Verslag 2013 - Hoge raad voor de Werkgelegenheid · 2019-06-26 · onderwijs = 2,2 Inactiviteit =...

36
Hoge Raad voor de Werkgelegenheid Verslag 2013 Persconferentie van 10 juli 2013 Jan Smets

Transcript of Verslag 2013 - Hoge raad voor de Werkgelegenheid · 2019-06-26 · onderwijs = 2,2 Inactiviteit =...

Hoge Raad voor de Werkgelegenheid

Verslag 2013

Persconferentie van 10 juli 2013

Jan Smets

2

Hoge Raad voor de Werkgelegenheid

Recente

ontwikkelingen op

en vooruitzichten

voor de

arbeidsmarkt

Verslag 2013

Verloop van de werkgelegenheid en de werkloosheid (jaargemiddelden, veranderingen in duizenden personen t.o.v. het voorgaande jaar)

3

Bronnen: INR, NBB (ramingen), RVA.

2008 2009 2010 2011 2012 2013r 2014r

Binnenlandse werkgelegenheid 78,7 -8,8 30,8 61,6 8,2 -17,7 -6,0

Zelfstandigen 10,0 4,5 5,8 9,6 6,0 3,6 3,2

Loontrekkenden 68,7 -13,3 25,0 52,0 2,2 -21,3 -9,2

Conjunctuurgevoelige bedrijfstakken 46,0 -38,1 3,4 34,5 -6,5 -28,4 -21,1

Overheid en onderwijs 9,9 13,8 6,7 0,8 -3,2 -3,1 -1,4

Overige diensten 12,8 11,0 14,9 16,8 11,9 10,2 13,3

Werkloosheid -25,7 50,6 13,7 -19,8 14,5 30,2 31,8

-20%

-16%

-12%

-8%

-4%

0%

4%

8%

12%

16%

-5%

-4%

-3%

-2%

-1%

0%

1%

2%

3%

4%

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013r 2014r

Bbp naar volume (linkerschaal)

Totale binnenlandse werkgelegenheid (linkerschaal)

Werkloosheid (rechterschaal)

Verloop van de bedrijvigheid, werkgelegenheid en werkloosheid (procentuele verandering t.o.v. het overeenstemmende kwartaal van het voorgaande jaar,

seizoengezuiverde gegevens)

4

Bronnen: INR, NBB (ramingen), RVA.

Werkgelegenheid en werkloosheid: Europees perspectief (indexcijfers, eerste kwartaal van 2008 = 100; seizoengezuiverde gegevens )

5

Bronnen: INR, EC (nationale rekeningen, EAK).

80

85

90

95

100

105

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

EU DE IE EL ES FR NL PT BE

50

100

150

200

250

300

350

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

6

in 2012

België

EU

Totaal 67,2 68,5

Vrouwen 61,7 62,4

Laaggeschoolden 47,1 52,2

20-29-jarigen 59,4 60,2

55-64-jarigen 39,5 48,9

Niet-EU-burgers 38,9 56,9

Geharmoniseerde werkgelegenheidsgraden (in % van de overeenstemmende bevolking, 20-64 jaar)

Bronnen: ADSEI, EC (EAK).

55,0

57,5

60,0

62,5

65,0

67,5

70,0

72,5

75,0

77,5

80,02

00

0

20

01

20

02

20

03

20

04

20

05

20

06

20

07

20

08

20

09

20

10

20

11

20

12

België Brussel Vlaanderen Wallonië

VL 2020 = 76%

BE 2020 = 73,2%

7

in 2012

België

EU

Totaal 7,6 10,6

Vrouwen 7,4 10,6

Laaggeschoolden 14,2 18,6

15-24-jarigen 19,8 22,8

55-64-jarigen 4,5 7,3

Niet-EU-burgers 30,7 21,3

Geharmoniseerde werkloosheidsgraden (in % van de overeenstemmende beroepsbevolking, 15-64 jaar)

Bron: RVA (op basis van gegevens van Actiris, ADG, FOREM en VDAB).

Werkloosheidssituatie

Verloop van de werkloosheid per gewest (in personen, veranderingen ten opzichte van de

overeenstemmende maand van het voorgaande jaar)

Bron: EC (EAK).

-40000

-20000

0

20000

40000

60000

80000

2009 2010 2011 2012 2013

Vlaams Gewest Waals Gewest

Brussels Hoofdstedelijk Gewest Duitstalige Gemeenschap

Laaggeschoolden op

de arbeidsmarkt

8

Hoge Raad voor de Werkgelegenheid

Verslag 2013

Kenmerken van de vraag en het aanbod op

de arbeidsmarkt

9

Werkgelegenheid en werkloosheid naar scholingsniveau (in % van het totaal)

0

10

20

30

40

50

60

1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010

Werkgelegenheid

10

Bron: ADSEI (EAK).

0

10

20

30

40

50

60

70

80

1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010

Werkloosheid

Laaggeschoolden Middengeschoolden Hooggeschoolden

Sociaal-economisch statuut naar scholingsniveau (in % van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jarigen), in 2011, tenzij anders vermeld)

11

Bron: ADSEI (EAK). 1 In procenten van de beroepsbevolking op arbeidsleeftijd.

Werkgelegenheidsgraad Werkloosheidsgraad1 Inactiviteitsgraad

Laaggeschoolden BE 38,4 14,1 55,3

EU 45,4 16,7 45,5

Middengeschoolden BE 65,6 6,8 29,6

EU 68,4 9,0 24,9

Hooggeschoolden BE 82,0 3,8 14,7

EU 82,0 5,6 13,1

0

10

20

30

40

50

60

25-34 35-44 45-54 55-64

Middengekwalificeerde banen (ISCO 4 tot 8)

Laaggeschoolden Middengeschoolden Hooggeschoolden

Werkgelegenheid naar leeftijd volgens scholingsniveau en

beroepscategorie (in % van de overeenstemmende totale werkende bevolking, 2010)

12

Volgens scholingsniveau

0

10

20

30

40

50

60

25-34 35-44 45-54 55-64

Laaggeschoolden (ISCED1 0 tot 2)

0

10

20

30

40

50

60

25-34 35-44 45-54 55-64

Middengeschoolden (ISCED 3 en 4)

0

10

20

30

40

50

60

25-34 35-44 45-54 55-64

Hooggeschoolden (ISCED 5 en 6)

0

10

20

30

40

50

60

25-34 35-44 45-54 55-64

Laaggekwalificeerde banen (ISCO2 9)

0

10

20

30

40

50

60

25-34 35-44 45-54 55-64

Hooggekwalificeerde banen (ISCO 1 tot 3)

Volgens beroepscategorie

Bron: EC (EAK, microgegevens). 1 ISCED: International Standard Classification of Education. 2 ISCO: International Standard Classification of Occupations.

Kenmerken van de werkaanbiedingen (in % van het totale aantal door de diensten voor arbeidsbemiddeling ontvangen werkaanbiedingen1, 2012)

Actiris FOREM VDAB

Geen diploma vereist of gepreciseerd 31 50 46

Geen ervaring vereist of gepreciseerd - 79 48

Geen tweede taal gepreciseerd 52 76 76

(p.m. Absoluut aantal werkaanbiedingen) (22 531) (63 450) (263 471)

13

Bronnen: Actiris, FOREM, VDAB. 1 Normaal economisch circuit ongerekend de uitzendarbeid voor de FOREM en de VDAB; totaal aantal ontvangen werkaanbiedingen ongerekend de

uitzendarbeid en de gegevensbank EURES voor Actiris.

Kenmerken van de laaggeschoolden

14

Aandeel van de laaggeschoolden in de bevolking1 (in % van de overeenstemmende bevolking (15-64-jarigen), 2011)

15

Bron: EC (EAK). 1 Het aandeel van de studenten werd slechts voor twee bevolkingsgroepen geïsoleerd: de jongeren en de inactieven.

0

10

20

30

40

50

60

70B

elg

Ma

nne

n

Vro

uw

en

15-2

4 jaa

r

25-5

4 jaa

r

55-6

4 jaa

r

Belg

en

And

ere

EU

-bu

rgers

Nie

t-E

U-b

urg

ers

We

rkge

leg

enh

eid

We

rklo

oshe

id

Ina

ctivite

it

Totaal waarvan: Studenten EU-gemiddelde p.m. Werkgelegenheidsgraad

Kruising van het scholingsniveau van de jongeren van 15 tot 34

jaar die het onderwijs verlaten hebben en dat van hun ouders (in % van het overeenstemmende totaal, 2009)

Ouders

Laag-

geschoold

Midden-

geschoold

Hoog-

geschoold Totaal

Jo

ng

ere

n

Laaggeschoold 64 25 11 100

Middengeschoold 45 37 18 100

Hooggeschoold 17 34 49 100

16

Bron: EC (EAK, ad-hocmodule 2009, microgegevens).

Opsplitsing naar scholingsniveau van de werkgelegenheid

in de verschillende bedrijfstakken (in % van het totaal, 2011)

17

Bron: EC (EAK, microgegevens).

0

20

40

60

80

100

Landbouw

Indu

str

ie

Bo

uw

nijv

erh

eid

Ha

nd

el

Ve

rvo

er

Ho

reca

Info

rma

tie

en c

om

mu

nic

atie

Fin

an

cië

le d

ienstv

erle

nin

g e

nve

rze

kerin

ge

n

Exp

loita

tie v

an e

n h

an

de

l in

onro

ere

nd

go

ed

Vrije

be

roep

en

en

adm

inis

tra

tieve

en o

nd

ers

teun

en

de

die

nste

n

Ove

rhe

id, o

nd

erw

ijs,

ge

zo

nd

he

idszo

rg e

nm

aa

tsch

ap

pe

lijke

die

nstv

erle

nin

g

wa

arv

an

: g

ezo

nd

he

idszo

rg e

nm

aa

tsch

ap

pe

lijke

die

nstv

erle

nin

g

An

de

re d

ienstv

erle

nin

g

Laaggeschoolden Middengeschoolden Hooggeschoolden

Kenmerken van de werkgelegenheid: opsplitsing naar

scholingsniveau (in % van de overeenstemmende werkgelegenheid, 2011)

Laag-

geschoolden

Midden-

geschoolden

Hoog-

geschoolden Totaal

Deeltijdwerk 33 28 23 27

Tijdelijke arbeid 12 8 8 9

Uitzendarbeid 3 2 1 2

18

Bron: EC (EAK, microgegevens).

Transities tussen werkgelegenheid,

werkloosheid en inactiviteit

19

Transitie van werkloosheid naar werk binnen de twaalf maanden (in %1)

Laag-

geschoolden

Midden-

geschoolden

Hoog-

geschoolden

Totaal 28 42 45

(p.m. Absoluut aantal) (281 007) (137 988) (64 891)

15-24 jaar 44 57 72

25-54 jaar 30 41 47

55-64 jaar 4 7 11

Minder dan twee jaar werkloos 40 52 56

Tussen twee en vier jaar werkloos 28 36 35

Langer dan vier jaar werkloos 9 16 17

Brussel 21 30 34

Vlaanderen 37 49 52

Wallonië 24 39 44

20

Bron: RVA. 1 Aantal personen die in de loop van het tweede kwartaal van 2011 zijn opgetekend als werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werkloze (UVW-WZ) en

die, tijdens de twaalf daaropvolgende maanden, gedurende ten minste één volledige maand werden geregistreerd als aan het werk zijnd, in procenten van

het totale aantal UVW-WZ.

Van werkloosheid naar werk 1

99

8

199

9

200

0

200

1

200

2

200

3

200

4

200

5

200

6

200

7

200

8

200

9

201

0

201

1

-3

-2

-1

0

1

2

3

4

5

0

10

20

30

40

50

60

Bbp naar volume [rechterschaal]

Laaggeschoolden

Hooggeschoolden

21

199

8

199

9

200

0

200

1

200

2

200

3

200

4

200

5

200

6

200

7

200

8

200

9

201

0

201

1

-3

-2

-1

0

1

2

3

4

5

-3

-2

-1

0

1

2

3

4

5Van werk naar werkloosheid

Transities op jaarbasis (in %)

linkerschaal

Bronnen: INR, EC (EAK, niet-gewogen microgegevens).

Twee jaar beroepsleven per scholingsniveau1 (personen van 30 tot 44 jaar, gevolgd van januari 2008 tot december 2009)

22

Bron: EC (SILC). 1 Elke kolom vertegenwoordigt het traject van een persoon. Elk vierkant vertegenwoordigt een maand. Alle personen zijn gevolgd gedurende 24 maanden.

Een groen vierkant betekent aan het werk, een geel vierkant werkloos, een rood vierkant inactief. Het betreft ongewogen gegevens. 2 Aantal personen die behoren tot deze categorie in de steekproef van de SILC-enquête.

Laaggeschoolden (140 personen)2

Middengeschoolden (278 personen)2

Hooggeschoolden (310 personen)2

Initiële en voortgezette opleiding

23

Jongeren die de school voortijdig hebben verlaten¹

24

Zonder diploma

= 2,0

Werkloosheid = 2,9

Basis-onderwijs

= 2,2

Inactiviteit = 3,7

Lager secundair

= 8,1

Werkgele- genheid

= 5,7

0

2

4

6

8

10

12

14

Bereikt scholingsniveau IAB-statuut

NEET2

= 6,6

12,3 12,3

In % van de bevolking tussen

18 en 24 jaar (2011)

Werkgelegenheidsgraad van de

overeenstemmende bevolking (2011)

0

10

20

30

40

50

60

Zonder diploma Basisonderwijs Lager secundair

Bron: EC (EAK, microgegevens). 1 Personen tussen 18 en 24 jaar die niet studeren en evenmin een opleiding volgen en van wie het hoogst behaalde studieniveau beperkt is

tot het lager secundair onderwijs. 2 NEET = Not in Employment, Education nor Training.

Participatie aan opleiding buiten het regulier onderwijs door

25-64-jarigen tijdens de twaalf maanden vóór de enquête (in % van het overeenstemmende totaal, 2011)

25

Bron: ADSEI (EAK, microgegevens).

0

5

10

15

20

25

30

35

Laaggeschoolden Middengeschoolden Hooggeschoolden

Totaal Werkloos Werkend Inactief

Kans dat 25-64-jarigen tijdens de twaalf maanden vóór de

enquête opleiding hebben gevolgd buiten het regulier onderwijs1 (in %, 2011)

26

Bron: ADSEI (EAK, microgegevens). 1 De kansen die in deze grafiek zijn opgenomen, zijn niet additief. De voorstelling is van het type ceteris paribus: telkens wordt één kenmerk gewijzigd ten

opzichte van de referentiepersoon. 2 De referentiepersoon is een werkende man, middengeschoold, tussen 35 en 54 jaar, Belg en woonachtig in Vlaanderen.

0

5

10

15

20

25

30

35

40

Inactief Laaggeschoold Werkzoekend 55-64 jaar Woonachtig inWallonië

Woonachtig inBrussel

25-34 jaar Staatsburgerander EU-land

Vrouw Niet-EU-staatsburger

Hooggeschoold

Referentiepersoon2

Arbeidskost en tewerkstellingsmaatregelen

27

Gemiddeld uurloon volgens scholingsniveau (in €, 2009)

10

15

20

25

30

35

40

45

50

15-24 jaar 25-29 jaar 30-44 jaar 45-54 jaar 55 jaar enouder

Lager

Lager secundair

Secundair technisch ofberoepsonderwijs

Algemeen secundair

Hoger korte type

Hoger lange type enuniversitair

Post-universitair en doctoraat

28

Bron: ADSEI (SES).

Rendement van het behalen van een diploma hoger

onderwijs tijdens de initiële opleiding (%)

Mannen Vrouwen

België 12,0 14,4

Denemarken 7,9 8,7

Duitsland 9,6 8,2

Frankrijk 9,9 9,4

Nederland 7,9 7,0

Verenigd Koninkrijk 7,4 7,3

Zweden 6,4 5,7

29

Bron: OESO (2012).

Minimumloon per paritair

comité (PC¹) (in € per uur, 2009)

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

minimumloon gewogen gemiddelde GGMMI

Aandeel van werknemers die ongeveer

het minimumloon ontvangen (in % van het overeenstemmende totaal, 2009)00

Minimumloon in België

Bronnen: ADSEI, FOD WASO, NAR. 1 PC 1XX = PC's die enkel betrekking hebben op arbeiders; PC 2XX = PC's die enkel betrekking hebben op bedienden; PC 3XX = PC's die betrekking hebben op arbeiders en bedienden.

PC 2xx PC 3xx

0

10

20

30

40

50

60

maximaal hetminimumloon

... plus 5 % ... plus 10 %

alle observaties

laaggeschoolden

laaggeschoolde jongeren

laaggeschoolde jonge vrouwen

PC 1xx

30

Een ruim palet aan financiële tewerkstellingsmaatregelen

Beogen beïnvloeding van Betrokken werknemers

arbeids-

aanbod

arbeids-

vraag

algemeen laaggeschoolden overige

direct indirect1

werkbonus X X

verminderingen van

werkgeversbijdragen X X X X X

verminderingen van

bedrijfsvoorheffing X X X

loonsubsidies

dienstencheques X X X X

doorstromingsprogramma's (X) X X X X

ACTIVA (X) X X X X

SINE (X) X X X X

werkhervattingstoeslag X X

PWA X X X X

Degressiviteit

werkloosheidsuitkering X X X

31

1 Indirect via systemen die gericht zijn op lage lonen, langdurig werklozen of ploegenarbeid, waarbij het vaak om laaggeschoolden gaat.

Aanbevelingen

1. Voortijdige schoolverlating verminderen

2. Begeleiden en opleiden

3. Banencreatie ondersteunen

32

1) Voortijdige schoolverlating verminderen

vroegtijdig en systematisch voorkomen, rekening houdend met gezinssituatie

(o.m. migranten)

positief oriënteren naar technisch en beroepsonderwijs

informeren over rendement studies

alternerend leren

bedrijfsstages veralgemenen

inschakeling via arbeidsbemiddelingsdiensten, bv. door plaatsingsdienst in

scholen

tweede kans verruimen, bv. door learnfare

opleidingen opsplitsen in modules

33

2) Begeleiden en opleiden

Overheidsdiensten voor arbeidsbemiddeling

individuele begeleiding met concrete doelstellingen

korte trajecten in arbeidscircuit

helpen om basiskennis te verwerven en job coaching, met follow up

Overheid

validering vaardigheden/diploma's (migranten)

Ondernemingen

overkwalificatie tegengaan

(ook generieke) opleiding voor lager geschoolden

(competentiemanagement)

34

3) Banencreatie ondersteunen

"Meesleepeffect" tussen "kennisjobs" en jobs voor laaggeschoolden

Sociale partners

minimumloon => insider-outsider maar belangrijk tegen fenomeen van working

poor en werkloosheids- of inactiviteitsval

Overheid

efficiëntie maatregelen onderzoeken

arbeidskosten verminderen door lastenverlaging op lage lonen

(eenvoudig / transversaal / stabiel)

tijdelijke maatregelen voor nieuwkomers

buurtdiensten / niet-marktdiensten / sociale economie

Ondernemingen

persoonlijke ontwikkelingsplannen

invoegformules

jobsplitsing

35

Hoge Raad voor de Werkgelegenheid

Verslag 2013

Persconferentie van 10 juli 2013

Jan Smets