Vervangende opdracht SOK (L.O.) Je hebt teveel lessen gemist (blessure, ziekte of kleding vergeten) of zal teveel lessen missen (blessure, ziekte). Om deze reden moet je afhankelijk van het aantal lessen dat je hebt gemist/zal gaan missen een vervangende opdracht maken. Jouw docent zal hieronder aankruizen welke opdrachten je moet maken. Onderaan deze brief staan de eisen die we stellen aan het verslag. Het is de bedoeling dat je deze opdracht(en) tijdens de les L.O. maakt (wanneer je een blessure hebt). Je mag dus niet naar huis. Je krijgt van je docent een computerkaart zodat je in de stilteruimte kunt gaan werken. Aan het einde van de les lever je deze computerkaart persoonlijk in bij jouw L.O.-docent (dus niet in het postvakje)! Als je ziek bent geweest maak je de opdrachten thuis. De onderstaande opdrachten gaan over de volgende sport: …………………………… □ Geschiedenis van de sport (1 les) – 2 A4:

1. Wanneer is de sport ontstaan, en hoe is de sport ontstaan? 2. Hoe heeft de sport zich in Nederland ontwikkeld? 3. Hoe waren de spelregels vroeger? Beschrijf ze. 4. Hoe zijn de spelregels nu? Beschrijf de verandering. 5. Was of is het een Olympische sport? 6. Welke bekende personen ken je van deze sport? 7. Wie heeft het wereldrecord of was het laatst wereldkampioen? 8. Geef je eigen mening over deze sport.

□ Spelregels van de sport (1 les) – 2 A4:

1. Wat is de veldafmeting? Denk ook aan het verschil tussen jeugd en senioren. Je moet ook een tekening van het speelveld maken.

2. Met hoeveel spelers wordt het gespeeld? Denk ook aan het verschil tussen jeugd en de senioren.

3. Wat heb je zelf allemaal nodig aan materiaal om deze sport te kunnen beoefenen?

4. Waar wordt de sport mee gespeeld? Verschil met jeugd en senioren? 5. Hoe kan je winnen? 6. Noem 3 overtredingen waarvoor de scheidsrechter een straf kan uitdelen?

Welke consequenties heeft dit voor de sporter? 7. Met welke regels spelen wij het spel op school?

□ Sport en doping (1 les) – 2 A4:

1. Verzamel informatie aan de hand van krantenknipsels, tijdschriftartikelen of via internet, waarin het verschijnsel doping aan de orde wordt gesteld.

2. Geef aan wat de invloed van doping op het lichaam is. Wat zijn de voordelen en wat zijn de risico’s?

3. Bij welke sporten komt dopinggebruik regelmatig voor? Waarom is dat zo denk je?

4. Welke bekende sporters zijn er ooit betrapt met doping? Noem er minstens vier, beschrijf wat voor sport ze deden en wat de gevolgen voor waren voor hen.

5. Geef je eigen mening over dopinggebruik.

□ Verenigingssport (2 lessen) - 2 A4:

1. Onderzoek in je omgeving waar je de sport kunt beoefenen (zo dicht mogelijk bij jouw huis).

2. Kies een vereniging uit en zoek het volgende uit:

Hoeveel leden telt de vereniging?

Hoe is de verhouding jeugd en senioren?

Welke jeugdteams hebben ze allemaal?

Zijn er ook meisjes-/damesteams? Hoeveel teams?

Hebben ze ook een G-team (gehandicapten team)? Vermeld de bronnen die je gebruikt hebt (bijv. contactpersoon vereniging inclusief telefoonnummer of website inclusief link). 3. Geef je eigen mening over deze sport. 4. Is verenigingssport wat voor jou? Waarom wel/niet?

Inleverdatum: De opdracht moet op ……………………… worden ingeleverd bij …………………… De opdracht dient op tijd te worden ingeleverd. Elke dag dat een opdracht te laat wordt ingeleverd gaat er een punt van het eindcijfer af!

Beoordeling:

De opdracht wordt beoordeeld op vormgeving en inhoud. Netjes op de computer uitwerken, inleveren in een snelhechter, een verslag bestaat altijd uit een voorkant, inhoudsopgave, voorwoord, inhoud (vragen) en een nawoord.

Je kan een onvoldoende, voldoende of goed halen. Dit is een vervangend cijfer voor de lessen die je afwezig bent geweest en telt mee voor je PTA.

Is de opdracht onvoldoende, dan moet je deze binnen twee weken overmaken!