Download - 1 Lees deel 1 van het verhaal. · 2020-03-17 · L3 - Thema 4 - H2 Lees deel 1 van het verhaal. De opa van Loes verhuisde naar een kamer in het woonzorgcentrum, net als de oma van

L3 - Thema 4 - H2

Lees deel 1 van het verhaal.

De opa van Loes verhuisde naar een kamer in het woonzorgcentrum, net als de oma van Mats. Mats is de grootste pestkop in de klas van Loes. Als ze opa niet kan vinden, botst ze in de gang tegen Mats op. Hij vertelt dat zijn oma in de cafetaria zit en dat haar opa daar ook is ...

Ineens zag ik Mats bij een tafeltje halthouden. En daar zag ik zijn witte hoofd. Opa! Eindelijk. Ik baande me een weg tussen alle rolstoelen, loopkrukken en rollators. Eindelijk bereikte ik het tafeltje.“Opa!” zei ik opgelucht en ik gaf hem een zoen.

“Opa!” zei ik opgelucht en ik gaf hem een zoen.Wat betekent het woord opgelucht? Bespreek samen.

“Ha, meidje”, lachte hij vrolijk. “Daar ben je dan!”Tot de andere oudjes rond de tafel zei hij: “Dit is ze nu, mijn kleindochter. Een groot talent hoor, dat kan ik je verzekeren!”Ik lachte verlegen toen ineens alle ogen naar mij staarden.Hij wachtte even en wendde zich toen tot de enige vrouw die rond de tafel zat. “En dit, lieve kind, dit is Helena! Een pracht van een vrouw!”

5

10

a In de tekst (r. 1) staat: ‘En daar zag ik zijn witte hoofd.’ Waar is daar?

b Wat wordt er bedoeld met het witte hoofd van opa?

Opa ziet er nogal bleekjes uit. Opa schrok erg van Loes en wordt daardoor bleek. Opa heeft een mooie bos wit haar.

a Kleur in de tekst:

de zin die zegt dat opa blij is om Loes te zien.

de zinnen die zeggen dat opa trots is op Loes.

b Hoe reageert Loes als opa dat tegen de andere oudjes zegt?

1

2

3

GEEL

BLAUW

Tobe Staes klas Amber3 Datum: _______________ Nr. 1

© Uitgeverij VAN IN 1 van 19

L3 - Thema 4 - H2

a Som de vier personages uit het verhaal op.

b In de tekst (r. 10) staat: ‘Opa wendde zich tot de enige vrouw die rond de tafel zat.’ Wat doe je als je je tot iemand wendt? Laat het je partner zien.

Lees het vervolg.

Hij grijnsde zijn vals gebit bloot en wierp een kushandje in de richting van de vrouw. Ik volgde zijn blik en zag hoe ze schaterde in haar stoel, en achter die stoel stond ... Mats?Hij glimlachte schaapachtig en haalde toen zijn schouders op, alsof hij zich wilde verontschuldigen. Maar waarvoor?

Wschaapachtig een beetje dom en onnozel

a Opa wierp een kushandje in de richting van de vrouw. Wanneer doe je dat?

Als je een beetje verliefd op iemand bent. Als je iemand iets wilt vragen. Als je iemand niet erg leuk vindt.

b Kleur in de tekst:

hoe de vrouw reageert als opa haar een kushandje toewerpt.

a Mats staat achter de stoel van de vrouw. Wie is die vrouw?

b Mats glimlachte schaapachtig naar Loes. Waarom doet hij dat?

Omdat hij grappig wil zijn. Omdat hij niet goed weet wat hij moet doen. Omdat hij kwaad is op de opa van Loes. Omdat hij Loes niet leuk vindt.

4

5

6

GROEN

7



L3 - Thema 4 - H2

Lees deel 3 van het verhaal.

Opa heeft ineens weinig tijd voor Loes. Ze haalt wat te drinken en laat zich buiten op de grond zakken. Ze begrijpt er niets van. Dan staat Mats achter haar.

“Gaat het een beetje?” vroeg een stem achter mij.Ik keek geschrokken op, recht in de ogen van Mats.“Laat me met rust”, mopperde ik. Ik was zijn pesterige opmerkingen over opa nog niet vergeten.Maar Mats bleef staan, zijn ogen strak op mij gericht.“Ik weet dat je kwaad bent omdat ik je opa heb uitgelachen. Het ... Het spijt me.Eh ... jouw opa en ... eh, mijn oma ...”Ik voelde me knalrood worden ...

5

Meer lezen? Operatie Red Opa!, Inge Misschaert, Talentbib 3

Haal meer uit dit boek!Ga snel naar bingel.be. 3

Operatie Red O

pa! | Inge Misschaert

Loes is erg verdrietig als haar opa naar een rusthuis moet. Ze is er zeker van dat hij daar niet wil zijn.Samen met Mats , een klasgenoot, bedenkt ze een gewaagd plan om opa uit het rusthuis te krijgen.Zal het hen lukken?

Operatie Red Opa!Inge Misschaert | Katrien Claes

CVR_TALENT_LJ3_4mm.indd 4 26/10/17 12:51

Kleur in de tekst:

waarom Loes tegen Mats zegt: “Laat me met rust.”

In de tekst (r. 6) staat: ‘ “Het spijt me”, zegt Mats.’ Wat bedoelt hij met het?

Herlees de laatste zin. Wat maakt Loes knalrood?

8

9

ROOD

10

11



L3 - Thema 4 - H3

Lees samen de tekst. Beantwoord de vragen die de juf of meester stelt.

Drie redenen voor een bezoekje aan je opa en omaSoms wonen je opa en oma bij jou in de buurt en heb je toch niet zoveel zin om bij hen langs te gaan. Je bent bijvoorbeeld liever met je vrienden samen of je moet na schooltijd al zoveel andere dingen doen. Maar vergis je niet! Er zijn veel goede redenen om hen toch een bezoekje te brengen.

Naar: sevendays.nl

Lees deel 1 van de tekst.

De eerste reden: de snoeppot!

Bijna alle oma’s en opa’s hebben een trommel of een pot met snoep ‘voor als hun kleinkinderen komen’. Dat zeggen ze toch, maar opa’s zijn soms zelf enorme snoepers! Het bewijs daarvan vind je als je een kastje opendoet en de zakken chips en repen chocolade je tegemoet rollen. Thuis word je er vast genoeg aan herinnerd dat je gezond moet eten en niet te veel mag snoepen. Dat is ook wat vaders en moeders moeten doen. Ze willen jou gezond laten eten. Maar als je daar eens aan wilt ontsnappen, ga dan gewoon bij opa en oma langs. Geven zij je iets lekkers omdat ze vinden dat je dat hebt verdiend? Geniet er dan van!

Het bewijs daarvan vind je als je een kastje opendoet.Waar vind je het bewijs van als je een kastje opendoet? Bespreek samen.

5

10

Is jouw opa of oma een snoeper? Leg uit waarom.

Kleur in de tekst een zin die zegt:

wat ouders zeggen over snoepen.

waarom veel grootouders een snoeppot hebben.

dat opa’s ook wel eens een snoepje lusten.

waarom ouders niet willen dat je veel snoept.

1

2

3

4

GROEN

BLAUW

GEEL

ROOD



L3 - Thema 4 - H3

In de tekst (r. 9) staat: ‘Maar als je daar eens aan wilt ontsnappen ...’ . Wat wordt er met daar bedoeld?


De tweede reden: over je rapport en leuke ontdekkingen.

Opa’s en oma’s zijn trots op hun kleinkinderen. Zeker als die met hun rapport langskomen. En ben je niet erg tevreden over je schoolresultaten, ga dan zeker langs. Opa’s en oma’s zijn er meestal goed in om je weer op te vrolijken. Niet alleen door je een beloning te geven omdat je goed je best deed op school, maar ook door over vroeger te vertellen. Over de tijd dat je ouders op school zaten en zij met hun rapport thuiskwamen. En zijn ze toch aan het vertellen, vraag dan of je ouders zo braaf waren als ze zelf beweren ...Misschien stond er bij je moeder op het rapport dat ze veel praatte of haar huiswerk vergat te maken.En toevallig lijk jij op je moeder!

Opa’s en oma’s zijn heel trots op hun kleinkinderen.Hoe merk je dat iemand trots op je is? Bespreek samen.

5

10

Hoe vrolijken opa en oma hun kleinkind op? Kleur in de tekst:

de eerste manier en zet er het cijfer 1 boven.

de tweede manier en zet er het cijfer 2 boven.

Wat kunnen grootouders je over jouw vader of moeder vertellen?

De tekst vertelt:

dat opa’s en oma’s meestal trots zijn op hun kleinkinderen. dat je grootouders er niet zo goed in zijn om je op te vrolijken. dat je opa en oma veel kunnen vertellen over je vader of je moeder. dat het niet erg is om een slecht rapport te hebben.

5

6

7

GEEL

GROEN

8

9



L3 - Thema 4 - H3

a Dit tekstdeel is geschreven voor:

alle opa’s en oma’s. vaders en moeders. kinderen.

b Wat is de bedoeling van de tekst?

Je ouders eraan herinneren dat ze hun vader en moeder moeten bezoeken. Je opa en oma vertellen dat ze hun kleinkinderen vaker moeten bezoeken. Kleinkinderen vertellen dat het belangrijk is om hun grootouders te bezoeken. Je vader en moeder zeggen dat ze hun kleinkinderen moeten bezoeken.


De derde reden: ga langs omdat het hen blij maakt.

Je kunt natuurlijk ook bij je opa en oma langsgaan omdat je dat zelf heel fijn vindt. Een heel goede reden is ook dat zij er erg blij van worden. Grootouders moeten niet meer elke dag voor hun kinderen zorgen of gaan werken. Ze hebben dus meer tijd om samen een spelletje te spelen, om een middag te komen oppassen, je voor te lezen en samen je lievelingsgerecht te koken. En als jij ondertussen vertelt hoe het met je gaat, worden ze daar blij van. En wat doen blije opa’s en oma’s? Juist, die pakken de snoeppot erbij ...

5

a Schrijf de drie redenen op die je gelezen hebt om bij je grootouders op bezoek te gaan.

1

2

3

b De beste reden om bij mijn opa en oma langs te gaan vind ik: reden nummer ,

omdat .

Stel een top 3 op van dingen die je met je opa of oma wilt doen of hen wilt vertellen.

1 2 3

10

11

12

13



L3 - Thema 4 - H6a

spellingweter 19

Verkleinwoorden op je

Bij verkleinwoorden op je schrijf je eerst het grondwoord en dan je. Bv. boekje = boek + je, hartje = hart + je

Let op! blad blaadje gat gaatje glas glaasje

Je schrijft verkleinwoorden op je net als kindje (kind + je).

Schrijf de verkleinwoorden. Schrijf daarna het meervoud.

1 een heks en een spook

2 een poes op een kast

3 een hert in een bos

4 een spruit op een bord

5 een gat in een blad

1



L3 - Thema 4 - H6a

Schrijf op wat je ziet. Maak zinnen als: Ik zie een grote aap en een klein aapje.

1 2 3 4 5

1

2

3

4

5

Schrijf de zinnen over met de verkleinwoorden van de vetgedrukte woorden.

1 Ik zit met opa op een bank in het park.

2 Daar stapt een dame met een mand.

3 Daarin zit een hond met een strik en een jas.

4 “Hier schat, een snoep van je baas”, zegt de dame tegen het beest.

5 “Dat is een beetje haar kind”, zegt opa.

6 Wat ben ik blij dat ik een mens ben!

2

3



L3 - Thema 4 - H6b

je

je

je

je

knop muts pak brief

vis lamp boek kind

huis mand stok paard

dans week hart vriend

plaats prent brood groepH6b



L3 - Thema 4 - H9a

spellingweter 20

Samenstellingen met dubbele medeklinker

Bij lange woorden moet je eerst hakken en dan plakken.

> hand + doek = handdoek > oor + ring = oorring > deur + slot = deurslot

Verbind de woorden met de juiste medeklinkers. Schrijf de woorden op.

1 a and lt de

2 boo am rmb de

3 spee ijd mst de

4 oo ing fdd de

5 hoo oek ppl de

6 loo ank rr de

Voeg de woorden samen. Schrijf de zinnen op.

1 Weet jij hoe ik die (hoofd + doek) moet omdoen?

2 Oma maakt lekkere (vis + soep) klaar.

3 Er is een barst in de (voor + ruit) van onze auto.

4 Er staan veel jonge gasten aan de (feest + tent).

5 Denk jij dat alleen jongeren op de (klim + muur) willen?

1

2



L3 - Thema 4 - H9a

a Vul de spreekballonnen aan met een samenstelling.

b Schrijf de vraag en het antwoord voor deze woorden: fruittaart, melkkan, fietsslot.

3

Help, een vies ding!

Wat is een spin met een

kruis?

Een

.

Wat is een spin in huis?

Een

.

Wat is een spin in je haar?

Wat is ...?Een ...!



L3 - Thema 4 - H9b

arm band boom stam

speel tijd oor ring

hoofd doek loop plank

arm band boom stam

speel tijd oor ring


arm band boom stam

speel tijd oor ring


arm band boom stam

speel tijd oor ring


H9bTobe Staes klas Amber3 Datum: _______________ Nr. 1


L3 - Thema 4 - H7

Welke letter(s) ontbreken?

1 A B C E F

2 J K M N P

3 R S T W X

Wat is de volgende letter?

STAP 1: Neem de alfabetkaartjes. Leg ze ondersteboven en door elkaar op je lessenaar.

STAP 2: Draai om de beurt een kaartje om en laat het zien.

STAP 3: Vertel wat de volgende letter is.

STAP 4: Controleer het antwoord met het alfabet hieronder.

A

J

S

B

T

L

U

D

M

E

N

C

K

V W

F

X

P

Y

H

Q

I

R

G

O

Z

STAP 5: Te gemakkelijk? Noem dan een woord dat begint met de volgende letter.

Hoe rangschik ik woorden alfabetisch?Om woorden alfabetisch te ordenen, kijk je naar de eerste letter van het woord. Bv. aap, beer, cavia, dromedaris ...

Namen van personen worden meestal volgens de familienaam gerangschikt. Bv. Adams, Bries, Caluwaert, Demir ...

Rangschik de dieren alfabetisch.

STAP 1: Schrijf de naam van het dier onder de afbeelding.

STAP 2: Markeer de beginletter van elke dierennaam.

STAP 3: Verbind de beginletter met dezelfde letter in de alfabetstrook.

STAP 4: Noem de dieren op in alfabetische volgorde. Zeg om de beurt een naam.

1

2

3



L3 - Thema 4 - H7

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z



L3 - Thema 4 - H7

a Rangschik de letters alfabetisch.

REEKS 1

F – D – H

T – R – S

Z – X – Y

REEKS 2

A – D – B – C

M – O – Q – P

I – J – L – H

REEKS 3

D – A – H – G – B

C – F – J – P – N

REEKS 4

P – E – L – B – V – G – K – A

b Kijk elkaars werk na. Je verdient een punt als je een reeks juist hebt.

Maak een heel moeilijke opdracht voor je buur.

STAP 1: Schrijf acht letters, door elkaar, in de bovenste rij.

STAP 2: Je buur schrijft ze in alfabetische volgorde in de rij eronder.

STAP 3: Kijk samen na.

4

5



L3 - Thema 4 - H5

Wat is een samenstelling?Soms plakken we twee of meer bestaande woorden aan elkaar. Zo krijgen we een nieuw woord. Zo’n woord noemen we een samenstelling.

Bv. voetbal, handdoek, politiekantoor ...

Bedenk twee samenstellingen. Schrijf ze op.

Markeer de samenstellingen.

Mats sprong op en danste om me heen, tot ik er haast gek van werd.“Wat bedoel je?” Mijn ogen vlogen over het prikbord, maar ik zag niets speciaals. Een affiche van het kapsalon, een kaartavond en een dansavond met een wedstrijd.Mats wees de poster van de danswedstrijd aan en zei: “Dat is ons plan! Volgens mij kan oma absoluut niet meer dansen en is jouw opa nogal stuntelig. Ze breken dan misschien heel de boel in het rusthuis af. Kom, we schrijven ze in voor die danswedstrijd!”

5

Kies om de beurt een samenstelling en leg aan je partner uit wat ze betekent.

Tip: je mag het woordenboek gebruiken.

CLUBMIDDAGDANSVLOERSTORMSCHADE

WASVOORSCHRIFT

Maak met het laatste woord van de samenstelling een nieuwe samenstelling. Wie maakt de langste woordenslinger?

oliedom – domoor – oorbel – belspel – spel –

– – –

1

2

3

4

Meer lezen? Operatie Red Opa!, Inge Misschaert, Talentbib 3

Haal meer uit dit boek!Ga snel naar bingel.be. 3

Operatie Red O

pa! | Inge Misschaert

Loes is erg verdrietig als haar opa naar een rusthuis moet. Ze is er zeker van dat hij daar niet wil zijn.Samen met Mats , een klasgenoot, bedenkt ze een gewaagd plan om opa uit het rusthuis te krijgen.Zal het hen lukken?

Operatie Red Opa!Inge Misschaert | Katrien Claes

CVR_TALENT_LJ3_4mm.indd 4 26/10/17 12:51



L3 - Thema 4 - H5

Maak minstens vijf samenstellingen met deze woorden. Je mag elk woord maar één keer gebruiken.

rol foto touw deur teen steen taal bloem

kader stoel

pot

ladder slippers dobbel

schrift

klink

Voeg een woord toe zodat je een samenstelling krijgt.

1 zak 5 boom 9 boot

2 zak 6 boom 10 boot

3 tafel 7 werk 11 sleutel

4 tafel 8 rust 12 sleutel

Kies om de beurt een moeilijk te lezen samenstelling en vertel aan je partner wat ze betekent.

Tip: je mag het woordenboek gebruiken.

VERFROMMEL

KASSALADE

DOUCHEGEL

DRAAIKIEPRAAM

Noteer over welke samenstelling het gaat. Zet de betekenis erachter.

Dit is een en je

gebruikt het om

.

5

6

7

8



L3 - Thema 4 - H4

spellingweter 18

Woorden met de woordstukjes enen, elen of eren

In de woordstukjes eren, elen of enen hoor je twee doffe klinkers.

Woorden op eren schrijf je net als kinderen. Woorden op elen schrijf je net als meubelen. Woorden op enen schrijf je net als tekenen.

Vul aan. Kies uit:1

6 Dat zijn noten.

7 Hoe moet je die schelpen ?

8 Het stopt met .

9 Kijk hoe die honden .

10 Wie is daar zo luid aan het ?

1 We gaan eerst wat .

2 Ik hoor een belletje .

3 Op het plein staan veel .

4 Het gaat .

5 Kijk eens naar de kant.

de jongeren – ze rinkelen – ze oefenen – andere – donderen

ze openen – lekkere – ze babbelen – ze bibberen – regenen



L3 - Thema 4 - H4

Vul de zinnen aan. Pas de vetgedrukte woorden aan.

1 Oma gaat naar de winkel. Ze gaat .

2 Opa legt alles op een stapel. Hij is aan het .

3 Ik tover een bal. Ik kan natuurlijk niet echt .

4 Reken jij graag? Op school we elke dag.

5 Mijn zus is ouder dan ik. Ik heb een zus.

Orden de woorden. Maak goede zinnen.

1 gisteren / was / ik / bij oma

2 op bezoek / kwam / een vroegere buurvrouw van oma

3 lang / te babbelen / zaten / ze / en / aten lekkere koekjes

Dat was gezellig en ... lekker!

2

3

