Zelf zaden telen

15
zelf Zaden telen BASISBOEK VOOR ZAADTEELT IN DE MOESTUIN

description

Misschien heb je al eens zaden uit je moestuin gewonnen, maar vraag je je af of dat zaad wel voldoende raszuiver en kiemkrachtig is. Misschien wil je de kwaliteit garanderen van de zaden die je over de jaren wint en wil je weten welke planten onderling nu eigenlijk kunnen kruisbestuiven. Of misschien wil je gewoon handige tips opdoen over het schonen van zaad. Daarop, en nog veel meer, gaat de nieuwste Velt-publicatie ‘Zelf zaden telen’ in.

Transcript of Zelf zaden telen

Page 1: Zelf zaden telen

zelf Zaden telen…

B A S I S B O E K VO O R Z A A DT E E LT

I N D E M O E S T U I N

Page 2: Zelf zaden telen

Inleiding 9

Waarom zaad winnen? Zeven goede redenen  10

Zaadgoed en manipulatie   12

Rassenveredeling  12

Biologisch versus gangbaar zaadgoed  12

Zaadvaste rassen versus F1-hybrides  14

Gentech  15

Botanische indeling 16

Soorten versus rassen 18

Voortplantingsmechanismen van gewassen 19

Een verschil in tijd 19

Een verschil in bestuiving 19

Kruisbestuiving tussen verschillende rassen 21

Het zaad 22

Hoe zaden groeien 23

Waarom kiemen oude zaden minder goed? 23

Maak je zaden beter houdbaar 23

Zaadbaby’s 23

De bloem 24

Verschillende types bloemen 25

De vrucht 28

Puur of gekruist? 29

Stuifmeel en bestuivers 31

Vier manieren van bestuiving 31

Stuifmeel 32

Bestuivers 33

Overige inheemse bestuivers 36

Meer wilde bijen in je tuin 37

Botanische basiskennis

Biologische basiskennis

Intro

Inhoud

Page 3: Zelf zaden telen

Benodigdheden 38

Emmers en bakjes in alle soorten en maten 38

Papieren zakken 38

Papieren enveloppen en loonzakjes 38

Pennen en etiketten die niet vervagen of uitlopen 38

Keukenzeven, andere zeven, gaas. 38

Dienbladen, bakpapier, schalen, bakvormen 40

Een goede binnenventilator 40

Een grotere ventilator 40

Glazen potten met luchtdichte deksels 41

Een inmaaktrechter 41

Silicakorrels 41

Zaadteelt plannen 43

Isolatieafstanden 43

Kijk rond en observeer de bijen 44

Zaden oogsten 45

Zaden schonen 48

Droge zaden 48

Vochtige zaden in ‘droog’ vruchtvlees 49

Vochtige zaden in vochtig vruchtvlees 50

Zaden drogen en bewaren 52

Droog je zaden 52

Test je zaden 53

Koel je zaden 53

Tweejarige planten 54

Winterhard 54

Inkuilen 54

Vorstvrije plek 54

Drogen 55

Aan de slagBenodigdheden

Page 4: Zelf zaden telen

Fabaceae 59

Oogsten 62

Dorsen 62

Kruisbestuiving waarnemen 63

Isoleer in tijd en ruimte 63

Sperzieboon 64

Tuinboon 65

Erwt 65

Sojaboon 65

Linze 65

Asperge-erwten 65

Amaranthaceae 67

Biet/snijbiet 69

Zaad van biet schonen 70

Spinazie 76

Brassicaceae 79

Zaadwinning en -opslag 82

Brassica oleracea 82

Groene, oranje of paarse bloemkool! 82

Broccoli en bloemkool 83

Spruiten 83

Boerenkool 83

Palmkool 83

Sluitkool 83

Koolrabi 84

Chinese kool 85

Mosterd 85

- Witte of gele mosterd 85

- Indische bruine mosterd 85

- Zwarte mosterd(kool) 85

- Aziatische kooltypes 85

Radijs 86

Rammenas 87

Koolraap 87

Raap 87

Apiaceae 89

Wortel 91

Groen- en bleekselderij en knolselderij 92

Peterselie 93

Pastinaak 95

Boonfamilie

Bietenfamilie

Koolfamilie

Wortelfamilie

Page 5: Zelf zaden telen

Asteraceae 97

Kropsla 99

Witlof en andijvie 102

Aardpeer 104

Schorseneer 104

Haverwortel 104

Zonnebloem 105

Yacon 105

Allioideae 107

Ui 109

Prei 110

Knoflook 110

Cucurbitaceae 113

Wie kruist met wie? 115

Kruisbestuiving bij pompoenen 115

Met de hand bestuiven 116

Vrouwelijk en mannelijk 116

Oogsten en schonen 120

Komkommer 120

Meloen 121

Pompoen 123

Courgette 123

Pompoen: herken de verschillen 124

Solanaceae 127

Bloemen 129

Aubergine 129

Paprika en peper 130

Tomaat 132

Tomatenzaad schonen 133

Gewassentabel 136

Relevante internetsites 140

Zaaigoed initiatieven 140

KomkommerfamilieSlafamilie

Uienfamilie

Tomaatfamilie

Bijlagen

Page 6: Zelf zaden telen

Intr

o

8

Intr

o

Page 7: Zelf zaden telen

9

Inleiding

Dit boek is geschreven voor jou, tuinliefhebber met interesse om je eigen zaad te winnen voor volgend jaar.

Misschien heb je al eens zaden uit je moestuin gewonnen, maar vraag je je af of dat zaad wel voldoende raszuiver en kiemkrachtig is, of hoe je dat kunt weten en verbeteren. Misschien wil je de kwaliteit waarborgen van de zaden die je over de jaren wint en wil je we-ten welke planten onderling eigenlijk kunnen kruisbestuiven. Of misschien wil je gewoon handige tips opdoen over het schonen van zaad. Daarover, en nog veel meer, gaat dit boek.In dit boek ga je een van de meest na-tuurlijke en tegelijkertijd meest fasci-nerende onderwerpen van tuinieren ontdekken. Zaad winnen is leuk en hoeft niet moeilijk te zijn, en dat zullen we je laten zien. Planten pro-duceren al miljoenen jaren hun zaden en ze weten wat ze doen. Je moet ze alleen een beetje organiseren en dat is voor de ene plant wat makkelijker te regelen dan voor de andere. Maar als je een tomaat kunt telen, kun je ook tomatenzaden winnen. We raden je aan te beginnen met de makke-lijkste zaadteelten: tomaten, bonen en erwten. Dit zijn ook populaire moestuingroenten en mede daardoor perfect voor beginners.Het telen van commercieel zaadgoed en het ontwikkelen van groenteras-sen is daarentegen weer een heel ander verhaal, waarbij veel specialis-

tische kennis en kunde komt kijken. Ook zullen we het verschil toelichten tussen biologisch en gangbaar zaad-goed, en wat F1-hybride en gentech zaden eigenlijk zijn. Dat zal behulp-zaam zijn om het winnen van je eigen zaadgoed in het juiste perspectief te kunnen plaatsen. In de zaadgoedwereld bestaat er een onderscheid in methodiek en voor-waarden tussen beginners en experts. De kwaliteit van de gewonnen zaden is afhankelijk van veel factoren. Zo beïnvloedt de isolatieafstand ten op-zichte van andere rassen de kwaliteit van het geproduceerde zaad, en heeft ook de hoeveelheid planten die je teelt voor de zaadwinning invloed op het uiteindelijke resultaat. Met een grote plantenpopulatie, die beter past op een boerderij dan in een achter-tuin, heb je meer kans op het beste zaad en zal de genetische diversiteit in zaadvaste rassen beter gewaar-borgd kunnen worden. Zaadtelers gericht op commerciële, veredelings- of zaadbankdoeleinden moeten een zeer hoge kwaliteit en zuiverheid van het zaadgoed kunnen garanderen, wat ook nauwgezet gecontroleerd wordt. Als moestui-nier wil je natuurlijk ook een mooie kwaliteit bereiken, maar ben je meestal niet in staat om aan dezelfde voorwaarden te voldoen, en is dit waarschijnlijk ook minder noodza-kelijk. Doel van de zaden die jij wint is immers je eigen oogst opnieuw te kunnen uitzaaien en zo jaar na jaar het wonder van de natuur ten volle te kunnen beleven en volgen. De aanwijzingen in dit boek zijn dus primair gericht op amateurzaadwin-

Page 8: Zelf zaden telen

Intr

o

10

Intr

o

ners, zodat je goede zaden kunt telen op een kleine oppervlakte voor eigen gebruik, die prima in orde zijn om te delen met je vrienden of op een za-denruilbeurs. Je bereikt waarschijn-lijk niet het hoogste niveau voor wat betreft raszuiverheid of genetische variatie die vereist is voor commer-ciële zaden, maar als je een toevallige kruising kunt verdragen zul je niet teleurgesteld raken. In de meeste gevallen zullen de aanwijzingen in dit boek zaad opleveren met voldoende zuiverheid voor eigen gebruik, om te leren en gewoon voor je plezier.

We gaan er overigens vanuit dat je de beginselen van het ecologisch moes-tuinieren al onder de knie hebt, in wat voor vorm dan ook: met een meer ‘standaard’ eco-vruchtwisseling, in bakken, op je balkon, met combinatie-teelten, in een permacultuurtuin of wellicht nog anders. In dit boek vind je dan ook weinig specifieke teeltaan-wijzingen voor de groenteteelt die voorafgaat aan de zaadteelt. Daarvoor verwijzen we je naar het Handboek Ecologisch Tuinieren van Velt, of een ander goed moestuinboek. Ervaren zaadtelers en andere profes-sionals zullen je eerste stappen in de zaadwinning respecteren en aanmoe-digen zolang je één belangrijke regel in acht neemt: ruil je zaden alleen als ze zuiver, kiemkrachtig en correct ge-etiketteerd zijn. Ben je hier niet zeker van, gebruik de zaden dan zelf en blijf leren en telen totdat je zeker bent van je zaak. En dat zal niet lang duren!We hopen dat je veel voldoening en plezier zult beleven aan het winnen van je eigen zaadgoed.

Waarom zaad winnen?

Iedereen heeft zo zijn eigen redenen om zaad te winnen. Wat beweegt jou om zaden te winnen?

Gewenste eigenschappen behoudenZaden afkomstig van grote zaadhui-zen zijn veredeld op uniforme rijping, lange houdbaarheid en een perfect uiterlijk, soms ten koste van smaak, voedingswaarde en geleidelijke afrij-ping. Veel prachtige landrassen (dat zijn rassen die door (moes)tuiniers en boeren van oudsher vermeerderd en in stand gehouden zijn) zijn niet meer op de markt verkrijgbaar; som-mige zijn zelfs helemaal verdwenen. Als je je favoriete, lekkerste rassen wilt behouden, win dan de zaden van je lievelingsplanten.

VoedselsoevereiniteitZaden winnen is een sleutel tot con-trole over onze voedselvoorziening. Met voedselsoevereiniteit wordt bedoeld dat wij als (moes)tuiniers, boeren en consumenten zelf kunnen bepalen welke rassen er verbouwd worden en beschikbaar zijn en dat we dit recht niet volledig uit handen geven aan zaadgoed- of andere multi-nationals.Door zelf zaden te winnen bieden we tegenwicht aan de groeiende mono-cultuur van zaad- en voedselgewas-

Page 9: Zelf zaden telen

1 1

sen en het helpt ons tevens ons recht te behouden om zaden te winnen. De professionele landbouw is afhanke-lijk geworden van de commerciële zaadindustrie. Deze zaden zijn vaak F1-hybrides, en veelal gepatenteer-de ‘bedrijfsgeheimen’ die niet goed door anderen vermeerderd kunnen worden omdat deze F1-hybrides niet zaadvast zijn. Zaadvaste rassen behouden in grote lijnen hun eigen-schappen van de ene op de andere generatie, maar hybride rassen zullen bij vermeerdering allerlei verschil-lende uiterlijke kenmerken vertonen en blijven niet raszuiver. Door te weten hoe je zaad kunt produceren, worden kwekers onafhankelijker.

Biodiversiteit behoudenWist je dat 75% van onze voedselbio-diversiteit in de afgelopen 100 jaar is verdwenen? Elk ras dat verloren gaat, houdt een verschraling in van de ge-netische variëteit in onze voedselge-wassen, wat uiteindelijk het aanpas-singsvermogen aan stresssituaties zoals ziekten en klimaatverandering reduceert. Zaadwinning bevordert de diversiteit doordat rassen behouden blijven en beschikbaar gemaakt wor-den voor kwekers. Heb je zaden van een onbekende of bijzondere bloem of groente? Dan zouden jij en vele anderen met jou op een dag wel eens heel blij kunnen zijn dat jij dat ras in stand hebt gehouden door er zaad van te winnen.

Maatgesneden eigenschappen Het beste lokale en regionale voedsel wordt gekweekt met rassen die ontwikkeld zijn voor die specifieke

streek. Als je rassen en eigenschap-pen wilt selecteren die het best aangepast zijn aan jouw specifieke klimaatcondities kun je die alleen verkrijgen door zelf zaden te winnen. Natuurlijk bestoven planten die aangepast zijn aan lokale omstandig-heden maken meer kans om stress, zoals ziekte of klimaatverandering, te overleven. Goed voor je portemonneeBespaar geld door je eigen zaden te winnen en te ruilen met andere zaad-winners. Houd er wel rekening mee dat ervaring met zaadgoed winnen en zeker met moestuinieren beslist een vereiste is, voordat er werkelijk spra-ke is van besparingen. Zaad ruilen vergroot het aantal rassen dat je tot je beschikking hebt, zonder een cent te besteden!

Zaad winnen is leuk! Zelf zaden winnen kan zeer bevredi-gend zijn. Je plant zien ontwikkelen van bloem tot zaad is een boeiende manier om de gehele levenscyclus van de natuur te beleven van zaad tot zaad. En ook nog eens heel leuk voor kinderen.

Ja, waarom eigenlijk niet? Je planten doen zoveel moeite om zaden te maken, waarom zou je ze verspillen?

Page 10: Zelf zaden telen

Biol

ogis

che

basi

sken

nis

2222

Biol

ogis

che

basi

sken

nis

Het zaad

Er zijn honderden planten- families en hun zaden zien er alle-maal anders uit, maar alle zaden bestaan uit dezelfde onderdelen

We nemen de boon als voorbeeld om de verschillende onderdelen te beschrijven omdat de verschillende onderdelen van de boon goed te zien zijn en de boon makkelijk te kweken is.

B O N E N K I E M pj EHet deel dat op een rijstkorreltje lijkt is de wortel. De fijne, geve-derde delen aan de bovenkant zijn de eerste echte bladeren. Van hieruit zal alles gaan groeien: nog meer wortels, de overige bladeren, de stengel, de bloemen, de peulen en de zaden.

Z AA D h U I DDe zaadhuid beschermt het zaad tegen beschadiging, ziekte en schommelingen in vochtigheid.

Z AA D LO B B E N (cOT y L E N )Opslag van zetmeel dat als voedsel dient voor het kiemplantje, totdat het zaad gekiemd is. De zaadlobben zijn tevens de eerste blaadjes van het bonenkiemplantje.

Page 11: Zelf zaden telen

23

Hoe zaden groeien Als zaden kiemen, groeien de wortels als eerste. Deze groeien altijd naar beneden, ongeacht hoe het zaadje in de grond ligt, en verankeren zich in de bodem door zijwaarts groeiende haar-wortels. Vervolgens duwt de stengel bij sommige plantensoorten het hele zaadje omhoog de grond uit, dankzij het reservevoedsel dat opgeslagen ligt in de zaadlobben. Bij andere planten-soorten zoals bijvoorbeeld de pronk-boon, blijven de zaadlobben onder de grond. Zodra het kiemplantje boven de grond komt, worden de zaadlob-ben, als ze ook boven de grond komen, groen en gaan ze door fotosynthese nieuw voedsel maken. Vervolgens verschrompelen ze en vallen ze van de plant, de echte bladeren ontwikke-len zich en de plant begint nu echt te groeien.

Waarom kiemen oude zaden minder goed? In ieder zaadje zit nieuw leven dat voedsel nodig heeft. Hoe langer het zaad aan de plant rijpt, des te meer voedsel er wordt aangevoerd en op- geslagen. Oude zaden hebben soms meer tijd nodig om te kiemen. Ze zit-ten immers al een tijdje niet meer aan de plant en beschikken nog maar over een beperkte, kleine voedselvoorraad waardoor ze zich slapend houden, als een soort winterslaap. Dit wordt kiemrust genoemd. Om te ontkiemen moeten ze eerst uit hun kiemrust komen.

Maak je zaden beter houdbaarOogst je zaden van gezonde planten en laat de zaden zo lang mogelijk aan

de plant zitten. Zaden die voortijdig geoogst worden, zullen wel gaan groeien als je ze op de juiste manier zaait, maar zaden die de tijd hebben gekregen om veel reservevoedsel op te slaan, zijn het gezondst en blijven het langst kiemkrachtig.Om een zaadje lang levend te houden tijdens de opslag, moet je het meta-bo lisme van de babyplant vertragen zodat het haar reservevoedsel langza-mer gebruikt. Zaden gaan in kiemrust als ze droog en koud worden bewaard. Dit is makkelijk te onthouden omdat het precies het tegenovergestelde is van wat zaden nodig hebben om te kunnen kiemen.

Zaadbaby’sAls je een halfrijpe bonenpeul open-maakt zie je zachte, groene zaadjes zitten: dit zijn enkel de embryo’s die nog geen zaadhuid hebben. Als je ze in dit stadium eruit haalt zullen ze uitdrogen en doodgaan omdat het de zaadhuid is die ervoor zorgt dat de zaden niet uitdrogen tijdens het bewaren. Het zijn echter wel complete planten die je gelijk kunt uitzaaien. Behandel ze voorzichtig: ze hebben een vochtige, koele bodem nodig en ze zullen niet altijd gaan groeien maar het is interessant om te proberen. Waar dit goed voor is? Bijzondere rassen zijn door deze methode wel eens gered. Stel: je hebt een bedreig-de bonensoort die nog niet rijp is en de vorst valt in. Ook al kun je geen bewaarbare zaden oogsten van deze plant, je kunt de onrijpe zaden wel binnen uitzaaien, ze als kamerplanten opkweken en op deze manier een bo-nenras beschermen tegen uitsterving!

Page 12: Zelf zaden telen

1 171 17

ZO BESTUIF JE DE BlOEMEn MET DE HAnD

1 Start op een avond in de eerste helft van juli. Zoek in je pompoen-veldje naar mannelijke en vrouwelijke bloemen die op het punt staan om de volgende dag open te gaan. Met een klein beetje ervaring herken je ze snel genoeg, ze zijn lichtgeel van kleur en nog stevig gesloten.

2 De volgende ochtend zullen de bloemen opengaan en zullen de bijen meteen beginnen met stuifmeel te verzamelen en dit te verspreiden in hun vlucht van bloem naar bloem. Om dit te voorkomen sluit je de bloe-men de avond ervoor af door rond de top van de mannelijke èn vrouwelijke bloemen wat plakband te plakken. Schildersplakband voldoet normaal gesproken prima, als er niet teveel dauw is, maar je kunt in principe ieder type tape of een touwtje gebruiken. Sommige mensen gebruiken wasknij-pers om de bloemen te sluiten. Het geeft niet als je de bloemblaadjes van de mannelijke bloemen wat bescha-digt. Sommige zaadwinners doen om de vrouwelijke bloemen liever een fijn gaasnet, omdat het van belang is dat de vrouwelijke bloembladeren juist niet beschadigen.

♂ ♀

Page 13: Zelf zaden telen

1 181 18

Kom

kom

mer

fam

ilie

3 Haal ’s ochtends tussen 10 en 12 uur het plakband of touwtje van de mannelijke bloemen af en haal de bloemblaadjes weg. In het hart van de bloem zie je het pluizige, gele stuifmeel op de helmknoppen zitten. Die verzamel je in een bakje. Je kunt dit bijvoorbeeld met een penseel-tje doen. Je kunt ook de mannelijke bloemen plukken en die vervolgens rechtstreeks in contact brengen met de vrouwelijke bloemen. Gebruik bloemen die toch zelf open zijn ge-gaan niet, zodat je zeker weet dat je raszuiver stuifmeel gebruikt.

4 Zoek vrouwelijke bloemen op die goed gesloten zijn gebleven. Deze bloemen pluk je niet: ze moeten immers aan de plant blijven zitten om de vrucht te kunnen laten groeien. Open voorzichtig de bloembladeren zonder ze te scheuren, want ze moe-ten straks weer dicht. De stempel in de vrouwelijke bloem ziet er veel vleziger uit dan de mannelijke bloem-delen. Breng zo voorzichtig mogelijk stuifmeel van een paar mannelijke bloemen op de stempel door de mannelijke bloem te plukken en de helmdraden tegel de stempel te houden. Ook kun je het stuifmeel met een penseeltje opbrengen. Stel je voor dat je een bijtje bent dat bijna niets weegt. Dit duurt maar een paar seconden, en je hebt ook niet veel stuifmeel nodig om een vrouwelijke bloem te bestuiven. Om inteelt te voorkomen kun je het beste stuif-meel van verschillende ouderplanten van hetzelfde ras gebruiken op elke bloem.

Page 14: Zelf zaden telen

1 191 19

5 Sluit de vrouwelijke bloemen weer voorzichtig met tape, touwtje of gaas, zodat een bijtje toch niet onverhoeds stuifmeel binnen brengt. Na een paar dagen zullen de bloem-blaadjes met de tape van de bloem afvallen en binnen enkele dagen daarna zal het kleine pompoentje beginnen te groeien. Alle zaden in die pompoen zullen nu raszuiver zijn.

Het is belangrijk om de handbestoven vruchten te markeren met een lintje of iets anders. Het duurt nu namelijk nog weken voor de pompoen rijp is. De kans dat de andere pompoenen (die dus niet handbestoven zijn) kruisbestoven zullen zijn is erg groot, en aan de buitenkant kun je het ver-schil niet zien! Deze pompoenen kun je rustig opeten, maar het zaad is dan dus waarschijnlijk niet raszuiver.

BElAnGRIJKE TIP

Gebruik bij handbestuiving ver-schillende mannelijke bloemen die je van verschillende planten afhaalt (wel van hetzelfde ras na-tuurlijk). Komkommers, meloenen en pompoenen zijn van nature kruisbestuivers, en dat houdt in dat ze beter groeien als er een genetische diversiteit is doordat genen van verschillende plan-ten worden gemengd. Gebruik je stuifmeel van dezelfde plant, dan kunnen de zaden mogelijk inteeltverschijnselen gaan verto-nen: ze zullen dan zwakker wor-den en minder goed bestand zijn tegen stress. Bij zelfbestuivers zoals tomaat werkt dat weer anders, maar voor kruisbestui-vers is het beter als genetisch materiaal wordt uitgewisseld.

Page 15: Zelf zaden telen

“Een plant heeft een zaadje nodig om opnieuw een plant te kunnen maken”

Moestuinier

“Een zaadje heeft een plant nodig om opnieuw zaad te kunnen vormen”

Zaadwinner

In dit boek ontdek je een van de meest natuurlijke en tegelijkertijd meest fascinerende onderwerpen van tuinieren: zaad winnen. Als je een tomaat kunt telen, kun je in feite ook tomatenzaden telen en de finesses daarvan leer je hier. Dit basisboek vertelt je de kunst van het telen, schonen en bewaren van zaden van de meest voorkomende moestuingroentes. Daarmee kun je je eigen oogst opnieuw uitzaaien en zo, jaar na jaar, het wonder van de natuur ten volle beleven en volgen.

UITGEVERIJ JAN VAN ARKEL