VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

24
we link economic thinking Alumni van het jaar → InSites Consulting [ 4–7 ] Event in de kijker Alumnidag – 15 maart 2014 From academics to global entrepreneurs. The story behind the InSites Consulting journey so far. ------- Maart – Juni 2014 ------ N° 1 ------------- VOSEKO magazine Talent herkennen is van cruciaal belang!

description

Meer info: zie http://voseko.be/

Transcript of VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

Page 1: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

Het magazine van de

vereniging oud stu-

denten economie

Universiteit Gent we

lin

k ec

onom

ic t

hin

kin

g

Alu

mn

i van

het

jaar

→ In

Site

s C

onsu

ltin

g [

4–7

]

Event in de kijker → Alumnidag – 15 maart 2014From academics to global entrepreneurs. The story behind the InSites Consulting journey so far.

---

----

Maa

rt –

Jun

i 201

4 --

----

1 --

----

----

---

VOSEKO magazine

Talent herkennen is van cruciaal belang!

Page 2: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

Ben jij als oud-student ook nog steeds fan van de UGent? Word dan snel lid van onze alumnivereniging.

Zo blijf je op de hoogte van wat er reilt en zeilt, kom je opnieuw in contact met je vroegere studiegenoten

en ontvang je een uitnodiging voor alle UGent alumni-activiteiten. Als betalend lid kan je bovendien

rekenen op een alumnikaart die je tal van voordelen biedt.

Lid worden is trouwens eenvoudig:je surft naar www.UGent.be/alumni en vult je gegevens in.Doen: dan zit die voordelenkaart binnenkort in je brievenbus.

AD_UGent_Fan_A4_DEF.indd 1 22/10/12 16:56

Page 3: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

INHOUDWOORD VOORAF 3Door Arne De Keyser

ALUMNI VAN HET JAAR 2014 4Kristof De Wulf en Niels Schillewaert

TERUGBLIK 8VOSEKO activiteiten

DE NIEUWE MASTER BPM 10Johan Christiaens, Joris Voets, Bram Verschuere

ONDERZOEK 12Evelien Opdecam – Dries Goossens

DUBBELINTERVIEW NIEUWE PROFFEN 14Dries Benoit en Stijn Goeminne

90 JAAR VEK 16Viering en dubbelinterview

DE FACULTEIT EN HAAR ONDERWIJS 18Patricia Everaert en Freddy Heylen

EERSTE VLAAMS JEUGDPARLEMENT 19Voorzitter en FEB-parlementariërs aan het woord

FEB Faits divers 22INSPIRATION DAYS 22Sociaal ondernemerschap en economiestudenten

TELEX & ACTIVITEITENKALENDER 23

PARTNERS

COLOFONViermaandelijks tijdschrift van VOSEKO vzw Nr. 1 van jaargang 2014

REDACTIERAAD Stijn Baert, Axel Baeyens, Brecht Boone, Myriam De Bruyne, Arne De Keyser, Pieter Dhertoge, Nathalie Gys, Jürgen Hanssens, Grégory Maes, Ine Paeleman, Thomas Stappaerts, Len Vandenheede, Yasmin Van Landschoot, Vincent Van Peteghem.

EINDREDACTIEMyriam De Bruyne

Met uitdrukkelijke dank aan Marc De Clercq, Katrien De Kegel. Lay-out -> Marc Popelier - www.cluster-graphics.bedrukwerk -> PubliprintingVerantwoordelijke uitgever -> VOSEKO vzw, [email protected] en www.voseko.be

Overname van artikels is mogelijk mits schriftelijke toestemming van

de redactie en bronvermelding. Dankzij uw steun is VOSEKO vzw de

bloeiende vereniging die ze nu is. Hartelijk dank namens alle alumni van

de Faculteit Economie en Bedrijfskunde! Wenst u VOSEKO vzw (verder) te

steunen? Zie dan www.voseko.be

foto cover -> Niels Schillewaert en Kristof De Wulf in New York

ww

w.v

osek

o.b

e

Stilstaan is achteruitgaan

Bij VOSEKO vliegen we er liever in! Het dagelijks bestuur stelt zich dan ook geregeld in vraag en bedenkt manieren om de vereniging vooruit te helpen. Dit alles met het oog om jullie -alumni, studenten en FEB-personeelsleden- blijvend kwaliteitsvolle events, lectures en workshops voor te schotelen.

Ook de nieuwe editie van het VOSEKO-magazine is hiervan een voorbeeld. Om de band met de faculteit te versterken, werd de redactieraad uitgebreid met FEB-studenten en is de eindredactie voortaan in handen van de communicatiedienst van de faculteit. Met een focus op alumni, onderzoek, onderwijs, studenten en algemeen faculteitsnieuws, ben ik er dan ook van overtuigd dat het magazine een grote inhoudelijke stap vooruit zet.

Uiteraard kunt u ook in 2014 rekenen op de organisatie van talloze activiteiten. Graag vraag ik uw aandacht voor ons eerstkomende event: de VOSEKO alumnidag. Op 15 maart worden Kristof De Wulf en Niels Schillewaert, beiden partners van InSites Consulting, uitgeroepen tot alumni van het jaar 2014. Die avond brengen zij een verhaal over ondernemerschap in een internationale, innovatieve context. De titel van hun presentatie luidt dan ook veelbelovend: “From academics to global entrepreneurs. The story behind the InSites Consulting journey so far”. In afwachting hiervan vindt u alvast een uitgebreid interview met Kristof en Niels in dit magazine.

Met daarnaast twee workshops, de tweede editie van de VOSEKO Alumni Cup, een lecture ‘business analytics’, de events ‘de toekomst van de Vlaamse industrie’ en ‘Private Equity & Venture Capital’, is de kalender voor het komende jaar al aardig gevuld. We hopen u dan ook te mogen verwelkomen op één van onze volgende activiteiten.

Arne De KeyserVoorzitter Dagelijks Bestuurdoctorandus vakgroep management, innovatie en ondernemerschap

Woord vooraf

Page 4: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

Het Belgisch marketing consultancy bureau InSites Consulting is op 17 jaar tijd uitgegroeid tot een internationale speler met een indruk-wekkende klantenportefeuille. Multinatio-nals als Apple, Campbell’s, Danone, Heineken, Ikea, Kinepolis, PepsiCo en Unilever deden een beroep op hun diensten. Twee FEB-alumni stonden mee aan de wieg van deze innova-tieve onderneming: Kristof De Wulf en Niels Schillewaert. Reden genoeg om beiden uit te roepen tot alumni van het jaar.

Niels en Kristof, proficiat met jullie ‘verkiezing’ tot alumni van het jaar 2014. Hoe voelt dit?Niels → Heel goed :-) ! Het is een hele eer om verkozen te worden tot alumnus van het jaar van de faculteit die ik nog steeds een warm hart toedraag. Het doet goed dat InSites Con-sulting erkenning krijgt en kan fungeren als voorbeeld voor peers.Kristof → Ik sluit me volledig aan bij Niels. Het is leuk om in de spotlight te komen en aandacht te krijgen voor de vooruitgang die InSites Con-sulting heeft geboekt. We hopen dan ook als voorbeeld te dienen voor de vele FEB-alumni die hun eigen bedrijf willen oprichten.

START EN EVOLUTIE

Hoe is het voor jullie gestart?Kristof → De vier oprichters –Tim Duhamel, Joeri Van den Bergh, Niels en ikzelf– werkten in de jaren ’90 allemaal bij de vakgroep marketing van de Vlerick Business School, die toen nog zeer nauw verbonden was met de faculteit. Een van onze taken bestond erin om –o.a. via studentenprojecten– bruggen te slaan tus-sen het wetenschappelijk onderzoek en de bedrijfswereld. Op een bepaald moment be-geleidde Tim een dergelijk project rond het meten van de marketingimpact van websites. Toen bleek dat de betrokken studenten er niet veel van bakten, moesten we het werk met ons vieren samen overdoen. Dat betekende zoveel als de officieuze start van InSites Consulting.

Als jullie terugblikken: In welk opzicht is jullie core business in de loop der jaren gewijzigd?Kristof → In de beginjaren was InSites een agency dat voornamelijk werkte rond online marktonderzoek. We zijn toen op de kar van het Internet gesprongen. We vroegen ons im-mers af hoe dit ‘nieuwe’ medium kon bijdragen aan marktonderzoek en managers nieuwe in-zichten kon bieden. Het Internet stond toen nog in zijn kinderschoenen en er heerste veel onzekerheid na de internetzeepbel. Toch kozen we ervoor om resoluut op online onderzoek te focussen en vanaf 2002, met de definitieve

doorbraak van het Internet, ging InSites Con-sulting met rasse schreden vooruit.Niels → Het concept ‘online’ bleef gedurende de 17 jaar die InSites nu bestaat, steeds in ons DNA zitten. We zijn hier nooit van afgeweken. Ook vandaag zijn nog steeds al onze activitei-ten gebaseerd op online onderzoek. Wij zijn nooit meegegaan in het traditionele denkpa-troon van veel onderzoeksbureaus. Bijgevolg zal je ons niet aantreffen in de supermarkt om daar op zoek te gaan naar klantinzichten.Kristof → Klopt volledig! Uiteraard heeft dit online onderzoek op bepaalde momenten onze kernactiviteiten in een andere richting gestuwd. Daar waar we in de beginjaren veel online enquêtes uitvoerden voor onze klanten, zijn we de laatste jaren als agency geëvolueerd naar een model van ‘consumer collaboration’, waarbij de samenwerking tussen consument en merk centraal staat en er sprake is van we-derzijds contact. Dit gaat veel verder dan en-quêteonderzoek. Technieken als (n)etnografie, online groepsdiscussies, social media listening en heuse online ‘research communities’ spelen een centrale rol in hetgeen wij vandaag doen.

bio Niels • Geboren in 1971 te Oostende• Studeerde Master TEW aan de Universiteit Gent • Behaalde een doctoraat in de marketing aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde• Sinds 1997 managing partner en oprichter van InSites Consulting• Tot 2012 Professor in Marketing aan de Vlerick Leuven Gent Management School

bio Kristof• Geboren in 1970 te Sint-Amandsberg• Studeerde Master TEW aan de Universiteit Antwerpen• Behaalde een doctoraat in de marketing aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde• Sinds 1997 managing partner en oprichter van InSites Consulting• Tot 2010 Professor in Marketing aan de Vlerick Leuven Gent Management School

InSites ConsultingSector • marktonderzoek & consultingOpgericht • in 1997Aantal medewerkers • > 130Aanwezig in • België, Nederland, VK, VS en RoemeniëOmzet InSites Consulting 2013 • 17,5 miljoen euro% omzet gerealiseerd in het buitenland • 52%

ALUMNI VAN HET JAAR Kristof De Wulf & Niels Schillewaert, CEO’s Insites Consulting

Oprichters insites cOnsulting (vlnr): KristOf De Wulf, tim Duhamel, niels schilleWaert en JOeri van Den Bergh

---

----

alu

mn

i --

----

----

----

----

----

-

VOSEKO magazine4

Page 5: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

In de beginjaren combineerden jullie InSites met een meer dan succesvolle carrière als Vle-rick professoren. Jullie publicatiepalmares is ronduit indrukwekkend. Wat heeft jullie over de streep gehaald om de definitieve overstap te maken?Kristof → Niels en ikzelf zijn inderdaad lang blij-ven ‘plakken’ in de academische wereld. Dat on-derscheidt ons van Tim en Joeri, die veel sneller de volledige stap hebben gezet naar de private context. Wij hebben ervoor geopteerd om ons doctoraat af te werken en eerst een carrière uit te bouwen binnen de Vlerick School. Met de groei van InSites Consulting is die academische focus gradueel verminderd. Op een gegeven moment werd ik partner van Vlerick. Maar met een tijdsbesteding van slechts vijf procent weeg je zo licht op het beleid, dat je geen verschil meer kunt maken. Met dat besef heb ik resoluut gekozen voor het bedrijfsleven.Niels → Als we terugblikken, beseffen we dat er van ‘in den beginne’ grote verschillen wa-ren tussen ons vieren. Kristof en Tim waren de grootste entrepreneurs. Zij koesterden de droom om ooit een eigen bedrijf op te star-ten. Ikzelf had dat gevoel helemaal niet en was veeleer een pure onderzoeker. Maar dan kom je elkaar tegen, ontstaat die chemie en begint dat ondernemersgevoel uiteindelijk wel te kriebelen. Er zijn toen goede afspraken gemaakt om, samen met de groei van InSites, er ook een toenemend volume van onze tijd in te investeren. Zelf ben ik tot 2012 Vlerick prof gebleven, maar zoals Kristof zei moet je op een bepaald moment kiezen. Sinds ik het kantoor in New York ben gaan leiden, heb ik beslist om mijn ten volle op InSites te focussen.Kristof → Sowieso kun je niet spreken van een bewuste strategie; we zijn er alle vier eigenlijk

ingerold. Je gaat van start in een economische realiteit waar vier mensen een degelijk loon uitbetalen ondenkbaar is en uiteindelijk beland je in een context waar het bedrijf zo gegroeid is, dat beide werelden combineren moeilijk wordt.Niels → Persoonlijk wil ik er nog aan toevoe-gen dat mensen als Patrick Van Kenhove, Jacques de Rijcke en Roland Van Dierendonck een grote inspiratiebron zijn geweest. Hoewel ze ons waarschijnlijk voorbestemd zagen voor een academische carrière, zijn ze ons steeds blijven steunen om van InSites Consulting een succesvol bedrijf te maken.

Gegeven jullie atypische parcours, hoe zijn jullie gegroeid als manager? En wat typeert een goeie manager?Kristof → We zijn er inderdaad ingerold en gaan-deweg hebben we onze managementkwalitei-ten moeten ontwikkelen. Eén ding staat vast: je wordt niet van vandaag op morgen een goeie manager. Iedere dag leer ik bij, ook vandaag nog. Ik denk dat het vooral essentieel is om jezelf te blijven en de waarden die je als persoon belang-rijk vindt ook na te streven als bedrijfsleider. Belangrijk is om die waarden te expliciteren en alles wat je doet hieraan te toetsen. Con-creet hebben we bij InSites zeven kernwaar-den vastgelegd: being forward thinking, open, result-driven, we-oriented, adaptive, respectful en daring.Niels → Een goede manager is iemand die open-staat voor fouten maken. Hoewel InSites een mooi verhaal is geworden, hebben we ook onze moeilijke periodes meegemaakt. Binnen het bedrijf hebben we de nodige discussies ge-voerd. Hoe hard die soms waren, iedereen bin-nen het team is blijven openstaan voor andere

meningen en gezonde discussies. Ik denk dat de openheid waar Kristof naar refereert dan ook centraal staat binnen InSites. Het heeft er in ieder geval tot geleid dat we nog steeds als een vriendengroep door het leven gaan en onszelf succesvol kunnen verder ontwikkelen. Kristof → Couldn’t agree more :-)Niels → Daarnaast leer ik ook ontzettend veel van de jonge mensen die mij omringen. Hoe-wel ervaring soms nog ontbreekt, weten ze van bepaalde dingen veel meer af dan ikzelf. Deze vorm van reverse mentoring houdt mij mentaal fris en zorgt ervoor dat ik iedere dag bijleer. Het geeft ook onze starters het gevoel dat ze zich verder kunnen ontwikkelen, wat er tot leidt dat ze er voluit voor gaan. Ik denk dat het die symbiose is die InSites Consulting heeft gemaakt tot wat het vandaag is.Kristof en Niels (in koor) → Een laatste belang-rijke eigenschap als manager is het herkennen van talent! We hebben een kern van mensen samengebracht en ontwikkeld die het InSites DNA in zich dragen en bereid zijn om ‘the extra mile’ te gaan. Op die manier kunnen we als bedrijf net dat tikkeltje meer en dit stralen we ook uit naar de buitenwereld toe.

TALENT HERKENNEN

IS KEY! (Niels en Kristof )

VOSEKO magazine 5

Page 6: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

INTERNATIONALISATIE Waarom beslisten jullie InSites Consulting stevig te laten groeien en waagden jullie de stap om internationaal actief te worden?Niels → Op een gegeven moment stel je jezelf de vraag: blijven we klein of gaan we groeien? Small is beautiful en als klein bedrijf kan je heel succesvol zijn. Maar er leefde toch een bepaalde ambitie bij ons om de grote stap naar het buitenland te zetten en resoluut te kiezen voor groei.Kristof → Let op, we hebben die stap pas gezet op het moment dat onze business in eigen land matuur genoeg was. Pas als je kunt bouwen op een stevige basis, ben je klaar om het buiten-landse avontuur aan te gaan. Niels → Nederland was dan de eerste evidente stap. Zonder taalbarrière en met enkele suc-cescases bij Sara Lee (Douwe Egberts), Heine-ken en Heinz Continental Europe kregen we snel voet aan de grond. De mayonaise pakte als het ware! Toen was er nog geen sprake van om nog verder uit te breiden. Maar eens je voelt dat je ook in Nederland een succesverhaal aan het schrijven bent…Kristof → en je gaandeweg stoutmoediger wordt…Niels → dan denk je: waar moeten we nog zijn? Wij bekeken markt, grootte, taal, cultuur en kwamen uiteindelijk uit bij de UK, de tweede grootste markt in onze industrie en bijgevolg the place to be. Als je verhaal ook daar blijkt te werken, denk je nog verder en kom je uit bij de VS, de grootste markt met heel veel beslissingsrecht… We voelden de nood aan deze stap al enkele jaren terug op internationale congressen. Re-gelmatig vroegen nogal wat Amerikanen of we ook een kantoor hadden in de VS. Kristof → Als alles goed loopt en je blijft groei-en, dan wil je meedoen met de grote jongens.

Als je die af en toe pijn kunt doen, bouw je een zeker vertrouwen op. Maar in onze industrie doe je pas echt mee als je globaal denkt. Het is precies in die fase waar we ons momenteel bevinden. We hebben ondertussen kantoren rond de belangrijke beslissingscentra van vele multinationals: New York, Londen, Amster-dam, Rotterdam… Maar tegelijkertijd is er in het laatste anderhalf jaar ook keihard gewerkt om een globaal netwerk uit te bouwen. Met vijf kantoren kom je al ergens, maar dat is niet genoeg om als een echte wereldspeler aanzien te worden. Daarom is dat globale netwerk zo belangrijk en is er zwaar geïnvesteerd in ons zogenaamde ‘Global Community Moderator Network’. Dit houdt in dat we een consumen-tenpanel hebben opgebouwd dat verspreid is over meer dan 30 landen.Niels → Let op, we zijn nog steeds niet global, global! Dat zou vereisen dat we nog extra kan-toren openen wereldwijd. De eerstkomende periode zit dat er echter nog niet aan te komen. We hebben als relatief kleine speler nog altijd onze beperkingen. Tot nu toe hebben we enkel organische groei gekend. Er zijn nog geen over-names gebeurd en alle middelen die in de loop der jaren zijn opgebouwd, zijn steeds opnieuw geïnvesteerd in groei. En die investeringen moeten uiteraard nog terugverdiend worden.Kristof → InSites Consulting is op dit ogenblik een Vlaams succesverhaal, maar we blijven gezond ambitieus. Het potentieel om een we-reldspeler te worden is er en onze merknaam zit al op dat niveau. Maar het is onze nuchter-heid die ervoor zorgt dat we stap voor stap te werk gaan en proberen geen fouten te maken. Ons hele team is overtuigd van wat we doen, welke beslissingen we nemen en hierdoor gaan we er ook ten volle voor!

Welke waren de grootste uitdagingen bij de internationale expansie? Kristof → Het vinden van talent! We werken in een zeer egocentrische business en de dienst die je verkoopt, maak je volledig zelf. Bijge-volg is het aantrekken van het juiste talent op het juiste moment van kapitaal belang om de markt voor te zijn. ‘Innovativiteit’ is alles.Niels → Groei!! Sinds de start van ons kantoor in New York, waar ik ook werk, is de grootste uitdaging om InSites hier voet aan wal te laten krijgen. Dit heeft ons veel tijd en moeite ge-kost. Als nieuwe speler moet je vooral toegang krijgen tot een klein clubje van reclamebureaus

dat er de plakt zwaait. Als je niet kunt partne-ren met een dergelijk bureau, is het heel moei-lijk om van start te gaan. Ondertussen staan we al een stuk verder en noteren we hier een exponentieel groeipatroon. Kristof → Die Amerikaanse expansie heeft ons ook een nieuwe uitdaging opgeleverd: omgaan met tijdsverschillen. Vroeger was samenwer-ken vanop verschillende locaties vanzelfspre-kend. Nu is het zoeken naar manieren om de contacten tussen de verschillende kantoren zo vlot mogelijk te laten verlopen.Niels → Uiteraard betekent die nieuwe markt ook een uitdaging voor onze middelenallocatie. Aan de ene kant hebben we de Belgische en Nederlandse markt die zeer sterk scoren, maar waar groeien trager gaat wegens de kleinere marktomvang. Daarnaast zit je met de Ameri-kaanse markt waar je als bedrijf exponentieel groeit en bijgevolg veel middelen nodig hebt. De grote vraag is dan ook: hoe balanceer ik mijn middelen tussen de verschillende mark-ten waarin ik meespeel? Kwaliteit leveren staat immers voorop! Het is misschien een luxe-probleem, maar wel één om rekening mee te houden.Kristof → Een laatste uitdaging hangt samen met de organische groei van ons bedrijf. Zoals eerder gezegd, je kan maar zo snel evolueren als je middelen je toelaten. En dit beperkt ui-teraard ook onze groeisnelheid. Anderzijds, te snel groeien is ook niet goed. InSites Consulting wil immers overal dezelfde kwaliteit kunnen leveren en een plaats zijn waar jong talent zich in alle rust kan ontplooien... Daarom streven wij naar een groei van ongeveer 20% per jaar.

De afstand Gent–NY is enorm. Hoe zorgen jullie ervoor dat het InSites DNA toch steeds aanwezig is binnen elk kantoor?Kristof → Bij onze uitbreidingen zijn we altijd uitgegaan van het principe: we moeten het zelf doen! Dit houdt in dat één van de managing partners of iemand die onze business goed kent de eerste stappen zet. Het is belangrijk dat een ervaren rot kennis maakt met de cultuur, lokale context en gebruiken. Eens die fase achter de rug is, is het belangrijk lokale mensen aan te trekken om de vestiging mee uit te bouwen. Zo zorgen we ervoor dat enkel mensen die fitten binnen ons DNA-profiel, bij ons terechtkomen.Niels → Ik denk dat het een groot voordeel

is om met eigen mensen de start van een

nieuw avontuur te nemen. Wij leveren geen

EEN STEVIGE THUISBASIS

IS NODIG OM EEN

BUITENLANDS AVONTUUR

TE BEGINNEN (Kristof )

VOSEKO magazine6

Page 7: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

standaarddiensten, dus is het moeilijk om dit

snel uit te leggen aan een buitenstaander en

die een nieuw kantoor te laten uitbouwen. Bij-

gevolg is het noodzakelijk om intern te zoeken

en de juiste mensen op de job te zetten. Bin-

nen InSites kunnen we dan ook rekenen op een

grote vijver van capabele mensen. Niet alleen

zijn er negen managing partners, maar ook tal-

loze seniors die in staat zijn om onze visie en

werkwijze voort te zetten.

Hebben jullie de uitbreiding naar de VS anders ervaren dan het openen van een kantoor bin-nen Europa?Kristof → Een nieuw kantoor openen is eigenlijk

telkens anders. Ik zie het niet direct als Europa

versus VS. Ieder land heeft zijn bijzonderheden

en lokale gewoontes. Het komt erop aan die zo

goed mogelijk op te vangen en je lokale activi-

teiten dusdanig wat bij te sturen.

Niels → Klopt! Hoewel we natuurlijk proberen

zoveel mogelijk gelijkenissen tussen onze kan-

toren te creëren. Wat een succes werd in het

ene kantoor, proberen we te herhalen in het

andere. Natuurlijk is het, zoals Kristof zei, tel-

kens aanpassen aan de lokale context. Als we

het hebben over de verschillen met Europa dan

gaat het over ‘afstanden’. Voor een klant als Coca

Cola vlieg je toch al gauw 2,5 uur om ter plekke

te gaan. Let wel, ondanks de grootte van het

land, valt de uniformiteit van de Amerikaanse

markt mij sterk op. In Europa zie je veel grotere

verschillen tussen landen, zelfs al is de afstand

soms verwaarloosbaar.

RESEARCH AND DEVELOPMENT

Wat is de waarde van R&D in de hedendaag-se economie? Hoe vertaalt zich dit binnen InSites?Niels → Heel belangrijk, zeker binnen onze in-

dustrie. Met InSites zetten we hier ook zwaar

op in en draait onze volledige boodschap rond

de content die wij brengen. Volgens mij is de

oprichting van onze R&D-cel een kernbeslis-

sing geweest in de groei van InSites. Als agen-

cy moet je niet alleen de nieuwe trends in de

markt volgen, maar is het ook belangrijk om ze

voor te zijn en klaar te staan met aangepaste

diensten.

Kristof → Niet alleen verrichten we veel onder-

zoek, we proberen dat ook zo goed mogelijk

naar buiten te brengen en ons doelpubliek van

CEO’s, marketing managers, etc. te bereiken.

Daarom ook zijn we actief op congressen we-

reldwijd, schrijven we papers, tweeten we,

schrijven we blogposts en brengen we gere-

geld boeken uit. Zo dringen we door tot veel

bedrijven en bewijzen we onze sérieux en de

wetenschappelijke basis van ons werk.

Niels → Om een idee te geven over het belang

van dergelijke projecten, verwijs ik graag naar ons

laatste boek ‘The Consumer Consulting Boards’,

dat reeds meer dan 40.000 keer gedownload is

in tal van landen*. Op die manier bereiken we een

enorm publiek met onze boodschap.

Kristof → Ik denk dat dit ook te maken heeft

met de aard van het beestje. Als academici

stonden onderzoek en publiceren centraal voor

ons, en die visie heeft ons sterk geholpen bij de

uitbouw van InSites Consulting.

Niels → Veel onderzoek binnen de InSites con-

text heeft uiteindelijk ook nog geleid naar aca-

demische papers en publicaties.

De academische link blijft dus belangrijk voor jullie? Kristof → Die band is en blijft heel belangrijk.

Hoewel we ons eigen R&D lab hebben, blijven

we ook nauw samenwerken met verschillende

universiteiten en onderzoekscentra. Ik denk

hierbij aan Penn State University, de Universi-

teit van Maastricht, de Vlerick Business School

en de UGent.

Niels → Zo hebben we bijvoorbeeld nauw sa-

mengewerkt met een doctoraatsstudent uit

Maastricht, Stephan Ludwig, om onze consu-

mer communities verder uit te werken. Die

samenwerking heeft ons veel inzichten opge-

leverd die direct toepasbaar zijn binnen onze

praktijkcontext.

Jullie hebben allebei een doctoraat. Wat is de meerwaarde ervan in de business wereld?Kristof → Ik zie meteen een aantal voordelen.

Ten eerste leer je op een andere manier denken

en problemen nauwgezet analyseren. Hoewel

dit uiteraard van cruciaal belang is in onze set-

ting, denk ik dat dit een vaardigheid is die overal

van pas komt. Een doctoraat schrijven leert je

problemen doordacht en bewust aan te pakken

en niet licht over de gevolgen te gaan. Daar-

naast is er volgens mij een belangrijk reputatie-

effect. Als PhD kan je jezelf sterker neerzetten

en tonen dat je echt inhoud hebt. Het behalen

van een doctoraat zorgt op die manier vast en

zeker voor de nodige credibiliteit. Concreet

heeft het ons bij InSites ook geholpen om onze

waarde en methodologische sterkte extra in de

verf te zetten.

Niels → Ik herinner mij discussies met Jacques

de Rijcke en Ruud Frambach op de Vlerick school.

Onze conclusie was toen: veel hangt af van de

persoon zelf! Als je bewust omgaat met je doc-

toraat, vormt het sowieso een meerwaarde.

Tijdens die periode heb ik één jaar doorgebracht

aan Penn State University (USA). Daar heb ik niet

alleen vrienden, maar ook een sterk netwerk aan

overgehouden. Tot op de dag van vandaag pluk

er nog de vruchten van, zeker nu ik terug in de

Verenigde Staten werk.

Kristof → Het behalen van het doctoraat heeft

ons in ieder geval geen windeieren gelegd.

Niels → Mag ik nog een persoonlijke noot toe-

voegen? Mensen als Jacques de Rijcke hebben

ervoor gezorgd dat we een doctoraat hebben

gemaakt dat in de praktijk ook iets betekende.

Te veel doctoraten liggen veel te ver van de

praktijk af en zorgen daardoor niet echt voor

een meerwaarde. Let op, een doctoraat mag en

moet academisch onderbouwd zijn. Maar als je

er als ondernemer mee aan de slag wilt, verlies

dan zeker de praktijkwaarde niet uit het oog.

Binnenkort spreken jullie op de VOSEKO alumnidag over ondernemerschap en groeien in een internationale context. Waarom moet de lezer komen luisteren?Kristof → Omdat ik denk dat we een interes-

sant verhaal te vertellen hebben dat veel FEB-

alumni kan inspireren.

Niels → Daar sluit ik mij volledig bij aan!

Bedankt en tot op de alumnidag!Inschrijven? www.voseko.be

arne De Keyser en ine paeleman

* vOOr De geïnteresseerDen, De DOWnlOaD vinD Je terug via WWW.insites-cOnsulting.cOm/the-cOnsumer-cOnsulting-BOarD/

EEN GOEDE MANAGER STAAT

OPEN VOOR FOUTEN (Niels)

VOSEKO magazine 7

Page 8: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

---

----

ter

ugb

lik

----

----

----

----

----

---

(1) ----- The Voice of Voseko

Aangezien het steeds goed is om jezelf te vernieuwen, besliste VOSEKO om de jaarlijkse Alumni fuif te vervangen door een gloed-nieuw concept. De pas afgestudeerden op een innovatieve manier in de bloemetjes zetten, was de uitdaging.

Na enkele brainstormsessies was The Voice van VOSEKO geboren. Het concept is even eenvoudig als geniaal. Alumni kunnen zelf events voorstellen waarbij zoveel mogelijk oud-studenten worden herenigd. VOSEKO kiest hieruit het beste voorstel en sponsort het event. Crea-tiviteit en ondernemerschap stimuleren, nietwaar? Thomas Standaert kwam als winnaar uit de bus van de eerste editie. “Hoewel we vijf jaar gestudeerd hebben in Gent, denk ik dat nog heel wat mensen onze studentenstad nog nooit bewonderd hebben van op het water. Van-daar mijn voorstel voor een 90 minuten durende boottocht met ‘De bootjes van Gent’ “, overtuigde de jury.

(2) ----- Lecture bpost: op de afspraak voor innovatie

Bpost een innovatief bedrijf? Wie aanwezig was op het Alumni event werd de ogen opengetrokken door de vernieuwende aanpak van een van de grootste Belgische werkgevers. Dirk Oosterlinck en Bernard Van Causenbroeck maakten ons warm voor de strategie “Vision 2020” en het project “bpost op afspraak”.

In het besef dat de kerndiensten van bpost, nl. dagelijks brieven en pakjes bezorgen door de postbodes, een degressieve vraag kent, ont-wikkelde bpost een strategie om meer efficiëntie en innovatie te implementeren. Een heel meetbaar resultaat is dat de postbodes zich integraal zullen kunnen focussen op de distributietaak zodat het tijdrovende sorteerwerk tot quasi nihil is herleid. De jongste jaren is tevens het aantal kantoren gereduceerd en werden de sorteercentra vernieuwd. Naast het implementeren van technieken, gericht op het verhogen van de efficiëntie van mensen, processen en systemen, is er dus ook ruimte gemaakt voor het creëren van nieuwe business.

Dirk Oosterlinck, Marketeer van het jaar, deelt ons zijn droom mee om postbodes thuis te laten komen, op afspraak, met grijze boxen waarin de groenten van de lokale kruidenierswinkel, de vis van de viswinkel, een paar schoenen voor mama en een speelgoedje voor dochterlief zitten. De bestelling gebeurt centraal via het bpost platform, dat een overzicht van de web shops van de leveranciers integreert. We kijken al uit naar het resultaat van deze pilot en de eventuele roll-out.

VOSEKO magazine8

Page 9: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

(3) ----- Lecture TOMÁS SEDLÁCEK

Een bord, een krijtje en een verbazend ‘frisse’ kijk op economie, meer had Tsjechisch econoom Tomás Sedlácek niet nodig om onze alumni een uiterst boeiende en uitdagende avond te bezorgen.Sedlácek ging voorbij aan de kenmerkende wiskundige modellen die vandaag de dag onze samenleving domineren, en stelde economie gelijk aan een cultureel fenomeen. Gebruik makend van de Griekse filosofen, het Oude Testament, hedendaagse cinema (Hitchhiker’s Guide to the Galaxy en Fight Club) en popcultuur (Spice Girls), bracht hij een inspirerend verhaal over hoe economie werkelijk ineenzit en waar ons analytisch denken foutieve inzichten heeft opgeleverd. Wie het volledige verhaal wil lezen, koopt best zijn boek “The Econo-mics of Good and Evil”.

(4) ----- Event Manager van het Jaar

“De eerste van de klas op het vlak van digitale cinema, medische beeldvorming en de snelste én de beste in het domein van digital video processing.” Eric Van Zele, een manager-ondernemer met een Sillicon Valley “yes we can” attitude, inspireerde de leden van VOSEKO op 7 november 2013 met zijn visie op Barco’s verhaal: “A journey of perpetual transformation”. Enkele van zijn meest opmerkelijke quotes:

“The timeless role of leaders is to coach their organizations to necessary but painful changes that don’t happen naturally.”

≈“Status quo in business is achteruitgaan” — zorg dat je je mensen

meeneemt, engageert, dat zij de energie overnemen.≈

“Culture is key” — heb vertrouwen, teamspirit, hou van je mensen en klanten, handel open en ethisch.

≈“The creative part is in the doing, not the thinking. 99% of business decisions is common sense” — maak een

prototype, experimenteer, zit niet eindeloos te plannen. ≈

“De groep maakt het verschil” — besteed veel tijd aan exchange, breng een vorm van georganiseerde coöperatie op gang.

VOSEKO magazine 9

Page 10: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

Een ‘nieuwe’ master, een nieuw begin? In het academiejaar 2014-2015 komen de Master Bestuurskunde en de Master in Overheids-management elkaar tegemoet om samen de nieuwe Master Bestuurskunde & Publiek Ma-nagement te vormen. In afwachting legden we enkele vragen voor aan Johan Christiaens, Bram Verschuere en Joris Voets, de schouders onder het ambitieuze project.

Hoe ervaart u het samenbrengen van de Mas-ter Bestuurskunde en de Master in de bedrijfs-economie, afstudeerrichting management van overheidsorganisaties?Joris → De nieuwe geïntegreerde master Be-stuurskunde en Publiek Management (BPM) is zonder meer een absolute troef voor onze faculteit en universiteit. Door de sterktes van de beide opleidingen te combineren, beschik-ken we vanaf volgend academiejaar over één coherente opleiding met een duidelijk eigen profiel, dat de essentiële ingrediënten van pu-bliek management, bestuurs- en beleidskunde combineert met een stevige portie economi-sche kennis en inzichten. Johan → Door het samenbrengen van de twee masters, wordt de complementariteit sterk benut en omgezet bij een toch wel belangrijke behoefte aan mensen die op een voldoende hoog niveau ruim gevormd zijn in het domein van beleid en management van overheidsin-stellingen, social profitinstellingen en zelfs ook in ondernemen.Bram → Bij de voorbereiding van de integra-tie zijn een groot aantal mensen betrokken geweest. Na consultatierondes met alle do-centen, zijn verschillende programma’s voor-gesteld en aangepast en telkens is er feedback gegaan naar de beide opleidingscommissies. Het nieuwe curriculum is het resultaat van een twee jaar durend proces dat in alle openheid en transparantie verlopen is.

In welke mate komen de veranderingen de studenten ten goede?Bram → Alle veranderingsprocessen zijn moei-lijk; iedereen heeft zijn eigen cultuur en ge-woontes. Ik denk niet dat de kwaliteit er zal op achteruitgaan. Integendeel: de sterke ele-menten van twee masteropleidingen worden nu geïntegreerd in één opleiding: één plus één is gelijk aan drie. Het enige waar ik wel een beetje wakker van lig is hoe we de verwachte toename van studenten gaan verwerken. Wij zijn vertrouwd met relatief kleine groepen, wat het voordeel biedt dat je studenten intensief

kan begeleiden op basis van opdrachten en groepswerk. Het valt af te wachten of dat nog mogelijk zal zijn.Joris → De verandering is zeker positief, omdat het niet alleen gaat over het versterken van het opleidingsaanbod via één nieuw, geïnte-greerd programma, maar ook omdat we zo de beschikbare onderwijs- en onderzoekscapa-citeit maximaal bij elkaar brengen en kunnen inzetten; er kwamen immers heel wat mensen van de Hogeschool Gent over naar de FEB. Een voordeel voor studenten is dat de keuze een-voudiger wordt; nu staat die ene volwaardige master naast andere economische masterop-leidingen die niet op de publieke sector ge-richt zijn. Ander voordeel is dat ze de vruchten zullen plukken van de bundeling van het on-derzoek, onderwijs en dienstverlening van de beide instellingen. Hierdoor zal het onderwijs nog meer aansluiten bij actueel onderzoek en bestuurlijke ontwikkelingen en leggen we complementaire expertises bij elkaar in één opleiding, waardoor het inhoudelijke bereik ervan toeneemt. Johan → De afgestudeerden van de master overheidsmanagement hebben een tekort aan die juridische achtergrond, aan inzicht in de manier hoe overheden functioneren en aan nog enkele topics die standaard zijn bij bestuurskunde. Omgekeerd zijn gediplo-meerden BPM minder sterk geschoold inzake financiële aspecten, accounting, bedrijfseco-nomische tools e.d. De nieuwe master wordt in elk geval geen som van de twee masters. Er zijn duidelijke keuzes gemaakt. Dat komt de studenten zeker ten goede. Door het aanhoudende New Public Management (NPM) is er een enorme behoefte aan hoog opgeleiden in het domein van management, bestuur en beleid, gekoppeld aan een aantal economische skills en inzichten. Dit om vragen te kunnen beantwoorden waar de overheden momenteel mee kampen.

De nieuwe master Bestuurskunde en Publiek Management: uniek én uitdagend

---

----

mas

ter

BP

M

----

----

----

----

----

---

VOSEKO magazine10

Page 11: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

Hoe verliep de samenstelling van het nieuwe vakkenpakket?Joris → Het programma is niet op een blauwe maandag achter een tekentafel uitgetekend, maar is, zoals reeds gezegd, het resultaat van een lang en intensief denk- en overlegproces. Dat overleg is steeds gevoerd vanuit de bekom-mernis –en met respect voor ieders kwalitei-ten en bezorgdheden– om de sterkst moge-lijke opleiding te maken. Bij dergelijk proces is de nodige pragmatiek vereist en moeten keuzes gemaakt worden: het was niet mogelijk noch wenselijk om gewoon alle bestaande vak-ken op te tellen en al zeker niet in een nieuwe éénjarige master. Johan → Het was inderdaad een enorme uitda-ging. Vanuit een kleine werkgroep werd overleg gepleegd en werd er gestreefd naar de com-ponent van een sokkel, een soort van basis, en een component van keuzemogelijkheden. Bram → We hebben geopteerd voor een mix van drie grote inhoudelijke clusters die het we-zen uitmaken van bestuurskunde en publiek management. Als je het opleidingsaanbod internationaal bekijkt, stel je vast dat die altijd in meerdere of mindere mate terugkeren. Ten eerste: management, toegespitst op overheid en de social profitcontext. De tweede cluster is bestuurskunde: hoe wordt de overheid georga-niseerd? De derde cluster is opgebouwd rond beleidskunde: hoe worden in een democratie antwoorden gezocht voor maatschappelijke uitdagingen? Het curriculum bestaat uit een aantal plichtvakken, die worden aangevuld

met keuzevakken. Zo wordt ook een stuk ver-antwoordelijkheid bij de studenten gelegd. Dat resulteert niet per se in meer keuzes, maar eerder in meer gerichte keuzes binnen een aantal inhoudelijke clusters; bv. een cluster veiligheid, welzijn-social profit, een generieke cluster rond bestuurskunde en beleidskunde, een cluster internationale vakken. Het is niet verplicht om binnen één cluster te kiezen. Dankzij die clusters kan een slimme student wel opleidingsonderdelen naar eigen voorkeur kiezen en ook naar toekomstige carrièreplan-ning toe, bijvoorbeeld.Johan → We wakkeren de studenten aan om niet per toeval te kiezen, maar om ensembles te maken. We willen zeer kort op de bal pro-fielen opmaken van de gemaakte keuzes en onze opleiding daar ook aan toetsen. Ook dat is een onderdeel van bestuurskunde. Bijsturen en feedback geven.

Wat brengt de toekomst voor deze vernieuw-de master? Bram → Interessant om mee te geven is dat ‘Methodologie’ –omdat we het opleidingson-derdeel echt willen koppelen aan de master-proef- in de master over het hele jaar zal wor-den gespreid. Althans, dat is het plan, want we wachten nog de officiële goedkeuring ter zake van de academische overheid af. In het eerste semester staan het opstellen van de onder-zoeksvragen, het schetsen van het theoretisch kader, hypotheseformulering,… op het pro-gramma en tijdens het tweede semester ligt

de nadruk op data-analyse, enz. De opzet is dat het methodologieonderwijs parallel loopt met een ideaaltypisch masterproeftraject, vanaf het formuleren van een onderzoeksvraag tot en met het trekken van beleidsrelevante con-clusies uit de onderzoeksresultaten. Johan → We willen zeker ook de linken blijven behouden met de alumni. Dit kan op makke-lijke wijze via LinkedIn en andere media. Zo kunnen we post-experience onderwijs aan-bieden, alsook studiedagen inrichten voor masterproef onderwerpen, gastsprekers aantrekken en vacatures doorgeven aan jong afgestudeerden. De oud-studenten kunnen voor ons fungeren als sensors voor wat er in de werkelijke wereld gaande is, teneinde onze opleiding te kunnen afstemmen op de behoef-ten van die reële wereld. Joris → We zijn zeer optimistisch over de toe-komst. De belangstelling voor de publieke sec-tor is groter dan ooit; wat we alvast conclude-ren uit de sterke stijging van de inschrijvingen voor de bachelor BPM bij de start van het lo-pende academiejaar. Wie het wil, kan zich vier jaar lang ontwikkelen tot een echte specialist in de publieke sector, met de nodige academi-sche kennis, vaardigheden en competenties, aangevuld met nuttige praktische bagage. En dat is uniek in Vlaanderen.

yasmin van lanDschOOt

JOhan christiaens Bram verschuere JOris vOets

VOSEKO magazine 11

Page 12: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

---

----

on

der

zoek

--

----

----

----

----

----

-

Leren toepassen

Als doctoraatsstudent stel je je uiteraard de vraag of jouw onderzoek wel maatschap-pelijk relevant is. Je hoopt dan ook dat jij op jouw minuscule domeintje een verschil kan maken. En uiteraard hoop je dat je onder-zoeksresultaten een meerwaarde kunnen opleveren voor de verschillende actoren van het domein.

Dat was voor mij niet anders. Als onderwijs-kundige ben ik op een theoretische manier opgeleid om me toe te leggen op vraagstuk-ken zoals organisatie van de leercontext en overdracht en ontwikkeling van lesmateriaal. In tegenstelling tot een docent staat een on-derwijskundige meestal niet voor een groep studenten. Als assistent bij de vakgroep ac-countancy en bedrijfsfinanciering kreeg ik wel de kans om beide rollen tot mij te nemen. Ik ben zowel ontwerper als uitvoerder van het onderwijsconcept geworden. Onder de bege-leiding van mijn promotor kreeg ik de moge-lijkheid om het onderwijsconcept in het vak Accounting B gedurende vijf opeenvolgende jaren bij te schaven en te optimaliseren. Op die manier kon ik mijn onderzoek echt in de praktijk toepassen. De instroom van nieuwe studenten aan de universiteit is de voorbije jaren exponentieel toegenomen. Het hoger onderwijs barst uit zijn voegen, wat het zeer moeilijk maakt om actief te leren implementeren in dergelijk

grote groepen. Aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde startten in 2013 maar liefst 532 nieuwe studenten in het eerste bachelorjaar (toegepaste) economie/handelsingenieur; als je daarbij de bissers telt, kom je uit bij ongeveer 700 studenten. Controle en opvolging van een dergelijk aantal is dan ook niet eenvoudig te bewerkstelligen. Bovendien zijn de slaagcijfers in de eerste bachelor relatief laag. Het invoeren van een actieve leermethode kan de slaag-kansen positief beïnvloeden. Hoewel, het is niet eenvoudig om actieve leermethoden te integreren in het hoger onderwijs, zeker niet in de huidige hoger onderwijssituatie. Om in te spelen op de groeiende diversiteit aan studenten in de eerste bachelor en om ons slaagpercentage te verhogen, heb ik ervoor gekozen om “team learning” te implementeren via het aanbieden van twee leertrajecten. Zo kunnen de studenten op zelfstandige basis hun leermethode kiezen, ofwel opteren ze voor de oefeningenlessen waarbij de lesgever plenair de oefeningen oplost en studenten eventueel vragen kunnen stellen. Deze plenaire sessies worden georganiseerd in groepen van 100 tot 150 studenten. Ze kunnen echter ook kiezen voor een teamtraject waarbij ze in groepen van 5 à 6 personen de oefeningen oplossen. Bege-leiders lopen rond en beantwoorden vragen. De grootste succesfactor van dit laatste traject schuilt in de voorbereiding die studenten tel-kens maken, waardoor ze het hele jaar door de leerstof toepassen. Bovendien vormen ze zelf de bron van de informatie. Dankzij de interactie

tussen de studenten, kunnen ze elkaar advies, feedback en uitleg geven en krijgen zij de extra aandacht die ze soms wel nodig hebben. Door het aanbieden van beide trajecten kan het onderwijs op een efficiënte manier ingericht worden. Op basis van de onderzoeksresultaten van univariate en multivariate analyses van de voorbije jaren, hebben we beide leertra-jecten kunnen verbeteren en optimaliseren. Op die manier hebben we ook onze onder-zoeksresultaten in de eigen onderwijscontext kunnen toepassen en ons onderwijs op een gefundeerde manier kunnen organiseren. De mogelijkheid om zowel een stimulerende en interessante leeromgeving te creëren voor de bachelor studenten als om op een effici-ente manier onderwijs in te richten, motiveert ons om deze innovatieve methode te blijven toepassen.

evelien OpDecam

DE VOORBIjE jAREN,

HEBBEN wE BEIDE

LEERTRAjEcTEN

KUNNEN

VERBETEREN

Doctorandi in de kijker

Bio Evelien Opdecam

Evelien Opdecam ging na haar studie onderwijspedagogiek (UGent) aan de slag als assistente bij de vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering. In 2008 behaalde ze de nodige creditbewijzen in het domein van Accounting. Zij verricht onderzoek rond Accounting Education. Ze onderzoekt alternatieve leermethodes binnen het hoger onderwijs in accounting.

HET INVOEREN

VAN EEN AcTIEVE

LEERMETHODE KAN

DE SLAAGKANSEN

POSITIEF

BEïNVLOEDEN

VOSEKO magazine12

Page 13: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

Onderzoeker aan het woord

Bio Dries Goossens

is handelsingenieur (KULeuven, 2001) en behaal-de zijn doctoraat in de toegepaste economische wetenschappen.Sinds 1 november 2013 is Dries Goossens verbon-den aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. Hij voert er onderzoek bij de vakgroep Beleidsin-formatica en Operationeel Beheer en doceert er tevens ‘Total Quality Management’ aan de huidige lichting handelsingenieurs.

Zijn achtergrond. “Ik studeerde handelsingenieur aan de KULeu-ven, in een periode dat de UGent de opleiding nog niet inrichtte. Daarna haalde ik een master Artificial Intelligence en vervolgens startte ik een doctoraat rond ‘Exact Methods for Combi-natorial Auctions’”.

De pure economist klinkt deze titel misschien wat vreemd in de oren, maar Dries legt het concept uit aan de hand van een voorbeeld uit de praktijk. “Met mijn toenmalige promotor heb ik meege-werkt aan de veiling van een Amsterdams pand. We verdeelden alle ruimtes in verschillende op-pervlakten en vervolgens konden potentiële ko-pers een bod doen op een combinatie van die op-pervlakten. Het uiteindelijke doel was –wellicht niet geheel verwonderlijk– om zoveel mogelijk van die oppervlaktes te veilen met een zo groot mogelijke opbrengst.”

Als postdoc deed hij onderzoek naar metho-des voor het ‘schedulen’ van sportwedstrijden. Plots kreeg zijn onderzoek een zeer praktische twist. Toen in 2005 meerdere voetbalploegen hun ongenoegen ventileerden over de voetbal-kalender, zag Dries direct een opportuniteit om die te verbeteren. “Ik stapte met een thesisstudente naar de men-sen van de Pro League en legde hen uit hoe ik de planningsmethode wilde verbeteren. Tot dan toe werd de job geklaard door één persoon die al puzzelend een oplossing in elkaar probeerde

te boksen. Ik ging aan de slag met de data van 2005 en slaagde er in de Pro League een betere kalender voor te leggen.” Sindsdien is Dries verantwoordelijk voor het opmaken van de voetbalkalender van de Bel-gische eerste klasse. Sedert 2009 stelt hij twee kalenders per jaar op, aangezien naast de regu-liere wedstrijden, ook de wedstrijden van de play-offs dienen ingepland te worden.Bij het opstellen van de kalender moet hij met heel veel factoren –constraints in vakjargon– rekening houden. Behalve de Europese voet-balkalender en de tv-uitzendingen, zijn er bv. ook nog de preferenties van de clubs. Aan de hand van zijn operationele kennis ontwerpt Dries jaarlijks een kalender die aan zoveel mo-gelijk wensen voldoet. Qua schedulingmethoden heeft België een plaats ingenomen tussen de grote buitenland-se voetbalcompetities zoals Spanje en het Ver-enigd Koninkrijk. Maar voor de kleinere compe-tities ziet Dries nog heel wat opportuniteiten. “Ik stel vast dat de kalender van sommige landen via hele simpele methoden is opgesteld. Pakweg Malta of Cyprus hebben gewoon geen geld om te investeren in geavanceerde procedures. Het zou een mooi gebaar zijn mocht de UEFA hen een schedulingtool aanbieden en ik zou het als een grote eer beschouwen daartoe te kunnen bijdragen.”

Ten slotte vragen we Dries ook naar zijn toe-komstplannen. Er blinken pretlichtjes in zijn ogen als hij die uit de doeken doet.

“Ik heb uiteraard een onderzoeksvoorstel in-gediend om prof te worden en daar ga ik mij natuurlijk aan houden. Het gaat voorname-lijk over combinatorial auctions. Maar ik hou mijn oren open en ik maak graag de link met de maatschappij.” Dries vervolgt dat hij ook een opportuniteit ziet in het opmaken van werkschema’s voor schoonmakers die op verschillende plaatsen moeten poetsen. Hier zijn de constraints het naleven van de arbeidsvoorwaarden en het minimaliseren van de reisafstand tussen de diverse schoonmaakplaatsen. “En eigenlijk ben ik meer een fan van het wielren-nen,” mijmert hij. “Jammer dat daar geen link met operationeel onderzoek bestaat.”

Van deze prof mag de faculteit zeker nog vuur-werk verwachten!

len vanDenheeDe

EN EIGENLIjK BEN IK

MEER EEN FAN VAN

HET wIELRENNEN

IK STEL VAST DAT

DE KALENDER VAN

SOMMIGE LANDEN

VIA HELE SIMPELE

METHODEN IS

OPGESTELD

VOSEKO magazine 13

Page 14: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

Integratie Dries → De ene dag werk je aan de HoGent en de volgende bij de UGent. Hoe ervaar je dat?Stijn → Ik beschouw dit als een opportuniteit, want niet iedereen krijgt de kans om een 100% ZAP (Zelfstandig Academisch Personeel) man-daat in te vullen bij de UGent. In de periode rond 1 oktober 2013 viel één en ander samen: de integratie, een nieuw statuut en een nieuwe invulling van mijn lesopdracht, met voor het eerst een vak in de 1ste Bachelor HW. Dat laat-ste nam zoveel werk in beslag dat ik weinig tot geen tijd overhield voor onderzoek. Op praktisch vlak ervaar ik weinig effect van de integratie. Tot nu toe was er niet zoveel con-tact tussen Mercator –waar ik mijn kantoor heb– en Tweekerken. Waarschijnlijk verandert dat als de grote (tijdelijke) vakgroep van het vroegere HaBe opsplitst en de nieuwe vak-groepen operationeel worden. Zo kan men naar één structuur gaan, want aan de HoGent zaten de vakgroepen heel dicht bij elkaar en waren er veel personeelsaangelegenheden waarbij het vakgroepdenken doorbroken werd. Het lesgeven was ook eerder opleidingsgerelateerd dan vakgroep gebonden, zoals bij de FEB het geval is. Het meest opvallende effect van de integratie is het aantal inschrijvingen. Het studentenaantal in 1ste bachelor HW is flink toegenomen (+/-650) en ook Bestuurskunde kende een sterke stijging. Een bewijs dat de UGent marketing zijn vruchten afwerpt. De

naambekendheid van de opleidingen is veel groter. Dat merken we bijvoorbeeld duidelijk op de SID-IN beurzen.

OnderwijsStijn → Over opleidingen gesproken: aan wie geef jij les?Dries → Ik heb het geluk dat ik zeer gespecia-liseerde mastervakken mag doceren aan voor-namelijk studenten van de Master Handelsin-genieur Marketing en de Manama’s Marketing Analysis en Masters Statistiek. De groepen zijn relatief klein en de studenten zijn zeer gemoti-veerd, wat constante interactie mogelijk maakt. Als startend docent is het een heel leuke uit-daging om te proberen je lessen interessant te maken door er toepassingen in te verwerken.Dries → Hoe ervaar je de switch van het lesgeven aan de master naar de grote groep studenten van eerste bachelor?Stijn → Aanvankelijk was het nog wat zoeken en tasten. Ik begon vanaf nul. Er was een nieuw handboek, ik kreeg een nieuwe assistent en ik had enkel ervaring met lesgeven in de Master. In de Master bouw je een verdiepende les op voor een kleine groep studenten, nu moest het inleidend zijn voor een grote groep. Het is dan ook een uitdaging om de studenten 1ste Bach HW op een boeiende manier kennis te laten maken met de basisbeginselen van de economie, meteen de kern van onze faculteit. Ik vond het een pluspunt dat ik de lessen twee

keer moest geven, telkens voor de helft van de studenten. Zo kon ik snel inspelen op wat werkt en wat niet. Ik probeer open te staan naar de studenten toe, o.a. door mezelf voor te stellen en af en toe persoonlijke elementen in de cursus te verwerken, maar ook door beschikbaar te zijn. Als je je probeert in te leven in het standpunt van de student, kan je al veel problemen voor-komen. Degelijke slides voorzien, stipt zijn en veel communiceren zijn enkele aandachtspun-ten. Er kruipt uiteraard veel werk en tijd in het voorbereiden en geven van lessen, zeker bij de eerste jaargang. Ik probeer de aandacht van de studenten vast te houden door soms heel voor de hand liggende en logische vragen te stellen, in het auditorium rond te lopen en interactie op te zoeken. Dat laatste ligt niet voor de hand; het is altijd afwegen hoever je daarin kan gaan. Wanneer ik nieuwe concepten introduceer, doe ik dat vanuit mijn eigen situatie of vanuit de situatie van de student. Bij de start van het academiejaar introduceerde ik bv. de zoektocht naar een kot en de keuzes die je als consument moet maken. Je bent beperkt door je budget, maar wil toch maximaal nut, enzovoort.

Wetenschappelijk onderzoekStijn → Voor jou is onderzoek momenteel be-langrijker. Kan je wat meer vertellen over Baye-siaanse statistiek?Dries → De Bayesiaanse methode is een

Dubbelinterview // van onderzoeker tot docent en vice versa

Bio Stijn Goeminne+ Studeerde in 1999 af bij de eerste HoGent lichting Masters in Handelswetenschappers + Doctoreerde aan de VUB in Toegepaste Economische Wetenschappen + Integreerde in 2013 als professor van HoGent naar UGent + Doceert “Inleiding Micro-Economie in het 1ste jaar Handelswetenschappen, “Inleiding Economie” in het 2de jaar

Bestuurskunde & Publiek Management en “Financieel Management” in de Master Bestuurskunde & Publiek Management + Is chauffeur van zijn 3 actieve kinderen (5, 7 en 9 jaar) en supporter van SV Zulte Waregem

Bio Dries Benoit+ Volgde een alternatief parcours via de Master in Sociologie naar de Manama in Marketing Analysis + Doctoreerde in Toegepaste Economische Wetenschappen met een focus op Bayesiaanse statistiek + Startte dit academiejaar als professor in de vakgroep Marketing in een Tenure Track + Doceert mastervakken “Bayesiaanse Statistiek”

en “Pricing & Revenue Management”. + Is trotse vader van dochtertje van 5 maand en ontwikkelt opensource software

fOtO © evert teerlincK

---

----

on

der

zoek

--

----

----

----

----

----

-

VOSEKO magazine14

Page 15: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

statistische methode die extra informatie –welke niet specifiek in de data aanwezig is– mee opneemt in een analyse. Hierdoor kunnen we complexere modellen schatten dan moge-lijk was binnen de klassieke benadering van de statistiek. Om een concreet voorbeeld te geven: de klantenkaart bij de supermarkt. Via die kaart kunnen we het aankoopgedrag beter onderzoeken. We krijgen een overzicht van alle producten, aangekocht door klant x. De data van veel klanten verschaffen veel info over de klanten in totaal, maar weinig info per speci-fieke klant. Als we het effect van een korting willen zien op het gedrag van een bepaalde klant, kunnen de Bayesiaanse methoden ge-bruikt worden om van de data van de hele groep het effect op die ene klant in te schat-ten. Deze methode is nog relatief nieuw en wordt voornamelijk gebruikt in academische milieus, maar begint stilaan door te breken in het bedrijfsleven. Andere toepassingen van Bayesiaanse modellen zijn spamfilters en ver-taalmachines. Ook kunnen we ermee nagaan wat de prijsgevoeligheid is van klanten om zo prijzen zo optimaal mogelijk te bepalen per segment, zodanig dat de opbrengst of het marktaandeel maximaal wordt.

Dries → Regelmatig komen er berichten in het nieuws over gemeentelijke financiën, zoals on-langs over de politiek die weegt op het budget. Kan dit gelinkt worden aan jouw onderzoek?Stijn → Ons onderzoek richt zich meer op de impact van politieke determinanten op het financieel beleid. We vertrekken vanuit de Pu-blic Choice literatuur en bekijken hoe politici reageren bij bepaalde keuzes inzake financiën. Zo brengen we de politieke determinanten (politieke kleur, fragmentatie, tijd tot verkie-zingen,…) van het beslissingsproces in kaart. We stellen vast dat het aantal partijen in het college een impact heeft op het fiscaal beleid of op het investeringsbeleid. Als er meerdere partijen vertegenwoordigd zijn of als de lo-kale verkiezingen naderen, blijkt dat men meer investeert. In het eerste geval omdat de par-tijen verschillende voorkeuren hebben, in het tweede omdat het bestuur graag uitpakt met grote realisaties om zo de herverkiezingskans te vergroten. Deze keuzes hebben natuurlijk

hun effect op de schuldpositie of op het fiscaal beleid. Vanuit de academische wereld wordt sterk ingezet op A1-publicaties, maar die wor-den vaak enkel gelezen door mensen die ook voornamelijk academisch met het topic bezig zijn. De uitdaging is om die te laten doorstro-men naar een breder publiek.

Maatschappelijke relevantie van onderzoekStijn → Kan de universiteit een positieve invloed hebben op de maatschappij?Dries → Er wordt aan de universiteit veel state-of-the-art onderzoek verricht, maar er stoomt te weinig door naar de mensen of bedrijven die belang hebben bij de ontdekkingen. In plaats van zoveel mogelijk publicaties te schrijven, zou het nuttiger kunnen zijn om enkel de écht waardevolle contributies te publiceren en de vrijgekomen tijd te besteden aan het com-municeren van de resultaten naar belangheb-benden. Als academicus vind ik dat het onze taak is om onze expertise door te geven aan de bredere samenleving. Zelf werk ik ondertussen al een jaar aan een blog (http://taptoe.word-press.com) waar ik af en toe reageer op iets dat in de actualiteit is gekomen. Ik vertrek meestal van krantenartikels, waarbij men twijfelachtige conclusies trekt uit wetenschappelijk onder-zoek. Ik hou deze blogs zeer toegankelijk om een breed publiek te bereiken. Bijvoorbeeld, onlangs verscheen in de media dat ouders met kinderen ongelukkiger zouden zijn dan ouders zonder kinderen. Zelf ben ik 5 maan-den geleden vader geworden van een dochter en ik geniet er net van om na een lange dag werken thuis te komen bij mijn familie. Daarop heb ik besloten om de studie van dichterbij te bekijken. Het verschil in ‘geluksscore’ tussen mensen met en zonder kinderen bleek maar 0,02 te zijn op een schaal van 0 tot 10. Het on-derzoek was echter gebaseerd op een zodanig grote steekproef dat het verschil, hoe klein dan ook, statistisch significant werd. Bij dergelijke testen mag je de grootte van het effect uiter-aard niet uit het oog verliezen en kan je geen dergelijke conclusie trekken over het geluk van die mensen. De media staan dan vaak klaar om hieraan grote verklaringen te koppelen. Ik zie het als een van mijn taken om zulke zaken te nuanceren.

Tot slot vragen we beide professoren hun vak-gebied even in de schijnwerpers te zetten.Stijn → Het vakgebied van de lokale financiën en fiscaliteit is uiteraard beleidsrelevant. We reiken kennis en bevindingen aan, zodat de overheden er rekening mee kunnen houden. Dergelijke opleidingsonderdelen worden ech-ter niet specifiek gedoceerd, want wij leve-ren breder geschoolde bestuurskundigen af. Voorlopig focus ik me binnen mijn opdracht voornamelijk op het warm maken van de 1ste bachelors voor economie. Ik reik ze de eco-nomische bouwstenen aan waarmee ze later verder kunnen.Dries → Er zijn steeds meer succesverhalen van bedrijven die big data analyseren, omdat er ook steeds meer gegevens worden bijgehouden. De jobs liggen dan ook voor het grijpen. Daar-naast is mijn vakgebied zeer interessant omdat het meerdere facetten zoals computer skills, statistiek en bedrijfsinzicht combineert. Het is relevant voor toepassingen, maar het biedt ook een intellectuele uitdaging. Daarenboven is het privacydebat erg boeiend. Alles wat je online doet, wordt opgeslagen. Als je bijvoorbeeld gmail geopend hebt in je browser, kan google je surfgedrag opslaan. Als men hieruit een re-levant patroon kan afleiden, zal men dit ook effectief gebruiken. Als gebruiker moet je je dan ook van het volgende bewust zijn: if you’re not paying, you are the product being sold. Het is immers vaak zo dat je voor bepaalde diensten zoals facebook of twitter zelf deel van het product bent. Servers draaien niet gratis, dus achter elke gratis dienst zit een business-model dat inkomsten moet genereren. Aan de andere kant heb je er als gebruiker natuurlijk ook de voordelen van; je krijgt veel gerichtere informatie/reclame als consument en je krijgt de diensten gratis aangeboden.

nathalie gys en thOmas stappaerts

“HET IS EEN UITDAGING OM DE STUDENTEN 1STE BAcH Hw OP EEN

BOEIENDE MANIER KENNIS TE LATEN MAKEN MET DE BASISBEGINSELEN

VAN DE EcONOMIE, METEEN DE KERN VAN ONzE FAcULTEIT”

“IF YOU’RE NOT PAYING,

YOU ARE THE PRODUcT

BEING SOLD”

VOSEKO magazine 15

Page 16: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

90 jaar Vlaamse Economische Kring

Geschiedenis in een notendop

In de tijdsgeest van vervlaamsing van de Bijzondere Handelsschool werd op 16 november 1923 de Vlaamse Economische Kring (VEK) opgericht. Het programma dat voor het handjevol studenten werd opgesteld bestond uit een brede waaier aan activiteiten, gaan van debatten en voordrachten, over studiereizen en gedachtewisselingen met professoren tot het simpelweg bevorderen van kameraadschap. Tijdens de tweede wereldoorlog werden de activiteiten even stop-gezet, maar in de naoorlogse jaren wist de VEK zich onder leiding van prodecaan en prorector André Devreker –en met de steun van het professorenkorps en enkele industriëlen– opnieuw op te werken tot een bloeiende faculteitskring. In het begin van de jaren ’60 telde de vereniging ruim 200 leden.In de jaren ’80 kochten Jan Dewaele en zijn kameraden –na consumptie van enkele pintjes– de Yucca, het café gelegen op het kruispunt van de Sint-Pietersnieuwstraat en de Hoveniersberg. De deal werd zonder medeweten van hun ouders gesloten met vier wisselbrieven die in een jaar tijd afbetaald dienden te worden. Om geld in het laatje te brengen zag de VEK zich genoodzaakt om grote activiteiten te organiseren. Zo zagen de kristalnacht en de massacantus het levenslicht en was de openingsfuif voor het eerst uitverkocht.

Gedragen door de vele memorabele momenten, groeide de VEK uit tot een van de grootste studentenclubs die Gent rijk is. Vandaag staat een 19-koppig presidium dag en nacht klaar om de ruim 6.000 studenten van de faculteit Economie en Bedrijfskunde en andere sympathisanten te voorzien van boeken, cultuur-, feest-, sport-, reis- en jobgerelateerde activiteiten. Daarnaast baten zij ook nog steeds met grote trots de Yucca uit, tegenwoordig gelegen op het Kramersplein. Het is de laatste Gentse fakbar, een café voor en door studenten.

Zo vader, zo zoon

Clubliefde wordt soms ook met de paplepel meegegeven. De hui-dige preses Thomas Vandererfven treedt na precies dertig jaar in de voetsporen van zijn vader Wim (praeses ’83-’84 en ’84-’85). We stelden hen enkele vragen.

Wat was het mooiste ‘presesmoment?Wim → Het is moeilijk om er zomaar één gebeurtenis uit te kiezen. Die twee jaren waren een aaneenschakeling van leuke momenten. De studententijd is een fantastische zorgeloze periode (met uitzondering van die paar maanden dat er uiteraard ook moet gestudeerd worden) die later in het leven nog moeilijk te evenaren valt.Thomas → Er zijn al veel mooie momenten geweest, maar tot nu toe vond ik het ‘podiummoment’ aan het einde van de openingsfuif mijn mooiste. Om 5u ’s ochtends op het podium staan voor een volle Voor-uit, is toch een kippenvelmoment.

Hebben jullie elkaar alle details van jullie studentenleven verteld?Wim → Neen! Ik wil hem niet nog meer op slechte gedachten brengen.Thomas → Ik denk dat hij een aantal zaken wijselijk zal verzwegen hebben. Anders zou hij de raad ‘niets doen wat ik ook niet zou doen’ waarschijnlijk niet meer kunnen meegeven op zondagavond.

Op welk opzicht jullie op elkaar?Wim → Doorgaan tot je er bij neervalt. Vandaar mijn raad aan Thomas om toch ook af en toe wat gas terug te nemen. Verder proberen we al-les zo veel mogelijk van de positieve kant te bekijken en te relativeren.Thomas → We geven ons allebei 100% als we ergens voor gaan.

Wie kan het best een pintje ad fundum drinken?Wim → Met de leeftijd is mijn startsnelheid natuurlijk wat afgebot, maar ik heb nog altijd een goede eindsprint… Gezien het verschil in trainingsintensiteit de laatste jaren, vrees ik dat ik toch het onderspit zou moeten delven.

Vrouwelijke praeses

Er staat geen geslacht op het praesesschap van een studentenkring als de VEK. Doorheen de jaren durfden twee vrouwen het aan om de club te leiden. We schotelden Tania Van Parys (praeses ’90-’91) enkele vragen voor.

Hoe komt het volgens jou dat de VEK quasi geen vrouwelijke preses-sen gehad heeft?Ik denk dat het niet altijd evident is om dit als vrouw te doen. In die periode waren er sowieso al weinig vrouwen in het praesidium; zij stonden dan vnl. in voor de administratieve taken. Je moet kunnen delegeren en iedereen overstemmen op cantussen. Zo’n kwarteeuw geleden was er nog niet echt sprake van emancipatie. Gelukkig had ik een heel sterk team dat me bij alles ondersteunde. Het jaar daarvoor was mijn vriend praeses en zo heb ik de kneepjes van het vak geleerd.

---

----

ve

k -

----

----

----

----

----

--

VOSEKO magazine16

Page 17: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

Welke nieuwigheden heb jij geïntroduceerd?Als PR-praeses heb ik meerdere bedrijfsbezoeken georganiseerd, wat voordien niet gebeurde. We hebben de NAVO in Evere bezocht, Duvel Moortgat,… Zo deden we er een viertal per jaar. Wij hebben ook van de doopcantus een buitenactiviteit gemaakt. Een dag lang gingen we met onze schachten op pad, terwijl we liedjes zongen en drank proefden. Dat was eens een heel andere belevenis van een cantus.

Festiviteiten

De VEK laat dit uitzonderlijke jaar niet onopgemerkt voorbijgaan en betrekt iedereen bij de viering van het verleden, het heden en de toe-komst. Zo sneed decaan Marc De Clercq een reuzentaart aan waarvan zo’n 500 studenten konden smullen en tevens genieten van een beker warme chocolademelk. Later in november werd een volledige week gewijd aan het jubileum: cinemabezoek, pokertoernooi, cavabrunch, drinkwedstrijd van 90 pinten tussen schachten, commilitones en presidium,… het is slechts een greep uit het programma. Het hoog-tepunt viel op woensdag toen elk uur –van 13u ’s middags tot in de vroege feesturen– een gratis vat geschonken werd. De week werd afgesloten met een walking dinner voor iedereen die ooit deel heeft uitgemaakt van het VEK praesidium. Met ruim 110 aanwezigen werd deze succesvolle avond de grootste reünie in de geschiedenis van de VEK, waarop alle generaties –gaande van de praeses van ’62–’63 tot de jonge garde– van de partij waren.Tijdens het tweede semester wordt getracht om dit feestgedruis nog te overtreffen. Met het studentikoze aspect in het achterhoofd wordt een lustrumcantus georganiseerd, hét moment bij uitstek om jong-VEK en oud-VEK met elkaar te laten verbroederen met gezangen en vele liters van het vloeibare goud. Voor deze activiteit werd een exclu-sieve locatie uitgekozen: de Parnassus, een oude Franciscanerkerk in hartje Gent. We hopen daar opnieuw veel volk met een groen-wit hart te mogen verenigen en de toon te zetten voor de komende 90 jaren.

Ut vivat, crescat et floreat!

pieter DhertOge

“DE V.E.K. IS EEN wAARDEVOL

BEzIT GEwORDEN. HET IS

EEN VAN DE ScHOONSTE

ScHATTEN IN DE LADE VAN

ONzE LEVENSERVARINGEN.

NATUURLIjK BEwEREN wIj

zOALS IEDERE GENERATIE

EN IEDERE PROMOTIE, DAT

DE ONzE DE BESTE wAS. DE

TIjDSOMSTANDIGHEDEN

HEBBEN DE LEVENSwIjzE VAN

DE STUDENTEN GEwIjzIGD,

EN wAT VOOR ONS zO PRETTIG

EN VANzELFSPREKEND

ScHEEN, MOET HEN THANS

MISScHIEN ALS ONBEGRIjPELIjK

VOORKOMEN, NET zOALS HUN

HUIDIGE GEDRAGINGEN VOOR

ONS BEVREEMDEND ScHIjNEN.

MAAR OOK zIj, DE STUDENTEN

VAN THANS, zULLEN zOALS DEzE

VAN wELKE PROMOTIE OOK,

LATER, VEEL jAREN LATER, AAN

HUN jEUGD TERUGDENKEN EN

ONVERMIjDELIjK zAL DE V.E.K.

DAAR EEN PLAATS INNEMEN.”

raOul françOis, praeses ’31-’32, in het lustrummagazine van ’63-’64

VOSEKO magazine 17

Page 18: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

De faculteit en haar onderwijs: alweer grote onderscheiding !

Het onderwijs aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde geniet een uitstekende reputatie. Zo bedachten de visitatierapporten 2013 van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) onze opleidingen met lovende commentaar. Binnen de Universiteit Gent geldt de FEB als een inno-vator. Het monitoraat, zoals we het al jaren kennen, stond model voor de ondertussen over alle faculteiten heen geüniformeerde studiebe-geleiding. Ook onze studenten dragen hun steentje bij: met de in 2012 geïnitieerde “Best Teaching Awards”, onderstreept de studentenraad Stuveco het belang van degelijk onderwijs en onderwijsinnovatie en worden jaarlijks professoren en assistenten die het extra goed doen in de bloemetjes gezet.

Dé parels aan de kroon zijn uiteraard degene die –ondanks de vele incentives om vooral in onderzoek te investeren– excelleren in hun onderwijstaken. Dat er aan onze faculteit nogal wat van die parels schitteren, bewijzen de vele nominaties voor de Minervaonderschei-ding voor onderwijs aan de Universiteit Gent. Deze onderscheiding wordt jaarlijks door de rector uitgereikt aan een lesgever die erin slaagt de studenten te boeien via goed gestructureerde en interessante col-leges of die een bijzondere bijdrage weet te leveren aan onderwijsin-novatie of -organisatie en curriculumontwikkeling.

Elk jaar worden vier lesgevers over de gehele UGent geselecteerd voor deze onderscheiding. Zo werden de professoren Freddy Heylen en Patrick Van Kenhove in 2011 respectievelijk in 2012 genomineerd. Voor de Minervaonderscheiding 2013 kwamen liefst twee van de vier genomineerden uit onze stal: de professoren Patricia Everaert en Freddy Heylen. Woensdag 18 december werd de winnaar bekend gemaakt. Mooie –en onzes inziens niet meer dan terechte– woorden vielen over hen te lezen in het programmaboekje van de plechtige zitting. Professor Patricia Everaert werd genomineerd“ omwille van de overgave waarmee ze haar lessen invult en haar leergierigheid inzake doelgerichte didactische methoden”. Professor Freddy Heylen werd genomineerd “omwille van de schitterende invulling van zijn omvang-rijke onderwijsopdracht: studenten bestempelen hem eensgezind als een uitzonderlijk gemotiveerd en getalenteerd lesgever, altijd bereik-baar en met een groot empathisch vermogen”. Hoewel uiteindelijk professor Andreas Niehaus (faculteit Letteren en Wijsbegeerte) met de onderscheiding ging lopen, willen we de professoren Everaert en Heylen uitdrukkelijk feliciteren met hun nominatie!

stiJn Baert © fOtO’s | hilDe christiaens

---

de

facu

ltei

t --

----

----

----

----

----

VOSEKO magazine18

Page 19: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

Eerste Vlaams Jeugd Parlement: schot in de FEB-roos

Op 25, 26 en 27 oktober 2013 werd de eerste editie van de simulatie Vlaams Jeugd Parlement (VJParl) georganiseerd. Het VJParl werd bevolkt door studerende en werkende jongeren van 17 tot 23 jaar die uit alle bevolkingscategorieën gerekruteerd waren. Aan enkele parlementsleden, tevens studenten aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde –wellicht niet geheel toevallig allemaal bestuurskundigen– legden we enkele vragen voor, met name aan: → Kasper Vanpoucke, voorzitter VJParl; studies: bachelor BPM, partij: geen (neutraal) → John-Nathan Hocepied; diploma maatschappelijk werk, studies: master BPM, partij: Roodborstje (socialisten) → Pieter-Jan Van Der Burgt; studies: 1ste bachelor BPM, partij: Steenuil (liberalen) → Jasper Deweerdt; studies: 1ste bachelor BPM, partij: Steenuil (liberalen) → Elien Luypaert; studies: 1ste bachelor BPM , partij: Roodborstje (socialisten) → Christophe Du Four; diploma BPM, studies: master bedrijfseconomie; partij: Steenuil (liberalen)

‘OMDAT IK NOG NIET wIST BIj

wELKE PARTIj IK HOORDE,

wAS MIjN KEUzE EERDER

INGEGEVEN DOOR DE DRANG

TE ONTDEKKEN wAAR ELKE

PARTIj VOOR STOND DAN EEN

EcHTE ROODBORST TE zIjN’

Voorzitter, hoe blikt u op ‘uw’ parlement terug?Kasper → Het was een fantastische eerste editie die onze verwachtin-gen inloste. Tussen de eerste ontmoeting in een klein vergaderzaaltje in het Vlaams Parlement, zo’n drie jaar geleden en de plenaire zitting in het parlementaire halfrond afgelopen herfst, lag dan ook een berg werk. De hechte samenwerking met de educatieve en communica-tiedienst van het Vlaams Parlement en het Agentschap voor Sociaal-Cultureel Werk – afdeling Jeugd van de Vlaamse Gemeenschap, heeft een kwalitatief hoogstaand project voortgebracht.

Hoe ontstond en groeide het initiatief?Kasper → In Wallonië en Brussel en op federaal niveau bestaan al langer dergelijke parlementen waar jongeren een week heftig discussiëren. Tijdens een simulatie van de Belgische Senaat, het federaal JeugdPar-lementJeunesse, rijpte het idee om met enkele geëngageerde jongeren iets dergelijks op poten zetten in het Vlaams Parlement. Zo zouden ook gemeenschapsmateries als Onderwijs, Mobiliteit of Inburgering aan bod komen. Tevens leek het me ook een uitdaging om iets helemaal uit het niets op te bouwen.We hebben dan een brief geschreven aan de voorzitter van het Vlaams Parlement Jan Peumans en prompt werden we uitgenodigd voor een gesprek met de educatieve dienst. De samenwerking met het Vlaams Parlement en de Vlaamse Overheid verliep niet altijd even vlot. We moesten door een echt leerproces. Hoe een draagvlak te creëren, de financiering rond te krijgen, de organisatie op poten te zetten… bezorgden ons de nodige kopzorgen. We hebben de formule van de bestaande jeugdparlementen flink dooreen geschud en een eigen ‘Vlaamse’ touch gegeven. Onze simu-latie besteedde bv. meer aandacht aan het werk in de commissies waar de meeste politieke compromissen worden gesmeed door een groep toegewijde parlementsleden die als specialist van hun fractie zitting nemen in een themacommissie. We begonnen ook met heuse hoorzittingen met actoren uit de academische wereld, het middenveld of de betrokken sectoren.Om een zo breed mogelijke afspiegeling van de maatschappij in het halfrond te verzamelen, zetten we deelnemers met zeer diverse ach-tergronden bijeen. Teneinde bepaalde moeilijk te bereiken doelgroe-pen te enthousiasmeren, hebben we een ‘roadshow’ door Vlaamse steden opgezet.

------- stud

enten

- on

derw

ijs -------

VOSEKO magazine 19

Page 20: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

‘HET VERScHIL MET DE EcHTE

POLITIEK LAG wELLIcHT IN

DE VRIjHEID OM TIjDENS

HET SPREKEN MEER

ExTREME STANDPUNTEN

IN TE (MOGEN) NEMEN.’

Waarom heb je deelgenomen aan het Vlaams JeugdParlement?John-Nathan → Sinds een aantal jaren ben ik actief bij de Jong-Socialisten van Brugge en de sp.a. Het gebeten zijn door de politiek, de mogelijkheid tot het aangaan van discussies men mensen die een andere ideologie aanhangen én dat in de arena waar het echte debat ook plaatsvindt, waren mijn voornaamste drijfveren. Ik was ongelofelijk benieuwd.Pieter-Jan → De reden om mee te doen? Ervaring opdoen en kennis vergaren over de werking van het Vlaams Parlement, een belangrijk onderdeel van onze Belgische democratie. Het concept sprak me meteen aan en ik ben het op de voet blijven volgen tot het verlossende moment kwam dat de inschrijvingen werden open gesteld. Mijn geluk kon niet op toen ik geselecteerd werd.4 dagen met politiek bezig zijn en bij mensen vertoeven die dezelfde interesse delen: het was een droom die uitkwam. Jasper → Ik was onmiddellijk enthousiast omdat ik er van overtuigd was dat de simulatie een positieve inbreng kon betekenen voor mijn oplei-ding BPM waarin politieke wetenschappen een belangrijk onderdeel is. Elien → Tijdens een college werd het initiatief enthousiast gepromoot en ik was meteen verkocht. Diezelfde nacht nog schreef ik mijn mo-tivatiebrief voor deze unieke ervaring. Als bestuurskundige de kans krijgen om politiek vanuit een ander perspectief te bekijken… Uitda-gend toch? Uiteindelijk zijn mijn verwachtingen overtroffen en is mijn respect voor de parlementsleden alleen maar gegroeid. Christophe → Als afgestudeerde bestuurskundige zag ik het Vlaams Jeugdparlement als een unieke kans om in een relatief realistische simulatie, de theorie aan de praktijk te toetsen. Enerzijds is er de in-teresse voor beleidsvorming en politiek, anderzijds zag ik in deelname ook een kans om met geëngageerde (en vaak ruimdenkende) jongeren in gesprek te treden.

Wat heb je anders gedaan dan de ‘echte’ politici?John-Nathan → Grappig genoeg had ik de indruk dat politiek tijdens het VJP niet veel anders werd gevoerd dan in de realiteit. Na dag één was al duidelijk dat de inleving bijzonder groot was en dat de standpunten een weerspiegeling waren van de eigenlijke politieke tegenstellingen. “Wie gaat dat betalen? –zinsnede die ettelijke malen herhaald werd door een collega-liberaal– zou evengoed morgen de kop kunnen zijn van een krantenartikel. Teneinde toch maar dat ene voorstel er door te krijgen, werd gretig gebruik gemaakt van het zoge-naamde ellebogenwerk; ook de “politique politicienne” was manifest aanwezig. Een leuke anekdote is dat het voorstel van mijn fractie om schoolverlaters zo snel mogelijk te activeren, enkele dagen later ook werd gerealiseerd door de VDAB. Ook op het ideologische vlak herkende je bepaalde typische kenmer-ken; bv. hoe onze fractie uitging van de overheid, hoe de liberalen de vrije markt centraal stelden en de christendemocraten regelmatig het belang van de dialoog onderstreepten. Het verschil met de echte politiek lag wellicht in de vrijheid om tijdens het spreken meer extreme standpunten in te (mogen) nemen, maar voor de rest lag het grootste verschil wellicht in de partijnamen… Pieter-Jan → Ik denk dat het er bij ons wat losser aan toe ging dan in het ‘echte’ halfrond. Een zaalmedewerker van het Vlaams Parlement vertrouwde me toe dat hem was opgevallen dat jongeren nogal eens hun eigen ideeën verkondigen in plaats het partijstandpunt. ‘Moest dat gebeuren in het echte halfrond…’ besloot hij. Jasper → Ik denk dat we vooral constructief onderhandeld hebben. In minder dan drie dagen tot een akkoord komen, lijkt mij uitzonderlijk! Dat het zo echt leek, zorgde voor een unieke ervaring. Elien → Er zijn wel een paar verschillen tussen het VJParl en de echte politici en journalisten. Structureel is alles hetzelfde, maar de band tus-sen politici onderling en tussen politici en journalisten is toch anders. Bij het VJParl hadden de journalisten vooral een informatieve functie, in plaats van opinies te verduidelijken, brachten ze vnl. de deelnemers op de hoogte. Door de grote tijdsdruk verliep alles veel transparanter; er was amper tijd voor politieke spelletjes. Christophe → Ik heb net zoveel mogelijk clichés uitgeprobeerd: belan-genvermenging, vriendjespolitiek, uittredingsvergoedingen, cumul, blind de partijlijn volgen, lucratieve postjes verwerven,…

Wat heb je erbij opgestoken?John-Natan → De ‘politique politicienne’ beoefende ik bijzonder graag; voortdurend was ik aan het lobbyen. Na enige tijd realiseerde ik me dat het in de realiteit niet anders is. Het is me opgevallen dat er bijzonder veel werk vooraf gaat aan het eigenlijk indienen van een wetsvoorstel. En dan heb ik nog het geluk gehad om vrij snel partners te vinden voor het indienen van een degelijk centrum-links voorstel. Was dat niet gelukt, dan was er wellicht zonder resultaat evenveel tijd gekropen in het lobbyen. Ik kan me voorstellen dat zoiets in de realiteit bijzonder frustrerend is. Jasper → Ik heb heel wat bijgeleerd over wat er in het parlement ge-beurt, over het politieke spel en ook over de werking van de commis-sies en hun invloed op de plenaire vergadering. Elien → Ik heb geleerd hoe een wet tot stand komt en dat is niet in 1, 2, 3. Dagelijks tot 2 uur ’s nachts discussiëren: je geraakt er aan gewend. Ik

VOSEKO magazine20

Page 21: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

heb geleerd om echt te debatteren, mensen te overtuigen, naar oplos-singen te zoeken, compromissen te sluiten. Verder heb ik ook ervaren wat het is om euforie of teleurstelling te voelen. Ook bij een simulatie horen kwade gezichtsuitdrukkingen en geroep. Christophe → Het aantal deelnemers dat reeds op 17 à 23-jarige leef-tijd door een ideologische bril keek, was opmerkelijk; enkelen bleken zelfs (selectief) doof voor de expertise van bv. Ivan Van de Cloot en Fons Leroy. Dergelijke attitude bemoeilijkte het bereiken van een consensus over een coherent en (enigszins) onderbouwd voorstel van decreet. Positiever was het sterke retorische talent dat voor een luchtige noot zorgde door het rooms-rode voorstel inzake onderwijs op de korrel te nemen.

Zijn er vriendschappen voor het leven gesmeed?John-Nathan → Als ik in de media hoor hoe een ‘echte linkse’ goed be-vriend is met een libertaire nationalist bv., vind ik dat vreemd klinken. Maar eigenlijk was het in het VJParl niet anders. Tijdens de debatten erger je je ongelooflijk aan sommige standpunten en is er niets uitda-gender dan die redeneringen met de grond gelijk te maken. s ‘Avonds drink je dan samen een paar pinten en merk je dat die persoon best wel oké is. Over de partijgrenzen heen heb ik goede contacten opgebouwd. Binnenkort bv. ga ik op café met een paar liberalen. Pieter-Jan → Vriendschappen bij bulk, vetes voor geen meter :-). Als er al vetes zouden zijn, dan zijn ze op z’n minst unilateraal, want zelf zie ik daar geen heil in. Dat je tijdens debatten al eens op iemands tenen trapt is onvermijdelijk en dat niet iedereen je even sympathiek vindt, jammer genoeg ook. Ik heb alleen maar toffe en vooral slimme mensen ontmoet. Vriendschappen zijn er zeker en vast gesloten. Ik zou er met-een voor tekenen om het VJParl met deze groep te kunnen overdoen! Jasper → Van bij het begin was je genoodzaakt om contact te leggen met de leden van je eigen fractie en dat is bijzonder goed verlopen, ook al kenden wij elkaar nog helemaal niet. Gaandeweg spreek je met heel wat mensen, ook buiten je eigen fractie. Met een aantal onder hen die ook in Gent studeren heb ik nog vaak contact; we kunnen het goed met elkaar vinden omdat we een gezonde interesse voor politiek en maatschappij delen. Elien → Je leert mensen kennen met dezelfde interesse, dezelfde stu-die, dezelfde opinie. Je moet wel een onderscheid leren maken; tijdens een debat gaat het er niet vriendelijk aan toe, maar achteraf drink je gewoon een pint met elkaar. Je kan het iemand niet kwalijk nemen

dat hij twee uur voordien je amendement vergeleek met het nazisme. Christophe → Voortaan schrik ik van elke rooms-rode ‘rooievaar’. Geluk-kig heb ik een button van de fractie steenuil om te koesteren; en om de Duitse filosoof Hegel te citeren: “De uil van Minerva vliegt pas uit bij het invallen van de duisternis.” Heb je ambities als politicus of journalist?John-Nathan → Als je je politiek engageert gaan velen er van uit dat je ambities koestert om ‘politieker’ te worden, maar zoiets beslis je niet van vandaag op morgen. In elk geval waren de debatten uitermate boeiend en de ideologische tegenstellingen erg uitdagend. Ik heb me ingeschreven om senator te worden bij het JeugdParlementJeunesse. Laat dat maar mijn volgende ambitie zijn. Pieter-Jan → Ja! Ik hoop dat ik ooit de eer krijg om volksvertegenwoor-diger te mogen worden. Mocht dat ooit gebeuren, dan zal het VJParl daarin een niet te onderschatten rol hebben gespeeld. Jasper → Het is nog te vroeg om al te zeggen of ik politicus wil worden. Wat ik wel weet is dat ik graag in de ‘sector’ zou werken. Kabinetsme-dewerker van een minister bv., lijkt mij ook een zeer boeiende job. We zien wel wat de toekomst brengt. Elien → Mijn interesse is toegenomen en zo ook mijn ambitie. Een aanbod om parlementslid te worden zou ik nooit afslaan. Ik hoop ooit in het echte parlement te kunnen zetelen. Christophe → Hoewel ik geen ambities koester als politicus, heeft deze rijke ervaring me toch geprikkeld om meer aan dergelijke initiatieven deel te nemen.

Tot slot een vraag voor de voorzitter: Wat zegt de toekomst voor het VJParl? Kasper → Momenteel evalueren we deze eerste editie, maar we vragen aan het Vlaams Parlement wel uitdrukkelijk om hier samen met ons een vervolgverhaal van te maken!Wie interesse heeft om zelf een keer vanuit een parlementszetel te debatteren of mee wil organiseren kan ons contacteren!

Meer info? kasper.vanpoucke@vlaamsjeugdparlement.bewww.vlaamsjeugdparlement.be | Facebook → Vlaams-Jeugd-ParlementTwitter→ @VJeugdParlement

myriam De Bruyne

VOSEKO magazine 21

Page 22: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

© fOtO | hilDe christiaens

FEB Faits Divers

Hebt u zich ook al afgevraagd waarom het gebouw Hoveniersberg van de Faculteit Eco-nomie en Bedrijfskunde bezaaid is met koele kantoren en donkere auditoria?Bij de opmaak van het grondplan was het de bedoeling om het complex in Afrika, meer be-paald in het toenmalige Zaïre (nu Congo), te la-ten optrekken. Teneinde de constructie aan de binnenkant zo koel mogelijk te houden, kreeg ze aan de buitenkant terrassen die de zon en de warmte zoveel mogelijk zouden buiten hou-den. Toen de architect ook een Belgisch project binnenhaalde, vond hij er niet beter op dan het Afrikaanse plan uit te voeren en het gebouw te construeren nabij het Gentse Sint-Pietersplein.

Jürgen hanssens

Inspiration Days, social entrepreneurs inspire business school students

Wat?“Inspiration Days” is een project van het Positive Entrepreneurs Network dat sociaal ondernemerschap promoot en stimuleert bij studenten in Belgische business schools.Sociaal ondernemers geven er interactieve workshops. Zo delen ze hun ervaringen met studenten. Het evenement eindigt met een hoofd-conferentie, waarbij de belangrijkste sleutelfiguren uit de sector hun meningen en ervaringen rond sociaal ondernemerschap delen in een debat. De conferentie is toegankelijk voor het publiek. Eind januari hadden de volgende sprekers al bevestigd: Piet Colruyt (Impact Capi-tal), Steven Serneels (Strategic Adviro Ashoka), Peter Wollaert (Forum Social Entrepreneurship Vlerick).

17 maart 2014 - UGENTWaarom?Alhoewel sociaal ondernemerschap een groeiende sector is, blijft de aandacht ervoor in de Business Schools relatief klein. Steeds meer ondernemers kiezen ervoor om een sociale missie te integreren in hun projecten. Daarnaast bieden een groeiend aantal organisaties diensten en financiering aan voor sociaal ondernemerschap. Zo ontwikkelt zich een volledig nieuwe sector. Met het project “Inspiration Days” stimu-leert het “Positive Entrepreneurs Network” sociaal ondernemerschap bij studenten, toekomstige managers en ondernemers.Door het bouwen van bruggen tussen ondernemers en academici (docenten en onderzoekers) wil Poseco de bezoekers sensibiliseren rond sociaal ondernemerschap, alsook de verscheidenheid aantonen, zowel op het vlak van business model als innovatie, management,…

Wie?“Positive Entrepreneurs Network” is een netwerk van Belgische soci-aal ondernemers, dat in 2010 werd opgericht door Poseco en enkele gedreven ondernemers, die sociale en ecologische waarden in hun bedrijfsactiviteiten integreren om sociale impact te creëren.Voor meer informatie en inschrijving voor de conferentie www.inspirationdays.biz

vincent De cOnincK | Coördinator “Positive Entrepreneurs Network”

VOSEKO magazine22

Page 23: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

Activiteitenkalender vOseKO

15 maart 2014Alumnidag 2014Thema: Ondernemerschap in een Internationale en Innovatie OmgevingSprekers: Kristof De Wulf en Niels Schillewaert (InSites Consulting)

pOsecO | ugent

17 maart 2014Inspiration Days (zie artikel blz. 22)

vOseKO

18 maart 2014Workshop ‘Omgaan met stress’

Jci

25 maart 2014JCI Oost-Vlaamse jonge ondernemer van het jaarHet Quetelet auditorium is het forum voor de 3de verkiezing van de Oost-Vlaamse Jonge Ondernemer.

veK

27 maart 2014 ‘Feb’s Got Talent’ meets ‘Best Teaching Awards’. De talentenshow (in de foyer) wordt gekruid met een hapje en een drankje. Ook worden de ‘Best Teaching Awards ‘ uitgereikt aan de beste prof per opleiding en aan één assistent over de opleidingen heen.

ugent

16 april 2014Alumni toptalent ‘André Bouffioux’.Uitgestelde lezing van Alumni Toptalent André Bouffioux, CEO van Siemens België/Luxemburg

ugent

23 april 2014Lezing ‘Tot uw Dienst, waarom de nieuwe ambtenaar klantvriendelijk is?’ door het collectief Dinobusters (zie artikel hiernaast)

vOseKO

24 april 2014Lecture ‘Business Analytics: Data Science’spreker: Prof. dr. Dirk Van den Poel

vOseKO

3 mei 2014Alumnicupvoetbaltornooi alumni faculteit economie en bedrijfskunde

ugent

25 mei 2014 Stadsloop De Gentenaar

vOseKO

Begin juliAfstudeerbarbecue

vOseKO

25 november 2014 Effecten van Private Equity & Venture Capital

Telex

Prof. dr. Derrick Gosselin, buitengewoon hoogleraar, is bij KB van 26 no-vember 2013 door Koning Filip benoemd tot voorzitter van de raad van be-stuur van het Federale Studiecentrum voor Kernenergie SCK-CEN te Mol.

De door marketingbedrijf Partners In Marketing uitgereikte prijs ‘Beste Marketingthesis van Vlaanderen 2013’ en de erbij horende 1.000 euro gin-gen naar alumni Astrid Thienpont en Bart Van Der Vurst voor hun werk ‘Ownership in online community building: supporting e-business pro-cesses.’ De promoteren zijn prof. dr. Steve Muylle en Willem Standaert.

Op 18 oktober overleed Violette Vansteelandt, oud-studenten EW, op de leeftijd van 69 jaar. Ze is gewezen voorzitter van de Nationale Vrouwen-raad, Nederlandstalige afdeling, alsook gewezen ondervoorzitter van het Centre Européen du Comité des Femmes.

Oud-studenten Laurien Vandermeersche en Julie Van Heghe (aca-demiejaar 2011-12), hebben de BELRIM prijs 2013 gewonnen voor hun opmerkelijk eindwerk i.v.m. risk management. De promotor is prof. dr. ir. Regine Slagmulder.

i

‘Tot uw Dienst’, waarom de nieuwe ambtenaar klantvriendelijk is?

Lezing door Dinobusters

De overheid van vandaag staat voor heel wat uitdagingen en de economi-sche crisis stelt deze alleen maar scherper: een kluwen van versnipperde overheden zaait verwarring bij de burgers en doet de vraag rijzen naar de meerwaarde van de overheid. Door in dialoog te gaan, door niet alleen te denken maar vooral te doen, door te praten mét in plaats van over de burger, ontstaat een overheid waarbij openheid, authenticiteit en transparantie centraal staat. Kortom, een converserende overheid.

De Dinobusters zijn een collectief van jonge ambtenaren die komaf willen maken met het oubollige imago van de ‘overheid’, door van binnenuit inno-vatie en creativiteit te promoten.

Op 23 april, om 18.00u, stellen de Dino-busters hun boek ‘Tot uw Dienst’ voor op de faculteit Economie en Bedrijfs-kunde. Aansluitend treden zij in dialoog met het publiek. Het event wordt afge-sloten met een drankje.

grégOry maes

VOSEKO magazine 23

Page 24: VOSEKO Magazine Editie Maart 2014

U beterkennen omu beter te verzekeren.

Meer info ? Op de website www.ergo.be kunt u eenvoudig en snel het agentschap in uw regio vinden.U kunt ook altijd telefoneren op het nummer 02/535.57.11(Maandag-Dinsdag-Donderdag : 8.30 - 17.00 / Woensdag : 13.00 - 19.00 Vrijdag 8.30 - 16.00)of een mailtje sturen naar [email protected], merk van ERGO Insurance nv Bischoffsheimlaan 1-8, 1000 Brussel, België | T +32 (0)2 535 57 11 | F +32 (0)2 535 57 00 | www.ergo.be | [email protected] Brussel RPR 0414.875.829 | IBAN BE24 3101 1430 0038 | BIC BBRUBEBB | Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0735

De Groep ERGO telt vestigingen in maar liefst 30 Europese

landen. Het is de nummer 1 op het vlak van gezondheids-

en rechtsbijstandrisico’s. Vandaag telt de groep meer dan

40 miljoen klanten. Met een totaal premie-incasso van

€20 miljard in 2011 kunnen al deze klanten terugvallen op

een solide en stabiele fi nanciële partner. Het ratingbureau

Standard & Poor’s kende aan ERGO de hoge ‘A’-onders-

cheiding toe, wat de fi nanciële stabiliteit van ERGO

in de verf zet. In België is ERGO één van de marktleiders

in pensioensparen. Meer dan 697.000 klanten schenken ons

hun vertrouwen voor hun levensverzekeringen, aanvullend

pensioen en/of beleggingen.

een solide en stabiele fi nanciële partner. Het ratingbureau

Standard & Poor’s kende aan ERGO de hoge ‘A’-onders-

één van de marktleiders schenken ons

een solide en stabiele fi nanciële partner. Het ratingbureau

Standard & Poor’s kende aan ERGO de hoge ‘A’-onders-

één van de marktleiders

ERGO_GENERIQUE_A4_Voseko_NL.indd 1 23/05/12 14:51