Voorbeeld Titel 1 - vb. : Deel 1 : Inleiding · Web viewHet is in deze ruimte dat het mogelijk...

54
I I NHOUD NHOUD KVLV-JAARTHEMA 2008-2009: ENERGIEK............................p. 3 DOELSTELLING...................................................p. 5 VOORBEREIDING.................................................. p. 6 VOORSTEL VOOR HET VERLOOP VAN DE ACTIVITEIT.......................p. 8 Inleiding.....................................................p. 8 Inhoudelijke uitwerking.......................................p. 8 DEEL A. TEKENEN VAN ONTWORTELING IN MIJN LEVEN...................p. 10 Kennismaking en korte beschrijving van de werkwijze...........p. 10 Voeling krijgen met tekenen van ontworteling in het eigen leven p. 10 1. Inleiding..................................................p. 10 2. Signalen van ontworteling..................................p. 10 3. Vergelijking tussen mens en boom...........................p. 11 4. Besluit....................................................p. 13 DEEL B. DE NATUUR............................................. p. 14 Een blik op de natuur door een Indiaan........................p. 14 Wandelen in de natuur (meditatief wandelen)...................p. 15 Wandelen in de natuur geeft vruchten..........................p. 16 DEEL C. DE ANDEREN.............................................p. 18 Zijn mijn relaties 'voedend'?.................................p. 18 Relatietips van een monnik....................................p. 19 Standvastigheid (stabilitas)...............................p. 19 Dagelijks kleine dingen verbeteren (conversatio morum).....p. 19 Aan elkaar gehoor geven (obedientia).......................p. 20 DEEL D. HET MYSTERIE DAT GOD IS................................p. 24 Tijd maken voor God...........................................p. 24 1. Traditionele gebeden.......................................p. 25 2. De 'lectio divina'.........................................p. 25 3. Het stille gebed (het meditatieve gebed)...................p. 26 DEEL E. SLOT..................................................p. 28 Conclusie.....................................................p. 28 Plenum........................................................p. 28 Slotmoment....................................................p. 29 Werkjaar 2008-2009 - Zorg voor je wortels 2

Transcript of Voorbeeld Titel 1 - vb. : Deel 1 : Inleiding · Web viewHet is in deze ruimte dat het mogelijk...

Voorbeeld Titel 1 - vb. : Deel 1 : Inleiding

Inhoud

KVLV-jaarthema 2008-2009: EnergieKp.3

Doelstellingp.5

Voorbereidingp.6

Voorstel voor het verloop van de activiteitp.8

Inleidingp.8

Inhoudelijke uitwerkingp.8

Deel A. Tekenen van ontworteling in mijn levenp.10

Kennismaking en korte beschrijving van de werkwijzep.10

Voeling krijgen met tekenen van ontworteling in het eigen levenp.10

1. Inleidingp.10

2. Signalen van ontwortelingp.10

3. Vergelijking tussen mens en boomp.11

4. Besluitp.13

Deel B. De natuurp.14

Een blik op de natuur door een Indiaanp.14

Wandelen in de natuur (meditatief wandelen)p.15

Wandelen in de natuur geeft vruchtenp.16

Deel C. De anderenp.18

Zijn mijn relaties 'voedend'?p.18

Relatietips van een monnikp.19

· Standvastigheid (stabilitas)p.19

· Dagelijks kleine dingen verbeteren (conversatio morum)p.19

· Aan elkaar gehoor geven (obedientia)p.20

Deel D. Het mysterie dat God isp.24

Tijd maken voor Godp.24

1. Traditionele gebedenp.25

2. De 'lectio divina'p.25

3. Het stille gebed (het meditatieve gebed)p.26

Deel E. Slotp.28

Conclusiep.28

Plenum

p.28

Slotmomentp.29

Bijlage 1. Voeling krijgen met tekenen van ontworteling in mijn levenp.30

Bijlage 2. Een kijk op de natuur door een Indiaanp.31

Bijlage 3. Zijn mijn relaties 'voedend'? / Relatietips van een monnikp.32

Bijlage 4. Het mysterie dat God isp.34

Bijlage 5. Goed om weten of om te lezen... p.37

Bijlage 6. Om af te sluitenp.38

Jaarthema 2008-2009

Energie is de motor van alles: de natuur, de samenleving, jij en ik... alles wordt gedreven door energie. Het is de kracht van waaruit dingen veranderen of in beweging komen. Zo werkt het ook in KVLV: dankzij jouw energie beweegt er iets.

De twee komende werkjaren willen we energie in de kijker zetten. We zoeken een antwoord op vragen zoals: waar haal jij je energie vandaan? Hoe ga je om met jouw energie? Maar ook: hoe ga je om met de energie uit je omgeving? En welke rol kun jij spelen in het energieverhaal?

Probeer energie eens voor te stellen. Niet zo makkelijk? Nochtans… energie toont zich in de natuur en in onze persoon in vele vormen. Denk in de natuur maar aan stromend water, de warmte van de zon, de kracht van de wind en de rijkdom van de aarde. Maar ook onze persoonlijke energiebronnen zoals onze emoties, onze verbondenheid met anderen of de Andere, onze mentale ingesteldheid, ons eten en drinken nemen een belangrijke plaats in.

Al deze vormen van natuurlijke en persoonlijke energie worden gesymboliseerd in de vier oerelementen: water, vuur, lucht en aarde.

Het gebruik van al deze energiebronnen lijkt soms zo vanzelfsprekend, maar is het dat ook?

Natuurlijke energie

We verplaatsen ons met de auto, we knippen het licht aan waar en wanneer we willen, we draaien de kraan open, we kijken televisie. Een voor een dagelijkse handelingen waarbij we natuurlijke energie gebruiken zonder er nog bij stil te staan.

Stilaan lijkt er echter iets te veranderen. Het maatschappelijk energiedebat doet ons steeds vaker nadenken over het gebruik van natuurlijke energie. Denk maar aan de klimaatdiscussies in de media, de ecologische voetafdruk die ons aangemeten wordt, de klimaatwijken die her en der ontstaan, de energiecampagnes die de overheid lanceert of de subsidies die ze geeft voor wie investeert in energiesparen. Of kijk naar je brandstof, gas- en elektriciteitsfactuur die in vergelijking met enkele jaren geleden ongetwijfeld hoger is geworden. Het is je vast ook niet ontgaan dat de oneindige beschikbaarheid van de energiereserves steeds vaker in vraag wordt gesteld én dat de productie van al die energie voor meer vervuilende reststoffen zoals broeikasgassen en fijn stof in de lucht lijkt te zorgen.

Persoonlijke energie

Net zoals de aarde energiebronnen bezit, bezit ook de mens een bron aan energie. Door voldoende eten en drinken, rust en warmte enerzijds en diepmenselijke sociale contacten en gedachte-uitwisseling anderzijds, krijgen je lichaam en je geest de kracht die je nodig hebt om te leven. Je persoonlijke energiecurve wordt daarbij sterk beïnvloed door mensen, dingen, gebeurtenissen, momenten,… Dit kan zowel in positieve (energiegevers) als in negatieve zin (energievreters).

Dat je persoonlijke energie nodig hebt om je leven te organiseren, is vaak vanzelfsprekend. En toch kunnen we het niet ontkennen: voor veel mensen en groepen is het niet zo evident om elke dag energiek in het leven te staan.

Uit de cijfers van de gezondheidsenquête van 2004 blijkt dat bijna tien op de honderd vrouwen aan een depressie lijden. Dat is bijna drie keer meer dan in 2001. Daarnaast is er meer aandacht voor wellness en dat tot in de privésfeer van mensen. Tevens ontstaan er veel centra die op de meest uiteenlopende manieren mensen helpen zoeken naar meer persoonlijke energie.

Samen een verschil maken

Kortom, 101 redenen om wat vaker stil te staan bij ons natuurlijk en persoonlijk energiegebruik. Al gauw zul je dan ontdekken dat het ook anders kan, dat er mogelijkheden te over zijn om zorgzaam om te springen met onze energiebronnen.

Op deze ontdekkingstocht wil KVLV je meenemen met het nieuwe jaarthema ‘EnergieK’. Het vrouwenfiguurtje op het woord ‘EnergieK’ noemen we Marie Energie. Zij wil ons twee jaar uitnodigen om stil te staan bij de manier waarop we omgaan met natuurlijke en persoonlijke energie. KVLV wil je daarbij helpen zodat je een weg vindt in de veelheid aan informatie, mogelijkheden en goederen. Dit helpt je een bewuste, evenwichtige keuze te maken, die goed is voor jezelf én voor de toekomstige generaties. Door samen te zoeken naar vormen om duurzaam en efficiënt om te gaan met energie in al zijn vormen, motiveren we elkaar om met zorg om te springen met onze natuurlijke en onze persoonlijke energie. Als we samen deze uitdaging aangaan en onze creativiteit aanwenden, moet het mogelijk zijn om onze energiebronnen te stimuleren en ze efficiënt in te zetten. Elke inspanning, door wie ook geleverd én hoe klein ook, zal energie opleveren.

Doelstelling

Als je ‘wortels’ intikt op Google, vind je niet zoveel. Hooguit een paar kooktips om worteltjes te bereiden. ‘Ontworteling’ daarentegen biedt meteen tal van interessante sites waar men ingaat op de symptomen van ontworteling in mens en maatschappij. Blijkbaar valt er vandaag méér te zeggen over ‘ontworteling’ dan over ‘wortels’. ‘Ontworteling’ is een herkenbaar fenomeen voor de moderne mens.

Een eerste doelstelling is bewustwording van signalen van ontworteling in het eigen leven. Een ‘abstract’ begrip wordt hier concreet gemaakt. ‘Ontworteling’ is nu eenmaal de donkere keerzijde van onze vrije maatschappij, gericht op de ontplooiing van het individu. Geen westerling die er (helemaal) aan ontsnapt.

En dat is jammer. Want wortels zijn letterlijk van levensbelang. Elke boom, struik, ja, zelfs een grassprietje ontwikkelt stevige wortels. Wortels zorgen immers voor de nodige voeding, en voor de stevigheid van een plant. Ons bewust worden van het belang van wortels is een tweede doelstelling van deze vormingsactiviteit.

Bij onze speurtocht naar wortels volgen we een algemeen spoor en een persoonlijk spoor.

Algemeen kun je stellen dat ‘wortels’ zijn wat mensen voedt en draagkracht geeft. We kunnen drie categorieën ‘wortels’ aanreiken die voor iedereen herkenbaar zijn: natuur, de ander, het m(M)ysterie van het leven.

Er is ook een persoonlijk spoor: elke mens ontwikkelt zijn eigen wortels: zijn heel eigen manier om voeding en stevigheid te verkrijgen. En zo komen we meteen aan de derde en belangrijkste doelstelling: hoe zorgen we voor gezonde wortels in ons leven? Hoe kunnen we zo omgaan met de natuur, met anderen en met God dat we kunnen wortelen in deze relaties? De tekst op de cover suggereert het antwoord.

Inzicht in deze thematiek mag geen theoretische kennis blijven!

Door het kiezen van herkenbare voorbeelden, door gerichte vragen en uitnodiging tot dialoog maken de deelnemers zich de inzichten eigen. Daarom wordt de vormings-activiteit niet opgesplitst in een theoretisch gedeelte en een gespreksgedeelte, maar worden de deelnemers van bij het begin uitgenodigd om elk stukje ‘theorie’ toe te passen in het eigen leven.

Voorbereiding

1. Ga eerst zelf na hoe je denkt over ‘wortels’. Ben je ooit bewust bezig met wat jou voeding geeft en sterkte – of is alle aandacht gericht op jouw ‘output’, op jouw prestaties? Voel je tijd maken voor ‘wortelen’ aan als iets overbodigs, of als een noodzakelijk kwaad, waar je nu eenmaal een beetje tijd voor moet maken? Ervaar je zelf signalen van ‘ontworteling’? (Doe zelf eens de test op antwoordblad in bijlage 1) Waar liggen jouw wortels?

2. Lees aandachtig de doelstellingen. De verhalen van de deelnemers zijn weliswaar heel belangrijk, maar de avond mag ook niet verzanden in anekdotische verhalen. De grote lijnen rond ‘wortels’ moeten zeker uitgezet worden.

3. Lees de achtergrondteksten, zodat je voldoende basiskennis hebt. Eventueel kun je je verder verdiepen in dit onderwerp door het lezen van de volgende boeken:

· Marc Buelens en Ann Vermeiren, Zelfzorg – De kracht van persoonlijke groei

· Will Derkse, Een levensregel voor beginners – Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijks leven

· Anselm Grün, Je eigen levensvreugde terugvinden

· Anselm Grün, Goed met jezelf omgaan

· Benoît Standaert, Spiritualiteit als levenskunst

4. Naast de handleiding zijn er ook werkbladen voor de deelnemers. Hierdoor kunnen ze gemakkelijk de structuur van de avond volgen.

Vergeet niet telkens duidelijk te zeggen met welk stukje op de antwoordbladen je bezig bent. De sleutelwoorden die op de antwoordbladen staan, kun je als vormingswerker aan het bord brengen.

In deze handleiding wordt wat je kunt gebruiken als bordtekst, aangeduid door ‘Besluit’. Het is ook zinvol om zelf eerst de opdrachten eens door te nemen. Dan weet je wat de eventuele knelpunten zijn, en kun je de deelnemers hier vooraf op wijzen.

5. De handleiding bevat heel wat voorbeelden. Voel je vrij om andere voorbeelden te gebruiken. Ook worden er meer werkvormen aangereikt dan haalbaar is binnen 2 uren. Hierdoor heb je de keuze welke vragen je uitkiest, en welke je de deelnemers uitnodigt om thuis bij stil te staan.

6. Besteed aandacht aan het begin en het einde van de vormingsactiviteit. Bespreek met de afdeling of er in het welkomstwoord een bezinningsmoment wordt gehouden. Zo ja, dan gebeurt dit best met één van de teksten uit de bijlage. Je kunt hierbij zelf een voorstel doen. Ook het einde moet verzorgd zijn. Hierbij kun je opnieuw gebruik maken van de voorgestelde teksten.

7. Zorg voor het nodige materiaal, zoals schrijfpapier, pennen, kopies, opdrachten,… Spreek goed af met de afdeling waar zij voor zorgen, en wat jij meebrengt.

8. Enkele praktische en didactische tips

a. Vraag de afdeling om vooraf de tafeltjes en stoelen klaar te zetten in groepjes van 4 (of 5) personen. Dat vergemakkelijkt het gesprek. Informeer of er een bord is, en zoniet, of men voor een flapbord kan zorgen.

b. Leg vooraf een bundeltje werkbladen bij elke zitplaats.

c. Iedereen is vrij om te spreken en vrij om te zwijgen. Dan wordt er ook niet verder aangedrongen, noch door de vormingswerker, noch door de tafelgenoten.

d. Als begeleider mag je ook zelf een concrete inbreng doen, door getuigend te vertellen over jouw wortels. Je zult anderen over hun schroom heen helpen om met elkaar in dialoog te treden. Natuurlijk moet het duidelijk zijn dat op dat moment jouw inbreng een getuigenis is, en geen norm.

e. ‘Wortels’ is een onderwerp dat uitnodigt om het hart eens te luchten, in de zin van ‘ik weet wel waar ik behoefte aan heb, maar ik heb nooit tijd!’. Voor je het weet, wordt de activiteit een koffiekransje waarbij iedereen eens vrijblijvend haar beklag kon doen over de vele eisen van het moderne leven. Dat is natuurlijk de bedoeling niet! Daarom zijn de vragen en opdrachten heel gericht. Vestig ook de aandacht van de deelnemers op dit gevaar.

Voorstel voor het verloop van de activiteit

Inleiding

1. Heet iedereen welkom op deze avond (middag).

2. Stel jezelf voor als vormingswerker. Vertel waarom jij ‘wortels’ een boeiend onderwerp vindt, dat de moeite is om een avond aan te wijden. Vertel hoe je dacht en denkt over ‘wortels in jouw leven’. Jouw openheid is de perfecte uitnodiging voor de deelnemers om zelf open te zijn.

3. Laat de aanwezigen zich kort voorstellen en de vraag beantwoorden: ‘Wat verwacht ik van deze activiteit?’. Vraag hen om dat, gezien de beperkte tijd, in twee zinnen te doen. Als je immers vraagt om ‘kort’ te zijn, zul je merken hoe rekbaar ‘kort’ is voor sommige mensen! Zeker als de groep groot is, moet deze kennismaking heel beknopt blijven! (Mijn naam is … en ik verwacht van deze avond dat …) Eventueel kun je de verwachtingen in kernwoorden neerschrijven op het flapbord. In sommige gevallen wordt deze kennismaking zelfs beter weggelaten (de groep kent elkaar al, of de tijd is heel beperkt).

4. Bedank de deelnemers voor deze inbreng, en vat hun verwachtingen samen. Spreek je hoop uit dat deze verwachtingen zullen ingevuld worden.

5. Vertel dat de avond niet uiteenvalt in een theoretisch gedeelte en een gespreksgedeelte, maar dat er telkens kleine stukjes inhoud zullen aangereikt worden. Een aantal sleutelwoorden van deze theoretische stukjes schrijf jij op het bord, en vinden de deelnemers op hun werkbladen. Zij kunnen op deze werkbladen, indien gewenst, ook verdere nota’s nemen. Vraag dat men eventuele vragen en opmerkingen bij deze inleidingen op een blad papier schrijft (laatste werkblad). Vertel dat de avond zal afgesloten worden met een kort plenum, waarin iedereen deze vragen of bedenkingen kan formuleren. Elk stukje inleiding wordt gevolgd door een paar vraagjes die in kleine groepjes kunnen besproken worden. Geef al aan dat dit onderwerp heel wat stof tot gesprek biedt, en dat er in elk groepje iemand nauwgezet op de klok zal moeten letten. (Bij het begin van het eerste overlegmoment vraag je wie deze taak op zich wil nemen. Op dat moment herinner je de deelnemers ook aan hun vrijheid om te spreken of te zwijgen, en aan het belang om geen oordeel uit te spreken over elkaars bijdragen)

Inhoudelijke uitwerking

1. In deel A gaan we na of er tekenen van ‘ontworteling’ in ons leven zijn. Vervolgens onderzoeken we de betekenis van ‘wortels’ in een mensenleven. In de natuur zorgen zij voor de voeding en de stevigheid van de boom of plant. Aan de hand hiervan gaan we op zoek naar menselijke wortels (wat mensen voeding en stevigheid geeft), en komen uit bij drie hoofdthema’s: de natuur, de medemens, het mysterie die wij God noemen.

2. We blijven in deel B stilstaan bij ‘de natuur’, en wat die voor ons betekent. In de bijpassende opgaven zoeken we wegen om ‘natuur’ een plaats te geven in ons leven.

3. In deel C staan we stil bij ‘de anderen’. Hoe kunnen we omgaan met anderen zodat de relatie voor alle partijen een voedende bron en een bodem van stevigheid biedt? We ronden opnieuw af met een paar opgaven. Zowel in deel B als in deel C komen we uit op een spirituele kern, die de echte voeding uitmaakt van deze bronnen.

4. Deze kern noemen we ‘God’, en mochten we in de figuur van Jezus leren kennen als een bewogen God, een God die houdt van mensen. Het is een hele uitdaging om in deel D het gesprek aan te gaan rond de uiteindelijke bron van ons bloeien en vrucht dragen. Hoe kunnen we dit besef wortelen in ons leven? Hoe kunnen we God concreet een plaats geven?

5. Plenum

Iedereen wordt uitgenodigd om zijn blad te bekijken met eventuele vragen en bedenkingen. (Bij een grote groep kun je vragen dat deze per groepje geordend en naar voren gebracht worden). Je geeft aan iemand het woord en geeft andere deelnemers de kans om hierop in te haken. Beluister alle inbreng, herhaal, vat samen, en voeg er jouw visie aan toe. Nodig de deelnemers uit om in de ik-vorm te spreken, en niet het afstand scheppende ‘je’ (of ‘ge’). Vel over geen enkele opmerking een oordeel, ook niet als je het er helemaal niet mee eens bent. Zet dan wel zachtjes en vol respect jouw visie ernaast. Of stel een vraag die de deelnemer confronteert met de gevolgen van haar visie. Indien dit gesprek moeilijk op gang komt, kun je vragen stellen zoals, ‘Is er iets van deze vormingsactiviteit dat je graag wilt toepassen?’ ‘Heb je iets nieuws gehoord? Wat?’ Of je kunt terugbladeren naar het eerste blad van jouw bordtekst, waarop de verwachtingen genoteerd staan, en informeren of die werden ingevuld.

6. Slot

Lees een korte tekst voor (keuze tussen gedicht of psalm) en geef de deelnemers een kopie daarvan mee naar huis. Dit onderwerp kan heel wat losgemaakt hebben, maar loopt het risico te blijven steken in ‘goede bedoelingen’. Geef de deelnemers dan ook een lijst mee van goede boeken over dit onderwerp.

Deel ATekenen van ontworteling in mijn leven

Duurtijd: 30 minuten

Kennismaking en korte beschrijving van werkwijze

Voeling krijgen met tekenen van ontworteling in het eigen leven

1. Inleiding

Dat was vreemd. Toen ik een en ander wilde opzoeken over het thema ‘wortels’ op Internet, vond ik bitter weinig. Het meest vertegenwoordigd waren de recepten over de bereiding van worteltjes.

Toen tikte ik ‘ontworteling’ in. En de links stroomden over mijn scherm. ‘Culturele ontworteling’, ‘existentiële ontworteling’, ‘ontworteling als thema in de kunst’, ‘ontworteling van migranten’, ‘ontworteling van de westerse samenleving’,…

Blijkbaar weet men daarover veel meer te vertellen. Blijkbaar wordt ontworteling door veel mensen herkend en ervaren. Blijkbaar is ‘ontworteling’ een van de kenmerken van onze hedendaagse maatschappij.

Maar wat zijn de symptomen van deze ontworteling? En ervaren we die ook zelf? We staan even stil bij tekenen van ontworteling in ons eigen leven.

Hoe gaat het met de wortels in mijn leven? Ervaar ik een stuk ‘ontworteling’?

2. Signalen van ontworteling

In bijlage 1 vind je verschillende uitspraken die de deelnemers voeling kunnen doen krijgen met de eigen tekenen van ontworteling in hun leven.

Mogelijke werkwijze

Kopieer voor de aanwezigen bijlage 1 en deel het uit. Lees de uitspraken voor. Vraag nadien de aanwezigen om de uitspraken zelf te lezen, en een kleine aanduiding te maken bij de uitspraken die ze, volledig of gedeeltelijk, herkennen in het eigen leven. Zeg ook dat dit persoonlijk is, en niet zal gedeeld worden.

Vraag aan de deelnemers of ze van de uitspraken, er herkend hebben in hun leven?

Ja?

Dan zijn ze ook een ‘mede-slachtoffer’ van de ontworteling in deze maatschappij en kunnen ze er deugd aan hebben samen met andere ‘mede-ontwortelden’, opnieuw te graven naar hun wortels. Want ook al lijkt het alsof die er niet meer zijn, ze zijn er zeker nog!

Neen?

Indien een enkele deelnemer helemaal niets herkend heeft, of vindt dat deze uitspraken toch wel erg negatief zijn, vraag haar of ze toch wil blijven, want dan kan ze tips geven, over hoe zij de wortels in haar leven zo gezond heeft kunnen houden! Want dit is helemaal niet vanzelfsprekend in deze postmoderne maatschappij.

3. Vergelijking tussen mens en boom

Mensen kunnen dan misschien wel symbolisch wortels hebben of ontworteld zijn, bomen hebben letterlijk wortels. Kun je van de vergelijking met bomen iets leren?

Mogelijke werkwijze

Je kunt mogelijks om het concreet te maken, een boom met zijn wortels tekenen op het flapbord.

a.Uiterlijke kenmerken

Boom?

· Er is veel aandacht voor het uitzicht van de boom. Ziet hij er gezond uit? Oogt hij sympathiek? Voldoet hij aan de geldende normen?

· Er is ook veel aandacht voor de ‘output’ van de boom. Wat levert hij op? Hoe vaak geeft hij die oogst? Gaat de oogst in een stijgende lijn? Kunnen we ervoor zorgen dat hij het hele jaar door vruchten geeft? Hoe kunnen we hem verzekeren voor een slechter jaar?

· Aan de wortels van de boom wordt er bitter weinig aandacht besteed. Die zijn immers onzichtbaar. Ze leveren niet meteen rendement op. Ze hebben te maken met dingen die je niet kan controleren of manipuleren.

De mens?

· Er is ook bij de mens, veel aandacht voor het uitzicht. Hoe zie je eruit? Zijn je kleren in de mode? Lopen je kinderen netjes gekleed?

· Er is ook bij de mens veel aandacht voor zijn ‘output’. Waar werk jij? Welk werk doe je?

· En is er aandacht voor zijn wortels?

De generaties vóór ons wisten wel beter. Het leven was in veel opzichten harder dan nu. De mensen wisten dat ze wortels nodig hadden om te overleven. Ze investeerden, hoeveel werk er ook was in deze tijd voor de automatisatie, tijd en energie aan het gezond houden van hun wortels. Zo was het bijvoorbeeld de evidentie zelf dat de avonden dienden als rustige voorbereiding voor de nacht. Of dat er op zondag niet gewerkt werd, en er tijd werd gemaakt voor enige bezinning. Of dat de contacten met een beperkte kring mensen (‘het dorp’ was vaak tegelijk familiekring, vriendenkring, werkkring, hobbykring, politieke kring en religieuze kring) moesten onderhouden worden door babbels, feesten,...

We kunnen hun manieren om dit te doen niet kopiëren. Dit is een andere maatschappij, met andere eisen, andere uitdagingen, andere kansen. In veel opzichten is dit een prettiger tijd om in te leven. Maar we kunnen wel iets leren van de zorg die de generaties voor ons besteedden aan hun wortels. Zo kunnen we zelf op zoek gaan naar de wortels in ons leven, en manieren om de levenssappen terug door deze wortels te laten stromen.

B.Functie van de wortels

Boom of plant?

Als je kijkt naar de wortels in de natuur, zie je hoe belangrijk die zijn. Het wortelnetwerk van een boom of plant zal meestal net iets langer of groter zijn dan wat je ziet boven de aarde. Hierdoor geven ze de boom stevigheid bij storm of zware wind.

Daarnaast zijn de wortels ook de kanalen waarlangs de voeding (water en mineralen) kan stromen. In de land- en tuinbouw kijkt men bij aankoop van planten naar de wortel. Dit zegt iets over de kwaliteit van de plant. Een goed ontwikkelde wortel belooft een kwaliteitsvolle plant te worden… en dat belooft een goede oogst.

De mens?

Wat geeft de mens stabiliteit en stevigheid?

Wat voedt je, zowel lichamelijk als geestelijk?

Na welke activiteiten of ervaringen zeg je "Hèhè, dit heeft deugd gedaan. Ik voel me een ander mens?"

Mogelijke werkvorm

De vormingswerker nodigt de deelnemers uit hierover even na te denken en een paar antwoorden te noteren.

Na een paar minuten vraagt hij wie een paar voorbeelden wil geven. Hij schrijft de antwoorden aan het flapbord in drie kolommen, zonder meteen een titel boven de kolommen te schrijven. Later worden deze titels wel toegevoegd, namelijk: natuur, de ander, de Bron van alle dingen.

Soms kan het nodig zijn om een paar extra vraagjes te stellen. Iemand zegt bijvoorbeeld ‘als ik een uurtje gebreid heb’. Dan vraag je wat precies zo deugd doet aan ‘breien’. Wanneer de dame het heeft over de rust die het haar brengt, is dit misschien iets om onder ‘de Bron van alle dingen’ te brengen. Heeft ze het over de fijne gedachte aan haar kleinkinderen, die zullen genieten van de kleurrijke pull, dan valt het onder ‘anderen’.

Deugddoend bezig zijn met je lichaam (bijvoorbeeld een bad nemen) kan ook onder ‘natuur’ geplaatst worden.

Een voorbeeld:

NATUUR

DE ANDER

BRON

Wandelen

Een goed gesprek met een vriendin

Gebed

Joggen

Knuffelen

Een rustgevende bezigheid (breien, tekenen,…)

Werken in de tuin

Samen lachen

Wandeling in de bergen

Bloemschikken

Troost ervaren

Voorbereiding kerstfeest

Spelen met hond

Samen naar een goede film kijken

Deze onderverdeling is een beetje kunstmatig, al deze zaken lopen immers vaak in elkaar over. De vormingswerker geeft dit ook aan. Een heerlijk bad nemen is bijvoorbeeld een stukje ‘natuur’ (je lichaam verzorgen, goed in je vel zitten), maar kan ook’ gericht zijn naar de ander’ (je mooi maken voor iemand) en kan zelfs een religieuze betekenis hebben (baden blijken vaak een plaats voor meditatie, denk ook maar aan de religieuze baden van de Joden)

Wie om die reden de onderverdeling in drie kolommen liever niet maakt, kan de voorbeelden die de deelnemers opsommen door elkaar aan bord brengen. Nadien trekt hij de conclusie dat er drie grote terreinen te bekennen vallen, en geeft een duidelijk voorbeeld bij elk van deze terreinen. Bijvoorbeeld: natuur: wandelen, anderen: samenzijn met vrienden, God: gebed. Zo is het niet nodig om sommige ‘dubbele’ zaken onder een kolom te moeten onderbrengen.

Boeiend is het ook om de deelnemers te vragen hoeveel uren per week (telt ongeveer 112 wakkere uren) ze aan deze wortel-activiteiten besteden.

Hoeveel procent van hun tijd gaat naar de wortels?

Vergelijk met wortels in de natuur: zij zijn MINSTENS even lang, meestal langer, als wat boven de grond uitsteekt, zich ontwikkeld heeft, vrucht draagt. Een grassprietje heeft een wortel van 2 meter!!

Antwoorden op deze vragen kun je onderbrengen in drie terreinen.

4. Besluit

Mens in vergelijking met een boom…

Vandaag is er veel aandacht voor het uitzicht van de mens en voor wat hij opbrengt (zijn output). Er is weinig aandacht voor onze wortels!

Dus moeten we als mens zelf extra aandacht besteden aan onze wortels!

Wortels van een boom…

· zijn de kanalen waarlangs voeding kan stromen

· geven stevigheid bij een storm.

En wat met onze wortels?

Drie zaken geven ons stabiliteit en zekerheid:

· de natuur

· de anderen

· het mysterie van het leven, die wij God noemen.

Deel BDe natuur

Duurtijd: 20 minuten

Een blik op de natuur door een Indiaan

Het Indiaanse opperhoofd Seattle (naar wie de Amerikaanse stad Seattle genoemd werd) leefde van ongeveer 1786 tot 1866. Na de dood van zijn zoon bekeerde hij zich tot het christendom. Zes jaar later deed hij een toespraak die in verschillende versies bekend is geworden. Nog steeds stemt deze tekst velen tot nadenken. In deze toespraak vertelt hij op ontroerende wijze over de manier waarop Indianen omgaan met de natuur, en hoe blanken dit doen.

Mogelijke werkvorm

Lees de tekst in bijlage 2.

Lees deze met VUUR, het is het enige oerelement dat niet in de tekst vermeld is. Zo sluit je aan bij het jaarthema in KVLV, EnergieK.

Vraag daarna aan de deelnemers om de tekst zelf aandachtig te lezen en te onderlijnen wat hen in de tekst raakt.

Vervolgens kunnen de vragen die onderaan de tekst staan, in groepjes besproken gedurende een kwartier. Nadien worden een paar antwoorden in de grote groep gebracht.

Op de laatste vragen, namelijk ‘Op welke concrete manier kun en wil jij je wortelen in de natuur? Op welke manier ben je graag aanwezig in de natuur? Waar en wanneer kun je hier tijd voor maken?' zijn vele antwoorden mogelijk: wandelen in de natuur, sporten in de natuur, werken in een groentetuin, een bos helpen aanleggen,…

Zorg er wel voor dat in de voorbeelden een ervaring van de natuur in zit: bijvoorbeeld ‘lid worden van WWF’ is zeer prijzenswaardig, maar omdat het niet direct aanwezigheid in de natuur inhoudt, voedt het niet rechtstreeks het dieper geworteld raken in de natuur.

Nadien ga je dieper in op een van de meest voor de hand liggende voorbeelden: wandelen in de natuur.

Wandelen in de natuur (meditatief wandelen)

Mogelijke werkvorm

Lees de volgende stelling en vraag de deelnemers te beoordelen of het hier over een ‘wortel-activiteit’ gaat. Dit kan in kleine groepjes of in grote groep.

Stelling

Wandelen is een sport. Ik probeer dezelfde afstand steeds op dezelfde tijd af te leggen, en die tijd zelfs scherper te stellen. Ik voel dat mijn fysieke conditie hierdoor verbetert.

Vraag

Is dit als een ‘voedende’ manier van wandelen? Krijg je hierdoor contact met je wortels?

Beluister met hen de antwoorden van de grote of kleine groep en kom met hen tot een conclusie.

Een mogelijke conclusie kan zijn:

· Beweging is goed en noodzakelijk voor de gezondheid. Je lichaam is immers ook natuur, en het doet deugd je lichaam te ‘voelen’. Door wat stevige lichaamsbeweging krijg je weer voeling met de kracht van je lichaam.

· Maar door wandelen te reduceren tot ‘zo snel mogelijk bewegen’ ga je voorbij aan het ‘voedende’ van een wandeling. Je maakt er opnieuw een prestatie van, die resultaten moet opleveren. Een voedende wandeling is veeleer ‘een kunst’.

In verscheidene religies wordt wandelen aangeprezen als een bezigheid die goed is voor de ziel. Niet toevallig kennen we de uitdrukking ‘wandelen in de Heer’ (en niet ‘joggen’ of ‘nordic walking’ in de Heer)

Maar hoe kun je leren op die manier te wandelen?

· Richt je aandacht letterlijk naar buiten

Laat je denken en zeker je piekeren los. Als je lang genoeg wandelt, zal dit vanzelf gebeuren, maar je kunt er ook jezelf in oefenen dit sneller te doen. Maak bewust je geest leeg door, als je merkt dat gedachten of zorgen door je heen gaan, je niet verder te laten meedrijven door deze gedachten of zorgen. Kies ervoor om je aandacht bewust naar buiten, naar de natuur te richten.

· Wandel niet oordelend

Gaandeweg kan dit kijken naar de natuur overgaan in ervaren van de natuur. Dit doe je door niet meer te oordelen over de natuur. Beoordelingen zoals ‘dit is mooi’, of ‘wat een lelijke boom’ laat je los. De natuur oordeelt ook niet over jou, zoals je daar wandelt, oud of jong, mooi of minder mooi, soepel of stram… Het werkt dan ook bevrijdend om ook zelf niet te oordelen.

· Zie, hoor, ruik, smaak en voel

Wat kun je dan wel doen? Maak bewust gebruik van al je zintuigen. Ruik, zie, luister, voel, smaak. Ontvang wat je krijgt.

· Adem

Verzorg je ademhaling. Vooral het uitademen wordt wel eens verwaarloosd.

Mogelijke werkvorm

Indien de tijd en de omgeving het toelaten, kan hier een korte ‘meditatieve’ wandeling worden ingelast om de aangereikte adviezen toe te passen. Nadien kan deze wandeling kort geëvalueerd worden. Je kunt hen uitnodigen in stilte de natuur te laten ingaan. Vraag hen een voorwerp uit de natuur mee te brengen, een voorwerp dat hen nu iets leert over henzelf. Indien je er de tijd voor hebt (bijvoorbeeld bij een bezinningsdag) kun je nadien de deelnemers uitnodigen hierover iets aan elkaar te vertellen. Uiteraard vervangt dit de volgende stap van deze handleiding.

Uiteraard kun je hiervan, in samenspraak met de deelnemers, ook een aparte activiteit maken.

Zoniet kunnen de deelnemers uitgenodigd worden om deze manier van wandelen zeker thuis eens te proberen.

Wandelen in de natuur geeft vruchten

De natuur is een milde leermeester, die niet alleen je verstand aanspreekt. Zij spreekt de hele mens aan, onze zintuigen, onze gevoelens. Mensen die dicht bij de natuur leven zijn vaak heel wijze mensen. Niet toevallig zijn er zoveel spreekwoorden gegroeid uit de beleving van de natuur.

Mogelijke werkvorm

Vraag de deelnemers in een open gesprek in grote groep wat de natuur hen al geleerd heeft? Wat ervaren zij als ‘geschenken van de natuur’?

Hieronder volgen een paar mogelijke antwoorden. Natuurlijk is het niet nodig dat alles wordt opgesomd. Wel is het belangrijk dat de deelnemers zich bewust worden van de enorme geschenken die een worteling in de natuur ons biedt, en van de verwijzing vanuit de natuur naar wat ons te boven gaat.

· alles wat leeft, richt zich naar de zon, naar de bron van licht en warmte

· rust, vrede

· een goede gezondheid

· een goed humeur

· alles heeft een begin en een einde

· niets verdwijnt zomaar, het wordt opgenomen in de cirkel van het leven

· de natuur heeft een bijzonder groot herstellingsvermogen

· de natuur kent zijn seizoenen, en aanvaardt die (dit in tegenstelling tot een maatschappij die de herfst- en winterkanten van een mensenleven wegmoffelt, en alleen stralende lentedagen en gouden zomers promoot)

· zelfs de donkerste wolken hebben een gouden randje

· na regen, komt zonneschijn

· dood en leven horen bij elkaar

· de mooiste dingen zijn gratis

· alles heeft zijn tijd: er kunnen niet het hele jaar vruchten zijn

· er is overvloed

· alles heeft zijn nut en functie

· het leven, de natuur kan hard zijn (kinderen die de natuur alleen maar leren kennen van Disney-films, krijgen een vertekend beeld van de realiteit, in zijn, soms harde, volheid)

· de natuur heeft een enorm recuperatievermogen (bijvoorbeeld in Hiroshima. Men had gedacht dat het jaren zou duren vooraleer iets opnieuw zou groeien. Niets was minder waar. Na 2 jaar groeide er opnieuw hard gras dat door de bewoners gegeten werd, bij gebrek aan ander voedsel.)

· de natuur leeft in het hier en nu (op een zonnige februaridag fluiten de merels alsof het lente is, zonder te piekeren of er de volgende dag niet nog een winterprik zou komen)

· goede oogstjaren wisselen slechte af, er is geen stijgende winstcurve in de natuur

· mos leert ons hoe wij zouden kunnen leven: zij beconcurreren elkaar niet, zij groeien samen naar het licht en zijn daarom zacht.

· …

Deze wijsheid wordt je vanzelf gegeven, wanneer je in de natuur bent.

Ook voor Jezus was de natuur een bron van inspiratie, een kanaal langs waar Hij voeling kreeg met de Schepper, zijn Vader. Denk maar aan teksten zoals ‘Zie naar de leliën des velds. Zij maaien niet en zij zaaien niet, en toch was zelfs Salomo niet mooier gekleed dan een van hen…’ in de Bergrede.

Of hoe vaak zonderde Jezus zich niet af in de natuur (de woestijn, een berg) om te spreken (bidden) met Zijn Vader.

Pauze

Deel CDe anderen

Duurtijd: 20 tot 30 minuten

Wanneer er gesproken wordt over de ontworteling van tijdgenoten, wordt er vaak verwezen naar de sociale ontworteling.

Families wonen vaak niet meer bij elkaar in de buurt, gezinnen vallen uiteen, kinderen spenderen de ene helft van hun tijd in hun ene huis, de andere helft in het andere, de ene kring collega’s wordt door job-hopping snel vervangen door de andere, lidmaatschappen van verenigingen zijn wisselend en vrijblijvend, vrienden komen en gaan,…

Op alle terreinen zijn de contacten tussen mensen losser en vrijblijvender geworden.

Dit heeft zijn voordelen.

Het individu heeft een grotere vrijheid gekregen, mensen zijn niet meer gedwongen om hun hele leven in een omgeving te blijven waar ze misschien niet tot ontplooiing kunnen komen, of waar ze misschien zelfs doodongelukkig zijn. Het heeft immers geen zin om star aan een relatie of werk vast te houden, die levenloos is, en misschien zelfs levensbedreigend voor alle betrokkenen.

Maar soms wordt misschien te snel geoordeeld dat een relatie niet meer levensvatbaar is. De wortels krijgen de kans niet om zich verder te ontwikkelen. Het vormen van wortels heeft immers tijd nodig, standvastigheid in diverse ‘weers’omstandigheden, en een bepaalde ‘grond’houding. Een boom die om het jaar verplant wordt, zal het moeilijk krijgen om gezonde wortels te vormen.

Zo kan de vraag gesteld worden: Hoe kun je zo omgaan met anderen dat je kan wortelen in deze relaties? Of, hoe worden je intieme, en minder intieme relaties voedend en deugddoend?

Zijn mijn relaties ‘voedend’?

We stellen onszelf de vraag of onze relaties met anderen al dan niet voedend zijn.

Mogelijke werkvorm

Vraag aan de deelnemers om de uitspraken op het blad bijlage 3 te lezen, en even na te denken of sommige zaken herkenbaar zijn. Dit is een persoonlijke opdracht, die niet in groep besproken wordt.

Herken je jezelf in een paar van deze uitspraken? Je bent niet alleen. De uitspraak ‘L’enfer, c’est les autres’, is er niet zomaar gekomen. Gelukkig kunnen anderen ook een stukje hemel zijn, kunnen we wortelen in hen, voeding en steun vinden bij hen.

Relatietips van een monnik

Het monnikenwezen zag zich vele eeuwen geleden ook geplaatst voor de uitdaging om gemeenschap te vormen met mensen die vaak heel uiteenlopende karakters hadden en, net als iedereen, verre van perfect waren. Een goede relatie met de anderen was echter een kwestie van levensbelang: de gemeenschap met anderen zou een voedende bron zijn voor de monniken, of de gemeenschap zou niet kunnen blijven bestaan.

We bekijken een paar adviezen van Benedictus van dichtbij.

standvastigheid (Stabilitas)

Het gaat hier over een welbepaalde grondhouding.

Deze grondhouding betekent dat je erbij blijft, dat je een engagement aangaat in een relatie met iemand, en daarvan niet wegloopt wanneer het minder goed gaat.

Het gaat hier natuurlijk niet over een grimmig, met de tanden op elkaar geklemd volhouden van bijvoorbeeld een belofte van trouw. Veeleer gaat het om een ‘ja’ blijven zeggen aan de liefde waarmee je die belofte van trouw hebt gedaan.

Dit is niet altijd gemakkelijk, en met zijn momenten eerder een kwestie van een keuze en van wilskracht dan van gevoel. Want er zijn periodes waarin dat gevoel op een heel laag pitje staat. De ander kan veranderen, saaier en minder aantrekkelijk worden, ziek of moeilijker van karakter. Ook moeten beide vrienden of geliefden bereid zijn die keuze voor elkaar te blijven maken.

Toch kunnen alle mensen die een innige relatie opbouwden, getuigen dat het vele jaren vergt om zo diep te wortelen, en dat ze vaak zijn verder gegaan in periodes waarin het enthousiasme voor elkaar op een laag pitje stond.

‘Stabilitas’ is geen passieve houding. Het betekent een heel actief, telkens opnieuw hernieuwen van het engagement, en telkens opnieuw op zoek gaan naar vormen om de relatie te beleven, die passen bij de huidige situatie.

Een weg van vallen en opstaan. Gelukkig ben je met twee …

Mogelijke werkvorm

Vraag aan de deelnemers om de vraagjes in bijlage 3 eerst persoonlijk op te lossen, en dan in kleine groepjes te delen wat men kwijt wil. Vooral de vraag naar het ‘geheim’ van stabilitas in een relatie kan voor iedereen heel verrijkend zijn. (bijvoorbeeld: altijd blijven spreken met elkaar, een ruzie zo snel mogelijk bijleggen, elkaar vrij laten, veel samen doen, enz) Men hoeft daarbij niet te zeggen over welke relatie het gaat.

Heel uiteenlopende dingen kunnen naast elkaar gezet worden. Hét geheim bestaat immers niet. Belangrijker echter is die creatieve keuze voor ‘standvastigheid’.

dagelijks kleine dingen verbeteren (Conversatio morum)

Het gaat hier over een bepaalde vorm van doen, handelen.

Dit betekent dat je bereid bent je levensstijl en gewoonten te veranderen. Dit gebeurt op een heel bescheiden niveau, namelijk wat voor jou haalbaar is.

‘Alles moet helemaal anders’ is een vaststelling die een relatie kapot kan maken, omdat ze geen rekening houdt met onze grenzen en beperkingen. Het gaat veeleer over kleine, haalbare dingen die een antwoord vormen op dingen die de relatie bedreigen. Soms zijn dit dreigingen die al jarenlang de relatie ondermijnen, zoals een schimmel die aan de wortels van een boom knabbelt. Soms zijn het nieuwe dreigingen die plots opduiken als een situatie verandert.

Een voorbeeld

Maarten en Philip zijn goede vrienden. Door te verhuizen, te trouwen, een drukke job te hebben, dreigt deze vriendschap helemaal te verwateren.

Het dagelijks mekaar zien en gesprekken voeren is in deze nieuwe fase van hun leven niet meer mogelijk. Maar het is wel haalbaar om een paar keren per jaar op een avond een glas te gaan drinken. Of misschien vinden beide gezinnen het wel prettig om samen een weekend in de Ardennen door te brengen.

Mogelijke werkvorm

Vraag de deelnemers een heel concrete oplossing te bedenken voor enkele uit het leven gegrepen situaties. Deze situaties staan op het blad bijlage 3. Vraag de deelnemers te zoeken naar kleine, haalbare veranderingen voor één of beide mensen.

Doordat het over ‘fictieve’ situaties gaat, is het veel minder bedreigend hierover te spreken … en misschien maken de deelnemers aan tafel zo de sprong naar de eigen situatie.

De laatste vraag waarin gevraagd wordt te kijken naar de eigen intieme relatie doet iedereen voor zich. Er wordt niet gedeeld in groep, tenzij er een heel open sfeer is waarin dit mogelijk is.

aan elkaar gehoor geven (Obedientia)

Het gaat hier over een bepaalde vorm van communicatie.

De ‘obedientia’ (gehoorzaamheid) heeft in veel moderne oren een negatieve bijklank. Er wordt gedacht aan een ongezonde machtsverhouding, aan braaf ja-knikken.

Toch heeft een goed begrepen ‘ge-hoor-zaam-heid’ alles te maken met een gezonde relatie, gebaseerd op gelijkwaardigheid, en gericht op langdurigheid. Gehoorzaamheid is geen beëindiging van de vrijheid, integendeel, het is het beginpunt van bevrijding. Het is het openbreken van dat dikke pantser om je heen, en de bereidheid te luisteren naar wat een ander je te zeggen heeft. Het vreemde is dat precies in het ruimte maken voor de ander, je de diepste kern van jezelf terugvindt. Hoe vaak merk je niet dat als je om jezelf blijft cirkelen, als je alleen luistert naar je eigen argumenten, gevoelens en gedachten je wereld heel bekrompen blijft – en dat je een nieuw gevoel van vrijheid ervaart als je je kan openstellen voor een nieuwe, andere kijk op de situatie.

Mogelijke werkvorm

Vertel onderstaand verhaal

De klok slaat. Irma wierp er een blik op. Haar lippen waren samengeknepen tot een fijne streep. Een ongelukkige streep. Karen was weer te laat. En ze had wel nog zo lekker gekookt voor haar.

Karen, de enige dochter van Irma, woonde vijftig kilometer verder. Ze had het haar nog zo gezegd, toen ze ging verhuizen. "Het zal ’t contact tussen ons geen deugd doen." Maar daar had ze niet naar geluisterd. Het was voor het werk van Danny. En nu was Danny ervandoor met zijn secretaresse, maar Karen en de kinderen zaten nog altijd in Ieper. Zo ver weg. Irma kon niet meer naar hen toe. Dat durfde ze niet. Met al die problemen aan haar heup was ze al heel gelukkig als ze van haar huis tot de bakker raakte. En natuurlijk kon ze niet op hulp van Karen rekenen. Integendeel, ze zag Karen maar één keer in de maand, als het goed ging. Haar hele leven hadden Irma en haar man Roger klaargestaan voor hun dochter. Geen moeite was hen te veel geweest. Zelfs toen ze getrouwd was met die Danny – tegen hun advies in! - hadden ze nog geholpen: het halve huis hadden ze behangen en geverfd! Maar nu Roger gestorven was, en Irma zelf op de sukkel, stond ze er alleen over. Een keer in de maand. En dan kon Karen nog niet op tijd zijn.

14 u 05. Karen staarde naar de bumper van de auto voor haar in de file en zuchtte diep. Ma zou weer niet tevreden zijn. "Kan ik het helpen?" dacht ze wrang, terwijl ze nerveus op haar stuurwiel trommelde. "Mama weet niet wat het is, om er altijd alleen voor te staan." Hoe kon ze het zich ook indenken? Zij had altijd een man gehad, die naast haar stond. Een man die eens een brood kon gaan halen, of de lekke kraan repareren. Die de kinderen eens hielp bij het schoolwerk, en ’s morgens de boterhammen smeerde. Karen beet op haar onderlip. Dergelijke dingen hoefde ze haar moeder niet te vertellen. Die had daar toch geen oren naar. "We hebben het je nog zo gezegd, kind, om niet met die flierefluiter te trouwen", zou ze antwoorden. Inwendig voelde Karen zich steeds bozer worden. Haar moeder was ook nooit tevreden. Ze stond er wellicht niet bij stil wat het betekende dat ze één van haar vier vrije dagen in de maand aan haar opofferde! O nee, dat Karen misschien wel dringende klussen thuis had, of liever gewoon even wilde rusten, daar stond ze vast niet bij stil! Naarmate de tijd verder tikte, kreeg Karen steeds minder zin in het maandelijks bezoek. Maar nu was ze er bijna.

Laat de dialoog afwisselend lezen door twee deelnemers met een luide, duidelijke stem.

- "Dag mama, hoe gaat het?" (+ geforceerde glimlach)

- "Dag kindje, blij dat ik je nog eens zie."

- "Hoe is het met de gezondheid?"

- "Pijn, he. ’t Is lastig, maar ja, ik heb niemand om mij te helpen. Maar allez, ik ga nu niet beginnen klagen. Laten we maar gauw aan tafel gaan, ‘t zal ondertussen bijna uitgekookt zijn."

- "Sorry, ik stond in de file."

- "Echt? ’t Is toch wat, he, met die files tegenwoordig. Vroeger was dat allemaal niet. Maar ja, vroeger waren er zoveel dingen die anders waren. De mensen hadden nog tijd voor elkaar."

- "En misschien zelfs voor zichzelf."

- "Ach ja, voor zichzelf. Daar zijn de jonge mensen nu mee bezig, he. Tijd voor zichzelf."

- "Ik ben er allerminst mee bezig, mama! Ik heb verdomme de tijd niet om eens op mijn gemak een bad te nemen! Gij kunt u dat niet voorstellen! Er is nooit iemand geweest die u heeft opgejaagd!"

- "Ge moet zo kwaad niet worden. Klaag ik soms? Ik zie u maar enen keer in de maand, terwijl ik zo sukkel met mijn gezondheid. Ik moet daar ook content mee zijn, he."

- "Luister, he, als het is om hier onder mijn vijs te krijgen, kan ik beter andere dingen doen. Ik heb een hele waslijst van dringende dingen…"

In kleine groepjes worden nadien de volgende vragen besproken.

· Houden moeder en dochter van elkaar? Waaruit blijkt dat?

· Toch slagen ze er niet in een deugddoend, helend gesprek te voeren. Wat gaat er fout? (mogelijke antwoorden: veel onrechtstreekse verwijten, steken onder water, jij-boodschappen, oordelen, ze luisteren niet naar elkaars gevoelens, maar interpreteren deze gevoelens van verdriet en gemis meteen als persoonlijke verwijten en aan-vallen,…)

· Hoe hadden ze het anders kunnen aanpakken? (mogelijke antwoorden: ruimte maken in jezelf voor de ander, de ander niet oordelen, en zichzelf niet beoordeeld voelen door de ander, luisteren naar elkaars gevoelens, weten dat gevoelens op zich neutraal zijn, ook de zogenaamd negatieve).

Als er tijdstekort is, lees je onmiddellijk het ‘goede’ gesprek. Bij tijdsgebrek laat je ze niet meer de vraagjes in kleine groep beantwoorden die erbij staan. Probeer wel kort plenummoment te voorzien.

- "Hallo, mama. Het spijt me dat ik zo laat ben, ik stond in de file."

- "Dag kind. Ik ben blij dat ge er zijt. Ik kijk zo uit naar die dagen dat ge komt. Ik was echt een beetje triestig toen ge er niet waart om twee uur. Dan voel ik me van geen tel, in uwen drukke agenda."

- "Voelt ge dat echt zo aan, mama? Denkt ge misschien dat ik u niet graag zie?"

- "Nee, dat weet ik wel. Maar er zoveel mensen en dingen in uw leven. Ik wenste dat ik u wat vaker zag."

- "Ik wenste het ook mama. Maar ik kan hier net zo veel aan doen als gij aan uw heup. Er moet nu eenmaal brood op de plank komen, de kinderen hebben mij nodig, het huishouden moet draaien."

- "Ja, kindje. Het moet erg zwaar zijn. Hoe voelt ge u?"

- "Ik voel me zo op, ik snak naar rust. Iedereen jaagt me op. Ik kan precies nergens goed doen. Ik voel me kwaad als gij ook teleurgesteld zijt."

- "Waarom zijt ge dan kwaad?"

- "Omdat zelfs gij niet ziet hoe ik mijn best doe!"

- "Denkt ge dat ik niet zie hoe ge uw best doet? Ik zie dat wel … Ik bewonder het hoe gij alles alleen voor elkaar krijgt, dat doet er geen een u na."

- "Ach, mama, ik doe mijn best, maar ik voel me dikwijls zo moe … Weet ge dat ik soms een maand niet de tijd heb om een bad te nemen? En als ik erin zit, krijgen de gasten ruzie, of doet ons Lies zich pijn…"

- "Maar kindje toch. En vroeger kon ge wel twee uur in de badkamer zitten! Papa zei dan altijd: ‘ze zal toch niet opgelost zijn!’"

Ze lachen allebei en zijn even stil. Ze kijken naar de foto van Roger op de schoorsteen en Karen legt haar hand op die van haar moeder.

- "Gaat het, mama?"

- "Ach ja, ik mis hem zo."

- "Ik ook."

Stilte.

- "Zijt ge ondertussen al eens naar die activiteit voor weduwen en alleenstaanden geweest van KVLV?"

- "Ach, nee."

- "Ge moet dat eens doen mama. Ge moogt hier niet zo altijd alleen zitten. Dat zou papa niet gewild hebben."

- "Misschien doe ik het wel eens."

- "Volgende maand vraag ik er weer naar, hoor."

Ze lachen even.

- "Zeg es, Karen, ik krijg opeens een idee. Hebt ge soms goesting om hier eens op uw gemakske een bad te nemen?"

- "Nu?!"

- "En waarom niet?"

- "Maar ik kom hier om u wat te helpen, mama."

- "Op dat half uurke zal het wel niet steken, zeker. Hier lopen er geen peuterkes rond, niemand zal u roepen."

- "Wel, eigenlijk zou dat mij wel deugd doen."

- "Dat is dan afgesproken, kindje. Er staat lavendelschuim, doe er maar een goei scheut in. Veel bubbels, dat vond ge vroeger ook zo plezant."

Wat kan er gebeurd zijn bij Karen of bij haar moeder waardoor ze zo ‘anders’ praten met elkaar?

· Karen heeft in de auto bewust nog enkele ademhalingsoefeningen gedaan.

· Heeft voeling gekregen met haar eigen spanning, onvrede,…

· Wil eerlijk haar gevoelens delen met haar moeder.

· Kiest ervoor om met liefde voor haar moeder, bij haar binnen te stappen.

· Haar moeder kan ook bewust een aantal ademhalingsoefeningen gedaan hebben, of een gebed gedaan hebben waarin ze gevraagd heeft aan God om met een open geest haar dochter te begroeten.

· Kiest ervoor om eerlijk haar gevoelens te vertellen, maar ook open en zonder vooroordelen te luisteren naar wat haar dochter vertelt.

Wat zijn de verschillen met de vorige dialoog?

· Beiden blijven bij hun eigen emotie (ik ben verdrietig, ik ben kwaad)

· Ze bevragen elkaar, ze oordelen elkaar niet.

· Ze maken ruimte voor elkaars gevoelens. Ze staan er open voor. Ze zijn bereid vooroordelen en eigen gevoelens even opzij te schuiven om echt te luisteren naar elkaar. Ze stellen een tweede vraag als ze denken dat iets niet volledig duidelijk is. Het is vergelijkbaar met onze natuurervaring. Daar waar we in de natuur aanwezig kunnen zijn zonder te oordelen, daar doen we een deugddoende ervaring!

· Ze voelen zich niet bedreigd door de zogenaamde negatieve emoties van de ander (angst, woede, verdriet). Die gevoelens mogen er ook zijn, en vormen niet noodzakelijk een bedreiging voor de relatie.

· Ze hebben respect voor elkaars anders-zijn. Hierdoor komen nieuwe ideeën in hen op. Bijvoorbeeld: De moeder, die zich vanuit haar eigen ervaring niet kan inbeelden hoe hectisch het leven van haar dochter is, kan door haar luisteren zich toch een beeld vormen. Hieruit ontstaat een origineel idee, die voor haar dochter de uitjes bij haar moeder, hoe zeldzaam ook, tot een moment van ontspanning maken. Zolang de moeder echter gevangen blijft in haar visie op hoe het leven van Karen er zou moeten uitzien, kan ze Karen niet echt helpen. Haar ruimte maken voor Karen en haar leven maakt haarzelf tot een rijkere en vrijere vrouw.

· Omgekeerd kan ook Karen vanuit haar eigen perspectief weinig begrip opbrengen voor haar moeder. Het gevaar dreigt dat ze haar gaat zien als iemand die het zelf veel gemakkelijker heeft, en toch blijft zeuren. Door echt te luisteren, en ruimte te maken in zichzelf, kan ze het verhaal horen van iemand die haar echtgenoot heel erg mist. Dit maakt ook de wereld van Karen ruimer. Zij is niet de enige die lijdt. Veel mensen hebben het moeilijk. We hebben elkaar nodig, al gaat het maar om kleine dingen.

· Een echte oplossing voor de problemen van beide vrouwen is er niet gekomen. Dat hebben zij ook zelf niet in handen. Maar er zijn wel, vanuit hun liefde, een paar kleine dingen gegroeid, die deze periode in hun leven draaglijker maakt.

Een relatie waarbinnen men op die manier aan elkaar ge-hoor-zaam is, is een relatie die voedend is. Het is een relatie die mensen laat groeien, zichzelf overstijgen. Door ruimte te maken voor de ander, merken mensen dat ‘liefde’ en ‘vriendschap’ ons gegeven zijn. Het is in deze ruimte dat het mogelijk wordt de ander te vergeven, waar hij of zij ons kwetst. Je kan deze liefde en mildheid zelf niet maken, maar als je er ruimte voor maakt, merk je dat ze je gegeven wordt. Door dit soort relaties word je gevoed, gesteund, en gedragen.

Deel DHet mysterie dat God is

Duurtijd: 20 tot 30 minuten

‘De kern van alle dingen is stil en eindeloos…’

Wat Felix Timmermans hier zo mooi verwoordt, mogen velen zelf ervaren. Vriendschap, liefde, een wandeling in de natuur… al die goede dingen des levens dragen een stille en eeuwige kern in zich die te maken heeft met het mysterie van het leven.

Tot die conclusie kwamen we al bij ‘natuur’ en ‘anderen’: zij zijn ‘voedend’ omdat ze ons spreken van ‘iets’ wat ons te boven gaat.

Jezus leerde ons dat dit ‘iets’ een ‘Iemand’ is, die ons zo liefdevol nabij is, dat we Hem Vader mogen noemen.

Hoe en waar komen we Hem vandaag op het spoor?

Op de eerste plaats moeten we ‘tijd maken voor God’. Daar zullen we sporen van God vinden in de tijd.

Tijd maken voor God

De stem van God is een heel zachte stem. Als je je dagen eivol propt met tal van activiteiten, is de kans bijzonder klein dat je die stem zal horen. Of als je jezelf vertelt dat je tijd voor God zult maken wanneer je eens tijd over hebt, is de kans heel groot dat die tijd nooit zal komen!

Het is net zoals in een menselijke relatie.

Een echtpaar met twee drukke jobs, twee levendige kinderen en een druk sociaal leven worstelde met het feit dat ze geen tijd meer hadden voor elkaar. Ze beseften dat er iets moest gebeuren, want hun relatie werd herleid tot efficiënt ‘team-work’, waarin die heerlijke, levengevende, intieme momenten samen ontbraken. Maar na elke week moesten ze vaststellen dat het er weer niet van was gekomen om eens samen weg te gaan. Op een bepaald moment beslisten ze om in hun agenda’s op vrijdagavond ‘afspraak’ te schrijven. Wanneer er één of andere uitnodiging kwam, kreeg die persoon gewoon te horen dat er al een afspraak was. Deze nuchtere beslissing om ‘tijd te maken’ bleek de sleutel tot mooie momenten samen.

Zo is het ook met je relatie met God. Als je er geen tijd voor uittrekt, verbleekt de relatie, verflauwt de heilzame invloed in je leven.

Het is een uitdaging om een ritme en manier te vinden die bij je past, en je er dan ook aan te houden.

Mogelijke werkvorm

Je kunt als vormingswerker hier zelf een kort getuigenis geven van hoe jij tijd maakt voor God.

OF

Je kunt als vormingswerker hier een kort gebedsmoment inlassen. Als de locatie het toelaat, kun je voor dit moment gebruik maken van een kapel. Zo er geen aanwezig is, vraag je de vrouwen recht te staan en maak met hen een cirkel. Vraag hen dat ze de ogen sluiten zo dit mogelijk is. Voor hen voor wie dit niet haalbaar is, zij richten hun ogen ergens op een vast punt in de zaal. De bedoeling is vooral niet afgeleid te worden.

Voorzie een verhaal of profane tekst, één gebed en eventueel een lied. Je kunt uiteraard zelf een keuze maken, maar daarnaast kun je hieronder bij de verschillende vormen van in contact komen met God, ook voldoende suggesties vinden. In bijlage 4 en 6 werden ook enkele suggesties gedaan. In kleine groepjes kun je de vrouwen uitnodigen zelf een voorbede te formuleren.

Las ook voldoende stiltemomenten in.

Bedoeling is vooral dat vrouwen voelen dat door stilte en reflectie zij rustiger worden, en Gods stem in die stilte hoorbaar wordt.

OF

Je kunt ook enkele vormen bekijken (en eventueel inoefenen) van de verschillende manieren om contact te zoeken met God, de verschillende manieren om te bidden. Er zijn de traditionele gebeden, de lectio divina, en het stille gebed (of meditatief gebed).

1. Traditionele gebeden

Een bijzondere plaats neemt het ‘Onze Vader’ in, maar misschien zijn er ook andere gebeden, die je bijzonder geraakt hebben. Misschien doet het je deugd een dergelijk gebed te overwegen, het zachtjes en langzaam mee te bidden.

In bijlage 4 zijn een tiental gebeden opgenomen, die enige bekendheid genieten. Je kunt ze de deelnemers meegeven naar huis, je kunt er ook uit gebruiken voor het afsluitend gebedsmoment op het einde van de activiteit.

2. De ‘lectio divina’

In de Filippijnen heeft men, zo’n 25 jaar geleden, een methode van Bijbel lezen gelanceerd voor kleine groepen, de methode van Vigan. Men leest de Bijbel in kleine groepjes van zes. Dit gebeurt in drie etappen.

a. Bij de eerste lectuur blijft de tekst ‘tekst’. Hij wordt gelezen en je noteert de uitdrukkingen die je treft, om ze vervolgens met elkaar te delen, zonder enig commentaar. De richtvraag is hier ‘Wat zijn de uitdrukkingen die mij treffen?’

b. In de tweede stap wordt de tekst een tweede keer hardop voorgelezen. Je maakt het opnieuw stil en beantwoordt de richtvraag: ‘Wat zegt de Heer mij doorheen deze tekst?’ Op dat moment wordt de tekst woord. Na een poosje deel je met elkaar wat de Heer nu, aan jou persoonlijk, vanuit deze tekst zegt. God is woord. Hij spreekt. Je hoort Hem zelden of nooit, want je bent elders of in elk geval druk bezig. Maar als je samen naar zijn woord luisteren, geef je Hem dan tenminste een kans geven om tot jou en de anderen te spreken.

c. In de derde stap wordt de tekst opnieuw voorgelezen (je kent hem intussen en dat is een flinke winst). Daarna maak je het opnieuw stil om je wederwoord te formuleren. De richtvraag is nu ‘Wat is mijn wederwoord op wat God mij gezegd heeft?’ Dit krijgt de vorm van een gebed. In dit gebed kan ook een voornemen of een engagement ter sprake komen. Waartoe verbind ik mij nadat de Heer mij zo heeft aangesproken?

Deze methode van Vigan sluit aan bij de oudste praktijk van de eerste christenen. Niet wat ik denk bij een tekst en ook niet waaraan deze tekst mij allemaal doet denken staat centraal, maar wel wat de Heer mij zegt door het medium van de bijbelteksten. Deze methode kan je in kleine groepen gebruiken, of alleen. Ze neemt ongeveer een uur in beslag.

(bron: B. Standaert, Alfabet van een monnik)

3. Het stille gebed (het meditatieve gebed)

Tenslotte is er de meditatie. Hier probeer je zelf helemaal stil te zijn, niet te spreken, en in plaats daarvan naar God te luisteren.

Je zit helemaal stil. Je beseft dat je in de aanwezigheid van God bent, die de Bron is van alle liefde, die je Schepper is. Je concentreert je op je ademhaling. De adem die, vertelt Genesis, God zelf in de mens bracht. Je probeert ook je geest stil te maken. Dat is helemaal niet zo gemakkelijk. Probeer maar eens gedurende een paar minuten aan niets te denken.

Mogelijke werkvorm

Laat de deelnemers bij wijze van proef hun ogen sluiten, met de vraag gedurende twee minuten stil te zitten en aan niets te denken. Je leert hen op deze manier geen meditatie, maar je kan hen wel laten aanvoelen hoe moeilijk het is twee minuten aan niets te denken. Laat de deelnemers nadien even vertellen hoe het gegaan is. De meeste mensen ervaren dit als zeer moeilijk. Hun gedachten gaan de ene, dan de andere kant op.

Vanuit deze ervaring kan je de deelnemers het belang van een gebedswoord tijdens de meditatie ( in de oosterse godsdiensten een ‘mantra’) laten aanvoelen.

Want precies omdat meditatie zo moeilijk is, hebben zowel oosterse godsdiensten als westerse godsdiensten de traditie om een gebedswoord of ‘mantra’ uit te spreken. In het christendom is deze praktijk na een paar eeuwen in het westen wat in de vergetelheid geraakt, terwijl het orthodoxe christendom (in het oosten) wel nog heel vertrouwd is met de praktijk van een gebedswoord. Een gekend voorbeeld is het ‘Jezus-gebed’ (het herhalen van de naam van Jezus, op het ritme van onze ademhaling).

Pater John Main, een benedictijn, heeft zich zijn hele leven ingezet om deze praktijk te herwaarderen in het westerse christendom. Hij bracht een beweging op gang, die intussen vele aanhangers kent in tal van landen, en in abdijen en parochies vruchten draagt. Hij vergelijkt het gebedswoord met een sneeuwruimer, die onze voortdurende gedachten wegvaagt. Door dit woord in liefde en aandacht uit te spreken, vinden we uiteindelijk die stilte, waar God kan ‘spreken’. Zelf beveelt hij het woord ‘Maranatha’ aan, het laatste woord van het Nieuwe Testament en één van de oudste christelijke gebeden. Het is een Aramees woord en betekent ‘Kom spoedig, Heer Jezus’. Je zegt dit woord in stilte en aandachtig, op het ritme van je ademhaling, zonder na te denken over de betekenis (maar wel in de geest van de betekenis …). Terwijl je inademt, zeg je ‘ma – ra’, terwijl we uitademen ‘na – tha’.

Als er gedachten opkomen, benoem je die, en laat ze voorbijdrijven als wolken aan de hemel. Als je bijvoorbeeld denkt: ‘Oh ja, ik moet mijn zus nog bellen’, erger je dan niet omdat je je gedachten niet bij het gebed kunt houden. Benoem die gedachte, ‘mijn zus’, en laten ze dan weer gaan. Of als je je zorgen maakt over de kinderen, zeg ‘de kinderen’, en vertrouwen ze aan God toe. Keer telkens terug naar je gebedswoord.

Deze gebedsoefening neemt twintig minuten tot een half uur in beslag.

Er zijn vele manieren om tijd voor God te maken. Het is voor iedereen een uitdaging om een manier te vinden die past bij hem of haar. Regelmatig tijd maken voor God, op welke manier ook, is in elk geval zorg dragen voor je wortels – want ze strekken zich uit naar de Bron van alle Liefde en Kracht.

Deel ESlot

Conclusie

Tijdens deze activiteit stonden we stil bij onze wortels.

Misschien kwam je tot de ontdekking dat je goed zorgt voor je wortels. Dat is prachtig, en jouw inzichten kunnen misschien vele mensen helpen die hun worteling verwaarloosd hebben.

Of misschien heb je gemerkt dat op een aantal vlakken je wortels zwak zijn, misschien zelfs afgestorven. Dan is de uitdaging aan jou om daar iets aan te doen. Iemand anders kan dit niet voor jou doen.

Elke tuinbouwer wordt aangeraden niet teveel gebruik te maken van boompalen. Hierdoor is de boom immers geneigd om zelf geen verankering te vormen. Wanneer de boompaal weggehaald wordt, en er komt een storm, zal blijken dat hij niet sterk genoeg is. Je kan dus niet op iemand anders leunen, je moet zelf zorgen voor sterke wortels!

Maar gelukkig zijn er wel wegwijzers en gidsen!

In bijlage 5 staat een boekenlijst. Als vormingswerker kan je ook zelf enkele boeken meebrengen naar de activiteit die inspirerend kunnen werken voor de deelnemers en ze tonen. Ook staan op het blad in bijlage 5 contactadressen van een paar verenigingen die mensen helpen om deugddoende relaties te beleven.

Plenum

Duurtijd: 10 tot 15 minuten

Bij het overwegen en bespreken van de vraagjes, of bij het beluisteren van de stukjes inleiding, zijn er misschien vragen opgedoken. Of dingen waar je het niet mee eens bent.

We kunnen hier nog een tiental minuutjes over in gesprek te gaan. Zijn er vragen of opmerkingen?

Indien hier geen reactie op komt, kan je vragen om hun visie op ‘wortels’ voor de vorming en na de vorming naast elkaar te leggen. Zijn er dingen die ze nu anders zien? Koppel eventueel terug naar de verwachtingen aan het begin van de vormingsactiviteit. Zijn de verwachtingen ingevuld?

Was alles zo boeiend dat de tijd wat is uitgelopen? Jammer, dan zal deze vragenronde niet kunnen doorgaan. Wellicht zijn al heel wat vragen en bedenkingen aan bod gekomen tijdens de vorming. Blijf als vormingswerker toch nog even in de zaal, zo kan iemand die echt met een dringende vraag zit, na afloop bij jou langskomen! Je kunt de mensen hiertoe ook uitnodigen.

Slotmoment

Bedank iedereen voor de aandacht en de medewerking. Spreek de hoop uit dat de geboden inzichten zinvol zijn voor ieders dagelijks leven en verwijs naar de lijst van boeken en organisaties die mensen verder op weg kunnen zetten.

Mocht je geen gebedsmoment gehouden hebben, sluit de activiteit dan af door het voorlezen van een tekst uit de bijlage 4 of bijlage 6. In bijlage 6 staan een gedicht van Buckinx en Psalm 1. Bij deze laatste optie kan het zinvol zijn om de aanwezigen er even aan te herinneren is dat in de tekst met ‘Gods wet’ de liefde bedoeld wordt. Eventueel kun je een aantal aanwezigen een stukje laten lezen.

Je kunt uiteraard ook zelf zorgen voor een gepaste tekst of een lied.

Bijlage 1Voeling krijgen met tekenen van ontworteling in mijn leven

· Ik besefte gisteren opeens hoe lang het geleden is dat ik nog eens naar de sterren heb gekeken.

· Onlangs was ik aan zee. Wat deed het deugd om nog eens de wind te voelen in mijn haar, om de geur van zout en vis te snuiven, de meeuwen te horen …Ik zou dit veel vaker moeten doen. Nu zit ik soms weken binnen.

· Ik heb het gevoel dat ik geleefd word. Anderen bepalen hoe mijn dag eruit ziet. Ik voel me soms leeg en ontevreden.

· Zo veel taken en verplichtingen. Ik voel me vaak moe en opgejaagd, mijn tijd is niet van mij.

· Ik hou van mijn familie, maar voel me toch onvrij. Ik moet me voortdurend aanpassen, en van alles doen om de lieve vrede te bewaren.

· Ik krijg mijn kinderen niet vaak te zien. Ze wonen ver, en ze hebben het zo druk. Mijn kleinkinderen? Sinds mijn zoon gescheiden is, zie ik hen bijna nooit meer. Hij ziet ze nog om de veertien dagen, maar aan de grootouders wordt er nauwelijks gedacht. En hoe is dit voor de kleinkinderen zelf, wanneer hun oma en opa zomaar verdwijnen uit hun leven?

· Ik ken mijn buren niet. Hooguit groeten we eens van ver.

· Vroeger waren er nog antwoorden. Tegenwoordig weten zelfs de priesters niet meer hoe het precies allemaal zit met God en zo.

· Ik herinner me nog hoe mijn moeder de rozenkrans bad. Er was veel miserie, maar er was ook een zekerheid, die er nu niet meer is. Vroeger bad ik ook geregeld. Het was een vanzelfsprekendheid in mijn leven. Maar dat is heel geleidelijk verminderd.

Bijlage 2Een kijk op de natuur door een Indiaan

Elk deel van de aarde is heilig voor mijn volk.

Iedere glanzende dennennaald, iedere zandige oever, iedere nevel in de donkere bossen, iedere weide, ieder gonzend insect.

Alles is heilig in herinnering en ervaring van mijn volk.

Wij kennen het sap dat door de bomen stroomt

zoals we het bloed kennen dat door onze aderen stroomt.

We zijn een deel van de aarde en deze is een deel van ons.

De geurende bloemen zijn onze zusters.

De toppen van de rotsen, de sappen in het weiland, de warmte van de pony en de mens, alle behoren ze tot dezelfde familie. (…)

Het gemurmel van het water is de stem van mijn vaders vader.

De rivieren zijn onze broeders. Ze lessen onze dorst.

Ze dragen onze kano’s en voeden onze kinderen.

Dus moet u de rivieren even vriendelijk bejegenen als een broer.

Als wij ons land verkopen, bedenkt u dan dat de lucht ons dierbaar is,

dat de lucht haar geest deelt met alle leven dat ze in stand houdt.

De wind die onze grootvader de eerste adem schonk ontvangt ook zijn laatste zucht.

De wind geeft ook onze kinderen de levensgeest.

Dus als wij u ons land verkopen moet u het afzonderen en eerbiedigen, als een plaats waar de mens de wind kan gaan proeven die zoet is als weidebloemen.

Zult u uw kinderen hetzelfde leren dat wij de onze leerden?

Dat de aarde onze moeder is? Wat de aarde overkomt treft alle zonen van de aarde.

Dit weten we:

de aarde behoort niet aan de mens toe, de mens behoort de aarde toe.

Alle dingen zijn verbonden als het bloed dat ons alle verenigt.

De mens heeft het web van het leven niet geweven, hij is er slechts in verstrikt.

Wat hij het web aandoet, doet hij zichzelf aan.

Een ding is zeker: onze God is ook uw God.

De aarde is hem dierbaar en de aarde schaden is haar schepper met minachting overladen.

(Toespraak door opperhoofd Seattle, januari 1854)

Wat treft je in deze tekst?

Ben je het met Seattle eens? Waar wel, waar niet?

Wat betekent de natuur voor jou?

Hoe veel tijd breng je wekelijks door in de natuur?

Op welke concrete manier kan en wil jij je wortelen in de natuur? Op welke manier ben je graag aanwezig in de natuur? Waar en wanneer kun je hier tijd voor maken?

Bijlage 3

Zijn mijn relaties ‘voedend’?

Herken ik mij in volgende uitspraken?

· Ik voel me vaak de ‘huissloof’, gebruikt door mijn opgegroeide kinderen. Mijn werk is onzichtbaar, het valt alleen maar op wanneer het niet gebeurt. Het krijgt dan ook geen waardering, iedereen vindt het normaal. Ik weet wel dat het ook ‘normaal’ is, maar toch voel ik me ondergewaardeerd.

· Ik ben graag eens alleen. En als ik eerlijk ben, weet ik dat dit komt omdat ik zo op mijn tippen ga staan als ik in gezelschap ben. Ik probeer voor iedereen goed te doen. Ik luister naar ieders verhalen – maar kan zelf nooit op verhaal komen.

· Mijn man (moeder, vader, broer, zus, kind) behandelt me niet goed. Hij/zij scheldt me vaak uit, soms is er zelfs fysiek geweld.

· Mijn man (moeder, vader, broer, zus, kind) laat me nooit aan bod komen in groep. Wat ik ook zeg, hij/zij heeft er altijd iets op aan te merken. Dat kwetst mij.

· Ik heb van mijn ouders nooit mogen doen wat ik echt wilde, en wat paste bij mij.

· Ik voel me niet gewaardeerd op mijn werk. Het enige wat mijn superieuren interesseert is met mijn pluimen te gaan lopen.

Relatietips van een monnik

Standvastigheid (Stabilitas)

Dit betekent dat je ‘erbij blijft’, dat je een engagement aangaat in een relatie met iemand, en daarvan niet wegloopt als het minder goed gaat. Je blijft zoeken naar vormen om die relatie te beleven, vormen die passen bij de huidige situatie.

· Wat is een innige, voedende, langdurige relatie in mijn leven? (kan zowel een relatie met de partner, een kind, broer of zus, vriend, ouder,… zijn)

· Heeft die relatie ook minder goede periodes gekend?

· Wat heeft ons door die periodes heen geholpen? Wat is ons ‘geheim’?

· Heb ik iets concreet gedaan om uit die impasse weg te geraken?

· Wat zijn de vruchten van die relatie in mijn leven?

dagelijks kleine ‘verbeteringen’ (Conversatio morum)

Dit betekent dat je bereid bent je levensstijl en gewoonten te veranderen. Dit gebeurt op een heel bescheiden niveau, namelijk wat voor jou haalbaar is.

Kun je een heel concrete oplossing bedenken voor volgende, uit het leven gegrepen situaties? De oplossing moet bestaan uit kleine, haalbare veranderingen voor één of beide mensen.

· We hebben een goed huwelijk, maar mijn man kan heel moeilijk over zijn gevoelens praten. Hoe meer hij zwijgt, hoe emotioneler ik word, en omgekeerd.

· We hebben drie jonge kinderen en werken allebei. Als we thuis zijn, gaat alle aandacht naar de kinderen. Maar wij worden stilaan vreemden voor elkaar.

· Nu de kinderen het huis uit zijn, is het heel stil geworden bij ons. Mijn man heeft zich op zijn werk gestort, en ik zit hele avonden alleen. We weten niet meer waarover gesproken met elkaar.

· Vroeger maakten we lange wandelingen, of gingen we naar klassieke concerten. Daar is allemaal een einde aan gekomen door de ziekte van mijn man. Hij zit maar in zijn zetel, en wil niets meer doen, zelfs niet de kleine dingen die hij nog zou kunnen doen. Ik ben ten einde raad!

· Een goede vriendin heeft de gewoonte mij nooit aan het woord te laten in groep. En als ik iets zeg, verbetert zij me. Vreselijk vind ik dat. Op den duur heb ik geen zin meer om mee te gaan, wat zij dan weer jammer vindt.

· Ik doe heel veel voor mijn zieke, oude moeder, maar voor haar is het nooit genoeg. Ze lijkt nooit tevreden, en beseft niet dat ze mij daardoor juist buiten jaagt.

Kun je nu ook even stilstaan bij jouw intieme relatie, die jou voeding en steun geeft?

· Welke slechte gewoonten of ongunstige situaties bedreigen deze relatie?

· Welke KLEINE dingen kun je doen (en volhouden) om hier verandering in aan te brengen?

aan elkaar gehoor geven (Obedientia)

Ge-hoor-zaamheid betekent dat je de bereidheid hebt te luisteren naar wat een ander je te zeggen heeft.

Een verhaal over ‘aan elkaar gehoor geven’, of dat niet doen…

Vraagjes bij dialoog 1

· Houden moeder en dochter van elkaar? Waaruit blijkt dat?

· Toch slagen ze niet in een deugddoend, helend gesprek te voeren. Wat gaat er fout?

· Hoe hadden ze het anders kunnen aanpakken?

Vraag bij dialoog 2

· Wat zijn de verschillen met de vorige dialoog?

Bijlage 4Het mysterie dat God is

Traditionele gebeden uitspreken

Roeping

Heer God, maak me tot werktuig van je vrede,

dat ik liefde uitdraag, waar haat heerst,

dat ik vergeef waar vernedering is,

dat ik verenig, waar onenigheid is,

dat ik de waarheid spreek, waar de leugen heerst,

dat ik geloof breng, waar twijfel woont,

dat ik vreugde breng, waar verdriet is.

Ach, Heer, laat me proberen,

dat niet ik getroost word, maar dat ik anderen troost,

dat niet ik begrepen word, maar dat ik anderen begrijp,

dat niet ik liefde ontvang, maar dat ik anderen liefde schenk.

Immers, wie geeft, ontvangt,

wie zichzelf verliest, zal zichzelf vinden,

wie vergeeft, zal vergeven worden,

en wie sterft, zal eeuwig leven.

(Franciscus)

Gebed om kracht, moed en onderscheidingsvermogen

Heer, geef ons de kracht

om de dingen te aanvaarden die onvermijdelijk zijn.

Geef ons de moed om de dingen te veranderen

die veranderd moeten worden.

En geef ons boven alles de wijsheid

om die twee van elkaar te onderscheiden.

Gebed om troost

Heer,

er valt geen blad van een boom buiten U om.

U bent aanwezig in alle leven en de loop der dingen.

U weet van mijn vreugde, van mijn beproevingen en van mijn tranen.

Laat die gedachte mijn troost zijn.

U raapt op wat is gevallen en maakt het nieuw.

Denken of weten helpt mij geen stap verder.

Uw geheimen zijn ondoorgrondelijk

maar uw liefde is helder als water.

(Toon Hermans, Gebedenboekje)

Dankgebed (kan ook gezongen worden)

Dank U, voor deze nieuwe morgen.

Dank U, voor deze nieuwe dag.

Dank U, dat ik met al mijn zorgen

bij U komen mag.

Dank U, dat mij geen kwaad kan deren.

Dank U, dat U mijn ziel behoedt.

Dank U, dat ik van U mag leren

hoe ik leven moet.

Dank U, voor hen die mij omringen.

Dank U, voor wat U toebehoort.

Dank U, voor al die kleine dingen,

ieder vriendelijk woord.

Dank U, dat u mij steeds wil sterken.

Dank U, dat u mijn zwakheid kent.

Dank U, dat u mij steeds laat merken

dat U bij mij bent.

Dank U, dat ik voor U wel leven.

Dank U, dat U naast mij wilt gaan.

Dank U, dat u mij wilt vergeven

wat ik heb misdaan.

Dank U, o Heer, laat mij U danken.

Dank U dat ik U danken kan.

Dank U, o Heer, ik wil U danken,

dat ik danken kan!

Zegenbede

Diepe vrede van de Voortsnellende Golf voor jou,

Diepe vrede van de Stromende Lucht voor jou,

Diepe vrede van de Stille Aarde voor jou,

Diepe vrede van de Twinkelende Sterren voor jou,

Diepe vrede van de Zoon van de Vrede voor jou.

(Saint-Patrick) 

Aanbidding

Jij bent de Vrede van alle stille dingen,

Jij bent de Plaats waar ik schuil voor onheil,

Jij bent het Licht dat schijnt in het duister,

Jij bent de eeuwige Vonk in mijn hart,

Jij bent de Deur die wijd open staat,

Jij bent de Gast die binnen wacht,

Jij bent de Vreemdeling aan de deur,

Jij bent het Roepen van de armen,

Jij bent mijn Heer

en met Jou kan geen kwaad mij bedreigen,

Jij bent het Licht, de Waarheid, de Weg,

Jij bent mijn Redder deze dag hier en nu.

(Iers gebed van rond 1000 na Christus)

Gebed om hulp

Heer, blijf bij ons,

want het is avond

en de nacht zal komen.

Blijf bij ons en bij uw ganse Kerk

aan de avond van de dag,

aan de avond van het leven,

aan de avond van de wereld.

Blijf bij ons met uw genade en goedheid,

met uw troost en zegen,

met uw woord en sacrament.

Blijf bij ons wanneer over ons komt

de nacht van beproeving en van angst,

de nacht van twijfel en aanvechting,

de nacht van de strenge, bittere dood.

Blijf bij ons in leven en in sterven,

in tijd en eeuwigheid.

Amen.

(Maarten Luther (1483 – 1546))

 

Morgengebed

Ik vertrouw mij aan U toe, Heer.

Doe met mij wat Gij wilt.

Gij hebt mij geschapen voor U:Wat wilt Gij dat ik doe?

Ga Uw eigen weg met mij.

Het moge zijn zoals altijd: vreugde of smart.

Ik wil het doen…

Ik wil zijn wat Gij van mij verlangt

en alles wat Gij van mij maken wilt.

Ik zeg niet: ik wil U volgen waarheen Gij ook gaat,want ik ben zwak.

Maar ik geef mij over aan U,

opdat Gij mij altijd leidt, waarheen dat ook mag zijn.

Ik wil U volgen

en bid enkel om kracht voor deze dag.

(John Henry Newman)

Avondgebed

Moge Hij ons de hele dag ondersteunen,

totdat de schaduwen lengen en de avond aanbreekt,

en de drukke wereld tot stilte wordt gebracht,

en de koorts van het leven voorbij is,

en ons werk gedaan!

Moge Hij dan in Zijn genade ons een veilig onderkomen schenken,

en een heilige rust, en eindelijk vrede.

(John Henry Newman)

Bijlage 5Goed om weten of om te lezen…

Om weten…

Organisaties die je op weg zetten naar deugddoende relaties:

· Encounter Vlaanderen, www.encounter.be

· Diensten Gezinspastoraal van de verschillende bisdommen

· Vormingsaanbod in je eigen parochie

Om lezen…

Marc Buelens en Ann Vermeiren, Zelfzorg. De kracht van persoonlijke groei, Uitgeverij Terra-Lannoo.

Wil Derkse, Een levensregel voor beginners. Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijks leven, Uitgeverij Lannoo, 2003.

Anselm Grün, Goed omgaan met jezelf, Uitgeverij Ten Have - Lannoo, 2002.

Anselm Grün, Je eigen levensvreugde terugvinden, Uitgeverij Kok.

Benoït Standaert, Alfabet van een monnik, Uitgeverij Lannoo, 2006.

Bijlage 6Om af te sluiten

Er is iets in de dingen dat ontroert:

het is de schoonheid niet der bloemen,

noch het glanzen van een blad, noch het roepen van de roerdomp in de nacht.

Het is daarin, maar ook daarachter en daarboven en daaronder,

dieper in de grond,

die warm en geurig is als versgebakken brood.

Het zijn de sappen die onzichtbaar blijven,

diep in de wortels en het hart waarin het leven roert.

Het zijn de klanken en geluiden die een kind kan horen

als het zijn oor te luisteren legt dicht aan de grond.

Het is het trillen van de wingerdrank

wanneer uw hand haar aanraakt,

en het beven van de kever op het blad,

dat groeit en zwelt.

Het is het dons der distelbloemen en

de pijn der wonden die uw vlees doorsplijt.

Het zijn de tekenen van Gods aanwezigheid.

(Pieter G. Buckinx)

Welzalig is de mens

die niet meeging in het beraad van bozen,

die op de weg van zondaars niet is blijven staan,

die op de zetel van de spotters niet ging zitten!

Nee,

in de Wet van de Ene heeft hij behagen,

diens Onderrichting spelt hij,

de dag door en de nacht.

Hij is als een boom,

geplant aan stromend water,

die zijn vrucht geeft op zijn tijd,

en zijn blad valt niet af.

Al wat hij doet, zal hem gelukken.

(Psalm 1 - Naardense bijbelvertaling)

1

2

Werkjaar 2008-2009 - Zorg voor je wortels

3

Werkjaar 2008-2009 - Zorg voor je wortels