Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport...

70
WEGWIJS IN EIGEN OMGEVING Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding voor mensen met een verstandelijke beperking in Ermelo 2016 Patricia Lunenborg 22/03/2016

Transcript of Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport...

Page 1: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

0

WEGWIJS IN EIGEN

OMGEVING Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

voor mensen met een verstandelijke beperking in Ermelo

2016 Patricia Lunenborg 22/03/2016

Page 2: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

2

Page 3: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

3

Onderzoeksrapport

‘Wegwijs in eigen omgeving’

Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding voor mensen met een

verstandelijke beperking in Ermelo

Groningen, maart 2016

Auteur Patricia Lunenborg

Juniormedewerkster Kenniscentrum NoorderRuimte

Studente Facility Management major Hospitality in

Business

Studentnummer 297307

Opdrachtgever ’s Heeren Loo Zorggroep te Ermelo

Fokko Kortlanglaan 25

3853 KD Ermelo

Bedrijfsbegeleider Nienke van den Berg

Beleidsadviseur Vastgoed

’s Heeren Loo Zorggroep

Docentbegeleider Stefan Lechner

Instituut Facility Management

Hanzehogeschool Groningen

Page 4: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

4

Managementsamenvatting ’s Heeren Loo merkt dat cliënten en bezoekers vaak moeilijk zelfstandig de weg kunnen vinden

op het woonzorgpark in Ermelo. Als maatregelen zijn straatnaambordjes en huisnummers

geplaatst, zodat de locaties opgenomen kunnen worden in navigatiesystemen. Daarnaast is een

plan opgesteld met bewegwijzeringsborden met kleine landmarks. Deze maatregelen moeten

ervoor zorgen dat de bereikbaarheid wordt vergroot en dat de voorzieningen voor bezoekers

aantrekkelijker worden. ’s Heeren Loo geeft aan dat de bewegwijzering momenteel tekort

schiet voor cliënten. Het doel van dit onderzoek is dan ook het in kaart brengen van de huidige

situatie op het gebied van wayfinding en orientering van de cliënten op het woonzorgpark in

Ermelo om vervolgens aanbevelingen te kunnen doen met betrekking tot mogelijkheden ten

gunste van de verstandelijke beperkte cliënten. Dit zorgt voor het vergroten van de

zelfstandigheid op het woonzorgpark in Ermelo. De hoofdvraag luidt daarom als volgt: Wat zijn

de mogelijkheden op het gebied van wayfinding en oriëntering naast de geplande

bewegwijzering voor cliënten met een verstandelijke beperking op het woonzorgpark in Ermelo?

Er is gebruik gemaakt van verschillende kwalitatieve onderzoeksmethodes. Er is

literatuuronderzoek gedaan naar wayfinding en oriëntatie, een verstandelijke beperking en de

communicatie met deze doelgroep. Er is een (focus)groep-interview afgenomen met cliënten en

interviews met medewerkers van het woonzorgpark naar de huidige situatie, ervaringen en

wensen en behoeften op het gebied van bewegwijzering. Door middel van observaties is een

beeld verkregen van de huidige situatie en de oriëntatie van cliënten en met behulp van

verkennend onderzoek bij vergelijkende zorginstellingen is gekeken welke bestaande

hulpmiddelen op het gebied van bewegwijzering effectief zijn voor mensen met een

verstandelijke beperking.

Uit het onderzoek komt naar voren dat zowel de medewerkers als de cliënten ontevreden zijn

over de huidige situatie op het woonzorgpark. Het blijkt dat de structuur op het woonzorgpark

niet goed in elkaar zit wat voor verwarring zorgt voor de oriëntatie. Daarnaast zijn er geen

vormen van bewegwijzering, weinig herkenningspunten en geen elektronische hulpmiddelen

die de oriëntatie van de cliënten in de omgeving kan verbeteren en hiermee de zelfstandigheid

vergroten.. De wensen en behoeften die voornamelijk naar voren komen uit de interviews zijn

dat er herkenningspunten op het park toegevoegd moeten worden met een duidelijk

kleurcontrast en goede grootte. Uit het verkennend onderzoek bij zorginstellingen komt naar

voren dat structuur, het gebruik van felle kleuren op de gebouwen en verwijzers in de

gebouwen de oriëntatie van cliënten vergroot. Het is van groot belang dat bij de hulpmiddelen

die op het woonzorgpark geïmplementeerd worden rekening is gehouden met de verschillende

beperkingen.

Page 5: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

5

Aanbevelingen voor aanpassingen op het woonzorgpark betreffen de structuur op het

woonzorgpark om zo verwarring te voorkomen. Ook worden aanbevelingen voor

herkenningspunten gedaan om de oriëntatie te verbeteren en mede door de toekomstige

ontwikkelingen van de technologie binnen de zorg worden aanbevelingen gedaan om

elektronische hulpmiddelen toe te voegen die bijdragen bij het prikkelen van verschillende

zintuigen zoals gehoor. Tot slot worden aanbevelingen gegeven voor verder onderzoek naar de

effecten van deze elektronische hulpmiddelen.

Page 6: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

6

Voorwoord

Voor u ligt het onderzoeksrapport ter afronding van de opleiding HBO Bachelor Facility

Management. Het onderzoeksrapport is in opdracht van ’s Heeren Loo tot stand gekomen door

middel van het verrichten van onderzoek naar de mogelijkheden op het gebied van wayfinding

en oriëntering voor mensen met een verstandelijke beperking op het woonzorgpark in Ermelo.

Tijdens dit onderzoek heb ik mij voornamelijk beziggehouden naar welke mogelijkheden er

bestaan op het gebied van wayfinding en orientering. Door middel van interviews, observaties

en het analyseren van de literatuur is dit rapport tot stand gekomen. Het onderzoek is

geschreven om aanbevelingen te doen richting ’s Heeren Loo welke mogelijkheden toegepast

kunnen worden om de wayfinding en orientering van mensen met een verstandelijke beperking

te verbeteren.

Ik zou graag Stefan Lechner willen bedanken als interne opdrachtgever en afstudeerbegeleider

voor de ondersteuning bij mijn voortgang in dit onderzoek. Daarnaast Nienke van den Berg,

Beleidsadviseur Vastgoed van ‘s Heeren Loo en de externe opdrachtgever, voor het

samenstellen van het onderzoek en de tussentijdse gesprekken over de voortgang en sturing

van het onderzoek. Tevens wil ik Hans Haanappel bedanken voor het in contact brengen met de

cliënten en het openstellen van de nodige interne informatie. Tot slot wil ik de junior

medewerkers en de senior medewerkers van Bureau NoorderRuimte bedanken voor de hulp en

steun tijdens het afstudeertraject.

Patricia Lunenborg

Groningen, maart 2016

Page 7: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

7

Inhoudsopgave

Managementsamenvatting .............................................................................................................. 4

Voorwoord ....................................................................................................................................... 6

Inhoudsopgave ................................................................................................................................. 7

Inleiding ............................................................................................................................................ 9

1. Achtergrondinformatie .............................................................................................................. 11

1.1 Organisatie ............................................................................................................................ 11

1.2 Probleemstelling ................................................................................................................... 13

2. Wayfinding verstandelijke beperking......................................................................................... 15

2.1 Verstandelijke beperking ...................................................................................................... 15

2.2 Wayfinding en oriëntatie ...................................................................................................... 18

3. Onderzoeksmethodologie .......................................................................................................... 22

3.1 Onderzoeksmethoden .......................................................................................................... 22

3.2 Analyse .................................................................................................................................. 25

3.3 Visueel document ................................................................................................................. 25

4. Resultaten ................................................................................................................................... 26

4.1 Structuur locatie ‘s Heeren Loo te Ermelo ........................................................................... 26

4.2 Oriëntatie mensen met een verstandelijke beperking......................................................... 27

4.3 Bewegwijzering Ermelo ........................................................................................................ 28

4.4 Herkenningspunten .............................................................................................................. 29

4.5 Elektronische hulpmiddelen ................................................................................................. 31

4.6 Vergelijking zorginstellingen ................................................................................................. 33

5. Conclusie .................................................................................................................................... 36

6. Aanbevelingen ............................................................................................................................ 40

7. Discussie ..................................................................................................................................... 42

7.1 Betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid ..................................................................... 42

7.2 Beperkingen .......................................................................................................................... 43

Page 8: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

8

7.3 Vervolgonderzoek ................................................................................................................. 44

Literatuurlijst .................................................................................................................................. 45

Bijlagen ........................................................................................................................................... 48

Bijlage 1: Organogram ’s Heeren Loo ......................................................................................... 49

Bijlage 2: Moodboards ................................................................................................................ 50

Bijlage 3: Interviewvragen oriënterend gesprek medewerker ’s Heeren Loo ........................... 52

Bijlage 4: Weergave interview oriënterend gesprek medewerker ’s Heeren Loo ..................... 53

Bijlage 5: Weergave (focus)groep-interview ’s Heeren Loo ....................................................... 54

Bijlage 6: Interviewschema medewerker ’s Heeren Loo ............................................................ 56

Bijlage 7: Weergave interview medewerker ’s Heeren Loo ....................................................... 58

Bijlage 8: Interviewschema medewerker NOVO ........................................................................ 60

Bijlage 9: Weergave interview medewerker NOVO ................................................................... 62

Bijlage 10: Interviewschema medewerker Visio de Brink .......................................................... 64

Bijlage 11: Weergave interview medewerker Visio de Brink ..................................................... 66

Bijlage 12: Observatiepunten ..................................................................................................... 68

Bijlage 13: Uitkomsten observatieonderzoek woonzorgpark .................................................... 69

Page 9: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

9

Inleiding ‘Logica brengt je van A naar B, verbeelding brengt je overal’ (Albert Einstein). Een quote waar

wayfinding en oriëntatie als begrippen in verschuild zitten. Wayfinding en oriëntatie is

belangrijk voor ieder persoon om de uiteindelijke bestemming te bereiken. Dit gebeurt tijdens

het cognitieve proces dat iemand volgt tijdens de route in een bekende én onbekende

omgeving. Voor mensen met een verstandelijke beperking is niet alles vanzelfsprekend en geldt

een andere informatiebehoefte. Het is van groot belang dat verbeelding duidelijker aanwezig

voor de oriëntatie van deze doelgroep.

’s Heeren Loo Zorggroep werkt vanuit de visie dat elk mens uniek is en zich wil ontwikkelen om

nieuwe ervaringen op te doen. De cliënten (verder in het rapport cliënten genoemd) hebben

een verstandelijke of lichamelijke beperking, variërend van licht tot zeer ernstig meervoudig

beperkt. Deze cliënten moeten optimaal begeleid worden, zowel binnenshuis als onderweg van

werk/dagbesteding naar de woning. In dit onderzoek wordt gekeken naar de wayfinding en de

oriëntatie van deze cliënten op het woonzorgpark in Ermelo. Het doel is het in kaart brengen

van mogelijkheden op het gebied van wayfinding voor deze cliënten om hiermee de

zelfredzaamheid te vergroten en de bereikbaarheid van de verschillende faciliteiten te

vergemakkelijken.

’s Heeren Loo concludeert dat het voor cliënten vaak moeilijk is de weg zelfstandig te vinden op

het terrein. Straatnamen en huisnummers zijn geplaatst, zodat de locaties opgenomen kunnen

worden in de navigatiesystemen. Er is een plan opgesteld met bewegwijzeringsborden en

landmarks. Dit plan heeft als doel dat de bereikbaarheid van de faciliteiten vergroot wordt en

dat de voorzieningen voor bezoekers aantrekkelijker worden en beter bezocht worden. Deze

borden zal niet iedere cliënt kunnen lezen of begrijpen, afhankelijk van de beperking. Daarom is

het belangrijk om rekening te houden met de oriëntatie van alle cliënten en een gepaste

bewegwijzering te ontwikkelen die voor iedere cliënt werkt naast de geplande bewegwijzering.

Dit onderzoek is van maatschappelijk belang, omdat het voor toegevoegde waarde voor de

mens (cliënt) en organisatie (’s Heeren Loo) is. Het kan bijdragen met het oplossen van het

maatschappelijk probleem m.b.t. de weg vinden op het woonzorgpark in Ermelo.

Op basis van de verkregen informatie is een onderzoeksvraag opgesteld wat aan het eind van

dit onderzoek beantwoord zal worden:

Wat zijn de mogelijkheden op het gebied van wayfinding en oriëntering naast de geplande

bewegwijzering voor cliënten met een verstandelijke beperking op het woonzorgpark in Ermelo?

Page 10: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

10

Om antwoord te krijgen op deze hoofdvraag, is dit onderzoek opgedeeld in verschillende fasen.

Allereerst staat er informatie over de organisatie beschreven en een korte beschrijving van de

huidige situatie met de randvoorwaarden op het gebied van bewegwijzering. Daarna volgt de

onderzoeksopzet. Om het onderzoek te kunnen starten wordt in hoofdstuk twee het

theoretisch kader gevormd met de begrippen uit de onderzoeksvraag. Er wordt literatuur

beschreven over wayfinding en oriëntatie in het algemeen, wat een verstandelijke beperking is

en op welke manier er gecommuniceerd kan worden met mensen met een verstandelijke

beperking. Van hieruit wordt een koppeling gemaakt met wayfinding en waarop gelet moet

worden tijdens dit onderzoek. Daarna volgt hoofdstuk drie met de onderzoeksmethoden. In dit

hoofdstuk komt naar voren welke methoden zijn gebruikt om het onderzoek uit te kunnen

voeren. Hoofdstuk vier geeft de resultaten weer uit het onderzoek. Het volgende hoofdstuk

geeft de conclusie weer, waarin de hoofdvraag wordt beantwoord met behulp van een analyse

van de resultaten. Naar aanleiding van de conclusie, volgen de aanbevelingen in hoofdstuk zes.

In het laatste hoofdstuk wordt het onderzoek ter discussie gesteld. Daarna volgen de

begrippenlijst en bijlagen.

Page 11: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

11

1. Achtergrondinformatie In dit hoofdstuk wordt informatie over de organisatie, de huidige situatie op het woonzorgpark

in Ermelo en de randvoorwaarden voor de bewegwijzering binnen ’s Heeren Loo uitvoerig

beschreven. Hierna is de onderzoeksopzet opgesteld met de aanleiding van het onderzoek, de

doelstelling en centrale onderzoeksvraag.

1.1 Organisatie

’s Heeren Loo Zorggroep biedt mensen met een verstandelijke beperking zorg op maat. De

grootste focus ligt bij de cliënt om deze centraal te stellen en te helpen met wensen en

behoeften en waar mogelijk is met de verdere ontwikkeling. ’s Heeren Loo is gevestigd op elf

verschillende locaties in heel Nederland en biedt verschillende vormen van zorg, begeleiding,

ondersteuning en behandelingen. Dit gebeurt op het gebied van wonen, dagbesteding, scholing

en vrije tijd, maar ook bij individuele aanpassingen in het leven. ’s Heeren Loo Zorggroep wil de

kwaliteit van ondersteuning zo optimaal mogelijk maken waarin zij kan bijdragen aan het

mogelijk maken van een goede kwaliteit van bestaan (’s Heeren Loo, 2014).

’s Heeren Loo biedt zorg aan 9.217 cliënten. Deze cliënten worden verzorgd door 13.100

medewerkers en 4.000 vrijwilligers. Binnen ’s Heeren Loo is het thema ‘Samen’ centraal gesteld

en dit thema heeft bepaald welke rol de organisatie in de samenleving wil spelen. De

vernieuwing van de missie, visie en de kernwaarden als reactie op deze rol zullen bijdragen aan

het vergroten van het wij-gevoel binnen de organisatie. De kernwaarden zijn: Betrokken,

Passie, Samen en Ontwikkeling. ’s Heeren Loo wil de beste zorgen geven en gelooft in de kracht

van écht contact met de cliënten en op deze manier op zoek te gaan naar de

ontwikkelingsmogelijkheden van elke cliënt. Daarnaast is het van belang dat mensen met een

verstandelijke beperking rechten hebben en behoefte hebben aan persoonlijke groei (’s Heeren

Loo, 2014).

Voor ’s Heeren Loo is het belangrijk om de dienstverlening continu kwalitatief te verbeteren. ’s

Heeren Loo is dan ook HKZ-gecertificeerd (HKZ = Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de

Zorgsector). Binnen de gehele organisatie wordt gewerkt met dezelfde kwaliteitsnormen. Deze

certificering is belangrijk voor financiers en de overheid, zodat er rechtmatig aangetoond kan

worden dat er kwalitatief werk en zorg wordt geleverd. Ook kan hiermee het werk op

structurele basis worden gemonitord en verbeterd. Naast deze certificatie, is het doel om de

organisatie binnen ’s Heeren Loo zo in te richten dat de cliënten zich zelfstandig en thuis voelen.

Dit wordt gewaarborgd binnen elke laag van de organisatie door openheid en transparantie met

cliënten. In bijlage 1 wordt de organogram van de organisatie weergegeven.

Page 12: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

12

Huidige situatie

Op het gebied van bewegwijzering zijn maatregelen genomen om de bewegwijzering te

verduidelijken. Elke straat is onlangs voorzien van een gemeentelijk ANWB straatnaambord

(figuur 1). Daarnaast is voor elk gebouw huisnummers opgesteld, zodat Ermelo niet meer één

adres heeft maar iedereen zijn eigen post in het gebouw kan ontvangen. Er is een plan

opgesteld in overleg met adviesbureau Eurorouting om bewegwijzeringsborden te plaatsen op

het woonzorgpark in Ermelo. Deze bewegwijzeringsborden wijzen de weg richting de

verschillende voorzieningen, met ondersteuning van (visitaal) pictogrammen (figuur 4). De

bovenkant van een bewegwijzeringsbord is 1.80 meter hoog rekening houdende met de zichtlijn

voor bezoekers die met auto of fiets het woonzorgpark betreden. Dit is belangrijk omdat deze

borden op moeten vallen op afstand. Ook komt bij de entree van het woonzorgpark een

plattegrond (figuur 3) en een entreebord (figuur 2). Deze maatregelen moeten ervoor zorgen

dat zowel bezoekers als cliënten gemakkelijker de weg kunnen vinden naar de verschillende

voorzieningen (’s Heeren Loo, 2014).

Figuur 1 Straatnaambord Figuur 2 Entreebord

Figuur 3 Plattegrond Figuur 4 Bewegwijzeringsbord

Page 13: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

13

Randvoorwaarden bewegwijzering

Er zijn een aantal aspecten die belangrijk zijn voor ’s Heeren Loo Zorggroep als organisatie met

betrekking tot de bewegwijzering. Hiervoor is een beleidskader opgesteld vanuit ’s Heeren Loo.

Om een herkenbare route te creëren binnen de verschillende locaties door Nederland, is het

een voorwaarde om alle borden uitgevoerd te laten worden volgens de ’s Heeren Loo huisstijl.

Met huisstijl moet worden gelet op de kleuren die ’s Heeren Loo doorvoert in het logo. Ook

staat veiligheid hoog in het vaandel bij ’s Heeren Loo. Bewegwijzering kan de routing van het

gemotoriseerde verkeerde beïnvloeden, dus is het van belang op elk beslispunt een

bewegwijzeringsbord te plaatsen. Dit bewegwijzeringsbord kan verwijzen naar straatnamen

indien dit vanuit veiligheid i.r.t. routing van autoverkeerd wenselijk is. Naast de aspecten

herkenbaarheid en veiligheid staat het aspect flexibiliteit voorop. De bewegwijzeringsborden

moeten relatief eenvoudig aanpasbaar zijn n.a.v. een wijziging van de situatie op het

woonzorgpark. Wanneer deze wijziging doorgevoerd zal worden, zal er per locatie een afweging

gemaakt worden tussen het vervangen van de borden door gemeentelijke ANWB borden of

verdergaan met de huidige straatnaamborden om kapitaalvernietiging te voorkomen. Hierin

komt het laatste aspect doelmatigheid naar voren. En doelmatigheid staat binnen

bewegwijzering boven uniformiteit (’s Heeren Loo, 2014).

1.2 Probleemstelling

Hieronder is de aanleiding en doelstelling van het onderzoek uiteen gebracht. Vervolgens wordt

de onderzoeksvraag die hieruit voortkomt beschreven.

Aanleiding

Ermelo is één van de grootste woonzorgparken van ’s Heeren Loo. ’s Heeren Loo ondersteunt en

begeleidt mensen met een lichte tot ernstige (meervoudige) verstandelijke beperking. Dit

woonzorgpark biedt verschillende faciliteiten: woningen voor cliënten, dagbestedingslocaties,

kantoren, restaurant, polikliniek en een supermarkt. ’s Heeren Loo merkt dat het voor cliënten

en bezoekers is het vaak moeilijk de weg zelfstandig te vinden op het terrein. Straatnamen en

huisnummers zijn geplaatst, zodat de locaties opgenomen kunnen worden in de

navigatiesystemen. Daarnaast is er een plan opgesteld met bewegwijzeringsborden en kleine

landmarks. Deze geplande bewegwijzering moet ervoor zorgen dat de bereikbaarheid van de

faciliteiten vergroot wordt en dat de voorzieningen voor bezoekers aantrekkelijker worden en

beter te vinden zijn. Cliënten gebruiken een andere oriëntering dan bezoekers, kunnen vaak niet

lezen of begrijpen de borden niet en hier moet dan ook rekening mee worden gehouden tijdens

de bewegwijzering op het woonzorgpark. ’s Heeren Loo geeft aan dat de bewegwijzering

hieraan op dit moment tekort schiet en daarom is het van belang dat hier onderzoek naar

gedaan moet worden. Dit onderzoek is van maatschappelijk belang, omdat het voor

toegevoegde waarde voor zowel de mens (cliënt) als de organisatie (’s Heeren Loo) is. Het kan

Page 14: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

14

helpen met het oplossen van het maatschappelijk probleem m.b.t. de weg vinden op het terrein

in Ermelo met als resultaat dat de cliënten zich zelfstandiger over het woonzorgpark kunnen

voortbewegen.

Doelstelling Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de huidige situatie op het gebied van

wayfinding en oriëntering van mensen met een verstandelijke beperking op het terrein in

Ermelo. Een tweede doel is het doen van aanbevelingen in vorm van een onderzoeksrapport

met betrekking tot mogelijkheden op het gebied van wayfinding en oriëntering ten gunste van

verstandelijke beperkte cliënten op het terrein in Ermelo. Dit zorgt voor het vergroten van de

zelfstandigheid van de cliënten en het vergemakkelijken van de bereikbaarheid van faciliteiten

op het woonzorgpark in Ermelo.

Onderzoeksvraag Naar aanleiding van de hierboven benoemde aanleiding en doelstelling, is de volgende

onderzoeksvraag geformuleerd:

Wat zijn de mogelijkheden op het gebied van wayfinding en oriëntering naast de geplande

bewegwijzering voor cliënten met een verstandelijke beperking op het woonzorgpark in Ermelo?

In het volgende hoofdstuk wordt het theoretisch kader beschreven dat uitgelicht wordt met de

begrippen wayfinding en oriëntatie en een verstandelijke beperking. Eerst wordt beschreven

wat een verstandelijke beperking is, op welke manier gecommuniceerd wordt en welke

hulpmiddelen deze communicatie kunnen ondersteunen. Onder de begrippen wayfinding en

oriëntatie wordt beschreven welke definities er worden gebruikt, welke aspecten van belang

zijn en wat belangrijk is voor wayfinding met een verstandelijke beperking.

Page 15: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

15

2. Wayfinding verstandelijke beperking In dit hoofdstuk worden de begrippen verstandelijke beperking en wayfinding toegelicht die

gevonden zijn in de literatuur. Aan de hand van deze informatie wordt een koppeling gemaakt

tussen deze begrippen.

2.1 Verstandelijke beperking

Volgens Van der Meer (2003) wordt er gesproken van een verstandelijke beperking wanneer het

IQ 70 of lager is en daarnaast ligt de ontwikkelleeftijd (OL) of verstandelijke leeftijd (VL) achter

op de werkelijke leeftijd. Volgens de DSM IV-R (een internationaal classificatiesysteem voor

psychiatrische stoornissen, 1994) valt een verstandelijke handicap onder een

ontwikkelingsstoornis. Kenmerkend voor deze mensen is dat zij een ontwikkelingsachterstand

hebben als gevolg van een stoornis in het cognitief functioneren, dat wil zeggen het

waarnemen, kennen, geheugen, weten en denken. Binnen de DSM IV-R volstaan criteria

waaraan voldaan moet worden om te kunnen spreken van een verstandelijk handicap: Een IQ

van 70 of minder bij een IQ-test, achterlopen op de normen die horen bij de kalenderleeftijd in

vergelijking tot leeftijdgenoten en het moet zijn begonnen voor het achttiende levensjaar (Van

der Meer, 2003).

De onderlinge verschillen tussen verstandelijke gehandicapten kunnen groot zijn, daarom heeft

van der Meer (2003) drie groepen getypeerd worden voor mensen met een verstandelijke

beperking: een zeer ernstige en ernstige verstandelijke beperking, een matige verstandelijke

beperking en een lichtelijke verstandelijke beperking. Bij een ernstige verstandelijke beperking

is het ontwikkelingsniveau niet hoger dan dat van een kind van één jaar. Het gedrag is minimaal

en beperkt, waardoor kan worden gesproken van een plantachtige situatie (Van Gemert, 1977).

Verschillende waarnemingen werken nog wel, waaronder zien, voelen, ruiken en horen. Er is

veel begeleiding en ondersteuning nodig, want de zelfredzaamheid is beperkt. Door veelvuldige

herhaling kunnen kleine stapjes geleerd worden. Van der Meer (2003) stelt dat bij een matige

verstandelijke beperking mensen grotere verschillen tonen. Sommigen kunnen lopen en iets

vastpakken, anderen hebben fijn motorische vaardigheden zoals schrijven aangeleerd. Deze

ontwikkelingsleeftijd is te vergelijken met een kind van drie tot vijf jaar. Mensen met een matige

verstandelijke beperking kunnen redelijk waarnemen (’s Heeren Loo, 2015). Ze leren door

herkenning en van ervaringen. Communicatie kan relatief vaak goed verbaal plaatsvinden.

Wanneer er sprake is van een bijkomende stoornis ligt dit anders. Praktische vaardigheden

kunnen worden aangeleerd, waardoor de zelfredzaamheid wordt vergroot. Zelfstandig wonen is

niet mogelijk, dus begeleiding is noodzakelijk. Volgens van der Meer zijn de waarnemingen bij

mensen met een lichte verstandelijke beperking vaak van beperkte omvang. Alles is

oppervlakkig en er is weinig overzicht. Deze mensen wonen later soms zelfstandig, maar het

Page 16: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

16

grootste gedeelte blijft gebonden aan begeleiding in woonvormen. Velen zijn in staat om

zichzelf te redden zolang het leven voorspelbaar verloopt (van der Meer, 2003).

Op welke manieren kan gecommuniceerd worden met mensen met een verstandelijke

beperking?

De Rijdt (2013) stelt dat ieder mens behoefte heeft aan communicatie. Wanneer mensen wat

duidelijk willen maken, wordt er sneller gecommuniceerd met verbale communicatie. Voor

mensen met een verstandelijke beperking wordt is dit moeilijker (’s Heeren Loo, 2015). De

meeste mensen met een verstandelijke handicap hebben achterstanden of stoornissen in het

gebruik van verbale communicatie. Om toch te kunnen communiceren, wordt het belang van

‘de taal van dingen’ groter. Dingen zijn alle zaken buiten ons lichaam. De taal van dingen,

bijvoorbeeld het gebruik van foto’s en plaatjes, wordt meestal gebruikt als aanvulling op of

vervanging van de gesproken of geschreven taal. Communiceren is dan mogelijk door het

voorwerp zelf te laten zien of gebruik te maken van foto’s, plaatjes, tekeningen en

pictogrammen die naar voorwerpen of betekenissen verwijzen. We dienen meer gebruik te

maken van ondersteunende communicatie voor mensen met een communicatiebeperking,

vertrekkend vanuit de resterende communicatiemogelijkheden (VAN BALKOM, 1994). Kindt

(1998) stelt: ‘’ Ondersteunde communicatie bestaat enerzijds uit een persoonlijke ingesteldheid

(houding, attitude), anderzijds uit praktische methodieken, die tijdelijk of permanent, totaal of

gefaseerd, moeten worden ingesteld voor mensen die niet over taal beschikken en/of niet

kunnen spreken. Dit met als doel positief bij te dragen tot de levenskwaliteit, zijnde het

uitgangspunt van elke verantwoorde ondersteunende communicatieve begeleiding.’’

Om te kunnen voldoen aan iedere behoefte van een individu bestaan er meerdere

hulpmiddelen om ondersteunend te communiceren (de Rijdt, 2013). Te denken valt aan

communicatieborden, dagschema’s, weekschema’s, technologische hulpmiddelen met of

zonder spraaktechnologie, voorwerpen, pictogrammen, foto’s, tekeningen etc. Daarnaast kan er

met eigenschappen van voorwerpen gecommuniceerd worden. Dit is in verschillende

categorieën terug te vinden zoals kleur, geur geluid of materiaal. In kranten wordt bijvoorbeeld

de combinatie geschreven taal met foto’s en pictogrammen gebruikt. Met deze combinaties

kunnen de betekenissen versterkt worden. Een verwijzer krijgt pas betekenis door hem

systematisch te herhalen. Het is een proces van gaan herkennen en eigen maken. De

bovengenoemde hulpmiddelen en eigenschappen worden hieronder toegelicht (de Rijdt, 2013).

Voorwerpen kunnen gebruikt worden om terugkerende activiteiten aan te kondigen. Het tonen

van een koffiebeker kan pauze betekenen en een washandje douchen. Deze voorwerpen moet

zo concreet mogelijk gekozen worden en een duidelijke relatie hebben met datgene waarnaar

ze verwijzen.

Page 17: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

17

Foto’s zijn een herkenbare weergave van de werkelijkheid en kunnen zowel voor het

aankondigen van een activiteit gelden als gebruikt worden om een vraag te stellen of iets te

vertellen. Er zijn verschillende fotoreeksen beschikbaar, bijvoorbeeld het bestand van

Weerklank met gemiddeld 1500 foto’s. Ook zijn er extra mogelijkheden door middel van digitale

fotocamera’s en computers om fotobestanden aan te leggen van eigen gemaakte foto’s door

cliënten waarover zij willen communiceren.

Tekeningen kunnen naast foto’s ook gebruikt worden om naar voorwerpen of activiteiten te

verwijzen. Tekeningen zijn wel abstracter.

Pictogrammen hebben veelal een algemeen karakter. Wanneer iets staat afgebeeld zal dit niet

precies hetzelfde zijn als in werkelijkheid, maar kan er wel een connectie worden gemaakt met

dezelfde handeling, activiteit of hetzelfde voorwerp. Er bestaan een aantal systemen met

pictogrammen en symbolen. Beeldlezen zijn gestileerde zwart-wit tekeningen en onderscheid

woordsoorten door vormgeving of extra element. Bliss is ook een systeem voor pictogrammen

met rechte, gebogen en cirkelvormige elementen met onderscheid van woordsoorten door

achtergrondkleuren. Picture Communication Symbols (PCS) zijn eenvoudige lijntekeningen in

zwart-wit en kleur. Als laatste systeem voor pictogrammen zijn er visitaal pictogrammen,

waarbij gestileerde witte silhouetten met woorden op een zwarte achtergrond wordt

weergegeven.

Kleur kan verwijzen naar een voorwerp met dezelfde kleur of een afgesproken teken. Kleuren

structurerend gebruiken kan verhelderend werken. Essentiele punten zijn duidelijk onderscheid

te houden tussen de kleuren en niet te veel kleuren gebruiken. Daarnaast is consequent gebruik

van groot belang.

Geluiden kunnen informatie geven door gebruik te maken van geluiden die helpen een begrip te

herkennen. Deze geluiden kunnen rust en veiligheid bieden voor cliënten. Dit kan in de

omgeving gebruikt worden door middel van klanken en muziek. Muziek is een middel om

emoties op te roepen en contact te leggen.

Geuren kunnen gebruikt worden in communicatie, mits achterhaald kan worden welke geuren

voor een cliënt betekenis hebben of betekenis kunnen krijgen. Bij verhuizingen kan het voor een

cliënt prettig zijn om de bekende geur van zijn doucheschuim zowel in de oude als in de nieuwe

omgeving te ruiken.

Materialen hebben eigenschappen waar een betekenis aan toegekend kan worden. De

eigenschappen van materialen zijn zacht of hard, ruw of glad, warm of koud. Deze begrippen

Page 18: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

18

moeten vroegtijdig aangeleerd worden voordat gecommuniceerd kan worden met de

afgesproken betekenis (De Rijdt, 2013).

2.2 Wayfinding en oriëntatie Wayfinding is een woord met verschillende betekenissen, maar wordt in de volksmond het

meest geïnterpreteerd als bewegwijzering, het navigeren van plek A naar plek B. Adviesbureau

Eurorouting, gespecialiseerd in wayfinding, verduidelijkt het verschil tussen beide begrippen.

Bewegwijzering is de informatievoorziening en wayfinding is menselijk gedrag in gericht op het

vinden van de weg. Het basismodel van wayfinding is waarnemen, leren, kennen, kiezen, op

weg gaan en herkennen. Navigatie is een menselijke activiteit en onbewust een onderdeel van

het dagelijks leven. Mensen gebruiken kennis en ervaring gecombineerd met de geografische

ruimte om de weg te vinden (Eurorouting, 2015).

Passini heeft de volgende definitie: ‘Wayfinding is het gedrag dat nodig is om vanaf een

startpunt naar een andere locatie te komen’ (Arthur & Passini, 2002). Ook ziet Passini wayfinden

als het oplossen van een ruimtelijk probleem. Dit ruimtelijk probleem is op te delen in twee

delen; (1) een onderdeel dat gedrag beschrijft en (2) een onderdeel dat de locatie van het

probleem aangeeft. Volgens David Gibson (2009) zorgt een goede bewegwijzeringssysteem

ervoor dat mensen bij elkaar komen, ongeacht de cultuur, taal of achtergrond. Passini heeft het

begrip wayfinding dan ook verbreed. Alle zintuigen kunnen geprikkeld worden door middel van

(grafische) communicatie, tastbare elementen en hulpmiddelen voor mensen met speciale

behoeften.

Havik (2012) benoemt twee definities van wayfinding: 1) Het waarnemen van de directe

omgeving, met inbegrip van belemmeringen en fysiek gedefinieerde paden, ten behoeve van het

verplaatsen erdoorheen en 2) navigeren naar verre bestemmingen buiten de direct

waarneembare milieu (Loomis, Golledge, Klatzky, Marston, 2007).

Adviesbureau Designworkplan stelt voorop dat een doordacht bewegwijzeringssysteem de basis

is bij wayfinding. Met een duidelijke structuur afgesteld aan de juiste gebruiker met bijpassende

informatiebehoefte tijdens de route van de gebruiker zal doeltreffend gecommuniceerd kunnen

worden (Designworkplan, 2015).

Bij oriëntatie wordt er gekeken naar de oriëntatie en ervaring van de gebruiker in relatie met

anderen. Veelal oriënteren zich dankzij duidelijk herkenningspunten langs een route. Daarom is

het van belang te weten wat de cliënt ziet als oriëntatiepunten. Oriëntatiepunten is een zelfde

noemer als herkenningspunten. Deze herkenningspunten kunnen van alles zijn, van

Page 19: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

19

bouwwerken tot objecten. Hierin zitten elementen in verwerkt die de herkenning van het

gebouw kunnen helpen. Om een omgeving in kaart te kunnen brengen en een route te kunnen

opnemen, creëren mensen een mentale kaart. Een mentale kaart is een mentale weergave van

de werkelijke omgeving. Door het vinden van herkenningspunten en ruimtelijke karakteristieken

kan de oriëntatie worden vergroot (Abrams, 2010).

Welke aspecten zijn belangrijk voor wayfinding?

Een succesvolle bewegwijzering bestaat uit een drietal aspecten: De natuur van de bezoeker van

de organisatie, de mensen waarmee de organisatie communiceert en het type

organisatie/omgeving waar het systeem wordt toegepast. Er zijn een aantal aspecten waar op

gelet moet worden om een succesvolle bewegwijzering neer te zetten. Een combinatie van

specifieke communicatie met non-verbale symbolen, afbeeldingen en woorden is cruciaal (D.

Gibson, 2009). Zo zijn er binnen het aspect borden drie verschillende borden te onderscheiden:

identificatieborden, richtingsborden en reguliere borden. Identificatieborden zijn borden

waarop de naam staat vermeld, richtingsborden zorgen voor de juiste signalen en reguliere

borden geven aan wat verboden is. Deze borden kunnen het gedrag van mensen beïnvloeden.

Binnen elke omgeving en organisatie hoort een overzichtsbord met daarop een plattegrond. Dit

kan het beste op plekken staan waar veel mensen langslopen. Er moet duidelijk in kaart worden

gebracht waar de ingangen en afdelingen zitten, hoe de paden lopen, etc. Ook is het belangrijk

om een bestaand merk of huisstijl in de bewegwijzering toe te passen. Zo kan het logo, de

huisstijlkleuren, typografen en andere bekende symbolen teruggebracht worden in de

bewegwijzering.

Ook zijn er typografische borden. Typografische borden zijn afhankelijk van elementen als

lettertype, grootte, vorm, kleur en materialen. Er moet rekening gehouden worden met de

functie van de bewegwijzering en met de afweging van het lettertype waar het voor gebruikt

wordt. Ook moet er bepaald worden hoe groot de iconen en pictogrammen moeten worden.

Het toevoegen van kleur in bewegwijzering helpt mensen bij het sneller identificeren, navigeren

en verbinden van bepaalde plekken binnen de organisatie. Met kleur kunnen verschillen routes

en borden met bepaalde functies van elkaar worden onderscheiden. Wat een belangrijk

oogpunt is binnen de kleuren, is het contrast. Wanneer er bijvoorbeeld roze letters op een rode

achtergrond wordt gebruikt, zal dit contrast minder zijn dan zwarte letters op een rode

achtergrond. De meeste simpele manier van bewegwijzering is het gebruik van verschillende

kleuren, nummers en symbolen bij verschillende zones. Ook kunnen er kleuren gebruikt worden

voor bijvoorbeeld het toilet en een andere kleur voor het restaurant. Waar wel rekening mee

dient gehouden te worden is de huisstijl waar eventueel de bewegwijzering aan moet voldoen.

Symbolen zorgen naast alle andere aspecten voor de non-verbale communicatie. Vooral

symbolen vertellen meer aan de mensen die teksten niet kunnen lezen of begrijpen. Symbolen

Page 20: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

20

moeten voor iedereen herkenbaar zijn en gemakkelijk te gebruiken. Om een goede

bewegwijzering neer te zetten, zijn de locaties van deze borden van groot belang. Er zijn

verschillende groottes borden voor zowel binnen als buiten. Brede borden die een

routebeschrijving vertellen, moeten te allen tijde opvallen. Deze borden horen verlicht of

belicht te zijn, maar ze horen ook op de juiste plek te hangen zodat de ruimte goed benut kan

worden. Daarnaast is het belangrijk dat ze zichtbaar/leesbaar zijn voor iedereen. Het meest

duurzame materiaal wat kan worden gebruikt voor bewegwijzering is metaal. Metaal kan weer

onderverdeeld worden in verschillende soorten en maten; roestvrijstaal, aluminium, brons.

Tekens of pictogrammen kunnen er ook op verschillende manieren worden opgemaakt:

geschilderd, gedrukt, gekerfd, etc. Voor bewegwijzeringsborden kunnen ook verschillende

materialen worden gebruikt, zoals glas, hout, steen en plastic (D. Gibson, 2009).

Naast het handboek met aspecten van David Gibson over wayfinding noemt Paul Mijksenaar

nog een aantal belangrijke aspecten van bewegwijzering. Paul Mijksenaar (2012) hanteert de

4C-formule:

- Continuïteit (continuity): Eenmaal verstrekte informatie moet herhaald worden tot het

einde van de bestemming.

- Opvallendheid (conspicuity): Het is belangrijk dat borden en signalen opvallen.

Belangrijke bewegwijzering dwars op de route zodat dit meer opvalt/

- Consequent (consistency): Steeds dezelfde woorden gebruiken. Bepaalde faciliteiten

kunnen niet tijdens de routing veranderen van naam.

- Helderheid (clarity): Dit houdt de helderheid van de boodschap in. Er kunnen kleuren

toegevoegd worden aan verschillende functies, bijvoorbeeld groen voor vluchtroutes.

Wayfinding voor mensen met een verstandelijke beperking

Uit wetenschappelijk onderzoek van Warburg (2001) wordt gesteld dat mensen met een

verstandelijke beperking veelal een visuele handicap hebben. Op het gebied van wayfinding is

dit belangrijk om rekening mee te houden. Voor mensen met een visuele handicap is het niet

vanzelfsprekend om van A naar B te lopen. Bij de vraag of deze mensen zich zelfstandig op de

locatie kunnen verplaatsen spelen naast hun vaardigheden in oriëntatie en mobiliteit ook de

hiervoor beschikbare hulpmiddelen en toegankelijkheid een rol. Elektronische

navigatiehulpmiddelen kunnen hulp bieden met betrekking tot het geven van reisinformatie,

zoals de huidige positie of de weg wijzen. Deze hulpmiddelen kunnen helpen bij het oriënteren

en het vinden van de bestemming en vergroten hiermee de zelfredzaamheid van de mens met

een verstandelijke beperking (Havik, 2012).

Page 21: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

21

Bewegwijzering is een vorm van communicatie voor mensen met speciale behoeften.

Bewegwijzering bestaat uit verschillende aspecten en dat houdt in dat er voor mensen met een

verstandelijke beperking op verschillende punten extra rekening gehouden moet worden. De

routing, lay-out en inrichting van het woonzorgpark kunnen bijdragen aan het oriëntatiegevoel

van de cliënten. Voor een goede bewegwijzering voor mensen met een verstandelijke beperking

moet rekening gehouden worden met de helderheid, opvallendheid en continuïteit. Dit

betekent dat er gelet moet worden op een heldere structuur, voldoende herkenningspunten en

duidelijk kleurgebruik in vergelijking met de omgeving. Dit moet gedaan worden met behulp van

kleuren, materialen, geluiden, geuren, grootte en vormen. Voor het prikkelen van zintuigen

kunnen ook elektronische hulpmiddelen helpen bij de oriëntering en het bereiken van de

bestemming.

Door middel van literatuuronderzoek zijn de begrippen wayfinding en orientering en

verstandelijke beperking aan elkaar gekoppeld en dit zal meegenomen worden bij het verdere

verloop van het onderzoek. In het volgende hoofdstuk wordt de onderzoeksmethodologie

beschreven waarbij de onderzoeksmethoden naar voren komen die gebruikt worden bij het

onderzoek en wordt de validiteit beschreven.

Page 22: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

22

3. Onderzoeksmethodologie Het onderzoek bestaat uit literatuuronderzoek en kwalitatief onderzoek. In dit hoofdstuk wordt

aangegeven voor welke methoden van kwalitatief onderzoek is gekozen en wordt er beschreven

op welke manier deze methoden zijn uitgevoerd.

Allereerst moet literatuuronderzoek plaatsvinden om de begrippen uit de hoofdvraag te kunnen

begrijpen. Er is gebruik gemaakt van websites, boeken, wetenschappelijke artikelen en

proefschriften om onderzoek te doen naar bestaande informatie over de wayfinding en

oriëntering in het algemeen, welke aspecten belangrijk zijn voor wayfinding, wat een

verstandelijke beperking is, hoe gecommuniceerd kan worden met deze doelgroep en

hulpmiddelen die de communicatie ondersteunen. Door deze begrippen en informatie aan

elkaar te koppelen, ontstaat een theorie voor wayfinding voor verstandelijke beperkten.

3.1 Onderzoeksmethoden

Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden is er gekozen voor kwalitatief onderzoek. De

definitie van kwalitatief onderzoek geldt als volgt: ‘Kwalitatief onderzoek is een vorm van

empirisch onderzoek waarbij overwegend gebruik gemaakt wordt van gegevens van

kwalitatieve aard en dat als doel heeft onderzoeksproblemen in of van situaties, gebeurtenissen

en personen te beschrijven en te interpreteren’ (Baarda, 2009). Binnen kwalitatief onderzoek

zijn er verschillende manieren om data te verzamelen. Om informatie vanuit de doelgroep te

verkrijgen wat betreft de huidige situatie, de oriëntatie en de wensen en behoeften van deze

cliënten zal een (focus)groep-interview plaatsvinden. De cliënten die deelgenomen hebben aan

het groepsinterview zullen met de onderzoeker ook een wandeling maken waarbij foto’s

gemaakt wordt van de omgeving die het interview ondersteunen en kunnen bijdragen aan de

inschatting van de denkwijze van een bewoner op het woonzorgpark. Deze data via de

onderzoeksmethode van fotografie zal ook aansluiten op de observaties. Er zullen observaties

op verschillende dagen plaatsvinden om goed in de wereld te kunnen stappen van de cliënten

en patronen te herkennen van de oriëntatie van deze cliënten. Daarnaast zullen er

expertinterviews gehouden worden met medewerkers om dieper in te gaan op de verkregen

informatie. Tot slot vindt er verkennend onderzoek plaats bij vergelijkende zorginstellingen, om

een beeld te krijgen van de bestaande mogelijkheden en het effect hiervan op cliënten.

Hieronder worden de onderzoeksmethoden uiteen gebracht.

(Focus)groep-interview

Een (focus)groep-interview is een discussiegesprek met dieptevragen waarbij een klein aantal

respondenten deelnemen (Khan et al.,1991). Voor een focusgroep-interview is het van belang

dat de deelnemers in dezelfde situatie verkeren (Boeije et al. 2009). Er is gekozen voor vier

Page 23: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

23

cliënten door ’s Heeren Loo op basis van beschikbaarheid. Deze cliënten wonen hun hele leven

al op het woonzorgpark, maar hebben ieder een verschillende beperking en manier van

communiceren. Twee cliënten zijn licht verstandelijk beperkt en twee cliënten zijn matig

verstandelijk beperkt. Daarnaast zijn de laatste twee cliënten lichamelijk beperkt en wordt er

door één cliënt gecommuniceerd via de computer. Deze personen zitten in de huidige

cliëntenraad en zijn bekend met dit soort bijeenkomsten. Tijdens het interview wordt een

oefening gedaan met de cliënten om zodanig op ieders niveau te kunnen communiceren. Bij

deze oefening wordt gebruikt gemaakt van vier moodboards(collages) met verschillende

thema’s: water, vuur, aarde en lucht (zie bijlage 2). Er zijn verschillende kleuren, materialen en

plaatjes gebruikt die het thema vertolken. Het gaat bij deze oefening om de voorkeur voor

kleur, hardheid/zachtheid, fictie/non fictie en natuurlijke materialen. Deze materialen die

gebruikt zijn tijdens de oefening zouden ook gebruikt kunnen worden voor de bewegwijzering

van de cliënten. Het doel van deze oefening is inzicht te krijgen in de voorkeuren van de

cliënten met een verstandelijke beperking. Welke kleuren valt hen op? Welke materialen

worden gekozen? En kiezen ze voor realistische beelden of fictieve plaatjes? Na het interview

zal er een wandeling in de omgeving gemaakt worden met deze cliënten. Hieruit kan geleid

worden waar de cliënten op letten, wat hen opvalt binnen het woonzorgpark en wat eventuele

knelpunten voor hen zijn. Hier zit een oefening aan verbonden met kleuren om te kunnen

inschatten wat cliënten kunnen zien en waar zij behoefte aan hebben. Dit is met foto’s

vastgelegd. De combinatie van het gesprek en de gemaakte foto’s zorgt ervoor dat er meer

begrip gekregen wordt voor de manier waarop cliënten hun omgeving zien.

Om uit te gaan van de meningen van deze vier mensen is een risico. Er zijn mensen met

ernstigere meervoudige beperkingen op het park, maar deze personen zullen zich niet

zelfstandig over het park kunnen verplaatsen en zullen dit onder begeleiding blijven doen. De

variatie van deze vier personen is daarom een juiste selectie van de mensen die zich nog

zelfstandig op het park kunnen redden.

Observaties

Het zal niet mogelijk zijn met elke doelgroep te praten, omdat door de lichamelijke en

verstandelijke beperking de cliënten zich niet altijd duidelijk kunnen maken of het niet

begrijpen. Daarom is er gekozen om observaties te houden op het woonzorgpark. Een voordeel

van het uitvoeren van deze observaties is dat er geen beroep wordt gedaan op deze

taalbeheersing en geheugen en uit deze observaties kan worden afgeleid wat niet altijd

verwoord kan worden. De observaties zullen getoetst worden aan vooraf gestelde aspecten,

zodat er gericht onderzoek gedaan kan worden (Zie bijlage 9). Deze aspecten komen voort uit

het literatuuronderzoek. Dit zal inductief zijn, waarbij alles wat er tijdens de observaties opvalt

genoteerd kan worden en daarna getoetst worden op eventuele patronen (Baarda, et al., 2012).

Page 24: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

24

De rol als observator zal niet onopgemerkt blijven. Het is niet mogelijk om op dit park verdekt

op te gaan stellen. Een groot nadeel hiervan is dat cliënten zich anders kunnen gaan gedragen.

Wanneer dit niet eenmalig gebeurt maar vaker, zullen de cliënten hun interesse verliezen.

Observatoren zijn niet meer nieuw en hierdoor zal de aanwezigheid minder opvallen (Berg,

2009).

Fotografie

Foto’s dienen als ondersteuning van de verkregen informatie tijdens het groepsinterview. Op

deze manier kan ingeschat worden wat een cliënt ziet, welke kleuren er gebruikt kunnen

worden, op welke grootte en afstand iets zichtbaar is of juist niet en wat de cliënten belangrijk

vinden in de omgeving. Tijdens het groepsinterview kan dit mondeling naar voren worden

gebracht, maar de foto’s zullen als aanvullende data meegenomen worden in de analyse.

Interviews

Om deze informatie aan te vullen is er gekozen voor expertinterviews. Deze half

gestructureerde interviews zullen met twee medewerkers worden gehouden die deze cliënten

dagelijks begeleiden. Half gestructureerde interviews houdt in dat er een aantal vooraf

opgestelde vragen gesteld kunnen worden en dat overige vragen voortvloeien uit de verkregen

informatie tijdens het gesprek. Er is gekozen voor twee medewerkers, aangezien na het gesprek

met de vier cliënten enigszins een patroon getrokken kan worden en deze interviews eventuele

aanvullende informatie kunnen geven. Het is van belang dat deze medewerkers cliënten

begeleiden op het park en al enige tijd ervaring heeft met de doelgroep, om te kunnen vertellen

over de oriëntatiepunten en knelpunten van de cliënten. Op deze manier kan er een

observerende rol aangenomen worden, omdat zij niet bekend zijn als onderzoeker bij de cliënt.

Zo kan op de situatie ingespeeld worden. Daarnaast kunnen andere belangrijke vragen die

vooraf niet vastgesteld waren toch in het interview worden meegenomen (Berg, 2009).

Verkennend onderzoek

Om het effect van eventuele bestaande hulpmiddelen op het gebied van wayfinding te meten

wordt er verkennend onderzoek verricht bij vergelijkende zorginstellingen. Er is gekozen voor

Visio de Brink in Vries omdat dit een identieke locatie is in vergelijking met ’s Heeren Loo te

Ermelo en voor NOVO op basis van beschikbaarheid. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan om

een beeld te krijgen van huidige elektronische hulpmiddelen. Om de juiste vergelijkingen te

maken is er gekozen voor semigestructureerde interviews waardoor de rode draad in beide

interviews evenwijdig zijn en hier altijd op teruggevallen kan worden.

Page 25: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

25

3.2 Analyse

Uit de bovengenoemde onderzoeksmethoden kan de verkregen informatie worden

geanalyseerd met de literatuur. De verkregen informatie van de interviews worden in het

geheel uitgewerkt en verkorte weergaves worden in de bijlagen toegevoegd. De hele

interviewtranscripten kunnen worden opgevraagd. Aan de hand van deze koppeling kunnen

aanbevelingen beschreven worden met mogelijkheden die betrekking hebben tot wayfinding

voor een mensen met een verstandelijke beperking op het woonzorgpark in Ermelo.

Voor een valide onderzoek met verstandelijke beperkten moet rekening gehouden worden met

het verschil tussen de denkwijze op het gebied van taal en cultuur. Ook kunnen andere

omstandigheden ertoe doen dat de communicatie met de persoon wordt beïnvloedt,

bijvoorbeeld lichamelijke beperkingen en het niet kunnen uiten van meningen. Daarnaast zijn er

verschillen met betrekking tot de taal in de onderzoekssituatie en de taal die de persoon thuis

spreekt alsook verschillen in gewoonten.

3.3 Visueel document Voor de opdrachtgever is het gewenst om een visueel document af te leveren. Het zal gaan om

een beknopt document met informatie van het onderzoek en de aanbevelingen, met beeld om

verhaal te verduidelijken.

In het volgende hoofdstuk zijn de onderzoeksresultaten beschreven die met behulp van

bovengenoemde onderzoeksmethoden tot stand gekomen zijn.

Page 26: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

26

4. Resultaten Uit het theoretisch kader is gebleken dat bewegwijzering een essentieel onderdeel is voor

wayfinding. Een goede bewegwijzering voor mensen met een verstandelijke beperking moet

voldoen aan verschillende aspecten, zoals een duidelijke structuur, voldoende

herkenningspunten en voorzieningen aangepast op mensen met een speciale behoefte. Het

aspect herkenningspunten wordt verdeeld in elementen zoals materialen, kleuren, geluiden,

grootte, en vormen. elektronische hulpmiddelen. Binnen dit hoofdstuk komen de resultaten

naar voren van het kwalitatief onderzoek. Tijdens het kwalitatief onderzoek zijn de aspecten

meegenomen en hieronder uitgewerkt per aspect en categorie. Om goed inzicht te krijgen van

de mogelijkheden op het gebied van wayfinding is gekeken naar de huidige situatie op het

woonzorgpark, de wensen en behoeften van zowel medewerkers als cliënten en hoe andere

zorgorganisaties hierop inspelen bij eigen instellingen. Naast de aspecten is diepere informatie

gevraagd over de oriëntatie van de cliënten op het woonzorgpark om dit mee te kunnen nemen

in de aanbevelingen m.b.t. de mogelijkheden op het gebied van wayfinding voor mensen met

een verstandelijke beperking.

4.1 Structuur locatie ‘s Heeren Loo te Ermelo Structuur op het woonzorgpark is de basis voor een goede bewegwijzering. Dit betekent dat er

een logische volgorde in zowel de wegligging als de straatnamen en huisnummers moet zitten

om de weg gemakkelijk te kunnen vinden. Hieronder is de plattegrond van ’s Heeren Loo in

Ermelo te zien.

Figuur 5 Plattegrond Ermelo

Page 27: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

27

Groot Emaus staat wat dit onderzoek betreft los van Ermelo en wordt dan ook niet in het

onderzoek meegenomen. Zoals op de plattegrond te zien is, is er weinig structuur aangebracht

tijdens het aanleggen van de wegen. Er lopen verschillende hoofdwegen door het woonzorgpark

met bochten en kronkels. Hierdoor lijkt elke bocht weer nieuw en is er weinig overzicht welke

kant waartoe leid. Belangrijke gebouwen staan verspreid over het woonzorgpark en daarnaast

zijn er sloten langs de kant van de weg, wat het gevaar mee brengt dat cliënten hierin terecht

kunnen komen. Dit geeft medewerkers een onveilig gevoel. Tijdens een interview met een

medewerker is gezegd dat het woonzorgpark net een doolhof lijkt en dat dit nadelig kan zijn

voor de oriëntatie van deze doelgroep. Wanneer dit aangepakt zou worden is het van belang

dat niet alles teveel op elkaar gaat lijken, hiervan kunnen cliënten ook in de war raken en stress

ervaren. Dit zal eveneens resulteren in lage zelfredzaamheid. Kort geleden zijn er straatnamen

en huisnummers toegevoegd aan het woonzorgpark met als doel dat navigatiehulpmiddelen bij

kunnen dragen aan het vergemakkelijken van het vinden van de weg. Cliënten van het

woonzorgpark merken op dat bij het nieuwste gedeelte niet goed nagedacht is over de volgorde

van de nummers. Ze vinden het een doolhof en snappen er niet veel van. Ze herkennen deze

buurt (nog) niet en kunnen de straatnamen niet lezen. Deze uitingen zijn duidelijke klachten van

de structuur op het woonzorgpark. Daarnaast geven zij aan dat het hinderlijk is dat auto’s te

hard rijden op het woonzorgpark. Hierdoor zijn ze bang om zich zelfstandig over het

woonzorgpark te verplaatsen, omdat ze de auto’s vaak niet aan horen komen en hierop

gewezen moeten worden. Door het acuut reageren op auto’s kunnen zij zich moeilijk

oriënteren.

4.2 Oriëntatie mensen met een verstandelijke beperking Gedurende de observaties blijkt dat relatief weinig cliënten zich zelfstandig over het park

voortbewegen. Van de 45 cliënten lopen gemiddeld 18 personen zelfstandig en de overige

cliënten lopen in grote groepen of met een begeleider. Van de 18 cliënten die zelfstandig over

het woonzorgpark lopen zijn er 16 waarbij gesproken mag worden van een lichte verstandelijke

beperking of lichamelijke beperking. Uit de wandeling met de vier cliënten van het

groepsinterview is opgevallen dat cliënten ondanks de zware lichamelijke beperkingen of

middelmatige verstandelijke beperking zich ook zelfstandig kunnen redden. Dit wordt per

cliënten ingeschat door medewerkers samen met de familie. Hier worden afspraken over

gemaakt over de zelfredzaamheid in de omgeving en verantwoordelijkheden uitgesproken. Een

begeleider is vaak noodzakelijk wanneer een bewoner ernstig meervoudig beperkt en/of niet in

staat is zichzelf voort te bewegen op het woonzorgpark. Daarnaast komt het geregeld voor dat

een bewoner niet verkeersveilig is of last kan krijgen van epilepsie aanvallen. Deze gevaren

zorgen ervoor dat begeleiders mee op pad gaan uit voorzorg. De groepen worden vervoerd per

kar, speciale fietsen of lopen in grote getalen. Deze groepen lopen over de gehele weg en

ergeren zich aan auto’s die voorbij komen. De resultaten van het observeren geven aan dat ook

Page 28: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

28

voornamelijk oudere cliënten zich zelfstandig over het woonzorgpark voortbewegen. Deze

oudere cliënten herkennen de weg mede door het aantal jaren dat zij hier al wonen. Dit wordt

aangegeven tijdens het groepsinterview. De vier cliënten tijdens het interview geven aan dat zij

de weg kennen, omdat zij vanaf jongs af aan op het park verblijven. Door veelvuldig te oefenen

met begeleiders en samen de routes te lopen herkennen ze het park en weten ze op deze

manier de bestemming te bereiken. Herhaling zorgt ervoor dat de oriëntatie verbeterd wordt.

Er wordt gelet op de kruispunten vooral op de gebouwen die om hen heen staan en de kleine

verwijzers die op het park zijn geplaatst. De medewerkers geven aan dat cliënten letten op de

kleinste dingen om hun huis te herkennen. Door de verschillende potjes die ieder huis voor de

ramen heeft staan, kan de bewoner zich op deze manier oriënteren en het juiste huis vinden.

Daarnaast is het een medewerker opgevallen dat een bewoner let op auto’s die bij bepaalde

huizen hoort om op deze manier de juiste afslag te nemen.

Figuur 6 Oriëntatie cliënten woonzorgpark

4.3 Bewegwijzering Ermelo Op het woonzorgpark is bewegwijzering in de vorm van straatnamen en huisnummers

gevestigd. Deze straatnamen zijn relatief hoog geplaatst en bevinden zich dan ook boven het

gezichtsveld van de cliënten. Daarnaast zijn er plannen opgesteld om bewegwijzeringsborden te

plaatsen waarbij kleine pictogrammen en grote pijlen opgenomen worden om cliënten te

helpen met het wijzen van de weg. Deze plannen zijn uitgebreid behandeld in hoofdstuk 1.1.1.

Cliënten geven aan dat er momenteel weinig borden zijn en ondervinden hierin dan ook enkele

Page 29: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

29

problemen met het vinden van de weg. Door veelvuldig herhalen wordt de weg herkend, maar

de oriëntatie is zodanig laag dat er twijfels ontstaan. De cliënten ervaren het als een onveilig

gevoel omdat hulpdiensten op deze manier de weg slecht kunnen vinden en later ter plaatse

kunnen zijn dan verwacht. Medewerkers ervaren door het toevoegen van de straatnamen en

huisnummer verwarring. Gebouwen hebben voorheen namen gekregen, bijvoorbeeld het

Theehuus of Nieuw Zeezicht (zie figuur 7). Medewerkers die langer op het park werken zijn

gewend aan deze namen, maar niet bekend met de straatnamen.

Figuur 7 gebouw Nieuw Zeezicht

4.4 Herkenningspunten Herkenningspunten hebben als doel om een onbekende route makkelijker te onthouden en bij

terugkomst de weg opnieuw te wijzen. Blinden en slechtzienden gebruiken deze

herkenningspunten om zelfstandig de route te kunnen lopen en de weg te vragen wanneer ze

niet weten waar ze zijn. Voorbeelden van herkenningspunten zijn gebouwen, bouwwerken of

objecten. Binnen het woonzorgpark zijn enkele bouwwerken geplaatst maar hier wordt niks

mee gedaan. Het is van belang dat de cliënten herkenningspunten hebben op het woonzorgpark

om zelfstandig de weg te kunnen vinden. Een mooi voorbeeld is een bewoner die zijn weg vindt

via de potjes die voor het raam staan wat ervoor zorgt dat de bewoner het huis herkent of een

andere bewoner die de weg vindt door middel van herkenning van de auto’s die bij de huizen

horen. Enkele herkenningspunten zoals een kunstwerk of een kinderlijk verkeersbord waarop

staat vermeld dat de auto’s 15 km per uur mogen rijden worden opgemerkt en gebruikt tijdens

het wijzen van de weg. Medewerkers geven ook aan dat een externe kunstenaar op het

Page 30: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

30

woonzorgpark verblijft, wat een voordeel is voor ’s Heeren Loo. Hier zou ’s Heeren Loo veel

meer uit kunnen halen om het woonzorgpark te verzorgen van kunstwerken die bij ’s Heeren

Loo passen. Daarnaast kunnen de gebouwen ervoor zorgen dat dit herkenningspunten worden

voor de cliënten. Met behulp van elementen zoals een opvallende kleur, vorm, bepaald

materiaal, geluid of een optimale grootte worden meerdere zintuigen geprikkeld.

Kleurgebruik

Tijdens het groepsinterview geven de cliënten aan dat het woonzorgpark niet als een kinderpark

eruit moet komen te zien. Met behulp van handgemaakte collages met verschillende kleuren

vallen enkele kleuren op bij de cliënten. Rood en blauw worden meteen herkend en benoemd.

Daarnaast stellen zij de kleuren van ’s Heeren Loo voor zodat dit past bij het park en zij geven

aan te denken dat iedereen deze kleuren zal begrijpen. Met een kleine oefening tijdens de

wandeling viel het op dat er binnen de bewegwijzering duidelijke kleurcontrasten gebruikt

moeten worden, anders valt het niet op voor de cliënten. Deze kleine oefening bestond uit een

beige vlak met een witte achtergrond in vergelijking met een groen vlak met witte achtergrond

(zie figuur 8). Bij deze vergelijking gaven de cliënten aan het beige vlak niet te kunnen

onderscheiden of duidelijk te zien en bij het groene vlak werd wel aangegeven. Het is van

belang om kleuren structurerend te gebruiken, zodat cliënten het als houvast kunnen gebruiken

om de kleur te volgen. Tijdens het groepsinterview is dit ook aangegeven als idee om een

gebouw een kleur te geven en deze kleur door het gehele park te laten verwijzen. Zo kunnen

cliënten het zien als een bewegwijzering en zich hechten aan de kleur om bij de juiste

bestemming aan te komen.

Figuur 8 Oefening cliënten

Page 31: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

31

Materialen

Op de verschillende moodboards tijdens het focus-groepsinterview zijn verschillende materialen

zoals hout, piepschuim, stenen en watten laten zien aan de cliënten om hun wensen en

behoeften te achterhalen. Uit dit interview blijkt dat de materialen niet de hoogste prioriteit zijn

voor hen. Het viel ze niet op en ze begrepen niet wat het doel van deze materialen waren. De

medewerker gaf aan dat er zeker rekening mee gehouden moest worden dat het materiaal

stevig genoeg is, aangezien er soms sprake is van agressief gedrag bij de cliënten.

Geluiden

Geluiden kunnen positieve bijdrage leveren aan de oriëntatie voor mensen met een

verstandelijke beperking. Er wordt op het park geen gebruik gemaakt van speciale geluiden die

de oriëntatie kunnen vergemakkelijken. Wel is er sprake van veel langsrijdend verkeer

gedurende de hele dag, mede door de autoweg die vlak langs het park is gelegen. Dit kan een

oriëntatiepunt vertegenwoordigen voor mensen met een visuele beperking.

Grootte

Wanneer herkenningspunten ontwikkeld worden, moet er rekening gehouden met de

eventuele visuele beperking die de cliënten kunnen hebben. Tijdens het observatiemoment met

de vier cliënten zijn twee verschillende grootte vlaktes getest en hieruit blijkt dat de vlakken

zeker een grootte van een A4 moeten hebben om op te vallen. Dit is gemeten met een afstand

van 6 meter. Cliënten geven aan dat ze het kleine vlak niet opmerken en het A4 formaat wordt

herkend.

Vormen

Alle borden die gevestigd zijn op het woonzorgpark zijn vierkant. Hierover wordt niks gezegd of

opgemerkt. Wel geven cliënten aan dat zij behoefte hebben aan verschillende vormen of

symbolen voor elk gebouw waardoor het gebouw herkend kan worden.

4.5 Elektronische hulpmiddelen Op het woonzorgpark wordt geen gebruik gemaakt van elektronische hulpmiddelen, maar

rekening houdend met de technologische ontwikkelingen in de toekomst wordt onderzocht of

elektronische hulpmiddelen bruikbaar is voor de cliënten. Daarom is onderzoek gedaan naar

huidige elektronische hulpmiddelen voor mensen met een verstandelijke, visuele en/of

lichamelijke beperking. Er is gekeken de huidige ontwikkelingen in de technologie en hoe hierop

ingespeeld wordt door vergelijkende zorginstellingen.

Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN)instelling Cavent heeft een track and trace-

systeem bedacht: Buzz buddy. De Buzz Buddy is een track & trace apparaat dat signaleert

Page 32: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

32

wanneer de reiziger afwijkt van een geplande route. Wanneer het nodig is kan de reiziger hulp

oproepen of telefonisch worden ondersteund door de begeleider. De reiziger is te volgen online

en in het Portaal. Deze manier van reizen zorgt voor onafhankelijk maar toch ondersteund

reizen (Cavent, 2014).

Bartimeus Sonneheerdt heeft geïnvesteerd in het mede mogelijk maken van een app waarbij

het mogelijk is om een wandeling volledig op het gehoor te maken. Met de app Heare is het

mogelijk om ondanks met een visuele beperking zelfstandig op pad te gaan. De wandelroutes

kunnen vastgesteld worden op de internetsite www.heareapp.com, waarna een code verschijnt

die op de app ingevoerd kan worden. Wanneer deze code ingevoerd is verschijnt de ingevulde

route op de app. De app plaatst op de coördinatiepunten een geluid. Met een tik op het scherm

wordt er verteld of het geluid links, recht, achter of voor je is. Op deze manier zal de persoon via

geluid begeleid worden naar de bestemming (Bartimeus, 2013).

Naast deze app is Bartimeus bezig met het opzetten van een project om Real sense Technologie

toepasbaar maken voor mensen met doofblindheid. Real sense technologie bestaat al en werkt

door middel van trillingen. De apparatuur bepaalt de plaats waar je op dat moment bent en

geeft de plaats aan waar je naartoe wilt. De route wordt dan in de vorm van trillingen

doorgegeven. Deze technologie zorgt voor betere oriëntatie en verhoogde zelfredzaamheid

(Bartimeus, 2016).

Vilans, specialist in het ontwikkelen en helpen toepassen van kennis die de langdurende zorg

blijven verbetert, heeft onderzoek gedaan naar huidige elektronische hulpmiddelen. Hierbij is

gekeken naar een vergelijking tussen een aantal elektronische hulpmiddelen en welke het best

in de praktijk werkt. Uit het onderzoek is gekomen dat geen enkel elektronisch hulpmiddel

voldoet aan ieder beperkte en daarom is verbetering nodig. Uit het onderzoek is één

elektronisch hulpmiddel gekozen voor de situatie op het woonzorgpark. De overige

elektronische hulpmiddelen zijn gebaseerd op extramurale zorg, waarbij cliënten niet op één

locatie verblijven maar ‘in de samenleving’ wonen. De GoLivePhone is een smartphone welke

beschikt over verschillende functionaliteiten op het gebied van zorg. Er zit een GPS-systeem in

verwerkt waarbij de gebruiker kan worden gevolgd via het GoLiveAssist Portaal. Er zit naast een

‘begeleid mij naar’ functie ook een alarmknop en medicatieherinnering op. Deze technologie is

verder ontwikkeld dan huidige smartphones en biedt een goed alternatief met gemakkelijkere

functies en de juiste keuzemenu’s. Een risico is dat voor mensen met een verstandelijke

beperking het nog een te lastig systeem kan zijn met een lastigere bediening dan andere GPS-

systemen. Er kan gekozen worden voor twee uitvoeringen: De comfort uitvoering en de

complete uitvoering. De aanschafkosten voor de comfort uitvoering bedragen €179,- inclusief

€10,- bel- of sms-tegoed en de aanschafkosten voor de complete uitvoering bedragen €359,-

Page 33: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

33

inclusief €10,- bel- of sms-tegoed. Wanneer er een veilige zone moet worden ingesteld, zal

moeten worden gekozen voor de complete uitvoering (Lukkien, Suijkerbuijk, van der Leeuw,

2015).

Naast Vilans’ onderzoek zijn nog andere huidige hulpmiddelen op het gebied van navigatie. De

Ariadne GPS is een navigatie app waarbij gespecialiseerd is op het gehoor. De app biedt

mogelijkheden om een route te plannen zowel vanaf de huidige locatie of een andere gekozen

locatie. De sprekende kaart vermeldt de straatnamen en huisnummers wanneer de kaart met

de vingers wordt aangeraakt. Daarnaast is het mogelijk om persoonlijke herkenningspunten toe

te voegen. Op deze manier wordt de omgeving verkent. Ook is er de app Guidedroid. Deze app

vraagt een bestemming, berekent de route en geeft onderweg de instructies. Daarnaast geeft

deze op tijd aan wanneer de afslag genomen moet worden. Ook zonder bestemming werkt deze

app door bij elke verandering steeds te vertellen waar je bent (Kennisplein Gehandicaptenzorg,

2015).

Niet alleen apps kunnen binnen de GPS systemen voldoen. Het Step-Hear systeem is een

systeem voor de oriëntatie en bevat informatie en een audio-messaging systeem. Dit systeem

bestaat uit meerdere componenten. Het ene component is een speechbox met vooraf

opgenomen audioberichten en het andere component is een polsband die de persoon bij zich

draagt. Wanneer een persoon speechbox nadert, vibreert of piept de polsband. Met een druk

op de polsband wordt het bericht van de speechbox afgespeeld. Op deze manier kan de persoon

naar de bestemming begeleid worden (Step Hear, 2008). De Kapten is een ander

navigatiesysteem speciaal ontwikkeld voor blinde en slechtziende mensen. Het apparaat werkt

met het inspreken van opdrachten of via voelbare reliëftoetsen. Er wordt via dit

navigatiesysteem extra omgevingsinformatie gegeven, bijvoorbeeld straatnamen, huisnummers,

naderende kruispunten en herkenningspunten. Daarnaast zorgt een ‘waar ben ik’-knop ervoor

dat de persoon te allen tijde op de hoogte kan worden gebracht van de huidige locatie

(Slechtziend.nl,2015).

4.6 Vergelijking zorginstellingen Om een vergelijking te kunnen maken met andere organisaties is gekeken naar de huidige

situatie op de woonboerderij Visio de Brink in Vries en bij organisatie NOVO. Hierbij is gekeken

naar dezelfde aspecten bij de huidige situatie als bij ’s Heeren Loo te Ermelo.

Bij Visio de Brink is een woonwijk ontwikkeld waar gemiddeld 160 volwassenen wonen en

werken met een visuele en verstandelijke of andere beperkingen. Deze woonwijk heeft een

logische structuur, waarbij gebruik is gemaakt van één hoofdweg die rondt loopt en daaraan

zijtakken met woningen. In het midden of langs deze hoofdweg zijn alle gebouwen geplaatst,

Page 34: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

34

waardoor cliënten snel van de ene bestemming naar de andere kunnen. Visio de Brink heeft

gebruik gemaakt van enkele herkenningspunten voor mensen met een (visuele) beperking. Zo

zijn er gidslijnen geplaatst vanaf de aankomst tussen de boerderijen door richting het terrein.

Met behulp van deze lijnen wordt de weg gewezen en worden slechtzienden geholpen met hun

oriëntatie. Daarnaast zijn gebouwen met een felle kleur beschilderd, waardoor ze opvallen in de

omgeving en herkend kunnen worden van een afstand (zie figuur 9). Op het woonzorgpark is

een belevingstuin ontwikkeld. In deze belevingstuin kunnen verschillende zintuigen naast de

visuele zintuig van de cliënten geprikkeld worden: speciale stoeptegels zijn met water gevuld

waardoor er een geluid ontstaat op het moment dat erop gestaan wordt, een trommel kan met

water gevuld worden zodat deze geluid maakt en er staan lavendelplanten voor de geur zintuig.

Ook is een speeltuin geplaatst speciaal voor de cliënten, waarbij rekening is gehouden met

eventuele rolstoelen, vergrotende zitplekken en een speciale schommelstoel waar de cliënten

zowel in kunnen liggen als zitten. In de naaste omgeving is er weinig opgesteld wat betreft

wegbewijzering, maar in de verschillende gebouwen is er rekening gehouden met de

beperkingen van de cliënten. Er is gewerkt met pictogrammen en handwijzers om activiteiten

uit te leggen. Zo heeft elke kamer of ruimte in het gebouw een handwijzer waar aan gevoeld

kan worden en leidt tot de activiteit die bij die kamer past. Een goed voorbeeld is een

miniklopper voor de ruimtes waar gebakken wordt (zie figuur 10). Naast deze handwijzers zijn

verschillende kunstwerken geplaatst, handgemaakt door de cliënten, waarbij rekening is

gehouden met de zintuig om het te kunnen voelen. Uitstekende vormen kunnen

herkenningspunten geven voor cliënten om reeds terug te komen bij hetzelfde kunstwerk. Langs

elke gang is tevens een balk geplaatst waar cliënten met een visuele beperking zich aan vast

kunnen houden en wat helpt bij de oriëntatie binnen het

gebouw.

Page 35: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

35

Figuur 9 Kleurgebruik Visio de Brink Figuur 10 Handwijzer Visio de Brink

In tegenstelling tot Visio de Brink, heeft NOVO ervoor gekozen om wonen en werken

gescheiden van elkaar te houden. Dit heet extramurale zorg. Cliënten worden middenin een

woonwijk geplaatst, waardoor zij kunnen worden opgenomen in de samenleving en een

normaal mogelijk leven leiden. Hierbij wordt vrijheid gegeven maar deels ook beperkt. Cliënten

worden over het algemeen per busje naar het werk gebracht, waardoor de zelfstandigheid

afneemt. Woningen worden zo in de nieuwbouw geplaatst dat voorzieningen dichtbij zitten,

waaronder de supermarkt. Op deze manier kunnen de cliënten zelfstandig naar de supermarkt

omdat dit in hun zicht veld ligt. Ook binnenin het gebouw is er rekening gehouden met de

oriëntatie van de cliënten. De groepen zijn gescheiden door middel van een middenruimte waar

iedereen samen kan komen. Op deze manier is er een duidelijke structuur wat de

zelfstandigheid vergroot. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van pictogrammen om de

activiteiten uit te leggen. Mede door de ervaring van de medewerker dat cliënten veel leren

door herkenning en herhalen, vindt de medewerker het belangrijk dat bij bewegwijzering

rekening mee wordt gehouden dat het een opvallende kleur heeft, zodat het zich echt

onderscheidt. Daarnaast stelt de medewerker dat plaatjes ook belangrijk zijn, dus visuele

communicatie.

Elektronische hulpmiddelen worden bij beide organisaties nog niet gebruikt, maar uit de

interviews blijkt dat ze hier nieuwsgierig naar zijn. Wel wijzen deze medewerkers erop dat het in

het begin nadelig kan werken, omdat een bewoner weer iets nieuws moet leren. Maar na

veelvuldige herhaling en oefenen verwachten de medewerkers dat er zeker cliënten zullen zijn

die hiermee overweg kunnen.

Het Meander Medisch Centrum speelt in op de technologische ontwikkelingen gecombineerd

voor mensen met een speciale behoefte. De huidige bewegwijzering voldoet niet voor iedere

bezoeker van het ziekenhuis en daarom is deze app een mooie aanvulling hierop. De app is

bedoeld voor patiënten en bezoekers die voor hun afspraak de route in het ziekenhuis willen

verkennen. Wat deze app uniek maakt is dat er rekening wordt gehouden met mindervalide

bezoekers die genavigeerd worden via de rolstoelvriendelijke route. Zo worden trappen en

obstakels vermeden. Deze route app verwijst naar alle poliklinieken, afdelingen, toiletten,

uitgangen en winkels. Met behulp van fotonavigatie en pijlen wordt de weg gewezen (Meander

Medisch centrum, 2016).

Page 36: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

36

In het volgende hoofdstuk komen de conclusies naar voren die op basis van de bovenstaande

onderzoeksresultaten een antwoord op de onderzoeksvraag geeft.

5. Conclusie In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag beantwoord op basis van literatuur en de resultaten

uit de interviews met de medewerkers, cliënten en vergelijkende organisaties. De

onderzoeksvraag van het onderzoek luidt: Wat zijn de mogelijkheden op het gebied van

wayfinding en oriëntering voor mensen met een verstandelijke beperking op het woonzorgpark

in Ermelo? Het antwoord wordt beschreven met de deelonderwerpen literatuur, huidige situatie

en toekomstige ontwikkelingen, wensen en behoeften cliënten en medewerkers en vergelijking

met andere organisaties.

Literatuur

Om een beeld te krijgen van de mogelijkheden op het gebied van wayfinding en oriëntering

voor mensen met een verstandelijke beperking is literatuuronderzoek gedaan naar wat er onder

wayfinding en oriëntering wordt verstaan. Wayfinding wordt gedefinieerd door Passini (2012):

‘Wayfinding is het gedrag dat nodig is om vanaf een startpunt naar een andere locatie te

komen’ . Bewegwijzering is de basis voor wayfinding en gaat over het aanbieden van de juiste

hulpmiddelen waarmee de zelfstandigheid wordt vergroot. Bewegwijzering is tevens een

manier van communiceren om informatie over te brengen op mensen. Er zijn verscheidene

mogelijkheden op het gebied van communicatie met mensen met een verstandelijke beperking,

zoals visuele communicatie, spraaktechnologie en een combinatie van tekst en afbeeldingen. De

juiste informatiebehoefte gecombineerd met een duidelijke structuur afgesteld op de juiste

gebruiker zal zorgt ervoor dat er doeltreffend gecommuniceerd wordt (Designworkplan, 2015).

Daarnaast is het belangrijk voor de oriëntatie om herkenningspunten in de omgeving te

plaatsen, bijvoorbeeld gebouwen, objecten of bouwwerken. Deze herkenningspunten worden

herkend aan verschillende elementen: kleur, vorm, grootte, geluid en geur. Om in te spelen op

de technologische ontwikkelingen zullen elektronische hulpmiddelen toegepast moeten

worden. Havik (2012) stelt dat elektronische hulpmiddelen helpen bij het vinden van de

bestemming voor mensen met een visuele beperking. Hiermee wordt de zelfredzaamheid van

de mens vergroot.

Huidige situatie en toekomstige ontwikkelingen

Uit de resultaten is gebleken dat zowel medewerkers als cliënten niet tevreden zijn met de

huidige situatie. Er worden veel klachten geuit over het feit dat er weinig bewegwijzering op het

Page 37: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

37

woonzorgpark is geplaatst. Op basis van de interviews kan geconcludeerd worden dat de

cliënten angst ervaren dat hulpdiensten niet de weg kunnen vinden en medewerkers het

tegelijkertijd een groot doolhof vinden op het woonzorgpark. De structuur is de basis van de

wayfinding en hierin schiet ’s Heeren Loo duidelijk tekort. Er is weinig structuur in het park

aangebracht. Er zijn straatnamen met huisnummers geplaatst zodat navigatiesystemen de

verschillende locaties op kunnen nemen in het systeem. Deze zijn op zodanige hoogte geplaatst

waardoor het boven het gezichtsveld van de cliënten is en hier dus ook geen acht op blijken te

geven tijdens de observaties. Veel gebouwen hebben een naam gekregen wat normaliter helpt

bij de oriëntatie. Nu de straatnaam en deze naam van het gebouw door elkaar wordt gebruikt,

zorgt dit voor verwarring. Het grootste deel van de cliënten die zelfstandig over het park

voortbewegen kennen de wegen door veelvuldige herhalingen met begeleiders en door het feit

dat ze hun hele leven al op het woonzorgpark wonen. Dit zorgt voor een goede basis voor de

oriëntatie. Een paar kunstwerken zijn op het park geplaatst, maar deze hebben volgens de

medewerkers geen functie op het gebied van herkenningspunten. Er zit geen opvallende kleur

aan of het is geen opvallend object wat met de omgeving te maken heeft. Medewerkers vinden

dat hier meer rekening mee gehouden kan worden om de cliënten bewuster van de

kunstwerken te maken op het woonzorgpark.

’s Heeren Loo heeft een plan opgesteld met de ontwikkelingen op het gebied van

bewegwijzering. Er worden bewegwijzeringsborden geplaatst met de naam van het gebouw,

een pijl en een pictogram. Op deze manier worden zowel bezoekers als cliënten geïnformeerd

gedurende de route op het woonzorgpark. Deze borden moesten medio december 2015 al

staan, maar is nog niet gerealiseerd. Het plan laat nog op zich wachten en het is niet bekend

wanneer dit wordt opgepakt.

De technologie is een ontwikkeling in de zorg waarbij ingespeeld gaat worden op de wensen en

behoeften van de mens. Er worden apps ontwikkeld waarbij gedacht is aan spraak, foto’s en

trillingen om zo elk zintuig voor de beperkte te kunnen prikkelen. De app Ariadne GPS is een

uitstekende app voor mensen met een verstandelijke beperking, omdat hierbij ook rekening is

gehouden met de eventuele visuele beperking. De app werkt op het gehoor en persoonlijke

herkenningspunten, waardoor de omgeving verkend kan worden. Cliënten hebben aangegeven

dat zij het belangrijk vinden dat er ook een bewegwijzering voor mensen die blind zijn. Ook zijn

er navigatiesystemen bedacht waarbij de trillingen reageren op het moment dat er bij de route

een belangrijk oriëntatiepunt wordt benaderd. Het Step-Hear system zorgt voor herkenning van

de gebouwen door middel van een stem en de vergroting van de oriëntatie voor mensen met

een visuele beperking. Het Kapten system werkt met het inspreken van opdrachten en extra

omgevingsinformatie. Dit zorgt ervoor dat veel meer beperkten zelfstandig de weg kunnen

vinden in de omgeving.

Page 38: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

38

Wensen en behoeften medewerkers en cliënten

Om de wensen en behoeften van de medewerkers te meten is er tijdens de interviews gevraagd

naar welke hulpmiddelen zij graag op het woonzorgpark willen gebruiken of zien als het

optimale hulpmiddel om de zelfstandigheid te vergroten voor cliënten.

Uit deze interviews is af te leiden dat cliënten het park graag overzichtelijker zien en niet een te

moeilijke structuur op het woonzorgpark willen. Door middel van de nieuwbouw is er

verwarring ontstaan bij cliënten en zij zien dit graag verbeterd worden. Ook is af te leiden dat de

cliënten behoefte hebben aan herkenningspunten op het woonzorgpark die ervoor zorgen dat

de bestemming beter bereikt wordt. Er is nu een angst ontstaan dat hulpdiensten de weg niet

vinden aangezien er weinig tot geen bewegwijzering is geplaatst. Daarvoor moet een duidelijke

bewegwijzering door middel van naam en pictogram komen. Dit is ook het plan van ’s Heeren

Loo om dit te realiseren. De cliënten zien graag symbolen of kleuren op het woonzorgpark terug

voor zichzelf, waardoor herkenning ervoor doet zorgen dat de oriëntatie verbeterd wordt. Wel

vinden ze het belangrijk dat het geen kinderparadijs moet worden, aangezien zij als normale

mensen willen worden beschouwd. Tijdens het onderzoek met de verschillende grootte en

kleuren vlaktes kan geconcludeerd worden dat grote vlakken met felle kleuren en een duidelijk

kleurcontrast beter werkt voor mensen met een verstandelijke beperking dan zachte, lichte

kleuren.

Medewerkers geven de voorkeur aan verwijzers op het woonzorgpark of grote

herkenningspunten als kunstwerken. Door momenteel gebruik te maken van eigen potjes en

pannetjes voor de ramen, herkennen de cliënten gemakkelijker hun eigen huis. Wanneer dit

volgens de medewerkers in de omgeving wordt doorgetrokken, kan dit voor een bepaalde mate

van zelfstandigheid zorgen omdat dit de oriëntatie op het woonzorgpark verbetert. Wel dient er

rekening mee gehouden te worden dat iedereen op het woonzorgpark kan komen en dus ook

dat iets kapot gemaakt kan worden. Het is van belang dat het van sterk materiaal afkomstig is.

Medewerkers hebben belang bij elektronische hulpmiddelen, maar twijfelen of cliënten zich

hiermee kunnen redden. Het zal dus een systeem moeten zijn wat voor elke bewoner werkt,

voor elke beperking.

Vergelijking andere organisaties

Er is onderzoek gedaan naar andere organisaties om een duidelijk beeld te krijgen van de

huidige bewegwijzering bij zorginstellingen en welke mogelijkheden eventueel op het

woonzorgpark in Ermelo toegepast kunnen worden.

Page 39: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

39

Bij Visio de Brink wordt ook weinig tot geen bewegwijzering in de omgeving toegepast. Er staan

geen borden, geen pijlen of pictogrammen langs de weg. Maar vergeleken met ’s Heeren Loo

heeft Visio de Brink meer rekening gehouden met de doelgroep op het woonzorgpark. De

structuur van het woonzorgpark is overzichtelijk wat helpt bij de oriëntatie van de cliënten. Ook

zijn er enkele gidslijnen toegepast wat voordelig werkt voor mensen met een visuele beperking.

Daarnaast heeft Visio de Brink voor verschillende gebouwen een felle kleur en gebruikt

verwijzers binnen de gebouwen om de cliënten wegwijs in de gebouwen te maken. Door de

geur van lavendel in de zomer kunnen cliënten dit als een herkenningspunt gebruiken. ’s Heeren

Loo kan hier een voorbeeld aan nemen aangezien niks van deze herkenningspunten terug te

vinden zijn op het woonzorgpark in Ermelo.

Een vergelijking maken met de organisatie NOVO is lastiger. Deze organisatie heeft wonen en

werken gescheiden en kunnen dus geen gebruik maken van de omgeving en speciale

herkenningspunten waardoor cliënten de weg weten. Wel is er dusdanig structuur aangebracht

op locaties waardoor de cliënten gemakkelijk de weg vinden tussen de verschillende groepen en

ruimtes. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van pictogrammen om te kunnen communiceren

met de cliënten. Ook dit is nog niet van toepassing op ’s Heeren Loo en kan meegenomen

worden voor verbeteringen.

Het Meander Medisch Centrum heeft ingespeeld op de behoeften van patiënten en een route

app ontwikkeld voor mensen met beperkingen, zowel visueel als lichamelijk. ’s Heeren Loo

maakt hier nog niet gebruik van.

Aan de hand van de onderzoeksresultaten kan geconcludeerd worden dat op het woonzorgpark

weinig tot geen rekening is gehouden met de wayfinding en oriëntering voor mensen met een

verstandelijke beperking. Er is geen vorm van bewegwijzering, weinig herkenningspunten en

geen elektronische hulpmiddelen. Naast de namen, pijlen en borden zijn er veel mogelijkheden

om de oriëntatie van de cliënten in de omgeving te verbeteren en hiermee de zelfstandigheid te

vergroten. Zo zijn er mogelijkheden om de structuur aan te passen, herkenningspunten toe te

voegen of elektronische hulpmiddelen te implementeren. Deze herkenningspunten moeten

voldoen aan een duidelijk kleurcontrast en een goede grootte. Het is van groot belang dat

hulpmiddelen op het woonzorgpark geïmplementeerd worden waarbij rekening is gehouden

met de verschillende beperkingen.

In het volgende hoofdstuk worden de aanbevelingen geschreven gebaseerd op de conclusies die

opgemaakt zijn vanuit de onderzoeksresultaten.

Page 40: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

40

6. Aanbevelingen In dit hoofdstuk worden de aanbevelingen beschreven richting ’s Heeren Loo over de

mogelijkheden op het gebied van wayfinding en oriëntering voor mensen met een

verstandelijke beperking op het woonzorgpark in Ermelo. De aanbevelingen zijn gebaseerd op

de data uit de gevonden literatuur, de interviews met de cliënten, medewerkers en

marktonderzoek bij andere organisaties. De aanbevelingen zijn opgedeeld in drie

aanbevelingen: de structuur, herkenningspunten en elektronische hulpmiddelen.

Ten eerste is het aan te bevelen om de structuur op het woonzorgpark te veranderen. Uit de

conclusie komt naar voren dat het woonzorgpark als een doolhof aanvoelt en zorgt voor

verwarring. Deze aanbeveling is voor op langere termijn, omdat hier grote investeringen voor

nodig zijn. Het is aan te bevelen om twee grote hoofdwegen door het park te situeren waarbij

gebruik gemaakt kan worden van zijwegen. Aan deze zijwegen kunnen dan verschillende

woongroepen worden gevestigd waardoor de kans van verdwalen verkleint. Daarnaast is het

van belang om de belangrijke gebouwen en ruimtes die de cliënten gebruiken vlak naast elkaar

te plaatsen. Door deze aanbeveling door te voeren kunnen cliënten zich gemakkelijker

zelfstandig tussen de faciliteiten voortbewegen en is er minder begeleiding nodig. Ook wordt de

kans op verdwalen hiermee verkleint.

Ten tweede is het aan te bevelen om herkenningspunten toe te voegen op het woonzorgpark.

Uit het onderzoek blijkt dat er duidelijk is behoefte aan herkenningspunten, omdat dit de

oriëntatie van de cliënten verbetert. Op deze manier wordt er ingespeeld op de beleving van de

cliënten. Verschillende mogelijkheden op het gebied van herkenningspunten worden hieronder

weergegeven.

Aangeraden wordt om kunstwerken als verwijzers te plaatsen op het woonzorgpark met een

functie vanuit de omgeving, bijvoorbeeld een voetbal bij het schoolplein. Zo kan dit

herkenningspunt de informatie verspreiden dat hier gespeeld kan worden. De kleuren van deze

verwijzers moeten matchen met de kleuren zoals ze er in het echt ook uitzien, zodat het

gemakkelijker is om de verwijzers te kunnen koppelen aan de functie. Voor deze kunstwerken

kan gebruik gemaakt worden van de kunstenaar op het woonzorgpark, om de kosten te kunnen

dekken. Cliënten geven aan dat zij behoefte hebben aan vormen en kleuren en kleuren zijn

belangrijk voor de opvallendheid. Daarom is het aan te raden om elk gebouw een eigen kleur en

vorm te geven. Deze kleur kan op de grond worden weergegeven in bijbehorende vorm zodat

de route op deze manier kan worden gevolgd. Van belang is dat het heldere kleuren zijn en de

vormen niet kleiner dan 30 cm. Slechtziende mensen kunnen het op deze grootte ook

herkennen.

Page 41: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

41

Op het gebied van geluid en geur zijn er kleine verwijzers die kunnen helpen bij de oriëntatie.

Dit blijkt uit onderzoek bij vergelijkende zorginstellingen. ’s Heeren Loo kan langs de

hoofdwegen lavendelplanten plaatsen voor de geur en stoeptegels gevuld met water voor het

geluid.

Ten derde is het aan te raden om naast de herkenningspunten elektronische hulpmiddelen toe

te voegen op het woonzorgpark. Elektronische hulpmiddelen blijken uit het

onderzoeksresultaten een goede aanvulling te hebben voor mensen met een visuele beperking.

Er zijn drie elektronische hulpmiddelen die het best toegepast kunnen worden voor ’s Heeren

Loo, omdat deze het meest bij de doelgroep passen en aangepast kunnen worden op niveau. Er

wordt aangeraden om het Kapten systeem te implementeren op het woonzorgpark. Bij dit

systeem wordt ingespeeld op de cliënten met een visuele beperking. Dit systeem met

spraakherkenning en uitgebreide informatie over de route en omgeving vult de bewegwijzering

aan. Op deze manier wordt een grotere groep cliënten geholpen met de oriëntatie en

wayfinding. Het kost €500,-. Dit is een grote eenmalige investering, maar er zijn mogelijkheden

om een vergoeding te krijgen. Het resulteert in verhoogde zelfstandigheid van een grote groep

cliënten op het woonzorgpark.

Daarnaast is de GoLivePhone een goede aanvulling op de bovenstaande aanbevelingen. Ook dit

systeem is gericht op slechtziende mensen. Dit systeem is niet mogelijk voor elke verstandelijke

beperking, maar de bewoner die de smartphone begrijpt en in staat is te gebruiken kan hier veel

voordelen uit halen. Zo wordt de oriëntatie verbeterd en geholpen met het vinden van de

bestemming. Het is aan te raden om voor de complete uitvoering te kiezen, zodat de cliënten

binnen de veilige zone kunnen worden getraceerd. De kosten per smartphone zijn €359,-.

Als laatst is de app Ariadne GPS aan te raden. Deze app is relatief eenvoudig, vertelt de

omgeving en waar de bewoner momenteel staat. Deze app werkt voornamelijk voor mensen

met een visuele beperking. Wel moet de bewoner beschikken over een telefoon en WIFI om

deze app te kunnen gebruiken. De kosten voor deze app zijn €5,49.

Na bovenstaande aanbevelingen voor verbeteringen van de wayfinding en oriëntatie van

cliënten op het woonzorgpark in Ermelo zal in het volgende hoofdstuk het onderzoek worden

afgesloten met de discussie van de verkregen resultaten. Hierbij wordt de kwaliteit van het

onderzoek beoordeeld aan de hand van betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid.

Daarnaast worden beperkingen van het onderzoek aangegeven. Ook worden aanbevelingen

voor vervolgonderzoek beschreven.

Page 42: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

42

7. Discussie In dit hoofdstuk wordt de kwaliteit van het onderzoek beschreven aan de hand van de

kwaliteitscriteria betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid. Ook zijn de beperkingen van het

onderzoek beschreven. Tot slot worden er aanbevelingen voor vervolgonderzoek gegeven.

7.1 Betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid Voor de betrouwbaarheid is het van belang dat hetzelfde onderzoek in andere omstandigheden

en een andere periode tot dezelfde resultaten leiden (Verhoeven, 2011). Ook is het belangrijk

bij de betrouwbaarheid dat de meting onafhankelijk is van toeval (Baarda, 2009). Aangezien er

gebruik is gemaakt van de wensen en behoeften van personen beïnvloedt dit de

betrouwbaarheid (Verhoeven, 2011). Ook bestaat hierbij de mogelijkheid tot subjectiviteit, een

mogelijke vertekening, van de onderzoeker. Daarom is gekozen voor triangulatie, waarbij

verschillende onderzoeksmethoden elkaar aanvullen. Dit heeft als doel zoveel mogelijk

bevestigend bewijs te verzamelen. Op basis van literatuuronderzoek is het observatieschema

samengesteld om duidelijke patronen te ontdekken op de punten die belangrijk zijn voor

wayfinding en oriëntatie van deze doelgroep. Om een beter beeld te krijgen van ervaringen en

wensen en behoeften van de cliënten is er gekozen voor een (focus)groep-interview met

aansluitend diepte-interviews met medewerkers. Deze diepte interviews zijn semi

gestructureerd op basis van literatuur, observaties en informatie die de cliënten hebben

gegeven om een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen vanuit verschillende perspectieven.

Hiermee wordt de betrouwbaarheid vergroot (Baarda, 2009). Doordat er wordt gewerkt met

een vooraf opgestelde observatie format en semigestructureerde interviews wordt de

herhaalbaarheid van het onderzoek vergroot (Verhoeven, 2011). Ook zijn de

semigestructureerde interviews en observaties zijn zo opgesteld dat er mogelijkheid tot

doorvragen is waardoor de betrouwbaarheid van het onderzoek eveneens wordt vergroot

(Verhoeven, 2011). Er is contact gehouden met de bedrijfsbegeleider en stagebegeleider om het

verloop en de sturing van het onderzoek te bespreken, wat bijdraagt aan de betrouwbaarheid

van het onderzoek (Verhoeven, 2011).

Validiteit is in verschillende vormen op te delen: interne en externe validiteit. Bij interne

validiteit gaat het erom of je daadwerkelijk meet wat je wilt meten. Om goed in kaart te

brengen waar tijdens de observaties op gelet moest worden is er een observatieschema

opgesteld met punten die vanuit de literatuur naar voren zijn gekomen. Bij de (focus)groep-

interview is het van belang om het niveau van gesprek aan te passen aan de cliënten. Om

daadwerkelijk te meten wat er gemeten moest worden heeft een begeleider het (focus)groep-

interview bijgewoond en ondersteund waar nodig. Deze begeleider gaat dagelijks om met

cliënten en is ervaren met het denkniveau van deze cliënten. Op deze manier is de interne

Page 43: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

43

validiteit vergroot. Daarnaast is gekozen om op basis van de verkregen data tijdens het

(focus)groep-interview semigestructureerde interviewvragen te stellen voor medewerkers zodat

er gerichte conclusies getrokken kunnen worden (Verhoeven, 2011). Ook is er gekozen om

dezelfde interviewvragen bij andere organisaties te gebruiken om de juiste vergelijkingen te

maken en gerichte conclusies te trekken tussen de verschillende zorginstellingen. Met externe

validiteit wordt nagegaan of de geïnterviewde cliënten een goede afspiegeling vormen van de

populatie. Door de combinatie van kwalitatief onderzoek en een selecte groep cliënten

beïnvloedt dit de generaliseerbaarheid (Verhoeven, 2011). Een (focus)groepsinterview met vier

cliënten kan de validiteit in twijfel trekken. Om de validiteit te vergroten is gekozen voor vier

cliënten welke beschikken over elk een andere beperking en een andere manier van

communiceren. Wel is het van belang geweest dat deze cliënten zich reeds zelfstandig op dit

woonzorgpark kunnen voortbewegen om te kunnen meten wat de verschillende ervaringen zijn.

Zo is het onderzoek generaliseerbaar voor locatie Ermelo en komen behoeftes van

hulpmiddelen naar voren voor elke vorm van beperking op het woonzorgpark.

Cliënten kunnen maar op een bepaald niveau hun mening geven door de beperking en

gecombineerd met de ervaringen van de medewerkers zijn hierop de verkregen resultaten

geïnterpreteerd. De kans op minder valide gegevens is groter omdat de interpretaties van de

medewerkers vervolgens door de onderzoeker zijn geïnterpreteerd.

Een onderzoek heeft weinig toegevoegde waarde als een onderzoek niet bruikbaar is voor de

opdrachtgever (Verhoeven, 2011). Door contactmomenten, het afstemmen van de behoeftes

en de terugkoppeling van de resultaten met de opdrachtgever heeft het ervoor gezorgd dat dit

onderzoek van toegevoegde waarde is voor de opdrachtgever.

7.2 Beperkingen Aangezien het om een speciale doelgroep gaat, heeft dit enkele beperkingen met zich mee

gebracht. Niet elke cliënt is te interviewen omdat het niveau dit niet altijd toestaat. Dit maakt

het lastig om voldoende respondenten te krijgen. Op basis van beschikbaarheid en niveau heeft

’s Heeren Loo vier cliënten voorgesteld waarbij rekening is gehouden met de verschillende

beperkingen en vormen van communiceren. Zo worden de ervaringen en wensen zo duidelijk

mogelijk in kaart gebracht voor alle cliënten met verschillende beperkingen. Door te kiezen voor

kwalitatief onderzoek blijkt dat er weinig medewerkers bereid waren om mee te doen voor dit

onderzoek. Medewerkers gaven via de contactpersoon aan dat ze hier weinig tijd voor hadden

met als resultaat weinig respons en een beperkte groep respondenten van de medewerkers.

Voor de volgende keer zou kwantitatief onderzoek gekozen kunnen worden onder de

medewerkers. Een voorbeeld hiervan kan zijn met behulp van een enquête vragen naar de

ervaringen op het gebied van oriëntatie en bewegwijzering, zodat de drempel lager was

Page 44: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

44

geweest om mee te doen aan het onderzoek. Hierbij moet opgemerkt worden dat er nog een

risico bestaat dat weinig medewerkers deze enquête invullen, waardoor er dan alsnog sprake is

van lage respons.

7.3 Vervolgonderzoek Tot op heden is er weinig onderzoek gedaan naar wayfinding voor mensen met een

verstandelijke beperking en wordt er weinig rekening mee gehouden bij zorginstellingen waar

deze doelgroep zich bevindt. Daarom is het van belang om vervolgonderzoek te doen zodat

deze doelgroep zich sneller en vaker zelfstandiger kan redden. Daarnaast is er geen tijd om de

aanbevelingen verder uit te zoeken en is het van belang om te kijken wat het effect is van deze

aanbevelingen op de cliënten van het woonzorgpark. Omdat de organisatie heeft aangegeven

dat er belang is bij elektronische hulpmiddelen en de technologie in de zorg een grote

ontwikkeling van de toekomst is, zou onderzoek gedaan kunnen worden naar het effect van de

elektronische hulpmiddelen die in de aanbevelingen worden gegeven. Elektronische

hulpmiddelen zijn erg in opkomst en worden tot op heden doorontwikkeld voor mensen met

speciale behoeften. Helaas is er geen tijd meer om dit diepgaand te onderzoeken of te meten

onder de cliënten. Daarnaast zou het onderzoek nog uitgebreid kunnen worden naar andere

zorginstellingen om een duidelijker beeld te krijgen wat het effect is van andere manieren van

bewegwijzering bij andere zorginstellingen, om te vergelijken of dit positief toegepast kan

worden bij ’s Heeren Loo.

Page 45: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

45

Literatuurlijst

Abrams, J.B. (2010).Wayfinding in architecture. Graduate theses and dissertations, University of

South Florida.

Arthur, P., & Passini, R. (Red.). (2002). Wayfinding: People, Signs and Architecture. Oakville,

Canada: Focus Strategic Communications.

Bartimeus. (2013). Heare App. Geraadpleegd op 27 januari, 2016, van

https://www.steunbartimeus.nl/project/heare-app/

Berg, B. L. (2009). Qualitative Research Methods. Boston: Pearson Education

Boeije, H., ’t Hart, H., & Hox, J. (2009). Onderzoeksmethoden, Boom Lemma uitgevers.

Boschman, M. (2005). Communiceren met mensen met een verstandelijke beperking. Soest,

Nederland: Nelissen, 33-48.

Designworkplan. Geraadpleegd op 12 december 2015 via

http://designworkplan.com/nl/inleiding

Eurorouting. Geraadpleegd op 12 december 2015 via

http://www.eurorouting.nl/Bewegwijzering.aspx

Gibson, D. (2009). The Wayfinding Handbook. London, Engeland: Princeton Architectual Press.

Golsteijn-Kramer, D., Pijl, D. van der, & Verdonschot, M. (2010). Hulpmiddelen helpen meedoen:

Handboek hulpmiddelen voor mensen met een verstandelijke beperking. Den Haag,

Nederland: Boom Lemma Uitgevers, 57-78

Havik, E. (2012). Wayfinding and accessibility for visually impaired people. Zutphen, Nederland:

Wöhrmann Print Service.

Horst, A. van der, Erp, F. van, & Jonge, J. de. (2011). Trends in gezondheid en zorg. Geraadpleegd

op vrijdag 3 oktober 2015 van http://issuu.com/centraalplanbureau/docs/cpb-policy-

brief-2011-11-trends-in-/5?e=3688411/4764100

Kapten Mobility. (z.j.). Geraadpleegd op 26 januari, 2016, van

http://www.slechtziend.nl/service/folders/kapten%20mobility.pdf

Kant, M. (Red.). (2014). Jaarverslag 2014 Samenwerken. Nieuwegein, Nederland: EPC.

Keizer, J., & Kempen, P. (2014). Competent afstuderen en Stagelopen (4e ed.). Groningen,

Nederland: Noordhoff Uitgevers

Page 46: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

46

Khan, M. E., Anker, M., Patel, B. C., Barge, S., Sadhwani, H., & Kohle, R. (1991). The use of focus

groups in social and behavioral research: some methodological issues. World Health

Statistical Quarter, 44, 1-5.

Kijk op hulpmiddelen. (z.j.). Geraadpleegd op 27 januari, 2016, van

http://www.kijkophulpmiddelen.com/richtingwijzer/alle-hulpmiddelen

Kraijer, D.W. &.Plas, J.J. (2002). Handboek psychodiagnostiek en verstandelijke beperking. Lisse:

Swets & Zeitlinger

Marketing & Communicatie, Inkoop, Advisium, Bestuursondersteuning, & Finance & Control.

(Red.). (2014). Feiten & Cijfers 2014. Nieuwegein, Nederland: EPC.

Meander Medisch Centrum. (2016, 13 januari). Meander Medisch Centrum introduceert

meander route app. Geraadpleegd op 03 februari, 2016, van

https://www.steunbartimeus.nl/project/heare-app/

Meer, J. van der, Hermsen, P., & Keukens, R. (2003). Ondersteunen van mensen met een

verstandelijke beperking (Herz. ed.). Twello, Nederland: Van Tricht.

Paul Mijksenaar, Dutchdesignprofiles (13 oktober 2012). Dutch Profiles: Geraadpleegd via

https://www.youtube.com/watch?v=NXbSdVT-ydQ

Rijdt, C. de. (2013). Ondersteunend communiceren: werken met visualisaties. Antwerpen, België:

Garant Uitgevers N.V., 12-15, 53-74.

Rijdt, C. de, Serrien, B., & Dam, C. van. (2014). Praktijkboek over oplossingsgericht werken &

visualisaties bij mensen met een verstandelijke beperking. Antwerpen - Apeldoorn,

Nederland: Garant, 13-25.

's Heeren Loo Zorggroep. (z.j.). Wie zijn wij. Geraadpleegd het laatst op 07 oktober 2015 via

http://www.sheerenloo.nl/wie-zijn-wij

's Heeren Loo Zorggroep. (z.j.). Kwaliteit. Geraadpleegd het laatst op 07 oktober 2015 via

http://www.sheerenloo.nl/wie-zijn-wij/organisatie/kwaliteit

's Heeren Loo Zorggroep. (z.j.). Wie kan bij ons terecht. Geraadpleegd het laatst op 07 oktober

2015 via http://www.sheerenloo.nl/wie-kan-bij-ons-terecht

’s Heeren Loo Zorggroep (2015). Jaarverslag 2014

’s Heeren Loo Zorggroep (2015). WOK-magazine 2014-2015

Page 47: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

47

Step Hear. (2008). Step Hear system. Geraadpleegd op 05 februari, 2016, van http://www.step-

hear.com/

Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland. (2015, 28 juli). Buzz Buddy. Geraadpleegd op 12

februari, 2016, van http://www.vgn.nl/artikel/22925

Verhoeven, N. (2010). Wat is onderzoek? (3e ed.). Amsterdam, Nederland: Boom Lemma

Uitgevers.

Warburg, M. (2001, 01 oktober). Visual impairment in adult people with intellectual disability:

Literature review. Geraadpleegd van http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1046/j.1365-

2788.2001.00348.x/epdf

Page 48: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

48

Bijlagen

Page 49: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

49

Bijlage 1: Organogram ’s Heeren Loo

Page 50: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

50

Bijlage 2: Moodboards

Thema Vuur

Thema Water

Page 51: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

51

Thema Lucht

Thema Aarde

Page 52: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

52

Bijlage 3: Interviewvragen oriënterend gesprek medewerker ’s Heeren Loo

1. Welke cliënten lopen zelf over het terrein?

2. Wat zijn de herkenningspunten?

3. Tot hoever kunnen ze zelfstandig over het woonzorgpark lopen?

4. Hoe reageren de cliënten op kleuren en symbolen?

5. Hoe zouden de medewerkers de bewegwijzering willen zien?

6. Kunt u wat informatie geven over het terrein?

7. Wat vinden de medewerkers nu van de wayfinding en orientering op het terrein?

8. Zijn er problemen waar jullie tegenaan lopen?

Page 53: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

53

Bijlage 4: Weergave interview oriënterend gesprek medewerker ’s Heeren Loo

Om een beeld te kunnen schetsen over de huidige situatie van ’s Heeren Loo op Ermelo heeft

een oriënterend gesprek plaatsgevonden met beleidsmedewerkster van ’s Heeren Loo in

Ermelo. Dit gesprek heeft 8 oktober plaatsgevonden op haar kantoor op het woonzorgpark en

heeft ongeveer 60 minuten geduurd.

Allereerst moet duidelijk worden welke doelgroep zich zelfstandig op het woonzorgpark

voortbeweegt om hierop in te kunnen spelen met verder onderzoek. De medewerker geeft aan

dat in principe iedereen over het woonzorgpark loopt, tenzij dit niet mogelijk is. Het hangt af

van het sociaal emotioneel functioneren bij de cliënt. ‘Ik weet niet precies hoe de cliënten zich

oriënteren op het woonzorgpark, want er zijn weinig herkenningspunten’. De

herkenningspunten die naar voren komen blijken de gebouwen en faciliteiten op het park te

zijn, zoals de kerk en de boerderij. Vaak lopen de cliënten met elkaar in een groepje zodat ze

een beetje op elkaar kunnen letten. ‘Of de medewerkers ook nadenken over de wayfinding van

de cliënten? Ik weet het niet’. De medewerker heeft het gevoel dat er te weinig oog is voor deze

manier van denken, omdat de zorg toch het belangrijkste is. Dit terwijl de zorg drastisch aan het

veranderen is en meer richt op de trend dat de cliënt eigen regie wil en krijgt, dus meer

zelfstandigheid creëren voor een cliënt. De medewerker vindt het belangrijk dat er

herkenningspunten aan het park worden toegevoegd. ‘Ik zie het al helemaal voor me, een grote

teddybeer of een fiets. Iedereen weet inmiddels van de olifanten langs de snelweg richting

Almere toch? Dat zijn herkenningspunten die niemand snel vergeet’. Deze herkenningspunten

zullen volgens de medewerker wel aan een aantal punten moeten voldoen, namelijk kleur,

grootte en gericht op de gedachtegang van de cliënten. De medewerker oppert dat er een

kunstenaar op het woonzorgpark verblijft, maar dat hier momenteel weinig gebruik van wordt

gemaakt door ’s Heeren Loo. Ook wordt tijdens het interview duidelijk dat symbolen en

pictogrammen ook erg belangrijk zijn. Veel cliënten werken met pictogrammen en hierin zal dan

ook niet veel veranderen waardoor de cliënten een vertrouwd gevoel kunnen ervaren. ‘Om

tegemoet te komen voor alle cliënten, moet bij de pictogrammen dan wel een kleine tekst

toegevoegd worden’. Daarnaast vertelt de medewerker over de toekomstplannen van ’s Heeren

Loo. ‘Wanneer alles volgens plan verloopt, zal over een jaar of twee het hele woonzorgpark op

de schop gaan en willen we een nieuw dynamiek park. Hoe het eruit gaat zien moet je mij niet

vragen, maar zorg ervoor dat je bewegwijzering niet vast zit aan bepaalde kruispunten want dat

zou niet handig zijn’. Afsluitend stelt de medewerker ook nog voor dat mocht dit meegenomen

kunnen worden in het onderzoek, zij graag een specifieke naam voor het woonzorgpark zou

willen zien. Dit is echter tegenstrijdig met de trend om een zo normaal mogelijke samenleving te

creëren, want door het echt een park te laten worden in plaats van een doorgaande weg, zal

afstand met het dorp Ermelo gecreëerd worden.

Page 54: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

54

Bijlage 5: Weergave (focus)groep-interview ’s Heeren Loo

Bij het (focus)groep-interview komen vier cliënten bij elkaar om hun meningen en ervaringen te

delen op het gebied van wayfinding en orientering op het woonzorgpark. Er wordt gekeken naar

de huidige situatie en wat de wensen en behoeften zijn voor de verschillende vormen van

beperking.

Als middel van communicatie en te achterhalen waar cliënten op letten, is er gebruik gemaakt

van verschillende moodboards. Op deze moodboards zijn verschillende plaatjes, materialen,

kleuren en vormen weergegeven en hierover wordt in gesprek gegaan met de cliënten. ‘Als ik

eerlijk ben gaan we dan richting kinderen en daar houd ik niet zo van.’ De eerst cliënt geeft

vrijwel direct aan naar aanleiding van de plaatjes welk gevoel op hem overkomt. De overige

cliënten sluiten zich hierbij aan en voelen zich dan niet serieus genomen. ‘Dan voelt het net

alsof je op een kinderpark woont met kinderen’. Het is duidelijk dat de manier van

bewegwijzering gericht moet zijn op de gedachtegang van cliënten, maar hierbij moet rekening

gehouden worden dat de cliënten niet als kinderen behandeld worden. Dit zal ook resulteren in

een minderwaardigheidsgevoel. Wat betreft de kleuren valt het op dat cliënten snel veel felle

kleuren noemen, zoals rood en blauw. Deze kleuren vallen hen op en zij geven aan deze kleuren

ook mooi te vinden. In tegenstelling tot de reacties opperen ze dat het ook mooi zou zijn als de

natuur of bosgebieden erbij betrokken worden om de bewegwijzering te verduidelijken of de

kleuren van ’s Heeren Loo. ‘Dat je de kleuren meeneemt van ’s Heeren Loo in de

bewegwijzering’. s Hierin zou paars kunnen, maar groen zal wegvallen in dit bosrijk gebied.

Een andere cliënt geeft aan dat het hem niet zoveel uit maakt. ‘Als er maar op een duidelijk

bord staat waar ik bijvoorbeeld moet zijn. De kleur maakt mij niet uit’. Wanneer er over

bewegwijzering gepraat worden, geven de cliënten aan dat ze het belangrijk vinden dat er

borden aan de weg komen te staan waarbij verteld wordt welke kant waartoe leidt. Er worden

veel klachten geuit over de structuur op het woonzorgpark. ‘Want vooral de nieuwbouw,

Ekkelenkamp, is gewoon niet te vinden. Dat is een zoekplaatje voor mensen die van buitenaf

komen’. De begeleider bevestigt deze klacht en uit ook dat verschillende bezoekers hier last van

hebben. Daarnaast geven de cliënten aan dat de hulpdiensten op deze manier de weg niet goed

kunnen vinden. Het is duidelijk dat er angst ontstaan is bij cliënten nu de brandweer niet meer

op het terrein gevestigd zit. Deze cliënten hebben geen visuele beperking en geven aan dat ze

kunnen lezen en daarom genoegen nemen met tekst. Ze snappen dat het voor mensen met een

visuele beperking anders aangepakt moet worden. ‘Ik heb ook een goed idee.. Bij elk gebouw

een stip’. Met hulp van de begeleider komt naar voren dat de cliënt bedoelt dat elk gebouw een

verschillend symbool zou moeten hebben zodat dit symbool gevolgd kan worden. Alle cliënten

sluiten zich hierbij aan en opperen het als een goed idee. Nu is wel de kwestie hoe dit in de

omgeving gerealiseerd kan worden. ‘Maar dan zou je op het hele park gewoon aan moeten

geven van Molenkamp wordt driehoek, Ekkelenkamp wordt vierkant, dan ben je er ook’.

Page 55: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

55

Cliënten worden blij van deze manier van brainstormen en zijn het duidelijk over eens dat dit

ook de ideale bewegwijzering is voor mensen die een visuele beperking hebben. ‘Dan zou ik het

een heel goed idee vinden als op alle woningen een symbool komt voor de mensen die niet

kunnen lezen en een duidelijk nummer voor de mensen die wel kunnen lezen.

Na het (focus)groep-interview is er een wandeling buiten gemaakt met een kleine oefening

waarbij gekeken is welke kleuren en welke grootte op afstand goed te zien is. Iedereen is op

ongeveer 5 á 6 meter afstand gaan staan. De cliënten geven aan dat het groene vierkant

duidelijk te zien, maar het beige vlak niet. Daarna is het groene vlak kleine uitgeknipt om te

kijken of de opvallendheid van het vlak zodanig aanwezig is dat de grootte niet opvalt. Cliënten

geven hierbij aan dat het grote vlak meer opvalt en hen meer lokt om naar te kijken dan het

kleine vlak.

Page 56: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

56

Bijlage 6: Interviewschema medewerker ’s Heeren Loo

Tijd Inhoud

0.00 – 0.03 min. INLEIDING

Voorstellen: Patricia Lunenborg, studente Facility Management Hanzehogeschool Groningen

Warming up: Aangeven medewerking op prijs te stellen

Onderwerp: De oriëntatie van mensen met een verstandelijke beperking

Doel: Inzicht krijgen in de oriëntatie en herkenningspunten van mensen met een verstandelijke en visuele beperking

Achterhalen wat een goede bewegwijzering zal zijn voor mensen met een verstandelijke en visuele beperking

Duur interview: ± 60 minuten

Soort vragen: Persoonlijke gegevens, achtergrond bedrijf, oriëntatie, herkenningspunten, bewegwijzering, hulpmiddelen

Rapportage: Voicerecorder Resultaten worden verwerkt in een rapport

Anonimiteit: Naam kan worden gecensureerd bij publicatie

Vragen: Zijn er nog vragen wat betreft het bovenstaande?

KERN

0.03 – 0.10 min. Persoonlijke gegevens

Deze vragen betreffen uw functie en werkzaamheden

1. Wat is uw functie?

2. Hoelang bent u al werkzaam bij ’s Heeren Loo?

3. Bent u nauw betrokken bij de mensen bij ’s Heeren Loo? en de onderzoeken?

0.10 – 0.15 min. Achtergrond

De volgende vragen gaan over de achtergrond van het bedrijf

1. Wat is de achtergrond van ’s Heeren Loo?

2. Hoeveel mensen wonen en werken op deze locatie?

3. Welke beperkingen komen het meest voor bij ’s Heeren Loo?

4. Op welke manier verplaatst deze doelgroep zich op de locatie?

0.15 – 0.30 min. Oriëntatie

Deze vragen betreffen de oriëntatie van mensen met een verstandelijke beperking

1. Op welke manier oriënteren mensen met een verstandelijke beperking? Kan je een voorbeeld geven?

2. Wat valt u op wat betreft oriëntatie van mensen met een verstandelijke beperking?

3. Wat zijn de nadelen op het gebied van oriëntatie van deze doelgroep?

Page 57: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

57

4. Wordt hier ook rekening mee gehouden op de locatie? Welke maatregelen worden er getroffen?

5. Hoe zit het met de cognitieve kaart van mensen met een verstandelijke beperking?

0.30 – 0.40 min Herkenningspunten

Deze vragen betreffen de herkenningspunten van mensen met een verstandelijke beperking

1. Op welke manier bewegen mensen met een verstandelijke beperking zich voort op het terrein?

2. Op welke manier weet de doelgroep waar zij heen moeten lopen? Waar let deze doelgroep op?

3. Zijn er herkenningspunten welke noodzakelijk zijn voor de oriëntatie van deze doelgroep?

4. Zijn er aspecten die belangrijk zijn voor herkenning voor mensen met verstandelijke beperking?

0.40 – 0.55 min Bewegwijzering

Deze vragen gaan over de bewegwijzering op locatie ‘s Heeren Loo Ermelo

1. Op welke manieren wordt de route aangegeven tussen de voorzieningen?

2. Wordt er rekening gehouden met mensen met een verstandelijke beperking?

3. Hoe moet de bewegwijzering eruit zien volgens u voor mensen met een verstandelijke beperking?

4. Zijn er aspecten die belangrijk zijn volgens u voor bewegwijzering voor deze doelgroep?

0.55 – 1.00 Hulpmiddelen

Deze vragen betreffen de hulpmiddelen voor mensen met een verstandelijke beperking

1. Welke hulpmiddelen helpt deze doelgroep om zichzelf te kunnen redden op het gebied van oriëntatie, herkenningspunten en bewegwijzering?

2. Waar moeten deze hulpmiddelen aan voldoen?

1.00 – 1.05 AFSLUITING

Opmerkingen: Zijn er nog andere zaken die belang zijn voor dit interview?

Gegevensverwerking: De gegevens worden verwerkt in een verslag t.b.v. ’s Heeren Loo

Dankwoord: Bijdrage, tijd en moeite

Page 58: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

58

Bijlage 7: Weergave interview medewerker ’s Heeren Loo

Hans Haanappel heeft contact opgenomen met verschillende medewerkers met de oproep om

mee te werken aan dit onderzoek. Dit interview heeft plaatsgevonden met een persoonlijk

begeleider van een woonzorggroep op ’s Heeren Loo in Ermelo.

Wanneer gevraagd wordt naar de zelfstandigheid van de cliënten, geeft de begeleider aan dat

veel cliënten begeleid worden omdat ze niet verkeersveilig genoeg zijn. Daarnaast is er een stuk

zekerheid voor de begeleiders, omdat zich veel gevaarlijke situaties op het woonzorgpark

kunnen voordoen, zoals een vijver waar eendjes gevoerd kunnen worden of de snelweg die

langs het woonzorgpark loopt. ‘Je hebt hier toch een mooie grote vijver zitten en het zal je maar

gebeuren’. Mede door deze angst lopen begeleiders toch uit voorzorg met cliënten mee.

Wanneer er doorgevraagd wordt of cliënten zich op een bepaalde manier oriënteren op het

park blijkt dat cliënten enigszins eigen herkenningspunten gebruiken. ‘Ik merk aan de ene cliënt

waarvan ik zeg die gaat de weg herkennen die herkent het aan de busjes die er staan’. De

begeleider geeft aan dat er verder ook weinig herkenningspunten zijn toegevoegd op het park

waar de cliënten en begeleiders zich aan vast kunnen houden tijdens een route. Hij/Zij kan

merken dat hier zeker behoefte naar is voor cliënten en dat dit zal zorgen voor betere

oriëntatie. Door middel van kleine verwijzers kunnen ze op deze manier namelijk hun huis ook

vinden. ‘Maar op een of andere manier merk je wel dat ze al heel snel doorhebben, hoe laag het

niveau ook is, wat hun huis is. Gek genoeg. Ja ik bedoel we hebben natuurlijk ook wel onze

eigen potjes en pannetjes voor de ramen en deur staan’. De begeleider betuigt veel klachten

over het woonzorgpark en de inrichting en structuur hiervan. ‘Het is een groot doolhof’. Er zijn

maatregelen genomen om het woonzorgpark wat te verduidelijken voor iedereen, waaronder

straatnaamborden en huisnummers. Hierin merkt de begeleider dat er alleen geen rekening is

gehouden met het feit dat gebouwen destijds en eigen naam hebben gekregen. ‘Wij moeten

tegenwoordig allemaal met straatnamen en nummer gaan werken, dat ik zelfs in de war raak

inmiddels van waar is dat? En dan blijkt dat gewoon het Heerenhuus te zijn wat ik al zeven jaar

het Heerenhuus noem’. Wanneer hieraan gewerkt zou worden is het voor de begeleider van

belang dat er rekening mee wordt gehouden dat niet alles op elkaar moet gaan lijken. ‘Dan

doen we elk huis een eigen kleur’. De bewegwijzering gericht op cliënten zal lastiger worden

dan gedacht. Er moet rekening worden gehouden met cliënten met verschillende beperkingen,

maar het moet niet over de top worden gedaan. ‘Aan de ene kant zo normaal mogelijk maar dat

kan ook zijn dat het moeilijker voor ze wordt natuurlijk. Dus sommige dingen zal je gewoon een

aanpassing moeten doen want het is tenslotte voor mensen met een verstandelijke beperking’.

Op de vraag wat de ideale bewegwijzering dan volgens De begeleider moet zijn, antwoordt zij

naast de felle kleuren en vormen dat verwijzers belangrijk zijn voor cliënten. ‘Dan zou één

werkding zo’n bepaalde verwijzer moeten hebben en als je dan langs die figuurtjes loopt kom je

op je werk uit. Maar ja, ze komen uit verschillende woningen dus dat moet wel heel goed in

Page 59: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

59

elkaar gezet worden’. De begeleider ziet weinig toekomst in elektronische hulpmiddelen, mits

deze zijn afgesteld op de cliënt en niet te moeilijk moeten werken. ‘Hou er rekening mee dat ze

soms een andere route lopen’.

Page 60: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

60

Bijlage 8: Interviewschema medewerker NOVO

Tijd Inhoud

0.00 – 0.03 min. INLEIDING

Voorstellen: Patricia Lunenborg, studente Facility Management Hanzehogeschool Groningen

Warming up: Aangeven medewerking op prijs te stellen

Onderwerp: De oriëntatie van mensen met een verstandelijke beperking

Doel: Inzicht krijgen in de oriëntatie en herkenningspunten van mensen met een verstandelijke en visuele beperking

Achterhalen wat een goede bewegwijzering zal zijn voor mensen met een verstandelijke en visuele beperking

Duur interview: ± 60 minuten

Soort vragen: Persoonlijke gegevens, achtergrond bedrijf, oriëntatie, herkenningspunten, bewegwijzering, hulpmiddelen

Rapportage: Voicerecorder Resultaten worden verwerkt in een rapport

Anonimiteit: Naam kan worden gecensureerd bij publicatie

Vragen: Zijn er nog vragen wat betreft het bovenstaande?

KERN

0.03 – 0.10 min. Persoonlijke gegevens

Deze vragen betreffen uw functie en werkzaamheden

4. Wat is uw functie?

5. Hoelang bent u al werkzaam bij Visio de Brink?

6. Welke onderzoeken hebt u zoal gedaan voor mensen met een verstandelijke beperking? Kunt u de vijf meest recente opnoemen?

7. Bent u nauw betrokken bij de mensen bij Visio de Brink? en de onderzoeken?

0.10 – 0.15 min. Achtergrond

De volgende vragen gaan over de achtergrond van het bedrijf

5. Wat is de achtergrond van Visio de Brink?

6. Hoeveel mensen wonen en werken op deze locatie?

7. Welke beperkingen komen het meest voor op Visio de Brink?

8. Op welke manier verplaatst deze doelgroep zich op de locatie?

0.15 – 0.30 min. Oriëntatie

Deze vragen betreffen de oriëntatie van mensen met een verstandelijke beperking

6. Op welke manier oriënteren mensen met een verstandelijke beperking? Kan je een voorbeeld geven?

7. Wat valt jou op wat betreft oriëntatie van mensen met een

Page 61: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

61

verstandelijke beperking?

8. Wat zijn de nadelen op het gebied van oriëntatie van deze doelgroep?

9. Wordt hier ook rekening mee gehouden op de locatie Visio de Brink? Welke maatregelen worden er getroffen?

10. Hoe zit het met de cognitieve kaart van mensen met een verstandelijke beperking?

0.30 – 0.40 min Herkenningspunten

Deze vragen betreffen de herkenningspunten van mensen met een verstandelijke beperking

5. Op welke manier bewegen mensen met een verstandelijke beperking zich voort op het terrein?

6. Op welke manier weet de doelgroep waar zij heen moeten lopen? Waar let deze doelgroep op?

7. Zijn er herkenningspunten welke noodzakelijk zijn voor de oriëntatie van deze doelgroep?

8. Zijn er aspecten die belangrijk zijn voor herkenning voor mensen met verstandelijke beperking?

0.40 – 0.55 min Bewegwijzering

Deze vragen gaan over de bewegwijzering op locatie Visio de Brink

5. Op welke manieren wordt de route aangegeven tussen de voorzieningen?

6. Wordt er rekening gehouden met mensen met een verstandelijke beperking?

7. Hoe moet de bewegwijzering eruit zien volgens u voor mensen met een verstandelijke beperking?

8. Zijn er aspecten die belangrijk zijn volgens u voor bewegwijzering voor deze doelgroep?

0.55 – 1.00 Hulpmiddelen

Deze vragen betreffen de hulpmiddelen voor mensen met een verstandelijke beperking

3. Welke hulpmiddelen helpt deze doelgroep om zichzelf te kunnen redden op het gebied van oriëntatie, herkenningspunten en bewegwijzering?

4. Waar moeten deze hulpmiddelen aan voldoen?

1.00 – 1.05 AFSLUITING

Opmerkingen: Zijn er nog andere zaken die belang zijn voor dit interview?

Gegevensverwerking: De gegevens worden verwerkt in een verslag t.b.v. ’s Heeren Loo

Dankwoord: Bijdrage, tijd en moeite

Page 62: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

62

Bijlage 9: Weergave interview medewerker NOVO

Er is gekozen voor NOVO op basis van beschikbaarheid en mede door Visio die NOVO voorstelde

als organisatie. Er wordt gekeken naar de huidige situatie van NOVO en welke hulpmiddelen

deze zorginstelling gebruikt en welk effect dit op de cliënten heeft. Er heeft een expertinterview

plaatsgevonden met een medewerker van NOVO, met als functie adviseur gezonde leefstijl.

NOVO is een organisatie waarbij wonen en werken gescheiden wordt gehouden. Hier is bewust

voor gekozen om de clienten zo goed en normaal mogelijk in de samenleving op te nemen.

‘NOVO heeft juist heel erg gezocht naar dat locaties midden in een woonwijk zijn, dus niet

achteraf gecentreerd bij elkaar maar gewoon op woonlocaties midden in een woonwijk’. Hierin

verschilt NOVO duidelijk met ’s Heeren Loo. Wel worden woonlocaties specifiek uitgezocht.

‘woonlocaties van NOVO bijvoorbeeld die worden bewust als er dan nieuwbouw wordt

gepleegd vlakbij een winkelcentrum neer wordt gezet’. Cliënten worden voornamelijk met

busjes naar het werk gebracht en weer opgehaald, maar een enkeling laat het toe om

zelfstandig op de fiets te gaan. Op het gebied van herkenningspunten merkt De medewerker op

dat cliënten zich wel degelijk vasthouden aan de omgeving tijdens de route tussen werk en

wonen.’ als ze ergens naartoe moeten en ze zien iets aan de kant van de weg ofzo, dat zouden

ze dan terug herkennen als je er een keer langs rijdt’. Binnen de woningen van de groepen

wordt weinig aan de wayfinding gedaan. Wel is er betrekking tot op informatie wat betreft de

keuken. wat ik kan verzinnen op dat vlak, binnen dat pand, is dat bijvoorbeeld in de keuken op

alle kastjes zit dan een picto van hier vind je de messen, de vorken en zo vinden zij hun weg in

de keuken’. Daarnaast is de inrichting van een monumentale boerderij zo ingericht dat groepen

gemakkelijk naar elkaar over kunnen lopen. ‘aan deze kant zit de papieren zijden groep, in het

midden zit de winkel en aan de andere kant de cadeau groep. Die groepen lopen zo op elkaar

over. En dan ga je met de trap naar boven, dat kan op drie plekken vanaf beneden met de trap

naar boven. Het is met een doorloopmogelijkheid’. Op deze manier ervaren de medewerkers

van NOVO dat cliënten de weg gemakkelijk kunnen vinden zonder dat hier hulpmiddelen voor

nodig zijn. Op de vraag wat belangrijk is voor bewegwijzering op een locatie zoals Ermelo, geeft

De medewerker verschillende punten aan waar op gelet moet worden. Zo moet er veel herhaald

worden waardoor cliënten herkenning krijgen van de oriëntatiepunten en weten wat ze dan

moeten doen. ‘het moet in ieder geval in een opvallende kleur zodat het zich echt onderscheid

van het groen wat je verder ziet’. Ook geeft De medewerker aan dat symbolen of pictogrammen

belangrijk zijn voor de oriëntatie. ‘Al is het alleen maar een pijl of iets en plaatjes voor

dagbesteding daar zijn ze vaak ook wel mee bekend en een plaatje met een dakje en een

poppetje eronder dat is dan je huis’. Daarnaast de medewerker gevraagd hoe zij denkt over

elektronische hulpmiddelen in de omgeving. ‘Maar ik kan me wel voorstellen dat zo’n GPS voor

anderen wel goed zou kunnen werken. Bijvoorbeeld in het begin, eerst een keer met begeleider

Page 63: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

63

en dan met GPS de route en dan uiteindelijk zelf of dat je de GPS nog achter de hand hebt voor

als je de weg niet meer weet’.

Doordat NOVO een andere samenstelling heeft van locaties dan ’s Heeren Loo, vielen veel

vergelijkingen weg. Wel is de ervaring op het gebied van de oriëntatie van mensen met een

verstandelijke beperking van de medewerker duidelijk naar voren gekomen en dit kan ook

meegenomen in het onderzoek.

Page 64: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

64

Bijlage 10: Interviewschema medewerker Visio de Brink

Tijd Inhoud

0.00 – 0.03 min. INLEIDING

Voorstellen: Patricia Lunenborg, studente Facility Management Hanzehogeschool Groningen

Warming up: Aangeven medewerking op prijs te stellen

Onderwerp: De oriëntatie van mensen met een verstandelijke beperking

Doel: Inzicht krijgen in de oriëntatie en herkenningspunten van mensen met een verstandelijke en visuele beperking

Achterhalen wat een goede bewegwijzering zal zijn voor mensen met een verstandelijke en visuele beperking

Duur interview: ± 60 minuten

Soort vragen: Persoonlijke gegevens, achtergrond bedrijf, oriëntatie, herkenningspunten, bewegwijzering, hulpmiddelen

Rapportage: Voicerecorder Resultaten worden verwerkt in een rapport

Anonimiteit: Naam kan worden gecensureerd bij publicatie

Vragen: Zijn er nog vragen wat betreft het bovenstaande?

KERN

0.03 – 0.10 min. Persoonlijke gegevens

Deze vragen betreffen uw functie en werkzaamheden

1. Wat is uw functie?

2. Hoelang bent u al werkzaam bij Visio de Brink?

3. Welke onderzoeken hebt u zoal gedaan voor mensen met een verstandelijke beperking? Kunt u de vijf meest recente opnoemen?

4. Bent u nauw betrokken bij de mensen bij Visio de Brink? en de onderzoeken?

0.10 – 0.15 min. Achtergrond

De volgende vragen gaan over de achtergrond van het bedrijf

1. Wat is de achtergrond van Visio de Brink?

2. Hoeveel mensen wonen en werken op deze locatie?

3. Welke beperkingen komen het meest voor op Visio de Brink?

4. Op welke manier verplaatst deze doelgroep zich op de locatie?

0.15 – 0.30 min. Oriëntatie

Deze vragen betreffen de oriëntatie van mensen met een verstandelijke beperking

1. Op welke manier oriënteren mensen met een verstandelijke beperking? Kan je een voorbeeld geven?

2. Wat valt jou op wat betreft oriëntatie van mensen met een

Page 65: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

65

verstandelijke beperking?

3. Wat zijn de nadelen op het gebied van oriëntatie van deze doelgroep?

4. Wordt hier ook rekening mee gehouden op de locatie Visio de Brink? Welke maatregelen worden er getroffen?

5. Hoe zit het met de cognitieve kaart van mensen met een verstandelijke beperking?

0.30 – 0.40 min Herkenningspunten

Deze vragen betreffen de herkenningspunten van mensen met een verstandelijke beperking

1. Op welke manier bewegen mensen met een verstandelijke beperking zich voort op het terrein?

2. Op welke manier weet de doelgroep waar zij heen moeten lopen? Waar let deze doelgroep op?

3. Zijn er herkenningspunten welke noodzakelijk zijn voor de oriëntatie van deze doelgroep?

4. Zijn er aspecten die belangrijk zijn voor herkenning voor mensen met verstandelijke beperking?

0.40 – 0.55 min Bewegwijzering

Deze vragen gaan over de bewegwijzering op locatie Visio de Brink

1. Op welke manieren wordt de route aangegeven tussen de voorzieningen?

2. Wordt er rekening gehouden met mensen met een verstandelijke beperking?

3. Hoe moet de bewegwijzering eruit zien volgens u voor mensen met een verstandelijke beperking?

4. Zijn er aspecten die belangrijk zijn volgens u voor bewegwijzering voor deze doelgroep?

0.55 – 1.00 Hulpmiddelen

Deze vragen betreffen de hulpmiddelen voor mensen met een verstandelijke beperking

1. Welke hulpmiddelen helpt deze doelgroep om zichzelf te kunnen redden op het gebied van oriëntatie, herkenningspunten en bewegwijzering?

2. Waar moeten deze hulpmiddelen aan voldoen?

1.00 – 1.05 AFSLUITING

Opmerkingen: Zijn er nog andere zaken die belang zijn voor dit interview?

Gegevensverwerking: De gegevens worden verwerkt in een verslag t.b.v. ’s Heeren Loo

Dankwoord: Bijdrage, tijd en moeite

Page 66: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

66

Bijlage 11: Weergave interview medewerker Visio de Brink

Om een vergelijking te kunnen maken met verschillende zorginstellingen, is een afspraak

gemaakt bij Visio de Brink om te kijken naar de huidige organisatie op dit terrein en de

meningen en ervaringen van deze medewerkers. Er is gesproken met een fysiotherapeute bij

Visio en lector van de Hanzehogeschool Groningen. Dit gesprek heeft plaatsgevonden op het

terrein en daarna is een rondleiding gemaakt over het terrein om de verschillende manieren van

bewegwijzering te verduidelijken.

Begin 2000 is het hele park vernieuwd en dit heeft veel veranderingen met zich meegebracht.

‘Vroeger waren die organisaties vaak erg afgesloten van de samenleving, vaak wonen mensen

met een verstandelijke beperking in het bos zeg maar’. Door deze aanpassingen is het terrein

toegankelijker geworden voor mensen van buitenaf en voelt het alsof het terrein wordt

opgenomen in het dorp. ‘Nu is het gewoon meer een woonwijk geworden en is het een

doorlopende weg’. De cliënten bewegen zich voort op verschillende manieren op het terrein,

bijvoorbeeld met een tandemfiets of speciale skelters. Daarnaast hebben sommige cliënten

(elektrische) rolstoelen waarbij ze zelfstandig zich kunnen verplaatsen. De manier waarop

cliënten zich oriënteren vindt De fysiotherapeute moeilijk te bepalen. ‘Ja ik denk toch heel veel

op stem, geur en aanleren van looproutes’. Daarnaast zijn aanpassingen gedaan aan de

structuur om de oriëntatie op het woonzorgpark voor zowel lichamelijk beperkten als visueel

beperkten te vergroten. ‘Ik denk dat het terrein gewoon zo is ingericht dat je herkenpunten

hebt’. Er zijn momenteel twee hoofdwegen met daartussen twee zijwegen, waarbij de

belangrijke gebouwen zijn gecentraliseerd zodat dit voor iedereen goed bereikbaar is. Om de

hoofdwegen staan de verschillende twee onder 1 kap woningen waar de woongroepen

verblijven. ‘En er zijn straatnaambordjes, want het is nu een openbare weg maar daar kijken de

cliënten niet naar om’. Deze maatregelen is voornamelijk voor bezoekers om op deze manier de

weg te vinden op het terrein. Verder is op het terrein gedacht aan geribbelde routes. Dit wil

zeggen dat er verschil is gemaakt met asfaltwegen op de hoofdweg en klinkerpaden op de

tussenwegen. Ook zijn er geleidelijnen toegevoegd voor mensen met een visuele beperking en

hebben gebouwen een felle kleur waardoor ze op afstand opvallen. Daarnaast is een

belevingstuin toegevoegd op het terrein waarbij alle zintuigen geprikkeld worden. Er zijn

elementen die door middel van water geluid maken, zoals stoeptegels of instrumenten. Ook zijn

er lavendelplanten toegevoegd voor de geur. Ook is een speeltuin op het terrein waarbij

rekening is gehouden met de verschillende beperking. Binnen de gebouwen is meer ingespeeld

om de oriëntatie en zelfstandigheid te vergroten. Er wordt gebruik gemaakt van verwijzers. ‘In

de gebouwen heb je bij elke activiteit wel iets aan de deur waardoor je kan voelen wat het is. En

in het gebouw zelf heb je ook een geleiderstang zodat je daar langs kan lopen’. Op deze manier

merken de medewerkers dat veel cliënten zich zelfstandig kunnen voortbewegen. Toch heeft De

fysiotherapeute het gevoel dat er nog te weinig bewust is omgegaan en ingespeeld op de

Page 67: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

67

technologische ontwikkelingen met de wayfinding voor mensen met een verstandelijke en/of

visuele beperking. ‘maar het zou heel mooi zijn als bijvoorbeeld die jongen die dan bij ons komt,

ineens wordt verwelkomd met nou, je bent bij de boerderij’. Ze zou graag zien dat iedere cliënt

iets bij zich heeft wat een helppunt is binnen de oriëntatie. Daarnaast geeft De fysiotherapeute

aan dat een ideale bewegwijzering moet voldoen voor alle zintuigen. ‘Kleurcontrast, bepaalde

vormen, bepaald materiaal, bijvoorbeeld iets om te voelen en geluid. En geur kan ook erg goed

helpen. En ondergrond, dus verschil tussen asfalt en grindpaden of een klinkerpaadje. Echt

aanspraak maken op de andere zintuigen. Horen, zien, ruiken en voelen’.

Vervolgens is er een wandeling gemaakt om de verschillende manieren van bewegwijzering

duidelijker te maken. Hieronder zijn enkele foto’s toegevoegd van deze wandeling.

Page 68: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

68

Bijlage 12: Observatiepunten

Wayfinding en oriëntatie:

- Kan de cliënt de eigen woning terugvinden?

- Kan de cliënt de weg in de omgeving vinden?

- Loopt de cliënt recht op zijn doel af?

- Kan de cliënt zich zonder ondersteuning van tast en gehoor oriënteren?

- Hecht de cliënt waarde aan de omgeving?

- Is de omgeving vertrouwd voor de cliënt?

- Zijn er op dit moment hulpmiddelen aanwezig die de oriëntatie en wayfinding

ondersteunen?

- Beweegt de cliënt zich vlot vooruit?

- Loopt de cliënt gericht op vaste plekken?

- Raken cliënten wel eens verdwaald?

Zelfstandigheid:

- Loopt de cliënt zelfstandig over het woonzorgpark?

- Kan de cliënt zelfstandig de weg vinden naar de verschillende faciliteiten?

- Zijn er op dit moment hulpmiddelen aanwezig die de zelfstandigheid vergroten?

Herkenningspunten:

- Welke herkenningspunten worden gebruikt om de bestemming te bereiken?

- Waar let de cliënt op tijdens het voortbewegen?

- Wat valt een cliënt op tijdens de route op het woonzorgpark?

Hulpmiddelen:

- Zijn er hulpmiddelen aanwezig op het woonzorgpark?

- Aan wat voor soort hulpmiddelen hebben de cliënten behoefte?

Page 69: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

69

Bijlage 13: Uitkomsten observatieonderzoek woonzorgpark

Uit observaties kan worden opgemaakt wat voor gedrag de cliënten vertonen op het

woonzorgpark en op welke manier zij zich voortbewegen tussen de verschillende faciliteiten. Zo

kan er worden opgemerkt welke maatregelen effectief zullen zijn voor cliënten om de

zelfredzaamheid op het woonzorgpark te kunnen vergroten. Na een open observatie is een

observatielijst opgesteld met punten die tijdens deze eerste observatie opgevallen zijn. Op deze

manier kan een patroon ontdekt worden tijdens de volgende observaties. Deze punten zijn

verdeeld in vier categorieën om een koppeling te kunnen maken vanuit de literatuur.

Wayfinding en oriëntatie

Tijdens de observatiemomenten is naar voren gekomen dat cliënten de eigen woning goed

terug kunnen vinden en daarbij recht op hun doel aflopen. Naast dat ze in groepen lopen,

verplaatsen zij zich ook met speciale fietsen en karren. Zo kan de cliënt die mindervalide is zich

ook voortbewegen. Cliënten leven bijna hun hele leven op dit park, wat ervoor zorgt dat de

oriëntatie na herhaling steeds beter wordt. Cliënten reageren ergerlijk op auto’s die hen voorbij

passeren, omdat ze op deze manier niet rustig over de hele weg kunnen lopen. Dit wordt ook

duidelijk tijdens de observaties. Cliënten lopen over de weg en kunnen zich moeilijk oriënteren

wanneer auto’s naderen.

Zelfstandigheid

Cliënten kunnen zelfstandig over het woonzorgpark voortbewegen, mits de beperking het

toelaat. Dit laat de verschillende observaties ook zien. Op het moment van observeren komen

er meer zelfstandige cliënten voorbij dan onder begeleiding. Van de 45 cliënten die verspreid

over de observaties zich over het woonzorgpark voortbewegen lopen er 18 zelfstandig. Deze

cliënten hebben weinig last van de beperking, lichamelijk kunnen zij zich prima redden. Zoals

hierboven vernoemd is, lopen de overige cliënten in groepen of bewegen zij zich voort in karren

waar veel cliënten tegelijk in passen. Op deze manier is de kans op verdwalen klein en kunnen

grote groepen makkelijk verplaatst worden tussen de woning en de faciliteiten. Dit scheelt

moeite en tijd voor de begeleiders. Cliënten kunnen vertellen waar de verschillende faciliteiten

gevestigd zitten en welke weg ze dan ongeveer moeten volgen. Wat opvalt tijdens de

observaties is dat het overgrote deel van de zelfstandige cliënten oud zijn. Geschat wordt dat

deze cliënten zeker 40 jaar of ouder zijn.

Herkenningspunten

Bij de twee ingangen van het woonzorgpark zijn plattegrond borden te vinden en een

welkomstbord waarop staat vermeld dat het gaat om ’s Heeren Loo Ermelo. Naast deze borden

zijn er straatnaamborden met huisnummers geplaatst op ongeveer 2,5 meter hoogte. Deze

hoogte is te hoog voor cliënten en hier letten zij niet op. Verder zijn er weinig

Page 70: Wegwijs in eigen omgeving - Hanze · 2016. 6. 28. · 2016 22/03/2016 . 2 . 3 Onderzoeksrapport Wegwijs in eigen omgeving [Onderzoek naar mogelijkheden op het gebied van wayfinding

70

herkenningspunten op het woonzorgpark, wat ervoor zorgt dat cliënten hier geen gebruik van

kunnen maken. Enkele herkenningspunten zoals een kunstwerk of een kinderlijk verkeersbord

waarop staat vermeld dat de auto’s 15 km per uur mogen rijden worden opgemerkt en gebruikt

tijdens het wijzen van de weg. Cliënten die zelfstandig over het woonzorgpark kunnen

voortbewegen, vertonen geen apart gedrag waaruit gehaald kan worden waar zij op letten

tijdens het voortbewegen en welke herkenningspunten gebruikt worden om de bestemming te

bereiken.

Hulpmiddelen

Uit de observatie is naar voren gekomen dat er weinig hulpmiddelen op het woonzorgpark

aanwezig zijn om de bewegwijzering te verduidelijken en vergemakkelijken. Het woonzorgpark

heeft weinig tot geen bewegwijzering toegevoegd, waardoor de op elkaar lijkende wegen

gemakkelijk door elkaar gehaald kunnen worden. De onderzoeker ondervindt dit meerdere

keren tijdens de observaties. Hiermee stijgt de kans op verdwalen.