€¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt...

23
Dit is een tekst als leidraad voor de spreker, begeleider die de ISB-powerpoint met de 5 bouwstenen lokaal sportbeleid gebruikt. SLIDE 1 : INLEIDING 5 bouwstenen voor een sterk lokaal sportbeleid in een brochure gegoten door ISB. ISB is ledenvereniging en kenniscentrum voor iedereen in die lokaal in steden en gemeenten met sport bezig is. Brochure IN AANLOOP van de gemeenteraadsverkiezingen 2018: Voor toekomstige schepenen van sport, sport geïnteresseerde gemeenteraadsleden, … voor hun verkiezingsprogramma’s Voor adviesraden en diensten om ambitienota’s of memoranda te maken Stof tot nadenken voor de lokale sportambtenaar DOEL : Input voor het luik sport in de bestuursakkoorden die vlak na de verkiezingen gevormd worden. En te zorgen voor SPORTBELEIDSKRACHT Brochure ook voor NA de verkiezingen: Als leidraad voor de opmaak van het luik sport in het meerjarenplan Inhoud opgemaakt vanuit werkveld en inspelend op tendensen door de Raad van Bestuur en team van ISB. Afgetoetst op Algemene Vergadering van ISB in mei 2017 met een grotere groep leden. In de brochure en presentatie zal je 3 soorten inhoud vinden: - Dingen waarvan je het al vaak hoorde en vindt dat het evident is. Dit om ‘anderen’ die dit nog niet vinden er nog eens op te wijzen voor een sterk lokaal sportbeleid. - Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als ISB vanuit helicopter-perspectief wel zien gebeuren in de toekomst en we als belangrijke tendensen en ontwikkelingen voor een sterk lokaal sportbeleid naar voor willen schuiven. - Concrete ideeën, suggesties, … als mogelijke beleidsopties in je gemeente of stad. Te bekijken of het bij jou kan … Te overwegen … Rekeninghoudend met tendensen op diverse vlakken: MAATSCHAPPELIJK (vrijwilligers, diversiteit, …) BESTUURLIJK (gemeentelijke organisatie, verzakelijking, …) 1 Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Transcript of €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt...

Page 1: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

Dit is een tekst als leidraad voor de spreker, begeleider die de ISB-powerpoint met de 5 bouwstenen lokaal sportbeleid gebruikt.

SLIDE 1 : INLEIDING

5 bouwstenen voor een sterk lokaal sportbeleid in een brochure gegoten door ISB. ISB is ledenvereniging en kenniscentrum voor iedereen in die lokaal in steden en gemeenten met sport bezig is.

Brochure IN AANLOOP van de gemeenteraadsverkiezingen 2018: Voor toekomstige schepenen van sport, sport geïnteresseerde

gemeenteraadsleden, … voor hun verkiezingsprogramma’s Voor adviesraden en diensten om ambitienota’s of memoranda te maken Stof tot nadenken voor de lokale sportambtenaar

DOEL: Input voor het luik sport in de bestuursakkoorden die vlak na de verkiezingen gevormd worden. En te zorgen voor SPORTBELEIDSKRACHT

Brochure ook voor NA de verkiezingen: Als leidraad voor de opmaak van het luik sport in het meerjarenplan

Inhoud opgemaakt vanuit werkveld en inspelend op tendensen door de Raad van Bestuur en team van ISB. Afgetoetst op Algemene Vergadering van ISB in mei 2017 met een grotere groep leden.

In de brochure en presentatie zal je 3 soorten inhoud vinden:- Dingen waarvan je het al vaak hoorde en vindt dat het evident is. Dit om ‘anderen’ die dit

nog niet vinden er nog eens op te wijzen voor een sterk lokaal sportbeleid.- Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar

zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als ISB vanuit helicopter-perspectief wel zien gebeuren in de toekomst en we als belangrijke tendensen en ontwikkelingen voor een sterk lokaal sportbeleid naar voor willen schuiven.

- Concrete ideeën, suggesties, … als mogelijke beleidsopties in je gemeente of stad. Te bekijken of het bij jou kan … Te overwegen …

Rekeninghoudend met tendensen op diverse vlakken: MAATSCHAPPELIJK (vrijwilligers, diversiteit, …) BESTUURLIJK (gemeentelijke organisatie, verzakelijking, …) en SPORTIEF

Zet je GEMEENTE in beweging. Het doel van de inhoud van de brochure is om er voor te zorgen om met sportbeleid je hele GEMEENTE (de gemeente als lokale leefomgeving, als gemeenschap, als bestuur, in alle beleidsdomeinen, …) in beweging te zetten …

1Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 2: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

SLIDE 2 : VOORAF

Met een sterk sportbeleid wordt de gemeente niet alleen sportiever, maar wordt ook de lokale leefomgeving levendiger, hechter, aangenamer, gezonder, ….

Sportbeleid wordt sterker,maar een sterk sportbeleid is ook interessant voor andere beleidsdomeinen (ruimte, wonen, jeugd, sociaal beleid, gezondheid,…)

De inhoud van de brochure en presentatie wil sportbeleidskracht uitstralen om1. Sportbeleid sterk en sterker te maken voor de sport2. Sport en sportbeleid als interessante en sterke partner voor te stellen aan andere

beleidsdomeinen (ruimte, welzijn, …)

2 belangrijke uitgangspunten voor wat volgt:1. We gaan in de bouwstenen steeds uit van een BREED sportbegrip (competitie,

recreatie, spel, prestatiesport, …)(noot: prestatiesport is bv. 20km of 10 miles … waar mensen ‘individueel’ willen presteren (los van competitie en winnen van een ander)

2. Sport als DOEL en sport als MIDDEL zijn beiden even waardevol:- Dus sport als middel is ook sportbeleid. (uiteraard in samenwerking met

‘andere’ beleid vanuit de idee “1+1 = 3”, met gedeelde doelstellingen met andere beleidsdomeinen, met ev. ook co-financiering, …)

- Dus sport als doel is steeds belangrijk en waardevol op zich

2Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 3: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

SLIDE 3 : DE 5 BOUWSTENEN

Hierna volgen 5 bouwstenen ….1. Sportinfrastructuur en sportieve ruimte2. Brede Sportclubondersteuning3. Nabije en dichtbije sportstimulering4. Co-Creatie en Burgerparticipatie5. Sportbeleidskracht en sportdeskundigheid

3Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 4: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

SLIDE 4: SPORTINFRASTRUCTUUR en SPORTIEVE RUIMTE

In de oranje kadertjes vind je steeds de tendensen die spelen …

Sportinfrastructuur én sportieve RUIMTE

Dus niet alleen ‘klassieke sportinfrastructuur’ (sporthal, voetbalveld, …), maar ook ruimte om te sporten en bewegen: publieke ruimte (pleintjes, straten, …), kleine buurtgerichte polyvalente lokalen, oude loodsen, …(‘Sport’ en ‘Sportieve’ wordt bekeken vanuit een breed sportbegrip, dus ook beweegvriendelijke, speel-, … ruimte)

A. Basis van sportbeleid is BASISSPORTINFRASTRUCTUUR: overdekte omnisportruimte, basis openluchtinfrastructuur, basis sportieve (publieke) ruimte …. op maat van de gemeente, is kerntaak van lokaal bestuur zelf. Basisinfrastructuur voor sportclubs én de andersgeorganiseerde sporter is basisvoorwaarde voor een sterk sportbeleid.

Renovatie van de infrastructuur van de jaren ‘60 en ‘70 is nog steeds aan de gang en noodzakelijk.2 accenten moeten hier zeker meegenomen worden of gelegd worden:

- Focus op duurzaamheid (energiezuinig, bijdragen aan klimaatneutrale ambities, …)

- Inzetten van slimme technologie (naar toegang, beheer, apps voor sportpromotie, bijhouden van data, …)

B. SPORTSPECIFIEKE INFRASTRUCTUURSPORTSPECIFIEKE infrastructuur (specifiek en uitgebouwd voor bepaalde sporten (vechtsporten, gymnastiek, atletiek, voetbal, … en afhankelijk van lokale situatie) …)

Sportspecifieke infrastructuur moet overwogen worden als beleidsoptie van het lokaal bestuur (op maat van lokale draagkracht en bestuurskracht – en behoeften)

4Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 5: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

Doel is om sterke clubs kwaliteitsvol te laten groeien en om (top-)talent te laten ontwikkelen.

(noot: topsport kan een lokale beleidsoptie zijn op maat van lokale ambities (grotere besturen, specifieke lokale situaties, …)

2 belangrijke en essentiële voorwaarden kunnen lokaal gesteld worden bij de realisatie van sportspecifieke infrastructuur:

1. Participatie van sportclubs: omwille van expertise in de sport, zorgen voor betrokkenheid, met oog lange termijn beleid, verantwoordelijkheidszin, …

2. Samenwerking (of verdergaand (fusies) afhankelijk van de situatie) tussen clubs (van de zelfde of andere sport(en)): bv: voetbalclubs, zaalsportclubs, vechtsportclubs, turnclubs, gebruikers van een sportcentrum/sportsite, …

SPORTSPECIFIEKE of ANDERE SPORTINFRASTRUCTUUR MET BOVENLOKAAL en REGIONAAL KARAKTER (incl. zwembaden voor de meeste gemeenten) vraagt:

- Intergemeentelijke of regionale samenwerkingen/of- Samenwerking met ‘bovenlokale actoren’ (grote scholen, federaties, …)

Specifiek voor zwemmen:- Mogelijk maken dat kinderen uit de gemeenten leren veilig zwemmen (zwemmen

als belangrijke basisvaardigheid) en dit ondersteunen is een basisopdracht voor alle gemeenten.

- Als men een eigen zwembad heeft, maar ook voor gemeenten die geen eigen zwembad op het grondgebied hebben. Actieve samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid voor minstens het luik leren veilig zwemmen / schoolzwemmen is dus aangewezen voor zweminfrastructuur.

We kijken ook naar tendensen met impact op sportinfrastructuur en sportieve ruimte.

Het is belangrijk om mee te denken in ruimtelijk beleid en mee de taal te spreken van dit beleidsdomein. Ten goede van een sterk sportbeleid én om met sport bij te dragen aan een sterk ruimtelijk beleid lokaal.

5Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 6: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

Een breed sportbegrip is belangrijk bij de dialoog met ruimtelijk beleid. Sportinfrastructuur is niet enkel een voetbalveld met een hoge omheining, een ‘blokkendoos’ sporthal of infrastructuur voor een sportclub, maar zijn ook groene ruimte, lokalen waar ontmoeting gebeurt, publieke ruimte waar men beweegt, sportruimte nodig voor buurtsport, andersgeorganiseerde sport of lichte sportgroeperingen, …

Er zijn 5 tendensen, of eerder principes, die belangrijk zijn in voor een toekomstig ruimtelijk beleid. Vanuit sport hierin meedenken is belangrijk:

1. Gedeeld gebruik door verschillende beleidsdomeinen- Gedeeld gebruik van publieke infrastructuur (efficiënte, versterken van

doelstellingen, …). Gedeeld gebruik vanuit verschillende domeinen zorgt voor meer draagvlak (en voldoende/meer middelen …) voor nieuwe initiatieven

- Openstellen van (bestaande en nieuwe) schoolsportinfrastructuur als ‘schoolvoorbeeld’

- Gedeeld gebruik van cafetaria, van parking, …- Gedeeld gebruik van sportkantines voor de sportclub, maar ook voor de

wijkwerking, huiswerkbegeleiding voor scholen/naschoolse opvang, …- Gedeeld gebruik van parken – groene ruimte (medegebruik natuur en

recreatie onder afspraken)- Meer publiek maken van sportcentra/openluchtsportterreinen. Beschikbaar

stellen van trapveld voor de buurt op voetbalcomplex, toegankelijk maken van sporthal voor joggers, mountainbikers, …

2. Waarderen van de open ruimte- Vlaanderen raakt volgebouwd. Open ruimte moet gewaardeerd worden.

Sport (fietsen, wandelen, …) en recreatie zijn gebaat bij open ruimte.3. Clusteren

- Bv: vrijetijdscomplex, zwembad naast bib, jeugd- en sportlokalen, …- In functie van efficiënte (gedeelde parking, gezamenlijk energiebeheer, …)

en in functie van versterken doelstellingen (aanspreken nieuw publiek voor sportpromotie, bijdragen aan gedeelde doelstellingen (leefbare buurten, …)

4. Herbestemming - Lege fabriekspanden, hallen, kerken, … Denk mee in ruimtelijk beleid,

breng de behoeften van sport vanuit een breed sportbegrip in kaart, … Zorg als sport om (voor) de eerste fase en gesprekken mee aan tafel te zitten.

- Durf ook ‘verworven rechten’ of ‘jarenlange gewoontes’ te herbekijken. Onderhoudsgymnastiek in de grote omnisporthal om 19u en Basketbal in een klein schoolsportzaaltje of Basketbal in de grote omnisporthal en onderhoudsgymnastiek in een mooi polyvalent wijk- of dorpshuis

5. Tijdelijke invulling- Sommige terreinen liggen enkele jaren braak vooraleer bouwwerken

starten, vergunningen in orde zijn, beslissingen genomen worden , …- Tijdelijke invulling biedt kansen met een kleine investering voor

evenementen (zomerperiodes, …) of specifieke infrastructuur (bv. beachvolleybal, BMX-parcours, mobiele infrastructuur, …)

- Zorg als sport om (voor) de eerste fase en gesprekken mee aan tafel te zitten.

- Speel de niet sport-troeven uit. Sport brengt mensen samen, sport zorgt voor dynamiek op de sites, …

Bovenstaande principes leiden onder andere tot aandacht voor kleinschalige buurtgerichte voorzieningen. Met een vaak relatief kleine investering kunnen mensen gestimuleerd worden tot lichte vormen van sportbeoefening, bewegen, …: looproutes, kleine zaaltjes, omnisportveldjes, …

En … een beweegvriendelijke (fietsen, wandelen, sportende en bewegen kinderen, jongeren en volwassen) publieke ruimte versterkt het sociaal weefsel van wijken en deelgemeenten.

6Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 7: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

Naast de ruimtelijke principes is er ook de duidelijke trend naar VERZAKELIJKING.

Er is steeds meer – evident en goed – aandacht voor efficiëntie en inzicht in de kosten.

Dit zorgt er voor dat er goed zal moeten worden nagedacht over de passende exploitatievorm van sportinfrastructuur passend in het lokaal beleid. (ISB beschikt over een afwegingskader hiervoor.). Al dan niet volgende vormen toepassen zal minstens overwogen moeten worden ifv verzakelijking en kerntaken-oefening:

- Interne of externe verzelfstandiging- Meer of mindere mate samenwerking met de private sector (uitbesteden)

2 uitgangspunten zijn echter steeds belangrijk:- Het maximaal aanzetten tot sporten en bewegen is het basisdoel

(bv. uren sluiten ifv besparing moet afgezet worden tegen de doelstelling om zoveel mogelijk mensen te laten sporten)

- De beleidsregie van de sportinfrastructuur steeds in handen houden van het lokaal bestuur (ook bij samenwerking met privé of dienstverlenende intercommunales of sportclubs, ….): tariefbeleid (principes), beoogde doelgroepen, masterplanning, … kunnen niet ‘uitbesteed’ worden. Voor bv. PPS: ‘de eerste P van PPS is ‘publiek’. Publiek-Private Samenwerking.

We kunnen dus spreken van sportinfrastructuur als MAATSCHAPPELIJK (ifv doelstellingen sportbeleid) VASTGOED (zakelijke exploitatie).

7Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 8: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

SLIDE 5 : BREDE SPORTCLUBONDERSTEUNING

Vooraf:Sportclubondersteuning gaat niet enkel over subsidiëring van sportclubs. Vandaar de 2-deling: subsidiereglementen en sportclubondersteuning

Er zijn bovendien verschillende soorten sportclubs: kleine groepjes van 7 mensen die wekelijk zaalvoetballen tot een grote badmintonclub met leden van kleuters tot senioren en een brede sociale rol.

Basisondersteuning (ondersteuning – niet per definitie subsidiëring) en –erkenning van sportclubs is een evidente peiler in sportbeleid.

‘Sportclubs moeten sportclub kunnen zijn’. Dit wil zeggen dat er minstens ‘verenigingen’ moeten kunnen zijn waar mensen vanuit vrijwilligersinitiatief mensen samen kunnen laten sporten. ‘Sportclubs moeten sportclub kunnen zijn’ moet:

- Mogelijk gemaakt worden door een lokaal sportbeleid (infrastructuur, ruimte, basisondersteuning, …. Voorzien.

- Mag niet geremd worden (door verplicht extra’s te vragen of het bv. administratief moeilijk te maken …

Gedachte hierbij: moet een zaalvoetbalclubje de zelfde ondersteuning krijgen dan een grote turnclub ? maakt eenzelfde soort ondersteuning het ‘verschil’ voor lokaal sportbeleid bij een zaalvoetbalclubje of een grote turnclub ?

2 vormen van brede sportclubondersteuning

8Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 9: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

1. SUBSIDIEREGLEMENTEN Naar vorm en doel ….

- Subsidiereglementen zijn beleidsinstrumenten en moeten gericht ingezet worden om een bepaald beleid te realiseren als lokaal bestuur … :

- Waarderen de huidige reglementen wat er was … (steeds meer voor zij die al veel doen …)

- Stimuleren de reglementen om uitdagingen echt aan te pakken …- Maken de reglementen nog effectief VERSCHIL of moeten andere

instrumenten worden ingezet of de reglementen voor andere doelstellingen gebruikt worden.

- Lokale overheden verwijten ‘hogere’ overheden’ vaak administratieve last, hou zeker ook de spiegel voor ivm reglementen naar lokale verenigingen en zorg voor administratieve eenvoud.

Naar inhoud …- De voorbije jaren is er (terecht) heel veel ingezet op sporttechnische

kwaliteit. In het Decreet Sport voor Allen en Lokaal Sportbeleid waren hier verplichtingen (beleidsprioriteit 1, impulssubsidies, …). De laatste jaren hebben ook sportfederaties hier reglementen naar clubs. Maakt, en waar wel en waar niet, maakt het reglement met ‘punten’ of terugbetalen van opleidingen het verschil (nog) op vlak van diploma’s van trainers …

- Aandacht voor het pedagogische zal aan belang wint (is nu al duidelijk aanwezig in het maatschappelijk debat): omgaan met ouders, omgaan met pesten, pedagogische vaardigheden van trainers, …. In een breed lokaal beleid (kindvriendelijk, levenslang leren, samenleven, …) zal aandacht voor het pedagogische aspect een waardevolle beleidsoptie zijn lokaal.

- Een breed aanbod is de uitdaging:- Jong en oud. ‘de jeugd is de toekomst’ of ‘de jeugd is de basis’.

Ja, maar waar maken we het verschil met subsidies... Wat met de focus op ‘niet-participanten’ (volwassenen, tieners, senioren, …) aanzetten tot sporten en bewegen ….

- Competitie, prestatie én evenwaardig recreatie in lokaal sportbeleid.

2. SPORTCLUBONDERSTEUNING IN MAATSCHAPPELIJKE UITDAGINGEN

Gaan alle sportclubs meer effectief meer minder kansrijke kinderen als lid hebben in de toekomst als ze 3 punten krijgen voor het hebben van een kansengroepaanspreekpersoon of kan je meer verschil maken door een expert aan te bieden aan enkele clubs, die een begeleidingstraject met hen in de club opzet.

Gaan meer sportclubs naschoolse sport aanbieden met scholen als ze 2 extra punten krijgen per lessenreeks of kan je als sportpromoter het verschil maken door samen met de club de gesprekken te gaan voeren (en tijd te investeren) met de directie en de leerkracht LO van de school.

Het een sluit het ander natuurlijk niet uit …

Sportclubs worden geconfronteerd met diverse maatschappelijke uitdagingen en veranderingen in de maatschappij: veranderend vrijwilligersprofiel, diversiteit en kansarmoede, druk op naschoolse opvang, …

Begeleiding, coaching en faciliteren van de werking van sportclubs zijn hier zinvolle ‘beleidsinstrumenten’ om in te zetten vanuit een sterk lokaal sportbeleid.

9Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 10: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

Dit kan door professionele deeltijds of voltijdse sportclubondersteuners aan te stellen, of gedeeltelijk tijd vrij te maken of te heroriënteren bij bestaande functie, of door experten van andere diensten vanuit hun functie ook in te zetten op vlak van sport …

Gemeenten zijn ook goed geplaatst om sportclub te helpen met maatschappelijke uitdagingen die vaak lokaal/regionaal specifiek zijn en de gemeente er heel dichtbij staat. (ondersteuning die bv. vanuit een sportfederatie veel minder relevant is).

Voorbeelden:- Vanuit of samen met OCMW-Consulenten, het Sociaal Huis, … sportclubs

begeleiden, coachen, opleiden, … omtrent omgaan met kansengroepen- Vanuit of samen met de dienst integratie of wijkontwikkeling sportclubs

begeleiden, coachen, opleiden, … omtrent omgaan met diversiteit- Clubbesturen coachen (ev. met experten) op vlak van het beleidsvoerend

vermogen: ‘Zorgen dat clubs weten wat ze willen en daar duurzaam naar handelen rekening houdend met de maatschappelijke uitdagingen’

- Faciliteren van samenwerkingen tussen clubs (van dezelfde sporttak of verschillende sporttakken)

- Faciliteren van samenwerkingsverbanden met scholen, sociale instanties, G-Sportwerking, in tewerkstellingsprojecten, met jeugdzorginstellingen, …

- …

Bovenstaande voorbeelden illustreren de noodzaak van begeleiding in maatschappelijke uitdagingen om

1. … te zorgen dat ‘sportclubs nog sportclub’ kunnen zijn én 2. … de mogelijkheden om binnen een breed integraal lokaal beleid sport in de

clubs als doel in te zetten voor of ter versterking van andere beleidsdomeinen.

Dit 2de punt maakt ook dat sommige sterke en open (op de maatschappij gerichte) sportclubs ook echte partners kunnen zijn van het lokaal bestuur.

SPORTCLUBS ALS PARTNERS VOOR MAATSCHAPPELIJKE MEERWAARDE

Zoals gezegd zijn er verschillende soorten clubs: clubs die ‘gewoon’ sportclub willen zijn, maar ook clubs die een maatschappelijk open houding hebben met veel draagkracht …

Deze laatste clubs kunnen (en zijn ook vaak bereid) om waardevolle partners te zijn in een integraal lokaal beleid. Gemeenten kunnen deze verenigingen uitnodigen en vragen om partner te zijn in het aanpakken van lokale uitdagingen. Projectmatige, vaak sociale, sportclubondersteuning en/of -subsidiering zal hier een nuttig instrument zijn.

Deze clubs engageren zich om meer te doen dan ‘sportclub’ te zijn en worden hier voor dan ook extra ondersteund door de gemeente. In deze situatie gaat het om verschillende beleidsdoelstellingen uit verschillende beleidsdomeinen en met mogelijks verschillende financieringsstromen …

Bijvoorbeeld- Het bieden van naschoolse kinderopvang

- In het kader van de regierol van de gemeente op vlak van kinderopvang zal men meer en meer gaan kijken naar samenwerking tussen kinderopvang en vrijetijd. Via bv. ondersteuning in personeel, coördinatie, inschrijvingssystemen, infrastructuur, …

10Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 11: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

- Inzetten op wijkontwikkeling- Een nieuwe kantine van een voetbalclub wordt ook gebruikt als wijkhuis,

als locatie voor huiswerkbegeleiding, … Conceptontwikkeling en financiering kan gebeuren door de dienst sport, de dienst wijkontwikkeling en de club, …

- Bij het diversiteitsbeleid in de gemeente- Diversiteitscoaches van de stad kunnen in sportclubs actief zijn,

integratieambtenaren kunnen clubs tijdelijk coachen en extra middelen geven om bij te dragen aan het integratiebeleid, ….

11Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 12: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

SLIDE 6 : NABIJE EN DICHTBIJE SPORTSTIMULERING

Iedereen aan het sporten en bewegen krijgen en dat een leven lang is de algemene uitdaging.

De focus voor lokale besturen moet liggen op het activeren van niet-participanten(in afweging, vanuit sportstimulering/sportpromotie bekeken, met het meer laten sporten van zij die toch al sporten of het ook zonder actieve tussenkomst van sportstimuleringsbeleid zouden doen …).

We kiezen voor de term sportstimulering omdat het nog actieverender is dan sportpromotie.

De nuance zit o.a. in de aandacht om mensen te laten blijven sporten (voor zij voor wie er geen andere mogelijkheden zijn), extra sportieve doelstellingen te bereiken met zij dit al sporten of zelfs vanuit verzakelijking zorgen voor inkomsten, …

De kracht van lokaal moet uitgespeeld worden in sportstimulering.

Nabij: zorgen voor aanbod aansluitend bij de leefwereld (sociaal, psychologisch, …), laagdrempelig, …

Dichtbij: fysiek dichtbij. In de buurt, decentraal, ev. kleinschalig, …

We stellen 2 sporen voor in sportstimulering: Naar minderkansrijke groepen Naar de veeleisende – mondige – burger

1. MINDERKANSRIJKE DOELGROEPEN

12Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 13: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

Om minderkansrijke doelgroepen (mensen in armoede, mensen met een migratie-achtergrond, maatschappelijk kwetsbare jongeren, vereenzaamde senioren, kinderen in kwetsbare gezinnen, ….) te bereiken is een VINDPLAATS- EN VRAAGGERICHTE AANPAK nodig:

- Vindplaatsgericht: - Waar is de doelgroep ? Daar doen we een aanbod.- Bv: zijn de kleuters van kwetsbare gezinnen in de stedelijke

kinderopvang in de wijk, dan gaan we daar sport aanbieden.- Bv: zijn de senioren wekelijks in het wijkhuis of

dienstencentrum ? Dan proberen we ze daar te bereiken.- Vraaggericht:

- Afgestemd op de behoeften, noden, mogelijkheden van de doelgroep, …

- Is dagelijks bewegen ifv de gezondheid meer gewenst en haalbaar dan een ‘echte’ sportwork-out sessie ….

Samenwerking met het OCMW en Sociaal Beleid van de gemeente is een must. In eerst plaatst omwille van de expertise en omwille van het inpassen in een algemeen lokaal participatiebeleid. Met de fusie van het OCWM en de gemeente vanaf 2019 zal deze samenwerking nog concreter worden.

Buurtsport is een nuttige werkwijze om in te zetten naar minder kansrijke doelgroepen.

Vanuit een breed sportbegrip en wijkgericht kan je met buurtsport minder kansrijke doelgroepen bereiken én extra maatschappelijke uitdagingen aanpakken (leefbaarheid van wijken verbeteren, jongeren empoweren door sport, …). Buurtsport is (moet dus …. zijn) dus per definitie meer dan een sportaanbod in de buurt.

Buurtsport bevat per definitie transversale samenwerkingen en een gedeelde verantwoordelijkheid tussen beleidsdomeinen. Buurtsport zet ook in op ‘deelmaatschap’, het effectief ‘deel uit maken van’ (meer dan gewoon ‘lidmaatschap’, het betrokken zijn, … Buurtsport vraagt ook effectieve inzet op pedagogische en sociale begeleiding en een open houding naar maatschappelijke ontwikkelingen.

- Bv. een opleidingstraject voor kwetsbare jongeren uit de buurt tot pleintjesbegeleider

- Bv. een wekelijks aanbod op een buurtplein voor kinderen in een sociale woonwijk met afspraken met sociaal werkers die regelmatig aanwezig zijn en de brug proberen maken naar ouders

- Bv. een sociale jeugdorganisatie die jongeren met een migratie-achtergrond bereikt met vechtsporten en wil inzetten op integratie

- …

2. VEELEISENDE BURGERDe sportsector is de laatste jaren gegroeid. Steeds meer mensen sporten (kijk naar de vele loopevents, de aandacht voor gezondheid, ….). De kwaliteitseisen die mensen verwachten stijgen ook steeds.

13Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 14: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

A. Hiermee groeide ook de sportmarkt van private sportaanbieders (van sportkamporganisatoren tot bootcamp-aanbieders of fitnessketens, maar bedrijven die inzetten op bedrijfssport)In een sterk lokaal sportbeleid biedt een weloverwogen samenwerking – toeleiding naar privaat initiatief veel mogelijkheden om mensen/kinderen die al sporten, die de weg vinden en geen drempels ervaren en willen blijven sporten te laten sporten. Dit complementair met een beleid naar minder kansrijke burgers.

B. Ook de mogelijkheden van online technologie moeten benut worden: sociale media in sportpromotie, apps, toepassing om de individuele sporter meer te kunnen bedienen (bv. bij reservatie van sportinfrastructuur, …) of in het creëren van sportieve publieke ruimte (automatische verlichting van looppaden, …)

SPORT ALS MIDDEL MET MAATSCHAPPELIJKE MEERWAARDE

Lokaal beleid staat het dichts bij de burger én is burgergericht. Dit is de mogelijke kracht van lokaal (beleid).

Sport is hierbij een waardevol middel binnen een integraal lokaal meerjarenplan. Niet in het minst kan en moet sport zijn maatschappelijke meerwaarde tonen in:

- VrijetijdsbeleidÉn- Gezondheidsbeleid

Sport is zeker een onderdeel van een sterk vrijetijdsbeleid, maar sport is even belangrijk een onderdeel van een gezondheids- en welzijnsbeleid.

Sport als doel en sport als middel kunnen complementair zijn. En een sterk lokaal sportbeleid is sportbeleidskrachtig om mensen te laten sporten en bewegen én biedt sportbeleidskracht om sport als middel in te zetten met andere beleidsdomeinen en voor algemene beleidsuitdagingen van de gemeente en stad, zoals …

- Partner zijn in kinderopvang- (Gedeelde) open sportinfrastructuur als ontmoetingsplaats in wijken en

deelgemeenten om het sociaal weefsel te versterken. Het sportcentrum, een schoolsportzaal in een brede school, een buurtsportpleintje, …

- Via buurtsport jongeren empoweren- Via een beweegaanbod ouderen mobiel en sociaal actief houden.

Sport en bewegen is ook een beleving. Het kan inwoners en bezoekers (toeristen) raken. Zodoende biedt sport en bewegen kansen voor het lokaal en regionaal recreatiebeleid, toerismebeleid en citymarketing (events, uithangborden van de gemeente, …). Belangrijk is dat wanneer deze doelstellingen worden beoogd dit samen hangt met een gericht beleid.

In deze situaties gaat het uiteraard om verschillende beleidsdoelstellingen uit verschillende beleidsdomeinen en met mogelijks verschillende financieringsstromen …

14Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 15: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

SLIDE 7 : CO-CREATIE en BURGERPARTICIPATIE

Volgende tendensen, maatschappelijke uitdagingen leven : nood aan draagvlak voor beleid, aandacht voor transparantie, inzetten op / vraag naar participatie van burgers, aandacht voor verbinding in tijdens van ‘polarisering’ ….

We kunnen – kort door de bocht - 3 vaststellingen doen momenteel in lokaal sportbeleid:

De traditionele sportraden werken niet meer. Veel diensten, schepenen, maar ook actoren uit het lokale sportveld zijn niet tevreden over de huidige werking van ‘sportraden’.

Burgers, actieve buurtwerkingen, groepjes mensen (al dan niet gegroepeerd in een vereniging) nemen zelf initiatief (en wachten niet op gemeentebesturen)

Sportclubs dreigen meer en meer mondige/veeleisende/vragende ‘klant’ te worden van de gemeente of stad, dan partner.

Omwille van de net genoemde tendensen en de 3 vaststellingen schuiven we het inzetten op eigentijdse PARTICIPATIE naar voren als effectieve bouwsteen en als doel op zich in lokaal sportbeleid.

15Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 16: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

Dit inzetten op PARTICIPATIE dient te gebeuren via 3 sporen (die elk een antwoord bieden op 1 van de 3 eerdere vaststellingen):

ECHTE OPEN INSPRAAKSTRUCTUREN EN –VORMEN om in te zetten op transparantie en gedragenheid. Niet alleen met sportclubs, maar ook met inwoners en met allerlei betrokken instanties in functie van sport als doel en middel. Dit vraagt een andere aanpak van adviesraden (waar geen sportspecifieke decretale verplichtingen meer gelden): die flexibelere is, meer breed gedragen is, helder houdt wat beoogd wordt (adviesverlening, co-creatie, informeren, …), die alle actoren gericht betrekt, die zorgt voor sportbeleidskracht, die bruggen bouwt naar andere beleidsdomeinen, …

o Ontdek zeker de tool Ik kies voor advies van ISB … FACILITERENDE ROL VAN DE GEMEENTE: een faciliterende rol om burgerinitiatief of

initiatief van sportclubs/verenigingen te op te merken, te stimuleren en gericht te benutten in lokaal beleid. Denk maar aan kleine loopgroepjes, het voorzien van wijkinfrastructuur- of voorzieningen, projecten van clubs, …

ECHTE PARTNERSHIPS aangaan:o Met open en sterke sportclubs, met sociale (sport-)actoren of met

werkgroepen/projectgroepen binnen inspraakorganen/adviesradeno Om optimaal hun expertise te benutten en in te zetten en om echt betrokken

draagvlak te krijgen.o Voor bv. diverse projecten: nieuw sportinfrastructuur voor enkele clubs (van

dezelfde sport of op een zelfde site), rond wijkontwikkeling of diversiteit met een sportclub of sociaal-sportieve praktijk, rond naschoolse opvang, rond het openstellen van een sportkantine als wijk- of dorpshuis.

o Via projectsubsidies, via projectondersteuning, via andere vormen van sportclubondersteuning (zie eerder)

Door co-creatie van het lokaal bestuur met burgers en verenigingen en door participatie van verenigingen en burgers wordt ingezet op de verbindende rol van lokaal (sport-)beleid.

16Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 17: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

SLIDE 8 : SPORTBELEIDSKRACHT EN SPORTDESKUNDIGHEID

3 ontwikkelingen zijn een feit en realiteit:- De snelle evolutie naar 1 integraal meerjarenplan voor de gemeente (na in

2008 een eerste keer een sportbeleidsplan voor sport).- De inkanteling van de Vlaamse sectorale middelen voor sport in het

gemeentefonds met oog op autonomie voor de gemeente en administratieve vereenvoudiging.

- De fusie van het OCMW en de gemeente vanaf 2019.

Lokale autonomie is meer dan ooit een sterke troef die benut moet worden (ook in sportbeleid). Integraal is het nieuwe normaal, waarbij expertise en middelen van verschillende diensten en beleidsdomeinen optimaal benut moeten worden. Niet alleen efficiënt (0,5 + 0,5 = 1), maar vooral optimaal in betere dienstverlening voor de burger en het echt aanpakken van lokale uitdagingen via een netwerksamenwerking (1+1 = 3).

2 zaken zijn echter cruciaal in deze tijden voor een sterk lokaal sportbeleid:

17Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 18: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

1. SPORTBELEIDSKRACHT

Er is sportbeleidskracht nodig. Dit is beleidskracht om sportbeleid te voeren/voor te bereiden. Dit in een lokaal bestuur binnen een integraal en transversaal lokaal beleid met oog op sport als doel en sport als middel. (en naast sportdeskundigheid in uitvoering)

Dit kan door …- Te zorgen dat sportbeleid een zichtbare beleidslijn is in het bestuursakkoord en

integrale meerjarenplan van de gemeente. Er moet een zichtbare sport ‘rode draad’ in het beleidsplan lopen of op diverse plaatsen in het beleidsplan moeten samenhangende labels ‘plakken’ op doelstellingen, acties, … passend binnen een sterk lokaal sportbeleid. Het gaat over een zichtbare beleidslijn sport en niet per se over de must voor X acties specifiek voor sport, een prioritaire doelstelling over sport, sport als apart beleidsdomein, …. Een sterk lokaal sportbeleid en zichtbare beleidslijn sport kan/moet dwars doorheen vrijetijds- en welzijnsdoelstellingen lopen en gedeelde transversale acties (naschoolse opvang en sport, leefbare buurten met sportruimten, …) staan naast specifieke sportacties (sportinitiaties, subsidies voor sportclubs, …) binnen een integraal plan.

- Een specifieke schepenbevoegdheid sport te behouden. Een schepen die (naast andere beleidsdomeinen uiteraard) specifiek de bevoegdheid sportbeleid heeft. Sportbeleid dat op zich staat, maar intrinsiek verbindingen maakt met divers ander beleid, zoals vrijetijd, maar ook gezondheidsbeleid, welzijn, ruimte, …

- Zorgen voor specifieke expertise in sportbeleid op niveau van het MAT of diensthoofdenoverleg. De concrete invulling naar voorwaarden, combinatie van taken en diploma’s is een lokale autonomie, maar cruciaal voor een sterk lokaal sportbeleid voor zowel sport als doel als sport als middel is sportbeleidsexpertise op het hoogste ambtelijke niveau om op beleidsvoorbereidend niveau de eigenheid van sport te bewaken, maar bovenal de sportbeleidskracht van sport ook in samenwerking met andere beleidsdomeinen en binnen een integraal lokaal beleid volwaardig te benutten.

Dit alles zorg voor sportbeleidskracht en budgetten op vlak van een sportstimuleringsbeleid, sportinfrastructuurbeleid (via bijvoorbeeld een masterplan) en een sportclubondersteuningsbeleid.

2. SPORTDESKUNDIGHEID

Naast sportbeleidskracht is er ook sportdeskundigheid nodig in infrastructuurbeheer en bij sportpromotie/stimulering.

De basisopdracht is namelijk iedereen aan het sporten en bewegen te krijgen.

Er is sportdeskundigheid nodig, steeds en/of ook in geval van :- Een rol als actor in een gemeentelijke dienst sport- In samenwerkingen met andere diensten (bv. dienst infrastructuurbeheer,

vakantiewerking, …)- Bij verzelfstandiging (in bijv. een AGB of exploitatie door een dienstverlenende

intercommunale met het oog op verzakelijking)- Bij samenwerking met de private sector (bv. met het oog op kwaliteitsbewaking bij

uitbesteden van sportkampen of opvolging van sportbeleidsdoelstelling in PPS infrastructuur.

18Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw

Page 19: €¦ · Web view2017/11/21  · Dingen die je niet zo evident vindt of dingen waarvan je zegt ‘dat is mooi in theorie, maar zie ik hier niet gebeuren’. Maar dingen die we als

SLIDE 9: SAMENGEVAT DE 5 BOUWSTENEN VOOR EEN STERK LOKAAL SPORTBELEID

De brochure ‘Zet je Gemeente in Beweging’ met de 5 bouwstenen voor een sterk lokaal sportbeleid werd gerealiseerd door ISB vzw en het Expertisecentrum Buurtsport. Met de steun van Sport Vlaanderen.

Meer info : www.isbvzw.be

19Versie 21.11.17 l David Nassen l © ISB vzw