WelkomWelkomVoorganger: Dhr. de LangeVoorganger: Dhr. de Lange
Organist: Joh. de VriesOrganist: Joh. de Vries
Pasen! Pasen! Het feest van het lege grafHet feest van het lege graf
Zingen voor de dienst:Zingen voor de dienst:JdH 113 : 1 en 3JdH 113 : 1 en 3
Ik weet, dat mijn verlosser leeft Dit is het, wat mij troost hier geeft.
Hij leeft, die voor mij stierf. Hij leeft! Dit maakt mij altijd blij. Hij leeft! Mijn Heiland, die voor mij een
levenskroon verwierf.
Hij leeft! Hij leeft! Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.
Hij leeft! Hij leeft! Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.
Hij leeft! Verrezen uit het graf! Hij leeft! Die 't leven voor mij gaf!
Ik zing van Hem, Die leeft. Hij leeft. Die mij zo teer bemint.
Hij leeft! Die mij, Zijn dierbaar kind. het eeuwig leven geeft.
Hij leeft! Hij leeft! Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.
Hij leeft! Hij leeft! Ik weet, dat mijn Verlosser leeft.
Zingen voor de dienst:Zingen voor de dienst:Opw. 71Opw. 71
Jezus leeft in eeuwigheid (EL 411) t. & m. C.A.E. Groot
Jezus leeft in eeuwigheid (EL 411) t. & m. C.A.E. Groot
Jezus leeft in eeuwigheid (EL 411) t. & m. C.A.E. Groot
Jezus leeft in eeuwigheid (EL 411) t. & m. C.A.E. Groot
Jezus leeft in eeuwigheid (EL 411) t. & m. C.A.E. Groot
Welkom & MededelingenWelkom & Mededelingen
Psalm 150: 1 en 2Psalm 150: 1 en 2Looft God, looft Hem overalLooft God, looft Hem overal
Psalm 150 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. Genève 1562
Psalm 150 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. Genève 1562
Psalm 150 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. Genève 1562
Psalm 150 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. Genève 1562
Bemoediging en GroetBemoediging en Groet
Zingen:Zingen:ELB 122: 1 t/m 4ELB 122: 1 t/m 4
Daar juicht een toonDaar juicht een toon
Daar juicht een toon (EL 122)
t. E. Gerdes; m. H.A.C. Malan
Daar juicht een toon (EL 122)
t. E. Gerdes; m. H.A.C. Malan
Daar juicht een toon (EL 122)
t. E. Gerdes; m. H.A.C. Malan
Daar juicht een toon (EL 122)
t. E. Gerdes; m. H.A.C. Malan
BemoedigingstekstBemoedigingstekst
Gedicht PasenGedicht Pasen
Elb 125: 1 en 2Elb 125: 1 en 2
Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft (EL 125)
t. J. van Ingen Schenau; m. T. Ame
Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft (EL 125)
t. J. van Ingen Schenau; m. T. Ame
refrein:
Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft (EL 125)
t. J. van Ingen Schenau; m. T. Ame
Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft (EL 125)
t. J. van Ingen Schenau; m. T. Ame
refrein:
GebedGebed
KinderliedKinderlied
Opw 42Opw 42
’k Stel mijn vertrouwen (EL 188) t. & m. T. van Pageé
SchriftlezingSchriftlezing
OT: Jesaja 53: 1 t/m 12OT: Jesaja 53: 1 t/m 12
1Wie kan geloven wat wij hebben gehoord?1Wie kan geloven wat wij hebben gehoord?Aan wie is de macht van Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard?de HEER geopenbaard?
2Als een loot schoot hij op onder Gods 2Als een loot schoot hij op onder Gods ogen,ogen,
als een wortel die uitloopt in dorre grond.als een wortel die uitloopt in dorre grond.Onopvallend was zijn uiterlijk,Onopvallend was zijn uiterlijk,hij miste iedere schoonheid,hij miste iedere schoonheid,
zijn aanblik kon ons niet bekoren.zijn aanblik kon ons niet bekoren.
3Hij werd veracht, door mensen gemeden,3Hij werd veracht, door mensen gemeden,hij was een man die het lijden kendehij was een man die het lijden kende
en met ziekte vertrouwd was,en met ziekte vertrouwd was,een man die zijn gelaat voor ons verborg,een man die zijn gelaat voor ons verborg,veracht, door ons verguisd en geminacht.veracht, door ons verguisd en geminacht.
4Maar hij was het die onze ziekten droeg,4Maar hij was het die onze ziekten droeg,die ons lijden op zich nam.die ons lijden op zich nam.
Wij echter zagen hem als een verstoteling,Wij echter zagen hem als een verstoteling,door God geslagen en vernederd.door God geslagen en vernederd.
5Om onze zonden werd hij doorboord,5Om onze zonden werd hij doorboord,om onze wandaden gebroken.om onze wandaden gebroken.
Voor ons welzijn werd hij getuchtigd,Voor ons welzijn werd hij getuchtigd,zijn striemen brachten ons genezing.zijn striemen brachten ons genezing.
6Wij dwaalden rond als schapen,6Wij dwaalden rond als schapen,ieder zocht zijn eigen weg;ieder zocht zijn eigen weg;
maar de wandaden van ons allenmaar de wandaden van ons allenliet de HEER op hem neerkomen.liet de HEER op hem neerkomen.
7Hij werd mishandeld, maar verzette zich 7Hij werd mishandeld, maar verzette zich nieten deed zijn mond niet open.nieten deed zijn mond niet open.
Als een schaap dat naar de slacht wordt Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid, als een ooi die stil is bij haar geleid, als een ooi die stil is bij haar
scheerders deed hij zijn mond niet open.scheerders deed hij zijn mond niet open.
8Door een onrechtvaardig vonnis werd hij 8Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen. Wie van zijn tijdgenoten weggenomen. Wie van zijn tijdgenoten
heeft er oog voor gehad? Hij werd heeft er oog voor gehad? Hij werd verbannen uit het land der levenden,verbannen uit het land der levenden,om de zonden van mijn volk werd hij om de zonden van mijn volk werd hij
geslagen.geslagen.
9Hij kreeg een graf bij misdadigers,9Hij kreeg een graf bij misdadigers,zijn laatste rustplaats was bij de rijken;zijn laatste rustplaats was bij de rijken;toch had hij nooit enig onrecht begaan,toch had hij nooit enig onrecht begaan,
nooit bedrieglijke taal gesproken.nooit bedrieglijke taal gesproken.
10Maar de HEER wilde hem breken, hij 10Maar de HEER wilde hem breken, hij maakte hem ziek.maakte hem ziek.
Hij offerde zijn leven voor hun schuld,Hij offerde zijn leven voor hun schuld,om zijn nageslacht te zien en lang te leven.om zijn nageslacht te zien en lang te leven.
En door zijn toedoen slaagde wat En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde.de HEER wilde.
11Na het lijden dat hij moest doorstaan,11Na het lijden dat hij moest doorstaan,zag hij het licht en werd met kennis zag hij het licht en werd met kennis
verzadigd. Mijn rechtvaardige dienaar verzadigd. Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, hij neemt hun verschaft velen recht, hij neemt hun
wandaden op zich.wandaden op zich.
12Daarom ken ik hem een plaats toe onder 12Daarom ken ik hem een plaats toe onder velen en zal hij met machtigen delen in de velen en zal hij met machtigen delen in de
buit, omdat hij zijn leven prijsgaf aan de buit, omdat hij zijn leven prijsgaf aan de dood en zich tot de zondaars liet rekenen.dood en zich tot de zondaars liet rekenen.
Hij droeg echter de schuld van velenHij droeg echter de schuld van velenen nam het voor zondaars op.en nam het voor zondaars op.
Matth. 28: 1 t/m 15 Matth. 28: 1 t/m 15
1Na de sabbat, toen de ochtend van 1Na de sabbat, toen de ochtend van de eerste dag van de week gloorde, de eerste dag van de week gloorde,
kwam Markwam Mariia uit Ma uit Maagdala met de gdala met de andere Marandere Mariia naar het graf kijken. a naar het graf kijken.
2Plotseling begon de aarde hevig te 2Plotseling begon de aarde hevig te beven, want een engel van de Heer beven, want een engel van de Heer daalde af uit de hemel, liep naar het daalde af uit de hemel, liep naar het graf, rolde de steen weg en ging erop graf, rolde de steen weg en ging erop
zitten.zitten.
3Hij lichtte als een bliksem en zijn kleding 3Hij lichtte als een bliksem en zijn kleding was wit als sneeuw. was wit als sneeuw.
4De bewakers beefden van angst en vielen 4De bewakers beefden van angst en vielen
als dood neer.als dood neer.
5De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie
Jezus, de gekruisigde, zoeken.
6Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, 6Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de
plaats waar hij gelegen heeft. plaats waar hij gelegen heeft.
7En ga nu snel naar zijn leerlingen en zeg 7En ga nu snel naar zijn leerlingen en zeg hun: “Hij is opgestaan uit de dood, en dit hun: “Hij is opgestaan uit de dood, en dit
moeten jullie weten: hij gaat jullie voor naar moeten jullie weten: hij gaat jullie voor naar GalilGalileea, daar zul je hem zien.” Dat is wat ik a, daar zul je hem zien.” Dat is wat ik
jullie te zeggen had.’jullie te zeggen had.’
8Ontzet en opgetogen verlieten ze haastig 8Ontzet en opgetogen verlieten ze haastig het graf om het aan zijn leerlingen te gaan het graf om het aan zijn leerlingen te gaan
vertellen. vertellen.
9Op dat moment kwam Jezus hun 9Op dat moment kwam Jezus hun tegemoet en groette hen. Ze liepen op hem tegemoet en groette hen. Ze liepen op hem
toe, grepen zijn voeten vast en bewezen toe, grepen zijn voeten vast en bewezen
hem eer.hem eer.
10Daarop zei Jezus: ‘Wees niet bang. Ga 10Daarop zei Jezus: ‘Wees niet bang. Ga mijn broeders vertellen dat ze naar Galilmijn broeders vertellen dat ze naar Galileea a
moeten gaan, daar zullen ze mij zien.’moeten gaan, daar zullen ze mij zien.’
11Terwijl de vrouwen onderweg waren, 11Terwijl de vrouwen onderweg waren, gingen enkele van de bewakers naar de gingen enkele van de bewakers naar de stad. Daar vertelden ze de hogepriesters stad. Daar vertelden ze de hogepriesters
alles wat er gebeurd was. alles wat er gebeurd was.
12Die vergaderden met de oudsten en 12Die vergaderden met de oudsten en besloten de soldaten een flinke som geld te besloten de soldaten een flinke som geld te
gevengeven13en hun op te dragen: ‘Zeg maar: “Zijn 13en hun op te dragen: ‘Zeg maar: “Zijn
leerlingen zijn ’s nachts gekomen en leerlingen zijn ’s nachts gekomen en hebben hem heimelijk weggehaald terwijl hebben hem heimelijk weggehaald terwijl
wij sliepen.”wij sliepen.”
14En mocht dit de prefect ter ore 14En mocht dit de prefect ter ore komen, dan zullen wij hem wel komen, dan zullen wij hem wel
bepraten en ervoor zorgen dat jullie bepraten en ervoor zorgen dat jullie buiten schot blijven.’ buiten schot blijven.’
15Ze namen het geld aan en deden 15Ze namen het geld aan en deden zoals hun was opgedragen. En tot op zoals hun was opgedragen. En tot op de dag van vandaag doet dit verhaal de dag van vandaag doet dit verhaal
onder de Joden de ronde.onder de Joden de ronde.
JdH 431-A: 1 en 4JdH 431-A: 1 en 4Jezus leeft en wij met Hem!Jezus leeft en wij met Hem!
Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger
Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger
Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger
Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger
Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger
Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger
Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger
Jezus leeft en ik met Hem (LvdK 217) t. C.F. Gellert; v. A.C. den Besten; m. J. Crüger
VerkondigingVerkondiging
Pasen!Pasen! Het feest van het lege graf! Het feest van het lege graf!
JdH 496: 1 t/m 3JdH 496: 1 t/m 3Christus onze Heer verreesChristus onze Heer verrees
Christus, onze Heer, verrees (LB 624)
t. anonym; m. Lyra Davidica, 1708
Christus, onze Heer, verrees (LB 624)
t. anonym; m. Lyra Davidica, 1708
Christus, onze Heer, verrees (LB 624)
t. anonym; m. Lyra Davidica, 1708
Christus, onze Heer, verrees (LB 624)
t. anonym; m. Lyra Davidica, 1708
Christus, onze Heer, verrees (LB 624)
t. anonym; m. Lyra Davidica, 1708
Christus, onze Heer, verrees (LB 624)
t. anonym; m. Lyra Davidica, 1708
Dankgebed Dankgebed & &
voorbedenvoorbeden
CollecteCollecte
11ee Horeb Horeb22ee eigen gemeente eigen gemeente
SlotliedSlotlied
Elb 132: 1 t/m 3Elb 132: 1 t/m 3
U zij de glorie (EL 132)
t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel
U zij de glorie (EL 132)
t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel
U zij de glorie (EL 132)
t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel
U zij de glorie (EL 132)
t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel
U zij de glorie (EL 132)
t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel
U zij de glorie (EL 132)
t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel
U zij de glorie (EL 132)
t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel
U zij de glorie (EL 132)
t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel
U zij de glorie (EL 132)
t. J.W. Schulte Nordholt; m. G.F. Händel
ZegenZegen
3x Amen3x Amen
Vanvond 19:00uurVanvond 19:00uur
Ds HulshofDs Hulshof
Top Related