vooral omdat we voor het toer-nooi telkens samen op stage waren geweest. We waren een hechte groep. Als iemand een medaille won, dan was het groot feest. Het mooiste feestje is wellicht dat na de gouden medaille van Fred Deburghgraeve in Atlanta. Ongelooflijk was dat.”Tegenwoordig heeft Wafflard het worstelen ver achter zich gelaten. Hij behaalde na zijn worstelcarrière nog onder meer een Belgische titel met de Schaarbeekse judoclub en geeft nu training aan jongens die aan Mixed Mar-tial Arts-gevechten deelnemen. “Ik blijf bij de vechtsporten. Dat lijf-aan-lijfgevecht trekt me gewoon aan.”

� Tim�Schoonjans

“Als je eruit ligt op de Olympische Spelen, dan doet dat naturlijk wel meer pijn dan op een ander toernooi. Je hebt maar één kans om de vier jaar”

Madame Kiki is deze week zeventig gewor-den, samen met haar echtgenoot.Man en vrouw zijn op dezelfde dag jarig en delen hun geboortejaar. Ongewoon. Mon-sieur Roger, haar man, kreeg op 20 juni 1996 de scepter in handen van de grootste club van het land, Royal Sporting Club An-derlecht. Voetbal is altijd zijn eerste, zijn fa-voriete sport geweest.Naar verluidt was hij een degelijke verde-diger. Hij speelde enkele seizoenen voor de Brusselse club La Forestoise, waar hij als rechtsachter of als centrale verdediger uitge-speeld werd. Er is geen groot talent aan hem verloren gegaan, maar als tennisser had Roger Vanden Stock het veel verder kunnen schoppen. Hij speelde wel eens samen met de Belgische tennislegende Jacky Brichant. Zijn niveau situeerde zich net onder dat van die andere topper, Eric Drossart.Op 54-jarige leeftijd volgde Roger zijn vader op, een levende legende. Constant Vanden Stock had van Sporting Anderlecht een in-ternationale grootheid gemaakt. Vanden Stock senior was een niet te overstijgen per-soonlijkheid – en dat zal de zoon geweten hebben. De buitenwereld bekeek hem met veel argwaan. Maar Roger Vanden Stock is altijd zichzelf gebleven, hij verloochende zichzelf nooit. Doorzicht, voetbalkennis en een grote dosis menselijkheid deden niet al-leen zijn aanzien in de buitenwereld groeien, hij maakte de club ook klaar voor de toe-komst en consolideerde het menselijke en financiële kapitaal van Royal Sporting Club Anderlecht.De vereniging zonder winstoogmerk groeide uit tot een moderne naamloze vennootschap waarin persoonlijkheden zetelen waar vele organisaties Sporting Anderlecht om benij-den. Vanden Stock overwon vrijwel onmid-dellijk enkele obstakels waaraan een gewo-ne sterveling onderdoor zou zijn gegaan. Het

vermaledijde arrest-Bosman uit 1995, dat de transfergelden afschafte voor spelers die einde contract zijn: Roger Vanden Stock rea-geerde gepast. Hij dwong de club om eigen jeugd in te passen. Het geval-De Bilde, het jaar daarop, kostte hem veel hoofdbrekens. De Brusselse aanvaller, geliefd bij de sup-porters, werd geschorst en achteraf verkocht aan PSV Eindhoven omdat hij een impulsie-ve vuistslag had toegediend aan de Aalsterse verdediger Krist Porte. Vanden Stock kreeg ook te maken met een onfrisse affaire in een vermeend omkoopschandaal. Ook daar maakte hij korte metten mee.De tegenslagen waren de broodnodige lou-tering om definitief uit de schaduw van zijn geliefde vader te treden, zonder afbreuk te doen aan het roemrijke verleden.Even flirtte hij zelfs met het bondsvoor-zitterschap. Helaas werd hem de leiding van het nationale voetbal ontzegd door klei-nere geesten die de oprechte idealen van Vanden Stock verwarden met ongepaste ambitie.Roger Vanden Stock dient altijd en overal het algemeen belang. Dat weet inmiddels ieder-een. Zijn verdiensten zijn groot. Maar niet zonder Madame Kiki te vermelden. De twee zijn uit hetzelfde hout gesneden. Brouwers-kinderen. Achter elk groot man schuilt een heel sterke vrouw: dat is geen cliché.Voor zijn naaste medewerkers is het on-denkbaar dat Roger Vanden Stock ooit geen voorzitter meer zou zijn van paars-wit. De meest succesvolle voetbalvereniging van België heeft maar vijf voorzitters gekend, in 104 jaar bestaan. Dat mag nog een eeuwig-heid duren. Gelukkige verjaardag.

www.brusselnieuws.be/steegen

David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht

David Steegen

ADVERTENTIE

Kiki en Roger

FREESTYLE-VOETBAL BELOOFT SPEKTAKEL

BRUSSEL – Freestyle-voetballers van over het hele land zakken op 24 augustus af naar Thurn & Taxis af voor een echte battle.

Red Bull Street Style brengt de meest geta-lenteerde freestyle-voetballers van de aard-bol samen. Om van 20 tot en met 22 sep-tember te mogen deelnemen aan de finale in Lecce worden in meer dan vijftig landen kwalificatietoernooien gehouden. Op vrijdag 24 augustus vindt het nationale kwalifica-tietoernooi plaats in de Magic Mirrors-tent naast Thurn & Taxis.Wie wil deelnemen, kan zich gratis inschrij-

ven op www.redbull.be: maak daar een profiel aan en load een zelfgemaakte video up om uw kunnen te tonen. Dat kan nog tot en met 19 augustus. De zestien beste freestylers mogen naar het kwalificatietoernooi. Daar zullen de deelnemers battles van drie minu-ten uitvechten, één tegen één. Elke freestyler krijgt dertig seconden de bal en moet er de indrukwekkendste kunstjes mee uithalen, op het ritme van de muziek. De gespeciali-seerde jury beoordeelt de deelnemers op stijl, techniek, controle en creativiteit.Toeschouwers zijn welkom om van de show te genieten.� TS

HOOG BEzOEK VOOR BRUSSELS BULLS

BRUSSEL – De zoektocht naar de beste jonge Europese American Football-spelers brengt een Amerikaanse delegatie naar Brussel.

Thurmond Moore is een voormalige National Football League-speler en -trainer, nu coach van de Football University. Hij reist in au-gustus rond in Europa om de beste Europese American Football-spelers jonger dan negen-tien jaar op te sporen. De gelukkigen zullen

later dit jaar met een Europees sterrenteam deelnemen aan de International Games in San Antonio, Texas.Dit is dé kans voor spelers uit heel België om hun talenten te tonen. Op 28 augustus kun-nen ze tussen 18 en 22 uur deelnemen aan verschillende proeven. Voor Belgische trai-ners geeft Moore zelf ook nog een coaching clinic. Deelnemen aan de proeven kost 35 euro. Meer op www.brusselsbulls.be.� TS

Xp@Ad BDW:Layout 1 6/20/12 10:16 PM Page 1