Visie Eenheid in begrip

16
Visie Eenheid in begrip Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland Oktober 2014

Transcript of Visie Eenheid in begrip

Page 1: Visie Eenheid in begrip

Visie

Eenheid in begrip

Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland

Oktober 2014

Page 2: Visie Eenheid in begrip

V&VN - Eenheid in verpleegkundige en verzorgende begrippen

Pagina 2 van 16

Inhoud

Vooraf ...................................................................................................................................................... 3

1. Eenheid in begrip: begripsverheldering ............................................................................................... 4

2. Waarom 'eenheid in begrip'? ............................................................................................................... 7

3. Eenheid in begrip: de visie van V&VN ............................................................................................... 11

4. Eenheid in begrip: de rol van V&VN .................................................................................................. 13

Bijlage 1: Overzicht expertgroep ........................................................................................................... 14

Literatuur................................................................................................................................................ 15

Page 3: Visie Eenheid in begrip

V&VN - Eenheid in verpleegkundige en verzorgende begrippen

Pagina 3 van 16

Vooraf Dit document beschrijft een visie op 'eenheid in begrip' voor verpleegkundigen en verzorgenden in alle

sectoren. Op dit moment (2014) is het proces waarbij bestaande verschillende classificaties en

terminologieën worden overwogen en geadopteerd, volop gaande. Zorgorganisaties laten zich daarbij

leiden door eigen voorkeuren en specifieke doelgroepen waarvoor zij zorg verlenen. V&VN juicht dit

toe en wil deze ontwikkeling met een heldere visie op 'eenheid in begrip' onderschrijven.

Het is nog niet altijd duidelijk hoe de verschillende classificaties en terminologieën zich tot elkaar

verhouden. Ook is niet geheel helder hoe de gegevens vanuit verschillende classificaties en

terminologieën onderling met elkaar kunnen worden uitgewisseld. De verwachting is dat deze

ontwikkeling de komende jaren zeker niet stil zal staan. In tegendeel, het zal ook in de toekomst een

belangrijk aandachtspunt voor de verpleging en verzorging blijven en aanleiding zijn om

vakinhoudelijke innovatie verder vorm te geven.

Door een visie op 'eenheid in begrip' te formuleren, wil V&VN inspringen op ontwikkelingen en

ambities die in dit kader van belang zijn. Deze uitgave beschrijft wat de visie is van V&VN.

Om tot deze visie te komen, is met tal van beroepsbeoefenaars, experts, onderzoekers en lectoren

gesproken (zie overzicht in bijlage 1). Ook is gebruik gemaakt van wetenschappelijke literatuur en

beleidsdocumenten.

De visie geeft richting aan gesprekken met stakeholders en de praktijk en het onderwijs en

wetenschap. Het is eveneens van nut voor bestuurders en kwaliteitsmanagers van zorginstellingen,

die zich oriënteren op verpleegkundige/verzorgende dossiervoering. Niet in de laatste plaats is deze

visie ook van belang voor individuele verpleegkundigen en verzorgenden die nieuwsgierig zijn naar

het standpunt van hun beroepsvereniging.

Page 4: Visie Eenheid in begrip

V&VN - Eenheid in verpleegkundige en verzorgende begrippen

Pagina 4 van 16

1. Eenheid in begrip: begripsverheldering

Verpleegkundigen en verzorgenden verzamelen gegevens over de gezondheidstoestand van mensen;

hun functioneren, hun mogelijkheden, beperkingen en algemeen welbevinden. Deze informatie is

nodig om risico's te signaleren, problemen te herkennen, vast te stellen en vervolgens daar op te

interveniëren en te bepalen of de geplande zorgresultaten behaald zijn; ook wel het klinisch

redeneerproces genoemd. Het klinisch redeneerproces bestaat uit verschillende fasen. Binnen elke

fase moeten gegevens worden vastgelegd. Dat is en blijft een individueel proces tussen de

verpleegkundige/verzorgende en de patiënt.

Het is echter van groot belang dat deze gegevens worden geclassificeerd en gecodeerd.

Verpleegkundigen en verzorgenden kunnen namelijk verschillende termen gebruiken om dezelfde

bevindingen, die tot het verpleegkundig en verzorgend domein behoren, te duiden. De betekenis van

bijvoorbeeld de term 'wond' is afhankelijk van de plaats waar de wond zich bevindt en kan van de

context afgeleid worden. Gaat het om een wond bij de stuit of om een wond na een operatie in de buik

of hoofdwond na een ongeval? Een verpleegkundige/verzorgende kan bovendien kiezen uit meerdere

verpleegkundige termen om een wond te registreren (decubitus, wond, verwonding, letsel, trauma).

Een classificatie is nodig om gegevens eenduidig te definiëren. Daarnaast kent iedere classificatie een

eigen numeriek coderingstelsel. Een coderingstelstel is nodig voor informatiesystemen binnen de

gezondheidszorg. Een coderingsstelsel ondersteunt het digitaliseringsproces. Via coderingen worden

gegevens op eenduidige wijze vastgelegd. Dit zorgt enerzijds voor een goede communicatie tussen

verpleegkundigen/verzorgenden, maar zorgt ook dat gegevens vergelijkbaar zijn en het legt een

grondslag voor wetenschappelijk doorontwikkeling van het verpleegkundig/verzorgend vakgebied,

kwaliteitsbewaking en evaluatie van resultaten.

Het is dus cruciaal dat gegevens eenduidig en gecodeerd worden opgeslagen, zodat er geen

verwarring ontstaat. Terminologieën en classificaties maken dit mogelijk. Alvorens wordt ingegaan op

'eenheid in begrip' en het belang ervan, is het belangrijk om deze concepten toe te lichten.

Met terminologie wordt een geheel van termen bedoeld, die in een bepaald vakgebied gebruikt

worden. Termen zijn woorden of woordgroepen die worden gebruikt om concepten van een specifiek

kennisgebied uit te drukken. Zoals medische of technische terminologie. De termen binnen een

terminologie zijn veelal gecodeerd. Een terminologiesysteem heeft doorgaans een bepaald doel,

namelijk het registreren en genereren van klinische informatie.

Een specifieke vorm van een terminologie is een referentieterminologie. Bij deze vorm worden niet

alleen begrippen gedefinieerd, maar ook bijbehorende voorkeurstermen, synoniemen en/of

vertalingen verzameld [1]. Via een referentieterminologie kunnen termen en concepten met elkaar

'gemapt' worden. Dit betekent dat gegevens uit verschillende systemen aan elkaar gelinkt kunnen

worden, zodat informatie op een goede manier wordt uitgewisseld. Het zijn coderingen die aan de

achterkant (wat niet zichtbaar is voor verpleegkundigen/verzorgenden of andere professionals)

gebruikt worden om linken te leggen en andere gegevens af te leiden. Voorbeelden van een dergelijke

terminologie zijn SNOMED-CT, LOINC en de ICF.

SNOMED-CT staat voor ‘Systematized Nomenclature of Medicine – Clinical Terms’. Het is een

medisch terminologiestelsel en bevat een grote verzameling standaardtermen met hun synoniemen

[1].

LOINC betekent Logical, Observation, Identifiers, Names and Codes. Oorspronkelijk stond de L voor

Laboratory. Het werd dan ook veel gebruikt door laboratoria. Tegenwoordig wordt LOINC door

meerdere medische of paramedische professionals gebruikt [1].

Page 5: Visie Eenheid in begrip

V&VN - Eenheid in verpleegkundige en verzorgende begrippen

Pagina 5 van 16

De International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) is naast een referentie

terminologie ook een classificatie.

Een classificatie is ook een terminologie (zij gebruiken termen en concepten), maar ordent en maakt

een indeling van objecten naar eigenschappen of kenmerken [1]. Dat wil zeggen dat het menselijk

functioneren en de daarmee verbonden karakteristieken volgens vastgestelde criteria systematisch

wordt geordend in groepen of categorieën. Er is bewust gekozen voor een algemene en ruime

definitie. Het gaat immers over het indelen en duiden van termen die in de verpleging en verzorging

worden gebezigd.

Classificaties die binnen de verpleging en verzorging gebruikt kunnen worden, zijn: de International

Classification of Functioning, Disability and Health (ICF), Omaha System, Residence Assessment

Instrument (RAIview), en NANDA-International, classificatie van verpleegkundige diagnoses (NANDA-

I), Nursing Intervention Classification (NIC) en Nursing Outcome Classification (NOC) (de drie laatste

classificaties worden ook wel samengevoegd tot NNN). Deze classificaties hebben elk een eigen

gezichtspunt en achtergrond, waarmee verpleegkundigen en verzorgenden hun zorg kunnen indelen

en beschrijven.

Een classificatie wordt ook wel eens een taxonomie genoemd. Strikt genomen is taxonomie de

bezigheid (en het resultaat) van het beschrijven, benoemen en in een classificatie onderbrengen van

soorten en groepen [1].

Een classificatie heeft verschillende doeleinden en kan op drie manieren worden toegepast:

Elke classificatie kan als een interface worden toegepast. Een interface is een manier om de

termen en concepten die verpleegkundigen en verzorgenden gebruiken, ondersteunend te laten

zijn bij het gebruik en registreren van verpleegkundige gegevens in een elektronisch

zorgdossier/software. Bij deze toepassing staat eenheid van taal en communicatie meer centraal

[1]. De visie 'eenheid in begrip' is gericht op deze toepassing. De NNN, ICF, Omaha System en

RIAview zijn geschikt als interface, omdat zij volgens een begrijpelijke logica zijn ingedeeld en

gepresenteerd worden. De verpleegkundige en verzorgende kan met de inhoud van een

classificatie het verpleegkundig/verzorgend dossier invoeren.

Een classificatie dat als theoretische referentie kan worden gebruikt; als hulpmiddel bij het

vaststellen van gezondheidsproblemen, interventies en zorgresultaten. Het gebruik van 'linkages'

tussen NANDA-I met de NIC en NOC zijn hier een voorbeeld van.

Een classificatie waarbij het achterliggende mensbeeld centraal staat. In het beroepsprofiel V&V

2020 [2] wordt de ICF genoemd om het menselijk functioneren vanuit drie gezichtspunten te

ordenen: 1. het menselijk organisme, 2. het menselijk handelen en tot slot 3. de mens als

deelnemer aan het maatschappelijk leven. Het menselijk functioneren komt tot stand door een

interactie tussen de drie perspectieven. Het functioneren wordt beïnvloed door ‘externe factoren’

(omgeving of sociale verbanden) en ‘persoonlijke factoren’ (individuele kenmerken of verschillen,

zoals leeftijd) en ziekte of letsel.

Om gegevens uit te kunnen wisselen is de combinatie (een synergie) tussen terminologieën

(SNOMED-CT, LOINC, ICF) en classificaties (ICF, NNN, Omaha System, RAIview) noodzakelijk. De

genoemde classificaties staan immers op zichzelf en een koppeling tussen systemen moet tot stand

worden gebracht (in vakjargon wordt dit ook wel het 'mappen van gegevens' genoemd). Dit is echter

een ICT en conceptueel vraagstuk wat binnen het databeheer valt. Dit onderdeel valt dan ook buiten

de beschouwing van de visie 'eenheid in begrip'. Het Nictiz is hiervoor het aangewezen instituut en

Page 6: Visie Eenheid in begrip

V&VN - Eenheid in verpleegkundige en verzorgende begrippen

Pagina 6 van 16

helpt het zorgveld bij het benutten van ICT om de kwaliteit en efficiëntie van technische

gegevensuitwisseling te verbeteren.

In figuur 1 wordt een overzicht gegeven van de beschreven begrippen.

* niet 'gemapt' met ICF

Figuur 1: Overzicht classificaties, terminologieën en coderingstelsels

Page 7: Visie Eenheid in begrip

V&VN - Eenheid in verpleegkundige en verzorgende begrippen

Pagina 7 van 16

2. Waarom eenheid in begrip?

Voor het klinisch redeneerproces leggen verpleegkundigen en verzorgenden gegevens vast, maar uit

onderzoek blijkt dat dit niet altijd even consistent en eenduidig gebeurd. Gegevens worden in veel

gevallen handmatig beschreven (via vrije tekst) [3], waardoor eenduidigheid in taalgebruik nauwelijks

tot stand komt. Er is daarnaast veel praktijkvariatie in de verpleegkundige/verzorgende dossiers. Niet

alleen inhoudelijk, maar ook qua structuur en opbouw [4].

Door registraties ten aanzien van gegevens, interventies en zorgresultaten zoveel mogelijk

gestandaardiseerd vast te leggen, kunnen verpleegkundigen en verzorgenden de effectiviteit van hun

handelen, zoals die in verschillende werkvelden wordt verleend, beoordelen en onderling vergelijken.

Verpleegkundigen en verzorgenden hebben immers de verantwoordelijkheid om kwaliteit van zorg

inzichtelijk en meetbaar te maken.

Al sinds de jaren '70 is een proces in gang gezet waarin eenduidigheid in taalgebruik en

standaardisatie van gegevens wordt aangemoedigd. Het heeft geleid tot de ontwikkeling van

verschillende classificaties.

Zoals eerder genoemd, zijn binnen de verpleging en verzorging verschillende classificaties gangbaar

en het gebruik neemt toe. Ter illustratie: de ANA (American Nurses Association) heeft er inmiddels

dertien erkend [5]. Ook in Nederland is een dergelijke trend zichtbaar.

Hoewel V&VN de toepassing van standaardisatie en gebruik van classificaties toejuicht, signaleert

V&VN wel een belangrijk vraagstuk. Dit wordt hieronder uitgewerkt.

Verpleegkundigen en verzorgenden kunnen door een classificatie te gebruiken eenheid van taal

invoeren en daarmee uitwisselbare professionele registraties invoeren. Elke classificatie heeft echter

een eigen terminologie en codestelsel. De gehanteerde termen en concepten zijn anders ingedeeld,

uitgewerkt en geformuleerd.

Ter illustratie zijn de verschillende fasen van het klinisch redeneerproces via de ICF, NNN, RAIview en

Omaha System uiteengezet (figuur 2). Een vertegenwoordiger of expert van elke classificatie heeft

input gegeven aan deze uiteenzetting.

V&VN benadrukt dat verpleegkundigen en verzorgenden het klinisch redeneerproces kunnen

toepassen, ongeacht welke classificatie, zoals figuur 2 illustreert.

Page 8: Visie Eenheid in begrip

Figuur 2: Klinisch redeneerproces uitgewerkt via de ICF, NNN, Omaha System en RAIview

Page 9: Visie Eenheid in begrip

Deze illustratie maakt een aantal verschillen zichtbaar en roept een aantal vragen op. Bijvoorbeeld ten

aanzien van de fase 'risico signalering en probleemherkenning, spreekt de NANDA-I van

verpleegkundige diagnoses en heeft 141 concepten of foci vastgesteld. Deze zijn geordend in 13

diagnostische domeinen [6]. De ICF bestaat uit een raamwerk van classificaties die tezamen een

gestandaardiseerd begrippenapparaat vormen voor het beschrijven van het menselijk functioneren en

stoornissen, beperkingen of participatieproblemen die daarin kunnen optreden [7]. De ICF bestaat uit

ruim 1454 categorieën geordend in de gezondheidsdomeinen 'functies en anatomische

eigenschappen', 'activiteiten' en 'participatie' en 'externe factoren' [7]. Omaha System heeft 42

'(aandachts)gebieden', met voor elk gebied een unieke set met signalen en symptomen, variërend van

4 tot 18. Deze (aandachts)gebieden zijn geordend via een fysiologisch, psychosociaal, gezondheid

gerelateerd gedrag en tot slot omgevingsdomein [8]. RAIview heeft 16 domeinen van waaruit het

menselijk functioneren, zorg- en welzijnsproblemen worden beoordeeld [9].

Het is de vraag of het begrip 'stoornis of beperking' van de ICF analoog is aan het begrip

'verpleegkundige diagnose' van de NANDA-I of aan het '(aandachts)gebied' van Omaha System of

RAIview. Bovendien is niet bekend of en hoe het aantal gedefinieerde 'stoornissen/beperkingen,

diagnosen of probleemgebieden' met elkaar kunnen worden vergeleken. Bijvoorbeeld: is de definitie

'geheugen' van ICF (code b144) één op één vergelijkbaar met de definitie van de diagnose

'geheugenstoornis' van de NANDA-I (code 00131), de verschijnselen/symptomen ten aanzien cognitie

van de Omaha System of de definitie gerelateerd aan het cognitief presteren van RAIview?

Een ander aspect is de uitkomstmaat (het zorgresultaat). Deze wordt verschillend gekwantificeerd. Bij

de ICF wordt gesproken van de mate of omvang van een stoornis in een 5 punt Likert schaal

oplopend van 'geen' tot 'volledige' stoornis'. De NOC maakt eveneens gebruik van een 5 punt

Likertschaal met verschillende bewoordingen. In dit voorbeeld is 'ernstig verstoord' tot 'niet verstoord'

gebruikt. Omaha System past andere schalen toe; in dit voorbeeld van 'extreme

verschijnselen/symptomen' tot 'geen verschijnselen/symptomen'. Binnen RAIview wordt een

uitkomstschaal van 'intact' t/m 'zeer ernstige stoornis' gehanteerd (in dit voorbeeld gerelateerd aan

cognitief presteren).

De genoemde vraagstukken zijn in de optiek van V&VN relevant en spelen zich af op, in ieder geval,

twee verschillende abstractieniveaus:

Het eerste abstractieniveau heeft te maken met de uitwerking van verschillende begrippen die

samenhangen met het klinisch redeneerproces. Zijn de begrippen 'probleem', 'verpleegkundige

diagnose', (aandachts)gebieden of 'stoornis en beperking' analoog aan elkaar? Wat zijn

interventies en hoe verhouden zij zich tot activiteiten, verrichtingen of handelingen? Kunnen de

verschillende uitkomstmaten eenduidig worden geïnterpreteerd? In de optiek van V&VN moeten

deze concepten eenduidig zijn. Op dit moment is onbekend hoe de verschillende begrippen zich

tot elkaar verhouden, of en hoe dit de transparantie van kwaliteit van zorg in de weg staat.

Het tweede abstractieniveau is gerelateerd aan de inhoud; de uitwerking in definities en

coderingen. De getoonde illustratie laat zien dat er drie definities zijn voor 'problemen met

geheugen'. Het is niet helder of deze definities één op één vergelijkbaar zijn. Bovendien

verschillen de aantallen vastgestelde diagnoses, problemen, probleemgebieden, stoornis of

beperking. Onduidelijk is of dit ook opgaat voor de vastgestelde interventies en zorgresultaten.

Voor V&VN is het belangrijk om meer zicht te krijgen op deze inhoudelijke uitwerkingen, om te

bepalen of het in samenhang beschreven en gebruikt kan worden.

Hoewel het klinisch redeneerproces via verschillende classificaties tot haar recht komt, is het

belangrijk dat de resultaten per onderdeel niet discutabel gaan worden; dus vergelijkbaar moeten zijn.

Page 10: Visie Eenheid in begrip

V&VN - Eenheid in verpleegkundige en verzorgende begrippen

Pagina 10 van 16

Waarmee gedoeld wordt op de mogelijke verwarring tussen de begrippen: probleem, verpleegkundige

diagnose, interventie, activiteit, stoornis en beperking of zorgresultaten en uitkomsten. Door te werken

aan eenheid in deze begrippen wordt het mogelijk om, ondanks het feit dat verpleegkundigen en

verzorgenden op verschillende manieren hun gegevens vastleggen, deze gegevens toch op een

goede manier onderling met elkaar te vergelijken en de communicatie tussen de verschillende

sectoren te verbeteren. Eenheid in begrip is relevant voor de verpleegkundige en verzorgende praktijk

om patiëntenzorg adequaat te beschrijven én op patiëntniveau over te dragen. Op een geaggregeerd

niveau ondersteunt het de overdracht van kennis (onderwijs), en toetsing van kennis en effectiviteit

(onderzoek). Transparantie en verantwoording wordt in toenemende mate belangrijk: 'if we cannot

name it, we cannot control it, finance it, teach it, research it, or put it into public policy' [10].

V&VN wil dan ook nader verkennen op welke wijze er het best gekomen kan worden tot eenheid in

begrip. Wat dit betekent en wat de visie van V&VN is, komt in het volgend hoofdstuk aan de orde.

Page 11: Visie Eenheid in begrip

V&VN - Eenheid in verpleegkundige en verzorgende begrippen

Pagina 11 van 16

3. Eenheid in begrip: de visie van V&VN

Uit de probleemstelling en toelichting van het vorige hoofdstuk blijkt wel hoe complex het streven naar

eenduidig taalgebruik is. Feit is dat verschillende classificaties voor de verpleegkundige en

verzorgende beroepsgroep in de toekomst naast elkaar gebruikt worden.

V&VN spreekt zich uitdrukkelijk niet uit voor één specifieke classificatie als interface1. V&VN

ondersteunt het belang van een goede implementatie van diverse classificaties voor de

beroepsgroep.

Door de komst van het elektronisch patiëntdossier (EPD), wordt structuur en standaardisatie

aangemoedigd. Zorgorganisaties oriënteren zich op een classificatie om dit tot stand te brengen.

Zorgorganisaties kunnen de keuze voor een classificatie van verschillende aspecten laten afhangen,

zoals:

De visie op zorg, de doelstelling en het organisatiebeleid van een organisatie. Organisaties willen

bijvoorbeeld niet alleen het functioneren of de gezondheidstoestand centraal laten staan, maar

ook nadruk leggen op psychosociale of gezondheid gerelateerde gedragsaspecten. Een

classificatie waarin het accent wordt gelegd op het vaststellen van gezondheidsproblematiek kan

dan de voorkeur hebben.

De context waarin zorg plaats vindt, kan ook een rol spelen. Zoals het werken vanuit een

monodisciplinaire en multidisciplinaire en/of een intramurale of extramurale setting.

Tot slot kunnen landelijke ontwikkelingen of wettelijke bepalingen van invloed zijn, zoals het

wettelijk vastgelegde gebruik van zorgplannen in de langdurige zorg [11], waarin wensen,

mogelijkheden en behoeften en beperkingen van cliënt moeten worden beschreven en uitgewerkt

in doelen, de wijze waarop deze worden bereikt, wie verantwoordelijk is en afstemming met

meerdere zorgverleners en evaluatie van de doelen [12].

V&VN vindt het belangrijk en acht het vanzelfsprekend dat een zorgorganisatie

verpleegkundigen en verzorgenden betrekt bij de keuze van een classificatie.

Om te bewerkstelligen dat verpleegkundige en verzorgende gegevens, via verschillende

classificaties vastgelegd, eenduidig en consistent in de keten worden uitgewisseld, heeft V&VN

een professionele beroepsnorm, de eOverdracht, ontwikkeld (zodat eenheid in taal

gehandhaafd blijft).

V&VN wil zicht krijgen op welke manier de verschillende classificaties en terminologieën zich

tot elkaar verhouden (concept-vergelijking) én welke inhoudelijke verbinding (inhoudelijk

vergelijken) gemaakt kan worden.

Concept-vergelijking en afstemming op inhoud is nodig om te bepalen of 'eenheid in begrip' tot stand

gebracht moet worden. Verpleegkundigen en verzorgenden kunnen via verschillende classificaties

hun zorg registreren en vastleggen. Als bekend is hoe de verschillende classificaties zich tot elkaar

verhouden en vergelijkbaar zijn, kunnen we een goede uitwisseling tot stand brengen. En alleen door

eenheid in begrip kunnen gegevens onderling met elkaar vergeleken worden.

1 . Een interface is een manier om de termen en concepten die verpleegkundigen en verzorgenden

gebruiken, ondersteunend te laten zijn bij het gebruik en registreren van verpleegkundige gegevens in

een elektronisch zorgdossier/software.

Page 12: Visie Eenheid in begrip

V&VN - Eenheid in verpleegkundige en verzorgende begrippen

Pagina 12 van 16

V&VN ziet goede mogelijkheden om tot eenheid van begrip te komen. Het achterliggende doel is dat

verpleegkundigen en verzorgenden aantoonbaar hun kwaliteit van zorg kunnen verbeteren, als

eenheid in begrip aanwezig is en dat de beroepsgroep hierover overeenstemming heeft bereikt.

Er wordt landelijk veel aandacht besteed aan de verschillen tussen de genoemde classificaties. Het

zou daarmee kunnen lijken dat zij hele verschillende einddoelen nastreven. Uiteindelijk is het doel van

iedere classificatie dat de zorg inzichtelijk en meetbaar gemaakt wordt en bovenal dat

verpleegkundigen en verzorgenden elkaar goed begrijpen.

Er zijn dan ook overeenkomsten te noemen tussen bijvoorbeeld de ICF, OMAHA, RAIview en NNN.

De overeenkomst is dat ze het klinisch redeneerproces beschrijven en een vorm van verwantschap

tussen de verschillende fasen bestaat. Door ze te vergelijken zou de ene de andere classificatie

kunnen verrijken en zou de toepassing en een grotere uniformiteit in gebruik kunnen ontstaan. Deze

weg lijkt begaanbaar en interessant. De discussie starten vanuit het gezamenlijke doel en het zoeken

naar overeenkomsten en hoe zij elkaar kunnen aanvullen, verloopt constructiever dan enkel de focus

te leggen op de verschillen. Nadere inhoudsbepaling is in ieder geval noodzakelijk om te bepalen of

en wat nodig is om eenheid in begrip voor de beroepsgroep goed neer te zetten. V&VN neemt daarin

het voortouw.

Page 13: Visie Eenheid in begrip

V&VN - Eenheid in verpleegkundige en verzorgende begrippen

Pagina 13 van 16

4. Eenheid in begrip: de rol van V&VN V&VN wil invloed uitoefenen op en aantoonbaar bijdragen aan het zichtbaar maken van het

verpleegkundig en verzorgend handelen. Eenheid in het begrippenkader tot stand brengen, is een

eerste belangrijke stap. V&VN vindt het belangrijk dat de visie 'eenheid in begrip' wordt verspreid en

uitgedragen. V&VN stimuleert dan ook het gesprek en de dialoog over deze visie. Bovendien wil zij

dat de beroepsgroep zich bewust is van en bekend is met classificaties en terminologieën én het

belang van eenheid in begrip ziet.

V&VN heeft de ambitie dat de verpleegkundige en verzorgende gegevensuitwisseling in de keten niet

gehinderd wordt door het gebruik van verschillende classificaties en registratiesystemen. Om deze

reden heeft V&VN de eOverdracht als beroepsnorm vastgesteld.

http://www.venvn.nl/Dossiers/EZorg/Detail/tabid/5234/ArticleID/6666/mod/14153/E-overdracht.aspx

V&VN vindt het belangrijk dat een verkennend onderzoek wordt opgezet naar 'eenheid in begrip' en

gericht is op:

Concept-vergelijking. Concept-vergelijking is nodig voor het hele klinisch registratieproces.

Inhoudelijk vergelijken van verpleegkundige/verzorgenden 'eenheden' binnen de begrippen

'problemen, probleemgebieden, verpleegkundige diagnoses, interventies en/of zorgresultaten'.

V&VN zal dit de komende tijd uitwerken in samenwerking met universiteiten, hogescholen, ROC's en

uiteraard de praktijk. Het is belangrijk om tot een gevalideerde vorm van ‘eenheid in begrip' te komen.

Alleen door verschillende concepten en inhoud met elkaar te vergelijken, en te onderzoeken hoe zij

zich tot elkaar verhouden, is het mogelijk om het resultaat van het klinisch redeneerproces accuraat

en eenduidig uit te wisselen. Het vormt een wetenschappelijke grondslag voor het verzamelen van

(statistische) gegevens, zodat zij vergelijkbaar zijn voor de eigen beroepsgroep, tussen verschillende

instellingen, sectoren of zelfs landen waar verpleegkundigen en verzorgenden werkzaam zijn.

Alleen dan is het verpleegkundig en verzorgend handelen vergelijkbaar én kunnen verpleegkundigen

en verzorgenden aantoonbaar bijdragen aan kwaliteit van zorg.

Page 14: Visie Eenheid in begrip

V&VN - Eenheid in verpleegkundige en verzorgende begrippen

Pagina 14 van 16

Bijlage 1: Overzicht expertgroep

Zonder de bijdrage en feedback van onderstaande personen had deze visie niet tot stand kunnen

komen.

Verpleegkundigen en verzorgenden

Leon Berkenbosch

Chel Coenen

Natasja Hemink

Aletta Koops

Marja de Leeuwerk

Laura Verkijk

International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF)

Gonda Stallinga

Huib Ten Napel

Nederlands Nanda-I Netwerk

Helen de Graaf-Waar

Nico Oud Friso Raemaekers

Omaha System Classificatie Standaard

Nicole Koster

Gé Klein Wolterink

RAIview

Marijke Boorsma

Dingeman de Jong Tjalke de Jong

Lisette Wiersma

Nictiz

Irene van Duivendijk

Pim Volkert

Wetenschap

Wolter Paans

Petrie Roodbol

Afdeling VZI,V&VN

Ulco de Boer

Renée Verwey

Erna Vreeke

V&VN bestuur

Jeroen Lambriks

Page 15: Visie Eenheid in begrip

V&VN - Eenheid in verpleegkundige en verzorgende begrippen

Pagina 15 van 16

Literatuur

1. Nictiz: ICT-standaarden in de zorg. Een praktisch overzicht.; 2012.

2. Lambregts, J; Grotendorst A. Leren van de toekomst. Verpleegkundigen & Verzorgenden

2020. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2012.

3. Paans W, Sermeus W, Nieweg RM, van der Schans CP: Prevalence of accurate nursing

documentation in patient re: cords. J Adv Nurs 2010, 66:2481-2489.

4. Wang N, Hailey D, Yu P: Quality of nursing documentation and approaches to its

evaluation: a mixed-method systematic review. J Adv Nurs 2011, 67:1 858-1875.

5. ANA: Nursing scope of practice statement and acknowledgment of specialty nursing

standards of practice.; 2010.

6. Nanda-I: Nanda International, Verpleegkundige diagnoses en classificaties 2012-2014.

Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2014.

7. WHO-FIC: ICF. Nederlandse vertaling van de International Classification of Functioning,

Disability and Health. Tweede druk edition. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2001.

8. Martin KS: The Omaha System. A Key to Practice, Documentation, and Information

Management.; 2005.

9. Ljunggren G, Fries BE, Winblad B. 1992. International validation and reliability testing of a patient classification system for long-term care.. European Journal of Gerontology. 1:372-383.

10. Clark J, Lang N: Nursing's next advance: An internal classification for nursing practice. vol. 39. pp. 109-111: International Nursing Review; 1992:109-111.

11. AWBZ: Besluit zorgplanbespreking AWBZ-zorg. 2014.

12. VWS: Zorgzwaartebekostiging. Handreiking Zorgplan versie 2.0. 2009.

13. Nictiz, V&VN, Actiz: e-Overdracht in de Care, een inventarisatie, juli 2010, Renée Verwey

e.a.

Relevante websites: achtergrond informatie

http://www.igz.nl

http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/vws

www.nictiz.nl

http://www.nictiz.nl/page/Expertise/Basiszorg/Verpleegkundige-zorg

http://www.nanda.org/

http://www.rivm.nl/who-fic/icf.htm

http://www.omahasystem.eu/

www.nigw.nl

http://bibliography.interrai.org/biblio

http://www.icn.ch/pillarsprograms/about-icnpr/

Page 16: Visie Eenheid in begrip

V&VN - Eenheid in verpleegkundige en verzorgende begrippen

Pagina 16 van 16

http://www.nursingworld.org/MainMenuCategories/ANAMarketplace/ANAPeriodicals/OJIN/TableofCon

tents/vol132008/No1Jan08/ArticlePreviousTopic/StandardizedNursingLanguage.html#Pearson)

http://ir.uiowa.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1958&context=nursing_pubs

http://nursingworld.org/MainMenuCategories/ThePracticeofProfessionalNursing/NursingStandards/3-

S-Booklet.pdf

http://ojni.org/12_2/lundberg.pdf

http://himssni.pbworks.com/f/Standard+Nursing+Language+OJIN.pdf

http://www.nursingworld.org/mainmenucategories/anamarketplace/anaperiodicals/ojin/tableofcontents/

vol-16-2011/no2-may-2011/standardized-nursing-terminologies.aspx

http://scholar.google.nl/scholar?espv=210&es_sm=93&um=1&ie=UTF-8&lr=&q=related:6lNlr0M784A-

RM:scholar.google.com/

Saba, Virginia K., and Sheryl L. Taylor. "Moving past theory: use of a standardized, coded nursing

terminology to enhance nursing visibility."Computers Informatics Nursing 25.6 (2007): 324-331.

http://informahealthcare.com/doi/abs/10.3109/17538157.2010.534213

http://nursingworld.org/MainMenuCategories/ThePracticeofProfessionalNursing/NursingStandards/3-

S-Booklet.pdf

http://www.health.vic.gov.au/qualitycouncil/downloads/vqc_guide_to_using_data.pdf

http://www.diva-portal.org/smash/get/diva2:460566/FULLTEXT02.pdf