WWW.AVDRWEBINARS.NL
WEBINAR 0336
LUNCHWEBINAR JURISPRUDENTIE BESTUURSRECHT
SPREKER MR. A.M. NIJBOER, ADVOCAAT EKELMANS EN MEIJER
12 SEPTEMBER 2013 12:00 – 14:15 UUR
MAGNA CHARTA WebinarS
HOOGLERAREn & UPDATES
De Magna Charta Webinars heeft een abonnement voor u samengesteld van webinars met uiteenlopende onderwerpen op ver-schillende rechtsgebieden. Met dit abonnement kunt u de jaarlijks benodigde punten behalen.
Geen gemiste kansen bij de Academie. U kunt de webinars van uw abonnement on demand terugkijken op elk moment van dedag en op de locatie die u zelf bepaalt.
WAT HOUDT HET MAGNA CHARTA WEBINARS HOOGLERAREN & UPDATES IN?
- Volledig vrije keuze uit 25 webinars (1, 2 of 3 PO-punten) Live en On demand in najaar 2013 op verschillende rechtsgebieden- Per 1 uur ontvangt u 1 PO-punt- Zoekfunctie - Webinars kunnen gevolgd worden op de iPad en andere tablets- Garantie dat alle webinars uit dit aanbod doorgaan- Elektronische beschikbaarheid van uw certificaat
KLIK HIER OM JE AAN TE MELDENVOOR DE MAGNA CHARTA WEBINARS
HOOGLERAREN EN UPDATES
ADVERTORIAL
W E B I N A R S
- Naast de live mogelijkheid kunt u een webinar ook “on demand” op elk moment van de dag volgen met behoud van de PO-punten*- U kunt de uitzending zo vaak u maar wenst bekijken of laten bekijken door uw collega’s- De colleges worden door ervaren docenten gegeven- Alle AvdR webinars worden opgenomen in onze professionele studio- Elk live webinar alsook het “on demand” college is voorzien van een digitale reader en/of een PowerPoint presentatie; ook al volgt u een
college niet, blijft de documentatie voor u beschikbaar
* De webinars on demand inclusief de PO-punten blijven beschikbaar tot 1 januari 2014. Zonder PO-punten blijven de webinars on demand langer beschikbaar.
PRIJZEN
U betaalt eenmalig Euro 1.000,-- excl. BTW.Bij 10 of meer kantoorgenoten geldt een speciale totale prijs, dat is eenmalig Euro 5.000,-- excl. BTW – kantoorabonnement.
ADVERTORIAL
4
Inhoudsopgave
Mr. A.M. Nijboer
Jurisprudentie
AbRvS 6 februari 2013, 201008516/1/R1 p. 7
AbRvS 20 maart 2013, 201207503/1/R2 p. 7
AbRvS 8 mei 2013, 201207149/1/A2 p. 7
AbRvS 10 juli 2013, 201208101/1/R2 p. 7
AbRvS 7 augustus 2013, 201208063/1/A2 p. 7
Rechtbank Midden-Nederland, 22 mei 2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:26 p. 7
AbRvS 22 mei 2013, 201200224/1/A3 p. 8
AbRvS 3 juli 2013, 201300842/1/R6 p. 8
AbRvS 22 juli 2013, 201300745/1/R6 p. 8
AbRvS 24 juli 2013, 201300489/1/R4 p. 8
AbRvS 24 juli 2013, 201209308/1/R3 p. 8
AbRvS 10 juli 2013, 201208101/1/R2 p. 8
AbRvS 17 juli 2013, 201301687/1/R6 p. 9
AbRvS 19 juni 2013, nr. 201210708/1/A4 e.a. p. 9
AbRvS 24 juli 2013, 201300843/1/R6 p. 9
AbRvS 29 augustus 2012, 201102653/1/R1 p. 9
AbRvS 5 september 2012, 201108462/1/A2 p. 9
AbRvS 29 augustus 2012, 201112596/1/A1 p. 9
AbRvS 26 september 2012, 201108509/1/R4 p. 10
AbRvS 23 januari 2013, 201205963/2/R3 p. 10
AbRvS 17 juli 2013, 201208074/1/R2 p. 10
AbRvS, 29 augustus 2012, 201102653/1/R1 p. 10
AbRvS 17 juli 2013, 201208074/1/R2, ECLI:NL:RVS:2013:395 p. 10
AbRvS 9 mei 2012, 201106649/1/A3 p. 10
AbRvS 10 juli 2013, 201210304/1/A4 p. 11
5
AbRvS 14 augustus 2013, 201205441/1/A3 p. 11
AbRvS 21 augustus 2013, 201207110/1/A3 p. 11
AbRvS 29 mei 2013, 201204768/1/A3 p. 11
AbRvS 14 november 2003, 200306493/1 p. 11
AbRvS 12 april 2012, 201200811/1/V3 p. 11
AbRvS 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY3238 p. 12
AbRvS 15 augustus 2012, 201101170/1/A4 p. 12
AbRvS 15 augustus 2012, 201102433/1/A4 p. 12
AbRvS, 2 april 2013, 201209484/3/A4 p. 12
AbRvS, 31 juli 2013, 201208434/1/A1 p. 12
AbRvS 3 april 2013, 201209352/1/R3 p. 12
AbRvS, 12 augustus 2013, 201304185/2/R4 p. 13
AbRvS 27 maart 2013, 201105463/1/A4 p. 13
AbRvS 29 februari 2012, 201107211/1/A1 p. 13
AbRvS 22 augustus 2013, 201306873/1/A1 en 201306873/2/A1 p. 13
AbRvS 21 augustus 2013, 201210865/1/A1 p. 13
AbRvS 24 juli 2013, 201211699/1/A1 p. 13
AbRvS 16 mei 2012, 201110622/1 p. 14
AbRvS 21 augustus 2013, 201300829/1/A1 p. 14
AbRvS 7 augustus 2013, 201209813/1/A1 p. 14
AbRvS 21 augustus 2013, 201207301/1/A1 p. 14
AbRvS 17 juli 2013, 201210427/1/A1 p. 14
AbRvS 14 augustus 2013, 201209474/1/A1 p. 14
AbRvS 24 juli 2013, 201208782/1/A1 p. 15
AbRvS 5 december 2012, 201109778/1/A3 p. 15
AbRvS 11 februari 2013, 201211710/2/R2 p. 15
AbRvS 7 augustus 2013, 201208505/1/A3 p. 15
AbRvS 20 februari 2013, 201202810/1/A1 p. 15
AbRvS 14 augustus 2013, 201211778/1/A1 p. 15
AbRvS 17 april 2013, 201205466/1/A1 p. 16
AbRvS 18 juli 2013, 201305064/1/A1, 201305064/2/A1 p. 16
6
AbRvS 11 juli 2012, 201106291/1/A3 p. 16
AbRvS 19 december 2012, 201105790/1/A3 p. 16
AbRvS 16 november 2011, 201011810/1/H3 p. 16
Rechtbank Amsterdam, 4 juli 2013, AWB 12/2095 WOB,
ECLI:NL:RBAMS:2013:3969 p. 16
Rechtbank Amsterdam, 29 mei 2013, ECLI:NL:RBAMS: 2013:3248 p. 17
Hoge Raad 8 februari 2013, 12/00529, ECLI:NL:HR:2013:BZ0693 p. 17
Rechtbank Rotterdam 21 maart 2013, C/10/419055 / KG ZA 13-161 p. 17
AbRvS 14 maart 2012, 201106937/1/A2 p. 17
Rechtbank Den Haag, 28 maart 2013, LJN: CA3985 p. 17
AbRvS 6 maart 2008, 200706839/1 p. 17
AbRvS 14 juni 2013, 201210052/1/A1 p. 18
AbRvS 10 juli 2013, 201211354/1/A1 p. 18
AbRvS 17 juli 2013, 201212083/1/A1 p. 18
AbRvS 31 juli 2013, 201211201/1/A2 p. 18
AbRvS 29 augustus 2012, 200909837/1/R4 p. 18
AbRvS 25 januari 2012, 201009783/1/V3 p. 19
AbRvS 26 juli 2013, 201202436/1/V3 p. 19
AbRvS 29 februari 2012, 201010089/1/T1/A4 p. 19
AbRvS 18 april 2012, 201011973/1/R1 en 201104068/1/R1 p. 19
AbRvS 24 april 2013, 201200457/1/R2 p. 19
AbRvS 25 juli 2012, 201111923/1/A1 p. 19
AbRvS 24 april 2013, 201200457/1/R2 p. 20
AbRvS 12 juni 2013, 201208017/1/R1 p. 20
AbRvS 12 juni 2013, 201105754/1/A4 p. 20
AbRvS 22 mei 2013, 201207754/1/V6 p. 20
AbRvS 15 mei 2013, 201207046/1/A4 p. 20
AbRvS 31 juli 2013, 201301703/1/R6 p. 20
AbRvS 7 augustus 2013, 201208914/1/A2 p. 21
AbRvS 21 augustus 2013, 201211722/1/R1 p. 21
7
AbRvS 6 februari 2013, 201008516/1/R1
Vooringenomenheid (2:4 Awb): deel uitmaken van een democratisch gekozen
bestuursorgaan en belanghebbende zijn maakt niet dat iemand zich moet onthouden van
stemming. Bijkomende omstandigheden kunnen hierom vragen. Vooringenomenheid is
pas aan de orde als aannemelijk is dat de besluitvorming daadwerkelijk is beïnvloed.
AbRvS 20 maart 2013, 201207503/1/R2
Vooringenomenheid: bevestiging van het toetsingskader zoals geformuleerd in AbRvS 6
februari 2013, 201008516/1/R1. Bij een raadslid dat mogelijk belanghebbende is, maar
niet heeft deelgenomen aan de stemming en beraadslaging is er geen sprake van
bijkomende omstandigheden, ookal is het besluit aangenomen met de kleinst mogelijke
meerderheid.
AbRvS 8 mei 2013, 201207149/1/A2
Vooringenomenheid (2:4 Awb): afwijking van de voorgaande uitspraken? In strijd met
artikel 2:4 Awb bij vooringenomen zijn of de schijn van vooringenomenheid wekken. Niet
de schijn van vooringenomenheid maar de aannemelijkheid dat de besluitvorming
daadwerkelijk is beïnvloed was in voorgaande uitspraken bepalend.
AbRvS 10 juli 2013, 201208101/1/R2
Vooringenomenheid (2:4 Awb): overleg tussen de Raad en een private partij die een
ontwikkeling zal uitvoeren leidt niet tot vooringenomenheid van de Raad bij de
besluitvorming.
AbRvS 7 augustus 2013, 201208063/1/A2
Vooringenomenheid (2:4 Awb): er is miet aannemelijk gemaakt dat het college
daadwerkelijk stukken heeft geweigerd, zodoende is de vooringenomenheid ook niet
aangetoond.
Rb Midden-Nederland, 22 mei 2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:26
Vooringenomenheid (2:4 Awb): Beginnen met de bouw zonder vergunning leidt niet tot
vooringenomenheid.
8
AbRvS 22 mei 2013, 201200224/1/A3
Vooringenomenheid (2:4 Awb): Uitlatingen in de media maken niet dat de besluitvorming
vooringenomen is.
AbRvS 3 juli 2013, 201300842/1/R6
Relativiteitsbeginsel: bedrijf doet beroep op normen voor geluid zoals opgenomen in het
bestemmingsplan. Een ander bedrijf had in een andere milieucategorie moeten worden
ingedeeld. Nu deze normen zowel woon- en leefklimaat als ongehinderde
bedrijfsuitoefening beschermen staat het relativiteitsbeginsel niet aan vernietiging in de
weg.
AbRvS 22 juli 2013, 201300745/1/R6
Relativiteitsbeginsel: appellante doet beroep op normen die omwonenden beschermen
tegen overlast in de vorm van geluid en stof (bescherming van het woon- en
leefklimaat), maar heeft zelf slechts agrarische gronden in gebruik. Haar belang wordt
niet beschermd: het relativiteitsvereiste staat aan vernietiging in de weg.
AbRvS 24 juli 2013, 201300489/1/R4
Relativiteitsbeginsel: Bestemmingsplan zou in strijd zijn met een goede ruimtelijke
ordening, het woon- en leefklimaat zou onvoldoende zijn beschermd. Extra woningen zijn
immers niet nodig: daar is geen behoefte aan. Beroep op het voorkomen van
woonbebouwing is mogelijk en vernietiging komt niet in strijd met het
relativiteitsbeginsel.
AbRvS 24 juli 2013, 201209308/1/R3
Relativiteitsbeginsel: Met een nieuw bestemmingsplan is het woon- en leefklimaat niet
gewaarborgd omdat de regeling voor aan huis verbonden beroepen en bedrijven
overbodig en onduidelijk is én de geplande woningen te dicht bij een bestaand bedrijf zijn
gelegen. De norm betreft het goede woon- en leefklimaat van/bij de nieuw te bouwen
woningen. Het relativiteitsvereiste staat dan ook aan vernietiging in de weg.
AbRvS 10 juli 2013, 201208101/1/R2
Relativiteitsbeginsel: met de bouw van een gemeentehuis en kantoren zou een mogelijke
toekomstige verbreding van het spoor worden geblokkeerd. Dit argument strekt niet tot
bescherming van het belang van omwonenden en de relativiteitseis staat dan ook aan
vernietiging in de weg.
9
AbRvS 17 juli 2013, 201301687/1/R6
Relativiteitsbeginsel: bestemmingsplanwijziging zou in strijd zijn met de rechtszekerheid
voor bestaande bedrijven. Dit is geen eigen belang. Het relativiteitsbeginsel staat er dan
ook aan in de weg dat appellanten opkomen voor belangen van andere bedrijven in de
omgeving.
AbRvS 19 juni 2013, nr. 201210708/1/A4 e.a.
Relativiteitsbeginsel: Ffw kan in gevallen door de bescherming van diersoorten tevens
bescherming bieden aan een goede kwaliteit van de directe leefomgeving. Hiervoor moet
worden aangetoond dat de directe leefomgeving in concrete zin wordt beschermd. Dat
was hier niet het geval nu het windturbinepark op geruime afstand was gelegen en het
gaat om bescherming van vogels en vleermuizen. Het relativiteitsbeginsel staat aan
vernietiging in de weg.
AbRvS 24 juli 2013, 201300843/1/R6
Relativiteitsbeginsel: De normen van de Nbw strekken tot bescherming natuur en
landschap in het algemeen en niet tot bescherming van bedrijfseconomische belangen
van bedrijven. Het relativiteitsbeginsel staat dan ook aan vernietiging in de weg.
AbRvS 29 augustus 2012, 201102653/1/R1
Herstel (6:6 Awb): Herstelmogelijkheid indien elektronisch ingediend maar deze weg niet
is opengesteld. Voorwaarden: 1) duidelijk beoogd bezwaar/beroep in te stellen. 2) het
bezwaar/beroep is verzonden naar: a) het officiële emailadres van het overheidslichaam/
betreffende ambtelijke dienst of b) het zakelijke emailadres van de ambtenaar, indien de
indiener mocht veronderstellen dat hij het bezwaar of beroep ook bij hem mocht
indienen.
AbRvS 5 september 2012, 201108462/1/A2
Herstel (6:6 Awb): Herstelmogelijkheid geboden maar niet benut? Dan mag het
bezwaar/beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.
AbRvS 29 augustus 2012, 201112596/1/A1
Herstel (6:6 Awb): De brief doorgezonden naar juridische zaken: hiermee is de intentie
van bezwaar aangetoond. “Herstel” is niet het uiterlijk op dezelfde dag toesturen van een
faxbericht/ afleveren van het bezwaarschrift.
10
AbRvS 26 september 2012, 201108509/1/R4
Herstel (6:6 Awb): Zienswijze per mail verzonden, elektronische weg niet opengesteld.
Ook indien duidelijk beoogd is een zienswijze in te dienen gelden de voorwaarden voor
toepassing van herstel van AbRvS 29 augustus 2012, 201102653/1/R1.
AbRvS 23 januari 2013, 201205963/2/R3
Herstel (6:6 Awb): Zienswijze per mail verzonden, elektronische weg niet opengesteld Er
wordt niet voldaan aan alle voorwaarden van AbRvS 29 augustus 2012,
201102653/1/R1. Het zakelijke e-mailadres van de ambtenaar is ten onrechte gebruikt:
vermelding in de publicatie van het ontwerpplan onvoldoende om aan te nemen dat
zienswijze hiernaar konden worden verstuurd. Herstel niet mogelijk, niet-ontvankelijk
beroep.
AbRvS 17 juli 2013, 201208074/1/R2
Herstel (6:6 Awb): voortzetting van ingezette lijn. Zienswijze per post en mail
verzonden, elektronische weg niet opengesteld. Per post: 1 dag te laat, elektronisch:
binnen de indieningstermijn. Uit de mail blijkt dat beoogd is een zienswijze in te dienen.
Er is dan ook ten onrechte geen herstelmogelijkheid aangeboden.
AbRvS, 29 augustus 2012, 201102653/1/R1
Doorzendplicht (6:15 Awb): naast ten onrechte elektronisch beroep aangetekend (zie
hiervoor) is jet beroep ook per abuis bij de gemeenteraad ipv AbRvS ingediend. De
doorzendplicht is van toepassing: als deze niet van toepassing zou zijn dan zou de
verkeerde inzendwijze niet kunnen worden hersteld. Een verkeerde verzendwijze doet
zodoende niet af aan de plicht tot doorzending.
AbRvS 17 juli 2013, 201208074/1/R2, ECLI:NL:RVS:2013:395
Doorzendplicht (6:15 Awb): Bevestiging van AbRvS, 29 augustus 2012,
201102653/1/R1: doorzendplicht kan gelden bij elektronische indiening: alleen indien
beoogd is bezwaar of beroep in te stellen.
AbRvS 9 mei 2012, 201106649/1/A3
Bekendmaking (3:41 Awb): Vaste jurisprudentie: bestuursorgaan moet aannemelijk
maken dat het besluit is verzonden. Aantonen aan de hand van 1) Juiste adressaat, 2)
Datumstempel, 3) Postregistratiesysteem.
11
AbRvS 10 juli 2013, 201210304/1/A4
Bekendmaking (3:41 Awb): Ook hier: bij geen aangetekende verzending moet het
bestuursorgaan aannemelijk maken dat het besluit op gestelde datum is verzonden. In
ieder geval is vereist: een besluit voorzien van juiste adressering en verzenddatum en
een deugdelijke verzendadministratie. In casu bestaat onvoldoende bewijs voor
verzenddatum, een stempel met datum en een vaste werkwijze ( besluiten dezelfde dag
verzenden) is hiertoe onvoldoende.
AbRvS 14 augustus 2013, 201205441/1/A3
Bekendmaking (3:41 Awb): Verzending kan aannemelijk worden gemaakt: de inrichting
van het computersysteem is dusdanig dat met het aanmaken van de brieven de brieven
ook via PostNL zijn verzonden; adres en datum (is dit de verzenddatum?) zijn vermeld.
AbRvS 21 augustus 2013, 201207110/1/A3
Bekendmaking (3:41 Awb): Onvoldoende aannemelijk gemaakt wanneer het bezwaar is
ingediend omdat de verzenddatum ontbreekt (geen bescheiden uit verzendadministratie
overgelegd: een het besluit met de stempel “DIV” is hiertoe onvoldoende). Of het
bezwaar al dan niet door andere belanghebbenden is ontvangen is niet relevant.
Relevantie AbRvS 14 augustus 2013 (201205441/1/A3)?
AbRvS 29 mei 2013, 201204768/1/A3
Bekendmaking (3:41 Awb): conform 3:41 of 3:42? Leden van een aantal vliegclubs
hebben een ontheffing verkregen voor civiel medegebruik van het militaire
luchtvaartterrein Twente. Het besluit diende conform art. 3:41lid 1 Awb te worden
bekendgemaakt. Dit ondanks dat de leden voor wie het besluit geldt niet bij naam zijn
genoemd en het ledenbestand gedurende de looptijd kan wijzigen.
AbRvS 14 november 2003, 200306493/1
Bekendmaking (art. 8:37 Awb): een andere wijze van verzending moet met dezelfde
waarborgen zijn omkleed.
AbRvS 12 april 2012, 201200811/1/V3
Bekendmaking (art. 8:37 Awb): Bij verzending middels fax: bericht moet dezelfde
aandacht krijgen. Bij een individueel geval ligt het voor de hand telefonisch te
informeren, bij structureel afwijken is een procesregeling een middel.
12
AbRvS 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY3238
Bekendmaking (art. 8:37 Awb): specificering van AbRvS 12 april 2012, 201200811/1/V3.
In casu is een faxbericht verzonden met daarin opgenomen een eerste en laatste termijn.
Alvorens op een dergelijke wijze van de fax gebruik te maken dient eerst een
bekendmaking plaats te vinden. Een procesregeling zelf is onvoldoende: hieruit moet
blijken in welke gevallen van de fax gebruik wordt gemaakt.
AbRvS 15 augustus 2012, 201101170/1/A4
Kennisgeving (art. 3:12 Awb): Kennisgeving via internet kan geschikte wijze zijn. In casu
een publicatie in een huis-aan huisblad in NL en individuele kennisgevingen < 200 meter.
Dit is onvoldoende nu hiermee Duitse belanghebbenden niet worden bereikt.
AbRvS 15 augustus 2012, 201102433/1/A4
Kennisgeving (art. 3:12 Awb): het bereik van de kennisgeving moet dusdanig zijn dat
diegenen die bedenkingen kunnen hebben ook worden bereikt. Hier onvoldoende
individuele kennisgevingen: de publicatie had onvoldoende bereik.
AbRvS, 2 april 2013, 201209484/3/A4
Kennisgeving (art. 3:12 Awb): Publicatie op minimaal 1 niet-elektronische wijze
verplicht, nu wettelijk niet ander is bepaald (art. 2:14 lid 2 en 3:12 lid 1 Awb). In casu
gepubliceerd in een plaatselijke krant die niet wordt verspreid in Grubbenvorst, waar de
inrichting is gelegen. Het betoog dat niemand is benadeeld omdat de meesten
zienswijzen hebben ingediend treft geen doel: alle inwoners moet dit kunnen doen.
AbRvS, 31 juli 2013, 201208434/1/A1
Kennisgeving (art. 3:12 Awb): Ingevolge art. 3:44 lid 1 aanhef en onder a van de Awb is
op een mededeling van een besluit art. 3:12 lid 1 van de Awb van toepassing. Zodoende
is ook at. 2:14 lid 2 van toepassing. Publicatie op minimaal 1 niet-elektronische wijze
verplicht, nu wettelijk niet anders is bepaald (art. 2:14 lid 2 en 3:12 lid 1 Awb). In casu
heeft de kennisgeving op onjuiste wijze plaatsgevonden. Niet relevant hierbij is dat het
besluit is toegezonden.
AbRvS 3 april 2013, 201209352/1/R3
Beschikbaarstelling (art. 1.2.1 Bro): Er zijn twee versies van het bestemmingsplan
gepubliceerd op ruimtelijkeplannen.nl. Onduidelijk is welk plan de raad langs
elektronische weg heeft vastgesteld.
13
AbRvS, 12 augustus 2013, 201304185/2/R4
Beschikbaarstelling (art. 1.2.1 Bro): de papieren en elektronische versie van
bestemmingsplan komen niet overeen. Als de inhoud van elektronische publicatie tot een
verschillende uitleg aanleiding geeft dan de verbeelding op papier, dan is de
elektronische inhoud bepalend (art. 1.2.3, tweede lid Bro)
AbRvS 27 maart 2013, 201105463/1/A4
Last onder bestuursdwang / dwangsom (afd. 5.3 Awb): in casu geen overtreding! De
staatssecretaris heeft een opgelegde last onder dwangsom gebaseerd op art. 9.2.3.1 van
de Wet Milieubeheer. Nu in casu Verordening (EG) nr. 1272/2008 van toepassing is, is
niet titel 9.2 maar 9.3a Wm van toepassing.
AbRvS 29 februari 2012, 201107211/1/A1
Last onder bestuursdwang / dwangsom (afd. 5.3 Awb): een niet bereid college maakt
geen zicht op legalisatie. Uitzondering voor een wettelijk niet houdbaar standpunt/ niet te
weigeren medewerking. In casu geen concreet zicht op legalisatie.
AbRvS 22 augustus 2013, 201306873/1/A1 en 201306873/2/A1
Last onder bestuursdwang / dwangsom (afd. 5.3 Awb). Het collegeacht medewerken
aan afwijking BP niet wenselijk. Medewerking mag worden geweigerd. In casu geen zicht
op legalisatie.
AbRvS 21 augustus 2013, 201210865/1/A1
Last onder bestuursdwang / dwangsom (afd. 5.3 Awb): Beoordeling van concreet zicht
op legalisering moet ten tijde van het besluit op bezwaar. Ten tijde van het besluit op
bezwaar was het college niet bereid om met een ontheffing het bestaande gebruik van de
kalverstal te legaliseren. Geen concreet zicht op legalisering: bij bereidheid om mee te
werken aan een mogelijke, toekomstige omschakeling van het bedrijf naar ander
gebruik.
AbRvS 24 juli 2013, 201211699/1/A1
Last onder bestuursdwang / dwangsom (afd. 5.3 Awb): Ontwerpbesluit tot verlening van
de aangevraagde omgevingsvergunning genomen en ter inzage gelegd. Alleen geen
zicht op legalisering als op voorhand duidelijk is dat de omgevingsvergunning voor het
afwijken niet zou kunnen worden verleend. Hier niet aan de orde: concreet zicht op
legalisatie.
14
AbRvS 16 mei 2012, 201110622/1
Last onder bestuursdwang / dwangsom (afd. 5.3 Awb): Van handhaving afzien vanwege
de financiële situatie van degene bij wie gehandhaafd wordt? Bevestiging van AbRvS 24
december 2008, 200801113/1. Ernstige financiële consequenties niet relevant.
AbRvS 21 augustus 2013, 201300829/1/A1
Last onder bestuursdwang / dwangsom (afd. 5.3 Awb): Van handhaving afzien ivm
uitoefening bedrijf? Afweging: onvoldoende exploiteerbaarheid bedrijf, alg. belang, geen
geringe overreding. Handhaving evenredig.
AbRvS 7 augustus 2013, 201209813/1/A1
Last onder bestuursdwang / dwangsom (afd. 5.3 Awb): een ontwerpbestemmingsplan
maakt ontwikkeling mogelijk, de bestemmingsplankaart niet. Tegen de kaart is beroep is
ingesteld. Het college geeft aan niet bereid te zijn mee te werken. De juistheid van de
plankaart kan niet aan de orde worden gesteld in een handhavingszaak. Er is dan ook
geen concreet zicht op legalisatie: de vereiste vergunning is niet ingediend.
AbRvS 21 augustus 2013, 201207301/1/A1
Last onder bestuursdwang / dwangsom (afd. 5.3 Awb): Handhaving onevenredig?. De
gevelafwerking dakoverstek en bakstenenrand steken 7,8 en 11 cm over de erfgrens uit.
Er is dan ook inbreuk op eigendomsrecht wat het plaatsen van een dakopbouw kan
bemoeilijken. Door overschrijding van de erfgrens wordt schade geleden, handhavend
optreden is dan ook evenredig.
AbRvS 17 juli 2013, 201210427/1/A1
Last onder bestuursdwang / dwangsom (afd. 5.3 Awb): Bij de overtreder opgewekt
vertrouwen kan geen afbreuk doen aan aanspraak van omwonenden op handhaving. In
casu was er sprake van een verzoek om handhaving en meerdere klachten over hinder.
Mate van inbreuk op het geldende regime bepalend, niet de mate van hinder.
AbRvS 14 augustus 2013, 201209474/1/A1
Last onder bestuursdwang / dwangsom (afd. 5.3 Awb): Overtreding was reeds bekend
bij het college in 1992. Enkele tijdsverloop is geen bijzondere omstandigheid waardoor
van handhavend optreden moet worden afgezien. Concrete ondubbelzinnige
toezeggingen door een bevoegd persoon kunnen ertoe leiden dat niet meer handhavend
kan worden opgetreden.
15
AbRvS 24 juli 2013, 201208782/1/A1
Last onder bestuursdwang / dwangsom (afd. 5.3 Awb): In afwijking van de
bouwvergunning gebouwd en in redelijkheid af kunnen zien van handhaven.
AbRvS 5 december 2012, 201109778/1/A3
Dwangsom bij niet tijdig beslissen (4:17 Awb): slechts na ingebrekestelling. Onvoldoende
om slechts te herinneren aan het lopende verzoek om informatie. 2 eisen aan
ingebrekestelling:1) Beoogd te manen om binnen een bepaalde termijn alsnog een
besluit te nemen, en 2) Indien dit niet gebeurt, er aanspraak op een dwangsom zal
worden gemaakt.
AbRvS 11 februari 2013, 201211710/2/R2
Dwangsom bij niet tijdig beslissen (4:17 Awb): Gecoordineerde behandeling van de
aanvraag voor meerdere vergunningen. Alhoewel meerdere beschikkingen zijn vervat in
één document, zijn bij niet tijdig beschikken meerdere dwangsommen verschuldigd
AbRvS 7 augustus 2013, 201208505/1/A3
Dwangsom bij niet tijdig beslissen (4:17 Awb): grensvlak Wob en niet tijdig beslissen.
Wob-verzoek in bezwaarschrift opgenomen. Het Wob-verzoek is geen apart verzoek
waardoor niet niet tijdig is beslist.
AbRvS 20 februari 2013, 201202810/1/A1
Vergunning van rechtswege (art. 4:20b Awb): Ten onrechte 2.12 lid 1 onder a onder 3
Wabo en daarmee de uitgebreide voorbereidingsprocedure toegepast. Niet binnen 8
weken beslist en niet verlengd. Dit leidt tot een vergunning van rechtswege.
AbRvS 14 augustus 2013, 201211778/1/A1
Vergunning van rechtswege (art. 4:20b Awb): Art. 2.1 lid 1 onder c Wabo niet van
toepassing, dus ten onrechte de uitgebreide voorbereidingsprocedure toegepast. Niet
binnen 8 weken beslist en niet verlengd. De vergunning is van rechtswege verleend.
16
AbRvS 17 april 2013, 201205466/1/A1
Vergunning van rechtswege (art. 4:20b Awb): Aanvraag om een omgevingsvergunning
voor bouwen van een tweede bedrijfswoning door college van B&W geweigerd. Het
beoogde bouwwerk is niet in strijd met het bestemmingsplan: 2 bedrijfswoningen zijn
toegestaan. Dus is ten onrechte de uitgebreide voorbereidingsprocedure toegepast. Er is
niet binnen 8 weken beslist en niet verlengd. De vergunning is dus van rechtswege
verleend.
AbRvS 18 juli 2013, 201305064/1/A1, 201305064/2/A1
Vergunning van rechtswege (art. 4:20b Awb): een bestuursorgaan moet tijdig bezien
welke voorbereidingsprocedure van toepassing is. Dit is afhankelijk van de activiteit die
wordt aangevraagd. Hier is de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing, want
het gaat om een verzoek om van een afwijkingsbevoegdheid gebruik te maken. Na 8
weken van rechtswege verleend, dan is toets aan voorwaarden niet meer mogelijk.
AbRvS 11 juli 2012, 201106291/1/A3
Wob: Een bestuursorgaan is bevoegd op een Wob-verzoek te beslissen als de informatie
bij een onder hem werkzaam orgaan berust.
AbRvS 19 december 2012, 201105790/1/A3
Wob: Ook videobeelden vallen onder de Wob. Bewerking van videobeelden ten behoeve
van anonimisering is toegestaan maar kan zonder wettelijke grondslag niet worden
geëist.
AbRvS 16 november 2011, 201011810/1/H3
Wob: Wob-verzoek voor documenten betreffende de uitbraak van MKZ. Wob-verzoek
door staatssecretaris geweigerd. ID-Lelystad bezit de gegevens.Is dit een onder
verantwoordelijkheid van de minister van LNV werkzame instelling of bedrijf? Ja, gezien
de in overeenkomsten vastgelegde verhoudingen heeft de minister van LNV
overwegende invloed op ID-Lelystad.
Rb Amsterdam, 4 juli 2013, AWB 12/2095 WOB, ECLI:NL:RBAMS:2013:3969
Wob: NS ondervindt overwegende overheidsinvloed. Informatie inzake de punctualiteit
valt zodoende onder art. 3 Wob en moet door de staatssecretaris worden verstrekt.
17
Rb Amsterdam, 29 mei 2013, ECLI:NL:RBAMS: 2013:3248
Wob: hoe ver gaat de verplichting ingevolge de Wob? Gegevens zijn verkrijgbaar door de
koppeling tussen twee databases. De koppeling moet worden gemaakt met behulp van
speciale programmatuur die niet aanwezig is bij het bestuursorgaan. Dit gaat de
verplichting ingevolge de Wob te boven.
HR 8 februari 2013, 12/00529, ECLI:NL:HR:2013:BZ0693
Wob: mogelijkheid tot het heffen van leges ten aanzien van Wob-verzoeken. Indien
individualiseerbaar dan is het toegestaan. Wob-verzoeken over het algemeen niet
individualiseerbaar. Uitzondering voor kopieën die in het kader van het Wob verzoek
worden gemaakt.
Rb Rotterdam 21 maart 2013, C/10/419055 / KG ZA 13-161
Wob: Aantal Wob-verzoeken mogen in bepaalde gevallen worden onderworpen aan een
maximum.
AbRvS 14 maart 2012, 201106937/1/A2
Herhaalde aanvraag (4:6 Awb): Niet- ontvankelijkverklaring wegens niet tijdig voldoen
aan het verschuldigd recht, strekt niet tot een inhoudelijke beoordeling van de aanvraag.
Dit betreft dus geen “geheel of gedeeltelijk afwijzend besluit” van art. 4:6 lid 1 Awb. Een
nieuwe aanvraag kan zodoende niet vereenvoudigd worden afgedaan.
Rb Den Haag, 28 maart 2013, LJN: CA3985
Herhaalde aanvraag (4:6 Awb): Aanvraag voor asiel onder nareisbeleid afgewezen.
Beleidswijziging waardoor niet alleen middels documenten maar ook via DNA de
gezinsband aangetoond kan worden. Hernieuwde aanvraag ingediend. Deze
beleidswijziging is een wijziging van het recht. Deze kon niet vereenvoudigd worden
afgedaan conform art. 4:6 Awb.
AbRvS 6 maart 2008, 200706839/1
Herhaalde aanvraag (4:6 Awb): 2 aanvragen gedaan, twee besluiten genomen. Het
tweede besluit kan niet worden getoetst als ware het een eerste afwijzing. Alleen
hernieuwde rechterlijke toetsing bij: gewijzigde feiten en omstandigheden én als niet is
uitgesloten dat hetgeen alsnog is aangevoerd of overgelegd aan het eerdere besluit kan
afdoen.
18
AbRvS 14 juni 2013, 201210052/1/A1
Herhaalde aanvraag (4:6 Awb): geen nieuwe feiten of omstandigheden, voldoende
gemotiveerd waarom ontheffing is geweigerd. Gedoogbeschikking is hiertoe onvoldoende.
AbRvS 10 juli 2013, 201211354/1/A1
Herhaalde aanvraag (4:6 Awb): Omgevingsvergunning voor het aanleggen van een
uitweg. Vrgunningaanvraag 1 geweigerd vanwege belang van veilig gebruik van de weg.
Slechts een nieuw rapport overlegd dat ziet op parkeerdruk. Hier is op voorhand
uitgesloten dat aan besluit 1 kan worden afgedaan. Geen nieuw gebleken feit dat
hernieuwde toetsing rechtvaardigt.
AbRvS 17 juli 2013, 201212083/1/A1
Herhaalde aanvraag (4:6 Awb): Omgevingsvergunning aangevraagd voor bouwen van
een kantoor met berging. Vergunningaanvraag 1 geweigerd vanwege de strijdigheid met
het bestemmingsplan gezien de afmetingen. In de tweede aanvraag zijn de afmetingen
aangepast, bouwplannen zijn niet in essentie gelijk. De tweede aanvraag is geen
herhaalde aanvraag.
AbRvS 31 juli 2013, 201211201/1/A2
Herhaalde aanvraag (4:6 Awb): Aanwijzing van een gemeentelijk monument. Het beroep
tegen aanwijzing ingetrokken op advies van raadsman. Inhoudelijke toetsing heeft
zodoende niet plaatsgevonden. Appellant wil alsnog tegen aanwijzing in verweer komen.
Intrekking en advies van de raadsman is geen nieuw feit of veranderde omstandigheid:
het betreft een herhaalde aanvraag.
AbRvS 29 augustus 2012, 200909837/1/R4
Omvang van het geding: Als een bestuursorgaan na een tussenuitspraak gebreken heeft
hersteld, kunnen in zienswijzen niet nieuwe, niet eerder aangedragen beroepsgronden
worden aangevoerd. Dergelijke zienswijzen moeten - ook al zijn deze appellanten in de
gelegenheid gesteld tot het indienen daarvan - buiten inhoudelijke bespreking blijven.
19
AbRvS 25 januari 2012, 201009783/1/V3
Omvang van het geding: Bevestiging van eerdere uitspraak. Als de Rb een besluit
vernietigt en hiertegen geen hoger beroep wordt ingesteld, kunnen tegen het nieuwe
besluit geen gronden worden aangevoerd die eerder door de rechter uitdrukkelijk en
zonder voorbehoud zijn verworpen. Alleen nieuw gebleken feiten of omstandigheden
kunnen een hernieuwde beoordeling van een eerder verworpen beroepsgrond
rechtvaardigen.
AbRvS 26 juli 2013, 201202436/1/V3
Omvang van het geding: Aanvraag van een vreemdeling om toelating als vluchteling
afgewezen omdat hij als officier betrokken zou zijn geweest bij misdrijven genoemd in
art. 1(F) va het Verdrag betreffende de status van Vluchtelingen. Beroep op het niet in
strijd zijn met art. 1 (F) van het verdrag slaagt niet nu de rechter eerder expliciet heeft
aangegeven dat in strijd met dit artikel is gehandeld.
AbRvS 29 februari 2012, 201010089/1/T1/A4
Omvang van het geding: Beroepsgronden kunnen na de termijn worden ingediend mits
niet ism goede procesorde. Bepalend: de reden voor vertraging, de mogelijkheid tot
reageren en belangen van de partijen.
AbRvS 18 april 2012, 201011973/1/R1 en 201104068/1/R1
Omvang van het geding: Indien argumenten, gegevens of stukken zo laat binnenkomen
dat andere partijen worden belemmerd om hierop te reageren of de goede voortgang van
de procedure wordt belemmerd.
AbRvS 24 april 2013, 201200457/1/R2
Omvang van het geding: Ism procesorde ook mogelijk bij voldoen aan de termijn van
art. 8:58 lid 1 Awb. De aard of omvang is bepalend. Een reactie door deskundige moet
mogelijk zijn.
AbRvS 25 juli 2012, 201111923/1/A1
Omvang van het geding: Niet ism goede procesorde: een reactie van appellant op een
reactie van een bestuursorgaan op een tussenuitspraak van de rechtbank.
20
AbRvS 24 april 2013, 201200457/1/R2
Omvang van het geding: Argumenten in inspraakreactie op het voorontwerp reeds naar
voren gebracht. De betrokkenen hebben hierop adequaat kunnen reageren. Zodoende is
er niet in strijd met de goede procesorde gehandeld.
AbRvS 12 juni 2013, 201208017/1/R1
Omvang van het geding: De gronden van beroep zijn ongeveer 4 maanden voor
behandeling ter zitting naar voren gebracht. In de inspraakreactie op het voorontwerp
zijn ze reeds naar voren gebracht. De betrokkenen hebben hierop adequaat kunnen
reageren. Zodoende is niet gehandeld in strijd met de goede procesorde.
AbRvS 12 juni 2013, 201105754/1/A4
Omvang van het geding: Na de tussenuitspraak kunnen niet nieuwe beroepsgronden
worden aangevoerd die reeds tegen het oorspronkelijke besluit hadden kunnen worden
aangevoerd. Dergelijke gronden moeten zodoende buiten inhoudelijke bespreking blijven.
AbRvS 22 mei 2013, 201207754/1/V6
Omvang van het geding: Binnen de in 8:58 lid 1 gemelde termijn nadere stukken
ingediend. Aard en inhoud geen beletsel: betoog gestaafd met de stukken. De omvang
van de stukken was niet dermate groot,. Tijdige kennisneming heeft plaatsgevonden,
gezien het verweerschrift in beroep waarin een standpunt is ingenomen!!
AbRvS 15 mei 2013, 201207046/1/A4
Omvang van het geding: Nadere stukken 24 dagen voor zitting ingebracht. De aard en
omvang is niet zodanig dat het college niet adequaat heeft kunnen reageren. Van belang
hierbij is dat een aantal gronden aansluiten op de zienswijzen die door appellante zijn
ingediend.
AbRvS 31 juli 2013, 201301703/1/R6
Omvang van het geding: Ter zitting zijn nadere argumenten naar voren gebracht om de
exploitatieopzet in twijfel te brengen. De kwestie (aard) is dusdanig complex dat het
aanvoeren van de argumenten in strijd is met een goede procesorde. Dit had eerder naar
voren kunnen worden gebracht: exploitatie is rond 2 april ter beschikking gesteld, zitting
op 31 mei.
21
AbRvS 7 augustus 2013, 201208914/1/A2
Er zijn nadere feiten ingediend ter onderbouwing van eerdere beroepsgronden.
=Onduidelijk is waarom deze feiten nu pas ter sprake komen, aangevoerd dat er niet
adequaat op kan worden gereageerd. Dit is in strijd met de goede procesorde.
AbRvS 21 augustus 2013, 201211722/1/R1
Omvang van het geding: Wel strijd met de goede procesorde gezien de aard en omvang
van de stukken.