© 2007 M. Tallman. 15 1 1 + 5 1 5 1 5 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1.
werkwoordenspelling[1]
Click here to load reader
-
Upload
meester-erik -
Category
Documents
-
view
573 -
download
1
Transcript of werkwoordenspelling[1]
Werkwoordenspelling
Methode:Zin in taal
onderbouw
doe-woorden : woorden die in een zin vertellen wat iets of iemand doet.
bovenbouw
doe-woorden zijn werkwoorden
Werkwoorden,opbouw van de methode
De woordenboekvorm
Dit is het hele werkwoord, zoals je het terugvindt in het woordenboek.
Truc: zet er “ik kan” voor:
Henk loopt de straat uit.Ik kan lopen.
.
2. De persoonsvorm
Hoe kan je de persoonsvorm vinden in een zin?
Voorbeeld: Harrie kijkt naar buiten.
1 Maak er een vraagzin van. Dan komt de persoonsvorm vooraan te staan.
2 Verander het onderwerp van meervoud naar enkelvoud of anders om. De persoonsvorm verandert dan ook.
3. Verander de tijd van t.tijd naar v.tijd of andersom. De persoonsvorm verandert dan ook.
Het persoonswoord Het persoonswoord
Je kan personen en dingen vervangen door het persoonswoord.
Voorbeeld: Henk loopt over staat. Dit wordt dan: Hij loopt over straat.
De persoonswoorden zijn:
enkelvoud• ik • jij • hij/zij/hetmeervoud• wij• zij
Het onderwerp
Het onderwerp vertelt wie of wat iets doet in een zin.
Voorbeeld: Henk loopt over straat.Stel de vraag: Wie of wat loopt..
Harrie gooit de bal.enkelvoudik gooijij gooi +t (gooi jij)hij gooi +t zij gooi +thet gooi +t
meervoudwij gooi +enjullie gooi +enZij gooi +en
VervoegenDe tegenwoordige tijd
Vervoegende verleden tijd
Onregelmatige werkwoorden
De klinkers veranderen in de verleden tijd.Dit moet je weten.
lopen…liepenworden…werdenetc.
Vervoegenverleden tijd
Regelmatige werkwoorden
Regelmatige werkwoorden hebben als uitgang -te of -de in het enkelvoud en -ten of -den in
meervoud.
Voorbeeld: werkte werktengooide gooiden
‘t taxikofschipik-vorm +te/ten
Neem het hele werkwoord en haal –en eraf.Voorbeeld: werken wordt dan werk.
Eindigt dit dan met een medeklinker uit ‘t taxikofschip dan krijgt:
• de v.t. enkelvoud –te achter de ik- vorm/stam: Hij werkte
• de v.t. meervoud –ten achter de ik-vorm/stam:Wij werkten
ik-vorm +de /den
Haal -en van het hele werkwoord (woordenboekvorm).Dus gooien wordt gooi
Deze letter is geen medeklinker uit ‘t taxikofschip.• De v.t. enkelvoud krijgt –de achter de ik- vorm / stam:
Hij gooide.• De v.t. meervoud krijgt –den achter de ik- vorm / stam:
Wij gooiden
Dus ook : ik verhuisde,het gonsde,hij erfde,zij verfde.
deelwoordvorm
• Is een werkwoord in een zin geen persoonsvorm en geen woordenboekvorm, dan is het een deelwoordvorm.
• In een zin met een deelwoordvorm staat altijd een persoonsvorm van het werkwoord: hebben,zijn of worden.
Voorbeeld: Hij heeft de bal weggegooid/weggeschopt.
Ook hierbij geldt de regel van ‘t taxikofschip voor de uitgang.
werkwoordenschema
Oefenen ,oefenen