Witboek ICT voor social profit sector

54
Witboek ICT voor de social profitsector december 2007 ESF-project 06/EPD3/3.3/004: "Professionaliseren van de social profitsector door het stimuleren van sociaal ondernemerschap." door: Rudi Vansnick voorzitter Internet Society Belgium vzw in samenwerking met: Daniël De Steur directeur Jos Saerens directie-adviseur Brecht Carels bedrijfskundig consulent social profit Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw

description

Informatie en CommunicatieTechnologie (ICT) wordt in zowel de profit, als de social profitsector steeds vaker als strategisch hulpmiddel aanzien. Vandaag kan een organisatie haast niet functioneren zonder beroep te doen op een computer. ICT zit dan ook sterk verweven in onze maatschappij. Niet enkel bedrijven en organisaties gebruiken het, ook in de privé-sfeer worden burgers steeds vaker geconfronteerd met de noodzaak om te werken met digitale informatie. Dit is op zich geen slechte evolutie. ICT zorgt namelijk voor meer efficiëntie en snellere verwerking van gegevens. Tevens wordt veel informatie beschikbaar via netwerktoepassingen. Deze studie wil deze evolutie toepassen op de situatie in de social profitsector.

Transcript of Witboek ICT voor social profit sector

Page 1: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de social profitsector december 2007

ESF-project 06/EPD3/3.3/004: "Professionaliseren van de social profitsector door het

stimuleren van sociaal ondernemerschap." door: Rudi Vansnick voorzitter Internet Society Belgium vzw

in samenwerking met: Daniël De Steur

directeur

Jos Saerens directie-adviseur

Brecht Carels

bedrijfskundig consulent social profit

Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw

Page 2: Witboek ICT voor social profit sector
Page 3: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 1/50

Voorwoord

In dit rapport wordt een beeld gegeven van het ICT- (Informatie- en CommunicatieTechnologie) gebruik en -beheer binnen de Social profitsector in Oost-Vlaanderen.

Na onderzoek en bevraging van de sector, in kader van het project: "Professionalisering van de social profitsector door het stimuleren van sociaal ondernemerschap"; een project van de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen in samenwerking met Internet Society Belgium. Dit project wordt gefinancierd door :

• het Europees Sociaal Fonds, in het kader van Doelstelling 3, zwaartepunt 3, "bevorderen van ondernemerschap";

• het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen;

• Internet Society Belgium

In het voorafgaande peterschapsprogramma's van de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen kwam de nood aan aandacht voor ICT-gebruik en ICT-beheer duidelijk naar boven. De literatuur en de Social profitsector zelf geven aan achterop te lopen, op het vlak van ICT, ten opzichte van de bredere sociaal-economische omgeving.

Hierbij ontstaat de vrees dat er, zoals er een tweedeling ('digital divide') ontstaat tussen groepen mensen, ook een tweedeling zou kunnen ontstaan tussen organisaties. Dit zou "levensbedreigend" kunnen zijn voor organisaties die achterop raken, "aan de verkeerde kant van de kloof zitten", binnen de Social profitsector, die zowel economisch als sociaal haar belang heeft aangetoond.

Vanuit dit oogpunt werd door ISOC Belgium in samenwerking met EROV en onder leiding van Rudi Vansnick, voorzitter van ISOC Belgium en zelfstandig ICT-consultant, een onderzoek opgezet om een beter beeld te krijgen op de in gebruik zijnde ICT evenals de beperkingen die de Social profit sector te verwerken krijgt in kader van ICT-gebruik. Het onderzoeksproject liep daarbij in nauwe samenwerking met de heer Brecht Carels, bedrijfskundig consulent Social profit; de heer Jos Saerens, directie-adviseur; en de heer Daniël De Steur, directeur van de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen.

Ik wil hierbij ook de stuurgroep van de social profitwerking bij EROV bedanken voor hun inbreng. Net als het wetenschappelijk begeleidingscomité ICT dat een welgekomen klankbord was doorheen dit project, in het bijzonder: de heer Yvan De Bie, directeur BW Ryhove vzw; de heer prof. dr. Dirk Deschoolmeester, Faculteit Economie & Bedrijfskunde, Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap, Universiteit Gent; de heer Frans Gerbosch, bestuurder ISOC; de heer Arnold Pauwels, directeur Steevliet; en de heer Wim Van Loo, bestuurssecretaris Provincie Oost-Vlaanderen, dienst Welzijn.

Page 4: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 2/50

Inhoudsopgave Voorwoord ......................................................................................................................................... 1 Inleiding............................................................................................................................................. 3 Hoofdstuk 1: De Social profitsector ..................................................................................................... 6 1.1. Definitie Social profit ....................................................................................................... 6 1.2. De sociale kaart .............................................................................................................. 7 1.3. ICT binnen de Social profitsector..................................................................................... 8 Hoofdstuk 2: Interne organisatie van de Social profitsector ................................................................. 9 2.1. Organisatiestructuren.................................................................................................... 10 Hoofdstuk 3: ICT binnen de Social profit sector................................................................................. 11 3.1. Concept van bevraging ................................................................................................. 11 3.2. Methodiek. ................................................................................................................... 11 Opstart bevraging................................................................................................... 12 3.3. Algemene indruk .......................................................................................................... 13 3.3.1. Algemene bemerkingen. ............................................................................... 13 3.3.2. Een blik op hardware en toepassingen........................................................... 13 3.3.3. Specifieke bemerkingen. ............................................................................... 14 3.3.4. Groep 1: Minimale informatie omtrent ICT..................................................... 14 3.3.5. Groep 2: Gematigde kennis aanwezige ICT-infrastructuur.............................. 15 3.3.6. Groep 3: Gedegen kennis en geëvolueerde ICT-infrastructuur........................ 15 3.3.7. Statistiek overzicht deelname instellingen per rubriek – sector........................ 16 3.4. ICT inventaris binnen de Social profit sector. ................................................................. 17 3.4.1. Hardware...................................................................................................... 17 3.4.2. Software....................................................................................................... 20 3.5. Gedetailleerde resultaten. ............................................................................................. 21 3.5.1. Anti-virus software........................................................................................ 22 3.5.2. Firewall gebruik............................................................................................. 23 3.5.3. Backups nemen van computerbestanden....................................................... 23 3.5.4. Gebruik van paswoord beveiliging. ................................................................ 24 3.5.5. Internet toegang in de instellingen. ............................................................... 25 3.5.6. E-mailgebruik................................................................................................ 27 3.5.7. Eigen website. .............................................................................................. 28 3.5.8. Netwerkinfrastructuur. .................................................................................. 29 3.5.9. Gebruik van doelgerichte software in de Social profit sector. .......................... 30 3.5.10. Internet verbindingen.................................................................................. 33 3.5.11. Hulp door externe IT dienstenleverancier(s). ............................................... 35 3.5.12. Hardware aankopen of leasen ? .................................................................. 36 3.5.13. IT opleiding van medewerkers..................................................................... 37 Hoofdstuk 4: Financiële aspecten en kennis van ICT ......................................................................... 38 4.1. Budget & investeringen................................................................................................. 38 4.2. Kennis ICT.................................................................................................................... 38 4.3. Nood aan ICT in werking ............................................................................................. 38 4.4. Gedetailleerde analyse van de resultaten....................................................................... 44 4.4.1. Algemene informatie over de organisatie....................................................... 39 4.4.2. Budget ICT ................................................................................................... 39 4.4.3. Kennis ICT.................................................................................................... 42 4.4.4. Nood aan ICT in werking............................................................................... 44 Hoofdstuk 5: ICT lexicon .................................................................................................................. 46 5.1. ICT in het Nederlands : begrijpbaar voor iedereen......................................................... 46 Hoofdstuk 6: Besluiten en adviezen aan overheid.............................................................................. 47 6.1. Perceptie vanuit de ICT benadering............................................................................... 47 6.2. Adviezen naar overheid toe........................................................................................... 47 6.3. Aanbevelingen.............................................................................................................. 48 6.3.1. Aanbevelingen voor de overheid.................................................................... 48 6.3.2. Aanbevelingen voor de Social profitsector...................................................... 48 Bijlagen............................................................................................................................................ 50 Portaal ictwitboek............................................................................................................................. 50

Page 5: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 3/50

Inleiding.

Informatie en CommunicatieTechnologie (ICT) wordt in zowel de profit, als de social profitsector steeds vaker als strategisch hulpmiddel aanzien. Vandaag kan een organisatie haast niet functioneren zonder beroep te doen op een computer.

ICT zit dan ook sterk verweven in onze maatschappij. Niet enkel bedrijven en organisaties gebruiken het, ook in de privé-sfeer worden burgers steeds vaker geconfronteerd met de noodzaak om te werken met digitale informatie.

Dit is op zich geen slechte evolutie. ICT zorgt namelijk voor meer efficiëntie en snellere verwerking van gegevens. Tevens wordt veel informatie beschikbaar via netwerktoepassingen.

Deze studie wil deze evolutie toepassen op de situatie in de social profitsector.

Het initiatief hiertoe werd genomen door de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen vzw (EROV). Sinds 2000 neemt EROV initiatieven die het professionalisme en ondernemerschap in de Oost-Vlaamse social profitsector stimuleren. In 2000 werd een inventaris gemaakt van de interne managementproblematiek van de social profitsector a.d.h.v. een sociaal-economische toer in de provincie Oost-Vlaanderen. Op basis van deze studie "Managementontwikkeling in de social profit", uitgevoerd door de Faculteit Economie van de Universiteit Gent onder leiding van prof. dr. Aimé Heene en prof. dr. Dirk Deschoolmeester, werd de social profitwerking van EROV uitgebouwd.

Er werden ondertussen reeds zeven peterschapsprogramma's opgericht die managementvorming en –begeleiding aan bieden aan de social profitsector. In deze vorming komt ook ICT uitgebreid aan bod. Op basis van de verzuchtingen in deze peterschapsprogramma's werd beslist twee studies uit te voeren:

"Gewict, Gezondheid en Welzijn met ICT in Oost-Vlaanderen", mei 2003

"Behoefteonderzoek naar ICT in de social profitsector Oost-Vlaanderen", juni 2005 in samenwerking met Stijn Goossens en prof. dr. Dirk Deschoolmeester van de Universiteit Gent.

Het witboek ICT dat vandaag voorligt is een logisch gevolg van dit studiewerk.

Uit deze twee studies, net als uit de dagdagelijkse contacten met de sector, vermoeden we het bestaan van een digitale kloof. Een digitale kloof enerzijds tussen de profitsector en de social profitsector. De hypothese is dat bedrijven meer middelen hebben per IT-gebruiker dan de social profitsector. Daarnaast ontstaat er ook een kloof binnen de social profitsector. Er bestaan best practices die veel ICT-kennis in huis hebben en ook budget vrijmaken voor hun ICT-infrastructuur. Bij andere organisaties ontbreekt het aan kennis, budget en soms ook interesse. Dit zorgt er voor dat er qua ICT vaak grote verschillen ontstaan binnen bepaalde subsectoren.

Nochtans bestaat er een consensus over het feit dat het beschikken over een goede ICT-infrastructuur (zowel materieel als qua kennis) zal leiden tot een hogere performantie. Het niet beschikken over de nieuwe technologie betekent

Page 6: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 4/50

ten andere dat men geen toegang zal krijgen tot bepaalde goederen en diensten, wat een vermindering van de performantie met zich meebrengt1.

Vandaar het belang van de zogenaamde e-inclusion, of e-aansluiting. Dit principe bestaat er in dat het via het gebruik van ICT sociale en economische achteruitstelling en uitsluiting niet versterkt mag worden en integendeel overwonnen moet worden. Vooral naar reeds benadeelde personen en organisaties betekent e-inclusion eveneens optimaal kunnen gebruik maken van ‘digitale mogelijkheden'.

Vertaald naar deze studie betekent dit dat iedere social profitorganisatie de middelen en de kennis zou moeten bezitten om een eigen ICT-infrastructuur uit te bouwen die als ware ondersteuning voor het beleid kan functioneren.

Dit witboek ICT wil tegemoet komen aan de volgende doelstellingen:

• De aanwezige ICT-infrastructuur in de Oost-Vlaamse social profitsector moet in kaart gebracht worden. Het moet m.a.w. duidelijk zijn hoeveel computers de organisaties bezitten, welke de ICT-kennis, wat de ICT-ondersteuning is, enz.

• De noden en wensen aan ICT moeten ook naar voor gebracht worden. Wat verwachten social profitorganisaties van ICT? Welk budget hebben ze nodig? Bij welke processen willen ze ICT gebruiken?

Door de vergelijking tussen beide facetten, zal een kloof zichtbaar worden tussen de aanwezige ICT en de gewenste ICT. Dit witboek wil eveneens een eerste aanzet geven om deze kloof te verkleinen. Er zullen enkele aanbevelingen en oplossingen voorgesteld worden.

De resultaten uit deze studie zullen actief verspreid worden naar deze drie actoren:

• De social profitsector krijgt zicht op de noden aan ICT in de volledige sector. Bovendien worden de mogelijke ICT-oplossingen t.a.v. deze noden aangebracht. Op die manier kunnen organisaties hun ICT-werking verbeteren door de eigen situatie te toetsen aan verschillende mogelijkheden die in de sector reeds gebruikt worden.

• Met het witboek kan de overheid ingelicht worden over de noden aan ICT in de sector. Hieruit kunnen eventueel ondersteunende initiatieven volgen.

• Ook de ICT-sector krijgt inzicht in de verwachtingen van de sociale sector. Zo kunnen toepassingen op maat gecreëerd worden en wordt de sector uit de vergeethoek gehaald.

Qua methodiek werd geopteerd voor een bevraging van zes deelsectoren uit de Oost-Vlaamse social profitsector. De bevraging gebeurde in twee fasen:

De eerste bevragingsfase had tot doel de inventaris van de aanwezige ICT-infrastructuur op te stellen.

De tweede bevragingsfase had tot doel de noden aan ICT in de sector te bevragen.

De zes subsectoren die werden bevraagd zijn de volgende:

1 Steyaert et Al., Geleidelijk digitaal, een nuchtere kijk op sociale gevolgen van ICT, 2001

Page 7: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 5/50

• thuiszorg; • algemene jeugdhulp; • bijzondere jeugdbijstand; • ouderen; • personen met een handicap; • sociale tewerkstelling en arbeidszorg.

De selectie gebeurde op basis van de sociale kaart voor Oost-Vlaanderen.

Er wordt geopteerd om i.p.v. de zwakste sectoren te bestuderen, de focus te leggen op sectoren die zich in de middenmaat bevinden. De ontwikkeling van deze middenmaat, zal immers de zwakkeren op de goede weg meetrekken. Een focus op de allerzwaksten zou wellicht een grote inspanning vergen, en een relatief klein resultaat geven dat weinig zoden aan de dijk brengt voor de ganse social profitsector.

Ziekenhuizen bevinden zich op het andere uiterste van het spectrum, en hebben reeds een goed uitgebouwde ICT-infrastructuur. Ook hen weerhouden we uit deze studie.

Aan de hand van de gegevens uit de bevraging wordt een zo volledig mogelijk beeld gegeven van de ICT-situatie binnen de social profitsector. Aan de hand van deze analyses en de door middel van bevraging verkregen data is het de bedoeling om aan bovenstaande doelstellingen tegemoet te komen.

Het eerste hoofdstuk van dit witboek behandelt de situering van de social profitsector en de geselecteerde doelgroep.

Hoofdstuk 2 werpt een blik op de interne organisatie van de social profitsector.

Het derde hoofdstuk gaat dieper in op de aanwezige ICT in de Oost-Vlaamse social profitsector. Dit zijn de resultaten uit de eerste bevragingsfase.

Hoofdstuk 4 gaat in op de noden en wensen aan ICT bij de social profitsector. Hierin worden de resultaten uit de tweede bevragingsfase behandeld.

Hoofdstuk 5 gaat dieper in op de ICT-taal.

Het zesde hoofdstuk, tot slot, zal enkele aanbevelingen en oplossingen bevatten voor de geschetste ICT-situatie in de social profitsector.

Page 8: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 6/50

Hoofdstuk 1: De Social profitsector2

Doorheen de literatuur en over de landgrenzen heen worden verschillende definities gebruikt met betrekking tot het begrip "Social profitsector". In vele gevallen wordt dit begrip verward met andere begrippen zoals "non-profit" en "not-for-profit" (Meganck 2002)3. Binnen dit hoofdstuk wordt iets dieper ingegaan op de werkdefinitie van de Social profitsector die gebruikt wordt binnen het onderzoek. Een uitgebreide bespreking en discussie rond de precieze inhoud van dit begrip valt echter buiten het bestek van dit onderzoek.

Daarnaast gaat dit hoofdstuk ook dieper in op de heterogeniteit binnen deze sector. Dit wordt gedaan door gebruik te maken van een opdeling op basis van de "economische activiteit" en te wijzen op de grote variëteit aan organisaties in de sector.

Binnen dit hoofdstuk zal vervolgens de sociale kaart gesitueerd worden. Dit is een databank van organisaties binnen de provincie Oost-Vlaanderen die alle welzijnsorganisaties uit Oost-Vlaanderen omvat. Hierbij wordt dieper ingegaan op de indeling van deze databank in subsectoren en zal kort geschetst worden welke organisaties wel en welke organisaties niet weerhouden werden voor het onderzoek rond ICT.

1.1. Definitie Social profit

Naar aanleiding van de "Social Toer" in 2000 werd een werkdefinitie opgesteld voor het begrip "Social profitsector". Zoals reeds eerder vermeld, valt een grondige discussie van wat de Social profitsector wel en niet is buiten het bestek van dit onderzoek.

Binnen dit onderzoek wordt de volgende definiëring gehanteerd voor "Social profitsector": “De Social profitsector omvat alle activiteiten en organisaties waarbij een expliciet maatschappelijk doel wordt nagestreefd dat anders is dan het realiseren van winsten en waarbij een overheid al dan niet rechtstreeks een deel van de kosten van de dienstverlening op zich neemt.” (Heene, Deschoolmeester, De Steur et Al., 2000).

Belangrijk binnen deze discussie, die uitgaat van activiteiten en niet van organisaties, zijn het "sociaal profijt" (eng. "Social profit" letterlijk vertaald), wat wijst op een verhoging van welzijn bij de doelgroep van de organisatie, en het ontbreken van, of ondergeschikt zijn aan de sociale doelstellingen, van het nastreven van winsten en/of meerwaarden (voor een verdere definitie van welzijn, zie hoofdstuk 2).

De definitie zoals ze hierboven werd gegeven, wijst op activiteiten van organisaties en geeft aanleiding tot een opdeling van de sector a rato van "economische" activiteit. Op basis van de dimensie die loopt van puur "sociaal" tot puur "economisch" kan deze groep van organisaties opgedeeld worden in 3 groepen (Heene, Deschoolmeester, De Steur et Al., 2000):

♣Sociaal: bij deze organisaties ligt de nadruk op het nastreven van sociale doelen. Er zijn geen economische doelen behalve: blijven binnen het uitgereikte

2 Dit hoofdstuk is, gezien de gelijklopende onderzoekssfeer, gebaseerd op de studie "Behoefteonderzoek naar ICT in de social profitsector Oost-Vlaanderen", juni 2005. Stijn Goossens en prof. dr. Dirk Deschoolmeester, Universiteit Gent. 3 Meganck K, Heene A., Management in the social profit sector, Universiteit Gent, 2002

Page 9: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 7/50

of beschikbaar gestelde budget. Enkele voorbeelden zijn: een PWA (Plaatselijk WerkgelegenheidsAgentschap) (een kleine organisatie die een extra inkomen via werk probeert te bieden aan langdurig werklozen.); instellingen bijzondere jeugdzorg,…

♣Sociaal-economisch: bij deze organisaties ligt de nadruk vooral op de sociale doelen, maar naast deze sociale doelen zijn er ook nog economische doelen. Deze economische doelen blijven echter ondergeschikt aan de sociale doelen van de organisatie. Een voorbeeld van een sociaal-economische organisatie is een beschutte werkplaats. Dit is een organisatie die werk biedt aan personen met een handicap; het verlies geleden door de lagere productiviteit van deze werknemers, wordt gecompenseerd door subsidies van de overheid.

♣Economisch-sociaal: omvat alle activiteiten van reguliere profitbedrijven die naast een economisch doel ook een sociaal doel nastreven. Dit sociaal doel blijft echter ondergeschikt aan het economisch doel en/of de economische zelfredzaamheid/leefbaarheid van de organisatie. Een hiermee verwant begrip is "corporate social responsability"/maatschappelijk verantwoord ondernemen, een verdere bespreking van dit begrip valt echter buiten het bestek van dit onderzoek.

Dit onderzoek richt zich op de eerste twee categorieën van organisaties, zijnde de "zuivere" sociale en de sociaal-economische organisaties. Er wordt dus slechts een deel van de, zoals in de definitie geschetste, Social profitsector besproken.

Binnen deze groepen van organisaties heerst echter nog een grote diversiteit. Deze heterogeniteit ligt mede in de grote diversiteit aan doelen die nagestreefd worden door organisaties binnen deze sector. Het gaat van organisaties die gehandicapten helpen tot organisaties die zich bezighouden met projecten rond jeugddelinquentie; van organisaties die zich bezighouden met verkoop en herstelling van tweedehands producten tot OCMW's (Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn); van organisaties die zich bezighouden met zieken- en bejaardenzorg tot beschutte werkplaatsen. Dit is slechts een greep uit de grote verscheidenheid aan doelen die nagestreefd worden binnen de Social profitsector. De resultaten van het onderzoek moeten dan ook bekeken worden met deze diversiteit/heterogeniteit in het achterhoofd.

1.2. De sociale kaart

De sociale kaart is een databank ontwikkeld door de provincie Oost-Vlaanderen. De gegevensverzameling en terreinafbakening van deze databank gebeurde vanuit de Social profitsector. Deze databank is na jaren van discussie een, vanuit de praktijk opgebouwde databank die te beschouwen is als: "de verzameling van alle Social profitorganisaties binnen de provincie Oost-Vlaanderen" (Van Loo, Dellaert, 2004). Deze databank is vrij beschikbaar en toegankelijk via internet. Iedereen kan er dus vrij de nodige informatie rond Social profitorganisaties uithalen (zie: http://www.desocialekaart.be/).

De sociale kaart zelf is opgedeeld in 17 subsectoren. In dit onderzoek werd gefocust op deze subsectoren:

4. Thuiszorg (bv. centra voor thuiszorg, dagverzorgingscentra,…)

10. Algemene jeugdhulp (bv. jeugdvoorzieningen, initiatieven voor maatschappelijk kwetsbare jongeren, centra voor leerlingenbegeleiding,…)

Page 10: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 8/50

11. Bijzondere jeugdbijstand (bv. dagcentra, thuisbegeleiding, ambulante begeleiding,…)

12. Ouderen (bv. rusthuizen, ouderenverenigingen,…)

13. Personen met een handicap (bv. revalidatiecentra, onderwijs voor personen met een handicap, beschutte werkplaatsen, …)

15. Armoede en kansarmoede (bv. kringloopcentra, maatschappelijk opbouwwerk,…)

Voor het onderzoek werden een aantal organisaties niet weerhouden wegens "niet relevant" voor het onderzoek/het programma of te breed voor het bestek van het onderzoek. Het ging hier om organisaties die zich profileren als kleinschalige gebruikersvereniging. Een vereniging van bejaarden die wekelijks een activiteit inricht was in de onderzoek minder relevant daar de nood aan ICT compleet verschilt van de andere social profitvoorzieningen.

1.3. ICT binnen de Social profitsector

Binnen social profitorganisaties wordt de laatste jaren een groeiende afhankelijkheid van ICT waargenomen. ICT wordt gebruikt binnen alle processen en kerntaken van de organisatie, met als gevolg dat meer en meer organisaties in hun voortbestaan afhangen van deze ICT.

Uit een studie van de Europese Commissie blijkt dat de gezondheidszorg in Europa de laagste penetratiegraad kent op het vlak van ICT van alle in de studie onderzochte sectoren (Selhofer, The European E-business Report, 2004).

Page 11: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 9/50

Hoofdstuk 2: Interne organisatie van de Social profitsector

In de eerste plaats dienen we aandacht te besteden aan de verzuchtingen van de interne organisatie van de Social profit instellingen. Dienstverlening staat primordiaal aangeschreven in de takenlijst van de instellingen. Hierbij zijn communicatie en administratie niet uit te sluiten. Alle handelingen dienen geregistreerd te worden voor latere consultatie en/of analyse. Registratie van informatie omsluit dus ook het beheren van randinformatie.

Uit het onderzoek blijkt dat in de sector, naast het gebruik van ICT, nog velen gebruik van wat we met een metafoor “potlood en papier” kunnen noemen om deze belangrijke taken tot een goed einde te brengen. De huidige technologische evoluties maken dit echter een grotendeels achterhaalde situatie. We hebben de interne organisatie onderverdeeld in een aantal belangrijke items waarbij specifiek onderzoek zal worden verricht teneinde een duidelijke schets te brengen van zowel de noden als eventuele bestaande oplossingen om ICT te gebruiken in de administratieve ondersteuning van de organisatie.

Een belangrijk aspect van Social profit organisaties is hun omgeving. Zij werken aan sociale doelen, aan een bestaande problematiek binnen hun omgeving. Het gaat hier om generieke maatschappelijke problemen die door de overheid worden aangekaart. Veelal zal de overheid hier dan ook specifieke verwachtingen naar voor brengen, niet steeds in lijn met de werkmethoden van de Social profit organisaties.

Organisatie Overheid

Welke informatie haalt een organisatie uit haar werking ?

Welke info wil de overheid ?

Hoe wordt de informatie gecommuniceerd ?

Hoe beslist de overheid welke informatie ze wil ?

Hoe verzamelt de organisatie de info ? Hoe komt men bij de organisatie terecht ?

Hoe en welke IT wordt hierbij gebruikt ? Op welke wijze/onder welke vorm wenst de overheid deze info te ontvangen?

Social profit organisaties werken steeds ter ondersteuning of verhelpen van een maatschappelijk probleem. Binnen hun werking ontstaan er rond dit maatschappelijk probleem allerhande processen (ondersteuning van patiënten, administratie, personeelsbeheer, etc). Binnen de organisaties wordt IT gebruikt ter ondersteuning van deze processen: steeds met het oog op de lange termijn / midden lange / korte termijn doelstellingen van de organisatie.

IT kan hier een belangrijke bijdrage leveren binnen de organisatieprocessen. “Best pratices” worden bekeken en verspreid.

Page 12: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 10/50

Organisatie Omgeving

Wat zijn de belangrijkste processen in de organisatie ?

Wat wil de omgeving ?

Wat doet een organisatie ? Welk probleem wordt aangepakt ?

Welke IT wordt hierbij gebruikt ? Hoe komt men bij de organisatie terecht ?

Wat zijn de communicatie kanalen ?

Tijdens de doorlichting willen we tevens de zwakkere plekken ontdekken in de communicatiefacetten die noodzakelijk zijn om informatie van de ene naar de andere medewerker te krijgen.

Bovenstaande ideëen schetsen het kader waarbinnen dit onderzoek gevoerd wordt. Social profitorganisaties streven een maatschappelijk doelstelling na. In dit streven wordt een interne organisatiestructuur opgebouwd die grotendeels ondersteund kan worden door ICT. ICT kan hierbij zorgen voor efficiëntie en effectiviteit. Door de grote verscheidenheid aan organisaties is het niet eenvoudig om één generalistisch model te maken dat de organisatiestructuur van de social profitorganisaties bevat. Verscheidenheid is hier het kernwoord.

2.1. Organisatiestructuren

De aard van de instellingen is bepalend voor de organisatiestructuur die in de instelling wordt opgezet. Reden ook waarom ons onderzoek zich toespitst op een aantal subsectoren uit de sociale kaart waarbij we ervan uitgaan dat deze subsectoren een reflectie zijn van de intensiteit in communicatie en administratie binnen de Social profit. Tot dusver hebben wij geen informatie gevonden die ons een duidelijk beeld kan geven van de verschillende structuren die in de sector in gebruik zijn. Het zou ons makkelijker maken een oordeel te kunnen vellen over de toepasbaarheid van ICT in de verwerking van informatie.

Door de vele vrijwilligers die in de Social profit actief zijn is het niet evident een duurzaam organisatiemodel vast te leggen. Ook het overwegend deeltijds werk zorgt er voor dat een dergelijk model zeer afhankelijk is van de kennis en ervaring van de medewerkers met organisatie en communicatie structuren.

Page 13: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 11/50

Hoofdstuk 3: ICT binnen de Social profit sector

3.1. Concept van bevraging

Er werd in contact met enkele verantwoordelijken uit de social profitsector een kort vooronderzoek gedaan. Dit gebeurde in een wetenschappelijk begeleidingscomité ICT dat hiervoor werd opgericht.

Op die manier werd gekomen tot de wensen en noden qua ICT in de sector. Hierop werden dan de vragen gebaseerd.

Nadat de vraagstelling volledig werd opgesteld, werd contact opgenomen met verschillende koepels in de Oost-Vlaamse social profitsector. Hiermee werd de doelstelling van het witboek ICT uitgelegd, en de betrokkenheid van de organisaties gevraagd.

Zoals reeds aangehaald verliep de bevraging van de sector in twee fasen:

1.) De eerste fase wou nagaan wat er aan ICT aanwezig is in de social profitsector.

2.) De tweede fase ging dieper in op de noden en wensen aan ICT in sector.

Er werd een elektronisch platform uitgewerkt waarop de respondenten hun antwoorden konden ingeven. Bij de eerste bevraging werden ook per post enquêtes verstuurd. Daarnaast werd een webforum opgestart waarop de social profitsector vragen kan stellen betreffende ICT-problemen.

http://www.ictwitboek.be

http://www.ictwitboek.be/forum/index.php

3.2. Methodiek.

Bij fase 1 hebben we vooral beroep gedaan op de medewerking van de Social profit sector zelf. Aan de hand van de sociale kaart van Vlaanderen werd een lijst opgemaakt van organisaties die de vragen beantwoordden. Er werden uit de sociale kaart van Oost-Vlaanderen 5 specifieke subsectoren uitgekozen, goed voor 614 instellingen. In totaal hebben 128 organisaties geantwoord op de oproep. Dit is 20,85%.

De totale deelname aan de enquêtes kan toch bevredigend worden genoemd. Temeer we hebben moeten vaststellen dat heel wat instellingen meermaals voorkomen in de lijst van geselecteerde instellingen. Zo vinden we voor bepaalde instellingen op z'n minst 3 registraties. Het gaat dan om structurele samenwerkingsverbanden waarbij een organisatie verschillende afdelingen heeft op verschillende locaties. De directeurs of ICT-verantwoordelijken die een antwoord gaven op de enquête antwoordden in dit geval voor de totale organisatiestructuur. Na uitfilteren van deze gegevens bekomen we dat we van 182 organisaties een antwoord ontvingen. Dit is 29,45%.

In deze optiek is het resultaat van de ontvangen enquêtes meer dan behoorlijk en zal het ons toelaten om een waardige analyse te doen in de verdere stappen van de studie.

Toch dient gesteld dat de sector ouderenzorg (relatief gezien) sterk achter loopt in de reactie op onze deelname. Meer aandacht voor deze sector is dan ook wenselijk. Temeer daar we bemerken dat sommige instellingen uit deze sector

Page 14: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 12/50

toch wel opmerkelijk veel gebruik maken van ICT. Het mag gezegd zijn dat we bij deze groep van deelnemers misschien niet voldoende insteek hadden en we de nood tot bevraging niet hebben kunnen omschrijven zoals dit bij de andere groepen het geval was.

Ook via het forum trachtten we de sector zelf te motiveren en zoveel mogelijk te betrekken bij deze studie. Het leek ons wenselijk om, in de mate van het mogelijke, de vraagstellingen eerder beperkt doch zeer doelgericht op te stellen, teneinde te vermijden dat de organisaties heel wat tijd dienen te steken in het leveren van de gevraagde informatie.

Volgend op het vooronderzoek werd er een nieuw onderzoek uitgewerkt dat op empirische wijze de sector zou bekijken. In de eerste fase op basis van een kwalitatief onderzoek. De te behandelen vragen zijn hier:

a) Wat zijn de belangrijkste processen in de organisatie? b) Wat zijn de taken van een Social profit organisatie (met een duidelijke

afbakening van het onderzoek in het achterhoofd) ? c) Hoe werkt een Social profit organisatie ? (besluitvormingsmodellen) d) Uittekenen van de stakeholders e) Categoriseren en optekenen van belang van de stakeholders f) Eerst algemeen, daarna specifiek voor IT.

Uit bovenstaande kunnen we dan in eenzelfde fase starten met de opbouw van een organisatiemodel voor de Social profit organisaties, en wel als volgt:

a) Opbouwen van een hypothese rond de werking en de opbouw van de Social profit organisaties / management technieken.

b) Uitwerken van een IT-governance model voor de Social profit organisatie, gebaseerd op “best practices”

c) Theorie rond de werking en het gebruik van IT.

Opstart bevraging. De opstart van de elektronische bevraging heeft heel wat energie gevergd door de gebrekkige samenstelling van de ontvangen databank. Er diende eerst een mechanisme te worden ontwikkeld waarmee de verschillende tabellen aan elkaar konden worden gekoppeld. En dit omdat de communicatie informatie in een afzonderlijke tabel zit, los van de tabel van de organisaties.

Er werden 412 e-mails gestuurd naar organisaties die beschikken over een emailadres in de databank. De e-mail bevatte de login informatie voor elke organisatie (zie bijlage). Bij de eerste reacties op deze e-mail sessie zijn vooral op te merken de foutmeldingen betreffende de communicatie gegevens in de databank. We ontvingen de eerste week zo'n 22 aanmeldingen waarbij ongeveer 1/3 bemerkingen had omtrent de contactgegevens.

Er waren geen meldingen van onmogelijk gebruik van het platform.

Page 15: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 13/50

3.3. Algemene indruk

3.3.1. Algemene bemerkingen.

Hieronder volgen enkele algemene bemerkingen bij de resultaten uit de eerste bevragingsfase. Deze resultaten wordt in hoofdstuk 3.5. grafisch weergegeven.

In het algemeen kunnen we stellen dat alle deelnemers zeer zeker bewust zijn van de onveiligheidsproblematiek. Haast alle deelnemende instellingen beschikken over een anti-virus software en houden die ook regelmatig bijgewerkt. Bij firewall bemerken we al dat de term op zich voor bedenkingen zorgt gelet op het resultaat : 2/3 hebben zich reeds een firewall aangeschaft. Vermoedelijk hebben de anderen er nog niet bij stilgestaan dat, benevens een anti-virus software, een firewall voor de nodige veiligheid kan zorgen.

Maken van backup's en een aanspreekpunt binnen de organisatie is voor de meeste ook een voldongen feit. Echter, bij de vraag of de organisatie voldoende verzekerd is zien we dat slechts de helft hierop positief kon antwoorden. Bedenkelijk als we weten dat ICT een onoverkomelijk zware post op het budget is.

Naarmate we iets dieper op de veiligheid van ICT inzoomen merken we duidelijk dat niet alle factoren van veiligheid goed begrepen worden door de Social profit sector. Het gebruik van paswoorden is wel degelijk gekend. Uiteraard, men krijgt er elke dag wel mee te maken als men wil aanloggen. Waar men niet bij stilstaat is het feit dat, om paswoordgebruik voldoende efficiënt te maken, men op regelmatige tijdstippen de paswoorden dient te wijzigen. Slechts 10% weet hiervan.

Er zijn bij slechts 35% gebruiksregels en richtlijnen aanwezig. Ook hier kunnen we stellen dat het de groep is die het meest van ICT afweet, gelet op het feit dat de toepassing van dergelijke regels enige vaardigheid in ICT vereist. Bij de huisregel in gebruik van e-mail zien we dat men wel al wat meer aandacht geeft aan het punt verantwoordelijkheden van de medewerkers, doch ook maar de helft weet deze toe te passen. Auteursrechten en privacy zijn voor 50% beheerd maar het is wel opvallend dat niet iedereen op deze vraag antwoordde.

3.3.2. Een blik op hardware en toepassingen.

Het gebruik van draadloze netwerken is duidelijk reeds goed ingeburgerd. Dit is goed begrijpbaar aangezien, de draadloze netwerken de kost beperken voor implementatie van kabels, wat op zich in heel wat instellingen geen evidente zaak is. Op dit aspect wordt ook verder nog ingespeeld, wetende dat heel wat draadloze netwerken slecht of niet beveiligd zijn.

Bij de toepassingen valt op dat ICT vooral gebruikt wordt voor kantoorwerk (91%), boekhouding (79%) en personeeladministratie (71%). Het gebruik van ICT voor werkvoorbereiding en het doorvoeren van analyses is veel minder ingeburgerd (resp. 32% en 30%).

Opvallend is dat slechts 42% gebruik maakt van ICT-toepassingen voor rapportering.

Page 16: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 14/50

95% van de organisaties heeft een internetaansluiting via breedband. De meeste organisaties opteren voor ADSL (68%).

3.3.3. Specifieke bemerkingen.

Uit de resultaten van de 1ste enquête is duidelijk gebleken dat we in de Social profit sector het ICT gebeuren kunnen onderverdelen in 3 groepen.

• minimale informatie omtrent ICT • gematigde kennis aanwezige ICT infrastructuur • gedegen kennis en geëvolueerde ICT infrastructuur

Grafisch kunnen we dit als volgt afbeelden:

Binnenin elke groep krijgen we tevens een vergelijkbare indeling. Echter voor de topgroep is dit eerder éénvormig en zijn er minder duidelijke afscheidingen.

3.3.4. Groep 1: Minimale informatie omtrent ICT

In deze groep zien we vooral instellingen die enkel beschikken over wat we minimale ICT kunnen noemen. Dit wil zeggen : enkele PC's zonder of met beperkte netwerk verbindingen, geen specifieke toepassingen, doch niet aangesloten op een server en evenmin denkend aan strategisch gebruik van ICT.

De verklaring zal vermoedelijk liggen bij de aard van de instelling, zijnde de sub-sector tot dewelke deze behoren. En inderdaad, er zijn specifieke sub-sectoren die weinig of geen ICT strategie hebben en misschien ook niet echt een bepaalde nood ervaren. Deels kan dit door de onwetendheid in de materie, of door het gebrek aan enerzijds voldoende tijd en anderzijds voldoende budget.

Naast de eerder beperkte ICT infrastructuur is eveneens op te merken dat de interne kennis van ICT uiteraard ook heel beperkt is, om niet te zeggen

12 3

45

6

S1

0

10

20

30

40

50

Ser ies1

Page 17: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 15/50

ontbrekend is. Ook dit feit kan aan de basis liggen van de eerder zwakke ICT integratie.

Toch valt op te merken dat ook binnen een eerder “zwakke sub-sector” ook sterke deelnemers zitten, die wellicht beschikken over voldoende budget om een degelijke ICT infrastructuur neer te zetten.

Wat betreft de software kunnen we zeer kort zijn. Veelal wordt gebruik gemaakt van Windows en de klassieke Microsoft Office tools (Word, Excel). Er is ook hier evenmin een duidelijke strategie in beheer en aanschaf van software en toepassingen.

3.3.5. Groep 2: Gematigde kennis aanwezige ICT-infrastructuur

In de tweede groep vinden we organisaties terug die erin slaagden volwaardig de enquête in te vullen. Zij beschikken echter niet over een voldoende gestructureerde ICT infrastructuur om deel uit te maken van de derde groep. Evenwel kunnen we bij deze organisaties meer informatie opvragen omtrent hun benadering van de volgende fase in hun ICT park.

De ingebrachte antwoorden geven tevens ook aan dat men bewuster omgaat met ICT. De benaming van een computer is hier al duidelijker omschreven dan we die in groep 1 hebben gezien.

Volgende vragen dringen zich op voor deze groep:

Welke investeringen denken zij te doen ? Welke onderdelen uit de ICT infrastructuur is aan dringende vervanging toe ? Welke toepassingen moeten herzien worden ?

3.3.6. Groep 3: Gedegen kennis en geëvolueerde ICT-infrastructuur

Deze groep heeft zowel de kennis als de middelen om een volwaardig ICT park te beheren. Hier zullen we dan ook de meeste toepassingen vinden die voor de Social profit sector reeds zijn ontwikkeld of die intern tot stand zijn gekomen.

Beschikbare budgetten gepaard gaande met voldoende aanwezige kennis in ICT zijn primaire aspecten tot bepaling van deze groep. Anderzijds kunnen we ook stellen dat in deze groep we ook meer betrokkenheid vinden van de entourage waardoor ook meer aandacht wordt besteed aan de organisatie en structurele uitbouw van de instellingen.

Page 18: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 16/50

3.3.7. Statistiek overzicht deelname instellingen per rubriek – sector.

rubriek Totaal Ingevuld

01.04.01. OCMW Total 2 103.02.01. Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGGZ) Total 1 004.07.07. Psychiatrische thuiszorg Total 7 404.07.09. Palliatieve thuiszorg Total 4 006.06.01. Sociale werkplaatsen Total 20 306.06.02. Arbeidszorginitiatieven Total 29 109.07.01. Gezinsplaatsingsdiensten Total 1 110.02.01. Jongerenorganisaties / jeugdvoorzieningen Total 1 010.02.02. Initiatieven voor maatschappelijk kwetsbare jongeren Total 5 110.03.04. Deeltijdse vorming Total 2 110.04. Buitenschoolse begeleiding Total 1 111.06.01. Thuisbegeleidingsdiensten BJB Total 10 311.06.02. Dagcentra BJB Total 12 511.06.03. Begeleid zelfstandig wonen BJB Total 9 211.07.01. Onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra Total 5 411.07.02. Pleeggezinnendiensten Total 6 011.07.03. Begeleidings- en gezinstehuizen BJB Total 35 1612.02.02. Verenigingsleven ouderen Total 7 212.02.03. Activiteiten en cursussen Total 4 012.03.01. Rustoorden en rust- en verzorgingstehuizen Total 136 3312.03.02. Serviceflats en andere residenties met serviceverlening Total 66 713.01.02. Handicap en advies Total 6 213.02.01. Centrum voor ontwikkelingsstoornissen (COS) Total 1 013.02.02. Centrum voor observatie, oriëntering en behandeling van korte duur (OBC) 1 113.02.04. Vroegtijdige revalidatiecentra en kinderdagverblijven Total 1 013.03. Revalidatiecentrum Total 24 413.04. Thuisbegeleiding personen met een handicap Total 4 113.07. Orthopedagogische internaten of semi-internaten Total 25 613.08.01. Centra voor gespecialiseerde voorlichting bij studie & beroepskeuze Total 4 013.08.02. Centrum voor Beroepsopleiding (CBO) Total 1 113.08.03. ATB-diensten Total 3 113.08.04. Beschutte werkplaatsen Total 19 313.08.05. Dagcentra personen met een handicap Total 28 713.09. Woonvormen voor meerderjarigen met een handicap Total 2 113.09.01. Zelfstandig wonen Total 4 213.09.02. Begeleid wonen Total 10 313.09.03. Gezinsplaatsingsdiensten Total 2 013.09.04. Wonen onder begeleiding van een particulier (WOP) Total 2 013.09.05. Beschermd wonen Total 15 013.09.06. Tehuizen voor kort verblijf Total 4 113.09.07. Tehuizen voor werkenden (gezinsvervangende tehuizen) Total 12 013.09.08. Tehuizen voor niet-werkenden Total 39 513.11. Zelfhulp - Personen met een handicap Total 16 115.02.01. Kringloopcentra Total 28 4

Algemeen totaal 614 128

Page 19: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 17/50

3.4. ICT inventaris binnen de Social profit sector.

Een zicht krijgen op het gebruik van hardware en software in de Social profit sector is doelstelling nummer 1 van dit project. Aan de hand van een paar open vragen hebben we getracht de deelnemende instellingen ons te informeren omtrent hun ICT infrastructuur.

3.4.1. Hardware. Bij de hardware-inventaris hebben we gekozen voor open bevraging. In plaats van vooraf gedefinieerde termen te gebruiken hebben we de deelnemers zelf laten bepalen hoe ze hun hardware willen/kunnen omschrijven. Hierdoor krijgen we tevens zicht op de manier waarop door de sector wordt omgegaan met terminologie in de ICT technologie.

Afhankelijk van de subsector merken we dat een deel van de instellingen duidelijk weet waarover ze praten, terwijl andere instellingen alle moeite van de wereld hebben om hun ICT te kunnen beschrijven. Dit op zich toont reeds aan dat de kloof vrij groot is en men met verschillende maten en gewichten dient om te gaan. Toch is het hen mogelijk gebleken om een goed onderscheid te maken tussen PC's en laptops enerzijds en voor een behoorlijk aantal ook wat servers betreft.

Voor sommige instellingen was het zelfs mogelijk het kleinste onderdeel van hun ICT infrastructuur te omschrijven met naam en toenaam zelfs. Of de kennis in de instellingen effectief aanwezig is/was, zal nog moeten uitgemaakt worden. Wellicht was voor de bevraging enige specifieke technische kennis aanwezig. Om dit te bekrachtigen zullen we in de 2de bevraging voor deze instellingen dan ook de noodzakelijke bijkomende vragen stellen.

Uit de aantallen kunnen we volgende samenvattende analyse maken :

− voor 3 categorieën hebben we voldoende relevant materiaal waardoor we de gemiddelde bezetting kunnen aangeven. Zo zien we dat

− bij Bijzondere Jeugdzorg 5,8 PC's in gebruik zijn per instelling

− bij Ouderen er 4,3 PC's in gebruik zijn

− bij Handicap dit gemiddelde boven de 12 komt te liggen. Dit hoge cijfer ligt vooral door de deelname van een instelling waarin meerdere 10-tallen PC's aanwezig zijn. Als we een extrapolatie doen op dit cijfer dan komen we eveneens in de buurt van de 6 PC's.

Deze cijfers zijn gebaseerd op wat de organisaties antwoordden in de open vraag "beschrijf uw hardware".

We stelden echter ook een gesloten vraag naar het aantal PC's. De antwoorden verschillen significant. Blijkbaar werd door de respondenten niet alle aanwezige hardware juist en volledig weergegeven.

De gegevens uit de gesloten vraag vindt u hieronder. Deze cijfers zijn relevanter om een beter beeld te geven van de reële situatie in de social profitorganisaties.

Page 20: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 18/50

Hoeveel PC's heeft uw organisatie in totaal? Alle respondenten: Gemiddelde 21,67 Mediaan 12 Modus 8 Minimum 1 Eerste kwartiel 7 Mediaan 12 Derde kwartiel 22 Maximum 314 Bijzondere jeugdbijstand: Gemiddelde 11,87 Mediaan 10,5 Modus 7 Minimum 2 Eerste kwartiel 7 Mediaan 10,5 Derde kwartiel 13,75 Maximum 37

Ouderenzorg: Gemiddelde 23,33 Mediaan 11 Modus 14 Minimum 1 Eerste kwartiel 6 Mediaan 11 Derde kwartiel 17 Maximum 314 Personen met handicap: Gemiddelde 28,53 Mediaan 20,5 Modus 8 Minimum 3 Eerste kwartiel 8,75 Mediaan 20,5 Derde kwartiel 38,75 Maximum 110

De gemiddelde social profitorganisatie blijkt 12 computers te bezitten. We merken dat vooral de sector voor personen met een handicap over significant meer PC's beschikt dan de andere deelsectoren.

Hoeveel servers heeft uw organisatie?

Alle respondenten: Gemiddelde 1,28 Mediaan 1 Modus 1 Minimum 0 Eerste kwartiel 1 Mediaan 1 Derde kwartiel 1 Maximum 19 Bijzondere jeugdbijstand: Gemiddelde 0,73 Mediaan 1 Modus 1 Minimum 0 Eerste kwartiel 0 Mediaan 1 Derde kwartiel 1 Maximum 2

Ouderenzorg: Gemiddelde 1,85 Mediaan 1 Modus 1 Minimum 0 Eerste kwartiel 1 Mediaan 1 Derde kwartiel 2 Maximum 19 Personen met handicap: Gemiddelde 1,39 Mediaan 1 Modus 1 Minimum 0 Eerste kwartiel 1 Mediaan 1 Derde kwartiel 1 Maximum 9

De meeste social profitorganisaties bezitten één server.

Page 21: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 19/50

Hoeveel printers heeft uw organisatie?

Alle respondenten: Gemiddelde 8,28 Mediaan 4 Modus 3 Minimum 0 Eerste kwartiel 3 Mediaan 4 Derde kwartiel 10,5 Maximum 63 Bijzondere jeugdbijstand: Gemiddelde 4,23 Mediaan 3 Modus 3 Minimum 0 Eerste kwartiel 2,25 Mediaan 3 Derde kwartiel 4 Maximum 14

Ouderenzorg: Gemiddelde 10,73 Mediaan 6 Modus 2 Minimum 1 Eerste kwartiel 3 Mediaan 6 Derde kwartiel 16 Maximum 63 Personen met handicap: Gemiddelde 10,17 Mediaan 6,5 Modus 4 Minimum 1 Eerste kwartiel 3,75 Mediaan 6,5 Derde kwartiel 15,75 Maximum 31

De social profitorganisaties bezitten gemiddeld 8 printers. Dit is bijna 1 printer per 3 PC's. Hoeveel scanners heeft uw organisatie?

Alle respondenten: Gemiddelde 1,28 Mediaan 1 Modus 1 Minimum 0 Eerste kwartiel 0 Mediaan 1 Derde kwartiel 1 Maximum 19 Bijzondere jeugdbijstand: Gemiddelde 0,77 Mediaan 1 Modus 1 Minimum 0 Eerste kwartiel 0 Mediaan 1 Derde kwartiel 1 Maximum 5

Ouderenzorg: Gemiddelde 1,67 Mediaan 1 Modus 1 Minimum 0 Eerste kwartiel 1 Mediaan 1 Derde kwartiel 2 Maximum 19 Personen met handicap: Gemiddelde 1,50 Mediaan 1 Modus 1 Minimum 0 Eerste kwartiel 1 Mediaan 1 Derde kwartiel 2 Maximum 6

De social profitorganisaties bezitten gemiddeld 1 scanner.

Page 22: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 20/50

Een andere bevinding die we uit de inventaris kunnen halen is de ouderdom van de aanwezige IT infrastructuur, en dit zowel voor PC's als voor printers. Wetende dat de huidige Microsoft software behoorlijk wat processor capaciteit vereist evenals een ruim geheugen zullen vele van deze PC's niet voldoen aan de vereisten voor een dergelijk operating systeem. In de tweede bevraging werd hier eveneens aandacht aan besteed, namelijk de inzetbaarheid van deze PC's voor deze instellingen.

3.4.2. Software. Algemeen kan gesteld worden dat haast alle instellingen die geantwoord hebben, beschikken over een Windows platform. Slechts zeer uitzonderlijk zien we andere operating systemen vermeld staan. Het overgrote deel beschikt over Windows XP, in zijn verschillende vormen. Toch vinden we nog Windows 98 versies wat overeenstemt met de informatie terug te vinden onder Hardware (ouderdom PC's).

In de meerderheid van de gevallen zien we Office als basispakket naar voor komen. Een feit dat we reeds hebben gemeld. De gegevens uit deze vragenlijst geven dit zeer duidelijk aan.

Voor het emailbeheer zien we vooral Exchange Server opduiken, op zich een dure oplossing voor het verwerken van e-mail binnen eerder kleinere netwerken. Alternatieve oplossingen zijn duidelijk niet gekend door de instellingen. Benevens de emailfuncties zullen ook wel de agenda's aan bod komen. Echter, een goed agendabeheer vergt meer dan een Exchange server aanpak.

Klassiek is ook de aanwezigheid van boekhoudpakketten, waaronder Cubic blijkbaar de meest succesvolle is.

De vrije software is afwezig, op enkele uitzonderingen na. Dit vermoedelijk door de onwetendheid van de instellingen.

Page 23: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 21/50

3.5. Gedetailleerde resultaten. Hieronder worden de resultaten die hierboven besproken werden, grafisch weergegeven. Het gaat om de gegevens die we verkregen van alle respondenten. Er wordt ook telkens een gedetailleerd overzicht gegeven van de drie grootste en belangrijkste sectoren in deze bevraging:

• de bijzondere jeugdbijstand

• de ouderenzorg

• de sector voor personen met een handicap

Page 24: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 22/50

3.5.1. Anti-virus software

Is er op elke PC anti-virussoftware geïnstalleerd?

93,16%

5,13%1,71%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 86,67% 13,33% 0 Ouderenzorg 94,44% 2,78% 2,78% Personen met een handicap 94,44% 2,63% 2,63%

Uit bovenstaande tabel kunnen we afleiden dat het bewustzijn voor de problemen van virussen in de Social profit wel degelijk aanwezig is. Slechts in uitzonderlijke gevallen wordt er neen geantwoord. Het regelmatig bijwerken van de anti-virus software ontbreekt evenmin op de agenda.

Wordt de anti-virussoftware regelmatig bijgewerkt?

95,73%

2,56% 1,71%0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 96,67% 0,00% 3,33% Ouderenzorg 94,44% 2,78% 2,78% Personen met een handicap 100% 0,00% 0,00%

Page 25: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 23/50

3.5.2. Firewall gebruik.

De term Firewall is niet bepaald een veelgebruikte term binnen de Social profit. Toch moeten we vaststellen dat men wel degelijk aandacht heeft voor de gevaren die het koppelen van computers op een publiek netwerk inhouden. Eén bepaalde subsector heeft hier duidelijk nog moeite mee, met name de Bijzondere jeugdbijstand. We bemerken dat slechts 54% een firewall in gebruik heeft, terwijl we toch in deze subsector te maken hebben met heel wat meer risico’s aangaande het gebruik van Internet door de “cliënten”. De jeugd heeft meestal heel wat meer kennis van het surfen op het net, doch hebben daarom niet steeds de gepaste houding om gevaren van buiten uit in te kunnen schatten en daarbij de veiligheid van de interne IT in gevaar kunnen brengen.

Is er een firewall geïnstalleerd?

72,65%

19,66%

7,69%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 53,33% 36,67% 10,00% Ouderenzorg 80,56% 16,67% 2,78% Personen met een handicap 81,58% 10,53% 7,89%

3.5.3. Backups nemen van computerbestanden.

Het veilig stellen van de opgeslagen gegevens, documenten, rapporten en menig andere digitaal gegeven is een primordiale activiteit, die best dagelijks op de agenda staat. Meestal zijn deze functies beschikbaar in het besturingssysteem en moeten geen speciale handelingen worden gesteld, buiten uiteraard het plaatsen van het back-up medium. In deze bevraging hebben we geen onderzoek willen instellen in de samenstelling van de backups. De backup van een server wil niet noodzakelijkerwijze zeggen dat alle gegevens, dus ook de gegevens eventueel opgeslagen door de gebruikers op de lokale werkstations, worden opgenomen. Indien iedere medewerker zich houdt aan de regels zullen alle gegevens centraal op de server worden bewaard en is de backup dan ook een volwaardige procedure. Als gebruikers ook op hun lokale werkstation (computer) gegevens bewaren dan is het bijna uitgesloten dat deze ook door de server backup worden opgenomen.

Page 26: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 24/50

Worden er regelmatig backups gemaakt van de computerbestanden?

88,03%

10,26%1,71%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 83,33% 13,33% 3,33% Ouderenzorg 94,44% 5,56% 0,00% Personen met een handicap 94,74% 5,26% 0,00%

3.5.4. Gebruik van paswoord beveiliging.

Voor een veilig gebruik van een computer, vooral in een netwerk, is het aan te raden elke gebruiker een eigen login en paswoord te geven. Zodoende kunnen de gegevens, welke vorm deze ook mogen aannemen (documenten, rapporten, databanken) worden beveiligd tegen ongewenste toegang door derden. Ook voor intern beheer kan dit belangrijk zijn. Bijvoorbeeld documenten van de directie of boekhouding mogen niet door medewerkers worden geraadpleegd. Met een login en paswoord kan men de datastructuren beveiligen.

Onderstaande cijfers geven aan dat voor de doorsnee instelling deze regel gevolgd wordt, zonder dieper in te gaan op het feit of deze paswoorden al dan niet een bepaalde policy volgen. Bijvoorbeeld geen eigennamen, geen geboortedatum, etc.

Gebruikt de organisatie een vorm van paswoordbeveil iging?

90,60%

9,40%

0,00%0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 93,33% 6,67% 0,00% Ouderenzorg 94,44% 5,56% 0,00% Personen met een handicap 89,47% 10,53% 0,00%

Of deze paswoorden ook regelmatig worden aangepast is dan weer een ander verhaal. Amper 14 % van de ondervraagden passen de maandelijkse wijziging

Page 27: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 25/50

van paswoorden toe. Dit vooral om te vermijden dat de paswoorden bekend raken bij andere gebruikers en tevens de toegang voor derden nog moeilijker te maken. (Zie onderstaande figuur).

Worden paswoorden regelmatig gewijzigd? (minstens m aandelijks)

8,55%

88,89%

2,56%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 0,00% 96,67% 3,33% Ouderenzorg 13,89% 83,33% 2,78% Personen met een handicap 10,53% 86,84% 2,63%

3.5.5. Internet toegang in de instellingen.

Is het internet toegankelijk vanaf verschillende PC 's/werkstations?

94,02%

5,98%0,00%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 93,33% 6,67% 0,00% Ouderenzorg 91,67% 8,33% 0,00% Personen met een handicap 100,00% 0,00% 0,00%

Het gebruik van internet is vandaag een noodzaak geworden voor iedere organisatie. Het merendeel van de sector heeft vlot toegang tot internet vanop verschillende PC's.

Page 28: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 26/50

Worden de gebruiksregels of richtlijnen vastgelegd in een ICT-protocol?

36,75%

58,97%

4,27%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 33,33% 66,67% 0,00% Ouderenzorg 44,44% 47,22% 8,33% Personen met een handicap 39,47% 57,89% 2,63%

Page 29: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 27/50

3.5.6. E-mailgebruik Ons e-mailverkeer is in de laatste jaren sterk toegenomen. Een dag zonder e-mail is al bijna even erg als een dag zonder elektriciteit. Deze communicatievorm heeft heel wat nieuwe mogelijkheden aangebracht maar niet zonder enig gevaar. Enerzijds kunnen we te maken hebben met virussen, reeds eerder toegelicht, anderzijds zijn er de vervelende spam berichten. Om zich daar tegen te wapenen is het goed een anti-spamfilter te gebruiken. Al dan niet intern dan wel bij de internet provider.

Wordt er een anti-spamfilter gebruikt?

69,23%

24,79%

5,98%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 66,67% 26,67% 6,67% Ouderenzorg 66,67% 27,78% 5,56% Personen met een handicap 76,32% 21,05% 2,63%

Het gebruik van e-mail binnen een instelling of bedrijf wordt soms aan banden gelegd. Zo is privé e-mail in sommige bedrijven niet toegestaan. Dergelijke regels dienen vastgelegd te worden in een “huishoudelijk reglement” of zelfs in het arbeidsreglement. E-mail valt trouwens onder de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Is er een huisregel in verband met het gebruik van email?

53,85%

44,44%

1,71%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 56,67% 43,33% 0,00% Ouderenzorg 55,56% 44,44% 0,00% Personen met een handicap 60,53% 36,84% 2,63%

Page 30: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 28/50

3.5.7. Eigen website. Het is niet bepaald een vereiste een eigen website te hebben. Toch is het niet onbelangrijk zijn instelling aan de “klanten” voor te kunnen stellen via deze nieuwe marketing methode.

Uit ons onderzoek blijkt dat er een onderscheid te maken is tussen de subsector “Bijzondere jeugdbijstand” en de twee andere “Ouderenzorg” en “Personen met een handicap”. Het verschil is opmerkelijk : “Bijzondere jeugdbijstand” heeft voorlopig blijkbaar minder nood aan een website, gelet op de onderstaande cijfers. Een verklaring voor dit cijfer zou kunnen zijn dat deze subsector aan geen “klantenwerving” dient te doen. Terwijl voor de twee andere groepen het wel belangrijker is zich bekend te maken. Nochtans zal in de toekomst de communicatie naar de stakeholders ook via de website moeten verlopen.

Beschikt u over een website?

67,52%

31,62%

0,85%0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 56,67% 40,00% 3,33% Ouderenzorg 72,22% 27,78% 0,00% Personen met een handicap 68,42% 31,58% 0,00%

Wordt bij het publiceren op de website rekening geh ouden met auteursrechten en privacywetgeving?

58,12%

16,24%

25,64%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 56,67% 20,00% 23,33% Ouderenzorg 61,11% 13,89% 25,00% Personen met een handicap 63,16% 13,16% 23,68%

Page 31: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 29/50

3.5.8. Netwerkinfrastructuur. De evolutie in de netwerktechnologie heeft de draadloze netwerken binnen ieders bereik gebracht. De installatie van een draadloos netwerk heeft nog weinig geheimen en is best wel een handige oplossing voor de meeste instellingen. Immers, het niet hoeven “trekken” van kabels voor een klassiek netwerk brengt heel wat voordelen vooral wat betreft kosten. In onderstaande tabel zien we dat reeds meer dan 25 % van de ondervraagde instellingen gebruik maakt van deze technologie. Instellingen die helemaal geen netwerk hebben zijn eerder beperkt.

Welk soort netwerk bezit uw organisatie

75,25%

0,00%

24,75%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

enkel bekabeld netwerk enkel draadloos netwerk zowel bekabeld als draadloosnetwerk

bekabeld draadloos beide geen

Bijzondere jeugdbijstand 70,00% 0,00% 26,67% 3,33% Ouderenzorg 74,51% 0,00% 24,51% 0,98% Personen met een handicap 63,89% 0,00% 25,00% 11,11%

Page 32: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 30/50

3.5.9. Gebruik van doelgerichte software in de Social profit sector. In onderstaande grafieken krijgen we een beeld van de meest gebruikte software toepassingen in de door ons bevraagde subsectoren. Kantoortoepassingen zijn nummer 1, wat ons zeker niet vreemd moet lijken, gevolgd door de boekhoudprogramma’s. Personeelsadministratie behoort eveneens tot de meest gegadigde toepassingen.

Maakt uw organisatie gebruik van software voor kant oorwerk?

90,99%

5,41% 3,60%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 90,00% 6,67% 3,33% Ouderenzorg 96,97% 3,03% 0,00% Personen met een handicap 88,89% 5,56% 5,56%

Maakt uw organisatie gebruik van software voor de b oekhouding?

79,28%

16,22%

4,50%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 86,67% 10,00% 3,33% Ouderenzorg 84,85% 12,12% 3,03% Personen met een handicap 75,00% 16,67% 8,33%

Page 33: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 31/50

Maakt uw organisatie gebruik van software voor werkvoorbereiding?

32,43%

49,55%

18,02%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 26,67% 53,33% 20,00% Ouderenzorg 39,39% 42,42% 18,18% Personen met een handicap 33,33% 47,22% 19,44%

Maakt uw organisatie gebruik van software voor pers oneelswerk?

71,17%

20,72%

8,11%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 53,33% 33,33% 13,33% Ouderenzorg 75,76% 18,18% 6,06% Personen met een handicap 75,00% 16,67% 8,33%

Maakt uw organisatie gebruik van software voor anal yses?

30,63%

47,75%

21,62%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 20,00% 56,67% 23,33% Ouderenzorg 27,27% 51,52% 21,21% Personen met een handicap 41,67% 36,11% 22,22%

Page 34: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 32/50

Maakt uw organisatie gebruik van software voor rapp ortages?

42,34% 39,64%

18,02%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet Bijzondere jeugdbijstand 40,00% 43,33% 16,67% Ouderenzorg 33,33% 45,45% 21,21% Personen met een handicap 41,67% 38,89% 19,44%

Page 35: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 33/50

3.5.10. Internet verbindingen België is een der best bekabelde landen van Europa. Desondanks is de penetratie van het Internet nog steeds aan de lage kant. We halen net het gemiddelde van Europa (54%).

Voor heel wat instellingen is het gebruik van Internet een absolute must. De communicatie met instanties, overheden en andere belangrijke partijen is haast volledig elektronisch opgebouwd. Daarom vragen we ook aan de deelnemende instellingen over welke Internet aansluiting zij beschikken.

Welke verbinding met internet bezit u?

5,41%10,81%

68,47%

27,03%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

modem - analoog ISDN ADSL Kabel

Modem ISDN ADSL Kabel

Bijzondere jeugdbijstand 3,45% 6,90% 68,97% 31,03% Ouderenzorg 3,03% 12,12% 72,73% 24,24% Personen met een handicap 5,56% 11,11% 66,67% 27,78%

Page 36: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 34/50

Welke internetprovider ADSL gebruikt u?

Belgacom; 75%

Scarlet; 12%

Evonet; 3%

xs4all; 1%

EDP; 1%

Verizon; 1%

Mobistar; 1%

Versatel; 1%

onbekend; 5%

Belgacom

Scarlet

Evonet

xs4all

EDP

Verizon

Mobistar

Versatel

onbekend

Belgacom

Bijzondere jeugdbijstand 70,00% Ouderenzorg 79,17% Personen met handicap 66,67%

Welke provider via de kabel gebruikt u?

onbekend; 16,67%

Telenet; 83,33%

onbekend

Telenet

Telenet

Bijzondere jeugdbijstand 88,89% Ouderenzorg 87,50% Personen met handicap 70,00%

Page 37: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 35/50

3.5.11. Hulp door externe IT dienstenleverancier(s). Bij ontstentenis van gekwalificeerd personeel gaan bedrijven, en dus ook de instellingen uit de Social profit, hulp zoeken bij externe bedrijven voor de ondersteuning van de IT. Bij Ouderenzorg is de externe ondersteuning uitdrukkelijker aanwezig dan bij de andere sectoren (zie 1ste tabel) en heeft men ook aandacht voor de gebondenheid van deze dienstenaanbieders door het afsluiten van een overeenkomst (zie 2de tabel).

Doet u beroep op een extern bedrijf voor uw IT onde rsteuning?

69,37%

28,83%

1,80%0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 66,67% 33,33% 0,00% Ouderenzorg 87,88% 12,12% 0,00% Personen met een handicap 61,11% 33,33% 5,56%

Heeft u een contract afgesloten met deze firma?

26,13%

69,37%

3,60%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 23,33% 76,67% 0,00% Ouderenzorg 42,42% 51,52% 6,06% Personen met een handicap 19,44% 72,22% 8,33%

Page 38: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 36/50

3.5.12. Hardware aankopen of leasen ? Gelet op de snelle evolutie in de IT wereld kan het een logische stap zijn om hardware te leasen. Ook de spreiding van de investering over meerdere jaren kan gunstig zijn voor de begrotingen van de instellingen. Daarom ook hebben wij onderzocht hoeveel instellingen beroep doen op leasing voor de aanschaf van de hardware. In de onderstaande tabel is het overduidelijk dat dit zeer uitzonderlijk wordt toegepast. Als we even terugblikken op de inventaris van de IT infrastructuur in de instellingen dan vinden we daar toch enige verklaring. Er wordt sporadisch aangekocht zonder echt vooraf planning of budgettering. Het gaat veelal om een snelle operatie door gebrek aan de nodige infrastructuur op het moment zelf.

Wordt uw hardware geleased?

4,50%

88,29%

7,21%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 6,67% 80,00% 13,33% Ouderenzorg 6,06% 87,88% 6,06% Personen met een handicap 2,78% 94,44% 2,78%

Page 39: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 37/50

3.5.13. IT opleiding van medewerkers Zonder de nodige IT kennis is efficiënt gebruik van IT niet zo evident. Reden te meer om ervoor te zorgen dat de medewerkers voldoende opleiding kunnen volgen. Het is opvallend dat bij Bijzondere jeugdbijstand de opleidingsmogelijkheden opmerkelijk lager liggen, amper 34% van het personeel volgt een IT opleiding. De andere sectoren halen reeds meer dan 50%, wat niet echt uitmuntend is maar wel een stap in de goede richting, vooral rekening houdende dat er niet voldoende budget voor handen is om daar dieper op in te kunnen gaan.

Volgt uw personeel opleidingen in het gebruik van u w IT?

48,65% 47,75%

1,80%0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja nee weet niet

ja nee weet niet

Bijzondere jeugdbijstand 33,33% 60,00% 6,67% Ouderenzorg 57,58% 39,39% 3,03% Personen met een handicap 55,56% 44,44% 0,00%

Page 40: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 38/50

Hoofdstuk 4: Financiële aspecten en kennis van ICT

We ontvingen voor de tweede bevraging antwoorden van 49 Oost-Vlaamse Social profit organisaties. Dit is zowat 1/3 van de respons uit de eerste bevraging.

4.1. Budget & investeringen :

In het algemeen kunnen we stellen dat voor meer dan 60% van de instellingen het budget ontoereikend is. Zo'n 35% van deze instellingen vinden dat het beschikbare budget het dubbele zou moeten bedragen om aan de ICT verwachtingen te kunnen voldoen.

Mocht de instelling over meer budget beschikken dan zou men in eerste instantie investeren in nieuwe hardware en in de tweede plaats in opleiding en vorming van het intern personeel (gebruikers van ICT).

Ongeveer de helft van de instellingen doet beroep op schenkingen van computermateriaal.

Zowat 68% van de instellingen doen hun aankopen op basis van offertes van de leveranciers van PC's.

4.2. Kennis ICT :

Verdeeld over directie, ICT-verantwoordelijke en medewerkers werd gemeten hoe goed de ICT-kennis in de instellingen aanwezig is. 75% van de medewerkers heeft te weinig kennis van ICT. Zowel 30% van de directieleden als van de ICT-verantwoordelijken hebben onvoldoende ICT kennis.

Het gebrek aan kennis is vooral terug te vinden in :

• hoe omgaan met software; • werken in netwerk; • computercriminaliteit en beveiliging.

4.3. Nood aan ICT in werking :

ICT zou vooral in personeelsadministratie en boekhouding een belangrijke bijdrage leveren, op de voet gevolgd door het delen van informatie en communicatie.

ICT voldoet in het bijzonder niet aan de verwachtingen bij rapportering naar de overheid en de analyse van problemen. Voor de andere items (zoals verwerking van gegevens, interne communicatie, werkvoorbereiding) kan zeker nog verbetering worden doorgevoerd, geen enkel item scoort boven de 80%.

Page 41: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 39/50

4.4. Gedetailleerde analyse van de resultaten4.4. Gedetailleerde analyse van de resultaten4.4. Gedetailleerde analyse van de resultaten4.4. Gedetailleerde analyse van de resultaten

4.4.1. Algemene informatie over de organisatie In deze rubriek trachten we een beeld te krijgen van de personeelsbezetting in de instellingen. We merken op dat zowel kleine als grote instellingen deel hebben genomen aan de bevraging. Zo zien we dat in een bepaalde instelling er 503 personeelsleden zijn, waarvan 302 full time equivalenten. Aantal instellingen : 49

Personeel FTE IT-gebruikers Andere

Totaal 2857,00 1907,29 811,00 1106,00

Mediaan 31,00 15,00 10,00 1,00

Gemiddelde 58,31 38,92 16,55 22,57

Maximum 503 302

4.4.2. Budget ICT Hoeveel bedraagt het jaarlijks budget voor ICT ? (in Euro)

Totaal 126.881,65

Mediaan 3.000,00

Gemiddelde 4.092,96

Hoogste 25.000,00

Laagste 0,00

Bovenstaande cijfers geven ons een beeld van de budgetten die in de social profitsector beschikbaar zijn voor ICT. De mediaan geeft een bedrag van 3.000 euro aan. Dit is, op jaarbasis, een gemiddelde van 247 euro per IT-gebruiker, of een mediaan van 300 euro per IT-gebruiker. Dit is, in vergelijking met cijfers uit de profitsector, alles behalve voldoende om een KMO te bemannen met een volwaardige ICT infrastructuur.4 Laat staan dat we daarmee een instelling uit de social profit kunnen uitrusten met een degelijke ICT. Toch zijn er instellingen die wel beschikken over een behoorlijk budget : 25.000 euro. Het gaat dan ook om instellingen waar reeds een zeer uitgebreid computerpark aanwezig is (minstens 50 werkstations).

Vindt u dit : (27 antwoorden)

Aantal %

helemaal onvoldoende 5 18,52

onvoldoende 8 29,63

neutraal 6 22,22

voldoende 8 29,63

helemaal voldoende 0 0,00

Of dit budget toereikend dan wel voldoende is halen we uit bovenstaande tabel. Onvoldoende en helemaal onvoldoende samen zijn goed voor 48 %, toch vindt 30% het budget toereikend.

Uiteraard is het interessant ook te weten, van die 48%, wat het niveau van onvoldoende is. Onderstaande vraag geeft ons daar een antwoord op. Opmerkelijk : 35% vindt dat het budget zeker 100% hoger moet zijn dan het

4 Behoefteonderzoek naar ICT in de social profitsector Oost-Vlaanderen, juni 2005. Stijn Goossens en prof. dr. Dirk Deschoolmeester, Universiteit Gent.

Page 42: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 40/50

bestaande budget. Evenveel instellingen vinden dan weer het budget beantwoordt aan hun verwachtingen.

Hoeveel bedraagt het gewenste budget voor ICT ?

Aantal %

100% hoger dan huidige 9 34,62

voldoet aan verwachtingen 9 34,62

20% hoger dan huidige 2 7,69

10% hoger dan huidige 2 7,69

is te hoog 2 7,69

50% hoger dan huidige 1 3,85

30% hoger dan huidige 1 3,85

5% hoger dan huidige 0 0,00

26

Indien u meer middelen zou krijgen voor ICT, waarin zou u die investeren ?

Met meer centen ook meer mogelijkheden. We vroegen dan ook welke invulling men zou doen mocht er meer budget voor handen zijn. Uit een keuze van 6 mogelijkheden kwam Nieuwe hardware als eerste naar voor, gevolgd door vorming en opleiding. Nieuwe software komt op de voorlaatste plaats. Een eerste bedenking bij deze cijfers : Is er rekening gehouden met het feit dat Nieuwe hardware in basis geen software bevat ? Tevens een extra vraagstuk in hoeverre de beslissingsnemers op de hoogte zijn van het feit dat in het budget van Nieuwe hardware ook een behoorlijk stuk software zit ? Zeker met de nieuwe versies van Windows Vista en Office 2007 waar je snel een budget van 350 euro moet rekenen om een werkend geheel te verkrijgen.

Indien u meer middelen zou krijgen voor ICT, waarin zou u die investeren ?

Aantal %

nieuwe hardware 9 32,14

vorming en opleiding medewerkers inzake ICT 7 25,00

bestaande hardware verbeteren 6 21,43

(nieuwe) ICT medewerker 3 10,71

nieuwe software 2 7,14

andere 1 3,57

28

In de Social profit doet men nogal eens beroep op vrijwilligers en uiteraard ook vrijwillige inbreng van materiaal. Zo ook computermateriaal. En onder de bevraagden merken we dat haast de helft wel eens beroep heeft gedaan op schenkingen. In de meeste gevallen gaat het om computermateriaal dat door bedrijven werd afgeschreven, werd vervangen door nieuw materiaal en aldus ter beschikking werd gesteld van de instelling. Een mooie oplossing om een deel van de digitale achterstand weg te werken.

Doet u beroep op schenkingen van computers ?

Aantal %

ja 13 41,94

nee 18 58,06

31

Page 43: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 41/50

Evenwel is in het totaalpakket van de ICT-infrastructuur een PC niet steeds de ontbrekende schakel. Ook servers, printers en netwerk apparaten zijn noodzakelijk. In onderstaande tabel bemerken we dat in 61 % van de gevallen de ICT infrastructuur uit eigen middelen komt, eigen investeringen dus.

Hoeveel % van de huidige ICT-infrastructuur is geschonken ?

Aantal %

0% 19 61,29

0 tot 25% 6 19,35

25 tot 50% 3 9,68

50 tot 75% 3 9,68

75 tot 100% 0 0,00

31

Het aanschaffen van een PC is niet bepaald een moeilijke taak. Toch kan het verschil in prijs behoorlijk groot zijn. Afhankelijk van de methode die men toepast om een nieuwe PC aan te schaffen. Ongeveer 68% vraagt een offerte aan bij leveranciers, 23% koopt de PC aan zonder offerte. Slechts zeer uitzonderlijk gaat men op zoek bij milde gevers om een nieuwe PC aan te kunnen schaffen.

Indien u een nieuwe PC nodig hebt, hoe gaat u te werk ?

offertes aanvragen bij leveranciers 21 67,74

andere 7 22,58

op zoek gaan naar schenking 2 6,45

polsen bij collega-voorzieningen om samen aan te kopen 1 3,23

31

Page 44: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 42/50

4.4.3. Kennis ICT Bij deze vraagstelling zijn de antwoorden haast voor de hand liggend. Geen verrassingen gelet op de moeilijkheden die de sector heeft om zich in de ICT wereld te handhaven.

De volgende 3 vragen laten ons toe de kennis van ICT binnen de organisatie op te sporen.

Het valt echter op dat bij de ICT-verantwoordelijke we wat verwarrende resultaten zien. 1/3 van de antwoorden geven aan dat er onvoldoende kennis aanwezig is bij de ICT-verantwoordelijke. Hierbij moeten we besluiten dat de persoon die deze verantwoordelijkheid draagt niet bepaald een techneut is, maar veeleer iemand die het heeft aangedurfd de technologie in goede banen te leiden binnen zijn/haar instelling.

ICT-kennis aanwezig bij de directie

niet akkoord 9

akkoord 9

neutraal 7

helemaal akkoord 3

helemaal niet akkoord 0

28

ICT-kennis aanwezig bij de ICT-verantwoordelijke

neutraal 8

niet akkoord 7

helemaal akkoord 7

akkoord 4

helemaal niet akkoord 1

27

ICT-kennis aanwezig bij de medewerkers ("op de vloer")

niet akkoord 17

neutraal 6

helemaal niet akkoord 3

akkoord 1

helemaal akkoord 1

28

Indien er ICT-kennis ontbreekt in de organisatie, dan gaat het om kennis over :

Opvallend bij deze antwoorden is het Internet. De mogelijkheden van het Internet zou bij pakweg 50% van de deelnemers wel gekend zijn. Echter, als we naar de vraag computercriminaliteit en beveiliging kijken zien we dat daar 2/3 onvoldoende kennis heeft van deze materie. Nochtans staat deze haast rechtstreeks in relatie tot het Internet gebruik. Maar vermoedelijk heeft men mogelijkheden van het Internet beperkt tot surfen en e-mailen.

Page 45: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 43/50

Indien er ICT-kennis ontbreekt in de organisatie, dan gaat het om kennis over :

hoe omgaan met software

ja 24

nee 3

de mogelijkheden van de hardware

ja 19

nee 8

de tendensen en vernieuwingen ICT-markt

ja 21

nee 6

computercriminaliteit en beveiliging

ja 20

nee 7

de mogelijkheden van het Internet

ja 13

nee 14

werken in netwerk

ja 21

nee 6

ICT-wetgeving

ja 18

nee 9

Best practice case ICT voor de Social profit ?

ja 3

nee 23

Indien Nee, wat houdt u tegen om te evolueren naar een best practice:

geld tijd kennis interesse niets

Totaal 66,00 68,00 75,00 73,00 80,00

Mediaan 2,00 2,00 3,00 3,00 3,50

Gemiddelde 2,36 2,43 2,68 2,61 2,86

Page 46: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek

ICT voor de

Social P

rofit

sector

44/5

0

4.4.4. Nood aan ICT in werking

Op welk vlak kan ICT een bijdrage leveren om efficiënt en doelgericht

te werken?

Gee

f ee

n sc

ore

van

0 to

t 10

. W

aarb

ij 0

staa

t vo

or "hier

kan

ICT h

elem

aal ge

en b

ijdra

ge lev

eren

" en

waa

rbij 10

sta

at voo

r "h

ier ka

n IC

T e

en o

verd

uide

lijke

mee

rwaa

rde

leve

ren"

.

Med

iaan

10,0

0

10,0

0

7,0

0

9,0

0

6,00

8,0

0

8,0

0

9,0

0

Gem

iddelde

8,9

7

9,1

7

7,1

7

8,3

3

5,60

8,2

3

7,9

0

8,0

7

verwerking van gegevens (bijvoorbeeld gegevens over personeel, de organisatie, "klanten")

boekhouding

werkvoorbereiding

personeelsadministratie

analyse van problemen

rapportering naar de overheid

snel gegevens delen met collega's

interne organisatie (bvb communiceren via email, tijdsregistratie via email)

Page 47: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek

ICT voor de

Social P

rofit

sector

45/5

0

Voldoet de bijdrage aan ICT op deze vlakken momenteel aan de

verw

achtingen ?

Gee

f ee

n sc

ore

van

0 to

t 10

. W

aarb

ij 0

staa

t vo

or "de

bijd

rage

van

ICT v

oldo

et h

elem

aal n

iet aa

n de

ver

wac

htinge

n" e

n waa

rbij

10 staa

t vo

or "

de b

ijdra

ge v

an I

CT v

oldo

et h

elem

aal aa

n de

ve

rwac

htinge

n".

Med

iaan

7,0

0

8,0

0

6,5

0

8,0

0

5,00

6,00

7,5

0

7,0

0

Gem

iddelde

6,0

0

7,1

7

5,7

0

7,1

7

4,87

5,53

6,7

3

6,6

0

verwerking van gegevens (bijvoorbeeld gegevens over personeel, de organisatie, "klanten")

boekhouding

werkvoorbereiding

personeelsadministratie

analyse van problemen

rapportering naar de overheid

snel gegevens delen met collega's

interne organisatie (bvb communiceren via email, tijdsregistratie via email)

Page 48: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 46/50

Hoofdstuk 5: ICT lexicon

Termen zoals ICT, LAN, WAN, WiFi, USB en noem maar op zijn alledaagse woorden voor een techneut. Echter de digibeet heeft hier weinig aan. Tijd dus om u wegwijs te maken in deze wereld van 3-letter woorden, waar zelfs techneuten al eens de draad verliezen.

In ICT in woord en beeld voor de Social profit, een paper die we los van dit rapport brengen, willen we de lezers van dit rapport wegwijs maken in de begrippen van de ICT wereld. Het is een naslagwerk waarin men op eenvoudige wijze een aantal begrippen uit de hightech wereld kan opzoeken en in een verklarende en beeldende wijze de nodige kennis kan opdoen om alzo volwaardig mee te praten tijdens technische meetings.

5.1. ICT in het Nederlands : begrijpbaar voor iedereen.

In een on-line lexicon hebben we getracht de belangrijkste woorden uit de voor dit rapport belangrijke termen in een duidelijke Nederlandstalige beschrijving neer te zetten. Het lexicon is beschikbaar op de website www.ictwitboek.be.

Page 49: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 47/50

Hoofdstuk 6: Besluiten en adviezen aan overheid.

In de hedendaagse economie is gebruik van ICT meer dan een noodzaak. Haast alle communicatie verloopt via de elektronische weg. De Social profit, niet onmiddellijk in het regulier economisch circuit te plaatsen, heeft eveneens nood aan deze communicatiemiddelen. En uiteraard ook aan het voordeel een aantal taken en verplichtingen op een meer gestructureerde en snelle digitale manier te kunnen verrichten. Echter, de bestuurders van deze instellingen moeten lijdzaam toezien hoe de kloof, op z’n minst de digitale dan toch, tussen overheid, bedrijven en de Social profit toeneemt. De schaarste in ICT profielen en kennis heeft daar eveneens toe bijgedragen en zal, naar we in bepaalde rapporten5 vernemen, niet dadelijk een verbetering kennen.

De ICT sector zelf heeft ook weinig oog voor deze sector, en dit vooral door de ontbrekende budgetten om een degelijke ICT infrastructuur neer te zetten. Ook ICT kennis is ontbrekende waardoor begrip voor wat best wel wordt gedaan om de ICT goed te besturen, meestal ook niet aan de dagorde is. Redenen genoeg dus om een beleidsplan op te gaan stellen waarbij deze sector meer betrokken wordt en de kans krijgt op de snelweg van de digitale evolutie ook te kunnen rijden. Of we daar dadelijk de geschikte partners voor zullen vinden is zeker een belangrijk punt, maar wie niet waagt niet wint.

6.1. Perceptie vanuit de ICT benadering.

De breuklijn tussen de ICT sector en de Social profitsector ligt in een stuk onbegrip van beide kanten. De Social profit heeft onvoldoende kennis en wetenschap over de mogelijkheden van ICT waardoor het zich dan ook niet kan uitdrukken in termen van werkelijke noden. Aan de andere kant is de ICT sector dan ook weer te sterk gefocused op technologische snufjes die uiteraard een bepaald prijskaartje dragen; een kaartje dat voor heel wat instellingen buiten bereik ligt.

Hoe ICT hierop kan inspelen is eveneens een goed onderzoeksthema. De komst van de Open Source ontwikkelingen zijn beslist een goede stap in de richting van toenadering. Niet dat we Open Source als een synoniem voor gratis software moeten bestempelen, de diensten voor het implementeren, begeleiden en opleiden gebeuren door menselijke tussenkomsten die uiteraard niet gratis kunnen zijn.

6.2. Adviezen naar overheid toe.

Gelet op bovenstaande is het dan ook niet verbazend te stellen dat de overheid een belangrijke rol zal spelen in de wijze waarop de Social profit verder met de digitale kloof zal moeten afrekenen. Voor sectoren zoals Onderwijs zijn bepaalde beleidslijnen uitgeschreven die erop gericht zijn het Onderwijs aan een “goedkopere ICT” te helpen. De Social profit, vallende onder Welzijn en Gezondheid, en dan vooral de subsectoren die wij in het onderzoek hebben behandeld, moeten spijtig genoeg in de schaduw blijven van wat we als e-Health dienen te bestempelen.

E-Health is uiteraard belangrijk, maar mag niet betekenen dat de andere delen van zorgbehoevende instellingen in de kou moeten blijven staan. Wij zijn voorstander voor een open debat met zowel Welzijn alsook Administratieve vereenvoudiging, om te zoeken naar een plan van aanpak voor de komende 2 à

5 Vaktijdschriften IT Professional, ZDNet en Business ICT.

Page 50: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 48/50

3 jaar. ICT op peil brengen in de Social profit sector kan beslist niet op korte termijn. Toch moet de overheid zo spoedig mogelijk ingrijpen wil men niet tot de vaststelling komen dat de kloof net iets te groot is om nog een volwaardig plan uit te schrijven.

Ook bemerken we dat de Social profit sector binnen de provinciale geledingen moet worden geplaatst en aldaar een eerste aanspreekbuis zou moeten vinden. Met dit project leveren wij het bewijs dat er inderdaad mogelijkheden bestaan om aan de prangende vragen naar ondersteuning en verbetering iets te veranderen. Met de hulp van zowel Vlaamse als Federale overheden kan dit project een bredere invalshoek krijgen en nog vruchtbaardere resultaten leveren. We aanzien onze opdracht niet als beëindigd, doch eerder als een eerste stap in de bouw van een specifiek platform voor de Social profit automatisering.

6.3. Aanbevelingen.

Op basis van de ervaring en de analytische blik die we door deze studie hebben bekomen, willen we graag een paar aanbevelingen neerleggen. Enerzijds voor de overheid maar ook voor de Social profitsector anderzijds.

6.3.1. Aanbevelingen voor de overheid. Naar analogie met wat de overheid in het onderwijs doet zou ook de diensten Welzijn ervoor kunnen zorgen dat bepaalde budgetten worden voorzien ter ondersteuning van de informatisering van de Social profitsector. In de eerste plaats de tussenkomst in de herwaardering van het bestaande IT park (hardware) zodat computers met de nodige performantie beschikbaar zijn.

Benevens deze inspanningen lijkt het ons ook voor de hand liggend dat bij de administratieve vereenvoudiging rekening wordt gehouden met de mogelijkheden die binnen de Social profitsector aanwezig zijn. Met dien verstande dat door het gebrek aan deskundige medewerkers (met kennis van IT) het automatisch verwerken van gegevens niet binnen het bereik ligt van de instellingen. Ook de veelvuldige bevragingen in kader van subsidies en tewerkstelling zijn voor de instellingen een bijzonder zware last. Ons voorstel gaat in de richting van de oprichting van een overlegplatform waarbij we drie belangrijke taken naar voor willen schuiven:

1. volledig in kaart brengen van de IT toestand binnen elke subsector van de Social profit;

2. tijdig overleg plegen met de sector vooraleer bepaalde bevragingen worden doorgevoerd;

3. opzetten van webgebaseerde en centrale oplossingen voor opname van gegevens uit de sector.

Bij de laatste taak willen wij beslist onze steun verlenen, vooral door onze ervaring en betrokkenheid in deze materie.

6.3.2. Aanbevelingen voor de Social profitsector. Zonder de druk te verhogen willen we bij de sector aandringen bij de eerstvolgende algemene vergaderingen binnen de begroting ook een stuk budgettering naar ICT toe in te schrijven. Om tot een budgettering te komen moet men uiteraard zicht hebben op wat er als IT in de instelling aanwezig is.

Page 51: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 49/50

Daartoe willen we graag ons bevragingsplatform aanbieden. Tijdens de studie hebben we mogen vaststellen dat voor heel wat instellingen het feit van de bevraging rond de inventaris van zowel hardware als software zij plots een beter zicht hadden op wat er zoal aan IT materiaal aanwezig is. Daarnaast biedt het eveneens de mogelijkheid na te gaan welke hardware geen lang leven meer beschoren is, of zelfs niet meer voldoet aan de nieuwe vereisten voor het gebruik van bepaalde software en dus aan vervanging toe zal zijn.

In de studie hebben we eveneens oog gehad voor de ICT-verantwoordelijke, voor zover die aanwezig was in de instellingen. De invulling van deze functie mag niet alleen een titel zijn maar behoeft eveneens gepaard te gaan met een opleidingsplan. Het hoeft niet bepaald de bedoeling te zijn een ICT-er te “kweken” doch met een goede opleiding kan deze kracht voor een sterke verbetering zorgen binnen de organisatie. Zeker indien men kan terugvallen op een dienstenleverancier die samen met de verantwoordelijke een goede brug leggen tussen de hoogstaande technologie en het gebruik ervan binnen de organisatie.

Page 52: Witboek ICT voor social profit sector

Witboek ICT voor de Social Profitsector 50/50

Bijlagen.

Portaal ictwitboek

http://erov.internetsociety.be

Printscreen bevragingsplatform.

Page 53: Witboek ICT voor social profit sector
Page 54: Witboek ICT voor social profit sector

Deze studie is een uitgave van de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen en Internet Society Belgium. De studie werd uitgevoerd door de heer Rudi Vansnick, voorzitter Internet Society Belgium, in samenwerking met de heer Brecht Carels, bedrijfskundig consulent social profit EROV, de heer Jos Saerens, directieadviseur EROV en onder de algemene leiding van de heer Daniël De Steur, directeur van de EROV. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van EROV vzw, Huis van de Economie, Seminariestraat 2, B-9000 Gent, 09/267.86.10 - www.erov.be