Verslaving als ontwikkelingsstoornisdrugsbijjongeren.wdfiles.com/local--files/werk...  · Web...

27
Verslaving als ontwikkelingsstoornis

Transcript of Verslaving als ontwikkelingsstoornisdrugsbijjongeren.wdfiles.com/local--files/werk...  · Web...

Verslaving als ontwikkelingsstoornis

1

Inhoud1 Referentie..........................................................................................................................2

2................................................................................................................................................2

3 Context artikel....................................................................................................................2

4 De auteurs.........................................................................................................................2

4.1.1 Patricia J.M. van Wijgaarden Cremers................................................................2

4.1.2 Rutger Jan van der Gaag....................................................................................3

5 Structuur Artikel.................................................................................................................4

6 Organisaties.......................................................................................................................4

7 Specialisten.......................................................................................................................5

8 Moeilijke begrippen:...........................................................................................................6

9 Opzoeken andere bronnen................................................................................................8

9.1 de bronnen uit het basis artikel...................................................................................8

9.2 recente krantenartikels...............................................................................................8

9.3 Eindwerken.................................................................................................................8

9.4 Handboeken...............................................................................................................8

10 Andere werken van de auteurs......................................................................................8

11 Bespreking organisatie...................................................................................................8

12 Statistieken.....................................................................................................................8

13 Een terugblik op deze opdracht.....................................................................................8

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

2

1 Referentie

Van Wijngaarden-Cremers, P., van der Gaag, R. (2010). Verslaving als ontwikkelingsstoornis: een andere kijk op comorbiditeit. Kind en Adolescent, 31(4), 174-187

2 Context artikel

Dit artikel komt uit het tijdschrift kind en adolescent.. Het tijdschrift wordt uitgegeven als vakliteratuur voor zij die professioneel bezig zijn met de pedagogische, psychiatrische of psychologische praktijk van kind of adolescent. De publicaties die u terugvindt in Kind en Adolescent zijn Wetenschappelijk en Nederlandstalig. Op de website van dit tijdschrift wordt er ook op gewezen dat alle artikels die erin staan niet enkel theoretisch van belang mogen zijn maar ook praktisch. Het wil een bijdrage leveren voor zij die in de praktijk met kinderen of adolescenten werken. Elk jaar verschijnen er 4 nummers. Daarnaast verschijnt er om het anderhalf jaar een themanummer. Het artikel dat ik gekozen heb komt uit het 4de nummer van de 31st jaargang. Zoals u in de referentie kan zien.De redactie bestaat uit verschillende leden:Prof. dr. M.A.G. van Aken: universiteit utrechtMevr. E.G. Bosman (redactiesecretaris) Prof. dr. M. Dekovic : uuDrs. M.H.W. Geeraets (redactievoorzitter)Prof. dr. H. GrietensProf. dr. E.J. KnorthDr. H.M.Y. KoomenProf. dr. KG. Van LeeuwenDr. R.J.L. LindauerProf. dr. Ch. Van NieuwenhuizenDr. G.W.J.M. StevensProf. dr. R.R.J.M. VermeirenProf. dr. T.A. van YperenDit tijdschrift wordt niet door een bepaalde organisatie uitgegeven. Het zijn specialisten in de materie van verschillende universiteiten die samen de redactie en dus de organisatie vormen.

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

3

3 De auteurs

3.1.1 Patricia J.M. van Wijgaarden CremersZij is Psychiater bij Dimence, een centrum voor geestelijke gezondheid in Nederland. Zij werkt in de verslavingskliniek in Zwolle waar men een uniek programma voor dubbeldiagnose heeft. Mensen met ADHD of een Autismespectrum stoornis die een verslaving hebben kunnen er terecht zowel ambulant als residentieel. Zij is ook werkzaam in het umcn sint

radboud- karakter universitair centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie.Er is ook een inteview beschikbaar via volgende link: http://www.dimence.nl/SiteCollectionDocuments/Medemence-Juni-2009WO.pdfOp een ADHD netwerksite heb ik de contactgegevens gevonden:http://www.adhdnetwerk.nl/ADHD.aspx?idp=2&id=533 (2 april 2012)Naam: Mw. P. van Wijngaarden

Instelling: Dimence

Functie: Psychiater

Adres: Dr. van Thienenweg 8

Postcode/plaats: 8025 AL Zwolle

Provincie: OV

Telefoon: 038-4559797

Welke artikels schreef ze nog:

3.1.2 Rutger Jan van der GaagHij is als hoogleraar klinische kinder- & jeugdpsychiatrie verbonden aan het UMCN St Radboud in Nijmegen. Hij is hoofd behandelzaken van het Academisch Centrum Kinder- & Jeugdpsychiatrie Oost-Nederland.Na zijn medische studie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht (1968-1975) volgde hij de huisartsenopleiding aldaar. Na de vervulling van zijn militaire dienstplicht specialiseerde hij zich in de kinder- & jeugdpsychiatrie op het Academisch Ziekenhuis Utrecht en Veldwijk in Ermelo. Van 1981 tot 1989 volgde hij de psychotherapie opleiding (psychoanalytisch & gedragstherapie) aan het toenmalige IMP. Van 1983 tot 1995 was hij als staflid verbonden aan de afdeling kinder- & jeugdpsychiatrie van het Academisch Ziekenhuis te Utrecht. Hij is (mede)auteur van een zestigtal Engels, Frans- en Nederlandstalige wetenschappelijke artikelen en hoofdstukken in leerboeken, met name op het gebied van de neuropsychiatrische ontwikkelingsstoornissen (autisme en verwante stoornissen, ADHD).Hij is redacteur van Kind & Adolescent en het Jaarboek Ontwikkelingspsychologie, Orthopedagogiek en Kinderpsychiatrie.In 1991 werd hij gekozen tot "Corresponding member of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry".

Wat heeft hij nog geschreven:

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

4

Hij heeft een heel aantal colums geschreven terug te vinden via volgende link (geen wetenschappelijke artikels!!)Van der Gaag, R, Treatment seeking adults with autism or ADHD and co-morbid Substance Use Disorder: Prevalence, risk factors and functional disability,Drug and alcohol dependence, volume 107, pages 44-50

4 Structuur Artikel

Eerst bevat het artikel een abstract of korte samenvatting. Aan de hand van zulke inleiding kan je bepalen of je het een interessant artikel vind.Vervolgens vindt je een 8 tussentitels terug in het artikel, wel zonder nummering. De eerste is een inleiding en de laatste een conclusie en terugblik. Deze laatste geeft eigenlijk een korte samenvatting van het artikel met daarin de belangrijkste te onthouden topics. Zelf vind ik het artikel heel logisch opgebouwd. Het is voor een leek best wel een ingewikkelde materie, maar door de opbouw blijft het toch verstaanbaar.Wat de referenties en bronnen betreft, deze zijn correct vermeld. (zowel in de tekst als vanachter in de bronnenlijst.)

5 Organisaties

Omdat mijn artikel een artikel uit Nederland is, heb ik ervoor gekozen om een aantal hulpverleningscentra in Vlaanderen bij de organisaties te plaatsen.De sleutel:www.desleutel.be Adic:http://www.adicvzw.be/v2.0/n001/n001.phpMsoc:http://www.free-clinic.be/Jac:http://www.jac.be/Altoxhttp://www.provant.be/welzijn/gezondheid/verslavingen/altox/foundation voor een drugsvrijewereldhttp://nl.drugfreeworld.org/real-life-stories/crack-cocaine.html

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

5

6 Specialisten

Raymont Niesink

Is de senior manager van het Trimbos instituut in Nederland. Het Trimbos-instituut is een kennisinstituut. Het doet onderzoek naar geestelijke gezondheid, mentale veerkracht en verslaving. Het zet zich met kennis en innovatie actief in voor het verbeteren van de geestelijke gezondheid in Nederland en daarbuiten. Hij is senior wetenschappelijk medewerker. Hij doet onderzoek naar de effecten en gevolgen van druggebruik en drugs verslavingen en heeft hier al heel wat artikels over geschreven via volgende

link vind je een lijst van de verschillende artikelen die hij rond dit thema geschreven heeft.http://www.trimbos.nl/over-trimbos/medewerkers/n/niesink-rjmTelefoonnummer: +31 (0)30 - 2971(171)Via volgende link kan u contact met hem opnemenhttp://www.trimbos.nl/contact/contactformulier?medewerker={0925C09D-F138-4B7B-8DC7-565FFDCE8F81}

vragen die ik zou stellen.1Heeft de legalisering van cannabis en de coffeeshops in Nederland, enige voordelen en moet men dit in België ook doen om dealers en gebruikers uit de illegaliteit te halen. Zo niet bent u dan voor een hernieuwt verbod van het gebruik en verkopen van cannabis.2 Wat zijn de grote verschillen tussen de gebruikerspatronen in Nederland en België.3 Wat zijn de uitdagingen voor de toekomst voor het politieke beleid omtrent dit thema?

Koob G Lijst met referenties van andere publicaties van George Koobhttp://neurograd.ucsd.edu/faculty/detail.php?id=103George F. Koob is Professor in de Neurobiologie van verslavingen aan het The Scripps Research Institute. Hij is ook Adjunct Professor in de Departments of Psychology and Psychiatry, en Adjunct Professor in de Skaggs School of Pharmacy and Pharmaceutical Sciences in San Diego. Dr. Koob's zijn onderzoeken zijn gericht op de neurobiology van drugsverslavingen.

Email: [email protected] werkplek: (858) 784-70621 Uit het artikel dat ik bestudeert heb blijkt dat er veranderingen in de hersenen optreden bij drugsmisbruik. Kan u mij nog eens schetsen wat er dan juist gebeurd.2 Zijn deze veranderingen ook na her gebruik nog aanwezig of is dit proces omkeerbaar?3 Zijn er bepaalde jongeren waarbij deze veranderingen sterker optreden dan bij anderen. Zo ja, welke jongeren vallen binnen deze categorie?

Rutger Engels

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

6

Rutger Engels, hoogleraar orthopedagogiek aan de Radboud Universiteit Nijmegen, is winnaar van de Huibrengtsenprijs 2011. Engels ontving de prijs voor zijn baanbrekend onderzoek naar de beginfasen van verslaving bij adolescentenhei Zijn onderzoek draagt bij aan de ontwikkeling van effectieve preventie en interventieprogramma's. Onderzoeksresultaten worden in samenwerking met het Trimbos Instituut en Stivoro (met financiële steun van ZONMW) vertaald naar preventiebeleid, massamediale campagnes en preventie op scholen.Publicaties van Rutger Engels:http://www.rutgerengels.nl/publications/publications-2009/Contactgegevens Rutger Engels van zijn werkplek aan de Radboud universiteit:Faculteit: faculteit der Sociale WetenschappenEmail: [email protected]: 0031 243611818Bezoekadres: Montessorilaan 3

6525 NijmegenPostadres: Postbus 9104 6500 HE NijmegenVragen die ik zou kunnen stellen:U doet heel wat onderzoek rond preventie van middelenafhankelijkheid kan u mij schetsen1 Wat de maatschappij en politiek nog meer kan doen om het druggebruik en –misbruik bij jongeren in te dijken.2 Wat kunnen ouders doen om hun puberende kinderen van de drugs af te houden?3 Wat doe ik dan als ik vermoed dat mijn kind toch met drugs rotzooit?

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

7

7 Moeilijke begrippen:

Verslavingeen neurobiologische gedragsstoornis ten gevolge van veranderingen in het brein (Leshner, 2000). Het wordt gekenmerkt door een drang tot het zoeken naar en innemen van een middel, een verlies aan controle over het inperken van de inname en in toenemende mate emotionele en gedragsmatige ontregeling (prikkelbaarheid, ontstemming en angst – vegetatieve onthoudingsverschijnselen) wanneer het middel niet beschikbaar is of onthouden wordt (Koob, 2010).Verschil tussen overmatig gebruik (abuse) en afhankelijkheid (dependence). De overgang tussen misbruik en afhankelijkheid is gradueel,maar het wezenlijke verschil ligt in het feit dat bij afhankelijkheid de zucht naar hetmiddel (craving) de controle over het gebruik en misbruik ‘buitenspel’ heeft gezet.Automatische Processen (gewenning, verhoging van de prikkeldrempel, cues, approach action tendency, sensitatie)Deze zijn de automatische processen in de hersenen die er voor zorgen dat je verslaafd wordt. Ze zijn het gevolg van de positieve effecten van het gebruik van het middel, de gewenning en verhogingvan de prikkeldrempel. Dit werkt als volgt: Eerst komen de neurotransmitters bij gebruik in hoge mate vrij in de hersenen. Dit geeft een prettig gevoel. Vervolgens treed er gewenning en een verhoging van de prikkeldrempel op. Dit komt door een afname van de receptoren van de neurotransmitters in de hersenen(sensitatie) Er is dus een hogere dosis van het middel nodig om dezelfde beloning te ervaren. Dit leidt tot een toename van het ‘zoekgedrag’ (approach action tendency). Men gaat opzoek naar het middel op het genot opnieuw te ervaren. Het autonome proces gaat gepaard met een versterkte selectieve aandacht voor het middel naast versterkte geheugenassociaties (cues) die tijdens, maar zelfs maanden tot jaren na het doorbreken van het verslavingsgedrag nog van invloed kunnen zijn op de terugval. De autonome processen worden dan sterk gereactiveerddoor deze geheugenassociaties.Tegenover deze ‘autonome processen’ staan de ‘gecontroleerde processen’. (zie definitie gecontroleerde processen)Gecontroleerde processen:Dit zijn processen die gestuurd worden door de zogenaamde frontale executieve functies, diehet individu in staat stellen om een rem te zetten op het overmatige gebruik omdat inde beslissingnamen naast de prettige effecten op korte termijn, ook de negatieve ervaringenen verwachtingen worden meegenomen. Als de automatische processen van het individu (zie hoger) zijn aangetast zullen ook deze frontale executieve functies worden aangetast bij een gevorderde verslaving. De verslaafde verliest dan zijn controle over zijn wil.Depletie:Bij inname van een genotsmiddel komen neurotransmitters zoals dopamine in de hersenen in grote mate vrij. Zij zorgen voor het prettige gevoel bij de inname. (of herhalen van gedrag

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

8

bijvoorbeeld bij gokken)Dit in grote mate vrijkomen van de neurotransmitters noemt men depletie. Deze depletie geeft een zeer prettig gevoel, werkt tijdelijk euforiserend enpijnstillend.Comorbiditeit Dit is een term die in de jaren negentig van de vorige eeuw opkwam. Het staat voor het tegelijkertijd aanwezig zijn van verschillende aandoeningen/stoornissen. Deze samenhang kan berusten op toeval (bijv. diabetes en een gebroken been), of op een meer dan toevallige samenhang zijn (bijv. depressie bij een myocard infarct). Wetenschappers gaan dan opzoek naar de samenhang tussen deze twee stoornissen.Bijvoorbeeld verslaving is er onderzoek naar de dynamiek en samenhang tussen adhd of autismespectrum stoornis en een verslavingsproblematiek. Deze zou liggen in een afwijking van de de gecontroleerde processen en de automatische. (zie hoger automatische en gecontroleerde processen)

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

9

8 de bronnen uit het basis artikel

American Psychiatric Association (2000). Diagnostic and Statistical Manual IVth editionText Revision. Washington dc: American Psychiatric Association.Vindplaats: KU Leuven Bibliotheek Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Plaatsingsnummer: +77.10 DIAG 2000

Couwenbergh, C., Van den Brink, W., Zwart, K., Vreugdenhil, C., Van Wijngaarden-Cremers, P., & Van der Gaag, R. J. (2006). Comorbid psychopathology in adolescents and young adults treated for substance use disorders: a review. European Child & Adolescent Psychiatry,15 (6), 319-328.Vindplaats: Biomedische Bibliotheek van de KU LEUVEN

De Bellis, M. D. (2005). The psychobiology of neglect. Child Maltreatment 10 (2), 150-172.Niet gevonden via Libis

De Bellis, M. D., & Van Dillen, T. (2005). Childhood post-traumatic stress disorder: an overview. Child and Adolescent Psychiatric Clinics of North America, 14 (4), 745-772.Niet gevonden via Libis

.Kendler, S., & Prescott, A. (2007). Genes, environment, and psychopathology: understanding the causes of psychiatric and substance use disorders. New York: Guilford PressVindplaats:KU Leuven Bibliotheek Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Plaatsingsnummer: +27.10 DODG 2011

Koob G. F. (2008) Neurobiology of Addiction. In M. Galanter & H. D. Kleber, Textbook of Substance Abuse-Treatment. Fourth Edition. Arlington, va: American Psychiatric Publishing.Vindplaats: KU leuven campus kortrijk Plaatsingsnummer: 615.099 2006 KOOB

Tsuang, M. T., Lyons, M. J., Eisen, S. A., Goldberg, J., True, W., Lin, N., Meyer, J. M., Toomey, R., Faraone, S.V., Eaves, L. (1996). Genetic influences on dsm-iii-r drug abuse and dependence: a study of 3,372 twin pairs. American Journal of Medical Genetics, 67 (5), 473-7.Vindplaats: Kuleuven Biomedische bibliotheek Plaatsingsnummer: Orthodontics and craniofacial research

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

10

9 Opzoeken andere verwante bronnen

9.1 recente krantenartikels

http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120419_008&word=DRUGShttp://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=U43O3R7K&word=VERSLAVINGhttp://www.demorgen.be/dm/nl/993/Gezondheid/article/detail/1384425/2012/01/24/Jongeren-drinken-minder-maar-nemen-meer-drugs.dhtmlhttp://www.demorgen.be/dm/nl/993/Gezondheid/article/detail/1375559/2012/01/09/De-zwaarste-blowers-ter-wereld-vind-je-Down-Under.dhtml

9.2 Eindwerken

Lagae, Anneleen. (2010). Dialectische gedragstherapie voor mensen met zowel een persoonlijkheidsstoornis als een verslavingsstoornis : Een evaluatief onderzoek van DGT. [eindwerk Toegepaste Psychologie]. Kortrijk: Katholieke Hogeschool

Moulaert, E. (2010). Het zorgaanbod voor drugsverslaafden in de regio Kortrijk-Ieper : Hoe het beter doen inspelen op hun noden [eindwerk]. Kortrijk: Katho

Renneboog, T., Swalus, F., Van Brempt, P.,Van Schandevyl, M., (2010). Onge’sense’ureerd: hoe begeleid je adolescenten met een afhankelijkheidsproblematiek bij het maken van keuzes door middel van creatieve werkvormen? [eindwerk]. Dilbeek: Hogeschool-Universiteit Brussel

Vanschoenwinkel, J., (2010). Druggebruikende ouders Een onderzoek naar de impact van de verslaving op het opvoedingsgedrag van de ouders en de ontwikkeling van de kinderen binnen het MSOC Vlaams-Brabant [eindwerk]. Leuven: KU leuven

De Bisschop, Y. (2008). BSO jongeren en Druggebruik. [eindwerk]. Antwerpen: Lessius Hogeschool

9.3 Handboeken, verzamelwerken, monografieën

Franken, I., Van den Brink, W., (2009).Handboek verslavin. Utrecht: De Tijdsstroom

De Jong, A.J., de Haan, A. Van de Wetering, J.M. (red) (2009). Verslavingsgeneeskunde : neurofarmacologie, psychiatrie en somatiek . Assen Koninklijke van Gorcum

De Donder, E., (2008). Alcohol, illegale drugs, medicatie en gokken:recente ontwikkelingen in Vlaanderen 2005-2006. Brussel: VAD

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

11

Rutten, R., Loth, C., Hulshoff, A., (2009).Verslaving : handboek voor zorg, begeleiding en preventie. Maarssen : Elsevier GezondHoencamp, E., Haffmans, P.M.J., (2008) Psycho-educatie in de GGz en de verslavingszorg : theorie en praktijk. Assen: Van Gorcum

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

12

10Andere werken van de auteurs

10.1 Rutger Jan Van der Gaag:

Van der Gaag, R, Treatment seeking adults with autism or ADHD and co-morbid Substance Use Disorder: Prevalence, risk factors and functional disability, Drug and alcohol dependence,107, 44-50Terug te vinden in de Biomedische Bibliotheek van de KU Leuven.

Van de Gaag, R., (2011), DSM: Kind en adolescent. 32(3), 177-179Terug te vinden in de Katho Bibliotheek

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

13

11Politieke en juridische Context

In wezen is niet 1 maar verschillende ministers bevoegd voor dit onderwerp. Zowel de minister van Welzijn, Justitie, Gezondheid, e.a. hebben een verantwoordelijkheid bij de thematiek van Drugsgebruik bij jongeren.

Het begint immers bij het opzetten van preventiecampagnes en bij de sensibilisering van de samenleving. Hierbij zien we dat ondermeer de VAD een inspanning levert.

Maar het gaat verder. Een goede werking van de bijzondere jeugdzorg en het jeugdrecht, om jongeren waarbij het misloopt de juiste oplossingen te kunnen bieden, is 1 van de politieke verantwoordelijkheden. Voor dit laatste is uiteraard niet alleen een goed werkend gerechtelijk apparaat belangrijk, maar er moeten ook voldoende opvangvoorzieningen zijn. Dit is een belangrijke uitdaging voor de toekomst. Laat ons hopen dat de huidige regering naast de economische beslommeringen ook hiervoor ruimte kan maken.

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

14

12Juridische context

Bron: http://www.vad.be/alcohol-en-andere-drugs/wetgeving/illegale-drugs.aspx(ik heb de volledige tekst overgenomen daar ik deze wel interessant vond voor iedereen om deze te lezen.

12.1.1 Wat gebeurt er als iemand met drugs betrapt wordt?

Als iemand met drugs betrapt wordt, moet de politie altijd, op enkele uitzonderingen na, een procesverbaal (PV) opstellen. Het PV beschrijft wat er werd vastgesteld.Tegelijk zal de politie vragen een verklaring af te leggen. Men zal de betrokkene meestal ook fouilleren en eventueel een huiszoeking met toestemming uitvoeren. Eventueel gevonden drugs worden in beslag genomen - enkel voor cannabis is dit niet altijd het geval. Het PV wordt nadien doorgestuurd naar het parket.””

Normaal wordt men direct terug vrijgelaten, maar wanneer het gaat om zware feiten verwittigt de politie onmiddellijk het parket. Daar beslist de substituut van dienst om:”

de persoon toch vrij te laten en eventueel aan de politie bijkomende onderzoeksopdrachten te geven: de substituut laat bijvoorbeeld beslag leggen op de auto waarmee de drugs vervoerd werden of op geld dat werd verdiend met drughandel;

de persoon 'ter beschikking te stellen'. In dat geval moet de onderzoeksrechter binnen 24 uur na de aanhouding door de politie beslissen of de betrokkene aangehouden blijft. Ofwel komt men dus na 24 uur vrij, ofwel blijft men aangehouden en in dat geval wordt men in voorlopige hechtenis genomen. Die voorlopige hechtenis kan door de onderzoeksrechter, de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling opgeschort worden onder bepaalde voorwaarden, bijvoorbeeld het volgen van een begeleiding voor het drugprobleem. Dit systeem heet 'vrijheid onder voorwaarden' (VOV). Men wordt in eerste instantie vrijgelaten voor drie maanden, die termijn kan telkens met drie maanden verlengd worden. Meestal zal een justitieassistent aangeduid worden om erop toe te zien of men de voorwaarden naleeft. Doet men dat niet, dan kan men onmiddellijk terug aangehouden worden. Meestal is VOV een goede aanloop naar een probatiemaatregel (die opgelegd wordt door de rechtbank).

Nadat de politie en het parket het onderzoek hebben afgerond, wordt beslist of de betrokkene al dan niet vervolgd wordt.

12.1.2 Wat zegt de wet over illegale drugs?

In juni 2003 is de wet op de verdovende middelen (die dateert van 1921) gewijzigd. Er wordt nu een onderscheid gemaakt tussen cannabis en andere illegale drugs (cocaïne, heroïne, XTC, speed, ...). Toch blijft cannabis een illegaal product.

Aan cannabisbezit en/of -gebruik kan altijd een straf vasthangen.

Om de wet te kunnen uitvoeren werden een Koninklijk Besluit (KB) en een Ministeriële Richtlijn uitgevaardigd. Het KB bepaalt de verschillende categorieën van inbreuken. De Ministeriële Richtlijn beschrijft het vervolgingsbeleid op het vlak van bezit en verkoop van illegale drugs.

Let wel: strafrechtspraak houdt altijd rekening met elk individueel geval. Een parketmagistraat kan dus afwijken van de Ministeriële Richtlijn, indien daar een gegronde reden voor is.

Op 21 oktober 2004 vernietigde het Arbitragehof artikel 16 van de nieuwe drugwet. Aanleiding daartoe was het ontbreken van een concrete invulling van een 'gebruikshoeveelheid van cannabis' en de vage

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

15

omschrijving van de concepten 'problematisch gebruik' en 'maatschappelijke overlast'. Die creëerden volgens het Arbitragehof rechtsonzekerheid voor de burger.

Op 31 januari 2005 verscheen een nieuwe Gemeenschappelijke Richtlijn die een voorlopig antwoord geeft op de vernietiging van artikel 16.

De wet maakt een onderscheid tussen:

Minderjarigen die illegale drugs bezitten en/of gebruiken Meerderjarigen die cannabis bezitten en/of gebruiken

Meerderjarigen die andere illegale drugs dan cannabis bezitten en/of gebruiken

12.2 Recht op antwoord. Informatie voor ouders | folder - brochure

12.2.1.1 Moeten ouders mee opdraaien?

Zolang het gaat om minderjarige kinderen, zijn ouders burgerrechtelijk aansprakelijk. Zij moeten dus instaan voor de schade die door hun minderjarige kinderen veroorzaakt wordt. Sommige druggebruikende jongeren stelen om drugs te kunnen betalen. Anderen plegen geweld terwijl ze drugs genomen hebben. Als deze feiten aan het licht komen, kunnen de ouders aangesproken worden om de schade te vergoeden.

Zelfs als de kinderen meerderjarig zijn, kunnen ouders juridische gevolgen ondervinden van hun druggebruik. Volgens de drugwet kan alles wat gebruikt werd bij een misdrijf (bijvoorbeeld de auto van vader) in beslag genomen worden en eventueel openbaar verkocht worden, ook al is de dader niet de eigenaar ervan. Bovendien kan, indien boetes of schulden niet betaald worden, beslag gelegd worden op de inboedel van de ouders.

Dat kan echter enkel als het meerderjarige kind nog thuis gedomicilieerd is en als ouders niet kunnen aantonen (aan de hand van aankoopbewijzen) dat de goederen hun eigendom zijn.

12.2.1.2 Worden ouders betrokken bij het onderzoek?

Als de kinderen minderjarig zijn, worden de ouders altijd verwittigd.Wanneer het parket tot vervolging beslist, worden zij gedagvaard om samen met hun kind voor de jeugdrechter te verschijnen.

Bij meerderjarigen is het niet vanzelfsprekend dat de ouders bij het onderzoek betrokken worden.Wanneer een meerderjarige door de politie wordt opgepakt kan men, als men dat zelf wil, altijd vragen om de ouders te verwittigen. Indien dit het onderzoek niet kan schaden, zal men dit meestal wel doen. Dat de ouders niet bij het onderzoek betrokken worden, betekent nog niet dat ze van de hele zaak niets zullen afweten. Als een meerderjarige bijvoorbeeld nog thuis woont, kan een brief van het parket in de bus of de politie die thuis aanbelt, al heel wat vragen oproepen.

top

12.2.2 Wat kan/mag de politie doen bij (vermoeden van) inbreuken op de drugwet?

12.2.2.1 Mag de politie iemand fouilleren?

De wet zegt duidelijk wat wel en wat niet mag bij fouillering.Er bestaan verschillende soorten fouillering. De volgende komen het vaakst voor:

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

16

De veiligheidsfouillering: een oppervlakkige en vluchtige betasting van lichaam en kleding en controle van de bagage. Bij een veiligheidsfouillering mag men niet langer dan één uur opgehouden worden. Zo'n fouillering kan:

o als er bij een identiteitscontrole aanwijzingen zijn dat iemand een wapen of ander gevaarlijk voorwerp op zak heeft;

o als er gevaar is voor de openbare orde (bijvoorbeeld bij een voetbalwedstrijd, een festival of in een rechtszaal);

o als iemand aangehouden wordt. De meer grondige gerechtelijke fouillering. Dit kan als men gerechtelijk aangehouden is of als

men bewijsmateriaal van een misdrijf op zak zou kunnen hebben.

De fouillering op het lichaam. Dat kan enkel als iemand in de cel wordt opgesloten. De bedoeling is voorwerpen of stoffen te zoeken die gevaarlijk zijn voor de persoon zelf, voor anderen of die de betrokkene zouden kunnen helpen bij een ontsnapping.

top

12.2.2.2 Mag de politie een huiszoeking doen?

Er zijn verschillende soorten huiszoekingen:

De huiszoeking met toestemming:dat betekent dat men als bewoner van de woning de schriftelijke toestemming geeft aan de politiedienst om de woning te betreden. Pas nadat men die toestemming heeft ondertekend, kan de politie met de eigenlijke huiszoeking beginnen.Vanaf dat ogenblik kan men de woning doorzoeken en alles wat als bewijsmateriaal kan dienen, in beslag nemen. Aangezien men zelf de toestemming geeft, kan zo'n huiszoeking dag en nacht gebeuren. Hoewel men het recht heeft om de huiszoeking te weigeren, zal dat in de praktijk niet echt goed overkomen. Het kan de politie de indruk geven dat men iets te verbergen heeft. In dat geval zal ze proberen zo snel mogelijk een huiszoeking met een bevel van de onderzoeksrechter uit te voeren.

De huiszoeking op bevel van de onderzoeksrechter:zo'n bevel betekent dat, ondanks het eventuele verzet van de bewoner, de huiszoeking toch mag plaatsvinden. Als er niemand thuis is, mag de politie een slotenmaker oproepen. Een huiszoeking op bevel kan enkel tussen vijf uur 's ochtends en negen uur 's avonds. Bij een huiszoeking op bevel kan de politie enkel zaken in beslag nemen die verband houden met het misdrijf waarvoor het bevel werd afgeleverd. Bijvoorbeeld: de onderzoeksrechter geeft een huiszoekingsbevel voor inbreuken op de drugwetgeving. De politie mag dan enkel zaken opsporen die daarmee te maken hebben. Ze mag bijvoorbeeld niet op zoek gaan naar gestolen voorwerpen. Als de politie tijdens de huiszoeking bij toeval gestolen voorwerpen zou vinden, dan moet ze daarvan een nieuw procesverbaal opmaken.

De huiszoeking op grond van artikel 7 van de drugwet:dit artikel bepaalt dat de politie te allen tijde (dus ook 's nachts) zonder toestemming van de bewoner mag binnengaan in plaatsen waarvan ze ernstige vermoedens heeft dat er drugs opgeslagen liggen of dat er drugs vervaardigd, bereid, bewaard, verkocht, afgeleverd of afgestaan worden.Vooraleer de politie zich op artikel 7 beroept zal ze al heel wat informatie hebben verzameld door verklaringen van personen en door de plaats of de woning in de gaten te houden.

12.2.2.3 Mag de politie een bloedstaal of urinestaal vragen?

Opgelet: op dit vlak verschilt de algemene drugwetgeving van de verkeerswet!

Het nemen van een urinestaal is in het kader van de drugwetgeving niet wettelijk geregeld en komt ook niet zoveel voor. Indien men een urinestaal wil nemen, kan dit enkel mits voorafgaandelijke en schriftelijke toestemming.

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

17

Urinestalen worden bijvoorbeeld wel eens genomen bij controles in dancings. De politie zal de betrokkenen dan op voorhand een schriftelijke toestemming laten ondertekenen. In principe kan men de urinetest weigeren, maar in realiteit kan dat natuurlijk overkomen alsof men iets te verbergen heeft.

Een positief urinestaal is enkel een bewijs dat iemand recent drugs gebruikt heeft. Op basis daarvan alleen zal men iemand meestal niet kunnen vervolgen. Daarvoor moet men kunnen bewijzen dat de persoon drugs in bezit heeft. Het kan voor het parket echter wel een aanleiding zijn om iemand van nabij te volgen en zo nodig door te verwijzen naar de hulpverlening.

Ook het nemen van een bloedstaal is in het kader van de drugwetgeving niet wettelijk geregeld. Het komt ook weinig voor. Indien men het toch zou willen doen, kan alleen een geneesheer dit uitvoeren

Bron volledige tekst hoofdstuk 13: . http://www.vad.be/alcohol-en-andere-drugs/wetgeving/illegale-drugs.aspx

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

18

13 Bespreking organisatie

VAD staat voor vereniging voor alcohol en drugsmisbruik. Zij overkoepelt het merendeel van de Vlaamse organisatie die zich hiermee bezighouden. De VAD heeft drie kerntaken. Namelijk de drugthematiek bespreekbaar “maken in samenleving, het stimuleren van het gebruik van wetenschappelijk onderbouwde en kwalitatieve methodes voor preventieve en curatieve aanpak en de uitbouw van een netwerk tussen de verschillende partners.

Zij hebben een diversiteit aan acties om de kerntaken uit te voeren. Zo organiseert de VAD hulpverlening en preventie, doet onderzoek en maakt beleidsvoorbereidend werk. Ook de druglijn is één van de vele takken aan deze organisatie. Elk jaar maakt de VAD een verslag op waarin deze verschillende thema’s aan bod komen.

De VAD geeft ook vormingen aan hulpverleners. Je kunt er terecht voor screeningsinstrumenten, statistieken, rapporten, een bibliotheek…

Zij doen ook aan Preventie. Bij het woord preventie denk ik meteen aan campagnes. De VAD voerde in het verleden al heel wat campagnes. Zo was er “Muziek/lachen/voetbal is mijn drug!”, deze campagne wijst op de overschatting van jongeren van 15 tot 18 jaar van het cannabisgebruik van leeftijdsgenoten. Hierdoor worden zij zelf vaak over de schreef getrokken om ook te gaan gebruiken. Deze campagne wil die overschatting doorbreken.(www.vad.be)

14Statistieken

Op de website van de vad vindt u verslagen en statistieken over middelen gebruik in de bevolking maar ook evoluties in de behandeling van misbruik.http://www.vad.be/media/733558/vad_factsheet_cannabis.pdfEvolutie van de contacten bij De DrugLijn waarbij een middel ter sprake komt, 2000-2007, op pagina 4 grafiek 45http://docs.vlaamsparlement.be/docs/schv/2009-2010/VANDEURZEN/89/antw.089.bijl.002.pdf

15Een terugblik op deze opdracht?

Ik heb uit deze opdracht heel wat dingen geleerd. Ik heb via de stuiterproxy en via libis geleerd hoe ik tijdschriften, boeken en andere kan opzoeken. Het opzoeken via het internet van contact gegevens van bepaalde personen vond ik soms verassend makkelijk.

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

19

Het office pakket Excel, Word en powerpoint heb ik weer eens kunnen opfrissen en refereren gaat al heel wat vlotter. Zo kan ik nu een reader, tijdschrift en boek herkennen in een bibliografie.

Ik vond het zeer leerrijk om met de wiki te leren werken en zo eens een eigen website te maken.

Alles bij elkaar vond ik deze opdracht wel erg tijdrovend. Ik had niet verwacht dat er zo veel tijd in zou kruipen. Maar toch een leerrijke ervaring.

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

20

16Bronnen

American Psychiatric Association (2000). Diagnostic and Statistical Manual IVth editionText Revision. Washington dc: American Psychiatric Association.

Couwenbergh, C., Van den Brink, W., Zwart, K., Vreugdenhil, C., Van Wijngaarden-Cremers, P., & Van der Gaag, R. J. (2006). Comorbid psychopathology in adolescents and young adults treated for substance use disorders: a review. European Child & Adolescent Psychiatry,15 (6), 319-328.

De Bellis, M. D. (2005). The psychobiology of neglect. Child Maltreatment 10 (2), 150-172. De Bellis, M. D., & Van Dillen, T. (2005). Childhood post-traumatic stress disorder: an overview. Child

and Adolescent Psychiatric Clinics of North America, 14 (4), 745-772. De Bisschop, Y. (2008). BSO jongeren en Druggebruik. [eindwerk]. Antwerpen: Lessius Hogeschool7 De Donder, E., (2008). Alcohol, illegale drugs, medicatie en gokken:recente ontwikkelingen in Vlaanderen 2005-2006.

Brussel: VAD De Jong, A.J., de Haan, A. Van de Wetering, J.M. (red) (2009). Verslavingsgeneeskunde : neurofarmacologie,

psychiatrie en somatiek . Assen Koninklijke van Gorcum Franken, I., Van den Brink, W., (2009).Handboek verslavin. Utrecht: De Tijdsstroom Hoencamp, E., Haffmans, P.M.J., (2008) Psycho-educatie in de GGz en de verslavingszorg : theorie en praktijk.

Assen: Van Gorcum http://neurograd.ucsd.edu/faculty/detail.php?id=103 geraadpleegd op 2 april http://www.adicvzw.be/v2.0/n001/n001.php geraadpleegd op 15 maart http://www.demorgen.be/dm/nl/993/Gezondheid/article/detail/1375559/2012/01/09/De-zwaarste-blowers-ter-wereld-

vind-je-Down-Under.dhtml geraadpleegd op 19 april http://www.demorgen.be/dm/nl/993/Gezondheid/article/detail/1384425/2012/01/24/Jongeren-drinken-minder-maar-

nemen-meer-drugs.dhtml geraadpleegd op 19 april http://www.free-clinic.be/ geraadpleegd op 15 maart http://www.jac.be geraadpleegd op 15 maart http://www.provant.be/welzijn/gezondheid/verslavingen/altox/ geraadpleegd op 15 maart http://www.ru.nl/onderzoek/onderzoekers/prijzen/redactionele/rutger-engels-wint/ geraadpleegd op 2 april http://www.scripps.edu/research/faculty/koob geraadpleegd op 2 april http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120419_008&word=DRUGS geraadpleegd op 19 april http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=U43O3R7K&word=VERSLAVING geraadpleegd op 19 april http://www.trimbos.nl/contact/contactformulier?medewerker={0925C09D-F138-4B7B-8DC7-565FFDCE8F81}

geraadpleegd 2 april http://www.trimbos.nl/over-trimbos/medewerkers/n/niesink-rjm geraadpleegd op 2 april http://www.trimbos.nl/over-trimbos/medewerkers/n/niesink-rjm geraadpleegd op 2 april http://www.vad.be/materiaal/dossiers/factsheet_cannabis.aspx?from=1096 geraadpleegd op 18 april http://www.vad.be/media/733558/vad_factsheet_cannabis.pdf http://www.vad.be/alcohol-en-andere-drugs/wetgeving/

illegale-drugs.aspx geraadpleegd op 18 april Kendler, S., & Prescott, A. (2007). Genes, environment, and psychopathology: understanding the

causes of psychiatric and substance use disorders. New York: Guilford Press Koob G. F. (2008) Neurobiology of Addiction. In M. Galanter & H. D. Kleber, Textbook of Substance

Abuse-Treatment. Fourth Edition. Arlington, va: American Psychiatric Publishing. Lagae, Anneleen. (2010). Dialectische gedragstherapie voor mensen met zowel een persoonlijkheidsstoornis als een

verslavingsstoornis : Een evaluatief onderzoek van DGT. [eindwerk Toegepaste Psychologie]. Kortrijk: Katholieke Hogeschool

Moulaert, E. (2010). Het zorgaanbod voor drugsverslaafden in de regio Kortrijk-Ieper : Hoe het beter doen inspelen op hun noden [eindwerk]. Kortrijk: Katho

Renneboog, T., Swalus, F., Van Brempt, P.,Van Schandevyl, M., (2010). Onge’sense’ureerd: hoe begeleid je adolescenten met een afhankelijkheidsproblematiek bij het maken van keuzes door middel van creatieve werkvormen? [eindwerk]. Dilbeek: Hogeschool-Universiteit Brussel

Rutten, R., Loth, C., Hulshoff, A., (2009).Verslaving : handboek voor zorg, begeleiding en preventie. Maarssen : Elsevier Gezondheidszorg

Tsuang, M. T., Lyons, M. J., Eisen, S. A., Goldberg, J., True, W., Lin, N., Meyer, J. M., Toomey, R., Faraone, S.V., Eaves, L. (1996). Genetic influences on dsm-iii-r drug abuse and dependence: a study of 3,372 twin pairs. American Journal of Medical Genetics, 67 (5), 473-7.

Van de Gaag, R., (2011), DSMV: Kind en adolescent. 32(3), 177-179 Van der Gaag, R, Treatment seeking adults with autism or ADHD and co-morbid Substance Use Disorder:

Prevalence, risk factors and functional disability, Drug and alcohol dependence,107, 44-50 Van Wijngaarden-Cremers, P., van der Gaag, R. (2010). Verslaving als ontwikkelingsstoornis: een andere kijk op

comorbiditeit. Kind en Adolescent, 31(4), 174-187

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012

21

Vanschoenwinkel, J., (2010). Druggebruikende ouders Een onderzoek naar de impact van de verslaving op het opvoedingsgedrag van de ouders en de ontwikkeling van de kinderen binnen het MSOC Vlaams-Brabant [eindwerk]. Leuven: KU leuven

www.demorgen.be geraadpleegd op 19 april www.desleutel.be geraadpleegd op 15 maart www.destandaard.be geraadpleegd op 18 april www.dimence.nl geraadpleegd op 2 april www.vad.be geraadpleegd op 18 april

Silke Romain 1 BaSWAO

KATHO – IPSOC 2011-2012