Werkwoordspelling
Click here to load reader
-
Upload
ingrid-mouthaan -
Category
Documents
-
view
319 -
download
2
Transcript of Werkwoordspelling
WerkwoordspellingHoe ging dat ook alweer?
Hoe schrijf je word(t)?
Tijdens een belspelletje krijgt een eerstejaars student aan de PABO de volgende vraag:
Ja, wat is het nu: word of wordt?
Wat denk je? Geeft ze het juiste antwoord?
werkwoordspelling
• Zwakke en sterke werkwoorden
• Persoonsvorm tegenwoordige tijd
• Persoonsvorm verleden tijd
• Voltooid deelwoord
• Onregelmatige werkwoorden
• Uit het Engels ontleende werkwoorden
Zwakke en sterke werkwoorden
• Zwakke werkwoorden zijn werkwoorden die je in de verleden tijd vervoegt met –de(n) of –te(n).
▫ werken werkte gewerkt
▫ antwoorden antwoordde geantwoord
▫ verven verfde geverfd
• Sterke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd van klank veranderen.
▫ lopen liep gelopen
▫ vinden vond gevonden
▫ brengen bracht gebracht
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
• Sterke en zwakke werkwoorden gedragen zich in de tegenwoordige tijd hetzelfde.
• Er zijn maar 3 mogelijkheden.*
Ik-vorm (stam) hij-vorm (stam+t) meervoudsvorm
loop loopt lopen
verf verft verven
word wordt worden
zet zet Zetten
delete deletet deleten
De ik-vorm (stam)
Ik als onderwerp of je/jij als onderwerp achter de persoonsvorm:
Ik loop Ik word
Loop je/jij Word je• Maar: loopt je zus en brandt je verwarming
▫ Gebiedende wijs:
Loop door! Word volwassen!
De hij-vorm (stam)
• Bij alle andere onderwerpen in het enkelvoud zet je er een –t achter:
▫ lopen Hij loopt,
▫ worden Dat wordt,
▫ werken Henk werkt,
▫ verven Jij verft,
▫ slapen Je slaapt,
▫ zetten Mijn zus zet
Meervoudsvorm
• Lijkt me logisch:
▫ We lopen,
▫ Jullie worden
▫ Mieke en Maaike werken
▫ De buren verven
▫ Ze slapen
▫ De tegelzetters zetten
Persoonsvorm verleden tijd
• Zwakke werkwoorden
▫ ‘t fokschaap-x
▫ ‘t kofschip-x
‘t Kofschip-x of ‘t fokschaap-x
• Meestal hoor je wel of je te(n) of de(n) moet gebruiken, maar je kunt ook de fokschaap-regelgebruiken.
▫ Neem het hele werkwoorden haal de (e)n weg.
• werken
• besteden
▫ zit de laatste letter in ‘t kofschip?
• ja: ik-vorm+te(n) werkte(n)
• nee: ik-vorm+ de(n) besteedde(n)
Persoonsvorm verleden tijd zwakke
werkwoorden en voltooid deelwoord‘t kofschip-x enkelvoud meervoud Voltooid
deelwoord
zettenwerkenplaatsen
ik-vorm+tezet tewerk teplaats te
ik-vorm+tenzettenwerktenplaatsten
gezetgewerktgeplaatst
Alle andere gevallen
enkelvoud meervoud Voltooid deelwoord
vervenantwoordenvoelen
ik-vorm+deverfdeantwoorddevoelde
ik-vorm+denverfdenantwoorddenvoelden
geverfdgeantwoordgevoeld
Persoonsvorm verleden tijd sterke
werkwoorden• Lopen liep gelopen
• Brengen bracht gebracht
• Worden werd geworden
• Enz.
Onregelmatige werkwoorden
• Die doe je echt niet fout! De belangrijkste zijn:
▫ kunnen
▫ zullen
▫ hebben
▫ zijn
▫ mogen
Uit het Engels ontleende werkwoorden• Die vervoeg je hetzelfde als zwakke werkwoorden.
Pv tt Pv vt vd
bingoën ik bingohij bingootwij bingoën
bingode
bingodengebingood
stressen ik streshij strestwij stressen
streste
strestengestrest
deleten ik deletehij deletetwij deleten
deletete
deletetengedeletet
sms’en ik smshij sms’twij sms’en
sms’te
sms’tenge-sms’t
Woordenlijst.org