Verslag Media en Recht Aangepaste Versie Voor Assessement
description
Transcript of Verslag Media en Recht Aangepaste Versie Voor Assessement
1
Media en Recht Onderwerp: De invloed van media op het TBS beleid in Nederland
Herschreven versie voor Assessement 2e jaar.
Aan: Vera Spaans ([email protected]) Door: Dave Wens
2
Inhoudsopgave:
- Voorblad pagina 1
- Inhoudsopgave pagina 2
- Intro over TBS pagina 3
- Wetgeving omtrent TBS pagina 4
- De hoofdvraag pagina 5
- De slotconclusie pagina 6
- Bronnenlijst pagina 7
- Bijlagen pagina 8 tot en met 18
3
1: Intro over tbs.
Tbs ,terbeschikkingstelling, is in het Nederlandse strafrecht een maatregel die een rechter kan
opleggen aan een verdachte van een misdrijf waar minimaal vier jaar gevangenisstraf op staat. Voor
1988 heette tbs, tbr. Dit stond voor: terbeschikkingstelling van de regering. Voorwaarde voor het
opleggen van deze maatregel is dat een rechter ervan overtuigd is, dat de verdachte tijdens het
plegen van het delict ‘geheel of gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar’ was. Hiermee wordt bedoeld dat
het misdrijf dat is gepleegd de verdachte niet of niet volledig aangerekend kan worden, omdat de
verdachte lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en of aan een ernstige psychiatrische stoornis. Er
moet wel een duidelijk verband bestaan tussen het delict en de stoornis. Door dit verband bestaat er
meestal nog een extra gevaar omdat de kans groter is dat een verdachte nog een keer in de fout
gaat. Hij vormt dan een zogeheten recidive-risico. Een verdachte die maar gedeeltelijk
ontoerekeningsvatbaar is verklaard, kan door de rechter voor het gedeelte dat hem wel kan worden
aangerekend toch een gevangenisstraf krijgen.
Om vast te stellen of een verdachte geheel of gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar is of was, moet de
verdachte gedragskundig onderzocht worden door een psycholoog of psychiater. Soms wordt een
verdachte voor een periode van zeven weken opgenomen in het Pieter Baan Centrum om de mate
van ontoerekeningsvatbaarheid vast te stellen. Ook wordt dan het risicoprofiel van de verdachte
onderzocht om te kijken of eventueel gevaarlijk gedrag van betreffend persoon in de toekomst kan
worden afgewend.
Een rechter heeft de keuze uit twee soorten terbeschikkingstelling: terbeschikkingstelling met bevel
tot dwangverpleging en terbeschikkingstelling met voorwaarden. In het eerste geval zal de
veroordeelde worden opgenomen in een tbs-kliniek. In het tweede geval kan de rechter specifieke
voorwaarden stellen zoals: de verdachte moet medische hulp inschakelen, de verdachte laat zich
opnemen in een inrichting of de verdachte ondergaat bepaalde behandelingen en gebruikt daarnaast
bepaalde medicijnen.
De tbs met dwangverpleging kan weer worden opgesplitst in twee delen: gemaximeerde tbs en
gewone tbs. Gewone tbs is de meest bekende vorm van tbs en kan telkens worden verlengd. Voor 1
januari 2008 mocht deze vorm van tbs telkens met 1 jaar worden verlengd, na 2008 zelfs met 2 jaar
per keer. Daarnaast is de maximale duur van deze tbs (met uitzondering van het longstay gedeelte)
verlengd van 3 naar 9 jaar. De gemaximeerde tbs mag maar 1 keer worden verlengd en mag
maximaal 4 jaar duren. Er is echter wel een voorwaarde waaraan een verdachte moet voldoen om
voor gemaximeerde tbs in aanmerking te komen: het delict dat centraal staat bij de veroordeling van
de verdachte mag niet gericht zijn tegen of gevaar veroorzaakt hebben voor de onaantastbaarheid
van het lichaam van 1 of meer personen.
In de wet is ook opgenomen dat een tbs-behandeling in principe binnen zes jaar afgerond moet zijn.
Als binnen deze zes jaar het recidivegevaar onvoldoende is afgenomen (de patiënt moet wel in twee
verschillende klinieken zijn behandeld) kan een terbeschikkinggestelde worden aangemerkt als
‘longstay-patiënt’. De Minister van Justitie neemt hiertoe het besluit. Hoewel ook tijdens de longstay
de tbs-maatregel minimaal 1 keer per twee jaar wordt geëvalueerd, kan het leiden tot een levenslang
verblijf binnen justitiële instellingen.
4
2: Wetgeving omtrent tbs.
Zoals hierboven beschreven is vanaf 1 januari 2008 de regeling met betrekking tot tbs gewijzigd.
Kon een rechter vroeger de tbs maatregel met 1 jaar verlengen kan hij dat nu met 2 jaar per keer
doen. Het vreemde van deze wetswijziging is dat hij ook geldt voor op tbs-gestelden waarvan de
verpleging al voorwaardelijk is beëindigd op het moment dat deze wet in werking treedt.
Hierboven viel tevens te lezen dat tbs alleen kan worden opgelegd als een verdachte deels of volledig
ontoerekeningsvatbaar is verklaard. Er zijn echter uitzonderingen te vinden:
De rechtbank stelt dat tbs met dwangverpleging wel mogelijk is indien het feit volledig aan de
betrokkene wordt toegerekend. Gewezen wordt op rechtsoverweging 9.4 in de uitspraak van de
Hoge Raad van 14 maart 2006 LJN AU 5496. Het betreft hier de zaak Lucy de B.
De Hoge Raad stelt in rechtsoverweging 9.4 in de zaak Lucy de B:
“Weliswaar is in het recht geen steun te vinden voor de mede aan het middel ten grondslag
liggende opvatting dat de oplegging van een tbs met dwangverpleging nooit mogelijk is indien bij
de beslissing over de strafbaarheid van de verdachte het feit aan hem wordt toegerekend, maar in
dit geval is de motivering die aan beide beslissingen door het hof ten grondslag is gelegd als geheel
onvoldoende begrijpelijk.”
De Advocaat-generaal bij de Hoge Raad mr. Fokkens concludeert in dezelfde zaak onder punt 188:
“De in de eerste klacht vervatte stelling, dat geen tbs met dwangverpleging kan worden opgelegd
indien de rechter de verdachte volledig toerekeningsvatbaar heeft verklaard, vindt geen steun in
het recht.”
In het gestelde onder punt 189 somt de Advocaat-generaal dan de vereisten op voor oplegging van
tbs met dwangverpleging. Noodzakelijk:
a. Een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
b. Gelijktijdigheid met het gepleegde feit.
c. Een misdrijf waarop een gevangenisstraf van 4 jaar of meer is gesteld dan wel een van de apart
vermelde misdrijven.
d. Het feit dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen
het opleggen van de maatregel eist.
De Advocaat-generaal stelt nadrukkelijk dat dus niet vereist is dat de verdachte
ontoerekeningsvatbaar is of verminderd toerekeningsvatbaar. Ook is niet vereist dat de
geestesstoornis de oorzaak was van het delict. Deze opvatting werd ook al genomen door de Hoge
Raad in de uitspraak van 13 maart 1979, NJ 1979, 364.
5
4: De hoofdvraag.
Wat is de invloed van de media op het TBS beleid in Nederland?
De vraag stellen is hem eigenlijk gelijk beantwoorden. De directe invloed is namelijk nergens aan af
te wegen. Er zijn een hoop mensen die van mening zijn dat de manier waarop de media met tbs
gevallen in Nederland omgaat ervoor zorgt dat mensen een negatief beeld krijgen van tbs. Het is
echter niet aan te tonen. Wel is aan te tonen dat rechters in bijvoorbeeld 2008 aan ruim 40 mensen
minder tbs heeft opgelegd, ten opzichte van 2007. Maar of de media daarvan de oorzaak zijn, is niet
aan te tonen. Misschien waren er wel minder gevallen waarop tbs van toepassing was, of waren
rechters van oordeel dat een andere straf gepaster was.
Meester Sneep van Houben Advocaten en advocaat van mogelijk meerdere toekomstige tbs’ers,
geeft wel aan dat hij vindt dat de huidige negatieve media aandacht ervoor zorgt dat rechters
huiverig zijn een tbs maatregel op te leggen. “Er lijkt een willekeur te ontstaan, door de huidige
media aandacht lijken de rechters huiverig een tbs maatregel op te leggen. Ik denk dat het middel tbs
weer als ‘ultimum remedium’ gezien moet gaan worden. (*Als laatste redmiddel, dus minder
toepassen.) Andere, misschien wel betere, alternatieven moeten eerst bekeken en gewogen worden
voordat tbs als maatregel wordt opgelegd. Door alle media aandacht is er een verkeerd beeld
ontstaan van de tbs. Tbs is teveel een hot-item geworden.” Maar zelfs dat kan niet voor heel
Nederland worden bezien.
Feit is wel dat er soms onjuist over tbs wordt geschreven in verschillende kranten en tijdschriften en
dat het hele tbs verhaal een heel complex gebeuren is waar je niet zomaar in thuis bent. Journalisten
zouden daar dus in de toekomst genuanceerder mee om moeten gaan. Al blijft het hele tbs verhaal
een heel emotioneel gebeuren en is het ook voor journalisten soms moeilijk om emoties compleet
uit te schakelen en vanuit een objectief standpunt te schrijven.
6
5: De slotconclusie.
Het lijkt erop dat het tbs beleid in Nederland op dit moment niet zo goed functioneert als het zou
moeten en zou kunnen functioneren.
Een patiënt zou eigenlijk zo snel mogelijk behandeld moeten worden, en daarna zijn straf uit kunnen
zitten als ‘normale’ gedetineerde. Ook al was hij op het moment van plegen niet volledig
toerekeningsvatbaar. Als hij ‘beter’ is kan hij worden bestraft. Krijgt hij tijdens het uitzitten van zijn
straf een terugval dan moet hij opnieuw worden behandeld en daarna gewoon weer verder zijn straf
uitzitten.
Wel zou de vraag moeten worden gesteld of longstay een goede oplossing is. Wat doe je namelijk
met tbs’ers die niet meer behandeld kunnen worden en zelf niet meer verder willen leven? Is ‘een
spuitje’ dan niet humaner. Meester Sneep vindt ‘longstay’ echter al erg genoeg.
Maar als je het vorige punt uitbreid en verder betrekt op de maatschappij dan kom je misschien wel
tot de conclusie dat er heel veel uitzonderingen mogelijk zijn, waar in het hele tbs verhaal geen
rekening mee wordt gehouden. Wat doe je namelijk met iemand die wel toerekeningsvatbaar is en
zware vergrijpen keer op keer blijft plegen (poging tot doodslag bijvoorbeeld). Moet je die tbs geven
en weer vrijlaten of heel zijn leven opsluiten? Of zou je hem, hoewel in Nederland geen doodstraf
geldt, een spuitje moeten geven om de maatschappij te beschermen.
Waarschijnlijk is in sommige gevallen de doodstraf een betere en goedkopere oplossing dan het
beleid dat op dit moment wordt gevoerd. Want waarom moet iedere Nederlandse burger financieel
opdraaien voor de fouten van sommige andere burgers? En het ze zelf laten betalen is geen optie
want dan krijg je klassenjustitie. Maar dan zou je natuurlijk eerst de discussie moeten voeren of de
doodstraf in Nederland of zelfs in Europa wenselijk is. In Amerika is al meermaals gebleken dat
achteraf een ter dood veroordeelde onschuldig bleek te zijn. En een dode haal je nooit meer terug.
Maar ja, hoe zit het met de slachtoffers van een tbs’er…
7
Bronnenlijst:
Wikipedia
Dienst justitiële inrichtingen
Internet in zijn algemeen (zoektermen via google en altavista) (Begin zoekterm: tbs en dan uitgebreid
met antwoorden uit zoekresultaten)
Jan Sneep
Ervaringsdeskundigen die hun mening op internet of in de krant hebben geventileerd ten aanzien van
het tbs-beleid in Nederland
Een artikel in de Spits
www.rechtspraak.nl
Stukken ingezien van Jan Sneep
Eigen kennis
8
Bijlagen:
1:
Wat is tbs?
Tbs is een maatregel voor mensen die een zwaar misdrijf hebben gepleegd. Zij moeten voor
dat misdrijf 'geheel of gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar' zijn verklaard. Dat wil zeggen dat
hun misdrijf hen niet (volledig) aangerekend kan worden, doordat zij lijden aan een
persoonlijkheidsstoornis en/of een ernstige psychiatrische stoornis. Die stoornis heeft
bijgedragen aan het plegen van het delict. Daardoor bestaat ook extra gevaar dat zij nog een
keer in de fout gaan.
Als het delict hen gedeeltelijk wel kan worden aangerekend, kan de rechter hen voor dat deel
een gevangenisstraf opleggen. In bepaalde gevallen kan de rechter ook afzien van het
opleggen van een straf, omdat er sprake is van volledige ontoerekeningsvatbaarheid. De tbs-
maatregel start dan meteen.
Tbs wordt aanvankelijk voor twee jaar opgelegd. Daarna beoordeelt de rechter of de tbs-
maatregel verlengd moet worden. Dat kan tweemaal met één jaar of telkens met twee jaar
gebeuren.
De behandeling duurt gemiddeld zes jaar. Onderzoek wijst uit dat tachtig procent van de
terbeschikkinggestelden na behandeling geen zware misdrijven meer pleegt.
De tbs-inrichtingen zijn volwaardige psychiatrische klinieken. Elke tbs-kliniek is in staat
diverse stoornissen te behandelen. De terbeschikkinggestelde komt in een kliniek waar op dat
moment plaats is. Tbs-inrichtingen kennen een zeer hoog beveiligingsniveau.
Aantallen De capaciteit in de tbs-klinieken is in tien jaar meer dan verdubbeld (van ruim 500 in 1991 tot
bijna 1200 in 2001). In 2005 zijn er ongeveer 1600 tbs-gestelden. De tbs-maatregel wordt per
jaar ongeveer 250 keer door de rechter opgelegd.
Er verblijven meer mannen (93,7%) dan vrouwen (6,3%) in de tbs-klinieken.
Wetgeving De tbs-maatregel is in drie wetten vastgelegd: de Beginselenwet verpleging
terbeschikkinggestelden, het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering.
De Beginselenwet tbs regelt de rechten en plichten van terbeschikkinggestelden binnen de
kliniek: de interne rechtspositie. Het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van
Strafvordering regelen de externe rechtspositie, zoals de oplegging van de maatregel, het
aanvangstijdstip van de behandeling en de verlengingsregeling.
Als iemand is veroordeeld tot een gevangenisstraf en tbs, begint hij in principe na een derde
van de straftijd aan zijn tbs. Als hij is veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf, begint hij
dus doorgaans na drie jaar aan zijn tbs.
9
Verlof
Begeleid verlof
Terbeschikkinggestelden worden niet van de éne dag op de andere weer in de maatschappij
geplaatst. Dat gaat geleidelijk, door hen steeds uitgebreider verlof te verlenen. Als de
behandelaars vinden dat het beter gaat met de terbeschikkinggestelde, kunnen zij hem
toestaan zijn eerste stappen buiten de kliniek te zetten. Meestal is dat een begeleid verlof van
een paar uur: met een staflid kan de terbeschikkinggestelde dan bijvoorbeeld zijn ouders thuis
bezoeken.
Het doel van de verloven is therapeutisch: hoe gaat de terbeschikkinggestelde met zijn
toegenomen vrijheid om? Verlof is de eerste stap naar steeds meer eigen
verantwoordelijkheid.
Goedkeuring
Verlof moet door de minister van Justitie vooraf worden goedgekeurd. De behandelaars
stellen een verlofplan voor. Pas als de minister het maatschappelijk risico aanvaardbaar vindt,
wordt aan de inrichting een machtiging verleend voor een bepaald type verlof (begeleid,
onbegeleid, meerdaags).
Per jaar vinden er ongeveer 50.000 verloven plaats. Iedere afweging wordt zeer zorgvuldig
gemaakt, maar een enkele keer gaat er tijdens een verlof toch iets mis. Tussen juni 2004 en
juni 2005 is er 54 keer iemand ontsnapt tijdens een tbs-verlof. Dit zou alleen te vermijden
zijn, als verlof niet meer mogelijk zou zijn. In dat geval zou de behandeling echter aanzienlijk
worden bemoeilijkt en misschien zelfs nooit slagen. Verlof is daarom een wezenlijk onderdeel
van de tbs-maatregel.
Van onbegeleid verlof naar proefverlof
Als in de behandeling voldoende vooruitgang is geboekt, mag de terbeschikkinggestelde met
onbegeleid verlof: hij mag dan bijvoorbeeld een weekend alleen naar huis toe. Na dat verlof
moet hij zich weer melden bij de inrichting. Dat is een belangrijk testmoment: houdt de
terbeschikkinggestelde zich aan zijn afspraken? Als dat zo is, kan het verlof verder worden
uitgebreid. Uiteindelijk kan de terbeschikkinggestelde proefverlof krijgen.
Door proefverlof kan de terbeschikkinggestelde laten zien dat hij zelfstandig of onder
begeleiding in de maatschappij kan functioneren.
Bron: Dienst Justitiële Inrichtingen
10
2:
Terbeschikkingstelling (strafrecht)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Terbeschikkingstelling, afgekort tbs (voor 1988: terbeschikkingstelling van de regering,
afgekort tbr), is in het Nederlandse strafrecht een maatregel die de rechter kan opleggen aan
een verdachte van een misdrijf, waar minimaal vier jaar gevangenisstraf op staat of van enkele
specifiek genoemde delicten (bijvoorbeeld bedreiging en stalking). Voorwaarde is dat de
rechter ervan overtuigd is dat de verdachte ten tijde van het delict lijdende was aan een
gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Ook dient er een
causaal verband te zijn tussen het delict en de stoornis. Als laatste officiële eis moet er een
onafhankelijk onderzoek zijn gedaan, dat niet ouder is dan één jaar.
[bewerken] Procedure tot veroordeling
Als er aan de toerekeningsvatbaarheid van een verdachte wordt getwijfeld, wordt de verdachte
gedragskundig onderzocht door een psycholoog en/of een psychiater. Het gedragskundig
onderzoek van een verdachte ten behoeve van een strafzaak heet Pro Justitia rapportage.
Een verminderde toerekeningsvatbaarheid betekent dat het gedrag van de verdachte hem in
verminderde mate kan worden toegerekend. Volgens de wet verdient zo'n verdachte dan ook
een minder zware straf. Daar staat tegenover dat de rechter dan wel mogelijkheden heeft om
een psychiatrische behandeling op te leggen (diversie). In het Zwarte Ruiterarrest, in 1957,
veroordeelde de rechter de Zwarte Ruiter, een zeer gevaarlijk en geestelijk gestoorde
overvaller, ondanks sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid, toch tot een lange
gevangenisstraf (vijftien jaar) voorafgaand aan de tbs. De reden hierachter was dat de rechter
geen vertrouwen had in de beveiligende werking van tbs en de maatschappij tegen deze
gevaarlijke en nietsontziende persoon wilde beschermen.
De Pro Justitia-rapportages worden uitgebracht door vrijgevestigd psychiaters en psychologen
die daartoe door het Nederlands Instituut voor de Forensische Psychiatrie en Psychologie
(NIFP) worden aangezocht. Soms wordt een verdachte voor een diagnose en het bepalen van
die toerekeningsvatbaarheid voor een observatieperiode van zeven weken opgenomen in de
observatiekliniek van het NIFP, het Pieter Baan Centrum (PBC) te Utrecht. Voor de Pro
Justitia rapportage wordt onderzocht of de verdachte lijdt aan psychiatrische ziektebeelden of
persoonlijkheidsstoornissen, die ten tijde van het delict een rol gespeeld zouden kunnen
hebben. Ook wordt het risicoprofiel van de verdachte onderzocht en wordt onderzocht of een
behandeling noodzakelijk is om eventueel gevaarlijk gedrag van betreffende persoon in de
toekomst af te wenden.
De rechter zal op basis van onder andere de Pro Justitia-rapportage het vonnis wijzen. Daarbij
heeft de rechter, naast de gewone gevangenisstraf, de keuze uit twee soorten
terbeschikkingstelling:
11
terbeschikkingstelling met bevel tot dwangverpleging terbeschikkingstelling met voorwaarden.
In het eerste geval zal de veroordeelde worden opgenomen in een tbs-kliniek. In het tweede
geval kan de rechter specifieke, op het individu gerichte voorwaarden stellen. Deze zullen
vrijwel altijd inhouden dat de verdachte zelf medische hulp inschakelt, zich laat opnemen in
een inrichting of bepaalde behandelingen en medicijnen gedoogt.
De tbs met dwangverpleging kan weer worden opgesplitst naar de duur van maatregel:
gemaximeerde tbs gewone tbs
Laatstgenoemde is de bekende tbs die telkens kan worden verlengd. De eerste mag maar één
keer worden verlengd en kan maximaal vier jaar duren. De gemaximeerde tbs kan alleen
worden opgelegd als het indexdelict niet gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de
onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Het indexdelict is, bij meerdere
delicten, het delict dat centraal staat bij de veroordeling.
Naast een tbs-maatregel kan de rechter ook een behandeling opleggen in het kader van een
bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel.
Jaarlijks worden ongeveer 5000 personen onder supervisie van het NIFP in het kader van een
strafrechtelijk onderzoek Pro Justitia gerapporteerd. In ongeveer 150 gevallen wordt een TBS
geadviseerd. In ongeveer 3000 zaken wordt de rechter geadviseerd naast een strafdeel een
behandeling op te leggen, variërend van een jaar klinische behandeling tot een ambulante
begeleiding door een psychiatische instelling.
[bewerken] Begin van de uitvoering van tbs
Tbs kan samen met gevangenisstraf worden opgelegd. De eerste tbs-periode begint als een
derde deel van de gevangenisstraf is uitgezeten. Tbs'ers die niet meteen kunnen worden
geplaatst in een tbs-kliniek, verblijven als passant in huizen van bewaring.
[bewerken] Verblijf en behandeling
Terbeschikkinggestelden worden in de klinieken behandeld om het recidivegevaar (dat wil
zeggen het risico op herhaling) te verminderen. Het resultaat van de behandeling is sterk
afhankelijk van de houding van de terbeschikkinggestelde ten opzichte van de aangeboden
behandeling. Er is immers geen sprake van dwangbehandeling doch van dwangverpleging.
Daarnaast hangt het resultaat af van de juiste inschatting en diagnose van de kliniek.
Patiënten worden na hun opname psychiatrisch gediagnosticeerd. Op basis van deze diagnose
zal een behandelplan worden opgesteld. Een patiënt wordt indien nodig ingesteld op
medicatie. Er wordt individueel bekeken wat nodig is om een patiënt met zijn ziekte of
stoornis weer te kunnen laten functioneren in de maatschappij. In principe wordt elke patiënt
gevraagd hun delictketen (omstandigheden en factoren die hebben geleid tot het delict) op
papier te zetten en te bespreken. Daarna wordt een delictpreventieplan opgesteld, een plan
12
waarmee de patiënt wordt geleerd verstoringen vroegtijdig te signaleren om zodoende op tijd
hulp in te schakelen.
Binnen tbs-klinieken worden verder ondersteunende therapieën aangeboden, zoals:
dialectische gedragstherapie, psycho-motorische therapie, creatieve therapie, muziektherapie, en meer.
Patiënten kunnen echter niet gedwongen worden deze therapieën te volgen. Sociotherapeuten
begeleiden de patiënten op de verblijfsafdelingen en worden geacht hen te leren adequaat met
hun medemensen om te gaan.
[bewerken] Duur en verlenging
De gewone terbeschikkingstelling heeft geen vooraf bepaalde duur, maar kan iedere keer met
maximaal twee jaar worden verlengd. Dat betekent dat elke tbs-maatregel minimaal eens per
twee jaar wordt geëvalueerd door de rechter. Tijdens deze zogenaamde verlengingszittingen
zal de behandelend psychiater als getuige-deskundige informatie geven over het verloop van
de behandeling. De officier van justitie zal het belang van de maatschappij en de slachtoffers
vertegenwoordigen en de terbeschikkinggestelde kan zich laten vertegenwoordigen door een
advocaat. In sommige gevallen roept deze de hulp in van een onafhankelijk deskundige,
meestal een gerenommeerd psychiater. Dit staat bekend als een contra-expertise.
[bewerken] Langdurig verblijf
De wetgever stelt dat een tbs-behandeling in principe binnen zes jaar afgerond moet zijn. Als binnen deze zes jaar het recidivegevaar onvoldoende is verminderd, wordt de kliniek gekort
op de verpleegprijs en zal de nadruk verschuiven van behandeling naar verblijf. Wanneer
behandeling in twee verschillende klinieken onvoldoende resultaat oplevert (in die zin dat het
recidivegevaar niet of onvoldoende is verminderd en er geen zicht is op verbetering) kan een
terbeschikkinggestelde aangemerkt worden als 'longstay-patiënt'.
De Minister van Justitie neemt hiertoe het besluit na zich door het LAP (Landelijke
Adviescommissie Plaatsing, bestaande uit psychologen en psychiaters) te hebben laten
informeren. Hoewel ook tijdens de longstay de tbs-maatregel minimaal één keer per twee jaar
wordt geëvalueerd, kan dit leiden tot een levenslang verblijf binnen justitiële instellingen of
forensische psychiatrie.
De langstzittende tbs'er in Nederland, Theo H., zit sinds 1960 onafgebroken in een tbs-
kliniek. In 2004 waren er 60 longstay-patiënten in Nederland. In 2007 zullen er waarschijnlijk
200 zijn, zo heeft Minister Donner midden augustus 2007 aangekondigd. De minister kondigt
ook aan een onderscheid te willen maken tussen de longstay-patiënten, wat betreft
beveiliging. Voor een aanzienlijk deel van de longstay-patiënten hoeft de beveiliging niet het
niveau te hebben van een huis van bewaring.
13
[bewerken] Verlof en resocialisatie
Als de behandelend psychiaters denken dat zowel de maatschappij als de patiënt toe zijn aan
een verantwoorde herintroductie in de maatschappij, dan kunnen zij het Ministerie van Justitie
vragen om een verlofmarge toe te staan. In eerste instantie zal deze marge klein zijn, een
eerste verlof kan bijvoorbeeld een rondje wandelen rond de kliniek zijn, door twee mensen
begeleid. Als dit goed gaat kan het verlof langzaam, stap voor stap worden uitgebreid. Elk
verlof en elke stap worden door het behandelend team bekeken. Bij twijfel wordt het verlof
ingetrokken. Elke uitbreiding van de verlofmarge moet goedgekeurd worden door het
ministerie.
In 2003 waren er 49.910 verloven landelijk. In 90 gevallen keerden patiënten niet of te laat
terug in hun instelling. Indien een patiënt meer dan een uur later is dan gepland, wordt dit
aangemerkt als te laat, onder deze 90 zijn dus bijvoorbeeld ook gevallen "vertraging openbaar
vervoer".
[bewerken] Transmuraal verlof
Transmuraal verlof is een overgangsperiode tussen het verblijf in de tbs-kliniek en een
zelfstandig leven of een verblijf in een niet-justitiële instelling, zoals een algemeen
psychiatrisch ziekenhuis of een ribw. In deze periode verblijft de terbeschikkinggestelde
buiten de kliniek, maar valt hij of zij nog wel onder de verantwoordelijkheid van de tbs-
kliniek en dient zich dus aan bepaalde afspraken te houden. De reclassering gaat in deze
periode geleidelijk de nazorg overnemen.
[bewerken] Profiel van Tbs-gestelden
Bekend is dat circa 60 – 70 % van de Tbs-gestelden, voordat zij in de Tbs terecht kwamen,
werden behandeld of begeleid in de algemene GGz, in de verslavingszorg en/of de jeugdzorg.
Deze patiënten ontvingen daar over het algemeen veel zorg en behandeling.[1] Deze patiënten
zijn doorgaans zowel psychiatrisch, maatschappelijk als relationeel ‘zwaar belast’.[2]
Doorgaans duren de contacten die deze patiënten met de afzonderlijke
hulpverleningsinstellingen hebben meerdere jaren, waarbij herhaaldelijk nieuwe diagnoses
worden gesteld. Daarnaast zijn er meestal al contacten met justitie en de reclassering, wordt
een strafblad opgebouwd en worden de patiënten soms reeds opgesloten in de reguliere
gevangenissen.
Philipse onderschrijft de bevindingen van Grubin en Wingate, die stellen dat risicotaxatie-
instrumenten erop wijzen dat vooral impulsieve, drankzuchtige en gewetenloze
gewoontecriminelen gevaarlijk zijn[3].
Het is echter ook vanuit onderzoek nog niet mogelijk een sluitend psychiatrisch en
maatschappelijk profiel op te stellen van de patiënt die het in de algemene GGz niet redt en
als gevolg daarvan misdrijven begaat waarvoor Tbs wordt opgelegd.
Aannemelijk is dat een groot aantal personen is te typeren onder de diagnose antisociale
persoonlijkheidsstoornis (APS) in combinatie met een verslaving. Ook is aannemelijk dat ze
14
naast hun psychiatrische problematiek, ook op maatschappelijk en relationeel gebied beneden
normaal presteren; waardoor het leiden van een normaal zelfstandig leven bemoeilijkt wordt.
Samengevat gaat het om mensen die onvoldoende regie hebben over hun eigen leven, waarbij
het eigen overzicht omtrent de complexiteit van hun problemen ontbreekt. Zelfs als zij in
contact komen met de hulpverlening kunnen zij zich moeilijk aanpassen aan de
verwachtingen van hulpverleningsinstellingen. Dit kan leiden tot het structureel 'overvragen'
ten aanzien van de motivatie voor begeleiding of behandeling. Mede daardoor is het risico
groot dat hulpverleners en behandelaars na enige tijd op deze toekomstige Tbs-gestelden
‘afbranden’.[2]
[bewerken] Instellingen
Er zijn in Nederland twaalf tbs-klinieken, vier rijksinstellingen en acht particuliere klinieken.
Allemaal vallen ze onder de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) van het Ministerie van
Justitie.
De onafhankelijke Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming controleert of de
klinieken zich aan de wet houden en de rechten van terbeschikkinggestelden voldoende
waarborgen. In juni 2005 waren er in totaal 1600 tbs-patiënten onder behandeling, inclusief de
longstayers.
[bewerken] Discussie
Er is discussie over de daadwerkelijke effectiviteit van de toegepaste therapieën.
Veel verdachten vrezen tbs omdat deze telkens verlengd kan worden. De meesten zouden
liever tot een langere gevangenisstraf worden veroordeeld die tenminste zekerheid geeft, dan
tot een tbs die jaren kan voortduren. Tot voor kort was de capaciteit van de klinieken beperkt,
waardoor de veroordeelden in voorlopige hechtenis moesten blijven. Soms duurde deze wel
één of twee jaar. In sommige gevallen is hierdoor aan gedetineerden schadevergoeding
toegekend.
Een aantal incidenten leiden tot discussie over de effectiviteit van de tbs-maatregel en het
proefverlof:
In augustus 2004 keerde een patiënt niet terug van zijn verlof. Hij ontvoerde en misbruikte een 13-jarig meisje uit Eibergen. Hij werd na vier dagen in Duitsland gearresteerd.
De tbs-er Michel Stokx was vanwege het verkrachten van kinderen tot tbs veroordeeld. In 1992, enkele jaren nadat hij zijn tbs-behandeling had afgerond, werd hij veroordeeld voor de moord op drie kinderen.
In 1996, stak een tbs'er, wiens behandeling volgens de kliniek voorspoedig verliep, tijdens proefverlof een garagehouder dood.
Een voormalige tbs'er vermoordde een vrouw in 1994 en een andere vrouw in 1997. In 1997 ontsnapten twee tbs'ers via een ventilatiekanaal uit de zwaar beveiligde Van
Mesdagkliniek. In 1999 stak een tbs'er willekeurig de Groninger Tjirk van Wijk dood.
15
Eveneens in 1999, kwam de Van Mesdagkliniek in het nieuws vanwege een onderzoek door Rijksrecherche en Inspectie voor de Gezondheidszorg. Vijf vrouwelijke personeelsleden hadden seksuele relaties met tbs'ers onderhouden.
In diezelfde periode verkrachtte een tbs'er tijdens verlof zijn begeleidster. Tussen 2000 en 2004 werden in Twente verscheidene dieren zwaar mishandeld door een ex-
tbs'er, die ook de moord op een zwerver bekende, die hij pleegde in 2003. In 2002 werd een voormalig tbs'er veroordeeld voor een drievoudige moord. In juni 2005 onttrok een tbs'er op verlof zich aan het toezicht van zijn begeleiders. Hij werd
na ruim een week aangetroffen in de tuin van een vermoorde bejaarde man en is inmiddels veroordeeld voor deze moord. Aan deze laatste situatie wordt sindsdien gerefereerd als de affaire Wilhelm Schippers. Deze zaak leidde tot hernieuwde discussie over de veiligheid van het systeem van proefverloven.
Het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie onderzocht ontsnappingen van tbs'ers en
recidive tijdens het verlof in de periode 2000-2005. Van de 50.000 verlofbewegingen die per
jaar plaatsvinden vonden er gemiddeld 6,9 onttrekkingen per maand plaats. Bij gemiddeld
vier personen per jaar vond daadwerkelijk recidive plaats.
[bewerken] Minister Donner
Deze incidenten riepen veel maatschappelijke onrust op. Minister Donner kreeg,in de periode
dat hij Minister van Justitie was, tweemaal forse kritiek te verduren. Hij pareerde de kritiek
door te zeggen dat hij de wet correct uitvoert. Volgens hem heeft de politiek gekozen voor een
systeem waarin mensen na behandeling een tweede kans kunnen krijgen in de samenleving.
Zo'n systeem kan niet bestaan zonder risico's. Als de samenleving een ander systeem wil, is
het aan de politiek dit te veranderen, aldus Donner. De minister heeft wel na beide incidenten
de voorwaarden, regels en controle van de verloven verscherpt. Ook zegt hij toe de capaciteit
van de longstayafdelingen te vergroten.
[bewerken] Rechters
Een ander onderdeel van de actuele discussie over tbs, is de rol van de rechters ten aanzien
van de verlenging van de tbs-maatregel. Zij kunnen meegaan met het advies van de
deskundigen (conform) of zij kunnen het advies naast zich neerleggen (contrair). En dat
laatste is zeker geen uitzondering. Men vraagt zich af of een rechter wel voldoende deskundig
is om een dergelijk oordeel te vellen. Aan de andere kant, schuiven klinieken hun
beoordelingsfouten vaak af op 'de beslissing van de rechter'. Uit onderzoek van het
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum van het Ministerie van Justitie is
inmiddels gebleken dat het gevaar op herhaling van het indexdelict of vergelijkbaar groter is
na contraire beëindigingen. Een alternatief zou kunnen zijn dat de verlenging wordt
beoordeeld door een onafhankelijk comité van deskundigen, zoals gebruikelijk in enkele
landen met een soortgelijk systeem.
[bewerken] Professor Van Marle
Volgens tbs-deskundige prof. dr. Hjalmar van Marle (oud-directeur van zowel de Van
Mesdagkliniek als het Pieter Baan Centrum) is 60% van de huidige populatie in de tbs-
klinieken onbehandelbaar. Zij zouden volgens hem moeten worden geplaatst op goedkopere
longstay-voorzieningen, om zo plaats te maken voor mensen die wel behandelbaar zijn.
16
Volgens Van Marle is de behandelbaarheid van patiënten vrij vroeg in de behandeling in te
schatten.
[bewerken] Parlementair onderzoek
Naar aanleiding van de 'affaire Schippers' heeft de Tweede Kamer besloten tot een
parlementair onderzoek. In februari en maart 2006 vonden openbare hoorzittingen plaats in
het kader van dit onderzoek. De commissie heeft de resultaten 16 mei 2006 bekend gemaakt.
De commissie stelt dat het systeem op zich deugt, maar dat er verbeteringen in kunnen
worden aangebracht. De belangrijkste aanbevelingen zijn:
Patiënten moeten na einde tbs langer worden gevolgd, tot 9 jaar. Dwangmedicatie moet in sommige gevallen makkelijker worden. Risico's voor verlof moeten beter worden ingeschat. De machtigingen voor verlof moeten niet worden geregeld door het ministerie, maar door
deskundigen. In sommige gevallen moet levenslang tbs kunnen worden opgelegd.
3:
Startvragen aan Meester Sneep:
1. Hoevaak heeft u in de praktijk te maken gehad met tbs opleggingen (of andere dan geld/cel
of taakstraffen)
2. Wat vind u van het tbs-beleid in Nederland?
3. Wie vind u dat er invloed hebben op het tbs-beleid in Nederland? (advocaten, uitspraken van
verschillende rechters, jurisprudentie, media, gedragingen van tbs’ers zelf of iets anders.)
4. Vorig jaar had u een zaak waarin een jongen verdacht van een gewapende overval moest
voorkomen en het OM een celstraf eiste en hulp, ging dit om TBS? Zo nee, waar dan wel om?
5. In deze zaak probeerde u ervoor te zorgen dat uw cliënt zo snel mogelijk zou worden
geholpen en behandeld en als positief bijkomstig effect zou hij dan minder lang vast kunnen
zitten (stel de celstraf is 6 mnd en hij wordt na 2 mnd geholpen waarom zou hij dan als hij
beter is nog 4 mnd moeten zitten.)
In Nederland gebeurt het vaak dat een verdachte wordt veroordeeld voor een celstraf en tbs
en dan wordt de tbs pas op 1/3e van de straf aangevangen. De kritiek hierop is: waarom pas
zolaat beginnen met behandelen?
En het antwoordt: als iemand uitbehandeld is kun je hem moeilijk zijn straf nog laten
uitzitten, want dan komt hij eerder in verval.
Vreemd: Een “normale” veroordeelde zonder psychische problemen krijgt toch ook een
celstraf en dan wordt er toch ook niet gevreesd voor een terugval of psychische gevolgen???
Waarom dan bij een tbs er die uitbehandeld is en dus klaar voor de maatschappij (en
daardoor gelijk aan iedere andere burger in Nederland) wel?
Waarom zou je een tbs’er niet eerst “beter” maken en daarna zijn straf laten uitzitten?
(Misschien met aftrek van zijn tijd in tbs.)
17
Wat is Uw mening hierover?
6. Wat vind u van het zogeheten longstay? (Vind u dat je een patiënt of veroordeelde de rest
van zijn leven vast kunt houden omdat hij niet “beter” wordt en daardoor een risico voor de
maatschappij blijft vormen ook al staat op het delict dat hij of zij heeft gepleegd geen
levenslang? Of zijn er gevallen dat u denkt dat de doodstraf ook in Nederland moet worden
ingevoerd omdat dat humaner is voor de veroordeelde die toch geen uitzicht heeft op
verbetering en misschien zelf ook wel niet verder wil leven?)
7. Denkt u dat het tbs-beleid zoals het nu is nog lang stand zal houden?
8. Wat zou u een betere oplossing vinden of welke verbeteringen zou u aan het systeem willen
toevoegen?
9. Wat zijn de zaken (landelijk, dus niet alleen die van u) die u op het gebied van tbs (en andere
psychische maatregelen) het beste bij blijven staan en waarom?
10. Bij vraag 3 bent u ingegaan op de invloed op de tbs, denkt u dat de media een ander beleid
ten aanzien van TBS zouden moeten vormen?
11. En tot slot, zijn er nog vragen die u hierboven heeft gemist en waar u graag antwoordt op zou
willen geven?
4: Interview met Jan Sneep.
Jan Sneep is advocaat bij Houben advocaten in Breda. Hij heeft zich vooral toegespitst op het
strafrecht. Tbs valt onder het strafrecht. Meester Sneep heeft korte tijd geleden nog een cursus
bijgewoond waarbij tbs veel ter sprake is gekomen. Zodoende kan hij op een aantal vragen een
passend antwoord geven.
Wat vind u van het tbs-beleid in Nederland?
“Er lijkt een willekeur te ontstaan, door de huidige media aandacht lijken de rechters huiverig een tbs
maatregel op te leggen. Ik denk dat het middel tbs weer als ‘ultimum remedium’ gezien moet gaan
worden. (*Als laatste redmiddel, dus minder toepassen.) Andere, misschien wel betere, alternatieven
moeten eerst bekeken en gewogen worden voordat tbs als maatregel wordt opgelegd. Door alle
media aandacht is er een verkeerd beeld ontstaan van de tbs. Tbs is teveel een hot-item geworden.”
Heeft U zelf al met tbs opleggingen te maken gehad?
“Nee, een tbs oplegging heb ik nog niet meegemaakt. Er lopen op dit moment wel twee zaken waarin
een dergelijke maatregel tot de mogelijkheden behoort, maar hier is nog geen uitspraak in gedaan.”
Vorig jaar had u een zaak waarin een jongen verdacht werd van een gewapende overval, hij kreeg
wel een verpleging opgelegd maar geen tbs, kunt u daar kort op ingaan?
“De jongen in kwestie diende wel geholpen te worden. Middels een voorwaardelijke straf is hij
verplicht mee te werken aan een behandeling bij ‘De Ponder’. Dit betreft echter geen gesloten
instelling, en daarin zit het verschil met tbs. Indien mijn cliënt zich wenst te onttrekken, of de
instelling kan hem niet verder behandelen, dan zal hij weer op straat staan.”
“Opvallend toeval is dat juist voorgenoemde behandeling verkeerd is gelopen. Vrij onlangs is mijn
cliënt gestopt met de behandeling. De instelling kon hem niet meer behandelen. Op 16 februari 2010
18
zal de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf van 6 maanden ingaan. Naar verwachting zal
daar eveneens een behandeling aan gekoppeld gaan worden. Er wordt op dit moment nog
onderzocht welke behandeling dit gaat zijn.”
In Nederland gebeurt het vaker dat een verdachte wordt veroordeeld voor een celstraf en tbs en
dan wordt de tbs pas op 1/3e van de straf aangevangen. De kritiek hierop is: waarom pas zolaat
beginnen met behandelen? En het antwoordt: als iemand uitbehandeld is kun je hem moeilijk zijn
straf nog laten uitzitten, want dan komt hij eerder in verval.
VREEMD: Een ‘normale’ veroordeelde zonder psychische problemen krijgt toch ook een celstraf en
dan wordt er toch ook niet gevreesd voor een terugval of voor psychische gevolgen? Waarom dan
bij een tbs er die uitbehandeld is en dus klaar voor de maatschappij (en daardoor gelijk aan iedere
andere burger in Nederland) wel? Waarom zou je een tbs’er niet eerst ‘beter’ maken en daarna zijn
straf laten uitzitten?
Wat is Uw mening hierover?
“Voor beide varianten valt iets te zeggen. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar het eerst
behandelen van een patiënt en deze daarna pas zijn straf laten uitzitten. Naar gelang de duur van de
behandeling kan dan de straf worden aangepast.”
Denkt U dat de media een ander beleid zou moeten voeren?
“Nee, de media verslaan enkel wat de massa wil zien of horen. De media beperken in haar uitingen is
geen optie. De massa dient echter wel een juist beeld te krijgen voorgeschoteld. Bestuderen en
nuanceren door de media zou daarom zeer wenselijk zijn. Niet iedere journalist die een stukje schrijft
of een rechtbankverhaal is even goed geïnformeerd en op de hoogte.”