zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer...

212
Jaarrapport Integratie 2010

Transcript of zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer...

Page 1: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

Jaarrapport Integratie2010

Page 2: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

Verklaring van tekens

. = gegevensontbreken* = voorlopigcijfer** = nadervoorlopigcijferx = geheim– = nihil– = (indienvoorkomendtussentweegetallen)totenmet0(0,0) = hetgetaliskleinerdandehelftvandegekozeneenheidniets(blank) = eencijferkanoplogischegrondennietvoorkomen2008–2009 = 2008totenmet20092008/2009 = hetgemiddeldeoverdejaren2008totenmet20092008/’09 = oogstjaar,boekjaar,schooljaarenz.beginnendin2008eneindigend

in20092003/’04-2008/’09 = boekjaarenz.,2003/’04totenmet2008/’09

Ingevalvanafrondingkanhetvoorkomendathetweergegeventotaalnietovereenstemtmetdesomvandegetallen.

Colofon

Uitgever OmslagCentraalBureauvoordeStatistiek TelDesign,RotterdamHenriFaasdreef3122492JPDenHaag Inlichtingen Tel.(088)5707070Prepress Fax(070)3375994CentraalBureauvoordeStatistiek Viacontactformulier:FacilitairBeheer www.cbs.nl/infoservice

Druk BestellingenOBTbv,DenHaag E-mail:[email protected] Fax:(045)5706268

Internet www.cbs.nl

Prijs€53,25(exclusiefverzendkosten)

ISBN:978-90-357-2009-1ISSN:1872-1354

Oplage:600

©CentraalBureauvoordeStatistiek,DenHaag/Heerlen,2010.Verveelvoudigingistoegestaan,mitshetCBSalsbronwordtvermeld.

60112201001B-61

Page 3: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 3

Voorwoord

VooruligthetJaarrapportIntegratie2010.Metdezepublicatiewillenwijeenbeeldgevenvandepositievanmetnameniet-westerseallochtoneninonzesamenleving.ZijzijnhunleveninNederlandbegonnenvanuiteenanderecultureleachtergronden vaak een minder gunstige sociaaleconomische positie. Om een volwaardigedeelnameaandeNederlandsemaatschappij tebevorderen, ishetbeleidvandeoverheidgerichtopdeintegratievanallochtonebevolkingsgroepen.Inditrapportstaandestatistischefeitenenontwikkelingenhierinopeenrij.

Personen met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse herkomstvormen al decennia lang de grootste niet-westerse bevolkingsgroepen. Dezegroepen staan dan ook centraal in dit Jaarrapport. Maar langzaam verbreedthet integratievraagstuk zich naar andere immigrantengroepen, zoals meerrecente stromen vluchtelingen uit bijvoorbeeld Afghanistan en Somalië enarbeidsmigrantenuitOost-Europa.Aandezegroepenbestedenweapartaandachtinhetlaatstehoofdstuk.

De economische crisis van de afgelopen jaren heeft duidelijk gemaakt dat niet-westerseallochtonennogaltijdeenkwetsbarepositieinnemenopdearbeidsmarkt.Alsheteconomischtegenzit,verliezenzijeerderenvakerdanautochtonenhunbaan.In2009was11procentvandeniet-westerseallochtonenwerkloostegenover4 procent van de autochtonen. Aan de andere kant zien we dat niet-westerseallochtonen langzaam maar zeker steeds hoger opgeleid raken. Dat is ook eenbelangrijkesleutelvooreenbeteresociaaleconomischepositieindemaatschappij.Inschooljaar2009/’10zatbijvoorbeeldnogmaar22procentvandeniet-westersallochtone leerlingen in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs op hetlaagstevmbo-niveau,terwijlditinschooljaar2003/’04nog32procentwas.

Niet-westerseallochtonenwonenrelatiefvaak inbuurtenwaarookveelandereniet-westerseallochtonenwonen.Maarerzijnnauwelijksbuurtenmeteensterkeconcentratievanmaaréénherkomstgroep.Alszeautochtoneburenhebben,danheeftnegenvandetiendaarookweleenscontactmee.Integratielijktvooraleenprocesovergeneratiesheentezijn.Bijnaaltijdneemtdetweedegeneratieeentussenpositieintussenautochtonenenallochtonenvandeeerstegeneratie.Zoisdekansopwerkvoordetweedegeneratiegroterdanvoordeeerstegeneratie.OokvindenzijzichzelfveelvakerNederlander.

Page 4: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

4 CentraalBureauvoordeStatistiek

DitJaarrapportisdoorhetCentraalBureauvoordeStatistiek(CBS)samengesteldmedeopverzoekvandeministervoorWonen,Wijkenen Integratie.Het iseenjaarlijksepublicatiedieafwisselenddoorhetSociaalenCultureelPlanbureau(SCP)enhetCBSwordtverzorgd.HetSCPheeftindezeeditieeenbijdragegeleverdaanhoofdstuk8,waarvoorwijhenzeererkentelijkzijn.

Directeur-GeneraalvandeStatistiek

Drs.G.vanderVeen

DenHaag/Heerlen,november2010

Page 5: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 5

InhoudVoorwoord 3

Samenvatting 9

1. Het Jaarraport Integratie 2010 27DoelstellingJaarrapport 27Bevolkingsgroepen 27Thema’s 28Terminologie 30BijlageenEngelsesamenvatting(internet) 31Literatuur 31

2. Demografie 332.1 Bevolkingssamenstelling 332.2 Ontwikkelingeninimmigratieenemigratie 382.3 Kenmerkenvanniet-westerseemigranten 472.4 Huishoudens,partnerkeuzeenvruchtbaarheid 502.5 Regionaal 552.6 Conclusie 56Literatuur 58FigurenentabellenindebijlageopdeCBS-internetsite 59

3. Onderwijs 613.1 Segregatieinhetonderwijs 613.2 EindtoetsBasisonderwijs 633.3 Voortgezetonderwijs 643.4 Middelbaarberoepsonderwijs 683.5 Voortijdigschoolverlaten 723.6 Hogeronderwijs 753.7 Gekozenrichtinginhetonderwijs 783.8 Schoolverlatersopdearbeidsmarkt 803.9 Opleidingsniveauvandebevolking 813.10Conclusie 82Literatuur 85FigurenentabellenindebijlageopdeCBS-internetsite 86

Page 6: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

6 CentraalBureauvoordeStatistiek

4. Arbeidsmarkt 874.1 Werkloosheid 874.2 Arbeidsparticipatie 924.3 Kwetsbarearbeidsmarktposities 954.4 Jongerenopdearbeidsmarkt:kansenopwerk 984.5 Arbeidsmarktkansennabedrijfseconomischontslag 1024.6 Conclusie 104Literatuur 106SchemaentabelindebijlageopdeCBS-internetsite 106

5. Inkomen en uitkeringen 1075.1 Inkomenspositie 1075.2 Kansoparmoede 1115.3 Economischezelfstandigheid 1135.4 Actueleuitkeringssituatie 1155.5 Ontwikkelingenvanhetaantalpersonenmeteenuitkering 1185.6 In-enuitstroombijstand 1215.7 Conclusie 126Literatuur 127FigurenentabellenindebijlageopdeCBS-internetsite 127

6. Verkleuring van buurten 1296.1 Ontwikkelingeninbuurtenendebuurtbevolking 1296.2 Oorzakenvanverkleuringvanbuurten 1336.3 Desociaaleconomischepositievanbuurten 1356.4 Wonentussen‘anderen’ensocialestijging 1386.5 Conclusie 140Literatuur 141TabelindebijlageopdeCBS-internetsite 142

7. Geregistreerde criminaliteit 1437.1 Verdachtenvanmisdrijven 1447.2 Gedetineerden 1497.3 Verdachtetijdensdetienerjaren 1507.4 Trendsinaandeelverdachten 1527.5 Conclusie 154Literatuur 155FiguurentabellenindebijlageopdeCBS-internetsite 156

Page 7: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 7

8. Sociale samenhang: participatie en vertrouwen 1578.1 Contactenmetfamilieenvrienden 1578.2 Contactenenveiligheidindebuurt 1608.3 Participatieinorganisaties 1628.4 Politiekeparticipatie 1658.5 Vertrouwen 1678.6 OriëntatieopNederland 1698.7 Conclusie 170Literatuur 171

9 Jeugd: gezondheid en voorzieningengebruik 1739.1 Algemeengezondheidsbeeld 1739.2 Leerwegondersteunend-enpraktijkonderwijs 178

9.2.1 Deelnameaanleerwegondersteunend-enpraktijkonderwijs 1799.2.2 Leerlingennahetleerwegondersteunendonderwijs 1829.2.3 Leerlingennahetpraktijkonderwijs 183

9.3 Wajong-uitkeringen 1859.4 Contactenmetdehuisartsengesteldediagnose 1869.5 Conclusie 189Literatuur 190FigurenindebijlageopdeCBS-internetsite 192

10. Nieuwe immigrantengroepen 19310.1Vierniet-westersevluchtelingengroepen 194

10.1.1 Demografischekenmerken 19410.1.2 Onderwijs 19510.1.3 Arbeidsmarkt 19910.1.4 Dynamiekopdearbeidsmarkt 20110.1.5 Criminaliteit 203

10.2DrieOost-Europeseherkomstgroepen 20410.2.1 Demografischekenmerken 20510.2.2 Arbeidsmarkt 20610.2.3 Dynamiekopdearbeidsmarkt 20810.2.4 Criminaliteit 210

10.3Conclusie 211Literatuur 213FigurenentabellenindebijlageopdeCBS-internetsite 214

Medewerkers aan deze publicatie 215

Page 8: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 9

Samenvatting

Integratiegaatoverhetverwervenvaneenvolwaardigepositieindemaatschappij.Juist voor personen met een andere culturele achtergrond en een vaak mindergunstigesociaaleconomischepositieisditprocesvanbelang.Ditgeldtveelsterkervoorniet-westersedanvoorwesterseallochtonen. Indit rapport staandanookde vier grootste (klassieke) niet-westerse herkomstgroepen centraal: Turken,Marokkanen,SurinamersenAntillianen.Ookwordtkortingegaanopdesituatievan enkele nieuwere immigrantengroepen in Nederland (Afghanen, Irakezen,Iraniërs, Somaliërs, Polen, Roemenen en Bulgaren). Dit Jaarrapport Integratiebrengt de ontwikkelingen op verschillende aspecten die samenhangen met hetprocesvanintegratieinbeeld.Integratie is een veelomvattend en langdurig proces. Daarom moet gedurendeeen langereperiodeen,misschienwelbelangrijker,overgeneratiesheenbezienwordenofontwikkelingenwijzenopmeerofminderematevanintegratie.Dezesamenvatting geeft eerst een beeld van de belangrijkste bevindingen voor detweedegeneratieallochtonentenopzichtevandeeerstegeneratieallochtonenendeautochtonen.DaarnavolgteenthematischesamenvattingvanhetJaarrapportperhoofdstuk,datondermeeringaatopdebelangrijkstetrends.

Een overzicht over generaties heen

De in Nederland geboren tweede generatie gaat in steeds sterkere mate hetbeeld van de niet-westerse herkomstgroepen bepalen. Al bijna de helft van deallochtonenvandevierklassiekeniet-westerseherkomstgroepenisvandetweedegeneratie.Onderniet-westersejongerenisditaandeelnogveelgroter.Bovendiengroeien de klassieke niet-westerse herkomstgroepen voornamelijk door aanwasvandetweedegeneratie.Tweedegeneratieallochtonenemigrerenookmindervaakdaneerstegeneratieallochtonen.Detweedegeneratieisnogrelatiefjong,waardoordegemiddeldeleeftijdvanniet-westerseallochtonen10jaarlagerligtdandievanautochtonen.Dederdegeneratieisnogmaarkleinvanomvangenergjong.

Tweede generatie: ongunstige uitgangssituatieNetalshunouderswonentweedegeneratieallochtonenvoornamelijkindegroteresteden en daarbinnen in buurten met gemiddeld hogere aandelen niet-westersallochtone inwoners. Deze buurten hebben vaak een lagere sociaaleconomischepositie vanwege lagere inkomens dan buurten met voornamelijk autochtoneinwoners.Degezins-enleefomstandighedenwaarinjongeallochtonenopgroeienzijnookvaakongunstigerdandievandeautochtonejeugd.Zogroeienallochtonekinderenenjongerenbijvoorbeeldvakeropineenoudergezinnenenhebbenvakertemakenmetslechterehuisvesting.

Page 9: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

10 CentraalBureauvoordeStatistiek

Aan het einde van het basisonderwijs hebben niet-westers allochtone kinderenminder taal- en rekenvaardigheden dan autochtone kinderen. Voor vooral detaalvaardighedengeldtditnogsterkeralsthuisgeenNederlandswordtgesproken.HiervanisvooralsprakebijTurkseenMarokkaanseleerlingen.Zijsprekenthuisveel vaker dan Surinaamse enAntilliaanse leerlingen geen Nederlands. Ook inhetverdereonderwijshebbenniet-westersallochtoneleerlingeneenachterstandop autochtone leerlingen. Zij zitten in leerjaar 3 van het voortgezet onderwijsmindervaakinhavoofvwoenvakerinhetlaagstevmbo-niveau.Daarmeehangtsamendatzijvakervertragingoplopeninhungangdoorhetvoortgezetonderwijsdanautochtoneleerlingenendatzeookvakerzonderdiplomauithetvoortgezetonderwijsstromen.Door hun lagere opleidingsniveau en gemiddeld jonge leeftijd is de tweedegeneratiekwetsbaaropdearbeidsmarkt.Zijzijndanookvaakwerkzaambinnende conjunctuurgevoelige uitzendbranche. Tijdens de economische crisis liep dejeugdwerkloosheid onder niet-westerse allochtonen veel sterker op dan onderautochtonen. De achterstand op de arbeidsmarkt van niet-westerse allochtonejongerentenopzichtevanautochtonejongerenloopthiermeesindsdestartvandeeconomischecrisisweerverderop.

Tweede generatie: gunstige ontwikkelingenDeachterstandvanniet-westersejongerenopautochtonejongereninhetonderwijswordtkleiner.Tussen2003/’04en2009/’10daaldeinleerjaar3vanhetvoortgezetonderwijs het aandeel niet-westerse leerlingen in het laagste vmbo-niveau sterk,van32naar22procent,ennamhetaandeelniet-westerseleerlingenopdehogereniveaus toe. Van de klassieke niet-westerse herkomstgroepen zitten Surinaamseleerlingen het vaakst in havo of vwo. Verder stromen niet-westers allochtonejongens vaker voortijdig uit dan autochtone jongens, maar is dit verschil tussen2005 en 2009 vooral in het mbo kleiner geworden. Het aandeel niet-westersallochtonemeisjeszonderstartkwalificatiedatgeenonderwijsmeervolgtissinds2005 fors afgenomen. Niet-westers allochtone meisjes hebben daardoor in 2009vakerdanautochtonejongenseenstartkwalificatie,maarblijvennogwelietsachterbij autochtone meisjes. Ook neemt de laatste jaren de deelname aan het hogeronderwijsvanniet-westerseallochtonen,envooraldievandevrouwen,meertoedandievanautochtonen.DetweedegeneratieSurinaamseenAntilliaansevrouwenstromengemiddeldzelfsvakerdanautochtonemeisjesinhethogeronderwijsin.Doorhetstijgendeopleidingsniveauvandetweedegeneratiehalenniet-westerseallochtonen geleidelijk een deel van hun achterstand in opleidingsniveau opautochtonenin.Deoverigeniet-westerseallochtonen,dusexclusiefniet-westerseallochtonenuitde vier klassieke herkomstgroepen, hebben de meest gunstige uitgangspositiein het onderwijs. Hun taal- en rekenvaardigheden zijn aan het einde van hetbasisonderwijs bijna net zo goed als die van autochtone leerlingen, zeker alszij thuisNederlands spreken.Ookverschiltdezegroep indeverdelingoverde

Page 10: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 11

onderwijsniveaus in leerjaar 3 nog maar weinig van autochtone leerlingen. Hetgaatindezegroepoverigeniet-westerseallochtonen,andersdanbijdeklassiekeniet-westerseherkomstgroepen,vaaknogomleerlingenvandeeerstegeneratie.Iraanseleerlingenvandetweedegeneratiezittendaarentegenvakerdandeeerstegeneratieenookvakerdanautochtoneleerlingeninhavoofvwo.Deniet-westersetweedegeneratieheefteenachterstandopdearbeidsmarkttenopzichtevanautochtonen.Maardezeachterstandisalveelkleinerdandievandeeerstegeneratie.Detweedegeneratieheefteengroterekansopwerkdandeeerstegeneratie.Indeleeftijdvan25totenmet30jaarhebbentweedegeneratieallochtonenbinnen alle niet-westerse herkomstgroepen vaker betaald werk als belangrijkstebron van inkomsten dan eerstegeneratieallochtonen. Daarbij zijn Surinamers,Antillianen en overige niet-westerse allochtonen vaker werkzaam dan TurkenenMarokkanen.Deniet-westerse tweedegeneratiewerktookmindervaakdande eerste generatie in de schoonmaakbranche, een voorbeeld van een branchemet veel laaggeschoolde banen. Het inkomen van niet-westerse allochtonenligt lager dan dat van autochtonen. Maar als rekening wordt gehouden metleeftijdsverschillen,geldtditmindersterkvoordetweedegeneratiedanvoordeeerstegeneratieenisdetweedegeneratieookvakereconomischzelfstandig.Ookistussen2000en2008hetaandeellageinkomenssterkergedaaldonderdeniet-westersetweedegeneratiedanonderdeniet-westerseeerstegeneratie.Daarnaastontvangen tweedegeneratieallochtonen veel minder vaak een bijstandsuitkeringdaneerstegeneratieallochtonen.In2009wasditindeleeftijdvan15tot25jaarbijnadriekeerzoweinig.Wat relatievorming en moederschap betreft is de tweede generatie meer opde Nederlandse situatie georiënteerd dan de eerste generatie. Vooral Turkse enMarokkaanse tweedegeneratieallochtonen huwen, net als de eerste generatie,voornamelijkeenpartneruitdeeigenherkomstgroep.Zijlatendezepartnerechtermindervaakdandeeerstegeneratieoverkomenuithetlandvanherkomst.Dezemigratiehuwelijkenzijnoverigenssindseenaantaljarenvoorbeidegeneratiesalminderbelangrijkgeworden; erwordt tegenwoordigmerendeelsgetrouwdmeteenpartnerdieookinNederlandwoont.Niet-westersallochtonemoedersvandetweedegeneratiezijnbijnanetzooudalsautochtonemoedersbijdegeboortevanhuneerstekind,terwijleerstegeneratiemoedersgemiddeldeenpaarjaarjongerzijn.De maatschappelijke participatie is onder tweedegeneratieallochtonen ietsgroter dan onder de eerste generatie. Als rekening wordt gehouden met hetleeftijdsverschil tussen deze twee groepen doen zij vaker vrijwilligerswerk ennemen ietsvakerdeel aanactiviteitenvanclubsenverenigingen.Zij lijkenookdaarmeemeergeoriënteerdopdeNederlandsesituatiedandeeerstegeneratie.Ditblijktvooralookuithetfeitdatbinnenalleniet-westerseherkomstgroependetweedegeneratiezichzelfveelvakerNederlandervindtdandeeerstegeneratie.AntilliaansetweedegeneratieallochtonenvindenzichzelfhetvaakstNederlander,gevolgddoordeoverigniet-westerseenSurinaamsetweedegeneratie.Ongeveer

Page 11: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

12 CentraalBureauvoordeStatistiek

dehelftvandeTurkseenMarokkaansetweedegeneratiebeschouwtzichzelfalsNederlander,endatisongeveerdriekeerzovaakalsbijdeTurkseenMarokkaanseeerstegeneratie.

Tweede generatie: ongunstige ontwikkelingenNiet-westersallochtone jeugdigenhebbenoverhetalgemeeneenmindergoedegezondheiddanautochtonekinderenenjongeren,alhebbenzijnietvakercontactmetdehuisarts.Niet-westersejongerenwarenin2008ietsmindertevredenoverhungezondheiddanautochtonejongeren.Vandeniet-westersegroepenwasdeSurinaamseenAntilliaansejeugdhetmeestpositiefoverdeeigengezondheid.Niet-westersejongerendrinkenminderalcoholdanautochtonejongeren,maarhebbenwelvakertekampenmetovergewicht.Ookhebbenzijvakerlastvanpsychosocialeproblemen.Inhetonderwijshebbenniet-westerseleerlingenvakerondersteuningnodigdanautochtoneleerlingen.Ditissterkerhetgevalalsdeleerlingenuiteeneenoudergezinkomenenbijeenslechterefinanciëlesituatievanhetgezin.Verderhebben niet-westerse jongeren van de tweede generatie vaker dan autochtonejongeren een arbeidsongeschiktheidsuitkering voor jonggehandicapten. Ditaandeelissinds1999,netalsonderautochtonen,sterktoegenomen.

Een groot maatschappelijk zorgpunt is de oververtegenwoordiging van niet-westersejongerenindecriminaliteit.RuimeenopdedrieMarokkaanse12-jarigenuit1999werdindeperiode1999–2007openigmomentverdachtvaneenmisdrijf.Hetzelfde geldt voor bijna een op de drieAntilliaanse en Surinaamse jongereneneenopdevijfTurkenenoverigniet-westerseallochtonen.Vandeautochtoneleeftijdsgenotenkwamruimeenopdetienindieperiodevoorhetplegenvaneenmisdrijfinaanrakingmetdepolitie.Jongenszijnveelvakerverdachtedanmeisjes.Onder de tweede generatie niet-westerse allochtonen is het aandeel verdachtenhethoogstonderMarokkaansejongensenhetlaagstonderTurksemeisjes.Indegroepmannenvan12tot18jaarlagin2008hetaandeelverdachtenonderdeniet-westersetweedegeneratiebijalleniet-westerseherkomstgroepenlagerdanonderdeeerstegeneratie.Maarindegroepmannenvan18tot25 jaarisdeTurkseenMarokkaansetweedegeneratiejuistvakerverdachtedandeeerstegeneratie.

Het proces van integratie ontwikkelt zich over generaties heen. Ondanks eenongunstige uitgangssituatie doet de tweede generatie het steeds beter in hetonderwijs en staat ze er sociaaleconomisch beter voor dan de eerste generatie.Ookindemografischgedragenmaatschappelijkeparticipatiestaanzijdichterbijautochtonen dan de eerste generatie. Bovendien beschouwen tweedegeneratie-allochtonen zichzelf veel vaker als Nederlander dan eerstegeneratieallochtonen.Naast de achterstanden die er nog zijn ten opzichte van autochtonen, blijvenhun kwetsbaardere gezondheidssituatie en hun oververtegenwoordiging in decriminaliteitpuntenvanzorgvoordetweedegeneratie.

Page 12: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 13

Een thematisch overzicht

In dit Jaarrapport Integratie biedt elk hoofdstuk een thema van waaruit hetintegratieproceswordtbeschouwd.

Demografie

HethoofdstukDemografiebeschrijftdebevolkingssamenstellingvandeherkomst-groependie indit jaarrapportcentraal staan.Ook iseraandachtvoor immi-enemigratie,dekenmerkenvanallochtonehuishoudensendewoonplaatsvanniet-westerseallochtonen.

Klassieke herkomstgroepen groeien vooral door tweede generatie Op1januari2010waseenopdevijfinwonersvanNederlandwestersofniet-westersallochtoon.DehelftvanhenisinNederlandgeborenenbehoortdaarmeetotdetweedegeneratie.Hetaandeelniet-westerseallochtonenindetotalebevolkingisdeafgelopentienjaarlangzaamtoegenomen.BijnadehelftvandeTurkenenietsmeerdandehelftvandeMarokkaneninNederlandisvandetweedegeneratie.IndeSurinaamseenAntilliaanseherkomstgroepenzijndaterruimvieropdetien.Deze vier klassieke niet-westerse herkomstgroepen groeien vooral door aanwasvandetweedegeneraties.Hetaandeelwesterseallochtonenindebevolkingisgelijkgebleven.EentoenemendaandeelvanhenisafkomstiguitOost-Europa.HetaantalPolenisveruitdegrootstegroepvanOost-Europeseherkomst.

Gezinsmigratie voor niet-westerse immigranten belangrijkste motiefOndanksdeeconomischecrisisdieeind2008inzette,washetaantalimmigrantenin2009hogerdanin2008.Datwasvooralhetgevolgvaneentoenemendeinstroomvan asielmigranten uit Afghanistan, Irak en Somalië. De afgelopen jaren namdanookhetaantalniet-westerseimmigrantentoe.Doordeeconomischeomslagkwamenerwelminderarbeidsmigrantennaaronsland.Onderanderehierdoorkwam aan de jaarlijkse stijging van het aantal westerse immigranten, die doordeuitbreidingvandeEUendegunstigeeconomischeomstandigheden in2005inzette,in2009eeneinde.Evenalsin2008waserin2009eenvestigingsoverschot:erzijnmeermensennaarNederlandgekomendanervanuitNederlandnaarhetbuitenlandvertrokken.

Hoewel het aandeel gezinsmigranten de afgelopen jaren is gedaald, was hetook in 2009 voor niet-westerse immigranten het belangrijkste motief om naarNederland te komen. Naast de lichte toename van het aantal asielmigranten,komenerdelaatstejarenooksteedsmeerniet-westersemigrantennaarNederlandomtewerkenoftestuderen.

Page 13: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

14 CentraalBureauvoordeStatistiek

Geen braindrain: hoogopgeleiden blijven vaker in NederlandDe emigratie van niet-westerse allochtonen is in 2009 verder gedaald. Eenaanzienlijkdeelvandedalendeemigratieonderniet-westerseallochtonenkomtvoorrekeningvandevierklassiekeherkomstlanden.Deemigratievanwesterseallochtonenisdelaatstejarenjuisttoegenomen.Onderniet-westerseeerstegeneratieallochtonenzijnhetvooralde studentendieemigreren, bij tweedegeneratieallochtonen zijn relatief de meeste emigrantenonderpersonendiealsvoornaamsteinkomstenbroneenuitkeringhebben.Hetlijkteropdathethebbenvanwerk,eenhogeopleidingeneenfamiliebanddekansenopemigratieverkleinen.HetzijninelkgevalnietdegenenmetdebestekansendieNederlandverlaten.

Gemiddeld kindertal daalt vooral onder niet-westerse vrouwenOp1januari2009teldeNederland7,3miljoenhuishoudens,waarvan1,5miljoenhuishoudens allochtoon zijn. Het aandeel eenpersoonshuishoudens ligt bijallochtonehuishoudensrelatiefhoog,metnameindegroependieeenrecenteremigratiegeschiedeniskennen.Inde475duizendeenouderhuishoudensisdeouderrelatiefvaakvanniet-westersallochtoneherkomst.Sinds 2004, toen de regels voor migratiehuwelijken werden aangescherpt, gaathetbijallochtonehuwelijkenmindervaakomeenmigratiehuwelijk.Hetaandeelmigratiehuwelijken van Turken en Marokkanen nam het sterkst af onder detweedegeneratie.Weltrouwtookvanheneenruimemeerderheidmeteenpartneruitdezelfdeherkomstgroep.DestijgingvanhetgemiddeldekindertalinNederlandkomtgeheelvoorrekeningvan autochtone vrouwen. Vooral onder niet-westerse allochtonen van de eerstegeneratie daalde het kindertal juist. Vrouwen van de tweede generatie krijgenminder kinderen dan hun moeders; hun kindertal is vergelijkbaar met dat vanautochtonen.Ookdegemiddeldeleeftijdwaaropniet-westersallochtonevrouwenvan de tweede generatie kinderen krijgen, komt steeds meer in de buurt vanautochtonemoeders.

Helft van de kinderen in Amsterdam en Rotterdam niet-westers allochtoonDeniet-westersallochtonebevolkinginNederlandissterkgeconcentreerdindeviergrotesteden.Vieropdetienpersonenvanniet-westerseherkomstwoontinAmsterdam,Rotterdam,DenHaagofUtrecht.VandeAmsterdamseenRotterdamsekinderenonderde15jaarismeerdandehelftvanniet-westerseherkomst.InDenHaagisdatbijnadehelft,inUtrechteenderde.

Onderwijs

Eengoedeeducatieiseenbelangrijkeaanjagervooreensuccesvolleintegratie.HethoofdstukOnderwijsgaatinopsegregatiebinnenscholen,deinvloedvandetaaldiethuiswordtgesprokenopschoolresultatenaanheteindevanhetbasisonderwijs

Page 14: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 15

endedeelnamevanniet-westerseallochtonenaanverschillendeonderwijssoorten.Er is extra aandacht voor voortijdig schooluitval, de gekozen richtingen binnenhet onderwijs, de arbeidsmarktpositie van voortijdig schoolverlaters en hetopleidingsniveauvan25-tot65-jarigen.

Voorzichtige afname onderwijssegregatie in voortgezet onderwijsDe kleur van scholen in het voortgezet onderwijs hangt, naast de gekleurdheidvandeomgeving,samenmethetverschilinhetonderwijsniveaudatautochtoneenniet-westersallochtoneleerlingenvolgen.Hetaandeelgekleurdescholenvoorvoortgezetonderwijsisdeafgelopenvierjaarlichtgestegen.Tochisdegemiddeldeniet-westersallochtoneleerlingietsvakerbijeenautochtoneofwestersallochtoneleerlingopschoolkomentezitten.Daarmeelijktdesegregatieinhetvoortgezetonderwijsvoorzichtigaftenemen.

Betere taal- en rekenresultaten als thuis Nederlands wordt gesprokenAanheteindvandebasisschoolblijvendeprestatiesvanniet-westersallochtoneleerlingenachterbijdievanautochtoneleerlingen.Leerlingenmeteenniet-westersallochtoneachtergronddiethuisgeenNederlandsspreken,scorenooknogeensveellageropdeEindtoetsBasisonderwijsvanCitodanniet-westerseleerlingendiethuiswelNederlandsspreken.Deverschillenzijnvooralgrootophetonderdeeltaal,maardethuistaalhangtooksamenmetdescoreoprekenen.

Achterstand niet-westerse allochtonen in leerjaar 3 wordt kleiner Onderniet-westerseallochtonengroeidededeelnameaanleerjaar3vanhavoenvwo de afgelopen jaren meer dan onder autochtonen, en nam de deelname aanvmbomeeraf.Niet-westerseallochtonenlopendaarmeeietsvanhunachterstandopautochtonenin.Inhetvoortgezetonderwijslopenniet-westersallochtoneleerlingenvakervertragingopdanautochtonen.Zeblijvendusvakerzitten,maarhetstapelenvandiploma’skomtookvakervoor.VooralTurkseenMarokkaanseleerlingengaannahetbehalenvanhetvmbo-tdiplomadoornaardehavo.Daarnaastishetaandeelexamenkandidatendatslaagtvoorhetexamenbijautochtonennogsteedshogerdanbijniet-westersallochtoneleerlingen.Nahetbehalenvaneendiplomainhetvoblijvenniet-westersallochtonenhunonderwijsloopbaanvakerdanautochtonenvervolgenophethoogstmogelijkeniveaudatmetdatdiplomamogelijkis.

Niet-westers allochtone jongens lopen achterstand op autochtone jongens iets inNiet-westerse allochtonen nemen relatief veel deel aan het middelbaarberoepsonderwijs(mbo).VooralTurkseenMarokkaansemeisjesvan17tot20jaarzijnvooreengrootdeelinhetmbovertegenwoordigd.Antilliaansevrouwenzijninhetmbovaakouderdanhunopleidingsgenoten.Deachterstandinonderwijsniveaudieniet-westerseallochtonenallietenzieninhetvoortgezetonderwijswerktookdoorbinnenhetmbo.Zijvolgenmindervaakdanautochtoneneenopleidingopeenvandehoogsteniveaus(niveau3en4).Vandeniet-westerseherkomstgroepen

Page 15: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

16 CentraalBureauvoordeStatistiek

volgenSurinamershetvaakstdehoogsteniveaus.Naeenstartineenlaagmbo-niveaustromenniet-westerseallochtonenwelvakerdoornaarhogereniveausdanautochtonen.Vooralmeisjesvanniet-westersallochtoneherkomstdoenhetgoedinhetmbo;niet-westersallochtonejongenseenstukminder.Nahetbehalenvaneendiplomaophetvierdembo-niveaustroomteengroterdeelvandeniet-westersejongensdoornaarhethbodanvandeniet-westersemeisjesendeautochtonen.Voortijdig schoolverlaten is vooral bij niet-westers allochtone jongens eenprobleem.Ook in2008/’09verlietenzijhetonderwijsrelatiefveelvakerzonderstartkwalificatie dan de overige jongeren. Toch lijken ze hun achterstand tenopzichtevandeautochtonejongensietsteverkleinen.Autochtonemeisjesstromenhetminstvoortijdiguit.

Vooral niet-westers allochtone meisjes halen achterstand bij instroom hoger onderwijs inDeinstroomvanniet-westerseallochtoneninhethogeronderwijsissinds2003/’04meer gegroeid dan die van de autochtone bevolking. Niet-westers allochtonevrouwenstroomdenin2009/’10gemiddeldevenvaakinalsautochtonevrouwen.SurinaamseenAntilliaansevrouwenvandeeersteentweedegeneratiestromenjuist vaker dan gemiddeld in het hoger onderwijs in. Niet-westers allochtonemannen hadden ook in 2009/’10 nog een achterstand, zowel de eerste als detweedegeneratie.VooralTurkseenMarokkaansemannenvandeeerstegeneratiestroomden gemiddeld veel minder vaak in het hoger onderwijs in dan anderegroepen.OnderdeeerstegeneratiestudentenvanAntilliaanseherkomstzijnveelstudiemigranten.

Niet-westers allochtone studenten in het hoger onderwijs blijven achter instudierendementbijautochtonen.Zowel inhboalswostuderenzijmindersnelafenstromenvakerzonderdiplomahethogeronderwijsuit.Vrouwenvanniet-westersallochtoneherkomsthebbenweleenbeterstudierendementinhethogeronderwijsdanautochtonemannen,maarniet-westersallochtonemannendoenhetslechter.

Niet-westerse allochtonen kiezen vaker voor economisch/juridische richtingBinnen elk onderwijsniveau kiezen niet-westerse allochtonen vaker voor eenstudieineeneconomischeofjuridischerichting.Dezestudiesbiedenveelalmeeraanzienbijdeniet-westersegemeenschapenbiedendaarbijoverhetalgemeeneengoedperspectiefopdearbeidsmarkt.

Niet-westerse allochtonen direct na schoolverlaten veel minder vaak betaald werkSchoolverlaters van niet-westers allochtone herkomst met en zonderstartkwalificatie hebben direct na schoolverlaten veel minder vaak een betaaldebaan dan autochtonen. Het gemiddeld maandloon van een voltijdwerkendeautochtoneschoolverlatermetmbo-diplomaishogerdandatvaneenniet-westerseallochtoon. Voltijdwerkende schoolverlaters zonder startkwalificatie van niet-

Page 16: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 17

westerseherkomstengediplomeerdenuithethogeronderwijsvanniet-westerseherkomstverdienengemiddeldjuistmeerdanautochtonen.

Opleidingsniveau niet-westerse allochtonen stijgt door jongere generatiesHet opleidingsniveau van niet-westerse allochtonen is lager dan dat vanautochtonen. Bij de oudere generatie is het verschil erg groot. Doordat, vooralbij niet-westerse allochtonen, de jongere generatie hoger is opgeleid dan deoudere,wordthetverschilgeleidelijkaankleiner.Voorlopigzullenniet-westerseallochtonendeachterstandechternognietinhalen.Vooreenechteinhaalslagzullenniet-westers allochtone jongeren hun achterstanden in het onderwijs helemaalmoeten inlopen.Niet-westersallochtonemeisjeszijnhiervooralharderopwegdandejongens.

Arbeidsmarkt

Tweedegeneratieallochtonen weten een betere positie op de arbeidsmarkt teverwerven dan eerstegeneratieallochtonen. Dit is een belangrijke conclusie uithet hoofdstuk Arbeidsmarkt. Het hoofdstuk besteedt aandacht aan de gevolgenvan de conjunctuur op werkloosheid en ontwikkelingen in arbeidsparticipatie.Ookbehandelthethoofdstukwerknemersinkwetsbarearbeidsmarktpositiesenontwikkelingenopdearbeidsmarktvoorwerknemersdiehunbaanverlorennaeenfaillissement.

Dalende arbeidsparticipatie niet-westerse allochtonen als gevolg van crisisConjuncturele schommelingen hebben sinds 2001 geleid tot fluctuaties op dearbeidsmarkt.Ineconomischslechteretijdenverliezennaarverhoudingveelniet-westerseallochtonenalseerstehunbaan,terwijlhunwerkloosheidalhogerisdanonderautochtonen.Deelskomtditdoordatzijvakerdangemiddeldeenflexibelearbeidsrelatie hebben. Bij een economisch herstel profiteren de allochtonenbovendienvertraagd.Dewerkloosheidistussenheteerstekwartaalvan2008endatvan2010hetsterkstgestegenonderSurinamers.Zijzijndesondanksvanalleniet-westerse herkomstgroepen het minst vaak werkloos. De arbeidsparticipatie vanniet-westerseallochtonenisdoortoedoenvandemeestrecenteeconomischecrisisgedaald,vooralonderSurinamersenAntillianen.Dearbeidsparticipatiegraadvanniet-westerseallochtonenislagerdandievanautochtonen,ongeachtleeftijd.VooralTurkseenMarokkaansevrouwenbiedenzichweinigaanopdearbeidsmarkt.

Niet-westerse allochtonen hebben vaker flexibele arbeidsrelatiesIn de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw zijn veel gastarbeiders naarNederlandgehaaldvoorlaaggeschooldwerk.Devolgende(tweede)generatieisbeduidendmindervertegenwoordigdinlaaggeschooldebedrijfstakken,zoalsdeschoonmaakbranche.Tweedegeneratieallochtonenzijndoorgaansbeteropgeleiddan eerstegeneratieallochtonen, waardoor zij eerder in hoger gekwalificeerd

Page 17: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

18 CentraalBureauvoordeStatistiek

werkterechtkomen.Welwerkenzijnetalsdeeerstegeneratienogvaakviaeenuitzendbureau,waardoorhunpositieopdearbeidsmarktnogsteedskwetsbaaris.

Tweede generatie heeft vaker werk dan eerste generatieNiet-westers allochtone jongeren hebben minder vaak werk dan autochtonejongeren. Wel lijkt een grotere binding met de Nederlandse taal en cultuureen gunstige invloed te hebben op de kansen op de arbeidsmarkt. Zo hebbenSurinamersenAntillianenvakerwerkdanTurkenenMarokkanen.MaarookhetinNederlandgeborenzijnheefteenpositieveuitwerkingopdearbeidsparticipatie.Tweedegeneratieallochtonenvan25totenmet30jaarhebbenbijvoorbeeldvakerwerkdandievandeeerstegeneratie.HierbijgeldtdatdetweedegeneratieallochtonenmetéénNederlandseouderminderachterstandhebbenopdearbeidsmarkt tenopzichte van autochtonen dan de tweedegeneratieallochtonen van wie beideouders uit het buitenland afkomstig zijn. Wellicht krijgen zij meer mee van deNederlandsecultuurenisditgunstigvoorhunpositieopdearbeidsmarkt.Ookanderefactoren,zoalseenhogeropleidingsniveaueneenstabielegezinssituatie,zijnbevorderlijkvoordekansenopdearbeidsmarkt.

Ontslagen niet-westerse allochtonen blijven achter in arbeidsparticipatieNiet-westersallochtonewerknemerswordenvakermetbedrijfseconomischontslaggeconfronteerddanautochtonewerknemers.Bovendienheeftditontslaggrotereconsequentiesvoorhen.Zijvindenmindersneldanautochtoneneennieuwebaan.Enonderdegenendiewelweereenbaanhebbengevondennaontslag,gaanniet-westerseallochtonenerfinancieelminderopvooruitdanautochtonen.

Inkomen en uitkeringen

Integratieopsociaaleconomischvlakhangtvooreendeelsamenmetdeaardendehoogtevaninkomen.Hetisnogsteedszodatniet-westerseallochtoneneenstukmindertebestedenhebbendanautochtonen,mindervaakeconomischzelfstandigzijnenvakereenuitkeringontvangen.HethoofdstukInkomenenuitkeringengaatinopinkomensontwikkelingenuitkeringssituatievanniet-westerseallochtonen.

Niet-westerse allochtonen hebben laagste inkomenNiet-westerseallochtonenhebbeneenlagerinkomendanwesterseallochtonenenautochtonen.Welkendendegemiddeldeinkomensvanniet-westerseallochtonenenautochtonentussen2000en2008eenvergelijkbareontwikkeling.Metoplopendeleeftijd groeit het inkomen van Turken en Marokkanen het minst. Ruim een opdevijfniet-westerseallochtonenwoontineenhuishoudenwaareenuitkeringdevoornaamste inkomensbron is tegenover een op de twintig autochtonen. Niet-westerseallochtonenlevenvakerdanautochtonenonderdelage-inkomensgrens.Hetaandeellageinkomensonderniet-westerseallochtonenissinds2000welsterkgedaald,ietssterkeronderdetweedegeneratiedanonderdeeerstegeneratie.

Page 18: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 19

Surinaamse vrouwen van alle vrouwen het vaakst economisch zelfstandigBinnen alle herkomstgroepen zijn mannen vaker economisch zelfstandig danvrouwen. Onder Turken en Marokkanen is dit verschil het grootst, wat samen-hangt met de lagere arbeidsdeelname van Turkse en Marokkaanse vrouwen.Vanalle vrouwen zijn Surinaamse vrouwen het vaakst economisch zelfstandig.Deeconomischezelfstandigheidvanniet-westerseallochtonenisgevoeligervoordeconjunctuurdandievanautochtonen.

Eerstegeneratieallochtonenhebbeneenhogerinkomenenzijnvakereconomischzelfstandig dan tweedegeneratieallochtonen. Dit verschil is echter geheel teverklaren door de jonge leeftijd van de tweede generatie. Na correctie voor hetleeftijdsverschil doet de tweede generatie het qua inkomen en economischezelfstandigheid juist beter. In kans op armoede ontlopen de eerste en tweedegeneratieelkaarnietveel.

Niet-westerse allochtonen hebben relatief vaak een bijstandsuitkeringNaarverhoudingontvangenniet-westerseallochtonenvakereenwerkloosheids-,bijstands-,ofnieuwearbeidsongeschiktheidsuitkeringdanautochtonen.Alleendeal langer lopende arbeidsongeschiktheidsuitkeringen worden relatief vaker aanautochtonenuitgekeerd.Vooralhetaandeeloudereniet-westerseallochtonendateenuitkeringontvangtisgroot.Niet-westerse allochtonen doen veel vaker dan autochtonen een beroep op debijstand.In2009ontvingeenopdetienniet-westerseallochtoneneenbijstands-uitkering,ruimzeskeerzoveelalsbijdeautochtonen.Marokkanenenoverigniet-westerseallochtonenhaddenhethoogsteaandeeldatafhankelijkisvanbijstand.Deniet-westerseeerstegeneratieheeftveelvakereenbijstandsuitkeringdandejongereniet-westersetweedegeneratie.Onder niet-westerse allochtonen is er een grote dynamiek in het wel of nietontvangenvaneenwerkloosheidsuitkering.Ditheefttemakenmethetfeitdatdepositieopdearbeidsmarktbijniet-westerseallochtonenconjunctuurgevoeligerisdandievanautochtonen.

Kleinere toename in uitstroom vanuit bijstand naar arbeid onder niet-westerse jongerenDe conjunctuurgevoeligheid van niet-westerse allochtonen blijkt ook uit deinstroom in en uitstroom uit de bijstand tussen het in economisch opzichtongunstige2003engunstige2006.De instroomindebijstandvanniet-westerseallochtonenistussen2003en2006sterkergedaalddanonderautochtonen,maardeuitstroomuitbijstandnaararbeidwashogeronderautochtonen.Daarbijnamde uitstroom naar arbeid van vooral niet-westerse jongeren veel minder sterktoedanvanautochtone jongeren.Niet-westerse jongerenlekendusveelmindertekunnenprofiterenvandegunstigeeconomischeomstandighedenin2006danautochtonejongeren.

Page 19: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

20 CentraalBureauvoordeStatistiek

Sterke afname bijstand sinds 1999, vooral onder AntillianenHet aandeel niet-westerse allochtonen met een bijstandsuitkering is van 1999tot2009meteenderdegedaald.HetaandeelAntillianenmetbijstandis indezeperiodezelfsbijnagehalveerd.Ondankseconomischefluctuatieslijkterduswelsprakevaneenstructureleafnamevanhetaandeelbijstandsontvangersonderniet-westerseallochtonen.

Verkleuring van buurten

Niet-westerse allochtonen wonen niet evenredig verspreid over Nederland,maar ruimtelijk geconcentreerd. Het hoofdstuk Verkleuring van buurten gaat inopdespreidingvanherkomstgroepenoverbuurtenenwelkeroldemografischeachtergrondenhierbijspelen.Tevenskomtdeinvloedvanruimtelijkesegregatieopsociaaleconomischekenmerkenaanbod.

Veel niet-westerse allochtonen wonen in hooggeconcentreerde buurtenHet aandeel gemengde en hooggeconcentreerde buurten blijft wat betreft hetaandeelniet-westersallochtoneinwonerslangzaamtoenemen.Sterkeconcentratiesvaneenbepaaldeherkomstgroepineenbuurtkomennauwelijksvoor.Welwoont15procentvandeAntillianenenoverigniet-westerseallochtonenen25procentvandeTurken,MarokkanenenSurinamersineenhooggeconcentreerdebuurtmetmeerdan50procentniet-westersallochtoneinwoners.Ditsoortbuurtenheeftvaakeenmeervoudigeproblematiekvanarmoedeenachterstand.VeelvandezebuurtenliggenindeindertijddoorministerVogelaaraangewezen‘aandachtswijken’.

Verkleuring van buurten in de laatste jaren afgevlaktErzijndriebelangrijkedemografischeredenenvoordeverkleuringvanbuurtenin de afgelopen tien jaar. Dit zijn immigratie, geboortes en verhuispreferentiesvanautochtonendiewegtrekkenuithooggeconcentreerdebuurten(wittevlucht).Wittevluchtisdelaatstejarenechterwelafgenomenenookhetgeboorteoverschotvanniet-westerseallochtoneniskleinergeworden.Daarnaastisdeimmigratieinhetafgelopendecenniumdrastischingeperkt,waardoorderolvanimmigratieinde verkleuring van buurten tussen 2006 en 2007 op zijn hoogst nog bescheidenis.Deverkleuringvanbuurtenisdelaatste jarenomdezeredenendanookwatafgevlakt.

Niet-westerseallochtonenhebbengeenvoorkeurvoorwoneningeconcentreerdebuurten.Zijverhuizenzelfsvakerweguithooggeconcentreerdebuurtendandatzeernaartoeverhuizen.

Hooggeconcentreerde buurten hebben vaak een zwakke sociaaleconomische positieGemengdeenhooggeconcentreerdebuurtenhebbennogsteedsvaakeen lageresociaaleconomische positie dan laaggeconcentreerde buurten. Wel is hierin een

Page 20: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 21

ontwikkelingtezien:delaatstejarenhebbensteedsmeergemengdebuurteneenmidden- of hogere sociaaleconomische positie. Zowel in laaggeconcentreerde,gemengde als in hooggeconcentreerde buurten blijft er, net als op landelijkniveau,eenklooftussendeinkomstenvanautochtonenendievanniet-westerseallochtonen.

Gemengde buurten gunstig voor sociale stijging van autochtonenDeinkomstenontwikkelingvanniet-westerseallochtonenisgunstigeralszeineenlaaggeconcentreerdebuurtwonendanwanneerze ineenmeergeconcentreerdebuurtwonen.Bijautochtonenlijkteenmenginggunstig:voorhengaat juisthetwoneninmeergemengdebuurtensamenmeteenbetereinkomstenontwikkelingdanhetwonenineenlaaggeconcentreerdebuurt.

Geregistreerde criminaliteit

Het hoofdstuk Geregistreerde criminaliteit gaat in op het aandeel geregistreerdeverdachten van een misdrijf. Dit wordt ook uitgesplitst naar diverseachtergrondkenmerken. Ook besteedt het hoofdstuk aandacht aan de herkomstvan de Nederlandse gedetineerdenpopulatie. Tevens wordt nagegaan welkaandeelvande jongeren tussenhun twaalfdeen twintigsteverdachtwordtvaneen misdrijf, gevolgd door de ontwikkeling van het aandeel verdachten perherkomstgroepintienjaartijd.

Antillianen en Marokkanen relatief vaakst verdacht van misdrijfHet aandeel verdachten van een misdrijf lag in 2008 onder niet-westerseallochtonen vier maal zo hoog als onder autochtonen. Onder Antilliaanse enMarokkaanse mannen waren de meeste verdachten, vijf keer zoveel als onderautochtone mannen. Bij de vrouwen hadden Antilliaanse vrouwen het hoogsteverdachtenpercentage. Onder 12- tot 18-jarige jongeren kwamen Marokkaansejongensvanzoweldeeerstealsdetweedegeneratiehetmeestinaanrakingmetdepolitie.Van alle in 2008 aangehouden verdachten had iets minder dan de helft betaaldwerkenontvingbijnaeenvijfdeeenuitkering.VooralMarokkaanseenAntilliaanseverdachtenhaddenvaakgeenbetaaldwerk.Niet-westersallochtoneverdachtenhaddenookveelvakerdanautochtoneverdachteneenlaaginkomen.

Antillianen vaker en tot op latere leeftijd gedetineerdVan personen met een Antilliaanse herkomst was in vergelijking met andereherkomstgroepen in 2006 het grootste deel op enig moment strafrechtelijkgedetineerd.Vooralonderde25-tot45-jarigeAntilliaansemannenwasditaandeelhoog. In de leeftijd van 18 tot 25 jaar waren Marokkaanse mannen juist relatiefhetvaakst indeNederlandsegevangenissentevinden.Turkenzijnvandeniet-westerseallochtonenhetminstvaakgedetineerd.

Page 21: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

22 CentraalBureauvoordeStatistiek

Meer dan de helft Marokkaanse jongens in hun jeugd in aanraking met politieNiet-westerseallochtonenkomeninhunjeugdvakermetdepolitieinaanrakingdanautochtonen.VandeMarokkanendiein199912jaarwaren,wasruimeenopdedrieindeperiode1999–2007openigmomentverdachtevaneenmisdrijf.DitgeldtookvoorbijnaeenopdedrieAntilliaanseenSurinaamsejongereneneenopdevijfTurkenenoverigniet-westerseallochtonen.Vandeautochtoneleeftijdsgenotenkwamruimeenopdetienindieperiodemetdepolitieinaanraking.Hetverdachtwordenvaneenmisdrijfkomtveelvakervoorbij jongensdanbijmeisjes.DeMarokkaansetwaalfjarigejongensuit1999haddenvandejongenshethoogste aandeel verdachten tussen 1999 en 2007. Het aandeel verdachte Turksemeisjesisjuistlaagenverschiltnauwelijksvandatvanautochtonemeisjes.

Verschil in verdachtenpercentages tussen allochtonen en autochtonen afgenomenIndeperiode1999–2007namhetaandeelverdachtenintotaalmet40procenttoe.Hierbijwasdestijgingonderautochtonenprocentueelsterkerdanbijallochtonen.Hetverschiltussenautochtonenenallochtonenishiermeekleinergeworden,maarnogaltijdzijnniet-westerseallochtonenveelvakerverdachtedanautochtonen.

Sociale samenhang: participatie en vertrouwen

Debanddieniet-westerseallochtonenhebbenmetdeNederlandsesamenlevingdraagtbijaandematevanintegratie.HethoofdstukSocialesamenhang:participatieen vertrouwen gaat in op de mate van sociale contacten met familie, vriendenen buren en behandelt deelname aan onder meer vrijwilligerswerk en politiekeactiviteiten.VoortsbesteedthethoofdstukaandachtaansociaaleninstitutioneelvertrouwenendematewaarinallochtonenzichthuisvoeleninNederland.

Vriendengroep allochtonen vaak gemengdNiet-westerse allochtonen hebben ongeveer net zo veel sociale contacten alsautochtonen.Turkenhebbeneenvriendengroepdieinmeerderheidvandezelfdeherkomstis,terwijldatbijMarokkanenenzekerbijSurinamersenAntillianenniethet geval is.Als niet-westerse allochtonen autochtone buren hebben, dan heeftnegenvandetiendaarookweleenscontactmee.Niet-westerseallochtonenvoelenzichinhunbuurtonveiligerdanautochtonen.

Niet-westerse allochtonen verschillend betrokken bij samenlevingOpeenaantalaspectenvansocialesamenhangvertonenniet-westerseallochtonenminder betrokkenheid bij de Nederlandse samenleving dan autochtonen. Zijparticiperenminderinorganisaties,tonenminderinteresseindepolitiek,komenminder vaak opdagen bij verkiezingen en hebben minder vertrouwen in demedeburger vergeleken met autochtonen. Ze proberen echter ongeveer net zovaakdepolitiek tebeïnvloedenalsautochtonen.Hun institutionelevertrouwenverschiltooknagenoegniet.

Page 22: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 23

Turken participeren minder vaak en hebben minder sociaal vertrouwen danMarokkanen,dieweerlagerscorendanAntillianenenSurinamers.Turkentonendaarnaastminderbelangstellingvoorde(Nederlandse)politiekdanandereniet-westerseallochtonegroepenenbeschouwenzichhetminstvaakalsNederlander.

Tweede generatie beschouwt zich vaker als Nederlander dan de eerste generatieOpveelvandeonderzochteaspectenonderscheidtdetweedegeneratiezichvandeeerstegeneratie.Zijisbijvoorbeeldactieverinclubverbandenismeerbetrokkenbijdepolitiekdandeeerstegeneratie.OokvindenzijzichzelfvakerNederlanderdandeeerstegeneratie.

Jeugd: gezondheid en voorzieningengebruik

De gezins- en leefomstandigheden waarin jeugdige niet-westerse allochtonenopgroeienzijnvaakmindergunstigdandievanautochtonekinderen.HethoofdstukJeugd:gezondheidenvoorzieningengebruikgaatinopgezondheidsontwikkelingenenleefstijlvanniet-westersallochtone jeugd.Ookhetvoorzieningengebruikvandejeugdkomtaanbodindevormvanhetspeciaalonderwijs,Wajong-uitkeringenenhuisartsenbezoek.

Gezondheidsbeleving lager onder niet-westerse jongerenGezins-enleefomstandighedenwaarinjongeniet-westerseallochtonenopgroeienzijn vaak ongunstiger dan die van de autochtone jeugd. Deze negatieveomstandighedenkunnendeoorzaakzijnvanverschilleningezondheidsaspectentussenautochtoneenallochtonejeugdzoalseenietslageregezondheidsbelevingenmeerovergewichtonderdeallochtonejeugd.Ookkomentienerzwangerschappenonderhenvakervoor,netalspsychosocialeproblemenenleerachterstanden.

Meer dan een kwart van Turkse en Marokkaanse vmbo-leerlingen heeft lwoo-indicatieNiet-westerse allochtonen volgen vaker praktijkonderwijs en hebben vaker eenindicatievoorhetleerwegondersteunendonderwijs(lwoo).DitgeldtvooralvoorTurkseenMarokkaansejongeren.Datzijvakereenlwoo-indicatiehebben,hangtsamenmethet feitdatzij relatiefvaakdebasisberoepsgerichte leerwegvanhetvmbovolgen.Indezeleerweghebbenveelleerlingeneenlwoo-indicatie.Positiefisdathetaandeelvmbo-leerlingenmeteenlwoo-indicatiedatwerktnadatzehetonderwijshebbenverlaten,ongeveerevengrootisalsbijdevmbo-leerlingendiegeenlwoo-indicatiehadden.Antilliaansejongerenhebbennahetvmbozelfsvakereen baan met dan zonder lwoo-indicatie. Het hebben van een lwoo-indicatie ofhetvolgenvanpraktijkonderwijslijktsamentehangenmetdegezinssituatie.Hetkomtbeidevakervoorbijleerlingenuiteenoudergezinnendanbijleerlingenuittwee-oudergezinnen.Bovendienisdefinanciëlesituatiethuisgemiddeldmindergunstigbijleerlingenmeteenlwoo-indicatiedanbijvmbo-leerlingenzonderlwoo-indicatieennogmindergunstigbijleerlingeninhetpraktijkonderwijs.

Page 23: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

24 CentraalBureauvoordeStatistiek

Antilliaanse jongeren hebben het vaakst een Wajong-uitkeringEen groot deel van de leerlingen die het praktijkonderwijs verlaten, ontvangeneenWajong-uitkering.Ditkomtbijautochtoneleerlingentweekeerzovaakvoorals bij niet-westerse leerlingen. Ongeacht de opleiding hebben niet-westerseallochtone jongeren juist vaker een Wajong-uitkering dan autochtone jongeren,vooral de tweede generatie. Dit komt overeen met het vaker voorkomen vanpsychischeproblemenenaangeborenhandicapsonderniet-westerseallochtonen.VooralonderSurinaamseenAntilliaansejongerenishetaandeelmeteenWajong-uitkeringhoog.Ongeveereenkwartvande jongerenmeteenWajong-uitkeringheeft ook een baan. Dit aandeel is onder autochtone jongeren hoger dan onderniet-westersallochtonejongeren.MarokkaansejongerenmeteenWajong-uitkeringhaddenrelatiefhetminstvaakeenbaannaastdezeuitkering.

Turkse jongeren meest naar de huisartsOndanksdatniet-westerse jongerenminder tevredenzijnoverhungezondheiddan autochtone jongeren, gaan alleen Turkse jongeren vaker naar de huisartsdan autochtone jongeren. Sommige klachten waarvoor jongeren contactopnemenmetdehuisarts lijkensamentehangenmetgedragsverschillentussenherkomstgroepen. Zo hebben Marokkaanse jongeren minder seksuele ervaringdan autochtone jongeren en gaan ze ook minder dan autochtone jongeren voorzwangerschap,bevallingofanticonceptienaardehuisarts.Autochtone jongerenbewegen en sporten meer dan niet-westerse jongeren en zijn wellicht daardoorvakervoorproblemenmethetbewegingsapparaatbijdehuisartstevinden.

Nieuwe immigrantengroepen

Naastdevierklassiekeherkomstgroepenzijnerherkomstgroependiedelaatstejaren ook in beeld zijn gekomen. Het hoofdstuk Nieuwe immigrantengroepenbehandelt een viertal herkomstgroepen die voornamelijk als vluchteling naarNederland zijn gekomen (Iran, Irak, Somalië en Afghanistan) en een drietalherkomstgroepen uit nieuwe Oost-Europese EU-lidstaten (Polen, Roemenië enBulgarije). De demografische situatie van deze groepen komt kort aan bod. Deaandachtgaatvooraluitnaardearbeidsmarktsituatieendecriminaliteit.Voordevluchtelingengroepenkomtdaardedeelnameaanhetonderwijsbij.

Somaliërs verlaten Nederland het vaakstDe grootste instroom van de vier vluchtelingengroepen vond plaats in de jarennegentig en is sindsdien sterk afgenomen, hoewel in de afgelopen jaren deimmigratievanuit IrakenSomaliëweer is toegenomen.Voorveelvluchtelingenishetverblijf inNederlandvan tijdelijkeaard, inafwachtingvanverbeteringeninhetlandwaaruitzijzijngevlucht.MomenteelwonendemeestegeïmmigreerdevluchtelingenuitAfghanistanenIrannoginNederland.Somalischeimmigranten

Page 24: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 25

hebbenNederlandvaakweerverlatenenzijnvooreenbelangrijkdeelnaarhetVerenigdKoninkrijkgemigreerd.

Gunstige onderwijspositie van Iraniërs en AfghanenAfghaanseenIraansekinderendoenhetinhetderdeleerjaarvanhetvoortgezetonderwijsbijnanetzogoedalsautochtonekinderen.Irakeseleerlingenzittenwatvakeropdelaagsteniveausvanhetvmbo.Somalischeleerlingenzijnvandeviervluchtelingengroepenhetminstvertegenwoordigdophavoenvwoenhetmeestop het laagste niveau van het vmbo. Naast meer deelname aan havo en vwo,studerenerookmeerAfghanenenIraniërsinhethogeronderwijsdanSomaliërsenIrakezen.Afghaansejongerenzijnvandevierherkomstgroepenhetminstvaakvoortijdig schoolverlater. Ze verlaten wel iets vaker dan autochtone jongerenvoortijdighetonderwijs.

Arbeidsdeelname Somaliërs blijft achterOp de arbeidsmarkt hebben de vluchtelingengroepen nog een achterstand opde andere niet-westerse allochtonen, hoewel ze in de afgelopen jaren een groteinhaalslaggemaakthebben.DaarbijlijkthetsociaaleconomischeintegratieprocesvanIraniërs,diegemiddeldalhet langst inNederlandzijn,hetmeestsuccesvolverlopen te zijn. Zij zijn van de vier groepen het vaakst werknemer en hebbeneenbijzonderhoogaandeeldatalszelfstandigewerkzaamis.HetintegratieproceslijktooktamelijkgoedgevorderdtezijnvoorAfghaneneninietsminderematevoorIrakezen.DearbeidsparticipatievanSomaliërsishetmeestproblematischendatgeldtookvoordeontwikkelingdaarvanindeafgelopenjaren.EenmogelijkeoorzaakisdateenrelatiefgrootdeelvandeSomaliërsnogmaarkortinNederlandis.

Sterke stijging aandeel Afghaanse en Irakese verdachte mannenHetaandeelAfghaanseenIrakeseverdachtemannenistussen1999en2007meerdanverdubbeld;dit iseenveelsterkerestijgingdanonderautochtonenenniet-westerseallochtoneninhetalgemeen.DoordezetoenameishetaandeelAfghaanseenIrakeseverdachtemannenin2007opongeveergelijkniveaugekomenmetdatvan Iraniërs.Ditaandeel iswel lagerdandatvande totalegroepniet-westerseallochtonen.DeSomalischebevolkingsgroepoverstijgtdaarentegendatniveauinallejaren.VooralhethogeaandeelverdachtenonderSomaliërslijkteensignaalvanproblematischfunctionerenendaaromredentotzorg.

Polen zijn het vaakst werkzaamSinds de toetreding van Polen tot de EU in 2004 vestigden zich steeds meerPoleninNederlanddiealswerknemerofzelfstandigegingendeelnemenaandearbeidsmarkt.ZijzijnvakerwerkzaamdanRoemenenenBulgaren.Ondanksdetoetreding van Roemenië en Bulgarije tot de EU in 2007 waren er in 2009 voor

Page 25: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

26 CentraalBureauvoordeStatistiek

RoemenenenBulgarennogbeperktemogelijkhedenomalswerknemeraandeslagtegaan.AndersdanPolen,warenzijnogverplichteentewerkstellingsvergunningaan tevragen.Voorhetuitvoerenvanwerkalszelfstandigezijnergeenbelem-meringen. Inmiddels vestigen zich steeds meer Bulgaren in Nederland, watgepaardgaatmeteenforsestijgingvanhetaandeelzelfstandigenonderBulgaren.In 2008 waren zij zelfs vaker zelfstandige dan Polen. Het aandeel werknemersonder Bulgaren is vanwege de beperkingen op de arbeidsmarkt vooralsnoggedaald.OnderRoemenenishetaandeelwerknemersookgedaald,maarmindersterk.TeverwachtenisdatmeerBulgarenenRoemenenaanhetwerkgaan,zodrazijnietmeerverplichtzijnomeentewerkstellingsvergunningaantevragen.

Migratiedynamiek onder recente Oost-Europese immigranten groterVandeingezetenenuitdedrieOost-Europesegroependiein1999alinNederlandwoondenzijndemeestengebleven.Eenbelangrijke reden isdateengrootdeelvan deze Europeanen niet voor werk naar Nederland was gekomen maar voorrelatievorming.Dearbeidsdeelnameonderhenwas in1999vrij laag,maarachtjaar later een stuk hoger. De latere migranten uit Oost-Europa, die vooral voorwerknaarNederlandkomen,migrerenveelvakerterug.OnderOost-Europeanendiezich inNederlandgevestigdhebben ishetaandeelverdachtenvanmisdrijvennieterggroot.DaarnaastregistreertdepolitieongeveerevenveelOost-EuropeseverdachtendienietinNederlandwonen.

Page 26: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 27

1. Het Jaarraport Integratie 2010

De integratie van niet-westerse allochtonen in Nederland is een onderwerp datsteeds terugkeert in het maatschappelijke debat en het overheidsbeleid. Daarbijkomttelkensdevraagnaarvorenofhetnugoedgaatmetde integratieofniet.Begin dit jaar nog kwam een boek uit met de veelzeggende titel Hoezo mislukt?(Verhagen,2010).Demaatschappelijkediscussiezalnogwelevenduren.Maarbijdezediscussiezijndefeitenoverdeintegratiebelangrijk,watookineerdergenoemdboekalsuitgangspuntgeformuleerdis.Ookdeontwikkelingenevaluatievanbeleidkunnennietzondereenbeschrijvingvandestandvanzaken.DitJaarrapportzetdaaromeenaantalonmisbarestatistischefeitenenontwikkelingenmetbetrekkingtotintegratieopeenrij.

Doelstelling Jaarrapport

Integratiegaatoverhetverwervenvaneenvolwaardigepositieindemaatschappij.Juistvoorpersonendiehunwortelsineenandersingerichtesamenlevinghebbenmeteenandere cultureleachtergrond isditprocesvanbelang.DeministervanWonen,WijkenenIntegratieverwoorddeinzijnintegratiebriefvan2009dathetbijintegratiegaatommeedoenensamenleven,hetnemenvaneigenverantwoordelijk-heidénomsolidariteit(VanderLaan,2009).HetdoelvanditJaarrapportisomdeontwikkelingenopverschillendeaspectendiesamenhangenmethetprocesvanintegratieinbeeldtebrengenvoordiverseallochtonebevolkingsgroepen.Binnenverschillendethema’swordtdesituatievanniet-westerse allochtonen in veel gevallen vergeleken met die van autochtonen,die verreweg de grootste bevolkingsgroep van Nederland vormen. Integratieimpliceert dat de situaties van deze twee groepen naar elkaar toe groeien. Ookworden allochtone bevolkingsgroepen onderling vergeleken. Integratie is eenveelomvattendprocesenkost tijd.Ontwikkelingenmoetendanoverde tijden,misschienwelbelangrijker,overgeneratiesheenbezienworden.Dehoofdstukkenhoudenhierzoveelmogelijkrekeningmee.

Bevolkingsgroepen

Integratie isvan toepassingoppersonendiehun leven inNederlandbegonnenvanuit een andere culturele achtergrond en vaak vanuit een minder gunstigesociaaleconomische positie. Dit geldt veel sterker voor niet-westerse dan voorwesterse allochtonen. Het integratiebeleid heeft zich daarom vooral op niet-westersebevolkingsgroepengericht.Inditrapportstaandanookdeviergrootsteniet-westerse herkomstgroepen centraal: Turken, Marokkanen, Surinamers en

Page 27: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

28 CentraalBureauvoordeStatistiek

Antillianen/Arubanen1).DeachtergrondvanTurkenenMarokkaneninNederlandheeftvoorhetgrootstedeelzijnoorsprongindegastarbeidvandejarenzestigenzeventigvandevorigeeeuw.SurinamersenAntillianenzijnmeermetNederlandverbonden door de verwantschap van hun herkomstland met Nederland.Surinamebehoordetot1975tothetKoninkrijkderNederlandenenArubaendeafzonderlijkeeilandenbinnende(voormalige)NederlandseAntillen2)behorendatnogsteeds.

Niet-westerseallochtonendieniettotdeviergrootsteniet-westerseherkomstgroepenbehoren, vormen de overige niet-westerse herkomstgroepen. Daarbinnen nemenvluchtelingen en hun kinderen een belangrijke plaats in. Het laatste hoofdstukbesteedt daarom apart aandacht aan een aantal aspecten van integratie van deviergrootsteniet-westerseherkomstgroependiemerendeelsuitpersonenmeteenvluchtelingenachtergrondbestaan:Afghanen,Irakezen,IraniërsenSomaliërs.De samenstelling van de groep westerse allochtonen is de laatste jaren aan hetwijzigendoordekomstvanrelatiefveelOost-EuropeanennaarNederland.Hetlaatstehoofdstukvanditrapportgaatdaaromookinopdesituatievandedriegrootste Oost-Europese herkomstgroepen in Nederland: Polen, Roemenen enBulgaren.

Thema’s

DitJaarrapportbeschrijftenkeleaspectenvanintegratieaandehandvaneenaantalthema’s.OmdesituatievanbevolkingsgroepeninNederlandgoedintekunnenschatten,isallereerstkennisvanhundemografischeachtergrondbelangrijk.Hoegrootzijndeverschillendeherkomstgroepen?Watisdegemiddeldeleeftijd?Hoegrootzijndeverschillendegeneraties?Wat isdeontwikkelingvande immi-enemigratie? Waar wonen niet-westerse allochtonen? Deze onderwerpen komenaanbodinhethoofdstukDemografie.Maarookkomteenaantalindicatorenvoorintegratieindithoofdstuknaarvoren.Hetgaatdanbijvoorbeeldomrelatievormingenvruchtbaarheid.Indithoofdstukisnietalleenaandachtvoordedemografischeachtergrondenvandegroteniet-westersebevolkingsgroepen,maarookvoordievan vier vluchtelingengroepen en drie Oost-Europese groepen waar het laatstehoofdstukverderopingaat.

1) HetgaatompersonenmetdeNederlandseAntillenofArubaalsherkomstland.IndetekstwordenzijterwillevandeleesbaarheidaangeduidalsAntillianen.Instatenengrafiekenwordtsteedsdevolledigenaamvandezeherkomstgroepgebruikt(Antillianen/Arubanen).

2) Op10oktober2010isdeNederlandseAntillenalslandopgeheven.CuraçaoenSintMaartenwerdenzelfstandige landenbinnenhetKoninkrijkderNederlanden.Bonaire,Sint-EustatiusenSabawerdenbijzondereNederlandsegemeenten.

Page 28: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 29

Eengoedeopleidingvergrootdekansopeengoedesociaaleconomischepositiein Nederland wat algemeen als belangrijke voorwaarde voor integratie gezienwordt.HethoofdstukOnderwijsbrengtdesituatievanniet-westerseallochtonenvanbasisonderwijstotuniversiteitinbeeld.Deuiteindelijkearbeidsmarktpositie,hetinkomenendeuitkeringsafhankelijkheidzijnbelangrijkesociaaleconomischeindicatorenvanintegratie.Deontwikkelingenopdearbeidsmarktkomeninhethoofdstuk Arbeidsmarkt uitgebreid aan bod. Inkomensontwikkeling, kans oparmoedeendeuitkeringssituatiezijnonderwerpenvanhethoofdstukInkomenenuitkeringen.

Integratie lijkt makkelijker wanneer bevolkingsgroepen met elkaar in contactkomen.BuurteninNederlandvariërenechteraanzienlijkindekansenoponderlingecontacten,vanwegeverschilleninhetaandeelautochtoneenallochtoneinwoners.InhethoofdstukVerkleuringvanbuurtenkomtdespreidingvanherkomstgroepenoverbuurtentersprakeenwordtingegaanopfactorendievaninvloedzijnopdezespreiding.

Crimineelgedraglijktnietsamentegaanmeteengoedeintegratieindezindatnormenenwaardenvandemaatschappij (nog)nietgerespecteerdworden.Hethoofdstuk Geregistreerde criminaliteit beschrijft de vertegenwoordiging van niet-westerse allochtonen onder verdachten van misdrijven en de gedetineerden-populatie in Nederland. Het schenkt speciale aandacht aan crimineel gedragtijdensdetienerjaren.

Integratieresulteertineensamenlevingwaarinbevolkingsgroepenniettegenoverelkaarofafzijdigstaanmaarsamenleven.Dituitzichbijvoorbeeldinonderlingecontactenenvertrouwen,deelnameaanvrijwilligerswerkenhetzichthuisvoeleninNederland.DitkomtaanbodinhethoofdstukSocialesamenhang:participatieenvertrouwen.

De jeugd is belangrijk voor de toekomst. Gezondheidsproblemen kunnenmaatschappelijkeparticipatieechterbemoeilijken.DaarombesteedthethoofdstukJeugd:gezondheidenvoorzieningengebruikaandachtaandegezondheidsontwikkelingenhetgedragvanjongerenuitverschillendeherkomstgroepen.Ookhuncontactenmetdehuisarts,ondersteuningopdemiddelbareschoolenhethebbenvaneenuitkeringvoorjonggehandicaptenkomendaarbijaandeorde.

In het afsluitende hoofdstuk Nieuwe Immigrantengroepen komen enkele sociaal-economischeencriminaliteitsaspectenvanintegratieterug,maardanvoorvierniet-westerseherkomstgroepenmetveelpersonenmeteenvluchtelingenachtergrondendrieOost-Europeseherkomstgroepen inNederland.Dezegroepenzijn indeafgelopenjarensterkinomvangtoegenomenenzoudendaarombelangrijkkunnenzijnvoorhetintegratiebeleid.

Page 29: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

30 CentraalBureauvoordeStatistiek

DitJaarrapportcontinueertzoveelmogelijkdetrendsdieookalinvoorgaandeeditiesvanhetJaarrapportIntegratieaanbodzijngekomenomzohetintegratieprocestevolgen.Somsisechtervooreenandereinvalshoekofeenanderonderwerpgekozen.Enerzijds doordat er nieuwe informatie beschikbaar is, bijvoorbeeld uit recenteenquêteonderzoekendiegebruiktzijn inhethoofdstukoversocialesamenhang.Anderzijdsdoordatjuistgeennieuweinformatiebeschikbaarisgekomen.ZowaserteweinignieuweinformatieovertaalvaardigheideninburgeringinaanvullingophetJaarrapportIntegratie2009(ziehiervoorDagevosenGijsberts,2009).Verderis de positie van allochtone meisjes en vrouwen niet apart beschreven, maarkomthetwelbijverschillende thema’s tersprake.Dekortnadezepublicatie teverschijnenCBS-publicateEmancipatiemonitor2010besteedtookaandachtaandepositievanallochtonevrouwenindeverschillendehoofdstukken.

Terminologie

Het CBS hanteert bij de statistische beschrijving van bevolkingsgroepen inNederland exact omschreven definities met bijbehorende terminologie. In dezebeschrijvingstaathetgeboortelandvandeouderscentraal.Vanautochtonenzijnbeide ouders in Nederland geboren, terwijl allochtonen ten minste een ouderhebbendienietinNederlandisgeboren.Alsallochtonenzelfookinhetbuitenlandzijngeborenzijnzijvandeeerstegeneratie;alszijzelfinNederlandzijngeborenzijnzijvolgensdedefinitievandetweedegeneratie.Allochtonenbehorenverdertot een specifieke herkomstgroepering. Dit is voor eerstegeneratieallochtonengebaseerdophetlandwaarzijzelfgeborenzijn.Voortweedegeneratieallochtonenisdithetlandwaardemoedergeborenis,ofhetlandwaardevadergeborenisals de moeder in Nederland is geboren. Binnen de groep allochtonen is verderonderscheidaangebrachttussenwesterseenniet-westerseallochtonen.Delandenin Europa, Noord-Amerika en Oceanië bepalen de herkomstgroepering vanwesterseallochtonen.Niet-westerseallochtonenhebbenalsherkomstgroeperingeen van de landen inAfrika, Latijns-Amerika enAzië. Turkije wordt hierbij totde niet-westerse herkomstgroeperingen gerekend. Op grond van hun sociaal-economische en sociaal-culturele positie worden allochtonen uit Indonesië enJapanjuisttotdewesterseallochtonengerekend.HetgaatvooralommensendieinhetvoormaligNederlands-Indiëzijngeboren,respectievelijkwerknemersvanJapanse bedrijven met hun gezin. Dit Jaarrapport beschrijft bevolkingsgroepennaarhunherkomstennietnaarhunnationaliteit,tenzijexplicietaangegeven.

Deze terminologie ondervindt regelmatig kritiek, ondermeer vanwege eenmogelijkeassociatiemetuitsluitingenafwijzing.DaaromheeftdeMinistervoorWonen, Wijken en Integratie het in zijn Integratiebrief van eind vorig jaar overnieuweNederlandersinplaatsvanallochtonen(VanderLaan,2009).Bovendienhanteerde het Sociaal en Cultureel Planbureau in de vorige editie van het

Page 30: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 31

JaarrapportIntegratiedeterm‘niet-westersemigrantenenhunnakomelingen’inplaatsvandeterm‘niet-westerseallochtonen’(DagevosenGijsberts,2009).HetCBShoudtvooralsnogechtervastaandehierbovenbeschrevendefinitiesenterminologie inhaarstatistieken.Metnadrukwordthierbijopgemerktdatdezebegrippen puur statistisch bedoeld zijn om verschillende bevolkingsgroepeneenduidig van elkaar te kunnen onderscheiden. Begrippen als migranten enNederlandershebbennamelijkaleeneigennauwkeurigomschrevendefinitie indeCBS-statistiekenenhetzoutotgroteverwarringleidenwanneerhetCBSdezebegrippenookmeteenanderebetekenisgaatgebruiken.

Bijlage en Engelse samenvatting (internet)

BijhetJaarrapportIntegratie2010hoortookeenBijlage.DezeBijlageisbeschikbaarop de website van het CBS. In de Bijlage staan voor diverse hoofdstukkenaanvullendegrafiekenentabellen.EenoverzichthiervanisachterelkhoofdstukinditJaarrapporttevinden.OokgeeftdeBijlagevoorverschillendehoofdstukkeneenaanvullendetechnischetoelichtingopdecijfers inhethoofdstuk.Daarnaastgeeft de Bijlage een korte beschrijving van de afzonderlijke gegevensbronnenwaaropdecijfersinditJaarrapportgebaseerdzijn.OpdewebsitevanhetCBSstaatookeenEngelstaligeversievandesamenvattingvan deze publicatie aangevuld met enkele grafieken en tabellen. Een papierenversiehiervanisopaanvraagbeschikbaar.HetJaarrapportIntegratiewordtsamengesteldopverzoekvandedirectieKennisen Verkenningen (K&V) ressorterend onder de verantwoordelijkheid van deministervanWonen,WijkenenIntegratie(WWI).Hetene jaarverzorgthetSCPde publicatie en het andere jaar het CBS.Aan deze editie, die door het CBS issamengesteld, hebben echter ook auteurs van het SCP een bijdrage geleverd(hoofdstuk 9). Achterin dit rapport staan alle auteurs van de verschillendehoofdstukkenvermeld.

Literatuur

Dagevos, J. en M. Gijsberts (red.) (2009). Jaarrapport Integratie 2009. Den Haag:SociaalenCultureelPlanbureau.

Laan,E.E.vander(2009,17november).Integratiebrief;vandeministervoorWonen,WijkenenIntegratieaandeVoorzittervandeTweedeKamer.DenHaag:MinisterievanVROM/WWI.

Verhagen,F.(2010).Hoezomislukt?DenuchterefeitenoverdeintegratieinNederland.Amsterdam:NieuwAmsterdam.

Page 31: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 33

2. DemografieVooreengoedbeeldvandeintegratieindeNederlandsesamenlevingishetessentieelom te weten hoe de samenstelling van de bevolking is, en wat de belangrijkstedemografischeontwikkelingenzijn.DithoofdstukbeschrijftdehuidigeomvangenleeftijdssamenstellingvandeherkomstgroependieinditJaarrapportcentraalstaan.Verderkomendeontwikkelingen inde immi-enemigratieaanbod,metspecialeaandachtvoorkenmerkenvanniet-westerseemigranten.Daarnabeschrijftdithoofdstukdekenmerkenvanallochtonehuishoudens,metdaarbij aandachtvoorrelatievormingenmoederschap.Tenslottekomtaandeordewaardemeesteniet-westerseallochtonenwonen.

Staat 2.1 Bevolking en bevolkingsgroei, 1 januari 2010

Aantal Aandeelin Toenamesinds Aandeel Gemiddelde personen bevolking 1januari2000 tweede leeftijd generatie

x1000 per1000 x1000 % jaren inwoners

Totaal 16575 1000,0 711 4 10,0 39,6

Autochtonen 13215 797,3 127 1 40,9

Westerseallochtonen 1501 90,6 135 10 57,1 41,5waarvan

Polen 77 4,7 48 164 25,5 31,4Roemenen 14 0,9 9 162 23,8 29,3Bulgaren 15 0,9 13 593 11,3 28,7overigwesters 1395 84,2 65 5 59,7 42,4

Niet-westerseallochtonen 1858 112,1 450 32 43,2 29,3waarvan

Turken 384 23,2 75 24 48,9 29,1Marokkanen 349 21,1 87 33 52,1 27,1Surinamers 342 20,7 40 13 45,9 33,7Antillianen/Arubanen 138 8,4 31 29 41,4 29,4Afghanen 32 1,9 9 38 20,4 27,1Irakezen 52 3,1 19 56 21,5 28,4Iraniërs 39 2,3 17 80 19,7 33,0Somaliërs 27 1,6 -2 -6 26,7 23,7overigniet-westers 495 29,9 174 54 37,7 27,7

Bron:Bevolkingsstatistieken.

2.1 Bevolkingssamenstelling

Op1januari2010teldeNederland16,6miljoeninwoners.Eénopdevijfinwonersbehoorttotdeallochtonebevolking.DehelftvanhenisinNederlandgeborenenbehoortdaarmeetotdetweedegeneratie.Hetaandeelniet-westerseallochtonenin

Page 32: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

34 CentraalBureauvoordeStatistiek

debevolkingisdeafgelopentienjaarlangzaamtoegenomenvan9naar11procent.Hetaandeelwesterseallochtonenis9procentgebleven.TurkenvormendegrootsteallochtoneherkomstgroepinNederland,gevolgddoorIndonesiërsenDuitsers.

Aantal Oost-Europeanen toegenomenDe helft van de anderhalf miljoen westerse allochtonen die begin 2010 inNederland woonden, is van Indonesische of Duitse herkomst. Zij zijn vaak allanginNederlandenhungemiddeldeleeftijdisrelatiefhoogmet46,5jaarvoorIndonesiërsen50,5jaarvoorDuitsers.EenanderdeelvandewesterseallochtonenisveelkorterinNederland,veelalvandeeerstegeneratieenrelatiefjong.HiervaniseentoenemendaandeelafkomstiguitOost-Europa.DitheefttemakenmetdeuitbreidingvandeEuropeseUniemetPolenin2004enmetRoemeniëenBulgarijein2007.Allochtonenuitdezelandenmakennusamen7procentuitvanhetaantalwesterseallochtonen.Tienjaargeledenwasdatnog3procent.HetaantalPolenismet77duizendveruitdegrootstegroepvanOost-Europeseherkomst.

Niet-westerse allochtonen vormen jonge groepTwee derde van de 1,9 miljoen niet-westerse allochtonen behoort tot een vande vier ‘klassieke’ herkomstgroepen die zich voornamelijk sinds de jaren zestiginNederlandgevestigdhebben.Degrootstegroep isvanTurkseherkomst,met384 duizend personen. Daarna volgen Marokko met 349 duizend en Surinamemet 342 duizend. Een kleiner aantal van 138 duizend is afkomstig van deNederlandseAntillenofAruba.BijnadehelftvandeTurkenenietsmeerdandehelftvandeMarokkaneninNederlandisvandetweedegeneratie.OmdatdezeinNederlandgeborengeneratienogjongis,isdegemiddeldeleeftijdvandetweeherkomstgroepenmet29jaar(Turken)en27jaar(Marokkanen)relatieflaag.OokdeSurinamersenAntillianeninNederlandzijnrelatiefjong.RuimvieropdetienvanhenisinNederlandgeboren.Niet-westerseallochtonenmeteenAfghaanse,Irakese,IraanseofSomalischeherkomstzijnveelkorterinNederlandenvoorhetgrootstedeelgeboreninhetlandvanherkomst.Hungemiddeldeleeftijdvarieertvanbijna24jaarvoorSomaliërstot33jaarvoorIraniërs.

Leeftijdsopbouw verschilt sterk tussen herkomstgroepenVan de autochtone Nederlanders is 66 procent tussen de 15 en 64 jaar oud,17procent is jongerdan15eneenzelfdeaandeel isouderdan65.Hetgrootstedeel van de westerse allochtonen heeft een vergelijkbare leeftijdsopbouw. BijdeOost-Europeanen,dievooralvoorwerknaarNederlandzijngekomen, isdeleeftijdsverdelingheelanders.Zois8opde10vanhentussende15en64jaarenzijnernauwelijks65-plussers.Ookbijdeniet-westerseallochtonenishetaandeel65-plussersnogklein.VandeSurinamersis6procent65jaarofouderenvandeMarokkanenisdat5procent.Indemeesteniet-westerseherkomstgroepeniseenkwarttoteenderdevandebevolkingjongerdan15jaar.Ditisdanvoornamelijkdetweedegeneratie.

Page 33: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 35

In jongere leeftijdsgroepen is bijna een kwart allochtoonVande25-tot45-jarigenis14procentvanniet-westerseherkomst,en10procentvanwesterseherkomst.Indejongereleeftijdsgroepenis16procentvanniet-westerseherkomst, en zijn westerse allochtonen veel minder vaak vertegenwoordigd. Intotaal is bijna een kwart van de bevolking tot 45 jaar van allochtone herkomst,en dus vooral van niet-westerse herkomst. Van alle 65-plussers in Nederlanddaarentegenis12procentallochtoon,vooralvanwesterseherkomst.DegrootstegroepenwesterseallochtonenzijnallangeretijdinNederland.

Klassieke herkomstgroepen groeien vooral door tweede generatieIn2009namdetweedegeneratievandevierklassiekeherkomstgroepen(Turken,Marokkanen, Surinamers en Antillianen) met 17 duizend personen toe. Dat isongeveerevenveelalsdejarenervoor.Detoenamevandetweedegeneratieiswelveelgroterdanvandeeerstegeneratievandevierklassiekeherkomstgroepen.Deze eerste generatie, die enkele jaren geleden licht in omvang daalde, groeidein2009met3duizend.

HetaantalallochtonenuitIrak,Iran,AfghanistanenSomaliëisin2009metruim10duizendpersonentoegenomen.Voorhetgrootstedeelwasdatimmigratievaneerstegeneratieallochtonen. Dat geldt ook voor de Oost-Europeanen, waar deeerstegeneratiemet10duizendgroeide.Ditisoverigenswelminderdanin2008,

2.1 Aandeel allochtonen per leeftijdsgroep, 1 januari 2010

Bron: Bevolkingsstatistieken.

30

25

20

15

10

5

00–14 15–24 25–44 45–64 65+

Westers, tweede generatie Westers, eerste generatie

Niet-westers, tweede generatie Niet-westers, eerste generatie

%

Page 34: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

36 CentraalBureauvoordeStatistiek

toener14duizendPolen,RoemenenenBulgarenbijkwamen.Hoofdstuk10gaatverderinoponderwijs-,arbeidsmarkt-encriminaliteitsgegevensvandezenieuweimmigrantengroepenuitasiellandenenuitOost-Europa.

Staat 2.2 Niet-westerse derde generatie, 1 januari

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/ Overig Totaal Arubanen niet-westers

x1000

2000 1,3 0,7 11,1 4,5 6,9 24,52001 1,7 0,9 12,4 5,1 7,3 27,32002 2,0 1,1 13,8 5,7 7,8 30,42003 2,5 1,4 15,2 6,3 8,2 33,62004 3,0 1,7 16,8 7,0 8,8 37,22005 3,5 2,1 18,4 7,7 9,3 41,12006 4,2 2,6 20,1 8,5 10,0 45,42007 5,0 3,1 22,2 9,3 10,6 50,32008 5,9 3,9 24,3 10,2 11,4 55,72009 7,0 4,7 26,8 11,2 12,3 62,0

Bron:Bevolkingsstatistieken.

2.2 Bevolkingsgroei naar generatie

Bron: Bevolkingsstatistieken.

25

20

15

10

5

0

–51e generatie 2e generatie 1e generatie 2e generatie 1e generatie 2e generatie

Turken, Marokkanen, Surinamers,Antillianen/Arubanen

Afghanen, Irakezen, Iraniërs,Somaliërs

Polen, Roemenen, Bulgaren

x 1 000

2002 2003 2004 2005

2006 2007 2008 2009

Page 35: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 37

Derde generatie is erg jong en neemt langzaam toeOp1januari2009behoordenruim60duizendpersonentotdezogenoemdeniet-westerse derde generatie. Dit zijn kinderen van wie beide ouders in Nederlandzijngeborenen tenminsteééngrootouder ineenniet-westers land.Dezegroepwordt formeel tot de autochtonen gerekend, maar ook wel aangeduid als dederde generatie. Hun ouders zijn beiden tweedegeneratieallochtoon, of éénouderisautochtoonendeanderisallochtoonvandetweedegeneratie.Ongeveer40procentvanhenisvanSurinaamseherkomst.Tussen2000en2009isdederdegeneratieintotaalmetbijna40duizendtoegenomen.Hetgaathierdusnogsteedsomeenzeerkleinebevolkingsgroep,diebovendienergjongis:achtopdetienisjongerdan15jaar.

Bijna 1,2 miljoen Nederlanders met meervoudige nationaliteitErwarenop1 januari2010bijna1,2miljoenmensen inNederlanddienaastdeNederlandsenationaliteitnogeenanderenationaliteitbezitten.Datzijnerbijnadriekeerzoveelalsop1 januari1995.BijnadehelftvanhenheeftdeTurkseofMarokkaanse nationaliteit. Van de tweede generatie Turken en Marokkanenheeft bijna 80 procent twee nationaliteiten, onder de eerste generatie is dat met60 procent wat lager. Weinig Turken en Marokkanen hebben uitsluitend deNederlandsenationaliteit.Desterkestijgingvanhetaantalpersonenmetmeerderenationaliteiten is veroorzaakt door een groot aantal naturalisaties, vooral in detweedehelftvandejarennegentig.Tussen1januari1992en1oktober1997kondenniet-Nederlanders hun oorspronkelijke nationaliteit bij naturalisatie behouden.Demeestemensenhebbendezemogelijkheidbenut.Hoewelpersonensindsdienslechtséénnationaliteitmogenhebbenzijnerzoveeluitzonderingenopdezeregel(ziekader)dathetaantalmeervoudigenationaliteitenookna1997istoegenomen,vooraldoortoekenningvantweenationaliteitenbijgeboorte(Nicolaas,2009).

2.3 Tweede nationaliteit van Nederlanders met ten minste één niet-Nederlandse nationaliteit

Bron: Bevolkingsstatistieken.

1 200

1 000

800

600

400

200

01995 1998 2001 2004 2007 2010

Turks Marokkaans Overig

x 1000

Page 36: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

38 CentraalBureauvoordeStatistiek

Naturalisatie

Sinds1oktober1997geldtderegeldatbijnaturalisatieafstandwordtgedaanvan de oorspronkelijke nationaliteit. In een aantal gevallen is echter eenuitzonderingmogelijk.DevolledigelijstvanuitzonderingenisgepubliceerdindeStaatscourantvan10juli1997.Enkelevoorbeeldenhiervanzijn:– de verzoeker bezit de nationaliteit van een staat waarvan wetgeving of

rechtspraktijk niet toestaat dat afstand wordt gedaan van de nationaliteit(voorbeeldenzijnAlgerije,Argentinië,Marokko,SyriëenTunesië);

– deverzoekerisinhetKoninkrijkderNederlandengeborenenverblijfttentijdevanhetverzoekomnaturalisatieinNederland,deNederlandseAntillenofAruba;

– deverzoekerisminderjarig;– deverzoekerisgehuwdmetofdegeregistreerdepartnervaneenNederlander;– de verzoeker is een door Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba

erkendevluchteling.

2.2 Ontwikkelingen in immigratie en emigratie

Indezeparagraafligtdenadrukopimmigratieenemigratie,diebeidevaninvloedzijnopdebevolkingsgroeivanallochtonegroepen.

Stijgende asielmigratie, minder arbeidsmigrantenDemigratiestromenkennenforseschommelingendievaaksamenhangenmetdeeconomischesituatieinNederland.Dedalendewerkloosheidindejaren2005toten met 2007 zorgde voor een grotere vraag naar buitenlandse arbeidskrachten,waardoordeimmigratieuitdeEU-lidstatenenuitAziëtoenam.Hettotaleaantalimmigrantenliepopvan94duizendin2004tot144duizendin2008.Ondanksdeeconomischecrisisdieeind2008inzette,namhetaantalimmigrantenin2009verdertoetot146duizend.Datwasechtervooralhetgevolgvaneentoenemendeinstroomvanasielmigranten.Heteffectvandeeconomischeomslagwaswelzichtbaarindeimmigratiestromenvanuitlandenwaarhoofdzakelijkarbeidsmigrantenvandaankomen.ZodaaldehetaantalimmigrantenuitdeEUvan54duizendin2008naar52 duizend in 2009. De immigratie uit Polen daalde voor het eerst sinds 2000.In2009 immigreerden13duizendPolen,bijnaduizendminderdan in2008.DePolenvormdendaarmeenogwelsteedsdegrootstegroepimmigrantendiein2009naarNederlandkwam.OokuitIndia,deVerenigdeStatenenJapankwamenin2009minderimmigranten.

Page 37: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 39

Tegenovereenstijgendeimmigratiestondeendalendeemigratie.Dezedalingisbegonnenin2007enheeftzichverdervoortgezet.Hetaantalemigrantendaaldevan132duizendin2006naar111duizendin2009.DoordezeontwikkelingenheeftNederlandsinds2008weereenvestigingsoverschot:erkomenmeermensennaarNederlanddanervanuitNederlandnaarhetbuitenlandvertrekken.

Stijging aantal westerse immigranten ten eindeDeimmigratiein2009wassamengestelduit67duizendwesterseen56duizendniet-westerse migranten. Daarnaast keerden 23 duizend autochtonen na eenverblijf in het buitenland terug naar Nederland. Eén van de belangrijksteontwikkelingen in de migratiestromen van de laatste jaren is de sterke stijgingvanhetaantalwesterseimmigranten.DoordeuitbreidingvandeEUinmei2004endoordegunstigeeconomischeomstandighedentussen2005en2008steeghetaantalwesterseimmigrantenvan38duizendin2004tot70duizendin2008.Aandezestijgingkwamin2009eeneinde.Indatjaarvestigden67duizendwesterseimmigrantenzichinNederland.

Schommelingen in immigratie van niet-westerse allochtonenIndeontwikkelingvandemigratiestromenspelenverderdesterkeschommelingenindeniet-westerseimmigratieeengroterol.MededoordegunstigeeconomischesituatieinNederlandindeperiode2000totenmet2002wasNederlandaantrek-kelijkvoorallochtonenuitdevierklassiekeherkomstlanden.Erkwamenindezeperiode vooral meer immigranten uit de Nederlandse Antillen en Aruba naarNederland.OokhetaantalasielmigrantenuitondermeerAfghanistanenIrakwasindezeperioderelatiefgroot.NadeinvoeringvandenieuweVreemdelingenwet

2.4 Immigratie van allochtonen

Bron: Bevolkingsstatistieken.

70

60

50

40

30

20

10

0

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

x 1 000

Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen

Page 38: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

40 CentraalBureauvoordeStatistiek

inapril2001namhetaantalasielmigrantensterkaf.DeimmigratieuitTurkijeenMarokko begon na 2004 fors te dalen, vermoedelijk als gevolg van verscherpteregelgevingophetgebiedvangezinsvorming.

De aantrekkende economie in de periode na 2005 zorgde opnieuw voor eenstijgende immigratie van niet-westerse allochtonen. Hiervan werd een deelveroorzaakt door hoge aantallen asielzoekers uit met name Irak en Somalië.Dit hield verband met het categoriale beschermingsbeleid voor asielzoekers uitCentraal-Irak en uit Centraal- en Zuid-Somalië waardoor asielzoekers uit dezegebiedenautomatischeentijdelijkeverblijfsvergunningkregen.Innovember2008isditbeleidvoorIrakezenafgeschafteninmei2009voorSomaliërs.MedehierdoorishetaantalIrakeseasielzoekersin2009sterkgedaald.DeimmigratieuitIrakbleefin2009met4duizendpersonenechteropeenvergelijkbaarniveauals in2008,aangezien een aanzienlijk deel van de Irakese asielzoekers uit 2008 pas in 2009als inwonervanNederland is ingeschreven.HetaantalasielzoekersuitSomaliëbegonpasinhetlaatstekwartaalvan2009tedalen.Deimmigratieuitditlandnamdaardoorooknogin2009toeenkwamuitopruim5duizend,eenverdubbelingtenopzichtevan2008.

Minder gezinsmigranten uit niet-westerse landenDemotievenvanniet-westerseallochtonendienaarNederlandkomen,variërensterkindetijd.

UitcijfersvandeImmigratie-enNaturalisatiedienst(IND)blijktdatgezinsmigranten(voor gezinsvorming of gezinshereniging) en asielmigranten in de tweede helft

2.5 Immigratie naar geboorteland van de vier grote niet-westerse herkomstgroepen

Bron: Bevolkingsstatistieken.

12 000

10 000

8 000

6 000

4 000

2 000

0

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

Turkije Marokko Suriname Nederlandse Antillen en Aruba

Page 39: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 41

vandejarennegentighetmigratiebeelddomineerden.AlsgevolgvandenieuweVreemdelingenwetdie1april2001vankrachtwerdishetaantalasielmigrantenindeeerstehelftvanhethuidigedecenniumscherpgedaald.Ookdegezinsmigratienamaf,maarwas in2009metbijna18duizendpersonen (ruim40procentvande totaleniet-westerse immigratie)nogsteedshetbelangrijkstemotiefvanniet-westerse allochtonen om naar Nederland te komen. Het aantal asielmigrantenis de laatste jaren weer licht toegenomen, terwijl ook steeds meer niet-westerseallochtonennaarNederlandkomenomtewerkenoftestuderen.In2009kwamen7,2duizendstudentenen5,0duizendarbeidsmigrantennaarNederland,samengoedvoor30procentvandetotaleniet-westerseimmigratieindatjaar.Tienjaargeleden maakten arbeidsmigranten en studenten met elk 2,5 duizend ongeveer12procentuitvanhetaantalniet-westerseimmigranten.

Gezinshereniging belangrijkste migratiemotief voor Turken en MarokkanenHoeweldetotaleimmigratievanTurkenenMarokkanenvanwegedeverscherpteregelgeving rond gezinsvormende migratie sinds 2004 flink is gedaald, blijftgezinsmigratie voor deze twee groepen relatief de belangrijkste reden, enmogelijkheid,omnaarNederlandtekomen.Deverhoudingtussengezinsvormersengezinsherenigersbinnendemigratieisechterwelveranderd.Totenmet2004wasgezinsvormingdebelangrijksteredenvoorTurkenenMarokkanenomnaarNederlandtekomen.DaarnadaaldehetaandeelvangezinsvormingindetotaleimmigratievanTurkenenMarokkanen.Redenhiervoorwasdeaanscherpingvan regels voor huwelijksmigratie in november 2004 voor immigranten vanuit

2.6 Immigratie van niet-westerse allochtonen naar migratiemotief

Bron: Bevolkingsstatistieken.

25

20

15

10

5

0

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

x 1 000

Arbeid Asiel Gezinsmigratie Studie

Page 40: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

42 CentraalBureauvoordeStatistiek

landenbuitendeEU,deEERenZwitserland1).Uitonderzoeknaarheteffectvandezebeleidsmaatregelenbleekhetaantalinwilligingenopaanvragenvangezinsvormersmet37procenttezijngedaald(WODC&INDIAC,2009).Tegelijkertijdstijgtna2005hetaandeelgezinsherenigersondermetnameMarokkanen,zodaterwellichtsprakeisvaneensubstitutie-effect:hettotaleaandeelgezinsmigratieindeimmigratievanMarokkanenbleefnamelijkna2004vrijwelgelijk.ArbeidenstudiezijnvoorTurkenna2004eensteedsbelangrijkermotiefgewordenomnaarNederlandtekomen.DitgeldtinveelminderematevoorMarokkanen.De laatste jaren kruipen de aandelen gezinshereniging en gezinsvorming onderTurkenenMarokkanenweernaarelkaartoe.Gezinsherenigingisechtersinds2005nogsteedshetbelangrijkstemigratiemotiefvoordezetweemigrantengroepen.

Staat 2.3 Immigratie van niet-Westerse immigranten naar migratiemotief en geboorteland, 2005 en 2009

Totaal Arbeid Asiel Gezins- Gezins- Studie Overig hereniging vorming

x1000 %

Totaal niet-westers 2005 27,7 10 7 31 23 18 11 2009 42,2 12 21 27 15 17 9Turkije 2005 3,1 8 2 37 36 10 6 2009 3,6 13 3 35 32 13 4Marokko 2005 2,1 3 1 47 41 4 5 2009 1,9 4 3 48 37 3 5Suriname 2005 1,3 1 1 42 37 7 12 2009 1,2 2 2 38 28 7 24Iran 2005 0,5 7 27 33 15 12 6 2009 1,1 9 34 23 9 21 5Irak 2005 0,9 1 35 43 13 4 3 2009 3,4 0 66 25 8 0 1Afghanistan 2005 0,7 0 12 62 25 0 1 2009 0,9 0 54 27 15 1 1Somalië 2005 0,4 0 54 38 5 1 3 2009 4,8 0 65 28 6 0 0Overig niet-westers 2005 18,6 13 5 25 19 24 14 2009 25,4 17 9 24 13 25 12

Bron:IND,bewerkingCBS.

1) Vanaf1november2004zijnmaatregelenvankrachtgewordendiehogereeisenstellenaandegenen,dievaneenpartneruithetlandvanherkomstwillenlatenoverkomenvooreenhuwelijk.Hetgaathierbijomdevolgendemaatregelen:deminimumleeftijdvandegenediemeteenpartneruithetbuitenlandwiltrouwen,isverhoogdvan18naar21jaar.Verderisdeinkomenseisvandegenediemeteenpartneruithetbuitenlandwiltrouwen,verhoogdvan100naar120procentvanhetminimumloon.

Page 41: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 43

BijdevluchtelingengroepenAfghanistan,Irak,IranenSomaliëtreedttussen2005en2009overhetalgemeeneenverschuivingvangezinsmigratienaarasielmigratieop.Hethogeaandeelgezinsherenigingindetotaleimmigratievandezegroepenin2005heefttemakenmethetgroteaantalasielzoekersdatineerderejarennaarNederlandkwam.Detoenamevanhetaandeelasielmigratiena2005houdtvooreendeelverbandmetheteerdergenoemdecategorialebeschermingsbeleiddatindezeperiodevoordelenvanIrakenSomaliëgold.Anderemotievendangezinsmigratieofasielmigratiespelenbijdezelanden,metuitzonderingvanIran,geenrol.UitIrankwamenin2009nog3opde10migrantenvoorarbeidofstudienaarNederland.Deimmigratieuitdeoverigeniet-westerselanden(overigelandenuitAzië,AfrikaenLatijns-Amerika)bestaatvoorbijna40procentuitgezinsmigratie.NogeenseenkwartkomtvoorstudienaarNederland,terwijl17procentnaarNederlandkomtomtewerken.Onderdezestudie-enarbeidsmigrantenbevindenzichrelatiefveelmigrantenuitChinaenIndia.

Emigratie niet-westerse allochtonen blijft dalenIn 2006 bereikte de emigratie van niet-westerse allochtonen een piek met bijna50duizendpersonen.SindsdienishetvertrekuitNederlandvandezegroepmeteenkwartgedaaldtot36duizendemigrantenin2009.Deemigratievanwesterseallochtonennamdelaatstejarenjuisttoevan37duizendin2005naar47duizendin2009.DitkaneengevolgzijnvandegroteaantallenwesterseimmigrantenuitmetnamedeEU,dietotenmet2008voorkortetijdnaarNederlandkwamenomhiertewerkenoftestuderen.Daarnaastemigreerdener28duizendautochtonenin2009,bijna9duizendminderdanin2008.

2.7 Emigratie van allochtonen

Bron: Bevolkingsstatistieken.

50

40

30

20

0

x 1 000

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen

Page 42: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

44 CentraalBureauvoordeStatistiek

Een aanzienlijk deel van de dalende emigratie onder niet-westerse allochtonenkomt voor rekening van de vier traditionele herkomstlanden. De emigratie isbovendienbijelkvandezeviergroepenafzonderlijkafgenomensinds2007.MetnamehetvertrekvanAntillianenissterkafgenomen.In2009verlieten2,5duizendAntillianenonsland,bijnadehelftvanhetaantalin2004.

2.8 Emigratie naar geboorteland van de vier grote niet-westerse herkomstgroepen

5 000

4 500

4 000

3 500

3 000

2 500

2 000

1 500

1 000

500

0

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

Bron: Bevolkingsstatistieken.

Turkije Marokko Suriname Nederlandse Antillen en Aruba

2.9 Emigratie van allochtonen naar generatie

Bron: Bevolkingsstatistieken.

45

40

35

30

25

20

15

10

5

0

1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

x 1 000

Eerste generatie niet-westers Tweede generatie niet-westers

Eerste generatie westers Tweede generatie westers

Page 43: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 45

Emigratie van de tweede generatie neemt afDe emigratie van tweedegeneratieallochtonen (westers en niet-westers) neemtal een aantal jaren af. Deze daling begon in 2007 en heeft zich in 2009 verdervoortgezet. In 2009 vertrokken ruim 18 duizend tweedegeneratieallochtonen,30procentminderdanin2006.Demotievenvandezevertrekkerszijnnietbekend.Bijdeniet-westersetweedegeneratiekanhetvooreendeelgaanomjongerendienaarhetlandvanherkomstgaanomdaartestuderenoftetrouwen.Paragraaf2.3gaatverderinopdekenmerkenvanniet-westerseemigrantenvanzoweldeeerstealsdetweedegeneratieenhunkansomtevertrekken.Deemigratievaneerstegeneratiewesterseallochtonenvertoontjuisteenopgaandetrend. In 2009 vertrokken er ruim 42 duizend eerstegeneratieallochtonen vanwesterseorigine,9duizendmeerdanin2007.

Saldo migratie van niet-westerse allochtonen sinds 2008 weer positiefHet saldo van de migratie (immigratie minus emigratie) van niet-westerseallochtonen schommelt flink. In 2000 en 2001 vertoonde dit saldo een piek vanjaarlijks44duizendpersonen.Deforsedalingvandeimmigratieendestijgingvandeemigratieindejaren2002totenmet2006zorgdevooreenenormeomslaginhetsaldo:ditdaaldenaar-11duizendin2006.Sinds2008ishetsaldomigratievanniet-westerseallochtonenweerpositiefenbedroegin2009bijna20duizend.

Aantal asielverzoeken neemt toe Het aantal asielverzoeken in Nederland vertoont sinds 2008 een stijgende lijn.In2009werden16,2duizendasielverzoekeningedienddoorpersonenmeteenniet-

2.10 Saldo immigratie en emigratie van allochtonen

Bron: Bevolkingsstatistieken.

50

40

30

20

10

0

–10

–20

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

x 1 000

Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen

Page 44: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

46 CentraalBureauvoordeStatistiek

Nederlandsenationaliteit,eenstijgingvan11procenttenopzichtevan2008.Hetaantalvan2009ligtechternogwelbeduidendlagerdanhetaantalasielverzoekendatronddeeeuwwisselingwerdingediend.Bijdeaanvragenin2009ginghetin14,9duizendgevallenomeeneersteaanvraag.Deoverige1,3duizendasielverzoekenwarenaanvragenvanmensendiealeerdereenasielverzoekhaddeningediend(SprangersenNicolaas,2010).Zijkondeneenvolgendverzoekindienenomdaterbijdebeoordelingvanhunaanvraagsprakewasvannieuwefeitenofomdatbijvoorbeeldhetbeleid tenaanzienvanveiligeherkomstlandenwasgewijzigd.VooralhetaantalasielzoekersinNederlanduitAfghanistanenSomaliëisin2009gestegen.HetaantalIrakeseasielzoekers,in2008nogdegrootstegroepasielzoekersinNederland,daaldein2009sterktothetniveauvanvoor2008.

DestijginginNederlandvielhogeruitdanvoordetotaleEuropeseUnie.In2009werden in de 27 landen van de EU 261 duizend asielverzoeken ingediend,1,5procentmeerdanin2008.EvenalsinNederlandlaghetaantalasielverzoekenin2009indeEU-landenwelveellagerdanronddeeeuwwisseling.In verhouding tot het inwonertal telde Nederland in 2009 0,9 verzoeken perduizendinwoners,bijnatweekeerzohoogalshetEU-gemiddeldevan0,5.In2004laghetNederlandseaandeelmet0,6vrijwelevenhoogalshetEU-gemiddeldeindatjaar.IndepiekjarenwatbetrefthetaantalasielverzoekeninNederland(1992–1993en1998–2000)washetNederlandseaandeelbijnadriekeerzohoogalshetEU-gemiddelde.

800

700

600

500

400

300

200

100

0

60

50

40

30

20

10

0

85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09

x 1 000x 1 000

2.11 Asielverzoeken in Nederland 1) en de Europese Unie

Bron: UNHCR en Eurostat.1) De cijfers voor Nederland betreffen alleen eerste aanvragen.

EU-27 (rechteras) NL (linkeras)

Page 45: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 47

2.3 Kenmerken van niet-westerse emigranten

Najarenvaneenstijgendeemigratieonderniet-westerseallochtonen,daaldedezevoorheteerstweervanaf2007(ziefiguur2.8).Vanderuim40duizendniet-westerseemigrantenin2007wasdriekwartvandeeerstegeneratieeneenkwartvandetweede generatie. Eerstegeneratieallochtonen zijn niet in Nederland geboren,maarindeloopvanhunlevennaarNederlandgekomen.Omdatdewortelsvandezepersoneninhetbuitenlandliggen,hebbeneerstegeneratieallochtonenveelalminderbindingmetdeNederlandse taal encultuur.Mogelijk speeltdit een rolbij de beslissing om te emigreren.Allochtonen van de tweede generatie zijn inNederlandgeboren,maareenofbeideouderszijnafkomstiguithetbuitenland.TweedegeneratieallochtonenzijnzodoendegeworteldindeNederlandsesamen-leving,maarkrijgenvanhuisuitookeenanderecultuurmee.Deze paragraaf gaat dieper in op de relatie tussen achtergrondkenmerken vaneerste- en tweedegeneratieallochtonen en de kansen voor deze groepen om teemigreren.Welkeherkomstgroepenemigrerenhetvaakstenwatzijnachterliggendekenmerkendieeenverklaringbiedenvooremigratie?

Kans op emigratie

Dezeparagraafbeschrijftdesamenhangtussendiverseachtergrondkenmerkenvanniet-westerseallochtonenendekansomteemigreren.Vanalleniet-westerseallochtonen die in 2007 in Nederland waren, zijn de achtergrondkenmerkenvastgesteldopdelaatstevrijdagvanseptember2006.Vervolgensisbepaaldwievandeniet-westerseallochtonenin2007isgeëmigreerd.Dekansenopemigratiezijnapartberekendvooreerste-entweedegeneratieallochtonen.

Odds ratio’sDe kansen op emigratie van de klassieke groepen niet-westerse allochtonenzijnbepaaldtenopzichtevanMarokkanenenwordenweergegevendooroddsratio’s.Indezeoddsratio’sisgecorrigeerdvoorverschilleninemigratiekansendie toe te schrijven zijn aan leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, voornaamsteinkomstenbron, verblijfsduur in Nederland (bij eerstegeneratieallochtonen)en opleidingsniveau (bij tweedegeneratieallochtonen). Een odds ratio van 2betekentdatdiegroepeentweemaalgroterekansheeftomteemigrerendandeMarokkaanseherkomstgroep,eenoddsratiovan0,5halveertdezekans.

Onder niet-westerse eerste generatie vooral emigratie na de studieVan de Turken, Marokkanen en Surinamers van de eerste generatie die in 2006werkten is in 2007 rond de 1 procent geëmigreerd. Bij de eerste generatieAntillianenenoverigniet-westerseallochtonenliggendezepercentageshoger,oprespectievelijk 3,1 en 3,5 procent. De emigratie van uitkeringsontvangers is per

Page 46: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

48 CentraalBureauvoordeStatistiek

herkomstgroep vergelijkbaar met die van werkenden. Het aandeel emigrantenonder studenten ligt wat hoger. Onder overig niet-westerse allochtonen vande eerste generatie vertrekt in 2007 zelfs 11 procent van degenen die in 2006studeerden,vermoedelijknahetvoltooienvandestudie.OokAntillianenverlatenrelatief vaak het land na het volgen van een studie. Bij de andere niet-westerseherkomstgroepenliggendezepercentageslager.

Niet-westerse tweedegeneratieallochtonen met uitkering emigreren het vaakstOnder niet-westerse allochtonen van de tweede generatie vertrekken personenmeteenuitkeringvakerdanpersonendieinhetjaarvoorafgaandaanemigratiewerkten of een studie volgden. Vooral onder tweede generatie Turken enAntillianen vertrekken relatief veel personen die een uitkering ontvingen (rondde3procentvandepersonenmeteenuitkering).Antillianenvertrekkennetalsoverigniet-westerseallochtonenrelatiefvaaknahetvolgenvaneenstudie.Vandewerkendenbinnendeherkomstgroepenvande tweedegeneratiezijnhetdeTurkendiehetvaaksthetlandverlaten.

Minder kans op emigratie met werk of partnerDekansopemigratielijktvooralkleineralsermeerbindingaanNederlandis.Zoverkleinthethebbenvanwerkdekansopemigratietenopzichtevanhethebbenvaneenuitkering,vooralbijdetweedegeneratie.Tenopzichtevanongehuwdenisdekansopemigratievoorgehuwdentweemaalzoklein,envoorallochtonen

2.12 Aandeel eerste generatie niet-westerse emigranten per voornaamste inkomstenbron, 2007

Bron: SSB.

14

12

10

8

6

4

2

0Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen Overig niet-westers

%

Werk Uitkering Studie

Page 47: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 49

meteengeregistreerdpartnerschapdrie- (eerstegeneratie) totvijfmaal (tweedegeneratie) zo klein. Bovendien geldt voor de eerste generatie niet-westerseallochtonendathoelangerzijalinNederlandzijn,hoekleinerdekansisdatzijemigreren.

Geen braindrain: hoogopgeleiden blijven vaker in NederlandOnder de tweede generatie zijn het vooral de laagopgeleiden die Nederlandverlaten:tenopzichtevandezegroepisdekansopvertrekvanmidden-enhoogopgeleidenbijnatweekeerzoklein.Niet-westersevrouwenhebbeneenkleinerekansteemigrerendanmannen;bijdeeerstegeneratiezelfseen tweemaalzokleinekans.Verderhebbenniet-westerseallochtonen jonger dan 15 jaar en ouder dan 45 jaar een kleinere kans om teemigrerentenopzichtevanjongerenvan15tot25jaar.Onderdeeerstegeneratiehebben25-tot45-jarigeneenietsgroterekans.

Kans op emigratie het grootst voor Antillianen en overig niet-westerse allochtonenRekening houdend met alle hiervoor genoemde verschillen in achtergrond-kenmerken isdekansopemigratiebinnendeeerstegeneratievoorSurinamersgelijkaandievanMarokkanen.OnderTurkenisdezemaarietshoger.BijdetweedegeneratieisdekansvanSurinamersenTurkenomteemigrerenkleinerdandievanMarokkanen.Antillianenenoverigniet-westerseallochtonenhebbenbijzowelde

2.13 Aandeel tweede generatie niet-westerse emigranten per voornaamste inkomstenbron, 2007

Bron: SSB.

3,5

3,0

2,5

2,0

1,5

1,0

0,5

0Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen Overig niet-westers

%

Werk Uitkering Studie

Page 48: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

50 CentraalBureauvoordeStatistiek

eerstealsdetweedegeneratietenopzichtevanMarokkanendegrootstekansomtevertrekken.Bijdeeerstegeneratieisdiekanszelfstweemaalgroter.

2.4 Huishoudens, partnerkeuze en vruchtbaarheid

Anderhalf miljoen allochtone huishoudensEénopdevijfhuishoudensinNederlandheefteenallochtonereferentiepersoon2).Op1januari2009teldeNederland7,3miljoenhuishoudens,waarvan1,5miljoenhuishoudens als allochtoon kunnen worden aangemerkt. De laatste jaren is hetaantalhuishoudens inNederlandsterkergegroeiddandebevolkingdoordatersteeds meer alleenstaanden zijn. Ruim een derde van alle huishoudens bestaatnu uit een persoon. Dit aandeel ligt bij allochtone huishoudens wat hoger, metname bij de groepen die een recentere migratiegeschiedenis kennen. Veel vandearbeidsmigrantenofvluchtelingenkomenalleennaarNederland,enerheeftnoggeengezinsvormingof-herenigingplaatsgevonden.Zois60procentvandehuishoudensmetSomalischeofBulgaarseherkomsteeneenpersoonshuishouden.Bij Irakese en Iraanse huishoudens is dat de helft. Ook de Antilliaanse enSurinaamseherkomstgroepenkenneneenhoogaandeeleenpersoonshuishoudens.

2) Deherkomstvandereferentiepersoonbepaaltdeindelingvanhethuishoudennaarherkomstgroep.Indehiergebruikteindelingisbijeenpaardevrouwdereferentiepersoon.Woonteenautochtonevrouwmeteenallochtonemansamen,danisbijdezedefinitiesprakevaneenhuishoudenmeteenautochtonereferentiepersoon.

2.14 Kansen (odds ratio’s) om te emigreren ten opzichte van Marokkanen naar generatie, 2007

Bron: SSB.

0 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50

Marokkanen

Turken

Surinamers

Antillianen/Arubanen

Overigniet-westers

Eerste generatie Tweede generatie

Page 49: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 51

Eenouderhuishoudens relatief vaak allochtoonIn de 475 duizend huishoudens van een ouder (in vier van de vijf gevallen demoeder) met een of meer kinderen is de ouder relatief vaak van niet-westersallochtoneherkomst(22procent).Meestalbetreftditoudersmetjongekinderen.Perherkomstgroepverschilthetaandeeleenoudergezinnensterk.BijSurinamers,Antillianen en Somaliërs is een op de vijf huishoudens een eenoudergezin. Bijandereniet-westerseherkomstgroepenisdatronddeeenopdetien.BijTurkenenMarokkanenissprakevaneentoename:in2001wasditnogeenopdetwintig.Datwaseenvergelijkbaaraandeeleenouderhuishoudensalsonderautochtonen,terwijlhetnuongeveertweekeerzohoogis.

Niet-westerse allochtonen huwen vaker partner met zelfde herkomstIn 2009 zijn in Nederland bijna 30 duizend mensen van allochtone herkomstgetrouwd.Ruim40procentwaswestersallochtooneneenkwarthadeenTurkseof Marokkaanse herkomst. Terwijl zeven op de tien westerse allochtonen eenautochtone partner trouwden, huwden zesopde tienniet-westerseallochtoneneenpartneruitdezelfdeherkomstgroep.VooralonderMarokkanenenTurkenishetaandeelhuwelijkenmeteenpartnervandezelfdeherkomstgroot.Aljarentrouwtruim80procentvanhenmeteenpartnervandezelfdeherkomst.Sinds2004,toenderegelsvoormigratiehuwelijkenwerdenaangescherpt,gaathetdaarbijmindervaakomeenmigratiehuwelijk.In2009trouwde20procentvandeTurken,zowelmannenalsvrouwen,meteenpartneruitTurkije.BijMarokkanenishetaandeelmigratiehuwelijken wat lager, met 17 procent voor mannen en 14 procent voorvrouwen.

2.15 Huishoudens naar herkomstgroep referentiepersoon en type 1), 2009

Bron: Bevolkingsstatistieken.1) Als percentage van het totale aantal huishoudens per groep.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Totaal

Autochtoon

Polen, Roemenen, Bulgaren

Turken, Marokkanen, Surinamers,Antillianen/Arubanen

Afghanen, Irakezen,Iraniërs, Somaliërs

%

Paar Eenpersoonshuishouden Eenouderhuishouden Overig

Page 50: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

52 CentraalBureauvoordeStatistiek

Sterkste afname migratiehuwelijken bij tweede generatieHet aandeel migratiehuwelijken van Turken en Marokkanen nam het sterkstafonderde tweedegeneratie.Wel trouwdeookvanhen in2009nogeenruimemeerderheid met een partner uit dezelfde herkomstgroep. Dit gold zowel voormannenalsvrouwen.

2.16 Huwelijkspartnerkeuze van allochtonen naar herkomst, 2009

Bron: Bevolkingsstatistieken.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Westerse allochtonen

Niet-westerseallochtonen

Turken

Marokkanen

Surinamers

Antillianen/Arubanen

Zelfde herkomst, uit Nederland Zelfde herkomst, migratiehuwelijk

Autochtone partner Overig

%

2.17 Huwelijkspartnerkeuze van de eerste en tweede generatie Turken, 2004 en 2009

Bron: Bevolkingsstatistieken.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Eerste generatie, 2004

Eerste generatie, 2009

Tweede generatie, 2004

Tweede generatie, 2009

%

Turkse partner uit Nederland Turkse partner uit Turkije

Autochtone partner Overig

Page 51: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 53

HuwelijkentusseneenTurkofMarokkaaneneenautochtonepartnerkomenbijzoweldeeerstealsdetweedegeneratierelatiefweinigvoor.Detweedegeneratie,die minder traditioneel is ingesteld dan de eerste generatie, kiest vaker voorongehuwdsamenwonen.Bijdezesamenwonerskomengemengderelatiesvakervoor(VanAgtmaal-Wobma,2009).

Gemiddeld kindertal daalt vooral onder niet-westerse vrouwen Indeperiode1996–2009ishetgemiddeldekindertalvanvrouweninNederlandtoegenomenvan1,53naar1,79.Dezestijgingkomtdoordatautochtonevrouwengemiddeldmeerkinderenkregen.Hetkindertalvanallochtonevrouwen,metnamevanniet-westersevrouwen,daaldejuist.HetkindertalvanMarokkaansevrouwenisinmiddelsgedaaldtotonderdedrie(in1985nog5,1).OokTurksevrouwenvandeeerstegeneratiekrijgengemiddeldsteedsminderkinderen.Metgemiddeldietsminder dan twee kinderen benadert het kindertal van Turkse vrouwen dat vanautochtone vrouwen. Alleen onder Marokkaanse vrouwen is het kindertal nogduidelijkhogerdanonderautochtonevrouwen.Hetkindertalvantweedegeneratieallochtonevrouwenstijgtsinds2000bijallevierdeklassiekeherkomstgroepen.MetuitzonderingvanMarokkaansevrouwenkomthetkindertalvantweedegeneratievrouwenonderdezegroepenindebuurtvandatvanautochtonemoeders.

Staat 2.4 Gemiddeld kindertal naar generatie

Eerstegeneratie Tweedegeneratie

1996 2000 2004 2009 2000 2004 2009

Totaal 1,53 1,72 1,73 1,79

Autochtonen 1,47 1,65 1,69 1,81Westerseallochtonen 1,55 1,58 1,48 1,50 1,52 1,51 1,61Niet-westerseallochtonen 2,31 2,51 2,26 2,06 1,69 1,67 1,76waarvan

Turken 2,53 2,53 2,25 1,89 1,48 1,56 1,69Marokkanen 3,37 3,50 3,25 2,88 1,65 1,90 2,04Surinamers 1,51 1,77 1,71 1,77 1,57 1,57 1,72Antillianen/Arubanen 1,59 1,87 1,75 1,84 1,76 1,72 1,80

Iraniërs 1,24 1,46 1,27 1,22 . . .Irakezen 3,12 3,18 2,84 2,56 . . .Afghanen 1,94 2,35 2,74 2,32 . .Somaliërs 4,86 4,41 3,19 3,24 . . .

Bron:Bevolkingsstatistieken.

Hetverschilinkindertalonderdevierkleineremigrantengroepenisaanzienlijk.Vrouwen van Somalische herkomst krijgen met gemiddeld 3,2 kinderen demeestekinderen.HetgemiddeldekindertalvanIraansevrouwenisdaarentegen

Page 52: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

54 CentraalBureauvoordeStatistiek

beduidend lager dan onder autochtone vrouwen. Dit opvallend lage kindertalvanvrouwenvanIraanseherkomst(1,2in2009)hangtvooreendeelsamenmethet hoge opleidingsniveau van deze groep. Hoogopgeleide vrouwen krijgengemiddeldnamelijkminderkinderendanmiddelbaarenlaagopgeleidevrouwen(VanAgtmaal-WobmaenVanHuis, 2008).Vanallegroependievrij recentnaarNederlandzijngekomen,zijnpersonenvanIraanseoriginehethoogstopgeleid,hogerzelfsdanautochtonen(ZorluenTraag,2005).

Niet-westerse vrouwen worden steeds later moederVrouwen in Nederland krijgen op steeds latere leeftijd hun eerste kind. Degemiddeldeleeftijdvanmoedersbijdegeboortevanheteerstekindisdelaatstedecenniasterkgestegen:van25,6jaarin1980naar29,4jaarin2009.De‘top’lijktechterbereikt:degemiddeldeleeftijdissinds2004constantopeenniveautussen29,3en29,5jaar.Destijgingvandegemiddeldeleeftijdtussen1990en2001doetzichzowelvoorbijautochtonevrouwenalsbijdeeerstegeneratievrouwenvanwesterseenniet-westerseherkomst.Vooralledriedezegroepensteegdegemiddeldeleeftijdvandemoederbijdegeboortevanheteerstekindindezeperiodemetbijnatweejaar.Na 2001 is de gemiddelde leeftijd bij eerste generatie niet-westerse en westersemoedersverdergestegenmetruimeenjaar.

Staat 2.5 Gemiddelde leeftijd van de moeder bij geboorte van het eerste kind, naar generatie

Eerstegeneratie Tweedegeneratie

1990 1996 2001 2009 1996 2001 2009

Totaal 27,5 28,9 29,2 29,4

Autochtonen 27,9 29,2 29,7 29,5Westerseallochtonen 27,2 28,5 29,0 30,3 29,5 30,0 30,0Niet-westerseallochtonen 24,6 26,3 26,2 27,7 28,3 28,9 29,3waarvan

Turken 22,4 24,3 23,9 26,7 27,1 27,7 29,6Marokkanen 24,3 26,1 26,8 27,1 25,1 28,5 29,0Surinamers 25,7 26,6 26,7 27,1 28,2 28,7 28,3Antillianen/Arubanen 26,3 26,0 26,1 25,5 30,2 29,6 29,2

Afghanen 21,7 25,9 25,8 27,7 . . .Irakezen 26,9 26,6 27,1 28,0 . . .Iraniërs 28,2 28,9 29,2 31,4 . . .Somaliërs 25,8 26,1 26,2 25,8 . . .

Bron:Bevolkingsstatistieken.

Niet-westersevrouwenvandeeerstegeneratiewerdenin2009gemiddeldbijna1½ jaar later moeder dan in 1996. Ze krijgen hun eerste kind echter nog steedsgemiddeldbijnatweejaareerderdanautochtonemoeders.Tweedegeneratieniet-

Page 53: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 55

westerse moeders worden gemiddeld later moeder dan de eerste generatie; zekrijgen hun eerste kind nu vrijwel op dezelfde leeftijd als autochtone moeders.Wat dit betreft lijken de vrouwen van de tweede generatie meer op autochtonevrouwendanophunmoeders(GarssenenNicolaas,2008).

2.5 Regionaal

Merendeel allochtonen woont in een grote stadDeniet-westersallochtonebevolkinginNederlandissterkgeconcentreerdindevier grote steden. Vier op de tien personen van niet-westerse herkomst woontinAmsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht. Er zijn wel verschillen tussende herkomstgroepen: van alle Surinamers en Marokkanen in Nederland woontongeveerdehelftineenvandeviergrotesteden.BijAntillianenenTurkenisditaandeelwatlagerenwoontongeveereenderdeindegrotesteden.

Helft van de kinderen in Amsterdam en Rotterdam niet-westers allochtoonVandeAmsterdamseenRotterdamsekinderenonderde15jaarismeerdandehelftvanniet-westerseherkomst.InDenHaagisdatbijnadehelft,inUtrechteenderde.Ookinandereleeftijdsgroepenzijnniet-westerseallochtonenindestadsbevolkingrelatiefsterkvertegenwoordigd.

Flevoland en Zuid-Holland hebben hoogste aandeel niet-westerse allochtonenDeconcentratievanniet-westerseallochtonenindegrotestedenisterugtezienindeaandelenperprovincie.InZuid-Hollandis18procentvandeinwonersvanniet-

2.18 Aandeel niet-westerse bevolking per leeftijdsgroep, 1 januari 2010

Bron: Bevolkingsstatistieken.

60

50

40

30

20

10

0Amsterdam Rotterdam Utrecht Den Haag Nederland

0 tot 15 jaar 15 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 jaar en ouder

%

Page 54: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

56 CentraalBureauvoordeStatistiek

westerseherkomst. InNoord-Hollandligtdataandeelmet17procent iets lager.Ook in Flevoland wonen met 18 procent relatief veel niet-westerse allochtonen,vooralinAlmere.Limburgheefthethoogsteaandeelwesterseallochtonen.DitzijnvooralDuitsersenBelgendieindegrensstreekwonen.Indenoordelijkeprovincieswonenrelatiefweinigallochtonen.

2.6 Conclusie

Op1januari2010waseenopdevijfinwonersvanNederlandallochtoon.Dehelftvan hen is in Nederland geboren en behoort daarmee tot de tweede generatie.Hetaandeelniet-westerseallochtonenindetotalebevolkingisdeafgelopentienjaarlangzaamtoegenomenvan9naar11procent.Tweederdevanhenbehoorttoteenvandevier‘klassiekeherkomstgroepen’diezichvoornamelijksindsdejarenzestiginNederlandgevestigdhebben.BijnadehelftvandeTurkenenietsmeerdandehelftvandeMarokkaneninNederlandisvandetweedegeneratie.IndeSurinaamseenAntilliaanseherkomstgroepenzijndaterruimvieropdetien.Deklassiekeherkomstgroepengroeienvooraldoordetweedegeneratie:in2009namhunaantalmetbijna17duizendpersonentoeterwijldeeerstegeneratienogmetenkeleduizendengroeide.Hetaandeelwesterseallochtonenis9procentgebleven.EentoenemendaandeelisafkomstiguitOost-Europa.Allochtonenuitdezelandenmakennusamen7procentuitvanhetaantalwesterseallochtonen.HetaantalPolenvormtmet77duizendveruitdegrootstegroepvanOost-Europeseherkomst.

2.19 Aandeel allochtonen per provincie, 1 januari 2009

Bron: Bevolkingsstatistieken.

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18

Flevoland

Zuid-Holland

Noord-Holland

Utrecht

Noord-Brabant

Overijssel

Gelderland

Groningen

Limburg

Zeeland

Friesland

Drenthe

%

Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen

Page 55: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 57

Ondanksdeeconomischecrisisdieeind2008inzette,washetaantalimmigrantenin2009met146duizendnogietshogerdanin2008.Datwasvooralhetgevolgvaneen toenemende instroom van asielmigranten uitAfghanistan, Irak en Somalië.Deafgelopenjarennamdanookhetaantalniet-westerseimmigrantentoe.Doorde economische omslag kwamen er wel minder arbeidsmigranten naar onsland.Onderanderehierdoorisaande jaarlijksestijgingvanhetaantalwesterseimmigranten, die door de uitbreiding van de EU en de gunstige economischeomstandighedenin2005inzette,in2009eeneindegekomen.Evenalsin2008waserin2009eenvestigingsoverschot:erzijnmeermensennaarNederlandgekomendanervanuitNederlandnaarhetbuitenlandvertrokken.

Hoewelhetaandeelgezinsmigrantendeafgelopenjarenisgedaald,washetin2009voorruim40procentvandeniet-westerseimmigrantenhetbelangrijkstemotiefomnaarNederlandtekomen.Hetaantalasielmigrantenisdelaatstejarenweerlichttoegenomen,terwijlooksteedsmeerniet-westersemigrantennaarNederlandkomenomtewerkenoftestuderen.In2008en2009kwam1opde3niet-westersemigranten voor arbeid of studie naar Nederland, terwijl dat tien jaar geleden 1opde9was.In2009kwamen12,2duizendarbeidsmigrantenenstudentennaarNederland.Tienjaargeledenwarendaternog5,0duizend.

De emigratie van niet-westerse allochtonen is in 2009 verder gedaald tot36 duizend. Het saldo van de migratie (immigratie minus emigratie) van niet-westerseallochtonenisin2009evenalsin2008positiefenlagopbijna20duizend.Een aanzienlijk deel van de dalende emigratie onder niet-westerse allochtonenkomt voor rekening van de vier traditionele herkomstlanden. De emigratie vanwesterseallochtonenisdelaatstejarenjuisttoegenomen.Onderniet-westerseeerstegeneratieallochtonenzijnhetvooralde studentendieemigreren, bij tweedegeneratieallochtonen zijn relatief de meeste emigrantenonder personen die als voornaamste inkomstenbron een uitkering hebben. Hetlijkteropdathethebbenvanwerk,eenopleidingeneenfamiliebanddekansenopemigratieverkleint.HetzijninelkgevalnietdegenenmetdebestekansendieNederlandverlaten.

Op1januari2009teldeNederland7,3miljoenhuishoudens,waarvan1,5miljoenhuishoudens allochtoon zijn. Het aandeel eenpersoonshuishoudens ligt bijallochtonehuishoudensrelatiefhoog,metnameindegroependieeenrecenteremigratiegeschiedeniskennen.Inde475duizendeenouderhuishoudensisdeouderrelatiefvaakvanniet-westerseallochtoneherkomst.

In 2009 zijn in Nederland bijna 30 duizend mensen van allochtone herkomstgetrouwd. Sinds 2004, toen de regels voor migratiehuwelijken werdenaangescherpt,gaathetdaarbijmindervaakomeenmigratiehuwelijk.Hetaandeelmigratiehuwelijken van Turken en Marokkanen nam het sterkst af onder de

Page 56: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

58 CentraalBureauvoordeStatistiek

tweedegeneratie.Weltrouwtookvanheneenruimemeerderheidmeteenpartneruitdezelfdeherkomstgroep

DestijgingvanhetgemiddeldekindertalinNederlandkomtgeheelvoorrekeningvan autochtone vrouwen. Vooral onder niet-westerse allochtonen van de eerstegeneratie daalde het kindertal juist. Vrouwen van de tweede generatie krijgenminder kinderen dan hun moeders; hun kindertal is vergelijkbaar met datvan autochtonen. Ook de gemiddelde leeftijd waarop niet-westerse allochtonevrouwenvandetweedegeneratiekinderenkrijgen,komtsteedsmeerindebuurtvanautochtonemoeders.

Deniet-westerseallochtonebevolkinginNederlandissterkgeconcentreerdindeviergrotesteden.Vieropdetienpersonenvanniet-westerseherkomstwoontinAmsterdam,Rotterdam,DenHaagofUtrecht.VandeAmsterdamseenRotterdamsekinderenonderde15jaarismeerdandehelftvanniet-westerseherkomst.OokinDenHaagisdatbijnadehelft,inUtrechteenderde.

Literatuur

Agtmaal-Wobma,E.van(2009,2november).Eindeaandalingmigratiehuwelijken.CBS-Webmagazine.

Agtmaal-Wobma,E.van,enM.vanHuis(2008).Derelatietussenvruchtbaarheidenopleidingsniveauvandevrouw.Bevolkingstrends,56(2),32–41.

Garssen J. enH.Nicolaas (2008).Trends in cohort fertilityof secondgenerationTurkish and Moroccan women in the Netherlands: strong adjustment to nativelevels.DemographicResearch19(33),1249–1280.

Nicolaas,H.,(2009,14december).Ruim1,1miljoenNederlandersmetmeervoudigenationaliteit.CBS-Wegmagazine.

Sprangers,A.enH.Nicolaas(2010).StijgingaantalasielzoekersinNederlandietsgroterdaninEU.Bevolkingstrends,58(2),25–28.

WODCenINDIAC(2009).Internationalegezinsvormingbegrensd.Eenevaluatievandeverhogingvandeinkomens-enleeftijdseisbijmigratievanbuitenlandsepartnersnaarNederland.DenHaag:WetenschappelijkOnderzoeks-enDocumentatiecentrum.

Zorlu,A.enT.Traag(2005).Opleidingsniveauentaalvaardigheid.In:JaarrapportIntegratie2005(pp.44–56).DenHaag:SCP/WODC/CBS.

Page 57: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 59

Figuren en tabellen in de bijlage op de CBS-internetsite

FiguurB2.1 Ontwikkeling aantallen westerse en niet-westerse allochtonen,1januari

FiguurB2.2 Leeftijdssamenstellingnaarherkomstgroep,1januari2010FiguurB2.3 GezinsherenigingengezinsvormingvanTurkenenMarokkanenFiguurB2.4 Aandeeleenouderhuishoudens,1januariFiguurB2.5 Aandeelperbevolkingsgroepdatineenvandeviergrotesteden

woont,1januari

TabelB2.1 EersteasielverzoekeninNederlandnaarnationaliteitTabelB2.2 De kansverhouding (odds ratio’s) van de niet-westerse eerste

generatie om te emigreren, gecorrigeerd voor achtergrond-kenmerken,2007

TabelB2.3 De kansverhouding (odds ratio’s) van de niet-westerse tweedegeneratie om te emigreren, gecorrigeerd voor achtergrond-kenmerken,2007

TabelB2.4 Huishoudens naar herkomstgroep referentiepersoon en type,1januari2009

Page 58: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 61

3. OnderwijsIndeintegratievanbevolkingsgroepenspeeltonderwijseenbelangrijkerol.Eengoedeopleidinggeeftbeterekanseninsociaaleconomischopzicht.Hetverwervenvankennisenvaardighedenkaneengoedepositieopdearbeidsmarktopleveren.Daarnaastbiedtonderwijsookkansenvoorintegratieinsociaal-cultureelopzicht.Binnenhetonderwijskunnendeverschillendebevolkingsgroepenmetelkaar incontactkomenenlerenvanelkaarsachtergrondencultuur.In dit hoofdstuk komen verschillende aspecten van onderwijs in relatie totintegratieaanbod.Hethoofdstukstartmetdebeschrijvingvande schoolkleur,dataangeefthoehetstaatmetdesegregatieinhetonderwijs.Inhoeverrekunnende verschillende herkomstgroepen binnen het onderwijs met elkaar in contactkomen?Daarnakomtdeinvloedvandetaaldieniet-westerseallochtonenthuissprekenopdescoresvandeCitotoetsaanbod.Hieropvolgteenbeschrijvingvandedeelnamevanautochtonenenniet-westerseallochtonenaandeverschillendeonderwijssoorten met aandacht voor stroom- en cohortgegevens. Specialeparagrafenzijndaarnaastgerichtopvoortijdigschooluitval,degekozenrichtingenbinnen de onderwijssoorten en de arbeidsmarktsituatie van schoolverlaters metenzonderstartkwalificatieperonderwijsniveau.Hethoofdstukeindigtmeteenoverzichtvanhetopleidingsniveauvandebevolkingvan25tot65jaar.

3.1 Segregatie in het onderwijs

Inhetbasis-en inhetvoortgezetonderwijs isal jarensprakevaneenongelijkeverdeling van leerlingen naar herkomstgroep over de scholen. Idealiter vormtde leerlingpopulatie van een school een weerspiegeling van de samenstellingvandebevolking indeomgevingvandeschool.De laatste jarenkomensteedsmeer initiatieven in de publiciteit om de segregatie in het onderwijs tegen tegaan,zowelvanuitdeoverheidendescholenalsparticulierinitiatiefvanouders.Voorbeeldenhiervanzijneengedifferentieerdaannamebeleidendevormingvanscholencarrousels en vriendschapsscholen (Regioplan, 2010). Deze acties zijnvooral van toepassing op het basisonderwijs, dat veel kleinschaliger is dan hetvoortgezetonderwijsenvaakeenkleinerverzorgingsgebiedheeft.Debasisscholenzijn voor hun leerlingpopulatie meer gebonden aan de buurt waarin zij staan(Hartgers, 2008). In het voortgezet onderwijs hangt de keuze voor een school(-vestiging)vooreengrootdeelsamenmetdekeuzevooreenonderwijssoortendus met het schooladvies van de leerling. Daar zijn het vooral de scholen voorvmbodieeenhoogpercentageniet-westersallochtoneleerlingenhebben,terwijlgymnasiaenscholenvoorhavo/vworelatiefveelautochtoneleerlingentellen.Dekleurvandescholeninhetvoortgezetonderwijshangtdusinsterkematesamenmet het verschil in onderwijsniveau van autochtone en niet-westers allochtoneleerlingen(zieookparagraaf3.3).

Page 59: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

62 CentraalBureauvoordeStatistiek

Vooral veel gekleurde scholen in de RandstadInhetschooljaar2009/’10had8procentvandeschoolvestigingenvoorvoortgezetonderwijs in Nederland meer dan 50 procent leerlingen met een niet-westersallochtoneachtergrond(zogenaamdegekleurdescholen).Dehelftvandezescholentelde meer dan 80 procent van deze leerlingen. In de vier grote steden wonenrelatief veel niet-westerse allochtonen. Daar is het aandeel gekleurde scholendanookveelhoger:bijnadehelftvandescholenteldemeerdan50procentniet-westersallochtoneleerlingeneneenkwartmeerdan80procent.InAmsterdamisdehelftvandeleerlingenophetvoortgezetonderwijsvanniet-westersallochtoneherkomst, inRotterdam43procent.Tochis inRotterdammeerdandehelftvande scholen gekleurd, en in Amsterdam nog net niet de helft. Bovendien heefteengemiddeldeniet-westersallochtoneleerlinginAmsterdamnaarverhoudingongeveer evenveel niet-westers allochtone schoolgenoten als in Rotterdam.De gemiddelde autochtone leerling in Amsterdam heeft echter een beduidendhoger percentage niet-westers allochtone medescholieren dan de gemiddeldeRotterdamseautochtoneleerling.InAmsterdamisdesegregatiedusmindergrootdaninRotterdam.

3.1 Aandeel niet-westers allochtone schoolgenoten in het voortgezet onderwijs 2009/’10* 1)

Bron: Onderwijsstatistieken.1) Voortgezet onderwijs exclusief het praktijkonderwijs.

0 10 20 30 40 50 60 70

niet-westerse allochtonen

Niet-westerse allochtonen in vo

Niet-westerse allochtoneschoolgenoten van

autochtonen

%

Overig Nederland Utrecht

Den HaagRotterdamAmsterdam

Page 60: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 63

Voorzichtige afname onderwijssegregatie in voortgezet onderwijsSinds2005/’06lijktdesegregatieinhetvoortgezetonderwijsietstezijnafgenomen.Hetverschiltussenautochtoneenniet-westersallochtoneleerlingenmetbetrekkingtothetpercentageniet-westersallochtoneschoolgenotennamietsaf.Hetaandeelscholenmetmeerdan50procentniet-westersallochtoneleerlingensteegiets.Hetaandeelscholenmetmeerdan80procentniet-westersallochtoneleerlingennamechterniettoe.

3.2 Eindtoets Basisonderwijs

Veelleerlingenmakenaanheteindvangroep8vandebasisschooldeEindtoetsBasisonderwijs,beterbekendalsdeCitotoets.Descoreopdezetoetsspeeltvaakeenrolbijdekeuzevandeleerlingenvoorhetsoortonderwijsdatzijgaanvolgenophetvoortgezetonderwijs.In2008deed85procentvandebasisscholenmeeaandeCitotoets.

Minder taal- en rekenvaardigheden aan einde basisonderwijs voor niet-westers allochtone leerlingen

Leerlingen van niet-westers allochtone herkomst beantwoordden in 2008 aan-zienlijk minder vragen goed dan autochtone en westers allochtone leerlingen.Datgoldvooralvoorhetonderdeeltaal,maarookbijrekenen-wiskundewashet

3.2 Gemiddeld percentage vragen goed op Eindtoets basisonderwijs van Cito naar taal die thuis gesproken wordt, 2008

Bron: Cito, CBS/Onderwijsstatistieken.

560 58 60 62 64 66 68 70 72 74 76 %

Nederlands

Niet Nederlands

Nederlands

Niet Nederlands

Nederlands

Niet Nederlands

Nederlands

Niet Nederlands

Nederlands

Niet Nederlands

Overig niet-westers

Antillianen/Arubanen

Surinamers

Marokkanen

Turken

Rekenen-wiskunde Taal

Autochtonen

Page 61: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

64 CentraalBureauvoordeStatistiek

verschil groot. Autochtone leerlingen hadden voor taal en rekenen gemiddeldrespectievelijk75en73procentvandevragengoed,terwijlniet-westersallochtoneleerlingenopbeideonderdelengemiddeld67procentgoedscoorden.Vandeviergroteniet-westerseherkomstgroepenscoordendeTurkseleerlingenhetlaagstoptaal(63procentgoed)enhethoogstoprekenen(66procentgoed).Meisjesscorentraditioneel hoger op het taaldeel en lager op het rekenendeel dan jongens. Bijleerlingen van niet-westers allochtone herkomst zijn deze verschillen nog ietsgroterdanbijautochtoneleerlingen.

Betere taal- en rekenresultaten als thuis Nederlands wordt gesprokenSurinaamseenAntilliaanseleerlingenzijnbeterintaaldanTurkseenMarokkaanseleerlingen.DitkomtvooraldoordatzijveelvakerthuisNederlandssprekendanTurkseenMarokkaansekinderen.VandeSurinaamseleerlingenspreekt94procentthuisvoornamelijkNederlandsenvandeAntilliaanseleerlingen77procent1).VandekinderenvanTurkseherkomstdie in2008meededenaandeCitotoets sprakminder dan de helft thuis voornamelijk Nederlands. Bij hen en bij de kinderenmeteenMarokkaanseachtergrondlijkthetthuissprekenvandeNederlandsetaalvooralgunstigtezijnvoorhetonderdeeltaal.Deverschillenopderekentoetszijnmindergroot.Deverschillenindegemiddeldescoresoptaalenrekenentussenleerlingen die thuis al dan niet Nederlands spreken zijn onder Surinaamse enAntilliaanseleerlingenhetgrootst.Overigniet-westersallochtoneleerlingenscorengemiddeldhogeropdeCitotoetsdan leerlingen van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse enAntilliaanse herkomst.Hetgemiddeldpercentagevragendatzijgoedhebbenbeantwoordopzoweldetaal-alsderekentoetswasin200871procent.TotdezegroepbehorenondermeerIraanseenAfghaansekinderen,diehetookinhetverdereonderwijsrelatiefgoeddoen (zie hoofdstuk 10). De kinderen uit deze groep spreken thuis ook vakerNederlandsdandekinderenvanMarokkaanseenTurkseherkomst.

3.3 Voortgezet onderwijs

Na het basisonderwijs gaan de meeste leerlingen naar een brugklas in hetvoortgezetonderwijs(vo).Hetadviesvandebasisschool,vaakondersteunddooreentoets,bepaaltmeestalinwelkebrugklashetkindkomttezitten.Daarnazijnhet de schoolresultaten die bepalen in welke onderwijssoort de schoolloopbaanwordt vervolgd. In het derde leerjaar van het vo hebben de meeste leerlingende definitieve keuze gemaakt; er zitten dan nog maar weinig leerlingen in eengemeenschappelijkleerjaar.In2009/’10teldehetvoortgezetonderwijs,exclusief

1) Detaaldiebijdeleerlingenthuiswordtgesproken,isdoordeleerkrachtingevuldophetantwoordblad1etoetsdagvandeEindtoetsBasisonderwijsvanCito.Bijongeveer3procentvandeleerlingenisdethuistaal niet ingevuld. In deze groep zijn de allochtonen oververtegenwoordigd. Cito heeft geenmogelijkheidomdejuistheidvandeingevuldethuistaaltecontroleren.

Page 62: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 65

het praktijkonderwijs, ruim 900 duizend leerlingen, waarvan 194 duizendleerlingen in het derde leerjaar. Van de leerlingen in het derde leerjaar van hetvowas15procentniet-westersallochtoon:3procentvandeeerstegeneratieen12procentvandetweedegeneratie.

Niet-westerse allochtonen vaak in laagste niveau vmboDe verdeling naar onderwijssoort in het derde leerjaar verschilt naar herkomst.Autochtonen zitten vaker in havo en vooral meer in vwo dan niet-westerseallochtonen. In 2009/’10 zat van de autochtone leerlingen in leerjaar 3 bijna dehelftophavoofvwo,tegenovernoggeenderdevandeniet-westerseallochtonen.Omgekeerd volgen niet-westerse allochtonen veel vaker dan autochtoneneen opleiding in het vmbo en dan met name in het laagste niveau, de basis-beroepsgerichte leerweg (vmbo-b). Dit geldt voor alle onderscheiden herkomst-groepen. De achterstand van niet-westerse allochtonen van de eerste generatieis iets groter dan die van de tweede generatie, maar het verschil tussen beidegeneratiesisdeafgelopenzesjaarafgenomen.

Achterstand niet-westerse allochtonen in leerjaar 3 wordt kleinerSinds 2003/’04 zijn zowel autochtonen als niet-westerse allochtonen gestegeninhetonderwijsniveaudatze inhetderde leerjaarvolgen.Doordatdegroeibijniet-westerse allochtonen iets groter was, hebben zij hun grote achterstand opautochtonenietsverkleind.Bijautochtonenwassprakevaneenlichtestijgingvan

3.3 Verdeling voortgezet onderwijs leerjaar 3 naar onderwijssoort

Bron: Onderwijsstatistieken.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

2009/’10*

2003/’04

2009/’10*

2003/’04

2009/’10*

2003/’04

2009/’10*

2003/’04

2009/’10*

2003/’04

2009/’10*

2003/’04

2009/’10*

2003/’04

Autochtonen

Niet-westerse allochtonen

WaarvanTurken

Marokkanen

Surinamers

Antillianen/Arubanen

overig niet-westers

%

Vmbo gemengd en theoretisch Havo/vwo

Vmbo-basisberoeps Vmbo-kaderberoeps

Page 63: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

66 CentraalBureauvoordeStatistiek

hetonderwijsniveau:hetaandeelleerlingenophavo/vwonamtoevan46procentin2003/’04tot49procentin2009/’10,terwijlhetaandeel invmbo-bafnamvan15 tot 11 procent. De ontwikkeling bij niet-westerse allochtonen was groter envondplaatsopalleniveaus.Zodaaldehetaandeelleerlingeninhetlaagstevmbo-niveau (vmbo-b) sterk, van 32 naar 22 procent. Daar tegenover staat een lichtestijginginalleoverigeniveaus.Dezeontwikkelinggeldtvooralleonderscheidenniet-westerse herkomstgroepen, maar is het sterkst bij de overig niet-westerseallochtonen. Deze groep verschilt in de verdeling over de onderwijsniveaus inleerjaar3nogmaarweinigvanautochtoneleerlingen(zieookhoofdstuk10).

Turkse en Marokkaanse vmbo-gt leerlingen stapelen vaakAlnaargelangaanleg,motivatie,enanderekenmerkenenomstandighedenvolgenleerlingenhunwegdoorhetonderwijs.Ookbijeenuiteindelijkzelfdeeindpuntvolgt niet elke leerling dezelfde route. Een leerling kan bijvoorbeeld een havo-diplomahalennavijfjaarvoortgezetonderwijs.Eenandereleerlingdoetdaarzesjaarover.Daarnaastkaneenleerlingopstromendoorhethavo-diplomatehalennahetvmbo-diplomavandetheoretischeleerweg(vmbo-t).Omgekeerdkomthetvoordateenleerlingineersteinstantieeentehogekeuzevooreenonderwijssoortmaakt.Dezeleerlingstroomtdantussentijdsaf,bijvoorbeeldvanvwonaarhavo.Deschoolloopbanenvanleerlingeninhetvoortgezetonderwijskunnengevolgdwordenmetbehulpvaneencohort.Dezeparagraafbeschrijftdeeerstevijfjaarvanhetbrugklascohort2004/’05(zieookStroucken,2009).

3.4 Onderwijspositie in 2008/’09 na start in de brugklas voortgezet onderwijs in 2004/’05

Bron: Onderwijsstatieken.1) Brugklas avo: vmbo-gemengd/theoretisch, havo, vwo.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Autochtonen Niet-westerse allochtonen Autochtonen Niet-westerse allochtonen

Totaal leerlingen in startjaar Brugklas avo in startjaar 1)

%

In vwo zonder vertraging

In havo zonder vertraging

In vwo met vertraging

In havo met vertraging

In vmbo (met vertraging)

Uit vo met diploma

Uit vo zonder diploma

Page 64: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 67

Niet-westersallochtoneleerlingenlopenvakervertragingopinhungangdoorhetvoortgezetonderwijsdanautochtoneleerlingenenzestromenookvakerzonderdiplomauithetvoortgezetonderwijs.Anderzijdshebbenzijvakerdanautochtonenbinnenvierjaareendiplomabehaald.Ditkomtdoordatniet-westersallochtonenvakereenopleidinginhetvmbovolgen,datnavierjaarkanwordenafgesloten.Stapelenvandiploma’swordtvakergedaandoorniet-westersallochtonendandoorautochtonen,vooraldoorleerlingenvanTurkseenMarokkaanseherkomst.Uithetbrugklascohort2004/’05gingvandeonvertraagdeleerlingendiein2007/’08hunvmbo-diplomahaaldeneenjaarlatergemiddeld21procentnaardehavo.VandeTurkseenMarokkaanseleerlingenwasditrespectievelijk27en30procent.

Autochtone leerlingen vaker zonder vertraging door havo/vwoAutochtonen en niet-westerse allochtonen verschillen al bij de start in hetvoortgezetonderwijsinhetonderwijsniveauvandebrugklas.In2004/’05startte55procentvandeautochtoneleerlingenen40procentvandeleerlingenmeteenniet-westers allochtone achtergrond in een brugklas van het type avo (vmbo-gemengdeentheoretischeleerweg–havo–vwo).Vandezebrugklasleerlingenzatvandeautochtoneleerlingenvierjaarlater68procentinhavoofvwoenvandeniet-westersallochtoneleerlingen56procent.Bijnadriekwartvandeautochtoneleerlingeninhavo/vwohaddaarbijgeenvertragingopgelopen,tegen63procentvandeniet-westerseallochtoneleerlingeninhavo/vwo.Zijzatendusinmiddelsinhetvijfdeleerjaar.Relatief meer niet-westerse allochtonen dan autochtonen startten in 2004/’05 ineenvmbo-beroepsgerichtebrugklas(vmbo-bk:debasis-enkaderberoepsgerichteleerwegenvanhetvmbo).Negenvandetienvmbo-bkleerlingenwarenvierjaarlater al uit het voortgezet onderwijs gestroomd. Hierbij is nauwelijks verschiltussendeherkomstgroepen.Hetaandeelleerlingendatditdeedmeteen(vmbo-)diploma op zak verschilt wel per herkomstgroep. Van de autochtone leerlingenwasdit84procentenvandeniet-westerseallochtonen71procent.Ongeveerdehelftvandeongediplomeerdeuitstromersdeeddaarnaweleenopleidinginhetmbo(Stroucken,2009).

Antillianen in havo en vwo hebben relatief hoge slagingspercentages Hetaandeelexamenkandidatendatslaagtvoorhetvo-examen isbijautochtoneleerlingen hoger dan bij niet-westers allochtone leerlingen. Dat geldt voor alleonderwijssoorteninhetvo,maarhetverschilishethoogstinhavoenvwo.Vandeautochtoneexamenkandidateninhetvwoin2008/’09slaagde92procent, tegen80procentvandeniet-westersallochtonekandidaten.Deslagingspercentagesindehavobedroegenrespectievelijk88en76procent.Ookinhetvmbo-gt(gemengdeen theoretische leerweg) en vmbo-k (kaderberoepsgerichte leerweg) slaagdenautochtoneeindexamenkandidatenvaker;respectievelijk8en7procentpunt.Indebasisberoepsgerichteleerwegvanhetvmbo(vmbo-b),waarhetslagingspercentagevoorallegroepenruimbovende90procentlag,washetverschilhetkleinst.Drie

Page 65: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

68 CentraalBureauvoordeStatistiek

jaar eerder, in 2005/’06, waren de verschillen vergelijkbaar groot.Alleen in hetvmbo-bishetverschilgehalveerd.Turkse jongens en meisjes die examen deden slaagden in alle onderwijsniveausvanhetvohetminstvaak.Vooralinhavo(68procent)envwo(70procent)washet aandeel geslaagden onder Turkse examenkandidaten in 2008/’09 erg laag.Antilliaanse examenkandidaten deden het juist in havo en vwo erg goed. Metslagingspercentagesvan86en89procentkwamenzeindebuurtvanderesultatenvanautochtoneexamenkandidaten.

Allochtone leerlingen kiezen vaker voor hoogst mogelijke vervolgopleidingNiet-westerse allochtonen die een diploma halen in het voortgezet onderwijsvervolgenhunopleidingvakerophethoogsteniveaudatmetdatdiplomakanworden gevolgd dan autochtonen. Eerder werd al duidelijk dat zij binnen hetvoortgezet onderwijs vaker ‘stapelen’. De overgang van leerjaar 2008/’09 op2009/’10laatziendatditnietalleenvoordedoorstroomvanvmbo-gtnaarhavogeldt,maarookvoordievanhavo-gediplomeerdennaarvwo.Verderblijktdatniet-westerse allochtonen met een havo-diploma bijna niet naar het mbo gaan(zieookJenje-Heijdel,2010;CBS,2010b).Vanhengaat83procentdirectdoornaarhet hoger beroepsonderwijs (hbo), van de autochtone havo-gediplomeerden isdat78procent.VooralTurkseenMarokkaansegediplomeerdenkiezenvaakvooreenhbo-opleidingnadehavo.Ooknahetbehalenvanhetvwo-diplomakiezenniet-westerse allochtonen vaker voor de hoogst mogelijke vervolgopleiding.Autochtonen, vooral autochtone meisjes, kiezen na het vwo vaker voor eenopleidinginhethboinplaatsvanhetwetenschappelijkonderwijs(wo).

3.4 Middelbaar beroepsonderwijs

Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) telde in 2009/’10 meer dan een halfmiljoendeelnemers.Daarvanwas20procentvanniet-westersallochtoneherkomst.Datismeerdanhetovereenkomstigeaandeel(17procent)indebevolkingvan17tot21jaar,deleeftijdvandemeestembo’ers.

Twee derde van Marokkaanse meisjes van 18 jaar in mboNiet-westerseallochtonennemenin2009/’10opelkeleeftijdrelatiefvakerdeelaanhetmbodanautochtonen.Op18-jarigeleeftijdwashundeelnamemet54procenthethoogst.Vandeautochtonebevolkingzat45procentvande17-en18-jarigenop het mbo. In de jongste leeftijdsgroepen zijn de Turken en Marokkanen inverhoudinghetmeestvertegenwoordigd,vooraldemeisjes.VandeMarokkaansemeisjesvan18jaarvolgdetweederdeeenopleidinginhetmbo.DedeelnemersmeteenAntilliaanseachtergrondzijnvaakwatouderdandegemiddeldembo’er.

Page 66: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 69

Tenopzichtevan2005/’06isderelatievedeelnamevanniet-westerseallochtonentussende20en30jaartoegenomen.OnderTurksemeisjessteeghetaandeelvan20-en21-jarigenzelfsmet7procentpunten.OoknamderelatievedeelnamevanTurksemeisjeonderde20jaartoe.Zezijndaarmeein2009/’10bijnanetzovaakinhetmbotevindenalsdeMarokkaansemeisjes.

Drie kwart van Surinaamse meisjes in mbo op hoogste niveausHetmbokentvierniveaus.Heteersteniveau,deassistentopleiding,ishetlaagsteniveau. Een diploma van dit niveau geeft nog geen startkwalificatie voor dearbeidsmarkt(zieparagraaf3.5).Binnenhetmbovolgenniet-westerseallochtonenvaker lagere niveaus dan autochtonen, net als in het voortgezet onderwijs (zieparagraaf 3.3). Van de autochtone deelnemers aan het mbo volgde in 2009/’10bijna drie kwart een opleiding op een van de twee hoogste niveaus, tegenover62procentvandeniet-westersallochtonembo-deelnemers.Vandeniet-westerseherkomstgroepen volgen Surinamers met 68 procent het vaakst de hoogsteniveaus.Meisjesvolgeninhetmboietsvakerdehogereniveausdanjongens.Datgeldtvooralleherkomstgroepen.Vandeniet-westersallochtone jongensophetmbovolgteenopde tiendeassistentopleiding tegeneenopde twintigmeisjesvanniet-westersallochtoneherkomst.DehelftvandeAntilliaansejongensophetmbodeedeenmbo-opleidingophetlaagsteofeennalaagsteniveau.DriekwartvandeSurinaamsemeisjesvolgdejuisteenopleidingopeenvanhoogsteniveaus.Van de autochtone meisjes was dat 80 procent. Tweede generatie niet-westerse

3.5 Deelname aan het middelbaar beroepsonderwijs per leeftijdsjaar, 2009/’10

Bron: Onderwijsstatistieken.

0

10

20

30

40

50

60

70

16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27

% van de betreffende herkomstgroep in de bevolking

Turkse en Marokkaanse vrouwen Turkse en Marokkaanse mannen

Surinaamse en Antilliaans/Arubaanse vrouwen Surinaamse en Antilliaans/Arubaanse mannen

Autochtone vrouwen Autochtone mannen

Page 67: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

70 CentraalBureauvoordeStatistiek

jongerenophetmbovolgengemiddeldeenhogerniveaudandeeerstegeneratie.Hetverschiltussendegeneratiesishetgrootstbijdejongens.

Niet-westersallochtoneleerlingenstartenbinnenhetmboweliswaarvakerindelagereniveaus,maarstromenperstartniveauvakeropnaarhogereniveausdanautochtonen.Datgeldtvooralvoorniet-westersallochtonemeisjes.Niet-westersallochtone jongens verlaten beduidend vaker het mbo zonder een diploma tehebbenbehaald.Ditblijktuitgegevensvanhetcohortleerlingendatin2005/’06inhetmboisgestartenhetjaarervooronderwijs(vo)volgde.

Helft van niet-westers allochtone starters op hoogste niveau mbo haalt binnen 4 jaar diploma

Vandedeelnemersdie in2005/’06begonnenmeteenopleidingophethoogstembo-niveau, de middenkader- of specialistenopleiding, was in 2009/’10 ruimde helft met een diploma op dat niveau vertrokken. Dit waren relatief vakerautochtonen dan niet-westerse allochtonen. Een klein deel was uit het mbogestroomdmeteendiplomaopeenlagerniveau.Ongeveereenkwartvanbeidegroepenvolgdenogonderwijsinhetmbo.Demeestenophetvierdeniveau,maarook een deel op niveau 3 en 2. Meer niet-westers allochtone starters in mbo-4danautochtonenwaren inmiddelszonderdiplomauithetmbovertrokken.Hetgaathierbijomrelatiefveelniet-westersallochtonejongens.Verderhaddendezejongens veel minder vaak een mbo-4 diploma behaald en volgden zij evenalsautochtonejongensvakernogeenopleidinginhetmbo.Naeenstartindevakopleidingvanhetmbo(niveau3)halenvrijveeldeelnemersuiteindelijk een diploma op het vierde niveau. Uit cohort 2005/’06 waren het

3.6 Verdeling van mbo-deelnemers naar niveau, 2009/’10*

Bron: Onderwijsstatistieken.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

overigniet-westers

Antillianen/Arubanen

Surinamers

Marokkanen

Turken

Niet-westerseallochtonen

Waarvan

Autochtonen

%

Assistentopleiding (niveau 1)

Vakopleiding (niveau 3)

Basisberoepsopleiding (niveau 2)

Specialisten-/middenkaderopleiding (niveau 4)

Page 68: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 71

vooral niet-westerse allochtonen die op deze manier opstroomden. In 2009/’10had35procentvanhenaleendiplomaophetvierdeniveaubehaald,terwijlnogeens20procentonderwijsvolgdeopditvierdeniveau.Vandeautochtonenwasditrespectievelijk30en17procent.Autochtonenwarenvakermeteenmbo-3diplomauithetmbogestroomd.Deuitstroomzonderdiplomawaswelweerhogerbijdeniet-westerseallochtonen.

Kwart van niet-westers allochtone meisjes kan na start in mbo-2 een mbo-4 diploma halen

In 2005/’06 startte 40 procent van de niet-westers allochtone mbo’ers in debasisberoepsgerichte opleiding (niveau 2). In 2009/’10 had bijna zes op de tieneen diploma op tenminste het tweede niveau behaald tegen zeven van de tienautochtonen.Eendeelvandezediploma’swasvaneenhogerniveaudanniveau2,meestalvandevakopleiding(niveau3).Autochtonenhaddenin2009/’10alvakereen diploma op een hoger niveau behaald dan niet-westerse allochtonen. Niet-westerse allochtonen volgden vaker dan autochtonen nog een opleiding in hetmbo.Veelvanhenhaddeninmiddelsaleendiplomabehaaldengingenvooreendiplomaopeenhogerniveau.Vooralmeisjesvanniet-westersallochtoneherkomstwarennaeenstartophettweedeniveauopgestroomdnaarhetderdeenhetvierdeniveauvanhetmbo.Eenkwartvandestartendeniet-westersallochtonemeisjesin

3.7 Onderwijspositie in 2009/’10 na start in het mbo (vier niveaus) in 2005/’06

Bron: Onderwijsstatistieken.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Autochtonen

Niet-westerse allochtonen

Autochtonen

Niet-westerse allochtonen

Autochtonen

Niet-westerse allochtonen

Autochtonen

Niet-westerse allochtonen

Assistentopleiding (niveau 1)

Basisberoepsopleiding (niveau 2)

Vakopleiding (niveau 3)

Middenkader-/specialistenopleiding (niveau 4)

%

Uit mbo met diploma niveau 2

Uit mbo met diploma niveau 3 Uit mbo met diploma niveau 4 Nog in mbo op niveau 1/2

Nog in mbo op niveau 3/4

Uit mbo zonder mbo-diploma Uit mbo met diploma niveau 1

Page 69: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

72 CentraalBureauvoordeStatistiek

niveau2hadin2009/’10ofaleendiplomaopniveauvierbehaald,ofvolgdenogonderwijsopditniveau.Voordeniet-westersallochtonejongenswasdit18procenten voor autochtone mbo’ers 13 procent. De uitstroom zonder diploma was ookvanuitditniveauweerhethoogstvoordeniet-westersallochtonejongens.

Niet-westerse jongens haken relatief vaak af op laagste niveau mboMaarweinigjongerenkiezendirectnahetvoinhetmbovoordeassistentopleiding.Dezeopleidingopheteersteniveauwerdin2005/’06door4procentvandedirectuithetvoafkomstigeeninhetmbostartendeautochtonenen11procentvandeniet-westerse allochtonen (meest jongens) gevolgd. Het is een korte opleidingdie vaak maar een half jaar duurt en geen startkwalificatie geeft. In 2009/’10warenzevenvandetienstartersinditniveauuithetmbogestroomd.Demeestezonderstartkwalificatie,waarvanbijnadehelftookzondereendiplomavandeassistentopleiding(vooralniet-westersallochtonejongens).Ruimviervandetienstarterszijnnadeassistentopleidingverdergegaaninhetmbo;relatiefveelniet-westersallochtonemeisjesenweinigniet-westersallochtonejongens.Eendeelvanhenwasin2009/’10almetdiplomaopmetnamehettweedeniveauuitgestroomd.Vandestartersindeassistentopleidingvallendeniet-westersallochtonejongenshetmeestopinnegatievezin.Zijvolgdenrelatiefvaakeenopleidingopditlaagstembo-niveau,zevielenhetmeestzonderdiplomauit,zehaaldenhetminstvaakeendiplomaopeenhogerniveauenalszenogmbo-onderwijsvolgdendedenzedatmeestalniethogerdandebasisberoepsopleiding(niveau2).

Turkse en Marokkaanse jongens relatief vaak na mbo-4 door naar hboVan de mbo’ers die in 2008/’09 een diploma haalden op het hoogste niveau,stroomde 40 procent direct door naar een opleiding in het hbo. Niet-westerseallochtonendedenditveelvakerdanautochtonen.Vandeniet-westersallochtonenmeteenmbo-4diplomastroomdemeerdandehelftdoornaarhethbo,vandeautochtonen ruim een derde. Binnen alle herkomstgroepen (met uitzonderingvanAntillianen)gingen jongens ietsvakerdanmeisjesnaarhethbo.Met62en59procentdedenTurkseenMarokkaansejongensdithetmeest.

3.5 Voortijdig schoolverlaten

Een goede opleiding is van belang om te kunnen slagen op de arbeidsmarkt.Deoverheidachteenopleidingoptenminstehetniveauvanhavo,vwoofmbo-niveau 2 (basisberoepsopleiding) hiervoor noodzakelijk. Leerlingen die vanschoolgaanzondereendiplomaopditniveauhebbengeenstartkwalificatieenzijn voortijdig schoolverlater. Zij hebben meer moeite met het vinden van eenbaanenstromenmindervaakdoornaarbeterepositiesopdearbeidsmarktdanleeftijdgenotendienietvoortijdigvanschoolgaan(CBS,2007;CBS,2008).

Page 70: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 73

Meisjes van niet-westerse herkomst hebben vaker startkwalificatie dan autochtone jongens

Autochtone jongeren hebben vaker een startkwalificatie dan jongeren van niet-westerseherkomst.In2009was10,2procentvandeautochtonenvan18tot25jaarnietinhetbezitvaneenstartkwalificatie,terwijlzeooknietmeeropschoolzaten.Bijdeniet-westerseallochtonenlagditaandeelop13,7procent.Meisjesvanniet-westerse herkomst hadden vaker dan autochtone meisjes geen startkwalificatie(10,3 versus 8,2 procent), maar zij deden het beter dan de autochtone jongens(12,0 procent). Jongens van niet-westerse herkomst hadden met 16,9 procentverreweghethoogsteaandeelzonderstartkwalificatie.Ten opzichte van 2005 is het aandeel jongeren in de bevolking zonder start-kwalificatie dat niet meer naar school gaat in 2009 met 20 procent afgenomen.Niet-westersallochtonemeisjesverbeterdenzichrelatiefhetsterkst(van16,3naar10,3procent).Deafnamebijjongensvanniet-westersallochtoneherkomstwasookaanzienlijk(van20,9naar16,9procent).

Niet-westerse allochtone jongens stromen vanuit alle niveaus van vo en mbo vaker voortijdig uit

Vanalle leerlingendieaanhetbeginvanschooljaar2008/’09nogopeenschoolvoor voortgezet onderwijs (vo), voortgezet algemeen volwassenen onderwijs(vavo) of middelbaar beroepsonderwijs (mbo) zaten en jonger dan 23 jaarwaren, had 3,3 procent een jaar later het onderwijs zonder startkwalificatieverlaten.Zowel inmboals invowarenniet-westersallochtoneleerlingenvakervoortijdigschoolverlaterdanautochtoneleerlingen(zieookCBS,2010aen2010b;Hartgers,2010).Niet-westersallochtonejongenswarendithetvaakst.Vanuit het mbo stromen relatief meer jongeren zonder startkwalificatie uit hetonderwijs dan vanuit het vo. Voor een deel komt dit doordat vmbo-leerlingenzonder diploma kunnen doorstromen naar het mbo. Veel van deze leerlingenstoppen later alsnog voortijdig met hun opleiding (Herweijer, 2008). Van deautochtonendie in2008/’09nogeenmbo-opleidingvolgden,waseen jaar later6,7 procent zonder startkwalificatie uit het onderwijs gestroomd. Van de niet-westerseallochtonenwasdat11,3procent.Ditaandeelisvooralzohoogdoordatniet-westerse allochtonen vaker in de laagste niveaus onderwijs volgen danautochtonen en de voortijdige schooluitval hoger is naarmate een lager mbo-niveaugevolgdis.Vooralophetlaagsteniveau(deassistentopleiding)isdeuitvalhoog;ruimeenderdevandembo-leerlingenopditniveauvielin2009voortijdiguit. Dit hoge aandeel voortijdig schoolverlaters komt onder andere doordat hetafrondenvanhetlaagstembo-niveaunoggeenstartkwalificatieoplevert.Niet-westers allochtone meisjes stromen alleen op het hoogste niveau van hetmboveelvakerzonderstartkwalificatieuitdanautochtonemeisjes.Ophetlaagsteniveau(deassistentopleiding)warenzijin2009zelfsveelmindervaakvoortijdigschoolverlaterdanautochtonemeisjesen jongens.Zijgaanvakerdandeanderegroepennaditlaagstembo-niveaunaareenvervolgopleiding(zieparagraaf3.4).

Page 71: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

74 CentraalBureauvoordeStatistiek

Uitgezonderd het laagste niveau, stromen jongens van niet-westers allochtoneherkomstveelvakerzonderstartkwalificatieuitdanautochtonenenniet-westersallochtonemeisjes.

Staat 3.1 Schoolverlaters zonder startkwalificatie, 2009

Autochtonen Niet-westerseallochtonen

totaal meisjes jongens totaal meisjes jongens

%

Aandeelniet–schoolgaandejongeren18–24jaarzonderstartkwalificatie1) 10,2 8,2 12,0 13,7 10,3 16,9

Aandeelvoortijdigschoolverlatersvanhettotaalaantalleerlingenjongerdan23jaar2) 2,8 2,3 3,3 5,4 4,1 6,8

Totaalmiddelbaarberoepsonderwijs 6,7 5,8 7,5 11,3 8,2 14,3Waarvan

assistentopleiding(niveau1) 36,5 37,3 36,2 32,8 26,8 36,4basisberoepsopleiding(niveau2) 12,5 13,3 12,1 16,8 13,3 19,5vakopleiding(niveau3) 4,5 4,7 4,3 6,6 5,2 8,3middenkader-/specialistenopleiding(niveau4) 3,5 2,9 4,0 5,9 4,5 7,5

Totaalvoortgezetonderwijs 1,0 0,9 1,2 1,8 1,4 2,1Waarvan

leerjaar1–2 0,6 0,4 0,7 1,3 1,0 1,7havo/vwo3–6 0,7 0,6 0,8 1,0 1,0 1,0vmbo3–4 2,5 2,4 2,7 3,1 2,5 3,6

Bron:EBB,Onderwijsstatistieken.1) Volgensinternationaledefinities.2) Aandeelvandejongerendieinoktober2008/’09onderwijsvolgdeninvo,mboenvavo,dateenjaarlaterhetonderwijs

zonderstartkwalificatiehadverlaten.

Niet-westers allochtone jongens lopen achterstand op autochtone jongens iets inSindshetschooljaar2004/’05ishetaandeelvoortijdigschoolverlatersafgenomen.Bijautochtonenvan3,9procentin2004/’05naar2,8procentin2008/’09enbijniet-westersallochtonenvan7,5procentnaar5,4procent.Vooralonderniet-westersallochtonejongensuithetmbonamhetvoortijdigschoolverlatenaf;zijverkleindenhunachterstandopautochtonejongensindevoortijdigeuitstroomvanuithetmbomet2,4procentpunten.Overigenszaleendeelvandevoortijdigschoolverlatersopeenlatermomenttochnog een startkwalificatie behalen (CBS, 2010a; Pijpers, 2011). Iets meer dan eenopdetienvoortijdigschoolverlatersuit2004/’05haaldebinnenvier jaaralsnogeendiplomaopminimaalmbo-2niveauofhavoofvwo.Autochtonendedendatvakerdanniet-westerseallochtonen.EenuitzonderinghieropzijndeSurinaamsemeisjes;zijbehaaldenjuisthetvaakstalsnogeenstartkwalificatie.

Page 72: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 75

3.6 Hoger onderwijs

In 2009/’10 stonden in het hoger onderwijs (ho) 634 duizend studenteningeschreven voor een voltijd, deeltijd of duale studie. Bijna twee derde deedeenstudieinhethogerberoepsonderwijs,dereststudeerdeaaneenuniversiteit.Vandehbo-studentenwas14procentvanniet-westersallochtoneherkomst,vandewo-studenten13procent.Dedeelnameaanhethogeronderwijsstijgtaljaren(CBS, 2010c). Naast meer vrouwen zijn vooral niet-westerse allochtonen meergaan studeren. Deze toename is niet alleen het gevolg van de toename van hetaantalallochtonenindebevolking.Ookrelatiefisdedeelnamevanniet-westerseallochtonen, en vooral die van de vrouwen, meer toegenomen dan die vanautochtonen.

Vooral niet-westers allochtone meisjes halen achterstand bij instroom ho inIn2009/’10bedroeghetgemiddeldeinstroompercentageinhethogeronderwijsvanautochtonen58procenttegen55procentvandeniet-westerseallochtonen.Degemiddeldeinstroompercentagesgevenweerwelkdeelvandebevolkingopenigeleeftijdbegintaaneenopleidinginhethogeronderwijsenzijngecorrigeerdvoordeomvangvandeverschillendeleeftijdsgroepenindebevolking2).Niet-westerseallochtonenhebbennogweleenachterstandindeinstroominhethogeronderwijs,maardezeisnietzogrootmeeralszes jaardaarvoor.Toenbedroeghetverschilnog9procentpunten.Degemiddeldeinstroomvanvrouwenwashogerdandievanmannen.

Eendeelvandestudentenvandeeerstegeneratieisstudiemigrant.Zijkwamenspeciaal voor de studie naar Nederland. In 2007/’08 bedroeg het aandeelstudentendatdevooropleidinginhetbuitenlandheeftgevolgdinhettotaalaantalingeschrevenen in het ho ruim 5 procent (CBS, 2010a; CBS, 2010c). De meestevandezestudentenkwamenuitDuitsland.RuimeenkwarthaddeNederlandsenationaliteit, waaronder Antilliaanse studenten, 1 procent had de Surinaamsenationaliteit en nog minder de Marokkaanse en de Turkse. Door deze studie-migrantenkunnende instroomcijfersvaneerstegeneratieallochtonen inhethoiets tehoog liggen.HetgaatdaarbijvooralomAntillianenendegroepoverigeniet-westerseallochtonen.

2) Degemiddeldeinstroompercentagesinhethogeronderwijszijnberekenddoorhetaantaleerstejaars-studentenper leeftijdtedelenophetbevolkingsaantalvandie leeftijd.Desomvandezequotiëntengeeftweerwelkdeelvandebevolkingopenigeleeftijdisingestroomdinhethogeronderwijs.Dezeberekeningswijze komt overeen met de berekeningen in het Jaarrapport Integratie 2009, zij het datdaar de berekening beperkt werd tot de instroom tot 25 jaar (Gijsberts en Herweijer, 2009). De hiergepresenteerde instroompercentages zijn gebaseerd op de instroom van alle leeftijden, waarbij de(geringe)aantalleneerstejaarsvan50jaarenouderzijngerelateerdaandebevolkingvan40totenmet49jaar.

Page 73: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

76 CentraalBureauvoordeStatistiek

Ook de instroom van de tweede generatie in het ho is de afgelopen jarentoegenomen.Deinstroomvanniet-westersallochtonevrouwenisdaarbijbijnanetzo groot geworden als de instroom van autochtone vrouwen. Tweede generatieAntillianenvanwieéénouderinNederlandisgeborenstromengemiddeldzelfsvaker in het hoger onderwijs in dan autochtonen. Bij de andere niet-westerseherkomstgroepen zijn de instroompercentages iets hoger wanneer beide oudersinhetbuitenlandzijngeborendanwanneeréénouderinNederlandisgeboren.

Staat 3.2 Gemiddeld instroompercentage in het hoger onderwijs1) naar herkomst en generatie

Mannenenvrouwen Mannen Vrouwen

2003/’04 2009/’10 2003/’04 2009/’10 2003/’04 2009/’10

%

Autochtonen 52 58 49 55 56 61

Niet-westersallochtonen 43 55 40 50 46 61waarvan(generatie)

eerstegeneratie 38 56 36 49 41 63tweedegeneratie 46 54 42 49 51 60waarvan

éénouderinbuitenlandgeboren 56 61 50 58 62 64beideoudersinbuitenlandgeboren 45 52 40 46 50 59

waarvan(herkomstengeneratie)Turken 27 43 26 38 28 48

eerstegeneratie 16 33 17 26 15 40tweedegeneratie 35 45 31 41 39 50

Marokkanen 32 43 34 38 31 49eerstegeneratie 23 34 26 31 21 38tweedegeneratie 43 47 37 40 48 54

Surinamers 47 58 40 50 53 65eerstegeneratie 46 56 41 44 51 67tweedegeneratie 47 57 41 52 53 63

Antillianen/Arubanen 58 69 52 59 65 80eerstegeneratie 60 76 54 59 65 92tweedegeneratie 53 59 44 55 62 64

overigniet-westers 51 65 47 61 57 70eerstegeneratie 45 60 42 55 50 65tweedegeneratie 63 68 58 63 67 74

Bron:Onderwijsstatistieken.1) Eerstejaarsbachelorsendoctoraal.Hetbetrefthetaandeelpersonenperbevolkingsgroepdatinhethogeronderwijs

stroomt,berekendopbasisvandeleeftijdgegevensvanéénjaar.Hetisduseenfictiefcohort.

Page 74: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 77

Instroom in ho van Turkse en Marokkaanse mannen blijft sterk achterTurkse en Marokkaanse studenten stromen met gemiddeld 43 procent veelminder in het hoger onderwijs in dan autochtonen en de andere niet-westerseherkomstgroepen.Vooraldeeerstegeneratieblijftsterkachter,vanhenstroomdein2009/’10maareenderdeininhetho.WelishetaandeelTurkseenMarokkaanseinstromers in het ho sinds 2003/’04 sterk toegenomen, met name onder devrouwen.DeinstroomvanTurkseenMarokkaansemannenblijftookin2009/’10nogflinkachterbijalleanderegroepen.

Hoge instroom in ho van Surinaamse en Antilliaanse vrouwenStudentenvanSurinaamseherkomststroomdenin2009/’10indezelfdemateinalsautochtonen(58procent).Meteengemiddeldinstroompercentagevan65procentstroomden Surinaamse vrouwen nog vaker in het ho dan autochtone vrouwen.BijdeSurinaamsevrouwenishetinstroompercentagevandeeerstegeneratieietshogerdanvandetweede,watwijstopstudiemigratie.BijdeSurinaamsemannenishetomgekeerdehetgeval,bijhenstromeneerstegeneratiemannen juistveelmindervaakinhethoin.Zoals al beschreven, komen relatief veel Antillianen naar Nederland om testuderen.HetgemiddeldeinstroompercentagevandeeerstegeneratieAntillianenwas met 76 procent in 2009/’10 dan ook erg hoog. Antillianen van de tweedegeneratiestroomdengemiddeld ietsvaker inhetho indanautochtonen,vooraldoordeinstroomvanAntilliaansevrouwen.

Autochtonen studeren vaker en sneller afInzowelhethogerberoepsonderwijs(hbo)alshetwetenschappelijkonderwijs(wo)rondenautochtonenvakerensnellerhunstudieafdanstudentenvanniet-westersallochtoneherkomst(zieookOoijevaar,2010).Hierbijisongeachtdeherkomsthetstudierendementvanvrouwenhogerdandatvanmannen.

Eén op de drie niet-westerse hbo-studenten met mbo-diploma haakt afVan de autochtone studenten die in 2003/’04 met een voltijdstudie in het hbobegonnen,wasna6jaar68procentinhethogeronderwijsafgestudeerd,18procentwaszonderho-diplomauitgestroomden13procentstudeerdenoginhetho.Bijniet-westerseallochtonenlaghetpercentageafgestudeerdenmet52procentflinklager,terwijlzoweldeuitstroomzonderho-diploma(28procent)alshetaandeelstudentendatnogstudeerde(20procent)eenstukhogerwas.Studentendiemeteenvwo-diplomanaarhethbogingen,haddenhetvaakstna6jaareendiplomabehaald, en stroomden het minst vaak zonder diploma uit. Hbo-studenten meteen mbo-diploma stroomden het vaakst zonder ho-diploma uit. Van de niet-westersallochtonenwasditeenderde.Deverhoogdedoorstroomvanniet-westersallochtonembo’ersnaarhethbo(zieparagraaf3.4)wordtduslangnietaltijdmeteen hbo-diploma verzilverd. Op zich is het overigens niet vreemd dat iemanddiealeenberoepsopleidingheeftafgerondeerderbesluitmeteenvervolgstudie

Page 75: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

78 CentraalBureauvoordeStatistiek

te stoppen dan iemand die alleen een vo-diploma heeft. Meer dan de helft vandeniet-westersallochtonenmethavoalsvooropleidinghaaldebinnen6jaareendiplomainhethogeronderwijs,42procentvandemannenen60procentvandevrouwen.Vandeautochtonestudentenmeteenhavo-diplomahaaldetweederdehetho-diplomabinnen6jaar.Bijdevrouwenzelfsdriekwart.VooralAntillianendoenwatlangeroverhunstudieinhethbo,terwijlAntilliaansevrouwenookwatvakerzonderho-diplomauitstromen.

Aandeel niet-westers allochtone masters na zeven jaar studie blijft fors achterHet aandeel niet-westerse allochtonen in het wo dat binnen zeven jaar eenmasterdiplomahaaldewasforslagerdandatvandeautochtonestudenten.Vandewo-studentendiein2002/’03meteenvwo-vooropleidingmeteenvoltijdstudiebegonnen, slaagde 40 procent van de niet-westers allochtone studenten binnenzevenjaarvoorhetmasterexamen.Bijdeautochtonestudentenlagdataandeelop55procent.Niet-westersestudentenstondennogveelvaker ingeschreveninhethogeronderwijsdanautochtonen(38versus26procent),maarwarenookwatvakerzonderdiplomavertrokkenuithetho(10versus6procent).Deoverigestudentenhaddeninmiddelseendiplomabinnenhethbogehaaldofwarennahetbehalenvan een wo-bachelor gestopt met de studie. Autochtone vrouwen presteerdenhet best in het wo. Niet-westers allochtone vrouwen deden het net iets beterdanautochtonemannen.Mannenvanniet-westersallochtoneherkomsthaaldenbinnenzevenjaarverreweghetminstvaakeenmasterdiploma(32procent),warenvakerzonderdiplomauitgestroomd(14procent)enwarenooknogvaakbezigmethunstudie(43procent).

3.7 Gekozen richting in het onderwijs

Niet-westerse allochtonen kiezen vaker voor economisch/juridische richtingNiet-westerse allochtonen en autochtonen verschillen duidelijk in hun keuzevoorstudierichtinginhetonderwijs.Inalleonderwijsniveausvolgendeelnemersvan niet-westers allochtone herkomst veel vaker een economische of juridischerichting.Ditzijnstudiesdieoverhetalgemeeneengoedperspectiefbiedenopdearbeidsmarktenveelalookmeerinaanzienzijnbijdeniet-westersegemeenschap.Ditgeldtveelmindervoorbijvoorbeeldberoepenindelandbouw.VooralTurkenenMarokkanenkiezennauwelijksvooreenopleidingindelandbouw.

Weinig verschil in profielkeuze op vwoInhetschooljaar2009/’10volgde48procentvandeniet-westersallochtonejongensen43procentvandeniet-westersallochtonemeisjesinhetvmbodeeconomischesectortegenrespectievelijk21en19procentvandeautochtoneleerlingen.Bijdemeisjes was dit niet de meest populaire sector. Dat was voor zowel autochtonealsniet-westersallochtonemeisjesdesectorzorgenwelzijn.Bijdevmbo-jongens

Page 76: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 79

volgde 48 procent van de autochtonen en 36 procent van de niet-westerseallochtonende sector techniek.VooralTurkseenMarokkaanse leerlingenkozenvooreconomie,terwijlAntilliaanseleerlingeninhunkeuzegedragietsmeeropdeautochtonenleken.

Indehavowashetprofiel‘economieenmaatschappij’favorietbijalleleerlingen,maarbijniet-westerseallochtonenhetmeest.Metdeinvoeringvandevernieuwdetweede fase in 2007/’08 zijn veel meisjes, ongeacht herkomst, dit profiel gaankiezen in plaats van ‘cultuur en maatschappij’. In het vwo is niet veel verschilin profielkeuze tussen autochtonen en niet-westerse allochtonen. In zowel havoals vwo hebben autochtonen iets vaker een dubbel profiel dan niet-westerseallochtonen.Binnen het mbo volgde 52 procent van de niet-westers allochtone jongens en42procentvandeniet-westersallochtonemeisjeseenstudie indeeconomischesector, tegenover respectievelijk 30 en 26 procent van de autochtonen. Hetkeuzegedragophetmbosluithiermeeaanopdatinhetvmbo.Van de niet-westers allochtone studenten in het hoger onderwijs volgen vooralde mannen in het hbo en de vrouwen in het wo een economisch/juridischestudie.Niet-westersallochtonevrouwenstudereninhetworelatiefvaakrechten(21procentin2009).Dekeuzevooreeneconomischeof juridischerichtingisdeafgelopen tien jaar bij autochtonen in hbo en wo iets afgenomen. Niet-westerseallochtoneninhetwokozenookietsmindervooreenstudieindezerichting,maarinhethbonamhetaandeeltoe.

3.8 Aandeel leerlingen/studenten dat een economisch/juridische studie volgt, 2009/’10*

Bron: Onderwijsstatistieken.

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

vmbo

havo/vwo

mbo

hbo

woAutochtonen

vmbo

havo/vwo

mbo

hbo

woNiet-westerse allochtonen

%

Page 77: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

80 CentraalBureauvoordeStatistiek

3.8 Schoolverlaters op de arbeidsmarkt

Van de leerlingen en studenten die in 2006/’07 nog onderwijs volgden maarhet volgende schooljaar niet meer, is nagegaan hoe in september 2007 hunarbeidsmarktsituatiewas.Daarbijzijnenerzijdsdegediplomeerdeschoolverlatersuitmboenuithobeschouwdenanderzijdsdevoortijdigschoolverlatersvanuitvo,mboenvavo.

Staat 3.3 Arbeidsmarktsituatie van gediplomeerde en voortijdig schoolverlaters, september 2007

Autochtonen Niet-westerseallochtonen

totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen

Mbo-gediplomeerdeschoolverlaters2006/’07(x1000) 55,5 27,7 27,8 8,7 4,0 4,7naararbeidsmarktsituatieinseptember2007waarvanmetbetaaldwerk1)(%) 91 92 91 77 78 75

Voortijdigschoolverlaters<23jaar2)2006/’07(x1000) 34,6 20,2 14,3 13,4 8,3 5,1naararbeidsmarktsituatieinseptember2007waarvanmetbetaaldwerk1)(%) 63 65 60 45 46 44

Ho-gediplomeerdeschoolverlaters2006/’07(x1000) 49,8 22,7 27,1 6,6 2,9 3,7naararbeidsmarktsituatieinseptember2007waarvanmetbetaaldwerk1)(%) 84 83 84 66 66 67

Bron:Onderwijsstatistieken/SSB.1) Betaaldwerkalszelfstandigeofwerknemer.2) Schoolverlaterszonderstartkwalificatiejongerdan23jaaruitvo,mboenvavo.

Niet-westerse allochtonen direct na schoolverlaten veel minder vaak betaald werkHetaandeel schoolverlatersdat in septembernaschoolverlatenalbetaaldwerkhad, ishetgrootstvoordeautochtonembo-gediplomeerden(91procent)enhetlaagstvoordeniet-westersallochtonevoortijdigschoolverlaters(45procent).Vooralle onderscheiden groepen hadden autochtonen veel vaker betaald werk danniet-westerse allochtonen. Van de mbo-gediplomeerde schoolverlaters van niet-westers allochtone herkomst hadden Surinamers het vaakst werk (83 procent),vrouwen vaker dan mannen. Van de voortijdig schoolverlaters hadden vooraldeAntilliaansevrouwennietvaakbetaaldwerk (36procent).Vandestudentendie met een ho-diploma het onderwijs hebben verlaten, hadden niet-westerseallochtonen uit de vier grote niet-westerse herkomstgroepen maar iets mindervaakeenbaandanautochtonen(78versus84procent).Hierscoordendeoverigniet-westerse studentenmet55procent erg laag.Onderdeze studentenzoudenzichnogstudiemigrantenkunnenbevindendienaafrondingvandestudienietgelijkuitNederlandzijnvertrokken,maardatwelvanplanzijn.StudiemigrantendienadestudiegelijkuitNederlandvertrokken,zijnnietindecijfersopgenomen.

Page 78: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 81

Loon van pas aan ho afgestudeerde niet-westers allochtone werknemer hoger Alhebbenniet-westerseallochtonenvlaknaschoolverlatenmindervaakbetaaldwerkdanautochtone schoolverlaters,het loondatzij ontvangenalszijwel eenvoltijdsbaan hebben is er niet minder om. Vlak na afstuderen verdienden vande mbo-gediplomeerden de autochtone mannen wel het meest, maar vlak navoortijdigschoolverlatenverdiendenniet-westerseallochtonenineenvoltijdbaaniets(mannen)totveel(vrouwen)meerdanautochtonenzonderstartkwalificatie.Vandepasafgestudeerdeninhethometeenvoltijdbaanontvingenniet-westerseallochtoneneenhogergemiddeldfiscaalmaandloondanautochtonen,zowelbijdemannen(2660versus2520euro)alsdevrouwen(2470versus2320euro).

3.9 Opleidingsniveau van de bevolking

Omdatveelpersonenjongerdan25jaarhunopleidingnognietvoltooidhebbenenhetaandeel65-plussersonderniet-westerseallochtonennogkleinis,wordthetgemiddeldeopleidingsniveauvandebevolkingbepaaldvoordebevolkingvan25tot65jaar.

Eén op de vijf niet-westerse allochtonen volgde alleen basisonderwijsHetopleidingsniveauvandebevolkingvanniet-westerseherkomstisgemiddeldveel lagerdandatvandeautochtonebevolking. In2009had22procentvandeniet-westerse allochtonen van 25 tot 65 jaar een opleiding op tenminste hethoger onderwijs afgerond tegen 32 procent van de autochtonen. Niet-westerseallochtonen waren ook minder vaak opgeleid op het niveau van havo/vwo ofmbo2–4(34procentversus42procent).Hunhoogstbehaaldeopleidingzatvaaknogonderhetniveauvandestartkwalificatie(43procentversus26procentvande autochtonen). Bijna 20 procent van de niet-westerse allochtonen heeft alleenbasisonderwijsalshoogstbehaaldeopleiding.Bijdeautochtonenligtdataandeelveellager,op6procent.Turkse en Marokkaanse vrouwen waren in 2009 het laagst opgeleid, gevolgddoor de mannen in deze herkomstgroepen. Vooral het aandeel personen meteenopleidingophetniveauvanhetbasisonderwijsisindezegroepenerghoog.SurinamersenAntillianenhebbenoverhetalgemeenveelvakereenopleidingophetniveauvanhavo/vwo/mbo2–4afgerond.

Opleidingsniveau niet-westerse allochtonen stijgt door jongere generaties Hetlagegemiddeldeopleidingsniveauvanniet-westerseallochtonenwordtvooreengrootdeelbepaalddoordehogereleeftijden.VandeTurkseenMarokkaansevrouwenvan45tot65jaarheeftbijvoorbeeldmaarliefst59procentgeenonderwijsgevolgd dat hoger is dan het basisonderwijs. Elke jongere groep is veel hogeropgeleid dan de oudere. Dat geldt ook voor de autochtone bevolking, maar bijde niet-westerse allochtonen is deze ontwikkeling veel sterker. Niet-westerse

Page 79: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

82 CentraalBureauvoordeStatistiek

allochtonenhalenhiermeegeleidelijkeendeelvanhunachterstandopautochtonenin. Het opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking zal in de toekomstdus steeds hoger worden. Voorlopig zullen niet-westerse allochtonen daarbijachterblijventenopzichtevandeautochtonebevolking.Omeenechteinhaalslagtemakenzullenniet-westersallochtonejongerenopz’nminstophetzelfde,dannietopeenhogeronderwijsniveauuithetonderwijsmoetenstromen.

3.10 Conclusie

De achterstand van niet-westerse allochtonen in onderwijsniveau en prestatiesbinnenhetonderwijsisnogsteedsaanzienlijk.Hetisnatuurlijkooknietietsdatinkortetijdkanveranderen,verbeteringzalalleengeleidelijkplaatskunnenvinden.In dit hoofdstuk zijn veel aspecten van onderwijs en onderwijsniveau in relatietot integratie van niet-westerse allochtonen aan de orde gekomen. Hierbij is destand van zaken in het meeste recente jaar beschreven en vaak ook vergelekenmetdesituatievaneenaantaljarendaarvoor.Naasteenaantalzorgpunten,kwamhierbijooknaarvorendatjongerenvanniet-westersallochtoneachtergrondhunachterstand ten opzichte van autochtone jongeren aan het verkleinen zijn. Zo

3.9 Opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking van 25 tot 65 jaar, 2009*

Bron: EBB.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

25–34 jaar

35–44 jaar

45–54 jaar

55–64 jaar

25–34 jaar

35–44 jaar

45–54 jaar

55–64 jaar

25–34 jaar

35–44 jaar

45–54 jaar

55–64 jaarAutochtonen

Turken en Marokkanen

Surinamers enAntillianen/Arubanen

%

Basisonderwijs

Hoger onderwijs

Vmbo/mbo1 Havo/vwo/mbo2-4

Page 80: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 83

doenvooralmeisjesvanniet-westersallochtoneherkomsthetsteedsbeterinhetonderwijs.Ookdeoverigniet-westersallochtonendoenhetrelatiefgoed.JongensvanmetnameTurkseenMarokkaanseherkomstblijvenachter.

De kleur van scholen in het voortgezet onderwijs hangt, naast de gekleurdheidvandeomgeving,onderandere samenmethetverschil inhetonderwijsniveaudatautochtoneenniet-westersallochtone leerlingenvolgen.Zo langhetniveauvanbeidegroepennietdichterbijelkaarkomt,blijftsegregatieinhetvoortgezetonderwijs bestaan. Het aandeel gekleurde scholen voor voortgezet onderwijs isde afgelopen vier jaar heel licht gestegen. Toch is de gemiddelde niet-westersallochtoneleerlingietsvakerbijeenautochtoneofwestersallochtoneleerlingopschool komen te zitten. Daarmee lijkt de segregatie in het voortgezet onderwijsvoorzichtigaftenemen.

Aanheteindvandebasisschoolblijvendeprestatiesvanniet-westersallochtoneleerlingen achter bij die van autochtone leerlingen. De taal die thuis gesprokenwordtblijkthierbijvaninvloedtezijn.Leerlingenmeteenniet-westersallochtoneachtergronddiethuisgeenNederlandssprekenscorenveellageropdeEindtoetsBasisonderwijs van Cito dan leerlingen die thuis wel Nederlands spreken. Deverschillen zijn, zoals verwacht, vooral groot op het onderdeel taal, maar dethuistaalhangtooksamenmetdescoreoprekenen-wiskunde.

In de deelname aan de onderwijssoorten van het voortgezet onderwijs (vo)verschillenautochtonenenniet-westerseallochtonennogsteedsveelvanelkaar,maarhetverschilissinds2003/’04ietsmindergrootgeworden.Inbeidegroepengroeidededeelnameaanhavoenvwoennamdedeelnameaanvmboaf.Bijniet-westerse allochtonen gebeurde dit net iets meer dan bij autochtonen. In het volopen niet-westers allochtone leerlingen daarentegen vaker vertraging op danautochtonen.Zeblijvendusvakerzitten,maarhetstapelenvandiploma’skomtookvakervoor.VooralTurkseenMarokkaanseleerlingengaannahetbehalenvanhetvmbo-tdiplomadoornaardehavo.Daarnaastishetaandeelexamenkandidatendatslaagtvoorhetexamenbijautochtonennogsteedshogerdanbijniet-westersallochtone leerlingen. Na het behalen van een diploma in het vo blijven niet-westerse allochtonen hun onderwijsloopbaan vaker dan autochtonen vervolgenophethoogstmogelijkeniveaudatmetdatdiplomamogelijkis.

Aanhetmiddelbaarberoepsonderwijs(mbo)wordtrelatiefveeldeelgenomendoorniet-westerseallochtonen.JongensenmetnamemeisjesvanTurkseenMarokkaanseherkomstparticiperenveelendanvooral inde leeftijdsgroepvan17 tot20 jaar.Antilliaansevrouwenzijninhetmbovaakwatouderdanhunopleidingsgenoten.Deachterstandinonderwijsniveaudieniet-westerseallochtonenallietenzieninhet voortgezet onderwijs werkt ook door binnen het mbo.Autochtonen volgenrelatiefvakereenopleidingopeenvandehoogsteniveaus(niveau3en4).Naeen

Page 81: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

84 CentraalBureauvoordeStatistiek

start in een laag mbo-niveau stromen niet-westerse allochtonen wel vaker doornaarhogereniveausdanautochtonen.Vooralmeisjesvanniet-westersallochtoneherkomst doen het goed in het mbo; niet-westers allochtone jongens een stukminder.Nahetbehalenvaneendiplomaophetvierdembo-niveaustromendeniet-westersejongenswelvakerdoornaarhethbodanmeisjesenautochtonen.

Voortijdig schoolverlaten duidt op een zwakke positie in het onderwijs enlater op de arbeidsmarkt. Het is vooral bij niet-westers allochtone jongens eenprobleem.Ook in2008/’09verlietenzijhetonderwijsrelatiefveelvakerzonderstartkwalificatie dan de overige jongeren. Toch lijken ze hun achterstand tenopzichtevandeautochtonejongensietsteverkleinen.Autochtonemeisjesstromenhetminstvoortijdiguit.

De instroom van niet-westerse allochtonen in het hoger onderwijs (ho) is sinds2003/’04 meer gegroeid dan die van de autochtone bevolking. Niet-westersallochtonevrouwenstroomdenin2009/’10gemiddeldevenvaakinalsautochtonevrouwen. De tweede generatie bleef nauwelijks achter. Niet-westers allochtonemannenvaneersteentweedegeneratiehaddenookin2009/’10nogeenachter-stand. Vooral mannen van Turkse en Marokkaanse herkomst van de eerstegeneratiestroomdengemiddeldveelmindervaakinhethogeronderwijsindanandere groepen. Surinaamse en Antilliaanse vrouwen van de eerste en tweedegeneratie stromen vaker dan gemiddeld in het hoger onderwijs in. Onder deeerste generatie studenten vanAntilliaanse herkomst zijn veel studiemigranten.Niet-westersallochtonestudenteninhethoblijvenachterinstudierendementbijautochtonen.Zowel inhboalswostuderenzijmindersnelafenstromenvakerzonder ho-diploma uit. Niet-westers allochtone mannen kennen het slechtstestudierendementinhetho.Vrouwenvanniet-westersallochtoneherkomstdoenhetbeterdanautochtonemannen.

Binnen elk onderwijsniveau kiezen niet-westerse allochtonen vaker voor eenstudieineeneconomischeofjuridischerichting.Dezestudiesbiedenveelalmeeraanzienbijdeniet-westersegemeenschapenbiedendaarbijoverhetalgemeeneengoedperspectiefopdearbeidsmarkt.Schoolverlaters van niet-westers allochtone herkomst met en zonder start-kwalificatiehebbendirectnaschoolverlatenveelmindervaakeenbetaaldebaandanautochtonen.Hetgemiddeldmaandloonvaneenvoltijdwerkendeautochtoneschoolverlatermetmbo-diplomaishogerdandatvaneenniet-westerseallochtoon.Voltijdwerkende schoolverlaters zonder startkwalificatie en ho-gediplomeerdenvanniet-westerseherkomstverdienengemiddeldjuistmeerdanautochtonen.

Hetopleidingsniveauvandebevolkingvanniet-westersallochtoneherkomstisveellagerdandatvandeautochtonebevolking.Bijdeouderegeneratieishetverschilerggroot.Doordat,vooralbijniet-westerseallochtonen,dejongeregeneratiehoger

Page 82: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 85

is opgeleid dan de oudere, wordt het verschil geleidelijk aan kleiner. Voorlopigzullenniet-westerseallochtonendeachterstandechternognietinhalen.Vooreenechteinhaalslagzullenniet-westersallochtonejongerenhunachterstandeninhetonderwijshelemaalmoeteninlopen.Niet-westersallochtonemeisjeszijnhiervooralharderopwegdandejongens.

Literatuur

CBS(2007).Jaarboekonderwijs incijfers2008.Voorburg/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.

CBS(2008).Jaarboekonderwijsincijfers2009.DenHaag/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.

CBS(2010a).Jaarboekonderwijsincijfers.DenHaag/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.

CBS (2010b). De Nederlandse Samenleving. Den Haag/Heerlen: Centraal BureauvoordeStatistiek.

CBS(2010c).Kennispotentieel inmensen. In:V.A.FructuosovanderVeen(red.)Kenniseneconomie2009,(pp.71–95).DenHaag/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.

Gijsberts,M.enL.Herweijer(2009).Onderwijsenopleidingsniveau.In:Gijsberts,M.enJ.Dagevos(red.),JaarrapportIntegratie2009,(pp.94–138).DenHaag:SociaalenCultureelPlanbureau.

Jenje-Heijdel, W. (2010). Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs?Sociaaleconomischetrends,3ekwartaal2010,33–41.

Hartgers, M. (2008). Onderwijs, in: K. Oudhof, R. van der Vliet en B. Hermans(red.),JaarrapportIntegratie2008,(pp.55–85).DenHaag/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.

Hartgers,M.(2010).Onderwijs.In:A.MerensenB.Hermans.Emancipatiemonitor2010. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau/Centraal Bureau voor deStatistiek.

Herweijer, L. (2008). Gestruikeld voor de start. Den Haag: Sociaal en CultureelPlanbureau.

Page 83: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

86 CentraalBureauvoordeStatistiek

Ooijevaar, J. (2010). Allochtonen en autochtonen in het hoger onderwijs.Sociaaleconomischetrends,1ekwartaal2010,37–42.

Pijpers,F.(2011).ArtikelinSociaaleconomischetrends(nogteverschijnen).DenHaag/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.

Regioplan (2010). Tegengaan segregatie in het basisonderwijs: monitoring van deOCW-pilots. Eindrapport tussenmeting 2010. Publicatienummer 1838.Amsterdam:Regioplan.

Stroucken,L.(2009).Studievoortganginhetvoortgezetonderwijs.Sociaaleconomischetrends,4ekwartaal2009,20–28.

Figuren en tabellen in de bijlage op de CBS-internetsite

FiguurB3.1 Wo-cohort 2002/’03 en hbo-cohort 2003/’04 voltijd opleiding,standna7jaar(wo)en6jaar(hbo)

TabelB3.1a Aandeel scholen in het voortgezet onderwijs met meer dan50procentniet-westersallochtoneleerlingennaarregio

TabelB3.1b Aandeel scholen in het voortgezet onderwijs met meer dan80procentniet-westersallochtoneleerlingennaarregio

TabelB3.2a Aandeel niet-westers allochtone leerlingen op scholen voorvoortgezetonderwijs

TabelB3.2b Aandeel niet-westers allochtone schoolgenoten van autochtoneleerlingenopscholenvoorvoortgezetonderwijs

TabelB3.2c Aandeelniet-westersallochtoneschoolgenotenvanniet-westersallochtoneleerlingenopscholenvoorvoortgezetonderwijs

TabelB3.3 Aandeelgeslaagdeexamenkandidatenperonderwijssoortinhetvoortgezetonderwijsnaargeslacht,2005/’06en2008/’09*

TabelB3.4 Onderwijspositie in2009/’10nastart inhetmbo(vierniveaus)in2005/’06naargeslacht

TabelB3.5 Schoolverlaterszonderstartkwalificatie,2005en2009TabelB3.6 Arbeidsmarktsituatie van gediplomeerde en van voortijdig

schoolverlaters,september2007

Page 84: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 87

4. ArbeidsmarktWerkenbiedtmensennaasteeninkomenookmogelijkhedenvoorsocialeinteractiemet andere bevolkingsgroepen. De mate van participatie op de arbeidsmarktis daarom een belangrijke indicator voor de maatschappelijke integratie vanallochtonen. Dit hoofdstuk besteedt aandacht aan de situatie van niet-westerseallochtonen op de arbeidsmarkt in het afgelopen decennium. Allereerst komende gevolgen van de conjunctuur op de werkloosheid onder niet-westerseallochtonenaanbod,gevolgddoordeontwikkelingeninarbeidsparticipatie.Deparagraafdaarnagaatoverflexibelecontracten,uitzendkrachtenenwerknemersin de schoonmaakbranche als indicatoren voor de kwetsbare positie die niet-westerseallochtoneninnemenopdearbeidsmarkt.Ookkomtaanbodinhoeverretweedegeneratieallochtonenhierinverschillenvaneerstegeneratieallochtonenenwatdekansenopwerkvan jongerenuitbeidegeneratieszijn.Tenslottevolgende ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van werknemers die hun baan verlorenhebbenalsgevolgvaneenfaillissement.

4.1 Werkloosheid

Vanaf 2001 nam de werkloosheid als gevolg van economische achteruitgangenkelejarenflinktoe.In2005trokdearbeidsmarktechterweeraanenbegondewerkloosheidweertedalen.Dezeverbeteringenhebbenzichindedaaropvolgendejarenvoortgezet,tothetvierdekwartaalvan2008.Opdatmomentverslechterdedesituatieopdearbeidsmarktopnieuw.In tijden van economische teruggang verliezen werknemers zonder vastdienstverbandindeconjunctuurgevoeligesectoren,zoalsdeuitzendbranche,vaakalseerstehunbaan.Onderdezegroepbevindenzichtraditioneelveelniet-westerseallochtonen.Zijmerkendanookhetmeestvandeconjunctureleschommelingen.Dewerkloosheidonderniet-westerseallochtoneniszowelingoedealsinslechteeconomische tijden hoger dan die onder autochtonen. Uit onderzoek blijkt datgroepenmeteenachterstandopdearbeidsmarkt,zoalsniet-westerseallochtonen,de effecten van een verslechterende arbeidsmarkt als eerste voelen en vaneconomisch herstel pas enigszins vertraagd profiteren (Beckers, Lautenbach enLinden,2008).

Werkloosheid

Werklozenzijnpersonendiegeenwerkhebben,ofdie eenbaanvanminderdantwaalfuurperweekhebben,endiezoekennaareenbaanvantwaalfuurofmeerperweekendaarvooropkortetermijnbeschikbaarzijn.Zoekenbetekentdatmenindelaatstevierwekenactiviteitenheeftondernomenomeenbetaalde

Page 85: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

88 CentraalBureauvoordeStatistiek

baan te vinden. Beschikbaar zijn betekent dat men binnen twee weken kanbeginnen in een nieuwe werkkring. In deze paragraaf wordt steeds gekekennaar werklozen van 15 tot 65 jaar. In het aantal werklozen is een duidelijkseizoenspatroon waarneembaar. In de zomermaanden ligt de werkloosheidoverhetalgemeenhogerdaninderestvanhetjaar.

Niet-westerse allochtonen gevoeliger voor conjunctuurHetwerkloosheidspercentagevanautochtonensteegin2009met0,8procentpunttenopzichtevan2008enkwamdaarmeeuitop3,9procent.Bijdeniet-westerseallochtonen steeg de werkloosheid harder, namelijk met 2 procentpunt tot10,9 procent in 2009. In een periode van economische voorspoed daalt hetwerkloosheidspercentage onder niet-westerse allochtonen echter uiteindelijkookweerhethardst.Datwastezienindeperiode2005totenmet2008.In2008daalde het werkloosheidspercentage onder niet-westerse allochtonen nog met7,5 procentpunt ten opzichte van 2,1 procentpunt onder autochtonen. Hetwerkloosheidspercentage van niet-westerse allochtonen ligt wel voortdurendongeveereenfactor3hogerdandatvanautochtonen.Dearbeidsmarktpositievanniet-westerseallochtonen isdanook in tweeopzichtenniet zo sterk.Teneerstezijnzevakerwerkloosdanautochtonenententweedeishunarbeidsmarktpositiegevoeligervoorconjunctureleschommelingen.

Werkloosheid stijgt bij alle niet-westerse herkomstgroepenDe werkloosheid stijgt vanaf 2008 bij alle niet-westerse herkomstgroepen. Destijging is het sterkst onder Surinamers. In het eerste kwartaal van 2010 was11,9 procent van de Surinamers werkloos, een ruime verdubbeling ten opzichte

4.1 Werkloosheid

Bron: EBB.

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen

%

Page 86: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 89

van hetzelfde kwartaal in 2008. Surinamers hebben desondanks vergelekenmet andere niet-westerse herkomstgroeperingen nog steeds het laagstewerkloosheidspercentage.Bijdeandereniet-westerseherkomstgroepensteegdewerkloosheidmetminderdan4,5procentpunt.DestijgingwashetlaagstonderdeTurkenmet1,4procentpunt.Heteerstekwartaalvan2010iswatbetreftstandvandeconjunctuurminofmeervergelijkbaarmetheteerstekwartaalvan2004.VergelijkingvandezetweekwartalenlaatziendatdewerkloosheidonderTurkenenMarokkanenin2010veelmindersteegdanin2004,terwijlhetbijSurinamersenAntillianenjuiststerkertoenam.

Niet-westers allochtone jongeren zijn de dupe van economische crisisIn tijden van economische teruggang loopt de werkloosheid onder jongerenrelatief sterk op. En ook voor jongeren geldt dat de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen gevoeliger is voor conjunctuurschommelingen dan onderautochtonen.Daarbijgeldtooknogeensdathetaandeeljongerenonderdeniet-westerse allochtonen veel hoger is dan bij de autochtonen. Onder andere deinvloedvandezetweefactorensamenheeftgeleidtotdeoplopendewerkloosheidindehelegroepniet-westerseallochtonen.Vanaf2008stijgtdejeugdwerkloosheidbijniet-westerseallochtonenveelforserdanbijautochtonen.In2007was8procentvandeautochtonejongerenen15procentvandeniet-westerseallochtonejongerenwerkloos.In2009was20procentvandeniet-westerseallochtonejongerenwerkloostegenover9procentvandeautochtonejongeren.Deachterstandvanniet-westerseallochtonejongerentenopzichtevanautochtonejongerenloopthiermeesindsdestartvandeeconomischecrisisweerop.Dearbeidsmarktsituatievanniet-westersejongerenisbovendiennietverbeterdtenopzichtevandevorigeeconomischecrisisperiode.Hetisnogafwachtenofdewerkloosheiduiteindelijkooknetzoveroploopt.

4.2 Werkloosheid (eerste kwartaal)

Bron: EBB.

0

5

10

15

20

25

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen Overig niet-westers

2002

%

2004 2006 2008 2010

Page 87: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

90 CentraalBureauvoordeStatistiek

Niet-westerse allochtonen vaker werkloos, ongeacht hun opleidingsniveauDesterkestijgingvandewerkloosheidonderniet-westerseallochtonenhangtsamenmethetrelatiefhogeaandeeljongerenindezegroep.Daarnaastspeelthunrelatieflageopleidingsniveaueenbelangrijkerol(ziehoofdstuk3).Lageropgeleidenzijnnamelijkvakerwerkloosdanhogeropgeleiden.Hetwerkloosheidspercentagevanniet-westerseallochtonenisaltijdtweetotdriekeerhogerdandatvanautochtonenmethetzelfdeopleidingsniveau.Niet-westerse allochtonen van de eerste en tweede generatie waren in 2009gemiddeld bijna even vaak werkloos. Bij Turken, Marokkanen en Surinamersdoetdeeerstegeneratiehetietsbeteropdearbeidsmarkt.Ditheeftvooreendeelte maken met het relatief grote aandeel jongeren in de tweede generatie. Bij deoverigeniet-westerseallochtonenis juistdeeerstegeneratie ietsvakerwerkloosdandetweedegeneratie.

Marokkaanse en Surinaamse vrouwen minder vaker werkloos dan de mannenIn 2009 was de werkloosheid onder niet-westerse mannen ongeveer even hoogalsonderniet-westersevrouwen.Erbestaanwelverschillentussenafzonderlijkeherkomstgroepen. Zo zijn Turkse vrouwen wel vaker werkloos dan Turksemannen, terwijl Surinaamse en Marokkaanse mannen vaker werkloos zijn danvrouwenvandezeherkomstgroepen.OnderAntillianenverschiltdewerkloosheidtussenmannenenvrouwennauwelijks.Ookonderautochtonenzijndeverschillenklein, autochtone vrouwen waren in 2009 iets vaker werkloos. De integratie opde arbeidsmarkt van niet-westerse allochtone vrouwen lijkt vergeleken met demannen uit dezelfde herkomstgroep dus goed gelukt. De allochtone vrouwen,

4.3 Werkloosheid, 15 tot 25 jaar

Bron: EBB.

0

5

10

15

20

25

30

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

Autochtonen Niet-westerse allochtonen

%

Page 88: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 91

metuitzonderingvandeTurksevrouwen,doenhierinnietondervoorautochtonevrouwen.DepositievanSurinaamsevrouweniswatbetreftdewerkloosheidhetmeest gunstig. Overigens gaat het hier alleen om het deel van de vrouwen datzichaanbiedtopdearbeidsmarkt.Hettotaleaanbodvanniet-westersallochtonevrouwenopdearbeidsmarkt,enmetnamemoeders,blijftwelachterbijdatvanautochtonevrouwen(TNOenCBS,2010).

Staat 4.1 Werkloze beroepsbevolking naar achtergrondkenmerken, 2009

AutochtonenWesterse Niet- waarvan allochtonen westerse allochtonen Turken MarokkanenSurinamers Antillianen/overigniet- Arubanen westers

%

Totaal 4 6 11 10 12 10 11 12

Man 3 6 11 8 13 12 11 12Vrouw 4 6 11 12 11 8 11 11

15tot25jaar 9 13 20 18 25 22 . 1825tot45jaar 3 6 9 9 9 8 10 1045tot65jaar 3 5 9 8 11 7 7 10

Eerstegeneratie - 8 11 9 11 8 12 12Tweedegeneratie - 5 12 11 16 13 . 9

Basisonderwijs 8 11 14 12 12 17 . 15Vmbo 5 8 14 10 17 14 . 13Havo,vwo,mbo 4 6 10 11 10 8 8 12Hbo,wo 3 5 8 . 7 7 . 9

Bron:EBB.

Werkloosheid hardnekkiger onder niet-westerse allochtonenDe duur van de werkloosheid is ook een indicator die de situatie op dearbeidsmarktweergeeft:hoe lang is iemandalopzoeknaarwerk?Ditzegt ietsoverdehardnekkigheidvandewerkloosheid.Alseenpersoonkorterdaneenjaarwerkloosis,wordthijbeschouwdalskortdurendwerkloos.Iemandislangdurigwerkloosalshijal12maandenofmeeropzoekisnaarwerk.Niet-westersallochtonewerklozenzijnvakerlangdurigwerkloosdanautochtonewerklozen.In2009gaathetom31versus28procentvandewerklozen.Ditzijnwelrelatiefkleineverschillen,vergelekenmetdeverschillenindetotalewerkloosheidtussenautochtonenenniet-westerseallochtonen.Hetaandeellangdurigwerklozenisophetlaagsteniveauvandeafgelopenjaren.Ditkomtdoordatdewerkloosheidde afgelopen jaren heel laag is geweest en de werklozen die het afgelopen jaarwerklooszijngeworden,allemaalnogkortwerklooszijn(zezittenimmerspasnetzonderwerk).Indevorigeperiodevanoplopendewerkloosheidduurdehetook

Page 89: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

92 CentraalBureauvoordeStatistiek

eenpaar jaarvoordatdelangdurigewerkloosheidbegonoptelopen.Toennamhetaandeellangdurigwerklozenvooralbijniet-westerseallochtonenineenssterktoein2004,terwijldestijgingvandewerkloosheidalwasingezetvanaf2002.Ditvertraagdeeffectheefttotgevolgdatpasin2011of2012zalblijkenofniet-westerseallochtonen,netalsindevorigeeconomischmindereperiode,gemiddeldlangerwerkloosblijvendanautochtonen.

4.2 Arbeidsparticipatie

Als het totale aantal personen op de arbeidsmarkt (werklozen én werkzamen)vrijwel gelijk blijft, zal een stijging van het aantal werklozen een daling vanhet aantal werkenden tot gevolg hebben. Dat betekent een daling van de nettoarbeidsparticipatie1). De vorige paragraaf toonde dat de gevolgen van deeconomischecrisisheteerstduidelijkzichtbaarwerdenbijdewerkloosheidonderniet-westerseallochtonen.Dezeparagraafbeschrijftheteffectvandeeconomischecrisisopdearbeidsdeelnamevandeverschillendeherkomstgroepen.

1) Denettoarbeidsparticipatiedruktuitwelkaandeelindebevolking(15tot65jaar)eenbetaaldebaanheeftvantenminstetwaalfuurperweek(werkzameberoepsbevolking).Indezeparagraafgaathetbij(arbeids)participatiealtijdomdenettoarbeidsparticipatie.

4.4 Werklozen naar aandeel langdurig werkloos

Bron: EBB.

0

20

30

40

50

60

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

%

Autochtonen Niet-westerse allochtonen

Page 90: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 93

Dalende arbeidsparticipatie niet-westerse allochtonen als gevolg van crisisDe dalende participatiegraad van autochtonen in een periode van economischeneergangisbeperktvergelekenbijdievanniet-westerseallochtonen.Daarentegenstijgtdeparticipatieonderniet-westerseallochtonendestemeerineenperiodevaneenaantrekkendearbeidsmarkt.Hierdoorneemthetverschilinparticipatiegraadtussen autochtonen en niet-westerse allochtonen langzaam af in perioden vaneconomischevoorspoedenneemthetverschilweertoenaarmatehetslechtergaatmetdeeconomie.In2008washetverschilinparticipatiegraad13,1procentpunt.Dat is lager dan in de jaren daarvoor. In 2009 nam dit verschil alweer toe tot14,7procentpunt.

Hogere arbeidsdeelname onder Surinamers en Antillianen dan bij Turken en MarokkanenIn 2009 participeerden autochtonen nog nagenoeg evenveel als in 2008. Dearbeidsparticipatie van niet-westerse allochtonen daalde echter in 2009 met1,7 procentpunt ten opzichte van 2008. Deze daling komt voor een groot deelvoorrekeningvanSurinamersenAntillianen.DeparticipatievanSurinamersenAntillianendaaldein2009met2,5procentpunttenopzichtevan2008.Surinamersen Antillianen doen het echter nog steeds een stuk beter op de arbeidsmarktdan Turken en Marokkanen. In 2009 participeerde iets meer dan de helft vande Turken en Marokkanen op de arbeidsmarkt ten opzichte van ruim drie opde vijf Surinamers en Antillianen. Het verschil in arbeidsdeelname tussen deverschillende herkomstgroepen wordt voornamelijk veroorzaakt door vrouwen.Dewerkloosheidvandevrouwenuitdevierherkomstgroepenverschilderelatiefweinig. Dit betekent dat Turkse en Marokkaanse vrouwen veel minder vaakactief zijn op de arbeidsmarkt dan Surinaamse en Antilliaanse vrouwen. Dezeniet-actievevrouwenwerkenniet,maarzijnooknietopzoeknaarwerk.Mannen

4.5 Netto arbeidsparticipatie

Bron: EBB.

0

45

50

55

60

65

70

75

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

%

Autochtonen Niet-westerse allochtonen

Page 91: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

94 CentraalBureauvoordeStatistiek

van de verschillende herkomstgroepen participeren nagenoeg evenveel op dearbeidsmarkt.

In2010werdendegevolgenvandeeconomischecrisisookbijautochtonenzichtbaarindearbeidsparticipatie:hunparticipatiedaaldeinheteerstekwartaalvan2010met1procentpunttenopzichtevanheteerstekwartaalvan2009.Dedalingvandearbeidsparticipatievanniet-westerseallochtonenzettezicheveneensvoortinheteerstekwartaalvan2010.Hunarbeidsdeelnamewasinheteerstekwartaalvan2010zelfs5procentpuntlagerdaninheteerstekwartaalvan2009.

Staat 4.2 Netto arbeidsparticipatie naar achtergrondkenmerken, 2009

AutochtonenWesterse Niet- waarvan allochtonen westerse allochtonen Turken MarokkanenSurinamers Antillianen/overigniet- Arubanen westers

%

Totaal 70 66 55 54 50 63 58 53

Man 78 73 63 66 61 65 65 61Vrouw 62 60 47 42 39 62 51 45

15tot25jaar 43 35 30 29 31 36 29 2825tot45jaar 87 81 68 67 62 80 75 6445tot65jaar 65 63 55 50 41 63 59 56

Eerstegeneratie - 63 57 59 52 67 56 54Tweedegeneratie - 68 51 46 47 57 62 49

Basisonderwijs 39 40 35 38 32 35 28 36Vmbo 54 51 46 51 45 50 45 42Havo,vwo,mbo 74 68 64 64 63 71 64 59Hbo,wo 85 79 73 78 75 85 82 65

Bron:EBB.

Lage participatiegraad Turkse en Marokkaanse vrouwenVrouwenparticiperenminderopdearbeidsmarktdanmannen.Datgeldtvooralvoor Turkse en Marokkaanse vrouwen. In 2009 behoorde ongeveer vier op detien Turkse en Marokkaanse vrouwen tot de werkzame beroepsbevolking. VandeAntilliaansevrouwenparticipeerdedehelftopdearbeidsmarkt.Surinaamsevrouwenwerktenzelfsevenvaakalsautochtonevrouwen,zesopdetienhadeenbetaaldebaanvanminimaaltwaalfuurperweek.

Niet-westers allochtone jongeren hebben minder vaak een betaalde baan van12uurofmeerdanautochtone jongeren.Vandeniet-westerse jongerenhebben

Page 92: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 95

Surinaamse jongeren het meest een baan. Ook in de leeftijdscategorieën 25 tot45jaaren45tot65jaarparticiperenniet-westerseallochtonenbeduidendminderdan autochtonen. De arbeidsdeelname van Turken en Marokkanen in dezeleeftijdsklassenisaanzienlijkminderdandievanSurinamersenAntillianen.

Met lagere opleiding minder vaak een baanDe deelname op de arbeidsmarkt is lager onder lager opgeleiden. Dat geldtvoor alle herkomstgroepen. De participatiegraad van Surinamers ligt voor elkopleidingsniveau op ongeveer hetzelfde niveau als de participatiegraad vanautochtonen. Vooral de laagopgeleide Marokkanen, en dan vooral vrouwen,participerenmindervaakopdearbeidsmarkt.

Vooralleherkomstgroepen,behalveAntillianen,isdearbeidsparticipatiehogerbijdeeerstegeneratie.OmdatdetweedegeneratiegemiddeldjongerenhogeropgeleidisenbovendiendeNederlandsetaalbeterbeheerst,ligtdezeuitkomstnietvoordehand.Echter,totdetweedegeneratiebehorenrelatiefveelschoolgaandejongerendienognietactiefzijnopdearbeidsmarkt.Niet-westerseallochtonenwillenveelvaker (14procent)danautochtonen(8procent)noggeenbaanvanwegehet feitdatzenogeenopleidingvolgen.Hetgaatdanvooralomdetweedegeneratieniet-westerseallochtonen.Alsonderanderehiermeerekeningwordtgehoudenisdekansopeenbaanvoordetweedegeneratiejuistgroterdanvoordeeerstegeneratie(zieparagraaf4.4).

4.3 Kwetsbare arbeidsmarktposities

Indejarenzestigenzeventigwerdentendienstevandeindustriearbeidsmigrantenaangetrokken uit landen als Italië, Spanje, Portugal, Turkije en Marokko. Dezearbeidsmigrantenwerdengastarbeidersgenoemd,omdatdeverwachtingwasdathetverblijf inNederlandvan tijdelijkeaardwas.Vooralvoorveel immigrantenuit Turkije en Marokko bleek het verblijf minder tijdelijk: zij lieten uiteindelijkook hun gezin uit het herkomstland naar Nederland overkomen. Veel van degastarbeiders en hun familie hebben geen of nauwelijks opleiding genoten.Met het verdwijnen van veel werkgelegenheid in de industrie is een groot deelvan deze eerstegeneratieallochtonen werkzaam in andere laaggeschoolde enmeer onzekere functies. Deze paragraaf gaat in op de arbeidsmarktpositievan niet-westerse allochtonen met flexibele arbeidsrelaties die kwetsbaarzijn bij economische tegenslagen. Ook komt hun vertegenwoordiging in deschoonmaakbranche aan de orde als voorbeeld van een branche met veellaaggeschoold werk. Tweedegeneratieallochtonen zijn doorgaans beter opgeleiddaneerstegeneratieallochtonen.Daaromgaatdezeparagraafooknaoferverschilistussendeniet-westerseeersteentweedegeneratieinhetwerkenindeuitzend-enschoonmaakbranche.

Page 93: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

96 CentraalBureauvoordeStatistiek

Door conjunctuurveranderingen vooral daling uitzendkrachten onder niet-westerse allochtonen

Werkgeversproberenmetbehulpvanflexibelecontractendeschommelingenindeconjunctuuroptevangen.Intijdenvaneconomischecrisisverliezenmensenmeteen flexibele arbeidsrelatie als eerste hun baan. Daarom is het aandeel flexibelearbeidsrelatieseen indicatordiedesituatieopdearbeidsmarktgoedweergeeft.Als dit juist vaak voorkomt bij allochtonen, dan komt dat hun integratie op dekortetermijnniettengoede.Bijeenopgaandeconjunctuurzalhetaandeelflexibelearbeidscontractenwelweer toenemen,omdatwerkgeversmeercapaciteitnodighebbenomaandetoenemendevraagtekunnenvoldoen.Binnendeflexibelearbeidsrelatiesneemtvooralhet aandeeluitzendkrachtenafineenperiodewaarindearbeidsmarktverslechtert.Dit effect isveel sterkerbijniet-westerse allochtonen dan bij autochtonen. Tussen het eerste kwartaal van2008enheteerstekwartaalvan2010daaldehetaandeeluitzendkrachtenonderdewerkendeniet-westersallochtonenmetruim40procent.Hetaandeelautochtoneuitzendkrachtennamslechtsmeteenkwartaf.Werkende jongeren van 15 tot 25 jaar hebben vaker een flexibele arbeidsrelatiedanwerknemersdieouderdan25 jaarzijn.Begin2009hadruimeenopdevijfwerkzameautochtonejongereneenflexibelarbeidscontracttegentweeopdevijfwerkzameniet-westerseallochtonejongeren.Hetaandeelflexibelearbeidsrelatiesisbijjongerenechterminderconjunctuurgevoeligdanindeandereleeftijdsklassen.Na2008daaldeditaandeelnauwelijks.

4.6 Werkzame beroepsbevolking met flexibel contract (eerste kwartaal)

Bron: EBB.

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

Aut

ocht

oon

Nie

t-w

este

rsal

loch

toon

Aut

ocht

oon

Nie

t-w

este

rsal

loch

toon

Aut

ocht

oon

Nie

t-w

este

rsal

loch

toon

Aut

ocht

oon

Nie

t-w

este

rsal

loch

toon

Aut

ocht

oon

Nie

t-w

este

rsal

loch

toon

Aut

ocht

oon

Nie

t-w

este

rsal

loch

toon

Aut

ocht

oon

Nie

t-w

este

rsal

loch

toon

Aut

ocht

oon

Nie

t-w

este

rsal

loch

toon

Aut

ocht

oon

Nie

t-w

este

rsal

loch

toon

Aut

ocht

oon

Nie

t-w

este

rsal

loch

toon

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Uitzendkracht

%

Overig flexibel

Page 94: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 97

Niet-westerse allochtonen hebben vaker flexibele arbeidsrelatiesInheteerstekwartaalvan2010had13,5procentvandeniet-westerseallochtonenbinnen de werkzame beroepsbevolking een flexibele arbeidsrelatie; dit is ruimtweemaalzovaakalsautochtonen.Ditaandeelisdeafgelopenjarenbovendiensteedsveelhogergeweestbijdeniet-westerseallochtonendanbijdeautochtonen.Hieruitblijktnogsteedsdewankelepositieopdearbeidsmarktvanniet-westerseallochtonen. Het verschil in aandeel werknemers met een flexibele baan tussenbeide groepen is in het eerste kwartaal van 2010 wel iets lager dan in de jarendaarvoor.Dathangtsamenmetdeeerdergenoemdesterkedalingvanhetaandeelniet-westersallochtoneuitzendkrachten.

Veel tweedegeneratieallochtonen werkzaam in uitzendbrancheAlle niet-westerse herkomstgroepen waren in 2008 drie tot vijf keer vakerwerknemer2)indeuitzendbranchedanautochtonen.OnderTurken,MarokkanenenSurinamersisdetweedegeneratievakeruitzendkrachtdandeeerstegeneratie;onder Marokkanen en Surinamers zelfs ruim anderhalf keer zo vaak. Met16procentishetaandeeluitzendkrachtenin2008hethoogstonderMarokkanenvan de tweede generatie. Het grote aandeel tweedegeneratieallochtonen dat alsuitzendkrachtwerkzaamis,isgrotendeelstoeteschrijvenaandegemiddeldlagereleeftijdvandetweedegeneratie.Hetgeeftwelaandatnetalsdeeerstegeneratieookdetweedegeneratienogrelatiefvaakgeenvastcontractheeftendaarmeeeenkwetsbarepositieopdearbeidsmarktinneemt.

2) Bijdegegevensoverdeuitzend-enschoonmaakbrancheindezeparagraafgaathetnietalleenomdewerkzameberoepsbevolking,maaromallewerknemersindezebranches,dusookdiemeteenkleinerebaandan12uurperweek.Hetgaatgrotendeelsomuitzendkrachtenenschoonmakers,maarvooreenkleindeelvandewerknemersbetrefthetondersteunendeberoepenzoalsintercedentenendirectie.

4.7 Werknemers in de uitzendbranche, 2008

Bron: SSB.

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

Autochtonen Westerseallochtonen

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen

Overigniet-westers

Autochtonen Eerste generatie Tweede generatie

%

Page 95: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

98 CentraalBureauvoordeStatistiek

Tweede generatie minder vaak werkzaam in de schoonmaakbranche dan eerste generatieWerknemersindeschoonmaakbranchezijnvaaklaaggeschoold.Slechts1procentvandeautochtonewerknemerswasin2008werkzaamindeschoonmaakbranche.BijMarokkanenvandeeerstegeneratieisdatmeerdan14procent.OokdeeerstegeneratieTurkenenoverigniet-westerseallochtonenzijnbovengemiddeldvaakwerkzaam als schoonmaker. De tweedegeneratieallochtonen zijn daarentegenbeduidendmindervaakwerkzaamalsschoonmaker.TweedegeneratieAntillianenen overig niet-westerse allochtonen werkten in 2008 nauwelijks vaker danautochtonenindeschoonmaakbranche.HetaandeelschoonmakersondertweedegeneratieTurkseenMarokkaansewerknemers isongeveerdriekeerzo laagalsonderdeeerstegeneratievandezeherkomstgroepen.WelwerkenzenogdriekeerzovaakindeschoonmaakbranchealstweedegeneratieSurinaamseenAntilliaansewerknemers.Datdetweedegeneratieniet-westerseallochtonenmindervertegenwoordigdisindeschoonmaakbranchevergelekenmetdeeerstegeneratie,geeftaandatzijprofijthebbenvanhuninNederlandgenotenopleiding.Tweedegeneratieallochtonenzijndoorgaans beter opgeleid dan eerstegeneratieallochtonen, waardoor ze kunnenwerkeninhogergekwalificeerdebedrijfstakken.

4.4 Jongeren op de arbeidsmarkt: kansen op werk

Niet-westerse allochtonen hebben minder vaak een baan dan autochtonen (zieparagraaf4.2)enzijngemiddeldjongerenlageropgeleid(ziehoofdstukken2en3).Zij hebben echter ook een andere achtergrond dan autochtonen. AllochtonenvandeeerstegeneratiezijnnietinNederlandgeboren,enzijndaardoorwellicht

4.8 Werknemers in de schoonmaakbranche, 2008

Bron: SSB.

0

2

4

6

8

10

12

14

16

Autochtonen Westerseallochtonen

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen

Overigniet-westers

Autochtonen Eerste generatie Tweede generatie

%

Page 96: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 99

minder ingeburgerd in de Nederlandse taal en cultuur dan autochtonen enallochtonenvande tweedegeneratie.Bijde tweedegeneratieallochtonenkanditweerafhangenvanhetuithetbuitenlandafkomstigzijnvaneenofbeideouders.Autochtonenhebbengeendirectewortels inhetbuitenlandenkunnendaarmeeeenvoorspronghebbenopdearbeidsmarktdoormeerkennisoverenervaringmetdeNederlandse cultuur.Hangenverschillen inarbeidsparticipatievan jongerensamenmethunherkomst?

Onderzoeksmethode

Indezeparagraafgaathetomjongerenindeleeftijdvan25totenmet30jaardie niet (meer) studeren op de laatste vrijdag van september 2007. Dezeonderzoekspopulatiebestaatuit1,1miljoen jongeren.Vande jongerenwordtbepaaldofzijopdelaatstevrijdagvanseptember2007arbeidalswerknemerof zelfstandige als belangrijkste bron van inkomsten hebben. Hierbij wordtonderscheid gemaakt naar autochtonen, allochtonen van de eerste generatie(15,3 procent van de onderzoekspopulatie), allochtonen van de tweedegeneratievanwiebeideoudersinhetbuitenlandzijngeboren(5,3procentvandeonderzoekspopulatie)enallochtonenvandetweedegeneratievanwieéénouderinhetbuitenlandisgeboren(5,4procentvandeonderzoekspopulatie).Daarnaastwordtmetbehulpvaneenregressieanalyseonderzochtwatdekansvandeverschillendegroepenisomwerknemertezijn.Hierbijwordtrekeninggehoudenmetverschilleninachtergrondkenmerken.Bijhetbepalenvandekansenopbetaaldwerkvanallochtonen tenopzichtevanautochtonenwordenodds ratio’sberekenddiedekansverhoudingenophet hebben van werk weergeven. In deze odds ratio’s is gecorrigeerd voorverschilleninarbeidsmarktkansendietoeteschrijvenzijnaanleeftijd,geslacht,gezinssituatieenopleiding.Deoddsratio’sgevenweerwatdekansisvooreenbepaaldegroepomwerktehebbentenopzichtevandegroepautochtonen.Eenoddsratiovan2betekentdatdiegroepeentweemaalgroterekansheeftophethebbenvanwerkdanautochtonen,eenoddsratiovan0,5halveertdezekans.

Tweede generatie heeft vaker werk dan eerste generatieMeerdan90procentvandenietstuderendeautochtonenvan25totenmet30jaarhadinseptember2007betaaldwerk3).Bijdeniet-westersebevolkingsgroepenligtditaandeellager,variërendvan88procentbijtweedegeneratieallochtonenmetéénAntilliaanseouder tot52procentbijdeoverigniet-westerseallochtonenvandeeerstegeneratie.Eerstegeneratieallochtonenhebbenzonderuitzonderingmindervaakbetaaldwerkalsbelangrijkstebronvaninkomstendandetweedegeneratie-

3) Indezeparagraafwordtmethethebbenvanwerkbedoelddatarbeidalswerknemerofzelfstandigedebelangrijkstebronvaninkomstenvaneenpersoonis.

Page 97: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

100 CentraalBureauvoordeStatistiek

allochtonen uit dezelfde herkomstgroep. Onder de tweedegeneratieallochtonenlijkendepersonendiemeerinaanrakingkomenmetdeNederlandsecultuurhetbetertedoenopdearbeidsmarkt.AllochtonenvandetweedegeneratiewaarvanéénouderinNederlandgeborenis,hebbenvakerwerkdanallochtonenwaarvanbeideoudersinhetbuitenlandzijngeboren.SurinamersenAntillianen(eersteentweedegeneratie),dievanoorsprongmeermetdeNederlandsetaalencultuurzijnverbonden,zijnvakerwerkzaamdanTurkenenMarokkanen.Bovendienhebbendegenen die in Nederland zijn geboren vaker werk dan degenen uit dezelfdeherkomstgroepdienietinNederlandgeborenzijn.De tweede generatie van de overig niet-westerse allochtonen wijkt af van ditalgemenebeeld.Voorhethebbenvanwerkmaakthetweiniguitofeenofbeideouders in het buitenland zijn geboren. De eerste generatie overig niet-westerskentweliswaarhetlaagsteaandeelwerkenden,detweedegeneratieheeftjuisthethoogsteaandeelwerkendenvandetotaletweedegeneratievandeniet-westersegroepen. De buitenlandse wortels lijken voor de tweede generatie overig niet-westerse allochtonen dus minder beperkend dan voor de andere niet-westersegroepen.

Tweede generatie overig niet-westers veel grotere kans op werk dan eerste generatieWanneer rekening gehouden wordt met verschillen in geslacht, leeftijd,opleiding en gezinssituatie tussen de herkomstgroepen en autochtonen, blijktdatdekansenopwerkvoorallegeneratiegroepentoenemen.Verschillenindezeachtergrondkenmerkentenopzichtevanautochtonenverklarenduseendeelvan

4.9 Aandeel personen met arbeid als werknemer of zelfstandige als belangrijkste bron van inkomsten naar generatie (25–30 jaar), 28 september 2007

Bron: SSB.

0

10

20

30

4050

60

70

80

90

100

Autochtonen Marokkanen Turken Surinamers Antillianen/Arubanen

Overigniet-westers

Autochtoon

%

Tweede generatie, beide ouders geboren in buitenland

Eerste generatie Tweede generatie, een ouder geboren in buitenland

Page 98: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 101

de achterstand van niet-westers allochtone jongeren op de arbeidsmarkt. In hetalgemeenhebbenmannenenpersonenmeteenhogeopleidinghetmeestekansopwerk tenopzichtevanvrouwenenpersonenmeteen lageopleiding.Verderhebbensamenwonendenofgehuwdenzonderkindereneengroterekansopwerktenopzichtevanalleenstaanden.Een deel van de achterstand op autochtonen kan dus verklaard worden doorverschillen in geslacht, leeftijd, opleiding en gezinssituatie. Maar ook als hierrekeningmeewordtgehouden,blijvenallegroepenniet-westerseallochtoneneenkleinerekansopbetaaldwerkhoudendanautochtonen(alleoddsratioszijnkleinerdan1).Dejongeallochtonenvandetweedegeneratiehebbenwelvakerwerkdandeeerstegeneratie,waarbijdetweedegeneratieallochtonenmetéénNederlandseoudereengroterekansopwerkhebbendantweedegeneratieallochtonenwaarvanbeide ouders in het buitenland zijn geboren. Dit komt overeen met het beeldvoordatrekeninggehoudenwerdmetachtergrondkenmerken(figuur4.9).Onder eerstegeneratieallochtonen hebben Marokkanen en Turken een vijfmaalkleinerekanseenbaantehebbentenopzichtevanautochtonen.BijeerstegeneratieSurinamersenAntillianenisdezekanstwee-àdriemaalzoklein.Deoverigniet-westerseallochtonenvandeeerstegeneratiehebbentenopzichtevanautochtonendekleinstekansophethebbenvanwerk.Deachterstandopdearbeidsmarkttenopzichtevanautochtonenisbijdetweedegeneratievandeoverigniet-westerseallochtonen beduidend kleiner dan die van de eerste generatie. Bij de tweedegeneratieTurkenenMarokkanenisdekansopwerktussende2en3keerkleinerten opzichte van die van autochtonen. Bij de tweede generatie van de anderegroepenallochtonenisdieachterstandmindergroot.

4.10 Kansen (odds ratio’s) op het hebben van betaald werk als belangrijkste bron van inkomsten ten opzichte van autochtonen, 28 september 2007

Bron: SSB.

0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 10,9

Turken

Marokkanen

Surinamers

Antillianen/Arubanen

Overig niet-westers

Eerste generatie

Tweede generatie allochtonen, een ouder geboren in buitenland

Tweede generatie, beide ouders geboren in buitenland

Page 99: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

102 CentraalBureauvoordeStatistiek

4.5 Arbeidsmarktkansen na bedrijfseconomisch ontslag

Eerderindithoofdstukbleekaldatvooralniet-westerseallochtoneneenkwetsbaregroepzijnopdeNederlandsearbeidsmarkt.Wordenzijookeerderontslagenenhebben zij daarna minder kansen weer aan het werk te komen dan autochtonewerknemers?Onvrijwillig ontslag als gevolg van economische teruggang heeft vaak groteconsequenties voor de levensloop van een gedupeerde werknemer. De arbeids-carrière staat immers centraal in de levensloop van mensen. Deze paragraafbeschrijft de gevolgen van een bedrijfseconomisch ontslag voor de arbeids-marktparticipatie en inkomsten van de getroffen werknemers tot twee jaar naontslag.4)Ontslagombedrijfseconomische redenen isdebetrokkenwerknemersniet persoonlijk aan te rekenen. Dit maakt het mogelijk groepsverschillen inarbeidsmarktkansen(participatieeninkomsten)inkaarttebrengendiegerelateerdzijnaanhetontslag.Werknemersdie in2005zijnontslagenwordengevolgdtot2008envergelekenmetniet-ontslagenwerknemers.

Staat 4.3 Niet-ontslagen en ontslagen werknemers, 2005

Geenontslag Ontslag

Faillissement UWVbedrijfs- Collectief Totaalontslag economisch ontslag

%

Autochtonen 84,9 68,4 80,5 81,1 76,2Westerseallochtonen 8,2 9,7 9,6 9,1 9,5Turken/Marokkanen 2,4 6,5 3,8 3,0 4,6Surinamers/Antillianen/Arubanen 2,5 3,9 2,6 3,5 3,2Overigniet-westers 2,0 11,7 3,6 3,3 6,5

Totaal 100 100 100 100 100

Bron:SSB.

Allochtonen worden vaker ontslagenVan de groep niet-ontslagen personen die geheel 2005 werkzaam waren is7procentniet-westersallochtoon.Binnendegroepontslagenwerknemersishetaandeel niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo hoog. In het bijzonder degroepoverigniet-westerseallochtonenwordtbovengemiddeldvaakmetontslaggeconfronteerd.Ditverschilisdeelsterugtevoerenopfaillissementsontslag,waardezegroepallochtonenrelatiefvaakmeetemakenheeft.Blijkbaarwerkenzijvaker

4) Ontslagenalsgevolgvanziekte,disfunctionerenenverstoordearbeidsverhoudingenwordenbuitenbeschouwinggelaten.

Page 100: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 103

dangemiddeldineconomischslechterpresterendebedrijven,dieeengroterekanshebbenfailliettegaan.

Ontslagen niet-westerse allochtonen blijven achter in arbeidsparticipatieTweederdevandeontslagenautochtonewerknemersheeft6maandennahetontslagweer werk als werknemer. Na 24 maanden is dit bijna 80 procent. Gedupeerdewerknemersvanandereherkomstgroepenzijnmindersuccesvolinhetvindenvannieuwwerk.TweederdevandeontslagenwerknemersvanMarokkaanse,Turkseofoverigniet-westerseherkomstheeftpasna24maandenweereennieuwebaangevonden.SurinaamseenAntilliaanseontslagenwerknemershebbennaeenhalfjaarbijnanetzovaaken24maandenlaterduidelijkvakereenbaandanontslagenMarokkaanseenTurksewerknemers.

Analyse loonontwikkeling

Steeds wordt per herkomstgroep het verschil in het mediane loon uit arbeideenjaarvóórentweejaarnadatovergeleken.Demediaanishetloonwaarvoorgeldtdat50procentvandepersonenuitdeherkomstgroepeenlagerofevengroot loon heeft. Het mediane loon is minder gevoelig voor extreem lage ofhoge waarden dan het gemiddelde loon. Het loon wordt gecorrigeerd voorde baanomvang, maar niet voor prijsinflatie. Niet-werkenden worden buitenbeschouwinggelaten.Voordeontslagenwerknemersgaathetdusalleenomhet mediane loon van degenen die na twee jaar weer werknemer zijn. Hetijkpuntvoordeontslagenwerknemersisdeontslagmaandin2005;voordeniet-ontslagenwerknemerisditeenwillekeurigekalendermaandin2005.

4.11 Aandeel ontslagen werknemers uit 2005 dat 6 en 24 maanden na ontslag weer werknemer is

Bron: SSB.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Autochtonen Westerse allochtonen Turken/Marokkanen

Surinamers/Antillianen/Arubanen

Overigniet-westers

Na 6 maanden

%

Na 24 maanden

Page 101: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

104 CentraalBureauvoordeStatistiek

Loonontwikkeling: ontslagenen versus niet-ontslagenenOntslag kan ook negatieve gevolgen hebben voor de ontwikkeling van deinkomsten van ontslagen personen, nadat ze weer werk hebben gevonden. Ditkanonderzochtwordendoorhetverschilinloontevergelijkenvandeontslagenpersonendieweerwerkhebbengevonden,eenjaarvóórentweejaarnahetontslag.Vooralleherkomstgroepengeldtdatwerknemersdiewerdenontslageninkomsten-verliezenlijdentenopzichtevandiegenendienietwerdenontslagen.Zolaghetinkomen van werkende autochtonen die hun baan verloren twee jaar na dato236eurohoger(toenamevan10,8procent),terwijldeniet-ontslagenautochtonen316euromeerverdienden(toenamevan12,4procent).VoorontslagenMarokkaanseenTurksewerknemerssteeghetloonmet187euro(9,5procent),terwijldeniet-ontslagen werknemers uit deze herkomstgroepen er 266 euro (12,8 procent)op vooruit gingen. Bij Surinamers enAntillianen is dit verschil nog groter. Hetinkomenvanontslagenoverigniet-westersallochtonewerknemersbleefhetmeestachter.Zijverdiendenslechts24euromeerpermaand(1,2procent).

4.6 Conclusie

Conjuncturele schommelingen hebben sinds 2001 geleid tot fluctuaties opde arbeidsmarkt. In economisch slechtere tijden verliezen naar verhoudingveel niet-westerse allochtonen als eerste hun baan. Deels komt dit doordat zij

4.12 Loonontwikkeling 1) van werknemers in de periode van 1 jaar vóór tot 2 jaar na ontslagmaand (ontslagen werknemers) of willekeurige maand (niet ontslagen werknemers) in 2005

Bron: SSB.1) Gecorrigeerd voor baanomvang.

0

50

100

150

200

250

300

350

400

450

Autochtonen Westerse allochtonen Turken/Marokkanen

Surinamers/Antillianen/Arubanen

Overigniet-westers

euro

Niet ontslagen Ontslagen

Page 102: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 105

bovengemiddeld vaak een flexibele arbeidsrelatie hebben. Bij een economischherstelprofiterendeallochtonenbovendienvertraagd.Dearbeidsparticipatievanniet-westerseallochtonenisdoortoedoenvandemeestrecenteeconomischecrisisookgedaald,vooralonderSurinamersenAntillianen.Dearbeidsparticipatiegraadvan niet-westerse allochtonen is lager dan die van autochtonen, ongeachtleeftijd. Vooral Turkse en Marokkaanse vrouwen bieden zich weinig aan op dearbeidsmarkt.

In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw zijn veel gastarbeiders naarNederlandgehaaldvoorlaaggeschooldwerk.Devolgende(tweede)generatieisbeduidendmindervertegenwoordigdinlaaggeschooldebedrijfstakken,zoalsdeschoonmaakbranche.Tweedegeneratieallochtonenzijndoorgaansbeteropgeleiddan eerstegeneratieallochtonen, waardoor zij eerder in hoger gekwalificeerdwerkterechtkomen.Welwerkenzijnetalsdeeerstegeneratienogvaakviaeenuitzendbureau,waardoorhunpositieopdearbeidsmarktnogsteedskwetsbaaris.

Niet-westers allochtone jongeren hebben minder vaak werk dan autochtonejongeren. Wel lijkt een grotere binding met de Nederlandse taal en cultuureen gunstige invloed te hebben op de kansen op de arbeidsmarkt. Zo hebbenSurinamersenAntillianenvakerwerkdanTurkenenMarokkanen.MaarookhetinNederlandgeborenzijnheefteenpositieveuitwerkingopdearbeidsparticipatie.Dejongeallochtonenvandetweedegeneratiehebbenwelvakerwerkdandeeerstegeneratie, waarbij de tweedegeneratieallochtonen met één Nederlandse ouderminderachterstandhebbenopdearbeidsmarkttenopzichtevanautochtonendantweedegeneratieallochtonen van wie beide ouders uit het buitenland afkomstigzijn.WellichtkrijgenzijmeermeevandeNederlandsecultuurenisditgunstigvoor hun positie op de arbeidsmarkt. Ook andere factoren, zoals een hogeropleidingsniveaueneenstabielegezinssituatie,zijnbevorderlijkvoordekansenopdearbeidsmarkt.

Niet-westers allochtone werknemers worden vaker met bedrijfseconomischontslaggeconfronteerddanautochtonewerknemers.Bovendienheeftditontslaggrotereconsequentiesvoorhen.Zijvindenmindersneleennieuwebaanengaanerfinancieelsterkeropachteruit.Dit isgeblekenuitonderzoekonderontslagenwerknemersin2005.

In tijden van economische crisis hebben niet-westerse allochtonen op dearbeidsmarkthetdusalseerstezwaarteverduren.Meerniet-westerseallochtonenverliezen hun baan dan autochtonen en de arbeidsmarktparticipatie neemt af.Meer flexibele contracten en werk in sectoren waar de ontslagen vallen als heteconomischslechtergaatzijnmededebetaandezwakkepositievanniet-westerseallochtonen op de arbeidsmarkt.Toch is de tweedegeneratie langzaamop wegde arbeidsmarktpositie te verstevigen. De achterstand op de arbeidsmarkt ten

Page 103: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

106 CentraalBureauvoordeStatistiek

opzichtevanautochtonenisvoorniet-westersallochtonejongerendiehunstudieachterderughebbenalveelkleinerdanvoordeeerstegeneratie.Zijhebbendaarbijals voordeel dat zij door hun geboorte in Nederland meer in de Nederlandsecultuurzijnopgegroeid.Ookrakenzijsteedshogeropgeleid,watdekansenopdearbeidsmarktverdervergroot.

Literatuur

Beckers, I., H. Lautenbach en G. Linden (2008). Onbenut arbeidsaanbod eneconomischegroei.Sociaaleconomischetrends,2ekwartaal2008,37–43.

TNOenCBS(2010).AlleHensaanDek.Nietwerkendeninbeeldgebracht.Hoofddorp:TNOKwaliteitvanLeven.

Schema en tabel in de bijlage op de CBS-internetsite

SchemaB4.1 Afbakening werkzame en werkloze beroepsbevolking naarherkomst,2009

TabelB4.1 De kansverhouding (odds ratio’s) van herkomstgroepen ophet hebben van een baan, gecorrigeerd voor achtergrond-kenmerken,28september2007

Page 104: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 107

5. Inkomen en uitkeringenEenessentieelaspectvandesociaaleconomischeintegratieisdatzoveelmogelijkmensen een eigen inkomen verdienen door te werken en zo weinig mogelijkmensenafhankelijkzijnvaneenuitkering.Inkomenenuitkeringsafhankelijkheidzijndanookbelangrijke indicatorenvoordewelvaartspositievanverschillendeherkomstgroepen. In dit hoofdstuk komen de verschillen tussen allochtonen enautochtonenininkomenenuitkeringenaanbod.Heteerstedeelvandithoofdstukricht zich op de inkomenssituatie. Hoe was de inkomensontwikkeling van deherkomstgroepensinds2000?Hoegrootishetaandeeldatinvoldoendemateineigenonderhoudkanvoorzien?Enalstegenhangerhiervan:hebbenallochtonenmeerkansoparmoededanautochtonen?Hettweededeelvandithoofdstukstaatinhettekenvanuitkeringen.Hierinkomtdeactueleuitkeringssituatievanniet-westerseallochtoneninvergelijkingmetdievanautochtonenaanbod,samenmetdeontwikkelingenindeafgelopenjaren.Ookwordtnagegaanwatdeinvloedisvaneconomischeontwikkelingenopdeinstroominenuitstroomuitdebijstandopjaarbasis.Daarbijkomenookdesociaaleconomischesituatiesvoorofnabijstandaandeorde.

5.1 Inkomenspositie

Niet-westerseallochtonenhebbeneenaanzienlijklagerinkomendanautochtonenenwesterseallochtonen.Datgeldtzowelvoorniet-westerseallochtonenvandeeerstealsvandetweedegeneratie.Hetgaathieromhethuishoudensinkomendat,gecorrigeerdvoordegrootteensamenstellingvanhethuishouden,istoegekendaanelklidvanhethuishouden.

Inkomen

Uitgangspunt in de beschrijving van het inkomen is de vrij besteedbareinkomensruimte. Het besteedbaar inkomen is opgebouwd uit loon, winsten inkomen uit vermogen vermeerderd met ontvangen uitkeringen enandere toelagen, en verminderd met betaalde premies en belastingen. Hetbesteedbaar huishoudensinkomen is gelijk aan de som van het besteedbaarinkomen van alle huishoudensleden. Om de inkomens van verschillendetypen huishoudens onderling vergelijkbaar te maken, wordt het besteedbaarhuishoudensinkomengecorrigeerdvoorverschilleningrootteensamenstellingvan het huishouden. Hierbij wordt rekening gehouden met schaalvoordelendiehetgevolgzijnvanhetvoerenvaneengemeenschappelijkehuishouding.Een tweepersoonshuishouden heeft daardoor niet een twee keer zo hooginkomennodigalseenalleenstaandeomeenvergelijkbaarinkomentehebben.

Page 105: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

108 CentraalBureauvoordeStatistiek

Omhetinkomenvanverschillendehuishoudenstypenvergelijkbaartemakenwordt het inkomen gedeeld door een equivalentiefactor (CBS, 2004a). Hetaldus gestandaardiseerde huishoudensinkomen wordt vervolgens toegekendaan iedere persoon van het betreffende huishouden. De persoon met hetaan hem of haar toegekende huishoudensinkomen vormt vervolgens deeenheid voor verdere berekening. In het vervolg van de tekst wordt met hetinkomenaltijdhetaandepersoontoegekendegestandaardiseerdbesteedbaarhuishoudensinkomenbedoeld,tenzijditexplicietandersisvermeld.

Niet-westerse allochtonen hebben laagste inkomenHetgemiddeldejaarinkomenvanautochtonenbedroegin2008ruim25duizendeuro.Hetinkomenvanwesterseallochtonenwijkthiernietveelvanaf.Bijniet-westerseallochtonenligthetjaarinkomen7duizendeurolager,zowelbijdeeersteals de tweede generatie. De eerste generatie is echter gemiddeld ouder dan detweede generatie. Wanneer gecorrigeerd wordt voor deze leeftijdsverschillen,schuifthetgemiddeldeinkomenvandeeerstegeneratiewatnaarbeneden,terwijlhet inkomen van de tweede generatie juist wat hoger wordt. Dit komt doordatde tweede generatie doorgaans hoger opgeleid is en de Nederlandse taal beterbeheerst,waardoorhunkansopwerkgroteris(Lautenbach,VanderVliet,CuijpersenVanRooijen,2008;zieookparagraaf4.4).

Inkomensontwikkelingen niet-westerse allochtonen en autochtonen vergelijkbaar De ontwikkeling van het inkomen in de periode 2000–2008 verliep voor niet-westerse allochtonen grotendeels overeenkomstig met die van autochtonen,weliswaaropeenlagerniveau.Vooralin2001enin2006en2007namhetinkomentoe.In2001kwamditdoordeherzieningvanhetbelastingstelsel,waardoorveel

5.1 Ontwikkeling van het gemiddeld inkomen (in prijzen van 2008)

Bron: IPO.

0

14

16

18

20

22

24

26

28

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008*

x 1 000 euro

Niet-westerse allochtonen, tweede generatie

Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen, eerste generatie

Page 106: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 109

mensen er toen op vooruit gingen. In 2006 en 2007 floreerde de Nederlandseeconomie, waarvan zowel autochtonen als allochtonen profiteerden. Ook deeconomische neergang tussen 2002 en 2005 heeft duidelijk zijn weerslag gehadop de inkomensontwikkeling van de groepen. Maar ondanks dat vooral niet-westerseallochtonenwordengeraaktbijeconomischslechteretijden(Lautenbachetal.,2008;zieookhoofdstuk4),neemthuninkomenindieperiodenietmeerafdandatvanautochtonen.

Inkomen Turken en Marokkanen groeit het minst tijdens levensloopNaarmate mensen ouder worden, beschikken ze over het algemeen over meerinkomen. Jongeren studeren vaak nog, of staan aan het begin van hun carrièrewaardoorhuninkomennogrelatieflaagis.Opmiddelbareleeftijdishetgrootstedeel van de mensen aan het werk. Zij hebben vaak een stabiele carrière en demogelijkheden benut om door te groeien, waardoor hun inkomen hoger isgeworden.Inde leeftijdvan45tot65 jaarhebbenmensengemiddeldhetmeesttebesteden.Bijhetbereikenvandepensioenleeftijdgaandemeestenerflinkopachteruit. Dit inkomenspatroon over de diverse levensfasen gaat voor TurkenenMarokkanenveelminderop:zijhebbenindeleeftijdvan25tot65jaarsteedsongeveerevenveeltebesteden.Welgaanookzijernahun65steopachteruit.

Staat 5.1 Gemiddeld inkomen naar leeftijd, 2008*

Totaal waaronder

15tot25jaar 25tot45jaar 45tot65jaar 65jaarofouder

x1000euro

Autochtonen 25,3 24,1 24,8 28,4 23,0Westerseallochtonen 24,3 21,4 23,6 27,2 23,1Niet-westerseallochtonen 18,1 17,5 18,6 20,0 17,0waarvan

Turken 17,1 16,9 17,8 17,6 15,7Marokkanen 16,5 17,0 17,5 17,3 15,6Surinamers 20,5 19,5 21,2 22,4 17,8Antillianen/Arubanen 18,6 15,9 19,5 21,3 17,4overigniet-westers 18,2 17,6 18,1 20,1 18,7

Bron:IPO.

Niet-westerse allochtonen vaker onderaan inkomensladderEen indeling van het inkomen in 20-procentsgroepen1) toont dat niet-westerseallochtonenbeduidendvakeronderaandeinkomensladderstaandanautochtonen

1) Een indeling van de bevolking in 20-procentsgroepen ontstaat door personen oplopend te ordenennaarhoogtevanhun inkomen,envervolgensvijfgroepenpersonenvangelijkeomvangtevormen.De20procentpersonenmetdelaagsteinkomenswordenhieraangeduidalsdelaagsteinkomensgroep,de20procentpersonenmetdehoogsteinkomensalsdehoogsteinkomensgroep.

Page 107: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

110 CentraalBureauvoordeStatistiek

en allochtonen van westerse herkomst. Bijna de helft van de niet-westerseallochtonenheefteeninkomenindelaagsteinkomensgroep,tegenovernagenoegeenkwartvandewesterseallochtonen.Vandeautochtonenhadmaareenzesdeeeninkomenindelaagsteinkomensgroep.Autochtonenenwesterseallochtonenhebbenevenvaakeenhooginkomen:eenopdevijfzatindehoogsteinkomensgroep.Onderniet-westerseallochtonenlaghetaandeelhogeinkomensmetminderdan10procentforslager.

Ruim een op de vijf niet-westerse allochtonen in huishouden met uitkeringDatniet-westerseallochtonenvakeronderaandeinkomensladderstaan,heeftondermeer temakenmetdatzijveelvakerdanautochtonenenwesterseallochtoneneenuitkeringhebben.Ruim20procentvandeniet-westerseallochtonenbehoorttoteenhuishoudenmeteenuitkeringalsvoornaamsteinkomensbron.VooralbijMarokkanenisditaandeelhoog,ruim25procent.Onderautochtonenenwesterseallochtonenligtditaandeelforslager(respectievelijk5en8procent).Paragrafen5.4totenmet5.6gaaninmeerdetailinopdeuitkeringssituatievandeverschillendeherkomstgroepen.

Slechtseenopdetwintigniet-westerseallochtonenheefteenpensioenuitkering,terwijldataandeelbijautochtoneneenopdevijfis.Ditkomtdoordatniet-westerseallochtonen gemiddeld veel jonger zijn (zie hoofdstuk 2). Gecorrigeerd voorleeftijdsverschillenishetaandeelpensioenontvangersindedrieherkomstgroepenvrijwel gelijk. Het aandeel met inkomen uit betaald werk ligt na correctie voorleeftijdsverschillenbijniet-westerseallochtonenflinklager,terwijlhetaandeelmeteenuitkeringnauwelijksandersis.

5.2 Inkomen in 20%-groepen, 2008*

Bron: IPO.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen

1e 20%-groep

%

2e 20%-groep 3e 20%-groep 4e 20%-groep 5e 20%-groep

Page 108: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 111

5.2 Kans op armoede

Niet-westerse allochtonen bevinden zich vaak op de onderste sporten van deinkomensladder.Maarhebbenzijnogwelvoldoendegeldvoordemeestgangbareconsumptiebehoeften? Met andere woorden, hoe groot is de kans op armoedebijniet-westerseallochtoneninvergelijkingmetautochtonen?Enhoeheeftdezekansoparmoedezichontwikkeldvanaf2000?Voordebepalingvandekansoparmoedefungeertdelage-inkomensgrensalskritischegrens.

Lage-inkomensgrens

Hetafbakenenvandecategoriepersonenineenhuishoudenmetkansoparmoedegebeurtopbasisvandelage-inkomensgrens.Dezegrensvertegenwoordigteenvast koopkrachtbedrag en is afgeleid van het bedrag dat een alleenstaandebijstandsgerechtigde in 1979 ontving. Het bijstandsniveau was toen inkoopkrachthethoogst.Voordejarendaarnaisdegrensgecorrigeerdvoordeprijsontwikkeling.Inprijzenvanhetjaar2008bedroegdelage-inkomensgrensvoor een alleenstaande 920 euro netto per maand. Het gestandaardiseerde

5.3 Aandeel personen naar voornaamste inkomensbron van het huishouden, 2008*

Bron: IPO.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Autochtonen

Westerse allochtonen

Niet-westerse allochtonen

waarvan

Turken

Marokkanen

Surinamers

Antillianen/Arubanen

overig niet-westers

Arbeid en/of winst

%

Pensioen Uitkering Overig

Page 109: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

112 CentraalBureauvoordeStatistiek

huishoudensinkomen wordt vergeleken met de lage-inkomensgrens om tebepalen of een huishouden een laag inkomen heeft. Huurtoeslag blijft bij deafbakeningbuitenbeschouwing.Wanneerhetinkomenvierachtereenvolgendejarenonderdelage-inkomensgrensvalt,isersprakevaneenlangduriglaaginkomen.

Niet-westerse allochtonen fors vaker onder lage-inkomensgrensNiet-westerse allochtonen hebben veel vaker een inkomen onder de lage-inkomensgrens dan autochtonen en westerse allochtonen. In 2008 had bijna23 procent van de niet-westerse allochtonen een inkomen onder de lage-inkomensgrens,tegenoverbijna5procentvandeautochtonen.VooralMarokkanenhebben vaak een laag inkomen. Van de niet-westerse allochtonen hebbenSurinamers het minst vaak een laag inkomen. Dit komt mede doordat zij eenrelatiefhogearbeidsdeelnamehebben(ziehoofdstuk4).Ruimeenopdetienniet-westerseallochtonenhadin2008alvier jaarof langereenlaaginkomen.Ditisbijna8keerzoveelalsbijautochtonen.OokhierstaanMarokkanenerbeduidendslechtervoordanandereniet-westersegroepen.Welkomteenlangduriglaaginkomenbijalleherkomstgroepenveelmindervaakvoordaneenincidenteellaaginkomen.

Staat 5.2 Personen in huishoudens met een (langdurig) laag inkomen, 2008*

Tenminsteéénjaarlaaginkomen Vierjaaroflangerlaaginkomen

%

Autochtonen 4,8 1,4Westerseallochtonen 9,0 2,9Niet-westerseallochtonen 22,9 10,9waarvan

Turken 21,9 10,5Marokkanen 28,3 17,1Surinamers 14,4 5,7Antillianen/Arubanen 21,3 8,0overigniet-westers 25,9 11,6

Bron:IPO.

Aandeel lage inkomens onder niet-westerse allochtonen sinds 2000 sterk gedaaldHetaandeelpersonenmeteeninkomenonderdelage-inkomensgrensbijdeeerstegeneratieniet-westerseallochtonennamafvan30procentin2000tot23procentin2008,eendalingvan7procentpunt.Bijdetweedegeneratiedaaldeditzelfsmet10procentpunt.Dedalingenvondenplaats inde jaren2000–2002en2005–2007,periodesvaneconomischevoorspoed.Ookbijautochtonenspelendeeconomischeontwikkelingeneenrol.Hetaandeellageinkomensonderhendaaldetussen2000

Page 110: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 113

en2008metruim3procentpunt.Relatiefgeziendaaldehetaandeellageinkomensonderautochtonenmeerdanonderallochtonen(zieookLautenbachetal.,2008).

5.3 Economische zelfstandigheid

De overheid hecht veel belang aan een zelfstandig bestaan van individuen.Daartoestimuleertzijdekwetsbaregroepenindesamenlevingomteparticiperenopdearbeidsmarkt,omzodoendeeconomischzelfstandigtekunnenzijn.Indezeparagraafkomendeverschillenineconomischezelfstandigheidtussenallochtonenenautochtonenaanbod.

Economische zelfstandigheid

Iemand is economischzelfstandigwanneerzijnofhaar inkomstenuit arbeidof eigen onderneming meer dan 70 procent van het netto minimumloonbedragen.Ditishetbijstandsniveauvaneenalleenstaande.In2008lagdegrensvooreconomischezelfstandigheidop834euronettopermaand.Uitkeringen,huurtoeslag, kinderbijslag, ontvangen partneralimentatie en inkomsten uitvermogen dragen niet bij tot economische zelfstandigheid. De meting vaneconomischezelfstandigheidwordtbeperkttotpersonenvan15tot65jaar.

Surinaamse vrouwen van alle vrouwen het vaakst economisch zelfstandigNiet-westerse allochtonen zijn veel minder vaak economisch zelfstandig danautochtonen (41 procent tegenover 60 procent). De verschillen in economischezelfstandigheid zijn bij niet-westerse vrouwen onderling groter dan bij niet-

5.4 Ontwikkeling van aandeel personen in huishoudens met een laag inkomen

Bron: IPO.

0

5

10

15

20

25

30

35

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008*

%

Niet-westerse allochtonen, tweede generatie

Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen, eerste generatie

Page 111: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

114 CentraalBureauvoordeStatistiek

westerse mannen. Surinaamse vrouwen zijn het vaakst economisch zelfstandig(52procent),zelfsvakerdanautochtonevrouwen(48procent).OokdeAntilliaansevrouwenzijnrelatiefvaakeconomischzelfstandig.DithangtsamenmethethogereopleidingsniveauendehogerearbeidsparticipatievanSurinaamseenAntilliaansevrouwen(LautenbachenOtten,2007).Ookishunwekelijksearbeidsduurrelatiefhoog(Beckers,HermansenPortegijs,2009).Binnen alle herkomstgroepen zijn mannen vaker economisch zelfstandig danvrouwen.VooralbijTurkenenMarokkanenisereenflinkeklooftussenmannenenvrouwen.ZoisbijTurkenhetverschilzelfs30procentpunt.Datkomtvooreengrootdeeldoordeveel lagerearbeidsdeelnamevanTurkseenMarokkaansevrouwen(Beckers et al., 2009). Maar ook bij autochtonen is het verschil in economischezelfstandigheidgroot(24procentpunt).BijSurinamerszijnvrouwenechterbijnanetzovaakeconomischzelfstandigalsmannen.Gemiddeld41procentvandeniet-westerseallochtonenwasin2008economischzelfstandig,waarvanruim43procentvandeeerstegeneratieen35procentvandetweedegeneratie.Maarookhier speeltde jongere leeftijdvan tweedegeneratieniet-westerse allochtonen een grote rol. Na correctie voor verschillen in leeftijdblijktdathetaandeeleconomischzelfstandigenbijtweedegeneratieniet-westerseallochtonenbijna20procentpunthogerligtdanvoorcorrectie.

5.5 Economische zelfstandigheid naar geslacht, 15 tot 65 jaar, 2008*

Bron: IPO.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

Autochtonen Westerseallochtonen

Niet-westerse

allochtonen

waarvan Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen

Overigniet-westers

%

Mannen Vrouwen

Page 112: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 115

Economische zelfstandigheid vooral bij niet-westerse allochtonen conjunctuurgevoeligIndeperiode2002–2005ginghetNederlandeconomischgezienmindervoordewind.Vooralhetaandeeleconomischzelfstandigenonderniet-westerseallochtonendaaldeindiejaren.Datkwamdoordestijgendewerkloosheid,diemetnamedezegroep trof (zie hoofdstuk 4). Maar ook bij autochtonen en westerse allochtonennamhetaandeeleconomischzelfstandigenindieperiodelichtaf.In2006en2007namdeeconomischezelfstandigheidweertoe,waarbijniet-westerseallochtonenrelatief meer profiteerden van de aantrekkende economie in die jaren dan deandereherkomstgroepen.Deeconomischezelfstandigheidonderautochtonenenwesterseallochtonenblijkthetminstconjunctuurgevoelig.

5.4 Actuele uitkeringssituatie

Nederland verkeerde in 2009 in een periode van recessie. Het eerste kwartaalvertoonde de grootste krimp van de economie sinds de Tweede Wereldoorlog.Hoewelminderdramatischdaninheteerstekwartaal,waserookinhettweedeenderdekwartaalnogsprakevankrimp.Dewerkgelegenheidnamafenhetaantalpersonenmeteenuitkeringnamtoe.Vanwegedeconjunctuurgevoeligheidgolddatvooralvoorhetaantalpersonenmeteenwerkloosheidsuitkeringeninminderematevoorhetaantalpersonenmeteenbijstandsuitkering.Dearbeidsongeschiktheids-uitkeringenzijnveelmindergerelateerdaandeeconomischesituatie.

5.6 Ontwikkeling aandeel economisch zelfstandigen, 15 tot 65 jaar

Bron: IPO.

20

25

30

35

40

45

55

50

60

65

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008*

%

Niet-westerse allochtonen, tweede generatie

Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen, eerste generatie

Page 113: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

116 CentraalBureauvoordeStatistiek

Personen met een uitkering

Dit deel van het hoofdstuk gaat over personen van 15 tot 65 jaar met eenbijstandsuitkering,eenwerkloosheidsuitkeringofeenarbeidsongeschiktheids-uitkering. Personen kunnen meerdere en verschillende uitkeringen hebben,maartellenindecijfersperuitkeringssoorteenkeermee.

BijstandsuitkeringenBij de bijstand gaat het om personen met een uitkering in het kader van deAlgemene bijstandswet (Abw) of Wet Werk en Bijstand (WWB). De Abw is per1januari2004vervangendoordeWWB.

WerkloosheidsuitkeringenBij de werkloosheidsuitkeringen gaat het om personen met een uitkering inhetkadervandeWerkloosheidswet(WW).Binnendezewetisin2006eenaantalveranderingendoorgevoerd,zoalsdebeperkingvandeduurvandeuitkering.Personen met deeltijd-WW blijven buiten beschouwing. Deze regeling is inverbandmetderecessietijdelijkinhetlevengeroepen.

Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen Bijarbeidsongeschiktheidsuitkeringengaathetompersonenmeteenuitkeringinhetkadervande:– Wetopdearbeidsongeschiktheidsverzekering(WAO).Per1januari2006gestopt,

waardoorergeennieuweinstroommeeris.Personendievoor1januari2006eenWAO-uitkeringontvingen,behoudendeze.

– Wetarbeidsongeschiktheidsverzekeringzelfstandigen(WAZ).Per1augustus2004gestopt,waardoorergeennieuweinstroommeeris.

– Wetarbeidsongeschiktheidsvoorzieningjonggehandicapten(Wajong).– Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Vervangt voor nieuwe

gevallenper1 januari2006deWAO.Personenmetdezeuitkeringwordenpasvanaf2007indecijfersmeegenomen.

Niet-westerse allochtonen hebben relatief vaak een bijstandsuitkeringNiet-westerse allochtonen doen veel vaker dan autochtonen een beroep op debijstand.In2009ontvingeenopdetienniet-westerseallochtoneneenbijstands-uitkering,ruimzeskeerzoveelalsbijdeautochtonen.EenbijstandsuitkeringwerdhetvaakstverstrektaanpersonenmeteenMarokkaanseofoverigniet-westerseherkomst.De verschillen tussen autochtonen en niet-westerse allochtonen met WW zijnweliswaargeringer,maaronderSurinamers,TurkenenAntillianenlaghetaandeelpersonen met een werkloosheidsuitkering toch beduidend hoger dan onderautochtonen.

Page 114: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 117

IntegenstellingtotbijstandenWW,ontvangenniet-westerseallochtonenmindervaakeenarbeidsongeschiktheidsuitkeringdanautochtonen.MetnameAntillianenen overig niet-westerse allochtonen komen relatief weinig terecht in dezeregeling.AlleenTurkenontvangenvakerdanautochtoneneenuitkeringvanwegearbeidsongeschiktheid,zelfsvakerdandatzijeenbijstandsuitkeringontvangen.

Staat 5.3 Personen van 15 tot 65 jaar met een uitkering naar soort uitkering, laatste vrijdag van september 2009*

Bijstandsuitkering Werkloosheidsuitkering Arbeidsongeschiktheids- uitkering

%

Totaal 2,9 2,1 6,9

Autochtonen 1,6 1,9 7,1Westerseallochtonen 3,4 2,6 6,4Niet-westerseallochtonen 10,7 2,9 6,4waarvan

Turken 8,6 3,2 10,6Marokkanen 12,6 2,8 6,4Surinamers 7,3 3,3 7,6Antillianen/Arubanen 9,8 3,4 4,3overigniet-westers 13,2 2,5 2,8

Bron:SSB.

Vooral oudere niet-westerse allochtonen hebben een uitkeringNiet-westerse allochtonen van 25 jaar en ouder ontvingen in 2009 acht keervaker een bijstandsuitkering dan autochtonen. Vooral het aandeel Marokkaanse45-plussersmetbijstandwashoog:eenopdevierontvingeenbijstandsuitkering.Onder de oudere niet-westerse allochtonen gaat het voornamelijk om de eerstegeneratie.Zijhaddenin2009vierkeerzovaakbijstandalsdegemiddeldjongeretweedegeneratie.Maarookindeleeftijdvan15tot25ontvingeneerstegeneratieniet-westerseallochtonennogbijnadriekeerzovaakeenbijstandsuitkeringalsdetweedegeneratie.Niet-westerseallochtonenvan25jaarenouderhaddenin2009anderhalfkeerzovaakeenwerkloosheidsuitkeringalsautochtonen.VooralonderAntillianenvan45jaarenouderwashetaandeelpersonenmeteenwerkloosheidsuitkeringhoog.Eenopdetwintigvanhenontvingeenwerkloosheidsuitkering,tegenovereenopdevijftigautochtonenvan45jaarenouder.Onderpersonenjongerdan25jaarwashetaandeelniet-westerseallochtonenmeteenWW-uitkeringnagenoegevengrootalsbijdeautochtonenvandieleeftijd.Ookinhetkadervanarbeidsongeschiktheidontvingenniet-westerseallochtonenvan 45 jaar en ouder naar verhouding vaker een uitkering. Het verschil met

Page 115: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

118 CentraalBureauvoordeStatistiek

autochtoneniswelmindergrootdanbijdebijstand:eenopdezevenniet-westerseallochtonentegenovereenopdenegenautochtonen.Bijdeouderearbeidsongeschiktheidsregelingen(WAO,WAZ,Wajong)ontvingenautochtonenietsvakerdanniet-westerseallochtoneneenuitkering.BijdenieuweWIA-regeling ishetomgekeerdehetgeval:niet-westerseallochtonenontvangenbijvoorbeeld twee keer zo vaak een uitkering in verband met gedeeltelijkearbeidsongeschiktheid als autochtonen. Dit komt vooral tot uitdrukking in hethogereaandeeltweedegeneratieniet-westerseallochtonenjongerdan45jaarmeteenarbeidsongeschiktheidsuitkering.

Staat 5.4 Personen van 15 tot 65 jaar met een uitkering naar soort uitkering, leeftijd en generatie, laatste vrijdag van september 2009*

Bijstandsuitkering Werkloosheidsuitkering Arbeidsongeschiktheids- uitkering

%

Autochtonen 1,6 1,9 7,1

Leeftijd15tot25jaar 0,6 0,6 2,625tot45jaar 1,6 2,1 4,145tot65jaar 2,1 2,3 11,4

Niet-westerseeerstegeneratieallochtonen 10,4 3,0 6,6

Leeftijd15tot25jaar 3,4 0,6 1,725tot45jaar 9,7 3,2 3,445tot65jaar 14,0 3,7 12,9

Niet-westersetweedegeneratieallochtonen 2,8 2,3 6,1

Leeftijd15tot25jaar 1,3 0,6 2,625tot45jaar 3,8 3,2 4,845tot65jaar 3,2 3,0 12,4

Bron:SSB.

5.5 Ontwikkelingen van het aantal personen met een uitkering

Ontwikkelingen over de jaren heen laten zien of de verschillen in het aandeelpersonen met een uitkering tussen autochtonen en niet-westerse allochtonenafnemen,ondankstijdelijkeeconomischetegenwind.

Page 116: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 119

Sterke afname bijstand sinds 1999, vooral onder AntillianenNiet-westerseallochtonenhebbentussen1999en2009altijdruimzeskeerzovaakeen bijstandsuitkering als autochtonen. Voor beide groepen is de trend van hetaandeelbijstandsontvangersweldalend,afgezienvandeeconomischongunstigerejaren. Inprocentpuntenisdezedalingonderniet-westerseallochtonenfors:van16,5 procent bijstandontvangers in 1999 naar 10,7 procent in 2009. Het aandeelAntillianenmetbijstandisindezeperiodezelfsbijnagehalveerd.Voorallejarengeldtdatdeniet-westerseeerstegeneratieveelvakereenbijstandsuitkeringheeftdandejongereniet-westersetweedegeneratie.

Grotere dynamiek WW bij niet-westerse allochtonenDe ontwikkeling van het aandeel personen met een werkloosheidsuitkeringvertoonde tussen 1999 en 2009 onder niet-westerse allochtonen grotereschommelingen dan onder autochtonen. Die dynamiek is onder de tweedegeneratie ietsgroterdanonderdeeerstegeneratie.Tweedegeneratieallochtonenvan niet-westerse herkomst ontvingen in de periode 1999–2009 minder vaakeen WW-uitkering dan niet-westerse allochtonen van de eerste generatie enautochtonen. Door hun relatief jonge leeftijd hebben zij vaak nog geen rechtenopgebouwdvooreenWW-uitkering. Ineconomischongunstiger tijden,zoals indejaren2003–2004enin2009,neemthetverschilmethetaandeelautochtonenmetWWechterwelaf.Onderdeniet-westerseallochtonenvandeeerstegeneratieligthetaandeelpersonenmeteenWW-uitkeringsinds2003 ruimanderhalfkeerzohoogalsonderautochtonen.Als het economisch slechter gaat, neemt het aantal WW’ers sterk toe. Deontwikkelingvan2008op2009isdaareenduidelijkvoorbeeldvan.Vooralmannenkwamen vaker in de WW terecht. De stijging van het aandeel WW’ers was het

5.7 Personen van 15 tot 65 jaar met een bijstandsuitkering, laatste vrijdag van september

Bron: SSB.

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008* 2009*

%

Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen

Page 117: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

120 CentraalBureauvoordeStatistiek

grootst onderAntilliaanse en Surinaamse mannen, meer dan een verdubbelingten opzichte van 2008. Het aandeel Turkse en Marokkaanse mannen met WWsteegmetbijnadriekwart,terwijlditaandeelonderautochtonemannenmettweederdesteeg.DegroteretoenamevanpersonenmeteenWW-uitkeringonderniet-westerse allochtonen bevestigt dat niet-westerse allochtonen bovengemiddeldgeraaktwordendoorfluctuatiesopdearbeidsmarkt (UWV,2009). In tijdenvanlaagconjunctuurstaanzevaakalseersteaandezijlijn.Zijwerkennaarverhoudingvakerinsectorenwaarderechtspositievanwerknemersoverhetalgemeenzwakkeris.Eenaanzienlijkdeelvanhenwerktindehoreca,deschoonmaakbrancheenbijuitzendbureaus(VanBekkumenZilli,2009;zieookhoofdstuk4).

Daling van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen vlakt afVanaf 2003 is het aandeel personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkeringgestaaggedaald,ondankseentoenamevanhetaandeelpersonenmeteenWajong-uitkering(ziehoofdstuk9).Dezedalingwasietssterkeronderautochtonendanonderniet-westerseallochtonen.In2009iseeneindegekomenaandedaling.Hetaandeelniet-westerseallochtonenmeteenarbeidsongeschiktheidsuitkeringnamin2009zelfslichttoe.DitkomtnagenoeggeheelvoorrekeningvanvrouwenvanTurkseenMarokkaanseherkomstendanvooralbijdetweedegeneratie.In 2007 lijkt er een lichte toename van het aandeel personen met een arbeids-ongeschiktheidsuitkering tezijn.Ditkomtechterdoordat in2006personenmeteen arbeidsongeschiktheidsuitkering in het kader van de nieuwe WIA nog nietmeeteldenvanwegehetontbrekenvangedetailleerdepersoonsgegevens(ziekaderPersonenmeteenuitkering).

Niet-westerse allochtonen, tweede generatie

Autochtonen Niet-westerse allochtonen, eerste generatie

5.8 Personen van 15 tot 65 jaar met een werkloosheidsuitkering naar generatie, laatste vrijdag van september

Bron: SSB.

0,0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

3,0

3,5

4,0

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008* 2009*

%

Page 118: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 121

5.6 In- en uitstroom bijstand

Dezeparagraafbeschrijft inwelkemateveranderingenvanhetaantalpersonenmeteenbijstandsuitkeringperjaarsamenhangenmeteconomischeontwikkelingen(ziekader).Dezegegevenszijnvoor2009nognietbeschikbaarendaaromgevencijfersover2003desituatieineconomischminderetijdenweer.Decijfersover2006tonenjuistdesituatiealsheteconomischvoordewindgaat.Bijdebeschrijvingkomen de verschillen tussen autochtonen en niet-westerse allochtonen aan deorde.Ookkomtdesociaaleconomischesituatievanpersoneninhet jaarvoorzebijstandontvingenenhetjaarnadatzebijstandontvingenaanbod.

Onderzoek: Instroom en uitstroom bijstand op jaarbasis

In deze paragraaf gaat het alleen om de toename (instroom) en afname(uitstroom)vanhetaantalpersonenmeteenbijstandsuitkeringtussendelaatstevrijdagvanseptembervanhetenejaarendelaatstevrijdagvanseptembervanhetvolgendejaar.Hetbetreftdusdeveranderingvanjaaropjaarenisnietdesomvanallenieuwontstaneofbeëindigdebijstandsuitkeringenindieperiode.

Instroom 2003 (2006)Het gaat hierbij om personen die op de laatste vrijdag van september 2002(2005)geenbijstandontvingenendiedezeuitkeringopdelaatstevrijdagvanseptember 2003 (2006) wel ontvingen. De sociaaleconomische situatie voorinstroomisdesituatieopdelaatstevrijdagvanseptember2002(2005).

5.9 Personen van 15 tot 65 jaar met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, laatste vrijdag van september

Bron: SSB.

5,0

0

5,5

6,0

6,5

7,0

7,5

8,0

8,5

9,0

9,5

10,0

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008* 2009*

%

Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen

Page 119: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

122 CentraalBureauvoordeStatistiek

Uitstroom 2003 (2006)Hetgaathierbijompersonendieopdelaatstevrijdagvanseptember2002(2005)wel een bijstandsuitkering ontvingen en die deze op de laatste vrijdag 2003(2006)nietmeerontvingen.Desociaaleconomischesituatienauitstroomisdesituatieopdelaatstevrijdagvanseptember2003(2006).

Sociaaleconomische situatie voor instroom of na uitstroomDevolgendesociaaleconomischesituatieswordenonderscheiden:– inkomstenuitarbeidverrichtalswerknemerofzelfstandige– inkomstenuiteenuitkeringandersdanbijstand– inkomstenuitpensioen– geen inkomsten uit arbeid, uitkering of pensioen; deze personen kunnen

welinkomstenhebbenuitbijvoorbeeldfreelancewerk,studiefinancieringofeigenvermogen

– immigratieofemigratie/overlijden

Dein-enuitstroomvanhetaantalpersonenmetbijstandwordtweergegevenper10duizendpersonenvandebevolkingvan15tot65jaar.

5.6.1 Instroom bijstand

In2002 lietdeNederlandseeconomiede laagstegroeicijfers in twintig jaarzien(Neprom,2003)enliepdewerkloosheidforsop.In2003krompdeNederlandseeconomievoorheteerstsinds1982(CBS,2004b)endearbeidsmarktverslechterdeverder.Hetaantalpersonenmetbijstand liep indie jarenop.De instroom2003bedroeg 69 personen per 10 duizend inwoners. De economische opleving in dedaaropvolgendejarenzorgdeervoordatdeinstroomindebijstandin2006wasgedaaldtot55personenper10duizendinwoners.Datkomtneeropeendalingvan21procentvergelekenmet2003.Dedalingonderniet-westerseallochtonenwasprocentueelgroter(28procent)danonderautochtonen(17procent).Welwasdeinstroomonderniet-westerseallochtonendoordejarenheenveelhogerdanonderautochtonen:in2003achtkeerzohoogenin2006zevenkeerzohoog.

Sterke toename niet-westerse jongeren met bijstand in laagconjunctuurZowelonderautochtonenalsniet-westerseallochtonenisdeinstroomindebijstandvanpersonenjongerdan35jaargroterdandievanpersonenvan35jaarofouder.Autochtonenjongerdan35jaarvormdeninzowel2003als2006ongeveerdehelftvandetotaleinstroomonderautochtonen.Onderniet-westerseallochtonenwasin2003tweederdevandeinstroomjongerdan35jaarenin2006ietsmeerdandehelft.Derelatiefhogeinstroomin2003onderniet-westersallochtonejongerenwijstophunmeerkwetsbarepositieopdearbeidsmarktinvergelijkingmetautochtonejongeren(ziehoofdstuk4).

Page 120: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 123

Autochtonen in de bijstand komen vaker vanuit werkIn bijna de helft van de gevallen komen niet-westerse allochtonen vanuit eensituatiezonderinkomstenindebijstandterecht.Ditgeldtookvoortweeopdevijfautochtonen.Maarooktweeopdevijfautochtoneinstromerskomenvanuitwerkindebijstand, terwijlditbijniet-westerseallochtonenmaarvooreenopdevijfinstromersindebijstandgeldt.

Economie vooral van invloed op instroom vanuit werk en WWDe economische ontwikkelingen hebben vooral invloed op de instroom vanuiteenWW-uitkeringenvanuitarbeid.Zolagin2006hetaandeelinstromersvanuitwerkvoorzowelautochtonenalsniet-westerseallochtonenveellagerdanin2003(respectievelijk41procenten48procentlager).Deinstroomvanuitwerklagonderniet-westerseallochtonen jongerdan35 jaarzelfs ruimdehelft lager.Dit iseenduidelijkgevolgvandegunstigeeconomischeomstandighedenin2006.DeinstroomnaWWwasin2006echterzowelonderautochtonenalsonderniet-westerseallochtonenbijnadriekeerzohoogalsin2003.Ditiswaarschijnlijkeenvertragendeffectvandelaagconjunctuurindejarenrond2003,toenmensendiehunbaankwijtraaktenindeWWterechtkwamen.Werkgeverszoudenterughoudendkunnenzijnomindeeerstejarenvaneconomischherstelvacaturestevervullen.Bovendienblijktdathetaantalwerkvergunningenvoorbuitenlandsewerknemersin 2005 sterk is gestegen (CBS, 2005). Daardoor werden wel vacatures vervuld,maardaaldehetaantalWW-uitkeringenniet.IemanddiedemaximaleduurvandeWW-uitkeringbereikt,kaninaanmerkingkomenvoorbijstand.Hetbereikenvan de maximale WW-uitkeringsduur veroorzaakt vooral een toename van deinstroomonderdeouderen.Deinstroomin2003onderniet-westerseallochtonenvan55jaarenoudervanuitdeWWwasnihil.Bijdeinstroomin2006lagditop11personenper10duizendniet-westersallochtoneinwonersvandezeleeftijd.

5.10 Instroom bijstand op jaarbasis naar leeftijd per 10 duizend inwoners

Bron: SSB.

0

50

100

150

200

250

300

350

400

2003 2006 2003 2006 Autochtonen Niet-westerse allochtonen

15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar

Page 121: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

124 CentraalBureauvoordeStatistiek

Staat 5.5 Instroom bijstand op jaarbasis naar voorafgaande sociaaleconomische situatie

Autochtonen Niet-westerseallochtonen

2003 2006 2003 2006

per10duizendinwoners

Totaal 38,3 31,7 311,9 224,0

Voorafgaandesociaaleconomischesituatie1)

arbeid 16,7 9,9 89,5 46,3arbeidsongeschiktheidsuitkering 2,0 1,8 11,8 7,6werkloosheidsuitkering 1,8 5,0 10,9 28,6geenarbeid,uitkeringofpensioen 15,4 12,5 154,6 107,8immigratie 1,4 1,8 34,4 31,2

Bron:SSB.1)Exclusiefinstroomvanuitpensioenenanderedandehierweergegevenuitkeringen.

5.6.2 Uitstroom bijstand

Netalsbijdeinstroomwordtdehoogtevandeuitstroomuitdebijstandbeïnvloeddoor de conjunctuur, want in economisch goede tijden liggen de banen meervoorhetoprapendaninslechtetijden.In2003bedroegdeuitstroomnog33per10duizendinwoners.In2006wasditaandeelmet43procenttoegenomen.

Uitstroom onder niet-westerse allochtonen minder toegenomenHet aandeel personen dat de bijstand uitstroomt in 2003 en in 2006 lag onderniet-westerseallochtonenaanzienlijkhogerdanonderautochtonen.Detoenamevan de uitstroom in 2006 ten opzichte van de uitstroom in 2003 was onder

5.11 Uitstroom bijstand op jaarbasis naar leeftijd per 10 duizend inwoners

Bron: SSB.

0

50

100

150

200

250

300

350

400

2003 2006 2003 2006 Autochtonen Niet-westerse allochtonen

15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar

Page 122: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 125

autochtonen wel groter dan onder niet-westerse allochtonen (respectievelijk 45en 39 procent). Blijkbaar profiteerden de autochtone bijstandsontvangers ietsmeer van de economisch gunstiger tijd. Met uitzondering van de 55-plusserswas de procentuele toename van de uitstroom in alle leeftijdscategorieën lageronderniet-westerseallochtonendanonderautochtonen.Ditduidtopeengroteregevoeligheidvanniet-westerseallochtonenvoordegevolgenvanconjunctureleontwikkelingen.Intijdenvanhoogconjunctuurkomenzijvaakalslaatsteaanhetwerk(Chkalova,2009).

Kleinere toename in uitstroom naar arbeid onder niet-westerse jongerenWerk is onder autochtonen en niet-westerse allochtonen de belangrijkste redenvooruitstroomuitdebijstand.Niet-westerseallochtonenhebbennadebijstandookrelatiefvaakgeeninkomstenbronmeer.Uitstroomuitdebijstandnaarandereuitkeringenkomtveelmindervaakvoor.Indeuitstroomvan2006isvooralhetaantalpersonendatuitstroomtnaararbeidtoegenomen ten opzichte van de uitstroom van 2003. Dit komt overeen met deeconomischeontwikkelingen.Onderzowelautochtonenalsonderniet-westerseallochtonenzijnrelatiefdemeesteuitstromersnaararbeid25tot35jaar.Indezeleeftijdsgroep verdubbelde bij beide herkomstgroepen het aandeel uitstromersnaararbeidtussen2003en2006.Onderniet-westersejongerenvan15tot25jaarbleefdeuitstroomnaararbeidachterbijautochtonejongerenvandezelfdeleeftijd.De uitstroom naar arbeid onder autochtone jongeren verdubbelde ruim, terwijldezeonderniet-westerse jongerennognietanderhalfmaalzogrootwas.Onderniet-westerseallochtonenvan55tot65jaarnamdeuitstroomnaararbeidmetdriekwart toe, tegendehelft toenamebijautochtonen.Dit isdeenige leeftijdsgroepwaardeuitstroomnaararbeidtussen2003en2006onderniet-westerseallochtonensterkertoenamdanonderautochtonen.

Staat 5.6 Uitstroom bijstand op jaarbasis naar nieuwe sociaaleconomische situatie

Autochtonen Niet-westerseallochtonen

2003 2006 2003 2006

per10duizendinwoners

Totaal 32,7 47,4 200,7 278,8

Nieuwesociaaleconomischesituatie1)

arbeid 14,0 23,6 90,4 133,9arbeidsongeschiktheidsuitkering 2,7 3,5 7,2 11,8werkloosheidsuitkering 0,6 0,9 4,5 5,1geenarbeid,uitkeringofpensioen 8,6 10,3 70,5 80,9emigratie/overlijden 2,5 3,0 24,4 35,4

Bron:SSB.1) Exclusiefinstroomvanuitpensioenenanderedandehierweergegevenuitkeringen.

Page 123: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

126 CentraalBureauvoordeStatistiek

5.7 Conclusie

In dit hoofdstuk is onderzocht hoe allochtonen er met hun inkomens- enuitkeringssituatie voor staan in vergelijking met autochtonen. Eén van debelangrijksteconclusiesisdatniet-westerseallochtonennogsteedseenstukmindertebestedenhebbendanautochtonen.Ookzijnzijveelmindervaakeconomischzelfstandig.Datzijvakereenuitkeringontvangendanautochtonenspeelthierbijeenrol.Hierdoorlevenookmeerallochtonenonderdelage-inkomensgrens.Tochisdekansoparmoedeonderniet-westerseallochtonenvanaf2000flinkafgenomen.

Eerstegeneratieallochtonenhebbeneenhogerinkomenenzijnvakereconomischzelfstandig dan tweedegeneratieallochtonen. Dit verschil is echter geheel teverklaren door de jonge leeftijd van de tweede generatie. Na correctie voor hetleeftijdsverschil doet de tweede generatie het qua inkomen en economischezelfstandigheid juist beter. In kans op armoede ontlopen de eerste en tweedegeneratieelkaarnietveel.

Naarverhoudingontvangenniet-westerseallochtonenvakereenwerkloosheids-,bijstands-, of nieuwe arbeidsongeschiktheidsuitkering dan autochtonen. Alleende al langer lopende arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (zoals WAO) wordenrelatiefvakeraanautochtonenuitgekeerd.Vooralhetaandeeloudereniet-westerseallochtonendateenuitkeringontvangt,isgroot.Deontwikkelingvanhetaandeelpersonenmeteenuitkeringisbijniet-westerseallochtonenconjunctuurgevoeligerdanbijautochtonen.

Deconjunctuurgevoeligheidblijktookuitdevergelijkingvandein-enuitstroomopjaarbasisvanpersonenmeteenbijstandsuitkeringinhetineconomischopzichtongunstige2003engunstige2006.De instroomindebijstandvanniet-westerseallochtonenwastussen2003en2006sterkergedaalddanonderautochtonen.Detoename van de uitstroom in die periode was echter hoger onder autochtonen.Daarbij nam de uitstroom naar arbeid van vooral niet-westerse jongeren veelmindersterktoedanvanautochtonejongeren.Niet-westersejongerenlekendusveelmindertekunnenprofiterenvandegunstigeeconomischeomstandighedenin2006danautochtonejongeren.Hetaandeelniet-westerseallochtonenmeteenbijstandsuitkeringisvan1999tot2009welmeteenderdegedaald.HetaandeelAntillianenmetbijstandisindezeperiodezelfsbijnagehalveerd.Ondankseconomischefluctuatieslijkterduswelsprakevaneenstructureleafnamevanhetaandeelbijstandsontvangersonderniet-westerseallochtonen.

Page 124: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 127

Literatuur

Beckers,I.,B.HermansenW.Portegijs(2009).Betaaldearbeid.In:A.MerensenB. Hermans (red.), Emancipatiemonitor 2008 (pp. 77–114). Den Haag: Sociaal enCultureelPlanBureau/CentraalBureauvoordeStatistiek.

Bekkum,R.vanenN.Zilli (2009).Allochtonendoor recessieniet terugnaaraf.ArbeidsmarktJournaalUWV,3,20–22.

CBS (2004a). Equivalentiefactoren 1995–2000. Voorburg/Heerlen: Centraal BureauvoordeStatistiek..

CBS (2004b). De Nederlandse economie 2003–2004. Den Haag: Centraal BureauvoordeStatistiek.

CBS(2005).DeNederlandseeconomie2004.DenHaag:CentraalBureauvoordeStatistiek.

Chkalova,K.(2009).Huishoudensensocialezekerheid.In:DterSteegeenF.vandeWaart(red.)LeveninNL2009(pp.67–74).DenHaag:SduUitgevers.

Lautenbach,H.enF.Otten(2007). Inkomenallochtonenblijftachterdoor lagereopleiding.Sociaaleconomischetrends,2007/2,7–11.

Lautenbach,H.,R.vanderVliet,M.CuijpersenJ.vanRooijen(2008).Arbeidsmarkt.In: K. Oudhof, R. van der Vliet en B. Hermans (red.), Jaarrapport Integratie 2008(pp.87–114).DenHaag/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek..

NEPROM (2003). Economische ontwikkelingen. In: Conjunctuurtest Project-ontwikkeling2003(pp7–10).Voorburg:NEPROM.

Figuren en tabellen in de bijlage op de CBS-internetsite

FiguurB5.1 InstroombijstandvanuitWWopjaarbasisnaarleeftijdFiguurB5.2 Uitstroombijstandnaararbeidopjaarbasisnaarleeftijd

TabelB5.1 Inkomenin20-procentsgroepennaarleeftijd,2008*TabelB5.2 Aandeel personen naar voornaamste inkomensbron van het

huishoudennaarleeftijd,2008*TabelB5.3 Personeninhuishoudensmeteen(langdurig)laaginkomennaar

leeftijd,2008*

Page 125: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

128 CentraalBureauvoordeStatistiek

TabelB5.4 Economischezelfstandigheidnaarleeftijd,2008*TabelB5.5 Personen van 15 tot 65 jaar met een bijstandsuitkering naar

leeftijd,laatstevrijdagvanseptember2009*TabelB5.6 Personenvan15tot65jaarmeteenwerkloosheidsuitkeringnaar

leeftijd,laatstevrijdagvanseptember2009*TabelB5.7 Personen van 15 tot 65 jaar met een arbeidsongeschiktheids-

uitkeringnaarleeftijd,laatstevrijdagvanseptember2009*TabelB5.8 Personenvan15tot65jaarmeteenWIA-uitkeringnaarleeftijd,

laatstevrijdagvanseptember2009*TabelB5.9 Personen van 15 tot 65 jaar met een bijstandsuitkering naar

geslacht,laatstevrijdagvanseptemberTabelB5.10 Personen van 15 tot 65 jaar met een bijstandsuitkering naar

generatie,laatstevrijdagvanseptemberTabelB5.11 Personenvan15tot65jaarmeteenwerkloosheidsuitkeringnaar

geslacht,laatstevrijdagvanseptemberTabelB5.12 Personenvan15tot65jaarmeteenwerkloosheidsuitkeringnaar

generatie,laatstevrijdagvanseptemberTabelB5.13 Personen van 15 tot 65 jaar met een arbeidsongeschiktheids-

uitkeringnaargeslacht,laatstevrijdagvanseptemberTabelB5.14 Personen van 15 tot 65 jaar met een arbeidsongeschiktheids-

uitkeringnaargeneratie,laatstevrijdagvanseptemberTabelB5.15 InstroombijstandopjaarbasisnaarleeftijdTabelB5.16 Uitstroombijstandopjaarbasisnaarleeftijd

Page 126: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 129

6. Verkleuring van buurtenNiet-westerse allochtonen wonen niet evenredig verspreid over Nederland,maar ruimtelijk geconcentreerd. Bijna 40 procent woont in het westen van hetland,metnameindeviergrotesteden,tegenovernauwelijks10procentvanalleautochtonen(Dagevos,2009;KullbergenNicolaas,2009).Binnendegrotestedenzijnallochtonenvaakweerwoonachtiginspecifiekewijkenenbuurten.Deconcentratieopwijk-enbuurtniveauneemt toe: inde laatste tien jaar ishetaantal wijken (afgebakend op postcode) met hogere concentraties allochtonentoegenomen. Het gaat echter nog steeds om relatief kleine aantallen: in 2008bestond5procentvandewijkenuitmeerdaneenkwartniet-westerseallochtonen(HamersenvanMiddelkoop,2008;KullbergenNicolaas,2009).

Dithoofdstukgaatinoprecenteontwikkelingeninconcentratievanniet-westerseallochtonen. Hierbij komt ook de spreiding van de bevolkingsgroepen over debuurten aan de orde: welke bevolkingsgroepen wonen het meest gescheidenvan autochtonen? Zijn er in Nederland ‘enclaves’ van mensen van dezelfdeherkomstgroepering?Daarnaast gaat dit hoofdstuk in op de demografische achtergronden van‘verkleuring’.Welkerolspelendemografischegebeurtenissen(geboortes,sterfte,immigratie en emigratie en verhuizingen) bij het ontstaan van gemengde enhooggeconcentreerdebuurten?Het hoofdstuk eindigt met de sociaal-economische kant. Hoe is de sociaal-economischepositievanlaaggeconcentreerde,gemengdeenhooggeconcentreerdebuurten?Hoegrootisdekloofinfinanciëlepositietussenniet-westerseallochtonenenautochtonenindezeverschillendetypenbuurten?Enisereenverbandtussenhetwoneninbijvoorbeeldeengemengdebuurtenstijgingvandeinkomstenvandeinwoners?

6.1 Ontwikkelingen in buurten en de buurtbevolking

Despreidingvanherkomstgroepenoverbuurteniseendynamischproces.Indezeparagraafkomtdeontwikkelingvandebevolkingssamenstellinginbuurtenaanbod.

Buurten naar aandeel niet-westers allochtone inwoners

Buurtenvormenhetlaagsteregionaleniveauvoordeindelingvanwoongebiedenen zijn afgebakend vanuit verschil in landschap of sociaal-economischestructuur.Hetgaatomkleinerewoongebiedendanwijken,dieoptellingenzijnvaneenofmeeraaneengeslotenbuurtenofdiezijnafgebakendaandehandvandeviercijferigepostcode.

Page 127: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

130 CentraalBureauvoordeStatistiek

In dit hoofdstuk zijn buurten ingedeeld naar het aandeel niet-westerseallochtonen dat in de buurt woont; de overige inwoners van de buurt zijnautochtonenofwesterseallochtonen.Erwordtonderscheidgemaaktnaardriesoortenbuurten:– laaggeconcentreerdebuurten(minderdan5procentniet-westersallochtone

inwoners);– gemengde buurten (5 tot 50 procent niet-westers allochtone inwoners),

waarbij soms onderscheid gemaakt wordt tussen licht, matig en sterkgemengde buurten (respectievelijk 5 tot 15, 15 tot 25 en 25 tot 50 procentniet-westersallochtoneinwoners);

– hooggeconcentreerdebuurten(meerdan50procentniet-westersallochtoneinwoners).

Aandeel laaggeconcentreerde buurten neemt afHet percentage laaggeconcentreerde buurten is in tien jaar tijd afgenomenvan74 procent naar67procent. Hetaandeel licht gemengde buurten steeg met5procentpunttot23procentin2009.Destijginginhetaandeelmatiggemengde,sterk gemengde en hooggeconcentreerde buurten is veel kleiner. Hoewel hetaantalbuurtenmetmeerdandehelftniet-westersallochtoneinwonersinabsoluutopzichtkleinis,isditaantalindeafgelopentienjaarwelverdubbeld:van53naar102.Vaakmakendezebuurtendeeluitvandezogenaamde‘aandachtswijken’(ziekaderaanheteindevandithoofdstuk),maarnietaltijd.Ookzittenermogelijkbuurtenbijwaareenasielzoekerscentrumstaat.

6.1 Ontwikkeling van het aandeel buurten naar percentage niet-westers allochtone inwoners

Bron: SSB.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

0 tot 5 procent 5 tot 15 procent 15 tot 25 procent

25 tot 50 procent 50 tot 100 procent

%

Page 128: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 131

Dat het aandeel gemengde en hooggeconcentreerde buurten is gestegen, isniet verrassend, want in de afgelopen tien jaar nam het aantal niet-westerseallochtoneninNederlandmeteenkwart toe.Zijmakennuongeveer11procentvandebevolkinguit.

Veel niet-westerse allochtonen wonen in hooggeconcentreerde buurtenHoewelhetaantalhooggeconcentreerdebuurtennietzohoogis,woontweleenaanzienlijk deel van de niet-westerse bevolking in deze buurten. Het gaat omruwwegeenkwartvandeTurken,MarokkanenenSurinamers,enom15procentvandeAntillianenenoverigeniet-westerseallochtonen.DaarentegenwoontdehelftvandeTurken,MarokkanenenSurinamersenongeveer60procentvandeAntillianen en de overige niet-westerse allochtonen in laaggeconcentreerde enlicht en matig gemengde buurten. Antillianen en vooral overige niet-westerseallochtonenwonenvakerinlaaggeconcentreerdebuurtendandeanderegroepen.

Nauwelijks buurten met sterke concentraties van een herkomstgroepBij de term ‘hooggeconcentreerde buurt’ ontstaat snel een beeld van een buurtmet een monocultuur,bestaandeuitbijvoorbeeldoverwegendMarokkanen,dieopstraat,inhettrapportaalvanhunflat,opschool,enmisschienookwelophetwerk alleen met andere Marokkanen omgaan. Met alle gevolgen van dien voorhet lerenvandeNederlandsetaalende integratie.Ditbeeld isechterniet juist.ErzijninNederlandnauwelijksbuurtenwaardemeerderheidvandeinwonersdezelfdeniet-westerseachtergrondhebben(ookwel‘etnischeenclaves’genoemd).

6.2 Verdeling over buurten naar percentage niet-westers allochtone inwoners, 2009

Bron: SSB.

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/

Arubanen

Overig niet-

westers

0 tot 5 procent 5 tot 15 procent 15 tot 25 procent

25 tot 50 procent 50 tot 100 procent

%

0

Page 129: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

132 CentraalBureauvoordeStatistiek

Er ismaareenbuurt inNederland(inAlmelo)metmeerdandehelft inwonersvan Turkse herkomst en een buurt (in Gouda) met meer dan de helft inwonersvanMarokkaanseherkomst.BovendienbestaanbinnendeTurkseenMarokkaansegemeenschappenookgrotecultureleverschillenmetweinigonderlingecontacten,bijvoorbeeld tussen Berbers enArabieren, en tussen Turken en Turkse Koerden(Pinkster,2009).

Staat 6.1 Aantallen buurten naar percentage inwoners van een specifieke herkomst, 2009

Herkomstgroep

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/ Overigniet- Arubanen westers

0tot5procent 9879 10065 10190 10501 91175tot15procent 621 489 404 128 138415tot25procent 99 62 33 4 9225tot50procent 33 16 6 - 2650tot100procent 1 1 - - 14

Bron:SSB.

ErzijngeenbuurtenmetinmeerderheidinwonersvanSurinaamseofAntilliaanseherkomst.Veertienbuurtenbestaanvoormeerdandehelftuitmensenmeteenoverigniet-westerseherkomst.Dezebuurtenliggennietindegrotestedeninhetwesten,maarzeerverspreiddoorhet land inkleineofmiddelgrotegemeenten.Waarschijnlijk betreft het in sommige gevallen asielzoekerscentra en anderevormenvanopvangvanoverigniet-westerseallochtonen.Deoverigniet-westerseallochtonenkomenuitzeerdiverselandenvanherkomst,waardoorerdusgeensprakeisvan‘etnischeenclaves’.Ook buurten met meer dan een kwart inwoners van een bepaaldeherkomstgroepering zijn zeldzaam. Er zijn bijvoorbeeld 34 buurten met eenkwartofmeermensenvanTurkseafkomst.Dat isminderdaneenhalfprocentvan het totale aantal buurten. Wel zijn er meer buurten met een hoog aandeelTurkendanbuurtenmeteenhoogaandeelAntillianen.DezeverschillentussendeherkomstgroepenzijnwaarschijnlijkvoorhetgrootstedeelterugtevoerenopdeverschillendebevolkingsaantallenvandezegroepeninNederland.

Op buurtniveau is er dus in Nederland geen sprake van dat niet-westerseallochtonen met eenzelfde achtergrond in bepaalde buurten de overgrotemeerderheidvandebevolkingvormen.Dit resultaat is in lijnmetwatKullbergenNicolaas (2009)vondenophetbredereschaalniveauvanwijken(afgebakendoppostcode).

Page 130: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 133

6.2 Oorzaken van verkleuring van buurten

Erzijnindeperiode1999totenmet2009meergemengdeenhooggeconcentreerdebuurten gekomen, en minder overwegend laaggeconcentreerde buurten. Hoeontstaatdeongelijkeverdelingvanallochtonenoverwijkenenbuurten?Erzijnverschillendeverklaringen,dieelkaaraanvullen.Eeneersteverklaringisgelegenindezwakkeresociaal-economischepositievanniet-westerseallochtonen,waardooreendeelvandewoningmarktvoorhenontoegankelijkis.Zijzijnvaakaangewezenop het goedkopere segment van de woningmarkt of op sociale huurwoningen.Omdatbuurtenvaakvrijhomogeenzijnquawoningaanbod,leidtditautomatischtot ‘clustering’ van niet-westerse allochtonen in bepaalde wijken en buurten(Van der Laan Bouma-Doff, 2005; Dagevos, 2009). Ruimtelijke verdeling vanherkomstgroeperingenisdusgedeeltelijkeenrechtstreeksgevolgvanruimtelijkeverdelingvaninkomens.Daarnaastdragenookdemografischegebeurtenissenenselectieveverhuizingenbijtotdeongelijkeverdelingvanautochtonenenniet-westerseallochtonenoverbuurten.Dezeparagraafgaathierdieperopin.

Verkleuring buurten eerst vooral door immigratie, nu door geboorteHet aandeel niet-westerse allochtonen in Nederland is in de afgelopen jarensteeds groter geworden. Logischerwijs zijn er dus ook steeds meer gemengdebuurtengekomen.Metnameronddeeeuwwisselingspeelde immigratiehierbijeen grote rol. Immigratie van niet-westerse allochtonen zorgde in die periodevooreentoenamevantussende2,5procenten5,5procentvandeniet-westersebevolking inalle typenbuurten.De5,5procentnetto instroomdoormigratie inlaaggeconcentreerdebuurtenin2000–2001kangedeeltelijkverklaardwordendoorasielzoekerscentrainlaaggeconcentreerdebuurten.In recentere jaren heeft de overheid veel wetten rondom immigratie engezinsherenigingaangescherpt.Derolvanimmigratieisdanooksterkafgenomen.Inhooggeconcentreerdebuurtenisertussen2006en2007zelfsmeeremigratiedanimmigratie.Naast immigratie speelt ook bevolkingsaanwas door geboortes een rol in deverkleuringvanbuurten.Alsermeermensengeborenwordendanoverlijden,isereengeboorteoverschot.Bijniet-westerseallochtonenishetgeboorteoverschotgroterdanbijautochtonen.Ditkomtdoordatniet-westerseallochtonengemiddeldjongerzijndanautochtonen.Daarnaastkregenzebegindezeeeuwopgemiddeldjongereleeftijdkinderen,enhaddenzeoverhetalgemeengroteregezinnendanautochtonen(KeuzenkampenMerens,2006).Inmiddelsbeginnenniet-westerseallochtonenquagezinsvorminggedragmeertelijkenopautochtonen(ziehoofdstuk2).Tussen2006en 2007 is het geboorteoverschot van niet-westerse allochtonen dan ook kleinerdanronddeeeuwwisseling.Welishetgeboorteoverschottussen2006en2007debelangrijksteoorzaakvandeaanwasvanniet-westerseallochtonenindebuurten,terwijldattussen2000en2001nogdeimmigratiewas.

Page 131: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

134 CentraalBureauvoordeStatistiek

Autochtonen hebben een veel kleiner geboorteoverschot dan niet-westerseallochtonen.Ditisinbuurtenmetmeerdaneenkwartniet-westerseinwonerszelfsnegatief. Er sterven daar meer autochtonen dan er geboren worden. Dit kan temakenhebbenmeteenhogeregemiddeldeleeftijdvanautochtonendanvanniet-westerseallochtoneninmeergeconcentreerdebuurten.

6.3 Demografische stromen1) in buurten, 2000-2001

Bron: SSB.

1) Het saldo van verschillende demografische stromen wordt weergegeven als percentage van het aantal bewoners van de betreffende bevolkingsgroep in de buurt. Een negatief saldo wil zeggen dat er meer mensen uit de buurt verdwijnen dan erbij komen, een positief saldo het omgekeerde. De cijfers geven de procentuele toename dan wel afname van de betreffende bevolkingsgroep weer.

-8

-6

-4

-2

0

2

4

6

8

0 tot 5 5 tot 15 15 tot 25 25 tot 50 50 tot 100 0 tot 5 5 tot 15 15 tot 25 25 tot 50 50 tot 100

Saldo geboren en overleden Saldo verhuisd Saldo immigratie en emigratie

Autochtonen % Niet-westerse allochtonen

percentage niet-westers allochtone inwoners van de buurt percentage niet-westers allochtone inwoners van de buurt

6.4 Demografische stromen in buurten, 2006-2007

Bron: SSB.

-8

-6

-4

-2

0

2

4

6

8

0 tot 5 5 tot 15 15 tot 25 25 tot 50 50 tot 100 0 tot 5 5 tot 15 15 tot 25 25 tot 50 50 tot 100

Saldo geboren en overleden Saldo verhuisd Saldo immigratie en emigratie

Autochtonen Niet-westerse allochtonen%

percentage niet-westers allochtone inwoners van de buurt percentage niet-westers allochtone inwoners van de buurt

Page 132: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 135

Witte vlucht sterk afgenomenOok selectieve verhuizingen van autochtonen dragen bij tot de verkleuring vanbuurten.Autochtonenhebbendeneigingomwegtetrekkenuiteenbuurtalsdaarveel niet-westerse allochtonen (komen te) wonen. Dit wordt wel ‘witte vlucht’genoemd(VanHamenFeijten,2008;Bolt,VanKempenenVanHam,2008).Alserveelwittevluchtis,kaneenbuurtinraptempoverderverkleuren(SnelenBurgers,2000).Derolvanwittevluchtwasronddeeeuwwisselingvrijgroot:inhooggeconcentreerdebuurten kromp de autochtone bevolking hierdoor met 4 procent. In de periodedaarnaverminderdederolvanwittevlucht.In2007namdeautochtonebevolkingin sterk geconcentreerde buurten nog maar af met 3 procent, waarvan slechts1procentpuntafnamedoorverhuizingen.

Ook niet-westerse allochtonen trekken weg uit hooggeconcentreerde buurtenNiet-westerse allochtonen trekken weg uit hooggeconcentreerde buurten enverhuizen naar licht en matig gemengde buurten. Dit speelt zowel begin dezeeeuwalsin2007(figuren6.3en6.4).Zelijkendusgeenvoorkeurtehebbenvoorbuurten met erg veel andere niet-westerse bewoners. Verkleuring van buurtenwordtdusnietzozeerbeïnvloeddoordatallochtonengraagdichtbijelkaarwonen,maarvooraldoordeverhuisvoorkeurenvanautochtonen:dehiervoorgenoemdewittevlucht(ziebijvoorbeeldookBolt,VanKempenenVanHam,2008).Ookininterviewsgevenniet-westerseallochtonenvaakeenvoorkeuraanvoorhetwonenin een gemengde wijk, met zowel autochtonen als allochtonen (Van der LaanBouma-Doff,2005;Kullbergetal.,2009).Hetwegtrekkenvanniet-westerseallochtonenuithooggeconcentreerdebuurtenwordtwelaangeduidmetdeterm‘zwartevlucht’.AntillianenenSurinamerszijnhetmeestgeneigdtotzwartevlucht:12procentvandeAntillianenen10procentvan de Surinamers in hooggeconcentreerde buurten verhuisden tussen 2006en2007naareenmindergeconcentreerdebuurt.Hetgingombijna2,5duizendAntillianenen8duizendSurinamers.TurkenenMarokkanenvertonenhetminstzwartevlucht:6procentvanhenverhuisdenaareenmindergeconcentreerdebuurt.Omdat Turken en Marokkanen vaker in hooggeconcentreerde buurten wonen,gaathettochnogomeenaanzienlijkegroep:5,4duizendTurkenen4,7duizendMarokkanen.Overigeniet-westerseallochtonenzittenhiertusseninmet7procent(5,7duizendpersonen).Deeerstegeneratieniet-westerseallochtonenvertoontietsmeerzwartevlucht(8procent)dandetweedegeneratie(6procent).Niet-westerseallochtonenvertrekkenookvakeruitlaaggeconcentreerdebuurten,vooralindeperiode2000–2001.

6.3 De sociaaleconomische positie van buurten

Inkomensachterstandinbuurtenwordtvaakalseenvandenadelengezienvanconcentratie en segregatie naar herkomst. Bewoners van buurten met een lage

Page 133: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

136 CentraalBureauvoordeStatistiek

sociaaleconomische status en een hoog aandeel migranten lopen een groterekans om slachtoffer te worden van criminaliteit en zich onveilig te voelen danbewonersinrijkere,witterebuurten(WittebroodenVanDijk,2007).Bewonersvanditsoortwijkenzijnookmindertevredenmetdewoonomgeving,ervarenmeerverloedering,enwillenvakerverhuizen(Dagevos,2009).

Sociaaleconomische positie van een buurt (status)

Voordezeparagraaf isdesociaaleconomischepositievaneenbuurtalsvolgtafgeleid.Perbuurtisalsbenaderingvanhetinkomenvandebuurtdemediaangenomen van de persoonlijke inkomsten van personen van 18 jaar en ouderindebuurt.Vanallebuurtenzijnvervolgensde33,3procentbuurtenmetdehoogste mediane inkomsten gedefinieerd als buurten met een hoge status.De33,3procentbuurtenmetde laagstemediane inkomstenzijngedefinieerdalsbuurtenmeteen lagestatus.Deoverige33,3procentvandebuurtenzijngedefinieerdalsbuurtenmeteenmiddenstatus.

Hooggeconcentreerde buurten hebben vaak een zwakke sociaaleconomische positieErisinderdaadeenduidelijkerelatietussendematevanconcentratieenhetaandeelbuurten met een zwakke sociaaleconomische positie: hoe geconcentreerder debuurt,hoevakerdebuurteenlagestatusheeft.Dehooggeconcentreerdebuurtenzijn zelfs bijna allemaal lagestatusbuurten. Ongeveer een kwart van de Turken,Marokkanen en Surinamers woont in deze hooggeconcentreerde buurten (zie

6.5 Aandeel buurten met een lage, gemiddelde of hoge sociaaleconomische positie naar percentage niet-westers allochtone inwoners van de buurt

Bron: SSB.

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

LagestatusbuurtenMiddenstatusbuurtenHogestatusbuurten

%

01999 2007 1999 2007 1999 2007 1999 2007 1999 2007

0 tot 5 procent 5 tot 15 procent 15 tot 25 procent 25 tot 50 procent 50 tot 100 procent

Page 134: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 137

paragraaf2).Hetovergrotedeelvandezemensenwoontdusineenbuurtmeteenzwakkesociaaleconomischepositie.

Licht gemengde buurten hebben het vaakst een hoge sociaaleconomische statusIndegemengdebuurtenisdesociaaleconomischepositievandeinwonersbeterdanindehooggeconcentreerdebuurten.Bijnaeenderdevandesterkgemengdebuurtenheefteenmidden-ofhogestatus.Vandelichtgemengdebuurtenheeftzelfsruim70procentzo’nstatus.Onderlichtgemengdebuurtenzijnbovendienmeerhogestatusbuurtendanonderlaaggeconcentreerdebuurten.Sinds1999zijnersteedsmeergemengdebuurtenmeteenmidden-ofhogestatusgekomen.Ditnamtoevan75in1999tot183in2007.

Ook binnen buurten hebben niet-westerse allochtonen lagere inkomstenOplandelijkniveauisereeninkomensklooftussenautochtonenenniet-westerseallochtonen(ziehoofdstuk5).Dezekloofiserookbinnendeverschillendetypenbuurten. Inkomsten van allochtonen liggen telkens lager dan de inkomsten vanautochtoneninovereenkomstigebuurten.Alsbuurtenquawoningaanbodhomogeenzijn,dusgeenmixhebbenvangoedkopeendurewoningen,isdezefinanciëlekloofopbuurtniveauenigszinsverrassend.Mogelijkkomtditdandoordatniet-westerseallochtonen door hun gemiddeld grotere gezinsgrootte gedwongen zijn om eengroterdeelvanhuninkomentebestedenaandewoningdanautochtonen,omdatzemeerwoonruimtenodighebben.Niet-westerseallochtonenwonendanwellichtin‘duurderebuurten’danautochtonenmethetzelfdeinkomen.

6.6 Maandinkomsten van autochtonen en niet-westerse allochtonen naar percentage niet-westers allochtone inwoners van de buurt, 2007

Bron: SSB.

Autochtonen Niet-westerse allochtonen

0

500

1 000

1 500

2 000

2 500

0 tot 5 procent 5 tot 15 procent 15 tot 25 procent 25 tot 50 procent 50 tot 100 procent

euro

Page 135: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

138 CentraalBureauvoordeStatistiek

6.4 Wonen tussen ‘anderen’ en sociale stijging

Ruimtelijkeconcentratievanallochtonenwordtoverhetalgemeenalsongunstiggezien voor hun maatschappelijk succes en integratie. Een (ongunstige)woonomgeving kan invloed hebben op maatschappelijk succes, armoede enanderematenvansocialeuitsluitingvanbewoners,hoeweldieinvloedbescheidenis in vergelijking met de invloed van individuele kenmerken van mensen (zieDas,Musterd,DeVosenLatten,2010).Verderheeftruimtelijkeconcentratievanallochtonen een sterke (negatieve) samenhang met de mate waarin allochtonencontact hebben met autochtonen (Van der Laan Bouma-Doff 2005; Gijsberts,Vervoort,HavekesenDagevos,2010),engaathetwoneninhooggeconcentreerdebuurtenvaaksamenmetsegregatieopanderegebieden,zoalsonderwijsenwerk(Hamers en van Middelkoop, 2008). Kortom, het netwerk van niet-westerseallochtonen in geconcentreerde buurten is eenzijdiger. Dit kan, zeker op delangeretermijn,negatieveconsequentieshebbenvoordepositievanallochtonenindesamenleving(bijvoorbeeldopdearbeidsmarkt)envoorhunkansenophetverwervenvaneenbeteremaatschappelijkepositie(socialestijging).

Gemengde buurten gunstig voor sociale stijging van autochtonenDesocialestijging1)vanniet-westerseallochtonenisinderdaadhetgrootstalszeineenlaaggeconcentreerdebuurtwonen(Dasetal.,2010).Tussen1999en2005maaktenzij een grotere inkomstenontwikkeling door dan niet-westerse allochtonen ingemengdeenhooggeconcentreerdebuurten.Daarstaattegenoverdatautochtonenjuisteenlagere inkomstenstijginghaddenalsze in laaggeconcentreerdebuurtenwoonden, en een hogere stijging als ze in een meer gemengde buurt woonden.Datlaatstesuggereertdathetvoordesocialestijgingvanautochtonengoedzoukunnen zijn om met niet-westerse allochtonen in contact te komen. Een anderemogelijkheidisdatmensendieervoorkiezenomtegaanwonenineenomgevingwaarveleneenandereachtergrondhebbendanhuneigenachtergrond,specifiekepersoonskenmerken hebben. Het zouden bijvoorbeeld voor een groot deel pasafgestudeerdenkunnenzijn,die indebeginfasevanhuncarrièregrote stappenmakeninhuninkomen.Of,meeralgemeen,mensendiemeerinitiatiefnemenofmeeropenstaanvoornieuweervaringenenandereculturen.Alsdezekenmerkenvandepersonendeoorzaakzijnvandesocialestijging,danisergeen‘buurteffect’,maareenselectie-effect:socialestijgingisdantoeteschrijvenaanhetsoortmensendat in de verschillende typen buurten woont. Hoe het ook zij, de mensen diewonen in een buurt waarin velen een andere herkomst hebben dan hun eigen,doenhetgoed.

1) Indithoofdstukissocialestijginggeoperationaliseerdalsdeinkomstenontwikkelingoverzesjaar:deverhoudingtussendepersoonlijkeinkomstenin2005endiein1999.

Page 136: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 139

Aandachtswijken: voortgang van de 40-wijkenaanpak

Sindshetvoorjaarvan2008maakthetCentrumvoorBeleidsstatistiekvanhetCBSeenmonitoromdevoortgangtekunnenvolgenvande40-wijkenaanpak.Deze40-wijkenaanpakiseenplanvoor40aandachtswijkenin18Nederlandsegemeenten, waar de kwaliteit van de leefomgeving door een cumulatie vanproblemen flink achterblijft bij die van andere wijken in de stad. Het doelvan de 40-wijkenaanpak is de kwaliteit van leven in de aandachtswijken tevergroten. De door het CBS vervaardigde monitor helpt de vorderingen vandezeinspanningentevolgen.Dezemonitorwordtgemaakt inopdrachtvanhetdirectoraatWijkenvanhetministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM).In de monitor is een grote hoeveelheid informatie bijeen gebracht over desituatieindeze40wijkenmetbetrekkingtotuiteenlopendethema’s.DaarnaastzijnertotalenvoorheelNederland,voorhettotaalvanalleaandachtswijken,voor Nederland zonder de aandachtswijken, voor de 18 gemeentes waarindeze wijken liggen en voor het deel van deze gemeentes dat niet tot deaandachtswijkenbehoort.De thema’s die in de monitor aan de orde komen zijn: bevolking, wonen,leren, werken, veiligheid, integratie en schuldenproblematiek. De monitor is opgenomen in StatLine, de elektronische databank van het CBS(http://statline.cbs.nl/), bij het thema Nederland regionaal, met de titel’40-wijkenaanpak; outcomemonitor’. Veel gegevens over personen zijnuitgesplitst naar de herkomst van deze personen. Uit de demografischesamenstelling van de aandachtswijken blijkt dat er veel niet-westerseallochtonenindeaandachtswijkenwoonachtigzijn.

6.7 Aandeel allochtonen in aandachtswijken en niet-aandachtswijken, 2009

Bron: StatLine/40-Wijkenaanpak; outcomemonitor.

Aandachtswijken Niet-aandachtswijken

Surinamers Antillianen/Arubanen Overig niet-westers

MarokkanenTurkenWesterse allochtonen

%

0

2

4

6

8

10

12

14

Page 137: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

140 CentraalBureauvoordeStatistiek

Minder dan de helft autochtoon in aandachtswijkenIntotaalwoondenerin2009eenkleine800duizendmensenindeaandachts-wijken.Meerdandehelfthiervanisallochtoon,terwijlinheelNederlandeenopdevijf inwonersallochtoon is.GemiddeldzijnTurkenenMarokkanendegrootste groepen allochtonen in deze wijken. Tussen de wijken zijn er groteverschillen.DebevolkingvandeHaagseSchilderswijkbestaatbijvoorbeeldvoorminderdan10procentuitautochtoneNederlandersenvoorbijna30procentuitmensenvanTurkseafkomst.DerelatiefgrootstegroepMarokkaanseinwonersis te vinden in de Utrechtse wijk Kanaleneiland: daar is ongeveer een op dedrie inwoners van Marokkaanse herkomst. De Amsterdamse Bijlmer is deaandachtswijk met de grootste groep Surinaamse allochtonen (35 procent).Daarnaast iseenkwartvande inwonersvandeBijlmervaneenniet-westersherkomstandersdandevierklassiekeherkomstgroepen.

6.5 Conclusie

Hetaandeelgemengdeenhooggeconcentreerdebuurtenblijftlangzaamtoenemen.Sterkeconcentratiesvaneenbepaaldeherkomstgroepineenbuurt(zogenaamde‘etnischeenclaves’)komennauwelijksvoor.Welwoonttussende15en25procentvandeniet-westerseallochtoneninNederlandineenhooggeconcentreerdebuurt.Dit soort buurten heeft vaak een meervoudige problematiek van armoede enachterstand.VeelvandezebuurtenliggenindeindertijddoorministerVogelaaraangewezen‘aandachtswijken’.

Erzijndriebelangrijkedemografischeredenenvoordeverkleuringvanbuurtenin de afgelopen tien jaar. Dit zijn immigratie, geboortes (vanwege de jongerebevolkingsopbouw en het gemiddeld hogere kindertal van niet-westerseallochtonen)endeverhuispreferentiesvanautochtonendiewegtrekkenuithoog-geconcentreerde buurten (witte vlucht). Niet-westerse allochtonen hebben geenvoorkeurvoorwoneningeconcentreerdebuurten.Integendeel,erisenigezwartevlucht;niet-westerseallochtonenverhuizenvakerweguithooggeconcentreerdebuurtendandatzeernaartoeverhuizen.Wittevluchtisdelaatstejarenechterwelafgenomen,enookhetgeboorteoverschotvanniet-westerseallochtoneniskleinergeworden.Daarnaastisdeimmigratieinhetafgelopendecenniumdrastischingeperkt,waardoorderolvanimmigratieinde verkleuring van buurten tussen 2006 en 2007 op zijn hoogst nog bescheidenis.Deverkleuringvanbuurtenisdelaatste jarenomdezeredenendanookwatafgevlakt.

Gemengdeenhooggeconcentreerdebuurtenhebbennogsteedsvaakeen lageresociaaleconomische positie dan laaggeconcentreerde buurten. Wel is hierin een

Page 138: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 141

ontwikkelingtezien:delaatstejarenhebbensteedsmeergemengdebuurteneenmidden- of hogere sociaaleconomische positie. Zowel in laaggeconcentreerde,gemengde als in hooggeconcentreerde buurten blijft er, net als op landelijkniveau,eenklooftussendeinkomstenvanautochtonenendievanniet-westerseallochtonen.

De sociale stijging van niet-westerse allochtonen is groter als ze in eenlaaggeconcentreerdebuurtwonendanwanneerze ineenmeergeconcentreerdebuurtwonen.Ookbijautochtonenlijkteenmenginggunstig:voorhengaatjuisthetwoneninmeergemengdebuurtensamenmeteengroteresocialestijgingdanhetwonenineenlaaggeconcentreerdebuurt.

Literatuur

Bolt,G.,R.vanKempenenM.vanHam (2008).MinorityEthnicGroups in theDutch Housing Market: Spatial Segregation, Relocation Dynamics and HousingPolicy.UrbanStudies45(7),1359–1384.

Dagevos, J. (2009).Ruimtelijke concentratievanniet-westersemigranten.DenHaag:SociaalenCultureelPlanbureau.

Das,M.,S.Musterd,S.deVosenJ.J.Latten.(2010).Socialmobility:theinfluenceof the neighbourhood. In: C.A. Brebbia, S. Hernández en E. Tiezzi (red.), TheSustainableCityVI.UrbanRegenerationandSustainability(pp154–164).Wessex,UK:WITPress.

Gijsberts,M.,M.Vervoort,E.Havekes,enJ.Dagevos(2010).Maaktdebuurtverschil?Derelatietussenetnischesamenstellingvandebuurt,interetnischcontactenwederzijdsebeeldvorming.DenHaag:SociaalenCultureelPlanbureau.

Ham, M. van en P. Feijten (2008). Who wants to leave the neighbourhood? Theeffectofbeingdifferentfromtheneighbourhoodpopulationonwishestomove.EnvironmentandplanningA40,1151–1170.

Hamers,B.enM.vanMiddelkoop(2008).Gescheidenwereldeninwonen,werkenenleren?In:K.Oudhof,R.vanderVliet,B.Hermans(red.),JaarrapportIntegratie2008(pp163–176).DenHaag/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.

Keuzenkamp, S. enA. Merens (red.) (2006). Sociale atlas van vrouwen uit etnischeminderheden.DenHaag,SociaalenCultureelPlanbureau.

Page 139: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

142 CentraalBureauvoordeStatistiek

Kullberg,J.enH.Nicolaas(2009).Wonenenwijken.In:M.GijsbertsenJ.Dagevos(red.), Jaarrapport Integratie 2009 (pp. 168–200). Den Haag: Sociaal en CultureelPlanbureau.

Kullberg,J.,M.VervoortenJ.Dagevos(2009).Goedeburenkunjenietkopen.Overdewoonconcentratieenwoonpositievanniet-westerseallochtoneninNederland.DenHaag:SociaalenCultureelPlanbureau.

LaanBouma-Doff,W.vanderenA.E.vanPutten(2005).Debuurtalsbelemmering?Assen:VanGorcum.

Pinkster, F. (2009). Living in concentrated poverty (proefschrift). Amsterdam:UniversiteitvanAmsterdam.

Snel, E., en J. Burgers (2000). The comfort of strangers. Etnische enclaves in degrote steden. In: R. van Kempen, P. Hooimeijer, G. Bolt, J. Burgers, S. Musterd,W.Ostendorf enE.Snel,E. (red.),Segregatie en concentratie inNederlandse steden:mogelijkeeffectenenmogelijkbeleid.(pp.49–64).Assen:VanGorcum.

Wittebrood,K.enT.vanDijk(2007).Aandachtvoordewijk.Effectenvanherstructureringopdeleefbaarheidenveiligheid.DenHaag:SociaalenCultureelPlanbureau.

Tabel in de bijlage op de CBS-internetsite

TabelB6.1 De invloed van het aandeel niet-westers allochtone inwonersvan de buurt op de (natuurlijke logaritme van de) inkomsten-ontwikkeling1999–2005,multilevelregressie

Page 140: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 143

7. Geregistreerde criminaliteitIntegratieiseenprocesvaninburgeringenhetmeedoeninallerleidomeinenvandesamenleving.Integratiegaatooksamenmetconformerenaanvoorgeschrevengedragsnormen.Betrokkenzijnbijeenmisdrijfkandanookeentekenzijnvaneengebrekkige(culturele)integratie.Dit hoofdstuk brengt in beeld in hoeverre de niet-westerse allochtonen alscrimineelgeregistreerdstaan.Teneerstekomthetaandeelpersonendatverdachtwordt van een misdrijf in de verschillende herkomstgroepen aan bod. Gevolgddooreenvergelijkingvandezeaandelenverdachtennaarachtergrondkenmerkenzoalsgeslacht,leeftijd,generatieenhuishoudinkomen.Vervolgensiser(voorheteerst) aandacht voor de samenstelling naar herkomst van de gedetineerden inNederland.Daarnawordtdegroepjongerendiein1999twaalfjaarwaren,gevolgdtot hun twintigste. Per herkomstgroep is voor jongens en meisjes nagegaan ofenopwelkeleeftijddeze jongerengedurendedeperiodetothuntwintigste jaarverdachtewarenvanhetplegenvaneenofmeermisdrijven.Hethoofdstuksluitafmeteenanalysevandetrendvanhetaandeelautochtoneenallochtoneverdachtenoverdeperiode1999totenmet2007.

Verdachten van misdrijven

DegegevensoververdachtenkomenuithetHerkenningsdienstsysteem(HKS)vandepolitieenuitHalt.InhetHKSwordengegevensvastgelegdvandoorde politie opgespoorde verdachten van misdrijven, tegen wie proces-verbaalisopgemaakt.Haltiseenvoorzieningvoorjongerenvan12tot18jaardievoorheteerstdefoutingaan.EénvandebelangrijksteredenenwaaromHaltinhetlevenisgeroepenisdeopvattingdat jongereneentweedekansverdienenenniet afgerekend mogen worden op een relatief licht delict (zowel misdrijvenals overtredingen) in hun jeugd. Oogmerk is dat door middel van een Halt-afdoeningdejongerebewustwordtgemaaktvanzijnofhaargedrag.Dejongerekrijgt de kans om eventuele schade te herstellen door gesprekken, werk- ofleeropdrachten en soms door het aanbieden van excuses aan het slachtoffer.JongerenmeteenHalt-afdoeningkomennietinhetHKSterecht.

OmeentotaalbeeldvandeverdachtenpopulatieinNederlandtekrijgenzijndegegevensvanverdachtenvanmisdrijvenuitHaltenhetHKSvoorparagraaf7.1samengenomen.Voordeanalyseinparagraaf7.3endebeschrijvingvandetrendsinparagraaf7.4zijnuitsluitenddegegevensvandeverdachtenuithetHKSgebruikt.DegegevensoververdachtenuitHaltzijnnietovereenzolangeperiode beschikbaar. Het aandeel verdachten voor 2007 uit paragraaf 7.4 ligtdanookietslagerdandatvoor2007inparagraaf7.1.

Page 141: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

144 CentraalBureauvoordeStatistiek

7.1 Verdachten van misdrijven

In2008teldeNederland217duizendverdachtenvaneenmisdrijf.Ditkomtneerop1,5procentvandebevolkingvan12 jaarenouder.Ditaandeelisvergelekenmeteen jaareerder ietsafgenomen.Toenwerd1,6procentvandeNederlandsebevolkingalsverdachtevaneenmisdrijfaangehouden.

Antillianen en Marokkanen relatief vaakst verdachtAllochtonen worden vaker verdacht van een misdrijf dan autochtonen. Van deautochtonenwerd1,2procentverdachtin2008.Bijdewesterseallochtonenlagdataandeelop1,5procentenbijdeniet-westerseallochtonenop4,3procent.Ditlooptechtersterkuiteenbinnendeniet-westerseherkomstgroepen.Overigniet-westerseallochtonenenTurkenhaddenmetrespectievelijk3,1procenten3,6procenthetlaagsteaandeelverdachten.Antillianenhaddenhethoogsteverdachtenpercentage(6,6procent),gevolgddoorMarokkanen(5,9procent)enSurinamers(4,7procent).

Mannen vijf keer zo vaak verdacht als vrouwenHetaandeelverdachtenondermannenwas in2008met2,5procentvijfkeerzohoogalsdatondervrouwen.DitaandeelisechternoghogeronderAntilliaanseenMarokkaansemannen.Zowerdruim10procentvandeAntilliaansemannenverdacht van een misdrijf, en iets minder dan 10 procent van de Marokkaansemannen.Datisvijfkeerzohoogalsbijautochtonemannen.BijdevrouwenhaddenAntilliaansevrouwenhethoogsteverdachtenpercentage(2,6procent).

Staat 7.1 Aandeel verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar geslacht

2007 2008

Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen

%

Totaal 1,6 2,7 0,6 1,5 2,5 0,5

Autochtonen 1,3 2,1 0,5 1,2 1,9 0,4Westerseallochtonen 1,6 2,6 0,7 1,5 2,4 0,6Niet-westerseallochtonen 4,5 7,4 1,6 4,3 7,0 1,5waarvan

Turken 3,7 6,4 0,9 3,6 6,1 0,8Marokkanen 6,1 10,0 1,8 5,9 9,6 1,8Surinamers 5,0 8,3 2,0 4,7 7,9 1,8Antillianen/Arubanen 7,1 11,2 3,0 6,6 10,5 2,6overigniet-westers 3,3 5,2 1,3 3,1 4,9 1,2

Bron:KLPD/HKS,HaltNederlandenCBS/SSB.

Page 142: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 145

Vooral Marokkaanse jongeren crimineelNaast geslacht hangt ook de leeftijd sterk samen met crimineel gedrag. Ditgedragmanifesteertzichnamelijkvooralindepuberteit(12tot18jaar)enbereiktdoorgaanseenhoogtepuntonderdeoudereadolescentenenjongvolwassenen(18tot25jaar).Daarnaneemtdekansopcrimineelgedragsnelaf.Dezeontwikkelinggaatopvoorallehieronderscheidenherkomstgroepen.OnderAntillianenneemthetcriminelegedragechterwatmindersnelafmetdeleeftijddanbijdeandereherkomstgroepen.Bovende25jaarkomenzijnaarverhoudingdanookhetvaakstinaanrakingmetdepolitie.Onderde25jaarzijnditdeMarokkanenmetmeerdaneenopdetienverdachten.

Tweede generatie onder de 18 minder vaak verdacht dan eerste generatieOok tussen generaties zijn er verschillen in criminaliteit, al zijn deze nieteenduidig.Indegroepmannenvan12tot18jaarlaghetaandeelverdachtenvandeniet-westersetweedegeneratiezonderuitzonderinglagerdandievandeeerstegeneratie.Maar indegroepmannenvan18 tot25 jaargeldtditnietmeervoorTurken en Marokkanen. In deze leeftijd zijn de Turkse en Marokkaanse tweedegeneratie juist vaker verdachte dan de eerste generatie. Zo werd 18,4 procentvan de eerste generatie Marokkaanse mannen van 18 tot 25 jaar als verdachteaangehouden,tegenover21,3procentvandetweedegeneratie.BinnendetotaletweedegeneratiehebbenMarokkanenzowelbijdemannen(17procent)alsbijdevrouwen(3,2procent)hetgrootsteaandeelverdachten.

7.1 Aandeel verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar leeftijd, 2008

Bron: KLPD/HKS, Halt Nederland en CBS/SSB.

18 tot 25 jaar 12 tot 18 jaar

25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar65 jaar en ouder

0 2 4 6 8 10 12 14

Overig niet-westers

Antillianen/Arubanen

Surinamers

Marokkanen

Turken

Westerse allochtonen

Autochtonen

%

Page 143: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

146 CentraalBureauvoordeStatistiek

7.2 Aandeel van misdrijf verdachte mannen (12 tot 25 jaar) naar generatie en leeftijd, 2008

Bron: KLPD/HKS, Halt Nederland en CBS/SSB.

Eerste generatie, 18 tot 25 jaar Eerste generatie, 12 tot 18 jaar

Tweede generatie, 12 tot 18 jaarTweede generatie, 18 tot 25 jaar

%

0 5 10 15 20 25

Overig niet-westers

Antillianen/Arubanen

Surinamers

Marokkanen

Turken

Westerse allochtonen

7.3 Aandeel verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar soort inkomsten, 2008

Bron: KLPD/HKS, Halt Nederland en CBS/SSB.

Uitkering Overige inkomstenBetaald werk

%

0 10 20 30 40 50 60

Overig niet-westers

Antillianen/ Arubanen

Surinamers

Marokkanen

Turken

Westerse allochtonen

Autochtonen

Page 144: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 147

Marokkaanse verdachten hadden minst vaak werkVanallein2008aangehoudenverdachtenhadietsminderdandehelft(47procent)betaald werk en ontving bijna een op vijf (18 procent) een uitkering. Dit beeldverschiltvoordediverseherkomstgroepen.DeMarokkaanseverdachtenhaddenhet laagste aandeel met betaald werk (30 procent). OokAntilliaanse en overigeniet-westerseallochtoneverdachtenhaddennaarverhoudingweinigbetaaldwerk.OnderdeAntilliaanseverdachtenbevondenzichdemeesteuitkeringsontvangers(23procent).Verdachtenkomenvaakuiteenhuishoudenmetlagereinkomens.Vandeautochtoneverdachten in 2006 behoorde ruim een derde (38 procent) tot huishoudens meteen laag inkomen1). Dit geldt ook voor de helft van de Turkse en Surinaamseverdachtenenruim60procentvandeAntilliaanseenMarokkaanseverdachten.

Staat 7.2 Verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar woongemeente, 2007

Autochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/ Overig Arubanen niet-westers

%

Amsterdam 1,4 2,9 5,3 5,6 6,7 2,7Rotterdam 1,9 4,2 6,7 5,8 9,6 4,3s-Gravenhage 2,0 4,1 7,0 4,6 7,6 3,4Utrecht 1,3 3,8 6,3 4,6 3,6 2,8

Almelo 1,7 2,9 4,8 . 4,5 2,9Almere 1,5 4,0 4,9 4,9 6,9 3,2Amersfoort 1,2 3,6 6,5 5,5 6,6 4,2Arnhem 1,7 3,8 5,0 5,4 7,7 3,8CapelleaandenIJssel 1,5 5,1 7,1 5,1 7,8 3,8Delft 1,3 3,0 6,5 4,5 8,2 2,6Diemen 1,1 4,3 3,2 4,1 3,9 3,1Dordrecht 1,9 4,3 6,4 5,4 11,1 4,0Eindhoven 1,3 3,0 4,2 3,9 6,4 2,1Enschede 1,6 3,3 5,5 4,8 5,4 2,8Gorinchem 1,4 4,2 4,7 4,1 6,2 3,3Gouda 1,3 4,9 7,1 3,8 3,4 3,1Leiden 1,7 3,1 6,7 4,8 6,4 3,6Lelystad 1,7 3,9 7,4 5,9 7,1 4,2Maassluis 1,5 3,4 6,8 5,3 10,0 4,2Purmerend 1,4 3,3 5,1 4,6 5,6 3,3Schiedam 1,7 4,6 7,0 6,0 9,4 3,7Tilburg 1,7 4,8 6,8 5,7 7,3 4,4Vlaardingen 1,6 4,9 6,9 5,0 11,2 5,5Zaanstad 1,2 2,6 5,1 4,3 4,4 2,4Zoetermeer 1,4 4,6 7,3 3,8 5,1 3,9Overigegemeenten 1,2 3,8 6,1 4,3 6,1 3,2

TotaalNederland 1,3 3,7 6,1 5,0 7,1 3,3

Bron:KLPD/HKS,HaltNederlandenCBS/SSB.

1) Huishoudens met een laag inkomen betreffen hier huishoudens die behoren tot de 40 procenthuishoudensinNederlandmetdelaagsteinkomens.

Page 145: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

148 CentraalBureauvoordeStatistiek

Relatief veel niet-westers allochtone verdachten woonachtig in SchiedamIn25Nederlandsegemeentenisminimaaleenoptieninwonersvanniet–westersallochtone herkomst. Van deze gemeenten is nagegaan welk aandeel van deonderscheidenbevolkingsgroepenin2007verdachtewasvaneenmisdrijf.Hier valt vooral Schiedam op. Deze gemeente komt zowel met het aandeelverdachte Turken, als Marokkanen, Surinamers en Antillianen in de top-5 uit.Vlaardingen en Dordrecht hebben het hoogste aandeel Antilliaanse verdachten(11procent).IndegemeentenLelystad,Zoetermeer,CapelleaandeIJssel,Goudaen ’s-Gravenhage werden juist veel Marokkanen verdacht van een misdrijf(ruim7procent).HetaandeelTurkseverdachtenishooginCapelleaandeIJssel,Gouda, Vlaardingen, Tilburg, Schiedam en Zoetermeer (rond 5 procent). InSchiedam,Lelystad,Rotterdam,TilburgenAmsterdamwonennaarverhoudingdemeesteverdachteSurinamers.

7.2 Gedetineerden

Devoorgaandeparagraafgaatoververdachtenvanmisdrijven.Eendeelvandezeverdachtenwordtpreventiefinhechtenisgenomeneneendeelwordtuiteindelijkveroordeeld tot een gevangenisstraf. Deze paragraaf geeft een beschrijvingvan personen van 18 jaar en ouder die op enig moment in 2006 strafrechtelijkgedetineerd waren in een Nederlandse gevangenis. Het gaat hierbij alleen omdegenen die eind september 2006 tot de Nederlandse bevolking behoorden endusnietomgedetineerdendieopdatmomentniet ingeschrevenstonden indegemeentelijkebasisadministratie(GBA).

Bijna de helft van de gedetineerden is autochtoonVandeindeGBAingeschrevenstrafrechtelijkgedetineerdenvan18jaarenouderin 2006 was 46 procent autochtoon. Onderverdeeld naar geslacht en leeftijd,vormdenautochtonemannentussen25en45jaardegrootstegroepgedetineerden,gevolgddoorautochtonemannenvan45jaarenouder.Vandeallochtonenindegevangeniszijnmannentussen25en45jaarmeteenMarokkaanseenSurinaamseherkomsthetmeestvertegenwoordigd.Hunbeideraandeelindetotale(indeGBAingeschreven)gevangenispopulatieis6procent.

Page 146: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 149

Staat 7.3 Aandeel gedetineerden (18 jaar en ouder), 2006

Totaal 18tot25jaar 25tot45jaar 45tot65jaar 65jaarofouder

%

Totaal 0,3 0,6 0,4 0,2 0,0

Autochtonen 0,2 0,3 0,2 0,1 0,0Westerseallochtonen 0,3 0,6 0,4 0,2 0,0Niet-westerseallochtonen 1,4 2,0 1,4 0,8 0,1waarvanTurken 0,9 1,2 1,1 0,4 0,1Marokkanen 1,9 3,7 2,0 0,5 0,0Surinamers 1,7 2,2 1,9 1,3 0,1Antillianen/Arubanen 3,1 3,1 3,5 2,1 0,1overigniet-westers 0,8 1,1 0,8 0,4 0,1

Bron:DJI/TULPenCBS/SSB.

Antillianen vaker en tot op latere leeftijd gedetineerdGerelateerd aan de bevolkingsaantallen verblijvenAntillianen het vaakst in eenpenitentiaire inrichting. In2006heeft3,1procentvandeAntillianenvan18 jaarenouderopenigmomentindegevangenisgezeten.VandeMarokkanenwasdit1,9procent,vandeSurinamers1,7procentenvandeTurken0,9procent.Vandeautochtonenvan18jaarenouderheeft0,2procentopenigmomentin2006indegevangenisgezeten.

7.4 Gedetineerden (18 jaar en ouder) naar leeftijd en geslacht1), 2006

Bron: DJI/TULP en CBS/SSB.1) In percentages van het totaal aantal strafrechtelijk gedetineerden, ongeacht herkomst.

Mannen, 45 jaar en ouder Vrouwen, 18 jaar en ouder

Mannen, 18 tot 25 jaar Mannen, 25 tot 45 jaar

%

0 5 10 15 20 25 30

Overig niet-westers

Antillianen/Arubanen

Surinamers

Marokkanen

Turken

Westerse allochtonen

Autochtonen

Page 147: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

150 CentraalBureauvoordeStatistiek

Onder18-tot25-jarigenbevondenzichin2006demeestegevangenen(0,6procent).AlleenbijAntillianenlaghetaandeelgedetineerde25-tot45-jarigenhogerdanbijde18-tot25-jarigen.DitkomtovereenmethethogereaandeelverdachtenoplatereleeftijdonderAntillianenvergelekenmetdeandereherkomstgroepen(zievorigeparagraaf). Vooral van de Marokkaanse mannen tussen 18 tot 25 jaar was eenrelatiefgrootdeelin2006openigmomentstrafrechtelijkgedetineerd(7,5procent).

7.3 Verdachte tijdens de tienerjaren

InzijnafscheidsredealshoogleraarcriminologieaandeuniversiteitvanUtrechtsteltprofessorBovenkerkdatde‘normale’criminaliteitscijfersnietaangevenhoegoed of slecht een specifieke groep ervoor staat (Bovenkerk, 2009). De meestecriminaliteit wordt gepleegd door jongens van 12 tot 24 jaar. Welk percentagebijhetbereikenvande24-jarigeleeftijdeenstrafbladheeftwetenweechterniet:hiertoewarengegevenstotvoorkortovereentekorteperiodebeschikbaar.Omdatgegevensvanverdachtennaarherkomsten leeftijd inmiddelsvanaf1999 totenmet2007beschikbaarzijn,kaneenanalysevan12-tot20-jarigendoordetijdheennuwelwordengedaan

Meer dan de helft Marokkaanse jongens in hun jeugd in aanraking met politie RuimeenopdedrieMarokkaanse12-jarigenuit1999werdindeperiode1999–2007openigmomentverdachtvaneenmisdrijf.HetzelfdegeldtvoorbijnaeenopdedrieAntilliaanseenSurinaamsejongereneneenopdevijfTurkenenoverigniet-westerseallochtonen.Vandeautochtoneleeftijdsgenotenkwamruimeenopdetienindieperiodevoorhetplegenvaneenmisdrijfinaanrakingmetdepolitie.Jongens zijn veel vaker dan meisjes een keer verdachte tijdens hun jeugd. VandeMarokkaanse jongensdie twaalf jaarwaren in1999werd56procentopenigmoment in hun jeugd verdacht van een misdrijf, tegenover 16 procent van deMarokkaansemeisjes.Ookbijdeandereherkomstgroepenzijnergroteverschillentussenjongensenmeisjes.OpvallendlaagishetaandeelverdachteTurksemeisjes(6procent)dat tussenhuntwaalfdeenhuntwintigsteeenkeerverdachtwordt.Hunaandeelisnauwelijkshogerdandatvandeautochtonemeisjes.

Niet-westerse jongens al op jongere leeftijd verdacht dan autochtone jongensBij alle herkomstgroepen neemt de kans om voor de eerste keer verdachte vaneen misdrijf te worden met het stijgen van de leeftijd aanvankelijk toe en danweeraf.DaarbijzijnMarokkaanseenAntilliaansejongensgemiddeldopjongereleeftijdvoorheteerstverdachtedanjongensuitdeandereherkomstgroepen.VandeMarokkaansejongenswasop16-jarigeleeftijdalbijnaeenderde(31procent)verdachtevaneenmisdrijf,gevolgddoorAntilliaanse jongens (28procent).VanSurinaamseenTurksejongensligtdataandeelwatlager,opcircaeenvijfde.Van

Page 148: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 151

autochtonejongensisop16-jarigeleeftijdnogmaar7procentverdachtegeweest.Vanhenkomteengrootdeelpaseenpaarjaarlaterinaanrakingmetdepolitie.

7.5 Aandeel twaalfjarige jongeren uit 1999 die in de periode 1999-2007 één of meer keren van een misdrijf werden verdacht, naar geslacht

Bron: KLPD/HKS, Halt Nederland en CBS/SSB.

MannenVrouwen

%

0 10 20 30 40 50 60

Overig niet-westers

Antillianen/ Arubanen

Surinamers

Marokkanen

Turken

Westerse allochtonen

Autochtonen

7.6 Aandeel twaalfjarige jongens uit 1999 die in de periode 1999–2007 één of meer keren van een misdrijf werden verdacht naar het jaar waarin ze voor de eerste keer verdacht werden

Bron: KLPD/HKS en CBS/SSB.

Antillianen/Arubanen

Autochtonen Turken Marokkanen Surinamers

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

12 jaar in1999

13 jaar in2000

14 jaar in2001

15 jaar in2002

16 jaar in2003

17 jaar in2004

18 jaar in2005

19 jaar in2006

20 jaar in2007

%

Page 149: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

152 CentraalBureauvoordeStatistiek

Turkse meisjes relatief weinig in aanraking met politieEen op tien Marokkaanse meisjes is op 16-jarige leeftijd verdachte geweest vaneenmisdrijf,gevolgddoorAntilliaansemeisjes(8procent)enSurinaamsemeisjes(7 procent). Turkse meisjes komen in hun jeugd veel minder met de politie inaanraking.Zijlijkenhierinveelophunautochtoneleeftijdsgenoten.

7.4 Trends in aandeel verdachten

In de periode 1999–2007 steeg het aandeel niet-westerse allochtonen van detweedegeneratiedatverdachtwerdvaneenmisdrijfgeleidelijkvan4,5procenttot6,3procent.Datkomtneeropeentoenamevan40procent.Hetaandeelautochtoneverdachten steeg in dezelfde periode met 50 procent van 0,8 procent naar1,2procent.Ditbetekentdathetpercentageaangehoudenverdachteautochtonennaar verhouding sterker is gestegen dan dat van niet-westerse allochtonen vande tweede generatie. De toename was bij westerse allochtonen en niet-westerseallochtonenvandeeerstegeneratieeenstuklager(respectievelijk25en9procent).

Aandeel verdachte autochtone vrouwen verdubbeldVan1996tot2006steegzowelbijautochtonealsbijniet-westerseallochtonemannenen vrouwen het percentage verdachten. Daarna stabiliseerden deze aandelen.Alleenonderniet-westersallochtonevrouwenwashetaandeelverdachtenin2007ietshogerdanin2006.

7.7 Aandeel twaalfjarige meisjes uit 1999 die in de periode 1999-2007 één of meer keren van een misdrijf werden verdacht naar het jaar waarin ze voor de eerste keer verdacht werden

Bron: KLPD/HKS en CBS/SSB.

Antillianen/Arubanen

Autochtonen Turken Marokkanen Surinamers

0

1

2

3

4

12 jaar in1999

13 jaar in2000

14 jaar in2001

15 jaar in2002

16 jaar in2003

17 jaar in2004

18 jaar in2005

19 jaar in2006

20 jaar in2007

%

Page 150: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 153

Hetaandeelverdachtenisonderautochtonenrelatiefsterkergestegendanonderniet-westerseallochtonen.Datvanautochtonevrouwenverdubbeldetussen1999en2007endatvanautochtonemannennamtoemet43procent.Onderniet-westersevrouwenenmannensteegditmet respectievelijk36procenten22procent.Hetverschil tussenniet-westerseallochtonenenautochtonen ishiermeewatkleinergeworden.Niet-westerseallochtonenkomenechternogwelsteedsveelvakerinaanrakingmetdepolitiedanautochtonen.

7.8 Aandeel verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder)

Bron: KLPD/HKS en CBS/SSB.

Niet-westerse allochtonen, tweede generatie

Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen, eerste generatie

%

0

1

2

3

4

5

6

7

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007

7.9 Aandeel verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar geslacht

Bron: KLPD/HKS en CBS/SSB.

Autochtone vrouwen

Autochtone mannen Niet-westerse allochtone mannen

Niet-westerse allochtone vrouwen

%

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007

1

0

2

3

4

5

6

7

8

Page 151: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

154 CentraalBureauvoordeStatistiek

Aandeel verdachten onder jongeren geleidelijk toegenomenOok bij bijna alle jongeren (12 tot 18 jaar) nam het aandeel verdachten in deperiode1999–2007geleidelijktoe.AlleenbijTurksejongerenlagditaandeelin2007evenhoogalsin2006.Ookbijjongerenisvooralonderautochtonenhetaandeelverdachtengegroeid:hetverdubbeldevan1procentin1999naar2procentin2007.De toename is voor de niet-westerse herkomstgroepen kleiner en varieert van36procentbijMarokkaansejongerentot47procentbijSurinaamsejongeren.

7.5 Conclusie

In 2008 werd 1,5 procent van de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouderverdacht van een misdrijf. Onder niet-westerse allochtonen lag dit aandeel viermaalzohoogalsonderautochtonen.OnderAntilliaanseenMarokkaansemannenwarendemeesteverdachten.Hetaandeelonderhendatverdachtwerd(ongeveer10 procent) lag vijf keer hoger dan onder autochtone mannen. Bij de vrouwenhaddenAntilliaansevrouwenhethoogsteverdachtenpercentage.Onder jongerenvan12 tot18 jaarkwamenMarokkaanse jongensvanzoweldeeerstealsdetweedegeneratiehetmeestinaanrakingmetdepolitie.

Van alle in 2008 aangehouden verdachten had iets minder dan de helft betaaldwerkenontvingbijnaeenvijfdeeenuitkering.VooralMarokkaanseenAntilliaanseverdachtenhaddenvaakgeenbetaaldwerk.Niet-westersallochtoneverdachtenhaddenookveelvakerdanautochtoneverdachteneenlaaginkomen.

7.10 Aandeel van misdrijf verdachte jongeren (12–18 jaar)

Bron: KLPD/HKS en CBS/SSB.

%

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007

Antillianen/Arubanen

Autochtonen Turken Marokkanen Surinamers

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Page 152: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 155

Van personen met een Antilliaanse herkomst was in vergelijking met andereherkomstgroepen in 2006 het grootste deel op enig moment strafrechtelijkgedetineerd. Vooral onder de 25- tot 45-jarigen Antilliaanse mannen was ditaandeelhoog.Indeleeftijdvan18tot25jaarwarenMarokkaansemannenrelatiefjuisthetvaakst indeNederlandsegevangenissen tevinden.Turkenzijnvandeniet-westerseallochtonenhetminstvaakgedetineerd.

Niet-westerseallochtonenkomeninhunjeugdvakermetdepolitieinaanrakingdanautochtonen.VandeMarokkanendiein199912 jaarwaren,werdruimeenopdedrieindeperiode1999–2007openigmomentverdachtevaneenmisdrijf.DitgeldtookvoorbijnaeenopdedrieAntilliaanseenSurinaamse jongereneneen op de vijf Turken en overige niet-westerse allochtonen. Van de autochtoneleeftijdsgenotenkwamruimeenvandetienindieperiodealsverdachtevanhetplegenvaneenmisdrijfmetdepolitieinaanraking.Hetverdachtwordenvaneenmisdrijfkomtveelvakervoorbij jongensdanbijmeisjes. De Marokkaanse twaalfjarige jongens uit 1999 hadden van de jongenshethoogsteaandeelverdachtentussen1999en2007.OpvallendlaagishetaantalverdachteTurksemeisjes.Hunaandeelverschiltnauwelijksvandatvanautochtonemeisjes.

Indeperiode1999–2007namhetaandeelverdachtenprocentueelsterker toebijautochtonendanbijallochtonen.Hetverschiltussenautochtonenenallochtonenishiermeekleinergeworden,maarnogaltijdzijnniet-westerseallochtonenveelvakerverdachtedanautochtonen.

Het is duidelijk dat niet-westerse herkomstgroepen zijn oververtegenwoordigdin de geregistreerde criminaliteit in Nederland. De verklaringen hiervoor lopenuiteen van het benadrukken van een maatschappelijke achterstandspositie vanminderheden tot een selectief politieoptreden tegenover hen en discriminatievanallochtonen indestrafrechtsketen.Maarondanksdeveelheidaanmogelijkeverklaringen“isernogbetrekkelijkweinigduidelijkoverdepreciezeoorzakenvandegeconstateerdeoververtegenwoordigingvanallochtonenofimmigrantenindecriminaliteitscijfers”(Leun,J.vander,M.Kromhout,M.EastonenF.Weerman,2010).

Literatuur

Bovenkerk, F. (2009, 3 juni). Afscheidsrede prof. dr. Frank Bovenkerk. Utrecht:UniversiteitUtrecht.

Leun, J. van der, M. Kromhout, M. Easton en F. Weerman (2010). Criminaliteit,migratie en etniciteit; nieuwe richtingen binnen een complex en beladenonderzoeksterrein.TijdschriftvoorCriminologie52(2),107–121.

Page 153: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

156 CentraalBureauvoordeStatistiek

Figuur en tabellen in de bijlage op de CBS-internetsite

FiguurB7.1 Verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar huishoud-inkomen,2006

TabelB7.1a Aantalverdachtenvanmisdrijven(12jaarenouder)naarleeftijd,mannenenvrouwen,2008

TabelB7.1b Aantalverdachtenvanmisdrijven(12jaarenouder)naarleeftijd,mannen,2008

TabelB7.1c Aantalverdachtenvanmisdrijven(12jaarenouder)naarleeftijd,vrouwen,2008

TabelB7.2a Aandeel verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naarleeftijd,mannenenvrouwen,2008

TabelB7.2b Aandeel verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naarleeftijd,mannen,2008

TabelB7.2c Aandeel verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naarleeftijd,vrouwen,2008

TabelB7.3 Aandeel verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naargeslachtengeneratie,2008

Page 154: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 157

8. Sociale samenhang: participatie en vertrouwen Bijhetbeschrijvenvansocialesamenhangindesamenlevingwordtvaakgedachtaandeintegratievanallochtonen.DaarbijgaathetomdebanddieallochtonenhebbenmetdeNederlandsesamenlevingalsgeheel,hunuitingenvanbetrokkenheidbij(maatschappelijke)organisaties,debuurtwaarinzewonenendebetrokkenheidbijmenseninhunomgeving.Dezebetrokkenheidkomtbijvoorbeeldtotuitingindematewaarinallochtonencontactenonderhoudenmetanderenbinnenenbuitendeeigengroep,zichinzettenalsvrijwilligervoormaatschappelijkeorganisaties,deelnemenaandepolitiek,georiënteerdzijnopNederlandenvertrouwenhebbeninanderemensenenininstituties.

Dit hoofdstuk beschrijft overeenkomsten en verschillen tussen autochtonenen niet-westerse allochtonen op een aantal aspecten van sociale samenhang.Eerst komen de sociale contacten met familie, vrienden en buren aan bod, envervolgens de deelname aan activiteiten in organisaties, onder andere in devorm van vrijwilligerswerk, en aan politieke activiteiten. Daarna besteedt dithoofdstuk aandacht aan vertrouwen. Zowel het sociaal vertrouwen als hetinstitutioneel vertrouwen van verschillende herkomstgroepen komen aan deorde.Tenslottewordtingegaanopdevraaginhoeverreniet-westerseallochtonenzichNederlandervoelenenzichhierthuisvoelen.Degegevensindithoofdstukkomenuitverschillendepersoonsenquêtes:hetPermanentOnderzoekLeefsituatie(POLS),hetWoononderzoekNederlandinclusiefdevervolgmoduleSociaal-Fysiek(WoON), de Enquête Beroepsbevolking (EBB), de Integrale Veiligheidsmonitor(IVM), het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) en een onderzoek naar socialesamenhangonderMarokkanenenTurken(SOSAMT).

8.1 Contacten met familie en vrienden

Een vorm van sociale participatie is het contact dat mensen onderhouden metandereninhunomgeving,bijvoorbeeldmetfamilieenvrienden.Dezeparagraafgaat na in welke mate allochtonen en autochtonen zich in dergelijke contactenonderscheiden.Daarbijgaathetnietalleenomdecontactenbinnendeeigengroep,maarjuistookomcontactenmetandereherkomstgroepen,dievaaknodigwordengeachtomintegratietebevorderen(Coutts,RamosPinto,Cave&Kawachi,2007;Putnam,2000).

Frequente contacten met familie en vriendenPersonen uit allochtone groepen weten zich net als autochtonen omringd doorfamilieenvrienden.Onderzowelautochtonenalsdemeestegroepenniet-westerse

Page 155: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

158 CentraalBureauvoordeStatistiek

allochtonenheeftin2009rondde85procentvandemensenvan18jaarenouderelkeweekcontactmetfamiliebuitenheteigenhuishouden(viaeenontmoeting,schriftelijkcontact,e-mail,smsoftelefoon).Alleenwesterseenvooraloverigniet-westerse allochtonen hebben minder vaak contact met familie. Van deze laatstegroepziet,spreektofschrijftongeveerdriekwarthunfamilieelkeweek.Zijhebbenechtermetruim80procentongeveerevenvaakalsanderegroepencontactmetvrienden.Onderniet-westerseallochtonenzijnnaarverhoudingveeljongeren,enjongerenonderhoudenoverhetalgemeenfrequentcontactmetvrienden.Wordthierrekeningmeegehouden,dandaalthetvriendencontactonderniet-westersegroepenlicht.Uitanderebronnenblijktdatniet-westerseallochtonenwatmindervaakcontacthebbenmet familiedanautochtonen, terwijl erminderverschillenzijninhetvriendencontact(Coumans&TeRiele,2010).Ookdaarkomtditechtervooraldoordatoverigeniet-westerseallochtonendezecontactenminderfrequenthebben.Ditbeeldisindeafgelopentienjaarnietveranderd.

Inhetalgemeenhebbenvrouwenfrequentercontactenmetfamiliedanmannenenzijndeverschillentussenmannenenvrouwenkleineralshetgaatomcontactenmet vrienden. Turkse en Marokkaanse mannen hebben echter vrijwel net zovaak als vrouwen elke week contact met familieleden buiten het eigen gezin.Tweedegeneratieallochtonen hebben doorgaans vaker dan de eerste generatiewekelijks contact met vrienden en familie. Zij hebben vooral vaker contact metvrienden. Ook dit heeft deels met leeftijd te maken: de tweede generatie niet-westerse allochtonen is relatief jong en juist jongeren hebben vaak contact metvrienden.

8.1 Wekelijks contact met familie en vrienden (18 jaar en ouder), 2009

Bron: WoON.

Met familie Met vrienden

100%

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

Autochtonen Westerseallochtonen

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen

Overigniet-westers

Page 156: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 159

Vriendengroep allochtonen vaak gemengdVanuithetgezichtspuntvanintegratieishetnietalleeninteressantofallochtonencontacthebbenmetanderen,maariseveneensvanbelangofzecontactenbuitendeeigenherkomstgroephebben.Dit isonderzochtdoortevragenwelkaandeelvan de vriendengroep volgens eigen inschatting dezelfde herkomst heeft. Devriendengroepen van niet-westerse allochtonen blijken dan vaak vrij diversvergeleken met die van autochtonen. Bij Turken en Marokkanen van 15 jaar enouder heeft in 2009 de helft een vriendengroep die in meerderheid bestaat uitmensenmetdezelfdeherkomst.Deanderehelftheeftjuisteenvriendengroepdievoordehelftofmeerbestaatuitmensenmeteenandereherkomst.SurinamersenAntillianenzijnopditpuntnogsterkergeïntegreerd:tweevandedrieSurinamersen Antillianen hebben een vriendenkring die voor de helft of meer bestaat uitpersonenuitandereherkomstgroepen.Devriendengroepenvanautochtonenzijnveelminderdivers,zijgaanvooralmetandereautochtonenom.Ditkomtookdoordatautochtonen,zekerbuitendegrotesteden, doorgaans een kleinere kans hebben om allochtonen te ontmoeten danandersom.

Marokkaanse vriendengroep diverser dan TurkseUitonderzoekin2008naarsocialesamenhangondereenkleinegroeppersonenmeteenTurkseofMarokkaanseachtergrond(SOSAMT)blijktdatdevriendengroepenvan Marokkanen doorgaans wat diverser zijn dan die van Turken. Van deMarokkanengeeftruim40procentaandatmeerdandehelftvanhunvrienden

8.2 Aandeel vriendengroep met zelfde herkomst naar herkomst (15 jaar en ouder), 2009

Bron: POLS.

Minder dan de helft Ongeveer de helft Meer dan de helft

100%

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

Autochtonen Turken/Marokkanen

Surinamers/Antillianen

Overigniet-westers

Page 157: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

160 CentraalBureauvoordeStatistiek

dezelfdeherkomstheeft,onderTurkenisditruim55procent.Eendergelijkpatroonkomtooknaarvorenuitdeantwoordenopdevraagmetwelkebevolkingsgroeper vooral contact is: met autochtonen, met de eigen groep, met beide evenveelofeerdermeteengemengdegroep.EenkwartvandeMarokkanenenruimeenderdevandeTurkenzegtdanvooralcontactentehebbenbinnendeeigengroep.Ook ander onderzoek (Dagevos & Gijsberts, 2007; Gijsberts & Schmeets, 2008)bevestigt dat Turken in hun contacten doorgaans meer gericht zijn op de eigengroepdanMarokkanen.Hierinenindematewaarinniet-westerseallochtonenmetautochtonencontactenonderhouden isdeafgelopen tien jaarweinigveranderd(DagevosenGijsberts,2009).

8.2 Contacten en veiligheid in de buurt

Antillianen en Surinamers minder vaak contact met buren Contacten tussen buren kunnen bijdragen aan de sociale cohesie in de buurten daarmee tot een prettige leefomgeving. Van de autochtonen heeft zo’n55procentveelcontactmetdirecteburen,enruimvieropdetienookmetanderebuurtbewoners. Voor westerse allochtonen, Turken en Marokkanen zijn dezepercentagesvergelijkbaar:ruimdehelftishet(helemaal)eensmetdestelling:‘ikhebveelcontactmetmijndirecteburen’encirca40procentmetdestelling:‘Ikhebveelcontactmetanderebuurtbewoners’.AntillianenenSurinamershebbennaarverhoudingechterjuistweinigcontactenindebuurt.

Staat 8.1 Contact met buren (18 jaar en ouder), 2009

Veelcontactdirecte Veelcontactandere Contactmet Contactmet buren:(helemaal) buurtbewoners: autochtoneburen allochtoneburen meeeens (helemaal)meeeens

%

Autochtonen 56 43 93 76Westerseallochtonen 52 40 90 71Niet-westerseallochtonen . . 89 77waarvan

Turken 53 39 . .Marokkanen 52 41 . .Surinamers 47 33 . .Antillianen/Arubanen 43 29 . .overigniet-westers 45 36 . .

Bron:WoON.

Voorvrijwelallegroepengeldtdatouderenvakerdan jongerencontacthebbenmethunburen.Minderverschillenzijnertussenmannenenvrouwenentussen

Page 158: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 161

deverschillendegeneraties.Dematewaarinmensenburencontactenhebbenhangtwelweersamenmetdesamenstellingvandebuurt.Zoblijktbijvoorbeelddaterminderbuurtcontactenplaatsvindenalshetpercentageniet-westerseallochtonenin de buurt groter is. Dit geldt zowel voor autochtonen als voor allochtonen(Scheepers,Schmeets&Pelzer,2010).

Niet-westerse allochtonen hebben, net als autochtonen, vaak contact met hunautochtone directe buren. Hebben mensen autochtone buren, dan heeft zo’n90procentdaarweleenscontactmee.Ditgeldtvoorautochtonenmet93procentiets vaker dan voor niet-westerse allochtonen (89 procent). Ook met allochtonebureniserveelcontact,maarminderdanmetautochtoneburen.Ongeveerdriekwart van de mensen met allochtone buren heeft daar ook contact mee. Ditaandeel is vergelijkbaar voor de verschillende herkomstgroepen, waarbij voorniet-westerseallochtonengeldtdathetzowelomburenmetdezelfdealsmeteenandereherkomstdandievanhenzelfkangaan.

Niet-westerse allochtonen voelen zich vaker onveiligHoe veilig mensen zich voelen in hun woonomgeving kan van invloed zijn ophet aangaan van contacten in de buurt. Niet-westerse allochtonen blijken zichmeerdanautochtonenenwesterseallochtonenonveiligtevoelenopplekkeninhun buurt. Zo voelen niet-westerse allochtonen zich in 2009 twee keer zo vaakalsautochtonenvaakonveiliginhuneigenhuis.Daarnaastvoelt24procentvandeniet-westerseallochtonenzichweleensonveiligopstraat indeeigenbuurt,

8.3 Onveiligheidsgevoelens en vermijdingsgedrag in de buurt (15 jaar en ouder), 2009

Bron: IVM.

Autochtonen

Westerse allochtonenNiet-westerse allochtonen

%

0 5 10 15 20 25 30

Doet ’s avondsvaak niet open

Loopt of rijdt vaak omin buurt om onveilige

plekken te mijden

Voelt zich vaakonveilig in winkelgebied

in eigen buurt

Voelt zich vaakonveilig in eigen huis

Voelt zich wel eensonveilig in eigen buurt

Page 159: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

162 CentraalBureauvoordeStatistiek

tegenover16procentvandeautochtonen.Ookvertonenniet-westerseallochtonenvaker vermijdingsgedrag. Van hen doet bijvoorbeeld 15 procent ’s avonds nietopen, tegenover bijna 10 procent van de autochtonen. Dit heeft er deels mee temaken dat niet-westerse allochtonen vaak in stedelijke gebieden en onveiligerebuurtenwonen(HulsenJennissen,2008).Hetmijdgedragisbovendiensterkerinbuurtenmeteenhogeraandeelniet-westerseallochtonen.Zowelautochtonenalsallochtonendoendaneerderdedeurnietopenenvermijdenvakerplekkenindewoongemeente(Scheepers,Schmeets&Pelzer,2010).

8.3 Participatie in organisaties

Mensen kunnen op verschillende manieren betrokken zijn bij organisaties enverenigingen:doorlidtezijn,deeltenemenaanactiviteitenvanverenigingenofdoorvrijwilligerswerktedoen.Ditsoortactiviteitenbiedtookdegelegenheidomopinformelewijzemetanderegroepenmensenincontacttekomen.

Allochtonen minder vaak actief als vrijwilligerAllochtonendoenmindervaakvrijwilligerswerkdanautochtonen(Carabain,2009;Gijsberts & Schmeets, 2008; Van Herten, 2009). In de periode van 2006 tot enmet 2009 deed gemiddeld 27 procent van de autochtonen vrijwilligerswerk. BijSurinamersenAntillianenwasdeinzetalsvrijwilligermet14procentbeduidendlager,enondermensenmeteenMarokkaanseofeenTurkseachtergrondwasslechts11procentvrijwilliger.Vandeoverigniet-westerseallochtonendeed13procentvrijwilligerswerk.Dewesterseallochtonennemenmet20procenteentussenpositiein.Hetverschiltussenautochtonenenallochtonenisindeafgelopen10jaarnietkleiner geworden. De verschillen hangen deels samen met geslacht, leeftijd enopleidingsniveau.Wanneerhiermeerekeningwordtgehouden,neemthetaandeelvrijwilligersonderdeniet-westerseallochtonenmetzo’n2procentpuntentoe.Hetverschilmetautochtonenenwesterseallochtonenblijftookdanechtergroot.

Turken en Marokkanen vaak vrijwillig actief voor jeugd en schoolIn allerlei organisaties op uiteenlopende maatschappelijke terreinen zoalsjeugdwerk, verzorging, sport, levensbeschouwing en politiek zijn vrijwilligersactief.Ookbinnendieverschillendesoortenorganisatieszijnallochtonenmindervaakactiefalsvrijwilligerdanautochtonen.VooralTurkenenMarokkanenblijvenhierbijachter.Autochtonendoenhetvaakstvrijwilligerswerkvoorsport-,hobby-en cultuurverenigingen, terwijl niet-westerse allochtonen eerder actief zijn voorschool, scouting of jeugd- of buurthuis (Turken, Marokkanen enAntillianen) ofeen levensbeschouwelijkeorganisatie (Surinamers). Indecategoriesport,hobbyencultuurzijndeverschillentussenautochtonenendediverseallochtonegroependanookgroot.ZodoenautochtonentenopzichtevanTurkenenMarokkanenvier

Page 160: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 163

keerzovaakvrijwilligerswerkvoorsport-,hobby-,encultuurverenigingen.EenvergelijkbaarbeeldkomtnaarvorenuitgegevensvanhetPermanentOnderzoekLeefsituatie (POLS). Indezeenquête is in2008gevraagdnaaractiviteitendie inhet afgelopen jaar voor verschillende soorten organisaties zijn gedaan. Dezeruimere definitie van vrijwilligerswerk resulteert met 42 procent in een groteregroepvrijwilligers.Maarookdaarblijktdatniet-westerseallochtonentenopzichtevanautochtonenweinigvrijwilligerswerkdoen(VanHerten,2009).Bijsport-enhobbyclubsgaathetbijvoorbeeldomeenverschilvanruimeenfactortwee.

Meer vrijwilligerswerk onder hoger opgeleide allochtonenOverhetalgemeengeldtdatouderenvakervrijwilligerswerkdoendanjongeren.OnderTurkenenvooralMarokkanenzijnechterjuistde25-tot45-jarigenhetvaakstactiefalsvrijwilliger.Ookopleidingissterkgerelateerdaanvrijwilligerswerk.Zo-welbijautochtonen,westersealsniet-westerseallochtonenzijnermeervrijwilligersonderdehogeropgeleidendanonderdelageropgeleiden.Bijwesterseallochtonenisdaarnaastdetweedegeneratieduidelijkvakeractiefalsvrijwilligerdandeeerste.Onderniet-westerseallochtoneniserdaarentegennauwelijksverschil tussendegeneraties. Dit heeft er deels mee te maken dat de tweede generatie doorgaansjongeris.Wanneerhierrekeningmeewordtgehouden,blijktdezetweedegeneratietochvakervrijwilligerswerktedoendandeniet-westerseeerstegeneratie.

8.4 Organisaties waarvoor vrijwilligerswerk wordt gedaan (18 jaar en ouder), 2006/2009

Bron: EBB.

Surinamers Antillianen/Arubanen Overig niet-westers

Autochtonen Turken Marokkanen

%

School, jeugd Verzorging Sport, hobby Kerk, levens-beschouwelijk

Vakbond,politieke partij

Anders0

2

4

6

8

10

12

Page 161: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

164 CentraalBureauvoordeStatistiek

Allochtonen doen relatief weinig mee aan activiteiten in clubverbandNiet alleen door vrijwilligerswerk te doen, maar ook door mee te doen aanactiviteitenvanverenigingenenclubskunnenmensenincontactkomenmetanderegroepen.Ookditdoenniet-westerseallochtonendoorgaansminderfrequentdanautochtonen.Waar55procentvandeautochtonenvan18jaarenouderminstenseenkeerpermaanddeelneemtaanactiviteiteninclubverband,gaathetbijTurkenenMarokkanenomongeveereenderde.VanSurinamersenAntillianendoetzo`n40procentregelmatigmeeaanverenigingsactiviteiten.

8.5 Vrijwilligerswerk naar opleidingsniveau (18 jaar en ouder), 2006/2009

Bron: EBB.

Lager Middelbaar Hoger

%

Autochtonen Westerseallochtonen

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen

Overigniet-westers

0

5

10

15

20

25

30

35

40

8.6 Minstens één keer per maand deelname aan activiteiten in clubverband naar geslacht (18 jaar en ouder), 2009

Bron: WoON.

Mannen Vrouwen

%

Autochtonen Westerseallochtonen

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen

Overigniet-westers

0

10

20

30

40

50

60

70

80

Page 162: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 165

Vrouwenmeteenniet-westerseachtergrondzijnmindervaakactiefinclubverbanddan mannen. Dit verschil is er niet onder autochtonen en westerse allochtonen.Weliseropnieuwsprakevaneenduidelijkopleidingseffect:zowelautochtonealsallochtonehogeropgeleidengevenbeduidendvakerdanlageropgeleidenaandatzij minstens eens per maand meedoen aan activiteiten in clubverband. Ook zijnjongerendaarindoorgaansactieverdanouderen,zowelonderautochtonen,westerseallochtonenalsniet-westersallochtonen.Tenslotteblijktdeeerstegeneratiemindermeetedoenaanactiviteitenvanclubsenverenigingendandetweedegeneratie.

8.4 Politieke participatie

DebetrokkenheidbijdeNederlandsesamenlevingkomtonderanderetotuitingindematewaarinmensenparticiperenindepolitiek.Dezeparagraafbeschrijftinhoeverreallochtonengeïnteresseerdzijninde(Nederlandse)politiekenookactieondernementegenvoorstellendiezijnietrechtvaardigvinden.DaarnaastwordtkortingegaanophetstemgedragbijdeTweedeKamerverkiezingenvanjuni2010.

Marokkanen meer interesse in Nederlandse politiek dan TurkenNiet-westerseallochtonenhebbenminderinteresseinpolitiekdanautochtonenenwesterse allochtonen. Vooral Turken hebben weinig politieke belangstelling (zieookGijsberts&Schmeets,2008).Vanhengeeftin2009noggeen40procentaanzeeroftamelijkgeïnteresseerdtezijninpolitiekeonderwerpen.DepolitiekeinteresseonderSurinamersenmetnameMarokkanenligtdichterbijdievanautochtonen.Circa55procentvanhenheefthierveelof tamelijkveel interesse in, tegenoverruim60procentvandeautochtonen.

8.7 (Tamelijk) veel interesse in politieke onderwerpen naar geslacht (18 jaar en ouder), 2009

Bron: WoON.

Mannen Vrouwen

%

Autochtonen Westerseallochtonen

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen

Overigniet-westers

0

10

20

30

40

50

60

70

80

Page 163: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

166 CentraalBureauvoordeStatistiek

Ook uit het SOSAMT-onderzoek blijkt dat vooral Turken relatief weiniggeïnteresseerdzijninpolitiek.ZijhebbenbovendienmindervaakdanMarokkanenvooralbelangstellingvoordeNederlandsepolitiek,metbijna30procenttegenover55procent.Zijhebbenjuisteerderinteresseinpolitiekvan`allelandenevenveel`(ruim50procent)ofindepolitiekvanhetherkomstland(ruim15procent).OokeerderonderzoeklaatziendatTurkenminderinteressehebbenindeNederlandsepolitiekdanMarokkanen(GijsbertsenSchmeets,2008).

Turkse vrouwen hebben minste interesse in politiek Vrouwen hebben doorgaans minder interesse in politiek dan mannen. VooralTurkse vrouwen hebben hier, met nog geen 30 procent, weinig belangstellingvoor. Daarnaast hebben lager opgeleiden minder interesse in de politiek danhogeropgeleiden.Dit is inalleonderscheidenherkomstgroepenhetgeval.Ookautochtone en westers allochtone jongeren zijn minder politiek geïnteresseerddanouderen.Deverschillenzijnveelkleineronderdeniet-westerseallochtonen,vooralomdatindezegroepdeouderennietveelmeerbelangstellingvoorpolitiekhebbendandejongeren.Hiermeesamenhangendisdeeerstegeneratieeveneensweiniginpolitiekgeïnteresseerd.

Actiebereidheid groter onder niet-westerse allochtonen Ongeveereenkwartvandeallochtonenuitdeviergroteniet-westersegroepengeeft aan dat zij in de afgelopen vijf jaar geprobeerd hebben iets bij de politiekaan de orde te stellen of invloed uit te oefenen op de politiek of de overheid.Autochtonen doen dit nauwelijks vaker, van hen zeggen drie van de tien actiete hebben ondernomen in de laatste vijf jaar. De enige groep met een duidelijkgeringerepolitiekeparticipatiezijndeoverigniet-westerseallochtonen,waarvanminderdantweevandetiendergelijkepolitiekeactiesheeftondernomen.

8.8 Politieke actie ondernomen in de afgelopen vijf jaar en (zeer) grote kans actie te ondernemen tegen onrechtvaardig wetsvoorstel (18 jaar en ouder), 2009

Bron: POLS.

Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen

%

0

5

10

15

20

25

30

Radio/tvingeschakeld

BijeenkomstPolitiekepartij

Contactpoliticus

Actie-groep

Demonstratie Internet-actie

Anders Kans op actietegen

wetsvoorstel

Page 164: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 167

Niet-westerse allochtonen gaan wel veel minder vaak dan autochtonen naarinspraakbijeenkomsten en discussiebijeenkomsten. Ook nemen zij maar weinigcontact op met een politicus of ambtenaar. Van de autochtonen heeft ongeveer8procentbeidesoortenacties indeafgelopenvijf jaarondernomen,bijdeniet-westerseallochtonengaathetomrespectievelijk2en3procent.Naastdedaadwerkelijkgevoerdeacties,isookgevraagdnaardekansdatmensenactiezullenondernementegeneenonrechtvaardigwetsvoorstel.Dezekansachtenniet-westerseallochtonenvakergrootofzeergrootdanautochtonenenwesterseallochtonen.Eenkwartvandeniet-westerseallochtonendenktdittezullendoen,tegenovermaareenopdezesautochtonen.VooralonderTurkenenMarokkanenisdeactiebereidheidmeteenderdegroot.

Lage opkomst onder stemgerechtigde niet-westerse allochtonenOp9juni2010heeft75,4procentvandestemgerechtigdekiezersgestemdbijdeverkiezingenvoordeTweedeKamer.Vandeautochtonenging77procentvandestemgerechtigdennaardestembus,vandewesterseallochtonen66procentenvandeniet-westerseallochtonen69procent.Deopkomstvanniet-westerseallochtonenwashiermeeeenstuklagerdanvanautochtonen.Meerdandehelftvandeniet-westerse allochtonen heeft op de PvdA gestemd tegenover nog geen een op devijf autochtonen. Westerse allochtonen onderscheiden zich in hun stemkeuzenauwelijksvanautochtonen.

8.5 Vertrouwen

Vertrouwenwordtvaakgezienalseenbelangrijkevoorwaardevoormensenommet elkaar in contact te komen (Coleman, 1988). Omgekeerd kunnen contactenin de samenleving ook vertrouwen genereren (Woolcock, 1998). Vertrouwenwordtdanookvaakgezienalsdesmeeroliediedesamenlevingdraaiendehoudt(Fukuyama, 1995). Hoe groter het (sociaal) vertrouwen in andere groepen, hoebeterditisvoordesocialesamenhangineenland.Erisdanimmersindatopzichtgeenbelemmeringommetelkaarincontacttetreden.

Minder vertrouwen in andere mensen onder niet-westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen van 15 jaar of ouder hebben in het algemeen mindervertrouweninanderemensendanautochtonen.Opdevraagin2009ofanderenweltevertrouwenzijnofdatmennietvoorzichtiggenoegkanzijnindeomgangmetanderen,gevenzesvandetienautochtonenaandatzijdemeestemensenwelvertrouwen.Onderniet-westerseallochtonenisdatgemiddeldruim35procent.Vooral onder Turken en Marokkanen is het vertrouwen in andere mensen metzo`n30procentlaag.Ditheeftdeelstemakenmetverschilleninopleidingsniveau.

Page 165: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

168 CentraalBureauvoordeStatistiek

Nacorrectiehiervoorneemthetvertrouwenonderniet-westerseallochtonenmetenkele procentpunten toe, maar ook dan blijven de verschillen in vertrouwenbestaan.Daarnaastblijktdatdetweedegeneratieallochtonenalmeervertrouweninanderenheeftdandeeerste(55tegenover40procent).

In het SOSAMT-onderzoek is niet alleen naar vertrouwen in andere mensen inhetalgemeengevraagd,maarooknaarvertrouweninautochtonen,mensenvande eigen herkomstgroep, andere allochtonen en aanhangers van verschillendereligies.Hetvertrouwenindezeverschillendespecifiekegroepenblijktgroot.RuimdriekwartvandeTurkenenMarokkanenheefttamelijkofheelveelvertrouweninmensenvandeeigenherkomstgroepenrondde80procentheeftvertrouwenin autochtonen. Ook het vertrouwen in moslims en christenen is hoog. Hetvertrouweninandereallochtonegroepenisechtergeringer.VooralbijTurkenisdithetgeval.Vanhenheeftmaarzo’n60procenttamelijktotheelveelvertrouweninandereallochtonegroepen.BijMarokkanenisditvertrouweninandereallochtonegroepenmetruim70procentalgroter.

Allochtonen en autochtonen vrijwel even groot institutioneel vertrouwenAlshetgaatomvertrouwenininstitutieszoalsbijvoorbeeldhetleger,rechtersofde pers, zijn de verschillen tussen autochtonen en allochtonen niet zo groot. In

8.9 Vertrouwen in instituties en in andere mensen (15 jaar en ouder), 2009

Bron: POLS.

%

Kerken Leger Rechter Pers Politie Ambte-naren

Tweedekamer

Bedrijven EU NAVO Anderemensen

0

10

20

30

40

50

60

70

80

Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen

Page 166: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 169

het POLS van 2009 is over tien instellingen gevraagd of mensen hier heel veel,tamelijk veel, weinig of helemaal geen vertrouwen in hebben. Hieruit blijkt datniet-westerseallochtonenvaakeenevengrootvertrouwenininstellingenhebbenals autochtonen. In een aantal instellingen hebben zij zelfs meer vertrouwen.Dit geldt vooral voor kerken, waarin meer dan de helft van de niet-westerseallochtonentamelijktotheelveelvertrouwenheeft.Bijdeautochtonenisditmaareen kleine 40 procent. Hier speelt mee dat niet-westerse allochtonen doorgaansvakergelovigzijndanautochtonen(Arts,2009).Niet-westerseallochtonenhebbendaarnaast relatiefvaakvertrouwen inambtenarenendeEuropeseunie.Mindervertrouwenhebbenzij juist indeNAVO.Andersdanbijhetsociaalvertrouwenis het institutioneel vertrouwen groter onder de eerste generatie dan onderde tweede generatie. Zo is het vertrouwen in kerken, pers, de Tweede Kamer,ambtenarenendeEuropeseUnieonderdeeerstegeneratierelatiefhoog.

8.6 Oriëntatie op Nederland

De mate waarin allochtonen georiënteerd zijn op Nederland en zich hierthuisvoeleniseenbelangrijkeindicatorvansociaal-cultureleintegratie(Dagevos,Schellingerhout & Vervoort, 2007). Het geeft aan in hoeverre diverse allochtonegroepen zich betrokken en verbonden voelen met Nederlanders en met deNederlandse samenleving. Daarmee is deze oriëntatie, naast de beheersingvan de Nederlandse taal, een voorwaarde om sociale contacten met anderebevolkingsgroepenaantegaanenteparticipereninorganisaties.

Tweede generatie beschouwt zich vaak als NederlanderInhetWoONvan2009 iseenvraagopgenomenwaarmeewordtvastgesteldtotwelke herkomstgroep de respondent zichzelf rekent. Daaruit komt naar vorendatveelmensenmeteenandereherkomstzichzelfalsNederlanderbeschouwen.Dat geldt vooral voor westerse allochtonen, van wie ruim 80 procent zichzelfNederlander vindt. Maar ook onder Surinamers en Antillianen geldt dit voorongeveerdehelft.Marokkanen(ongeveer30procent)envooralTurken(bijnaeenkwart)vindenzichzelfdaarentegenmindervaakNederlander.Voor alle allochtone groepen geldt dat de tweede generatie zichzelf vaker alsNederlander ziet dan de eerste. Bij westerse allochtonen geldt dit zelfs voor95procentvande tweedegeneratie, terwijlbijdeeerstegeneratieruimdehelftzichzelf als Nederlander beschouwt. De eerste generatie Turken deelt zich met15 procent het minst vaak in bij de Nederlanders. Onder Marokkanen gaat hetomeenvijfde.Ookbijdezetweeherkomstgroepenishetverschilmetdetweedegeneratiegroot.DaarvanbeschouwtalongeveerdehelftzichzelfalsNederlander.

Page 167: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

170 CentraalBureauvoordeStatistiek

Meeste Turken en Marokkanen voelen zich thuis in NederlandUit het SOSAMT-onderzoek blijkt daarnaast dat ruim 55 procent van deMarokkanen en bijna 45 procent van de Turken zichzelf in 2008 grotendeels ofhelemaalNederlandervoelt.Tegelijkertijdvoeltbijnadriekwartzichgrotendeelsofhelemaalverbondenmethetherkomstland.Wanneerdezegegevensgecombineerdworden, dan blijkt dat bijna de helft van de Turken en bijna 40 procent van deMarokkanen zich meer verbonden voelt met het herkomstland dan dat zij zichNederlandervoelen.OnderMarokkanenvoelt15procentzichmeerNederlanderdan verbonden met het herkomstland, onder Turken is dit bijna 20 procent. Inovereenstemmingmetanderonderzoek(Dagevosetal.,2007)blijktverderdatdegrotemeerderheidvandeTurkenenMarokkanenzichthuisvoeltinNederland.DitgeldtvoordriekwartvandeTurkenenviervandevijfMarokkanen.HetkomtmaarweinigvoordatzijzichinNederlandnietthuisvoelen.

8.7 Conclusie

Indithoofdstukisingegaanopdiverseaspectenvansocialesamenhang:socialecontacten,contactenencohesieindebuurt,deelnameaanactiviteiteninvereni-gingsverband,politiekeactiviteiten,envertrouwenindemedeburgerendiverse(politieke) instituties. Daarbij zijn verschillende allochtone bevolkingsgroepenvergelekenmetautochtonen.Dezeinformatiebiedtzodoendezichtopdeafstand

8.10 Zich Nederlander vinden naar generatie (18 jaar en ouder), 2009

Bron: WoON.

Eerste generatie Tweede generatie

100%

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

Westerseallochtonen

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen

Overigniet-westers

Page 168: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 171

tussen diverse allochtonen groepen met de autochtone bevolking, of andersgezegd:inwelkemateersprakeisvanintegratie.Opeenaantalaspectenvansocialesamenhangvertonenniet-westerseallochtonenminder betrokkenheid bij de Nederlandse samenleving dan autochtonen. Zijparticiperen minder in organisaties, tonen minder interesse in de politiek,komen minder vaak opdagen bij verkiezingen en hebben minder vertrouwenin de medeburger vergeleken met autochtonen. Ze hebben echter ongeveer netzoveel sociale contacten en proberen net zo vaak de politiek te beïnvloeden alsautochtonen.Huninstitutionelevertrouwenverschiltooknagenoegniet.VerderkomtnaarvorendatdeTurksebevolkingsgroepvaakminderparticipeertenminder sociaalvertrouwenheeftdandeMarokkaanse,dieweer lager scoortdan de Antilliaanse en Surinaamse bevolkingsgroepen. Zo hebben Turkeneen vriendengroep die in meerderheid van dezelfde afkomst is, terwijl dat bijMarokkanenenzekerbijSurinamersenAntillianenniethetgevalis.Turkentonendaarnaastminderbelangstellingvoorde(Nederlandse)politiekdanandereniet-westerseallochtonegroepenenbeschouwenzichhetminstvaakalsNederlander.Opveelvandeonderzochteaspectenonderscheidtdetweedegeneratiezichvandeeerstegeneratie.Zijisbijvoorbeeldactieverinclubverbandenismeerbetrokkenbijdepolitiekdandeeerstegeneratie.OokvoelenzijzichvakerNederlanderdandeeerstegeneratie.

Literatuur

Arts, C. (2009). Ontwikkelingen in kerkelijkheid en kerkbezoek (1999–2008).In:J.J.G.SchmeetsenR.vanderBie(red.),Religieaanhetbeginvande21steeeuw(pp.7–11).DenHaag/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.

Carabain, C.L. (2009). Geefgedrag van niet-westerse allochtonen. In: Th.N.M.Schyut,B.M.GouwenbergenR.H.F.P.Bekkers (red.),Geven inNederland2009.Giften,Nalatenschappen,SponsoringenVrijwilligerswerk(pp.161–175).Amsterdam:ReedBussinessBV,VrijeUniversiteit.

Coleman, J. S. (1988). Social capital in the creation of human capital. AmericanJournalofSociology,94,94–120.

Coumans, A. en S. te Riele (2010). Verschillen in sociale en maatschappelijkeparticipatie.Bevolkingstrends,58(1),39–45.

Coutts,A.,P.RamosPinto,B.CaveenI.Kawachi(2007).SocialcapitalindicatorsintheUK.London:CommissionforRacialEquality.

Page 169: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

172 CentraalBureauvoordeStatistiek

Dagevos, J. en M. Gijsberts (2009). Sociaal-culturele positie. In: M. Gijsberts enJ. Dagevos (red.), Jaarrapport Integratie 2009 (pp 226–253). Den Haag: Sociaal enCultureelPlanbureau.

Dagevos,J.,R.SchellingerhoutenM.Vervoort(2007).Sociaal-cultureleintegratieenreligie.In:J.DagevosenM.Gijsberts(red.),JaarrapportIntegratie2007(pp.163–191).DenHaag:SociaalenCultureelPlanbureau.

Fukuyama,F.(1995).Trust.NewYork:TheFreePress.

Gijsberts, M. en J.J.G. Schmeets (2008). Sociaal-culturele oriëntatie enmaatschappelijkeparticipatie.In:K.Oudhof,R.vanderVlietenB.Hermans(red.),JaarrapportIntegratie2008(pp.201–221).DenHaag/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.

Herten,M.van(2009).Vrijwilligeinzet.DenHaag/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.

Huls,F.enR.Jennissen(2008).Veiligheidencriminaliteit.In:K.Oudhof,R.vanderVlietenB.Hermans(red.),JaarrapportIntegratie2008(pp.177–200).DenHaag/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.

Putnam,R.D.(2000).Bowlingalone:ThecollapseandrevivalofAmericancommunity.NewYork:Simon&Schuster.

Scheepers,P.,H.SchmeetsenB.Pelzer(2010).Hunkeringdownasdisruptionofcommunitycohesion:regional-,municipal-,neighbourhood-andindividualleveleffects.(aangebodenaantijdschrift).

Woolcock, M. (1998). Social capital and economic development. Theory andSociety,27,151–208.

Page 170: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 173

9 Jeugd: gezondheid en voorzieningengebruikIn Nederland moeten alle kinderen en jongeren, ongeacht hun cultureleachtergrond, dezelfde kansen krijgen om zich goed te ontwikkelen, zodat zijvolwaardigkunnenparticiperen indemaatschappij (ProgrammaministerievoorJ&G,2007).Degezins-enleefomstandighedenwaarinjongeallochtonenopgroeienzijnechtervaakongunstigerdandievandeautochtonejeugd.Allochtonekinderenen jongeren,dieeenkwartvandeNederlandsebevolking tot25 jaaruitmaken,groeien bijvoorbeeld vaker op in eenoudergezinnen en hebben vaker te makenmet een ongunstige sociaaleconomische positie en slechtere huisvesting. Doordeze ongunstige omstandigheden lopen zij een verhoogd risico op problemenin hun ontwikkeling (Bucx, 2009). Dit hoofdstuk gaat nader in op verschillenin de gezondheidsontwikkeling en het gedrag van kinderen en jongeren vanverschillende herkomst. Vervolgens komt aan bod in hoeverre deze verschillenterugtevindenzijninhetgebruikvaneenaantalvoorzieningen,zoalshetspeciaalonderwijs,deWajong-uitkeringendecontactenmetdehuisarts.

9.1 Algemeen gezondheidsbeeld

In het algemeen is de gezondheid van de Nederlandse jeugd heel goed, zekerinvergelijkingmet leeftijdgenoten inanderewesterse landen.Erbestaanechtergezondheidsverschillen tussen de autochtone jeugd en die van niet-westerse

9.1 Bevolking en allochtonen tussen 0 en 25 jaar, 1 januari 2010

Bron: CBS (StatLine)/SCP-bewerking.

Bevolking Allochtonen

Niet-westerse allochtonen Autochtonen

Westerse allochtonen

Westerse allochtonen Turken

Marokkanen Surinamers

Antillianen/Arubanen Overig niet-westers

77%

31%

14%

15%

11%

5%

24% 16%

7%

Page 171: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

174 CentraalBureauvoordeStatistiek

herkomst. Allochtone jeugdigen hebben over het algemeen een minder goedegezondheid dan autochtone kinderen en jongeren (van den Broek, Kleijnenen Keuzenkamp, 2010). Deze paragraaf schetst een beeld van de algemenegezondheidsverschillen tussen niet-westerse allochtone en autochtone jeugden gaat daarbij in op gezondheidsbeleving, (risicovol) gedrag, psychosocialeproblemen,chronischeaandoeningenenleerachterstanden.

Gezondheidsbeleving lager onder niet-westerse jongerenIn2008was92procentvande jongerenonderde25 jaarpositiefoverdeeigengezondheid. Niet-westerse jongeren zijn echter minder tevreden over hungezondheiddanautochtonejongeren:respectievelijk87en93procent(CBS,2009).Van de niet-westerse groepen is de Surinaamse enAntilliaanse jeugd het meestpositiefoverdeeigengezondheid(Deeg,2009).Hetaantaljongerendatzegteengoedeofzeergoedegezondheidtehebbenissinds2001gestegen(vanDorsselaer,Zeijl,vandenEckhout,terBogtenVollebergh,2007).Factorendiesamenhangenmeteenpositievegezondheidsbelevingzijn,naastdedaadwerkelijkegezondheid,een betere sociaaleconomische status, een goede ouder-kindrelatie, goedeschoolprestaties, een goede psychische gezondheid, een hoge zelfwaardering,niet-roken, sportdeelname en minder frequente psychosomatische symptomen.Ookzijnjongensmeertevredenoverhungezondheiddanmeisjes(Erginoz,2004).Mogelijkspelenookcultureleverschillenindebetekenisvan(on)gezondheideenrol(Deeg,2009).

Autochtone jeugd drinkt meer alcohol Alcoholgebruik is juist op jonge leeftijd erg schadelijk, onder andere vanwegenegatieveeffectenophetonvolgroeidebrein.JongereninNederlanddrinkenvanafrelatiefjongeleeftijd,enbovendienveelenvaak(SchrijversenSchoemakers,2008).Allochtonen laten hierin een gunstiger beeld zien dan autochtonen: van de12- tot 19-jarigen had in 2007 bijna 82 procent van de autochtonen ooit alcoholgedronkentegenover57procentvandeniet-westerseallochtonen(CBS,2009).Eenmogelijkeverklaringvoorhetlagerealcoholgebruikvanniet-westersejongerenisdateendeelvanheneenislamitischeachtergrondheeft.Bij tweeanderevaakgebruiktegenotsmiddelen, tabakencannabis, iserweinigsamenhang tussen herkomst en gebruik. Alleen jongeren van Marokkaanseherkomstrokenenblowenduidelijkminderdanautochtonejongeren.

Nog altijd meer tienerzwangerschappen onder niet-westerse jeugdDeervaringenmetseksualiteitlopenbijmeisjesvanverschillendeherkomstmeeruiteendanbijjongens.Vanallemeisjes(11tot25jaar)heeftgemiddeld46procentervaring met geslachtsgemeenschap, voor Marokkaanse meisjes geldt dit voorslechts14procent.Bijdejongenszijndeverschillenmindergroot;vanhenheeft56procentervaringmetgeslachtsgemeenschap,envandeMarokkaansejongens42 procent (van den Broek et al., 2010). Volgens de Rutgers Nisso Groep (de

Page 172: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 175

Graaf, Nikken, Felten, Janssens en van Berlo, 2008) lijken laagopgeleide Turkseen Marokkaanse jongeren een risicogroep als het gaat om sekse-ongelijkheiden grensoverschrijdend gedrag. Zo zou er voor jongeren uit deze groepen eendubbele seksuele moraal bestaan waarin het voor jongens heel gewoon is omdiverseseksuelecontactentehebben,terwijlvanmeisjeswordtverwachtdatzijtothethuwelijkmaagdblijven.Ruim drie kwart van de seksueel ervaren autochtone jongeren geeft aan altijdanticonceptietegebruiken.Ditaandeelismet67procentietslagerbijniet-westerseallochtonen(vandenBroeketal.,2010).Hetaantaltienerzwangerschappenonderniet-westerseallochtonendaaltsterk,maarwasin2007nogaltijddriemaalhogerdandatvanautochtonetieners(Garssen,2008).OnderAntilliaanseenSurinaamsetienermeisjeskomenzwangerschappenmeervoordanonderautochtonetieners.Bij Marokkaanse en Turkse meisjes komt dit vooral vaker voor onder de eerstegeneratie; de tweede generatie wijkt in tienerzwangerschappen weinig af vande autochtonen. Onder allochtone tieners die zwanger zijn vindt relatief vaakeenabortusplaats,terwijlautochtonemeisjeshetkindvakervoldragen(Kruijer,van Lee en Wijsen, 2009). Tienerzwangerschappen worden in het algemeen alsproblematischbeschouwd.Zebemoeilijkenhetafmakenvaneenopleidingenzijnmedischgezienmeerrisicovol(vanEnk,GorissenenvanEnk,2000).

Overgewicht een groter probleem onder niet-westerse kinderen en jongerenHet aantal jeugdigen met overgewicht is de laatste jaren toegenomen. Hetprobleemvanovergewichtisinonslandhetgrootstvoorkinderenenjongerenvanniet-westerseherkomst. In2008hadruim22procentvandeniet-westersejeugdvan2tot25jaarovergewicht,tegenoverbijna14procentvandeautochtonejeugd.Voorernstigovergewicht(obesitas)zijndezepercentagesrespectievelijk7,5 en 2 procent (CBS, 2009). Meisjes met een Marokkaanse, Surinaamse ofAntilliaanseachtergrondhebbenvakerovergewichtdanjongensvandezeher-komstgroepen(Bucx,2009).Datovergewichtonderniet-westerse jeugdvakervoorkomt,heefttemakenmeteen minder gunstig beweeg- en eetpatroon op een aantal fronten: niet-westersekinderen en jongeren bewegen en sporten minder, ze ontbijten minder vaak ensnacken meer (Schrijvers en Schoemaker, 2008).Aangezien autochtone jongerenbijnaevenvaakalsniet-westersallochtone jongerenaangevendatzezichzelf tedik vinden (Schrijvers en Schoemaker, 2008), lijken culturele verschillen in debelevingenbeeldvormingvanovergewichtookeenroltespelen:indiverseniet-westerseculturenwordtovergewichtminderalsprobleem,maareerderalstekenvanwelstandgezien(Bucx,2009).Niet-westersejongerenlatenweleengunstigerbeeldzienalshetgaatomhetetenvangroenteenfruit,enditgeldtmetnamevoorMarokkaansejongeren(Meertens,2004).De directe gevolgen van overgewicht zijn een slechtere algemene gezondheid,meer huisartscontacten, meer schoolverzuim en meer gezondheidsgerelateerdebeperkingen bij alledaagse activiteiten. Ook hebben kinderen en jongeren met

Page 173: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

176 CentraalBureauvoordeStatistiek

overgewichtmeerkansopeenlagezelfwaarderingendaarmeesamenhangendepsychosocialeproblemen(SchrijversenSchoemaker,2008),metallegevolgenvandien.

Niet-westerse jeugd vaker last van psychosociale problemen Psychosocialeproblematiekbijjeugdigenwordtveelalonderverdeeldinemotioneleproblemen en gedragsproblemen, ook wel aangeduid met internaliserend enexternaliserend probleemgedrag (Schrijvers en Schoemaker, 2008). De terminternaliserendheeftbetrekkingopproblemendienaarbinnengerichtzijn,zoalsdepressieve klachten, angsten en teruggetrokkenheid. Externaliserend gedrag isnaarbuitengerichtenverwijstbijvoorbeeldnaaragressiefendelinquentgedrag(Zeijl,Crone,Wiefferink,KeuzenkampenReijneveld,2005).Op basis van zelfgerapporteerde gegevens worden tussen autochtone en niet-westers allochtone jongeren (10–16 jaar) geen significante verschillen gevondenmet betrekking tot internaliserend probleemgedrag. Echter, psychosomatischeklachten(bijvoorbeeldslaapproblemen,hoofdpijnenbuikpijn)wordenwelvakergerapporteerd door niet-westerse jeugd (Bucx 2009). Deze klachten zijn vaakeen indicatie voor psychische problemen, zoals sociaalemotionele problematiek.Ook rapporteren jongeren van niet-westerse afkomst vaker gedragsproblemen.Dit geldt het sterkst voor jongeren van Turkse en Surinaamse herkomst,gevolgd door jongeren met een Marokkaanse achtergrond. Bovendien blijkt uitjeugdcriminaliteitscijfers dat niet-westerse jongeren vaker dan autochtonen inaanrakingkomenmetdepolitieenvakertemakenhebbenmeteenHalt-strafenplaatsing in een justitiële jeugdinrichting (de Jong, Geertjes, de Rijk, Schreven,Keuzenkamp,DagevosenBucx,2010;NJi,2009;zieookhoofdstuk7).

9.2 Psychosociale problemen onder jongeren van 10 tot en met 16 jaar (zelfrapportage), 2005

Bron: Trimbos/UU/SCP, HBSC (2005), SCP-bewerking.

0

5

10

15

20

25

30

Emotionele problemen Gedragsproblemen

Autochtonen Turken Marokkanen

Surinamers Antillianen/Arubanen Overig niet-westers

%

Page 174: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 177

Zowelprofessionalsalsouderslijkenermindervaakinteslagenompsychosocialeproblemenbijniet-westersekinderenenjongerenvroegtijdigteonderkennenenteverhelpen,waardoordeproblemenkunnenescaleren(VandenBroeketal.,2010).Medehierdoorkomenjeugdigenmeteenniet-westerseachtergrondvakerterechtin zwaardere vormen van jeugdhulpverlening en justitiële jeugdinrichtingen(Bucx,2009;Pels,DistelbrinkenPostma,2009).

Aangeboren aandoeningen en beperkingenNiet-westerse allochtonen hebben 11 procent meer kans een kind met eenaangeboren aandoening te krijgen dan autochtonen (Anthony, Kateman,Dorrepaal en Buitendijk, 2003). Mogelijk is dit deels het gevolg van eenhoger aandeel huwelijken tussen bloedverwanten, een verschijnsel dat zichmet name in de Marokkaanse en Turkse gemeenschap veelvuldig voordoet(Waelput en Achterberg, 2007). Uit het onderzoek van Waelput en Achterbergonder7700personenbleekdatbijnaeenkwartvandeTurkseenMarokkaansevrouwengetrouwdismeteenbloedverwant,tegenoverslechts0,1procentvandeautochtonemoeders.Huwelijkentussenbloedverwantenverhogendekansophetkrijgenvaneenkindmeteen(verstandelijke)handicapoferfelijkeziektemeteenfactortwee,ofzelfsmeerwanneerneef-nichthuwelijkenvakerbinnendefamilievoorkomen(Eldering,2002).Eenaangeborenafwijkingisinveelgevallennietteherstellenenheeftvaakingrijpendegevolgenophetverloopvanhetverdereleven.

Leerachterstanden vaker bij niet-westerse kinderen Leerachterstanden komen beduidend vaker voor bij niet-westers allochtonekinderen dan bij autochtone kinderen. Zo is er bij een groot deel van de niet-westersekinderenaanhetbeginvanhunschoolloopbaan reeds sprakevaneengrote achterstand in taal en rekenen. Deze zogeheten aanvangsachterstandenworden over het algemeen langzamerhand kleiner voor kleuters van Turkse enMarokkaanseherkomst,maardekloofmetautochtonekleutersisnoggroot.Deaanvangsachterstanden lijken tijdens de basisschoolperiode moeilijk ingehaaldtekunnenworden(GijsbertsenHerweijer,2009).Eenrelatiefgrootaandeelniet-westersallochtonekinderenbehoortopdebasisschooldanooktotde10procentslechtstpresterendeleerlingenophetgebiedvantaalenrekenen.Ophetgebiedvan taal behoort 46 procent van de Turkse, 28 procent van de Marokkaanse en22 procent van de Surinaams/Antilliaanse leerlingen tot deze groep, tegenover7 procent van de autochtone leerlingen. Voor rekenen geldt dit voor 9 procentvandeautochtoneleerlingen,21procentvandeleerlingenmeteenMarokkaanseachtergronden23procentvanzowelTurksealsSurinaams/Antilliaanseleerlingen(Smeets, van der Veen, Derriks en Roeleveld, 2007). Ook aan het einde van debasisschool blijven de prestaties van kinderen uit de grote minderheidsgroepenachter,vooralwattaalbetreft:hungestandaardiseerdetoetsscoreisopditterreingemiddeldcirca10puntenlagerdandievanautochtoneniet-achterstandsleerlingen.De taalachterstand is het grootst onder leerlingen met een Turkse achtergrond.

Page 175: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

178 CentraalBureauvoordeStatistiek

Antilliaansekinderenpresterenhetzwakstophetonderdeelrekenen.Vanwegedeachterstandendieallochtoneleerlingeningroep8hebben,scorenzijgemiddeldlager op de Cito Eindtoets Basisonderwijs dan autochtone leerlingen (zie ookhoofdstuk 3). Dit draagt bij aan de relatief hoge deelname van niet-westerseleerlingen aan de lage segmenten van het voortgezet onderwijs. De Cito-scoresvanleerlingenmeteenTurkseenMarokkaanseachtergrondzijnoverigenstussen1994/’95en2007/’08welduidelijkgestegen(GijsbertsenHerweijer,2009).

9.2 Leerwegondersteunend- en praktijkonderwijs

Een deel van de jeugd in Nederland heeft vanwege beperkingen of problemenbehoefte aan meer ondersteuning en zorg dan het reguliere onderwijs hunkan bieden. Deze hulpbehoevende kinderen en jongeren kunnen gebruikmaken van een uitgebreid systeem van speciale onderwijsvoorzieningen.Ongeveer8procentvande11-jarigekinderenmaaktgebruikvaneendergelijkevoorziening en op ongeveer 15-jarige leeftijd is dit percentage opgelopen tot17 procent (Herweijer, 2008; Turkenburg en Vogels, 2009). Deze paragraaf gaatin op twee soorten onderwijsondersteuning in het voortgezet onderwijs: hetleerwegondersteunendonderwijs(lwoo)enhetpraktijkonderwijs.

Speciale onderwijsvoorzieningen

Er zijn verschillende speciale onderwijsvoorzieningen die ieder een anderedoelgroepvoorogenhebben.

(Voortgezet) speciaal onderwijsHet speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) zijnonderverdeeldinvierclustersenbedoeldvoorleerlingenmeteenofmeerderebeperkingen. Het gaat hierbij om visuele beperkingen (cluster 1), auditieveen communicatieve beperkingen (cluster 2), verstandelijke en lichamelijkebeperkingen (cluster 3) en om ernstige gedragsproblemen en psychiatrischestoornissen (cluster 4). Ouders van een kind met een beperking kunnen ookkiezenvoorhetzogeheten‘rugzakje’,waarmeehetkindmetextraondersteuninginhetreguliereonderwijskanblijven.

Speciaal basisonderwijs Kinderen die gebruik kunnen maken van het speciaal basisonderwijs (sbo)hebbenveelaleenbenedengemiddeldeintelligentiedanwelleerachterstandenofsociaal-emotioneleproblemen.Hetsboisnietbestemdvoorleerlingenmeteenbeperking.

Page 176: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 179

Voortgezet onderwijs: leerwegondersteunend- en praktijkonderwijsNetalsbijhetsbogaathetbijhetleerwegondersteunendonderwijs(lwoo),datonderdeel isvanhetvmbo,vaakom leerlingenmeteenbenedengemiddeldeintelligentie dan wel leerachterstanden of sociaal-emotionele problemen. Hetlwoo is kortweg bestemd voor vmbo-leerlingen die extra begeleiding nodighebbenomhundiploma tekunnenhalen.Erzijn echterook leerlingenvoorwie dit diploma te hoog gegrepen is vanwege een (nog) lager IQ en grotereleerachterstanden.Zijkunnendeelnemenaanhetpraktijkonderwijs (VandenBroeketal.,2010).

9.2.1 Deelname aan leerwegondersteunend- en praktijkonderwijs

Deze paragraaf beschrijft welke leerlingen het praktijkonderwijs volgen of eenindicatie hebben voor het leerwegondersteunend onderwijs. De lwoo-leerlingenworden vergeleken met de leerlingen in het vmbo zonder lwoo-indicatie. In deeerstetweeleerjarenvanhetvoortgezetonderwijsvolgenveelleerlingennogeenalgemeenleerjaar,waarinleerlingenzittendielaterdoorstromennaarhavoofvwo.Daaromwordenalleende leerlingenmetenzonder lwoo-indicatie inhetderdeenvierde leerjaarvanhetvmbovergeleken.Leerlingen inhetpraktijkonderwijswordenafgezettegenalleleerlingeninhetvoortgezetonderwijs,omdatbinnenhetpraktijkonderwijsgeensprakeisvanleerjaren.

Meer dan een kwart van Turkse en Marokkaanse vmbo-leerlingen heeft lwoo-indicatieVanderuim417duizendleerlingeninleerjaar3en4vanhetvoortgezetonderwijsinschooljaar2007/’08volgt52procenthetvmbo.Vandezeleerlingenheeft22procenteen indicatie voor het leerwegondersteunend onderwijs. Daarnaast volgt nog2,9procentvandeleerlingeninhetvoortgezetonderwijshetpraktijkonderwijs;ditzijn27duizend leerlingen.Niet-westersallochtone leerlingenhebbenvakerdanautochtoneleerlingeneenindicatievoorhetleerwegondersteunendonderwijsenvolgenookvakerhetpraktijkonderwijs.Niet-westersallochtonevmbo-leerlingenzijnvoornamelijkvandetweedegeneratie.Ietsmeerdan19procentvandeautochtoneninhetderdeenvierdeleerjaarvanhet vmbo heeft een lwoo-indicatie. Bij de Turkse, Marokkaanse en Antilliaanseleerlingenligtditpercentageruimbovende30procent.Hetverschilkomtvooraldoordat deze leerlingen veel vaker dan autochtonen de basisberoepsgerichteleerweg, het laagste vmbo-niveau, volgen. In deze leerweg heeft meer dan dehelftvandeleerlingeneenlwoo-indicatie.Bijautochtonengaathetom56procent,en bij Turken en Marokkanen bijvoorbeeld om respectievelijk 60 procent en59procentvandeleerlingen.Detrendisechterweldatdezepercentagesbijniet-westerse allochtonen afnemen en bij autochtonen juist toenemen. In 2009/’10heeftaleengroterdeelvandeautochtone leerlingen indebasisberoepsgerichteleerweg een lwoo-indicatie dan van de niet-westers allochtone leerlingen. In

Page 177: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

180 CentraalBureauvoordeStatistiek

de kaderberoepsgerichte-, gemengde- en theoretische leerweg van het vmbo ishet aandeel lwoo-leerlingen aanzienlijk kleiner, maar is het verschil tussen deherkomstgroepenrelatiefgroot.Indezeleerwegenhebbendeoverigniet-westerseallochtonenhetvaaksteenlwoo-indicatie.Ruim 2 procent van de autochtone leerlingen in het voortgezet onderwijs volgthet praktijkonderwijs. Turkse en Marokkaanse leerlingen volgen ruim drie keerzo vaak het praktijkonderwijs, maar het hoogste percentage leerlingen in hetpraktijkonderwijs is tevindenonderdeAntilliaanse leerlingen.Bijna10procentvanhenvolgtpraktijkonderwijs.

Staat 9.1 Leerlingen met lwoo-indicatie of praktijkonderwijs, 2007/’08 1)

Praktijkonderwijs Lwoo

totaal meisjes jongens totaal meisjes jongens

%

Autochtonen 2,3 1,9 2,7 19,4 19,1 19,7Westerseallochtonen 2,4 1,9 2,9 21,6 21,9 21,3Turken 7,4 6,3 8,4 31,5 33,4 29,7Marokkanen 7,4 6,4 8,3 31,4 32,9 30,0Surinamers 5,3 4,2 6,3 26,4 27,1 25,7Antillianen/Arubanen 9,6 7,8 11,4 31,5 31,9 31,0Overigniet-westers 4,2 3,8 4,7 28,3 29,4 27,3

Bron:SBB.1) Leerlingeninhetpraktijkonderwijstenopzichtevanalleleerlingeninhetvoortgezetonderwijsenleerlingeninhet

leerwegondersteunendonderwijstenopzichtevanallevmbo-leerlingeninhetderdeenvierdeleerjaar.

Turkse, Marokkaanse en Antilliaanse meisjes vaker lwoo-indicatieJongensenmeisjesbinnenhetderdeenvierdeleerjaarvanhetvmbohebbenongeveerevenvaakeenindicatievoorhetleerwegondersteunendonderwijs.Binnenenkeleniet-westerse herkomstgroepen hebben meisjes wel iets vaker dan jongens eenlwoo-indicatie.Zoheeft33procentvandeTurkseenMarokkaansemeisjeseenlwoo-indicatietegenover30procentvandejongens.Hetpraktijkonderwijswordtveelvakergevolgddoorjongensdanmeisjes.Ditgeldtvooralleherkomstgroepenenhetmeestvoorautochtone,SurinaamseenAntilliaanseleerlingen.Indezegroepenvolgenjongensbijnaanderhalfkeerzovaakalsmeisjeshetpraktijkonderwijs.

Leerlingen in het vmbo en praktijkonderwijs wonen bijna allemaal thuis.Wellicht is de kans voor leerlingen op een lwoo-indicatie of deelname aan hetpraktijkonderwijsgroterwanneerer thuismaarondersteuningkanzijnvanéénouderinplaatsvantweeofwanneerdefinanciëlesituatiethuismindergunstigis.

Page 178: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 181

Antilliaanse jongeren uit eenoudergezin vaakst lwoo-indicatieBinnen alle herkomstgroepen hebben vmbo-leerlingen uit een eenoudergezinvakereen lwoo-indicatiedanvmbo-leerlingenuiteengezinmet tweeoudersofverzorgers.Ookvolgenzij inalleherkomstgroepenvakerhetpraktijkonderwijs.Dit patroon is verreweg het sterkst onder Surinaamse enAntilliaanse kinderen.Van de vmbo-leerlingen onder hen die uit een twee-oudergezin komen heeftrespectievelijk22en25procenteenlwoo-indicatie,terwijlvandeleerlingenuiteeneenoudergezinrespectievelijk30en36procenteenlwoo-indicatieheeft.BovendiengaanSurinaamseleerlingen,netalsautochtoneleerlingen,tweekeerzovaaknaarhetpraktijkonderwijsalszeuiteeneenoudergezinkomendanwanneerzeuiteentwee-oudergezin komen; onder Antillianen is dit zelfs bijna drie keer zo vaak.OnderMarokkaanseleerlingenmaakthethetminstuitofeenleerlinguiteeneen-oftwee-oudergezinkomt.

Laagste inkomsten in gezinnen van leerlingen in het praktijkonderwijsBinnenalleherkomstgroepenisdefinanciëlesituatievantwee-oudergezinnenveelgunstigerdandievaneenoudergezinnen.Maarvoorvmbo-leerlingenuitzoweleen- als twee-oudergezinnen geldt dat de gemiddelde maandinkomsten vande ouder(s) lager zijn als de leerlingen een lwoo-indicatie hebben dan wanneer

9.3 Aandeel leerlingen in praktijk- en leerwegondersteundend onderwijs1) naar gezinssituatie, 2007/’08

Bron: SSB.1) Leerlingen in het praktijkonderwijs ten opzichte van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs en leerlingen in het leerwegondersteunend onderwijs ten opzichte van alle vmbo-leerlingen in het derde en vierde leerjaar.

0

5

10

15

20

25

30

35

40

één ouder/verzorger twee ouders/verzorgers één ouder/verzorger twee ouders/verzorgers

Praktijkonderwijs Lwoo

Autochtonen Westerse allochtonen Turken Marokkanen

Surinamers Antillianen/Arubanen Overig niet-westers

%

Page 179: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

182 CentraalBureauvoordeStatistiek

ze die niet hebben en nog lager als ze praktijkonderwijs volgen. Dit geldt vooralle herkomstgroepen.Alleen bij Turkse leerlingen uit eenoudergezinnen liggendemaandinkomstenietshogerbij leerlingeninhetpraktijkonderwijsdanbijdevmbo-leerlingenmeteenlwoo-indicatie.Onderdeniet-westerseallochtonenzijnde inkomstenverschillenhetgrootstbijAntilliaanse leerlingen.Alszeeen lwoo-indicatiehebben,liggendemaandinkomsten10procentlagerineenoudergezinnenen18procentlagerintwee-oudergezinnendanbijAntilliaanseleerlingenzonderlwoo-indicatie. Bij Antilliaanse leerlingen in het praktijkonderwijs liggen demaandinkomsten zelfs respectievelijk 15 en 27 procent lager. Bij de Turkse enMarokkaanse leerlingen zijn de verschillen in maandinkomsten het kleinst. Ditkomtdoordathetgemiddeldeinkomenvandezegroepeninhetalgemeenalveellagerligtdanbijdeandereherkomstgroepen.

9.2.2 Leerlingen na het leerwegondersteunend onderwijs

Dezeparagraafgaatovervmbo-leerlingendieinhetschooljaar2003/’04doordeoverheid bekostigd onderwijs volgen en in het jaar daarop niet meer. Het gaathierbijombijna6procentvandevmbo-leerlingenzonderenruim10procentvande vmbo-leerlingen met lwoo-indicatie. De leerling kan zowel met als zonderdiplomahetonderwijshebbenverlaten.Inbeidegevallenzijnzenognietinhetbezitvaneenstartkwalificatie(ziehoofdstuk3).Watdoenzijbijnavierjaarlater,in2007?Zijnerverschillentussenleerlingendiehetonderwijshebbengevolgdmetofzonderlwoo-indicatieentussendeverschillendeherkomstgroepen?

Van lwoo-leerlingen keren Surinaamse en Antilliaanse jongeren meest terug naar het onderwijs

In2007had22procentvandeleerlingendiein2003eenlwoo-indicatiehaddenenhet jaardaaropuithetbekostigdonderwijsstroomden,weereen inschrijving inhetbekostigdonderwijs.Bijdevmbo-leerlingendie in2003geen lwoo-indicatiehadden, ligt dit percentage op 32 procent. Voor alle herkomstgroepen geldt datleerlingenzonderlwoo-indicatiein2007vakerteruggekeerdzijninhetonderwijsdan leerlingen met lwoo-indicatie. Onder Turkse leerlingen is dit verschil hetgrootst(respectievelijk41versus21procent).

Vande lwoo-leerlingengaatvooralbij SurinaamseenAntilliaanse jongereneengrootdeelterugnaarschool.Vandeleerlingenzonderlwoo-indicatieishetaandeeldatterugnaarschoolgaatjuistgrootbijSurinaamseenTurksevmbo-leerlingen.Leerlingen uit overig niet-westerse landen gaan het minst vaak terug naar hetonderwijs. Dit geldt voor zowel de lwoo-leerlingen als leerlingen uit het vmbozonder lwoo. De leerlingen die teruggaan naar het onderwijs zijn in 2007 bijnaallemaaltevindeninhetmbo.

Page 180: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 183

Antilliaanse vmbo-leerlingen vaker baan met en zonder lwoo-indicatieHetaandeeluitgestroomdelwoo-leerlingendat in2007eenbaanheeft,verschiltweinig van dat van de vmbo-leerlingen zonder lwoo-indicatie. Bij de meesteherkomstgroepenligthetpercentageleerlingenmeteenbaanbijlwoo-leerlingenslechts enkele procentpunten lager dan bij de overige vmbo-leerlingen. AlleenAntilliaanse lwoo-leerlingen hebben juist iets vaker een baan dan de overigevmbo-leerlingen(respectievelijk41procenten37procent).Autochtonelwoo-leerlingenhebbenveelvakerdandeoverigeherkomstgroepeneenbaan:69procentvandelwoo-leerlingenen73procentvandeleerlingenuithet vmbo zonder lwoo-indicatie. Van de niet-westerse vmbo-leerlingen hebbenTurkenhetgrootsteaandeeldatwerktin2007(meerdandehelftvandeleerlingenzowel met als zonder lwoo-indicatie). Leerlingen uit de overig niet-westerseherkomstgroepenhebbenjuisthetminstvaakeenbaan.Vandeleerlingendiein2003uithetonderwijszijngestroomd,zijnermaarweinigdie in 2007 een uitkering ontvangen. Dit geldt voor zowel lwoo-leerlingen alsvmbo-leerlingenzonderlwoo-indicatieonderalleherkomstgroepen.

9.2.3 Leerlingen na het praktijkonderwijs

Deze paragraaf gaat over leerlingen die tijdens het schooljaar 2007/’08 hetpraktijkonderwijsofhetvmbo(aldannietmetlwoo-indicatie)verlatenenhetjaareropdusgeendoordeoverheidbekostigdonderwijsmeervolgen.Hetgaatom11procentvandeleerlingenuithetpraktijkonderwijsenomruim3procentvandevmbo-leerlingen.Watdoendezeleerlingenbijnatweejaarlater,in2009,enzijnerverschillentussenherkomstgroepen?

9.4 Vmbo-leerlingen die het onderwijs na schooljaar 2003/’04 verlieten naar situatie in 2007

Bron: SSB.

Autochtonen Westerse allochtonen Turken Marokkanen

Surinamers Antillianen/Arubanen Overig niet-westers

0

10

20

30

40

50

60

70

80

student/scholier baan student/scholier baan

Lwoo Vmbo exlcusief lwoo

%

Page 181: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

184 CentraalBureauvoordeStatistiek

Uitstromers uit praktijkonderwijs minst vaak terug naar onderwijsSlechts een op de vijf leerlingen die vanuit het praktijkonderwijs het onderwijsverlaten, is in2009teruggekeerdnaarhetonderwijs.Bij leerlingenuithetvmboligtdataandeelongeveertweekeerzohoog.Alleenonderdeoverigniet-westerseallochtonenisernauwelijksverschiltussenleerlingenuithetpraktijkonderwijsenhetvmbo:ongeveereenopdedrievolgtin2009weeronderwijs.Binnendeandereherkomstgroepenkerendeleerlingenuithetpraktijkonderwijsveelmindervaakterugnaarhetonderwijsdanvmbo-leerlingen.DitgeldthetsterkstvoorTurkseleerlingen.Van de leerlingen uit het praktijkonderwijs volgen Surinaamse leerlingen hetvaakst twee jaar later weer onderwijs (33 procent) en autochtone en westersallochtoneleerlingenhetminstvaak(17procent).

Antilliaanse leerlingen uit het praktijkonderwijs vaker terug naar school dan aan het werk

Leerlingenuithetpraktijkonderwijsgaannatweejaarmindervaakterugnaarhetonderwijs,maarditbetekentnietdatzijdanperdefinitievakereenbaanhebbendanvmbo-leerlingen.DitgaatalleenopvoorTurkseenMarokkaanseleerlingen.Autochtone en Surinaamse leerlingen hebben vanuit het praktijkonderwijsof het vmbo ongeveer even vaak een baan, terwijl Antillianen en overig niet-westerseallochtonennatwee jaarwatmindervaakeenbaanhebbenvanuithetpraktijkonderwijsdanvanuithetvmbo.Vandeleerlingenuithetpraktijkonderwijsishetaandeeldatwerktmet54procenthethoogstonderautochtoneleerlingen.Onderdeniet-westerseallochtonenuithetpraktijkonderwijsishetaandeeldatwerktin2009hethoogstonderMarokkaanse

9.5 Leerlingen uit het praktijkonderwijs die het onderwijs na schooljaar 2007/’08 verlieten naar situatie in 2009

Bron: SSB.

0

10

20

30

40

50

60

Student/scholier Baan Wajong-uitkering

Autochtonen Westerse allochtonen Turken Marokkanen

Surinamers Antillianen/Arubanen Overig niet-westers

%

Page 182: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 185

leerlingen(43procent)enhetlaagstonderAntilliaanseleerlingen(22procent).Delaatstgenoemdenzijnsamenmetdeoverigniet-westerseleerlingendeenigendienatweejaarvakerweeronderwijsvolgendaneenbaanhebben.

Helft autochtonen uit praktijkonderwijs heeft later een Wajong-uitkeringAndersdanvmbo-leerlingen,ontvangenleerlingendieuithetpraktijkonderwijsstromen relatief vaak een uitkering. Het gaat hierbij voornamelijk om Wajong-uitkeringen1).RuimtweeopdevijfleerlingenuithetpraktijkonderwijsheefteenWajong-uitkering.Erisweleengrootverschiltussenautochtonenenniet-westerseallochtonenuithetpraktijkonderwijs.VandeautochtoneleerlingenheeftbijnadehelfteenWajong-uitkering.Datisbijnatweekeerzoveelalsonderniet-westersallochtoneleerlingen.Binnendeniet-westerseleerlingenuithetpraktijkonderwijsis dit aandeel het hoogst onder de Turkse leerlingen (34 procent) en het laagstonderdeoverigniet-westerseleerlingen(20procent).

9.3 Wajong-uitkeringen

Hiervoorbleekdat jongerendiepraktijkonderwijshebbengevolgdrelatiefvaakeenWajong-uitkeringontvangen,vooralonderautochtonen.DezeparagraafgaatmeerinhetalgemeennawelkejongereneenWajong-uitkeringontvangenenofditverschillendisvoordeherkomstgroepen.

1) Een Wajong-uitkering is een arbeidsongeschiktheidsuitkering voor jonggehandicapten in het kadervan de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten. Op 1 januari 2010 is deze wetopgevolgddoordeWetwerkenarbeidsondersteuningjonggehandicapten.

9.6 Aandeel jongeren (18 tot 25 jaar) met een Wajong-uitkering

Bron: SSB.

%

0

0,1

0,2

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

Autochtonen Westerseallochtonen

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen

Overig niet-westers

1999 2003 2007 2009

Page 183: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

186 CentraalBureauvoordeStatistiek

Antilliaanse jongeren hebben het vaakst een Wajong-uitkeringIn 1999 waren er ruim 20 duizend jongeren van 18 tot 25 jaar die een Wajong-uitkeringontvingen.Ditaantalisflinkopgelopennaarruim51duizendin2009.Demeestevandezejongerenzijnvoormeerdan80procentafgekeurd.Onderalleherkomstgroepen ishetaandeel jongerenmeteenWajong-uitkering tussen1999en2009toegenomen.Antilliaansejongerenontvingeninzowel1999als2009hetvaakst een Wajong-uitkering. De overig niet-westerse jongeren hadden in 1999hetlaagsteaandeelWajongers,maartussen1999en2009steeghetaandeelrelatiefhetsterkstbinnendezegroep.Zijontvingenin2009bijnavierkeerzovaakeenWajong-uitkeringdanin1999.OnderAntilliaanseenautochtonejongerenwasditdriekeerzovaak.

Aandeel Wajongers hoogst onder tweede generatieNiet-westerse jongerenvandetweedegeneratiehebbenveelvakereenWajong-uitkering dan die van de eerste generatie. Hier speelt mee dat een deel van deeerstegeneratieallochtonenpasnahunzeventiendeverjaardagnaarNederlandisgekomenendaarmeeveelalnietinaanmerkingkomtvooreenWajong-uitkering.Het aandeel Wajongers is onder tweedegeneratieallochtonen groter dan onderautochtonen. Van deze allochtonen ontvangen Surinaamse jongeren het vaaksteenWajong-uitkering.OnderdeeerstegeneratiezijndatdeAntillianen.Vooralleherkomstgroepen geldt dat het aandeel Wajongers hoger is onder mannen danondervrouwen.

Relatief weinig Marokkaanse Wajongers met baanWajongers mogen werken naast hun uitkering, maar niet meer verdienen dan108procentvanhetminimumloon.Ditminimumloonisvoorjongerentot23jaarvariabelperleeftijd(SCP,2010).In2007had28procentvandejongerenmeteenWajong-uitkeringookeenbaan.Datwasin2003nogminderdaneenkwart.BijalleherkomstgroepenishetaandeelWajongersdatnaasthunuitkeringeenbaanheefttussen1999en2007toegenomen.Economischeontwikkelingenspelenhierbijeenrol.Vandeautochtonenhad30procentin2007eenbaannaasthunuitkering,tegenoverongeveer20procentvandeniet-westerseWajongers.DeMarokkaansejongerenmeteenWajong-uitkeringhaddenmet17procenthetlaagsteaandeeldatwerktnaastdeuitkering.

9.4 Contacten met de huisarts en gestelde diagnose

Uit het algemene beeld van de gezondheidsproblematiek onder jongeren inparagraaf 9.1 blijkt dat niet-westerse jongeren er minder gunstig voorstaan danautochtonejongeren.Blijktditookuitdebezoekenaandehuisarts?Dezeparagraaf

Page 184: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 187

beschrijftwelkdeelvandejongerenvan15tot25jaarnaardehuisarts2)gaatenmetwelkeproblemenzedankomen.

Turkse jongeren meest naar de huisartsIn totaal heeft ongeveer twee derde van de jongeren van 15 tot 25 jaar in 2007ten minste eenmaal contact gehad met de huisarts. Hierbij gaat het meestal omeenbezoekaandehuisarts,eninminderemateomtelefonischofe-mailcontact.Slechts1procentvandecontactenmetdehuisartsbetrefteenvisitethuis.Turkse jongeren hebben het meest contact gehad met de huisarts (70 procent),waarbijeerstegeneratieTurkenvakerdandetweedegeneratie.Zijzijndeenigegroepniet-westersejongerendievakernaardehuisartsgaandanautochtonen.Datniet-westersallochtone jongerenminder tevredenzijnmethungezondheiddanautochtonejongerenblijktdusnietperdefinitiegevolgentehebbenvoorhungangnaar de huisarts. Van de niet-westerse jongeren komen de overig niet-westersejongerenhetminstbijdehuisarts(61procent).AlleenMarokkaansejongerenvandetweedegeneratiegaanbijnanetzovaakalsTurksejongerennaardehuisarts.

Marokkaanse jongeren vooral voor huidproblemen naar de dokterVoordemeestemensenvormtdehuisartsheteerstecontactmetdegezondheidszorgbij gezondheidsproblemen. De gezondheidsproblemen van jongeren haddenin2002en2007hetmeesttemakenmethetbewegingsapparaat,deluchtwegen,dehuidenzwangerschap,bevallingenanticonceptie.Hierbijvormenhuidproblemendevoornaamsteredenvoorjongerenomnaardehuisartstegaan.Ditgeldtvooral

2) Debeschrijving indezeparagraaf isgebaseerdopgegevensvanhetLandelijke InformatieNetwerkHuisartsenzorg(LINH),eenmeerjarigprojectdatwordtuitgevoerddoorNIVELenIQhealthcareinsamenwerkingmetdeLandelijkeHuisartsenVerenigingenhetNederlandsHuisartsengenootschap(ziewww.linh.nl).

9.7 Aandeel jongeren (15 tot 25 jaar) dat contact heeft gehad met de huisarts, 2007

Bron: NIVEL/LINH en CBS/SSB.

%

56

0

58

60

62

64

66

68

70

72

Autochtonen Westerseallochtonen

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen

Overigniet-westers

Page 185: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

188 CentraalBureauvoordeStatistiek

voorTurksejongeren.Inzowel2002alsin2007ismeerdaneenderdevanhenvoorhuidproblemenbijdehuisartsgeweest.Bijwestersallochtonejongerengeldtdithetminst,inongeveereenkwartvandegevallenzijnzijvoorhuidproblemenbijdehuisartsgeweest.

Weinig Marokkanen en Turken naar de huisarts voor zwangerschap, bevalling of anticonceptie

Er iseengrootverschil tussendeherkomstgroepen inhetaandeel jongerendatvoorzwangerschap,bevallingenvooralanticonceptienaardehuisartsisgeweest.In 2007 ging 14 procent van de autochtonen hiervoor naar de huisarts. Van deMarokkanenenTurkenbezocht8procentin2007dehuisartsvoorzwangerschap,bevalling of anticonceptie. Dit lijkt overeen te komen met de bevinding dat deMarokkaansejeugdminderseksueleervaringheeftdandeautochtonejeugd(zieparagraaf9.1).In2007haddenvanalleherkomstgroependeAntilliaansejongerenhet meest contact met de huisarts over zaken gerelateerd aan zwangerschap,bevalling of anticonceptie (ruim 16 procent). Van de overig niet-westerseallochtonengingmaareenopdetwaalfhiervoornaardehuisarts.

Autochtone jongeren hebben meeste klachten over bewegingsapparaatAutochtonejongerengingenvakerdanallochtonejongerennaardehuisartsvoorhetbewegingapparaat. Inzowel2002als2007ginghetom ietsminderdaneenkwartvandeautochtonejongerendiecontacthaddenopgenomenmetdehuisarts,tegenoverongeveer19procentvandeniet-westersallochtonejongeren.Ditkomtmogelijkdoordatautochtonejongerenmeerbewegenensportendanniet-westersejongeren(zieparagraaf9.1).

9.8 Aandeel jongeren (15 tot 25 jaar) dat conctact heeft gehad met de huisarts naar diagnose, 2007

Bron: NIVEL/LINH en CBS/SSB.

%

0

5

10

15

20

25

30

35

40

Autochtonen Westerseallochtonen

Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen

Overig niet-westers

Bewegingsapparaat Luchtwegen Huid

Zwangerschap/bevalling/anticonceptie

Page 186: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 189

Vooral Turkse jongeren problemen met de luchtwegenTurkse,Surinaamseenoverigniet-westersejongerengingenin2007hetvaakstvanalleherkomstgroepennaardehuisartsvoorproblemenmetdeluchtwegen:bijnaeenkwartheefthiervoordehuisartsbezocht.AntilliaaanseenMarokkaansejongerengingen in 2007 hiervoor het minst naar de huisarts (ongeveer 20 procent). VijfjaareerderdaarentegengingenMarokkaansejongerenvanalleherkomstgroepenjuisthetmeestvoorluchtwegproblemennaardehuisarts(26procent),terwijlhetaandeelvoorAntilliaansejongerentoenjuistnoglagerlag(15procent).

9.5 Conclusie

Gezins-enleefomstandighedenwaarinjongeniet-westerseallochtonenopgroeienzijnvaakongunstigerdandievandeautochtonejeugd.Zogroeienzijbijvoorbeeldvakeropineenoudergezinnenengezinnenmetlagereinkomens.Dezenegatieveomstandighedenkunnendeoorzaakzijnvanverschilleningezondheidsaspectentussen autochtone en allochtone jeugd. De allochtone jeugd heeft bijvoorbeeldeen iets lagere gezondheidsbeleving en meer overgewicht. Ook komentienerzwangerschappenvakervooronderhen,netalspsychosocialeproblemenenleerachterstanden.Dezeuitkomstenkunnenertoeleidendatallochtonejongerenvaker gebruik maken van voorzieningen zoals speciaal onderwijs, Wajong-uitkeringenendehuisarts.

Indithoofdstukisonderzochtinhoeverreerverschillenbestaantussenjongerenvanverschillendeherkomstindematewaarinzijgebruikmakenvandedriegenoemdevoorzieningen.Geblekenisdatniet-westerseallochtonenvakerpraktijkonderwijsvolgenenvakereenindicatiehebbenvoorhetleerwegondersteunendonderwijs(lwoo). Dit geldt vooral voor Turkse en Marokkaanse jongeren. Dat Turkse enMarokkaansejongerenvakereenlwoo-indicatiehebben,kangrotendeelswordenverklaarddoordatzijrelatiefvaakdebasisberoepsgerichteleerwegvanhetvmbovolgen.Indezeleerwegkomenveelleerlingenvoormeteenlwoo-indicatie.Hethebben van een lwoo-indicatie of het volgen van praktijkonderwijs lijkt samente hangen met de gezinssituatie. Het komt beide vaker voor bij leerlingen uiteenoudergezinnen dan bij leerlingen uit twee-oudergezinnen. Bovendien is definanciële situatie thuis gemiddeld minder gunstig bij leerlingen met een lwoo-indicatiedanbijvmbo-leerlingenzonderlwoo-indicatieennogmindergunstigbijleerlingeninhetpraktijkonderwijs.

Positiefisdathetaandeelleerlingenmeteenlwoo-indicatiedatwerktnadatzehetonderwijshebbenverlaten,ongeveerevengroot isalsbijde leerlingendiegeenlwoo-indicatiehadden.Antilliaanselwoo-leerlingenhebbenzelfsvakereenbaandanAntiliaanseleerlingenzonderlwoo-indicatie.Deextraondersteuningdiedelwoo-leerlingenkrijgen,zorgterkennelijkvoordatzijbijnanetzovaakeenbaan

Page 187: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

190 CentraalBureauvoordeStatistiek

hebbenalsdeleerlingendiegeenextraondersteuninghebbengehad.Autochtonenhebbenvakerdanniet-westerseallochtoneneenbaannadatzehetvmbohebbenverlaten.Niet-westerseallochtonengaanvaakterugnaarhetonderwijs.

Een groot deel van de leerlingen die het praktijkonderwijs verlaten, ontvangteenWajong-uitkering.Ditkomtbijautochtoneleerlingentweekeerzovaakvooralsbijniet-westerse leerlingenuithetpraktijkonderwijs.Ongeachtdeopleidinghebben niet-westerse allochtone jongeren juist vaker een Wajong-uitkering danautochtonejongeren,vooraldetweedegeneratie.Ditkomtovereenmethetvakervoorkomen van psychische problemen en aangeboren handicaps onder niet-westerse allochtonen. Vooral onder Surinaamse en Antilliaanse jongeren is hetaandeelmeteenWajong-uitkeringhoog.Ongeveereenkwartvandejongerenmeteen Wajong-uitkering heeft ook een baan, autochtone jongeren vaker dan niet-westersallochtonejongeren.

Ondanksdatniet-westerse jongerenminder tevredenzijnoverhungezondheiddan autochtone jongeren, gaan alleen Turkse jongeren vaker naar de huisartsdan autochtone jongeren. Wellicht dat autochtone jongeren de weg naar dehuisarts tochmakkelijkervindendanniet-westerse jongeren.Sommigeklachtenwaarvoorjongerencontactopnemenmetdehuisartslijkensamentehangenmetgedragsverschillen tussen herkomstgroepen. Zo hebben Marokkaanse jongerenminder seksuele ervaring dan autochtone jongeren en gaan ze ook minder danautochtone jongeren voor zwangerschap, bevalling of anticonceptie naar dehuisarts.Autochtonejongerenbewegenensportenmeerdanniet-westersejongerenenzijndaardoorwellichtvakervoorproblemenmethetbewegingsapparaatbijdehuisartstevinden.

Literatuur

Anthony, S., H. Kateman, C.A. Dorrepaal en S.E. Buitendijk (2003). Aangeborenafwijkingen in Nederland 1996–2000. Gebaseerd op de landelijke verloskunde enneonatologieregistraties.Leiden:TNO.

Broek,A.vanden,E.KleijnenenS.Keuzenkamp (2010).NaarHollandsgebruik?Hulp voor autochtoon Nederlandse en migrantenjeugdigen bij opvoeding, onderwijs engezondheid.DenHaag:SociaalenCultureelPlanbureau.

Bucx, F. (2009). De leefsituatie van kinderen en jongeren met een niet-westerseachtergrond. In: M. Gijsberts en J. Dagevos (red.), Jaarrapport integratie 2009(pp.291–316).DenHaag:SociaalenCultureelPlanbureau.

Page 188: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 191

CBS(2009).LandelijkeJeugdmonitor;Rapportage1ekwartaal2009.DenHaag/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.

Deeg, D.J.H. (2009). Ervaren gezondheid: zijn er verschillen naar etniciteit?Geraadpleegdop20mei2010viawww.nationaalkompas.nl.

Dorsselaer,S.van,E.Zeijl,S.vandenEeckhout,T.terBogt,enW.Vollebergh(2007).HBSC 2005; Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland. Utrecht: TrimbosInstituut.

Eldering,L.(2002).EnkeleepisodesuithetlevenvanMarokkaanseenTurksegezinnen.AfscheidsredeUniversiteitLeiden.

Enk,W.J.J.van,W.H.M.GorissenenA.VanEnk(2000).TeenagepregnancyandethnicityintheNetherlands:frequencyandobstetricoutcome.EuropeanJournalofContraceptionandReproductiveHealthCar,5,77–84.

Erginoz,E.,M.Alikasifoglu,O.Ercan,O.Uysal,G.Ercan,D.AlbayrakKaymakenO.Ilter(2004).PerceivedhealthstatusinaTurkishadolescentsample:riskandprotectivefactors.EuropeanJournalofPediatric,163,485–494.

Garssen, J. (2008). Sterke daling geboortecijfer niet-westers allochtone tieners.Bevolkingstrends,56(3).14–21.

Gijsberts,M.enL.Herweijer(2009).Onderwijsenopleidingsniveau.In:M.GijsbertsenJ.Dagevos(red.),Jaarrapportintegratie2009(pp.94–138).DenHaag:SociaalenCultureelPlanbureau.

Graaf,H.de,P.Nikken,H.Felten,K.JanssensenW.vanBerlo(2008).Seksualisering:Reden tot zorg? Een verkennend onderzoek onder jongeren. Utrecht: Rutgers NissoGroep/NederlandsJeugdinstituut/MOVISIE.

Herweijer,L.(2008).Gestruikeldvoordestart.Deschoolverlatenzonderstartkwalificatie.DenHaag:SociaalenCultureelPlanbureau.

Jong,W.de,K.Geertjes,A.deRijk,L.Schreven,S.Keuzenkamp, J.DagevosenF.Bucx(2010).MonitorDiversiteitinhetJeugdbeleid.Nulmeting.DenHaag/Heerlen:CentraalBureauvoordeStatistiek.

Kruijer, H., L. Van Lee en C. Wijsen (2009). Landelijke Abortus Registratie 2008.Utrecht:RutgersNissoGroep.

Page 189: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

192 CentraalBureauvoordeStatistiek

Meertens,Y.(2004).Voeding:groente,fruitenontbijt.Eindhoven:GGD.

NJi (2009). Culturele diversiteit in opgroeien en opvoeden: feiten en cijfers. Factsheet.Utrecht:NederlandsJeugdinstituut.

Pels,T.,M.DistelbrinkenL.Postma(2009).Opvoedingindemigratiecontext.ReviewvanonderzoeknaardeopvoedingingezinnenvannieuweNederlanders.Utrecht:Verwey-JonkerInstituut.

Programmaministerie voor J&G (2007). Alle kansen voor alle kinderen. Programmavoor Jeugd en Gezin 2007–2011. Den Haag: Programmaministerie voor Jeugd enGezin.

Schrijvers,C.T.M.enC.G.Schoemaker(2008).Spelenmetgezondheid.Leefstijlenpsychische gezondheid van de Nederlandse jeugd. Bilthoven: Rijksinstituut voorVolksgezondheidenMilieu.

SCP (2010). Beperkt aan het werk. Rapportage ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid enarbeidsparticipatie.DenHaag:SCP/CBS/TNO

Smeets, E., I. van der Veen, M. Derriks en J. Roeleveld (2007). Zorgleerlingen enleerlingenzorg op de basisschool. Nijmegen/Amsterdam: ITS/SCO-KohnstammInstituut.

Turkenburg,M.enR.Vogels(2009).Onderwijs.In:R.Bijl,J.Boelhouwer,E.PommerenP.Schyns (red.),DeSociale staat vanNederland2009 (pp.167–199).DenHaag:SociaalenCultureelPlanbureau.

Waelput, A.J.M. en P.W. Achterberg (2007). Kinderwens van consanguïne ouders:risico’s en erfelijkheidsvoorlichting. Bilthoven: Rijksinstituut voor VolksgezondheidenMilieu.

Zeijl,E.,M.Crone,K.Wiefferink,S.KeuzenkampenM.Reijneveld(2005).KindereninNederland.Leiden:SCP/TNO.

Figuren in de bijlage op de CBS-internetsite

FiguurB9.1 Gemiddeldemaandinkomstenvandeouder(s)/verzorger(s)vanleerlingeninhetpraktijkonderwijs,lwooenvmboexclusieflwoonaargezinssituatie,2007

FiguurB9.2 AandeeljongerenmeteenWajong-uitkeringdateenbaanheeft,18tot25jaar

Page 190: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 193

10. Nieuwe immigrantengroepen De grote vier niet-westers allochtone bevolkingsgroepen (Turken, Marokkanen,SurinamersenAntillianen)bepaleninhogematehetbeeldvanhetverloopvanhetintegratieprocesendeevaluatiedaarvan.Indeafgelopenjarengroeideechterdebehoefteaan informatieoverandereallochtonebevolkingsgroepen,waarvandekomstnaarNederlandistoegenomen.DithoofdstukrichtzichopallochtonendieafkomstigzijnuiteenviertalvluchtelingenlandeneneendrietalnieuweOost-EuropeseEU-lidstaten.De vier vluchtelingenlanden in dit hoofdstuk zijn Afghanistan, Irak, Iran enSomalië.Dezelandenstaanteboekalsasiellanden.ImmigrantenuitdezelandenzijnnamelijkvooreengrootdeelalsvluchtelingnaarNederlandgekomen.Maarook is een deel van hen naar Nederland gekomen vanwege andere motieven,zoalsgezinshereniging.DeinNederlandgeborenkinderenvandezeimmigranten(tweede generatie) hebben natuurlijk geen migratiemotief. Hoewel dus niet alleallochtonenuitAfghanistan,Irak,IranenSomaliëeenasielmotiefhebben,wordenzeindithoofdstuk‘vluchtelingengroepen’genoemd.AnderzijdsgaatdithoofdstukoverpersonenuitdeOost-EuropeselandenPolen,RoemeniëenBulgarije.DetoestroomnaarNederlandvanuitdezelandennamdeafgelopen jarensterk toe.Debelangrijksteoorzaakdaarvan isdatdiverseOost-Europeselanden,waaronderPolenin2004enBulgarijeenRoemeniëin2007,lidwerdenvandeEU.VanwegehunrecentemigratiebestaandeviervluchtelingengroepenendedrieOost-Europesegroepenvoorhetgrootstedeeluiteerstegeneratieallochtonen.DitonderscheidthenvanTurken,Marokkanen,SurinamersenAntillianen,waarbijdetweedegeneratiealnetzogrootinomvangisalsdeeerstegeneratie.Desituatievanvluchtelingengroepenuitwesterselanden,zoalsdieuitvoormaligJoegoslavië (zie ook Mulalic, Harmsen en Oudhof, 2007), of die van andereniet-westers allochtone groepen met een andersoortige migratiehistorie, zoalsChinezen1),blijvenindithoofdstukbuitenbeschouwing.

Vanwege de verschillende migratieachtergronden beschrijft dit hoofdstuk devluchtelingengroepen en de Oost-Europese herkomstgroepen apart. Omdathoofdstuk 2 al inging op de demografische situatie van deze groepen, komtdit aspect hier slechts kort aan bod. De aandacht gaat vooral uit naar dearbeidsmarktsituatie en de criminaliteit. Voor de vluchtelingen komt daar dedeelnameaanhetonderwijsbij.

1) In Gijsberts en Dagevos (2009) wordt een uitvoerige rapportage over de situatie van Chinezen inNederland aangekondigd, mede op basis van een grootschalig steekproefonderzoek onder dezebevolkingsgroep.

Page 191: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

194 CentraalBureauvoordeStatistiek

10.1 Vier niet-westerse vluchtelingengroepen

Vertoont de integratie van niet-westerse allochtonen uitAfghanistan, Iran, Irakof Somalië onderlinge gelijkenis en lijkt die op die van andere niet-westerseallochtonen?Dezeparagraafzalditnagaanvoordepositieinhetonderwijs,opdearbeidsmarktenindegeregistreerdecriminaliteit.

10.1.1 Demografische kenmerken

Afghanen,Irakezen,IraniërsenSomaliërsvormendeviergrootsteniet-westersebevolkingsgroepen in Nederland die voornamelijk om politieke en humanitaireredenenzijngemigreerd.Met52duizendinwonersop1januari2010zijnIrakezenvandezevierdegrootsegroepenSomaliërsmet27duizendinwonersdekleinste.Afghanen en Iraniërs zitten hier met respectievelijk 32 duizend en 39 duizendinwonerstussenin.

Meeste vluchtelingen rond de eeuwwisselingDe immigratie van Afghanen, Irakezen, Iraniërs en Somaliërs kwam vooralin de jaren negentig van de vorige eeuw op gang toen deze immigranten hetoorlogsgeweld en de politieke onderdrukking in hun land ontvluchtten. Hetimmigratiepatroon van elk van deze groepen weerspiegelt in sterke mate despecifieke ontwikkeling van de situatie in hun land van herkomst. Afghanenzijn vooral rond de eeuwwisseling als vluchteling geïmmigreerd. Daarna namde immigratie van deze groep af en kwamen er bovendien meer van hen voorgezinsherenigingofgezinsvormingnaaronslanddanvoorasiel.Deimmigratie

10.1 Immigratie van vier niet-westerse vluchtelingengroepen

Bron: Bevolkingsstatistieken.

0

1

2

3

4

5

6

7

8

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

x 1 000

Afghanen Irakezen Iraniërs Somaliërs

Page 192: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 195

vanIrakezenwashethoogst inde jarenvoordeeeuwwisselingennamdaarnaaf,maarsinds2006stijgthunimmigratieweersterk.DegrootstegroepenIraansevluchtelingenkwamenrond1996en2001naarNederland,ongeveergelijktijdigmetdegrootstegroepenimmigrantenuitSomalië.NetalsbijdeIrakezenneemtsinds2006deimmigratievanSomaliërsweersterktoe.DithangtsamenmethettoenmaligecategorialebeschermingsbeleidvoorasielzoekersuitCentraal-IrakenuitCentraal-SomaliëenZuid-Somalië(zieparagraaf2.2).Indejarenrond2004wasgezinsmigratiebijdezeviergroepeneenvakervoorkomendmotief dan asielmigratie. Alleen onder Somaliërs was het vluchtelingenmotiefnogsterker.Indezeperiodeverlietenpersaldoookmeerallochtonenuitdeviervluchtelingengroepenonslanddandaterbijkwamen(ziehoofdstuk2).

Somaliërs verlaten Nederland het vaakstNietalleimmigrantenuitdevluchtelingengroepenblijveninNederland.Vandeimmigrantenuit1999isachtjaarlatereenkwartweeruitNederlandvertrokken.AfghanenblijvenhetmeestinNederland,ruimvijfvandezeswoontnaachtjaarnogsteedsinNederland.BijdeSomaliërsisdatmaardehelftvandeimmigrantenuit 1999.Zij zijnvandeviervluchtelingengroependegenendiehetmeestweeruit Nederland zijn vertrokken. Veel Somaliërs migreerden na hun komst naarNederlanddoornaarhetVerenigdKoninkrijk(Klaver,PoelenStouten,2010).

Vluchtelingen vormen relatief jonge bevolkingsgroepBegin2010zijnallochtonen uitdeviervluchtelingengroepengemiddeld 10 jaarjonger dan autochtonen (staat 2.1). Dat komt doordat de eerste generatie oprelatief jongeleeftijdnaarNederlandisgemigreerd. In1999wasdegemiddeldeleeftijdvandeimmigrantenvandeviervluchtelingengroepen24jaar.Ruimeenkwartvanhenwastoenzelfsjongerdan15jaar.Deeerstegeneratievandeviervluchtelingengroepenisdaarmeegemiddeldveel jongerdandeeerstegeneratievan de klassieke herkomstgroepen. Ook gaat het bij de vluchtelingengroepengemiddeld iets vaker om mannen dan vrouwen vergeleken met de klassiekeherkomstgroepen.VandeeerstegeneratieIrakezenzijnzelfsdrieopdevijfman.OmdatdevluchtelingengroepennognietlanginNederlandzijnenvaaknogjongzijn,isdetweedegeneratienogklein.VandeSomaliërsiseenopdeviervandetweedegeneratie,envandeanderedrievluchtelingengroepenisdateenopdevijf.

10.1.2 Onderwijs

Allochtonenuitdevluchtelingengroepenvertegenwoordigenmaareenkleindeelvandeleerlingeninhetonderwijs.Onderbijvoorbeelddebijna29duizendniet-westersallochtone leerlingen inhetderde leerjaarvanhetvoortgezetonderwijsin schooljaar 2009/’10, zijn Afghanen en Irakezen met elk ruim 800 leerlingenvertegenwoordigd en Iraniërs en Somaliërs met 300 à 400 leerlingen. Het gaatechterwelvaakomallochtonenvandeeerstegeneratie,omdatveelmigrantenvan

Page 193: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

196 CentraalBureauvoordeStatistiek

devluchtelingengroepenopjongeleeftijdnaarNederlandzijngekomen.InleerjaardrievanhetvoortgezetonderwijszijnnegenopdetienAfghaanseenachtopdetien Irakese leerlingenniet inNederlandgeboren.Onder IraanseenSomalischeleerlingen is dit aandeel kleiner (drie tot vier op de tien). Dat is nog altijd veelhogerdanonderdeandereniet-westerseallochtonen,vanwieslechtsruimeenopdetienleerlingenvandeeerstegeneratieis.

Afghaanse en Iraanse leerlingen relatief vaak op havo en vwoAfghaanseenIraansekinderendoenhetinhetderdeleerjaarvanhetvoortgezetonderwijsbijnanetzogoedalsautochtonekinderen. Inhet schooljaar2009/’10zitten ruim twee op de vijf leerlingen van de eerste generatie uit deze groepenop havo of vwo. Van de tweede generatie Iraanse leerlingen zitten zelfs bijnadrieopdevijfleerlingenophavoofvwo.Irakeseleerlingenzittenwatvakeropde laagsteniveausvanhetvmbo,maar invergelijkingmetdetotalegroepniet-westerseleerlingendoenzijhetnetietsbeter.Somalischeleerlingenzijnvandeviervluchtelingengroepenhetminstvertegenwoordigdophavoenvwoenhetmeestophet laagsteniveauvanhetvmbo.DetweedegeneratieSomalischeleerlingenvolgtwelvakereenhogeronderwijsniveaudandeeerstegeneratie,maarnogaltijdmindervaakdanzoweldeeerstegeneratiealsdetweedegeneratievandeanderegroepen.HetbeeldvanSomalischeleerlingenkomthetmeestovereenmetdatvanTurkseenMarokkaanseleerlingeninhetvoortgezetonderwijs.

10.2 Verdeling voortgezet onderwijs leerjaar 3 naar onderwijssoort

Bron: Onderwijsstatistieken.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

2009/’10*

2003/’04

2009/’10*

2003/’04

2009/’10*

2003/’04

2009/’10*

2003/’04

Somaliërs

Iraniërs

Irakezen

Afghanen

%

Vmbo-basisberoeps Vmbo-kaderberoeps Vmbo gemengd en theoretisch Havo/vwo

Page 194: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 197

Voorallevluchtelingengroepengeldt,netalsvoorandereniet-westerseallochtonen,dat de leerlingen tussen schooljaar 2003/’04 en 2009/’10 gemiddeld hogereniveausinhetderdeleerjaarzijngaanvolgen(zieookparagraaf3.3).Relatiefmeerleerlingen zijn havo en vwo gaan volgen en veel minder leerlingen zijn op hetlaagsteniveauvanhetvmboterechtgekomen.

Slagingspercentages aan lage kantVan de leerlingen uit de vluchtelingengroepen in het voortgezet onderwijsslaagden er in schooljaar 2008/’09 veel minder voor het eindexamen dan vanautochtone leerlingen. De slagingspercentages van de vluchtelingengroepenkomen meer overeen met die van de totale groep niet-westerse allochtonen.In 2008/’09 behoorde de meerderheid van de eindexamenkandidaten in allevier de vluchtelingengroepen tot de eerste generatie. Wellicht dat aspecten diesamenhangenmethetnietinNederlandgeborenzijn,zoalsmeermoeitehebbenmetdeNederlandsetaal,eenrolspelenbijdelagereslagingspercentages.

Somalischeleerlingenvolgdeneenlageronderwijsniveaudandeanderegroepen,maarinhunexamenresultatendoenzenietondervoordeanderegroepen.Opdelaagstevmbo-niveausenopdehavohaddenzein2008/’09vandeviergroepenzelfshethoogsteaandeelgeslaagden.DehogedeelnamevanAfghaanseenIraanseleerlingenaanhavoenvwovertaaltzichnietteruginhogeslagingspercentages.Zo behaalde maar 60 procent van de Afghaanse eindexamenkandidatenhavo het diploma. De Iraanse leerlingen hadden op het vwo net iets lagereslagingspercentagesdandeanderevluchtelingengroepen.Ditisandersdaninde

10.3 Aandeel geslaagde examenkandidaten per onderwijssoort in het voortgezet onderwijs, 2008*

Bron: Onderwijsstatistieken.

%

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Afghanen Irakezen Iraniërs Somaliërs

Vmbo-bk Vmbo-gt Havo Vwo

Page 195: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

198 CentraalBureauvoordeStatistiek

drievoorgaande jaren, toendeslagingspercentagesvandezespecifiekegroepenleerlingen hoger lagen. Overigens geldt voor alle groepen leerlingen uit devluchtelingengroepen dat de slagingspercentages over de jaren heen fluctueren,waarschijnlijkomdathetomkleinegroepenleerlingengaat.Maartochkwamenookindedriejaarvoor2008deslagingspercentagesvandeleerlingenvandeviervluchtelingengroepen meer overeen met die van de totale groep niet-westerseleerlingendanmetdievanautochtoneleerlingen.

Op universiteit relatief veel Iraanse studentenNaastmeerdeelnameaanhavoenvwo,studerenerookmeerAfghanenenIraniërsin het hoger onderwijs dan Somaliërs en Irakezen. Op 1 oktober 2009 waren erbijna7400studentenuitdeviervluchtelingengroepeningeschreveninhethogeronderwijs. Het waren bijna allemaal studenten van de eerste generatie. TweederdehadeenAfghaanseofIraanseachtergrond.Noggeen600studentenwarenvan Somalische herkomst. Binnen het hoger onderwijs volgen bijna twee op devijfAfghaanse en Irakese studenten wetenschappelijk onderwijs. Bij de Iraansestudentenhogeronderwijsisditaandeelhoger,enstudeertbijnadehelftaaneenuniversiteit. De Somalische studenten kiezen vaker voor het hbo (75 procent).Onderhenzijnanderhalfkeerzoveelmannenalsvrouwen.OnderdeSomalischestudentenaandeuniversiteitisditomgekeerdenzijnerjuistanderhalfkeerzoveelvrouwenalsmannen.Zo’nverschil tussenmannenenvrouwen isernietbijdeanderedriegroepen.Vergelekenmetvijfjaareerderstuderenerop1oktober2009welruimtweemaalzoveelvrouwelijkestudentenuitdevluchtelingengroepeninhethogeronderwijs.Hetaantalmannelijkestudentensteegminderhard,enligtin2009ruimanderhalfkeerhogerdanvijfjaareerder.

Staat 10.1 Deelname hoger onderwijs, 1 oktober 2009*

Hogeronderwijs Aandeelhbo-studenten Aandeelwo-studenten

x1000 %

Afghanen 2,3 63 38Irakezen 1,8 64 36Iraniërs 2,7 54 46Somaliërs 0,6 75 26

Bron:Onderwijsstatistieken.

Afghaanse jongeren minst vaak voortijdig schoolverlaterVandeleerlingenonderde23jaaruitdevluchtelingengroepenhakenSomalischeleerlingenophetmbohetvaakstafzonderstartkwalificatie.Inschooljaar2008/’09warendaterruimeenopdeacht.IrakeseenIraansejongerenverlietenmeteen

Page 196: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 199

opdetienleerlingenhetmboietsmindervaakvoortijdigdanhetgemiddeldevanalleniet-westersembo-leerlingen.Afghaansejongerenwarenophetmbometeenopdedertienhetminstvaakvoortijdigschoolverlater.Datismaarietsvakerdanautochtone jongeren. Jongens uit de vluchtelingengroepen haken anderhalf tottweekeerzovaakvoortijdigafalsmeisjes.Ditkomtovereenmethetalgemenebeelddatmeisjeshetmbovakermeteenstartkwalificatieverlatendan jongens.Vergelekenmet2005/’06zijndeaandelenvoortijdigschoolverlatersondermbo-leerlingen uit de vluchtelingengroepen in 2008/’09 met ongeveer een kwartgedaaldenzitnuophetlaagsteniveausinds2005/’06.IndieheleperiodehaaktenAfghaanseleerlingenhetminstafenSomalischeleerlingenhetmeest.Ookvanuithetvoortgezetonderwijskunnen leerlingenzonder startkwalificatiehetonderwijsverlaten.Datgebeurtechterveelmindervaakenomdatdeaantallenleerlingenvandeviervluchtelingengroepeninhetvoortgezetonderwijsookkleinzijn,ishiergeengoedbeeldvanteschetsen.

10.1.3 Arbeidsmarkt

Iraniërshebbenmet45procentin2009hethoogsteaandeelvandevluchtelingen-groepen dat als werknemer in loondienst is, gevolgd door Afghanen met41procent.Somaliërshebbenhetlaagsteaandeelwerknemers;25procentin2009.Bijalleviervluchtelingengroepenisditaandeellagerdanbijdegehelegroepniet-westerseallochtonen.HetaandeelwerknemersisechteronderAfghanen,IrakezenenvooralIraniërssinds1999veelsterkertoegenomendanonderdeoverigeniet-westerseallochtonen.Ooktijdensdeconjunctuurdalinginhetbeginvandezeeeuwnamdearbeidsdeelnametoebijdezedrienieuweregroepen.Bijdeeconomischetegenwindvan2009stagneerdedezegroeidaarentegenwel.

BijIraniërsbedraagtin2009dearbeidsdeelnamevanvrouwen42procent.Datisveel hoger dan bij de andere vluchtelingengroepen. Wel ligt in alle groepen dearbeidsdeelnamevanvrouwenopeenhogerniveaudanin1999.

Inalleleeftijdgroepenishetaandeelpersoneninloondiensttussen1999en2009gestegen.Hetaandeel15-tot25-jarigenvanAfghaanseenIraanseherkomstmeteenbaanisdaarbijevengrootgewordenalsonderdetotalegroepniet-westerseallochtonenvandieleeftijd.

Arbeidsdeelname Somaliërs blijft achterAlleenonderSomaliërsishetaandeelwerknemersjuistafgenomen,van33procentin1999naar25procentin2009.DatkomtonderanderedoordatveelhennietlanginNederlandblijven.Hetaandeelwerkendevrouwen indezegroep iswel ietstoegenomen,maarhetaandeelmannelijkewerknemersisforsgedaald.

Page 197: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

200 CentraalBureauvoordeStatistiek

Staat 10.2 Aandeel werknemers naar leeftijd en geslacht, 15 tot 65 jaar

Niet-westerse waaronder allochtonen Afghanen Irakezen Iraniërs Somaliërs

%

1999Totaal 49 23 25 37 33

Man 55 30 32 42 46Vrouw 42 13 13 30 13

15tot25jaar 48 32 31 36 3325tot45jaar 55 21 26 40 3545tot65jaar 34 9 13 29 14

2009Totaal 51 41 33 45 25

Man 55 50 39 48 31Vrouw 47 31 25 42 18

15tot25jaar 47 48 40 45 2725tot45jaar 56 42 34 49 2645tot65jaar 44 27 24 40 17

Bron:SSB.

Tweede generatie is vaker werknemerDe tweede generatie van de vluchtelingengroepen is in 2009 vaker werknemerdan de eerste generatie. Onder Iraniërs van de tweede generatie is het aandeelwerknemers zelfs hoger dan bij de totale niet-westerse tweede generatie.Waarschijnlijk speelt hun hogere opleidingsniveau hier een belangrijke rol in.BijdeanderedrievluchtelingengroepenisdearbeidsdeelnameonderdetweedegeneratiehethoogstwanneeréénouderookinNederlandisgeboren.Datlaatstekomtovereenmetdehogerearbeidsdeelnamevanhunouders,wantpersonenuitdevluchtelingengroependieeenrelatiehebbenmeteenautochtonepartnerhebbenookvakereenbaan.Hetaandeelvanpersonenmeteendergelijkegemengderelatiein de totale groep is overigens niet erg groot en varieerde van 1 procent onderAfghanentot7procentonderIraniërsin2008.

Sterke stijging zelfstandigenOokhetaandeelAfghanen,IrakezenenIraniërsdatalszelfstandigewerktisvanaf1999sterkertoegenomendanbijdegehelegroepniet-westerseallochtonen.OnderAfghanenenIrakezenwashetaandeelzelfstandigenin1999noggering,maarlaghet in2008alophetgemiddeldeniveauvanalleniet-westerseallochtonen.HetaandeelzelfstandigenonderIraniërslagin1999alwathoger,maarissindsdienverdubbeldtotbijna7procentin2008enisdaarmeehethoogst(zieookVanderVliet,WageveldenGarssen,2007).OnderSomaliërszijnnietveelzelfstandigen,

Page 198: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 201

ondanksenigegroeisinds1999.Bijdehelegroepniet-westerseallochtonennamhetaandeelzelfstandigenmeteenderdetoe,tot4,8procentin2008.

Iraniërs hebben hoogste inkomensDe arbeidsmarktdeelname bepaalt in hoge mate de welvaartspositie die deonderscheiden groepen hebben kunnen verwerven in hun sociaaleconomischeintegratieproces.ZohebbenIraniërsin2008eeninkomenspositiedieietsbeterisdanhetgemiddeldevoordetotalegroepniet-westerseallochtonen.Hetgemiddeldegestandaardiseerde huishoudensinkomen2) van de andere drie groepen ligt eenkwart lager dan dat van Iraniërs. Dit komt waarschijnlijk doordat de Iraniërsgemiddeldouderenhogeropgeleidzijndandeanderen(staat2.1,VanderVlietetal.,2007).Hierdoorhebbenzijbijbijvoorbeeldeenvrijwelgelijkniveauvandeel-nameaanbetaaldearbeidalsAfghanen tocheenhoger inkomen.Ookhethogeaandeelzelfstandigenenhet feitdateengrootaandeelvandeIraansevrouwenwerkt,dragenbijaanhethogereinkomen.

10.1.4 Dynamiek op de arbeidsmarkt

Dezeparagraafbehandeltdesituatieopdearbeidsmarktin2007voordegenendie25tot45jaarwarenin1999.Dezegroepvolgtvoorhetgrootstedeelgeenonderwijsmeerenisnognietoudgenoegomdefinitiefuithetarbeidsprocestetreden.Door

2) VooreentoelichtingziekaderInkomeninparagraaf5.1.

10.4 Aandeel zelfstandigen, 15 tot 65 jaar

Bron: SSB.

%

0

1

2

3

4

5

6

7

Niet-westerse allochtonen

Afghanen Irakezen Iraniërs Somaliërs

1999 2003 2007 2008

Page 199: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

202 CentraalBureauvoordeStatistiek

debelangrijkstebronvaninkomsten3)in1999en2007tevergelijkenontstaatereenbeeldvandearbeidsmarktdynamiek.Langnietallemigrantenuitdevluchtelingengroepenblijvenzo’nlangeperiodein Nederland. Zo heeft van de 25- tot 45-jarige Somaliërs uit 1999 twee derdeNederlandalweerverlatenin2007.BijdeIrakezenligtdataandeelopeenderde.Afghanen en Iraniërs zijn het meest gebleven. Vanwege deze grote verschillenzijn verschuivingen in de belangrijkste bron van inkomsten alleen onderzochtonder de blijvers. Onder de personen met betaalde arbeid als belangrijkstebron van inkomsten lag het aandeel vertrekkers overigens wat lager dan onderuitkeringsontvangersenpersonenzonderinkomensbron.

Staat 10.3 Veranderingen in belangrijkste bron van inkomsten van 25 tot 45-jarigen in cohort 1999

Belangrijkstebronvaninkomstenin2007

Werknemer Zelfstandige Uitkering/ Scholier/ Overig pensioen student

Belangrijkstebronvaninkomstenin1999 %

AfghanenWerknemer 66 8 21 1 5Zelfstandige 17 60 11 0 12Uitkering/pensioen 36 7 44 1 13Scholier/student 78 8 . . .Overig 36 5 42 1 16

IrakezenWerknemer 57 6 26 0 9Zelfstandige 24 52 17 . 7Uitkering/pensioen 27 5 56 1 12Scholier/student 59 13 14 4 10Overig 30 5 42 2 23

IraniërsWerknemer 73 7 16 0 4Zelfstandige 24 57 12 0 8Uitkering/pensioen 37 7 47 1 9Scholier/student 63 15 10 4 10Overig 37 6 31 1 23

SomaliërsWerknemer 61 0 29 0 8Zelfstandige . . . . .Uitkering/pensioen 18 0 71 0 12Scholier/student 60 . . . .Overig 18 0 62 3 21

Bron:SSB.

3) Afhankelijkvandebelangrijksteinkomstenbroniseenpersoonnudusòfwerknemeròfzelfstandige;anders dan in de voorgaande paragraaf kan een persoon dus niet in beide categorieën wordenmeegeteld.

Page 200: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 203

Bijna de helft van Afghanen en Iraniërs verruilt uitkering voor werkVandeIraansewerknemersin1999was73procentookin2007nog(hoofdzakelijk)werknemer,terwijl7procentvanhenalszelfstandigewerkzaamwasen16procentrondmoestkomenvaneenuitkering.WerknemersuitAfghanistan,IrakenSomaliëwarennaacht jaarmindervaaknog in loondienstenvakerafhankelijkvaneenuitkering.VandeAfghaansewerknemerswas66procentnogwerknemer,envandeIrakeseenSomalischewerknemersrondde60procent.VandeAfghanenenIraniërsdiein1999inhoofdzaakafhankelijkwarenvaneenuitkeringwasbijbijnadehelftdesituatiein2007indatopzichtnietveranderd.DitgoldbijIrakeseuitkeringsontvangersvoormeerdandehelftenbijSomalischeuitkeringsontvangers voor bijna drie kwart. Daar staat tegenover dat voor eenderdetotbijnadehelftvandeuitkeringontvangersin1999achtjaarlaterarbeiddebelangrijkstebronvaninkomenwasgeworden;alleenvoordeSomaliërswasdatwatminder.

Iraanse vrouwen hebben stabiele arbeidsmarktsituatieDe economische emancipatie van Iraanse vrouwen lijkt het verst gevorderdvergeleken met Afghaanse, Irakese en Somalische vrouwen. Zo blijven deIraansevrouwenvan1999op2007hetvaakstinNederland,blijvenzijhetvaakstbetaald werk doen en hebben zij het hoogste aandeel dat overgaat van eenuitkeringsafhankelijkesituatienaarbetaaldwerk.ZijwordenhieringevolgddoordeAfghaanseendaarnadeIrakesevrouwen.Inallegroepenzijnvrouwenin2007overigensvakerdanmannenineenuitkeringssituatiegebleven.

10.1.5 Criminaliteit

Hetconformerenaandewettenvaneenlandiseenvormvanmaatschappelijkeparticipatie en als zodanig een indicator van het integratieproces. Crimineelgedraglevertinditlichtgeenpositievebijdrageaandeintegratie,maaroverdeinterpretatievandebetekenisdaarvanlopendemeningenuiteen(zieookGijsberts& Dagevos, 2009). Deze paragraaf behandelt de geregistreerde criminaliteit vanAfghanen,Irakezen,IraniërsenSomaliërs.

Sterke stijging aandeel Afghaanse en Irakese verdachte mannenHetaandeelmannenvandeviervluchtelingengroependatverdachtwordtvaneenmisdrijf,istussen1999en2007gestegen.DitkomtovereenmethetalgemenebeeldinNederlandindezeperiode(ziehoofdstuk7).AlleenonderSomaliërsnamhet aandeel verdachten onder de mannen tussentijds af en later weer toe. Hunaandeelisinallejarenwelveelgroterdanonderdeanderegroepen.HetaandeelAfghaanseenIrakeseverdachtemannenistussen1999en2007meerdanverdubbeld;dit iseenveelsterkerestijgingdanonderautochtonenenniet-westerseallochtoneninhetalgemeen(ziehoofdstuk7).DoordezetoenameishetaandeelAfghaanseenIrakeseverdachtemannenin2007ongeveergelijkaandat

Page 201: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

204 CentraalBureauvoordeStatistiek

van Iraniërs. In 1999 lag dit aandeel van de Iraniërs nog veel hoger dan bij deAfghanenenIrakezen.HetaandeelverdachtemannenbijAfghanen,IraniërsenIrakezenligtin2007integenstellingtotbijSomaliërs,nogwellagerdandatvandetotalegroepniet-westerseallochtonen.

Tweede generatie Afghanen minst vaak verdachtOveralleleeftijdenenbijzowelvrouwenalsmannenwarenSomaliërsin2007hetvaakstverdachtevaneenmisdrijfenAfghanenhetminstvaak.BijSomaliërsenIrakezenzijneronderdetweedegeneratiemeerverdachtendanonderdeeerstegeneratie.Ditgeldtookvoorhettotaalvandeniet-westerseallochtonen.BijIraniërsishetaandeelverdachtenvoorbeidegeneratiesevengrootenbijAfghanenligtditaandeelbijdetweedegeneratiejuistlagerdanbijdeeerstegeneratie.

10.2 Drie Oost-Europese herkomstgroepen

Anders dan vluchtelingen hebben recente Oost-Europese immigranten vooraleconomischemotievenomnaaronslandtekomen.InditdeelvanhethoofdstukgaatdeaandachtalleenuitnaardegenendiezichbijeenNederlandsegemeenteals inwoner hebben ingeschreven en daarmee aangeven voor langere tijd inNederland tewillenverblijven.HiernaastzijnernogveelOost-EuropeanendieslechtskortinNederlandverblijvenenzichnietalsinwonerinschrijven.Hetgaathierbijomenkeletienduizendentijdelijkewerknemers,zoalsuitzendkrachtenenseizoensarbeiders.Zijblijvenindithoofdstukbuitenbeschouwing.

10.5 Aandeel verdachten van misdrijven, mannen van 12 jaar en ouder

Bron: KLPD/HKS en CBS/SSB.

1999 2003 2007

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Totaal niet-westerseallochtonen

Afghanen Iraniërs Irakezen Somaliërs

%

Page 202: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 205

10.2.1 Demografische kenmerken

Polenvormenop1 januari2010met77duizendinwonersverrewegdegrootstegroepvandedriegroepenOost-Europeanen.HetaantalRoemenenenBulgarenisvijfkeerzoklein.

Meeste immigranten komen uit PolenIndeafgelopen tien jaarkwamener steedsmeerOost-EuropesemigrantennaarNederland.DezestijgingiseendirectgevolgvandeuitbreidingvandeEuropeseUnie.DegrootstegroepenOost-EuropesemigrantenkomenuitPolen(sinds2004EU-lid) en uit Roemenië en Bulgarije (beide sinds 2007 EU-lid). Hun aantal inNederlandissindshetbeginvandezeeeuwverdrievoudigd.HetaantalBulgareniszelfsachtkeerzogrootgeworden.DegrootstegroepimmigrantenkomtuitPolen,driekeerzoveelalsuitBulgarijeenzeskeerzoveelalsuitRoemeniëin2009.Welisdeimmigratieuitdezedrielandenin2009voorheteerstsindsjarenlichtgedaald.

Kwart na twee jaar weer vertrokkenOokdegenendiezichals inwonervanNederland inschrijven,blijvenvaaknietvoor langetijd.VandePolen,RoemenenenBulgarendie in2005naarons landkwamen, is twee jaar lateralweereenkwartuitNederlandvertrokken.Vandeimmigrantenuit1999isachtjaarlaterbijna40procentweergeëmigreerd.PoolseenRoemeensemannenvertrekkenvakerdandevrouwenuitdezeherkomstgroepen(totanderhalfkeerzovaak).VandePolen,RoemenenenBulgarendiein1999alinNederlandwoonden(dusvoordetoenamevandeimmigratie),woontmetzesvandezevenhetgrootstedeelnogsteedsinNederlandin2007.ZijlijkenzichdefinitiefinNederlandgevestigdtehebben.

10.6 Immigratie van drie Oost-Europese migrantengroepen

Bron: Bevolkingsstatistieken.

x 1 000

0

2

4

6

8

10

12

14

16

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

Polen Roemenen Bulgaren

Page 203: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

206 CentraalBureauvoordeStatistiek

Werk belangrijkste motief voor immigratieVanwegedezeerrecentemigratiebestaandedrieOost-Europesebevolkingsgroepenop1januari2010voorhetgrootstedeeluiteerstegeneratieallochtonen.ZoisdriekwartvandePolenenRoemenenvandeeerstegeneratie.BijdeBulgarenligtdataandeelzelfsop90procent.Sindsde toetredingvanPolen totdeEuropeseUnie in2004envanBulgarije enRoemeniëin2007mogenimmigrantenuitdielandenzichvrijvestigeninNederland.Sindsdien is de immigratie uit deze landen sterk toegenomen. Ze komen vooralvoorwerk,zoweldemannenalsdevrouwen.IndeperiodevoordatdezelandenwarentoegetredentotdeEU,wasjuistgezinsmigratiehetbelangrijkstemotiefomnaarNederlandtekomen.Denieuwemigrantenzijnvooraltwintigersendertigers.Van de eerste generatie Polen en Roemenen is circa drie op de vijf vrouw. DeoververtegenwoordigingvanvrouwenonderPolenisvóór2005ontstaan;daarnaimmigreerdenpersaldomeerPoolsemannendanvrouwen.VandevrouwendieallangerdanvijfjaarinNederlandverblijvenheeft30procent(BulgarijeenRoemenië)tot40procent(Polen)eenautochtonepartner.Bijdenieuwereimmigranten,vooralbijdePoolsevrouwen,liggendezepercentagesaanzienlijklager.

10.2.2 Arbeidsmarkt

DearbeidsdeelnamevandeallochtonenuitPolen,BulgarijeenRoemenië indithoofdstuk heeft alleen betrekking op personen die zich officieel in Nederlandhebbengevestigd.Dezepersonenvormenechterslechtseendeelvanallepersonenafkomstig uit deze nieuwe lidstaten die betaald werk verrichten in Nederland.MeerdandehelftvandewerkendenuitOost-EuropeselidstatenvandeEUisalspendelaarwerkzaaminNederlandenwerktdus inNederlandzonderzichhierofficieel tevestigen(Corpeleijn&Heerschop,2008;DeBoom,Weltevrede,RezaienEngbersen,2008).

Polen zijn het vaakst werkzaamIn 2009 had 57 procent van de in Nederland gevestigde Polen een baan alswerknemer.DatismeerdanbijdeRoemenenenBulgaren,waarvanrespectievelijk43 en 19 procent in loondienst was. In vergelijking met 1999 is het aandeel inNederland woonachtige Polen in loondienst niet veel veranderd, alhoewel hunabsoluteaantalwelverdrievoudigdis.HetaandeelwerknemersonderRoemenenisgedaaldenonderBulgarenzelfszeersterkgedaaldinvergelijkingmet1999.DezedalingkomtdoordatBulgarenenRoemenensindsdelaatsteuitbreidingvandeEUin2007welhetrechthebbenverkregenomzichinNederlandtevestigen,maaranders dan Polen nog slechts beperkte rechten hebben voor het verrichten vanbetaaldearbeidinloondienst.VandeOost-Europesewerknemerswerkteengrootaandeelbijbedrijvenindezakelijkedienstverlening(waaronderuitzendbureaus)enindeindustrieenbouwnijverheid.

Page 204: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 207

Het aandeel zelfstandigen in de periode van 1999 tot en met 2008 laat eenander beeld zien, omdat de Nederlandse arbeidsmarkt wel opengesteld is voorzelfstandigen.DatverklaartdathetaandeelzelfstandigennietalleenonderPolensterk is gegroeid, maar vooral ook onder Bulgaren. In contrast hiermee is hetaandeelzelfstandigenonderRoemenennauwelijksgestegen.In2008werkteruim8procentvandePolen,bijna13procentvandeBulgarenenruim6procentvandeRoemenenalszelfstandigeinNederland.Eengrootdeelvandezelfstandigeniswerkzaamindebouwnijverheid.

Staat 10.4 Aandeel werknemers naar leeftijd en geslacht, 15 tot 65 jaar

Polen Roemenen Bulgaren

%1999Totaal 52 53 45

Man 65 62 50Vrouw 46 47 41

15tot25jaar 46 46 3825tot45jaar 57 58 5145tot65jaar 49 47 37

2009*Totaal 57 43 19

Man 57 44 15Vrouw 57 43 22

15tot25jaar 53 24 1425tot45jaar 60 49 2045tot65jaar 51 43 22

Bron:SSB.

10.7 Aandeel zelfstandigen, 15 tot 65 jaar

Bron: SSB.

%

0

2

4

6

8

10

12

14

Polen Roemenen Bulgaren

1999 2003 2007 2008

Page 205: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

208 CentraalBureauvoordeStatistiek

Toename aandeel werkende Poolse vrouwenHet aandeel werknemers onder Poolse vrouwen nam van 46 procent in 1999toe tot 57 procent in 2009. Dat komt neer op een toename van bijna een kwart.Waarschijnlijk werkten in 1999 minder Poolse vrouwen, omdat ze ooit naarNederlandwarengekomenvanwegeandereredenendanarbeid,bijvoorbeeldeenhuwelijk. Het aandeel werkende Poolse mannen lag in 2009 juist iets lager danin1999.InmiddelswerkenPoolsevrouwennetzovaakalsPoolsemannen.Anders dan bij niet-westerse bevolkingsgroepen, is onder Polen en Roemenende arbeidsdeelname van personen met een partner uit de eigen herkomstgroepweinigverschillendvandievanpersonenmeteenautochtonepartner.DesterkedalingvanhetaandeelwerknemersonderBulgarentussen1999en2009isgeheeltoeteschrijvenaandenieuweimmigranten.

Bulgaren hebben laagste inkomensBulgaren hadden in 2008 een lager huishoudensinkomen dan de andere Oost-Europesegroepen.DeinkomenspositievandePolenisaanzienlijkbeterendievandeRoemenennogbeter.BijdeBulgarenisookhetaandeeleconomischzelfstandigepersonen het laagst. Polen zijn juist het vaakst economisch zelfstandig, watsamenhangtmethunhogerearbeidsdeelname.

10.2.3 Dynamiek op de arbeidsmarkt

Vandegenendie25tot45jaarwarenin1999isnagegaanwathun(sociaalecono-mische)situatiewasin2007.Doordebelangrijkstebronvaninkomsten4)in1999en2007 tevergelijkenontstaatereenbeeldvandearbeidsmarktdynamiek.Vande ruim 13 duizend Polen, Roemenen en Bulgaren die in 1999 als inwoner vanNederlandingeschrevenwaren,woontachtjaarlatereengrootdeelnogsteedsinNederland.HetgaatomnegenvandetienPolenenachtvandetienRoemenenenBulgaren.Alleenvandezepersonenzijnde(sociaaleconomische)situatiesin1999en2007vergeleken.DoordesterktoegenomenimmigratievandeOost-Europesegroepenna1999,gaathetomeenrelatiefkleindeelvanalleOost-Europeanendiein2007inNederlandwonen.

Ruim vier van de vijf werknemers na acht jaar nog werkzaamVande25-tot45-jarigePoolsewerknemersin1999was83procentookin2007nog(hoofdzakelijk)werknemer, terwijl4procentvanhen inmiddelsalszelfstandigewerkzaamwas.VandekleinereaantallenBulgaarseenRoemeensewerknemerswasdriekwartachtjaarlaternogsteedsinloondienst,maarwerkterespectievelijk8en6procentalszelfstandige.SlechtseenopdetienOost-Europesewerknemersuit1999moestin2007merendeelsrondkomenvaneenuitkering.

4) Afhankelijkvandebelangrijksteinkomstenbroniseenpersoonnudusòfwerknemeròfzelfstandige;anders dan in de voorgaande paragraaf kan een persoon dus niet in beide categorieën wordenmeegeteld.

Page 206: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 209

VandePolendiein1999hoofdzakelijkafhankelijkwarenvaneenuitkeringwasvoor56procentdesituatiein2007indatopzichtnietveranderd.BijdeBulgarenenRoemenenlagdataandeelwatlager,op45procent.Daarstaattegenoverdatbijallenvoorruimeenderdevandeuitkeringontvangersin1999betaaldearbeiddebelangrijkstebronvaninkomenwasgewordenachtjaarlater.Vandepersonenzonderbronvaninkomstenin1999haddehelftin2007inkomstenuitbetaaldwerk.

Staat 10.5 Veranderingen in belangrijkste bron van inkomsten van 25 tot 45-jarigen in cohort 1999

Belangrijkstebronvaninkomstenin2007

Werknemer Zelfstandige Uitkering/ Scholier/ Overig pensioen student

Belangrijkstebronvaninkomstenin1999 %

PolenWerknemer 83 4 8 0 5Zelfstandige 26 61 6 . 8Uitkering/pensioen 32 3 56 . 10Scholier/student 74 8 7 . 12Overig 46 4 9 0 42

RoemenenWerknemer 77 6 10 . 8Zelfstandige 21 60 12 . 7Uitkering/pensioen 37 8 45 . 9Scholier/student . . . . .Overig 47 6 6 1 40

BulgarenWerknemer 75 8 11 . 6Zelfstandige . . . . .Uitkering/pensioen 32 10 46 . 12Scholier/student 61 . . . .Overig 50 5 9 . 34

Bron:SSB.

Oost-Europese vrouwen vaker dan mannen geen eigen inkomstenbronOnderdevrouwenuitdedrieOost-Europesegroepenishetaandeeldatin1999geeneigenbronvaninkomstenheeftrelatiefgroot,35procent.Vandezevrouwenisin2007slechtseenkleindeelvertrokkenuitNederland,terwijlvandemannenzonder eigen inkomstenbron in 1999 rond de helft uit Nederland is vertrokkenin2007.DatistoeteschrijvenaanhetfeitdatveelOost-EuropesevrouweninhetverledennaarNederlandzijngekomennietvanwegearbeid,maarveelalalsbruidvaneeninNederlandwonendeman(DeBoometal.,2008).Onderdevrouwenzondereigenbronvaninkomstenin1999heefteenderdein2007nogsteedsgeeneigeninkomen.

Page 207: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

210 CentraalBureauvoordeStatistiek

10.2.4 Criminaliteit

Deze paragraaf beschrijft het aandeel mannen onder de drie Oost-Europesegroepen,datgeregistreerdstaatalsverdachtevaneenmisdrijf.Ditiseenindicatorvoorintegratie.

Aandeel Oost-Europese verdachten niet heel hoogBij alle drie de Oost-Europese groepen ligt het aandeel mannelijke verdachtenin2007rond3procent.Tussen1999en2007isditaandeelvrijconstantgebleven,alvertoonthetaandeelverdachtePoolsemannenvanaf2003eenlichtstijgendetrend.Bulgaarsemannenwarenin1999vakerverdachtedanmannenvandeanderetweegroepen,maarditaandeelisindejarendaarnavrijwelgelijkaandatvanPolenenRoemenen.Vergelekenmetdeniet-westerseallochtonenzijnPoolse,RoemeenseenBulgaarsemannenmindervaakverdachte.Vergelekenmetdeautochtonemannen,vanwie2procentverdachtwerdin2007,ishetaandeelechterwathoger.Overigens is erookophet terreinvancriminaliteit sprakevanpendel:doordeNederlandsepolitieiserin2008eenevengrootaantalOost-EuropeseverdachtengeregistreerddatnietinNederlandwoonachtigis(KLPD,2009).

OndervrouwenuitdeOost-Europesegroepenlaghetaandeelverdachtenin2007rond de 1 procent, met relatief iets meer Bulgaarse dan Poolse en Roemeensevrouwelijkeverdachten.De eerste generatie binnen de drie groepen verschilt met nog geen 2 procentverdachten weinig van elkaar. Het aandeel verdachten onder tweede generatie

10.8 Aandeel verdachten van misdrijven, mannen van 12 jaar en ouder

Bron: KLPD/HKS en CBS/SSB.

1999 2003 2007

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10%

Polen Roemenen Bulgaren

Page 208: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 211

PolenenRoemenen ligt ietshogerdanonderdeeerstegeneratie.Bulgarenvandetweedegeneratiezijnmetbijna9procentverdachtenin2007echterveelvakerverdacht.Ookindeleeftijdvan12tot18jaarzijnBulgarenrelatiefvakerverdachtedanPoolseenRoemeensejongeren.Hetabsoluteaantalverdachtenisnietzogroot,omdathet,vooralbijdetweedegeneratie,nogomkleinegroepengaat.

10.3 Conclusie

De beschrijving van maatschappelijke integratie verschaft meestal vooralinformatieoverTurken,Marokkanen,SurinamersenAntillianen.Diverseanderebevolkingsgroepen zijn in de afgelopen tien jaar echter sterker in omvangtoegenomen.Dithoofdstukgaatdaarominopeenaantalvandezegroepen.Alseerstedeniet-westerseallochtonenvanAfghaanse,Irakese,IraanseenSomalischeherkomst, die merendeels als vluchteling naar Nederland zijn gekomen. AlstweededewesterseallochtonenvanPoolse,BulgaarseenRoemeenseherkomst,vanwiedekomstnaarNederlandveelgemakkelijker isgewordendoorrecenteuitbreidingenvandeEU.

De grootste instroom van de vier vluchtelingengroepen vond plaats in de jarennegentigenissindsdiensterkafgenomen,hoewelindeafgelopenjarendeimmi-gratievanuitIrakenSomaliëweertijdelijkistoegenomen.VoorveelvluchtelingenishetverblijfinNederlandvantijdelijkeaard,inafwachtingvanverbeteringeninhet landwaaruit zij zijngevlucht.MomenteelwonendemeestegeïmmigreerdevluchtelingenuitAfghanistanenIrannoginNederland.SomalischeimmigrantenhebbenNederlandvaakweerverlatenenzijnvooreenbelangrijkdeelnaarhetVerenigdKoninkrijkgemigreerd.

Het sociaaleconomische integratieproces van Iraniërs, die gemiddeld al hetlangst in Nederland zijn, lijkt van de vier vluchtelingengroepen het meestsuccesvolverlopentezijn.Zijzijngoedvertegenwoordigdinhetmiddelbaarenhoger onderwijs. Dat geldt ook voor hun deelname op de arbeidsmarkt: onderzelfstandigenishunaandeelzelfsbijzonderhoog.DitkomtwaarschijnlijkdoordatdeIraansevluchtelingeneenoverwegendhoogopgeleideenmodernegroepzijn(GijsbertsenDagevos,2009).HetintegratieproceslijktooktamelijkgoedgevorderdtezijnvoorAfghaneneninietsminderematevoorIrakezen.Demaatschappelijkeparticipatie van Somaliërs is het meest problematisch en dat geldt ook voor deontwikkeling daarvan in de afgelopen jaren. Een mogelijke oorzaak is dat eenrelatiefgrootdeelvandeSomaliërsnogmaarkortinNederlandisdoorhetverloopvan het specifieke migratiepatroon onder Somaliërs (in de jaren rond 2004 eenhogeemigratiegevolgddooreensterktoegenomenimmigratie).Opvallendisdesteedssuccesvolleremaatschappelijkeparticipatievanvrouwen,vooral onder Iraniërs, maar ook onder Afghanen en Somaliërs. Getuige de

Page 209: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

212 CentraalBureauvoordeStatistiek

succesvolleonderwijsdeelnameendegroeiendearbeidsparticipatievanvrouwenindezebevolkingsgroepenmagwordengeconcludeerddatvoorhenintegratieineennieuwemaatschappelijkeomgevinggepaardgaatmetemancipatie.

Op de arbeidsmarkt hebben de vluchtelingengroepen nog een achterstand opde andere niet-westerse allochtonen, hoewel ze in de afgelopen jaren een groteinhaalslaggemaakthebben.Inhetonderwijslijkenzijzelfsbetertepresterendanandereniet-westerseallochtonen,opdeSomalische leerlingenna.Veelbelovendis datAfghaanse en Iraanse leerlingen in het derde leerjaar van het voortgezetonderwijsongeveernetzovaakhavoenvwovolgenalsautochtonen.Welzijnhunslagingspercentageslager.

De criminaliteit onder de vluchtelingengroepen is in tien jaar sterk gestegen, alligt het niveau onderAfghanen, Irakezen en Iraniërs wel lager dan dat van detotalegroepniet-westerseallochtonen.DeSomalischebevolkingsgroepoverstijgtdat niveau in alle jaren. Vooral het hoge aandeel verdachten onder Somaliërslijkteensignaalvanproblematischfunctionerenendaaromredenvoorzorg.Alsgeregistreerde criminaliteit een indicator is voor het integratieproces, dan is destijginghiervanonderdevluchtelingengroepengeenpositiefsignaal.

DemeerrecenteimmigratiestroomvandiversegroepenOost-Europeanenhoudtdirect verband met de uitbreiding van de EU in 2004 (met onder meer Polen)en in 2007 (Bulgarije en Roemenië). Hiermee ontstond voor Polen, Bulgaren enRoemenendemogelijkheidomzichinNederlandtevestigen,watheeftgeleidtoteensterkeaanwasvandezegroepenimmigranten.DaarnaastisereengrootaantalOost-Europeanen,metnamePolen,datzichnietinNederlandvestigt,maarwelinNederlandkomtwerken.IntegratieindeNederlandsesamenlevingisvoordezependelaarsgeenissue;zijzijnverderdanookbuitenbeschouwinggelaten.

DemotievenvanmigrantenuitPolen,RoemeniëenBulgarijevandelaatstejarenzijnsterkwerkgerelateerd.Doorderegelgevingvoordearbeidsmarktzijnerin2009echternogbeperktemogelijkhedenvoorRoemenenenBulgarenomalswerknemeraan de slag te gaan. Voor het uitvoeren van werk als zelfstandige zijn er geenbelemmeringen.SamenmetdemomentenvanEU-uitbreidingbepaaltditinsterkematehetpatroonvanarbeidsmarktparticipatievandeOost-Europesegroepenindeafgelopenjaren.AllereerstvestigdenzichsteedsmeerPoleninNederlanddiealswerknemerofzelfstandigesteedsmeergingendeelnemenaandearbeidsmarkt.InmiddelsvestigenzichooksteedsmeerBulgareninNederland,watgepaardgaatmeteenforsestijgingvanhetaandeelzelfstandigenonderBulgaren.Hetaandeelwerknemersonderhenisvanwegedebeperkingenopdearbeidsmarktvooralsnoggedaald.OnderRoemenenishetaandeelwerknemersookgedaald,maarmindersterk.TeverwachtenisdatmeerBulgarenenRoemenenaanhetwerkgaan,zodrazijnietmeerverplichtzijnomeentewerkstellingsvergunningaantevragen.

Page 210: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 213

Van de ingezetenen uit de drie Europese groepen die in 1999 al in Nederlandwoondenzijndemeestengebleven.Eenbelangrijke reden isdateengrootdeelvan deze Europeanen niet voor werk naar Nederland was gekomen maar voorrelatievorming.Dearbeidsdeelnameonderhenwas in1999vrij laag,maarachtjaar later een stuk hoger. De latere migranten uit Oost-Europa, die vooral voorwerknaarNederlandkomen,gaanveelvakerterug.

OnderOost-Europeanendiezich inNederlandgevestigdhebben ishetaandeelverdachtenvanmisdrijvennieterggroot.DaarnaastregistreertdepolitieongeveerevenveelOost-EuropeseverdachtendienietinNederlandwonen.

Literatuur

Boom, J.de,A.Weltevrede,S.RezaienG.Engbersen (2008).Oost-Europeanen inNederland;eenverkenningvandemaatschappelijkepositievanmigrantenuitOost-Europaen uit voormalig Joegoslavië. Rotterdam: RISBO ContractresearchBV/ ErasmusUniversiteit.

Corpeleijn,A.enM.Heerschop(2008,13oktober).Bijna95duizendOost-Europesewerknemersinonsland.CBS-webmagazine.

Gijsberts, M. en J. Dagevos (red.) (2009). Jaarrapport Integratie 2009. Den Haag:SociaalenCultureelPlanbureau.

Klaver,J.,P.PoelenJ.Stouten(2010).SomaliërsinNederland.Eenverkenningvanhunmaatschappelijkepositieenaanknopingspuntenvoorhetbeleid.Amsterdam:Regioplanbeleidsonderzoek.

KLPD, Dienst Ipol (2009). Landelijk Verdachtenbeeld 2008. Zoetermeer: KorpsLandelijkePolitiediensten.

Mulalic, L., C. Harmsen en K. Oudhof. (2007). Schatting van het aantal voormaligJoegoslavennaarhuidigherkomstgebied.Bevolkingstrends,55(3),38–47.

Vliet,H.N.vander,M.C.C.WageveldenM.J.Garssen(2007).Trendsindepositievanniet-westerseallochtonen.In:R.P.W.JennissenenJ.Oudhof(red.).Ontwikkelingenin de maatschappelijke participatie van allochtonen. Een theoretische verdieping en eenthematischeverbredingvandeIntegratiekaart2006(pp.23–56).Meppel:CBS/WODC/BoomJuridischeuitgevers.

Page 211: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

214 CentraalBureauvoordeStatistiek

Figuren en tabellen in de bijlage op de CBS-internetsite

FiguurB10.1 Aandeelwerknemers,15tot65jaar,vluchtelingengroepenFiguurB10.2 Aandeelwerknemers,15tot65jaar,Oost-Europesegroepen

TabelB10.1 Aandeelvoortijdigschoolverlatersinhetmbo(jongerdan23jaar)inschooljaar2008/’09,vluchtelingengroepen

TabelB10.2 Aandeelwerknemersnaargeneratieensoortrelatie(aldannietgemengd),15tot65jaar,vluchtelingengroepen

TabelB10.3 Inkomeneneconomischezelfstandigheid,2008TabelB10.4 Aantal25-tot45-jarigepersonenin1999enaandeeldatin2007

geëmigreerd is, naar belangrijkste inkomstenbron in 1999,vluchtelingengroepen

TabelB10.5a Veranderingen in belangrijkste bron van inkomsten van 25- tot45-jarigemannenincohort1999,vluchtelingengroepen

TabelB10.5b Veranderingen in belangrijkste bron van inkomsten van 25- tot45-jarigevrouwenincohort1999,vluchtelingengroepen

TabelB10.6 Aandeel niet-westerse verdachten van misdrijven naar leeftijd,geslachtengeneratie,2007

TabelB10.7 Aandeelwerknemersnaargeneratieensoortrelatie(aldannietgemengd),15tot65jaar,Oost-Europesegroepen

TabelB10.8 Aantal25-tot45-jarigepersonenin1999enaandeeldatin2007geëmigreerdis,naarbelangrijksteinkomstenbronin1999,Oost-Europesegroepen

TabelB10.9a Veranderingen in belangrijkste bron van inkomsten van 25- tot45-jarigemannenincohort1999,Oost-Europesegroepen

TabelB10.9b Veranderingen in belangrijkste bron van inkomsten van 25- tot45-jarigevrouwenincohort1999,Oost-Europesegroepen

TabelB10.10 Aandeel verdachten van misdrijven naar leeftijd, geslacht engeneratie,2007,Oost-Europesegroepen

Page 212: zoek.officielebekendmakingen.nl · Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x = geheim – = nihil – = (indien voorkomend tussen

JaarrapportIntegratie2010 215

Medewerkers aan deze publicatieRedactie:

RikvanderVliet,JeroenOoijevaarenAnneliesBoerdam

Opmaakcoördinatie:

RobBroekmanenDickterSteege

Auteurs:

2 Demografie HanNicolaas,ElmaWobmaenJeroenOoijevaar

3 Onderwijs MarijkeHartgers

4 Arbeidsmarkt BoukjeJanssen,MartijnSouren,JeroenOoijevaarenRubenvanGaalen

5 Inkomen en uitkeringen MarionvandenBrakel,TonFerberenLindaMoonen

6 Verkleuring van buurten MarjolijnDas

7 Geregistreerde criminaliteit HarryEggen

8 Sociale samenhang: participatie en vertrouwen SaskiateRieleenHansSchmeets

9 Jeugd: gezondheid en voorzieningengebruik AndreaAnnema,SanderBot(SCP),AngelavandenBroek(SCP)enEllenKleijnen

(SCP)

10 Nieuwe immigrantengroepen KoOudhofenRikvanderVliet